23
DOSSIER De integratie van Nederlanders in het sociaal leven in Vlaanderen Adopteer eens een Hollander Vlaams onderwijs kleurt oranje Het eiland dat we Vlaanderen noemen COLUMN

Bap afgewerkte versie

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Bap afgewerkte versie

dossierDe integratie van Nederlanders in het sociaal leven in Vlaanderen

Adopteer eens een Hollander

Vlaams onderwijs kleurt oranje

Het eiland dat we Vlaanderen noemen

column

Page 2: Bap afgewerkte versie

Voorwoord

In dit dossier onderzoek ik de integratie van Nederlanders in het sociaal leven in Vlaande-ren. Er wonen erg veel Nederlanders in Vlaanderen en we zijn zeker niet voldoende op de hoogte van de verschillen tussen onze culturen. Daar hoop ik met deze reeks verandering in te brengen. We zijn in België zo gefocust op immigranten uit landen in het oosten, dat we vergeten na te gaan hoe het zit met de ‘vreemdelingen’ uit het noorden: de Nederlanders. Ik ben alleen de integratie op sociaal vlak nagegaan, omdat daar het minst over geweten is en omdat het toch heel verwonderlijk is dat er op dat gebied zoveel moeilijkheden zijn tussen Nederlanders en Belgen.

In dit dossier laat ik verschillende getuigen aan het woord en zet hun ervaringen op een rijtje. Daar hoop ik de verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders mee aan te tonen en het (ver-keerd) beeld dat we over elkaar hebben in de kijker te zetten.

Tijdens het schrijven van mijn werk hield ik DM Magazine in mijn achterhoofd als tijdschrift waarin mijn dossier zou kunnen verschijnen. Hun lezers hield ik dan ook voor ogen als doel-publiek, al heb ik me geconcentreerd op de jongere groep lezers van De Morgen. Mijn ijkper-soon is Vlaams en tussen de 20 en de 40 jaar oud. Hij/zij kent waarschijnlijk wel Nederlanders die in Vlaanderen wonen, maar heeft nooit stilgestaan bij mogelijke moeilijkheden die die Nederlander ondervindt in ons land. Het is een doorsnee volwassene of jongvolwassene zon-der bepaald hoge of lage opleiding. Het kan een student zijn of iemand die al werkt. Hij of zij interesseert zich in sociale kwesties en problemen. Ik focus me specifiek op een iets jongere doelgroep omdat zij vaker ontkennen dat ze een ander beeld hebben over Nederlanders dan over Vlamingen zelf. Ouderen geven dat vaker toe. Toch merk je nog steeds een overduide-lijke kloof tussen beide nationaliteiten, ook binnen de jongere generatie. Er is vlotte taal ge-hanteerd bij het schrijven van de artikels, wat ze makkelijk leesbaar maakt voor iedereen. Er is geen speciale voorkennis vereist.

© Maxime Degroote

Page 3: Bap afgewerkte versie

Inhoudstafel

3 Overleven als Nederlander in Vlaanderen: van patat naar friet7 Vlaams onderwijs kleurt oranje 13 Adopteer eens een Hollander17 De ware betekenis van vrije tijd19 Terug naar Nederland22 COLUMN: Het eiland dat we Vlaanderen noemen

13

Page 4: Bap afgewerkte versie

3 • dossier

Van patat naar friet

In het buitenland wordt er nauwelijks nog onderscheid gemaakt tussen Vlaanderen en Ne-derland. We spreken allemaal Dutch, en dus moeten we wel haast hetzelfde zijn. België is het land van Tomorrowland en bier, Nederland van Armin Van Buuren en coffeeshops. Daar houdt het op. Toch blijkt de grens tussen Nederland en Vlaanderen niet iets om over het hoofd te zien. “Er zijn geen twee aangrenzende landen waarin men dezelfde taal spreekt die meer van elkaar verschillen dan België en Nederland”, concludeerde Geert Hofstede in 1970 al in een onderzoek.

Overleven als Nederlander in Vlaanderen

© Creative Commons

Page 5: Bap afgewerkte versie

dossier • 4

In 2013 woonden er volgens cijfers van de Vlaamse Regi-onale Indicatoren (VRIND) 467 882 vreemdelingen in het Vlaamse Gewest. Bijna drie op de tien zijn Nederlanders. Studenten hoger onderwijs worden in die cijfers niet eens meegerekend, aangezien zij meestal gewoon nog in Neder-land ingeschreven staan. Hoewel Nederlanders de grootste groep vreemdelingen vormen, be-schouwen we ze niet snel als im-migranten doordat we dezelfde taal spreken. Toch blijkt dat geen garantie voor een eenvoudige integratie. Volgens zelf-standige Jannet Vermaat, die in 2007 van Utrecht naar Vosselaar bij Antwerpen verhuisde, is het zelfs makkelij-ker om naar Duitsland of Scandinavië te gaan dan naar België. “Op de taal na lijkt het daar heel wat meer op Ne-derland”, aldus Vermaat.

Nederbelgje pesten Vooral op sociaal vlak krijgen Nederlanders in Vlaanderen het zwaar te verduren. Vlamingen koesteren ongelooflijk veel vooroordelen tegenover Nederlanders. Dat merken we aan de commentaren in VTM-programma ‘Komen Eten’ als er weer eens een Nederlandse meedoet en aan de beschuldigingen jegens Hollandse Josje nu Vlaamse trots K3 ermee ophoudt. Schrijver Paul van Gageldonk heeft het in zijn boek ‘Bij de buren: Ollander in België’ over het favoriete spel onder Vlamingen: Nederbelgje pesten. Geïmmigreerde Nederlanders en bloggers Maar-tje Luif en Jochem Oomen bevestigen in artikels op hun weblogs dat ze na jaren in Vlaanderen nog steeds dage-lijks met vooroordelen geconfronteerd worden.

Over het algemeen zijn Vlamingen heel afwachtend en gesloten tegenover onbekenden. “Echte vriend-schap vind ik in Vlaanderen niet. Je wordt ner-gens hartelijk ontvangen. Aan de schoolpoort werd ik de eerste dag door een andere Neder-landse moeder begroet, de Vlaamse moeders bleven in hun vertrouwde groepjes staan. Via sportverenigingen en dergelijke leerde ik wel wat mensen kennen, maar die vriendschap kwam nooit buiten de muren van het sportcom-plex”, vertelt Ver-

maat. Leerkracht Jochem Oomen, ook bekend als blogger Dutchmaninbelgium, verhuisde in 2007 van Breda naar Antwerpen en vijf jaar later naar Brussel. In onze hoofdstad blijkt het makke-lijker om contacten te leggen dan in de Vlaamse steden. “Brussel is echt een internationale stad. Franstalige Belgen zijn ook wat directer en mon-diger. Soms laat ik mezelf in het vuur van het debat wat gaan. Franstalige Belgen lachen daar om, een Vlaming slaat de ogen naar beneden. Ooit is er zelfs een Vlaming weggelopen omdat hij er niet mee om kon gaan.”

Verschillen op vier dimensies

Niet alleen het sociaal leven is een hekelpunt voor Neder-landers in Vlaanderen. Verschillende onderzoeken heb-

ben al uitgewezen dat er enor-me verschillen zijn tussen België en Nederland. Zo vergeleek de Nederlandse cultuursocioloog Geert Hofstede de Belgische en Nederlandse cultuur op vier ver-schillende dimensies. Dat was in 1970, maar recentere onderzoe-

ken wijzen uit dat die cijfers nagenoeg hetzelfde geble-ven zijn. De eerste dimensie is machtsafstand. In België is die veel groter dan in Nederland. Dat zie je in bedrijven, in verhoudingen tussen leerkrachten en leerlingen, ou-ders en kinderen, bazen en werknemers, tussen man en vrouw. In Nederland is er bijvoorbeeld veel meer overleg op de werkvloer. Op vlak van individualisme scoren we hetzelfde. We zijn allebei erg individualistisch. Onder-zoek naar masculiniteit wees dan weer uit dat Belgische vrouwen minder inspraak hebben dan Nederlandse vrou-wen. Ze werken, maar moeten er ook voor zorgen dat ‘s avonds het eten op tafel staat. In Nederland zijn de taken meer gelijk verdeeld. De vierde dimensie is onzekerheids-vermijding. België scoort daar heel hoog: 94. Vlaanderen scoort zelfs 97, terwijl Nederland maar 53 haalt. Een hoge score op onzekerheidsvermijding betekent dat je je vast-houdt aan een vaste baan, geen risico’s neemt, er weinig bereidheid is tot ondernemerschap en er veel wantrou-wen heerst. Tegenover buitenlanders bijvoorbeeld. Te-genover Nederlanders bijvoorbeeld.

In een debat over cultuurverschillen tussen Nederlanders en Belgen legde een moderator beide groepen eens twee stellingen voor. De eerste stelling zei dat mensen over het algemeen te vertrouwen zijn, de tweede zei dat je met

”Duim omhoog voor De Morgen, duim omlaag voor de Telegraaf” - blogger en leraar Jochem Oomen

“Je wordt nergens hartelijk ontvangen” - Jannet Vermaat, Nederlandse in Antwerpen

Page 6: Bap afgewerkte versie

mensen niet voorzichtig genoeg kunt zijn. Twee derde van de aanwezige Nederlanders koos voor de eerste stel-

ling, terwijl twee derde van de aanwezige Belgen voor de tweede stelling koos. Belgen wantrouwen de mensen tot het tegendeel be-wezen is. Nederlanders vertrou-wen de medemens tot het tegen-deel bewezen is.

Middellandse Zee-mentaliteit

“In België heeft iedereen ergens een mannetje voor. Alles kan geregeld worden als je wat mensen kent. Hier in Vlaanderen heerst bovendien een echte Middellandse Zee-mentaliteit. Alles wordt op de lange baan geschoven, mensen beloven langs te komen en dan gebeurt dat ver-volgens nooit. In Nederland is een afspraak een afspraak”, vertelt Jannet Vermaat. De Nederlandse acteur Han Ker-ckmans zegt in De Morgen dat dat enkel gedaan wordt bij Nederlanders en dat als zijn Vlaamse vrouw belt, ze on-middellijk geholpen wordt. Discriminatie, noemt hij het.

Op de werkvloer zijn er ook erg grote verschillen. Een Nederlander vindt zijn werk over het algemeen leuk, terwijl een Belg het ziet als een noodzakelijk kwaad. Vol-gens Oomen is de sfeer op de werkplek in Nederland veel vrijer. “Als je in Vlaanderen het woord verandering in je mond neemt, gaat iedereen meteen op zijn achter-ste poten staan. Bovendien konden collega’s heel kwaad worden als ik iets nieuws voorstelde en dreigden ze soms zelfs. Zo gebeurden er wel meer dingen waarvan ik niet dacht dat het nog kon in West-Europa, zoals pesterijen tussen collega’s. Ik heb zelfs leerkrachten tegen leerlin-

gen horen zeggen dat ze terug moesten keren naar hun eigen land. Dat kan zomaar. Als je in Nederland zo’n ra-

cistische opmerking maakt, over-leef je die week niet als docent. Als je iemand bedreigt of pest op het werk, kun je dat voor de rech-ter gaan uitleggen. Daarom ben ik weggegaan uit Antwerpen. Ik miste de waarden waar ik in Nederland mee was opgegroeid.”

Rotte vis

Verhalen over pesterijen zijn in Vlaanderen geen uitzon-dering. Evert van Wijk heeft het in zijn boek ‘Waarom Belgen niet kunnen voetballen en Nederlanders nooit wereldkampioen worden’ over het gebrek aan debatcul-tuur. “Belgen kijken eerst de kat uit de boom, maar die schroom verdwijnt zodra ze elkaar beter leren kennen. Belgische politici zien het niet als een probleem om el-kaar voor rotte vis uit te maken”, schrijft hij.

Zelfs op universiteiten worden Nederlandse studenten soms uitgescholden omdat ze zouden profiteren van het goedkope onderwijs in Vlaanderen. Het is een feit dat de prijzen hier veel lager liggen en ondertussen 3,3% van de studenten hoger onderwijs in Vlaanderen Nederlands is. Opvallend is ook dat het Belgisch lager onderwijs in grensgebieden vol zit met Nederlandse kinderen, terwijl je zelden Belgische kinderen in Nederlandse scholen ziet. De scholen in Nederland hebben het imago van een vrij-gevochten bende, de Belgische scholen juist dat ze heel gedisciplineerd zijn. In België gaat het meer om zwijgen en uit het hoofd leren, in Nederland krijg je argumen-teren en discussiëren er met de paplepel ingegoten en word je gestimuleerd om zo veel mogelijk je mond open te trekken. Leerkracht Oomen heeft dat net zo ervaren: “In Nederland zijn leerlingen het gewend om met vrijheid om te gaan. Als ik mijn leerlingen hier in Vlaanderen een klein beetje vrijheid geef, hangen ze bij wijze van spreken in de gordijnen. Ik moet me naar Nederlandse maatsta-ven heel autoritair gedragen.”

“Belgen wantrouwen de mensen tot het tegendeel bewezen is. Nederlanders vertrouwen de medemens tot het tegendeel bewezen is” - Uitslag debat

“Er gebeurden dingen op de werk-vloer waarvan ik niet dacht dat het nog kon in West-Europa” – Jochem Oomen, Nederlander in Brussel

5 • dossier

© Marco Bono, creative commons

Page 7: Bap afgewerkte versie

dossier • 6

• 17 januari 2015

Op 17 januari bestond het Cultureel Verdrag tussen buren Nederland en Vlaanderen 20 jaar. Het jaar 2015 is daarom het Jaar van Beste-Buren gedoopt en staat helemaal in het teken van de culturele samenwerking. Eerder dit jaar werd bekend dat Vlamingen en Nederlanders amper elkaars boeken lezen. Daaruit blijkt al-weer dat ondanks dat we dezelfde taal spreken en naast elkaar leven, we toch ver van elkaar afstaan. “Zoals dat met buren gaat, ontmoeten we elkaar te weinig”, is het uitgangspunt.

De Vlaamse Regering maakte samen met Ne-derland 340 000 euro vrij om de culturele sa-menwerking te versterken. Ieder project is een samenwerking van Nederlandse en Vlaamse artiesten. Volgens Ann Overbergh, program-mator en communicatief medewerkster van BesteBuren, is samenwerken binnen het cul-tureel aspect een natuurlijk gegeven. “We zijn buurlanden, maar weten amper iets van elkaar. Kunst is heel internationaal, waardoor de sa-menwerking tussen Vlaanderen en Nederland bij kunstzinnige projecten minder moeizaam gaat dan op andere vlakken. Vlamingen en Ne-derlanders hebben veel gemeen, maar doen niet genoeg met elkaar. Die interesse moet aangewakkerd worden”, zegt ze. Volgens haar hebben we te weinig contact en missen we

2015, jaar van Vlaanderen en Nederland

hkennis over elkaar. “We hebben dezelfde taal en geschiedenis, maar daar stopt het”, aldus Overbergh. Of de projecten de samenwerking effectief versterken, zullen we volgend jaar pas weten.

Het jaar van BesteBuren loopt nog tot en met 14 februari 2016. Bekijk de agenda op www.besteburen.eu.

• 16 maart 2015

Op 16 maart was het precies 200 jaar geleden dat Willem I koning werd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Onder zijn be-wind werd in 1817 de Universiteit van Gent op-gericht, het kanaal Gent-Terneuzen gegraven en een nieuwe haven aangelegd. Zaken die veel betekenen voor Gent, daarom is Gent Kleurt Oranje het culturele jaarthema van 2015. Op 14 maart werd er een quiz georganiseerd om de kennis van Vlamingen over Nederland te testen. Verder staan eronder andere nog ten-toonstellingen, muziekvoorstellingen en the-aterstukken op de planning.

Bekijk het volledige programma hier: https://stad.gent/gent-kleurt-oranje/gent-kleurt-oran-je-programma-en-partners.

Page 8: Bap afgewerkte versie

Vlaams onderwijs kleurt oranjeMelissa, Fabiën en Erwin zijn Nederlandse studenten in Vlaanderen

7 • dossier

Cijfers van het Departement Onderwijs wijzen uit dat Vlaanderen zo’n 20 000 Nederlanders onderwijst, onder wie 7 604 studenten hoger onderwijs. Dat zijn er 1 500 meer dan in 2012-2013 en dat aantal zal blijven stijgen aangezien volgend jaar de basisbeurs voor stu-denten in Nederland verdwijnt. De studenten komen

Je zou denken dat het gemakkelijk aanpassen is voor Nederlandse studenten in Vlaanderen, zeker gezien hun grote aantal. Toch wil dat niet zeggen dat ze het hier makkelijk hebben. Sommige studenten hebben het zelfs nog moeilij-ker met integreren op sociaal vlak dan volwassenen. En dat terwijl ze toch dagelijks met genoeg mensen in contact komen.

voor de kwaliteit van het onderwijs, vrije toegang van bepaalde opleidingen en het lagere prijskaartje. In Ne-derland kost een jaar studeren 1 906 euro, hier is dat 620 euro, al wordt dat binnenkort opgetrokken naar 890 euro. Jaarlijks is Bekgië 134 miljoen euro kwijt aan Nederlandse studenten.

De cijfers

w

Page 9: Bap afgewerkte versie

dossier • 8

“Belgen zijn zo achterbaks”Melissa Moes (22) uit Limburg studeert Toerisme- en

Recreatiemanagement aan de Erasmushogeschool in Brussel

“Het eerste wat me opviel is dat de mensen hier minder sociaal zijn. Als je iemand even aankijkt en je loopt langs, zeg je in Nederland gedag, ook al ken je die persoon niet. Hier leeft iedereen heel erg langs elkaar heen. Op school is dat nog erger. Belgen zijn zo mensenschuw. Het duurt heel lang voor ze zich openstellen en bereikbaar zijn. In Nederland ben ik van Limburg naar Rotterdam en van Rotterdam naar Tilburg verhuisd. Alles ging altijd vanzelf, tot ik hier kwam. Zeker tussen studenten had ik verwacht dat het makkelijk zou gaan. Mijn studententijd in Nederland bestond uit fees-ten, drinken en domme dingen doen. Dat idee krijg ik hier absoluut niet van mijn klasgenoten. Ik voel me hier heel lui en dom. Belgen gaan zo gedisciplineerd te werk en zijn met alles in orde. Het is hier moeilijk om bijvoorbeeld notities van klasgenoten te krijgen. In Nederland bracht iedereen elkaar op de hoogte van wat je gemist had. Hier moet je je eigen ding doen en vooral geen hulp verwachten. Ik merk wel dat docenten het fijn vinden dat ik zo direct ben, dan weten ze meteen waar ze aan toe zijn. Als er mij iets dwarszit en ik heb de gelegenheid om dat te zeggen tegen een

leerkracht, dan gooi ik het er uit. Ik snap niet hoe je in je kunt houden wat je denkt en voelt. Wel heb ik ook een docente die heel veel gemene opmerkingen geeft over Neder-land nu er twee Nederlanders in haar les zitten. Als Belgen over Nederlanders praten is het altijd negatief. Maar België komt bijna nooit ter sprake in Nederland. Tijdens geen één van mijn opleidingen is daar iets over gezegd. Belgen houden zich veel meer bezig

met Nederland dan omgekeerd. Wij weten amper iets van België.”

“Ik vind het heel jammer dat de hogeschool geen activiteiten organiseert waarbij studenten elkaar kunnen leren ken-nen. Dat deed mijn school in Nederland wel. Ik had daar een heel groot sociaal netwerk, en hier heb ik niemand. Breng gewoon wat mensen samen, dat is echt belangrijk. Over studentenverenigingen krijg je ook niks te horen, terwijl ik toch gehoopt had zo met mensen in contact te komen. Nu ben ik heel afhanke-lijk van wie ik leer kennen op school. Ik was absoluut niet voorbereid op het leven in Vlaanderen. Iedereen bleef in Nederland maar volhouden dat de Belgen zo lief zijn, maar dat is niet zo. Ze klinken heel lief, zangerig en peaceful, maar er is een verschil tussen iets klinken en iets zijn. Bij Belgen moet je echt nadenken of je nu belachelijk wordt gemaakt of niet. Overal zit iets achter. Als wij Neder-landers iemand belachelijk maken, is dat op een grappige manier en waar die persoon bij is. Hier is dat meestal achter de rug om en heel gemeen, terwijl er in het gezicht lief gedaan wordt. Dat getuigt van weinig respect. Toch wordt dat

hier gewoon aanvaard. Waarom ga je dan met die persoon om, als je die niet leuk vindt? Nederlanders zijn daarin veel direc-ter, Belgen zijn zo achterbaks. Ik wil geen deel uit maken van vriendengroepen waar-in men twee gezichten heeft. Ik blijf achter mijn principes staan, ook al heb ik het dan moeilijker om contacten te leggen.”

“Op andere vlakken heb ik me dan wel aan-gepast. Ik ben erg timide geworden. In het begin was ik hier altijd heel enthousiast, nu wacht ik af. In dat opzicht ben ik erg ver-belgd en dat wil ik helemaal niet. Ik was heel onzeker toen ik in Limburg woonde en dat is verdwenen door mijn verhuizingen in Nederland. Ik wil niet dat dat terugkomt. Laatst zaten mijn vrienden in Nederland op café met mensen die ik niet kende en ik durfde er niet meteen naartoe te gaan.

Ik was bang dat ik zou storen. Normaal zou ik daar schijt aan hebben gehad en mezelf gewoon gaan voorstellen. Dat viel me op en daar ben ik niet blij mee. Ik ga niet zeggen dat Belgen de duivels zijn, maar als ze gewoon iets opener of toegankelijker zouden zijn, was het leven een stuk makkelijker.”

“Ik voel me hier heel lui en dom”

“Ik ga niet zeggen dat Belgen de duivels zijn, maar als ze gewoon iets opener of toegankelijker zouden zijn, was het leven een stuk makkelijker”

Page 10: Bap afgewerkte versie

“Medestudenten riepen me na dat ikprofiteer van het onderwijs in België”

Fabiën De Caluwé (23) uit Zeeland studeerde eerst een jaar Psychologie aan de Ugent en volgt nu Toegepaste Psychologie aan de Thomas More Hogeschool in Antwerpen

“Ik wist dat de klemtoon in het onderwijs hier anders lag, maar ik had niet gedacht dat het zo moeilijk zou zijn om een sociaal leven op te bouwen in Vlaanderen. We spreken dezelfde taal, maar ik ervoer een enorme afstand tussen Vlamingen en Nederlanders. Medestudenten draaiden zich naar me om zodra ze mijn accent hoorden op de gang en als ik naar mensen toe ging om ze aan te spreken werd dat niet gewaardeerd. Soms riepen studenten me in het voorbijgaan dingen toe als ‘Hé Hollander, wat doe jij hier’ en ‘Je komt alleen maar profiteren van ons onderwijs’. Ik vond dat heel erg. Ik had niet verwacht dat het hier zo vijandig zou zijn. Dat vind ik ook niet terecht. Het is Europa. Ik ben op Erasmus geweest in Spanje waar studenten 4000 euro betalen per jaar. Ik betaalde alleen 600 euro inschrijvingsgeld in België en niemand zag me als geldwolf. Ze zijn alleen maar enthousiast en blij dat ik er ben. Waarom kan dat hier niet? Er heerst duidelijk iets tussen Vlamingen en Nederlanders. Tijdens het Eurovisiesongfestival zullen we altijd op elkaar stemmen en als het voetbal is gunnen we het elkaar ook van harte, maar zodra we op elkaars grondgebied komen is de liefde over. Op school liep iedereen ook steeds in groepjes en werd ik nergens geaccepteerd. Mijn kotgenoten in Gent waren allemaal bevriend, maar tegenover mij waren ze heel negatief. Ik heb me toen bij een studentenvereniging aangesloten om toch niet de hele tijd alleen te zijn. Daar heb ik wel vrienden aan overgehouden, al voelde ik me echt een buitenstaander. Hier in Antwerpen gaat het beter, misschien omdat ze meer Nederlanders

“Tijdens het Eurovisiesongfestival zullen we altijd op elkaar stemmen en als het voetbal is gunnen we het elkaar ook van harte, maar zodra we op el-kaars grondgebied komen, is de liefde over”

9 • dossier

Page 11: Bap afgewerkte versie

gewend zijn. Ik vind de mensen hier ook iets meer open en socialer. Ik heb hier Vlaamse vrienden, maar ook wel via iemand die zelf niet Vlaams is. Het gaat hier nooit direct. Ondertussen ga ik wel veel uit in Vlaanderen, en ben ik hier vaak buiten school. Er zijn hier ook heel veel Nederlandse studenten, maar daar ga ik niet mee om. Als je alleen met Nederlanders wilt omgaan, dan ga je toch lekker terug naar Nederland?”

“Verder is de afstand tussen leerlingen en leerkrachten hier ook veel groter dan in Nederland. Daar kennen docenten je naam en mag jij ze bij de voornaam aanspreken. Daardoor is het veel makkelijker om iemand te benaderen. Hier is dat heel anders. In Nederland zouden ze me vragen waarom ik de les stoor als ik zou vragen of ik naar het toilet mag gaan. Hier zou ik dan weer nooit zomaar durven te gaan. Medestudenten vinden me ook dominant en onbeleefd omdat ik vaker mijn mening geef in de les. ‘Houd je manieren’, zie ik ze denken. Die interactie mis ik het meest. In Nederland discussieer je over dingen en praat je verder. Ook feedback krijgen is hier heel anders. Mensen zijn bang om te zeggen wat je verkeerd doet. En als ik een Belg dan feedback geef, zien ze het als een belediging. Ik mis een bepaalde directheid. Als ik iets zeg wordt er ook vaak op de achtergrond gefluisterd. Als er mij iets stoort zeg ik het gewoon. Ik vind dat niet onbeleefd en het gaat ook gewoon veel sneller. Het is toch erger om achter iemands rug te fluisteren? Ik zie dat punt niet, je bereikt er niks mee. Alles moet hier zo met een omweg.”

“Als ik afgestudeerd ben wil ik graag in Nederland blijven wonen, maar ik ga waarschijnlijk wel in België werk zoeken. Mijn opleiding sluit natuurlijk het beste aan bij een Belgische markt en in Nederland werken zou gewoon ook weer een bevreemding zijn. Ik wil iets in het midden, een beetje van beide landen. Ik ben een echte reservebelg. Voor Noord-Nederlanders ben ik een Belg, want ik word van ze gescheiden door water. Voor Belgen ben ik een Hollander. Misschien val ik nu een beetje tussen de wal en het schip, hoor ik nergens meer helemaal thuis. Ik voel me niet meer echt Nederlands, maar ik ben ook geen Belg. Ik zit in een twilight zone.”

dossier • 10

Thomas More reageert

Overvloed aan Nederlanders of niet, op Thomas More is iedereen wekomHoewel velen het er over eens zijn dat er iets gedaan moet worden aan de steeds groter wordende toe-stroom Nederlandse studenten, blijken de Vlaamse uni-versiteiten Nederlanders graag te overtuigen om naar hun school te komen. De KU Leuven publiceerde een dossier vol extra informatie speciaal voor Nederlandse studenten. De Thomas More Hogeschool in Antwerpen ging nog een stapje verder en startte afgelopen najaar met de campagne ‘Expect More Orange’. Bovendien is de school sinds twee jaar geleden ook aanwezig op de beurs in Eindhoven. “Bij ons is iedereen welkom”, zegt Martine Taeymans, woordvoerster van de Thomas More Hogeschool.

Vooral de richtingen interieurdesign, vroedkunde en verpleegkunde doen het goed bij Nederlanders op Tho-mas More. Cijfers over het aantal Nederlandse studen-ten op de hogeschool zijn helaas niet bekend.

Hun programma ‘Expect More Orange’ is nog maar pas gelanceerd, dus ook daar kan men nog geen resulta-ten van voorleggen. Volgens Taeymans hebben de Ne-derlanders het naar hun zin op school. “Ze hebben het helemaal niet moeilijk om contacten te leggen”, spreekt ze verschillende getuigenissen tegen. Extra hulp voor Nederlandse studenten is vol-gens haar dan ook niet nodig. “De meesten zitten op kot en leren zo vlot studenten kennen. We volgen de Nederlandse studenten niet speciaal op, maar onze dienst studentenvoorzieningen staat paraat voor iedere student. Toch komen daar amper Nederlan-ders langs. Het enige probleem waar ze mee te kampen krijgen, is het vak Frans.” Cijfers hebben echter uitgewezen dat een derde van de Neder-landse studenten in Antwerpen afhaakt omdat het niet hen niet lukt.

“Alles moet hier zo met een omweg, daar bereik je niks mee”

Page 12: Bap afgewerkte versie

11 • dossier

“Vlamingen zelf raadden me af om naar België te verhuizen”

Erwin Veenstra (30) uit Utrecht studeert Journalistiek aan de Arteveldehogeschool in Gent

“Voordat ik naar Gent kwam, woonde ik in Duitsland. Daar had ik veel Vlaamse vrienden en zij raadden me af om naar België te verhuizen. Dat advies heb ik als eigenwijze Hollander gewoon aan de kant geschoven. Nu snap ik wat ze bedoelden. In Vlaanderen is iedereen zo gesloten. Zij waren dat niet, maar zij waren natuurlijk ook in een vreemde stad en moesten wel contact met andere mensen maken. Ze waren van hun eilandje af en veel directer dan Vlamingen als ze thuis zijn.”

“Ik ben vorige week naar Brussel verhuisd doordat ik me in Gent helemaal niet thuis kon voelen. Je kunt er best leuke mensen ontmoeten, maar je bouwt niet echt een groep mensen om je heen op. Op een gegeven moment deed ik erg mijn best om er vooral weg te blijven en zat ik de hele tijd in Nederland. Ik zie Gent als een onbewoond eilandje. Vanop een afstand lijkt het heel aantrekkelijk en wil je er wonen, maar als je er eenmaal bent, blijkt er toch niet veel te doen te zijn. Het speelt zeker een rol dat Vlamingen zo veel vooroordelen ten opzichte van Nederlanders hebben. In het begin is dat nog grappig, maar als je er na een jaar achter komt dat je nog altijd dat etiket van ‘de Hollander’ meedraagt, dan begint dat

je wel dwars te zitten. Een vriend van me is Surinamer, een donkere jongen. Ik snap nu wat hij bedoelt als hij zegt dat hij zich gediscrimineerd voelt. En hij hoeft niet eens eerst iets te zeggen, bij hem zien ze meteen dat hij anders is.”

“Ik ben ook een relatief oude student, en dat had ik niet verwacht. In Nederland zouden mensen van mijn leeftijd nog gewoon beginnen te studeren, maar in België is dat not done. Dan is iedereen toch opeens van een andere generatie. Ik ging soms wel iets drinken met medestudenten, wat gezellig was, maar oppervlakkig bleef. Het contact is er, maar niet in de mate die ik verwacht had. Docenten behandelden me ook anders. Een leerkracht was eens iets aan het uitleggen, waarop ik reageerde. ‘Nou jongens, er zit een Hollander in de klas’, zei ze, en ze haalde me meteen naar voren. Dat vond ik heel ongemakkelijk. Maar uiteindelijk nam ze het juist erg voor me op en zei ze dat de rest een voorbeeld aan me moest nemen, omdat ik tenminste mijn mond open trok. Vanaf een bepaald moment stelde die docente haar vragen ook maar meteen aan mij in de les, omdat ik toch de enige was die antwoordde. Vlamingen zeggen niks, gaan nergens tegenin en kruipen allemaal op de achterste rij. Ik heb nooit kunnen inschatten wat medestudenten er van vonden dat ik veel zei in de les, of ze dan dachten van ‘Daar is die vervelende Hollander weer aan het lullen, die weet het weer beter’. Daarover zal ik altijd in het ongewisse blijven.”

“Ik merkte wel dat ik heel veel vooroordelen ontkrachtte. Ik ben het bijvoorbeeld gewend om op café bier voor iedereen te bestellen, dat wordt hier niet gedaan. Als ik dat hier doe, is het meteen ‘Oh, Hollanders zijn helemaal niet zo gierig’. Maar er zijn ook heel wat vooroordelen die ik niet heb kunnen ontkrachten.

“Ik snap nu wat mijn Surinaamse vriend bedoelt als hij zegt dat hij zich gediscrimineerd voelt”

Page 13: Bap afgewerkte versie

dossier • 12

Dat we schreeuwerig zijn, en bot. Zeker als er alcohol in het spel is. In het uitgaansleven merk ik heel veel verschillen op. Neem nu de Gentse Feesten. Iedereen doet gewoon normaal en loopt niet zo lomp te schreeuwen. Op vlak van uitgaan winnen de Vlamingen.”

“Ik ben hier uiteindelijk meer met Nederlanders omgegaan dan met Vlamingen. Dat is deels omdat het hier moeilijk is om contacten te leggen, deels omdat ik sneller naar landgenoten toe trek. Met Belgen is er toch een soort communicatiebarrière.

Ik begrijp jullie woordspelingen en grapjes niet, en andersom hetzelfde. Ik zou het wel leuk vinden om een beter contact met Vlamingen te hebben. Maar het is logisch dat Vlamingen onderling makkelijker opschieten en minder makkelijk een Nederlander in de groep opnemen. Want daar heb je dan weer zo’n Hollander die denkt dat hij grappig is, maar de hele grap niet snapt. Ik heb een paar Vlamingen die ik als vrienden beschouw, maar die zijn op minder dan een hand te tellen. Gesprekken gaan hier ook anders. Nederlanders praten makkelijker over zichzelf. Ik denk dat Vlamingen Nederlanders daardoor als arrogant zien. In Vlaanderen praat je over de wereld om een persoonlijk gesprek te vermijden.”

“Over het algemeen had ik een te roze bril aan over de Vlamingen. Ik denk dat veel Nederlanders dat hebben. Vlamingen zijn erg afgesloten en iets van buitenaf hoeft niet per se. Niet tot het problematische aan toe, maar je merkt het wel. Ik voel me dan ook niet thuis hier. Maar dat heb ik in Nederland ook niet. Ik word naar van al dat klinische daar, alles is zo netjes. Hier staan de huizen tenminste af en toe een beetje lekker scheef. Ik zie mezelf niet als een Vlaamse Nederlander, al vind ik het rustige hier in Vlaanderen wel erg prettig. Zelf ben ik echter erg onrustig en luid. Ik kan mezelf die identiteit nooit aanmeten.”

“Een docente stelde haar vragen maar meteen aan mij, omdat ik toch de enige was die antwoordde”

KSV Hollandia Lovaniensis, een stukje Holland in LeuvenKSV Hollandia Lovaniensis is een studentenvereniging voor Nederlandse studenten in Leuven. Momenteel telt de vereniging 23 actieve leden, wat haar tot één van de grootste clubs van Leuven maakt. “De Nederlanders die bij ons komen kijken, zijn vooral op zoek naar vrienden, naar mensen die in hetzelfde schuitje zitten”, zegt preses Roderik Schobben.

In Leuven is het de gewoonte dat je je aansluit bij een club aan de hand van je afkomst. Zo hebben Antwerpenaars en Limburgers ook hun eigen verenigingen. “Wij zullen wel altijd ‘de Hollanders’ blijven en vallen daar-door een beetje uit de boot. Er zullen altijd mensen zijn die de vele Nederlanders hier in Leuven liever zien gaan dan komen, maar tegelijk zijn er genoeg die gewoon leuk met je omgaan. Natuurlijk zijn er de vooroordelen dat we gierig zijn en allemaal aan de drugs zitten, maar zo maken wij weer grappen over het rijgedrag van de Belgen en hun wegonderhoud.”

Volgens Roderik Schobben verschilt de vereniging niet veel van een Vlaamse vereniging. “We proberen tradities uit beide landen in stand te houden. We zingen natuur-lijk wel meer Nederlandse liederen en gaan voor de ont-groening een paar dagen naar Nederland.” Ook komen er heel veel Nederlanders alleen voor wat informatie over de gang van zaken in Vlaanderen. “Andere nieuwkomers worden dan weer aangesproken door de openheid van Nederlanders. Belgen zijn toch heel gesloten tegenover

Nederlanders”, zegt Schobben. Toch zijn er ook heel veel Nederlandse studenten die zich juist niet bij hen willen aansluiten omdat ze het idee hebben dat Nederlanders zo bij elkaar klitten en zich afzetten van de Belgen. “In-tegendeel”, zegt Schobben, “ik heb door het cluble-ven veel meer Vlamingen leren kennen dan ik anders gedaan zou hebben. We organiseren ook activiteiten samen met Vlaamse verenigingen.”

Schobben vindt dat de Vlamingen volledig in hun recht staan als ze de toestroom Nederlandse studenten willen verminderen. “Het grootste deel van de Nederlanders keert na hun studie meteen weer terug om in Nederland werk te zoeken waardoor de Belgische Overheid veel geld in hen pompt en er vervolgens niks voor terugkrijgt. De richtingen waarin de meeste Ne-derlanders zitten zijn dan ook nog eens geneeskunde en tandheelkunde, de twee duurste richtingen. Er kan wei-nig aan gedaan worden gezien de wetten van de Europe-se Unie, maar ik snap de bezorgdheid.”

Meer lezen? Neem eens een kijkje op https://leuvenbuitenlandreisdotcom.wordpress.com/. Dat is een blog waarop Nederlandse studenten hun zegje doen over het studentenleven in Leuven. Ook Vlamingen, bijvoorbeeld leerkrachten, komen aan het woord en vertellen over de verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders.

Page 14: Bap afgewerkte versie

13 • dossier

Adopteer eens een Hollander

Meer dan 130 000 Nederlanders in Vlaanderen en allemaal wanhopig op zoek naar vrienden. Je zou haast verwachten dat iedere vereniging in ons gewest volstroomt met Hollanders in nood. Toch zijn sportclubs hier niet de ideale opstap naar kameraden, vinden onze noorderburen. Buiten de muren van het complex wordt er niet afgesproken, dus denkt de Nederlander dat de Vlaming hem niet moet. Laat maar zitten dan, en hup, zo snel schrijft de Hollander zich weer uit. We vinden amper Nederlanders terug in de Vlaamse verenigingen, dus waar verstoppen ze zich dan wel?

Bij de zoektocht naar populaire verenigingen onder Ne-derlanders, is de eerste sport die in je opkomt – heel cliché – korfbal. Toch lijken Nederlanders voor die geliefde sport liever terug te trekken naar hun vaderland. De twee-de plaats voor populairste sport onder Nederlanders gaat naar hockey. Een gemixte hockeyclub is veel minder moei-lijk te vinden. In Hoeilaart vind je zelfs de club HTC Oran-je International terug, opgericht door Nederlanders. HTC Oranje is één van de grootste clubs in Hoeilaart, al komen er slechts 150 leden effectief uit de streek. De vereniging telt 700 leden met 18 verschillende nationaliteiten.

HTC Oranje International tijdens een wedstrijd

Page 15: Bap afgewerkte versie

dossier • 14

Het derde deel

Iemke Kuijper, voorzitter van HTC Oranje, vertelt hoe en waarom de club is ontstaan. “In Belgische verenigingen ontbreekt het derde deel: nadrinken, wat blijven kletsen. Dat misten we, dus gingen we niet meer naar die clubs, maar begonnen we gewoon samen te hockeyen. Daarna dronken we dan iets bij iemand thuis. Zo kwam het idee er om onze eigen club op te richten.”

Aan de zijlijn van een wed-strijd staat een man te kijken terwijl hij de regen trotseert. Een Vlaming, zo blijkt. “Mijn zoon speelt hier en ik kom twee keer per week mee om wat te drinken. Ne-derlanders zijn directer en dat

maakt het hier leuker dan in een Vlaamse club”, zegt hij. Joost Boerma, Nederlandse speler in de veteranenploeg, is eveneens lid van een Vlaams hockeyteam. “Je merkt dat ze in Belgische clubs meer om hun imago geven. Ook trek-ken Vlamingen het zich veel meer aan als ze verliezen, hier doet dat er niet toe”, zegt Boerma.

In de veteranenploeg zat altijd één Belg. Hij overleed een paar weken geleden. “Toen merkte je hoe sterk de band tussen de leden is. De begrafenis was in privékring, maar we waren allemaal uitgenodigd. We gaan soms ook samen op reis”, vertelt voorzitter Kuijper. Gerard Krol, ex-voorzit-ter, zegt dat ze van de overleden Jean-Pierre veel geleerd hebben. “We zijn wat beleefder geworden. We vulden el-kaar aan.”

Het is nog geen half elf ‘s ochtends en alle leden kappen guitig jenevershots naar binnen. Pintjes – of zijn het bier-tjes? – worden getapt, glazen champagne geheven. Er staan frietjes en calamares op tafel. “Ook op het veld zijn er verschillen te merken tussen Belgen en Nederlanders. Ik kan hele gesprekken voeren op het veld. Wij Nederlan-ders praten meer, schelden op elkaar. Dat kun je bij een Belg niet doen”, vertelt Boerma.

Goede afwisseling

Iets noordelijker dan Hoeilaart, in Brussel, is er de Ne-derlandse gezelligheidsvereniging NedCafé. Die club or-

ganiseert talrijke activiteiten, waaronder een maan-delijkse borrel voor Hollanders in Brussel. Daar komt meestal zo’n vijftig man op af. De organisatie bestaat al sinds 1986. “Het begon met wat Nederlanders op te trommelen om samen voetbalwedstrijden te kijken. Dan konden we even onszelf zijn in Brussel. In oran-je T-shirts, bitterballen etend, joelend en gek doend met onze landgenoten, besloten we dat we dat vaker wilden”, vertelt Thijs ter Haar, commissaris Communi-catie en Events.

De sfeer op de borrel is warm en hartelijk. Zelfs de Portugese uitbaatster van het café wordt door iedere gast met kussen overladen. “We zijn hier niet omdat we liever met Nederlanders dan met Vlamingen om-gaan. Het contact is gewoon anders, het vormt een goede afwisseling”, zegt voorzitter Christiaan Vinken-borg. De aanwezigen vinden het moeilijk om contact te maken met Vlamingen. “In Brussel is dat makkelij-ker. Franstaligen hebben geen vooroordelen doordat we een andere taal spreken, en denken dat Vlamingen en Nederlanders gewoon dezelfde cultuur hebben”, aldus Vinkenborg.

Caroline Richelle legt uit dat de organisatie die borrels in de eerste plaats organiseert om informatie te verschaf-fen aan nieuwe Ne-derlanders in Brussel. Zo kunnen zij leren uit de ervaringen van lot-genoten. “Hoe langer mensen hier wonen, hoe meer ze hun eigen vriendenkring opbou-wen en hoe minder ze komen”, zegt ze. Voor Tessa Byvank en Lisanne Van Ruiten is het hun eerste borrel. Ze geven aan dat ze graag nog eens zouden komen. “We kwamen puur uit nieuwsgierigheid. Zo’n vereniging is niet echt noodzakelijk hier, we zijn zo dicht bij huis. Als je Ko-ningsdag wilt vieren, dan ga steek je toch gewoon even de grens over?”

Magere opkomst

Dat het makkelijk is om even de grens over te steken,

Veteranenploeg HTC Oranje Internati-onl aan het nadrinken na de wedstrijd

“In Belgische verenigingen ontbreekt het nadrinken” – Iemke Kuijper, voorzitter HTC Oranje International

Hollandse gezelligheid op de bor-rel van NedCafé in Brussel

“We kunnen even onszelf zijn in Brussel” -Thijs ter Haar, commissaris Communicatie en Events bij NedCafé

Page 16: Bap afgewerkte versie

merk je vooral in het onderwijs. De Vlaamse scholen zit-ten vol Nederlanders. Logischerwijs zou je dus verwach-ten dat de ouderco-mités, evenredig met de klassen, volstro-men met Nederlan-ders. Vreemd genoeg is dat niet het geval. Essen en Zelzate zijn de populairste be-stemmingen voor onderwijstoerisme. “Meer dan 65 pro-cent van onze leerlingen is Nederlands”, vertelt directeur Herman Vercammen van basisschool Erasmus in Essen. Op de Vrije Basisschool Sint-Laurens in Zelzate zijn onge-veer dertig van de 375 leerlingen Nederlands. “Neder-landse ouders zien het oudercomité duidelijk niet als een manier van integreren. Bij andere activiteiten komen ze

wel”, legt communicatieverantwoordelijke Sylvie Mouton uit. Op basisschool Erasmus kennen ook de activiteiten

een magere opkomst. Op zijn andere school, de Frei-netschool in Essen, zit er ook niet een Nederlandse ouder in de ouderraad.

Vercammen wijt dat aan het feit dat school een onderge-

schikte rol heeft voor Nederlanders. Volgens Sylvie Mou-ton hebben ze het waarschijnlijk gewoon te druk. “Ze komen wel vaak hun kinderen ophalen of wegbrengen, dan merk je dat ze erg open zijn. Volgens mij hebben ze daarom het oudercomité niet nodig als opstapje. Neder-landers zijn zo sociaal, die vinden gemakkelijk elders con-tacten.”

“Nederlanders zijn zo sociaal, die vinden gemakkelijk elders contacten” – Sylvie Mouton, communicatieverantwoordelij-ke Vrije Basisschool Sint-Laurens

15 • dossier

“Ik dacht echt dat het allemaal vanzelf zou gaan. Mijn man was Belg, mijn kinderen gingen hier naar school. In Nederland heb je dan niks anders nodig om mensen te leren kennen. Zodra de school uit is, spreken de kinderen af om samen te spelen en gaan moe-ders vaak gezellig mee. Dat ge-beurt hier niet. Dus het eerste wat ik deed was me aansluiten bij het oudercomité.”

Veredelde oliebak- en wafelbakcommissie

“Dat was een tegenvaller. In Nederland ben je binnen het oudercomité heel vrij en organiseer je van alles. In België is het meer een soort veredelde oliebak- of wafel-bakcommissie. Meer mag je niet doen. Misschien sluiten daarom niet veel Nederlandse ouders zich bij een ouder-comité in Vlaanderen aan. Bovendien ga je ook niet in een oudercomité om mensen te leren kennen. Je doet dat omdat je het leuk vindt om te helpen. In Nederland gingen ouders vooral bij het comité omdat ze mee op schoolreisje wilden. Hier mag je alleen af en toe een middagje komen schoonmaken, dus waarom zou je?”

Cursussen

“Op aanraden van iemand sloot ik me vervolgens aan bij

de KVLV, al wist ik niet eens waar dat voor stond. Bleek dat ik me had aangesloten bij het Katholiek Vormings-werk van Landelijke Vrouwen. Ik was bereid om alles te

proberen, dus ik deed enthousiast mee. Ik leerde bloemschikken, knutselde servetten, ging naar zingevings-avonden... Activiteiten

die me misschien zou-den interesseren als ik in een bejaardentehuis zat. Op zo’n avond was dat gezellig, maar daar bleef het bij. Dus stopte ik er maar mee. Dat was zonde van mijn tijd en geld.”

“Vervolgens ben ik verschillende cursussen gaan volgen. Ik heb heel veel bijgeleerd hier in België. Ik kan nu naai-en, knutselen, werken met afvalmateriaal, schilderen, tekenen, boetseren, beeldhouwen... Ik heb beelden ge-maakt van materialen waar ik de naam niet eens van weet. Daar ging het me ook niet om, ik wou alleen maar een vriendenkring opbouwen. Van al die cursussen heb ik niet één keer iemand buiten de les om gezien.”

Datingsite

“Mijn laatste poging was de moeilijkste. Ik ging op zoek via een datingsite. Niemand snapte op die site dat ik

Van bloemschikken tot datingsitesMadeleine Cool (52) probeerde alles tijdens haar zoektocht naar vrienden in Vlaanderen

Madeleine Cool woont al twaalf jaar in België. Ze wisselde Amsterdam in voor Vlaanderen nadat ze als reisleidster veel in contact kwam met Belgen, die steeds zo warm en enthousiast waren. Helaas, “een Belg op vakantie is wat een Belg thuis niet is”.

“Van al mijn cursussen heb ik niet één keer iemand buiten de les om gezien”

Page 17: Bap afgewerkte versie

dossier • 16

enkel vriendschap zocht. Eerst had ik alleen ‘vrien-dinnen’ ingevuld, maar er reageerden ‘vriendinnen’ die iets an-ders met mij wilden doen dan bloemschikken. Uit-eindelijk leerde ik toch een aantal vrouwen kennen met wie ik bevriend ben geraakt. Maar eerlijk gezegd

waren bijna alle dames die ik leerde kennen depres-sief of ziek. Mensen die plotseling niet meer fulltime werkten en dus tijd over hadden.”“Uiteindelijk ga je denken dat het aan jezelf ligt, maar Belgen hebben gewoon geen tijd voor een nieuwe vriendschap. Vlamingen verlaten hun geboortedorp

Zo zie je maar: op Nederlandse verenigingen gaat het er gewoon helemaal anders aan toe dan bij ons. Nederlanders verwachten meer van een vriendschap. En hoewel wij Vlamingen Nederlanders misschien zien als open en sociale wezens die sterk in hun schoenen staan, hebben ze ons eigenlijk heel hard nodig. Dus de volgende keer dat je een eenzaam ogende Hollander spot, nodig de brave ziel uit voor een kopje koffie en een Belgische bonbon. Liefst bij je thuis, want de drempel naar vriendschap is gewoon de drempel van je voordeur. Help de Hollander.

niet snel, waardoor ze al hun vrienden van vroeger nog hebben. Ik kwam nooit ergens verder dan het tuinhekje. Dat is geen onvriendelijkheid, maar gebrek aan tijd. Ze wer-ken hele dagen, terwijl veel moeders in Nederland parttime werken. Als we onze kinderen daar op school afzetten, stonden we vaak als het speelkwartier begon nog altijd te kletsen. We zijn zelfs ooit eens wegge-stuurd door de directeur omdat we de lessen verstoor-den met ons gelach. Vriendschap wordt ook heel an-ders ervaren in België dan in Nederland. Mijn dochter kwam eens thuis met een vriendenboekje waarin een klasgenootje had geschreven dat zij haar beste vriendin was. Ze zaten samen in de klas en deden samen ballet, maar dat was het. Ze hadden nog nooit met elkaar af-gesproken. Maar voor een Belg is dat een vriendschap. Ik denk dat ik hier van veel mensen een vriendin ben, terwijl ik ze als vage kennis zou betitelen. In Nederland is een vriendin iemand met wie je van alles deelt – hier is het genoeg om een cursus te delen.”

“Ik denk dat ik hier in Vlaanderen van veel mensen een vriendin ben, terwijl ik ze als vage kennis zou betitelen”

Page 18: Bap afgewerkte versie

17 • dossier

De ware betekenis van vrije tijdInburgeren in Nederland en Vlaanderen

Dat we inderdaad nauwelijks iets gemeen hebben, blijkt als we de inburgeringscursussen van Nederland en Vlaanderen vergelijken. Ze bestaan allebei uit verschillende delen. Ten eerste is er het deel Nederlandse taal. Een heel recent maar frappant verschil is dat het vanaf februari 2014 in Vlaanderen een vereiste is om in de opleiding Nederlands als tweede taal (NT2) richtgraad A2 te behalen. In Nederland is richtgraad A1 nog steeds voldoende. Het niveau Nederlands ligt dus hoger in Vlaanderen. Vervolgens krijg je in Vlaanderen een cursus Maatschappelijke Oriëntatie, gevolgd door Loopbaanoriëntatie en Trajectbegeleiding. In Nederland krijg je alleen Kennis Nederlandse Maatschappij en Oriëntatie Arbeidsmarkt.

Het grote verschil

De thema’s van de examens over de maatschappij zijn ongeveer hetzelfde: onderwijs, geografie,

wonen, werk, gezondheid, gezin, opvoeding, politiek, publieke dienstverlening. Beide trajecten behandelen ook het onderwerp vrije tijd. Opmerkelijk is dat er in Vlaanderen dan alleen over musea, bezienswaardigheden en sportmogelijkheden

gesproken wordt, terwijl men in Nederland onder vrije tijd eerder sociale omgang verstaat. Daar hebben we het dus: het grote verschil tussen

Een inburgeringscursus volgen als we naar elkaars land verhuizen, klinkt een Vlaming of Nederlander absurd in de oren. Wanneer je als burger van een EU-lidstaat binnen de Europese Unie verhuist, ben je ook niet verplicht om een cursus te volgen. Toch grijpen we als rechthebbenden beter onze kans. Het is zoals Dick Dresselhuis, voormalig direc-teur van de Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg (NKVK), lang geleden al zei: “Vlaanderen en Nederland hebben niks gemeen, behalve de taal.”

Nederland en Vlaanderen. Al zo duidelijk in de inburgeringscursus. In Nederland gaat het bij vrije tijd meer om de omgang met je buren, het groeten van mensen, het leggen van contacten. Juist dat wat alle Nederlanders zeggen te missen in Vlaanderen.

Openheid

Opvallend is dat er nergens voorbeeldvragen of proefexamens te verkrijgen zijn van de inburgeringsexamens in Vlaanderen, terwijl je in Nederland beschikt over tientallen oefenexamens en je zelfs een lijst van 100 voorbeeldvragen krijgt waarin de effectieve vragen verwerkt zitten. Ook daarin valt de openheid van Nederland op. Volgens maatschappelijk werker Wallid – ook achternamen worden geheimgehouden bij de inburgeringsdiensten in Vlaanderen – kent slechts één persoon per onthaalbureau de inhoud van de tests en daar mag niet over gesproken worden. Hij werkt voor het Kom-

In Vlaanderen gaat het bij vrije tijd over musea, in Ne-derland over de omgang met je buren

Page 19: Bap afgewerkte versie

dossier • 18

Pas, het onthaalbureau van Gent. “Ik weet alleen dat er een stuk of tien verschillende versies bestaan en dat je op iedere vraag moet antwoorden met juist of fout”, zegt hij. Nog een verschil met Nederland. Daar zijn het meerkeuzevragen. Bovendien hoort er daar bij iedere vraag een afbeelding en zit er een verhaallijn in het examen. De vragen zijn er veel persoonlijker. In België gaat het bijvoorbeeld over waarom Vlamingen zo veel fietsen, terwijl het in Nederland eerder over karaktereigenschappen van de bevolking gaat. Hoewel er in Vlaanderen een hoger niveau Nederlands verwacht wordt, kun je je examen ook in het Duits, Engels of Frans afleggen. In Nederland kan dat enkel in het Nederlands.

Vervolgens is er ook een heel groot verschil in prijs. In België is een inburgeringstraject van 60 uur les en een examen volledig gratis en heb je onbeperkt de tijd om te slagen. In Nederland kost het examen alleen al 350 euro. Lessen worden enkel door privé-organisaties gegeven en kosten bij DUO bijvoorbeeld 840 euro voor 48 uur. De film waarmee

© screenshot proefexamen inburgering ind Nederland

Workshop: Nederlander in Vlaanderen

Johan Peeters, journalist uit Rotterdam, woont al bijna tien jaar in Antwerpen. Hij had het moeilijk om zijn weg te vinden in het de onduidelijke wereld van de Vlaamse wetgeving, VDAB en OCMW. Om andere Nederlanders die moeilijkheden te besparen, besloot hij hen workshops aan te bieden.

Uw workshops duren 3 uur. Is er zoveel te vertellen?

Johan Peters: “Zeker. Alles is anders in Vlaanderen. Ik wilde het hebben over de wetgeving, werken en het sociale leven. Ook wilde ik een stoomcursus Vlaams geven met typische Vlaamse woordjes en uitdrukkingen. Nederlanders moeten zeker gewaarschuwd worden voor de hiërarchie op de werkvloer. Ze zijn er niet op voorbereid dat je hier minder hoog van de toren moet blazen. Ook op sociaal vlak zijn er zaken die ze beter op voorhand weten. Belgen zijn veel gereserveerder en sommigen staan zelfs heel vijandig tegenover Nederlanders.”

Krijgt u veel respons op de workshops die u aanbiedt?

Peters: “Helaas niet. Er is een doelgroep, maar het is moeilijk om die te bereiken. Ik heb tot nu toe nog geen enkele workshop gegeven. Dat had ik niet verwacht. Ik denk dat Nederlanders het een te grote stap vinden om hulp te zoek-en aangezien we toch dezelfde taal spreken. Dan ga je er vanuit dat alles wel ongeveer hetzelfde zal zijn. Vandaar dat ze bijvoorbeeld ook niet naar inburgeringscursussen gaan. Ik denk dat zo’n workshop of een inburgeringstraject een enorme meerwaarde zou zijn voor Nederlanders.”

SOS Vlaanderen

je kunt oefenen kost 100 euro. Je krijgt 3 jaar om te slagen. Haal je dat niet, dan betaal je alles uit je eigen zak en krijg je er een boete bovenop die kan oplopen tot 1250 euro. Haal je het wel, dan krijg je alles grotendeels terugbetaald. Alleszins een goede motivatie.

Page 20: Bap afgewerkte versie

19 • dossier

Terug naar NederlandDe Nederlandse Cobie Snoep (60) verhuisde in 2013 van Vlaanderen terug naar

haar vaderland

Na acht jaar in Gent te hebben gewoond, had de Nederlandse Cobie Snoep het gehad met Vlaanderen. Ze voelde zich er nog steeds niet thuis en besloot om terug te keren naar Nederland. Ze kocht een huis in Middelburg en kwam al snel tot het besef dat ze in Nederland toch niet veel beter af is.

Page 21: Bap afgewerkte versie

dossier • 20

“In 2006 verhuisde ik om medische redenen van Den Haag naar Gent. Ik lijd namelijk al meer dan twintig jaar aan een chronisch vermoeidheidssyndroom en de zorg

in Nederland is niet zo best. Ik werd zieker en zieker en mijn huisarts zei dat het al-leen maar stress was. Hier in Nederland nemen ze je

nooit serieus. Ik kreeg eens vreselijke pijn in mijn maag en toen ik de spoed belde, zeiden ze dat ik gewoon een paracetamol moest slikken. Dokters doen hier alles af als aanstelleritis. Ik noem het wegwuifdiagnostiek. Na heel wat smeken, beloofden ze langs te komen. Ik wist dat ze me zouden aanhoren en dat ze zouden conclude-ren dat ik nooit zo ziek kon zijn. Dan zou ik beginnen wenen en zouden zij beslui-ten dat ik gewoon psychisch niet in orde ben. Zo gaat dat hier. Dus heb ik een vriend gebeld en gezegd ‘Breng me als de sodemieter naar Gent’. En ik ben acht jaar weggebleven.”

Terugkeer

“Het was in april 2013 dat ik besloot om naar Nederland terug te keren. Ik was toen net op vakantie geweest in Israël. Daar is iedereen heel gastvrij, nog meer dan in Ne-derland. En toen kwam ik terug in België en zag die lange gezichten, niemand die met elkaar sprak... Ook moest ik toen net iets organiseren met de Fietsersbond, en nie-mand wou me helpen. Ik stuurde mail na mail, zonder

“Hollanders denken zo zwart-wit, bij Vlamingen is alles lekker grijs”

antwoord. En toen was ik het zo spuugzat. Mijn Vlaamse vriendin Edith zei het toen ook: ‘Jij zult nooit geaccepteerd worden’. Ik hoef niet geaccepteerd te worden, zolang ik maar een beetje kan meedoen. Maar ik kon niet omgaan met die miscommunicatie, of eigenlijk de afwezigheid er van. Ik had het erg moeilijk op sociaal vlak, zeker omdat ik alleenstaand ben en niet werk. Als ik in Gent mensen uitnodigde voor een borrel vonden ze dat prima, maar

ze kwamen niet. Afzeggen doen ze niet in Vlaanderen, want dat is on-beleefd. In België heb je nauwelijks een sociaal leven, maar heb je er wel de conditie voor door de medische

zorg. In Nederland word je aan de goden overgelaten, heb je een geweldig sociaal leven, maar moet je maar hopen dat je er ook van kunt genieten. De combinatie van dat alles heeft me zo opgefokt gekregen, dat ik terug wou. Ik koos voor de buurt van Terneuzen, Middelburg, aangezien ik wist dat genoeg mensen van Terneuzen naar Gent heen en weer gingen en dat dus makkelijk was. Niet dus. Er zijn er genoeg, maar niemand die je eens mee-neemt. Het is net zoals in Gent. Wat dat betreft is het hier ook heel gesloten.”

Genieters

“In het begin had ik echt dat euforische gevoel. Ik heb de hele verhuizing fluitend gedaan. Maar stukje bij beetje kom je te weten dat Nederland in de tijd dat je weg was ook veranderd is. Dat dat beeld dat je van je thuisland hebt niet meer klopt. De tijden zijn veranderd en je ziet elkaar lijfelijk niet meer zoveel. Nederlanders leven ook niet onder de toren bij elkaar, zoals dat in Vlaanderen wel vaak het geval is binnen familieverband.”

“Het is wel zo dat je in Nederland nog steeds makkelijker bij elkaar over de vloer komt. Voor elkaar koken en derge-lijke gaat hier nog altijd makkelijk en spontaan. Dat is hier dan wel meteen een soort van uit eten gaan. Het is dan feest, daar moet een reden voor zijn. Dat vind ik bij jullie veel leuker. Als ik hier mensen uitnodig voor een borrel, vinden ze het vaak te vroeg om te drinken. In dat opzicht ben ik te veel vervlaamst. Geniet van het leven, sta niet bij alles zo stil. In Nederland moet alles een reden heb-ben, daar kan ik niet meer tegen. Ik kan wel weer gewoon mensen aanspreken in winkels of op straat. Dat miste ik

“In België heb je nauwelijks een sociaal leven, maar heb je er wel de conditie voor door de medische zorg. In Nederland word je aan de goden overgelaten, heb je een gewel-dig sociaal leven, maar moet je maar hopen dat je er ook van kunt genieten”

Page 22: Bap afgewerkte versie

in Vlaanderen. Maar Belgen zijn dan weer echte genie-ters. Bij elk evenement, zelfs koopavonden, verrijzen er eettentjes uit het niks en komt een of ander plaatselijk bandje muziek maken.”

Bemoeizucht“Ik heb me heel erg aan-gepast aan Vlaanderen. Ik was daar te gast, dus ik vond dat niet meer dan normaal. Ik ben er zelfs blij om. In Neder-land denkt iedereen zo zwart-wit, in Vlaanderen is alles gewoon lekker

grijs. Ik kreeg door in Vlaanderen te wonen een hekel aan de Hollander die bij de bakker over zijn privéleven stond te schreeuwen of jongens die joelend door de stra-ten een vrijgezellenfeest hielden. Op zulke momen-ten voelde ik me Belg en wou ik daar absoluut niet bij horen. Ik ben begin-nen houden van de rust in Vlaanderen.”

“Ik heb ondertussen ook minder het gevoel ‘de Hollan-der’ te zijn in België. Ik heb geleerd mezelf wat meer in toom te houden. In het begin vroeg ik ook vaak aan mensen of ik iets verkeerds had gezegd, maar dat wordt in België niet uitgesproken. Jullie zwijgen of liegen. Wij willen alles juist te veel uitpraten. En dus leerde ik meer te zwijgen, niet door te drammen dat mensen eens langs moeten komen. Ergens vond ik dat zelf ook wel leuk. Je kon gewoon lekker thuis zitten zonder dat iemand daar

iets van zei. Dat gaf me de vrijheid of ruimte om te doen wat ik wou. Hier in Nederland wordt je er onmiddellijk op aangesproken als je te veel thuis zit. Ik heb nu veel meer problemen met de bemoei-

zucht. Ik mis Gent veel meer dan ik dacht.”

Spijt

“Ik heb spijt van mijn verhuizing naar Nederland. Het loopt niet zoals ik verwacht had. Ik kan niet meer wennen aan het medische systeem en dan valt het sociaal leven ook nog eens zo tegen. Nieuwe contacten leggen is moei-lijker dan verwacht, en oude contacten zie ik amper. De drive is er niet meer om af te spreken. Wanneer ik hier op bezoek was vanuit Gent, zag ik iedereen terug. Nu blijf je

“Jullie zwijgen of liegen. Wij willen alles juist te veel uitpraten”

Cobie Snoep lerde veel bij dankzij het boek ‘België voor beginners’ van Bert Kruismans en Peter Perceval

dat uitstellen, zo van ‘het kan volgende week ook nog’. Dat drijft me hier nu ook weer weg.”

“Pas nu besef ik dat mijn tijd in Vlaanderen toch zo slecht niet was. Ik heb er natuurlijk lang over gedaan voor ik een paar mensen om me heen had, maar op het einde had ik

wel een kennissenkring opgebouwd. Ook is iedereen er zo vriendelijk in winkels en duwen kinderen elkaar niet gillend de gracht in, maar lopen braaf in de rij achter de meester aan. Het maakt Belgen ook niks uit als er maar één kassa open is en de rij tot achter in de winkel loopt. Ze schuiven gewoon aan. Voorsteken loont dan wel, want is het niet zo dat de Belg zich liever schikt dan een scène te maken? Op andere vlakken zijn de Belgen dan wel heel koppig, en die dwarsheid vind ik geweldig. Jul-lie leggen gewoon het hele land plat. Winkels die plots gesloten zijn, stakin-gen... Wij Nederlanders zijn veel te braaf. En dan het wereldrecord zon-der regering. Niemand in Nederland snapt het, maar jullie land draaide gewoon verder. Ik zie nu pas in dat ik het daar echt naar mijn zin had, al miste ik soms dingen. Dat is normaal. Er zijn periodes waarin je je gewoon een beetje ontheemd voelt. Maar dat gevoel heb ik in Nederland nu ook. Ik ben ontheemd in mijn eigen leven.”

“Ik heb nu veel meer problemen met de bemoeizucht in Nederland”

“Ik ben ontheemd in mijn eigen leven”

typisch Hollands uitzicht vanuit het stekje van Cobie Snoep in Middelburg

21 • dossier

Het leven van Cobie Snoep in boeken

Page 23: Bap afgewerkte versie

dossier • 22

Het eiland dat we Vlaanderen noemencolumn

“De Belg, dat is een xenofoob”, zei laatst iemand in De Morgen. In eerste instantie kon ik dat heel goed begrijpen. Er is altijd genoeg commotie over het aantal vreemdelingen in ons minia-tuurlandje. Pas toen ik las dat iemand zei dat Belgen ook in het buitenland xenofoob zijn, begon ik na te denken. Hoe is iemand bang van het vreemde en onbekende, als je je zelf in het land der vreemden en onbekenden bevindt? Wat doe je daar dan?

Ik dacht terug aan mijn verre reizen. In Australië heb ik toch echt een Belg ontmoet. Alhoewel. Half Waals en half Hollands, dat telt misschien niet helemaal. In Latijns-Amerika waren er heel veel Belgen. Allemaal Walen, geen enkele Vlaming. Eén Nederlandstalige Brusselaar, maar daar heb je het weer. Brus-sel. Dat valt al niet meer echt onder Vlaanderen, daar zijn ze al wat mondiger. En welgeteld één verdwaalde Vlaming. Een West-Vlaamse die zich terugtrok zodra het woord avontuur viel, die liever uitsliep dan mee vulkanen te gaan beklimmen. Die zich aan mij, aan het vertrouwde, vastklampte en als de dood was om ook maar iets aan te raken in zo’n vreemd en ge-vaarlijk land. Ze kon niet wachten om terug in België te zijn. Er is bewezen dat de drie grootste ambities van de Vlaamse jongere zijn om tegen hun zesentwintigste partner, huis en kind te heb-ben. Veel ruimte voor avontuur laat dat niet over. Backpacken staat dus niet echt op hun bucket list, terwijl je Nederlanders tot vervelends aan toe blijft terugvinden in iedere uithoek van de wereld. Ze verspreiden zich als een plaag over onze wereld-bol, want ben je ooit al eens op een toeristische bestemming geweest waar er geen luidruchtig Oranje-café uitgebaat werd?

Niet verwonderlijk dus dat het lijkt mis te gaan zodra die Nederlanders voet op het eiland Vlaanderen zetten. Als je het in het buitenland al moeilijk hebt met je aan te passen, hoe kan men dan van je verwachten dat je dat in je eigen land wel kunt? Daar ben je thuis, daar zijn zij het die jouw leefwereld verstoren.

Vlamingen hebben alles wat ze nodig hebben op hun eilandje. Ze bouwen in al die jaren een gelukkig leven op, gaan eens per jaar een paar weken naar Frankrijk of Italië, en that’s it. Geen Hollander hoeft hun vreedzaam bestaan te komen verstoren. Geen Hollander die toch alleen maar luid zijn mening loopt te verkondigen en zich niet gewoon beperkt tot zijn eigen leventje zoals de Vlaming gewend is. En dan wint de koppigheid die iedere Vlaming toch in zich heeft, en barsten alle frustraties naar buiten in Hollandermoppen en gefoefel om het die eigenwijze Nederlanders toch maar betaald te zetten dat ze hun klompen rechtstreeks van hun boerse tulpen op Vlaanderens prachtige azalea’s gezet hebben.

Mijn Nederlandse oudtante verhuisde 50 jaar geleden naar Vlaanderen, en vertelt precies hetzelfde over Vlamingen als iedere ‘moderne’ immigrant. Zijn wij Vlamingen dan zo weinig veranderd? Staan we na vijftig jaar nog precies hetzelfde tegenover het onbekende? Vechten we voor feminisme en vrijheid van geaardheid, terwijl we vanbinnen nog altijd bang zijn voor iedere vorm van verandering? Een tijdje geleden zei iemand dat “het aanrecht nog net niet het enige recht van de vrouw is in Vlaanderen”. Als we werkelijk zo bekrompen en oubollig overkomen op de buitenwereld, ligt een deel van het probleem misschien echt wel bij ons. Dan is het misschien tijd dat wij veranderen. Hoeveel zin we ook zouden mogen hebben om ons bij de klank van dat woord angstvallig te verstoppen.