64
Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021 Ruimte voor Cultuur www.limburg.nl

Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021 Ruimte voor Cultuur...6 Ruimte voor Cultuur Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inhoudsopgave 7 Inleiding 9 1. Uitwerking maatschappelijke opgave en ambitie

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021

    Ruimte voor Cultuurwww.limburg.nl

  • Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021

    Ruimte voor Cultuurwww.limburg.nl

  • Voorwoord

    Romy Roelofsen is, samen met haar broer Gable Roelofsen, artistiek leider van muziektheater-

    collectief Het Geluid Maastricht. Op 6 september 2019 gaf zij in een speech haar visie op

    Ruimte voor Makers, ter gelegenheid van een werkbezoek van een delegatie van het

    Ministerie van OCW en van de Rijkscultuurfondsen.

    Deze speech was zo inspirerend en geeft de kern van het doel van het provinciaal

    Cultuurbeleid 2020-2021 zo treffend weer, dat wij in dit voorwoord ook graag ruimte

    maken voor haar verhaal.

    Hieronder treft u daarom een aantal passages aan uit haar speech, die ons mede heeft

    aangezet tot de gemaakte keuzes in ons Cultuurbeleid als neergelegd in dit Beleidsprogramma

    Cultuur 2020-2021 “Ruimte voor Cultuur”.

    Het Geluid is een muziektheatergezelschap dat zowel opera- en muziektheatervoorstellingen,

    onderwijsprogramma’s en ook sociaal geëngageerde kunstprojecten met en voor communities

    ontwikkelt. Onze op maat gemaakte innovatieve muziektheaterconcepten voeren wij uit in

    eigen beheer, in opdracht of in samenwerking met partners binnen het lokale, regionale,

    nationale en internationale kunstenveld. Wij hebben er bewust voor gekozen om na de

    Toneelacademie in deze stad en regio te blijven werken. Vanuit het idee dat je in Limburg

    alles kunt vinden en de directe omgeving kan zien als een proeftuin of laboratorium voor de

    grotere wereld.

    Ik realiseer me dat het perspectief dat ik deel, grotendeels ontstaan is vanuit onze ervaring als

    muziektheatermakers en de specifieke ontwikkelingsreis die in de laatste 11 jaar heeft geleid

    tot wat ik nu ben: een mid-career maker en cultureel ondernemer die veelal inter- en

    transdisciplinair career werkt met individuen, partners en organisaties van binnen en buiten

    de kunsten.

    Deze strategie kwam niet voort vanuit een eigenwijs, inflexibele, te autonome manier van

    denken, maar vanuit de visie dat een sterk artistiek werk zich immer verhoudt tot het zakelijke

    en het ontwikkelen van een eigen en passend publiek.

    Financiering vonden we via lokale ondernemers, via kleine fondsen waar de lijnen kort mee

    waren en die makkelijker mee konden bewegen in wat wij op dat moment nodig hadden.

    We maakten theater in theaterfoyers, gymzalen, leegstaande gebouwen. We maakten een

    tournee langs huiskamers, het zwembad, de stilteruimtes van ziekenhuizen, architectuur-

    instituten en in de randprogrammering van de grotere operahuizen. Zo veroverden we

    gestaag maar succesvol toch een positie in het cultuurbestel.

    Limburg was in de afgelopen jaren ons vertrekpunt en de plek die ons incubatietijd gaf.

    We vonden hier onze ‘ruimte als makers’. In Limburg deden we ons voordeel met alles dat

    ons tegenhield en weerstand bood. Hier kregen we de tijd en de ruimte om ons te ontwikkelen.

    We vonden hier een houding, een attitude en een geest van maken. Die wij nu beschouwen

    als kennis en ons ervaringskapitaal waarmee we de toekomst tegemoet gaan.

    De ruimte voor makers gaat mijns inziens niet alleen over financiële ruimte, of de fysieke

    ruimte, fysieke speelplekken bieden op de vele erfgoedplekken die onze provincie rijk is. Maar

    vooral ook over mentale ruimte. Regelingen meer op maat kunnen maken aan de hand van

    de behoefte van de maker, of waar de culturele carrière zich van nature naar toe beweegt.

    5 Ruimte voor Cultuur

  • Wat ik nu vooral om mij heen zie, is dat we als makers in het algemeen uit welke hoofd-

    discipline dan ook, steeds vaker trans-, in, of anti-disciplinair werken.

    Wat mij betreft ligt daar de uitdaging van de dialoog tussen makers en fondsen en fondsen

    onderling. Dit laatste omdat vele van dit soort projecten letterlijk plaatsvinden op de

    breukvlakken van de disciplines.

    Naast mijn werk als muziektheatermaker ben ik onderwijsontwikkelaar bij de kunsten-

    opleiding iArts. Een opleiding die inter-, trans, in, en antidisciplinaire onderzoekers, makers

    en ondernemers opleidt die in hun praktijk direct verbindingen leggen tussen wetenschap,

    cultureel ondernemerschap en de maatschappij. En hiermee de grote hedendaagse

    thema’s adresseren of met oplossingen komen voor de uitdagingen van deze tijd.

    Dit soort artistieke makers hebben bijna geen hoofddiscipline meer en als aanvrager bij

    financierende partijen hebben zij ook dus andere behoeften.

    Wij maken ook meer sociaal geëngageerd werk in stad en provincie. Wij noemen deze

    projecten commoningsprojecten, vandaar de titels Common Carnaval en Common

    Chorale. Common betekent samen: het bij elkaar brengen van krachten, resources en

    netwerken in dienste van een gezamenlijk doel. Met deze projecten willen we de term

    participatie zo radicaal mogelijk doorvoeren, omdat dat volgens onze ervaring het meeste

    impact kan hebben.

    Onze participatieprojecten zijn en blijven artistieke werken, die naast de empowerende

    werking die het heeft op de directe participanten, ook als op zichzelf staande kunstwerken,

    de kracht hebben te bevragen, te spiegelen, te verwarren en te ontregelen en die ook

    mooie onverwachte beelden tonen en nieuwe klanken laten horen.

    Wanneer het gaat om ‘Ruimte voor makers’ wil ik dus enerzijds pleiten voor meer focus

    van de behoefte van de makers die meer en meer past bij de actualiteit van praktijken en

    ik hoop op meer ruimte voor makers als het gaat om mogelijkheden tot experiment

    en onderzoek. En anderzijds voor regelingen die meer en meer ruimte geven om te

    kunnen bewegen en te werken met methoden en strategieën uit andere disciplines.

    Bovenstaande tekst maakt duidelijk dat Limburg de culturele sector heel wat te bieden

    heeft én vice versa. Cultuur brengt mensen verder. In hun persoonlijke ontwikkeling en in

    hun onderlinge verhoudingen, in relatie tot de eigen leefomgeving en de samenleving als

    geheel. Cultuur draagt bij aan het (h)erkennen, uitdragen en/of vernieuwen van de eigen

    en gezamenlijke (Limburgse) identiteit van mensen, en bevordert het openstaan voor de

    identiteit van anderen. Cultuur biedt ontmoeting en een aantrekkelijke vrijetijdsbesteding.

    Burgers die zijn betrokken bij cultuur zijn actieve, participerende burgers. Daarom verdient

    Cultuur van ons allen de volle aandacht!

    Op 13 december 2019 hebben Provinciale Staten het Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021

    “Ruimte voor Cultuur” vastgesteld. Daarbij is aandacht gevraagd voor de Limburgse identiteit,

    voor een gelijkwaardiger verdeling van Cultuurmiddelen over de provincie Limburg

    waardoor deze meer ten goede komen aan Noord- en Midden-Limburg en voor het

    voeren van het gesprek over de Fair Practice Code. Wij hebben toegezegd hier aandacht

    aan te geven, hetgeen is verwerkt in dit definitieve Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021

    “Ruimte voor Cultuur”.

    Ger Koopmans

    Gedeputeerde Cultuur

    6 Ruimte voor Cultuur

  • Inhoudsopgave

    Voorwoord 5

    Inhoudsopgave 7

    Inleiding 9

    1. Uitwerking maatschappelijke opgave en ambitie en de beleidsuitgangspunten 13

    1.1. Uitwerking van de maatschappelijke opgave en ambitie 13

    1.2. Beleidsuitgangspunten 2020-2023 18

    2. De culturele basisinfrastructuur 212.1. Algemeen 21

    2.2. De provinciale musea 23

    2.3. philharmonie zuidnederland 27

    2.4. Cultuurplan en Subinfrastructuur 27

    2.5. Cultuurtank Limburg 31

    2.6. Steunfuncties 31

    3. Ruimte voor en door samenwerking 373.1. Samenwerking in cultuurregio’s 37

    3.2. Grensoverschrijdende culturele samenwerking 40

    3.3. Samenwerking binnen financiële instrumenten 42

    4. Inhoudelijke beleidsspeerpunten 454.1. Cultuurparticipatie 45

    4.2. Cultuureducatie 47

    4.3. Festivals en evenementen 50

    4.4. Creatieve industrie 51

    5. Financieel kader 2020-2021 55

    Bijlage 1 De provinciale culturele basisinfrastructuur 57

    Bijlage 2 Samenvattende inhoudelijke weergave ontvangen reacties “van buiten” 59

    Bijlage 3 Totaal financieel kader cultuur 2020-2021 61

    Ruimte voor Cultuur7

  • 8 Ruimte voor Cultuur

  • Stic

    hti

    ng

    Str

    ee

    t A

    rt, H

    yuro

    - f

    oto

    Kla

    us

    Tum

    me

    rs

    Inleiding

    Positionering

    Dit is het Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021 van de Provincie Limburg “Ruimte voor

    Cultuur”.

    U leest hierin het provinciaal Cultuurbeleid op basis van het Collegeprogramma 2019-2023

    “Vernieuwend Verbinden”. Met Cultuur bedoelen we hier: amateur- en professionele

    kunsten, de provinciale musea en de creatieve industrie. Ons Cultuurbeleid sluit aan op het

    Rijksbeleid.

    Het Beleidsprogramma legt nadrukkelijk verbindingen met het provinciaal beleid op het

    gebied van de Sociale Agenda, monumenten, erfgoed, sport, economie, wonen &

    leefomgeving, stedelijke ontwikkeling en duurzaamheid.

    In het Beleidsprogramma is, in vervolg op het Collegeprogramma, de maatschappelijk

    opgave en onze ambitie uitgewerkt en staat hoe wij, samen met onze partners, hieraan

    gaan werken in het belang van Limburg. Daarbij is rekening gehouden met onze taak en rol

    en de beschikbare menskracht en middelen.

    Het Beleidsprogramma stelt kaders en benoemt ook de inzet op de concrete uitvoering.

    Het is daarom beleidskader en uitvoeringsprogramma ineen.

    Provinciale Staten is verantwoordelijk voor het vaststellen van de kaders, namelijk:

    ■ de uitgangspunten voor het Cultuurbeleid voor de bestuursperiode 2020-2023

    (zie paragraaf 1.2);

    ■ de uitgangspunten voor de Subsidieregeling Cultuurplan en Subinfrastructuur

    2021-2024 (zie paragraaf 2.4). Deze zijn sonderend behandeld in de Statencommissie

    Cultuur en Samenleving d.d. 11 oktober 2019;

    ■ het financieel kader 2020-2021 (zie hoofdstuk 5).

    Het Beleidsprogramma Cultuur 2020-2021 “Ruimte voor Cultuur” is op 13 december 2019

    door Provinciale Staten vastgesteld.

    Opstelling

    Voor de opstelling van het Beleidsprogramma hebben wij gebruik gemaakt van het vele

    overleg en onze contacten met het brede Limburgse culturele veld, de gemeenten en

    het Rijk. Er is specifiek overleg geweest met ons provinciaal adviesorgaan de Cultuurtank

    Limburg en onze steunfuncties Huis voor de Kunsten Limburg en Stichting Popmuziek

    Limburg.

    Verder hebben wij digitaal en/of via sociale media informatie opgehaald bij:

    ■ de culturele instellingen waarmee wij een subsidierelatie hebben;

    ■ de Limburgse gemeenten;

    ■ de Maatschappelijke Organisaties waarmee wij een vaste subsidierelatie hebben;

    ■ burgers in Limburg.

    Kern in onze vraagstelling waren de vragen: wat moet de Provincie blijven doen op het

    gebied van Cultuur, en: waar moeten wij mee stoppen? (zie bijlage 2 voor een

    samenvattende inhoudelijke weergave van de ontvangen reacties). Het Beleidsprogramma

    Cultuur 2020-2021 weerspiegelt naar onze mening de rode lijn in de reacties en is in

    balans met de diversiteit daarvan.

    Wij hebben belangrijke regionale documenten benut: het “Pact van Zuid” en het

    ”Profielplan” vanuit de Stedelijke Cultuurregio Zuid en “Samen ontwikkelen door te doen”

    ten behoeve van de Cultuurregio Noord-Limburg (zie paragrafen 1.1 en 3.1).

    9 Ruimte voor Cultuur

  • De rapporten van de visitatiecommissies, als resultaat van de in 2018 gehouden externe

    visitatie van de provinciale musea, hebben wij betrokken bij de opstelling van het beleid

    voor deze musea.

    Rijk, cultuurregio’s en gemeenten

    Het is onze kerntaak om, samen met het Rijk en de gemeenten, te zorgen voor een sterke

    culturele basisinfrastructuur. In 2020 vindt de besluitvorming plaats over de aanvragen van

    de culturele instellingen in de landelijke en de provinciale culturele basisinfrastructuur voor

    de periode 2021-2024. Ook de gemeenten moeten besluiten over bijdragen aan in dit

    verband aanvragende culturele instellingen uit hun gemeente.

    De Uitgangspuntenbrief Cultuurbeleid 2021-2024 en de Rijkssubsidieregeling culturele

    basisinfrastructuur 2021-2024 van de Minister van OCW zijn een belangrijke basis voor

    ons beleid. Wij zijn blij dat hierin een opening ligt voor Rijkserkenning van het

    Bonnefantenmuseum en voor meer regionale inbreng. Het aspect “regionale binding”

    zal een belangrijke rol spelen bij de beoordeling door de Raad voor Cultuur van de

    subsidieaanvragen in de Rijksregeling ter advisering aan de Minister. De stedelijke

    cultuurregio’s zijn uitgenodigd om, als alle aanvragen van instellingen daarvoor zijn

    ingediend, te reflecteren op de gewenste samenstelling in de regio en hoe deze aanvragen

    passen binnen het profiel en de culturele basisinfrastructuur van de regio. De Raad voor

    Cultuur gebruikt deze reflectie bij de beoordeling van de aanvragen.

    Er is daarmee helaas nog steeds absoluut géén sprake van een doorbraak voor een

    evenwichtige geografische verdeling van de Rijksmiddelen. Wij blijven ons stevig inzetten

    om meer geld naar Limburg te halen voor het brede culturele veld.

    Binnen de Cultuurregio Noord-Limburg en de Stedelijke Cultuurregio Zuid zijn de

    gemeenten de trekkende overheid. De Limburgse gemeenten leggen vanuit het lokale

    cultuurbeleid de infrastructurele basis voor een passieve of actieve cultuurparticipatie van

    hun inwoners. Deze waardevolle gemeentelijke inzet, zoals voor theaters en poppodia, voor

    kunstencentra en cultuureducatie, wedijvert daarbij vanuit de maatschappelijke urgentie met

    andere gemeentelijke prioriteiten en opgaven. Dit gegeven baart ons wel zorgen.

    Grondhouding en rol

    Wij zetten ons beleid waar mogelijk voort om het culturele veld continuïteit en stabiliteit

    te bieden. De cultuursector krijgt hierdoor tijd en ruimte om te investeren in duurzame

    doorontwikkeling.

    De maatschappelijk opgave (zie paragraaf 1.1) vraagt echter ook om het in- of doorzetten

    van vernieuwing. Hierdoor verlangen wij soms nieuwe dingen van onze samenwerkings-

    partners en van het culturele veld, gebruiken wij soms andere instrumenten of werkwijzen

    en zetten wij schaars beschikbare middelen anders in. Hoewel wij financieel substantieel

    inzetten op Cultuur, is er toch aanzienlijk minder geld beschikbaar dan in de vorige

    bestuursperiode. Toen stonden namelijk ook de gereserveerde middelen voor Maastricht

    Culturele Hoofdstad van Europa 2018 ter beschikking, die vrijvielen na het niet behalen van

    de kandidatuur.

    Wij hebben een constructieve en positieve grondhouding ten opzichte van culturele

    projecten en hun initiatiefnemers vanuit het belang voor Limburg en de Limburger.

    Doordat er minder geld beschikbaar is dan in de vorige bestuursperiode kan het zijn dat wij

    soms minder populaire maatregelen moeten nemen of “nee” moeten zeggen. Ook zullen

    wij geen gaten vullen die ontstaan doordat andere overheden of het culturele veld hun

    taken minder of niet (meer) kunnen oppakken.

    Vanuit deze houding is onze rol heel verschillend: initiatiefnemer, aanjager, verbinder,

    lobbyist, onderhandelaar, bemiddelaar, proces(bege)leider, subsidiënt, opdrachtgever en/of

    investeerder.

    10 Ruimte voor Cultuur

  • Inhoud

    In hoofdstuk 1 van het Beleidsprogramma Cultuur is, in vervolg op het Collegeprogramma,

    de maatschappelijk opgave en onze ambitie uitgewerkt, leidend tot de beleidsuitgangspunten

    voor het Cultuurbeleid voor de periode 2020-2023. Dit hoofdstuk vormt het beleidskader.

    In de hoofdstukken 2 t/m 4, het uitvoeringsprogramma, staat hoe wij samen met onze

    partners hieraan gaan werken in het belang van Limburg.

    In het laatste hoofdstuk 5 is het financieel kader voor het Beleidsprogramma Cultuur

    opgenomen.

    11 Ruimte voor Cultuur

  • Zo

    me

    rpar

    kfe

    est

    , Vin

    tag

    e T

    rou

    ble

    - f

    oto

    Wim

    Me

    rte

    ns

    1 Uitwerking maatschappelijke opgave en ambitie en de beleidsuitgangspunten

    1.1 Uitwerking van de maatschappelijke opgave en ambitie

    Ons college is overtuigd van de intrinsieke waarde van cultuur. Daarbij gaat het om allerlei

    verschijningsvormen: zowel gevestigde als nieuwere cultuuruitingen; van zowel de vele

    amateurs die Limburg rijk is als de professionele culturele en creatieve makers; zowel

    individueel werkzaam als binnen de grote culturele organisaties, die vanwege hun artistieke

    kwaliteit zelfs landelijke betekenis hebben en in dat kader Rijkserkenning ontvangen.

    Cultuur stimuleert de (talent)ontwikkeling van mensen, zet aan tot creatief en innovatief

    denken en stimuleert hen tot reflectie op zichzelf en de maatschappij.

    Cultuur draagt bij aan de sociale cohesie, de economie en de aantrekkelijkheid van

    Limburg voor recreatie en toerisme. Cultuur is daardoor van maatschappelijk belang voor

    de inwoners en bezoekers van Limburg en voor het behoud en de verbetering van het

    leef- en vestigingsklimaat in onze provincie.

    Het is onze kerntaak om, samen met het Rijk en de gemeenten, in heel Limburg te zorgen

    voor een sterke culturele basisinfrastructuur, waaronder onze provinciale musea, de

    philharmonie zuidnederland en de culturele instellingen in ons Cultuurplan en onze

    Subinfrastructuur.

    Het publiek van nu wil cultuur vooral beleven: ervan genieten, erdoor geraakt worden, er

    onderdeel van uitmaken en zich erin herkennen. Mensen willen zich gezien voelen, hun

    verhalen gehoord hebben en zich kunnen identificeren met het cultuuraanbod. Met andere

    woorden: door cultuur de verbinding voelen met zichzelf, anderen en de omgeving waarin

    zij leven. Vooral de vele, ook toeristisch aantrekkelijke, culturele festivals en evenementen

    spelen hier op in. Eigentijds en eigenzinnig laten zij aan Limburg en de wereld zien wat

    Limburgers kunnen, voelen en omarmen.

    Het culturele veld staat voor de opgave om via andere, soms nog te ontdekken, werkwijzen

    publiek te bereiken, te behouden, te betrekken en te laten ervaren. Nieuwe samenwerkingen,

    regionale inbedding en oog voor laagdrempelig aanbod kunnen hierbij helpen.

    In Limburg krijgt dit al vorm en inhoud binnen de entiteiten van de cultuurregio’s: in de

    Cultuurregio Noord-Limburg en in de Stedelijke Cultuurregio Zuid.

    Binnen de Stedelijke Cultuurregio Zuid zijn het huidig profiel van deze regio en de

    uitdagingen voor de toekomst beschreven in het Profielplan. Het Pact van Zuid, waarin de

    cultuursector de stand van zaken binnen de sector en de speerpunten waaraan zij wil gaan

    werken heeft vastgelegd, vormt hiervoor de basis. De gemeenten Heerlen, Maastricht en

    Sittard-Geleen trekken, met onze ondersteuning, het proces om de cultuursector verder te

    helpen bij het realiseren van hun gezamenlijke prioritaire opgaven.

    Ten opzichte van het sterke profiel van de Stedelijke Cultuurregio Zuid is het cultuuraanbod

    in Noord- en Midden-Limburg nog onderbelicht. De gemeenten in Noord-Limburg en

    de gemeente Weert hebben het voortouw genomen om samen te gaan werken aan een

    versterking en verbreding van het cultuuraanbod, passend binnen een profiel voor de

    Cultuurregio Noord-Limburg. Roermond heeft zich ook hierbij aangesloten en de overige

    gemeenten in Midden-Limburg zijn eveneens voornemens dit te gaan doen.

    13 Ruimte voor Cultuur

  • Wij ondersteunen ook deze ontwikkeling, waarbij het belangrijk is dat de cultuursector zelf,

    ook die uit Zuid-Limburg, nadrukkelijk in positie wordt gebracht.

    Wij zetten ons in voor een evenwichtige spreiding van het cultuuraanbod over héél

    Limburg voor het publiek en het Limburgse leef- en vestigingsklimaat en stimuleren de

    (onderlinge) regionale samenwerkingen.

    Het is een uitdaging voor de cultuursector om de regionale of lokale inbedding van het

    cultuuraanbod onderdeel te maken van het artistiek proces. Het cultuuraanbod kan

    worden verrijkt door méér te gaan maken en/of te presenteren in de directe leefomgeving,

    in verbinding met (de verhalen van) de mensen die daar wonen en werken.

    Wij willen dit stimuleren door verbinding te leggen tussen ons Cultuurbeleid en overig

    beleid, zoals op het gebied van de Sociale Agenda, wonen & leefomgeving, monumenten

    of stedelijke ontwikkeling. Door culturele en creatieve functies: onder te brengen in wijken

    en buurten, of als herbestemming te geven aan leegstaande gebouwen van regionale

    betekenis zoals monumenten, of door de kenmerkende ruimtelijke omgeving te benutten

    als onderdeel van het cultuuraanbod, wordt er ruimte voor makers gecreëerd.

    Voor de cultuursector betekent dit vaak het loskomen van vertrouwde werkwijzen.

    De meer gevestigde vormen van cultuur kunnen daarbij leren van de jongere vormen van

    cultuuruitingen, zoals poetry slam, breakdance, hiphop en streetart uit de urban arts.

    Het gaat hier om multidisciplinaire expressievormen over de grenzen van dans, muziek,

    beeldende kunst en literatuur heen, die jongeren over de hele wereld aanspreken en

    verbinden, en waarin ook verbindingen worden gelegd met sportieve uitingen zoals skaten

    en bmx’en. Tegelijkertijd kenmerken urban arts zich juist doordat ze lokaal, binnen de eigen

    leefomgeving van de makers en hun publiek, plaatsvinden en met elkaar, veelal in

    groepsverband, gemaakt worden. Leren doet men peer-to-peer, wat de toegang

    laagdrempelig maakt en tot cohesie leidt.

    Wij staan open voor de versterking van deze nieuwe spelers in het culturele veld, zodat zij

    hun rol in het Limburgse cultuurlandschap optimaal kunnen spelen. Tussen nieuwe spelers

    en de meer gevestigde vormen van cultuur kunnen ook mooie verbindingen ontstaan,

    zoals bijvoorbeeld Art Rocks, bands die zich laten inspireren door kunst in musea en musea

    die dit ook mogelijk maken.

    De Limburgse samenleving vraagt sowieso om mogelijkheden voor iedereen om kennis te

    maken met, te leren van en deel te nemen aan cultuur. Door cultuureducatie komen

    kinderen en jongeren al vroeg met cultuur in aanraking. Het stimuleert hen tot passieve of

    actieve cultuurparticipatie. Zij zijn het publiek, de leden van de amateurkunstenverenigingen

    en de kunstenaars en de creatieve makers van de toekomst.

    Daarom is een impuls gegeven aan cultuureducatie en vooral aan muziekonderwijs op

    basisscholen én buitenschools. De regionale aanpak van Cultuureducatie met Kwaliteit en

    de aanpak van muziekonderwijs via DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg zijn uniek

    voor Limburg. De samenwerking hierin met de muziekbonden, de muziekverenigingen en

    de popsector maakt ook hen toekomstbestendiger. Veel leerlingen hebben hierdoor

    cultuur mogen ervaren. Ook voor toekomstige leerlingen gaan wij deze aanpakken meer

    integraal borgen.

    Cultuurparticipatie is echter niet voor iedereen vanzelfsprekend. Vanwege fysieke, sociale

    of financiële problematieken, die in Limburg bovengemiddeld aanwezig zijn, is de afstand

    tot cultuur soms letterlijk of figuurlijk te groot. Hierdoor komen groepen mensen minder

    snel met cultuur in aanraking terwijl het hun zoveel kan brengen. Mede in het kader van de

    Sociale Agenda krijgt hun (cultuur)participatie onze brede aandacht. De instellingen in onze

    culturele basisinfrastructuur, zoals de provinciale musea en de philharmonie zuidnederland,

    hebben hierbij een bijzondere opdracht.

    14 Ruimte voor Cultuur

  • Culturele organisaties en individuele makers zijn ook culturele ondernemers die hun

    artistiek product in de markt moeten zetten. De realisatie van een duurzame en gezonde

    bedrijfsvoering is vaak niet datgene waarin creatieve denkers en makers van nature

    uitblinken. Binnen de kunstvakopleidingen zou er daarom meer aandacht moeten komen

    voor cultureel ondernemerschap. Het verkrijgen van inkomsten op basis van een duurzame

    financieringsmix en de door de samenleving gevraagde toepassing van de Governance

    Code Cultuur, de Code Culturele Diversiteit en de Fair Practice Code (toelichting op de

    codes zie paragraaf 2.1), vragen om steeds meer inspanning van de cultuursector. De Fair

    Practice Code, gericht op eerlijk (laten) belonen, zal bij gelijkblijvend besteedbaar budget

    kunnen leiden tot een vermindering van het cultuuraanbod.

    Mede daarom is het nu meer dan ooit actueel dat er een evenwichtige geografische

    verdeling komt van de Rijksmiddelen in het kader van de landelijke culturele

    basisinfrastructuur, de zogenaamde BIS, en via de landelijke cultuurfondsen. Ook dit

    College blijft zich er nadrukkelijk stevig voor inzetten om meer geld naar Limburg te halen.

    De Provincie Limburg betaalt jaarlijks € 50,57 per inwoner voor Cultuur. Het Rijk betaalt

    jaarlijks € 4,99 per Limburger. De Provincie Noord Holland betaalt jaarlijks € 3,22 per

    inwoner. Het Rijk betaalt jaarlijks € 57,47 per inwoner van Noord-Holland (bron: Regionale

    Cultuurindex van de Boekmanstichting). Dit illustreert de huidige onevenwichtige

    geografische verdeling van de Rijksgelden. Wij willen een gerechtvaardigd en dus

    groter deel hiervan. Wij eisen van de Minister toepassing van de “Fair Share Code”!

    Wij zijn blij dat crowdfundingplatform voordekunst, waarmee wij samen blijven werken,

    constateert dat Limburgers wat betreft crowdfunding de meest gulle gevers van het

    land zijn.

    Dit nodigt uit om crowdfunding meer als financieringsinstrument te gaan inzetten.

    Limburgers blijken bereid te doneren aan een project in de eigen gemeente of regio,

    dat aansluit bij hun eigen leefomgeving en dat zij dan ook makkelijk kunnen bezoeken.

    Cultuur letterlijk en figuurlijk dichtbij de mensen brengen, vergroot de zichtbaarheid en

    de brede maatschappelijke waarde van het cultureel aanbod. Culturele organisaties en

    creatieve makers krijgen die waarde uitbetaald door publiek(sinkomsten), particuliere

    donaties en bijdragen van bedrijven die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen.

    De band tussen de cultuursector en het bedrijfsleven in Limburg kan steviger worden, naast

    financieel vooral ook inhoudelijk. Wij proberen een nauwere band tussen de cultuursector

    en het bedrijfsleven te stimuleren, omdat wij menen dat dit voor beide wat oplevert.

    15 Ruimte voor Cultuur

    AD

    MO

    SAM

    , Co

    nc

    ert

    & J

    am -

    fo

    to J

    ean

    Vae

    sse

    ns

  • Het cultuuraanbod in een stad of regio is immers mede bepalend voor de aanwezige sfeer

    en dynamiek en daardoor voor de aantrekkingskracht om in dat gebied te gaan wonen,

    studeren, werken of recreëren. Daarnaast kunnen professionals uit de creatieve industrie

    een unieke bijdrage aan innovatie en (concept)ontwikkeling in het bedrijfsleven leveren.

    Kenmerkend voor het Limburgs culturele amateurlandschap is het groot aantal

    amateurkunstenverenigingen, popbandjes en lokale culturele evenementen. Samen

    toewerken naar de opvoering van een toneelstuk, samen oefenen en ten gehore brengen

    van muziek in harmonieën, fanfares en schutterijen, samen creëren en spelen van eígen

    muziek betekenen voor mensen ontmoeting, vrijetijdsbesteding en saamhorigheid.

    Vele vrijwilligers dragen de organisatie van de lokale culturele festivals en evenementen.

    De kracht, inzet en passie van al deze amateurs en vrijwilligers zijn een zichtbare eigenheid

    van Limburg en dragen wezenlijk bij aan de gemeenschap.

    Het gemeenschapsgevoel in Limburg is groot, vooral in dorpen en kernen. Men herkent

    hierin de eigen en gezamenlijke identiteit. Lokale tradities en gebruiken worden in ere

    gehouden. Het van jongs af aan maken van muziek, spelen van toneel en vieren van

    vastelaovend zijn hier sterk mee verbonden en vormen ook een basis voor het ontdekken

    en ontwikkelen van talent. Onze Limburgse taal is levendig, bij jong en oud, helemaal

    van nu en dat willen wij ook zo houden! Een sprekend voorbeeld hiervan is de

    crowdfundingcampagne voor Kersmis in Venlo, een multidisciplinair kunstproject waarin

    onder andere kerstliedjes in het Venloos dialect worden gemaakt en opgenomen.

    Wij zetten volop in op het behoud en levend houden van het Limburgs, zoals via het

    convenant met het Ministerie van Binnenlandse Zaken inzake de Nederlandse erkenning

    van de Limburgse taal. Onze specifieke inzet voor de Limburgse taal nemen wij op in de

    Beleidsbrief Erfgoed leeft!.

    De gemeenschap verandert echter: er komen meer, steeds ouder wordende, ouderen en

    minder jongeren; er is een belangrijke, maar krimpende middengroep, die door de drukte

    van alle dag gedwongen wordt tot het maken van keuzes in hun wijze van tijdsbesteding;

    nieuwkomers zoeken hun plaats in de gemeenschap en hebben, net als jongeren,

    de behoefte hun eigen identiteit uit te dragen en erkenning te ervaren.

    Culturele vrijwilligersorganisaties en amateurkunstenverenigingen hebben het hierdoor

    moeilijk met het vinden en behouden van vrijwilligers en leden. Het voortbestaan staat

    daarbij steeds vaker op het spel. Hierdoor wordt van al die organisaties en verenigingen

    ook een mate van cultureel ondernemerschap verwacht, op zoek naar behoud en werving

    van actieve (bestuurs)leden en jonge aanwas, naar inkomsten en naar efficiënter (samen)

    werken.

    Wij vinden het organiseren en aanbieden van verenigingsondersteuning en het bevorderen

    van cultuurparticipatie en cultuureducatie daarom belangrijke reguliere aandachtsgebieden

    van het Huis voor de Kunsten Limburg in het kader van haar steunfunctie. Het gegeven

    dat muziek in het DNA van Limburg zit, vormt voor ons aanleiding om hieraan via ons

    steunfunctiebeleid en ons beleid inzake cultuureducatie bijzondere aandacht te blijven

    geven.

    Cultuur, hoe eigen ook, is in wezen internationaal. Niemand kijkt op van sambaritmes

    tijdens de vastelaovend, elk orkest heeft muziek van een buitenlandse componist op het

    repertoire staan en op het wereldberoemde Delfts blauw staan Chinese motieven. In de

    beeldende en podiumkunsten is dat niet anders. Kunst verhoudt zich tot haar publiek en

    dat publiek oriënteert zich als gevolg van globalisering steeds meer internationaal. Soms

    onbewust of tegen wil en dank. De wereld om ons heen is in beweging, waardoor de vraag

    zich opdringt waar wij zelf staan.

    16 Ruimte voor Cultuur

  • In Limburg verhouden wij ons vanzelfsprekend tot vooral onze Belgische en Duitse buren.

    Wij delen veel met elkaar, ook in cultureel opzicht, zoals bijvoorbeeld onze tradities op het

    gebied carnaval, toneel- en muziekverenigingen en dialecten. Wij bezoeken elkaar en

    wisselen veel met elkaar uit, zoals de inwoners van steden en dorpen dat onderling ook

    doen. Tegelijkertijd beseffen wij dat de grensligging ook voor drempels kan zorgen.

    Daadwerkelijk samenwerken van Limburgse culturele organisaties met partners van over de

    grens is noodzakelijk voor een duurzaam publieksbereik. Dat vraagt om inlevingsvermogen

    en vergt inspanning en een lange adem. Het ondersteunen van grensoverschrijdende

    samenwerkingsprojecten, die met draagvlak van onderop zijn ontstaan, vinden wij daarom

    belangrijk.

    Het brede culturele veld van amateurs en professionals in Limburg werkt vanuit haar

    intrinsieke motivatie hard en vol overtuiging aan een bijzonder, boeiend, verrassend en

    verantwoord artistiek product voor haar publiek en de samenleving.

    Het veld heeft daarbij ruimte nodig om invulling te geven aan het eigen artistieke proces,

    aan de behoefte aan participatie, beleving en herkenning van het publiek, om inhoudelijke

    of bedrijfsmatige vernieuwing te creëren, om andere samenwerkingspartners te zoeken,

    om durven te verjongen of te vervangen. Deze ruimte geven wij het veld.

    Ons College faciliteert dit proces binnen haar beleidsmogelijkheden en zoveel mogelijk in

    samenwerking met de andere overheden. De beweging waarbij het culturele veld daarbij

    haar eigen organiserende kracht laat zien, in het willen nemen van eigen verantwoordelijkheid,

    stimuleren en ondersteunen wij.

    Die

    p a

    an d

    e W

    ate

    rkan

    t -

    foto

    Gu

    y H

    ou

    be

    n

    17 Ruimte voor Cultuur

  • 1.2 Beleidsuitgangspunten 2020-2023

    Op basis van het Collegeprogramma 2019-2023 “Vernieuwend Verbinden” en de verdere

    uitwerking daarvan in paragraaf 1.1 gelden deze bestuursperiode voor de ontwikkeling en

    uitvoering van het Cultuurbeleid de volgende uitgangspunten:

    De Provincie Limburg:

    ■ is overtuigd van de intrinsieke en maatschappelijke waarde van cultuur voor de

    inwoners en bezoekers van Limburg en het leef- en vestigingsklimaat in Limburg;

    ■ draagt eraan bij dat zoveel mogelijk inwoners en bezoekers van Limburg deze waarde

    kunnen ontdekken en ervaren, cultuur kunnen beleven en zich erin herkennen. Daarbij

    is er speciale aandacht voor groepen mensen die minder snel met cultuur in aanraking

    komen;

    ■ stimuleert dat de diversiteit van het (potentieel) publiek en de Limburgse samenleving

    zich weerspiegelt in de diversiteit van het cultuuraanbod en stimuleert alle vormen van

    cultuuruitingen;

    ■ strijdt voor een gerechtvaardigd en dus veel groter deel van de middelen van het Rijk

    en van de landelijke cultuurfondsen voor de Limburgse cultuursector;

    ■ bevordert een evenwichtige spreiding van het cultuuraanbod over héél Limburg en

    regionale samenwerkingen met en tussen gemeenten en het culturele veld;

    ■ verlangt van de cultuursector doorontwikkeling van cultureel ondernemerschap,

    vooral gericht op het (anders) bereiken én betrekken van nieuw en meer divers publiek.

    Dit op basis van een gezonde bedrijfsvoering, waaronder de implementatie van de

    Governance Code Cultuur;

    ■ hanteert ook voor de cultuursector uitgangspunt 2 van het Collegeprogramma

    “Vernieuwend Verbinden” waarin is vastgelegd dat wij staan voor een inclusieve,

    open en participatieve samenleving;

    ■ onderschrijft het doel van de Fair Practice Code, maar eist geen rechtstreekse

    implementatie van de Fair Practice Code door de cultuursector, aangezien dit zonder

    ophoging van bestaande budgetten leidt tot een kaalslag in de sector;

    ■ ondersteunt burgerinitiatief en vrijwillige inzet, waardoor cultuur bijdraagt aan de

    sociale cohesie in Limburg;

    ■ faciliteert ondersteunende structuren om het culturele veld in staat te stellen tot

    het nemen van eigen verantwoordelijkheid en het zelfstandig bereiken van doelen;

    ■ gaat de ruimte voor het culturele veld vergroten door subsidieregeldruk te

    verminderen;

    ■ besteedt haar beschikbaar budget voor Cultuur transparant, met focus en effectief;

    ■ biedt medefinanciering en legt nieuwe verbindingen en grensoverschrijdende

    samenwerkingen (inhoudelijk, organisatorisch en/of geografisch) en vraagt dit óók

    van anderen;

    ■ is een betrouwbare (meerjarige) partner en trekt, in het belang van Limburg, samen

    op met het Rijk, de landelijke cultuurfondsen, andere provincies, de gemeenten en

    partners van over de grens in België en Duitsland.

    Wij zetten daarom in essentie vooral in op:

    ■ in balans behouden, verbreden en vernieuwen van een sterke culturele basis-

    infrastructuur in heel Limburg, die beleving en herkenning biedt aan een zo breed

    mogelijk publiek in Limburg en kansen biedt aan nieuw talent;

    ■ bewerken van het gezamenlijk krachtenveld om zoveel mogelijk Rijks- en, waar

    mogelijk op basis van ruimte in nieuwe programma’s, Europees geld voor cultuur

    naar Limburg te halen;

    18 Ruimte voor Cultuur

  • ■ bevorderen van cultuurparticipatie, met speciale aandacht voor groepen die minder

    snel met cultuur in aanraking komen;

    ■ ondersteunen van cultuureducatie, waaronder DOOR! Masterplan Muziekonderwijs

    Limburg;

    ■ aanmoedigen van het culturele veld tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid

    en het zelfstandig bereiken van doelen;

    ■ versterken van cultureel ondernemerschap;

    ■ voorzien in steunfuncties voor het culturele veld;

    ■ dereguleren van het subsidiebeleid op het gebied van Cultuur;

    ■ aanzetten tot vernieuwende, effectieve verbindingen en (grensoverschrijdende)

    regionale culturele samenwerkingen

    Dit doen wij, in het belang van Limburg, in verbinding met het Rijk en de gemeenten,

    (landelijke) culturele partners, partners van over de grens en partners uit andere sectoren.

    19 Ruimte voor Cultuur

  • 20 Ruimte voor Cultuur

  • 2 De culturele basisinfrastructuur

    2.1 Algemeen

    Doel

    Het is onze kerntaak om, samen met het Rijk en de gemeenten, te zorgen voor een sterke

    culturele basisinfrastructuur. In het landelijk “Algemeen kader interbestuurlijke verhoudingen

    cultuur OCW, IPO en VNG” (2012) staan de afspraken in dit verband tussen Rijk, provincies

    en gemeenten en meer specifiek in het “Cultuurconvenant 2017-2020 Ministerie OCW en

    regio Limburg”.

    In dit hoofdstuk staat ons beleid opgenomen voor de provinciale culturele basis-

    infrastructuur: onze provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en de culturele

    instellingen in ons vierjarige Cultuurplan en onze tweejarige Subinfrastructuur.

    De provinciale culturele basisinfrastructuur profileert Limburg binnen en buiten de

    provinciegrenzen. In bijlage 1 staat hoe de provinciale culturele basisinfrastructuur nu is

    opgebouwd. Hiertoe behoren ook een aantal instellingen die door het Rijk gesubsidieerd

    worden binnen de landelijke culturele basisinfrastructuur, de zogenaamde BIS.

    Wij dragen bij aan een solide, krachtige en onderling verbonden provinciale culturele

    basisinfrastructuur, die beleving en herkenning biedt aan een zo breed mogelijk publiek

    in Limburg. Daarbij vinden wij belangrijk:

    ■ spreiding van het cultuuraanbod over héél Limburg;

    ■ verbinding met publiek, samenleving en bedrijfsleven;

    ■ cultuurparticipatie, met speciale aandacht voor deelname aan cultuur door groepen

    die minder met cultuur in aanraking komen;

    ■ cultuureducatie en talentontwikkeling;

    ■ grensoverschrijdende samenwerking;

    ■ vernieuwing en diversiteit;

    ■ een gezonde bedrijfsvoering.

    Voor de instellingen vormen artistieke, mentale en fysieke ruimte om te kunnen werken

    en inkomsten op basis van een duurzame financieringsmix hiervoor een basis.

    Dit hoofdstuk sluit af met ons beleid inzake ons adviesorgaan de Cultuurtank Limburg en

    de steunfuncties.

    Wat doen wij?

    ■ Bewerken van het gezamenlijk krachtenveld om zoveel mogelijk Rijks- en, waar mogelijk

    op basis van ruimte in nieuwe programma’s, Europees geld voor cultuur naar Limburg te

    halen.

    Wij strijden voor een evenwichtige, reële verdeling van de middelen van het Rijk en van

    de landelijke cultuurfondsen over alle landelijke regio’s en specifiek Limburg, ter behoud,

    versterking en opvoering van Limburgse instellingen. Wij eisen onze “fair share”.

    ■ Intensiveren van onze (ambtelijke) contacten met de landelijke cultuurfondsen. Daartoe

    hebben wij al begin september 2019 een bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook het

    Ministerie van OCW en het brede culturele veld aanwezig waren. Wij willen goed

    geïnformeerd zijn over de mogelijkheden die de landelijke cultuurfondsen bieden voor

    de Limburgse culturele en creatieve sector, zodat wij kunnen stimuleren om van deze

    mogelijkheden gebruik te maken en signaleren waar deze mogelijkheden moeten

    verbeteren.

    21 Ruimte voor CultuurOd

    apar

    k, e

    xpo

    Silv

    ia B

    - f

    oto

    Od

    apar

    k

  • ■ Verlenen van exploitatiesubsidies ten laste van de provinciale Begroting aan de

    provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en de Cultuurplaninstellingen

    (de Begrotingsinstellingen).

    Dit doen wij op basis van het beoordelen en monitoren van werkplannen, een

    (vorm van) voortgangsrapportage en/of jaarverslagen.

    ■ Toepassen van een indexering met 1,9% voor de Begrotingsinstellingen voor 2020.

    Uitgaande van het lopende begrotingsjaar wordt bij samenstelling van de Begroting

    2021 bezien of er voor 2021 opnieuw geïndexeerd wordt en met welk percentage.

    ■ Laten vervallen vanaf 2020 van de eigen inkomstennorm, met uitzondering van de

    Cultuurplaninstellingen en de philharmonie zuidnederland. Hiervoor wordt voor de

    periode 2017-2020 nog het Rijksbeleid gevolgd. Vanaf 2021 vervalt de eigen

    inkomstennorm ook binnen het Rijksbeleid.

    ■ Bieden van “vrije ruimte” aan de provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en

    de culturele instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur binnen hun

    werk-/projectplannen. Hierdoor kunnen zij inspelen op inhoudelijke of bedrijfsmatige

    actualiteiten.

    ■ Verlichten van subsidievoorwaarden en subsidieverplichtingen en het in dit verband minder

    hanteren van een kwantitatieve en meer hanteren van een kwalitatieve benadering.

    ■ Matchen van crowdfunding campagnes voor projecten van de provinciale musea, de

    philharmonie zuidnederland en de culturele organisaties opgenomen in Cultuurplan en

    Subinfrastructuur via crowdfundingplatform voordekunst (zie paragraaf 3.3). Dit doen

    wij alleen voor projecten die niet zijn opgenomen in de werk-/projectplannen van de

    betreffende instellingen. Wij ondersteunen zo eventuele extra projecten en stimuleren

    cultureel ondernemerschap, een meer diverse financiering en maatschappelijk

    draagvlak voor projecten.

    ■ Stimuleren dat de provinciale musea, de philharmonie zuidnederland en de culturele

    instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur aanspraak maken op

    Europese middelen door deel te nemen aan internationale samenwerkingsprojecten

    die in het kader van de Interreg of Creative Europe programma’s worden ingediend.

    Deze projecten co-financieren wij voor zover onze Cultuurmiddelen dat toelaten.

    ■ Ondersteunen van 2019 t/m 2022, uit budget 2018, van het Limburg Beeldende Kunst

    Stipendium: een beurs van € 5.000,-, ingesteld door de Provincie Limburg, om het

    werk van jonge Limburgse kunstenaars te stimuleren, zichtbaar te maken en onder de

    aandacht van een groter publiek te brengen. Het Stipendium krijgt meerwaarde door

    samenwerking met de Jan van Eyck Academie en het Bonnefantenmuseum.

    ■ Niet meer toekennen van extra provinciale subsidies op het gebied van Cultuur in 2020

    en 2021 buiten de verkregen reguliere exploitatiesubsidies of projectsubsidies aan de

    provinciale musea, philharmonie zuidnederland en de culturele instellingen

    opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur. Genoemde instellingen kunnen dus

    ook géén beroep doen op de algemene provinciale subsidieregelingen op het gebied

    van Cultuur. Deze regelingen zijn bedoeld om projecten van ándere culturele

    organisaties en creatieve makers te ondersteunen.

    Wij ondersteunen, op basis van eerdere besluitvorming in het kader van het

    Uitvoeringsprogramma Cultuur 2018-2019, in 2020 nog een laatste maal extra met

    een incidentele subsidie de Cultuurplaninstellingen: Festival Nederlandse Dansdagen,

    Het Laagland, van Eyck Academie en VIA ZUID. Dit hangt nog samen met de landelijke

    besluitvorming over de periode 2017-2020 in combinatie met de gewenste profilering

    en het belang van deze instellingen voor Limburg.

    ■ Niet meer vanuit Cultuurmiddelen investeren in gebouwen. Het kader Kwaliteit in

    Limburgse centra en de in dat verband op te stellen samenwerkingsagenda’s met

    gemeenten biedt daartoe eventueel mogelijkheden.

    22 Ruimte voor Cultuur

  • ■ Inzetten op een nauwere inhoudelijke en pr-matige (commerciële) verbinding tussen

    de instellingen die deel uitmaken van de provinciale culturele basisinfrastructuur en

    het bedrijfsleven. (zie paragraaf 3.3).

    ■ Vragen aan culturele instellingen om, ook met het oog op nieuw publiek, meer

    aandacht te geven aan de toegankelijkheid van, communicatie met en faciliteiten voor

    specifieke doelgroepen.

    ■ Spreken jaarlijks met de Raden van Toezicht van de Begrotingsinstellingen en

    organiseren eenmaal per jaar een gezamenlijke themabijeenkomst voor deze Raden

    van Toezicht ter verdere toerusting bij de uitvoering van hun taken.

    ■ Stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de

    Beleidsuitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2. Het betreffen de Governance Code

    Cultuur, de Code Culturele Diversiteit en de Fair Practice Code.

    Wij vragen hiervoor aandacht bij de Raden van Toezicht van de Begrotingsinstellingen.

    ■ Passen zelf als Provincie Limburg de Fair Practice Code toe door in onze

    bedrijfsvoering de normale betaaltarieven te hanteren in geval wij gebruik maken van

    de activiteiten, diensten of locaties van de culturele instellingen.

    Toelichting cultuurcodes

    ■ De Governance Code Cultuur is een instrument voor goed bestuur en toezicht in de

    cultuursector. De Code omvat het gehele besturingsproces: beleid, uitvoering, toezicht

    en verantwoording.

    ■ De Code Culturele Diversiteit (2009) is een praktisch instrument voor leden van

    besturen, raden van toezicht, directies en medewerkers van publiek-gefinancierde

    culturele instellingen, dat concrete handreikingen biedt om culturele diversiteit

    structureel in de instelling te verankeren.

    De gezamenlijke brancheverenigingen in de culturele en creatieve sector hebben

    besloten deze code om te vormen naar een gedragscode die streeft naar inclusie.

    Inclusie is volgens hen noodzakelijk om diversiteit te borgen. Met de nieuwe, eind 2019

    te presenteren, gedragscode streeft men naar een sector waarin iedereen mee kan

    doen en waar iedereen zich welkom voelt, ongeacht culturele achtergrond, gender,

    seksuele voorkeur, beperking, leeftijd of economische status.

    ■ De Fair Practice Code, gericht op eerlijk (laten) belonen, is een gedragscode voor

    ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie. De Code biedt een

    handreiking voor hoe de sector samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en

    beroepspraktijk komt, om het verdienvermogen en ontwikkelingsperspectieven voor

    werkenden in de culturele en creatieve sector te verbeteren.

    2.2 De provinciale musea

    Doel

    De provinciale musea, het Limburgs Museum in Venlo, Bonnefantenmuseum in Maastricht

    en Museumplein Limburg in Kerkrade, bestaande uit het wetenschaps- en techniekmuseum

    Continium, het Designmuseum Cube en het Earth theater Columbus, zijn boegbeelden van

    kunst en cultuur(historie) in Limburg. Zij hebben waardevolle erfgoedcollecties onder

    beheer op uiteenlopende terreinen, zoals archeologie, religieuze kunst en mijngeschiedenis.

    Zij vormen dan ook een belangrijk deel van de culturele infrastructuur en vergroten hun

    regionale, provinciale en (inter)nationale betekenis.

    De provinciale musea dragen zorg voor een brede toegankelijkheid: van jong tot oud, voor

    mensen die vaak het museum bezoeken en voor mensen die om uiteenlopende redenen

    minder snel met cultuur in aanraking komen. Zij zijn een thuishaven voor een divers publiek.

    De provinciale musea werken samen met andere culturele organisaties, zowel binnen als

    buiten de provincie Limburg, met het onderwijs (primair, voortgezet en HBO/WO), andere

    maatschappelijke voorzieningen en het bedrijfsleven.

    23 Ruimte voor Cultuur

  • De provinciale musea dragen zorg voor een gezonde bedrijfsvoering, mede ondersteund

    door eigen inkomsten van andere overheden en subsidiënten, Rijks- en private fondsen,

    sponsoring en publieksinkomsten.

    De drie provinciale musea zijn ca. 25 jaren geleden door de Provincie Limburg opgericht en

    de Provincie Limburg is eigenaar van de museumgebouwen. In 2018 heeft een externe

    visitatie van de musea plaatsgevonden. De uitkomsten van deze visitatie onderschrijven

    mede de ambitie om continu en met volle aandacht te werken aan de toekomst-

    bestendigheid van de provinciale musea; niet alleen wat betreft inhoudelijke programmering,

    maar ook wat betreft bedrijfsvoering en gebouwen.

    Wat doen wij?

    Algemeen

    ■ Aanspreken van de provinciale musea op de implementatie van de algemene

    aanbevelingen uit de in 2018 gehouden visitatie:

    – aanscherpen van missie en visie gericht op verdere verheldering van de positionering;

    – stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de

    Beleidsuitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2;

    – leggen van meer verbindingen met de nabije (grens)regio’s.

    ■ Uitdagen van het Limburgs Museum en Bonnefantenmuseum (Raden van Toezicht en

    besturen/directies) om, mede in relatie tot de aanbevelingen uit de in 2018 gehouden

    visitatie en in samenspraak met de Provincie Limburg, onderbouwde en reële

    (investerings)plannen te ontwikkelen, gericht op toekomstbestendigheid van de

    provinciale musea voor de komende decennia. Wij verwachten dat de musea zelf

    hiervoor maximaal maatschappelijk draagvlak creëren, zich onder meer uitend in

    cofinanciering door derden van de plannen.

    Op basis daarvan bekijken wij hoe en in hoeverre wij zullen bijdragen aan de

    verwezenlijking van deze (investerings)plannen, zo mogelijk vanaf 2022 of in de

    volgende bestuursperiode.

    Wij blijven daartoe in gesprek met de provinciale musea en hun stakeholders (o.a.

    andere overheden) ten behoeve van de verdere ontwikkeling van deze musea en de

    versterking van hun betekenis en impact.

    ■ Bezien of, in het kader van de duurzaamheid, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van

    zonnepanelen op de drie provinciale musea een financiële bijdrage vanuit de middelen

    voor Duurzaamheid gegeven kan worden.

    ■ Stimuleren dat de provinciale musea relevante Rijkssubsidieregelingen, met name bij

    het Mondriaan Fonds, benutten op basis waarvan cofinanciering beschikbaar is voor

    samenwerkingsprojecten tussen de musea onderling en met andere culturele

    instellingen en voor het aankopen van collecties. Matching door derden in de

    samenwerkingsprojecten is daarbij een vereiste van het Rijk.

    ■ Voeren van regelmatig bestuurlijk overleg, met als uitgangspunt een goede balans

    tussen ruimte geven voor nieuwe initiatieven en ondernemerschap en richting geven

    aan activiteiten vanuit het perspectief van het provinciaal beleid. Van belang hierbij is

    dat verwachtingen over en weer helder zijn en dat naast kwantitatieve ook kwalitatieve

    criteria worden gehanteerd.

    ■ Voortzetten van de samenwerking op het terrein van facilitaire diensten, zowel tussen

    de musea onderling als tussen de musea en de Provincie Limburg. Waar zinvol en

    mogelijk breiden wij deze samenwerking uit.

    ■ Vragen van aandacht via de subsidiebeschikkingen voor inclusie en diversiteit in de

    organisatie, de programmering en het publieksbereik; zoals voor specifieke

    doelgroepen als jongeren, gehandicapten of mensen met een smallere beurs, en voor

    dynamic ticketing pricing.

    24 Ruimte voor Cultuur

  • ■ Bevorderen van het leerlingenvervoer van scholen voor primair onderwijs naar de drie

    provinciale musea, op basis van de overeenkomst tussen de Provincie Limburg en

    Arriva in het kader van “Limburg Sponsort Limburg”, te starten vanaf het schooljaar

    2019-2020.

    Limburgs Museum

    ■ Bevorderen dat het Limburgs Museum de specifieke aanbevelingen uit de in 2018

    gehouden visitatie implementeert, in het bijzonder het ontwikkelen van een heldere

    strategie voor maatschappelijke relevante programmering, mede bezien in relatie tot

    educatie en publieksbegeleiding, voor de periode 2020-2022. Bij het ontwikkelen

    hiervan worden de volgende aandachtspunten meegenomen: toegankelijk maken van

    tentoonstellingen en/of activiteiten, inclusie, verbinding met de nabije omgeving (onder

    meer in samenwerking met Museum van Bommel van Dam) en de ontwikkeling van

    outreach projecten (onder meer in samenwerking met de Coöperatie Erfgoed Limburg).

    ■ Bevorderen dat het Limburgs Museum bijdraagt aan de gebiedsontwikkeling Keulsepoort

    in de vorm van een nieuwe, zichtbare publieksfunctie voor het tankstation en het

    verplaatsen van de entree. Het museum stelt hier een plan voor op. Wij medefinancieren

    dit plan voor maximaal € 750.000,- uit de middelen voor Onderhoud provinciale

    gebouwen (Meerjarenonderhoudsplan) en uit middelen voor Stedelijke Ontwikkeling.

    Bo

    nn

    efa

    nte

    nm

    use

    um

    , Yo

    un

    g O

    ffic

    e T

    ake

    ove

    r -

    foto

    Cas

    pe

    r B

    ijman

    s

    25 Ruimte voor Cultuur

  • Bonnefantenmuseum

    ■ Blijven ons krachtig en consequent inzetten voor het verkrijgen van Rijkserkenning

    van Bonnefantenmuseum als kunstmuseum van nationaal belang, namelijk een

    Rijksbijdrage voor de periode 2021-2024 in het kader van de BIS. Wij dragen het

    Bonnefantenmuseum voor bij de Minister van OCW in het kader van de

    Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021-2024 voor een Rijksbijdrage

    ad € 250.000,- per jaar in de genoemde periode.

    In aanloop naar de landelijke erkenning ondersteunen wij Bonnefantenmuseum in

    2020 een laatste maal extra met een incidentele subsidie op basis van eerdere

    besluitvorming in het kader van het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2018-2019, ter

    versterking van de programmering vanwege de in dit verband gewenste profilering

    en het belang van deze instelling voor Limburg.

    Wij matchen de in 2021 te ontvangen Rijksbijdrage van het Ministerie van OCW.

    Een klein deel hiervan zetten wij reeds in 2020 in voor het project First Fridays.

    Bonnefantenmuseum stelt het museum op de eerste vrijdag van de maand ‘s avonds

    open en richt deze avondopenstelling in samen met specifieke groepen, die normaliter

    niet snel een kunstmuseum bezoeken.

    Wij spreken ook de stad Maastricht aan op haar verantwoordelijkheid voor deze, ook

    voor de stad, prestigieuze culturele instelling.

    Bezien van de wenselijkheid en haalbaarheid van te treffen stimuleringsmaatregelen op

    basis van een door Bonnefantenmuseum zelf nog verder uit te werken toekomstplan,

    dat is onderbouwd met een toekomstvisie en businessplan. Wij hebben om een

    dergelijk toekomstplan verzocht naar aanleiding van de visitatie in 2018.

    Dit mede in relatie tot de aanvraag voor Rijksondersteuning in de BIS voor de periode

    2021-2024. Hierbij betrekken wij ook de bereidheid van andere stakeholders om de

    verdere ontwikkeling van Bonnefantenmuseum te ondersteunen.

    ■ Stimuleren van presentaties van Bonnefantenmuseum op het terrein van oude kunst,

    naast de focus op hedendaagse en moderne kunst.

    Bonnefantenmuseum ontvangt van ons een extra subsidie voor de in 2020 te houden

    Bruegeltentoonstelling. Deze tentoonstelling vindt plaats in het kader van het

    jubileumjaar 2020, namelijk het 25-jarig jubileum van Bonnefantenmuseum in het

    gebouw aan de Maas.

    Museumplein Limburg

    ■ Geven van een vervolg aan het provinciaal beleid ten aanzien van Museumplein

    Limburg, zoals opgenomen in het Collegeprogramma 2019-2023 en ingezet met

    ondersteuning van het Aanvalsplan 2017-2019. Samen met de Stichting Museumplein

    Limburg constateren wij dat de nieuwe organisatie, die sinds 2015 bestaat uit drie

    publieksinstellingen: Continium, Cube en Columbus, toekomstbestendiger gemaakt

    moet worden. De Stichting heeft op ons verzoek een drietal scenario’s ontwikkeld voor

    de organisatieontwikkeling in de periode 2020-2023. Het toekomstbestendig maken

    van de nieuwe organisatie Museumplein Limburg vergt een uiterste krachtsinspanning

    van zowel de museale organisatie als de Provincie Limburg.

    Wij hebben hiervoor Intensiveringsmiddelen Cultuur vrijgemaakt t/m 2021. Conform

    de Memorie van Toelichting bij de Programmabegroting 2020 wordt € 650.000,-

    hiervan toegevoegd aan de exploitatiesubsidie 2020 voor de Stichting Museumplein

    Limburg. In aanvulling hierop wordt ook voor 2021 € 650.000,- toegevoegd aan de

    exploitatiesubsidie 2021. Daarnaast wordt vanuit 2020 nog een bedrag van € 308.491,-

    naar voren gehaald in aanvulling op de exploitatiesubsidie 2019.

    Verder bezien wij integraal binnen onze eigen organisatie op welke wijze de activiteiten

    van Museumplein Limburg kunnen worden ingezet bij het verwezenlijken van, meer dan

    alleen culturele, ambities en doelstellingen geformuleerd in het Collegeprogramma

    2019-2023.

    26 Ruimte voor Cultuur

  • Daarnaast vragen wij Museumplein Limburg de aanbevelingen in het kader van de

    visitatie, bijvoorbeeld ten aanzien van het optimaliseren van de bedrijfsstructuur, met

    prioriteit ter hand te nemen.

    ■ Cofinancieren uit budget 2019 van het Interregproject STREAM (2020 t/m 2022),

    indien en voor zover deze aanvraag door de Interregregio Euregio Maas-Rijn wordt

    gehonoreerd, waarin Museumplein Limburg participeert. Dit project vormt de

    Euregionale uitbreiding van het platform creatieve industrie/vormgeving, dat sinds

    2019 door het Design Museum Cube is ingericht. Het platform creatieve industrie/

    vormgeving is gericht op bevordering van samenwerking en kennis(deling) via

    matchmaking, kennistransfer, stimulering en valorisatie van innovatie tussen designers,

    de Brightlands campussen, het MKB en het onderwijs.

    2.3 philharmonie zuidnederland

    Doel

    De philharmonie zuidnederland (pzn) staat midden in de Limburgse samenleving en

    profileert zich prominent in heel Limburg en steeds meer over de grens.

    Het orkest staat in verbinding met de muziekverenigingen en met scholen in het kader

    van muziekonderwijs. De pzn neemt deel aan en ontwikkelt duurzame en innovatieve

    samenwerkingsverbanden binnen de brede muziekdiscipline, met andere actoren binnen

    de culturele basisinfrastructuur, bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen. De pzn is samen

    met Zuyd Hogeschool partner in het mede door ons ondersteund project Maastricht Centre

    for the Innovation of Classical Music van de Universiteit Maastricht, dat loopt t/m 2022.

    De pzn (be)zoekt nieuwe uitvoeringslocaties en -mogelijkheden in heel Limburg en in

    Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen en werkt aan het bereiken van een nieuw en meer

    divers publiek.

    Wat doen wij?

    ■ Zetten ons krachtig in voor subsidiëring van de pzn door het Ministerie van OCW,

    de Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Maastricht en Eindhoven voor de

    periode 2021-2024.

    ■ Overleggen en komen tot afstemming met de andere financierende overheden over

    de subsidieafspraken met de pzn voor de periode 2021-2024.

    ■ Vragen om inzet van de pzn op:

    – de samenwerking als begeleidend orkest met de andere Limburgse podiumkunstinstellingen in de landelijke BIS, waaronder met name Opera Zuid;

    – cultuureducatie, met name muziekonderwijs, en talentontwikkeling; – spreiding van haar aanbod over heel Limburg; – grensoverschrijdende samenwerking met Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen. Hiervoor krijgt de pzn van ons al extra subsidie voor de periode 2018 t/m 2020.

    2.4 Cultuurplan en Subinfrastructuur

    Doel

    Het vierjarige Cultuurplan en de tweejarige Subinfrastructuur vormen een zeer belangrijk

    deel van onze provinciale culturele basisinfrastructuur. In bijlage 1 staat hoe de provinciale

    culturele basisinfrastructuur nu is opgebouwd.

    De culturele instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur werken

    maatschappijgericht door inzet op publiek & participatie, cultuureducatie en/of

    talentontwikkeling, (grensoverschrijdende) culturele samenwerking, samenwerking met

    andere sectoren en zoveel mogelijk provinciebrede spreiding van het cultureel aanbod.

    Zij vergroten hun levensvatbaarheid door te werken aan een gezonde bedrijfsvoering.

    27 Ruimte voor Cultuur

  • Zij hebben zelf de verantwoordelijkheid om de artistieke kwaliteit van hun cultureel aanbod

    zo hoog mogelijk te laten zijn. Het publiek beoordeelt dit uiteindelijk.

    Een instelling met een Cultuurplanstatus behoort tot “de culturele top”. Opname in de

    Subinfrastructuur betekent dat er sprake is bij de instelling van een zodanige daadwerkelijke

    inhoudelijke én zakelijke doorontwikkeling, dat doorzetting van die ontwikkeling mogelijk

    kan leiden tot een Cultuurplanstatus.

    Wat doen wij?

    ■ Hanteren van hierna volgende uitgangspunten als basis voor de provinciale Nadere

    subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024. De uitgangspunten zijn

    opgesteld op basis van het Collegeprogramma 2019-2023 “Vernieuwend Verbinden”,

    rekening houdend met landelijke thema’s in de cultuursector en de sonderende

    behandeling in de Statencommissie Cultuur en Samenleving d.d. 11 oktober 2019.

    Algemene uitgangspunten

    ■ Er komen geen criteria m.b.t. de intrinsieke waarde van het cultureel aanbod. Het niet

    beoordelen van de artistieke kwaliteit biedt instellingen volop de ruimte om te

    experimenteren. Wij vertrouwen erop dat de culturele instellingen zich ten doel stellen

    dat de artistieke kwaliteit van hun cultureel aanbod zo hoog mogelijk is. Het publiek

    beoordeelt dit uiteindelijk. Wel kan een instelling een extra punt verdienen (pré) indien

    er sprake is van bijzondere artistieke relevantie.

    ■ De inhoudelijke subsidiecriteria zijn gekoppeld aan de maatschappelijke waarde van

    cultuur en hebben betrekking op publiek & participatie, cultuureducatie en/of

    talentontwikkeling (de culturele instelling kan hierin een keuze maken of kiezen voor

    beide), (grensoverschrijdende) culturele samenwerking, samenwerking met andere

    sectoren en spreiding van het cultureel aanbod.

    ■ De (zakelijke) subsidiecriteria zijn scherp geformuleerd.

    Wij blijven oog hebben voor de zakelijke ontwikkeling van de culturele instellingen.

    Wij menen dat hun levensvatbaarheid wordt vergroot als er sprake is van een gezonde

    bedrijfsvoering.

    ■ De beoordeling van de criteria geven uitdrukking aan de verhouding en het

    onderscheid tussen het Cultuurplan en de Subinfrastructuur.

    Limburg profileert zich met de provinciale culturele basisinfrastructuur. Een instelling

    met een Cultuurplan-status behoort tot “de culturele top”. Opname in de

    Subinfrastructuur betekent dat er sprake is bij de instelling van een zodanige

    daadwerkelijke inhoudelijke én zakelijke doorontwikkeling dat doorzetting van die

    ontwikkeling mogelijk kan leiden tot een Cultuurplan-status.

    ■ Wij sluiten qua proces en inhoud aan op het Rijksbeleid in het kader van de landelijke

    BIS 2021-2024 als neergelegd in de Uitgangspuntenbrief Cultuurbeleid 2021-2024 van

    de Minister van OCW. Zo beogen wij de regeldruk voor instellingen te beperken.

    ■ Bij gelijk puntenaantal van de subsidieaanvragen krijgen aanvragen prioriteit die

    a) betrekking hebben op cultureel aanbod in Noord- of Midden-Limburg, omdat

    wij zelf hierin minder hebben geïnvesteerd en het cultuuraanbod in Noord- en

    Midden-Limburg mede daarom onderbelicht is en extra aandacht vraagt; of

    b) betrekking hebben op jonge/nieuwe kunstvormen; of

    c) er in hogere mate in slagen nieuwe doelgroepen en dus een zo breed mogelijk

    publiek aan te spreken en te bereiken.

    28 Ruimte voor Cultuur

  • Inhoudelijke uitgangspunten: maatschappijgericht

    ■ Publiek & participatie: de instelling moet

    a) inzicht geven in de wijze waarop men het publiek aan zich bindt en gebonden

    houdt; én

    b) inzicht geven in de wijze waarop zij actief op zoek gaat naar nieuw publiek en/of

    zich inzet voor de participatie van publiek dat niet snel in aanraking komt met cultuur.

    ■ Cultuureducatie en/of talentontwikkeling: de instelling moet cultuureducatie bieden,

    binnen- en/of buitenschools en/of de instelling moet een podium bieden aan talenten

    met een voor- en nazorgtraject.

    ■ Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele

    instelling(en)/creatieve partner(s), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel

    aanbod.

    De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen het Cultuurplan

    en de Subinfrastructuur, tussen professionals en amateurs, met culturele partners van

    over de grens, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners

    uit de creatieve industrie, e.d..

    ■ Samenwerking met andere sectoren: het is een pré als de instelling voor het

    inhoudelijk en/of zakelijk realiseren van haar cultureel aanbod samenwerkt met

    een organisatie uit een andere sector (denk hierbij aan sociaal domein, sport en/of

    bedrijfsleven).

    ■ Spreiding van het cultureel aanbod: het is een pré als de instelling een onderdeel van

    haar cultureel aanbod in Limburg aanbiedt buíten de regio van vestiging.

    ■ Grensoverschrijdende spreiding: het is een pré als de instelling een onderdeel van haar

    aanbod aanbiedt in de Euregio Maas-Rijn Noord, de Euregio Maas-Rijn, Vlaanderen,

    Noordrijn-Westfalen, Noord-Brabant of Gelderland.

    ■ Bijzondere artistieke relevantie: het is een pré als er bij de instelling sprake is van

    bijzondere artistieke relevantie.

    ■ Limburgse identiteit: het is een pré als de instelling bijzondere aandacht heeft voor

    de verbinding met de regio door de verhalen van hier te vertellen.

    Lim

    bu

    rg F

    est

    ival

    , Wij

    Var

    ken

    lan

    d -

    fo

    to A

    nto

    ine

    Bo

    ng

    ers

    29 Ruimte voor Cultuur

  • Zakelijke uitgangspunten: gezonde bedrijfsvoering

    ■ De subsidieaanvraag van de instelling moet tijdig zijn ingediend en aan de eisen

    voldoen.

    ■ Voor de ingediende begroting geldt dat deze reëel en sluitend moet zijn, met zo min

    mogelijk overheadkosten en met een transparant dekkingsplan. Er mag geen gebruik

    worden gemaakt van bijdragen van een organisatie, die van de Provincie Limburg

    subsidie/financiering ontvangt, om een bijdrage aan projecten te verstrekken.

    Uitzondering zijn bijdragen uit het Cultuurfonds Limburg en het Cultuurparticipatiefonds

    Limburg, uitgevoerd door het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg.

    Het Huis voor de Kunsten Limburg mag niet bijdragen op de begroting.

    ■ Voor de Subinfrastructuur geldt een maximale provinciale bijdrage van 35%. Het gaat

    hier om een projectsubsidie en niet om een exploitatiesubsidie zoals bij het

    Cultuurplan.

    ■ De instelling moet een bedrijfsplan aanleveren. Een onderdeel van gezonde

    bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur. Het is nog niet

    duidelijk hoe de nieuwe Code Culturele Diversiteit eruit gaat zien. Wij hanteren daarom

    uitgangspunt 2 van het Collegeprogramma 2019-2023 “Vernieuwend Verbinden”

    waarin is vastgelegd dat wij staan voor een inclusieve, open en participatieve

    samenleving. Wij onderschrijven het doel van de Fair Practice Code, maar eisen geen

    rechtstreekse implementatie van de Fair Practice Code door de cultuursector,

    aangezien dit zonder ophoging van bestaande budgetten leidt tot een kaalslag in de

    sector. Wij zijn benieuwd hoe instellingen met deze code en uitgangspunt 2 van het

    Collegeprogramma omgaan.

    Het bedrijfsplan geeft inzicht in waar de instelling zich aan het eind van de periode ziet

    staan, op welke wijze de instelling dat wil bereiken, welke kansen en bedreigingen men

    daarbij ziet en hoe de instelling daarmee omgaat. Verder maakt het bedrijfsplan

    inzichtelijk hoe de instelling vormgeeft aan communicatie/PR/marketing.

    ■ Aansluiten op het Rijksbeleid in het kader van de landelijke BIS vanaf 2021 en de

    daarvoor geldende voorwaarden van en afspraken met het Rijk.

    ■ Beoordelen van en beschikken over de ingediende subsidieaanvragen voor het

    Cultuurplan 2021-2024 en de Subinfrastructuur 2021-2022, op basis van de

    vastgestelde provinciale Nadere subsidieregels Cultuurplan en Subinfrastructuur

    2021-2024.

    ■ Ophogen van het budget voor de Subinfrastructuur 2021-2022 met € 400.000,-

    ten opzichte van de periode 2019-2020, mede op basis van een advies van de

    Cultuurtank Limburg, om zo ruimte voor vernieuwing te creëren.

    Proces

    Het in 2020 hiervoor te doorlopen proces is als volgt:

    ■ Op basis van de in november 2019 vastgestelde provinciale Nadere subsidieregels

    Cultuurplan en Subinfrastructuur 2021-2024 kunnen vanaf 1 december 2019 t/m

    4 februari 2020 voor de beide onderdelen de subsidieaanvragen worden ingediend.

    ■ De beoordeling daarvan vindt plaats t/m medio mei 2020, waaronder de advisering

    over de subsidieaanvragen door de Cultuurtank Limburg en waaronder wat betreft

    de BIS-aanvragen de reflectie door de overheden van de Stedelijke Cultuurregio Zuid

    op deze aanvragen, ten behoeve van de advisering door de Raad voor Cultuur aan

    de Minister van OCW. Wij treden indien relevant ook in overleg hierover met de

    centrumgemeenten van de Cultuurregio Noord-Limburg.

    30 Ruimte voor Cultuur

  • ■ Begin juni 2020 informeren wij de Statencommissie Cultuur en Samenleving, de

    betreffende culturele instellingen en de standplaatsgemeenten over de beoordeling

    van de subsidieaanvragen voor het Cultuurplan.

    ■ Daarna vinden t/m augustus 2020 de bestuurlijke onderhandelingen plaats met

    het Rijk en de gemeenten inzake BIS-Cultuurplan 2021-2024.

    ■ Vanwege de mogelijke instroom vanuit de Subinfrastructuur naar het Cultuurplan en

    de mogelijke uitstroom vanuit het Cultuurplan naar de Subinfrastructuur vindt uiterlijk

    oktober 2020 de besluitvorming over beide onderdelen door ons plaats.

    ■ Vóór eind 2020 wordt de besluitvorming over het Cultuurplan sonderend behandeld

    in de Statencommissie Cultuur en Samenleving en vastgesteld door Provinciale Staten.

    2.5 Cultuurtank Limburg

    Doel

    De Cultuurtank Limburg functioneert als een adviesorgaan van Gedeputeerde Staten op

    het gebied van Cultuurbeleid.

    Zij voert de beoordeling uit van en de advisering aan Gedeputeerde Staten over de

    subsidieverzoeken in het kader van de Nadere subsidieregels Cultuurplan en

    Subinfrastructuur 2021-2024 als ook de monitoring van de culturele instellingen

    die zijn opgenomen in Cultuurplan of Subinfrastructuur.

    De Cultuurtank Limburg kan ons verder gevraagd en ongevraagd adviseren, van

    ”buiten-naar-binnen” agenderend en reflecterend, over diverse onderwerpen en

    thematieken aangaande het provinciaal cultuurbeleid.

    De Cultuurtank Limburg gaat daarbij objectief en onafhankelijk te werk, binnen de taken

    en kaders zoals vastgesteld in het vigerend Reglement Cultuurtank Limburg.

    Wat doen wij?

    ■ Betrekken van de advisering door de Cultuurtank Limburg bij onze besluitvorming

    over de subsidieaanvragen in het kader van het Cultuurplan 2021-2024 en de

    Subinfrastructuur 2021-2022.

    ■ Organiseren van de monitoring door de Cultuurtank Limburg van de culturele

    instellingen opgenomen in Cultuurplan en Subinfrastructuur.

    ■ Kennis nemen van (on)gevraagde adviezen van de Cultuurtank Limburg en deze

    beoordelen op consequenties voor de provinciale beleidsontwikkeling en -uitvoering

    op het gebied van Cultuur.

    ■ Evalueren van het instrument Cultuurtank Limburg mede in het kader van het aflopen

    van de benoemingsperiode van de leden op 31 december 2020.

    2.6 Steunfuncties

    Huis voor de Kunsten Limburg (HKL), Stichting Popmuziek Limburg (SPL) en Stichting

    Limburg Geïmproviseerde Muziek (SLIM) vervullen een belangrijke steunfunctie.

    HKL voert de provinciale steunfunctie uit op het gebied van kunsten en erfgoed voor het

    brede culturele veld. Ondersteuning en advisering zijn gericht op het krachtiger maken en

    vergroten van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van hen die ondersteund worden. Deze

    ondersteunde organisaties zijn hierdoor in staat hun verantwoordelijkheid (terug) te nemen

    waar mogelijk. SPL en SLIM ondersteunen respectievelijk de popsector en de jazzsector.

    Deze steunfunctie is erop gericht om deze ongeorganiseerde sectoren te ondersteunen

    in (talent)ontwikkeling en presentatie.

    Efficiënt en effectief werken, waardoor zowel inhoudelijk als financieel ruimte ontstaat om

    in te zetten op maatschappelijk gewenste doorontwikkeling en vernieuwing, vinden wij

    van belang bij ons steunfunctiebeleid.

    31 Ruimte voor Cultuur

  • Huis voor de Kunsten Limburg

    Doel

    Het HKL voert de provinciale steunfunctie uit op het gebied van kunsten en erfgoed. Kern

    van de steunfunctie is het bieden van beleidsmatig, ontwikkelingsgericht en verbindend

    consulentschap. De transitie die het HKL in de periode 2015-2019 heeft doorgemaakt,

    heeft er op transparante wijze toe geleid dat de steunfunctie de eigen verantwoordelijkheid

    en zelfstandigheid voedt van de ondersteunde organisaties en hun achterbannen.

    Dit geldt ook voor de muziekbonden LBM, LBT en VNK-Limburg en Toneelhuis LFA (de

    founding fathers van het HKL). Hun inzet voor de amateurverenigingen, die van wezenlijk

    belang zijn binnen onze (volks)cultuur, is van grote waarde.

    Het HKL voert de steunfunctie altijd uit passend binnen het provinciaal beleid op het

    gebied van Cultuur en Erfgoed. Een gedeelte van het jaarlijkse werkplan van het HKL wordt

    daartoe gericht opgesteld en uitgevoerd.

    Het doorlopen transitieproces geeft het vertrouwen dat het HKL werkt aan inhoudelijke

    integraliteit en vernieuwing en op basis van zakelijke verhoudingen, zowel binnen het HKL

    als tussen het HKL en de door haar ondersteunde organisaties. Dit verdiende vertrouwen

    vertaalt zich in het voor het overige gedeelte bieden van ruimte aan het HKL wat betreft

    de vorm en inhoud van haar werkplan en de concrete uitvoering en verantwoording van

    haar werkzaamheden. Het betreft zowel haar autonome werkzaamheden als haar

    werkzaamheden voor ondersteunde organisaties en hun achterbannen.

    Het HKL voert de steunfunctie effectief en efficiënt uit, vanuit een samenhang op inhoud

    en bedrijfsvoering. Het HKL werkt dit uit in haar Ondernemingsplan 2021-2024.

    Wat doen wij?

    ■ Verlenen aan het HKL van de exploitatiesubsidie ten laste van de provinciale Begroting

    voor de uitvoering van de steunfunctie op het gebied van kunsten en erfgoed.

    Dit doen wij op basis van het beoordelen en monitoren van het werkplan, een vorm

    van voortgangsrapportage en het beoordelen van het jaarverslag van het HKL.

    ■ Aangeven, binnen de kaders van de exploitatiesubsidie en het werkplan van het HKL,

    in de provinciale subsidiebeschikking aan het HKL welke werkzaamheden het HKL

    concreet moet uitvoeren vanwege provinciale beleidsprioriteit. Beleidsprioriteit geven

    wij aan (het borgen van) de steunfunctie ten behoeve van:

    – cultuurparticipatie waaronder verenigingsondersteuning en verbinding met nieuwe doelgroepen (zie paragraaf 4.1);

    – cultuureducatie, waaronder muziekonderwijs (zie paragraaf 4.2); – nieuwe multidisciplinaire makers/non-formals; – erfgoed, waaronder de Coöperatie Erfgoed Limburg, streektaal en het Steunpunt Archeologie en Monumentenzorg.

    Ten behoeve van de borging van de (personele) kosten voor de steunfunctie voor

    de onderdelen verenigingsondersteuning, cultuureducatie en muziekonderwijs krijgt

    het HKL in de periode 2020 t/m 2023 jaarlijks extra een incidentele subsidie. Deze

    middelen kunnen naar behoefte worden ingezet voor de functie consulent, voor de

    functie projectmedewerker en/of als werkbudget.

    De middelen voor de uitvoering van de steunfunctie erfgoed en voor de

    doorbetalingen aan een aantal erfgoedorganisaties worden weer structureel

    toegevoegd aan het exploitatiesubsidie aan het HKL. Deze al op de provinciale

    Begroting staande middelen zijn sinds medio 2017 als incidentele subsidie verleend

    aan het HKL, samenhangend met het al dan niet vormgeven van het zogenaamde

    erfgoedloket bij de Coöperatie Erfgoed Limburg.

    32 Ruimte voor Cultuur

  • ■ Bieden daarnaast van ruimte aan het HKL wat betreft de vorm en inhoud van haar

    werkplan en de concrete uitvoering van haar werkzaamheden. Het betreft zowel haar

    autonome werkzaamheden als haar werkzaamheden voor ondersteunde organisaties

    en hun achterbannen.

    ■ Laten het opstellen of uitvoeren van laagdrempelige subsidieregelingen door het HKL

    toe, waarbij er sprake moet zijn, voor de aanvragers en voor het HKL zelf, van een zeer

    eenvoudige werkwijze voor zowel het aanvragen van de subsidie als het beoordelen

    en afhandelen van de subsidieverzoeken.

    ■ Vragen het HKL aan een aantal vrijwilligersorganisaties op het gebied van kunsten en

    erfgoed doorbetalingen te doen voor hun werkzaamheden en activiteiten, mede in

    het kader van cultuurparticipatie en cultuureducatie. Het HKL hoeft over deze

    doorbetalingen geen verantwoording af te (laten) leggen. De organisaties waaraan

    moet worden doorbetaald en het door te betalen bedrag worden opgenomen in de

    provinciale subsidiebeschikking aan het HKL.

    ■ Bieden de muziekbonden LBM, LBT en VNK-Limburg en Toneelhuis LFA de mogelijkheid

    om gestructureerd hun eigen plannen te verwezenlijken via onderstaande totaalaanpak:

    – zij ontvangen van ons via zojuist genoemde doorbetalingsconstructie vanaf 2020 jaarlijks €50.000,-. Van de met naam genoemde organisaties verwachten wij dat

    de doorbetaalde middelen primair worden ingezet voor de bij deze organisaties

    aangesloten verenigingen. Van de muziekbonden verwachten wij daarnaast

    intensievere samenwerkingen, zoals bijvoorbeeld het van deze middelen bekostigen

    van de inzet van (gezamenlijke) projectenmedewerkers. Het HKL krijgt in de periode

    2020 t/m 2023 hiervoor jaarlijks extra een incidentele subsidie, waarbij wij rekening

    houden met de middelen al opgenomen in de exploitatiesubsidie aan het HKL voor

    de doorbetalingen en met de compensatie van het wegvallen van de bijdrage van

    de muziekbond LBM aan de exploitatie van het HKL;

    – via het HKL zijn er middelen beschikbaar voor verenigingsondersteuning (zie paragraaf 4.1);

    – via het HKL zijn er middelen beschikbaar voor de DOOR!-regelingen van de muziek- bonden ten behoeve van de samenwerking tussen de muziekverenigingen en de

    scholen in het kader van DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg (zie paragraaf

    4.2). Vorm en inhoud van de regelingen is aan de muziekbonden om te bepalen;

    – zij kunnen voor bijdragen aan projecten een beroep doen op de algemene subsidieregelingen op het gebied van Cultuur. Indien voor een provinciaal festival

    of evenement een beroep wordt gedaan op de Nadere subsidieregels Cultuur

    onderdeel Culturele festivals en evenementen is cofinanciering door een gemeente

    geen vereiste;

    – zij kunnen een beroep doen op onze matchingsafspraken met crowdfundingplatform voordekunst (zie paragraaf 3.3).

    ■ Beoordelen van het Ondernemingsplan 2021-2024 van het HKL.

    ■ Stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de Beleids-

    uitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2. Wij vragen hiervoor aandacht bij de Raad

    van Toezicht.

    33 Ruimte voor Cultuur

  • Stichting Popmuziek Limburg (SPL) en Stichting Limburg Geïmproviseerde Muziek (SLIM)

    Doel

    SPL en SLIM zetten hun steunfunctie voor respectievelijk de pop- en de jazzsector

    duurzaam voort. Zij ondersteunen deze ongeorganiseerde sectoren in talentontwikkeling,

    presentatie en professionalisering en leggen daartoe verbindingen met jongerencentra,

    grote en kleine podia, muziekcollectieven, opleidingen en festivals.

    SPL staat in contact met gemeenten over het verbinden van de popsector met en het

    duurzaam verankeren van popmuziek in de lokale basisinfrastructuur. Daarbij is aandacht

    voor de relatie tussen popmuziek en andere, vooral jonge, kunstvormen, voor bijzondere

    doelgroepen en voor bijbehorende thema’s zoals participatie en diversiteit.

    SPL draagt in het kader van DOOR! Masterplan Muziekonderwijs Limburg bij aan de

    verbinding van de popsector met het binnen- en buitenschools muziekonderwijs.

    SLIM vervult, op kleinere schaal, een soortgelijke rol en bevordert verbindingen tussen jazz

    en het onderwijs.

    In het beleid van zowel SPL als SLIM staat de (jonge) muzikant voorop en wordt een

    infrastructuur met talentontwikkeling voor zowel amateurs als professionals nagestreefd.

    SPL en SLIM werken daartoe samen met de Limburgse poppodia aan een vitaal

    muziekklimaat, waarbij talenten een podium wordt geboden, studio- en opnamefaciliteiten

    voor een brede doelgroep beschikbaar worden gesteld en trajecten voor zakelijke en

    inhoudelijke coaching worden georganiseerd. Grenzen tussen de steunfunctie voor beide

    sectoren vervagen in de dagelijkse praktijk steeds meer, waardoor SPL en SLIM op inhoud

    naar elkaar toe groeien. Op die manier ontstaan er kansen voor samenwerking en

    doorontwikkeling.

    Po

    p in

    Lim

    bu

    rg (

    SPL)

    , Mu

    sic

    an

    d B

    usi

    ne

    ss -

    fo

    to R

    en

    é B

    rad

    wo

    lff

    34 Ruimte voor Cultuur

  • Wat doen wij?

    ■ Verlenen aan SPL van de exploitatiesubsidie 2020 ten laste van de provinciale

    Begroting voor de uitvoering van de steunfunctie voor de popsector. Dit doen wij

    op basis van beoordelen en monitoren van het werkplan, een vorm van

    voortgangsrapportage en het beoordelen van het jaarverslag van SPL.

    ■ Verlenen van een incidentele subsidie in 2020 aan SLIM voor de uitvoering van de

    steunfunctie voor de jazzsector. Dit doen wij op basis van een daartoe door SLIM

    in te dienen subsidieverzoek met haar werkplan 2020.

    ■ Besluiten over duurzaam integraal ondersteunen voor de periode 2021-2023 van

    een provinciale steunfunctie als aangeboden door SPL en SLIM.

    Dit doen wij, mede op hun verzoek, op basis van een gezamenlijk voorstel daartoe

    van SPL en SLIM, in te dienen vóór 1 juli 2020.

    Dit voorstel geeft aan hoe (op onderdelen) samenwerking tussen beide partijen

    geïntensiveerd kan worden ter vergroting van efficiency en effectiviteit. Het streven is

    het integreren van hun activiteiten tot een gezamenlijk werkplan, waardoor er tussen

    de Provincie en de uitvoerders van de steunfunctie(s) pop- en jazzsector één

    subsidierelatie ontstaat.

    ■ Vragen aan SPL en SLIM vanuit hun kennis en expertise van de pop- en jazzsector om

    een inhoudelijke beoordeling en advies over alle bij de Provincie ingediende

    incidentele subsidieverzoeken vanuit de popsector en de jazzsector.

    ■ Laten het opstellen of uitvoeren van laagdrempelige subsidieregelingen door SPL en

    SLIM toe, waarbij er sprake moet zijn, voor de aanvragers en voor SPL en SLIM zelf,

    van een zeer eenvoudige werkwijze voor zowel het aanvragen van de subsidie als het

    beoordelen en afhandelen van de subsidieverzoeken.

    ■ Initiatieven die ondersteund worden door SPL of SLIM (conform hun werkplannen)

    worden niet apart door de Provincie gesubsidieerd.

    ■ Stimuleren van toepassing van de cultuurcodes zoals aangegeven onder de Beleids-

    uitgangspunten 2020-2023 in paragraaf 1.2. Wij vragen hiervoor aandacht bij de Raad

    van Toezicht.

    35 Ruimte voor Cultuur

  • 3 Ruimte voor en door samenwerking

    3.1 Samenwerking in cultuurregio’s

    Doel

    Samenwerking binnen de entiteiten van de cultuurregio’s, de Cultuurregio Noord-Limburg

    en de Stedelijke Cultuurregio Zuid, draagt bij aan versterking, verbreding en vernieuwing

    van het cultureel aanbod in heel Limburg, versterking van het productieklimaat en aan het

    bereiken, behouden en betrekken van meer en nieuw publiek. Het cultuuraanbod, met zo

    mogelijk landelijke en grensoverschrijdende uitstraling en functie, en de makers geven

    mede uiting aan de identiteit van de regio.

    Vanuit deze samenwerking wordt de kracht en meerwaarde van de Limburgse cultuur(sector)

    uitgedragen. Het gezamenlijk optrekken en behartigen van het gedeelde belang leidt tot

    toekenning van meer middelen door het Rijk en de landelijke cultuurfondsen aan Limburgse

    culturele instellingen.

    Om dit te bereiken, manifesteren zich binnen en tussen de cultuurregio’s diverse en

    wisselende samenwerkingen en samenwerkingsprojecten en vormen zich georganiseerde

    netwerken, waarbij culturele instellingen, podia, gemeenten en/of Provincie zijn betrokk