32
nr. 8 - maart 2011 Magazine van en over ATM Moerdijk, een Shanks bedrijf Goed aansluiten, vastzetten en nog een keer nakijken Aad van de Bor heeft een extra oogje in het zeil gehouden Evacuatie kantoor soepel verlopen Sandra de Graaf volgde vooral haar intuïtie Geen 100 maar 1.300 tank- bewegingen Gert-Jan Helmons: alles zorgvuldig gebeurd p. 02 | ATM heeft maatschappelijk functie p. 04 | Met goed nadenken problemen oplossen p. 06 | Brandweer durft buiten eigen grenzen te kijken p. 14 | Er zit geen aan- of uitknop op p. 16 | Flexibel, snel schakelen en soepel inspelen p. 18 | Met nog meer voorzichtigheid p. 24 | Inspecties vergroten vertrouwen ATM p. 26 | Hoe kan ik er zijn voor onze mensen p. 28 | ATM heeft zich sterk verbeterd

ATMosfeer editie 8 - maart 2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De achtste editie van ons relatiemagazine!

Citation preview

Page 1: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

29

nr. 8 - maart 2011

Magazine van en over ATM Moerdijk, een Shanks bedrijf

Goed aansluiten, vastzetten en nog een keer nakijkenAad van de Bor heeft een extra

oogje in het zeil gehouden

Evacuatie kantoor soepel verlopenSandra de Graaf volgde

vooral haar intuïtie

Geen 100 maar1.300 tank- bewegingenGert-Jan Helmons:

alles zorgvuldig gebeurd

p. 02 | ATM heeft maatschappelijk functie p. 04 | Met goed nadenken problemen

oplossen p. 06 | Brandweer durft buiten eigen grenzen te kijken p. 14 | Er zit

geen aan- of uitknop op p. 16 | Flexibel, snel schakelen en soepel inspelen

p. 18 | Met nog meer voorzichtigheid p. 24 | Inspecties vergroten vertrouwen ATM

p. 26 | Hoe kan ik er zijn voor onze mensen p. 28 | ATM heeft zich sterk verbeterd

Page 2: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

De berichtgeving tijdens en na de brand bij Chemie-Pack

heeft volgens Eric een eenzijdig beeld gegeven van de

gebeurtenissen, omdat vooral werd gezocht naar sensatie.

De chemische industrie is hiermee ten onrechte in een te

negatief daglicht komen te staan. “Wij hebben het als buren

op een andere manier ervaren als het over mogelijke risico’s

voor de gezondheid en gevaar voor de omgeving gaat.

Vanuit de maatschappelijke rol die we als verwerker van

afval vervullen, zijn we in actie gekomen. Als je bluswater in

riolen en sloten ziet stromen, moet je aan de bel trekken.

Dat hebben we gedaan, want er moest iets gebeuren om

nog erger te voorkomen. Daarom hebben we voorgesteld

het bluswater tijdelijk bij ons op te slaan.”

Tijdens de nasleep van de brand is er intensief overleg

geweest over het opruimen van het bluswater tussen alle

betrokken partijen: Waterschap Brabantse Delta,

Havenschap Moerdijk, Provincie Noord-Brabant en

diverse aannemers zoals Wilchem, Van Gansenwinkel en

Reym. Er is op een zeer constructieve manier met elkaar

samengewerkt.

Het opgeslagen bluswater wordt door ATM verwerkt. Er

moest zo snel mogelijk een oplossing worden gevonden

vindt de algemeen directeur. “Er zijn kosten mee gemoeid

en die moeten niet te hoog oplopen. Wij hebben een

innovatieve oplossing aangeboden en inmiddels hebben

we de toestemming en de gunning om het bluswater te

verwerken binnen. Op 7 maart zijn wij begonnen met

verwerken. Het vergde enige tijd om deze toestemming te

krijgen, omdat er een aantal formele procedures moesten

worden doorlopen en er afstemming noodzakelijk was

tussen diverse partijen zoals de provincie, het waterschap,

het havenschap en ATM.” Het alternatief van afvoeren naar

een buitenlandse verwerker voor het verbranden van het

bluswater vindt Eric geen reële optie. ”In dat geval wordt het

Via deze speciale uitgave van de ATMosfeer willen we met een aantal persoonlijke verhalen van

mensen, die betrokken zijn geweest bij de brand bij Chemie-Pack en de nasleep hiervan, een

beeld geven van deze ernstige gebeurtenis. Persoonlijk heb ik de intensieve samenwerking met

alle betrokkenen, onder deze bijzondere omstandigheden en om de verdere gevolgen van deze

grote brand te beperken, als zeer speciaal en stimulerend ervaren.

Op 15 december 2010 is Jack Droog, onze voormalige directeur, overleden. Jack heeft vorm

gegeven aan de groei en ontwikkeling die ATM heeft doorgemaakt. Bovendien betekende hij

persoonlijk ook heel veel voor menig medewerker. Met hem verliezen we een dierbare vriend

en collega. Graag verwijs ik u naar de dankbetuiging van zijn familie achterin deze uitgave.

Voor deze bijzondere uitgave is de vormgeving

van ATMosfeer aangepast. Het blad is duidelijk

herkenbaar, maar is in een moderner en zakelijker jasje

gestoken, een stijl die past bij een modern bedrijf als ATM.

Woord vooraf

Eric Langedijk

ATMosfeer | maart

ATM heeft maatschappelijke functie

ATM is een milieubedrijf dat gevaarlijke afvalstoffen op een duurzame en professionele manier

verwerkt tot herbruikbare grondstoffen. Algemeen directeur Eric Langedijk durft dat zonder meer

te stellen. Binnen het productieproces wordt bovendien de vrijkomende energie nuttig gebruikt voor

andere processen. “Het verwerken van afval is een noodzakelijk kwaad. Het afval is er nu eenmaal.

Wij zien afvalverwerking als een maatschappelijke functie waarmee we op een verantwoorde en

transparante manier willen omgaan zonder overlast voor onze omgeving te veroorzaken.”

Page 3: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

milieu extra belast, terwijl wij het

bluswater op een duurzame en zeer

milieuverantwoorde wijze kunnen

verwerken.”

Sluitende kringloopATM sluit de kringloop voor anderen.

Van de afvalstoffen die binnenkomen

wordt 95% omgezet in herbruikbare

grondstoffen en energie. ATM is

beoordeeld door een onafhankelijke

commissie op het gebied van duur-

zaam en maatschappelijk verantwoord

ondernemen. De commissie heeft een

positief oordeel geveld en daarvoor

een certificaat afgegeven. Enkele

bevindingen: “Binnen ons bedrijf zijn

vrijwel alle processen en technieken

zelf ontwikkeld, zoals een bijzondere

biologische afvalwaterzuivering waarbij

geen slib wordt geproduceerd. De

warmte die in onze processen wordt

geproduceerd, wordt weer gebruikt

voor het wassen van schepen. Het

waswater wordt weer gevoed aan de

biologische zuivering en is de cirkel

rond.” Natuurlijk is Eric bijzonder

ingenomen met de lovende woorden

van de commissie. “Het is echt uniek

wat wij hier doen.”

Strengere eisenDe aanvoer van afvalstoffen wordt

voornamelijk bepaald door de

geldende en steeds strenger

wordende regelgeving in Nederland

en de rest van Europa. ATM verwerkt

grote hoeveelheden verontreinigde

grond die vrijkomt bij bouwprojecten

met een saneringverplichting. Daar-

naast verwerken we een groot

gedeelte van het in Nederland

ingezamelde Klein Gevaarlijk Afval

via de milieudepots. Een derde tak

van de bedrijfsvoering is de verwerking

van verontreinigde olie/water/sediment

stromen uit de industrie en scheep-

vaart. De in eigen beheer ontwikkelde

technologie en installaties voldoen aan

de laatste stand der techniek.

“Voor de verwerking van het afval

moeten wij aan zeer veel wet- en

regelgeving voldoen. Dat het niet

eenvoudig is om gevaarlijk afval te

verwerken, blijkt wel uit het feit dat

wij de enige mogelijkheid in Nederland

zijn voor het verwerken van zwaar

verontreinigde olie-, water- en

slibstromen. Daarnaast beschikken

wij over de grootste thermische

grondreiniger van Nederland. De

gereinigde grond wordt als vervanger

van zand en grind onder andere in de

wegenbouw toegepast. Het verfafval

dat wordt verwerkt middels een

unieke pyrolyse proces levert weer

bruikbaar metaal en energie op. Door

onze verregaande procesintegratie

worden de energiestromen die

vrijkomen direct weer nuttig gebruikt.

Uiteindelijk hoeven we slechts een

klein deel van de benodigde energie in

de vorm van elektriciteit in te kopen.”

03

ATM heeft maatschappelijke functie

Trots op zo’n organisatie

Eric wil ‘zijn’ mensen die tijdens en na een brand

een rol hebben gespeeld een groot compliment

geven. “Zonder dat er om is gevraagd zijn ze in

actie gekomen om onze buren te helpen. Ik ben

trots op zo’n organisatie. We zijn een flexibel en

servicegericht bedrijf dat oog heeft voor zijn

omgeving. Dat hebben we met z’n allen die

dagen ook laten zien.” ATM heeft meteen

na het uitbreken van de brand alle mogelijke

hulpmiddelen ter beschikking gesteld. ATM was

als eerste met een blusvoertuig en schuimvor-

mend middel bij Chemie-Pack aanwezig. “Onze

mensen hebben bijvoorbeeld ook met zand zo’n

grote crashtender over het spoor geholpen en het

waterschap geassisteerd met het indammen

van het riool. Andere hulpverleners hebben we

praktische adviezen gegeven en opgevangen.”

Eric Langedijk

Page 4: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

Niek was gewoon aan het werk. Hij

zag wat rookwolken en dacht dat

erop kantoor brand was. “Ik heb

de fiets gepakt en ben die kant op

gereden. De rookpluimen werden

steeds groter en zwarter. Ik heb de

wachtchef gebeld en gezegd dat

onze brandweer moest uitrukken.”

Alarm geslagenOndertussen hadden collega’s

Danny van Leeuwen en John van de

Berg al vanuit kantoor alarm

geslagen. Niek kwam bij Chemie

Pack een ex-collega tegen die bij de

bedrijfsbrandweer had gezeten.

Er liepen nog meer mensen rond.

“Er waren er die met poederblussers

de brand probeerden te blussen. Ik

heb ze weggestuurd, want dat

zouden ze nooit redden. De brand

greep veel te snel om zich heen.

Tegen die ex-collega heb ik nog

gezegd dat ze op ons konden

rekenen en dat we alle medewerking

wilden verlenen.”

De ATM-brandweer is naar de plek

des onheils gereden om indien nodig

assistentie te kunnen verlenen. “Je

kan niet zomaar beginnen te spuiten;

dat bepaalt de bevelvoerder.

Bovendien weet je niet wat er ligt

opgeslagen.” Niek en zijn collega’s

Niek Snelders was er snel

bij. Niet alleen met het blus-

sen van de brand, maar ook

door te voorkomen dat het

bluswater het ATM-terrein

opliep. Zijn kinderen vinden

het optreden van hun vader

helemaal geweldig. “Papa

heeft de brand bij Chemie-

Pack geblust”, laten ze

iedereen die het maar horen

wil weten. Niek weet dat zijn

bijdrage beperkt was, maar

hij vindt het wel prettig dat

hij de handen uit de mouwen

heeft kunnen steken. Daar is

hij tenslotte brandweerman

voor.

Met een beetje nadenken zijn problemen vaakeenvoudigop telossen

ATMosfeer | maart

Papa Niek Sneldersheeft de brand geblust

Net als in de film

Meestal is het alleen in films te zien; Niek Snelders en Gert-Jan

Helmons hebben het huzarenstukje zelf uitgehaald. Een auto aan

de praat krijgen door het dashboard te slopen en met losse

draadjes contact maken zodat de motor start. Het was zeker niet

de bedoeling de wagen te ontvreemden. Niek: “Er stond bij de buren

een geladen trailer die er behoorlijk nieuw uitzag. De vlammen waren

nog niet echt in de buurt, maar de kans bestond dat ze toch die kant

op kwamen.” Niek en Gert-Jan, die waarschijnlijk de nodige films

hebben gezien waarin auto’s werden gestolen, vonden het verstandig

de vrachtwagen in veiligheid te brengen. Gert-Jan: “Zo hebben we het

idee dat we tenminste nog iets hebben kunnen redden. Je laat zo’n

wagen niet staan als hij nog te redden is.”

Page 5: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

2905

hebben ervoor gezorgd dat de

brandweer niets te kort kwam. Dit

betekende slangen aansluiten op het

ATM-blussysteem en de branddie-

sels in werking stellen. “De normale

druk van ons systeem staat op

7 bar; met de buswaterpompen

wordt 12 bar bereikt. Dan heb je

heel veel water. Op een gegeven

moment is bij de directe buren onze

brandweerwagen blussend ingezet.

Aan de andere kant is geprobeerd

met het waterkanon de boel nat te

houden. Toen het te heftig werd

zijn we er weggehaald.”

Er was al genoeg materieel aanwezig

om de brand te bestrijden. Er

stonden zelfs twee crashtenders, die

op de luchthavens bij calamiteiten

worden ingezet. “Die stonden toch

maar mooi op ons bluswaternet te

draaien”, zegt Niek niet zonder trots.

Rioolsysteem en slotenDe brand is met zoveel water

bestreden dat het rioolsysteem en

de sloten snel vol liepen. Het

bluswater kwam ook de richting op

van ATM en begon bovendien vlam

te vatten. Niek en Gert-Jan hadden

het direct in de gaten en de tegen-

woordigheid van geest om het

probleem op een simpele maar

afdoende manier op te lossen.

“We hebben onze shovelmachinist

een dammetje laten maken. Het was

genoeg om het water op afstand

te houden en ons parkeerterrein

ervan te vrijwaren.” Met een beetje

nadenken zijn problemen vaak

eenvoudig op te lossen. Brandweer-

mannen weten dat.

We hebben onze

shovelmachinist

met zijn machine een

dammetje laten maken.

Niek Snelders

Page 6: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Jaap is de veiligheidskundige van het bedrijf en tegelijkertijd

hoofd van de eigen bedrijfsbrandweer. Als een van de

weinige bedrijven in dit gedeelte van het industrieterrein

beschikt ATM over een eigen brandweer. Vanuit de

vergunningen is dat geen verplichting: ATM vindt zelf dat

een bedrijfsbrandweer noodzakelijk is om de risico’s tot

een minimum te kunnen beperken. Ondanks de extra

kosten die ermee gemoeid zijn. “Een brand begint altijd op

beperkte schaal maar breidt zich dan met een oplopend

tempo uit. Met een eigen brandweer op het terrein ben je er

veel sneller bij en kan worden voorkomen dat een brandje

een brand wordt. Voor objecten zonder een vast opge-

stelde blusinstallatie is onze responstijd ongeveer drie

minuten. Bij objecten die een sprinklerinstallatie hebben

nog korter. Dat is best snel en daarom waren we ook als

eerste bij onze buren. We hebben ook gewoon goed

materiaal; alles wat een ‘gewone’ brandweer ook nodig zou

hebben.”

Op en rond het terrein ligt een compleet blusleidingnetwerk

Hij is trots op de bedrijfsbrandweer van ATM en de inzet die is aan de dag is gelegd

tijdens de grote brand bij Chemie-Pack. Kordaat, met verstand van zaken, gedreven,

betrokken en enthousiast; zo omschrijft Jaap Cappon ‘zijn’ brandweer. “Onze brand-

weer durft over de eigen grenzen te kijken en niet uitsluitend naar het eigen bedrijf. Ik

vind dat mooi om te zien. Ze houden het hoofd erbij en doen zeker geen gekke dingen.”

Brandweer durft over eigen grenzen te kijken

Een brand begint altijd

op beperkte schaal en breidt

zich met oplopend tempo uit.

Jaap Cappon is trots op de bedrijfsbrandweer

Page 7: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

met op diverse plaatsen hydranten om

de blusslangen op aan te sluiten.

Grote pompen halen water uit het

Hollands Diep en persen het onder

flinke druk door de leidingen. De

brandweerwagen is uitgerust met

een flinke voorraad schuimvormend

blusmiddel. “We kunnen 1.400 kuub

water per uur leveren en een

hectare onder schuim zetten.”

Jaap vindt dat een bedrijfsbrandweer

een niet onbelangrijk voordeel heeft

ten opzichte van de ‘gewone’ over-

heidsbrandweer. Dan bedoelt hij niet

alleen de veel langere responstijd.

Daar worden weliswaar wettelijke

eisen aan gesteld, het duurt altijd

langer om de doodeenvoudige reden

dat een bedrijfsbrandweer op het

terrein zelf is gestationeerd. “De

overheidsbrandweer is bijzonder

capabel; dat trek ik op geen enkele

manier in twijfel. Alleen moeten zíj

zijn voorbereid op allerléi vormen van

calamiteiten en branden en ze werken

voor hun eigen veiligheid volgens de

daarbij behorende procedures. Een

bedrijfsbrandweer is gericht op de

risico’s in het bedrijf zelf en is op de

hoogte van de specifieke omstandig-

heden, hoeveelheid en aard van

stoffen en de getrainde manier om

een specifieke brand op een

specifieke plaats te bestrijden.”

Geen risico’sEén potentieel risico van een

bedrijfsbrandweer wordt door Jaap

onderkend. Hij doelt op overgemo-

tiveerde brandweermannen die

kost wat kost hun bedrijf zouden

proberen te redden. “Zo werkt het

bij ons dus niet. Onze mannen zijn

stuk voor stuk gedreven en

gemotiveerd, maar ze nemen geen

onverantwoorde risico’s. Daar

oefenen we heel specifiek op.” Elke

ploeg traint zo’n zes keer in het jaar

de diverse calamiteiten die zich in

de zes verschillende installaties

zouden kunnen voordoen. Daar-

naast vindt bij Falck Risc op de

Maasvlakte nog een aantal specifieke

trainingen plaats zoals op het gebied

van extreme hitte, oppervlaktebran-

den en tankbranden. “Alles is erop

gericht om, als zich echt wat voor-

doet, dat brandje zo snel mogelijk

onder controle te krijgen en uit

maken.” Telkens blijkt dat blusschuim

een zeer adequaat blusmiddel is,

zeker bij branden met chemicaliën.

Volgens Jaap zorgt schuim voor

zekerheid. “Je spuit er een dikke

deken schuim overheen en je weet

dat het werkt.”

BedrijfsnoodorganisatieDe brandweer is onderdeel van de

bedrijfsnoodorganisatie, zoals de

veiligheidskundige het graag noemt.

Hij heeft alle vertrouwen in de eigen

bedrijfshulpverlening (BHV), de

officiële benaming voor een dergelijke

organisatie. “Wij hebben dat goed

voor elkaar en zijn op alles voorbereid.

Het is een aparte organisatie die loopt

als het nodig is. Bij een ongeval

komen onze EHBO’ers als eerste in

actie. Zij maken een inschatting en

zorgen ervoor dat alles netjes wordt

afgehandeld. Of onze bedrijfsbrand-

weer in actie moet komen, wordt

bepaald door de dienstdoende

bevelvoerder.” Bij de brand van

Chemie-Pack was voor iedereen

duidelijk dat er zo snel mogelijk een

brandweerwagen heen moest. Jaap

vindt dat normaal. “Het zijn je buren

en die moet je gewoon helpen. Als we

rook zien kringelen komen we in actie,

lijnen alles op, maar komen uiteraard

pas echt in actie als dat mag. We

doen wat we kunnen doen, maar we

gaan niet de held uithangen.”

07

We hebben

het goed

voor elkaar en

zijn op alles

voorbereid. Het is een

aparte organisatie

die loopt als

het nodig is.

Jaap Cappon

Page 8: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Er moest een oplossing komen voor de grote hoeveelheden

bluswater die voor de bestrijding van de brand zijn gebruikt.

ATM lag het meest voor de hand. “De volgende dag zijn we

meteen ruimte in onze tanks gaan maken om het bluswater

te kunnen opslaan”, geeft Gert-Jan aan. “Tegelijkertijd

hebben we extra pompen gehuurd om de hele operatie

zo snel mogelijk te kunnen laten verlopen.”

Soorten afvalwaterDe verschillende soorten afvalwater die ATM al van de

diverse opdrachtgevers in opslag had, konden niet zonder

meer bij elkaar worden gevoegd. “Daar hebben we eerst

een plan voor moeten maken.” Het was ook duidelijk dat

de bestaande opslagcapaciteit niet voldoende was om het

bluswater tijdelijk op het terrein op te slaan. “We hebben

Op een normale dag krijgt ATM een kleine honderd tankwagens te verwerken. De

nasleep van de brand heeft in enkele dagen tijd voor 1.300 extra tankbewegingen

op het terrein gezorgd. Door de bijzondere omstandigheden is in samenspraak met

de overheden afgeweken van de bestaande procedures. “Met die hoeveelheden en de

tijdsdruk kon dat niet anders”, zegt supervisor Gert-Jan Helmons. “Het innemen van

het bluswater is uiteraard heel zorgvuldig gebeurd.”

Geen 100 maar 1.300 tankbewegingen

Gert-Jan Helmons:zorgvuldig gebeurd

Page 9: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

09

Wintersportvakanite is erbij ingeschoten

Gert-Jan Helmons zat op het moment van het uitbreken van de brand net met zijn

wachtchefs in vergadering. De laatste die binnenkwam had gezien dat bij de buren de

vlammen uit het dak sloegen. Nadat uit eigen waarneming was vastgesteld dat het vrij

ernstig leek, 112 was gebeld en de eigen brandweer was gealarmeerd, is de vergadering

afgeblazen. “Op zo’n moment is dat niet het belangrijkste”, vindt Gert-Jan. Hij heeft

meteen opdracht gegeven de activiteiten aan het steiger te stoppen, de schepen los

te koppelen en weg te sturen. De productie kon met een minimale bezetting worden

voortgezet. “De installaties kunnen niet me één druk op de knop worden uitgezet. Dat is

ook onverantwoord. Voor zover het kon, zijn de anderen bij de brand gaan helpen.”

Er is geen sprake van paniek geweest. “Op ons terrein was niets aan de hand; we liepen ook

geen gevaar. Zelf had ik geen enkele angst dat het wel eens zou kunnen overslaan.” Gert-Jan

heeft zo veel mogelijk in het werk gesteld om de gevolgen van de brand zo veel mogelijk binnen

de perken te houden. “We zagen al snel dat er geen redden meer aan was.”

Aan gewoon werken is Gert-Jan die eerste dagen niet meer toegekomen. De eerste nacht was hij

pas om een uur of drie thuis. De volgende avond was het rond elf uur. En elke morgen was hij weer

om zeven uur present. Hij voelt zich verantwoordelijk. “In zo’n situatie kun je het niet maken om

bijtijds naar huis te gaan. Ik heb er geen moment aan gedacht. Het gaat vanzelf; je blijft zolang je

denkt dat je nodig bent.” De eerste weken na de brand is Gert-Jan nog erg druk geweest met de

nasleep. De geplande wintersportvakantie is erbij ingeschoten. “Het hoort er allemaal bij. Dan volgend

jaar maar naar de sneeuw; het is niet anders.”

daarvoor extra schepen ingehuurd om al het bluswater te

kunnen opvangen. Tijd voor het opmaken van contracten

was er niet. Daar denk je op zo’n moment ook niet aan;

dat wordt later wel geregeld. Je richt alle aandacht op wat

op dat moment nodig is.”

Vlekkeloos verlopenDe operatie is nagenoeg vlekkeloos verlopen. Op het

moment dat het sein brand meester werd gegeven, is bijna

direct met het opzuigen van het bluswater uit de sloten en

het rioolsysteem begonnen. De eerste tankwagens stonden

binnen de kortste keren voor de poort. Om de snelheid erin

te houden, is de losprocedure aangepast. “Daar beslissen

we natuurlijk niet zelf over. Dat is gebeurd in overleg met

de overheden die daarover gaan. Normaal gesproken gaat

elke tankwagen over de weegbrug om eerst het volle

gewicht en later het lege gewicht te kunnen vaststellen. Dat

zou te veel tijd in beslag nemen. Bij wijze van uitzondering

mochten we in dit bijzonder geval volstaan met de automa-

tische tankmeting. De analyses zijn naderhand uitgevoerd.”

Constante stroom bluswaterGert-Jan heeft vanaf 1984 al heel wat meegemaakt, maar

de brand en de nasleep ervan waren wel heel bijzonder.

Op een gegeven moment waren er meer dan twintig

vacuümwagens ingezet die af en aan reden en voor een

bijna constante stroom aan bluswater zorgden. “We

hebben het in een week nog nooit zo druk gehad.” Mede

door de deskundigheid en de ervaring met afvalstoffen

heeft ATM alles in goede banen kunnen leiden.

De eerste tankwagens stonden binnen de kortste keren voor de poort.

Gert-Jan Helmons

Page 10: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

Sandra was die middag gewoon aan

het werk. Ze zit achter het bureau met

haar rug naar het raam en wist dus niet

wat zich buiten afspeelde. Een collega

die de zwarte rookwolken wel had

opgemerkt, maakte haar erop attent.

Sandra zag de vlammen hoog boven

de loodsen van de buren uitkomen en

wist dat het menens was. “Vervolgens

ging het allemaal heel snel. Danny van

Leeuwen draaide het alarmnummer en

ik heb instinctief de wachtchef gebeld:

er is brand bij de buren, stuur de

brandweer.”

Nadat de opdracht was uitgevoerd om

alle luiken te sluiten en het werk het

werk te laten, is Sandra naar Jac

Roovers gelopen. Hij zat in bespreking

met een andere collega. “Ik heb

gezegd dat ze weg moesten, omdat er

brand was bij de buren. Bij de boek-

houding heb ik ze ook gewaarschuwd.”

Ze zitten in een dode hoek. Normaal

gesproken komt Sandra daar niet

vaak. “Dit keer moest ik er blijkbaar

instinctief wel heen.” Vervolgens zijn ze

met z’n allen naar achteren gelopen en

heeft Sandra met collega’s van IT nog

even naar de brand staan kijken.

Eenmaal buiten stapten veel collega’s

in de auto om naar huis te gaan.

Sandra had daar geen goed gevoel

over. “Het was niet te doen. Er stond

een hele rij auto’s die mondjesmaat

werden doorgelaten. Een collega die al

in die rij had gestaan, kwam later terug.

In de auto was de hitte van de brand

voelbaar en ze was te bang om verder

te gaan. Bij ons voelde ze zich blijkbaar

veiliger. Die keus had ik al eerder

gemaakt: ik voelde me op de zaak

meer op mijn gemak dan buiten

bij de brand.”

Kauwgom uitgedeeldSandra heeft zich met haar collega’s

verschanst in de portiersloge. In

afwachting van de dingen die komen

gingen. Ze heeft zich geen moment

onveilig gevoeld. “Ik had gezien dat er

buiten het nodige aan apparatuur en

brandweer stond. Er waren voldoende

mensen die er verstand van hadden.

Mij kan niets gebeuren, was mijn

gedachte. Het was daarboven zelfs

ATMosfeer | maart

Evacuatie kantoor soepel verlopen

De ontruiming ging eigenlijk als vanzelf. Op het moment

dat duidelijk was dat het pand moest worden geëvacueerd,

deed Sandra de Graaf wat ze moest doen. Natuurlijk ligt er

bij ATM een plan met een procedure klaar voor het geval

zich een calamiteit voordoet, maar Sandra heeft vooral ook

haar natuurlijke intuïtie gevolgd.

Sandra de Graaf: het ging vanzelf

Page 11: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

11

Evacuatie kantoor soepel verlopen

nog op een bepaalde manier gezellig. De situatie riep ook

een saamhoringsheidsgevoel op. Rond etenstijd heb ik

nog wat kauwgum uitgedeeld en gewaarschuwd dat ze

er vooral zuinig op moesten zijn; we wisten niet hoe lang

het nog zou gaan duren.”

Alternatieve routeDat viel uiteindelijk mee. Rond een uur of acht konden

ze naar huis. Niet over de gangbare weg - die was

door de brand volledig afgezet - maar onder

begeleiding van de brandweer via een alternatieve

route over het terrein van de achterburen. Eenmaal

thuis drong pas de ernst van de situatie tot Sandra

door. De tv-beelden en het commentaar maakten

duidelijk wat er werkelijk aan de hand was op een

steenworp afstand van de zaak. “We hadden

wel explosies gehoord en rook en vuur gezien,

maar vanuit onze positie hadden we geen

goed zicht. We zagen alles van de zijkant. Ik

heb trouwens geen moment het idee gehad

dat de brand zou kunnen overslaan. Dat

heeft ongetwijfeld ook te maken met het

vertrouwen dat ik in ons bedrijf heb.”

Geen paniekHet is Sandra opgevallen dat er op geen

enkele manier paniek is uitgebroken op

kantoor en dat iedereen de rust en de

kalmte heeft kunnen bewaren. “Nu ik er

achteraf over nadenk, is er die middag

in een kort tijdsbestek veel gebeurd.

En toch is alles soepel en vrij geruis-

loos verlopen. Iedereen wist wat hij

of zij moest doen.” Calamiteiten-

oefeningen zijn blijkbaar een nuttig

instrument. Ook het kantoorper-

soneel moet op het ergste zijn

voorbereid. Een onaangekon-

digde oefening kan Sandra zich

nog levendig voor de geest

halen. “We zaten gewoon te

werken en ineens stond het

hele kantoor vol rook. Het was

geen pretje, maar je leert er

wel van.”

Sandra de Graaf

Life te horen op tv

Grote calamiteiten krijgen veel aandacht van de

media. Journalisten en cameraploegen duiken er van

alle kanten bovenop en proberen bij alles en iedereen

nieuws los te krijgen. Een redacteur van Eén Vandaag

wist zelfs de portiersloge te bereiken. Sandra nam

toevallig de telefoon op met als gevolg dat ze life op tv

te horen is geweest. “Ik had niet veel te vertellen. Alleen

dat ik zwarte rook en paddestoelen van vuur had gezien.

Blijkbaar heeft heel de wereld gehoord dat ik het was, want

de dagen erop werd ik er door iedereen op aangesproken.

Behalve door mijn man en dochter, want die hadden het net

niet gehoord.”

Page 12: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Als steigeroperator is

Aad betrokken bij zowel

het laden en lossen van

schepen als bij het

reinigen ervan. Per maand

krijgt hij gemiddeld zo’n 150

schepen onder handen. Op

het moment van de brand

lagen er vier schepen aan de

kade. Die konden er gezien

het potentiële gevaar niet blijven

liggen. De wachtchef had zijn

handen vol aan de telefoon en het

regelen van allerlei andere zaken.

Goed aansluiten, vastzettenen nog een keer goed nakijken“Je moet altijd goed opletten; iets zomaar doen kan niet”, weet steigeroperator Aad van

de Bor. “Dat betekent goed aansluiten, vastzetten en nog een keer goed nakijken. Een

keer niet goed opletten, kan grote gevolgen hebben.” Ondanks de bijzondere omstandig-

heden en de misschien wat grotere druk door de brand, heeft Aad zijn hoofd erbij

gehouden en is de evacuatie van de schepen aan het steiger zonder problemen verlopen.

Maar nu was het echt

Aad van de Bor was om twee uur net aan

het werk gegaan. Hij was druk bezig met

zijn dagelijkse werkzaamheden toen er

alarm werd geslagen. Dergelijke situaties

heeft de brandweer meermalen getraind,

maar nu was het echt. “Ik heb mijn werk netjes

overdragen en heb me bij de commandant

gemeld. Die heeft me met de brandweerwagen

richting brand gedirigeerd. Wij moesten het

achterste gebouw veilig stellen. Ik denk dat we

er zo’n twee uur hebben gestaan. Ondertussen

hadden we de slangen uitgerold. Op een gegeven

moment moesten we daar weg. Collega’s hebben

het vervolgens overgenomen en ik ben teruggegaan

naar de steiger om de schepen te evacueren.”

Aad van de Borhoudt hoofd erbij

Page 13: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

13

Goed aansluiten, vastzettenen nog een keer goed nakijken

Aangezien er twee vrij nieuwe collega’s in de ploeg zaten,

kwam het merendeel van de ontruiming van de steiger neer

op de schouders van de ervaren, oude rot.

Aad heeft de bemanning op de hoogte gebracht en aange-

geven dat ze zo snel mogelijk weg moesten wezen met het

schip. Het betekende dat de ladende en lossende schepen

eerst ontkoppeld moesten worden. Terwijl op de achter-

grond de vlammen uit de loodsen sloegen, is er volgens de

vastgestelde procedures gewerkt. “Ik ben vrij nuchter”, zegt

Aad. “Natuurlijk vergeet je zoiets niet snel, want het was best

heftig. Ik lig er in elk geval niet wakker van.” Aad is bij de

evacuatie rustig gebleven wat ongetwijfeld ook een positief

effect heeft gehad op de bemanning van de schepen. Dus

eerst de slangen met stikstof richting opslagtanks leegblazen

en dan pas ontkoppelen. De schepen hebben vervolgens

stuk voor stuk en onder het toeziend oog van de inmiddels

gearriveerde waterpolitie een veilig heenkomen kunnen

vinden.

ZekerheidVervolgens heeft Aad een ronde over het terrein gemaakt

om ervan verzekerd te zijn dat er niemand nog ergens liep te

dwalen. Datzelfde heeft hij ook nog geruime tijd gedaan met

behulp van de camera’s in de controlekamer. “Eigenlijk ben

ik de rest van de dag constant aan het monitoren geweest.

De camera’s geven een aardig beeld van wat er op het

terrein gebeurt. De vonken zag je hier en daar naar beneden

komen. Later op de avond is de wind gedraaid en kwam

gelukkig wat verder van ons terrein af te staan. Je weet dat

hier alles goed beveiligd is, maar een extra oogje in het zeil,

in zo’n situatie, kan zeker geen kwaad.”

Je weet dat hier alles goed

beveiligd is, maar een extra oogje in

het zeil in zo’n situatie kan

zeker geen kwaad.

Aad van de Bor

Page 14: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Door zijn jarenlange ervaring weet Adri

hoe hij in dit soort onvoorziene

situaties te werk moet gaan. Als

wachtchef draagt hij een grote

verantwoordelijkheid. “We zaten te

vergaderen totdat een collega vertelde

dat er bij de buren wat aan de hand

was. Ik ben naar de controlekamer

gegaan, ik zag de rook en dacht bij

mezelf: dit komt niet goed.” Adri wist

wat hem te doen stond. De schepen

die aan de kant lagen, moesten zo

snel mogelijk weg. “De benzinesche-

pen waren weliswaar leeg, maar ze

waren nog niet volledig ontgast. Op

zo’n moment is het belangrijk dat je

door de productiedirecteur goed op

de hoogte wordt gehouden.” De

coördinatie kwam echter op de

schouders van Adri terecht. Hij heeft

het aantal telefoontjes niet precies

geteld, maar het moeten er meer dan

tweehonderd geweest zijn. “Je kan

niet op elke oproep ingaan en alles

beantwoorden; dat moet je filteren.

Op zo’n moment vindt iedereen zich

belangrijk. Tot een uur of zes, zeven

is het behoorlijk hectisch geweest.”

Het is net de HemaAdri werkt al meer dan twintig jaar

bij ATM, waarvan zeventien jaar als

wachtchef. Hij ziet het als zijn taak

sturing te geven aan zijn ploeg en

erop toe te zien dat met de opdracht-

gevers op de juiste wijze wordt

Als geen ander weet Adri Troost dat een fabrieksinstallatie niet zomaar stil kan worden

gezet. “Er zit geen aan en uit knop aan; het moet gecontroleerd gebeuren en dat heeft

z’n tijd nodig.” Toch heeft hij dat verzoek als dienstdoende wachtchef tijdens de eerste

uren van de brand gekregen. “Die mensen hebben er niet echt verstand van.” Samen

met Rinus van het Westeinde, Danny van Leeuwen en Jacques de Jong heeft hij uitge-

legd dat alles meteen stilleggen nog meer en grotere problemen zou opleveren.

Adri Troost: we zijn met z’n allen goed bezig

Er zit geen

aan- en uitknop op;

het moet gecontroleerd

gebeuren

Page 15: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

15

omgegaan. “Het is hier net de Hema;

het zijn allemaal klanten. Zo’n schip

kost toch zo’n zes of zeven miljoen

euro en daar moet je voorzichtig mee

omgaan. Een schipper wil zo snel

mogelijk geholpen worden en daar

probeer je dan in tegemoet te komen.

Hij moet tenslotte ook een boterham

zien te verdienen. Het leuke is dat

onze manier van werken ook nog door

die klanten wordt gewaardeerd.”

Vernieuwing en verbeteringDe laatste jaren is er veel geïnvesteerd

in vernieuwingen en verbeteringen van

de installaties en zijn er meer en

betere controlesystemen ingevoerd,

heeft Adri geconstateerd. Hij is

absoluut overtuigd van de noodzaak.

“Het is nodig om ons in deze markt te

kunnen handhaven. We moeten laten

zien dat we het afval op een goede en

verantwoorde manier verwerken.

Gelukkig kunnen we als personeel

ook meepraten over hoe het nog

beter en efficiënter zou kunnen. Het

betekent dat er meer werk op onze

schouders terecht komt, maar aan

de andere kant zorgt de steeds verder

gaande automatisering weer voor een

verlichting.”

Elk moertje en boutjeOver het management is Adri bijzon-

der goed te spreken. Tot voor een jaar

geleden was hij verantwoordelijk voor

het onderhoud van het blussysteem

op het terrein. “Ik weet bij wijze van

spreken elk moertje en boutje te

zitten. Als er wat gerepareerd of

vernieuwd moet worden, is dat nooit

een probleem. Er wordt niet op

veiligheid bezuinigd. Is er iets echt

nodig, dan wordt het aangeschaft.

Het nut van een goed onderhouden

en goed functionerend blussysteem

heeft zich al meermalen bewezen.

Dat hebben we met de brand bij

Chemie-Pack weer kunnen zien. Het

management zit er achterheen om

zoveel mogelijk verder te verbeteren.

Er wordt naar ons geluisterd. Ik vind

dat we met z’n allen gewoon goed

bezig zijn en dat werkt stimulerend en

motiverend.”

Er zit geen

aan- en uitknop op;

het moet gecontroleerd

gebeuren

Adri Troost

Er wordt niet op veiligheid bezuinigd.

Het nut van een goed onderhouden en

goed functionerend blussysteem heeft zich

al meermalen bewezen.

Page 16: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

“We zijn flexibel, we kunnen snel schakelen

en we kunnen soepel inspelen op de markt

en veranderende situaties. Dat is wat ons

groot heeft gemaakt en daardoor hebben

we kunnen overleven in de afvalmarkt.

Het heeft alles te maken met de cultuur

en de mensen die hier werken. We hebben

gedreven mensen, die weten wat ze

moeten doen en zich snel kunnen aanpas-

sen. Er hoeft zich bij de buren maar een

rookpluimpje voor te doen of iedereen

springt op. Niet om uit nieuws gierigheid

te gaan kijken, maar om te helpen en

de handen uit de mouwen

te steken.”

Flexibel, snel schakelenen soepelinspelen op situaties

Danny van Leeuwen vindt het typerend voor ATM. Hij is dan

ook trots op het bedrijf en prijst zich gelukkig dat hij er mag

werken. Dat doet hij al 23 jaar en nog elke dag met evenveel

plezier. “Ik zie het een beetje als mijn eigen bedrijf, mijn kindje.

Toen ik hier begon is de grondslag gelegd voor wat er nu

staat.” Danny heeft zijn bijdrage aan de ontwikkeling mogen

leveren. Op diverse plekken in het bedrijf heeft hij zich

verdienstelijk gemaakt, zowel operationeel als op kantoor.

Sinds oktober mag hij zich commercieel directeur noemen.

“Eigenlijk zou je als directeur niet met slangen moeten

sjouwen, maar ik doe het toch. Wij ATM’ers zijn doeners die

graag willen helpen. Als er handen nodig zijn om vaten te

kiepen, dan haal ik mijn pakkie uit de kast en ga aan de slag.

Als ik ervoor kan zorgen dat een auto sneller kan worden

gelost om zo een klant te kunnen helpen, dan denk ik daar

geen moment over na en ga aan de slag.”

Klein brandjeHet is niet verwonderlijk dat Danny vooraan stond bij de

brand. Hij was als een van de eerste ter plekke. Op dat

moment was het nog een klein brandje, maar het was al wel

duidelijk dat het vuur moeilijk meer te stoppen was. Vervol-

gens is er vanuit ATM met behulp van de eigen brandweer

alles aan gedaan om de schade zo beperkt mogelijk te

houden. “Ik heb geen moment het idee gehad dat we als

bedrijf door de brand in de problemen zouden komen.

We hebben het hier gewoon goed voor elkaar.”

Een concurrent had andere prioriteiten gesteld; die liep

visitekaartjes rond te delen om zijn diensten aan te bieden.

Danny heeft daar geen moment aan gedacht.

“Het verlenen van hulp vond ik het belangrijkst. En als ik

weer voor zo’n situatie kom te staan, doe ik precies hetzelfde.

Achteraf bedenk je dat we het misschien vooraf beter hadden

moeten regelen. Zodat we bij het waterschap, de gemeente

en het havenschap bekend waren als hulpverlener. Ik weet

nu dat we gewoon in het calamiteitenplan van de diverse

instanties moeten staan.”

Prominente rolDankzij de goede contacten van Danny in de afvalwereld,

heeft ATM toch vrij snel een prominente rol kunnen spelen.

“Dezelfde avond nog hebben we met elkaar zitten bomen om

het probleem op te lossen. Die eerste 9.000 kuub hebben we

dan ook goed kunnen opvangen. De volgende dag hebben

we meer ons stempel erop kunnen drukken en hebben we

ons zusterbedrijf Reym kunnen inzetten. En niet onbelangrijk,

er is afgesproken dat al het afvalwater bij ons zou worden

opgeslagen.” Inclusief Wilchem, AVR Van Gansewinkel en

Mourik zijn veertien bedrijven ermee bezig geweest en die

Er hoeft zich bij de buren

maar een rookpluimpje

voor te doen of

iedereen springt op.

Page 17: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

hebben vanaf de diverse locaties het afvalwater afgeleverd. In

die eerste dagen is alles in het werk gesteld om de opslag van

het bluswater op een correcte manier tot een goed eind te

brengen. In totaal heeft het zo’n tien dagen een duidelijk

beslag gelegd op de bedrijfsvoering. “Het waren hele lange

dagen en daar moeten de weekenden dan nog eens bij

worden opgeteld.”

Commerciële jongensVoor het aan de gang houden van het gewone werk, heeft

iedereen een tandje extra bijgeschakeld, zoals Danny het

uitdrukt. Samen met zijn commerciële jongens heeft hij zich

over de klant ontfermd. Die wilden ook weten wat er precies

aan de hand was. Op de dag van de brand telde Danny 63

gemiste oproepen. “Als ik met een brandslang in mijn hand

sta, ga ik geen telefoontjes beantwoorden. Dat hebben de

jongens naderhand allemaal gedaan. Zelf heb ik me beperkt

tot het aansturen en helpen waar nodig.”

ATM was op dat moment geen partij in het geheel, geeft

Danny ter verduidelijking aan. “Wij hebben in opdracht van

onze klanten het bluswater en de vervuilde grond in opslag

genomen. Over de financiële afwikkeling maakt hij zich geen

zorgen. In de eerste dagen heeft hij daar helemaal niet bij stil

gestaan. “Er was een probleem en wij hebben gezegd, kom

maar op met dat bluswater. Ik ga er vanuit dat onze kosten

worden vergoed en dat alles gewoon wordt betaald. Zoals

ook wij aan onze financiële verplichting voldoen richting de

schepen die wij hebben ingehuurd. We hebben een goede

relatie met onze partners en hebben er alle vertrouwen in.”

Netjes en milieuverantwoord

Het terrein van Chemie-Pack is lang nog niet schoon. Er

liggen nog de nodige verbrande en half verbrande resten

en zelfs stoffen die de brand hebben overleefd. “We zijn

goed in het verwerken van afval”, geeft de commercieel

directeur nog maar eens aan. “Wij staan voor een

opgeruimde wereld en dat doen we al vele jaren. Elk jaar

wordt hier zo’n 1,6 miljoen ton chemisch afval verwerkt,

waarbij het onze insteek is om dat afval te verwerken tot

bruikbare producten. Met behulp van onze geavanceer-

de technieken en ver doorgevoerde controles zijn wij op

deze manier in staat om het milieu te beschermen en

vervullen we zo een belangrijke maatschappelijke functie.

Mensen willen van alles hebben, totdat het afval is

geworden. Dan komt ATM in beeld en wij zorgen ervoor

dat het netjes en milieuverantwoord wordt verwerkt.”

Danny Leeuwen

17

Danny van Leeuwen:gedreven mensen bij ATM

Page 18: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Voor Cees-Jan Louwe was het geen onbekend terrein. Als chauffeur van Reym komt

hij meermalen per dag een vrachtje lossen bij ATM. Toch was het deze keer bijzonder,

want hij is ingezet bij het wegzuigen van het bluswater op het terrein van Chemie-Pack.

Hoewel Cees-Jan voor een dergelijke opdracht zijn hand niet omdraait, is hij met nog

meer voorzichtigheid te werk gegaan. “Je hoort allerlei verhalen, maar achteraf is het

gelukkig allemaal erg meegevallen.”

Met nog meer voorzichtigheid

Cees-Jan Louwe

Page 19: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

De dag na de brand was Cees-Jan in

de buurt van Moerdijk aan het werk

toen hij van de zaak een telefoontje

kreeg om richting Chemie-Pack te

rijden. “Onze Rotterdamse vestiging

had op dat moment geen auto meer

beschikbaar. Ik was met een collega

aan een klus bezig en we waren wat

eerder klaar dan verwacht. Dan doe

je dat natuurlijk als de baas het vraagt.

Ook als je dan een nachtje in een

hotel moet blijven.”

MediaCees-Jan wist wat er een dag eerder

was gebeurd. In de kranten en op

televisie werd tenslotte grootscheeps

verslag gedaan van de brand. De

berichten over allerlei gevaarlijke

stoffen en de onduidelijkheid over

de effecten ervan, hebben hem niet

kunnen afschrikken. “Om eerlijk te

zijn heb ik er niet echt bij stilgestaan.

Ik kom bijna dagelijks bij chemische

bedrijven en ik weet hoe ermee moet

worden omgegaan. Alle noodzakelijke

beschermingsmiddelen liggen

standaard in de auto. Voor de

zekerheid heb ik alleen nog op de

zaak geïnformeerd naar maskers en

filters. Als je het goed doet,raak je

tijdens je werkzaamheden dat spul

helemaal niet aan. Je draagt hand-

schoenen en je hebt een overall aan.

Op een gegeven moment heb ik wel

zo’n maskertje met een snuitje

opgezet; voor de zekerheid. De kleur

van het water in dat slootje stond me

niet echt aan. Normaal gesproken

weet je waarmee je aan de slag gaat.

Daar stem je de beschermingsmidde-

len en veiligheidsmaatregelen op af.

In dit geval was niet bekend welke

stoffen zich in het water bevonden.”

AanpotenHet was flink aanpoten. Cees-Jan

stapt niet opzij voor hard werken; hij is

het een en ander gewend. “Het was

slang aansluiten en slurpen maar.

Binnen een half uur was de wagen vol,

kon je het monsterflesje vullen en bij

ATM gaan lossen. En dan snel weer

terug. De slang bleef gemakshalve bij

de put liggen. Ik heb geen enkel idee

hoeveel keer ik heen en weer ben

gereden. Op een gegeven moment

ben ik de tel kwijtgeraakt. Het is

natuurlijk wel door anderen bijgehou-

den.

De dag na de brand is Cees-Jan van

een uur of één tot half tien ’s avonds in

de weer geweest. Na een vrij korte

nachtrust in het hotel aan de overkant

van de snelweg was hij om zes uur ’s

morgens weer present. Aan het eind

van de middag werd hij door collega’s

afgelost die in het weekend hebben

doorgewerkt. Cees-Jan is alleen op

maandag nog terug geweest naar

Moerdijk. “Voor een andere klant heb

ik een vracht geladen en afgevoerd

naar ATM. Vervolgens heb ik daar nog

wat vrachtjes gereden en daarna kon

ik weer richting huis.”

In de media werd het veel erger afgeschilderd

Het was voor Cees-Jan een heel aparte ervaring. “Heel Nederland heeft het erover en jij bent er geweest. Ik heb die dagen

nog wat meer naar de televisie gekeken om te zien of ik misschien in beeld kwam. Helaas, was dat niet het geval. Ik heb nog

wel een collega zien lopen.” Op de zaak kreeg hij meteen van andere collega’s allerlei vragen op zich afgevuurd. Of het nu

echt allemaal zo gevaarlijk was. “Dan vertel je dat de slootjes oranje gekleurd waren en daar wordt dan wat ongeloofwaardig

op gereageerd. Ik vond het in elk geval allemaal wel meevallen. In de media werd het veel erger afgeschilderd.”

Op een gegeven moment

heb ik wel zo’n maskertje

met een snuitje opgezet;

voor de zekerheid.

19

Page 20: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

In het rampenbestrijdingsplan is een duidelijke rol wegge-

legd voor het Havenschap Moerdijk. Niet bij het bestrijden

van de calamiteit zelf; daar zijn de verschillende hulpver-

leningsorganisaties en de overheden voor. “De belangen

van de bedrijven zijn ons belang”, zegt plaatsvervangend

directeur Jacco Rentrop. “Even voor half drie kwam bij ons

het alarm van de brand binnen en om vijf voor drie hadden we

alle bedrijven geïnformeerd.” De rol van het havenschap heeft

vooral te maken met communiceren; wat is er aan de hand, wat

zijn de effecten en wat zijn de gevolgen. “De volgende dag zaten

we al met de ondernemers rond de tafel tijdens een door ons ge-

organiseerde bijeenkomst”, geeft accountmanager Miriam Melisse

aan. De eerste dagen na de brand is het havenschap 24 uur per

dag bereikbaar geweest.

Bedrijfsbelangenzijn ons belang

HavenschapMoerdijk

Het Havenschap Moerdijk

is verantwoordelijk voor de

exploitatie en het beheer van

het industriepark en de

zeehaven. Het havenschap

is een gemeenschappelijke

regeling van gemeente en

provincie. Met de inrichting

van het 2.400 hectare grote

terrein is veertig jaar

geleden een begin

gemaakt. Inmiddels zijn

er zo’n 400 bedrijven

gevestigd die directe

werkgelegenheid bieden

aan 11.000 mensen. De

indirecte werkgelegen-

heid is nagenoeg even

groot. Moerdijk is

bereikbaar over de

weg, het spoor en

het water. Het is de

vierde zeehaven van

Nederland. Van de

totale oppervlakte

kan nog 200 tot

220 hectare

worden uitgege-

ven. Het plan is

om Moerdijk in

de naaste

toekomst met

een logistiek

park uit te

breiden.

Page 21: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

“In principe hebben we niets bij zo’n brand te zoeken”, geeft

Rentrop aan. Hij is binnen het havenschap tevens de verant-

woordelijke manager voor milieu en veiligheid. Het bluswater

dat in het riool van het havenschap terecht komt en de

bluswerkzaamheden die wegen blokkeren, waarvoor

afzettingen en omleidingroutes voor geregeld moeten worden,

zijn echter wel de verantwoordelijkheid van het havenschap.

Evenals meer basale zaken. ‘s Avonds bleken er nog zo’n

zeventig mensen in kantoren te zitten. Die moesten eten en

uiteindelijk worden ontzet. “Dat faciliteren we ook.”

Het havenschap heeft alle bedrijven in beeld, met naam en

toenaam. Rentrop vindt het bij dergelijke calamiteiten belang-

rijk om persoonlijk met de verantwoordelijken binnen de

bedrijven te kunnen communiceren. Alle contactpersonen

zijn met telefoonnummer en e-mailadres bij het havenschap

bekend. “De bedrijven in de gele zone hebben we telefonisch

benaderd. Alle andere bedrijven hebben een e-mail van ons

ontvangen. Een soort amber alert, maar dan voor bedrijven.

Bij een ramp versturen we een mail met een rode balk; gaat

het meer om informatie die wij kwijt willen, dan is de balk

blauw. De bedrijven weten wat die kleuren betekenen.”

Het havenschap constateerde dat er daags na de brand veel

vragen leefden bij de bedrijven. Miriam Melisse heeft daar alert

op gereageerd door meteen een informatiebijeenkomst te

organiseren. “Het signaal dat ermee wordt afgegeven is op

zich al belangrijk. We zeggen dat we begrijpen wat er speelt

en dat er behoefte is aan informatie. Hoewel de uitgenodigde

brandweercommandant een goed en open verhaal vertelde,

konden niet alle vragen worden beantwoord. Dat was niet zo

heel erg; men begreep dat in dit stadium nog niet alle

informatie beschikbaar kon zijn.”

Beperkingen door noodverordeningDe noodverordening die kort na het uitbreken van de brand

werd ingesteld, legde de overige bedrijven rond de Vlasweg

de nodige beperkingen op. Het havenschap heeft het initiatief

genomen om de coördinatie van de ontheffingen op zich te

nemen. “Wij kennen de bedrijven persoonlijk; je hebt er een

beeld bij en je weet waar het om gaat. Die bedrijven moeten

de volgende dag weer aan de slag en dat moet geregeld

worden. Dan kan het gebeuren dat je om half twee ’s nachts

het bedrijf aan de telefoon hebt en dat om vier ’s morgens de

ontheffing er ligt, zodat die vrachtwagen er terecht kan.”

Het havenschap is in allerlei overlegstructuren vertegenwoor-

digd. Bij calamiteiten opent dat soms deuren die voor

individuele bedrijven gesloten blijven. Rentrop wijst op de

relatie met Rijkswaterstaat. “Als havenschap krijgen we vaak

eerder en beter antwoord. We zetten zeker geen druk, maar

we vragen aandacht voor problemen en wijzen op mogelijke

oplossingsrichtingen. Zo hebben we Rijkswaterstaat duidelijk

proberen te maken dat er bedrijven voor hun activiteiten

afhankelijk zijn van de haven.”

Voor een gedeelte is het havenschap probleemeigenaar van

het bluswater. Het gaat met name om het deel dat in het eigen

riool van het industrieterrein terecht is gekomen. “Tijdens de

brand hebben we het riool dicht moeten zetten. Vervolgens

moest het bluswater eruit en vanaf dag twee hebben we

geprobeerd het riool weer zo snel mogelijk open te krijgen.

Er zijn tenslotte heel wat bedrijven op aangesloten en je wil als

verantwoordelijke organisatie de schade zo beperkt mogelijk

houden. Gelukkig hebben we dat vrij snel voor elkaar

gekregen.”

Open opstelling en hulpvaardigheidDe open opstelling en de hulpvaardigheid van het havenschap

heeft in Moerdijk veel waardering geoogst. “We doen het

natuurlijk niet alleen”, wil Rentrop er nadrukkelijk aan toevoe-

gen. Vooral de eerste dagen kreeg hij een nagenoeg continue

stroom van vragen te verwerken. “Het was voor mij duidelijk

dat ik hier op mijn post moest blijven. Je bent coördinator en

woordvoerder voor de pers. Je moet je heel goed bedenken

wat je in zo’n situatie naar buiten brengt. De boodschap moet

in elk geval duidelijk en transparant zijn. Waar wij als haven-

schap niet over gaan, daar zeggen we ook niets over.”

Opmerkingen als zouden chemische bedrijven niet thuis

horen op een industrieterrein als dat van Moerdijk, vindt

Rentrop niet terecht. Ze maken onlosmakelijk onderdeel uit

van de moderne maatschappij. “LCD-schermen worden

geproduceerd met chemische stoffen”, geeft Miriam Melisse

als voorbeeld. “Kunststoffen worden gemaakt omdat wij als

maatschappij ernaar vragen.” Rentrop vindt dat chemische

bedrijven ook een plek geboden moet worden. “Afvalstoffen

die bij chemische processen achterblijven, moeten ook

worden verwerkt. Dat kan heel goed hier.”

Nog niet klaar met de brandHet havenschap is voorlopig nog niet klaar met de brand.

Een stuurgroep gaat zich nu bezighouden met een zorgvul-

dige afronding van de rampverschijnselen, zoals de bodemsa-

nering, de financiële afwikkeling, diverse onderzoeken en de

evaluatie. “We zijn er nog wel even mee bezig en uiteindelijk

moeten we natuurlijk lering trekken uit wat er is gebeurd.”

21

Tijdens de brand hebben we het

riool dicht moeten zetten.

Havenschap Moerdijk

Page 22: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Het voorstel werd meteen geaccep-

teerd door de overheden. Vervolgens is

direct begonnen om het bluswater op

te vangen en af te voeren naar ATM.

Die operatie heeft enkele dagen in

beslag genomen en is voltooid. Het

bluswater zit momenteel opgeslagen in

opslagtanks op het terrein en in

schepen die in de haven liggen. In een

later stadium is ook aangeboden om

het afvalwater te verwerken. Daarover

is nog geen definitieve beslissing

genomen.

Nog voor de brand helemaal onder

controle was en het terrein kon worden

betreden, waren de eerste vacuümwa-

gens al geregeld om het bluswater af te

voeren. Gelijktijdig is er ruimte gemaakt

in de opslagtanks om het bluswater uit

onder andere sloten en riolen op te

kunnen slaan.

Indicatieve monsters“Die nacht zijn er na de eerste 700

kuub die we hebben opgezogen,

indicatieve monsters van het bluswater

genomen. Dit om een eerste indruk te

krijgen van de samenstelling van het

aangevoerde bluswater. In het vervolg

van de operatie zijn individuele

opslagtanks en schepen representatief

bemonsterd en zijn monsters opge-

stuurd voor analyse. Natuurlijk zijn we

wel heel zorgvuldig met het bluswater

omgegaan. Naast ons eigen standaard

analysepakket, hebben we de mon-

sters tevens laten onderzoeken op de

zogenaamde zwartelijststoffen. Dat zijn

onder andere bestrijdingsmiddelen,

Bluswater kan hiergoed worden verwerktTerwijl de bluswerkzaamheden nog in volle gang waren, heeft ATM contact opgenomen

met de verantwoordelijke overheden en aangeboden om het bluswater op te slaan. Dit

om te voorkomen dat het bluswater zijn eigen weg zou zoeken en in het milieu terecht

zou komen, zoals in het oppervlaktewater en de bodem. “Wij zagen het probleem al

aankomen”, zegt milieucoördinator Oskar van de Berg, “en hebben daarom onze hulp

aangeboden.”

Page 23: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

23

dioxines, gebromeerde difenylethers en

organotin. Gelet op de beschikbare

informatie ten tijde van de brand

konden we niets uitsluiten. Dergelijke

analyses worden overigens uitgevoerd

door gespecialiseerde laboratoria en

vergen relatief veel tijd. Met spoed

duurt het altijd nog vijf dagen.”

Achteraf is gebleken dat er in dit geval

niet onterecht is gekeken naar de

zwartelijststoffen. De ‘reguliere’

verontreinigingen lieten weinig specta-

culaire onderzoeksresultaten zien.

“Enkele van de zwartelijststoffen zaten

echter boven de aantoonbaarheids-

grens. Deze stoffen zijn in verschillende

samenstellingen in alle opslagunits

aangetroffen. We hebben het over

microgrammen en nanogrammen; een

enkele stof ligt zelfs op het niveau van

picogrammen.” Oskar wijst ter

vergelijking op de hoeveelheid

clenbuterol dat in het bloed van de

Tour de France winnaar Contador is

aangetroffen.

Eetbare olijfolieOf de aangetroffen gehalten echt

gevaarlijk zijn, is een vraag die moeilijk

te beantwoorden is. Ter illustratie het

volgende. In olijfolie die voor consump-

tie mag worden gebruikt, mogen op

grond van Europese regelgeving ook

dioxinen zitten. Het in het bluswater

aangetroffen gehalte dioxinen zit

minmaal een factor 40 keer onder

de norm voor eetbare oliën. Geconclu-

deerd kan worden dat het extreem

lage gehalten gaat in het bluswater.

ATM heeft een oplossing voor verwer-

king aangedragen.

“We denken dat we de overheid de

helpende hand kunnen bieden. Gelet

op de hoeveelheid water ligt het ook

niet voor de hand om het bluswater

te gaan transporteren. We hebben

het hier over zo’n 36.000 ton. Dat is

een bak water van 100 bij 100 meter

met een diepte van 3,6 meter.

Als het bluswater hier wordt verwerkt,

gebeurt dat in installaties die, op

basis van Europese regelgeving,

zijn aangewezen als best beschikbare

techniek. Oskar vindt de eigen stallatie

dan ook uitermate geschikt voor de

verwerking van het bluswater. “Het

beleid op het gebied van zwartelijst-

stoffen is gericht op het voorkomen

dat die stoffen na verwerking in het

milieu komen. Wij kunnen daar met

onze manier van werken en met onze

installatie voor zorgen.” Of het bluswa-

ter bij ATM wordt verwerkt is een vraag

die door de overheden moet worden

beantwoord. Tot die tijd blijven tanks

en schepen verzegeld.

Oskar van de Berg

Page 24: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

De revisievergunning is twee jaar

geleden verleend. Er is daarvoor twee

jaar met de diverse overheden rond de

tafel gezeten. Met als resultaat een pak

papier met een gewicht van 23 kilo.

Natuurlijk is de verantwoordelijke man

op het gebied van kwaliteit, veiligheid

(ARBO) en milieu een tevreden man dat

de milieuvergunning weer rond is. Maar

het eindresultaat had in zijn ogen beter

werkbaar moeten zijn. Hij doelt op alle

doorverwijzingen die in de vergunning

staan en het in één zin verbinden van de

gehele aanvraag (de bewuste 23 kilo)

aan de vergunning. “In feite wordt zo

een beschreven momentopname

bevroren. Elke kleine wijziging op het

terrein, in of aan installaties dient

hierdoor formeel te worden gemeld of te

worden aangevraagd bij het bevoegd

gezag. Die procedures kosten veel tijd,

waardoor direct inspelen op marktsitua-

ties vaak onmogelijk is.” Jacques vindt

dat de vergunning scherpe eisen aan de

output-kant moet stellen. Dus aan

emissie-eisen naar bodem, water en

lucht, geluid, energie en afzet (rest)

producten. “Dat er bij een afvalverwer-

kend bedrijf in de vergunning ook

aandacht is voor de inkomende kant

van de afvalstoffen en de verwerking

hiervan is begrijpelijk. Maar laat de

verdere bedrijfsvoering aan ons over.”

Doorn in het oogHet is Jacques een doorn in het oog.

“Onze vergunning is net lasagna en

daardoor op een aantal punten

behoorlijk ondoorzichtig. Soms wordt

drie tot vier lagen diep doorverwezen

naar andere wettelijke regelingen,

richtlijnen, beleidsregels, nationale en

internationale normen. Voor de toezicht-

houders is dat ook lastig. Ik ben voor

duidelijke afspraken en helderheid en

De Regionale Milieudienst (RMD), Inspectie Verkeer en Waterstaat, VROM-inspectie,

Rijkswaterstaat, waterschap Brabantse Delta, Arbeidsinspectie, Nederlandse Emissie

Autoriteit en de gemeente Moerdijk. Ze komen allemaal met enige regelmaat bij ATM over

de vloer. Jacques de Jong vindt het wat veel van het goede; het zorgt voor erg veel werk

en rompslomp. “Ik sta er dubbel in”, moet de KAM manager bekennen. “Het zijn wel mo-

menten waarop wij kunnen bewijzen dat we het goed doen, waardoor we het vertrouwen

in ATM verder kunnen laten groeien. Dan zeg ik: hoe meer inspecties hoe beter.”

Jacques de Jongstaat er dubbel in

Inspecties vergroten

vertrouwen in ATM

Page 25: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

25

niet voor vage kretologie en regels die

met een vergrootglas gezocht moeten

worden en die soms ook nog voor meer

uitleg vatbaar zijn. Dat is beter voor

iedereen. Wij willen graag voldoen aan

de wet- en regelgeving, maar schrijf ze

alsjeblieft uit in duidelijke voorschriften.”

Jacques had de lasagnastructuur van

de vergunning zelfs graag bij de Raad

van State willen aanvechten. “Uiteinde-

lijk was de nieuwe vergunning ons toch

te veel waard om deze in een bestuurs-

rechtelijk proces op het spel te zetten.”

ATM is nu genoodzaakt zelf een soort

subvergunning te maken van alle

doorverwijzingen via het eigen compli-

ance-systeem (Core). Eigenlijk zou dat

volgens Jacques niet nodig moeten zijn.

“Als de overheid bepaalde zaken

belangrijk genoeg vindt om in een

vergunning op te nemen, moeten zij ook

de minimale moeite nemen om deze

voorschriften in een vergunning uit te

schrijven. Dan ontstaat er een heldere

vergunning die het enerzijds duidelijk

maakt waaraan moet worden voldaan

en die anderzijds gemakkelijker te

controleren is voor de toezichthoudende

instanties. Een win-win-situatie lijkt me.”

Zeven keer RMDDe RMD alleen al komt minimaal zeven

keer per jaar op bezoek. Naast deze

standaard inspecties wordt door de

milieudienst ook op klachten gerea-

geerd. “Vaak komt de RMD bij het

onderzoeken van geurklachten bij ons

uit; in de meeste gevallen onterecht

blijkt dan achteraf. Wij kijken niet op een

dubbeltje als het gaat om het voorko-

men van geurklachten. Recent hebben

we diverse grote investeringen op dit

gebied gedaan. En we controleren ons

zelf op dit punt. Jaarlijks geven we

alleen aan geuronderzoek al zo’n

50.000 euro uit. Dat zijn we nu volgens

de laatste vergunning ook verplicht,

maar daarvoor deden we het al op

eigen initiatief. Hoewel binnen de

vergunning een bepaalde geurcontour

is toegestaan, willen wij een goede

buurman zijn en zeker geen klachten

veroorzaken. Klagers kunnen altijd

direct met ons contact opnemen. Dan

kunnen we meteen onderzoeken of wij

de veroorzaker van de klacht zijn, en zo

ja het probleem oplossen.”

Nimby-syndroomVoor Moerdijk lijkt ATM synoniem voor

het industrieterrein. Op zich niet

onlogisch. In Klundert wordt geklaagd

over Shell en in Moerdijk is steevast

ATM de veroorzaker van elk luchtje.

Het heeft alles te maken met het

nimby-syndroom (not in my backyard).

Jacques begrijpt dat: “Niemand wil in

zijn achtertuin een verwerkingsfabriek

van gevaarlijk afval. Maar er moet toch

een bedrijf zijn die de rommel opruimt

die we als maatschappij met elkaar

maken. Het ergens in de grond stoppen

of naar een ver land sturen is ook geen

oplossing. Wij kunnen die verontreinigin-

gen eruit halen, zodat veel materiaal

weer kan worden hergebruikt. Boven-

dien heeft diezelfde maatschappij ons

vergunning verleent om dit werk te

doen. Zie ons maar als de mieren van

deze moderne maatschappij.”

BestaansrechtJacques realiseert zich dat alle regel-

geving op het gebied van milieu het

bestaansrecht vormt voor ATM. Als de

verwerking van afval niet aan zoveel

strenge regels was gebonden, kon

iedereen zich op de markt storten en

waren de geavanceerde installaties en

reinigingstechnieken niet nodig.

“Wij weten heel goed waar we mee

bezig zijn; wij hebben er verstand van.

Onze installaties vormen zeker niet één

grote blackbox, zoals wel eens werd

verondersteld. Integendeel; wij zijn de

experts als het om verwerking van

verontreinigd afval gaat en kunnen alle

stappen in onze processen laten zien

en verantwoorden. Dat is door alle

inspecties van de afgelopen jaren ook

bij de overheden bekend. Helaas zien

de inwoners van Moerdijk hier nooit iets

van terug. Hopelijk draagt deze

ATMosfeer hier iets aan bij. Als bewo-

ners van Moerdijk bij ons eens een kijkje

willen komen nemen, zijn ze altijd van

harte welkom. We laten altijd graag zien

waar we mee bezig zijn.”

Jacques de Jong

Page 26: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Op de dag van de brand was Els niet op kantoor. In het kader

van de kennismaking met het bedrijf was ze net op snuffel-

stage bij Reym in Amersfoort. “Ik hoorde het in de auto op

weg naar huis, maar ik wist niet goed waar het precies was.

Pas ’s avonds begreep ik uit de berichten dat de brand erg

dichtbij was gekomen en dat ATM zelfs gevaar leek te lopen.

Gelukkig bleek dat niet zo te zijn.”De volgende morgen op de

zaak begreep Els dat collega’s hun verhaal kwijt wilden. Ze is

dat meteen gaan organiseren, hoewel een dergelijke situatie

ook voor haar nieuw was. Er is direct contact gelegd met de

Iedereen moet zijn of haar verhaal kwijt kunnen en elke klacht wordt serieus genomen.

Dat was de insteek van de nazorg en de nasleep van de brand. P&O adviseur

Els Schuijlenburg heeft die taak op zich genomen. Hoewel slechts een blauwe maandag

in dienst bij ATM, probeerde ze snel een beeld te krijgen van de situatie. “Hoe kan ik er

zijn voor onze mensen, heb ik me afgevraagd. Ik heb vooral geluisterd, dat vond ik het

belangrijkste. Natuurlijk ben ik geen arts en daarom heb ik iedereen die ook maar even

twijfelde geadviseerd met die klachten naar de huisarts of de bedrijfsarts te gaan.”

Hoe kan ik er voor onze mensen zijn ?

Els Schuijlenburg heeft vooral geluisterd

Page 27: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

27

bedrijfsarts en de GGD om bij hen de vragen van de

medewerkers voor te leggen. “Sommigen medewerkers

waren wat angstig, bezorgd, anderen hadden hoofdpijn of

een wat looiige smaak in hun mond. Het waren in eerste

instantie niet ontzettend veel medewerkers die zich

melden, maar elke vraag is serieus opgepakt.” Wat

iedereen ongetwijfeld goed heeft gedaan was de

informatiebijeenkomst voor de medewerkers van het

bedrijventerrein van de GGD toen in de media allerlei

verhalen over mensen met klachten verschenen. “De

eerste dagen werd je er echt mee overstelpt. Maar wat is

er waar; dat is lastig om eruit te filteren. Wat me opviel

was dat er binnen het bedrijf nuchter werd gereageerd; ze

zijn tenslotte gewend om met gevaarlijke afvalstoffen te

werken. Door deze bijeenkomst ontstond er vertrouwen in

de deskundigheid van de mensen die er verstand van

horen te hebben. De toezegging, dat ze direct zouden

worden geïnformeerd als dat nodig was, heeft zeker ook

daartoe bijgedragen.”

Op de bijeenkomst speelde doctor Jans, een milieudes-

kundige en toxicoloog maar bovenal arts, een prominente

rol. Zijn boodschap was: ik laat jullie niet in de steek, zeker

als iets niet verantwoord is. Els heeft een verslag gemaakt

van de bijeenkomst en dat de volgende dag aan alle

medewerkers gestuurd. Daarin maakte ze onder meer

melding van het advies aan de bedrijven om filters van

luchtbehandelingssystemen preventief te vervangen. Dat

is in het laboratorium dan ook direct gebeurd. Het

opzetten van een medisch loket door de GGD, een

gezondheidscentrum voor mensen met klachten, vond

Els een uitstekende maatregel. “Wij hebben onze mensen

daarom aangemoedigd om er gebruik van te maken als

dat nodig was en in elk geval de vragenlijst in te vullen.

Ook als de klachten inmiddels verdwenen zijn. Op die

manier wordt elke klacht geregistreerd, ontstaat er een

goed beeld en kan later worden teruggevallen op de

registratie als er andere inzichten ontstaan.”

De bedrijven in de omgeving hebben de toezegging

gekregen dat ze van nadere stappen op de hoogte

worden gehouden. Het havenschap heeft regelmatig

nieuwsberichten rondgestuurd. Met name de bedrijven

in de directe omgeving hebben de toezegging gekregen

dat er tijdens de sanering van het gebied metingen

worden verricht. En als er aanleiding toe is, worden

bedrijven direct geïnformeerd, zodat er maatregelen

kunnen worden genomen. “In de tweede week was er

een klein brandje en we zijn daarvan inderdaad meteen

op de hoogte gebracht.”

Als betrekkelijke nieuweling binnen ATM heeft Els van

haar collega’s zoveel mogelijk informatie toegespeeld

gekregen. Met haar kennis en ervaring op P&O-gebied en

logisch nadenken, vervulde ze al snel een coördinerende

rol. Els heeft in elk geval alles gedaan wat in haar

vermogen lag om de nazorg in goede banen te leiden.

Van enige onrust is naar haar idee niet echt sprake

geweest. “In mijn eigen omgeving waren ze benauwder

dan de mensen die hier werken.” De taak van Els zit er

nog niet op. Ook tijdens de saneringsperiode blijft Els het

aanspreekpunt voor de medewerkers. Ze wil iedereen zo

goed mogelijk informeren over de situatie.

Sommigen medewerkers waren

wat angstig, bezorgd, anderen

hadden hoofdpijn.

Els Schuilenburg

Page 28: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

In de oude situatie is Chris enige malen met de SP Tweede-

Kamerleden Krista van Velzen en de bekende milieuvoor-

vechter Remi Poppe op bezoek geweest bij het afvalver-

werkingbedrijf. “ATM is de laatste jaren onder directie van

de helaas te vroeg overleden Jack Droog duidelijk op een

heel andere leest geschoeid”, meent Chris die voor zijn

partij ook in de gemeenteraad van Moerdijk heeft gezeten.

Hij is nog steeds afdelingsvoorzitter. “Vooral in de beginja-

ren had het bedrijf last van de erfenis van zijn voorganger,

maar het bedrijf is steeds beter gaan presteren. Ik kan me

nog herinneren dat het een enorme smurrieboel was. Nu is

het er echt schoon en de milieuregels worden goed

nageleefd. Ik vind dat ATM is uitgegroeid tot een van de

betere afvalverwerkers.”

Niet de grote boosdoenerChris weet dat er in Moerdijk wel eens wordt geklaagd over

stankoverlast. Vanuit het dorp worden klachten al snel aan

ATM toegeschreven. Ten onrechte, is ook zijn ervaring. “Ze

zien die schoorsteen en kennen het verleden of hebben wel

eens iets gehoord, maar die tijd heeft het bedrijf ver achter

zich gelaten. Als de regionale milieudienst dan op onder-

ATM heeft zich sterk verbeterd

Hij kent het bedrijf nog van vroeger en als

Chris Verschuuren de vergelijking met van-

daag de dag moet maken, kan hij maar tot

één conclusie komen: ATM heeft zich sterk

verbeterd. “Het is echt een schoon bedrijf

geworden. Als je ziet wat er allemaal wordt

verwerkt, begrijp je het zelf niet. Het is ook

een heel open bedrijf dat niets te verbergen

heeft en dat ook niet wil.”

ATMosfeer | maart

Page 29: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

zoek uitgaat, vinden ze de oorzaak

meestal niet aan het eind van de

Vlasweg. Wij hebben nogal eens

uitgelegd aan deze en gene dat ATM

niet de grote boosdoener was. Er

zitten tenslotte meer chemische

bedrijven in die hoek. Aan de andere

kant blijft het natuurlijk lastig om

vervelende geurtjes te omschrijven en

daar naderhand de veroorzaker van te

achterhalen.”

Ondanks het feit dat ATM over alle

vereiste vergunningen beschikt en er

nauwelijks sprake is van overlast, vindt

de SP-voorman dat afvalverwerkende

bedrijven in de gaten moeten worden

gehouden. De goeden moeten in dit

geval onder de kwaden leiden. Chris

weet dat er een minimum aantal vaste

bezoeken van de RMD plaatsvinden

en dat de provinciale milieubewakers

daarnaast nog een paar keer per jaar

onverwacht binnenvallen. “Het is

vreemd dat BRZO-bedrijven (Besluit

Risico’s Zware Ongevallen), tenslotte

de zwaarste categorie als het om

gevaarlijke stoffen gaat, hier maar

twee keer in het jaar door de GGD in

opdracht van de gemeente worden

geïnspecteerd. En dan geven ze van

tevoren ook nog aan dat ze eraan

komen. Het gebeurt binnen de

wettelijke regels, maar ergens klopt er

toch iets niet.”

ProductieprocessenHij vindt het goed dat afvalverwerkings-

bedrijven als ATM er zijn. “Iemand moet

het toch doen. Bij productieprocessen

blijft er in negen van de tien gevallen

afval over. Dat moet worden verwerkt;

het afval transporteren naar een

ontwikkelingsland is natuurlijk geen

oplossing. In Moerdijk zit het enige

bedrijf in Nederland dat zoveel verschil-

lende vervuilende stoffen kan verwer-

ken. Eigenlijk zou het niet nodig moeten

zijn, dat afvalverwerkingsbedrijven

bestaansrecht hebben. Het probleem

moet bij de bron worden aangepakt,

zodat er geen afval ontstaat. Maar

zolang dit niet het geval is, want zo

eenvoudig is dat niet voor elkaar te

krijgen, blijft afvalverwerking nodig.”

Chris Verschuuren zat met zijn

kleindochter voor de televisie; ze wilde

graag weer een keer The Lord of Rings

zien. “Dat is een hele zit.” Tot hij werd

gebeld door een medewerker van zijn

partij uit de Tweede Kamer. “Ik wist van

geen brand. Samen zijn we in de auto

gestapt en richting Moerdijk gereden.

Toen ik de rookwolken en vlammen

zag, ben ik niet verder gegaan. Het zag

er dreigend uit en ik had niet het idee

op dat moment daar nuttig te kunnen

zijn.” De volgende ochtend is Chris, in

het gezelschap van dezelfde fractieme-

dewerker uit Den Haag, wel polshoog-

te gaan nemen.

Chris Verschuuren

29

Page 30: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Het was voor Iris, Demi, Tijmen en mij een geweldige

steun om zoveel mensen om ons heen te hebben tijdens

het afscheid van Jack. We hebben deze dag als heel

bijzonder ervaren door jullie aanwezigheid, door de

mooie woorden die gesproken zijn, door de vele atten-

ties, bloemen en andere reacties van jullie. Jack had

het zich niet mooier voor kunnen stellen, hij hield echt

veel van een heleboel mensen, was oprecht betrokken

en had iedere dag weer plezier in zijn werk.

Op een nuchtere wijze heeft hij alles achter zich gelaten, afgesloten

met woorden als ´het was een mooie tijd ,́ zonder spijt, zonder treurnis

en ´gaan jullie vooral gezellig met elkaar door .̀ Jullie en wij, maar

voor ons is het nog niet voorbij, het een plaatsje geven´ betekent

het verlies en gemis durven aankijken, het verdriet niet uit de weg

gaan. Daar zijn wij nu mee begonnen, Jack zijn kracht en positivisme

geven daarbij veel steun, op naar een leven zonder hem. Wat

blijft zijn de mooie herinneringen, waar jullie ook deel van uitmaken,

velen van jullie zijn ook een stukje Jack, de reden waarom ik van

een aantal mensen nog graag wil blijven horen hoe het met hen

en ATM (en omgeving) gaat.

Dankbetuiging

Hartelijke,

lieve groeten van

Iris, Demi, Tijmen en Ella

Fam. Droog

Fam. Hobbelen

Page 31: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

31

Page 32: ATMosfeer editie 8 - maart 2011

ATMosfeer | maart

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V.

Industrieterrein - Seaport M 152Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

t | 0168 389 289f | 0168 389 270

e | [email protected] | www.atmmoerdijk.nl

Shanks. waste solutions

Colofon

ATMosfeer is een uitgave van

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V.

EindredactieEric LangedijkJacques de JongArno NijssenPiet Rolloos

t | 0168 389 225f | 0168 389 270

e | [email protected]

InterviewsJan Wolters

VormgevingDokkum communicatie | Brielle

DrukQuadraat | Oud-Beijerland