Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Behouden Bruggen Advies: Effectevaluatie met de Trialoog
bij INO Bruggenbouwen
Merve Tek Fabian Bijl
Lotte van Deelen Maaike de Vreede Minor Civil Society
januari 2017
Bruggen Behouden 11 januari 2017 i
Inhoudsopgave
1 Inleiding ............................................................................................................................... 1
2 Uw vraag .............................................................................................................................. 2
2.1 Achtergronden ........................................................................................................................ 2
2.2 Projectopdracht ....................................................................................................................... 2
2.3 Uw adviesvraag ....................................................................................................................... 4
3 Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen ..................................................................... 5
3.1 Zes adviezen ............................................................................................................................ 6
3.2 Een conceptversie: de Trialoog ............................................................................................... 9
3.3 Echt aansluiten bij cliënten, Bruggenbouwers, professionals en MEE ................................. 10
3.4 Het instrument: de Trialoog .................................................................................................. 12
Bronnenlijst ............................................................................................................................... 13
Bruggen Behouden | Inleiding 11 januari 2017 1
1 Inleiding
Het adviesrapport dat nu voor u ligt is geschreven in opdracht van MEE Gelderse Poort. MEE is op
zoek naar een passende effectenevaluatiemethode die zij kunnen inzetten om langetermijneffecten
van het project Bruggenbouwen te meten. Hiervoor hebben we een onderzoek uitgevoerd naar
bestaande methoden, zie “Behouden Bruggen: een onderzoek naar een effectevaluatiemethode voor
INO Bruggenbouwen”. Op basis van dit onderzoek komen we tot dit advies.
In dit adviesrapport leest u in hoofdstuk 2 de vraag van Stichting MEE, de achtergronden, de
projectopdracht en de adviesvraag. In hoofdstuk 3 vindt u zes adviezen, een conceptversie van de
Trialoog en de resultaten van een bijeenkomst rond deze conceptversie. Dit hoofdstuk wordt
afgesloten met de herziene versie van de Trialoog.
Bruggen Behouden | Uw vraag 11 januari 2017 2
2 Uw vraag
2.1 Achtergronden
2.1.1 MEE Gelderse Poort MEE Gelderse Poort heeft 150 medewerkers in dienst. Hun werkgebied is: Regio Arnhem, Rijk van
Nijmegen en Rivierenland. De kerncompetenties worden als volgt omschreven: onafhankelijk,
verbindend, daadkrachtig en vernieuwend. ‘’De dienstverlening van MEE Gelderse Poort is sterk
preventief gericht op het verbeteren van kwaliteit van leven. Door de nadruk te leggen op de
voorwaarden en mogelijkheden om mensen met een beperking in de samenleving te betrekken.
Zonder beroep te hoeven doen op duurdere tweedelijnszorg’’ (Mee Gelderse Poort, z.d.-a).
2.1.2 Bruggenbouwen & Bruggenhouders Bruggenbouwen is een project dat door MEE Gelderse Poort in 2004 is ontwikkeld en met de jaren
verder is uitgebouwd. Het doel van het project is om mensen die niet altijd op eigen kracht mee
kunnen doen aan de samenleving te helpen participeren. Het geeft hen en hun omgeving de
ondersteuning die zij nodig hebben om weer mee te doen in de maatschappij. Voor het project
Bruggenhouders is de methode Bruggenbouwen het uitgangspunt.
MEE Gelderse poort werkt daarbij samen met gemeenten, partners, professionals, cliënten en
opdrachtgevers aan de verantwoordelijkheid om de zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare
burgers te bevorderen (MEE Gelderse Poort, z.d.-b).
2.1.3 Civil Society Lab Vier studenten van het Civil Society Lab voeren deze opdracht uit:
Lotte van Deelen studieachtergrond: HAN Pedagogiek
Fabian Bijl studieachtergrond: HAN Pedagogiek
Merve Tek studieachtergrond: HAN Pedagogiek
Maaike de Vreede studieachtergrond: HAN Opleidingskunde
Dit project wordt in het kader van de minor ‘Samenwerken aan een duurzame Civil Society’ van de
HAN uitgevoerd. Het Civil SocietyLab (CSL) is een ‘lab’ waar studenten, mensen uit de praktijk en
docenten van de HAN samen werken aan praktijkvraagstukken. MEE Gelderse Poort heeft het lab
benaderd en hun onderzoeksvraag bij hen ondergebracht.
2.2 Projectopdracht
2.2.1 Aanleiding Het mee laten doen aan de samenleving is het ideaal van MEE (z.d.): “..een inclusieve samenleving.
Een samenleving waarin iedereen ertoe doet en die mensen insluit in plaats van uitsluit.” Mensen die
dit niet op eigen kracht kunnen bevinden zich vaak in een sociaal kwetsbare situatie. Dit houdt in dat
zij (tijdelijk) niet zelfredzaam zijn. Mensen in een sociaal kwetsbare situatie hebben vaak een kleiner
netwerk dan mensen die niet sociaal kwetsbaar zijn. Vaak zijn ze eenzaam en of zitten ze in een
sociaal isolement. Dit kan een gevaar vormen voor de Positieve Gezondheid zoals uitgewerkt door
Huber, Vliet en Boers (2016).
Bruggen Behouden | Uw vraag 11 januari 2017 3
Zij definiëren Positieve Gezondheid als: ‘… the ability to adapt and to self manage, in the face of
social, physical and emotional challenges’ (Huber et al., 2011). Als iemand dit niet op eigen kracht
kan, heeft dit dus een negatieve invloed op hun positieve gezondheid. Een gebrek aan positieve
gezondheid kan leiden tot een grote toename van eerstelijnsvoorzieningen zoals de huisarts. MEE
wil dit voorkomen en heeft daarvoor de methodiek Bruggenbouwen ontwikkeld (MEE, 2015).
Weer meedoen door de methode Bruggenbouwen Bij de methodiek Bruggenbouwen is het doel om weer geheel mee te kunnen doen aan het
maatschappelijke verkeer. Om aan maatschappelijke participatie te werken begeleidt MEE haar
cliënten in 20 weken en volgt hierbij 4 fasen. De fases bestaan uit:
Kennismaking
Plan van aanpak
Uitvoering
Afsluiting.
Er zijn drie gebieden waarop een cliënt en zijn/haar Bruggenbouwer zich kunnen richten. Die drie
gebieden zijn (MEE Gelderse Poort, 2015):
1. Het aanleren van vaardigheden van de cliënt 2. Het versterken van het sociaal netwerk 3. Het uitbreiden van het sociale netwerk door nieuw contacten te leggen
Helpt de methode Bruggenbouwen op lange termijn? In de methode Bruggenbouwen zijn er twee evaluatiemomenten. De tussentijdse evaluatie en de
eindevaluatie. De beide evaluaties worden samen met de cliënt en de Bruggenbouwer afgenomen.
Dit doen zij aan de hand van vier vragen (MEE Gelderse Poort, 2015):
1. Aan welk doel is gewerkt? 2. Wat was het resultaat voor de cliënt? 3. Wat was het resultaat voor de Bruggenbouwer? 4. Wat heeft het de professional opgeleverd, en wat heeft het de professional bespaard?
De eindevaluatie geeft op deze manier een inzicht in het effect van het traject direct na afronden. Er
is geen manier om effecten van deze methode op lange termijn te evalueren. MEE Gelderse Poort wil
graag inzicht krijgen in het lange termijn effect van de methode Bruggenbouwen. Hierbij moet ook
ruimte zijn voor onverwachte effecten. Ze willen dit op een systematische manier evalueren die past
bij alle betrokkenen.
2.2.2 Doelstelling Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de lange termijn effecten van het project
Bruggenbouwen.
2.2.3 Projectresultaat Het resultaat van dit project is een passende, duurzame methode voor effectevaluatie die inzicht
geeft in het lange termijn effect van de methode Bruggenbouwen voor de cliënt, de Bruggenbouwers
en professionals.
Bruggen Behouden | Uw vraag 11 januari 2017 4
2.3 Uw adviesvraag Welke vorm van effectevaluatie is geschikt voor de methode Bruggenbouwen en sluit aan bij de
cliënt en zijn directe netwerk, de professionals en voldoet aan de voorwaarden die MEE Gelderse
Poort stelt?
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 5
3 Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen
Uit ons onderzoek naar een passende effectevaluatiemethode (Tek, Bijl, Deelen & Vreede, 2017)
voor Bruggenbouwen kwam naar voren dat er geen bestaande methode is die volledig passend is.
Daarom bevelen wij aan om een aangepaste methode te ontwikkelen die gebaseerd is op passende
elementen van beide methodes. De volgende elementen moeten terugkomen in deze methode:
Een gesprek tussen cliënt, Bruggenbouwer én professional.
Een methode met een beperkte tijdsinvestering, zowel tijdens het gesprek als in de verwerking van de resultaten.
Een gestructureerde manier van werken, bijvoorbeeld met een interviewguide en/of een tijdlijn.
Open vragen die ook ruimte bieden voor onverwachte effecten.
Een persoon met de rol van gespreksleider die zorgt dat het gesprek en de vragen aansluiten bij alle betrokkenen.
Uit deze aanbevelingen komen zes adviezen voort. Deze leest u in paragraaf 3.1. Belangrijk is dat de
methode ook echt aansluit bij cliënten, hun netwerk, Bruggenbouwers, professionals en MEE.
Daarom hebben wij een bijeenkomst gehouden met deze mensen. Hier hebben wij een instrument
gepresenteerd dat gebaseerd is op deze zes adviezen. Dit instrument vindt u in paragraaf 3.2. De
resultaten uit deze bijeenkomst leest u in paragraaf 3.3. Deze resultaten, samen met onze zes
adviezen, leiden tot het effectevaluatie-instrument: De Trialoog, zie paragraaf 3.4.
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 6
3.1 Zes adviezen
Advies 1 : Ga in gesprek met cliënt, Bruggenbouwer én professional Het effectevaluatie-instrument is een gesprek tussen cliënt, Bruggenbouwer én professional. Zij
hebben een gelijkwaardige inbreng en vullen elkaar aan waar zij dat kunnen.
Meer perspectieven leveren een completer verhaal op
Verschillende mensen zorgen ervoor dat een situatie uit verschillende hoeken bekeken wordt. Niet
alleen meerdere mensen, maar ook de aanwezige rollen – cliënt, Bruggenbouwer en professional –
zorgen voor verschillende perspectieven. Hierdoor komen in het gesprek verschillen tussen de
verhalen naar boven en vullen de verhalen elkaar aan. Samen leidt dit tot een zo compleet mogelijk
verhaal.
Aanwezigen komen tot nieuwe inzichten door de verhalen van de anderen
De nieuwe perspectieven die de anderen meebrengen, leveren ook voor de aanwezigen zelf nieuwe
inzichten op. Hierdoor komen bijvoorbeeld delen van het verhaal naar boven die nog niet bekend
waren of een nieuwe kijk op dat wat al wel bekend was.
Advies 2: Structureer het effectevaluatiegesprek Het effectevaluatie-instrument bestaat uit een tijdlijn waaraan vragen gekoppeld zijn. Deze vragen
zijn gericht aan de cliënt.
De vragen zorgen voor een uniforme opzet van individuele effectevaluaties
De vragen in het effectevaluatie-instrument zorgen voor structuur in het gesprek. Doordat elke
effectevaluatie aan de hand van dezelfde vragen gehouden wordt, zorgt dit ervoor dat de evaluaties
uniform van opzet zijn. Daardoor zijn zij goed te verwerken in een overstijgend verhaal over
effectevaluatie van Bruggenbouwen als project.
Deze vragen geven ruimte voor verwachte én onverwachte effecten
De vragen in het effectevaluatie-instrument bieden ruimte aan informatie over verwachte én
onverwachte effecten. Dit door het stellen van open vragen die ook gaan over behaalde resultaten
naast het gestelde doel om. Dit zorgt ervoor dat álle effecten boven tafel komen, niet alleen de
effecten die vooraf verwacht werden.
Advies 3: De Bruggenbouwer leidt het gesprek De Bruggenbouwer leidt het gesprek bijvoorbeeld door het stellen van (hulp)vragen. Ook verwerkt hij
de resultaten.
De Bruggenbouwer is vertrouwd voor de cliënt
De Bruggenbouwer en cliënt hebben gedurende het Bruggenbouwentraject samengewerkt. Dit
maakt dat de Bruggenbouwer bekend en vertrouwd is bij de cliënt. Voor enkele cliënten is dit extra
belangrijk, een deel van de doelgroep bestaat namelijk uit mensen met een stoornis in het autistisch
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 7
spectrum. Voor hen is het voeren van een gesprek met bekenden prettiger dan een gesprek voeren
met onbekenden, zeker omdat het over hun eigen problematiek gaat.
Bij elk traject is een Bruggenbouwer betrokken
Bij een Bruggenbouwtraject zijn minimaal een cliënt en een Bruggenbouwer betrokken. Dit zorgt
ervoor dat altijd duidelijk is wie de effectevaluatie uitvoert, en dat er niet met deze rol geschoven
hoeft te worden.
Het is een leermoment voor de Bruggenbouwer
Veel Bruggenbouwers zijn tweede- of derdejaars HBO stagiaires. De rol van gespreksleider biedt hen
een leermoment dat zij kunnen benutten om ervaring op te doen in het leiden van gesprekken. Dit
kunnen zij toepassen in vervolgstages of werksituaties.
Advies 4: Organiseer een introductie voor Bruggenbouwers In deze introductie leren Bruggenbouwers wat het effectevaluatie-instrument inhoud. De focus ligt
op hun rol in het instrument: het leiden van het gesprek en het verwerken van de resultaten.
Bruggenbouwers leren de methode kennen
Het effectevaluatie-instrument is nieuw voor (startende) Bruggenbouwers. Om het gesprek goed te
voeren en leiden is het belangrijk dat zij de methode goed kennen.
De effectevaluaties worden uniformer
Een gemeenschappelijke introductie over het effectevaluatie-instrument zorgt ervoor dat er met
elkaar gesproken wordt over de methode, de gewenste manier van verwerking en de rol van de
Bruggenbouwer. Dit leidt tot een gemeenschappelijk beeld van het instrument en zijn werkwijze.
Hierdoor ontstaat er een uniforme manier van effectevaluatie.
Advies 5: Maak effectevaluatie een vast onderdeel van Bruggenbouwen De effectevaluatie vindt twee tot drie maanden na afloop van het traject plaats. Het is een vast
onderdeel van het traject en dit is bekend bij alle betrokkenen.
Het komt de kwaliteit van Bruggenbouwen ten goede
Evaluatie gaat over terugkijken, maar ook over vooruit kijken. Systematisch onderzoeken wat de
effecten van Bruggenbouwen zijn zorgt ervoor dat er steeds scherp naar de werkwijze en zijn
opbrengsten gekeken wordt. Dit levert input voor het doorontwikkelen van de methode.
De evaluatiemomenten zijn eenvoudiger te organiseren
Doordat het een vast onderdeel van een Bruggenbouwentraject is, weet iedereen dat het gesprek
gevoerd gaat worden. Dit zorgt ervoor dat ruim van tevoren over dit gesprek gecommuniceerd kan
worden naar de betrokkenen en dat het gesprek ruim van tevoren gepland kan worden. Hierdoor zijn
de gesprekken eenvoudig te organiseren.
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 8
Na twee tot drie maanden is gedragsverandering zichtbaar
Om te onderzoeken of effecten van Bruggenbouwen behouden zijn, moet de cliënt tijd hebben
gehad om zijn gedrag te veranderen. Hetzij om de veranderingen te behouden, hetzij om terug te
vallen in zijn oude patroon. In twee tot drie maanden is dit zichtbaar (Kirkpatrick & Kirkpatrick, 2010).
Advies 6: Voer ook een gesprek met alleen Bruggenbouwers Drie Bruggenbouwers gaan samen in gesprek over hun trajecten. Dit gesprek voeren zij aan de hand
van een tijdlijn met zes vragen.
1. Waarom ben je begonnen met Bruggenbouwen? 2. Welke activiteiten heb jij samen met je cliënt ondernomen? 3. Hoe heb je het traject ervaren? Wat vond je fijn/minder fijn? 4. Wat heb jij geleerd als Bruggenbouwer? 5. Hoe heb je de begeleiding vanuit MEE ervaren? 6. Hoe zou het project Bruggenbouwen kunnen worden verbeterd?
Bruggenbouwers krijgen inzicht in hun eigen manier van werken en hun leeropbrengst
Veel Bruggenbouwers zijn tweede- of derdejaars HBO-student. Dit betekent dat zij lerende zijn.
Terugkijken op het volledige traject met één cliënt levert voor hen dan ook nieuwe inzichten op. Het
gaat nu niet om één specifiek moment in het traject, maar over het traject als geheel. Dit gesprek
stelt hen in staat om terug te kijken op hun eigen manier van werken en naar hun leeropbrengst. Ook
zorgt dit gesprek ervoor dat collega-Bruggenbouwers helpen bij het terugkijken door het stellen van
vragen.
Bruggenbouwen als methode wordt geëvalueerd
Terugkijken op een Bruggenbouwtraject door Bruggenbouwers levert niet alleen voor henzelf nieuwe
inzichten op. Ook inzichten over de methode komen naar voren. Ze kijken immers terug naar het
gehele traject: naar hun eigen rol, de problematiek van hun cliënt en bijvoorbeeld ook naar de
begeleiding vanuit MEE.
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 9
3.2 Een conceptversie: de Trialoog Op basis van de zes adviezen uit paragraaf 3.1 en onze bevindingen uit de pilot van ons onderzoek
hebben wij een conceptversie van het effectevaluatie-instrument ontwikkeld: de Trialoog.
FIGUUR 3.1 - HET TRIALOOGVEL
In Figuur 3.1 ziet u het Trialoogvel, dit is een werkblad dat op tafel ligt tijdens een gesprek tussen
cliënt, Bruggenbouwer en professional. Aan de hand van de tijdlijn en bijbehorende vragen praten zij
over de effecten van Bruggenbouwen. Dit gesprek duurt naar verwachting 45 tot 60 minuten. Deze
conceptversie van de Trialoog bestaat uit zes vragen die voort komen uit de opzet van de
Effectencalculator en de gebruikte interviewguides bij Storytelling (Tek, Bijl, Deelen & Vreede, 2017).
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 10
3.3 Echt aansluiten bij cliënten, Bruggenbouwers, professionals en MEE Dinsdag 10 januari hebben wij een bijeenkomst georganiseerd over de conceptversie van de Trialoog.
Alle genodigden zijn betrokken bij het project Bruggenbouwen en krijgen daarom te maken met dit
nieuwe effectevaluatie-instrument. Daarom is hun kijk op dit instrument belangrijk, zij zijn namelijk
degenen die ermee gaan werken.
Het doel van deze bijeenkomst was om feedback en input te krijgen om de Trialoog zo goed mogelijk
aan te laten sluiten bij de betrokkenen: professionals, Bruggenbouwers, cliënten en hun netwerk.
Het gaat hierbij om het aansluiten rond vijf thema’s:
1. De personen die het effectevaluatiegesprek voeren 2. Tijdsduur en inspanning voor evaluatie 3. Vragen die besproken worden in het effectevaluatiegesprek 4. Het leiden van het effectevaluatiegesprek 5. Een bredere toepassing van het effectevaluatie-instrument
Het meerderendeel van de genodigden is niet op de hoogte van het project rond effectevaluatie van
de methode Bruggenbouwen. Zij hebben dus geen voorkennis over de effectevaluatie, maar wel over
de methode Bruggenbouwen. Tijdens de bijeenkomst waren 17 aanwezigen:
o 5 bruggenbouwers, o 1 cliënt, o 1 persoon uit het netwerk van een cliënt, o 1 externe professional, o 4 betrokken professionals vanuit MEE, o de projectgroep Bruggenhouders als vier organisatoren, o 1 docent van de projectgroep.
We hebben in de bijeenkomst kort uitgelegd wat Bruggenbouwen inhoudt en waar wij ons de
afgelopen tijd me bezig hebben gehouden. Naderhand hebben wij de Trialoog gepresenteerd en
uitgelegd. Vervolgens zijn we aan de slag gegaan met thematafels. In twee subgroepen zijn de
aanwezigen over elk thema tien minuten in gesprek gegaan. Dit deden zij aan de hand van vijf
vragen, één per thema:
1. Met wie praat je? 2. Hoe lang duurt het gesprek? 3. Over welke vragen gaat het gesprek? 4. Hoe voer je dit gesprek? 5. Dit gesprek meer dan één keer voeren?
Vervolgens heeft elk groepje één minuut gepresenteerd wat er over het thema is gezegd. Uit deze
presentaties kwamen de volgende resultaten naar voren.
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 11
Vraag 1: Met wie praat je? o Nodig het betrokken netwerk van de cliënt ook uit voor het gesprek. o Nodig eventueel ook het nieuwe netwerk van de cliënt, dat ontstaan is door het
Bruggenbouwentraject, uit voor het gesprek. o Ik vraag me af of het noodzakelijk is dat de professional bij het gesprek aanwezig is. o Niet te veel professionals aan tafel in verband met het gevoel van veiligheid van cliënt. o Misschien vindt de cliënt het niet prettig om met een professional aan tafel te zitten als deze
weinig in beeld is geweest.
Vraag 2: Hoe lang duurt het gesprek? o Een uur inplannen voor een gesprek is lang genoeg. Er zijn cliënten die zich niet langer
kunnen concentreren dan een uur. o Kijk per casus (doelgroep, leeftijd, beperking) hoelang je een gesprek laat duren. o De tijd is niet belangrijk het gaat vooral om de inhoud van het gesprek.
Bij dit thema kwamen naast de tijdsduur ook de volgende aanbevelingen naar voren:
o De tijdlijn kan visueel gemaakt worden. Op deze manier kunnen gestelde doelen op de tijdlijn verwerkt worden.
o Er kunnen foto’s gemaakt worden tijdens het traject, deze kunnen gebruikt worden in de tijdlijn.
o Het is belangrijk hoe het gesprek gevoerd wordt. Je hoeft niet tegenover elkaar te zitten maar je kunt dit gesprek ook voeren wanneer je bijvoorbeeld aan het voetballen bent.
Vraag 3: Over welke vragen gaat het gesprek? o Begin het gesprek met de vraag: “Hoe gaat het nu met je zonder Bruggenbouwer?”, in plaats
van de vraag: “Waarom ben je begonnen met Bruggenbouwen?”. o De vraag: “Kijk nog eens naar je antwoord op vraag 4 en 5. Hoe gaat dit nu, zonder
Bruggenbouwer?” is ingewikkeld en niet geschikt voor alle doelgroepen. o Leg het accent meer op hoe het nu gaat in plaats van op het verleden. o Stel geen ‘waarom’-vragen. o Sommigen vragen zijn te abstract. o Maak onderscheid tussen een versie voor kinderen en een versie voor volwassenen. o Er staat veel tekst op het werkblad. o Het werkblad moet aantrekkelijker worden gemaakt voor kinderen.
Vraag 4: Hoe voer je het gesprek? o De Bruggenbouwer is de geschikte persoon om dit gesprek te voeren, omdat deze alle 20
weken betrokken in geweest bij het traject. o De professional is de geschikte persoon om dit gesprek te voeren. o De cliënt staat centraal en mag beslissen wie het gesprek mag voeren. o Eventueel kan de cliënt zelf het gesprek leiden.
Vraag 5: Dit gesprek meer dan een keer voeren? o Met deze nieuwe methode kom je beter in gesprek en creëer je meer diepgang. o Eventueel een combinatie maken met de evaluatie die al bestaat en de Trialoog. Op deze
manier hoeft de cliënt niet op alles te evalueren. o Maak meer ruimte op het werkblad voor ruimte en creativiteit.
Bruggen Behouden | Ons advies: effectevaluatie bij Bruggenbouwen 11 januari 2017 12
3.4 Het instrument: de Trialoog Onze zes adviezen uit paragraaf 3.1, de conceptversie van de Trialoog en de resultaten van de
bijeenkomst op 10 januari hebben geleid tot een herziene versie van de Trialoog. De vernieuwde
Trialoog bestaat uit vier gesprekken:
1. Klaar voor de start - Bij de start van het traject 2. Tussenevaluatie - Na ca. 10 weken 3. Eindevaluatie - Bij afronding van het traject 4. Effectevaluatie - Twee á drie maanden na afronding van het traject
De gesprekken zijn aan elkaar gekoppeld doordat er een doorlopende tijdlijn zichtbaar is op de vier
werkbladen. De Trialoog bestaat uit drie onderdelen: de werkbladen met de tijdlijn en de vragen, de
handleiding voor de gespreksleider en het verwerkingsvel. In de handleiding van de trialoog leest u
hoe de Trialoog uitgevoerd wordt. Bekijk hiervoor de bestanden van de Trialoog:
Trialoog – Werkbladen
Trialoog – Handleiding
Trialoog – Verwerkingsvel
Naast de Trialoog is er ook de Trialoog voor Bruggenbouwers. In ons onderzoek kwamen ook veel
resultaten naar voren die niet gingen over het effect van Bruggenbouwen voor de cliënt, maar over
de opbouw van het traject, de motivatie van de Bruggenbouwer, de begeleiding aan de
Bruggenbouwer en verbeteringen die mogelijk zijn. Ook dit zijn waardevolle resultaten. De Trialoog
voor Bruggenbouwers biedt ruimte voor deze onderwerpen. Bekijk voor de Trialoog voor
Bruggenbouwers de volgende bestanden:
Trialoog voor Bruggenbouwers – Werkblad
Trialoog voor Bruggenbouwers – Handleiding & Verwerking
Bruggen Behouden | Bronnenlijst 11 januari 2017 13
Bronnenlijst
Huber, M., Vliet, M. van, & Boers, I. (2016). Heroverweeg uw opvatting van het begrip 'gezondheid'.
Geraadpleegd op 26 september 2016, van:
http://www.ipositivehealth.com/media/1053/ntvg.pdf
Kirkpatrick, D.L., & Kirkpatrick, J.D. (2010). Evaluating training programs: the four levels [3rd edition].
Sydney: Read How You Want.
MEE Gelderse Poort. (2015). Samen transformeren: Methodiek MEE Bruggenbouwen voor de
gemeente Buren. Arnhem: MEE Gelderse Poort.
MEE Gelderse Poort. (z.d.-a). Zo werken wij. Arnhem: Mee Gelderse Poort. Geraadpleegd op 20
december 2016, van http://www.meegeldersepoort.nl/over-ons/
MEE Gelderse Poort. (z.d.-b). Wie zijn wij? Arnhem: MEE Gelderse Poort. Geraadpleegd op 26
september 2016, van: http://www.meegeldersepoort.nl/
Tek, M., Bijl, F. van, Deelen, L. van, & Vreede, M. de. (2017). Behouden Bruggen: Een onderzoek naar
een effectevaluatiemethode voor INO Bruggenbouwen [ongepubliceerde bron].