Upload
sanawell
View
16
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
psychology
Citation preview
De invloed van attitudes op gedrag (en andersom)
Rob Ruiter Work and Social Psychology Universiteit Maastricht
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitudes
• Veel omvattend psychologisch concept – meerdere responsen centraal: gedrag, én emotie, én
cognitie..
– meerdere stimuli roepen attitudes op
– Onderzoek naar vorming, verandering, opslaan en vertaling
• Belangrijke functie in het sociale leven
Faculty of Psychology & Neuroscience
• “Attitudes are probably the most distinctive and indispensible concept in contemporary social psychology” (Allport, 1935)
• We gebruiken evaluatie om betekenis te geven aan de dingen om ons heen (Osgood et al., 1957).
• We delen onze omgeving automatisch in in goed versus slecht (Fazio et al., 1986; Bargh et al., 1992)
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitudes: 3 componenten
• Attitudes hebben 3 componenten:
– Cognities • gebaseerd op je ‘beliefs’ en cognities.
– Affect • Gebaseerd op gevoel en emoties.
– Gedrag • Gedrag beïnvloedt attitude
• Attitudes beïnvloeden gedrag
Componenten van attitudes
Cognitie
Affect
Gedrag
Faculty of Psychology & Neuroscience
Definitie van Attitude
• A psychological tendency that is expressed by evaluating a particular entity with some degree of favor or disfavor (From: Eagly and Chaiken, 1993)
• Attitudes variëren in valentie en intensiteit:
positief negatief
Faculty of Psychology & Neuroscience
POSITIEF
NODIG
INTERESSANT
GOED
SLIM
NEGATIEF
OVERBODIG
SAAI
SLECHT
DOM
Attitudes als evaluaties: semantische differentiaal
Faculty of Psychology & Neuroscience
• Psychologische geneigdheid/tendens:
• intern proces, niet observeerbaar mentale toestand
• hypothetisch construct: verklaart een gedeelte van de relatie tussen observeerbare stimuli en responsen
Cognitieve
processen
Affectieve
processen
Hormonale
processen
Neurologische
processen
Afleidbaar
Evaluatieve
respons
(oordeel, gedrag)
Observeerbaar
Stimulus
(reclamebood-
schap)
Observeerbaar
Faculty of Psychology & Neuroscience
Definitie van Attitude
Object
concreet (stoel) vs. abstract (liberalisme)
Attitude-object
ideologie (politieke attitude)
groepen (vooroordeel, sociale attitude)
ander persoon (interpersoonlijke aantrekking)
jezelf (zelfconcept/zelfvertrouwen)
abstracte (levens)doelen (waarden)
gedrag (attitude)
Faculty of Psychology & Neuroscience
Wat gaan we verder doen vandaag?
• Twee verschillende soorten attitudes
– Beredeneerde attitudes
– Automatische evaluaties
• Invloed van attitude op gedrag
• Invloed van gedrag op attitudes
Faculty of Psychology & Neuroscience
Hoe komen attitudes tot stand?
• Belief-based (beredeneerde) attitudes
– Attitudes gebaseerd op uitkomstverwachtingen en de evaluatie van die uitkomstverwachting
– Fishbein & Ajzen: Attitude = ∑ (bi x ei)
– Deliberatieve (rationele) kosten-baten analyse
Faculty of Psychology & Neuroscience
Zijn alle attitudes gebaseerd op overtuigingen?
• Dit werd voor lang aangenomen door attitude-onderzoekers
• Een eerste gevoel bij het attitude-object is vaak de basis – Waarom vind je pindakaas lekker - of niet?
Faculty of Psychology & Neuroscience
Nadenken over redenen
• Kan zelfs leiden tot ontwrichting van attitudes
– Mensen hebben zelden een gebrek aan redenen
– De redenen zijn vaak niet compleet of incorrect
– Redenen geven voor attitudes leidt tot een gekleurde set van redenen
– De set van redenen bepaalt (op dat moment) de attitude (ontwrichting)
Faculty of Psychology & Neuroscience
Ontwrichting: studie naar relaties (Wilson, Dunn, Byee, Hyman & Rotondo, 1984)
• Koppels komen naar laboratorium
• Twee condities: – Nadenken: hoe gaat het met jullie relatie?
– Controle conditie
• Afhankelijke variabelen: – Attitude ten aanzien van relatie
– Na 37 weken: Is het nog ‘aan’?
• Attitude-gedragsrelatie wordt bepaald door conditie: – Nadenken: geen relatie tussen attitude en gedrag (r =
.08)
– Controle conditie: r = .56*
Faculty of Psychology & Neuroscience
Nadenken over redenen kan leiden tot spijt! (Wilson,
Lisle & Schooler, 1993)
• Vijf posters die vrij populair waren onder studenten
• Je mag er eentje kiezen en meenemen
• Twee condities – Redenen geven: waarom deze?
– Controle conditie
• Afhankelijke variabele: – Ppn werden opgebeld: Ben je er blij mee?
Faculty of Psychology & Neuroscience
Automatische evaluatie [Fazio et al, 1986]
kakkerlak Prime 200 ms
vreselijk Target (pos of neg Adjectief)
Facilitatie: prime en target zijn congruent Inhibitie: prime en target zijn incongruent
Faculty of Psychology & Neuroscience
Verschillende soorten attitudes
• Belief-based (beredeneerde) attitudes
– attitudes gebaseerd op overtuigingen en de evaluatie van die overtuigingen
– Deliberatieve kosten-baten analyse
• Cue-driven (automatische) evaluatie
– spontane evaluatie die wordt geactiveerd bij de waarneming van het attitude-object
– Automatisch proces
Faculty of Psychology & Neuroscience
Verschillende soorten attitudes: MODE model (Fazio)
• Belief-based (beredeneerde) attitudes:
• Cue-driven (automatische) evaluatie:
Intention Behavior Attitude
formation Situation
Opportunity
Motivation
Selective perception
Behavior Attitude
activation External trigger
Faculty of Psychology & Neuroscience
• De eerste reactie …
• Attitudes liggen soms gevoelig: meting aanpassen
• Vooroordelen: hebben jullie die?
Implicit Association Test
Faculty of Psychology & Neuroscience
IAT op internet! Véél soorten!
https://implicit.harvard.edu/implicit
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitudes en gedrag
• LaPierre (1934), reisde met zijn Chinese vrienden: ze bezochten 67 hotels en 184 cafes en restaurants
• Eén keer werden ze geweigerd
Faculty of Psychology & Neuroscience
La Pierre (1934)
“The place was a small California town, a rather inferior auto-camp into which we drove in a very dilapidated car piled with camp equipment. It was early evening, the light dim that the proprietor found it somewhat difficult to decide the genus voyageur we belonged. I left the car and spoke to him. He hesitated, wavered, said he was not sure that he had two cabins, meanwhile edging towards our car. The realization that the two occupants were Orientals turned the balance or, more likely, gave him the excuse he was looking for. “No”, he said, “I don’t take Japs!”. In a more pretentious establishment we secured accomodation, and with an extra florish of hospitality”
(p. 232-233).
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitudes en gedrag
• LaPierre (1934), reisde met zijn Chinese vrienden: ze bezochten 67 hotels en 184 cafes en restaurants
• Een keer werden ze geweigerd
• Maar....
• Opbellen: 91% zou de Chinese gasten niet accepteren
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitude ten opzichte van anti-conceptie .08
Attitude ten opzichte van de pil .32
Attitude ten opzichte van het gebruik van de pil .53
Attitude ten opzichte van het gebruik van de pil gedurende de komende 2 jaar
.57
Correlatie met gedrag Attitude maat
Hoe specifieker je meet, hoe beter een attitude gedrag voorspelt
Faculty of Psychology & Neuroscience
Correspondentie principe (Ajzen & Fishbein, 1977)
• Er moet overeenkomst zijn tussen de manier waarop je attitudes meet en de manier waarop je gedrag meet.
- Belangrijke elementen daarbij zijn:
object het object van het gedrag, bv lijsttrekker
actie het gedrag dat uitgevoerd wordt, bv. stemmen
context de omgeving waarin het wordt uitgevoerd, bv. samen met anderen
tijd wanneer het gedrag wordt uitgevoerd, bv. direct of pas over een jaar
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitude sterkte:eigen belang
• 85% jongeren van Michigan is tegen het verhogen van drankverbod van 18 naar 21 jaar.
• Maar wie zijn er geneigd om daar iets tegen te doen?
Sivacek & Crano (1982); Vested Interest
Faculty of Psychology & Neuroscience
Hebben attitudes invloed op gedrag? Een kort historisch overzicht
NEE!
Hoe? Wanneer?
Soms..
Faculty of Psychology & Neuroscience
Dus..? Wanneer voorspelt een attitude ons gedrag?
• Als er weinig invloeden vanuit de situatie zijn – Als we niet bekeken en/of bekritiseerd kunnen worden door anderen.
(sociale wenselijkheid)
• Als je gedrag en attitude op hetzelfde niveau meet (correspondence principle)
• Als de attitude sterk is.
Faculty of Psychology & Neuroscience
Agreement among 5 major behavioral scientists on key determinants of behavior (Fishbein et al., 2001):
1. The person has formed a strong intention (or made a commitment) to perform the behaviour.
2. No environmental constraints make it impossible for the behaviour to occur (barriers).
3. The person has the skills necessary to perform the behaviour.
4. The person believes that the advantages of the behaviour outweigh the disadvantages (attitude).
5. The person perceives more social (normative) pressure to perform the behaviour than not to do so (subjective norm).
6. The person perceives that performing the behaviour is more consistent than inconsistent with his or her own self-image (personal norm).
7. The person’s emotional reaction to performing the behaviour is more positive than negative.
8. The person perceives that he or she has the capability to perform the behaviour under a number of different circumstances (self-efficacy).
Faculty of Psychology & Neuroscience
Theory of plannend behavior
(Fishbein and Ajzen, 2010; reasoned action approach)
Faculty of Psychology & Neuroscience
• Stel, persoon X wordt door een zeer aardige proefleider gevraagd om een gefrituurde sprinkhaan op te eten en doet dit vervolgens ook.
• Stel, persoon Y wordt door een onaardige proefleider gevraagd om eenzelfde gefrituurde sprinkhaan op te eten en doet dit vervolgens ook.
• Wie van deze twee personen zal de sprinkhaan achteraf lekkerder vinden?
Faculty of Psychology & Neuroscience
Cognitieve dissonantie theorie (Festinger 1957)
• Relaties tussen cognitieve elementen
• Cognitieve dissonantie = gevoel van ongemak dat ontstaat wanneer een persoon zich bewust wordt van twee strijdende cognities
Faculty of Psychology & Neuroscience
Cognitieve dissonantie
• Mate van cognitieve dissonantie: – Verhouding tussen consonante/dissonante cognities
– Belang van cognities
• Mensen zijn gemotiveerd om dissonantie te reduceren
Faculty of Psychology & Neuroscience
Makkelijk op te roepen?
Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen; gebruik daarvoor de volgende schaal:
1 = helemaal mee oneens --- 5 = helemaal mee eens
____ 1. Drie keer in de week sporten verbetert de gezondheid. ____ 2. Gevarieerd eten, inclusief voldoende fruit, groente en weinig
dierlijke vetten, draagt bij aan een goede gezondheid ____ 3. Het is essentieel dat iedere burger met stemrecht zijn stemrecht ook
gebruikt, zodat de regering inderdaad de wil van het volk r epresenteert.
____ 4. Zinloos geweld is een serieus sociaal probleem dat onze aandacht verdient.
Faculty of Psychology & Neuroscience
Makkelijk op te roepen?
• Beantwoord onderstaande vragen door aan te geven of je wel of niet het gedrag hebt uitgevoerd (ja/nee)
1. Ik maak tijd vrij om tenminste drie keer in de week te kunnen sporten. 2. Ik eet minimaal vijf dagen per week voldoende fruit en groente. 3. Ik heb in de laatste verkiezingen gestemd. 4. In het afgelopen jaar heb ik persoonlijk iets gedaan om het probleem van zinloos geweld aan de orde te stellen.
Faculty of Psychology & Neuroscience
Het oorspronkelijke experiment:
http://www.youtube.com/watch?v=
korGK0yGIDo&feature=related
Festinger & Carlsmith (1959)
http://www.youtube.com/watch?v=korGK0yGIDo
&feature=related
Faculty of Psychology & Neuroscience
• Stel, persoon X wordt door een zeer aardige proefleider gevraagd om een gefrituurde sprinkhaan op te eten en doet dit vervolgens ook.
• Stel, persoon Y wordt door een onaardige proefleider gevraagd om eenzelfde gefrituurde sprinkhaan op te eten en doet dit vervolgens ook.
• Wie van deze twee personen zal de sprinkhaan achteraf lekkerder vinden?
Faculty of Psychology & Neuroscience
Alternatief voor dissonantie-theorie: zelfperceptie theorie
“...to the extent that internal cues are weak, ambiguous, or uninterpretable, the individual is functionally in the same position as an outside observer, an observer who must necessarily rely upon those same external cues to infer one’s inner states.”
(Bem, 1972, p. 2).
Faculty of Psychology & Neuroscience
Zelfperceptie theorie
• Vooral bij attributie van gedrag
– Externe attributie van gedrag • geen vrije keus
• leuke experimentator
• hoge beloning
– Interne attributie van gedrag • attitude
Faculty of Psychology & Neuroscience
Wanneer gaat zelf-perceptie op?
• ....to the extent that internal cues are weak, ambiguous, or uninterpretable…..
• Attitudesterkte – Mate waarin gevoelens en gedachten over het onderwerp
overeen komen (Chaiken & Baldwin, 1981)
– Hoeveelheid kennis (Wood, 1982)
– Vooral bij zwakke attitudes
Faculty of Psychology & Neuroscience
Dissonantie versus Zelfperceptie
Dissonantie
Motivationeel proces
Arousal (“heet”)
Vooral bij sterke attitudes
Voornamelijk attitudeverandering
Zelf-perceptie
“koud” attributie proces
Geen arousal
Vooral bij zwakke attitudes
Voornamelijk attitudeformatie
Faculty of Psychology & Neuroscience
Zelfperceptie of dissonantie?
Zelfperceptie: “ik drink coca cola,
dus zal ik het wel lekker vinden”
Attributie-proces
Dissonantie: “Ik drink coca cola, maar
ik werk voor Pepsi”
Arousal, motivatie-proces
Faculty of Psychology & Neuroscience
Attitude Gedrag of Gedrag Attitude?
• Attitudesterkte speelt een grote rol
• Holland, Verplanken & Van Knippenberg (2002) Zie E-reader!
- Voormeting: attitude + attitudesterkte over Greenpeace
- Week later: doneren aan Greenpeace, en 2e attitudemeting
Faculty of Psychology & Neuroscience
Holland, Verplanken & van Knippenberg (2002)
Hamburger Model
Zwakke attitude Gedrag
Gedrag Sterke attitude
-.04
.36*
Attitude
Attitude
.48**
.00
.73**
.33*
Faculty of Psychology & Neuroscience
The strong guide, the weak follow...
• Mensen met een sterke attitude: – Doneerden meer dan mensen met zwakke attitude
• dus attitude gedrag
– Lieten zich niet door hun donatiegedrag beïnvloeden bij 2e attitude-meting
• Mensen met een zwakke attitude:
– Lieten zich door hun gedrag beïnvloeden:
– Hoe meer gedoneerd, hoe positiever hun attitude t.o.v. Greenpeace was • Dus gedrag attitude
Faculty of Psychology & Neuroscience
Kortom
• Centraal concept in de sociale psychologie
• Twee soorten attitudes – Beredeneerde attitudes – Automatische evaluatie
• Attitudes beïnvloeden gedrag:
– In ‘objectieve’ situaties – Goed meten – Attitudesterkte (activatie)
• Gedrag beïnvloedt attitudes:
– Zelf-perceptie: ‘koud’ cognitief proces – Dissonantie: ‘heet’ motivationeel proces – Attitudesterkte