Upload
tranduong
View
221
Download
3
Embed Size (px)
Citation preview
Beleidsplan Wervel vzw 2016-2020
BELEIDSPLAN 2016-2020
INHOUDSTAFEL
VOORWOORD 2
INLEIDING 3
PLANNINGSPROCES 4
MISSIE 6
VISIE 7
OMGEVINGSANALYSE 11
SITUATIESCHETS 21
SWO-ART ANALYSE 29
STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 33
MENSEN EN MIDDELEN 39
HOE DE ORGANISATIE ZICH VERHOUDT TOT DE REST 43
VAN DE WERKING
BEOORDELINGSELEMENTEN 45
BRONVERMELDING 55
1
BELEIDSPLAN 2016-2020
VOORWOORD
Bravo Bavo, danke Jolanke, merci Guy!
Een min-of-meer alfabetische dankbetuiging
voor de meer dan 250 Wervelaars
die met glasheldere dan wel licht poëtische
overtuiging
meewerkten in de loop van die 25 jaar
Dank je wel alleman, allevrouw
Ik begin met de al mannen en de al vrouwen
dank je wel
Al-ex
Al-bert
Al-tamiro
Al-ma
Pal
Esmeralda
dank aan alle Jan en alle An
Anita, Anick, Anneleen, Annemie, Angelo en
Antoine
maar ook aan:
Marianne, Herman, Johan, Diane, Ferdinand, en
Frank:
van harte bedankt!
Aude, Eddy, ... Dominik
Bruno, Fanny, Dorine, Erik
Bert, Berndt, Berndette, Bea
Bart ook, en Bruno, ... en Belinda
Benny, drie keer Dirk, Leen, Louis
Hage, Heleen, Irene, Katy
Daisy, Wies, Erwin, Dorien
Joannis, Carine en Karlien
Elmari, Elke, 2 Emmanuels
Erwin, Eva, Emma en Els
Frederik, Filip, Stijn en Joris
Francois, Fleur, Trui 3x Chris
Fons, Frans, Freddy, Frieda
Gerrit, Geert, Greet en Gyde
Herwig, Herman, Hubert, Hugo
Ignace, Inez, Ingrid, Ingo
Jo, Jasper, Johan, Jozef
Jean, Jaak, Jos en Jef
Kris, Tais, Tine, Tom
Krista, Lus, Jen en John
Lut, Laetitia, Laura, Katrien,
Lise, Lieve, Livia. Kristien
Koen, Kees, Lea, Leander
Luc, Lucrece, Lisa, Sander
bij de m let wel:
Mark, Marc-Antoon en Marcel
4x Maria, Mariejose, Marjolein
Marilyn, Marleen, Marie-Pierre
Maryse, Maarten en Merlijn
Magda, Mieke, Gerard en Gert
Manfred, Monique, Nicolai, Norbert
Mia, Michel, Myriam, Pol
Joost, Jonas, Jasper, Nicole
Patrick, Pieter, Peter
Gaby, Guido, Greet – er - komen er nog
Renaat, Roger, Rosine
Veerle, Vera, Walter en Wim
Rita, Ria, Rika en Rik
Cis, Simon, Simone, Sigrid
Rob, Rolle, Ronny, Ronald, David
Souli, Sonja, Salvatore, Astrid
Hebt ge uw naam niet afgeroepen gehoord?
Spoed u dan naar de Werveltent!
Het is immers nooit te laat of ongehoord,
geef alsnog uw vrijwillig engagement!
2
BELEIDSPLAN 2016-2020
INLEIDINGDe wereldbevolking stijgt en vele mensen leiden honger. De vraag dringt
zich op hoe we binnenkort voor 12 miljard mensen voedsel kunnen
produceren. De grote landbouwbaronnen hebben inmiddels verstaan dat
we niet meer zullen dulden dat regenwouden verder worden aangesproken.
Nu stellen ze voor om overal ter wereld meer te gaan produceren per
oppervlakte met moderne technieken die zij zullen verkopen.
Wervel stelt deze drang naar groei in vraag. Het probleem van de landbouw
is dat er teveel wordt geproduceerd in het Westen. Prijzen kelderen, boeren
gaan failliet en plegen zelfmoord. Onze overschotten en onze honger naar
grond ontwrichten gemeenschappen elders in de wereld. Onze voeding is
niet meer kwaliteitsvol omwille van de veel te intensieve en chemische
productiewijze, omwille van de scheiding tussen landbouw en natuur.
De tendensen om minder vlees, minder zuivel en minder brood te eten zijn
gezet. Maar waar vinden we het kwaliteitsvolle product dat we dan in
mindere mate gaan eten? Wie gaat dat produceren? En zijn we bereid om
samen te zitten en het te hebben over de prijs?
Wervel ondervond in 2015 dat 'minder maar beter' erg aanspreekt bij het
brede publiek en bij vele partners en stakeholders. Ook de boeren zijn mee
met die gedachte, als dat een betere prijs kan opleveren.
Less is more. We moeten durven inzien dat productie in het zuiden enkel
maar kan stijgen als wij minder gaan produceren en dat de enige weg naar
voedselzekerheid die is van de eerlijke prijs aan de boer. Minder en beter.
Tijd voor verandering. Het is nog niet te laat.
3
BELEIDSPLAN 2016-2020
PLANNINGSPROCES
In de zomer van 2014 werd er gestart met de nieuwe beleidsplannings-
cyclus. Om een breed draagvlak te creëren voor het plan, werden zo veel
mogelijk medewerkers en sympathisanten betrokken op het beleids-
planningsproces. Alle teams deden een bevraging bij hun teamleden en
stakeholders over hun specifieke werking. Ook de brede achterban van
Wervel werd geraadpleegd.
Voor deze bevraging werd de SWO-ART die Socius aanreikte, gebruikt.
Naast traditionele middelen als mail, telefonisch contact en online
vragenlijst, werden er ook regionale “Wervel-café’s” aangeboden om de
medewerkers in een informele setting te betrekken. Deze mix van
methoden leverde 340 antwoorden op van 42 medewerkers en 29 externe
stakeholders.
De bevraging van medewerkers en externe stakeholders leverde geen
grote verschillen op. Beiden leverden meer sterktes en kansen op dan
zwaktes en bedreigingen. De accenten in de antwoorden lagen soms wel
anders. Waar zowel externe stakeholders als medewerkers het over eens
waren, is dat Wervel sterk is in het bedenken van goede voorbeelden in de
landbouw, een goede dossierkennis heeft, maar bij het brede publiek niet
genoeg gekend is.
Aan het weekend voor de Wervelmedewerkers in
Orval (17 tot 19 oktober 2014) namen 25 actieve
vrijwilligers uit de verschillende teams deel. Na
een inspirerende uiteenzetting over politisering,
werden de antwoorden van de SWO-ART
geanalyseerd in een confrontatiematrix, wat leidde
tot de formulering van beleidsuitdagingen en
strategische doelstellingen.
4
BELEIDSPLAN 2016-2020
Op 20 en 21 juni 2015 werd er gedurende het
planningsweekend verder gewerkt aan het
beleidsplan met 25 actieve vrijwilligers. Er werd
gediscussieerd over de visie, missie en mogelijke
operationalisering van de eerder bekomen doel-
stellingen. Aansluitend was er nog een workshop
begeleid door Socius rond impactmeting. Dit be-
leidsinstrument zal in de komende beleidsperiode
ook worden aangewend in de Wervelwerking.
Met de resultaten, bekomen tijdens het planningsweekend, werd de missie
en visie bijgestuurd. De oefening over de operationalisering van de
strategische doelstellingen leidde tot het scherp stellen van de strategische
doelstellingen.
In de zomer van 2015 werd input bekomen voor de omgevingsanalyse
vanuit de achterban. Vanaf dit moment werd er via GoogleDrive
samengewerkt op het voorliggend document. Tevens werd de mening
gevraagd van 18 deskundigen op vlak van landbouw, ecologie en voeding
die er op een planningsweekend niet bij konden zijn. De bekomen reacties
werden in het ondersteunend team besproken. Ze bevestigden de
vooropgestelde strategische doelstellingen, maar leidden tot enkele extra
accenten en aanvullingen op de rol, de missie en de doelstellingen.
Tegelijkertijd werd een financieel vijfjarenplan uitgewerkt.
De raad van bestuur gaf zijn akkoord op het beleidsplan op 20 oktober
2015, waarna het werd voorgelegd aan de leden van de algemene
vergadering die het op 22 november goedkeurde.
Het gevoerde proces bij de opmaak van dit plan, waarbij op verschillende
momenten en door verschillende geledingen van de beweging werd
stilgestaan bij de strategische doelstellingen, verzekert een breed draagvlak
van voorliggend beleidsplan bij de medewerkers en stakeholders van
Wervel.
5
BELEIDSPLAN 2016-2020
MISSIERecht op gezonde voeding hangt samen met een gezonde bodem en een
warme, inclusieve samenleving. Wervel brengt mensen hiervoor samen,
breidt zijn netwerken uit en creëert maatschappelijk draagvlak. Wervel
baseert zich op inzichten van pioniers, legt verbanden, doet aan lobbywerk
rond concrete dossiers en biedt haalbare antwoorden op “en wat kan ik
daar aan doen?”
6
BELEIDSPLAN 2016-2020
VISIEWervel komt op voor een eerlijke landbouw die eerst en vooral voor voedsel
zorgt dat, eerlijk verdeeld, een gezonde en lekkere voeding mogelijk maakt.
Eerlijke landbouw
Landbouw is de zorg voor het land, inclusief de bodem, het water, de
biodiversiteit, het klimaat, met andere woorden de natuur. Dit ten bate van
levensbehoeften, in een vorm die groepen en samenlevingen eraan hebben
gegeven, met andere woorden als cultuur. Wervel zoekt naar diepere
oorzaken zoals: maatschappelijke (bv. de ongelijke verdeling van grond en
van oogst) en culturele (bv. de opvatting dat de waarde van de grond en het
voedsel in geld is uit te drukken).
Wervel komt daardoor tot een fundamentele ethische opstelling die gaat
van ‘hoe eerlijk is de huidige prijsvorming van inputs en outputs?’ tot
‘kunnen grond en voedsel een prijs krijgen?’
Vanuit die systeemdoorbrekende opstelling komt Wervel tot het besluit dat
de landbouw weer in boerenhanden moet komen. ‘In boerenhanden’
betekent voor gevestigde landbouwers én ‘nieuwe’ boeren. Ook
eigenvoorziening dient in beeld te komen, niet in de zin van overleving,
maar als een onderdeel van een vernieuwende levensstijl. Zowel
gevestigde als nieuwe boeren kunnen best divers zijn qua teelten,
teeltwijzen, technieken, schaal, financiering, grondbezit en -gebruik, afzet,
… alleen zo komen we tot een veerkrachtige landbouw, waarbij de boer kan
aanspraak maken op een faire prijs voor het leveren van een (h)eerlijk land-
of tuinbouwproduct.
7
BELEIDSPLAN 2016-2020
Eerlijke voeding
Wervel komt op voor ‘echt’ eten: herkenbaar, seizoensgebonden, vers,
gezond. Dat is niet alleen milieu- en klimaatvriendelijk, maar ook mens-
vriendelijk, zowel voor diegenen die het voedsel voortbrengen en verkopen
als voor diegenen die het bereiden en eten volgens hun eigen cultuur-
gebonden smaak.
In die ommekeer van een kunstmatige voeding
naar een zuivere, gezonde voeding ziet Wervel
de korte voedselketen in de eerste linie staan.
Korte voedselketen zien we zowel in de
betekenis van ‘op korte afstand' als ‘met zo
weinig mogelijk tussenschakels’. Ook hier is
plaats voor diverse vormen, van hoeve-
verwerking en -verkoop tot voedselteams en
lokale producten in supermarkten. Door dichter
‘bij de boer’ te komen, zullen de klanten hun vraag naar heerlijke voeding
als vanzelf aanvullen met aandacht voor eerlijke voeding, onder meer
vanuit een ‘denk globaal –eet lokaal’ besef. De planeet en de wereld-
bevolking zijn beter af als wij én zij (elders op de planeet) producten van de
plaatselijke landbouw gebruiken. Wat dierlijke producten betreft, houdt dat
ook in dat het voeder van de dieren niet van over de oceanen wordt
aangevoerd ten koste van milieu en klimaat en ten koste van de voeding
van de plaatselijke bevolking ter plaatse.
Lokaal verankerde landbouw in Vlaanderen
Vlaanderen is eigenlijk een grote stad. Toch houden we nog vast aan
‘buitengebieden’ en ’platteland’, dat ruimtelijk geordend wordt door de
overheid met zones voor wonen, industrie, natuur, landbouw, en hier en
daar verwevingsgebieden. Wervel vraagt zich af of die schotten niet
opgeheven kunnen worden? Waarom moet ‘natuur’, die eigenlijk eeuwen
lang voor een groot deel door de landbouw in stand is gehouden, nu
afgesplitst worden om ze achteraf toch maar weer door boeren te laten
‘beheren’? In de plaats van ‘natuur en landbouw’ stelt Wervel ‘landbouw in
natuur’ en ‘natuur in landbouw’ en zet zich daarom achter eeuwenoude en
tegelijk innovatieve teeltsystemen als agroforestry. Agroforestry, de
8
BELEIDSPLAN 2016-2020
verweving van bosbouw en landbouw, is een voorbeeld van ruimtelijke
verankering van landbouw.
Naast ruimtelijke verankering is er ook plaats voor sociale verankering. Het
platteland is al lang niet meer bestemd voor enkel landerijen en boerderijen.
Stadsbewoners zijn ‘op den buiten’ komen wonen en diegenen die nog in
de stad zijn gebleven, komen voorbij de open ruimte als vakantiegangers of
recreanten en verwachten een groen landschap. De landbouw en de
landbouwers hebben zich daar aan aangepast of zijn gestopt. Wervel
gelooft in de tegenbeweging: boeren die opnieuw áls boeren met hun buren
samenleven. Ze spelen in op nieuwe behoeften, persoonsgerichte zoals
toerisme, zorg en educatie, maar ook natuurbeheer, energievoorziening,
enzovoort. Die activiteiten kregen de naam ‘verbreding’. Er zijn ook
initiatieven van ‘verdieping’, dat is meer meerwaarde uit de eigenlijke
landbouw halen, stroomopwaarts door de inputs zoals mest en voeder van
de eigen boerderij of van een koppelbedrijf te halen, stroomafwaarts door
verwerking en verkoop toe te voegen. Ten derde komen er initiatieven van
herfundering op gang zoals een nieuwe financiële en organisatorische
basis door deelname van niet-boeren in de investering, of verzekerde
afname, of zelfoogst.
Zonder alle landbouwers met al die nieuwigheden
te willen opzadelen, gelooft Wervel toch dat meer
en meer boeren op een of andere manier in de
aangegeven richting zullen gaan en zo de
landbouw in Vlaanderen zullen kunnen redden
van de industrialisering of van de verdwijning
door hem te verankeren in het verstedelijkte
Vlaanderen, en meer bepaald door te voorzien in
kwaliteitsvol, veilig, gezond en gevarieerd
voedsel. Dat kan natuurlijk maar succesvol gebeuren als er tegelijkertijd
een tegenbeweging op gang komt vanuit de vraagzijde. Van diegenen die
niet tevreden zijn met wat via de anonieme (wereld)markt in hun
winkelkarretje en koelkast belandt, maar willen weten wat, en vooral van
wie ze eten, zullen als buren hun boeren koesteren.
9
BELEIDSPLAN 2016-2020
Lokale verankering in een globale wereld
Met lokale verankering in Vlaanderen bedoelen we niet de volledige
afscherming van de wereld.
De vraag is, ten eerste of we zelfvoorzienend kunnen zijn voor
voedsel, laat staan voor andere goederen en diensten die de
landbouw levert.
Ten tweede, zien we het nabijheidbeginsel niet als een absolute
stop van voedselinvoer, maar Wervel ziet geen heil in blinde
liberalisering. Uiteindelijk moet worden vastgesteld dat de
Wereldhandelsorganisatie er tot op heden niet is in geslaagd
een fair handelssysteem uit te werken, dat vooral ook
ontwikkelingslanden een perspectief moet bieden om lokale
landbouwsystemen uit te bouwen die beantwoorden aan interne
noden, maar ze ook de juiste kansen moet bieden om deel te
nemen in het wereldhandelssysteem, op basis van diversificatie
en het creëren van toegevoegde waarde in de landbouw.
Kortom, Wervel komt op voor eerlijke handel, zowel voor invoer als voor
uitvoer, zowel voor verkopers als kopers. Dit, onder meer via fairtrade-
systemen waarbij de plaatselijke boeren en gemeenschappen recht wordt
gedaan.
Ten derde en vooral, als we vanuit globaal denken tot lokaal boeren en
lokaal eten komen, dan geldt dat overal en voor iedereen. Dat is pas eerlijk.
10
VISIE WERVEL – UITGEBREIDE VERSIE
BELEIDSPLAN 2016-2020
OMGEVINGSANALYSE
We bestuderen in onze omgevingsanalyse de nu al zichtbare veranderings-
processen met een brede reikwijdte en met ingrijpende, verstrekkende
implicaties die de Wervel-thematiek beïnvloeden. Trends zijn echter
omgeven met grote onzekerheden: ze beïnvloeden elkaar en er kunnen
tegenstromingen ontstaan die de impact van een trend kunnen verzwakken
of ongedaan maken.
In onze omgevingsanalyse komen de volgende ontwikkelingen aan bod:
• ecologische trends: klimaatverandering en druk op natuurlijke
hulpbronnen
• maatschappelijke trends: tegenstelling arm-rijk, individualisering en
diversiteit, bewustzijn rond samenhang tussen vlees en zowel milieu
als gezondheid
• economische trends: mondialisering, nieuwe handelsovereen-
komsten en verhoudingen tussen producenten en consumenten
• wetenschappelijke en technologische trends: technologische
doorbraken
• politieke en bestuurlijke trends: burgerschap en participatie
ECOLOGISCHE TRENDS
Klimaatverandering met ingrijpende gevolgen over de hele wereld:
Zonder doortastend beleid zullen de broeikasgasemissies wereldwijd nog
verder stijgen met 50%. De gevolgen van de klimaatverandering zijn
veelvoudig en wereldwijd: stijging van de zeespiegel (10 cm tegen 2050),
smelten van de ijskappen, verschuiving van de seizoenen en de
klimaatgordels, droogte, frequentere en meer schadelijke stormen. De door
de mens veroorzaakte klimaatsverandering wordt niet langer betwijfeld door
een grote meerderheid in wetenschappelijke kringen.
11
BELEIDSPLAN 2016-2020
Landbouw is zowel mede veroorzaker van het klimaatprobleem, maar kan
potentieel een belangrijk deel van de oplossing ervan zijn. Klimaatverande-
ring heeft meestal een nefast effect op de landbouw, maar met grote ver-
schillen naargelang de regio op aarde. Daarnaast mag het aandeel van de
huidige vorm van landbouw in de opwarming van het klimaat niet onder-
schat worden. Er is al heel wat vooruitgang geboekt in het terugdringen van
de uitstoot van broeikas- en andere vervuilende gassen, al blijft de grootte
van de uitstoot sterk gelinkt aan enerzijds de grootte van de veestapel
(methaangasproductie door herkauwers), anderzijds stikstofoxide emissie
(van bodems, minerale meststoffen, mest en urine van graasdieren).
Globaal is de landbouw verantwoordelijk voor 17 % van het totaal aan
broeikasgassen, en bijkomend tussen 7 % en 14 % door gewijzigd
bodemgebruik (ontbossing).
Ecosystemen staan onder druk:
Ecosystemen staan onder druk door de groei van economie en bevolking
en de daarmee samenhangende grotere vraag naar voedsel, ruimte,
energie en grondstoffen, door de veranderende consumptiepatronen en de
klimaatwijziging.
De biodiversiteit op aarde zal tegen 2050 met minstens 10% dalen.
Ontwikkelingslanden, waar de economie gebaseerd is op natuurlijke
rijkdom, lijden het meest onder de aftakeling van de ecosystemen. De
absorptie- en buffercapaciteit van de aarde daalt door een tanende
biodiversiteit, intensieve voedselproductie, waterschaarste, aanspraken op
de open ruimte, klimaatverandering, … Zonder verder ingrijpen zal de
degradatie van de ecosystemen tot 2050 doorgaan. De versnelde en
grootschalige achteruitgang van bodem en biodiversiteit en de massale
uitstoot van CO2 blijken niet te stoppen met de huidige inspanningen.
Bovendien wordt vooral de individuele consument aangesproken op zijn
verantwoordelijkheid, terwijl het grootste aandeel van de milieuvervuiling in
handen ligt van de grote industriële groepen. Hetzelfde spiegelt zich af in
de landbouwsector. Het gangbare industriële landbouwmodel is gestoeld op
toelevering en afname door grootindustrie. Het grote succes van de anti-
12
BELEIDSPLAN 2016-2020
Monsanto betogingen tonen echter duidelijk dat de burger zich zorgen
maakt en de situatie niet langer wil aanvaarden. Andere concerns in de
landbouw, zoals Cargill, bezitten monopolies, die de ganse voedselketen
bestrijken, en waarbij weinig rekening wordt gehouden met sociale of
ecologische aspecten.
De druk op materiële hulpbronnen neemt toe:
Demografische ontwikkelingen zoals verstedelijking, bevolkingsgroei en –
verschuiving en migratie gaan ook gepaard met heel wat uitdagingen qua
voedselvoorziening en voedsel soevereiniteit, zowel op globaal als lokaal
niveau. Het is duidelijk dat er anders en vooral efficiënter moeten worden
omgesprongen met natuurlijke hulpbronnen.
Het aanbod aan niet-levende hulpbronnen (fossiele brandstoffen, ertsen en
mineralen) is eindig. Ook de biotische (nagroeibare) hulpbronnen komen
steeds meer onder druk te staan. Het gebruik ervan voor natuur, voedsel of
hernieuwbare energie staat in concurrentie met elkaar. Technologie helpt bij
zuiniger gebruik, vervanging, hergebruik en meer efficiëntie, maar kan niet
alles oplossen.
Door de groei van de wereldeconomie en de bevolkingsgroei zal de vraag
naar energie tegen 2050 wereldwijd met 80% toenemen. Ook de vraag
naar water neemt tegen 2050 met 55% toe. Het tekort aan water heeft
gevolgen voor de landbouw. Zonder ingrijpen zullen 1,4 miljard mensen
geen toegang hebben tot basis-sanitair en veilig drinkwater.
MAATSCHAPPELIJKE TRENDS
Tegenstelling arm-rijk:
Ongelijkheid neemt toe in de meeste landen, voornamelijk in grote steden,
maar ook op het platteland is er armoede. Ook verstedelijking neemt toe en
de groep armen wordt met de dag groter. Gezonde voeding is dikwijls niet
toegankelijk voor deze groep en dat is niet louter een prijsprobleem, maar
houdt ook verband met de sociaal achtergestelde context van bevolkings-
groepen.
13
BELEIDSPLAN 2016-2020
Op landbouwvlak is er een kloof tussen grootschalige, kapitaalintensieve,
exportgerichte landbouw en een meer kleinschalige, meestal ecologischer
landbouw in boerenhanden. Vele gemeenschapsgoederen en diensten
worden geprivatiseerd. Grote multinationals ontlopen wetgevingen en
controle. Grond en voeding worden meer en meer geconcentreerd. Een
eerlijke verdeling van markttoegang is totaal afwezig in veel agro-
voedingssystemen.
Er is een link tussen het falen van het klassieke landbouwsysteem en de
migratieproblematiek. Vele “arme” landen zijn rijk in natuurlijke hulp-
bronnen, die niet toegankelijk zijn voor de lokale bevolking. Ook omwille
van honger en armoede gaan steeds meer mensen op zoek naar betere
levensomstandigheden. Zonder vruchtbare grond kan een primaire
economie niet overleven en slaan de bewoners op de vlucht.
Zonder het betrekken van mensen in armoede riskeert het maatschappelijk
proces aan hen voorbij te gaan en al snel zullen nieuwe diensten gestoeld
zijn op een economisch model dat onbetaalbaar is voor hen. Bovendien
riskeert men het bestaande economisch model - dat rijken rijker en armen
armer maakt - niet in vraag te stellen.
Individualisering, waarden en normen, diversiteit:
Traditionele instanties zoals ouders, school, de staat, kerk … verliezen aan
impact. Mensen zoeken steeds meer op eigen initiatief informatie en
vormen zelf een mening via nieuwe media. Zo verspreiden nieuwe ideeën
en trends zich snel en is men in staat zich snel te organiseren rond
bepaalde thema's. Die stroomversnelling aan informatie-uitwisseling en
organisatie zorgt er ook voor dat mensen vaak deel uitmaken van
verschillende netwerken, vaak in kortstondige verbanden en rond één
thema. Hierdoor lopen individuele middenveldorganisaties het risico aan
belang te verliezen.
Hoe diverser een ecosysteem, hoe productiever en hoe veerkrachtiger. Net
zo is een samenleving. Maar de superdiversiteit waar we in leven, lijkt niet
te functioneren. De individualiseringstrend zet zich niet bij alle bevolkings-
groepen in het zelfde tempo door. Het verschil in leeftijd, herkomst, religie,
14
BELEIDSPLAN 2016-2020
gezinsgrootte, samenlevingsvorm, opleidingsniveau en welvaart leiden tot
andere voorkeuren inzake kwaliteit, duurzaamheid, betrouwbaarheid van
producten, diensten, waarden en normen. Niet iedereen kan even snel mee
in de ontwikkeling van nieuwe tendensen en vaardigheden, waardoor er
breuklijnen dreigen te ontstaan.
ECONOMISCHE TRENDS
Mondialisering en nieuwe handelsovereenkomsten:
In 1995 werd landbouw, onder druk van de Verenigde Staten, in de ‘vrije
marktideologie’ van de WTO (World Trade Organisation) opgenomen.
Boeren en boerinnen, groten en kleinen, worden geacht wereldwijd tegen
elkaar te concurreren. Het gevolg laat zich sindsdien voelen met dalende
en volatiele prijzen. De steeds machtiger wordende exportlandbouw
overklast (in Noord én in Zuid) de boerenlandbouw van meer dan 1 miljard
boerengezinnen met weinig middelen.
Sinds 2001 poogt een nieuwe WTO-ronde, de
zogenaamde ‘ontwikkelingsronde’, te landen.
Meestal liepen de onderhandelingen vooral op het
landbouwluik vast. Daarom worden bilaterale
handelsovereenkomsten afgesloten, zoals tussen
de Europese Unie en Canada of tussen de landen
rond de Stille Oceaan. De onderhandelingen tussen
de Verenigde Staten van Amerika en de Europese
Unie (Transatlantic Trade and Investment
Partnership, TTIP) zouden in 2016 moeten afgerond te zijn. Een onderdeel
dat zwaar ter discussie staat tussen de onderhandelaars, maar waar ook
vanuit de middenveldorganisaties zeer kritisch wordt naar gekeken, betreft
de regelgevende samenwerking. Het is onaanvaardbaar dat dergelijke
samenwerking tussen de EU en de VSA, leidt tot een spiraal naar beneden
(race to the bottom), waarbij moeizaam tot stand gekomen hoge
standaarden in de EU (zoals in stand houden van voedselveiligheid door
onder meer dierenwelzijn en productiemethoden voor vlees of het verbod
op gebruik van hormoonverstorende stoffen) zouden worden ondermijnd.
15
BELEIDSPLAN 2016-2020
Ook Vlaanderen voert een groot deel van zijn voeding in en voert veel
landbouwproducten uit. Een embargo van één enkel land zoals Rusland,
kan de hele markt negatief beïnvloeden. Echt lokale projecten moeten
concurreren op een “vrije markt” waar dezelfde producten liggen die
geïmporteerd werden uit landen, waar er minder productiekosten en minder
milieu-eisen zijn.
Verhoudingen tussen producenten en consumenten:
Er is een trend waarbij naast “duurzaam” ook “lokaal” stilaan een marketing
term zijn geworden. Deze trend versterkt het bewustzijn rond maatschappe-
lijke vraagstukken, zoals het voedselvraagstuk, die enkele jaren geleden
nog alles behalve algemeen was. De kloof tussen consument en
voedselproductie blijft bestaan, maar vele (burger)initiatieven om terug
contact te maken, steken de kop op, gaande van samentuinen, over nieuwe
boerenmarkten tot CSA-boerderijen (community supported agriculure =
landbouw die “gedragen” wordt door burgerparticipatie) en voedselbossen.
Ook grotere supermarkten pakken uit met “lokaal”, “ecologisch”, “fair” en
“duurzaam”. Tegelijkertijd blijven ze drukken op de prijzen die de boer krijgt.
Anderzijds is er eco-effectief ondernemerschap, waarbij bedrijven zijn
geïnteresseerd in herstel van ecologische duurzaamheid en werken aan
een natuur-inclusieve landbouw. Hierin is de boer niet alleen producent van
agrarische producten, maar ook een manager van een agro-ecologisch
systeem dat bovendien publieke goederen en diensten levert zoals schoon
water, vitale bodem, productief landschap, schone energie, biodiversiteit en
recreatieve ruimte.
Wat opvalt, is dat deze ondernemers niet alleen oog hebben voor ecologie,
maar vooral ook voor sociale en economische meerwaarden. Ze brengen
mensen samen, ze realiseren zaken die binnen het klassieke economische
denken onmogelijk zijn. Dit zijn lichtpuntjes in een algehele tendens die niet
goed gaat.
16
BELEIDSPLAN 2016-2020
WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE TRENDS
De technologische vooruitgang zorgde in de landbouw voor een enorme
schaalvergroting. De komende jaren zullen ook veel innovaties
plaatsvinden in het samenspel tussen biologie (met gentechnologie),
nanotechnologie en informatietechnologie. Voor de landbouw zijn er heel
wat uitdagingen, maar ook risico’s verbonden aan deze evoluties. Maar er
zijn ook technologieën die ontwikkeld worden om diverse en gezonde
landbouwsystemen te ontwikkelen. Niet kerende bodembewerking en
machines die zaden van een mengteeltsyteem sorteren, zijn maar enkele
voorbeelden.
In het vierde SCAR-rapport onder de titel “Duurzame landbouw, bosbouw,
en visserij in de bio-economie, een uitdaging voor Europa” stellen Europese
onderzoekers dat er in Europa dringend een coherent en geïntegreerd
beleidskader nodig is om bio-economie meer kansen te geven.
Vernieuwend is de visie dat bio-economie geen optelsom is van
verschillende en soms conflicterende gebruiksdoelen van primaire
productie, maar een systeem waarbij de verschillende delen op mekaar
inspelen, en mekaar onderling versterken.
Toch is de focus op technologie alleen niet het antwoord naar een meer
veerkrachtige landbouw. Het UN rapport “Trade and Environment Review
2013: Wake Up Before it is Too Late” spreekt van een noodzaak voor een
paradigma shift in de ontwikkeling van de landbouw. Van een ‘groene
revolutie’ naar een ‘intensief ecologische’ benadering. Volgens het rapport
is een hervorming van het huidig voedsel-, landbouw- en handelssystemen
nodig. Dit om de diversiteit op de boerderijen te verhogen en zo ook de
veerkracht van de boerderijen te verhogen, het gebruik van meststoffen en
andere inputs te doen dalen en om kleinschalige boerenlandbouw te
steunen. Enkel zo kunnen er sterke lokale voedselsystemen gecreëerd
worden.
Door ecosysteem-processen na te bootsen en te optimaliseren, worden ze
steeds productiever en bovendien steeds rijker aan biodiversiteit. Het
17
BELEIDSPLAN 2016-2020
"We’re really in the
earthworm enhance
ment business... Soil
health creates healthy
food."
Joel Salatin
ecosysteem werkt voor de boer, in plaats van dat de boer tegen het
ecosysteem inwerkt. Dit zijn landschappen die zelfvoedend zijn in plaats
van dat ze gevoed moeten worden. Het zijn zeer energie-efficiënte
voedselproducerende landschappen. Dit gaat over heel veel energie-
besparing en over slim omgaan met grondstoffen zonder vervuiling. Sterker
nog, deze bedrijven maken schoon.
POLITIEKE EN BESTUURLIJKE TRENDS
Door de individualisering is ook de relatie tussen burger en overheid
veranderd. Overheden verliezen van hun invloed aan maatschappelijke
netwerken (burgerparticipatie op basis van sociale media) maar ook aan
multinationals, media, het gerecht en de wetenschap. Hierdoor verschuift
de gezagsrelatie tussen de overheden en burger naar een onderhande-
lingsrelatie. Overheden zullen meer en meer veranderen in samen-
werkingsplatformen die een beroep doen op individuele burgers,
vrijwilligers, het middenveld en ondernemingen.
Vele sociaal-culturele acties zijn gericht op afzonderlijke aspecten van het
leven van de burgers. De burger - die op zoek is naar verbetering van zijn
levenskwaliteit en de levenskwaliteit van zijn omgeving - neemt echter
beslissingen op basis van combinaties van meerwaarden. Wat goed is én
voor de krappe financiële situatie waar zij/hij zich in waant én voor het
milieu, kan op meer aanhang rekenen dan een inspanning die eenzijdig
bijdraagt aan bv. de rechten van inheemsen aan de andere kant van de
wereld.
Tegelijk komt er een besef dat Fair Trade niet enkel een recht is voor de
boeren in het Zuiden. Eerlijke handel en prijzen zijn ook voor de lokale
voedselproductenten een heikel thema. Zo zien we dat er ook toenadering
is tussen Fair Trade en korte keten.
Ook het “zone-denken” waarbij er duidelijk afgescheiden zones zijn voor
landbouw, natuur, recreatie, wonen etc staat in Vlaanderen onder druk.
Steeds meer middenveldorganisaties vinden gehoor in de magie van agro-
ecologie, de verweving van bos, natuur en open ruimte. Sommige steden
18
BELEIDSPLAN 2016-2020
Steeds meer
middenveld-
organisaties vinden
gehoor in de magie
van agro-ecologie
Sterker nog, deze
bedrijven maken
schoon.
horen hier ook langzaam aan toekomst muziek in. In het dichtbevolkte
Vlaanderen blijft de veelheid aan functies die het platteland vervult
(voedselproductie, natuur, recreatie, wonen ...) echter tot conflicten leiden.
Dit biedt ook uitdagingen en kansen voor een multifunctioneel platteland
waar landbouw, natuur en recreatie samengaan.
Omdat er steeds meer bevoegdheden liggen bij provincies, steden en
gemeenten kampen zij ook met uitdagingen zoals lokale voedselstrategie,
het klimaatvraagstuk, etc. Ook hier ziet men dat burgers samenwerking
zoeken met steden en gemeenten via stadslandbouwplatformen, klimaat-
platformen en milieuraden om een leefbaar platteland en stedelijke
omgeving te bewerkstelligen.
19
BELEIDSPLAN 2016-2020
20
BELEIDSPLAN 2016-2020
SITUATIESCHETS
WERVEL BESTAAT 25 JAAR. ENKELE MIJLPALEN:
Op het moment dat de Belgische Boerenbond in 1990 zijn 100-jarig
bestaan vierde, ‘bezette’ Wervel omwille van de varkenspest twee maand
lang De Standaard. De bundeling van dit debat, ‘Het Varkens-Tribunaal’,
werd de eerste editie van het tijdschrift “de Wervelkrant”.
Een rode draad doorheen Wervel is het
analyseren van het onduurzame veehou-
derijmodel, gebaseerd op massale import van
overzeese soja. Naast analyse werden telkens
ook alternatieven geformuleerd. In 1990
publiceerde Wervel de opinie ‘Minder varkens,
meer prijs’.
Wervel verdiepte zich al die jaren in GATT
(General Agreement on Tariffs and Trade) en
WTO (World Trade Organisation). In het kader van deze onderhandelingen
begon Wervel eind 1992 met een petitie-actie ‘Ja, ik teken voor een
landbouw met toekomst’. De actie liep tot 1995 en werd mee gedragen door
51 organisaties.
In de lente van 1996 werd in de Verenigde Staten de eerste genetisch
gemanipuleerde soja werd ingezaaid. Wervel trok als pionier het debat aan
en schreef hierover een open brief aan de bevoegde minister. Eind 1996,
vlak voor de eerste GGO-sojaschepen onze havens binnen liepen,
organiseerde Wervel een druk bijgewoond seminarie over GGO’s. Wervel
bleef dit GGO-debat voeden met tal van uitgaven, debatten en acties tot
2002. In 1998 werd vooral in Europees verband gewerkt tegen het ‘patent
21
BELEIDSPLAN 2016-2020
op leven’. In België coördineerde Wervel samen met Oxfam-Solidariteit een
campagne met 100 organisaties.
Ook in 1996 ontstaat Voedselteams in de schoot van Wervel, Elcker-Ik
Leuven (nu Vormingplus Oost-Brabant) en Coopibo (nu Vredeseilanden).
De Stad Hasselt vraagt Wervel om ‘duurzame landbouw’ op hun
grondgebied concreet te maken. Van 1997 tot en met 2001 loopt hiervoor
een project en werken Wervelmedewerkers in Hasselt.
Er worden verschillende studiereizen en studiedagen georganiseerd.
Vanaf 2003 start een meerjarencampagne ‘Soja, weet wat je eet’, met
partners zoals PIME van Provincie Antwerpen en de nieuwe boeren-
vakbond Fetraf-Sul/Cut uit Zuid-Brazilië. Het digitaal leerplatform
www.sojaconnectie.be komt hieruit voort.
In 2003 wordt gestart met een digitale nieuwsbrief.
Van 2004 tot 2007 werkt Wervel mee aan een Europees project rond
duurzame landbouw met partners in België, Groot-Brittannië, Frankrijk en
Brazilië. De film ‘Koe nummer 80 heeft een probleem’ wordt ook op VRT
uitgezonden.
In de loop der jaren publiceert Wervel zo vijf boeken rond de samenhang
van landbouwproblematieken hier en in Brazilië. Wervel slaagt er in om ze
telkens in 1000 exemplaren te verspreiden.
In 2006 gaat de campagne ‘Denk globaal, eet lokaal’ van start. Tal van
acties worden ontwikkeld. Als laagdrempelige actie worden er bv.
duizenden met de campagneslogan bedrukte eetborden, soepkommen en
dessertborden verspreid. Samen met Greenpeace zet Wervel de
veevoedersector onder druk i.v.m. de invoer van maatschappelijk
onverantwoorde soja.
22
BELEIDSPLAN 2016-2020
Vanaf 2008 zet Wervel sterk in op eiwit-alternatieven, met brochures een
studiereis in samenwerking met Boerenbond, een seminarie in samenwer-
king met Ethisch Vegetarisch Alternatief en een studiedag in het Vlaams
Parlement.
Wervel richt in 2008 mee het duurzame kantoorgebouw Mundo-B op.
In 2009 wordt er actief druk uitgeoefend op de overheid om vruchten van
een aantal interessante teelten toe te laten in de voeding, waaronder kemp.
23
BELEIDSPLAN 2016-2020
DE BELEIDSPERIODE 2011-2015 WAS GEKENMERKT DOOR:
• succesvolle deelname in Europese
netwerken (landbouwbeleid, duurzame
consumptie, agroforestry en kemp)
• opstart van werking rond de Braziliaanse
Cerrado met een fototentoonstelling, een
film en diverse publicaties, waaronder
uitgave van twee boeken over de
samenhang tussen het Europees land-
bouwbeleid en -consumptiepatroon en de
effecten ervan in het Zuiden.
• opstart van twee publiekscampagnes: kemp en lokaal-eco-fair
• directe acties aan het adres van Europese Commissie, Bemefa,
Vlaamse landbouwadministratie, VLAM, Boerenbond en Bra-
ziliaanse ambassade
• opstart verkennend gesprek grote stakeholder (Colruyt) rond
eiwittransitie
• samenwerking met werkgroep stadslandbouw Gent
• aanboren nieuwe interne en externe communicatiekanalen en
sociale media (Facebook, Twitter en Yammer)
• de brochure ‘Andere landbouw? Andere economie!’ krijgt heel wat
weerklank, o.a. bij de Vlaamse administratie en in het Europees
Parlement.
24
BELEIDSPLAN 2016-2020
Het was een periode met veel veranderingen in de sector. Directe
resultaten zijn o.a.:
• oprichting Europese Agroforestry Federatie en subsidieregeling voor
landbouwers
• oprichting Landgenoten en Boerenforum in samenwerking met
partners zoals Bioforum, Voedselteams, Oxfam-Solidariteit en Via
Campesina.
• Transitie Netwerk Middenveld zet eerste stappen voor een
gezamenlijke campagne agro-ecologie
• oprichting van een open leerplatform agro-ecologie dat streeft naar
transdisciplinair samenwerken tussen academici, ambtenaren en
middenveld
• wetswijziging kemp in de voeding
Indirecte resulaten van de vorige beleidsperiode:
Er komt in deze periode een hele CSA-beweging op in Vlaanderen. Wervel
maakte de pers warm om hier herhaaldelijk en uitgebreid ruchtbaarheid aan
te geven, ook op het VRT nieuws. Op het einde van deze beleidsperiode
eet 1 op 1000 Vlamingen van een CSA-bedrijf. Daarnaast ontstaan nieuwe
initiatieven van korte keten zoals Buurderij, HelloFresh, Fermette, MartA.
Op het einde van deze beleidsperiode komt ook een nieuwe, breed
gedragen dynamiek op gang rond agro-ecologie.
25
BELEIDSPLAN 2016-2020
Op het einde van deze
beleidsperiode eet 1 op
1000 Vlamingen van
een CSA-bedrijf.
INTERNE EVOLUTIE:
Wervel werkte tijdens het vorig beleidsplan hard aan professionalisering.
Kennismanagement, interne organisatie en
communicatie werden op een hoger niveau getild.
Op dit moment wordt er met verschillende flows
gewerkt via zelfsturende teams van vrijwilligers.
ORGANIGRAM:
26
BELEIDSPLAN 2016-2020
ROL:
Wervel blaast 25 kaarsjes uit en bezint over een nieuwe rol in de
maatschappij.
De Wervel-achterban ziet vooral een pioniersrol en een katalysatorrol
(ook wel bruggenbouwer of hefboom) voor Wervel in de komende beleids-
periode.
Daarnaast komen er ook twee nieuwe ideeën: Wervel als bestuiver en
Wervel als golf waarop pioniers kunnen surfen.
Experts voegden daar de rol van belangenverdediger van de consument
(en de boer die ook consument is1) aan toe: het waken over voedsel-
soevereiniteit.
1 Wervel gaat op zoek naar betere termen om te spreken over diegenen die het voedsel
produceren en diegenen die consumeren. “Producent” en “consument” zijn immers termen
die mensen niet alleen in een vakje plaatst en maatschappelijke tendensen verder
polariseert, maar ze beschouwen ook de mens niet in haar/zijn volledigheid zoals de sociaal-
culturele methodiek dat doet. Elke mens is immers meer dan consument in het verhaal rond
eerlijk voedsel. Hij wil voedsel ook beleven, hij wil ook sociale contacten uitbouwen en
onderhouden, hij wil ook bijleren en genieten, hij wil mee van deze wereld een betere plek
maken ...
27
BELEIDSPLAN 2016-2020
28
BELEIDSPLAN 2016-2020
SWO-ART ANALYSEZowel de interne medewerkers (actieve vrijwilligers en ambassadeurs die
Wervel genegen zijn) als externe experten en stakholders kregen dezelfde
vragen:
• waar is Wervel sterk in?
• wat zijn Wervels zwaktes?
• welke aspiraties heeft Wervel?
• welke kansen bieden zich aan in de maatschappij?
• welke bedreigingen zijn er in de maatschappij?
• welke resultaten boekte Wervel al in de maatschappij?
De antwoorden van de bevraging werden gegroepeerd om te visualiseren
hoeveel elk antwoord weegt.
De gegroepeerde antwoorden tonen een vrij goede coherentie tussen de
interne en externe bevraagden. Met andere woorden: Wervel heeft een
groot raakvlak met de maatschappij. De antwoorden zijn ook heel positief.
Zowel internen als externen zien meer sterktes dan zwaktes in Wervel.
Wervel maakte duidelijk een goede indruk. De internen waren ook duidelijk
positief over wat er in de wereld gebeurt en zagen meer kansen dan
bedreigingen.
Wat betreft de resultaten die Wervel boekte, lopen de antwoorden van
interne en externe bevraagden heel gelijk.
29
BELEIDSPLAN 2016-2020
30
BELEIDSPLAN 2016-2020
sterktes INTERN EXTERNpositieve voorbeelden bedenken of in de kijker stellen / out of the box / voorloper zijn 13 7bruggen bouwen (bio-gangbaar, noord-zuid, prod-cons, ongebonden) 11 3goeie dossiers en kennis door contact met het werkveld 9 8politisering / integrale visie 8 8concrete en goede acties/activiteiten/campagnes kunnen opzetten 3 2regimespelers naar niche dringen 1waakhond op greenwash veevoeder duurzaamheid 1volharding/focus 2steunen van pioniers 1
aantal antwoorden 46 31antwoorden per bevraagde (%) 110 107
zwaktes INTERN EXTERNonbekend bij brede publiek/ niet representatief voor maatschappij 12 11tekort aan hefbomen om boeren en consumenten samen te brengen of kennis naar breed publiek te brengen 4 3gebrek aan eensgezindheid/ imago niet prfoessioneel 3 4weinig contact met boeren 3technisch advies ontbreekt 2onvoldoende activering van achterban/ onevenwicht tussen betaalde en vrijwillige medewerkers 2teweinig samenwerking 2 3weinig aandacht aan gezondheid 1Wervel is alleen opiniemaker, dus Luc en Bavo, de rest heeft weinig belang/plaats 1er wordt te geleerd gedaan 1 1te weinig financiële middelen 1 3niet genoeg dossierkennis/economische onderbouwing 3
aantal antwoorden 32 28antwoorden per bevraagde (%) 76 97
aspiraties INTERN EXTERNmeer consumenten bereiken/ meer bewustmaking 10 5vernieuwing op econ, ecol en soc vlak 4 2meer boeren bereiken, meer boeren in beeld brengen 3 0groter draagvlak vormen 2 2focussen 1 2beeld van consument over boeren veranderen; stem van boeren tot bij consument brengen 1 3kennis en know-how verder uitbouwen 1
aantal antwoorden 21 14
kansen INTERN EXTERNsamenwerking (Natuurpunt 2 keer vermeld) 12 3behoefte aan gezonde voeding/ contact met boer/succes CSA 11 5zoektocht naar oplossingen op mensenmaat (csa, agroecologie., hennep, ...) 4 10klimaatproblematiek 4 1groeiend belang middenveld/ kansen dank zij internet 4 1voedselallergieën en -schandalen 2interesse in eerlijke prijzen 2integrale visie wint aan aandacht 1 2draagvalk is verbrokkeld: kans om bijeen te brengen 1culinaire hype 1armoede en voedselverspilling 1 1
aantal antwoorden 43 23antwoorden per bevraagde (%) 102 79
bedreigingen INTERN EXTERNmacht van grote spelers 7 10conservativiteit/gebrek aan besef van urgentie 7 9huidige marktstructuur/ gebrek aan infrastructuur/ prijzenpolitiek van grootwarenhuizen/exportbelangen 6 4veelheid van initiatieven voor boeren en consumenten 2 1afhankelijkheid van overheidssubsidies 2concurrentie voor subsidies 1
aantal antwoorden 25 24antwoorden per bevraagde (%) 60 83
resultaten INTERN EXTERNgrote spelers nemen thema's over/ Wervel is een referentie als kenniscentrum/ houdt het debat levend 10 0een andere kijk oplandbouw uitgedragen/correcte informatie/bewustmaking 10 12alternatieven zichtbaar gemaakt 6 5aangepast beleid 2 4Wervel staat aan de wieg van concrete nieuwe organisaties 2 1media-aandacht 1
aantal antwoorden 31 22antwoorden per bevraagde (%) 74 76
CONFRONTATIEMATRIX
De verschillende elementen van de SWO-ART analyse werden als volgt
met mekaar geconfronteerd:
De combinatie achter 'herbevragen', 'omdenken' en 'schade beheersen'
leverden geen relevante gegevens op.
31
BELEIDSPLAN 2016-2020
wat concrete inhoud hoeEen andere kijk op landbouw uitdragen lokale voedselstrategieën bruggen bouwen (bv Natuurpunt: verweving van landbouw en natuur)alternatieven zichtbaar maken magie van de agro-ecologie contact met werkveld
politiserend werken
kennis uitbouwen/ exper tisecentrumklimaatproblematiek bruggen bouwen gezonde voeding positieve voorbeelden
eerlijke pr ijzende voedingsschandalen en allergieënde verspil ling en armoedebtw vrijstelling op weggeefvoedsel
innovatie op het snijvlak van econ-ecol en socsamenwerkingoplossingen op mensenmaat kennis uitbouweneerlijke pr ijzeneen ander verhaal van de boer brengen
achterban meer activeren armoede en voedselverspill ing samenwerkingkanker-campagne vacatures voor missende competentieslink bodem-gezondheidklimaatproblematiekLEF
actiekampafbakening doelgroepvacatures voor missende competentiesvolhardenfocussenbruggen bouwendossierkennis
INZETTEN
INVESTEREN Het integrale verhaal brengen om mensen bewuste burgers te maken
REALISEREN Een groter draagvlak vormen om meer consumenten en boeren te bereiken
KIEZEN
RISKEREN meer mensen bereiken via de media, met een ander beeld van de boer
VERDEDIGEN politiseren om de macht van de groten in vraag te stellen
Uit deze confrontatiematrix werden volgende beleidsopties weerhouden:
a. Investeren en verdedigen: De wereldwijde samenhang moet nog meer
getoond worden. Dat is onze sterkte, ons handelsmerk en er zijn kansen in
de maatschappij om op in te spelen. Wij kunnen de macht van de grote
spelers en hun manier van handelen in vraag stellen. Actoren die gebonden
zijn aan grote spelers kunnen dat niet.
b. Inzetten: Een andere landbouw, de lokale alternatieven tonen is ook
belangrijk om mensen te tonen dat het kan. Er is heel weinig
maatschappelijke spreekbuis voor de pioniers. Wervel heeft in het verleden
al veel resultaten geboekt op dat vlak.
c. Realiseren en riskeren: De maatschappij vraagt om een breder bereik van
wat Wervel doet.
d. Kiezen: Tegelijkertijd moeten we ook een breder draagvlak creëren, meer
mensen aanspreken om mee te werken.
32
BELEIDSPLAN 2016-2020
STRATEGISCHE DOELSTELLINGENDoelstellingen 1, 2 en 3 vormen een logische workflow waarbij er één
centraal thema wordt gehanteerd: Lokaal-Eco-Fair (LEF). Dat we meer
lokale producten moeten kopen, dat ecologische landbouw nodig is, dat
beginnen we meer en meer te beseffen. Maar tegelijkertijd moet het én
betaalbaar én leefbaar zijn. Fair dus. Voor een andere landbouw hebben
we een andere economie nodig, want in de huidige invulling van economie
staan deze drie aspecten tegenover mekaar. In nieuwe vormen van
economie versterken ze elkaar. Wervel heeft de knowhow en de kennis om
rond dit thema het verschil te maken.
1 2 3
SAMENHANG ANDERE FAIR
TONEN LANDBOUW VOEDSELSYSTEEM
TONEN UITBOUWEN
ACHTERGROND- VERSTERKING BREED
INFORMATIE ORGANISATIES PUBLIEK
33
BELEIDSPLAN 2016-2020
Uit beleidsoptie a vloeit doelstelling 1 voort:
1)
In 2020 is Wervel een kenniscentrum rond de integrale
samenhang van de problematieken en uitwegen in het
voedselvraagstuk in mondiaal en historisch perspectief.
Actuele informatie is verzameld en geanalyseerd. Deze
info is verspreid via pers, stakeholders en eigen kanalen.
Deze doelstelling zal de samenhang van de dynamieken rond land-
bouw en voeding wereldwijd en historisch in beeld brengen. Alle stu-
diewerk en dossiers die worden uitgewerkt dienen als onderbouw
voor de concrete acties en dossiers van de twee andere doel-
stellingen.
Het model van de exportlandbouw wordt blijvend in vraag gesteld.
Wie wint hierbij en wie verliest? De macht van de grote spelers
wordt verhelderd. Hoe staan zij de verwevingslandbouw en de
socio-economische innovatie in de weg? Hoe staan zij het recht op
goed voedsel in de weg?
Hier wordt ook het genderperspectief opgenomen. Volgens historici
zou er een verband zijn tussen de voedseloverschotten bij het
ontstaan van de landbouw 5000 jaar geleden en de gender-
ongelijkheid die tot op heden onze samenleving kenmerkt. Kan een
betere productiebeheersing in de landbouw vandaag een rol spelen
in de uitbouw van een maatschappij met meer gelijkheid of net
andersom? Het is tijd om landbouw en maatschappij terug met
mekaar in verband te brengen en het tij te keren.
Nieuwe partners worden gecontacteerd om deze knowhow verder te
ontwikkelen én te ontsluiten. Er worden internationale netwerken
uitgebouwd en deelgenomen aan interessante projecten en
gerelateerde seminaries.
34
BELEIDSPLAN 2016-2020
Uit beleidsoptie b vloeit doelstelling 2 voort:
2)
Tegen 2020 zijn er naast de conventionele invloedrijke
landbouworganisaties 5 spelers in de landbouwsector
ondersteund en geïnspireerd om positieve invloed te
hebben op de landbouwpraktijk.
Een andere landbouw tonen via de pioniers en boeren zelf, aan
beleid, actoren en publiek in Vlaanderen en Europa.
Binnen het thema van Lokaal-eco-fair wordt er klemtoon gelegd op
agro-ecologie en economische innovatie. Hier zal verder gewerkt
worden op de resultaten van de LEF campagne. Stakeholders die
spreken over eerlijke prijzen worden gewezen op hun verant-
woordelijkheid. Lokale voorbeelden van innovatieve economische
praktijken worden gedetecteerd, bevorderd en in de kijker geplaatst.
De overgang van product naar dienst zoals in de CSA (community
supported agriculture) is een interessant voorbeeld. Wervel zal
verder werken op dit idee om naar COA (community owned
agriculture) waar de leden de grond aankopen en zelfs CA
(community agriculture) te evolueren, waar landbouwgrond gemeen-
schapsgrond is en de boer door de (al dan niet lokale) overheid
wordt betaald.
35
BELEIDSPLAN 2016-2020
Uit beleidsopties c en d vloeit doelstelling 3 voort:
3) Tegen 2020 is een groter deel van de Vlamingen overtuigd
van het belang van een nieuwe relatie in de voedselketen
als basis van lokaal-eco-fair voedsel. De traditionele
marktrelatie producent-consument kan dit immers steeds
minder realiseren.
Met een sterk gefocuste boodschap ('minder en beter') en via
samenwerking een veel breder publiek bereiken om een groter
draagvlak te creëren voor de beweging.
Hoeveel groter dat deel moet bedragen, hoeveel het nu bedraagt en
hoe we dat gaan monitoren, maakt deel uit van een proces rond
impactmeting dat wordt opgestart in 2016.
Hierbij ook meer mensen activeren met laagdrempelige en minder
laagdrempelige acties. Lokaal, eco en fair voedsel moet toegankelijk
zijn voor iedereen, ook nieuwkomers, minder validen, kansarmen,
jongeren, ouderen. De nodige inspanningen worden geleverd om
ook hen te bereiken en te betrekken. De sleutel hiervoor ligt in
“Minder en beter”. Zo wordt gezond voedsel mogelijk en toegankelijk
en worden er meer mensen betrokken op het uitbouwen van een
lokaal, ecologisch en fair voedselsysteem.
Greenwash blootleggen samen met gezaghebbende bronnen
behoort tot de methodieken. Er worden ook steeds concrete,
positieve, laagdrempelige handelingsperspectieven aangereikt. De
Braziliaanse gemeenschap wordt preferentieel betrokken.
Evaluaties van de methoden en communicatiemiddelen uit de vorige
twee beleidsperiodes moeten uitwijzen hoe de ontsluiting verder zal
geoptimaliseerd worden om een breder publiek te bereiken en
effectief ook aan te spreken. Ook nieuwe methoden zullen
36
BELEIDSPLAN 2016-2020
ontwikkeld worden. Er zal een plan opgemaakt worden rond niet-
formele educatie voor lokale acties die dan door vrijwilligers kunnen
gebruikt worden.
Naast eigen laagdrempelige acties wordt er - net als in het verleden
succesvol gebeurde - gewerkt met multiplicatoren die acties en
berichten verder uitdragen. Belangrijk hierin zijn het verder
uitbouwen van relaties met de pers, overleg met andere
middenveldorganisaties en het zoeken naar andere partners zoals
bedrijven en lokale overheden. Een formele vorming wordt
uitgewerkt rond het campagnethema en aangeboden aan lokale
overheden en vormingsinstellingen.
IMPACTMETING
In het kader van dit beleidsplan zal er op twee manieren aan impactmeting
worden gedaan:
retrospectief:
Impactmetingsoefening op CSA-bedrijven: in hoeverre waren de CSA-
boeren en leden beïnvloed of geÏnspireerd door campagnes van Wervel?
Met de uitkomst van deze oefening bepaalt mee de operationalisering van
doelstelling 3 voor 2017.
toekomstgericht:
Impactmeting wordt opgezet om tegen 2019 te kunnen meten wat de
impact geweest is van doelstelling 3.
37
BELEIDSPLAN 2016-2020
38
BELEIDSPLAN 2016-2020
MENSEN EN MIDDELENPERSONEELSINZET
De huidige personeelsinzet wordt behouden. Tegen 2019 wordt geantici-
peerd op een groter draagvlak, meer actieve vrijwilligers en meer nood aan
omkadering voor dit draagvlak.
VRIJWILLIGERS
Met de ambitie om een groter draagvlak te creëren, wordt er proactief
gezocht naar vrijwilligers met de competenties nodig om duidelijke
resultaten te boeken en zodoende een aantrekkelijke groep te vormen om
meer mensen aan te trekken.
Er zal gewaakt worden over de diversiteit aan vrijwilligers zoals die
momenteel aanwezig is binnen Wervel.
39
BELEIDSPLAN 2016-2020
ORGANISATIEONTWIKKELINGSPLAN
In de voorbije periode waren er spanningen binnen het Wervel-team en
communicatieproblemen tussen team en bestuur. De visie op een 'vlakke'
organisatie-structuur werd niet door iedereen gedeeld. De sterke oriëntatie
op externe maatschappelijke doelstellingen in combinatie met veel minder
gestructureerde aandacht voor de interne organisatie lag onder andere aan
de basis van deze spanningen.
Mede ten gevolge hiervan besloot de raad van bestuur het ondersteunend
team te herstructureren. In 2015 volgde een periode van relatieve rust
binnen het team waarbij werk gemaakt werd van zelfzorg. Dit door middel
van bemiddeling en van een begeleidingstraject met het voltallige het team,
waarbij vertrouwen, samenwerking en waardering centraal staan. De
aanwerving van een nieuwe coördinator heeft de communicatie tussen
ondersteunend team en raad van bestuur verbeterd.
Met de nieuwe samenstelling van het team en de nieuwe beleidsperiode zit
Wervel op een kruispunt. Het bestuur en ondersteunend team zullen ook de
volgende beleidsperiode samenwerken aan een organisatieontwikkelings-
plan. Het herstel van vertrouwen en de interne organisatie-ontwikkeling is
een doorlopend proces, waar ook de komende jaren op wordt ingezet.
De eerste stappen zullen eind 2015 genomen zijn. In de verdere reflectie op
de organisatie-ontwikkeling zullen we stilstaan bij de volgende punten:
1. De ontwikkelingsfase van Wervel: waar staan we na 25 jaar en in
welk type organisatie zijn we geëvolueerd?
2. Welke organisatie willen we zijn en wat is de gewenste toekomstige
organisatiecultuur?
3. Wat gaan we er aan doen om er te geraken, en is er nodig om er als
organisatie te geraken tegen 2020 ?
40
BELEIDSPLAN 2016-2020
Bovendien zullen we tegen 2020 blijven inzetten op het verder uitwerken en
implementeren van:
• medewerkersbeleid
de competenties en talenten van de betaalde en vrijwillige
medewerkers worden in kaart gebracht en de taken worden
herverdeeld; vorming en opleiding wordt voorzien; tijdsregistratie
wordt ingevoerd
• evaluatieprocedure
• competentie- en kennis management
• communicatiebeleid
het verbeteren van interne communicatie wordt de uitdaging om
mensen in en tussen verschillende teams te laten samenwerken
41
BELEIDSPLAN 2016-2020
MIDDELEN
Een raming van de inkomsten en uitgaven voor de beleidsperiode 2016-
2020:
In het beleidsplan 2016-2020 ligt de nadruk op doelstelling 3, een breder
draagvlak creëren. Dit is ook weerspiegeld in de bovenstaande cijfers. De
eerste twee strategische doelstellingen werken opbouwend naar de derde
doelstelling en blijven over de hele periode constant. In 2016-2017 wordt
doelstelling 3 verder uitgewerkt onder andere door meer middelen vrij te
maken voor campagnes en communicatie. In 2018 zal er een
'consolidatieperiode' zijn ter voorbereiding naar een uitbreiding van het
team in 2019 om verder in te zetten op doelstelling 3. De derde doelstelling
zal aan belang winnen met de aanwerving van een extra medewerker in
2019. De aparte lijn voor 'communicatie' staat ook in relatie tot de drie
strategische doelstellingen.
42
BELEIDSPLAN 2016-2020
HOE DE ORGANISATIE ZICH VERHOUDT TOT DE REST VAN DE WERKING
De gehele werking van Wervel is sociaal-cultureel bewegingswerk.
Naast de inkomsten van het departement Jeugd, Cultuur, Sport en Media
(inkomsten 1 en 2 in onderstaande tabel), heeft Wervel nog andere
inkomsten uit tijdelijke projecten (3), uit verkoop van diensten en producten
en uit giften (4). Deze extra inkomsten worden ook aangewend voor het
realiseren van dit beleidsplan met behulp van de sociaal-culturele
methodiek.
Om de voorziene verhoging in tewerkstelling te realiseren in 2019, wordt er
in 2016 en 2017 gezocht naar nieuwe projectmiddelen. Daarnaast worden
nieuwe pistes aangeboord om de eigen middelen ook gradueel te laten
stijgen.
43
BELEIDSPLAN 2016-2020
44
BELEIDSPLAN 2016-2020
HET BELEIDSPLAN 2016 - 2020 TEN AANZIEN VAN DE
BEOORDELINGSELEMENTEN
a) de knowhow en expertise van de beweging met betrekking tot
het thema of het cluster; de wijze waarop die expertise verder wordt
ontwikkeld, de wijze waarop de knowhow wordt ontsloten
• Wervels knowhow en expertise rond landbouw wordt algemeen
erkend en gewaardeerd. Er wordt dan ook verder ingezet op de
ontwikkeling en ontsluiting ervan. De nadruk ligt hierbij op de
wereldwijde en historische samenhang van de
landbouwproblematiek aan de ene kant en de positieve
wisselwerking tussen lokaliteit, ecologie en faire relaties aan de
andere.
• Nieuwe partners worden gecontacteerd om deze knowhow verder te
ontwikkelen én te ontsluiten. Er worden internationale netwerken
uitgebouwd en deelgenomen aan interessante projecten en
gerelateerde seminaries.
• Evaluaties van de methoden en communicatiemiddelen uit de vorige
twee beleidsperiodes moeten uitwijzen hoe de ontsluiting verder zal
geoptimaliseerd worden om een breder publiek te bereiken en
effectief ook aan te spreken.
• Wervel zoekt naar nieuwe & aanvullende manieren om de knowhow
te ontsluiten, om doelgericht stakeholders te bereiken en een breder
publiek aan te spreken.
45
BELEIDSPLAN 2016-2020
b) de aanpak van diversiteit, met specifieke aandacht voor
interculturaliteit
• Voor Wervel blijft diversiteit belangrijk. Een hele diverse groep
vrijwilligers werkt mee en Wervel hoopt daarmee een afspiegeling te
zijn van de maatschappij. Onverzuild, onverdeeld. Er wordt blijvend
ingezet op het creëren van opportuniteiten voor iedereen om zijn of
haar steentje bij te dragen. De in - en uitstroom van medewerkers
zal opgevolgd worden om bij te sturen waar nodig om deze
diversiteit te behouden.
• Om een breder publiek te bereiken, zal ook meer ingezet worden op
diversiteit in de doelgroep(en). Lokaal, eco en fair voedsel moet
toegankelijk zijn voor iedereen, ook nieuwkomers, minder validen,
kansarmen, jongeren, ouderen.
• Met het unieke werk rond Cerrado in Noord en Zuid gaan we nog
intenser contact zoeken met de Brazilianen die in Vlaanderen en
Brussel wonen. De meeste Brazilianen in Vlaanderen komen uit de
Cerrado.
• Het landbouwdebat is nog al te dikwijls een mannenzaak, terwijl
boerinnen dikwijls voor innovatie staan. Daarom zal Wervel
proberen om nóg meer de stem van de boerin te laten klinken en
ook meer vrouwen te bereiken.
• Zoals aangegeven in het visitatieverslag zal Wervel duidelijker
expliciteren ind e voortgangsrapporten welke inspanningen er rond
diversiteit worden geleverd.
46
BELEIDSPLAN 2016-2020
c) de wijze waarop het ruime publiek rechtstreeks of onrechtstreeks
wordt benaderd, inclusief de inspanning om andere publieksgroepen aan te
trekken
We proefden er in 2014 en 2015 al van, en weten nu dat een breder publiek
kan aangesproken worden. Hiervoor zullen we:
• perswerk versterken door relaties met journalisten (verder) uit te
bouwen
• zelf publieksacties opzetten met eenvoudige boodschap
• interessante multiplicatoren aanspreken
• laagdrempelig handelingsperspectief bieden
Specifiek naar moeilijk bereikbare publieksgroepen zal er via de link tussen
voeding en gezondheid een inspanning worden gedaan om hen ook op de
beweging te betrekken.
47
BELEIDSPLAN 2016-2020
d) de creativiteit, de diversiteit en de originaliteit van de
gehanteerde methoden, evenals de effectiviteit ervan
In het verleden ervaarden we dat creativiteit, diversiteit en originaliteit van
methoden maakt dat het fijn werken is en het helpt om nieuwe
medewerkers aan te trekken.
Waken over creativiteit doen we via :
• goed medewerkersbeleid
• voldoende witruimte in de takenpakketen om experimenteren
blijvend mogelijk te maken
• een duidelijk afgelijnde thematische invulling van de werking voor de
komende vijf jaar
Waken over diversiteit via :
• de diversiteit aan mensen binnen Wervel op peil houden
• kruisbestuivingen via (nieuwe) partners
Waken over effectiviteit via :
• Het eerste jaar van het beleidsplan wordt de grote diversiteit aan
methoden uit het verleden van Wervel geëvalueerd.
• Methoden van partners worden geanalyseerd.
• Zo komen we tot de meest effectieve methoden voor een campagne
naar een breed publiek.
48
BELEIDSPLAN 2016-2020
e) de communicatie met het publiek, de aandacht voor de media
Communicatie is geen makkelijke opgave als kleine organisatie. De eigen
mediakanalen hebben een beperkt bereik. De grote mediakanalen zijn in
handen van enkelen die beslissen over nieuwswaarde. Waar in de
beginjaren van Wervel nog veel ruimte was voor dialoog in de media via
lezersbrieven en opinies, is dat vandaag de dag een stuk moeilijker.
Daarom worden er keuzes gemaakt om in te zetten op een betere relatie
met specifieke journalisten, zoals al aardig lukte bij De Standaard in de
vorige beleidsperiode.
Als beweging zijn we ook geïnteresseerd in dialoog, niet in eenrichtings
communicatie. We betrekken daarom vrijwilligers en pioniers op de
communicatie. We gaan op zoek naar dialoog in onze communicatie via de
eigen communicatiekanalen. Ook hier wordt de drempel laag gehouden.
49
BELEIDSPLAN 2016-2020
f) de aard en de omvang van de educatieve activiteiten en de
werkmaterialen
Wervel beseft wel degelijk - zoals ook de visitatiecommissie aangaf in haar
laatste rapport - dat ze een educatieve functie te vervullen heeft. Wervel
heeft over de jaren een grote waaier aan educatieve materialen en
methodes ontwikkeld. In de beginjaren vormde de cursus “naar een
rechtvaardige en verantwoorde landbouw” zelfs de voornaamste instroom
van nieuwe medewerkers. Stilaan werden daarnaast ook niet-formele edu-
catieve activiteiten opgezet. Om een grote diversiteit van mensen aan te
spreken en te activeren, werd geen enkele gelegenheid onbenut gelaten
om formele dan wel niet-formele educatie in te zetten op vraag van partner-
organisaties, lokale en bovenlokale overheden en lokale initiatieven. Wervel
was lang de enige onafhankelijke sociaal-culturele organisatie die het
gehele verhaal rond de landbouw- en voedingsproblematiek kon brengen
en er werd dan ook een heel groot aanbod aan educatieve materialen
ontwikkeld. Alle deelthema’s van de landbouw komen hierin aan bod.
Tijdschrift, brochures, boeken, theater, DVD’s, webapplicaties en blogs
werden ontwikkeld. In het vorige beleidsplan werd er ook actief op zoek
gegaan naar kanalen om educatieve activiteiten te ontplooien in het kader
van de campagnes “Kan het ‘s met Cannabis” en “Lokaal Eco & Fair”. De
materialen die hier werden ontwikkeld waren meestal laagdrempelig.
• Een evaluatie van grote diversiteit aan educatieve materialen wordt
voorzien voor 2016
• plan opmaken rond niet-formele educatie voor lokale acties die dan
door vrijwilligers kunnen gemultipliceerd worden
• formele vorming blijft interessant; een aangepast pakket wordt
uitgewerkt rond het campagnethema en hoe lokale overheden of
burgerinitiatieven er mee aan de slag kunnen
50
BELEIDSPLAN 2016-2020
g) de acties en de campagnes
DIt beleidsplan gaan we voor duidelijke focus:
• één campagne gericht op een breed pubiek voor 5 jaar, met
impactmeting
• verderbouwen op de succesvolle start van LEF campagne: lokaal en
eco beginnen gekend te zijn, maar is het ook fair? Is dat wel
haalbaar om en lokaal en eco en fair te zijn? “Minder en beter” biedt
een concreet handelingsperspectief
• vanuit vorig beleidsplan weten we dat het mogelijk is om op de
termijn van 5 jaar ook voorbeelden concreet beschikbaar te maken
voor de consument
• alle acties, ook die in het kader van de lopende projecten worden
vorm gegeven vanuit het campagnethema om Wervel duidelijk te
profileren.
51
BELEIDSPLAN 2016-2020
h) de samenwerking en netwerkvorming met andere organisaties
Dit beleidsplan gaat Wervel op zoek naar grotere partners om meer bereik
te hebben. Natuurpunt als voorbeeld. Maar ook scholen, steden en
gemeenten, ocmw’s behoren tot de opties:
• ifv opbouw en ontsluiting van knowhow:
• identificeren van zowel academici als studenten binnen
universiteiten en onderzoekscentra die kunnen geactiveerd worden
binnen de beweging
• sociaal-culturele vormingsinstellingen
• ifv lobbywerk:
• identificeren van politici die kunnen geactiveerd worden in de
beweging, ook op lokaal niveau
• ifv het breder bereik zullen verschillende grote organisaties
aangesproken worden:
• natuurpunt, bioforum, boerenforum
• naar een diverser publiek: femma, kvlv, samenlevingsopbouw
• meer lokaal verankerd: steden en gemeenten, scholen,
werkgroepen stadslandbouw, andere lokale initiatieven,
beroepsvereniging voor voedingsdeskundigen
• nieuwe landbouwnetwerken als CSA-netwerk, agro-ecologie
netwerk
• een BV als ambassadeur
• ter bevordering van de creativiteit waarmee we onze boodschap
brengen:
• cultuurnetwerken en kunstenaars voor de vertaalslag van onze
complexe boodschap
• Europees en in de wereld:
• boerenorganisaties en consumentenorganisaties aanspreken om
van mekaar te leren rond de combinatie van lokaal, eco en fair
52
BELEIDSPLAN 2016-2020
i) het engagement van vrijwilligers en bestuurders
Ter ondersteuning van het engagement van de vrijwilligers worden:
• competentie-mapping en takenpakketten voor vrijwilligers opgezet
• vacaturebank voor vrijwilligers opgezet
• competenties van het bestuur in kaart gebracht en aangevuld met
competenties waar nodig
• de raad van bestuur, reeds gegroeid van drie naar vijf bestuurders,
blijvend ondersteund en versterkt door gericht nieuwe bestuurders
te zoeken op basis van de in kaart gebrachte competenties
• vrijwilligerstaken duidelijker afgebakend
• een vrijwilligersbeleid uitgeschreven:
• evaluatie werving en onthaal vrijwilligers
• visie op coachen, evalueren en uitstroom
• verdere evaluatie activiteiten
• blijvend ingezet op begeleiding van vrijwilligers, individueel en per
team, om in te stappen in de interne systemen van
kennismanagement en communicatie om de betrokkenheid, de
participatie en de positieve sfeer nog meer te versterken.
• blijvend ingezet op een goede verhouding tussen het team van
betaalde krachten en vrijwilligers
• blijvend ingezet op het onderhouden van de bestaande contacten
en het activeren van andere landbouwers en pioniers om deze
doelgroep nog breder en dieper te betrekken. Boeren die actief
participeren als vrijwilliger vormen namelijk een belangrijk deel van
het menselijk kapitaal binnen de organisatie
53
BELEIDSPLAN 2016-2020
j) de zorg voor professionaliteit en professionalisering
• tegen 2020 hebben we de competenties en talenten van de
betaalde en vrijwillige medewerkers in kaart gebracht
• de taken worden herverdeeld op basis van deze competence-
mapping
• zowel vrijwillige als betaalde medewerkers zullen van bijgepaste
vorming en opleiding worden voorzien
• eind 2015 starten raad van bestuur en ondersteunend team met
enkele reflectierondes rond de organisatieontwikkeling; we zullen
ons de komende beleidsperiode verder focussen op waar we staan
en vooral hoe we verder willen als organisatie
• blijven waken over het systeem rond kennis- en contact-
management
• vorige beleidsperiode werd er een overzichtelijke gedeelde online
agenda aangemaakt, de volgende beleidsperiode zetten we ons
onderzoek verder naar een tijdsregistratie-tool die onze
(project)werking het meest efficient kan ondersteunen
• het verbeteren van interne communicatie wordt de uitdaging om
mensen in en tussen verschillende teams te laten samenwerken
54
BELEIDSPLAN 2016-2020
k) de manier waarop in de werking rekening wordt gehouden met
principes van integrale kwaliteitszorg
• tegen 2020 is het medewerkersbeleid (evaluatie, vorming,
tijdsregistratie en zelfzorg) verder uitgewerkt en geïmplementeerd
• tegen 2020 is het communicatiebeleid (herziening communicatie-
instrumenten zoals website, nieuwsbrieven, krant) verder uitgewerkt en
geïmplementeerd
• tegen 2020 is er een betere evaluatieprocedure van projecten, acties en
medewerkers uitgewerkt en geïmplementeerd
• tegen 2020 is er een beter tijdsregistratiesysteem opgezet, dat de
opdeling in projecten mogelijk maakt
• tijdens de volgende beleidsperiode blijven we ook inzetten op de interne
communicatie en het bespreekbaar maken van directe feed-back onder
collega’s
• we zullen ook volgende beleidsperiode verder inzetten op de
optimalisering van het gebruik van het kennisdelingsysteem op
GoogleDrive en het interne communicatienetwerk “Kervel 2.0” door de
hele beweging
55
BELEIDSPLAN 2016-2020
BRONVERMELDING
• UNCTAD (2013). Trade and Environment Review 2013: Wake Up
Before it is Too Late
• Transversale beleidsnota Vlaanderen 2050. Februari 2015
• Vlaamse Regering. Beleidsnota 2014-2019: Landbouw en Visserij.
• Socius (2008). Voorzet omgevings-analyse ter ondersteuning van de
beleidsplannning in het sociaal-cultureel volwassenenwerk voor de
periode 2011-2015
• Socius: Toolbox beleidsplanning - SWO-ART
• 4th SCAR Foresight Exercise: sustainable agriculture, forestry and
fisheries in the bioeconomy, a challenge for Europe (2015)
• Bio-economie in Vlaanderen: visie en strategie van de Vlaamse
Overheid voor een competitieve en duurzame bio-economie in 2030
(2015)
56
BELEIDSPLAN 2016-2020