AUTOMATISERING VAN AKOESTISCHE MEETRAPPORTEN...medewerker geluid aan het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Hij ontrafelde de wirwar, die de geluidswetgeving voor ons was, en

UNIVERSITEIT GENT

Faculteit Toegepaste Wetenschappen

Vakgroep

Telecommunicatie en Informatieverwerking Voorzitter: Prof. dr. ir. H. BRUNEEL

____________________

AUTOMATISERING VAN AKOESTISCHE MEETRAPPORTEN

door

Bart BLEYS Wouter LEMA

Promotor: Prof. dr. ir. W. Philips Co-promotor: Prof. dr. ir. D. Botteldooren

Begeleider: Lic. L. Dekoninck

Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van gediplomeerde in de aanvullende studies van informatica.

Academiejaar 2001-2002

UNIVERSITEIT GENT

Faculteit Toegepaste Wetenschappen

Vakgroep

Telecommunicatie en Informatieverwerking Voorzitter: Prof. dr. ir. H. BRUNEEL

____________________

AUTOMATISERING VAN AKOESTISCHE MEETRAPPORTEN

door

Bart BLEYS Wouter LEMA

Promotor: Prof. dr. ir. W. Philips Co-promotor: Prof. dr. ir. D. Botteldooren

Begeleider: Lic. L. Dekoninck

Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van gediplomeerde in de aanvullende studies van informatica.

Academiejaar 2001-2002

VOORWOORD Graag zouden wij een woord van dank willen richten aan de personen die ons bijgestaan hebben bij de realisatie van deze scriptie. Eerst en vooral willen we onze promotor Prof. W. Philips en co-promotor Prof. D. Botteldooren danken voor het aanbrengen van dit onderwerp en de suggesties bij de uitwerking. Onze grootste dank gaat uit naar onze begeleider, Luc Dekoninck, voor de uitstekende begeleiding, regelmatige feedback en nooit aflatende motivatie. Hij leerde ons dat we met een regelmatig duwtje in de rug, tot meer in staat zijn dan we ooit hadden durven vermoeden. Een bijzondere dank gaat uit naar Claude Bataillie, wetenschappelijk medewerker geluid aan het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Hij ontrafelde de wirwar, die de geluidswetgeving voor ons was, en gaf de nodige feedback bij de praktische implementatie van de applicatie. Verder willen we ook onze ouders, zussen, broers en vrienden vermelden, omdat zij steeds klaar stonden met bemoedigende woorden tijdens de vele spannende momenten. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar Evelyne, omdat zij de eerste was die de frustraties moest opvangen. Tot slot willen we ook elkaar danken, omdat de samenwerking optimaal was. De auteurs geven de toelating deze SCRIPTIE voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de SCRIPTIE te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze SCRIPTIE. 30/05/02 Bart Bleys en Wouter Lema

OVERZICHT Automatisering van Akoestische Meetrapporten door Bart Bleys en Wouter Lema SCRIPTIE ingediend tot het behalen van de academische graad van gediplomeerde in de aanvullende studie informatica Academiejaar 2001-2002 Promotor: Prof. dr. ir. W. Philips Co-promotor: Prof. dr. ir. D. Botteldooren Begeleider: Lic. L. Dekoninck Faculteit Toegepaste Wetenschappen Universiteit Gent Vakgroep Telecommunicatie en Informatieverwerking Voorzitter: Prof. dr. ir. H. Bruneel

Samenvatting Om gemakkelijker een grote hoeveelheid geluidsmetingen te kunnen verwerken werd een applicatie ontwikkeld die automatisch een meetverslag genereert. In het eerste hoofdstuk wordt als inleiding het project omschreven en de bestaande wetgeving uiteengezet. Het volgende hoofdstuk beschrijft de verschillende onderdelen van de applicatie. De onderdelen maken deel uit van Microsoft®

Office omgeving.

In het derde hoofdstuk wordt de automatische overgang tussen de verschillende onderdelen van de applicatie beschreven. In dit hoofdstuk wordt de ADO- en OLE-automatisering meer in detail besproken. Het vierde hoofdstuk beschrijft de uitbreidingsmogelijkheden. Het laatste hoofdstuk bespreekt het bekomen resultaat. Trefwoorden: Microsoft®

Office, geluidsmeting, automatisering, ADO, OLE

INHOUDSTAFEL

1 PROBLEEMSTELLING................................................................ .................... 1

1.1 Omschrijving project ................................................................................................ . 1

1.2 Wetgeving.................................................................................................................... 1

1.3 Vereiste functionaliteiten................................................................ ........................... 8

1.4 Verantwoording keuze tools................................................................ ...................... 9

1.5 Voordelen applicatie ................................................................................................ 10

2 BESCHRIJVING GEBRUIKTE TOOLS................................ .......................... 12

2.1 Inleiding ................................................................................................ .................... 12

2.2 Databank Automeetverslag.mdb ................................................................ ............ 12 2.2.1 Tabellen en relaties ................................................................ ............................. 12 2.2.2 Formulieren ................................................................................................ ......... 15 2.2.3 Query’s ................................................................................................ ................ 17 2.2.4 Switchboard MEETVERSLAGEN............................................................................ 19

2.3 Werkboek Automeetverslag.xls ................................................................ .............. 19 2.3.1 Werkblad INVOER UIT DB................................................................ ..................... 20 2.3.2 Werkblad BEWERKINGEN................................................................ ..................... 20 2.3.3 Werkblad UITVOER NAAR DB ................................................................ ............... 21 2.3.4 Werkblad NAAR WORD................................................................ ......................... 21 2.3.5 Werkblad AANPASSINGEN................................................................ .................... 22 2.3.6 Werkbladen namen gebieden en formules uitgewerkt ................................ ........ 22 2.3.7 Beveiliging ................................................................................................ .......... 23

2.4 Werkboek Aanpassingen_automeetverslag.xls ................................ ..................... 23

2.5 Document Automeetverslag.doc ................................................................ ............. 24

3 AUTOMATISATERING................................................................ ................... 26

3.1 Inleiding ................................................................................................ .................... 26

3.2 ActiveX Data Objects (ADO) ................................................................ .................. 28 3.2.1 Inleiding ................................................................................................ .............. 28 3.2.2 Het ADO-programmeermodel................................................................ ............. 28

3.3 Object Linking and Embedding (OLE) ................................................................ . 30

3.3.1 Inleiding ................................................................................................ .............. 30 3.3.2 Automatisering met OLE ................................................................ .................... 31

3.4 Dataoverdracht Access-Excel-Access ................................................................ ..... 32 3.4.1 Inleiding ................................................................................................ .............. 32 3.4.2 Access-Excel ................................................................................................ ....... 34 3.4.3 Excel-Access ................................................................................................ ....... 35

3.5 Dataoverdracht Excel-Word ................................................................ ................... 36 3.5.1 Invoer van gegevens na bladwijzers................................................................ .... 37 3.5.2 Aanvullen van tabellen................................................................ ........................ 38 3.5.3 Opslaan aangemaakte meetverslag................................................................ ...... 39

3.6 Berekeningen in Automeetverslag.xls ................................................................ .... 40 3.6.1 Tellen en benoemen invoer ................................................................ ................. 40 3.6.2 Kopiëren gegevens uit Aanpassingen_automeetverslag.xls................................ 41 3.6.3 Overschrijdingen kopiëren naar werkblad UITVOER NAAR DB ............................. 41

4 UITBREIDINGSMOGELIJKHEDEN................................ ............................... 42

5 BESLUIT......................................................................................................... 45

APPENDIX A: HANDLEIDING ................................................................ .......... 46

REFERENTIES................................................................................................ .. 75

AFKORTINGEN EN SYMBOLEN ADO ActiveX Data Objects

COM Component Object Model

DAC Data Access Components

DB Decibel

DB(A) A-gewogen Decibel

DCOM Distributed Component Object Model

HTTP HyperText Transfer Protocol

HTTPS Secure HyperText Transfer Protocol

L Equivalent A-gewogen geluidsniveau gedurende één seconde Aeq,1s

L Geluidsniveau restgeluid rest

L Geluidsniveau schietgeluid sch

L Specifiek Geluid sp

L Geluidsniveau afkomstig van knal i i

MDAC Microsoft Data Access Components

ODBC Open DataBase Connectivity

OG OmgevingsGeluid

OLE Object Linking and Embedding

OLE DB Object Linking and Embedding Database

OOG Oorspronkelijk OmgevingsGeluid

PCM Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek

RDS Remote Data Service

RW Richtwaarde

RW* Milieukwaliteitsnorm

SQL Structured Query Language

VBA Visual Basic for Applications

Probleemstelling

1

1 Probleemstelling

1.1 Omschrijving project

Het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (PCM) verricht op geregelde basis akoestische onderzoeken na geluidsklachten die de inwoners van de provincie Oost-Vlaanderen kunnen richten aan de gouverneur en ter ondersteuning van adviezen van milieuvergunningsdossiers. Hierbij worden geluidsmetingen verricht om na te gaan in hoeverre de geldende reglementering wordt nageleefd tijdens de exploitatie van een inrichting. De meetresultaten worden meestal op een digitale wijze verworven. Na de meting worden de data via een seriële poort naar een PC getransfereerd en verwerkt via het softwarepakket Evaluator (Bruël & Kjaer). Analyse met deze software mondt steeds uit in de bepaling van een aantal relevante parameters die dienen getoetst te worden aan de wettelijke criteria ter zake. Deze beoordeling is afhankelijk van een aantal vooraf te bepalen randvoorwaarden en verloopt via een steeds weerkerend patroon van wettelijk vastgelegde criteria, vervat in flow-charts. Dit alles resulteert in het al dan niet vaststellen van een overschrijding van de wettelijk norm. Bij oudere toestellen worden de relevante parameters, die eveneens aan de wettelijke criteria worden getoetst, bijgehouden in een resultatenboek. Het project omhelst het ontwikkelen van een tool binnen een bestaande softwareomgeving om de relevante meetparameters te toetsen aan de wettelijke normen en daarmee automatisch een meetrapport te genereren. Daarnaast moet er een koppeling gemaakt worden met een databestand waarin de eindresultaten van de meetrapporten samen met een aantal andere belangrijke variabele inputgegevens zoals soort geluidsbron, afstand bron-waarnemer, e.a. worden gestockeerd. Dit databestand is bedoeld als een werkinstrument waarmee na verloop van tijd enig statistisch onderzoek kan verricht worden, bijvoorbeeld in het licht van een mogelijke evaluatie van vigerende geluidsnormen.

1.2 Wetgeving

De berekeningen en de logische beslissingsschema’s gebruikt in dit eindwerk zijn gebaseerd op de huidige wetgeving (Hoofdstuk 2.2 en 4.5 van Vlarem II en hun bijlagen [6]). Bij de beoordeling van het basisgeluid wordt een opsplitsing gemaakt naargelang de klasse van de inrichting, de status van de inrichting en

Probleemstelling

2

de plaats van de meting (binnenshuis of in open lucht). Er zijn vijf beslissingsschema’s mogelijk. De beslissingsschema’s staan schematisch weergegeven in bijlage 4.5.6. van Vlarem II [6]:

Fig. 1: Beslissingsschema 1 ter beoordeling van het geluid [6]. Lsp = specifiek geluid, RW =

richtwaarde (bijlage 4.5.4.), LA95 = LAeq,1h

van het OOG en RW* = milieukwaliteitsnorm (bijlage 2.2.1)

De eerste stap in het schema is het bepalen of het oorspronkelijk omgevingsgeluid (OOG) lager is dan de milieukwaliteitsnorm (bijlage 2.2.1 van Vlarem II [6]). De milieukwaliteitsnormen zijn afhankelijk van het gebied waarin de inrichting zich bevindt en de periode van de geluidsmeting. De verschillende milieukwaliteitsnormen per gebied en periode worden samengevat in Tabel 1. Als het OOG lager is dan de milieukwaliteitsnorm wordt het specifiek geluid (Lsp

[6)

getoetst aan de richtwaarde (bijlage 4.5.4 van Vlarem II ]) verminderd met vijf dB als de inrichting in gebied 1, 4, 6 of 7 ligt, ofwel aan de richtwaarde verminderd met vijf dB én het OOG als de inrichting in een ander gebied ligt. De richtwaarde is eveneens afhankelijk van het gebied van de inrichting en de periode van de geluidsmeting. De verschillende richtwaarden per gebied en periode voor de inrichtingen in open lucht zijn identiek aan de

Probleemstelling

3

milieukwaliteitsnormen in Tabel 1. Als het OOG hoger is dan de milieukwaliteitsnorm wordt het specifiek geluid getoetst aan de richtwaarden én het OOG verminderd met vijf dB. Tabel 1: Milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht in dB(A) per gebied en per periode [6]

Gebied DAG 7-19

AVOND 19-22

NACHT 22-7

1° Landelijke gebieden en gebieden voor verblijfsrecreatie 40 35 30 2° Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen

van industriegebieden niet vermeld sub 3° of van gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen

50 45 45

3° Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, van dienstverleningsgebieden of van ontginningsgebieden, tijdens de ontginning

50 45 40

4° Woongebieden 45 40 35 5° Industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor

gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en ontginningsgebieden tijdens de ontginning

60 55 55

6° Recreatiegebieden uitgezonderd gebieden voor verblijfsrecreatie 50 45 40 7° Alle andere gebieden, uitgezonderd: bufferzones, militaire

domeinen en deze waarvoor in bijzondere besluiten richtwaarden worden vastgesteld

45 40 35

8° Bufferzones 55 50 50 9° Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen

van voor grindwinning bestemde ontginningsgebieden tijdens de ontginning

55 50 45

De milieukwaliteitsnormen zijn de toetsingswaarden voor het OOG, de richtwaarden voor het specifiek geluid. Deze tabellen zijn in de huidige wetgeving identiek. In de toekomst kan er echter een opsplitsing gemaakt worden tussen de waarden waaraan het OOG en het specifiek geluid moet getoetst worden, zodat er nu reeds twee verschillende tabellen voorzien zijn. Het specifiek geluid Lsp

wordt bepaald door het logaritmisch verschil te nemen tussen het omgevingsgeluid (OG) en het OOG.

Als het specifiek geluid hoger ligt dan de toetsingswaarde, dan is de overschrijding het verschil van het specifiek geluid en de toetsingswaarde. Als het specifiek geluid getoetst wordt aan twee toetsingswaarden, dan moet tweemaal het verschil tussen het specifiek geluid en de toetsingswaarde berekend worden. De overschrijding is het maximum van de twee verschillen.

)1010log(10)

10...()

10..( GOOGO

spL −⋅=

Probleemstelling

4


richtwaarde (bijlage 4.5.4)

Het specifiek geluid wordt in de eerste stap vergeleken met de richtwaarde. Als het specifiek geluid lager ligt, dan is er geen overschrijding en zijn er vanzelfsprekend geen maatregelen nodig. Als het specifiek geluid hoger ligt dan de richtwaarde, dan moet het specifiek geluid getoetst worden aan de richtwaarde verhoogd met tien dB. Als het specifiek geluid hoger ligt dan de nieuwe toetsingswaarde, dan moet er een saneringsplan opgesteld worden. Als het lager ligt dan de nieuwe toetsingswaarde, moet de exploitant de nodige maatregelen treffen om de geluidsproductie aan de bron en de geluidsoverdracht naar de omgeving te beperken naargelang de omstandigheden en op basis van de technologisch verantwoorde mogelijkheden volgens de beste beschikbare technieken. De overschrijding is hier steeds het verschil tussen het specifiek geluid en de richtwaarde.

Probleemstelling

5


richtwaarde (bijlage 4.5.4)

Schema 4.5.6.3, schema 4.5.6.4 en schema 4.5.6.5 zijn alledrie opgebouwd volgens hetzelfde stramien. Er is slechts één vertakking in het beslissingsschema. Als het een bestaande inrichting is, dan wordt het specifiek geluid vergeleken met de richtwaarde. Is er een overschrijding, dan moet de exploitant de nodige maatregelen treffen om de geluidsproductie aan de bron en de geluidsoverdracht naar de omgeving te beperken naargelang de omstandigheden en op basis van de technologisch verantwoorde mogelijkheden volgens de beste beschikbare technieken. Is het echter een nieuwe inrichting of een verandering van een bestaande inrichting, dan wordt het specifiek geluid getoetst aan de richtwaarde verminderd met drie dB (bij schema 4.5.6.3 en 4.5.6.5) of met vijf dB (bij schema 4.5.6.4). De overschrijding is het verschil tussen het specifiek geluid en de toetsingswaarde.

Probleemstelling

6

Fig. 4: Beslissingsschema 4 ter beoordeling van het geluid [6]. Lsp = specifiek geluid, RW

= richtwaarde (bijlage 4.5.4)

Fig. 5: Beslissingsschema 5 ter beoordeling van het geluid [6]. Lsp = specifiek geluid, RW

= richtwaarde (bijlage 4.5.4)

De richtwaarden gebruikt in schema 4.5.6.3 en 4.5.6.5 worden schematisch weergegeven in Tabel 2. De richtwaarden zijn immers verschillend naargelang de meting buitenshuis of binnenshuis plaatsvindt.

Probleemstelling

7

Tabel 2: Milieukwaliteitsnormen voor geluid binnenshuis in dB(A) per gebied en per periode [6]

Gebied DAG 7-19

AVOND 19-22

NACHT 22-7

1° landelijke gebieden en gebieden voor verblijfsrecreatie 30 25 25 2° industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor

gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en ontginningsgebieden tijdens de ontginning

36 31 31

3° woongebieden en alle andere gebieden uitgezonderd deze sub 1° en sub 2° 33 28 28

Er zijn echter nog tal van uitzonderingen die van het beoordelen van het geluid een complex geheel maakt: Als het geluid in open lucht van een inrichting een incidenteel,

fluctuerend, intermitterend of impulsachtig karakter vertoont, worden de beslissingsschema’s niet gevolgd. Bij deze geluiden is er een niveauverhoging van het geluid bij bepaalde frequenties. Die verhoging wordt gemeten als LAeq,1s , dit is het constante A-gewogen geluidsdrukniveau dat gedurende één seconde een geluidsenergie veroorzaakt equivalent met het werkelijk gemeten A-gewogen geluidsdrukniveau gedurende één seconde. De LAeq,1s

Tabel 3

moet worden getoetst aan de richtwaarden uit bijlage 4.5.5.. Die richtwaarden zijn afhankelijk van het soort geluid en de status van de inrichting. Deze richtwaarden worden schematisch weergegeven in .

Tabel 3: Richtwaarden uitgedrukt als LAeq,1s in dB(A) [6]. Toepasselijke waarde =

richtwaarde in bijlage 4.5.4 verminderd met 5 (voor nieuwe inrichtingen) of richtwaarde in bijlage 4.5.4 (voor bestaande inrichtingen)

Aard van het geluid DAG 7-19

AVOND 19-22

NACHT 22-7

• fluctuerend • incidenteel

Toepasselijke waarde +15



• impulsachtig • intermitterend




Als het geluid een tonaal karakter vertoont, dan wordt het specifiek geluid

verhoogd met een beoordelingsgetal. Het beoordelingsgetal is afhankelijk van het soort analyse dat werd uitgevoerd, lineaire tertsbandanalyse of smalbandanalyse. Het beoordelingsgetal bij tertsbandanalyse bedraagt vijf dB, bij smalbandanalyse twee dB. De beoordelingsgetallen worden echter niet toegepast op intermitterende en impulsachtige geluiden.

Als het geluid een schietgeluid is dan wordt het specifiek geluid berekend aan de hand van een formule beschreven in artikel 5.32.7.2.7. van Vlarem II [6]. Het specifiek geluid is de logaritmische som van het niveau

Probleemstelling

8

van het eigenlijke schietgeluid (Lsch) en van het niveau van het overige geluid veroorzaakt door de schietstand (Lrest). Li

uur.

is het geluidsniveau afkomstig van knal i en de bijhorende inslag, n is het aantal schoten per

Om een bepaalde inrichting te beoordelen kan er gemeten worden op verschillende meetpunten. Per meetpunt kunnen er verschillende metingen plaatsvinden, bijvoorbeeld een meting van het OOG en een meting van het OG.

1.3 Vereiste functionaliteiten

De applicatie moet voldoen aan enkele vooropgestelde functionaliteiten. In de eerste plaats moet het programma gemakkelijk te installeren zijn op een PC en toepasbaar op de gegevens van verschillende soorten sonometers en geluidsanalysers. Daarnaast moet er een koppeling zijn tussen een databank en de verwerkingstool van de meetresultaten. Deze koppeling moet voor de gebruiker verborgen blijven en met één-druk-op-de-toets gerealiseerd worden. De databank moet een gebruiksvriendelijke en overzichtelijke interface naar de gebruiker toe hebben. De gegevens moeten manueel kunnen worden ingevuld. De keuze voor een manuele invoer wordt gemotiveerd door het feit dat ook de meetresultaten van oudere meettoestellen, die schriftelijk werden verwerkt in een resultatenboek, evengoed op dezelfde wijze moeten kunnen getoetst en gerapporteerd worden. Vanuit de interface moet het mogelijk zijn om nieuwe gegevens in te voeren, oude gegevens aan te passen en eventueel de gegevens van een volledig verslag te verwijderen. De bekomen resultaten, dit zijn de overschrijdingen bij een bepaalde geluidsmeting, moeten kunnen geraadpleegd worden. Er moet rekening gehouden worden bij de opbouw van de databank dat de gebruiker per meetverslag verschillende meetpunten kan selecteren en dat er per meetpunt verschillende metingen kunnen plaatsvinden. Bij eventuele verkeerde invoer moet de fout merkbaar zijn. De verwerkingstool moet de variabele inputs toetsen aan de bestaande wetgeving. Na verwerking van de inkomende gegevens moeten de resultaten in de databank gestopt worden en automatisch een meetverslag gegenereerd worden op basis van de ingevoerde gegevens en de berekende overschrijdingen. Er moet zoveel mogelijk rekening mee gehouden worden dat de wetgeving in de toekomst kan veranderen. Er kunnen bijvoorbeeld andere

23)10log(101

)10

(−⋅= ∑

=

n

i

L

sch

i

L

Probleemstelling

9

richtwaarden, milieukwaliteitsnormen of toetsingswaarden vooropgesteld worden. Hoewel de verwerkingstool verborgen blijft voor de gebruiker, moet de gebruiker wel open toegang hebben tot de tool en die eventueel kunnen aanpassen. De lay-out van het uiteindelijke meetverslag staat grotendeels vast en wordt aangereikt door de mensen van het PCM. De gegevens van de metingen en de bekomen overschrijdingen worden het best in tabelvorm weergegeven. Elk meetverslag heeft een uniek, door het PCM ingevoerd, refertenummer. Dat refertenummer bevat een stukje code dat het jaartal van het verslag omhelst. Het meetverslag moet automatisch in een map van het desbetreffende jaartal gestopt worden.

1.4 Verantwoording keuze tools

Om het verwerken van geluidsmetingen tot een meetverslag automatisch te laten gebeuren, is er dus een degelijke invulinterface, een verwerkingstool en een of andere tekstverwerkingseenheid nodig. In dit eindwerk werd geopteerd voor de Microsoft Office 2000 omgeving. De invulinterface is een serie formulieren in Access. Het verwerken van de ingevoerde gegevens gebeurt in Excel. Het meetverslag wordt vanuit Excel aangemaakt in Word. Er werd voor Microsoft

Office 2000 gekozen om verschillende redenen:

Aangezien de applicatie bedoeld is voor het personeel van het PCM, moeten de gebruikte tools voor hen makkelijk te begrijpen en te gebruiken zijn. Er moet liefst geen nieuwe software aangekocht of aangeleerd worden. Er was dan ook een vraag vanuit het PCM om de Microsoft

Office 2000 omgeving te gebruiken.

Er worden niet meer dan duizend verslagen per jaar gemaakt, zodat de Access databank voldoende groot is om de gegevens te stockeren. Indien nodig kunnen de gegevens van de Access databank ook gearchiveerd worden. De archivering kan gemakkelijk via een macro uitgevoerd worden.

De gebruikersinterface is gemakkelijk te realiseren via het aanmaken van

formulieren. Als er na verloop van tijd statistische analyse op de ingevoerde gegevens moet uitgevoerd worden is dit gemakkelijk te doen via het opstellen van een specifieke query.

Probleemstelling

10

De Microsoft Office 2000 omgeving is zeer populair in de industrie en bij overheidsinstellingen. Er zijn veel boeken beschikbaar en Microsoft

[3

Office 2000 is gemakkelijk in gebruik ]. De verschillende programma's zijn eenvoudig met elkaar te linken via de programmeertaal Visual Basic for Applications (VBA) [19]. Via VBA is het mogelijk om bepaalde taken automatisch te laten uitvoeren zonder dat de gebruiker dit hoeft te merken.

Bij Microsoft

[18

Office 2000 zijn er heel wat mogelijkheden om de overgangen tussen Access, Word en Excel eenvoudig te laten verlopen. De data kunnen overgebracht worden door gebruik te maken van ActiveX Data Objects (ADO), Open Database Connectivity (ODBC), Data Access Components (DAC), Object Linking and Embedding (OLE), Remote Data Service (RDS), e.a. ].

1.5 Voordelen applicatie

Er zijn verschillende voordelen verbonden aan de geautomatiseerde verwerking van meetresultaten tot meetverslag vergeleken met de manuele methode die nu gebruikt wordt: De automatisering zal tijdswinst tot gevolg hebben voor het personeel van

het PCM. Wanneer ze eenmaal gewoon zullen zijn met de applicatie te werken, zal het mogelijk zijn een meetverslag te genereren in een tiental minuten. Het zal immers niet meer nodig zijn om normoverschrijdingen manueel te berekenen voor routineverslagen. Enkel in de uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld als een vorig meetverslag opgevolgd wordt, zal het nodig zijn het automatisch gegenereerde meetverslag lichtjes aan te passen en eventueel te voorzien van extra commentaar.

De foutenlast wordt bovendien gereduceerd tot het uiterste minimum.

Enerzijds doordat er meer controle mogelijk is op de invoer van de meetresultaten aangezien deze invoer gebeurt met behulp van formulieren in de Access databank. Er moet voor veel parameters een keuze gemaakt worden uit een vaste keuzelijst. Bij een tegenstrijdige invoer wordt de gebruiker verwittigd via een foutmelding op een dialoogvenster. Anderzijds worden de berekeningen automatisch uitgevoerd, zodat er geen berekeningsfouten meer kunnen optreden. Het juiste beslissingsschema van de wetgeving wordt automatisch gekozen en er wordt rekening gehouden met de vele uitzonderingen.

Probleemstelling

11

De opmaak en de structuur van de meetverslagen zal automatisch

uniform zijn. Een vaste lay-out komt meer professioneel over naar de buitenwereld. De gegevens worden steeds schematisch en overzichtelijk weergegeven in vooraf gedefinieerde tabellen. De tekstopbouw van ieder verslag is gelijklopend, waardoor de structuur van het verslag herkenbaar en gemakkelijk interpreteerbaar wordt.

De gegevens worden automatisch opgeslagen in een databank. Dit zal

toelaten om er in de toekomst statistisch onderzoek mee uit te voeren. De gegevens kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om een bepaalde inrichting op te volgen.

De gegevens van oude meetverslagen kunnen in de databank ingevoerd

worden door minder gespecialiseerd personeel aangezien de interface van de applicatie erg gebruiksvriendelijk is. Dit zal bovendien de hoeveelheid meetgegevens vergroten en de relevantie van het statistische onderzoek vergroten.

De applicatie is daarenboven uiterst geschikt voor de elektronische

opslag van de gegenereerde meetverslagen. Eén verslag is immers slechts 40 kB groot. De verslagen kunnen bovendien automatisch worden opgeslagen in een map naargelang het jaar waarin de opdracht van het meetverslag ontvangen werd.

Het gebruik van een Access databank laat de gebruiker ook toe om de

gegevens te archiveren. Met behulp van specifieke query’s en macro’s kunnen de gedateerde gegevens makkelijk verplaatst worden naar een archiefdatabank.

De databank kan gemakkelijk worden uitgebreid. Als nodig blijkt dat er

meer gegevens per meetverslag moeten worden bijgehouden, kunnen er gemakkelijk extra tabellen en formulieren aangemaakt worden. Ook bestaande tabellen kunnen in Access gemakkelijk aangepast of uitgebreid worden.

Beschrijving gebruikte tools

12

2 Beschrijving gebruikte tools

2.1 Inleiding

De applicatie bestaat uit drie grote onderdelen: Access, Excel en Word. Het invullen van de gegevens gebeurt in Access. De berekende overschrijdingen worden terug in Access opgeslagen. De berekeningen van de eventuele overschrijdingen en het terugsturen van de overschrijdingen naar Access gebeurt in Excel. Ook het automatische opstellen van een meetverslag wordt gestuurd vanuit Excel. Het eindresultaat is een Word document met de beschrijving van de meetpunten, de metingen, de gevolgde strategie en de overschrijdingen. De verschillende onderdelen worden met elkaar gelinkt via Active Data Objects (ADO) en Object Linking and Embedding (OLE) [18].

2.2 Databank Automeetverslag.mdb

2.2.1 Tabellen en relaties

Bij de meetverslagen van het PCM komen regelmatig dezelfde gegevens terug, bijvoorbeeld de aanvrager van een meetverslag, de contactpersoon van het PCM, e.a.. Bij het ontwerp van de databank werd dan ook geopteerd om de gegevens van een meetverslag op te slaan in verschillende gerelateerde tabellen zonder redundante informatie. Hierdoor kan de invoer van een meetverslag versneld worden en foutvrij gehouden worden. Het aanpassen van bestaande gegevens is in deze databankstructuur ook eenvoudiger. Wanneer bijvoorbeeld het telefoonnummer van een contactpersoon wijzigt volstaat het deze gegevens aan te passen in de tabel CONTACTPERSONEN. Indien de databank slechts één grote tabel met alle gegevens van een meetverslag zou bevatten zou een dergelijke wijziging een aanpassing van alle records vereisen waarin die bepaalde contactpersoon voorkomt. In Fig. 6 wordt een overzicht gegeven van de tabellen en de relaties in de databank Automeetverslag.mdb.


13

Fig. 6: Tabellen en relaties in databank Automeetverslag.mdb

Alle tabellen hebben een uniek autonummer (vb. Id_meetverslag, Id_meetpunt,...) als primaire sleutel. Dit autonummer wordt steeds gebruikt om de relaties tussen de verschillende tabellen tot stand te brengen. Een relatie definieert de velden die twee tabellen gemeenschappelijk hebben. Het veld dat in de afhankelijke tabel overeenkomt met de primaire sleutel van de primaire tabel is de vreemde sleutel. In de tabel GEGEVENS MEETVERSLAG bijvoorbeeld wordt een contactpersoon uit de tabel CONTACTPERSONEN geïdentificeerd aan de hand van het autonummer Id_contactpersoon. Alle relaties zijn van het type een-op-veel. Bij de gepaste relaties wordt referentiële integriteit afgedwongen met als optie Gerelateerde records trapsgewijs te verwijderen. Referentiële integriteit verhindert dat de waarde van de vreemde sleutel en de overeenkomstige primaire sleutel verschillend worden. Deze relaties worden in Fig. 6 aangeduid met 1 en ∞ boven de relatie. Hierdoor is het mogelijk met één verwijderquery (zie alinea 2.2.3) op de tabel GEGEVENS MEETVERSLAG alle gegevens van een bepaald meetverslag uit de databank te verwijderen. De centrale tabel van de databank is de tabel GEGEVENS MEETVERSLAG. Deze tabel bevat de gegevens die uniek zijn voor een meetverslag: refertenummers, contactpersoon, datum verslag, gegevens over aanklager en inrichting. Voor ieder meetverslag bevat de tabel dus één record. De tabel is gerelateerd als primaire tabel aan alle tabellen van de databank die één of meerdere records


14

per meetverslag bevatten. Bij de relaties met de tabellen CONTACTPERSONEN en AANVRAGERS is de tabel GEGEVENS MEETVERSLAG echter de afhankelijke tabel. Er worden in deze relaties geen referentiële integriteit afgedwongen aangezien bij het verwijderen van een meetverslag uit de databank de aanvrager en de contactpersoon niet mogen verwijderd worden. Aangezien bij een meetverslag meerdere algemene meetapparaten moeten kunnen opgenomen worden, linkt de tabel ALGEMENE MEETAPPARATUUR PER

MEETVERSLAG een meetverslag aan meetapparaten uit de tabel MEETAPPARATUUR. Met algemene meetapparaten worden in deze context alle meetapparaten bedoeld met uitzondering van sonometers, geluidsanalysers en kalibratietoestellen. Veelgebruikte meetapparaten zijn bijvoorbeeld anemometers, microfoons, e.a.. De tabel MEETAPPARATUUR bevat de gegevens van de meetapparaten: naam, datum aankoop/invoer, datum laatste herstelling en een code: “SON” voor sonometers en geluidsanalysers, “KAL” voor kalibratietoestellen en “AND” voor andere meetapparaten. Aan de hand van deze code kunnen query’s opgesteld worden gebaseerd op het type van het meetapparaat (zie alinea 2.2.3). Alhoewel in Fig. 1 de tabel MEETAPPARATUUR drie keer weergegeven wordt bevat de databank deze tabel slechts één keer. In de tabel SONOMETER EN KALIBRATIEBRON worden voor de verschillende meetverslagen combinaties sonometer-kalibratiebron samen met de kalibratiegegevens opgeslagen. Deze gegevens worden in een aparte tabel opgeslagen zodat in de tabel METINGEN kan aangegeven worden met welke combinatie sonometer-kalibratiebron de meting uitgevoerd werd. Hierdoor wordt vermeden dat bij iedere meting steeds alle gegevens over de gebruikte sonometer en zijn kalibratie moeten ingegeven worden. Meestal worden immers verschillende metingen uitgevoerd met een bepaalde combinatie sonometer-kalibratiebron. De tabel is gerelateerd met de tabellen METINGEN en

MEETAPPARATUUR. Bij een meetverslag kunnen metingen uitgevoerd worden op verschillende fysieke locaties. In de tabel MEETPUNTEN worden de gegevens die afhangen van deze fysieke locatie opgeslagen. De tabel is gerelateerd met de tabellen GEBIEDEN VOLGENS VLAREM II en METINGEN. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen meetpunten en metingen aangezien op een meetpunt meerdere metingen kunnen uitgevoerd worden. De tabel GEBIEDEN VOLGENS VLAREM II bevat de richtwaarden en de milieukwaliteitsnormen per periode voor de verschillende gebieden. Deze richtwaarden en normen worden doorgegeven naar Excel bij de verwerking van een meetverslag. Bij de berekening van de eventuele overschrijding worden deze waarden gebruikt voor de berekening van


15

de normen, waaraan het specifieke geluid getoetst moet worden. Indien de wetgeving in de toekomst verandert kunnen de waarden in deze tabel aangepast worden. De tabel METINGEN bevat de eigenlijke meetgegevens. Naast het geluidsniveau, meetperiode,… van de meting zijn in de tabel ook velden voorzien voor parameters die nodig zijn indien de meting een uitzonderlijk karakter heeft (tonaliteit, LAeq,1s

,…). Voor een OG meting kan aangegeven worden dat voor de berekening van het specifieke geluid een OOG meting van een ander meetpunt gebruikt moet worden. Dit is nodig aangezien het niet altijd mogelijk is een OOG meting uit te voeren op het meetpunt van de OG meting. De tabel is gerelateerd met tabellen MEETPUNTEN en SONOMETERS EN KALIBRATIEBRONNEN.

Na de berekening van de eventuele overschrijdingen in Excel wordt in de tabel OVERSCHRIJDINGEN voor iedere meting, uitgezonderd de metingen voor de bepaling van het OOG, een record toegevoegd. Naast de overschrijding bevat de tabel extra gegevens: het meetpunt, de artikelnummers uit Vlarem II waarmee de overschrijding vastgesteld werd, de normen waaraan het specifiek geluid getoetst werd en het berekende specifiek geluid. Wanneer bij de overschrijdingen en de normen voor een bepaalde periode de waarde 9999 ingevuld is geeft dit aan dat de meting voor deze periode niet van toepassing is. De databank bevat ook nog twee tabellen die een logboek-functie hebben: UITVOER MEETVERSLAG, waarin het autonummer en de datum van de uitvoer van de uitgevoerde meetverslagen bijgehouden wordt, en VERWIJDER MEETVERSLAG met gelijkaardige informatie over de verwijderde meetverslagen. In deze laatste tabel wordt evenwel het refertenummer van het meetverslag opgeslagen in plaats van het autonummer aangezien de betekenis van het autonummer na het verwijderen van een meetverslag eerder beperkt is. De overige tabellen bevatten basisgegevens die bij een meetverslag kunnen ingevuld worden. Deze tabellen worden enkel gebruikt als basis voor de query’s (zie alinea 2.2.3) die opgesteld werden voor de besturingselementen met keuzelijst in de verschillende formulieren. Een belangrijk voordeel van deze aanpak is het feit dat de keuzelijsten eenvoudig kunnen uitgebreid worden door in de tabellen extra records toe te voegen.

2.2.2 Formulieren

In Access kan met behulp van formulieren op een eenvoudige manier gegevens in tabellen bekeken, ingevoerd en gewijzigd worden. Dit is de voornaamste


16

reden waarom voor Access gekozen werd als invoerapplicatie. Formulieren laten ook meer controle over de invoer van de gegevens toe, waardoor de kans op fouten afneemt. Voor alle tabellen, waarin gegevens moeten ingevoerd of bekeken worden, werden formulieren aangemaakt. Deze formulieren werden zo overzichtelijk mogelijk opgemaakt. Hierbij werd de logische volgorde voor het invullen van de gegevens zoveel mogelijk gerespecteerd. Er werd voor een sobere opmaak geopteerd om het geheel niet te schreeuwerig te maken. Voor de invoer van vreemde sleutelvelden in gerelateerde tabellen wordt steeds gebruik gemaakt van besturingselementen die de gebruiker laten kiezen uit een keuzelijst. In deze lijsten kan steeds gekozen worden tussen de waarden van een veld in de primaire tabel die voor de gebruiker meer betekenis hebben dan de autonummers die eigenlijk in de afhankelijke tabel ingevoerd worden. Dit kan gerealiseerd worden doordat voor deze besturingselementen als rijbron een query opgegeven wordt. De afhankelijke kolom geeft het veld van de query aan dat opgeslagen wordt in de afhankelijke tabel. De velden van de query die zichtbaar moeten zijn in de keuzelijst kunnen ingesteld worden door de gepaste kolombreedtes in te stellen op nul cm. Met het formulier INVULLEN MEETPUNTEN

EN METINGEN bijvoorbeeld kan het vreemde sleutelveld Id_meetverslag van de tabel GEGEVENS MEETVERSLAG ingevuld worden aan de hand van een keuzelijst met de refertenummers van de reeds ingevoerde meetverslagen. Hieronder worden de meer complexe formulieren, namelijk deze voor het invullen van een meetverslag, bondig besproken in de volgorde waarin ze ingevuld moeten worden. Voor een gedetailleerde bespreking van de formulieren wordt verwezen naar de handleiding van de applicatie (zie appendix A). Het eerste formulier INVULLEN GEGEVENS MEETVERSLAG met subformulier ALGEMENE MEETAPPARATUUR PER MEETVERSLAG heeft als gegevensbron de tabellen GEGEVENS MEETVERSLAG en ALGEMENE MEETAPPARATUUR PER

MEETVERSLAG. Er werd geopteerd om met een subformulier te werken omdat bij ieder meetverslag (één record in de eerste tabel) meerdere algemene meetapparaten kunnen opgegeven worden (meerdere records in de tweede tabel). In het subformulier kunnen meerdere records onder mekaar weergegeven worden, waardoor de invoer van de algemene meetapparaten overzichtelijker kan gebeuren. Door dit type formulier te gebruiken is het ook niet meer nodig om voor ieder algemeen meetapparaat het Id_meetverslag in te vullen. Het volgende formulier, INVULLEN SONOMETERS EN KALIBRATIEBRONNEN BIJ

MEETVERSLAG, heeft als gegevensbron de tabel SONOMETER EN KALIBRATIEBRON. Het derde formulier INVULLEN MEETPUNTEN EN METINGEN met subformulier


17

METINGEN heeft als gegevensbron de tabellen MEETPUNTEN en METINGEN. Aangezien op ieder meetpunt verschillende metingen kunnen uitgevoerd worden, werd opnieuw geopteerd om met een subformulier te werken.

2.2.3 Query’s

De gebruikte query’s kunnen onderverdeeld worden volgens hun functie: Query’s voor uitvoer naar Excel

alggegmeetapparatuur, alggegmeetpunten, alggegmeetverslag, alggegmetingen, alggegsonometer, tussenquery laatste meetverslag

De uitvoer van de gegevens van een meetverslag naar Excel gebeurt door in het switchboard MEETVERSLAGEN de optie Meetverslag verwerken te selecteren. In het formulier UITVOER MEETVERSLAG dat hierdoor geopend wordt, kan dan met behulp van een keuzelijst het uit te voeren meetverslag geselecteerd worden. Door op de knop Verwerken meetverslag te klikken wordt het formulier gesloten en wordt een record toegevoegd in de tabel UITVOER MEETVERSLAG (zie alinea 2.2.1). De tussenquery laatste meetverslag selecteert uit deze tabel het autonummer Id_meetverslag van het meetverslag in de laatste record. Dit gebeurt door de records volgens aflopend autonummer Id_uitvoer te sorteren en daarna een filter toe toe te passen waarbij enkel de eerste record weerhouden wordt. De overige query’s selecteren de uit te voeren gegevens uit de verschillende tabellen. Door in het veld Id_meetverslag het criterium [tussenquery laatste meetverslag]![Id_meetverslag] op te geven bevatten deze query’s enkel de gegevens van het meetverslag dat het laatst voor uitvoer geselecteerd werd. De query’s worden uitgevoerd naar Excel met behulp van ADO-automatisering. Er werd gekozen om vijf afzonderlijke query’s uit te voeren omdat in Excel dan zeer eenvoudig het aantal algemene meetapparaten, meetpunten, metingen,… kan geteld worden (door voor iedere opgehaalde query het aantal rijen tot de eerste lege rij te tellen).

Query’s voor keuzelijsten in de besturingselementen van formulieren ComboAanvragers, ComboContactpersoon, ComboGebieden, ComboRefertenummer


18

Deze query’s worden gebruikt voor de keuzelijsten van besturingselementen die zorgen voor de invoer van vreemde sleutelvelden in afhankelijke tabellen. Ze bevatten steeds twee velden: het autonummer dat in het sleutelveld moet ingevoerd worden en het veld dat de gegevens bevat die in de keuzelijst moeten weergegeven worden.

ComboAndereToestellen, ComboKalibratietoestellen, ComboSonometers

Deze query’s hebben dezelfde functie als de vorige. Ze bevatten echter drie velden: autonummer Id_meetapparaat, naam meetapparaat en Id_code. Het laatste veld wordt niet weergegeven in het resultaat van de query. Het veld wordt enkel gebruikt om uit de tabel MEETAPPARATUUR de algemene meetapparaten, de kalibratietoestellen en de sonometers te selecteren (met behulp van criteria “AND”, “KAL” en “SON” respectievelijk). De query’s maken het mogelijk om voor besturingselementen, die dienen voor de invoer van het autonummer van een meetapparaat, een keuzelijst weer te geven waarin enkel de gepaste meetapparaten voorkomen.

ComboSonenKal

Deze query wordt gebruikt voor de keuzelijst van het besturingselement dat in het subformulier METINGEN dient voor de invoer van het Id_tabel_sono_en_kal in het sleutelveld van de tabel METINGEN. De query is gebaseerd op de tabellen SONOMETER EN KALIBRATIEBRON en MEETAPPARATUUR en bevat vijf velden: autonummer Id_tabel_sono_en_kal, Id_meetverslag, naam apparaat, Id_sonometer en onze referte. De records worden aflopend gesorteerd volgens het veld Id_meetverslag. In de keuzelijst van het besturingselement komen de laatst ingevoerde combinaties sonometer-kalibratiebron hierdoor bovenaan te staan. De combinaties worden in de keuzelijst weergegeven door de naam van de sonometer en het refertenummer van het meetverslag waarvoor de combinatie opgegeven werd.

Verwijderquery

Verwijderquery meetverslag

Het verwijderen van een meetverslag uit de databank gebeurt door in het switchboard MEETVERSLAGEN de optie Meetverslag verwijderen te


19

selecteren. In het formulier VERWIJDER MEETVERSLAG kan in de keuzelijst van het besturingselement opgegeven worden welk meetverslag verwijderd moet worden. Door op de knop Meetverslag verwijderen te klikken wordt de actie-query Verwijderquery meetverslag uitgevoerd op de tabel GEGEVENS MEETVERSLAG. Doordat bij de query het criterium [forms]![Verwijder meetverslag]![refertenr] opgegeven werd voor het veld onzereferte wordt enkel de record van het geselecteerde meetverslag verwijderd. Aangezien alle tabellen die gegevens over een meetverslag bevatten gerelateerd zijn met optie Gerelateerde records trapsgewijs verwijderen (zie alinea 2.2.1) worden met deze query alle gegevens van een bepaald meetverslag in één keer verwijderd. De referentiële integriteit zorgt er hier voor dat de databank niet bevuild raakt met gegevens die ‘achterblijven’.

2.2.4 Switchboard MEETVERSLAGEN

Het switchboard MEETVERSLAGEN, een speciaal soort formulier, is de gebruikersinterface van de databank. Deze interace werd ontwikkeld om de gebruiker toe te laten de databank op een eenvoudige manier te beheren. Vanaf dit switchboard kunnen de formulieren geopend worden om een nieuw meetverslag in te vullen, de gegevens van een bestaand meetverslag aan te passen, een meetverslag te verwerken of te verwijderen, de basisgegevens aan te passen,… . Voor een volledige beschrijving van de structuur en de werking van het switchboard wordt verwezen naar de handleiding (zie Appendix A).

2.3 Werkboek Automeetverslag.xls

Het werkboek Automeetverslag.xls is de verwerkingstool van de applicatie. Hier worden de gegevens uit Access opgehaald via ADO-automatisering [5]. De eventuele overschrijdingen worden berekend en uitgevoerd naar Access. De gegevens en zinnen die in het meetverslag terechtkomen, worden in Excel samengesteld. De link tussen Excel en Word gebeurt via OLE-automatisering [5]. Het werkboek omvat zeven werkbladen. Er zijn werkbladen voorzien voor de invoer uit de databank, de berekening van de overschrijding, de uitvoer naar de databank, de berekening en samenstelling van de zinnen die in het meetverslag terechtkomen en om aanpassingen te maken. De laatste twee werkbladen bevatten informatie over de namen van de verschillende gebieden en de formules die gebruikt werden.


20

2.3.1 Werkblad INVOER UIT DB

Het eerste werkblad, INVOER UIT DB, vangt de data afkomstig van de vijf uitvoerquery's uit Access op. In het werkblad zijn er een aantal startcellen voorzien. Elk van de vijf query's wordt ingevoerd via ADO-automatisering na één van de startcellen. Zo worden bijvoorbeeld de gegevens uit de query alggegmeetverslag ingevoerd na de cel startcel_meetverslag. De gegevens van de metingen, afkomstig van de query alggegmetingen, worden automatisch gefilterd via VBA. Alle metingen van het OOG worden zo gescheiden van de metingen van het OG. De gefilterde gegevens worden verder in INVOER UIT DB opgeslagen. Het werkblad is gedimensioneerd voor de invoer van een meetverslag met twintig verschillende metingen van het OG. Uit navraag bleek immers dat er uiterst zelden meer dan vijf metingen van het OG worden uitgevoerd per meetverslag. De applicatie is overgedimensioneerd met een factor 4 zodat de applicatie bijna alle meetverslagen zal kunnen genereren. Aangezien het mogelijk moest zijn om een meting van het OG te koppelen aan een meting van het OOG dat op een ander meetpunt werd uitgevoerd, kunnen er veertig verschillende meetpunten ingevoerd worden per meetverslag. De afstand tussen de verschillende startcellen is dan ook gedimensioneerd op maximum veertig meetpunten, maximum veertig verschillende metingen, maximum veertig verschillende meettoestellen, maximum twintig metingen van het OG en twintig metingen van het OOG.

2.3.2 Werkblad BEWERKINGEN

In het tweede werkblad, BEWERKINGEN, worden de meeste berekeningen uitgevoerd. Het werkblad is opgedeeld in vier grote gebieden. Elk gebied bestaat uit iets meer dan twintig rijen: de titelcellen en twintig rijen om de metingen te verwerken. De verschillende gebieden zijn lichtgrijs ingekleurd. In het eerste gebied worden de gegevens uit het werkblad INVOER UIT DB gesorteerd per meting van het OG. De overeenkomstige meting van het OOG wordt bij de juiste meting van het OG geplaatst. Het werkblad BEWERKINGEN is dan ook gedimensioneerd om tot twintig metingen te kunnen verwerken. In het tweede gebied wordt per meting van het OG het specifiek geluid berekend. Er wordt ook rekening gehouden met de verschillende uitzonderingen:

• het vertonen van een tonaal karakter in tertsband of smalband • het OG is fluctuerend, incidenteel, impulsachtig of intermitterend


21

• het geluid is een schietgeluid In het derde gebied wordt per meting de eventuele overschrijding en de norm waaraan het specifiek geluid moet getoetst worden berekend. Het artikelnummer waarop de berekening van de overschrijding gebaseerd is, wordt eveneens bepaald. In het vierde gebied worden de gegevens nog eens gebundeld per meting zodat ze gemakkelijk via een macro naar het werkblad UITVOER NAAR DB kunnen gekopieerd worden. Als bijvoorbeeld de periode van de meting dag was, dan wordt het getal 9999 als overschrijding ingevoerd, een lege string bij het artikelnummer en nog eens 9999 bij de norm van de meting. Het getal 9999 is een aanduiding dat de overschrijding of de norm niet van toepassing is voor de betreffende periode.

2.3.3 Werkblad UITVOER NAAR DB

De gegevens uit het vierde gebied van het werkblad BEWERKINGEN worden via een macro naar het werkblad UITVOER NAAR DB gekopieerd. Zo staan de gegevens die terug worden gestuurd naar de databank steeds bovenaan een werkblad. De gegevens kunnen op die manier gemakkelijk geselecteerd worden en in de databank gestopt. Daarnaast hebben eventuele veranderingen in het werkblad BEWERKINGEN geen enkele invloed op de uitvoer naar de databank.

2.3.4 Werkblad NAAR WORD

Alle gegevens die uiteindelijk in het meetverslag terechtkomen worden in het werkblad NAAR WORD berekend. Het werkblad is opgedeeld vijf grote gebieden die lichtgrijs gekleurd zijn. Alle gegevens die naar Word worden uitgevoerd zijn donkergrijs gekleurd. De eerste drie gebieden bestaan uit 42 rijen, namelijk de hoofding en 40 rijen voor mogelijke gegevens. De laatste twee gebieden bestaan uit 22 rijen, de hoofding en twintig rijen voor de gegevens over de metingen. Het eerste gebied bevat de gegevens over de verschillende meetpunten. Er is plaats voorzien voor maximaal veertig meetpunten. Het tweede en het derde gebied bevatten gegevens over de meettoestellen. Ook hier is plaats voorzien voor maximaal veertig meettoestellen. Het vierde en het vijfde gebied bevatten de gegevens over de metingen van het OG. Er is plaats voorzien voor maximaal twintig metingen. In het vierde gebied zitten de gegevens over de meting van het OG zelf. Die gegevens worden in een


22

tabel in het meetverslag gestopt. Het vijfde gebied bevat de gegevens over de overschrijdingen en normen per meting. Die gegevens komen in een tweede tabel in het meetverslag terecht. De verklarende zinnen over het beslissingsschema dat werd gevolgd met de eventuele uitzonderingen, worden ook in het vijfde gebied aangemaakt.

2.3.5 Werkblad AANPASSINGEN

Eén van de belangrijkste eigenschappen die de applicatie moet bezitten, is de mogelijkheid om eventuele veranderingen in de toekomst zo eenvoudig mogelijk op te vangen. In die optiek werd het werkblad AANPASSINGEN aangemaakt. In dit werkblad staan alle variabelen die kunnen aangepast worden. Het werkblad bestaat uit twee grote delen: een deel met mogelijke aanpassingen in het werkblad BEWERKINGEN en een deel met mogelijke aanpassingen in het werkblad NAAR WORD. Het werkboek Automeetverslag.xls blijft tijdens de applicatie verborgen voor de gebruiker. Alle macro's nodig bij het verwerken van meetgegevens worden automatisch opgeroepen bij het openen van Automeetverslag.xls vanuit Access. Als de gebruiker een aanpassing wil maken in het werkblad AANPASSINGEN, dan moet hij Automeetverslag.xls openen en maakt hij zo automatisch een meetverslag aan. Om dit te vermijden werd een tweede werkboek aangemaakt, namelijk Aanpassingen_automeetverslag.xls. Bij het genereren van een meetverslag worden steeds automatisch de laatste gegevens uit het werkblad AANPASSINGEN van werkboek Aanpassingen_automeetverslag gekopieerd naar het werkblad AANPASSINGEN in Automeetverslag.xls. Voor meer uitleg over de aanpassingen zie alinea 2.4 .

2.3.6 Werkbladen namen gebieden en formules uitgewerkt

Deze twee werkbladen zijn bedoeld als opzoekfeature voor de gebruiker. Als de gebruiker genoodzaakt wordt om enkele formules in Automeetverslag.xls aan te passen, bijvoorbeeld door een ingrijpende wetswijziging, dan kunnen deze twee werkbladen als hulpmiddel daartoe dienen. In het werkblad NAMEN GEBIEDEN wordt er meer informatie verstrekt over de namen die bepaalde gebieden gekregen hebben. Het werkblad is opgedeeld in vier kolommen. In de eerste kolom staat de naam van het gebied, in de tweede kolom staat de cel of het bereik van cellen waarnaar de naam verwijst. In de


23

derde kolom staat de effectieve waarde van de cel en in de laatste kolom staat een omschrijving van de inhoud van de cel. In het werkblad FORMULES UITGEWERKT wordt er meer informatie verstrekt over de gebruikte formules in de werkbladen BEWERKINGEN en NAAR WORD. Het werkblad is schematisch opgebouwd. Alle formules worden één voor één afgelopen, beginnend bij de eerste formule van het werkblad BEWERKINGEN en eindigend met de laatste formule van het werkblad NAAR WORD. Bij elke formule wordt de cel van voorkomen, de formule zelf en een summiere uitleg gegeven.

2.3.7 Beveiliging

Het werkboek Automeetverslag.xls is beveiligd tegen het overschrijven van de formules. In het werkblad BEWERKINGEN werden de vier formulegebieden beveiligd. Op celniveau is de beveiliging op geblokkeerd geplaatst, het werkblad zelf is op alleen-lezen gezet. Ook in het werkblad NAAR WORD werden de formulegebieden op die manier beveiligd. De beveiliging zorgt ervoor dat een derde de formules niet kan wijzigen, zodat de applicatie niet vast kan lopen in het werkboek Automeetverslag.xls. In het werkblad UITVOER NAAR DB zijn de hoofdingen, dit is de eerste rij, beveiligd. Als de hoofding aangepast zou worden, dan komen de berekende waarden niet meer correct in de databank terecht. Het paswoord van de verschillende werkbladen die beveiligd werden, worden meegegeven via het README-bestandje op de CD-ROM.

2.4 Werkboek Aanpassingen_automeetverslag.xls

Dit werkboek werd aangemaakt om te vermijden dat bij eenvoudige aanpassingen het werkboek Automeetverslag.xls moet worden geopend. Er kunnen verschillende gegevens aangepast worden in het werkblad AANPASSINGEN. Alles wat kan worden aangepast is in het rood weergegeven. Iedere zin over de meetpunten, de metingen, de beslissingsschema’s en de uitzonderingen hierop kan worden gewijzigd. Eventuele wetswijzigingen zijn op twee manieren opgevangen. Als de artikelnummers veranderen, kunnen die gemakkelijk worden gewijzigd in AANPASSINGEN. Als er een getal verandert in de wetgeving, zoals bijvoorbeeld een beoordelingsgetal, dan kan dat getal ook veranderd worden. Als echter de beslissingsschema’s veranderen in de wetgeving, dan moeten de formules in het werkblad BEWERKINGEN van Automeetverslag.xls aangepast worden.


24

Aanpassingen_automeetverslag.xls is identiek opgebouwd als het werkblad AANPASSINGEN in Automeetverslag.xls. Aangezien bij het genereren van een meetverslag het werkblad AANPASSINGEN uit Aanpassingen_automeetverslag.xls gekopieerd wordt naar het werkblad AANPASSINGEN in Automeetverslag.xls, mag niet worden geraakt aan de lay-out van Aanpassingen_automeetverslag.xls.

2.5 Document Automeetverslag.doc

Automeetverslag.doc is het basisdocument in Word. De gegevens uit het werkblad NAAR WORD komen in dit document terecht. Automeetverslag.doc is opgemaakt conform de meetverslagen verkregen van het PCM. Automeetverslag.doc is opgedeeld in negen paragrafen. Er zijn verschillende bladwijzers in het document opgenomen. De bladwijzers worden gebruikt om vanuit het werkblad NAAR WORD van Automeetverslag.xls de gegevens in Automeetverslag.doc te krijgen. Vanuit Automeetverslag.xls worden de gegevens van de metingen na een bepaalde bladwijzer in Automeetverslag.doc geplaatst. Zo wordt bijvoorbeeld de aanvrager (cel aanvrager in Automeetverslag.xls) na de bladwijzer bladw_aanvrager ingevoerd. Het geluidsniveau, de parameter, de periode en de tijdstippen van de metingen worden in een tabel weergegeven (zie

Tabel 4). De tabel is reeds aangemaakt in Automeetverslag.doc. Er staan echter nog geen gegevens in de tabel. De gegevens worden automatisch vanuit Automeetverslag.xls in de tabel gestopt. Ook de overschrijding, het specifiek geluid en de norm per meting van het OG worden op die manier in een tabel gestopt (zie Tabel 5). De verdere bespreking van het automatisch aanvullen van de tabellen wordt in alinea 3.5.2. weergegeven.

Tabel 4: Samenvatting akoestische parameters per meting OG

Meting O.G. O.O.G.

N Meetp. o dB (param.) t t1 T 2 Meetp. dB

(param.) t t1 T 2


25

Tabel 5: Specifiek geluid, norm en eventuele overschrijding per meting OG

Meting Periode Specifiek geluid dB(A)

Norm dB(A)

Overschrijding dB(A)

Het volledig ingevulde Worddocument wordt automatisch opgeslagen in een map die afhankelijk is van het jaartal van het meetverslag. Het meetverslag wordt opgeslagen onder de naam van het refertenummer. Op die manier wordt er niet geraakt aan het oorspronkelijke Automeetverslag.doc. In Automeetverslag.doc zijn enkele zinnen opgenomen die in elk verslag standaard voorkomen. Deze zinnen kunnen enkel aangepast worden in het document Automeetverslag.doc zelf.

Automatisering

26

3 Automatisatering

3.1 Inleiding

In de Microsoft®

[18

Office 2000 omgeving zijn er heel wat mogelijkheden om data uit te wisselen. Universal Data Access (UDA) is de strategie van Microsoft om toegang tot verschillende typen van informatie, zowel relationele als niet relationele, te verkrijgen ]. Deze toegang wordt verwezenlijkt met de hulp van vier sleuteltechnologieën [20]:

• ODBC • OLE DB • ADO • RDS

Open Database Connectivity (ODBC) is een internationale standaard voor het manipuleren van relationele data tussen verschillende databanken, gebruik makend van de SQL (Structured Query Language) synthax. ODBC heeft het voordeel dat het een internationale standaard is die de gebruiker toelaat om een grote hoeveelheid relationele data te verwerken tussen verschillende ODBC drivers. ODBC heeft als voornaamste nadeel dat het gelimiteerd is tot relationele data die gebaseerd zijn op de SQL synthax. Object Linking and Embedding Database (OLE DB) is de laag-niveau interface tot de data. OLE DB is een specificatie voor data interfaces die werd ontworpen om verschillende data, van alle types of groottes, naadloos met elkaar te laten werken. AxtiveX Data Objects (ADO) is een hoog-niveau, taal-neutrale interface tot de data. ADO voorziet in een consistente toegang tot de data, voor zowel het creëren van een databank als het creëren van een object, gebruik makend van een applicatie, een tool, een taal of zelfs een Internet browser. ADO is de definitieve OLE DB gebruiker. De Microsoft Remote Data Service (RDS) laat de gebruiker toe om een ADO recordset te gebruiken vanop afstand via HTTP, HTTPS of Distibuted Component Object Model (DCOM). RDS was oorspronkelijk ontwikkeld voor webgebaseerde cliënten, maar kan ook gebruikt worden in gelijk welke ontwikkelingsomgeving of programmeertaal.

Automatisering

27

Deze vier technologieën worden gecombineerd in de Microsoft Data Access Components (MDAC). Er zijn drie belangrijke releases geweest van MDAC componenten.

• MDAC 1.0 bevat ODBC 3.0, OLE DB 1.1, ADO 1.0 en de Advanced Data Connector 1.0 (voorloper van RDS).

• De MDAC 1.5 bevat ODBC 3.5, OLE DB 1.5, ADO 1.5 en RDS 1.5. • De MDAC 2.0 omvat ODBC 3.51, OLE DB 2.0, ADO 2.0 en RDS 2.0.

De samenhang van de verschillende componenten wordt schematisch weergegeven in Fig. 7.

Fig. 7: Architectuur Universal Data Access [18]

Het framework voor het ontwikkelen en ondersteunen van programma objecten is het Component Object Model (COM). COM staat in voor de onderliggende interface diensten, het beheer van de levenscycli (bepalen wanneer een object van een systeem wordt verwijderd), het toekennen van toegangsbewijzen en het aanbieden van evenement services (een object activeren als gevolg van een evenement dat in een ander object gebeurde).

Automatisering

28

3.2 ActiveX Data Objects (ADO)

3.2.1 Inleiding

ActiveX Data Objects laat de ontwikkelaar toe om een applicatie te maken om data van een databank server op te halen en te manipuleren via een OLE DB provider [1] (zie ook alinea 3.1). Om te kunnen interageren met een databank server moet de ontwikkelaar een script schrijven dat ActiveX Data Objects creëert. De gebruiker kan via ADO een connectie met een databank openen, een connectie onderhouden, data opvragen, updates uitvoeren, data verwijderen en data toevoegen [8].

3.2.2 Het ADO-programmeermodel

Het ADO-programmeermodel wordt weergegeven in Fig. 8. Het diagram toont de verschillende objecten en de relatie van de objecten tot elkaar. De ADO-programmeertaal is een object georiënteerde taal. Er zijn drie belangrijke objecten binnen ADO, namelijk de commando-, connectie- en recordsetobjecten [10] [11]. Als je één van de drie objecten gebruikt, worden de andere twee automatisch gecreëerd. Elk van de drie objecten hebben verschillende properties, events en methoden.

Fig. 8: Het ADO-programmeermodel [11]

Automatisering

29

• Het commando-object Het commando-object representeert een commando, dit is een query of statement, dat kan uitgevoerd worden door de gegevensbron. Het commando-object is optioneel in het ADO-programmeermodel omdat sommige dataproviders geen uitvoering van een commando aanbieden. In de meeste gevallen is het commando een SQL statement of een andere taal dat de dataprovider herkent. Het commando kan ook een oproep van een opgeslagen procedure in de databank zijn. Het commando-object omvat een collectie van parameterobjecten. Een parameterobject stelt een parameter van een commando voor. De ontwikkelaar kan expliciet een parameterobject aanmaken en aan de parametercollectie toevoegen om de dure kost van het oproepen van een parameter te vermijden. Een commando kan uitgevoerd worden via de execute-methode of de ontwikkelaar kan een recordsetobject creëren en een commando-object met de recordset associëren. Op die manier moet de ontwikkelaar het commando-object niet specifiek oproepen.

• Het connectie-object

Het connectie-object is de link tussen de applicatie en de databank zelf. Deze link moet initieel geopend worden en gesloten wanneer de gebruiker ermee ophoudt. Er zijn heel wat default properties voor een connectie-object, zodat in 99% van de tijd de ontwikkelaar het connectie-object niet specifiek moet oproepen.

• Het recordsetobject Het recordsetobject is het meest complexe object van het ADO-model. In dit object worden de meeste functionaliteiten geprogrammeerd. Een recordsetobject is een container voor een cursor. Een cursor is een voorlopige tabel die wordt aangemaakt door een query uit te voeren op een tabel in een databank. De cursor bestaat niet in een file, het wordt opgeslagen in het geheugen, maar het gedraagt zich zoals en heeft alle karakteristieken van een databanktabel. De cursor heeft rijen (records) en kolommen (velden). Het openen van een recordset gebeurt het de commando:

Automatisering

30

<RecordSetName>.Open bron, connectie, cursor, lock, type. De bron is een commando-object of een string die een query bevat. De connectie is een connectie-object of een string die informatie over een connectie bevat. De cursor is een getal dat het type van recordsetcursor vastlegt (default ForwardOnly). De lock is een getal dat het locktype vastlegt (default ReadOnly). Het type is een getal dat gebruikt wordt om een commandotype of een commando-object toe te wijzen (default Unknown). Het fieldobject stelt een kolom in een recordset voor. Een fieldobject kan gebruikt worden om waarden op te halen en te wijzigen. Het errorobject stelt een fout voor die optreedt bij de connectie met een databank.

Bij dit eindwerk werd gebruik gemaakt van het ADO-programmeermodel. De connecties met de databank vanuit Automeetverslag.xls werden gerealiseerd via het opstellen van een connectie-object en recordsetobject (zie alinea 3.1).

3.3 Object Linking and Embedding (OLE)

3.3.1 Inleiding

Object Linking and Embedding (OLE) is een object-georiënteerde technologie die de ontwikkeling van herbruikbare softwarecomponenten mogelijk maakt. Het OLE component object model was een fundamentele shift in de manier waarop applicaties worden geschreven [15]. In plaats van de traditionele procedurale programma's, waarin elke component de functionaliteiten dat het nodig heeft omvat, laat de OLE architectuur toe om objecten die een specifieke functionaliteit bezitten te delen. Zaken zoals tekstdocumenten, figuren, excelbladen, mailboodschappen, geluidsdocumenten en grafische elementen worden allemaal als objecten aangemaakt in de OLE applicatie. OLE objecten worden ondersteund door het Windows® platform en het Macintosh® platform en vormen de funderingen voor de Windows®

[15 besturingssystemen van de toekomst

]. OLE DB (zie ook alinea 3.1) is de interface van Microsoft tot de diverse databronnen op systeemniveau. OLE DB specificeert een set van Component Object Model (COM) interfaces dat verschillende databankbeheersystemen omvat. Deze interfaces laten de ontwikkelaar toe om software componenten te creëren die op het Universal Data Access platform werken [18].

Automatisering

31

OLE DB heeft verschillende voordelen [15]:

• OLE DB heeft geen beperkingen op de gebruikte query synthax, noch op de structuur van de data.

• Wanneer een ontwikkelaar een programmeertaal die OLE DB ondersteunt gebruikt, worden de verschillende data als een homogene bron aanzien. Zo voorziet Microsoft een object georiënteerde manier om alle OLE DB data te manipuleren. Dit gebeurt aan de hand van ActiveX Data Objects (ADO).

• Er is een volledige integratie met ODBC. OLE DB data tools en talen hebben volledige toegang tot de ODBC drivers en de data gebaseerd op ODBC.

3.3.2 Automatisering met OLE

OLE is dus een technologie die de gebruiker toelaat om een object, zoals een cel of bereik van cellen in Excel, in een ander document (bijvoorbeeld een Worddocument) te plaatsen (embedded) en/of te linken (linking) [7]. OLE speelt een belangrijke rol in de automatisering van een applicatie. Automatisering is de mogelijkheid om een applicatie te controleren vanuit een andere applicatie. Visual Basic for Applications (VBA) is een scriptingtaal die veelvuldig gebruik maakt van automatisering. In VBA wordt een OLE object aangemaakt via de instructie:

Dim <naam> as <naamApplicatie>.<object> De naamApplicatie is de applicatie waarvan je een document wil openen, dit kan bijvoorbeeld Word zijn. Het object kan een document of een applicatie zijn. Om bijvoorbeeld een Wordobject aan te maken via OLE, moet er eerst een applicatie en een Worddocument worden aangemaakt. Dit gebeurt via de instructies: Dim <naamApp> as Word.Application Dim <naamDoc> as Word.Document Om de OLE objecten te kunnen manipuleren in VBA, moet de applicatie geïnitialiseerd worden via de instructie: Set <naam> = <initialisatie>

Automatisering

32

De initialisatie kan het aanmaken van een nieuw object zijn, dan wordt de instructie New gebruikt. De initialisatie kan ook een bestaand object openen zijn. In het voorbeeld van Word wordt de instructie dan: Set <naamApp> = New Word.Application Set <naamDoc> = <naamApp>.Documents.Open(<naamDocument>)

3.4 Dataoverdracht Access-Excel-Access

3.4.1 Inleiding

De overdracht van de ingevoerde gegevens naar Automeetverslag.xls en de uitvoer van de berekende geluidsoverschrijdingen vanuit Excel naar Automeetverslag.mdb gebeurt volledig automatisch. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het Universal Data Access strategie (zie alinea 3.1). De gebruikte codes zijn gebaseerd op verschillende websites ([2], [4], [5], [9], [11], [13], [14], [16] en [21]). De uitvoer van de gegevens uit Automeetverslag.mdb gebeurt via het formulier UITVOER MEETVERSLAG. Er is een macro verbonden aan het indrukken van de verwerkknop in het formulier, namelijk de procedure Knop8_Click(). In deze procedure wordt gecontroleerd of de nodige bestanden in de juiste directory zijn opgeslagen. De juiste directory is voor deze applicatie C:\Automeetverslag. De nodige bestanden zijn Automeetverslag.xls, Automeetverslag.doc en Aanpassingen_automeetverslag.xls. De controle gebeurt door het oproepen van de functie controleBestanden(). Indien alle bestanden aanwezig zijn, wordt Automeetverslag.xls geopend en de macro OpstartenApplicatie() uitgevoerd. Indien er een bestand tekort is, wordt de gebruiker verwittigd via een dialoogvenster. Het automatisch openen van Automeetverslag.xls wordt verwezenlijkt via gebruik van OLE objecten.

If controleBestanden Then Dim exApp As Excel.Application Dim exDoc As Excel.Workbook

. . With exApp Set exDoc = .Workbooks.Open(mapApplicatie & …

… "Automeetverslag.xls") . . End If

Als bij het uitvoeren van de procedure Knop8_Click() Automeetverslag.xls reeds open is, wordt het Excelbestand eerst gesloten. Dit wordt gedaan om foutmeldingen te vermijden. De functie FileAlreadyOpen controleert of een

Automatisering

33

bestand reeds open is. Bij het openen van Automeetverslag.xls vanuit Access wordt automatisch de procedure OpstartenApplicatie() uitgevoerd. In deze procedure worden alle andere procedures en functies die betrekking hebben tot dit werkboek opgeroepen. Op die manier hoeft de gebruiker van de applicatie Automeetverslag.xls niet te openen. Nadat alle procedures uitgevoerd zijn, wordt het Excelwerkboek terug gesloten. Dit sluiten wordt gestuurd vanuit Automeetverslag.mdb. De procedures die in OpstartenApplicatie() worden opgeroepen zijn:

• haalData() • test_vorig_verslag() • kopiëren_naar_export() • InvoegenTekstInWordMeetverslag() • OverschrijdingenNaarAccess()

De procedure haalData() wordt steeds uitgevoerd bij het openen van Automeetverslag.xls. De gegevens van het meetverslag dat werd geselecteerd in Automeetverslag.mdb worden door die procedure uit de databank opgehaald. De andere procedures worden pas uitgevoerd nadat de ingevoerde gegevens getest werden op tegenstrijdigheden. Er komen foutmeldingen als het ingevoerde refertenummer niet overeenstemt met de standaardvorm van een refertenummer, als het gebied van een meetpunt niet overeenstemt met de keuze van het selectievakje buitenshuis, als er een verkeerd meetpunt van het OOG werd ingegeven en als de aard van het geluid niet overeenkomt met de parameter van de geluidsmeting. De procedure test_vorig_verslag() test of het laatste verslag dat werd gegenereerd nog open staat. Als het Worddocument nog open staat, wordt het gesloten. Dit gebeurt om foutmeldingen te vermijden. De procedure kopiëren_naar_export() kopieert de gegevens die in de databank worden opgeslagen naar het werkblad UITVOER NAAR DB. De procedure InvoegenTekstInWordMeetverslag() zorgt ervoor dat er vanuit Excel automatisch een meetverslag als Worddocument wordt aangemaakt (zie alinea 3.1). De laatste procedure, OverschrijdingenNaarAccess(), stopt de berekende gegevens vanuit het werkblad UITVOER NAAR DB in de databank Automeetverslag.mdb.

Automatisering

34

3.4.2 Access-Excel

De overdracht van data vanuit Access naar Excel wordt geregeld door de procedure haalData(). In deze procedure worden de gegevens die door de vijf uitvoerquery's (zie alinea 2.2.3) werden gegenereerd, opgehaald en in het werkblad INVOER UIT DB gestopt. De gegevens worden gegroepeerd en voorzien van een naam. Deze namen vergemakkelijken het opzoeken en selecteren van bepaalde data bij het verwerken van de gegevens. Het ophalen van de gegevens uit de databank gebeurt via ADO-automatisering. In de functie ADOImportFromAccessTable wordt een Connectie-object en een Recordset-object aangemaakt:

Dim cn As ADODB.Connection Dim rs As ADODB.Recordset

De connectie wordt geopend. Hierbij wordt gebruik gemaakt van OLE DB. De naam van de databank is vervat in de variable Name.

Set cn = New ADODB.Connection cn.Open "Provider=Microsoft.Jet.OLEDB.4.0;Data Source="&Name&";"

Nadat de connectie geopend is, wordt een Recordset-object aangemaakt. Het commando wordt in dit object uitgevoerd. In het Connectie-object wordt een Recordset-object aangemaakt dat alle gegevens die uit de tabel TableName komen bevat.

Set rs = New ADODB.Recordset With rs .Open "SELECT * FROM " & TableName & "", cn, , , adCmdText

Zo worden bijvoorbeeld de gegevens over de meetpunten opgehaald via de instructie:

ADOImportFromAccessTable mapApplicatie&"Automeetverslag.mdb", … … "alggegmeetpunten", Range("startcel_meetpunt")

De databank is de concatenatie van de constante string mapApplicatie, dit is de directory, en de string "Automeetverslag.mdb". De tabel die uit de databank wordt opgevraagd is de query alggegmeetpunten. De opgehaalde gegevens worden in Automeetverslag.xls ingevoerd na de cel startcel_meetpunt. De gegevens van de metingen worden als één geheel uit de databank ingevoerd. De metingen van het OG en het OOG worden samen in een bereik, geg_metingen, gestopt. Tijdens de procedure haalData() worden twee andere procedures opgeroepen, namelijk benoemOGenOOG() en benoemenrest(). De procedure benoemOGenOOG() filtert de gegevens van de metingen in twee

Automatisering

35

delen, de metingen van het OOG en de metingen van het OG. De twee delen worden in een apart bereik in het werkblad INVOER UIT DB gestopt en voorzien van een naam. Het filteren gebeurt op een selectie cellen via de AutoFilter-instructie:

Selection.AutoFilter Field:=1, Criteria1:=True

De procedure benoemenrest() geeft een naam aan enkele belangrijke bereiken.

3.4.3 Excel-Access

Na het uitvoeren van de berekeningen worden de overschrijdingen, de normen en de artikelnummers van het beslissingsschema terug in de databank gestopt. Dit gebeurt via de procedure OverschrijdingenNaarAccess(). Bij deze procedure wordt eveneens gebruik gemaakt van ADO-automatisering. Er wordt een Connectie-object en een Recordsetobject aangemaakt.

Dim cn As ADODB.Connection Dim rs As ADODB.Recordset Set cn = New ADODB.Connection cn.Open "Provider=Microsoft.Jet.OLEDB.4.0;Data Source=" & … … mapApplicatie & "Automeetverslag.mdb;" Set rs = New ADODB.Recordset

Het invoegen van gegevens vanuit Excel in de databank gebeurt via de volgende instructie

rs.open "overschrijdingen", cn, adOpenKeyset, adLockOptimistic, … … adCmdTable r = 2 Do While Len(Range("A" & r).Formula) > 0 With rs .AddNew .Fields("Id_meetverslag") = Range("A" & r).Value

. . End With r = r+1 Loop

Op het Recordsetobject wordt een nieuwe record aangemaakt, de velden van de record worden opgevuld met de gegevens uit het gegevensblad UITVOER NAAR

DB. In het voorbeeld wordt de inhoud van de cellen A2 tot de laatste niet lege cel in de eerste kolom in het veld Id_meetverslag van de tabel OVERSCHRIJDINGEN

gestopt.

Automatisering

36

Op die manier worden alle velden van de tabel OVERSCHRIJDINGEN automatisch opgevuld per meetverslag.

3.5 Dataoverdracht Excel-Word

De dataoverdracht tussen Excel en Word gebeurt via OLE-automatisering [7]. De gegevens die in het meetverslag moeten terecht komen bevinden zich in het werkblad NAAR WORD (zie alinea 2.3.4). Met behulp van de procedure InvoegenTekstInWordMeetverslag() in module 4 van het bestand Automeetverslag.xls worden deze gegevens ingevoerd in Automeetverslag.doc (zie alinea 2.5). De waarde van een aantal cellen uit de werkbladen NAAR WORD

en BEWERKINGEN moeten hiervoor eerst toegekend worden aan variabelen in VBA. Het werkblad BEWERKINGEN bevat geen gegevens die rechtstreeks in het meetverslag moeten voorkomen, maar wel cellen die het aantal meetpunten, het aantal sonometers, het aantal meetpunten,… bevatten. Deze aantallen zijn nodig om in VBA lussen te kunnen programmeren die erop gebaseerd zijn. De invoer van gegevens in het Worddocument gebeurt op twee verschillende manieren: ofwel worden de gegevens ingevoerd na bladwijzers, ofwel worden bestaande tabellen aangevuld. Het aangevulde Worddocument wordt opgeslagen onder een andere naam, waardoor Automeetverslag.doc steeds opnieuw als basisdocument herbruikt kan worden. Na het ophalen van de gegevens uit de werkbladen wordt met behulp van OLE-automatisering met early binding het bestand Automeetverslag.doc geopend in een nieuwe Word applicatie:

Dim wrdDoc As Word.Document Dim wrdApp As Word.Application Set wrdApp = New Word.Application With wrdApp

.ShowMe .Visible = True

SetwrdDoc = .Documents.Open(mapApplicatie & … … "Automeetverslag.doc",ReadOnly:=False)

With wrdDoc . . . End With End With

Set wrdDoc = Nothing Set wrdApp = Nothing

Hieronder worden de belangrijkste bewerkingen op Automeetverslag.doc besproken.

Automatisering

37

3.5.1 Invoer van gegevens na bladwijzers

De invoer van de unieke gegevens van een meetverslag (zoals de contactpersoon, het refertenummer,…) uit het werkblad NAAR WORD gebeurt door deze in te voeren na de gepaste bladwijzer. Zo wordt bijvoorbeeld het refertenummer van het meetverslag ingevoerd na bladwijzers bladw_onze_referte en bladw_onze_referte_voettekst in Automeetverslag.doc. In VBA : With wrdDoc .Bookmarks("bladw_onze_referte").Range.InsertAfter onze_referte_V .Bookmarks("bladw_onze_referte_voettekst").Range.InsertAfter … … onze_referte_V End With

Ook de invoer van gegevens waarvan het aantal voor ieder meetverslag kan verschillen (zoals algemene meetapparaten, meetpunten,…) kan na bladwijzers gebeuren. Dit is echter meer complex: de gegevens moeten in omgekeerde volgorde (vergeleken met hoe ze in het meetverslag moeten voorkomen) na de bladwijzer ingevoegd worden. Tekst die ingevoegd wordt na een bladwijzer gaat immers niet tot de bladwijzer zelf behoren. Wanneer er dan opnieuw tekst na dezelfde bladwijzer ingevoegd wordt, zal deze tekst voor de eerste tekst staan. Door een paragraafeinde (in VBA: .InsertParagraphAfter) in te voeren kan in het Worddocument naar een volgende lijn gesprongen worden. De invoer van de gegevens zelf wordt gecontroleerd door lussen. Wanneer een waarde uit een bereik in een werkboek wordt opgehaald, gebeurt dit steeds aan de hand van kolomnamen (zie werkblad NAMEN GEBIEDEN) en variabelen die de gewenste positie in de kolommen bevatten. Dit maakt de applicatie veel robuuster, aangezien in de code zo weinig mogelijk directe verwijzingen naar bereiken (bv. Range(“A1:B2”)) bevat. Door op deze manier te werken zal de applicatie minder gevoelig zijn voor kleine wijzigingen in het bestand Automeetverslag.xls. Als voorbeeld wordt hieronder aangetoond hoe de andere meettoestellen ingevoerd worden in alinea 6 van Automeetverslag.doc. s = startandere + aantalandere - 1

For r = aantalandere To 1 Step -1

ander_toestel = Range(kol_andere & s).Value With .Bookmarks("bladw_alg_meetapparatuur").Range .InsertAfter ander_toestel .InsertParagraphAfter End With s = s - 1 Next

Automatisering

38

De variabele s wordt berekend uit de som van startandere (= waarde van de startcel startcel_invoeg_andere) en aantalandere (= aantal andere meetapparaten uit werkblad BEWERKINGEN) min één. Deze variabele geeft dus de rij aan in het werkblad NAAR WORD waarop het laatste (en dus eerst in te voeren) algemeen meetapparaat staat. De kolom waarin dit meetapparaat staat wordt aangegeven met het benoemde bereik kol_andere in het werkblad NAAR

WORD. De lus wordt evenveel maal doorlopen als er algemene meetapparaten zijn. Hierbij wordt de variabele s telkens met één verminderd, waardoor steeds één rij naar boven wordt opgeschoven in het bereik kol_andere.

3.5.2 Aanvullen van tabellen

Het automatisch aanvullen van tabellen in Worddocumenten kan door aan de bestaande tabel een rij toe te voegen en hierna de gegevens in de verschillende kolommen in te vullen. In VBA: Dim oTable As Table WrdDoc.Tables(1).Rows.Add laatstelijn= wrdDoc.Tables(1).Rows.Count With wrdDoc.Tables(1) .Cell(laatstelijn,1).Range.InsertAfter String .Cell(laatstelijn,2).Range.InsertAfter String . . . .Cell(laatstelijn,laatstekolom).Range.InsertAfter String End With

Aangezien de tabellen geïdentificeerd worden aan de hand van de volgorde waarin ze voorkomen in het document, dus via een getal, kon de applicatie volledig in de war gestuurd worden indien de gebruiker in het bestand Automeetverslag.doc een tabel zou invoegen. Om dit probleem te omzeilen werden de tabellen op een andere manier geïdentificeerd. Alle tabellen worden overlopen met behulp van een lus. In deze lus wordt een teller steeds met één verhoogd. Voor iedere tabel wordt de inhoud van de eerste twee cellen van de eerste rij vergeleken met de hoofding van de eerste twee kolommen van de originele tabellen, die bij het ontwerp van de applicatie in het bestand voorzien waren. Indien beide celinhouden overeenkomen wordt de waarde van de teller op dat moment toegekend aan een aparte variabele. Zo is de rangorde van die originele tabel gekend en kunnen gegevens toegevoegd worden aan de gepaste tabel. In VBA: Dim oTable As Table Dim textC11, textC12 As String Dim tel, tabel1, tabel2 As Integer tel = 0

Automatisering

39

For Each oTable In wrdDoc.Tables textC11 = wrdDoc.Range(Start := oTable.Cell(1,1).Range.Start, …

… End:=oTable.Cell(1, 1).Range.End - 1).Text textC12 = wrdDoc.Range(Start:=oTable.Cell(1, 2).Range.Start, …

… End:=oTable.Cell(1, 2).Range.End - 1).Text tel = tel + 1 If ((textC11 = "Meting") And (textC12 = "O.G.")) Then

tabel1 = tel End If If ((textC11 = "Meting") And (textC12 = "Periode")) Then

tabel2 = tel End If Next

Door deze aanpak mogen de kolomhoofdingen van Tabel 1 en Tabel 2 in Automeetverslag.doc onder geen enkel beding gewijzigd worden. Aangezien de medewerkers van het PCM met deze kolomhoofdingen instemden werd deze manier van identificatie toch verkozen.

3.5.3 Opslaan aangemaakte meetverslag

Het aangevulde Worddocument wordt opgeslagen als “refertenummer”.doc in een map naargelang het jaar waarin de opdracht van het meetverslag ontvangen werd. De opslaggegevens (= refertenummer waarin alle backslashes vervangen worden door liggende streepjes) en het opslagjaar worden in het werkblad BEWERKINGEN berekend en opgehaald als variabelen in VBA. Indien voor het opslagjaar nog geen map bestaat wordt deze automatisch aangemaakt. In het werkblad BEWERKINGEN wordt in de cel vorig_verslag eveneens het opslagjaar en de opslaggegevens van het meetverslag opgeslagen. Deze gegevens worden gebruikt om te controleren of een bepaald meetverslag tweemaal na mekaar uitgevoerd wordt (zie alinea 3.1). In VBA: Dim strDoc, strDoc2, strDir As String strDir = mapApplicatie & opslagjaar & "\" If Dir(strDir) = "" Then MkDir strDir End If

strDoc = mapApplicatie & opslagjaar & "\" & opslaggeg & ".doc" strDoc2 = opslagjaar & "\" & opslaggeg & ".doc" Sheets("bewerkingen").Select Range("vorig_verslag").Select Selection.Value = strDoc2 wrdDoc.SaveAs (strDoc)

Automatisering

40

3.6 Berekeningen in Automeetverslag.xls

Binnen het werkboek Automeetverslag.xls wordt een deel van de berekeningen geautomatiseerd. De gegevens die uit de databank worden ingehaald, worden automatisch geteld en sommige bereiken krijgen een specifieke naam. Die naam wordt in verschillende formules gebruikt en zorgt ervoor dat er een variabele invoer kan zijn. De gegevens die kunnen aangepast worden in het werkboek Aanpassingen_automeetverslag.xls worden automatisch opgehaald. Een laatste automatische bewerking binnen Automeetverslag.xls is het kopiëren van de berekende overschrijdingen, artikelnummers en normen naar het werkblad UITVOER NAAR DB.

3.6.1 Tellen en benoemen invoer

De gegevens van de invoerquery's zijn variabel in aantal. Er kunnen steeds opnieuw een verschillend aantal meettoestellen, sonometers, meetpunten en metingen geselecteerd zijn. Het aantal metingen van het OOG en het OG kunnen ook steeds verschillen. Om die grote verscheidenheid op te vangen, worden de gegevens gegroepeerd en krijgen de bereiken een naam. Daartoe moeten het aantal kolommen en rijen van de verschillende bereiken geteld worden. Het tellen van zowel de rijen als de kolommen gebeurt via de CountIf instructie. Het aantal meetpunten wordt bijvoorbeeld bepaald via:

Aantalrijen = Application.CountIf(Sheets("invoer uit db").Range … … ("startcel_meetpunt:startcel_meting"),">0")

Het aantal cellen tussen startcel_meetpunt en startcel_meting (dit is de startcel voor de volgende invoer) dat een getal bevat, wordt hier geteld. Deze formule kan gebruikt worden aangezien de eerste kolom steeds bij alle query's het Id-nummer van het meetverslag, en dus een getal groter dan nul, is. Het geven van een naam aan een bepaald bereik gebeurt via het selecteren van een bepaald bereik en een naam toevoegen aan het actieve werkboek die refereert naar dat bereik. De gegevens van de meetpunten krijgen in het voorbeeld de naam geg_metingen:

Range("startcel_meetpunt").Select Selection.Range( Cells(1,1) ,Cells(aantalrijen + 1, … … aantalkolommen)).Select ActiveWorkbook.Names.Add Name:= "geg_meetpunt", … … RefersToR1C1:=Selection

Automatisering

41

3.6.2 Kopiëren gegevens uit Aanpassingen_automeetverslag.xls

Om de gegevens van het werkboek Aanpassingen_automeetverslag.xls naar het werkblad AANPASSINGEN in Automeetverslag.xls te kopiëren, moet eerst het werkboek Aanpassingen_automeetverslag.xls geselecteerd worden. Het werkblad AANPASSINGEN wordt volledig geselecteerd en gekopieerd. Dan wordt het werkblad AANPASSINGEN in het werkboek Automeetverslag.xls geselecteerd en de gegevens erin geplakt. Het selecteren en kopiëren van de gegevens gebeurt via de eenvoudige instructies:

Cells.select Selection.Copy

3.6.3 Overschrijdingen kopiëren naar werkblad UITVOER NAAR DB

De berekende overschrijdingen, artikelnummers en normen worden van het werkblad BEWERKINGEN naar het werkblad UITVOER NAAR DB gekopieerd om van daaruit via ADO-automatisering in de databank terecht te komen. Het selecteren van het gebied dat moet gekopieerd worden, wordt geregeld via twee parameters: het aantal rijen en het aantal kolommen. Deze twee parameters worden berekend via de telfunctie CountIf, net zoals bij het tellen van de invoer (alinea 3.6.1).

Uitbreidingsmogelijkheden

42

4 Uitbreidingsmogelijkheden

Deze applicatie kan op verschillende gebieden uitgebreid worden. Er kunnen in de databank verschillende formulieren en query's opgesteld worden om aan statistisch onderzoek te doen op de meetgegevens. Daartoe zijn nu reeds enkele extra gegevens ingevoerd die niet in het meetverslag terechtkomen, en dus voor deze applicatie op zich geen nut hebben. Bij de sonometers is er het vakje voor de sensitivity adjustment. Dit is een maat van de correctie die bij een kalibratie werd uitgevoerd. Als blijkt dat een bepaald toestel na verloop van tijd een te grote afwijking heeft, moet dit opnieuw geijkt worden. Het volgen van de afwijking per kalibratietoestel zou in de toekomst kunnen geïmplementeerd worden via een selectiequery. Bij de metingen worden het type van de bron en de afstand tot die bron ingegeven. Voor de berekening van de overschrijdingen zijn deze parameters niet vereist. In de toekomst zou er mogelijk onderzoek kunnen gedaan worden op de invloed van de afstand tot de bron op de resultaten. Zo zou kunnen blijken dat vanaf een bepaalde afstand het verschil tussen het OG en het OOG te verwaarlozen is en dus ook de metingen tijdsverlies zijn. Hiervoor zouden ook bepaalde query's kunnen geïmplementeerd worden. Bij bepaalde typen van bronnen kunnen er meer klachten zijn dan bij andere typen van bronnen. Om dit te onderzoeken kunnen in de toekomst bepaalde query's ontworpen worden. De databank kan ook uitgebreid worden met nieuwe tabellen. Het aanmaken van nieuwe tabellen heeft geen enkele invloed op de werking van de applicatie. Bestaande tabellen kunnen ook uitgebreid worden. Zo kan er een extra tabel komen met meer persoonlijke gegevens over de aanklager. Daarin kan bijvoorbeeld de maatschappelijk status, de leeftijd, e.a. zijn opgeslagen. Naderhand kan er onderzoek gedaan worden naar eventuele verbanden tussen de maatschappelijke status en het aantal klachten. Het is ook mogelijk om de gegevens die worden ingevoerd na verloop van tijd te archiveren. De records kunnen gearchiveerd worden (in plaats van te verwijderen) uit een tabel in een andere tabel. Die andere tabel kan zich natuurlijk in een andere databank op een andere vaste schijf bevinden. Het maken van een archiveringsmacro gebeurt in vijf stappen:


43

1. Met behulp van de opdrachten kopiëren en plakken wordt er een kopie gemaakt van de tabel die moet gearchiveerd worden. Kopieer alleen de structuur van de tabel, niet de gegevens.

2. Maak een toevoegquery met alle velden in de oorspronkelijke tabel

waarmee records aan de archieftabel worden toegevoegd. Stel de criteria in waarmee de subset van records die u wilt archiveren wordt opgegeven. Als er telkens andere criteria nodig zijn per keer dat er gearchiveerd wordt, moet er een toevoegquery gemaakt worden waarbij er gevraagd wordt om parameters op te geven. Op die manier kan er telkens een ander criterium ingevuld worden als de query wordt uitgevoerd.

3. Als de records aan de archieftabel zijn toegevoegd, moeten de records uit

de oorspronkelijke tabel verwijderd worden. Er moet een verwijderquery aangemaakt worden met dezelfde criteria als de criteria die worden gespecificeerd in de toevoegquery. Als er een toevoegquery werd aangemaakt waarvoor een parameter vereist is, moet ook de verwijderquery met dezelfde parameter gemaakt worden. Telkens de query's worden uitgevoerd moeten dan dezelfde waarden worden opgegeven.

4. Daarna moet er een macro gemaakt worden waarbij eerst de

toevoegquery en vervolgens de verwijderquery wordt uitgevoerd. 5. De macro moet steeds worden geactiveerd elke keer er een archivering

noodzakelijk is. De macro kan gelinkt worden met een actionbutton of getriggerd worden na een bepaalde datum, bijvoorbeeld iedere eerste januari.

De meetgegevens van het OG en het OOG worden gegenereerd via het programma Evaluator (Bruël & Kjaer). De gegevens worden via een seriële poort vanuit het meettoestel in de PC geladen en dan verwerkt met het softwareprogramma. In de toekomst zouden de gegevens misschien rechtsreeks in een werkblad kunnen geladen worden. Zo kan de gebruiker zelf de statistische parameters bepalen die hij wil gebruiken. Nu is de gebruiker gelimiteerd door de parameters die het softwareprogramma voorziet. De verwerking van de meetgegevens kan dan nog een stuk meer geautomatiseerd worden. Aan de hand van enkele parameters die in het werkblad worden ingesteld, kunnen uit de meetgegevens rechtsreeks de juiste geluidsniveaus van het OG en het OOG gegenereerd worden. De parameters van de geluidsmetingen en de periode waarin gemeten werd, kan dan ook rechtsreeks


44

vanuit het werkblad in de databank gestopt worden. Zo is het niet meer mogelijk dat er een verkeerde invoer gebeurt. Het moet natuurlijk wel nog mogelijk blijven om de meetgegevens manueel in te voeren. Bij de oudere toestellen is er namelijk nog geen seriële dataoverdracht mogelijk en worden de meetgegevens nog in een gegevensboekje genoteerd.

Besluit

45

5 Besluit

Om gemakkelijker een grote hoeveelheid geluidsmetingen te kunnen verwerken werd een applicatie ontwikkeld die automatisch een meetverslag genereert. De applicatie bestaat uit drie hoofdbestanden, namelijk de databank Automeetverslag.mdb, het werkboek Automeetverslag.xls en het basisdocument Automeetverslag.doc. De databank bevat een centrale tabel, de tabel met de meetverslagen. Er zijn aparte tabellen voorzien voor de meetpunten en de metingen. Het is mogelijk om verschillende metingen per meetpunt uit te voeren en verschillende meetpunten per meetverslag te hebben. De meetgegevens worden ingevoerd in de databank met behulp van formulieren. Het beheren van de databank gebeurt via een schakelbord. De geluidsmetingen worden verwerkt in het werkboek. Het werkboek is opgedeeld in verschillende werkbladen, elk met hun eigen functie. Er zijn werkbladen voorzien voor de invoer uit de databank, het berekenen van de overschrijdingen, het uitvoeren van de overschrijdingen naar de databank en het genereren van een meetverslag vanuit het werkboek. Het meetverslag wordt opgebouwd door middel van het aanvullen van het basisdocument. De overgangen tussen de verschillende hoofdbestanden gebeurt volledig automatisch. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ActiveX Data Objects (ADO) en Object Linking and Embedding (OLE). De bewerkingen in het werkboek zijn eveneens volledig geautomatiseerd zodat het werkboek voor de gebruiker verborgen kan blijven. De opmaak en opbouw van het meetverslag kan aangepast worden in het basisdocument. De beschrijving van de berekeningen kan aangepast worden in het werkboek Aanpassingen_automeetverslag. Dit werkboek wordt automatisch opgehaald bij iedere verwerking van een meetverslag. Er zijn nog heel wat uitbreidingsmogelijkheden. Er kunnen verschillende statistische tools geïmplementeerd worden, de archivering van de databank kan geautomatiseerd worden en er kan een rechtsreekse link tussen de sonometers en de applicatie tot stand gebracht worden.

Appendix

46

APPENDIX A: HANDLEIDING

1 Installatie

1.1 Standaardinstallatie

De applicatie is ontworpen voor MS Office

2000 en kan eenvoudig geïnstalleerd worden in een drietal stappen:

stap 1: kopiëren bestanden naar harde schijf

Kopieer de map [CD Drive]:\Automeetverslag van de bijgeleverde CD-ROM naar de root directory van de C-schijf: C:\. Deze map bevat de vier bestanden van de applicatie: Automeetverslag.mdb, Automeetverslag.xls, Automeetverslag.doc en Aanpassen_automeetverslag.xls.

stap 2: read-only eigenschap verwijderen

Selecteer de map C:\Automeetverslag en klik Bestand → Eigenschappen. Verwijder het vinkje bij Alleen-lezen in de tab Algemeen en klik OK. Controleer ook of bij alle bestanden de Alleen-lezen eigenschap verwijderd is.

Stap 3: referenties nagaan (voor minder recente versies van MS Office

)

Om OLE automation en het uitwisselen van gegevens tussen Acces en Excel (ADO, Activex Data Objects) mogelijk te maken, moeten in de VBA projecten van Automeetverslag.xls en Automeetverslag.mdb verwijzingen naar verschillende object bibliotheken aanwezig zijn. Voor MS Office

Fig. 9

2000 kunnen de verwijzingen nagegaan worden door het bestand (Automeetverslag.xls of Automeetverslag.mdb) te openen. Kies vervolgens Extra → Macro → Visual Basic Editor. Kies in de Visual Basic Editor Extra → Verwijzingen. In worden de vereiste verwijzingen in beide bestanden weergegeven.

Appendix

47

Fig. 9: Verwijzingen in Automeetverslag.xls en Automeetverslag.mdb

Bij minder recente versies van MS Office zullen een aantal verwijzing niet gekend zijn waardoor deze met ONTBREEKT: aangeduid worden. Dit kan opgelost worden door extra verwijzingen toe te voegen met dezelfde naam en het hoogst beschikbare versienummer (afhankelijk van de versie van MS Office

).

Opmerking:

De datum/tijd notatie wordt beïnvloed door de landinstellingen van Windows

: kies Start → Instellingen → Configuratiescherm, dubbelklik Landsinstellingen en selecteer Nederlands (België) in de tab landsinstellingen.

Appendix

48

1.2 Applicatie in een andere map installeren

Het is op een eenvoudige manier mogelijk om de applicatie in een andere map te installeren. Doe het volgende: Maak de map aan

Kopieer de vier basisbestanden vanaf de CD-ROM in deze map

Dubbelklik het bestand Automeetverslag.mdb → druk Alt + F11,

waardoor de Visual Basic Editor geopend wordt → dubbelklik in de Projectverkenner de map Module → dubbelklik Module1 → het venster Programmacode bevat volgende code:

Public Const mapApplicatie As String = "c:\Automeetverslag\"

Wijzig de constante mapApplicatie in de map die in de eerste stap

aangemaakt werd. Dubbelklik het bestand Automeetverslag.xls → druk Alt + F11 →

dubbelklik in de Projectverkenner de map Module → dubbelklik Module1 → wijzig in venster Programmacode opnieuw de constante mapApplicatie.

Appendix

49

2 Applicatie gebruiken

2.1 Opstarten

De applicatie is ontworpen om vanuit Access opgestart te worden door het bestand Automeetverslag.mdb te openen. In deze databank worden de gegevens van de meetverslagen bewaard, waarna ze uitgevoerd kunnen worden naar Excel voor verwerking en automatische generatie van een meetverslag in Word. De databank kan beheerd worden vanuit het switchboard MEETVERSLAGEN (Fig. 10) dat automatisch geopend wordt.

Fig. 10: Switchboard MEETVERSLAGEN

Het is uiteraard ook mogelijk de databank te beheren zonder gebruik te maken van het switchboard. In volgende hoofdstukken worden de verschillende mogelijkheden van het switchboard nader toegelicht.

Appendix

50

2.2 Algemene structuur van het switchboard MEETVERSLAGEN

Switchboard Meetverslagen Invullen nieuw meetverslag

1. Invullen gegevens 2. Invullen sonometers en kalibratie 3. Invullen meetpunten en metingen Terug naar hoofdmenu Aanpassen bestaande meetverslagen

Aanpassen gegevens Aanpassen sonometers en kalibratie Aanpassen meetpunten en metingen Terug naar hoofdmenu

Meetverslag verwerken Overschrijdingen bij meetverslag Meetverslag verwijderen Aanpassen basisgegevens Toevoegen nieuwe basisgegevens

Nieuwe contactpersoon toevoegen Nieuwe aanvrager toevoegen Nieuw type geluidsbron toevoegen Nieuw meetapparaat toevoegen Terug naar vorig menu Aanpassen bestaande basisgegevens Bestaande contactpersoon aanpassen Bestaande aanvrager aanpassen Bestaand type geluidsbron aanpassen Bestaand meetapparaat toevoegen Terug naar vorig menu Aanpassen richtwaarden en normen Terug naar hoofdmenu Switchboard sluiten

Appendix

51

2.3 Algemene informatie over de formulieren

Velden waarvan het tekstlabel rood gekleurd is moeten ingevuld worden voor de goede werking van de applicatie. Indien deze velden niet ingevuld zijn, waarschuwt een dialoogvenster bij het sluiten van het formulier dat de ontbrekende gegevens moeten aangevuld worden.

Wissen van foutief ingevoerde gegevens:

1. wissen van het veld dat momenteel ingevuld wordt: druk Esc

2. wissen van alle ingevulde velden op het formulier: druk 2 x Esc

3. wissen van een reeds volledig ingevulde record (bijvoorbeeld een

algemeen meetapparaat in het subformulier bij GEGEVENS

MEETVERSLAG): - selecteer de record door in het rechthoekje

Fig. 11 links ervan te

klikken (zie )

Fig. 11: Record selecteren

- druk op Delete - klik op Ja in het dialoogvenster: U staat op het punt 1 record(s)

te verwijderen... Wanneer formulieren gebruikt worden om de inhoud van tabellen te

bekijken kunnen de verschillende records overlopen worden met behulp van de navigatieknoppen:

: naar eerste record gaan

: naar vorige record gaan

: naar volgende record gaan

: naar laatste record gaan

Appendix

52

2.4 Invullen nieuw meetverslag

Kies Invullen nieuw meetverslag in het switchboard Meetverslagen. Het invullen van een nieuw meetverslag gebeurt in 3 stappen, die in de aangegeven volgorde moeten uitgevoerd worden:

1. Invullen gegevens 2. Invullen sonometers en kalibratie 3. Invullen meetpunten en metingen

Bij elk van deze stappen wordt een formulier geopend waarbij men na het invullen van het formulier kan terugkeren naar het switchboard met de knop Terug naar switchboard. Het is ook mogelijk met behulp van knoppen (Ga naar invullen sonometers, Ga naar invullen meetpunten,...) van het ene naar het andere formulier te springen.

2.4.1 Invullen gegevens

Fig. 12 geeft een overzicht van het formulier GEGEVENS MEETVERSLAG met subformulier ALGEMENE MEETAPPARATUUR BIJ MEETVERSLAG.

Fig. 12: formulier GEGEVENS MEETVERSLAG

Met algemene meetapparaten worden alle meetapparaten bedoeld met uitzondering van sonometer, geluidsanalysers en kalibratietoestellen. Wanneer een algemeen meetapparaat ingevuld wordt in het subformulier ontstaat eronder steeds de mogelijkheid om een volgende algemeen meetapparaat in te voeren.

Appendix

53

Opmerking:

Een aanvrager toevoegen gebeurt best vooraleer andere gegevens in het formulier ingevuld worden (anders worden deze gegevens gewist):

Druk op Aanvrager toevoegen → vul in het formulier AANPASSEN OF

TOEVOEGEN AANVRAGERS de gewenste gegevens in → druk op Terug naar invullen gegevens.

2.4.2 Invullen sonometers en kalibratie

Fig. 13 geeft een overzicht van het formulier INVULLEN SONOMETERS EN

KALIBRATIEBRONNEN BIJ MEETVERSLAG.

Fig. 13: Formulier INVULLEN SONOMETERS EN

KALIBRATIEBRONNEN BIJ MEETVERSLAG

In deze tweede stap van het invullen van een meetverslag moet alle combinaties sonometer-kalibratiegegevens opgegeven worden die bij de metingen van het meetverslag gebruikt werden. Voor iedere meting (in de derde stap) kan dan opgegeven worden met welke specifieke combinatie gemeten werd. Opmerking: Knop Volgende sonometer en kalibratie: een volgende combinatie

sonometer-kalibratie ingevoeren

Appendix

54

Knop Aanpassen meetpunten: reeds bestaande meetpunten aanpassen (niet nodig bij het invullen van een nieuw meetverslag, wel interessant bij het aanpassen van bestaande meetverslagen)

2.4.3 Invullen meetpunten en metingen

Fig. 14 geeft een overzicht van het formulier INVULLEN MEETPUNTEN EN METINGEN

met subformulier METINGEN.

Fig. 14: Formulier INVULLEN MEETPUNTEN EN METINGEN

In het subformulier METINGEN kunnen de metingen uitgevoerd op een bepaald meetpunt ingevoerd worden. Een meetpunt moet in deze context gezien worden als een fysische plaats waar één of meerdere metingen uitgevoerd werden. Het meetpunt waar de meting van het oorspronkelijke omgevingsgeluid (OOG) uitgevoerd werd, dient als eerste ingevoerd te worden. Eén record in het subformulier METINGEN bevat velden voor alle mogelijke soorten metingen. Voor één bepaalde soort metingen moeten echter niet alle velden ingevuld worden. Hieronder worden voor ieder soort meting de velden opgesomd die normalerwijs ingevuld worden:

Appendix

55

Invullen OOG datum meting, O.O.G. , geluidsniveau, parameter (≠ LAeq,1s

), gebruikte sonometer

Invullen OG datum meting, O.O.G. , geluidsniveau, parameter (≠ LAeq,1s), aard

geluid = basis, periode geldig, gebruikte sonometer, meetpunt OOG (indien de OOG meting voor berekening Lsp

op een ander meetpunt uitgevoerd werd)

Invullen OG met tonaal karakter datum meting, O.O.G. , geluidsniveau, parameter (≠ LAeq,1s), aard

geluid = basis, tonaliteit , tertsband = voor smalbandanalyse of voor tertsbandanalyse, periode geldig, gebruikte sonometer, meetpunt OOG (indien de OOG meting voor berekening Lsp

op een ander meetpunt uitgevoerd werd)

Invullen niet-basisgeluid datum meting, O.O.G. , geluidsniveau, parameter = LAeq,1s

, aard geluid ≠ basis, periode geldig, gebruikte sonometer

Invullen schietgeluid datum meting, periode geldig, gebruikte sonometer, Li,gem, # schoten, L

rest

Velden periode(T), begintijd t1, eindtijd t2, afstand bron en type bron zijn niet verplicht en kunnen voor ieder soort meting ingevuld worden. Opmerking:

Aangezien bij de beoordeling van een schietgeluid mogelijk beslissingsschema 4.5.6.1 moet gevolgd worden zal bij de invoer van dergelijke meetverslagen ook steeds een OOG meting moeten ingevoerd worden. Indien dit niet gebeurt wordt de OOG 0 dB verondersteld en wordt steeds de linkertak van het beslissingsschema gevolgd.

Appendix

56

2.5 Aanpassen bestaande gegevens

2.5.1 Aanpassen bestaande meetverslagen

Kies Aanpassen bestaande meetverslagen in het switchboard MEETVERSLAGEN. Het aanpassen van de meetverslagen moet niet in een vaste volgorde gebeuren. Kies welk soort gegevens (gegevens meetverslag, sonometers en kalibratie of meetpunten en metingen) aangepast moeten worden. Ga naar het gewenste record met behulp van de navigatieknoppen (zie p 51). Pas de gegevens aan en klik op de knop Terug naar Switchboard om de aangepaste gegevens op te slaan en het formulier te sluiten

2.5.2 Aanpassen en toevoegen basisgegevens

Kies Aanpassen basisgegevens in het switchboard MEETVERSLAGEN. In de volgende switchboards kunnen de basisgegevens aangepast of aangevuld worden (zie p. 50). Klik steeds op de knop Terug naar Switchboard om van een formulier terug te keren naar een switchboard en op Terug naar hoofdmenu om terug te keren naar het switchboard MEETVERSLAGEN. Opmerkingen: Onder de noemer basisgegevens vallen: contactpersonen, aanvragers,

types geluidsbronnen en meetapparaten. Voor meetapparaten moet steeds opgegeven worden om welk soort

apparaat het gaat: SON voor sonometers en geluidsanalysers, KAL voor kalibratietoestellen en AND voor andere meetapparaten (vb. anemometers,…). Dit bepaalt in welke keuzelijsten het apparaat zal voorkomen.

Richtwaarden en milieukwaliteitsnormen worden mee uitgevoerd naar

Excel en worden gebruikt in de berekening van de eventuele normoverschrijding.

Appendix

57

2.6 Bekijken gegevens

2.6.1 In tabellen en formulieren

Kies in het switchboard MEETVERSLAGEN Switchboard sluiten. Hierdoor wordt het Automeetverslag: Database venster (Fig. 15) volledig zichtbaar.

Fig. 15: Database Automeetverslag.mdb

Vanaf deze interface kunnen alle tabellen en formulieren in de databank geopend worden.

2.6.2 Overschrijdingen

Kies Overschrijdingen bij meetverslagen in het switchboard MEETVERSLAGEN. In het formulier OVERSCHRIJDINGEN BIJ MEETVERSLAGEN (Fig. 16) kunnen de overschrijdingen bij alle reeds verwerkte meetverslagen bekeken worden. Iedere meting wordt geïdentificeerd aan de hand van een unieke combinatie onzereferte–Id_meting–meetpunt. Met behulp van de navigatieknoppen (zie p. 51) kunnen de verschillende records overlopen worden. De meest recente records staan achteraan. Klik op de knop Terug naar Switchboard om het formulier te sluiten.

Appendix

58

Fig. 16: Formulier OVERSCHRIJDINGEN BIJ

MEETVERSLAGEN

Opmerkingen: Naast de overschrijdingen worden voor iedere meting extra gegevens

weergegeven: het meetpunt, de artikelnummers uit Vlarem II waarmee de overschrijding vastgesteld werd, de normen waaraan het specifiek geluid getoetst werd en het specifiek geluid.

Wanneer bij de overschrijdingen en de normen voor een bepaalde periode de waarde 9999 ingevuld is geeft dit aan dat de meting voor deze periode niet van toepassing is.

Appendix

59

2.7 Meetverslag verwerken

Kies Meetverslag verwerken in het switchboard MEETVERSLAGEN. Selecteer in het formulier UITVOER MEETVERSLAG (Fig. 17) het refertenummer van het meetverslag dat verwerkt moet worden.

Fig. 17: formulier UITVOER MEETVERSLAG

Klik op de knop Verwerken meetverslag. Het Word document “refertenummer”.doc wordt aangemaakt en geopend. Opmerkingen: In de tabel UITVOER MEETVERSLAG wordt voor iedere uitvoer van een

meetverslag het Id_meetverslag en de datum van uitvoer opgeslagen. Indien de overschrijding in de Tabel 2 van het gegenereerde meetverslag

weergegeven wordt in het vet geeft dit aan dat de overschrijding groter is dan de vlag voor statistische relevantie (standaardwaarde bij installatie: 1dB).

Appendix

60

2.8 Meetverslag verwijderen

Kies Meetverslag verwijderen in het switchboard MEETVERSLAGEN. In het formulier VERWIJDER MEETVERSLAG (Fig. 18) kan het te verwijderen meetverslag geselecteerd worden op basis van het refertenummer. Het refertenummer van het laatst ingevoerde meetverslag staat bovenaan in de keuzelijst.

Fig. 18: Formulier VERWIJDER MEETVERSLAG

Klik op de knop Meetverslag verwijderen. Een dialoogvenster waarschuwt dat u op het punt staat om een verwijderquery uit te voeren die de gegevens in uw tabel zal wijzigen. Klik op Ja. Een volgend dialoogvenster waarschuwt dat het verwijderen van de gegevens niet ongedaan gemaakt kan worden. Klik opnieuw op Ja. Opmerkingen: In de relaties tussen verschillende tabellen van de databank wordt

referentiële integriteit (optie Gerelateerde records trapsgewijs verwijderen) afgedwongen. Hierdoor worden de gegevens van het te verwijderen meetverslag in alle tabellen in één keer verwijderd.

In de tabel VERWIJDER MEETVERSLAG wordt het refertenummer en de

datum van verwijdering van de verwijderde meetverslagen opgeslagen.

Appendix

61

2.9 Applicatie aanpassen

2.9.1 Aanpassen zinnen en lay-out

De zinnen die in het uiteindelijke meetverslag terecht komen kunnen op twee verschillende plaatsen aangepast worden: vaste zinnen, die in ieder meetverslag terugkomen

Open Automeetverslag.doc → pas de gewenste zinnen aan en sluit het bestand → Wilt u de wijzigingen in Automeetverslag.doc opslaan? → Ja

variabele zinnen, afhankelijk van de metingen

Open Aanpassingen_automeetverslag.xls → pas de gewenste zinnen die rood gekleurd zijn aan → sluit het bestand → Wilt u de wijzigingen in Aanpassingen_automeetverslag.xls opslaan?→ Ja Opmerking: Alle zinnen zijn naar achter uitbreidbaar (soms eindigen de ze op

een rood punt, wat moeilijk zichtbaar is), waardoor de gebruiker in principe volledige controle heeft over de tekst die in het meetverslag verschijnt.

De lay-out van het meetverslag moet aangepast worden in Automeetverslag.doc. Het hele document mag vrij herschikt worden, er mogen nieuwe tabellen ingevoegd worden,... Twee aanpassingen mogen echter onder geen beding doorgevoerd worden: De hoofdingen van de eerste twee kolommen van Tabel 1 en Tabel 2

mogen niet gewijzigd worden. Er mogen geen bladwijzers uit het document verwijderd worden.

Opmerking: Bladwijzers zichtbaar maken: Extra → Opties → in de tab

Weergave het selectievakje Bladwijzers aanvinken

Appendix

62

2.9.2 Aanpassen aritkelnummers

Open Aanpassen_automeetverslag.xls → wijzig de gewenste artikelnummers in de tweede en derde tabel → sluit het bestand → Wilt u de wijzigingen in Aanpassingen_automeetverslag.xls opslaan? → Ja

2.9.3 Aanpassen berekeningen

Richtwaarden en normen:

Open Automeetverslag.mdb → switchboard MEETVERSLAGEN →

Aanpassen basisgegevens → Aanpassen richtwaarden en normen → selecteer met behulp van de navigatieknoppen het juiste gebied → pas de waarden aan → Terug naar Switchboard

Beoordelingsgetallen wetgeving

Open Aanpassingen_automeetverslag.xls → pas de waarden aan (in het rood in de bovenste tabellen van het werkblad) → sluit het bestand → Wijzigingen in Aanpassingen_automeetverslag.xls opslaan? → Ja

Vlag statistische relevantie Open Aanpassingen_automeetverslag.xls → pas de waarde aan in tabel Vlag statistische relevantie → sluit het bestand → Wijzigingen in Aanpassingen_automeetverslag.xls opslaan? → Ja Opmerking:

Deze waarde bepaald of een overschrijding in het meetverslag al dan niet vet wordt weergegeven. De standaardwaarde bij installatie is 1 dB.

Beslissingsschema’s wetgeving

Indien de beslissingsschema’s van de wetgeving veranderen moeten de formules van het werkblad BEWERKINGEN van Automeetverslag.xls aangepast worden. De werkbladen NAMEN GEBIEDEN en FORMULES

UITGEWERKT bevatten nuttige informatie omtrent de werking van Automeetverslag.xls. Wanneer de formules in het werkblad BEWERKINGEN

Appendix

63

veranderd worden, wordt de foutmelding in Fig. 19 gegenereerd, aangezien het werkblad gedeeltelijk beveiligd is op celniveau.

Fig. 19: Foutmelding cellen beveiligd

Om de formules in een werkblad te kunnen aanpassen moet de beveiliging van die werkbladen opgeheven worden: Extra → Beveiliging → Beveiliging blad opheffen... → voer het wachtwoord in (Fig. 20)→ OK

Fig. 20: Beveiliging blad opheffen

Opmerking:

Nadat de veranderingen zijn doorgevoerd wordt het werkblad best opnieuw beveiligd: Extra → Beveiliging → Blad beveiligen → wachtwoord invoeren → OK → dialoogvenster Wachtwoord bevestigen → wachtwoord opnieuw invoeren → OK

2.9.4 Aanpassen wachtwoord van werkblad

Het standaardwachtwoord voor alle werkbladen (zie README.TXT op CD-ROM) wordt uit veiligheidsoverwegingen best zo snel mogelijk gewijzigd in een persoonlijk wachtwoord: Extra → Beveiliging → Beveiliging blad opheffen... → wachtwoord invoeren → OK → Extra → Beveiliging → Blad beveiligen → nieuw wachtwoord invoeren → OK → dialoogvenster Wachtwoord bevestigen → nieuw wachtwoord opnieuw invoeren → OK

Appendix

64

3 Troubleshooting

3.1 Fouten in Access

3.1.1 Foutmeldingen bij invoeren van gegevens

Voor de goede werking van de applicatie zijn een aantal velden vereist. Indien deze velden tijdens de invoer van een meetverslag niet worden ingevuld wordt een foutmelding gegenereerd. Fig. 21 geeft als voorbeeld de foutmelding die gegenereerd wordt wanneer het veld onze referte in het formulier GEGEVENS

MEETVERSLAG niet ingevuld werd wanneer in het subformulier ALGEMENE

MEETAPPARATUUR PER MEETVERSLAG een algemeen meetapparaat ingevuld wordt.

Fig. 21: Foutmelding indien vereist veld niet ingevuld werd

Alle andere foutmeldingen zijn gelijkaardig van opbouw, enkel het gedeelte tussen ‘ ‘ varieert. Aangezien uit dit variabele gedeelte niet steeds eenvoudig op te maken is over welk veld het gaat wordt in Tabel 6 een overzicht gegeven voor de onduidelijke foutmeldingen. De veldnamen hebben steeds betrekking op het formulier dat geopend is wanneer de foutmelding gegenereerd wordt.

Tabel 6: Verklaring foutmeldingen indien vereist veld niet ingevuld werd

Variabel gedeelte foutmelding veld ‘sonometer en kalibratiebron.Id_meetversag’ onze referte ‘sonometer en kalibratiebron.Id_sonometer’ sonometer ‘meetpunten.Id_meetverslag’ onze referte ‘meetpunten.naam-meetpunt’ meetpunt ‘metingen.Id_tabel-sono_en_kali’ gebruikte sonometer

Oplossing:

klik OK → vul de ontbrekende gegevens aan → ga verder met het invullen van het meetverslag

Appendix

65

Indien in een veld gegevens worden ingevuld die niet overeenkomen met het datatype van het veld wordt een foutmelding gegenereerd (Fig. 22).

Fig. 22: Foutmelding ongeldige waarde ingevoerd voor veld

Dit kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer in het veld postcode (numeriek) van formulier GEGEVENS MEETVERSLAG niet-numerieke tekens worden ingevoerd. Oplossing:

Pas de ingevoerde gegevens aan zodat ze overeenkomen met het datatype van het veld

3.1.2 Foutmeldingen bij verwerken meetverslag

Bij het verwerken van een meetverslag kunnen enkel fouten optreden wanneer de ingevoerde gegevens tegenstrijdig zijn of bepaalde bestanden die vereist zijn voor de werking van de applicatie ontbreken. In beide gevallen wordt de verwerking tot meetverslag gestopt en wordt er een foutmelding gegenereerd. Hieronder worden alle mogelijke foutmeldingen weergegeven met eronder de mogelijke oorzaak en oplossing.

Appendix

66

Fig. 23: Foutmelding invoerfout in Acces

Fout:

Invoerfout bij het invullen van het formulier INVULLEN MEETPUNTEN EN

METINGEN Oorzaak: vier mogelijkheden, zoals weergegeven in de foutmelding Oplossing:

switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande meetverslagen → Aanpassen meetpunten en metingen → ga naar het juiste meetverslag met de navigatieknoppen → controleer de vier mogelijkheden → pas de foutief ingevoerde gegevens aan → klik Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

Fig. 24: Foutmelding ontbrekend(e) bestand(en)

Appendix

67

Fout:

Alle vereiste bestanden zijn niet aanwezig in de map C:\Automeetverslag\. Het dialoogvenster geeft aan om welk(e) bestand(en) het gaat.

Oorzaak:

Mogelijk zijn de vermeldde bestanden van naam veranderd, naar een andere map verplaatst of verwijderd.

Oplossing:

Volg één van onderstaande instructies:

Controleer of het bestand niet per ongeluk van naam veranderd werd. Indien dit zo is: verander de naam terug naar Automeetverslag.

Controleer of het bestand verplaatst werd: Start → Zoeken →

Bestanden of mappen en volg de instructies. Indien het bestand gevonden wordt, plaats het dan terug in de map C:\Automeetverslag.

Herinstalleer het bestand opnieuw van de CD-ROM. Vergeet

hierbij de read-only eigenschap niet af te zetten (zie p.46)

Fig. 25: Foutmelding refertenummer

Fout:

Appendix

68

Invoerfout

Oorzaak:

Het opgegeven refertenummer voldoet niet aan het vaste formaat: waarschijnlijk wordt het jaartal niet onmiddellijk gevolg door een backslash

Oplossing:

switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande meetverslagen → Aanpassen gegevens → ga naar het laatst ingevoerde meetverslag met → pas het refertenummer aan → klik Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

Appendix

69

3.2 Fouten in Excel

De applicatie is ontworpen om fouten in Excel te voorkomen. Indien er toch een fout optreedt zal een foutmelding vergelijkbaar met deze in Fig. 26 verschijnen.

Fig. 26: Foutmelding in Excel

Fout:

Een macro kan niet volledig worden uitgevoerd in Excel omdat de gebruikte datatypes niet overeenkomen

Oorzaak:

Er is een foutmelding in één of meerdere cellen in Excel. De waarden zijn bijvoorbeeld niet berekenbaar (als je deelt door nul, ...). Waarschijnlijk werden de bestanden Automeetverslag.xls en Aanpassingen_automeetverslag.xls foutief aangepast.

Oplossing:

1. Klik op Beeïndigen venster met de foutmelding.

2. Sluit het bestand Automeetverslag.doc → dialoogvenster: Wilt u de

wijzigingen in Automeetverslag.doc opslaan? → klik op Nee.

3. Herinstalleer Automeetverslag.xls vanaf de CD-ROM en probeer nogmaals het meetverslag te verwerken. Vergeet hierbij de read-only eigenschap niet af te zetten (zie p. 1).

4. Indien de foutmelding opnieuw optreedt moeten zowel

Automeetverslag.xls als Aanpassingen_automeetverslag.xls opnieuw geïnstalleerd worden.

Appendix

70

3.3 Fouten in Word

De invoer van foutieve gegevens in de Access databank kan aanleiding geven tot onverwachte resultaten in het gegenereerde meetverslag. Hieronder worden een aantal onverwachte resultaten besproken samen met mogelijke oorzaak en oplossing. In het meetverslag komen nullen voor op de plaats waar normaal

gegevens moeten ingevoegd worden

Oorzaak:

Voor iedere nul in het meetverslag werd in Access in het veld voor dat gegeven niets ingevuld.

Oplossing:

noteer om welke ontbrekende gegevens het gaat → switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande meetverslagen → vul de ontbrekende gegevens aan → Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

Tabel 1 en Tabel 2 van het meetverslag worden niet aangevuld, enkel de

kolomhoofdingen zijn zichtbaar.

Oorzaken:

1. Bij het meetverslag werden enkel OOG meting(en) ingevuld.

2. Bij het invullen van een meting voor het bepalen van een schietgeluid werd het selectievakje O.O.G. aangevinkt in plaats van een afzonderlijke OOG meting in te vullen

Oplossingen:

1. switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande meetverslagen → Aanpassen gegevens → ga naar laatst ingevoerde meetverslag met → controleer of er naast OOG metingen ook andere metingen ingevuld zijn → pas de gegevens

Appendix

71

aan → druk op Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

2. switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande

meetverslagen → Aanpassen gegevens → ga naar laatst ingevoerde meetverslag met → controleer of er naast de meting voor de bepaling van het schietgeluid ook een afzonderlijke OOG meting ingevuld is → druk op Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

Lsp

= 0 in Tabel 2 van het meetverslag.

Oorzaken:

1. Het geluidsniveau van de OOG meting is groter dan dat van de OG meting.

2. In het geval van een schietgeluid werd Li

niet ingevuld

Oplossingen:

1. switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande meetverslagen → Aanpassen gegevens → ga naar laatst ingevoerde meetverslag met → vul de correcte geluidsniveaus in bij de metingen → druk op Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

2. switchboard MEETVERSLAGEN → Aanpassen bestaande meetverslagen → Aanpassen meetpunten en metingen → ga naar het gepaste meetpunt met behulp van de navigatieknoppen → vul de correcte geluidsniveaus in bij de metingen → druk op Terug naar Switchboard → Meetverslag verwerken

De applicatie loopt vast vooraleer Automeetverslag.doc volledig aangevuld is en er wordt een foutmelding Fout 5941 gegenereerd (Fig. 27)

Appendix

72

Fig. 27: Foutmelding 5941: Het gevraagde lid van

de collectie bestaat niet

Oorzaak:

Automeetverslag.doc werd op een foutieve manier aangepast: ofwel werden de kolomhoofdingen van Tabel 1 of Tabel 2 gewijzigd, ofwel werd een bladwijzer verwijderd

Oplossing:

Volg onderstaande instructies:

1. Klik op Beeïndigen venster met de foutmelding.

2. Sluit het bestand Automeetverslag.doc → dialoogvenster: Wilt u de wijzigingen in Automeetverslag.doc opslaan? → klik op Nee.

3. Herinstalleer Automeetverslag.doc vanaf de CD-ROM en

probeer nogmaals het meetverslag te verwerken. Vergeet hierbij de read-only eigenschap niet van het bestand niet af te zetten (zie p. 46)

Appendix

73

INHOUDSTAFEL HANDLEIDING

1 INSTALLATIE................................................................................................ . 46

1.1 Standaardinstallatie ................................................................................................ . 46

1.2 Applicatie in een andere map installeren................................ ............................... 48

2 APPLICATIE GEBRUIKEN ................................................................ ............ 49

2.1 Opstarten ................................................................................................ .................. 49

2.2 Algemene structuur van het switchboard MEETVERSLAGEN ............................... 50

2.3 Algemene informatie over de formulieren ................................ ............................. 51

2.4 Invullen nieuw meetverslag................................................................ ..................... 52 2.4.1 Invullen gegevens................................................................................................ 52 2.4.2 Invullen sonometers en kalibratie ................................................................ ....... 53 2.4.3 Invullen meetpunten en metingen ................................................................ ....... 54

2.5 Aanpassen bestaande gegevens ................................................................ ............... 56 2.5.1 Aanpassen bestaande meetverslagen................................................................ ... 56 2.5.2 Aanpassen en toevoegen basisgegevens................................ .............................. 56

2.6 Bekijken gegevens ................................................................................................ .... 57 2.6.1 In tabellen en formulieren ................................................................ ................... 57 2.6.2 Overschrijdingen ................................................................................................ . 57

2.7 Meetverslag verwerken................................................................ ............................ 59

2.8 Meetverslag verwijderen ................................................................ ......................... 60

2.9 Applicatie aanpassen................................................................................................ 61 2.9.1 Aanpassen zinnen en lay-out................................................................ ............... 61 2.9.2 Aanpassen aritkelnummers ................................................................ ................. 62 2.9.3 Aanpassen berekeningen ................................................................ ..................... 62 2.9.4 Aanpassen wachtwoord van werkblad ................................................................ 63

3 TROUBLESHOOTING ................................................................ ................... 64

3.1 Fouten in Access ................................................................................................ ....... 64 3.1.1 Foutmeldingen bij invoeren van gegevens................................ .......................... 64

Appendix

74

3.1.3 Foutmeldingen bij verwerken meetverslag ................................ ......................... 65

3.2 Fouten in Excel ................................................................................................ ......... 69

3.3 Fouten in Word ................................................................................................ ........ 70

Referenties

75

REFERENTIES [1] ActiveXTM

Data Objects (ADO). http://www.triades.com.

[2] Astuces pour Excel 97 et 2000. http://ericrenaud.free.fr. [3] BOTT, E. & LEONARD, W. (2000). Special Edition Using Microsoft

2000, 5th edition. Macmillan Computer Publishing, Indianapolis, Indiana.

[4] Deleting Rows in Excel. http://www.microsoftexceltraining.com. [5] Excel & VBA tips from Erlandsen Data Consulting. http://www.erlandsendata.no. [6] HEYMAN, S. & SMOUT, L. (2000). Milieuwetboek Vlarem II. 7de

uitgave, Antwerpen, Kluwer.

[7] How to use (OLE) Automation with Word. http://support.microsoft.com. [8] Introduction to ActiveX Data Objects. http://www.takempis.com. [9] Joy E. Daniels - Software consulting, training and programming http://www.joyedaniels.com. [10] Microsoft ADO product information. http://www.microsoft.com. [11] Microsoft ADO programming model. http://www.microsoft.com. [12] Microsoft Excel for Windows - Visual Basic for Applications 101. http://support.microsoft.com. [13] Microsoft Excel VBA Examples. http://www.mindspring.com. [14] Microsoft

http://www.microsoft.com. Office developper forum – Going to fields to get your data.

[15] Object Linking and Embedding (OLE). http://www.triades.com. [16] Pearson Software Consulting, LLC. http://www.cpearson.com.

Referenties

76

[17] The third annual Perl Conference, 1999. OLE and ODBC: Taming the technologies. http://www.roth.net. [18] Universal Data Access through OLE DB. http://www.microsoft.com. [19] WEBB, J. (1994). Using Visual BasicTM

for Applications, 1th edition. Macmillan Computer Publishing, Indianapolis, Indiana.

[20] What are MDAC, DA SDK, ODBC, OLE DB, ADO, RDS, and ADO/MD? http://support.microsoft.com. [21] Word-VBA Code Samples - by JoJo Zawawi. http://www.jojo-zawawi.com.