9
RENOIR

Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

RENOIR

Page 2: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

Vertaling: Nicole LegiestOmslag: Stéphanie AngohVormgeving: Julien DepaulisTekstopmaak: Griet De Vis

© Confidential Concepts, worldwide, USA

ISBN

Alle rechten wereldwijd voorbehouden

Tenzij anders vermeld, behoort het copyright van degebruikte werken tot de desbetreffende fotografen. Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestedezorg, is het niet altijd mogelijk geweest het eigendomsrechtvast te stellen. In dit geval verzoeken we u zich te adresseren tot de uitgever.

978-1-78160-811-1

Page 3: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

Auguste

Renoir

Page 4: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

4

Page 5: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

Pierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het

zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet. Drie jaar later, in 1844,

verhuisden de Renoirs naar Parijs. In 1848 werd Augustus leerling aan een

religieuze school, geleid door de broeders van de ‘Ecoles chrétiennes’. Hij was heel sterk

in solfège en zijn docenten lieten hem opnemen in het jongerenkoor van de Saint-

Eustachekerk, onder leiding van de componist Charles Gounod. In 1854 haalden zijn

ouders hem van school en plaatsten ze hem in het atelier van de gebroeders Lévy waar

hij moest leren porseleinschilderen. Zijn jongere broer Edmond Renoir verhaalt: “Uit wat

hij deed met stukjes houtskool op de muren, leidden wij af dat hij aanleg moest hebben

voor een artistiek beroep. Als de dag voorbij was, zetten de jonge leerling zijn tanden in

het beroep Gewapend met een karton dat groter was dan hijzelf, ging hij gratis

tekenlessen volgen. Dat bleef drie jaar duren.”

Hij maakte snel vorderingen en na enkele maanden scholing mocht hij werken

schilderen die gewoonlijk voorbehouden waren voor de arbeiders. Het leverde hem heel

wat spottende opmerkingen op, men noemde hem al lachend ‘mijnheer Rubens’ en hij

huilde omdat men de draak stak met hem.

Een van Lévy’s arbeiders, Emile Laporte, maakte olieverven in zijn vrije tijd. Hij stelde

Renoir voor om zijn doeken en zijn verf te gebruiken. Aldus onstond het eerste schilderij

van de latere impressionist, dat heel plechtig getoond werd aan Laporte in het huis van

de Renoirs.

Edmond Renoir mijmert: “Ik herinner het me alsof het gisteren was. Ik was nog een

kleine jongen, maar ik begreep wel dat er ernstige dingen gebeurden. De ezel met het

beruchte schilderij werd geplaatst in het midden van het grootste vertrek van onze

bescheiden woning aan de rue d’Argenteuil; iedereen was onrustig en ongeduldig, men

had me mijn mooiste kleren aangetrokken en gezegd dat ik braaf moest zijn. Het was

allemaal heel plechtig. De meester arriveerde; ik verzeker u dat we het niet breed

hadden in de familie Renoir. Op een teken schoof ik een stoel voor de ezel, hij ging

zitten en begon het werk te bekijken. Het was, ik kan het nog zien, een Eva met achter

haar een slang die zich rond de takken van een eik kronkelde en naar voren schoot met

wijdopen muil, als om haar te hypnotiseren. Het onderzoek duurde een goed kwartier;

5

1. Zelfportret, omstreeks1875, olie op doek,36,1 x 31,7 cm,Sterling and FrancineClark Art Institute,Williamstown (Ma).

Page 6: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

daarna stond de man recht, stapte op mijn ouders af en zei, zonder verdere

commentaar, de eenvoudige woorden: ‘U zou uw zoon aan kunstschilderen moeten

laten doen; in ons beroep zal hij in het beste geval twaalf of vijftien francs per dag

verdienen. Ik voorspel hem een schitterende toekomst in de kunst: zie wat u kunt

doen’.”1 Op die manier verhaalt de familielegende de geboorte van de kunstenaar Renoir.

Auguste Renoir besefte heel goed welke rol zijn familie gespeeld had voor zijn toekomst.

Uitgerekend zijn ouders brachten hem eerbied voor het werk bij, iets dat hij nooit opgaf.

Renoir was er helemaal niet rouwig om dat hij uit een bescheiden familie kwam:

“Als ik denk dat ik geboren had kunnen worden bij intellectuelen, dan had ik jaren

nodig gehad om me te ontdoen van al hun ideeën en de dingen te zien zoals ze zijn; ik

zou misschien wel onhandig geweest zijn.”2

Behalve zijn familie had Auguste Renoir nog een andere opvoeder: Parijs. Tijdens zijn

gesprekken met Jean herinnerde de kunstenaar zich voortdurend de plekken in Parijs

waar hij zijn kindertijd en zijn jeugd doorgebracht had en waarvan er veel onder zijn

ogen verdwenen waren. Het was een godsgeschenk dat Léonard Renoir en zijn gezin bij

het Louvre gingen wonen toen ze uit Limoges kwamen. De huizen die de ruimte

besloegen tussen de paleizen van het Louvre en de Tuilerieën, in de 16de eeuw gebouwd

voor de edellieden van de koninklijke garde, verloren rond het midden van de 19de eeuw

hun voormalige imposante aanblik. Slechts enkele versieringen met wapenschilden,

kapitelen en nissen zonder beelden herinnerden aan het verleden. Bevolkt met de Parijse

kleine lieden vertegenwoordigde die wijk een speciaal milieu waar op een vreemde

manier het alledaagse en het buitengewone samengingen. De Renoirs woonden aan de

rue d’Argenteuil die de hele wijk doorkruiste tot aan de Seine. Daar, op de binnenkoer

van het Louvre, speelde de kleine Renoir diefje-met verlos samen met andere kinderen.

Het was heel gewoon om binnen te gaan in het Louvre dat, sinds de Franse Revolutie,

uitgegroeid was tot een belangrijk museum. “Toen ik een kind was, ging ik vaak binnen

in de galerijen met oude beeldhouwkunst, zonder te weten waarom trouwens,

misschien wel omdat ik de binnenplaatsen van het Louvre alle dagen verkende, dat die

zalen makkelijk toegankelijk waren en dat er nooit iemand was. Ik bleef er urenlang,

mijmerend…” vertelde Auguste Renoir aan de kunstenaar Albert André.3

De omzwervingen van de kleine Renoir reikten echter veel verder dan de wijk van het

Louvre. De organische, bijna fysieke gewaarwording deel uit te maken van een stad die

Renoir al had van in zijn prille jeugd bepaalde zijn latere schilderkunst. Hij vond schoonheid

in de smalle straten van het middeleeuwse Parijs, in de verscheidenheid van de gotische

6

2. Jules Le Cœur en zijnhonden wandelend inhet bos vanFontainebleau, 1866,Museu de Arte de SãoPaulo, São Paulo.

Page 7: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

7

Page 8: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

8

3. Baders in de Seine,La Grenouillère,1869, olie op doek,66 x 81 cm,Statens Konstmuseer,Stockholm.

Page 9: Auguste Renoir - Startseite · 2013. 7. 18. · P ierre-Auguste Renoir werd geboren in Limoges op 25 februari 1841. Hij was het zesde kind van Léonard Renoir en Marguerite Merlet

bouwkunst, bij de verkoopsters op de markt die nooit een korset

droegen. En hij had verdriet omdat het oude Parijs, zijn Parijs,

kapotgemaakt werd. Zijn kindertijd en zijn jeugd vielen immers samen

met het begin van de grote wederopbouw en de moderniseringswerken

in de stad.

In 1859 werkte Renoir wellicht een tijdje bij Gilbert, rue du Bac, waar hij

zonnegordijnen in doorschijnend papier beschilderde; die deden dienst

als ‘glasramen’ in de primitieve kapellen van de missionarissen. In die

jaren kocht hij alle nodige werkmateriaal om op een professionele manier

olieverven te schilderen; hij maakte ook zijn eerste portretten. In de

archieven van het Louvre bewaart men een machtiging om schilderijen te

kopiëren in de museumzalen; die werd in 1861 verleend aan Renoir. In

1862 slaagde Auguste Renoir in zijn toegangsexamen tot de Academie

voor Beeldende Kunsten. Tegelijk bezocht hij een vrij atelier waar Charles

Gleyre, een docent van de Academie voor Beeldende Kunsten, les gaf.

De tweede belangrijke gebeurtenis in deze periode van Renoirs leven was

de kennismaking, in atelier Gleyre, met degenen die zijn hele leven lang

zijn beste vrienden en metgezellen in de kunst zouden blijven. In het

atelier werd zijn aandacht meteen getrokken door een grote, elegante

jongeman, “echt elegant, van het soort elegantie van mensen die hun

nieuwe schoenen laten inlopen door hun kamerdienaar.”4 Het was Frédéric Bazille, een telg

uit een rijke familie, zijn ouders bezaten een landgoed bij Montpellier en konden hem

voldoende geld geven om een atelier te huren in Parijs. Maar het belangrijkste was wel dat

zijn ouders Edouard Manet kenden en Bazille bezocht de meester vaak in zijn atelier. “Weet

je, Manet is even belangrijk voor ons als Cimabue en Giotto voor de Italianen van het

Quattrocento”, vertelde hij Renoir. “Want er is een renaissance aan het komen. En we

moeten van de partij zijn.”5 Bazille was de eerste die zijn collega’s opriep om een groep te

vormen. Dat gebeurde ook, maar later, na de dood van Bazille tijdens de Frans-Pruisische

oorlog. Hij kon dus nooit tentoonstellen samen met de anderen en hij kreeg bijgevolg ook

niet de naam impressionist. Renoir vertelde dat uitgerekend hij Alfred Sisley had

meegebracht naar atelier Gleyre. Wellicht vergiste hij zich en kwam Sisley alleen. Sisley

was immers geboren in Parijs uit een Franse moeder en een Engelse vader.

Toen ze op zekere dag samen buitenkwamen uit het atelier, gingen Frédéric Bazille en

Auguste Renoir naar de Closerie des Lilas.

9

4. Het cabaret vanMoeder Anthony,1866, olie op doek,Nationalmuseum,Stockholm.