Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Bijlage 1: Beoordeling en besluit Cultuurraad Eindhoven over aanvraag
Bibliotheek Eindhoven
Inleiding / samenvatting
In zijn aanvraag schetst Bibliotheek Eindhoven een ontwikkeling waarbij de rol en taak
van de moderne bibliotheek verschuift van het verzamelen van kennis naar het
distribueren, ontsluiten en delen van kennis. De bibliotheek transformeert van instituut
naar functie. Bibliotheek Eindhoven merkt daarbij op dat de bezuinigingen in de
afgelopen beleidsperiode er aan hebben bijgedragen dat de organisatie op het goede pad
terecht is gekomen in de zoektocht naar de bibliotheek van de toekomst.
De Bibliotheek Eindhoven is er voor iedereen die zich wil ontwikkelen. Bibliotheek
Eindhoven heeft daarbij extra aandacht voor de ontwikkeling van de basisvaardigheden
lezen en digitale geletterdheid.
De ambitie van de bibliotheek is dat in 2020 geen kind meer naar de middelbare school
gaat met een leesachterstand; het aantal laaggeletterden over vijf jaar met 50% is
teruggebracht; het aantal digitaal geletterden is gegroeid van 76,8% naar 85%.
Om deze ambities te realiseren werkt men aan veertien kernactiviteiten, verdeeld over
vier programmalijnen. Deze hebben betrekking op het bevorderen van leesplezier,
vergroten van digitale geletterdheid, kennisdeling en talentontwikkeling en meedoen
door het vergroten van maatschappelijke betrokkenheid. Bij elke activiteit zijn proces-
indicatoren benoemd.
Bibliotheek Eindhoven investeert de komende vier jaar 1,6 miljoen euro voor de
ontwikkeling van de bibliotheek van de toekomst. Onder de naam ‘Expeditie Anton’
gaat men aan de slag met vernieuwing en op zoek naar nieuwe verdienmodellen.
Beoordeling
Bibliotheek Eindhoven is helder in haar missie, visie en ambities, en heeft duidelijke
keuzes gemaakt, waarmee ze een goede ontwikkeling in gang heeft gezet. Daarbij sluit
de bibliotheek aan bij landelijke ontwikkelingen. De kwaliteit van de organisatie is dan
ook voldoende.
Mede als gevolg van bezuinigingen heeft Bibliotheek Eindhoven al veel veranderingen
doorgevoerd. De Cultuurraad constateert echter dat er nog diverse aspecten zijn die om
nadere uitwerking vragen. Dit betreft met name het publieksbereik en het
ondernemerschap. De innovatiefunctie zou versterkt kunnen worden. Uit de
aanvraag blijkt dat innovatie nog niet in de dagelijkse operatie ingebed is.
De Cultuurraad heeft waardering voor de ambities op het vlak van (digitale)
laaggeletterdheid, maar vraagt zich af in hoeverre deze realistisch zijn. Uit de
aanvraag blijkt niet op welke wijze men een complex probleem als
laaggeletterdheid gaat aanpakken, of wat de resultaten tot nu toe zijn. Hoe wordt de
doelgroep bereikt, hoe wordt een concept als Taalhuizen ingevuld? De plannen zijn al
met al nog weinig uitgewerkt.
Het publieksbereik onder volwassenen (aantal abonnementhouders en uitleningen
vanaf 18 jaar) daalt sterker dan de landelijke trend. De Cultuurraad vindt dit zorgelijk en
mist in de aanvraag een concreet en specifiek plan hoe het publieksbereik te
vergroten. Hoe zorgt de bibliotheek ervoor dat het aantal bezoeken op 300.000 uitkomt,
Bijlage 2: Onze reactie op de beoordeling en het besluit van de Cultuurraad
1. Investering in de ontwikkeling van de Bibliotheek van de
toekomst/innovatie
Volgens de cultuurraad kan de innovatiefunctie worden versterkt.
De investering van 1,6 miljoen in onze meerjarenbegroting, gaat om middelen die wij
putten uit onze reserves en ons resultaat 2015.
Dat de innovatiefunctie kan worden versterkt, zijn onze eigen woorden uit de aanvraag.
Wij constateren zelf dat de innovatie te langzaam gaat en dat het verdienvermogen moet
worden vergroot. De drie bezuinigingsronden in de afgelopen vier jaren bevestigen de
juistheid hiervan. Dat is dé reden dat we tegen de verdrukking in uit onze eigen middelen
geïnvesteerd hebben in Expeditie Anton. Een team van 4 multidisciplinaire medewerkers
(3 fte) die verschillende innovatie-rollen vervullen en samen de mentale focus en tijd
hebben om te werken aan nieuwe producten/diensten en verdienmodellen die passen
binnen onze maatschappelijke opdracht. Welke producten, diensten verdienmodellen dat
zijn, weten we op moment niet. Innovatie kenmerkt zich namelijk door niet-lineaire
processen.
De afgelopen jaren hebben we niet stilgezeten. We hebben drie transities in gang gezet
en nagenoeg volbracht (2017 laatste jaar). We zijn van instituut naar functie
getransformeerd. Dit is niet onopgemerkt gebleven in de rest van Nederland, maar ook
niet bij de gemeente. In diverse raadsvoorstellen en de concept cultuurbrief kregen wij
daar complimenten voor. Verder stond in de cultuurbrief dat op
literatuurgebied/community voor ons een taak ligt. Hier geven we met het Natlab en Van
Piere invulling aan. De jongste loot is de Prijs voor Eindhovens Schrijftalent met de DELA
als partner dat onlangs voor het eerst werd gehouden en waar burgemeester Jorritsma
de eerste prijs uitreikte. En, zoals u heeft kunnen lezen in onze aanvraag, hebben we het
initiatief genomen voor een Eindhovens literair/poëzie festival.
Naast de drie grote transities, hebben we ook enkele interessante innovaties in gang
gezet:
als eerste in Nederland hebben wij de inkoop van boeken en media Europees
aanbesteed. Daardoor zijn wij net zo actueel als Van Piere en Bol.com en besparen
we kosten. De boeken hoeven niet zoals voorheen bewerkt te worden, waardoor het
goedkoper is en ze snel bij ons zijn en dus beschikbaar voor het publiek;
bestrijden laaggeletterdheid: het bereik onder jongeren (i.s.m. Lumensgroep) boven
de 15 jaar vergroten door middel van games en Apps, portfolio ontwikkelen voor
bedrijven (en betaald door bedrijven), regionale samenwerking van bibliotheken in de
preventie en bestrijding van laaggeletterdheid
bevorderen geletterdheid (of de preventie van laaggeletterdheid): samenwerking met
consultatiebureaus, we hebben een geïntegreerde opleiding gemaakt voor
pedagogisch medewerkers (vve) dat landelijke navolging krijgt
in samenwerking met drie Eindhovense startups ontwikkelen we een innovatief
hulpmiddel bij kennisontwikkeling en kennisdeling voor kinderen tot 13 jaar waarmee
ze tevens de vaardigheden van de 21e eeuw kunnen oefenen
we zijn één van de mede-oprichters van Coderdojo Eindhoven: een initiatief dat het
coderen en programmeren (vaardigheid van de 21e eeuw) onder kinderen bevordert
Tech & Play Plek op Strijp-s. Onderdeel van de grootste makersplace van Nederland
en misschien wel Europa. De Tech & Play Plek geven wij vorm samen met de
Techniekbieb, Madlab, LEGO education en het Microlab vorm voor de groep 7 – 14
jaar. Pink en Pienter Plein (voorheen Atelier in de Wijk). Het Stedelijk creatief
programma is een samenwerking van: PSKE, Korein Kinderplein, Eindhoven Museum,
CKE, Van Abbemuseum, Bibliotheek Eindhoven en Parktheater heeft de ambitie een
stedelijk basisprogramma creativiteit te ontwikkelen, waarbij het kind centraal staat.
Daartoe wordt een pilot opgezet op zes SPILcentra met als doel een creatieve en
leerrijke omgeving voor kinderen te ontwikkelen waarmee hun creatieve talenten
worden ontwikkeld.
Conclusie
Naar onze mening hebben we binnen de financiële mogelijkheden en moeilijke
omstandigheden de afgelopen jaren meer dan voldoende gedaan op het gebied van
innovatie en hebben we inmiddels de innovatiefunctie structureel ingebed.
2. Publieksbereik
De cultuurraad geeft aan dat het publieksbereik nadere uitwerking vereist.
De opdracht van gemeente Eindhoven
De opdracht die we in 2013 meekregen van de gemeente in het Odyssee rapport voor
wat het publieksbereik, was:
Bibliotheek op spil: kinderen van 0-13 jaar
Bibliotheek de Witte Dame: voor de overige doelgroepen
De afgelopen jaren hebben we o.a. afspraken gemaakt met de gemeente Eindhoven over
bezoekersaantallen, leden en uitleningen. We hebben ze jaarlijks gehaald en zelfs
overtroffen.
Ons bereik: het verloop afgelopen jaren van uitleningen, bezoekers en betalende leden
De cultuurraad constateert een vermindering van het aantal bezoekers. De oorzaak van
deze constatering is dat er twee ongelijksoortige jaren met elkaar zijn vergeleken. Jaar
2011 (alle vestigingen nog open) en 2012 (2 vestigingen gesloten) waarin wij nog een
half jaar enkele wijkvestigingen en een Bibliotheek in de Witte Dame van 7.000 m2
hadden en jaar 2015 waarin er nog 3.500 m2 in de Witte Dame resteerden. Als je het
aantal bezoekers omrekent per m2, is het bezoekersaantal fors toegenomen. Met onze
aanwezigheid in de 68 SPILcentra bereiken we nagenoeg 100% van de Eindhovense
kinderen. Bovendien bezoeken alle kinderen met enige regelmaat de bibliotheek op
school, wat tot gevolg heeft dat er ca. 20% meer jeugdboeken worden geleend dan
vroeger!
Overigens is de Bibliotheek samen met het Parktheater de best bezochte culturele
instelling in Eindhoven. Wij durven zelfs te stellen dat de bezoekers van de Bibliotheek
het meest diverse publiek is van alle instellingen. Drink een bakje koffie in ons
Bibliotheekcafé op ieder willekeurige dag van de week en ervaar het!
Belangrijke oorzaken van de daling van het aantal betalende leden zijn uiteraard de
sluiting van 9 wijkvestigingen, de verkleining van de centrale bibliotheek, de
vermindering van de collectie en de vermindering van het aantal openingsuren. Van 10
aanrakings- en bezoekpunten naar 1 punt, heeft vanzelfsprekend effect. Deze daling is
fors meer dan de landelijk trend, omdat veel collega bibliotheken minder getroffen zijn
door het sluiten van locaties.
Toen we in 2013 34% van ons budget moesten inleveren, lag het in de lijn der
verwachting dat er, doordat de infrastructuur zou verminderen (minder vestigingen en
minder m2), minder bezoekers zouden komen en het aantal betalende leden zou
verminderen. We zijn ook met name leden verloren in de wijken die het minst dicht bij
de Witte Dame liggen. De bibliotheek Veldhoven kon vele nieuwe leden inschrijven die
vanuit Meerhoven kwamen en vanuit de Achtse Barrier gingen er mensen naar
Bibliotheek Best.
Het aantal betalende leden is verminderd, maar beduidend minder dan was voorzien in
het Odyssee rapport uit 2013 (na afronding reorganisatie zou in variant 2 het aantal
betalende leden nog 4.500 bedragen). Op dit moment hebben we 13.000 betalende
leden en zitten we op het landelijk gemiddelde.
Hoe bereiken wij ons publiek?
De legitimiteit van een organisatie wordt natuurlijk niet alleen bepaald door het aantal
betalende leden. Het gaat ook om het totale bereik, de diversiteit van je leden en
bezoekers. Het totaal aantal leden van de bibliotheek is toegenomen. Met onze
aanwezigheid in de SPILcentra is ons bereik onder kinderen nagenoeg 100%.
Verder
- werken we samen met 12 burgerbiebs (afhaal en brengservice);
- hebben we een bezorgservice voor geheel Eindhoven;
- werken we samen met enkele middelbare scholen (Eckart College, Montessori
College en Van Maerlant Lyceum);
- werken we als Bibliotheek samen in een netwerk als partner (gezamenlijke
programmering met partners elders in de stad)
- hebben we een groot bereik via de digitale weg: website, social media,
nieuwsbrief, APP, narrowcasting in de bibliotheek Social media: zeer actief op
diverse social media. Het aantal volgers is de afgelopen jaren fors gegroeid. Ter
vergelijking Bibliotheek Midden Brabant: 2 keer zo groot verzorgingsgebied en de
helft van het aantal volgers op alle social media. Of in vergelijking met grote
steden, het aantal followers op FB bedraagt ten opzichte van het inwonersaantal
van de stad: voor Eindhoven 13%, voor Amsterdam 8%, voor Rotterdam 5%.
- Nieuwsbrief: 10.000 abonnees, waarvan 35% de nieuwsbrieven daadwerkelijk
opent.
Bibliotheek app: verlengen en reserveren, kaartjes bijeenkomsten/programma
Narrowcasting in de bibliotheek: we bieden op onze schermen informatie aan van
Omroep Brabant, Studio040, Eindhovens Dagblad en de programma’s van andere
culturele organisaties
- stellen we onze eigen organisatie open voor anderen die willen leren en/of
maatschappelijk willen bijdragen (vrijwilligers, stagiaires, maatschappelijke stages
en adoptieklassen etc.)
Jaar Bezoekers Betalende
leden
Uitleningen
inclusief
verlengingen
Volwassenen
Toelichting
2011 914.276 25.735 982.310 In 2011 waren er naast 2 verdiepingen in de Witte Dame tevens 9 vestigingen
2012 754.624 22.781 863.545 In 2012 jaar zijn er 2 vestigingen gesloten
2013 571.671 18.942 675.116 In 2013 zijn 3 vestigingen gedurende het jaar gesloten
2014 361.442 13.663 457.535 In 2014 zijn er 4 vestigingen gesloten en is tevens de 2e verdieping in de
Witte Dame gesloten. Als gevolg van de sluiting van de 2e verdieping was het
noodzakelijk om keuzes te maken op het gebied van de collectie en de
dienstverlening waardoor leden verlies is ontstaan.
2015 283.249 12.744 384.768 In 2015 was in Eindhoven alleen nog maar 1 verdieping in de Witte Dame
toegankelijk voor volwassenen.
De afgelopen jaren zijn we gegroeid van 20 naar meer dan 200 vrijwilligers en
van nagenoeg geen naar zo’n 20 stagiaires per jaar.
Hoe werken wij aan het vergroten van ons bereik?
door het organiseren van digitale cafés, de digitale geletterdheid van
Eindhovenaren te vergroten;
Door ons te bekwamen in social media voor specifieke doelgroepen (Pinterest,
Instagram);
Door op alle schermen in de Bibliotheek de programma’s van andere culturele
instellingen te projecteren en vice versa;
Door Expeditie Anton te laten zoeken naar nieuwe gebruikers, producten en
diensten;
Door nieuwe concepten als de Pink en Pienter Bende: kinderen en ouders bereiken
buiten school(tijd) en Pink & Pienter Plein: talentontwikkeling stimuleren bij
kinderen;
Door nieuwe benaderingen: bestrijding laaggeletterdheid i.s.m. het bedrijfsleven
(ontwikkeling nieuw portfolio) en bestrijding laaggeletterdheid i.s.m. jongeren
(Lumens);
Door het aantal samenwerkingspartners en convenanten uit te breiden;
Door drempels weg te nemen en per 1 januari onze abonnementenstructuur te
vereenvoudigen: langere uitleen, geen boetes en meerwaarde/faciliteiten.
Daarnaast wordt het mogelijk om je geheel digitaal in te schrijven (zie bijlage 12
voor een impressie van onze nieuwe abonnementenstructuur en campagne die
vanaf november start).
Conclusie
Het totaal aantal leden van de Bibliotheek Eindhoven is gegroeid. Het bereik is in diverse
(fysiek en virtueel) opzicht eveneens vergroot. En onder kinderen is dat nagenoeg 100%.
Het aantal betalende leden is inderdaad verminderd, maar dat is nogal logisch als het
assortiment en locaties sterk verminderen. De daling van betalende leden is overigens
veel minder dan vooraf verwacht.
We werken actief aan het vergroten van ons bereik.
Uit onze analyse, die we graag beschikbaar stellen, blijkt dat het verdwijnen van de
wijkvestigingen een belangrijke verklarende factor is voor het wegvallen van veel
betalende senioren leden. De fysieke en misschien mentale afstand tot de Witte Dame
blijkt (te) groot te zijn. Wij hebben een uitvoeringsplan gereed om het bezoek aan de
Witte Dame te vergroten door de openingstijden te verruimen naar 9 tot 21 uur en de
afstand tot de (potentiële) senioren leden te verkleinen door in noord en zuid een pop-up
vestiging te openen. Helaas zorgt de solidariteitskorting ervoor dat de verruiming van de
openingstijden en het vergroten van de nabijheid via pop-up vestigingen, de ijskast in
moeten.
3. Ondernemerschap
Volgens de Cultuurraad kan het ondernemerschap beter worden uitgewerkt, zijn
de eigen inkomsten zeer gering, de verwachte inkomsten uit het bedrijfsleven
erg optimistisch, en is de gezamenlijke producten-en dienstenontwikkeling met
bijbehorende verdienmodellen niet geconcretiseerd. Ten slotte constateert de
raad dat de investering in vernieuwing en nieuwe verdienmodellen voor een
bedrag van € 1,6 miljoen slechts zeer ten dele wordt terugverdiend.
Het ondernemerschap kan beter worden uitgewerkt
Een instituut omvormen tot een functie, bezuinigingen van meer dan 40% verwerken,
drie transities realiseren in een tijdsbestek van nog geen 4 jaren is een topprestatie! Wij
kregen hiervoor complimenten in raadsvoorstellen in 2013 en 2014 en de concept
cultuurbrief. En binnen en buiten de stad zijn organisaties bijzonder geïnteresseerd in
onze aanpak waarin we fors hebben bezuinigd en tegelijkertijd een cultuur-en
rolverandering hebben gerealiseerd.
Daarnaast hebben we in de afgelopen jaren een gemeentelijke lening van €200.000
afgelost, een bedrag van €105.000 voor onze rekening genomen t.b.v. de landelijke
digitale infrastructuur. Verder vielen de werkelijke frictiekosten (met allerlei risico’s)
uiteindelijk € 500.000 lager uit. En ten slotte vloeit er van ons resultaat 2015 een bedrag
van €150.000 terug naar de gemeente.
U stelt dat het ondernemerschap beter kan worden uitgewerkt, maar geeft niet aan wat u
exact bedoelt en op welk gebied er verbeterd kan worden.
Naar onze mening hebben we het de afgelopen jaren prima gedaan op dit vlak en hebben
we de basis gelegd voor de toekomst.
Eigen inkomsten zeer gering
Wij vragen ons af tegen welke achtergrond wij deze constatering moeten plaatsen?
Wijzelf plaatsen deze opmerkingen binnen de context van andere bibliotheken.
Navraag in het Brabantse leert dat de eigen inkomsten van Bibliotheken schommelt
tussen de 15% en 20%. De inkomsten bestaan hoofdzakelijk uit: abonnements-, boete
en leengelden, bibliotheekcafés, subsidie en fondsen niet afkomstig zijnde van
gemeentes en bijdragen van scholen voor de Bibliotheek op School.
Bibliotheek Eindhoven zit met de eigen inkomsten op een percentage van 14%
(abonnementsgelden, café en overige inkomsten) en dus onder dit percentage. Wij
vragen, in tegenstelling tot andere bibliotheken, geen bijdrage aan scholen voor de
Bibliotheek op Spil. Als we aan de scholen een tarief van €8 per kind (x 22.000) zouden
doorrekenen, gaat het percentage eigen inkomsten met 3,5% omhoog.
Verwachte inkomsten uit het bedrijfsleven erg optimistisch
Ondernemerschap kan volgens de cultuurraad beter worden uitgewerkt en tegelijkertijd
zijn de inkomsten die wij uit het bedrijfsleven verwachten erg optimistisch.
In de toelichting op onze meerjarenbegroting staat dat deze inkomsten alleen gebaseerd
zijn op het te ontwikkelen product i.s.m. Moved b.v. (voorheen Beam it up). Dit is
gebaseerd op uitgebreid marktonderzoek. De mogelijke inkomsten van andere
innovaties, inclusief de resultaten van Expeditie Anton hebben we nog niet geraamd. Dat
kan dus alleen maar meevallen.
Gezamenlijke productontwikkeling is niet concreet
Met diverse partijen hebben wij nieuwe producten ontwikkeld. Graag nodigen wij u uit
om kennis te nemen van onder andere:
- Beam it up
- BKSY app
- Tech & Play Plek
- De bestrijding laaggeletterdheid/ontwikkeling portfolio voor het bedrijfsleven
Voor een deel is de productontwikkeling nog in ontwikkeling. Dit is ondernemerschap,
want wat nog niet bestaat begint bij een goed idee maar vergt ontwikkeling en
ontwikkelingstijd. Daarvoor hebben we de leden van Expeditie Anton geworven.
Ook loopt er een pilot om de inkoopkosten van boeken en media verder te verlagen door
zelf materialen in te gaan kopen.
Investering in vernieuwing en nieuwe verdienmodellen voor een bedrag van € 1,6 wordt
ten dele terugverdiend
De inzet van eenmalige middelen is niet bedoeld om eenmalige middelen terug te
verdienen, maar is bedoeld om structurele inkomstenbronnen te genereren. Het
verwerven van structurele inkomsten staat prominent op onze agenda. We weten niet
hoeveel het gaat genereren, vandaar dat we niets hebben geraamd. Niets ramen
betekent dus niet dat er niets wordt terugverdiend.
Conclusie
De eigen inkomsten liggen lager dan het gangbare percentage bij bibliotheken, maar is
zeker niet zeer gering. Verklaringen hiervoor zijn dat scholen in Eindhoven voor de
Bibliotheek op Spil geen eigen bijdrage per kind hoeven te betalen. En zoals bekend heeft
Bibliotheek Eindhoven een periode van forse bezuinigingen, reorganisaties en dus
verminderde dienstverlening achter de rug. Dit heeft gevolgen voor het aantal betalende
leden en dus voor de eigen inkomsten.
De verwachte inkomsten uit het bedrijfsleven zijn gebaseerd op marktonderzoek. Andere
potentiële inkomsten van innovaties hebben we voorzichtigheidshalve geraamd
(behoedzaamheid) op 0. Graag stellen wij nadere informatie over onze plannen ter
beschikking.
Voor een deel is de productontwikkeling nog niet concreet. Dit is ondernemerschap, want
wat nog niet bestaat, begint bij een goed idee maar vergt ontwikkeling en
ontwikkelingstijd. Daarvoor hebben we de leden van Expeditie Anton geworven.
De inzet van eenmalige innovatiemiddelen is niet bedoeld om eenmalige middelen terug
te verdienen, maar is bedoeld om structurele inkomstenbronnen te genereren. Het
verwerven van structurele inkomsten staat prominent op onze agenda.
4. In hoeverre zijn de ambities ten aanzien van de (digitale) geletterdheid
realistisch
In onze aanvraag hebben wij duidelijk verwoord dat de ambities, gezamenlijke
ambities moeten zijn van de stad en haar partners.
Realisme verbinden wij met haalbaar, en haalbaar is nauw verbonden met het heden en
het verleden. De maatschappelijke problematiek rondom (digitale) laaggeletterdheid
neemt toe, ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren. Om het vraagstuk dichter
bij een oplossing te brengen is enige vorm van niet realisme of omdenken noodzakelijk.
Wij relateren de ambities aan de feitelijke maatschappelijke problematiek. Een goede
aanpak vereist allereerst erkenning en vervolgens een aanpak die geheel anders is dan
tot nu toe. Als Bibliotheek kunnen en willen wij niet lijdzaam toezien dat er langzaamaan
een maatschappelijke tweedeling ontstaat. Bij deze tweedeling hebben wij ook
nadrukkelijk stilgestaan in onze aanvraag. Het rapport van Blueyard dat de basis vormde
van de oprichting van de Stichting Cultuur Eindhoven (SCE) sprak over de tweedeling in
termen van “High en Low culture” en de noodzaak om die te verbinden. De Bibliotheek
Eindhoven ziet voor zichzelf een belangrijke agenderende, verbindende en oplossende rol
weggelegd.
Conclusie
De ambities weerspiegelen de ernst van de maatschappelijke problematiek en de
noodzaak om daar in innovatieve samenwerkingsverbanden en op innovatieve manieren
in een brede stadscoalitie mee aan de slag te gaan.
De businesscase die is opgesteld over de jaarlijkse maatschappelijke kosten van
laaggeletterdheid en het noodzakelijke investeringsniveau geven dat duidelijk weer. De
businesscase stellen wij graag aan u beschikbaar.
5. Meer inzicht in de aanpak van laaggeletterdheid
De Cultuurraad zou graag meer inzicht willen in de resultaten tot nu toe, het
bereik van de doelgroepen en de invulling van het concept taalhuis.
Wij hebben voor u beschikbaar een analyse van de groep van laaggeletterden en de
uitwerking van keuzes in onze preventieve en repressieve aanpak. Vanzelfsprekend
werken wij hierin samen. Wij hebben het initiatief genomen voor een regionale
samenwerking van Bibliotheken en een samenwerking op het niveau van de twee
arbeidsmarktregio’s Eindhoven en Helmond- de Peel. In Helmond- de Peel heeft die
samenwerking inmiddels gestalte gekregen.
Het businessplan voor het taalhuis is zo’n anderhalf jaar geleden opgesteld o.l.v.
Bibliotheek Eindhoven. Toch duurde het nog tot 5 september jongstleden voordat het
werkelijkheid werd. De komst van wethouder Richters versnelde de realisatie.
Conclusie
Als u wilt kunt u een exemplaar van het businessplan ontvangen, het taalhuis bezoeken
en een nadere toelichting krijgen van de taalhuiscoördinator en onze projectleider
laaggeletterdheid over de gezamenlijke aanpak en onze rollen daarin.
6. De Bibliotheek zou meer extern gericht kunnen werken
Meer extern gericht werken kan geen doel op zich zijn, maar moet verbonden
zijn met de missie en visie van een organisatie.
Zoals in de concept cultuurbrief stond, hebben wij succesvol de transformatie gemaakt
van instituut naar functie. Wij stellen onszelf niet meer voorop. Wij positioneren ons
nadrukkelijk als onderdeel van een netwerk en komen samen met allerlei partners tot in
de haarvaten van de stad. Wij werken samen met culturele instellingen, onderwijs
instellingen en bedrijven. De afgelopen 2 jaren zijn we meer dan 50
samenwerkingsrelaties aangegaan en hebben we daar een groot aantal van
geformaliseerd. Wij hebben op allerlei manieren (zie eerder) ons bereik vergroot. Ook de
programmering in de Witte Dame en op plekken daarbuiten geschiedt in co-creatie met
een keur aan Eindhovenaren en Eindhovense organisaties.
Conclusie
Samenwerken en het werken in netwerken staat duidelijk verwoord in onze koers.
Samenwerken is een van onze kernwaarden. De omslag van instituut naar functie
hadden wij anders ook niet kunnen maken. Natuurlijk kan het altijd beter en meer. In
het advies gaat u niet verder in op hoe we meer extern gericht kunnen werken. Graag
zouden wij een tip van de sluier opgelicht willen zien, over hoe en op welke gebieden wij
meer extern gericht zouden kunnen werken.
7. Niet sluitende begroting en verzoek aan gemeenteraad om positief
resultaat 2015 (1,5 milj.) te mogen behouden
Niet sluitende begroting
Het besluit van B&W Eindhoven van 10 oktober 2016 maakt een opmerkingen hierover
overbodig.
Verzoek aan gemeenteraad
Ons verzoek betrof een verzoek aan het college van burgemeester en wethouders en niet
de gemeenteraad en het gaat om een positief resultaat van 1,1 miljoen en niet om een
positief resultaat van 1,5 miljoen.
Conclusie
De Bibliotheek Eindhoven heeft binnen de algemeen geldende verslagleggingsregels een
sluitende begroting. Ook indien het resultaat 2015 (ten dele) niet beschikbaar komt. Als
er minder incidenteel geld is, zullen er ook minder incidentele projecten en activiteiten
worden opgestart.
Het verzoek over de incidentele middelen was gericht aan het College van B&W en betrof
een lager bedrag dan wat in het advies van de Cultuurraad staat.
8. Het proces
In uw besluit van 30 september 2016 stelt u dat het concept advies aan ons is
voorgelegd met het verzoek te controleren op feitelijke onjuistheden. U stelt
verder dat er op uw verzoek voor 27 augustus geen reactie is gekomen. Ten
slotte stelt u vast dat de Cultuurraad op een zorgvuldige manier en met het oog
voor alle ter zaken spelende belangen tot een afgewogen oordeel is gekomen.
Het proces is na indiening van de aanvraag als volgt verlopen (alle relevante interne en
externe stappen):
1 juni subsidieaanvraag ingediend bij de SCE
Het concept advies ontvingen wij per mail op 22 augustus met het verzoek voor
26 augustus 17.00 uur te reageren op feitelijke onjuistheden
Op 23 augustus reageerde wij per mail over de beperkte ruimte in de procedure
voor het schetsen van de context, dat de aanvraag een beperkt aantal woorden
mocht bevatten, vroegen wij ons af wat feitelijke onjuistheden eigenlijk zijn en
sloten wij de mail af dat we elkaar over deze punten zouden spreken tijdens de
afspraak op 7 september, die reeds voor de zomervakantie was gepland.
Op 23 augustus kwam er direct een korte mail waarin werd onderschreven dat het
een prima uitgangspunt was voor nu en dat we elkaar binnenkort zouden spreken.
Op 31 augustus 17.34 uur kregen wij het definitieve advies van de Cultuurraad
per mail en werd het gepubliceerd;
Op 7 september vond er een toelichtend gesprek plaats met de directeur Stichting
Cultuur Eindhoven. Hiervan hebben wijzelf een verslag gemaakt en verstuurd aan
de SCE. Vanuit de SCE ontvingen wij geen verslag, maar ook geen reactie op ons
verslag (bijlage 3)
Na dit gesprek was duidelijk welke bezuinigingen de Bibliotheek de periode 2017
tot en met 2020 moest verwerken. Hierop moesten de financiële en inhoudelijke
uitgangspunten voor de begroting 2017 die wij reeds hadden opgesteld, worden
aangepast
Op 12 september besprak de Auditcommissie van de Bibliotheek Eindhoven de
financiële en inhoudelijke uitgangspunten voor de begroting 2017, het advies van
de Cultuurraad en het verslag van het gesprek op 7 september
Op 20 en 21 september hielden we sessies met het MT plus van de Bibliotheek
over het sluitend maken van de begroting 2017
Op 27 september kregen we een mail van SCE met een voorstel voor de prestatie
afspraken
Op 28 september kwam er per mail een herhaald verzoek om te reageren op het
voorstel;
Op 29 september kwam een voicemail bericht binnen van de directeur SCE om
uiterlijk die dag te reageren op het voorstel van de prestatie afspraken
Op 29 september stelde de Raad van Toezicht van de Bibliotheek de financiële en
inhoudelijke uitgangspunten voor de begroting 2017 vast
Op 30 september ging een WhatsApp naar SCE waarin stond dat we akkoord zijn
met de prestatie afspraken, behalve het bereiken van het aantal gezinnen van de
Voorleesexpress. Vanwege de bezuinigingen zullen we hier onder andere mee
moeten stoppen.
Op vrijdag 30 september kwam het definitieve besluit van de Stichting Cultuur
Eindhoven
Tussen 29 september (RvT) en 7 oktober hadden we nodig voor de verdere
uitwerking van de consequenties van de ombuigingen en bezuinigingen
(voorgenomen besluiten)
Tussen 10 en 14 oktober hebben we medewerkers, wiens takenpakket geheel zou
wijzigen, persoonlijk geïnformeerd
Op 17 oktober hielden we een informatiebijeenkomst voor alle medewerkers en
vrijwilligers
Conclusie
Op basis van onze reactie per mail op 23 augustus en omdat de afspraak al voor de
zomervakantie was gepland, leefden wij in de veronderstelling dat op 7 september het
concept advies zou worden besproken en er vanuit de Bibliotheek kon worden
gereageerd op de stellingen in het concept advies. Want ook in het proces was tot op dat
moment het niet mogelijk geweest te reageren op en aanvullende informatie te geven
over de stellingen in het advies.
Het verraste ons daarom ook en stelde ons teleur dat op 31 augustus het concept advies,
publiek en dus definitief werd gemaakt. Het gesprek van 7 september veranderde
daarmee in onze ogen van een dialoog naar meer een toelichting. Het advies lag vast.
Na het gesprek op 7 september was pas duidelijk welke bezuinigingen de Bibliotheek de
periode 2017 tot en met 2020 moest verwerken. Het begrotingsproces moesten
vervolgens in de periode van 8 september tot 7 oktober in een sneltreinvaart worden
doorlopen en tegelijkertijd moesten de bezuinigingen en ombuigingen concreet worden
gemaakt.
Gedurende dat proces kwam op 27 september het voorstel voor prestatieafspraken
binnen, met het verzoek uiterlijk 29 september te reageren.
Wij betreuren het dat er tijdens het traject van de Cultuurraad en daarna geen nader
overleg mogelijk was. Wij hadden graag de informatie die wij hier optekenen en de
daarbij behorende achtergrondinformatie in een zo vroeg mogelijk stadium met u
gedeeld en met u daarover van gedachten gewisseld.
9. Prestatieafspraken
Op het moment dat de prestatieafspraken per mail werden voorgelegd, waren alle
consequenties van de ombuigingen en de bezuinigingen voor 2017 nog niet bekend. Om
hier een definitieve en exacte uitspraak over te kunnen doen, móesten we 100% zeker
zijn hoe onze begroting 2017 er uit zou komen te zien. Of er nog mogelijkheden waren
de bezuinigingen op te kunnen vangen. We wisten dat het extern en intern een hoop
teweeg zou brengen en we daar niet te lichtvaardig mee om moesten gaan.
We hadden enkele dagen de tijd en moesten uiterlijk 29 september reageren. Maar op 7
oktober was bij ons pas bekend wat de gevolgen voor onze taken en activiteiten en
mogelijk voor onze prestaties zouden zijn. Vandaar dat we nu pas gefundeerd kunnen
reageren op de voorgestelde prestatieafspraken. In rood staan onze reacties.
prestatieafspraken subsidieperiode 2017-2020
Resultaat
(gemiddeld per jaar 2017-
2020)
Inspanning
(gemiddeld per jaar 2017-
2020)
Uitleningen jeugd (zijn
uitleningen incl.
verlengingen)
634.000
Door de
solidariteitsbijdrage zal het
collectiebudget aanzienlijk
worden verlaagd. Hierdoor
daalt in een periode van
circa 4-5 jaar het aantal
boeken per kind van circa
5,5 naar 4,0 boek per kind.
Dit kan een negatieve
invloed hebben op het
aantal uitleningen
Uitleningen volwassenen
(zijn uitleningen incl.
verlengingen)
275.000
Door de
solidariteitsbijdrage zal het
collectiebudget aanzienlijk
worden verlaagd.
Hierdoor verdwijnen binnen
1 jaar enkele
onderdelen/boekenkasten
in de bibliotheek. De kans
is groot dat dit een
negatieve invloed heeft op
het aantal uitleningen.
Daarnaast passen wij per 1
januari 2017 onze
abonnementenstructuur
aan en onze voorwaarden.
Boetes worden afgeschaft
en de uitleentermijn wordt
verlengd van 3 naar 4
weken.
Dit is positief voor de
leden, maar heeft
ongetwijfeld een negatieve
invloed op het aantal
verlengingen.
Leden jeugd 28.500
Door de
solidariteitsbijdrage zal het
collectiebudget aanzienlijk
worden verlaagd.
Hierdoor wordt de
jeugdcollectie kleiner en
kunnen leden tussen de 14-
18 jaar besluiten geen
abonnement meer te
nemen.
Leden volwassenen
10.750
Door de
solidariteitsbijdrage zal het
collectiebudget aanzienlijk
worden verlaagd.
Hierdoor verdwijnen binnen
1 jaar enkele
onderdelen/boekenkasten
in de bibliotheek en is de
kans groot dat leden
besluiten hun abonnement
op te zeggen.
Programma ‘Wijzer met
taal en media!
Draait op alle (?) scholen
voor primair onderwijs.
Het is bij de gemeente
bekend dat om allerlei
redenen 3 scholen nog
steeds niet meedoen.
Verdere doorontwikkeling
van de traditionele
bibliotheek-functie naar
een Centrum voor Media en
Educatie, als actieve
netwerkpartner
Inspanning
(2020)
Kinderen met
leesachterstand naar het
voortgezet onderwijs
Geen kinderen met
leesachterstand van de
basisschool
Halvering van het aantal
laaggeletterden in
Eindhoven
16.500 personen
Toename aantal digitaal
geletterde volwassenen
Een toename tot 167.000
personen
In onze ambitie geven we
aan dat we het percentage
digitaal geletterden willen
verhogen van 76,8% naar
85%.
Conclusie
We moeten uiterlijk 29 september reageren op de voorgestelde prestatieafspraken. Maar
op 7 oktober was bij ons pas bekend wat de gevolgen zouden zijn van de bezuinigingen
voor onze taken en activiteiten en onze prestaties. Vandaar dat we nu pas gefundeerd
kunnen reageren op de voorgestelde prestatieafspraken. In rood staan onze reacties.
Graag willen wij een nadere afstemming over de definitieve bepaling van de
prestatieafspraken.
Bijlage 3: Gespreksverslag 7 september 2016 directeur SCE en directeur
Bibliotheek Eindhoven
Bespreking advies Cultuurraad Basisinfrastructuur
d.d.: 7 september 2016
Aanwezig: Tanja Mlaker (directeur bestuurder SCE), Peterjan Prinsen (Accounthouder
SCE), Albert Kivits (directeur bestuurder BE) en Jan Slits (controller BE)
1. Proces
Beschikking is voor 4 jaar. Vermelde bedragen zijn nog niet geïndexeerd. De
solidariteitsbijdrage staat voor 4 jaar vast op 5,3%. Index 2017 is nog niet
definitief vastgesteld, in Kadernota 2017 staat een index van 1,5%. De index
wordt ieder jaar opnieuw bepaald.
2. Prestaties
Er zijn beperkt aantal prestatie-eisen zoals bijvoorbeeld:
Activiteiten
Aantal bezoekers
Aantal leden
Etc. etc.
Over de prestatie-eisen vindt nadere afstemming plaats per mail. Zowel de
financiën als de prestaties worden gemonitord. Mochten prestaties in de komende
4 jaar niet behaald worden, kan dit gevolg hebben voor de subsidiehoogte.
3. Begroting
Jaarlijks voor aanvang kalenderjaar levert de Bibliotheek Eindhoven een door RvT
goedgekeurde begroting aan. In principe is een sluitende begroting noodzakelijk.
Omdat de “innovatie” plannen uit algemene of bestemmingsreserves (gevormd
onder meer uit resultaat 2015) worden gefinancierd, mag er een negatief
resultaat worden gepresenteerd.
Wel afstemmen wat te doen met de aanvraag VVE. Vooralsnog dienen we die bij
de gemeente Eindhoven voor 1 oktober.
4. Verantwoording
Jaarlijks voor 1 juni een 5 maanden rapportage
Jaarlijks voor 1 mei jaarrekening
Jaarlijks een afspraak met SCE over de stand van zaken
Er hoeft geen activiteitenplan worden ingeleverd.
Bestemmingsfonds Eigen Vermogen
Van het jaarlijks resultaat moet vanaf jaarrekening 2017 een deel van het
resultaat ten gunste en/of ten lasten van een bestemmingsfonds gebracht
worden. De verdeelsleutel is een percentage van het aandeel van de subsidie van
de cultuurstichting ten opzichte van de volledig omzet dat jaar.
De reserve kan in overleg met CSE worden ingezet voor activiteiten en/of
programma’s.
5. OCW portaal en rapportage
Peterjan doet navraag wat te doen met het OCW portaal. Wat betreft 2017 is het
OCW portaal gevuld met de aanvraag 2017-2020 door de SCE. Peterjan laat dit
nog weten aan BE.
6. Overige zaken
Burgerinitiatieven worden conform eerdere afspraken geformaliseerd.
Dit betekent dat Bibliotheek jaarlijks een subsidiebedrag ontvangt, dat vervolgens
in september wordt overgemaakt aan de Burgerinitiatieven in de stad. Dit is een
bedrag van € 1.000 per initiatief.
De getekende overeenkomsten is aan BE overhandigd ter ondertekening.
gemeente Eindhoven
Raadsnummer 13R5262 Inboeknummer 13bst00442 Beslisdatum B&W 8 maart 2013 Dossiernummer 13.10.453
Raadsvoorstel ''Lezen, leren en innoveren in perspectief''
Inleiding
Het raadsdossier (Transitie bibliotheekfuncties) is op 30 oktober 2012 tijdens de
behandeling door de commissie MC op verzoek van de commissie door de
portefeuillehouder teruggenomen in afwachting van de definitieve voorstellen voor
de bibliotheekinnovatie en de financiële uitwerking daarvan. Deze voorstellen treft u
hierbij aan. Beslisvoorstellen en bijlagen die deel uitmaakten van het raadsdossier
Transitie Bibliotheekfuncties zijn, voor zover nog relevant, verwerkt in dit dossier.
Over het in ‘Transitie Bibliotheekfuncties’ opgenomen verzoek om alvast financiële
middelen te reserveren voor de toekomstige transitiekosten en daartoe een in 1996
verstrekte lening te mogen gebruiken, heeft de raad met instemming besloten.
(12BST02019, de facto vooralsnog €1.213.230). Een extra frictie van 442k die in 2013
ontstaat als gevolg van het besluit van de raad om de sluiting van vestigingen uit te
stellen is verwerkt in de reorganisatiekosten in dit nu voorliggende dossier omdat
hiermee geen rekening kon worden gehouden in de exploitatiebegroting van de BE
voor 2013.
De Bibliotheek Eindhoven (BE) heeft voor 2013 een nagenoeg sluitende begroting
aangeleverd waarin rekening is gehouden met de derde tranche bezuinigingen ter
hoogte van €750.000 . Daarmee is per 1 januari 2013 vijfentwintig procent zijnde
€1.500.000 structureel bezuinigd ten opzichte van het subsidieniveau 2010. Hoewel
de begroting aannames bevat en risico’s kent vanwege de lopende reorganisatie en
afbouw van personeel, is er voor dit moment geen reden om aan te nemen dat het
opgenomen begrotingstekort van 3,8% niet kan worden opgevangen. BE heeft
aangegeven het tekort te willen beperken door kosten waar mogelijk te drukken en
investeringen uit te stellen. Een eventueel restant zal drukken op het vermogen van
de BE.
Met de raad is afgesproken dat voorafgaand aan de behandeling van de kadernota
voor 2014-2017 een integraal beslisdossier wordt voorgelegd waarin een
innovatieprogramma voor de bibliotheek van de toekomst wordt gepresenteerd in
combinatie met een deugdelijke en transparante financiële paragraaf. Een
Bijlage 4a
Raadsnummer 13R5262
2
expertteam onder leiding van de heer van Hamersveld heeft van het college het
verzoek gekregen om voorstellen voor dit innovatieprogramma (fase 2 experttraject)
te ontwikkelen, gebaseerd op de resultaten uit de eerste fase van het experttraject
dat in de eerste helft van 2012 is uitgevoerd. De resultaten van de 1e fase staan in het
rapport ‘’Zonder kaft of ezelsoren?’’ dat voor de zomer 2012 door het college is
vastgesteld en waarmee vervolgens de raad is geïnformeerd. Een en ander sluit
naadloos aan op wat door de raad op 26 juni 2012 is vastgesteld op basis van het
raadsdossier ‘’Eindhovense bibliotheekfuncties in nieuw perspectief’’. De daarbij
ingediende motie M25 is aanleiding geweest voor een toezegging dat tussentijds, in
het najaar van 2012, zou worden gekomen ‘met een evaluatie (NB: pilot Berckelhof)
en met de verdere doorontwikkeling’.
De bibliotheekfuncties verkeren in een transitie naar nieuw toekomstprofiel. In de
bijgevoegde notitie ‘Odyssee BE’ (bijlage 1b) heeft de stuurgroep van het
experttraject Bibliotheek van de Toekomst in nauwe samenspraak met de BE
uitwerking gegeven aan een toekomstbestendige en innovatieve variant, een sober
alternatief hiervoor (voorkeursvariant) én ook aan de uitwerking van basaal
alternatief voor de traditionele bibliotheekfuncties. De varianten zijn financieel
doorgerekend met inzet van externe expertise (Adlasz BV) in een uiterste inspanning
om te komen tot een hoge mate van validiteit (bijlage 1c).
De bijgevoegde notitie Odyssee BE (bijlage 1b) is de inhoudelijke onderlegger voor
dit raadsdossier. De notitie is inmiddels aangeboden aan het college met een
samenvattende toelichting, verantwoording en advies van de voorzitter van de
stuurgroep van het experttraject. Deze treft u bij de bijlagen aan. (bijlage 1a)
Op de valreep heeft de Raad van Toezicht van de BE een brief gestuurd aan het
college. In de brief wordt aangegeven dat de RvT van mening is dat het maximale
resultaat nog niet is bereikt waar het gaat om coproductie en cofinanciering. De RvT
pleit verder voor een strikte scheiding tussen de beoordeling van de exploitatie van
de bibliotheek en de zaken die samenhangen met het vastgoedeigendom (de BE is
voor 50% eigenaar van De Witte Dame). De mening van de RvT is in de voorgestelde
besluiten gerespecteerd waarmee vooral ruimte wordt gecreëerd voor verdergaande
cocreatie van de BE met het maatschappelijk middenveld waaronder de SPIL-
partners, uiteindelijk ook leidend tot meer resultaten op het gebied van
cofinanciering. Aan de BE zal worden gevraagd om voorafgaand aan de
begrotingsbehandelingen van 2014 – 2017 inzicht te verschaffen in de resultaten
hiervan.
Bestuurlijk kader
Raadsnummer 13R5262
3
a Wettelijke taak
x Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college
Eindhoven dient een zo breed mogelijke laag van de bevolking te voorzien van
onafhankelijke en pluriforme informatie.
x Onvermijdelijk
Basis voor de ontwikkeling van het innovatieoprogramma voor de toekomst
Doelstelling
Eindhoven dient een zo breed mogelijke laag van de bevolking te voorzien van
onafhankelijke en pluriforme informatie. (Collegeproduct: 4.7.7 Media)
De gevraagde besluiten liggen in lijn met de doelstellingen van de ‘richtinggevende
notitie bezuinigingen bibliotheek’ (2011), de ‘Eindhovense bibliotheekfuncties in
nieuw perspectief’ (2012) én het visiedocument ‘Zonder kaft of ezelsoren?’ (2012).
Voorstel
1. Kennisnemen van de bijlagen 1 t/m 5 met het daarin opgenomen advies van
de stuurgroep ‘Bibliotheek van de Toekomst’ om te kiezen voor variant 2.
(bijlage 1a)
1.1 Kennisnemen van de brief van de Raad van Toezicht van de BE van 18 februari
2013 (RvT1540) waarin ondermeer aangegeven wordt dat de mogelijkheden
voor cocreatie en cofinanciering nog niet zijn uitgeput (bijlage 1 e)
2.1 Instemmen om onmiddellijk te starten met de uitvoering van variant 3 en
daarmee impliciet invulling geven aan de bezuinigingstaakstelling van
€3.000.000. Een en ander strikt binnen de randvoorwaarde dat de
vestigingen pas worden gesloten samen oplopend met de realisatie van
alternatieven binnen het onderwijs en voor de sociale functies. (zie bijlage
1b)
De inmiddels op basis van de raadsbesluitvorming bijgestelde planning
hierbij is als volgt:
Meerhov. Stratum Gestel Mensfort Achtse B. Strijp Vaartbr. Woens. Hei
1 sep ‘13 1 okt ’13 1 nov ’13 1 nov ’13 1 mrt ’14 1 mrt ‘14 1 apr ’14 1 mei ‘14
2.2 - Instemmen met de initiële compensatie van de transitiekosten (frictie-,
reorganisatie- en innovatiekosten). Het betreft de volgende posten:
- initiële frictiekosten, per saldo begroot op €1.130.000
- initiële reorganisatiekosten, per saldo begroot op €686.000
Raadsnummer 13R5262
4
- initiële innovatiekosten, per saldo begroot op €764.000
Bij deze opsomming is al rekening gehouden met eerder door de gemeente
beschikbaar gestelde bedragen én met reserveringen in de
exploitatatiebegroting en op de balans van de BE.
- De actuele financieringsbehoefte die hierdoor ontstaat en de dekking ervan
zijn uitgewerkt in beslispunt 6 en het bijbehorende argument alsmede de
wijze waarop de subsidies worden verdeeld over de jaren 2013, 2014 en
2015.
3.1 Kennisnemen van de door de stuurgroep becijferde en noodzakelijk geachte
aanvullende financiering voor de bibliotheek van de toekomst van ca
€1.100.000 structureel, indien de raad kiest voor variant 2, zijnde de door de
stuurgroep van het experttraject geadviseerde variant.
3.2 Onderschrijven van de maatschappelijke noodzaak tot realisatie van variant 2
en daarbij vooral inzetten op een voortvarende realisatie van het Educatief
Programma. (zie ook Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs.
Vaardigheden en attitudes voor de 21ste eeuw” http://bit.ly/nrc-knaw) )
3.3 De BE verzoeken om in een co-creatieproces, financieel en inhoudelijk, met
de stedelijke SPIL partners én de gemeente te komen tot een gezamenlijk
plan van aanpak voor het Educatief Programma inclusief financiering Vanuit
de gemeente zal hierbij met name een expliciete verbinding worden
gemaakt met het VVE beleid en de aanwezige ruimte in het VVE budget.
3.4 De BE in een reactie op hun brief van 18 februari 2013 uitnodigen om de
Kenniswerkplaats op basis van de door de RvT beschreven ambitie te
realiseren en er hierbij van uit gaan dat daarbij tevens het ontstaan van
huisvestingsfricties zal worden uitgesloten.
3.5 Het college opdragen om in afstemming met de BE en vóór de
begrotingsbehandeling 2014 inzicht te geven in de wijze waarop en de mate
waarin het resultaat onder 3.3 en 3.4 is bereikt.
3.6 Het college op te dragen om voor de begrotingsbehandeling 2014 inzicht te
verschaffen in de mogelijkheden tot en de effecten van regionale
samenwerking in de aanpak van de bibliotheekinnovatie.
4.1 Kennisnemen van de uitgangspunten én de financieringsgrondslag voor de
realisatie van alternatieven voor de sociale functies van de wijkfilialen en het
PBMV opdragen om de uitwerking hiervan voorafgaand aan iedere feitelijke
sluiting ter kennis brengen van de gemeenteraad. Hierbij zal met name de
focus gericht zijn op de volgende functionaliteiten:
Filialen
Functies
Achtse
Barrier
Meerhoven
Mensfort
Strijp
Stratum
Vaart
broek
Woenselse
Heide
Raadsnummer 13R5262
5
Profielschet
s op basis
van
onderzoek
Snuff
el-
bibli
o-
theek
Jong
en
betro
kken
Inte
gra-
tiem
a-
chin
e
Rusti
g
rustp
unt
Zoe
te
inva
l
Duiz
end
poot
Gelee
f-
de
biblio
-
theek
4.2 Instemmen met de initiële reservering van een investeringskrediet van
€150.000 hiervoor.
4.3 Instemmen met een dekking hiervan uit de kredieten kleine verbouwingen
VTA’s.
5.1 Kennisnemen van de mogelijkheid om een pilot uit te voeren ten behoeve
van toekomstbestendige ruilbibliotheken door middel van een initiële
investering van €365.000 .
5.2 Besluiten om van deze mogelijkheid géén gebruik te maken maar om aan te
sluiten bij de inmiddels ontstane dynamiek vanuit de burgers (Prinsejagt,
Driehoeksbos). Dit koppelen aan de verkenningen per gebied naar de
behoefte aan maatschappelijk vastgoed.
6.1 Kennis te nemen van de daadwerkelijke resterende financieringsbehoefte in
de 2 scenario’s (zie argumenten) en dit bij variant 2 voor €1.325.000,- te
dekken uit de Endinetreserve;
6.2 Kennis te nemen dat de onder de beslispunt 6.1 genoemde resterende
financieringsbehoefte in gunstige zin afwijkt van de onder beslispunt 1 tot en
met 3 genoemde bedragen als gevolg van versnelde realisatie van de
bezuinigingstaakstelling en toevoeging van het structurele extra budget voor
bibliotheekdoelen in Meerhoven.
Argumenten
1.1 Integrale besluitvorming over de bibliotheekfuncties van de toekomst is nu mogelijk:
Het rapport ‘Odyssee BE’ is het resultaat van de tweede fase van het
experttraject. Het rapport geeft het antwoord van de stuurgroep op het verzoek
van het college om op basis van de resultaten van de eerste fase van dit traject te
komen tot een verdere uitwerking en financiële vertaling (12bst01081). In het
rapport wordt een variant (variant 1) uitgewerkt die lineair overeenkomt met de
conclusies en aanbevelingen uit de 1e fase van het experttraject. Daarmee wordt
een volwaardige transitie naar toekomstbestendige bibliotheekfuncties
gerealiseerd. Dit scenario wordt ook financieel vertaald. Daaruit komt helaas naar
voren dat deze optimale variant allesbehalve past in de bezuinigingstaakstelling
Raadsnummer 13R5262
6
zoals verwoord in het coalitieakkoord. Om die reden wordt deze variant niet als
voorkeursvariant voorgesteld. In het rapport wordt verder invulling gegeven aan
een zeer sobere variant (variant 3). Deze variant voldoet wél aan de gestelde
financiële kaders maar is echter niet toekomstbestendig. Ze geeft geen afdoende
antwoord op de grote veranderingen in de samenleving die momenteel
plaatsvinden als gevolg van de digitalisering en het internet én sluit
onvoldoende aan op de veranderende vragen van de klant. In deze variant
worden uitsluitend de belangrijkste traditionele bibliotheekproducten op een
andere wijze vormgegeven. Dit leidt tot een verschuiving van het aanbod van
fysieke boeken naar alle scholen in het primair onderwijs én tot de handhaving
van een sobere centrale uitleenbibliotheek, vooral gericht op de
beschikbaarstelling van papieren boeken. Gezien de maatschappelijke
ontwikkelingen is de verwachting dat deze variant over de jaren heen steeds
minder een antwoord zal zijn op de vraag en uiteindelijk zal verdampen. Dit kán
overigens een verantwoorde keuze zijn. De beschikbaarheid van digitale content
zal immers gelijkoplopend in dezelfde periode naar verwachting stevig
doorgroeien. De taakstelling om deze via een leenformule beschikbaar te stellen
is echter voorbehouden aan de rijksoverheid. De stuurgroep adviseert in Odyssee
BE om vooralsnog akkoord te gaan met de uitvoering van variant 2. Deze variant
behelst een volwaardig Educatief Programma op alle scholen in het primair
onderwijs en voor zover gekoppeld aan SPIL, ook binnen de kinderopvang. Dit
Educatief Programma is gericht op een krachtige stimulering van het lezen, op
de ontwikkeling van mediawijsheid en op het leren omgaan met allerlei digitale
techniek. Daarnaast omvat variant 2 een sobere en basale centrale bibliotheek
maar dan zodanig ingericht dat die als springplank kan functioneren voor een
volwaardige Kenniswerkplaats in de verdere toekomst. Een Kenniswerkplaats die
is gebaseerd op coproductie en cofinanciering met andere partners in de stad.
1.2 Het rapport Stille Kracht brengt de gevolgen van de sluiting per wijkvestiging in beeld:
Het college heeft in oktober 2012 aan de raad toegezegd te zullen komen met
een nadere analyse, per vestiging, van de maatschappelijke waarde en het
feitelijke nut van de bestaande wijkfilialen. Dit onderzoek heeft inmiddels
plaatsgevonden door studenten van de afdeling Urban Design van de TUe. Een
en ander onder begeleiding en deels in coproductie met de gemeentelijke
afdeling BIO. Het rapport toont aan dat bij de wijkfilialen sprake is van diversiteit
en dientengevolge geen eenduidig antwoord mogelijk is. Per vestiging geeft het
rapport antwoord op de gestelde vraag. Wat wel als een rode draad naar voren
komt is dat de vestigingen in ruime mate ook gebruikt worden voor andere dan
de meest primaire bibliotheekfunctie; het uitlenen van boeken. Het gebruik van
de vestigingen is sterk gerelateerd aan functies als Ontmoeting, Verblijf,
Contactlegging, Opvang en Studeren. In het onderzoek komt naar voren dat
Raadsnummer 13R5262
7
deze functies door de gebruikers als heel belangrijk worden beschouwd. Dit
wordt ook bevestigd door het digipanelonderzoek dat in december is
uitgevoerd. Ook wordt duidelijk dat veel van de huidige gebruikers om
verschillende redenen afhankelijk zijn van deze vorm van dienstverlening
waaronder (gebrek aan)geld, mobiliteit, ruimte thuis en faciliteiten. Het
probleem dat hiermee op tafel komt kan gelden op grotere schaal en voor
meerdere bewonersgroepen in de stad. Om verdergaande tweedeling in onze
stad te voorkomen is het van groot belang dat nader onderzocht wordt hoe het
hiermee staat c.q. dat hiermee rekening wordt gehouden in lopende
onderzoeken (gebiedsverkenningen) en bij de inzet van onze sociale
infrastructuur.
1.3 De uitslag van het digipanel ondersteunt de bevindingen tot nu toe: Om een nog beter beeld te krijgen van de maatschappelijke waarde van wat in
de bestaande wijkfilialen wordt aangeboden, is in december, parallel aan het
TUe onderzoek, een aantal vragen en stellingen voorgelegd aan het digipanel.
De uitslagen bevestigen grotendeels het TUe onderzoek waarbij opvalt dat de
digipanelleden in ruime mate de opvatting hebben dat het fysieke boek nooit
aan waarde en nut zal inboeten. De officiële trends laten een duidelijk ander
beeld zien. Ook het digipanel signaleert dat de filialen voor een veel bredere
doelstelling worden gebruikt dan alleen het lenen van boeken.
1.4 De pilot Berckelhof kan gelden als voorbeeld voor andere initiatieven in de stad:
In verzorgingscentrum Berckelhof in Tongelre is in 2012 een pilot uitgevoerd als
alternatief voor de sluiting van de bibliotheekvestiging in Herzenbroeken. De
resultaten van deze pilot zijn in de bijgevoegde evaluatie beschreven. De
conclusie is dat de doelen in flinke mate zijn bereikt en dat er nog steeds sprake
is van optimalisering. De bibliotheek in Berckelhof heeft een duidelijke functie
naar de omgeving. Ook dient het bibliotheekpunt de eigen doelen van Vitalis om
meer en meer te ontsluiten naar de omgeving en de maatschappelijke integratie
van senioren te bevorderen. Er is dus sprake van een win-win situatie. Het
beoogde effect om door het aanbieden van boeken op dit soort locaties ook de
senioren meer te laten lezen is echter niet opgetreden. Het gebruik door
senioren is er niet groter maar ook niet kleiner door geworden. Hiervoor worden
evidente redenen aangegeven. Wel heeft deze pilot bijgedragen aan een stuk
vermaatschappelijking van de zorg en aan het doorbreken van maatschappelijk
isolement. Door de bibliotheek in Berckelhof heeft een belangrijke integratie
plaatsgevonden met de bewoners van Tongelre. Door de inzet van vrijwilligers
uit de doelgroep senioren is dit nog eens versterkt. Op basis van de resultaten
Raadsnummer 13R5262
8
van de pilot in Berckelhof hebben gesprekken plaatsgevonden met Vitalis, de
Archipel en een paar corporaties. De belangstelling om op meerdere plaatsen in
de stad soortgelijke voorzieningen te realiseren is bij de maatschappelijke
partners groot. Dat geldt ook voor de bereidheid om naast coproductie ook voor
een flink deel gezamenlijk de kosten ervan te dragen. Er resteert echter in de
huidige opzet een exploitatietekort waarvoor nog geen cofinanciering is
gevonden. De dekking van dit tekort maakt gezien de eerdere prioritering én de
geprioriteerde programmalijnen van het experttraject géén deel uit van de
onderhavige beslissingen.
1.5 De scholenpilot in Tongelre levert de gevraagde opbrengst om te komen tot zorgvuldige detaillering van het Educatief Programma:
De pilot die in 2012 is uitgevoerd binnen de vier basisscholen in Tongelre buiten
de Rondweg is geëvalueerd met een bemoedigend resultaat. De pilot is
uitgevoerd om zicht te krijgen op de haalbaarheid, de mogelijkheden en de
effecten van bibliotheekpunten binnen het primair onderwijs. De ervaringen in
de pilot hebben bijgedragen aan het Educatief Programma ‘Wijzer! met
taal&media’ zoals beschreven in de nota Odyssee BE. Hoewel er nog geen
expliciet antwoord is op alle ruimtelijk-fysieke problemen en op de
cofinancieringsvraag aan het onderwijs (zie de kanttekeningen) is het wel
duidelijk dat de uitrol van het Educatief Programma naar alle SPIL centra en
andere scholen in het primair onderwijs wordt toegejuicht. Het Educatief
Programma zal voor veel kinderen een antwoord zijn op het afstoten van de
vestigingen. Sterker, door realisatie van het Educatief Programma ‘Wijzer! met
taal&media’ is het bereik van de jeugd straks nagenoeg honderd procent.
2.1 De taakstellende bezuiniging is haalbaar in een alternatief voor de meest
elementaire traditionele bibliotheekfuncties maar dat schiet tekort voor een
bibliotheek van de toekomst:
Door in te stemmen met de start van de uitvoering van variant 3 wordt voor een
groot deel tegemoet gekomen aan de transitie zoals de raad die voor de zomer
van 2011 voor ogen had. Dit was vooruitlopend op het meer toekomstgerichte
experttraject. Met uitzondering van de realisatie van bibliotheekpunten in de
ouderenvoorzieningen kan d.m.v. variant 3 de bezuinigingstaakstelling worden
gerealiseerd. De variant 3 richt zich echter vooral op een andere wijze van
inzetten van de traditionele bibliotheekfuncties. Dit is een sobere en weinig
toekomstgerichte benadering. Toch wordt u voorgesteld om tot de uitvoering
ervan over te gaan. Vanwege uitstel van de raadsbehandeling van het dossier
Transitie Bibliotheekfuncties in november als gevolg van de
commissiebehandeling op 30 oktober 2012 zijn al extra frictiekosten ontstaan
van ca €442.000 t.o.v. de oorspronkelijke raming waarvoor dekking was voorzien
Raadsnummer 13R5262
9
in de exploitatiebegroting 2013 van BE. De raad heeft immers besloten dat geen
sluitingen van vestigingen mogen plaatsvinden voorafgaand aan de integrale
raadsbesluitvorming die nu voorligt. Dit betekent tevens dat ieder verder uitstel
van de uitvoering van deze basisvariant opnieuw zal leiden tot extra
frictiekosten. Nu wordt ervan uitgegaan dat sluiting van de vestigingen
gefaseerd plaatsvindt vanaf september 2013 en dat gelijk oplopend daarmee de
uitrol zal plaatsvinden naar het onderwijs én alternatieve voorzieningen voor de
sociale functies worden gerealiseerd in de wijken. Kiezen voor de uitvoering van
deze variant 3 met directe ingang na besluitvorming kan een opmaat zijn om op
een later moment -maar wel zo snel mogelijk daarna- mogelijkheden te
scheppen voor het hogere en meer toekomstproof ambitieniveau van variant 2.
Gesterkt door de recente brief van de RvT van de BE is het de verwachting dat
door cocreatie en cofinanciering met partners in het veld, waaronder de
onderwijsinstituten, deze hogere ambitie zal kunnen worden bereikt. Vanuit de
overheid kan dit proces worden gefaciliteerd en gestimuleerd waarbij het van
groot belang is dat hiertoe ook intern de krachten vanuit Cultuur, Onderwijs,
Zorg en Gebiedsontwikkeling worden gebundeld. Door een koppeling te maken
met de doelstellingen en de financiële middelen van het VVE beleid ontstaat de
mogelijkheid om de per saldo resterende financiële behoefte voor de realisatie
van variant 2 te dekken.
2.2 De frictie- en transitiekosten zijn stevig bij een ombuiging van deze
omvang:
De varianten voor de transitie van de bibliotheekfuncties gaan gepaard met
eenmalige kosten voor fricties, reorganisatie en innovatie. In de benadering van
deze problematiek is een splitsing gemaakt tussen enerzijds de kosten die
samenhangen met de fricties als gevolg van de huisvestingsverplichtingen en
anderzijds de overige eenmalige afbouw- en ombouwkosten. Voor de eerste
categorie, de huisvestingsfrictie, speelt met name de relatie met de benodigde
vierkante meters in De Witte Dame. Op basis van de ambitie die de BE neergelegd
heeft in haar brief van 18 februari 2013 gaan we de BE verzoeken om vol te gaan
voor de realisatie van de Kenniswerkplaats door middel van cocreatie met diverse
maatschappelijke partners waarmee tevens een overmaat aan vierkante meters
en de daaraan gerelateerde frictiekosten wordt voorkomen. Naarmate er in dit
opzicht successen worden geboekt zal dit het risico van extra frictiekosten
voorkomen.. Uit de financiële bijlage 1c blijkt voorts dat er behalve de
huisvestingsfrictie in de twee voorliggende varianten sprake is van eenmalige
kosten ter hoogte van ongeveer €4.500.000. Deze kosten zijn het gevolg van
overige frictie-, reorganisatie-, en innovatie. Deze kosten kunnen deels gedekt
worden door het inmiddels hiervoor gereserveerde bedrag van €1.200.000 dat
oploopt naar €1.600.000 als de lening aan De Witte Dame Monumenten Beheer
bv (1996) aan de BE volledig is afgelost. Een verdere dekking komt uit reeds
Raadsnummer 13R5262
10
daartoe gereserveerde budgetten op de BE balans of in de exploitatie 2013 . Voor
het restant wordt dekking gevraagd uit gemeentelijke middelen hetgeen per
saldo tot uitdrukking wordt gebracht bij beslispunt 6 en wordt toegelicht in het
bijbehorende argument. Voor de goede orde: Uitsluitend de kosten die
daadwerkelijk moeten worden gemaakt komen voor compensatie in aanmerking.
De begroting is gebaseerd op worst case met dien verstande dat er hierbij geen
rekening kon worden gehouden met de financiële gevolgen samenhangend met
een eventuele afwaardering van De Witte Dame en de daarmee samenhangende
‘goodwill’.
3. De basisstructuur voor een toekomstbestendige bibliotheek vraagt om meer
budget. De stuurgroep bepleit variant 2:
Toelichting
In het schema is te zien dat het huidige subsidieniveau wordt teruggebracht
door hele gerichte keuzes naar het niveau van 3 miljoen structureel om hiermee
de bezuinigingstaakstellingen te kunnen bereiken. Vervolgens zijn er
innovaties en daarmee investeringen noodzakelijk voor de realisatie van een
basale maar toekomstbestendige bibliotheek waarbij het structureel
benodigde subsidie op een niveau van circa 4,1 miljoen euro uitkomt.
Het resultaat van het experttraject en het daarop volgende collegeverzoek aan
de stuurgroep om een nadere uitwerking van de conclusies en aanbevelingen
aan te bieden, leidt tot een advies van de stuurgroep aan de raad om nu direct al
Raadsnummer 13R5262
11
te kiezen voor variant 2. Door middel van deze variant wordt naar de mening van
de stuurgroep een basisfundament gelegd voor de doorontwikkeling van de
bibliotheekfuncties. Een fundament dat spoort met de maatschappelijke
ontwikkelingen en dat recht doet aan de ontwikkeling van de maatschappelijke
vraag. Er is veel rekenwerk verricht om met deze variant in de buurt te komen
van de budgettaire bezuinigingstaakstelling. Ondanks de zekerheidshalve
additionele inzet van een materiedeskundige van Adlasz BV is dat echter niet
gelukt. Kiezen voor toekomstbestendige kwaliteit bij het beoogde
subsidiebudget van 3 miljoen euro structureel zou betekenen dat de raad nu
moet kiezen voor één van de twee primaire programmalijnen (zie ook de
‘kanttekeningen!). Een onmogelijke opgave, uitgaande van een noodzakelijk
profiel van bibliotheekfuncties voor onze stad? Als dat zo is, dan is volgens de
berekeningen van de stuurgroep een extra structureel budget nodig van
€1.100.000. In de gemeentelijke begroting is inmiddels rekening gehouden met
het bezuinigde subsidiebedrag voor de BE. De raad heeft een voorbehoud
gemaakt bij de besluitvorming in 2012 in afwachting van het moment waarop
integrale afweging zou kunnen plaatsvinden. Indien de raad vanwege de
maatschappelijke relevantie het advies van de stuurgroep overneemt dan kan
een proces van co-creatie samen met het maatschappelijk middenveld
waaronder de SPILpartners leiden tot een bijdrage aan de oplossing voor de
budgettaire behoefte. Vanuit de gemeente willen we hierbij dan vooral ook een
expliciete verbinding maken met de doelstellingen en de budgetten die
verbonden zijn aan de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Met deze
inspanning willen we de per saldo resterende financiële behoefte afdekken. Voor
de begrotingsbehandeling 2014 zal inzichtelijk worden gemaakt of deze
doelstelling zal worden bereikt en in welke mate. Indien per 1 januari 2014 in de
extra financiering voor variant 2 is voorzien dan is de bezuinigingstaakstelling
feitelijk een jaar eerder bereikt dan beoogd.
- Aan de BE zal worden gevraagd om op dat moment tevens inzicht te
verschaffen in de wijze waarop en de mate waarin het gelukt is om met de
maatschappelijke partners te komen tot een invulling van de ambities met
betrekking tot de Kenniswerkplaats (zie ook 2.2)
- Tot slot willen we aangeven dat er redenen zijn om de doelstellingen die
samenhangen met de bibliotheekinnovatie te verbreden naar de regio
waaronder vooral Helmond. Met Helmond zijn hierover verkennende
gesprekken gaande. Behalve grote synergie-effecten kan een dergelijke
samenwerking tevens leiden tot financiële efficiency en cofinanciering. De
haalbaarheid en de mogelijke effecten zullen eveneens voor de
begrotingsbehandeling aan de Raad worden voorgelegd.
Raadsnummer 13R5262
12
4. De wijkfilialen hebben een bredere sociale functie, elementair voor veel
inwoners van de stad:
Met verschillende maatschappelijke partners in de stad is gesproken over de
wenselijkheid en de haalbaarheid van wijkvoorzieningen naar het model zoals
momenteel uitgevoerd in de pilot in Berckelhof. Deze biedt in de huidige vorm
nog voor jaren vooruit een alternatief voor de beschikbaarheid van
uitleenboeken op buurt- en wijkniveau. Hoewel succesvol wordt het vergroten
van het bereik van het fysieke boek voor senioren en mensen met
mobiliteitsproblematiek er niet mee wordt gehaald. Een uitrol is in de
voorliggende geprioriteerde programmalijnen dan ook niet meegenomen. Door
de sluiting van de bibliotheekfilialen in de wijken, komen echter ook de sociale
en ontmoetingsfuncties onder druk te staan, zoals deze door het gebruik van de
filialen zijn gegroeid. Bij de sluiting van de filialen is, conform eerdere afspraken
met de raad, uitgangspunt dat gelijk oplopend met die sluiting soelaas wordt
geboden voor het continueren van deze functies. De alternatieven zijn
gerealiseerd op het moment dat de filialen sluiten conform onderstaand
uitgangspunt:
Filialen
Functies
Achtse
Barrier
Meerhoven
Mensfort
Strijp
Stratum
Vaart
broek
Woenselse
Heide
Profielschet
s op basis
van
onderzoek
Snuff
el-
bibli
o-
theek
Jong
en
betro
kken
Inte
gra-
tiem
a-
chin
e
Rusti
g
rustp
unt
Zoe
te
inva
l
Duiz
end
poot
Gelee
f-
de
biblio
-
theek
Leeshoek x x x x x x x
Ontmoeten
/
Ontspannin
g
x x x x x x
Activiteiten x x
PC-
faciliteiten x x x x x x x
Neutrale,
veilige plek x x x
Raadsnummer 13R5262
13
Deze sociale functies zijn in het onderzoeksrapport ‘Stille Kracht’ van TUe nader
gedefiniëerd en getypeerd als functies en faciliteiten die bewoners/ gebruikers
erg zullen missen en als onvervangbaar beschouwen. De in het rapport
beschreven gebruiksfuncties zullen aan de hand van de gebiedsverkenningen en
analyses van het Projectbureau Maatschappelijk Vastgoed, en samen met
maatschappelijke partners, tijdig worden ingepast in bestaande structuren in de
wijken. Uiteraard staat het daarbij vrij om het creëren van een alternatief voor de
genoemde sociale functies in de wijk, als dat gewenst en/ of mogelijk is, te
combineren met de beschikbaarheid van uitleenboeken. De bibliotheek kan dit
soort initiatieven met inzet van de beschikbare contributies en zonder extra
subsidies faciliteren en zal hieraan graag medewerking verlenen. Voor dit
omvormingsproces is door middel van reservering een eenmalige
investeringskrediet van 150.000 euro beschikbaar vanuit de
investeringskredieten kleine verbouwingen VTA’s. Voorzover het vervallen van
de sociale functies van de wijkfilialen meer individuele effecten hebben,
bijvoorbeeld door het ontbreken van een computer voor een studerend kind in
de thuissituatie, dan kunnen voorzieningen getroffen worden binnen het bestek
van het bestaande armoedebeleid.
5.1. De Ruilbibliotheek kan een toekomstbestendig alternatief zijn voor de
beschikbaarheid van het fysieke boek:
In tegenstelling tot de Sociale Bibliotheek (zie Odyssee BE) waarvan verwacht mag
worden dat daarbinnen de specifieke bibliotheekfuncties (uitleen van boeken)
steeds minder een rol zullen spelen, is de verwachting dat de Ruilbibliotheek wél
een alternatief biedt voor de beschikbaarheid van het fysieke boek op de langere
termijn. Een pilot om de haalbaarheid van een Ruilbibliotheek vast te stellen is
opgenomen in het rapport Odyssee BE. U wordt geadviseerd om hieraan geen
uitvoering te geven of middelen ter beschikking te stellen. De ruilbibliotheek is
slechts één van de alternatieven. Momenteel zien we, veelal op initiatief van
bewonersgroepen (Driehoeksbos, Prinsejagt), meerdere varianten opkomen die
een alternatief bieden en die zeer sterk gerelateerd zijn aan de specifiek
maatschappelijke context. Het college wil er de voorkeur aan geven om dit soort
burgerinitiatieven zonodig te ondersteunen. Ook kan nog afgewacht worden of
‘’de markt’’ in de behoefte aan fysieke leenboeken gaat voorzien. Ook hiervan zijn
inmiddels voorbeelden bekend. De raad wordt geadviseerd om nu nog niet te
kiezen voor dit soort alternatieven maar de ontwikkelingen in de samenleving
nog af te wachten.
6 Daadwerkelijke resterende financieringsbehoefte wijkt af van de onder beslispunt
1 tot en met 5 genoemde financieringsbehoefte.:
Raadsnummer 13R5262
14
Bij beslispunten 1 tot en met 5 is uitgegaan van de oorspronkelijke
bezuinigingstaakstelling van 3 miljoen die is afgezet tegen een subsidiebudget
van 6 miljoen (niveau 2010). Inmiddels is in de gemeentelijke meerjarenbegroting
het subsidiebedrag voor de BE gecorrigeerd voor het jaarlijkse gemeentelijk
accres op subsidies.
De totale daadwerkelijke financieringsbehoefte voor de 2 varianten is dan als
volgt:
Variant 2 2013 2014 2015 2016 2017
Subsidiebehoefte BE 4.360 4.138 4.133 4.133 4.133
Reguliere subsidie Eindhoven 4.772 4.022 3.272 3.272 3.272
Effect beslispunt 3.3 VVE middelen 0 861 861 861 861
Resteert 412 745 0 0 0
Frictiekosten BE 278 2.042 162 0 0
Dekken uit Endinet- reserve (innovatie
gelden)
1.163 162
Uit restant structurele subsidie 2013/2014 278 879 0 0 0
Resteert 0 0 0 0 0
Variant 3 2013 2014 2015 2016 2017
Subsidiebehoefte BE 4.376 2.998 3.039 3.039 3.039
Reguliere subsidie Eindhoven 4.772 4.022 3.272 3.272 3.272
Resteert 396 1.024 233 233 233
Frictiekosten BE 280 2.137 162 0 0
Dekken uit Endinet- reserve (innovatie
gelden)
0 997 0 0 0
Uit restant structurele subsidie 2013 280 116 0 0 0
Uit restant structurele subsidie 2014 ev 0 1024 162 0 0
Resteert 0 0 0 0 0
Raadsnummer 13R5262
15
Kanttekeningen
Er bestaat onzekerheid over de vastgoedrisico’s:
Herwaardering van De Witte Dame die in 2013 zal plaatsvinden kan gevolgen
hebben voor de financiële positie van de BE die tevens voor 50% eigenaar is van
De Witte Dame.. Op het moment van schrijven van dit dossier zijn deze gevolgen
niet bekend. Ook is nog niet bekend welk standpunt de RvT van BE zal innemen
aangaande de waardering van het vastgoedbezit en de samenhangende goodwill
per ultimo 2012. Dit effect is in dit raadsvoorstel buiten beschouwing gelaten
maar kan feitelijk wel van invloed zijn gezien de actuele ontwikkelingen op de
vastgoedmarkt. In de brief van de RvT van de BE (bijlage 1 e) wordt overigens
aangegeven dat dit risico geen weerslag zal hebben op de aanwending van
gemeentelijke subsidies of de daarbij geldende taakstellingen.
De raad moet nu besluiten nemen:
De ontwikkeling van het transitieproces loopt grotendeels nog in de pas met wat
hierover in 2011 is afgesproken. Het uitstel van de gevraagde besluitvorming op
30 oktober 2012 leidt voor 2013 en 2014 tot extra kosten. Dit is het gevolg van het
langer openhouden van de vestigingen. Door de besluitvorming over het nu
voorliggende dossier moet er duidelijkheid komen over het vervolg. Aan de hand
daarvan moet zo efficiënt mogelijk de verdere uitrol plaatsvinden om onnodig
dure fricties te voorkomen. Dit staat los van het scenario waarvoor gekozen wordt.
Verder uitstel van concrete beslissingen moet voorkomen worden.
De doelstelling van cocreatie en cofinanciering wordt misschien niet gehaald:
In de gedachte gesterkt door de brief van de RvT van de BE (zien bijlage 1 e)
wordt geanticipeerd op verdergaande resultaten op basis van cocreatie en
cofinanciering met het maatschappelijk middenveld. Vóór de
begrotingsbesprekingen van het najaar 2013 zal bekend zijn of de daaraan
gekoppelde verwachtingen worden gehaald. Op dat moment zal de balans
opgemaakt kunnen worden en zal duidelijk worden of het beoogde
ambitieniveau van variant 2 hiermee gestalte kan krijgen. Er is echter een reëel
risico dat dit niet zo is. Bezuinigingen op allerlei terreinen en een voortdurende
crisis waarbij ook steeds weer nieuwe signalen van maatregelen tot beperking en
sanering in beeld komen beïnvloeden de kansen van dit proces.
Noch binnen de exploitatie van de BE, noch binnen het budget van de wethouder
Innovatie,Design, Cultuur en Openbare Ruimte is er financiële ruimte voor de
dekking van de frictie-, reorganisatie- en innovatiekosten:
Raadsnummer 13R5262
16
Het beleid met betrekking tot de vergoeding van frictiekosten door de
subsidieverstrekker beschrijft welke kosten voor vergoeding is aanmerking
komen en onder welke condities. Voorts is aangaande de dekking van deze kosten
afgesproken dat eerst zal worden gekeken naar de mogelijkheden binnen de
bestaande exploitatie van de betrokken instelling. Indien dat geen soelaas biedt
dan wordt beoordeeld of het integrale budget van de portefeuillehouder ruimte
biedt. Omdat daar geen ruimte is wordt nu tenslotte aanspraak gedaan op de
Endinetreserve. Een gunstig effect voor het bedrag dat hierbij gevraagd wordt is
het feit dat de bezuiniging een jaar eerder zal zijn gerealiseerd dan eerder
voorzien.hetgeen een incidenteel voordeel oplevert dat saldeert met de initiële
behoefte aan Endinetmiddelen.
Alle meevallers zullen worden verrekend:
De opgenomen bedragen zijn gedetailleerd onderbouwd en op diverse manieren
beoordeeld. Voor dit moment zijn ze zo hard als maar kan. Wel is er bij de
opstelling rekening gehouden met een worst case scenario. Indien de Witte Dame
Beheer bv de restschuld terugbetaalt ontstaat er €375.000 budgetruimte.
Terugbetaling kan echter nog lang gaan duren. Indien de afkoop van personeel
meevalt door het effect van parallelle maatregelen dan ontstaat er tevens weer
financiële ruimte. Het werkelijke niveau van de personele frictie is pas bekend als
de namen bekend zijn van degenen die af moeten vloeien en de daarmee
samenhangende subsidieclaim kan worden getoetst aan ons gemeentelijk
beleidskader. Als er snel partners gevonden worden of vervangende huurders
dan scheelt dat direct in de nu opgenomen kosten. Om de transitie door te voeren
calculeert BE op basis van de huidige inzichten een liquiditeitsprobleem
oplopend tot maximaal €700.000 in 2014 en vervolgens aflopend tot €89.000
positief in 2017. Hiervoor is een rekening courantkrediet noodzakelijk.
Afhankelijk van de werkelijke opnamebehoefte zal dit leiden tot extra kosten
a.g.v. rentebetalingen. Een eventueel verzoek van de BE voor een rekening
courantkrediet zal separaat via een collegevoorstel worden behandeld.
Nog niet alle opties zijn zeker:
Er is nog sprake van losse einden. Met de grote onderwijsorganisaties SALTO en
SKPO bestaat overeenstemming over het nut en het belang van het Educatief
Programma. Er bestaat, tegen eerdere verwachting in en vooral als gevolg van
bestuurswisselingen, echter nog geen hardheid over de financiële bijdrage vanuit
het onderwijs en over de beschikbare ruimte in vierkante meters. Inventariserend
onderzoek in 2011 heeft evenwel laten zien dat er naast grote belangstelling ook
de benodigde ruimte binnen het onderwijs beschikbaar is. Het Educatief
Programma is daarnaast zo uitgewerkt dat er sprake kan zijn van maximale
flexibiliteit en maatwerk per locatie. Of dit volstaat moet dus nog gaan blijken. De
gesprekken hierover met de grote onderwijsorganisaties lopen nog. De
Raadsnummer 13R5262
17
voorgestane verbinding met de doelstellingen en middelen van het VVE beleid zal
naar verwachting een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van
de resterende dilemma’s.
De Kenniswerkplaats spreekt bij diverse potentiële partners tot de verbeelding.
De bereidheid om in dat kader te komen tot vergaande inhoudelijke en financiële
samenwerking is in hoge mate aanwezig. Dit geldt zeker voor andere (culturele)
instellingen maar ook voor onderwijsinstituten als Fontys en de TUe. Wat ook
blijkt is echter hoezeer de instellingen gebonden zijn aan bestaande
verplichtingen, vastgoed, bestaande samenwerkingsconstructies. De huidige
marktomstandigheden spelen hier nog eens fors extra in door. Gesterkt door de
brief van de RvT van BE van 18 februari 2013 wordt geadviseerd om dit proces van
samenwerking te ondersteunen en te faciliteren en de BE te vragen hierover in
het najaar maar voorafgaand aan de begrotingsbehandeling de voorlopige
resultaten voor te leggen.
Indien de beoogde resultaten uit beslispunt 3.3 en 3.4 niet worden gehaald
ontstaat het risico van ongebruikte vierkante meters en de daaraan gekoppelde
huur.
Indien de beoogde resultaten uit beslispunt 3.4 wel worden gehaald dan worden
de revenuen allereerst gebruikt om de volledige Kenniswerkplaats mogelijk te
maken.
De resterende terugbetaling van de lening aan BE door De Witte Dame
Monumenten Beheer bv kan nog lang op zich laten wachten:.
Het restant van de uitstaande lening van ongeveer €375.000 is op korte termijn
niet inzetbaar. Hoewel rentedragend is gezien de huidige ontwikkelingen in de
vastgoedmarkt en de effecten daarvan voor De Witte Dame Monumenten Beheer
bv een aflossing van deze restantschuld niet snel te verwachten.
Meer innovatief kiezen is ook nog mogelijk:
Bij het formuleren van de voorstellen is rekening gehouden met de kaders zoals
die in 2011 door de raad zijn meegegeven. Denk hierbij aan het beschikbaar
houden van fysieke boeken voor de schooljeugd, voor de senioren en voor
mensen die geen alternatieven hebben om aan boeken te komen om te lezen. In
de uitwerking is rekening gehouden met alternatieven zoals een
thuisbezorgservice, zoals de ontwikkeling van ruilbibliotheken. Ook voor
impliciete functies zoals ontmoeting, verblijf, faciliteiten etc… is naar
oplossingen gezocht. De keuze kan natuurlijk ook gemaakt worden om,
eendachtig de maatschappelijke trends, per direct afstand te nemen van de
papieren boeken, om het Educatief Programma alleen te richten op het
bevorderen van mediawijsheid, om de leesbevordering exclusief de taak te laten
zijn van het onderwijs. Op die manier kan het beperkt beschikbare budget
volledig worden gericht op de huidige trends en toekomstproef worden ingezet.
Raadsnummer 13R5262
18
Dit past ook binnen de TDK formule (Technologie, Design&Kennis) zoals die als
‘On Brand’ doelstellingen gelden voor Eindhoven. Deze keuzes zijn echter niet
uitgewerkt omdat ze niet pasten in de kaders. Maar ze zijn natuurlijk wel
mogelijk!
Aantal exploitatieposten is niet meegenomen in de begroting 2014-2017 binnen
de 3 varianten:
Mede vanwege de grote onzekerheid met betrekking tot de omvang, zijn een
aantal exploitatieposten niet meegenomen, ondermeer storting in
voorzieningen, resultaten op niet door de reguliere subsidie van de door
Eindhoven gedekte projecten en mogelijke afschrijvingen van de goodwill. De
huidige stand van de onderhoudsvoorziening bij de BE (€.593.000,-) is toereikend
om op basis van het onderhoudsplan 2005 het voorzieningenniveau tot 2018 in
stand te houden. Benodigde onderhoudsmiddelen vanaf 2018 zijn niet in
getoonde exploitatiemodellen meegenomen. Verantwoordelijkheid om dit
binnen de eigen exploitatie op te vangen ligt bij de BE.
Kosten
Voor de resterende finacieringsbehoefte, zie argument 6.1.
Aanvullend hierop: Voor de realisatie van alternatieven voor de sociale functies
van de bestaande filialen €150.000 uit de investeringskredieten kleine
verbouwingen VTA’s.
Dit verzoek past mogelijk niet binnen de kaders van de onttrekkingen uit de
investeringskredieten kleine verbouwingen VTA’s maar het college van B&W mag
hiervan afwijken. Dit wordt dan ook voorgesteld.
De huidige stand van de kredieten kleine verbouwingen VTA's biedt voldoende
ruimte om de benodigde € 150.000 te kunnen dekken.
Daarnaast blijft er nog voldoende ruimte over om aanvragen voor kleine
verbouwingen VTA's te kunnen blijven honoreren.
Een begrotingswijziging voor dit onderdeel is niet noodzakelijk.
Communicatie
De communicatie heeft gestalte gekregen middels een intensief experttraject
waarbij veel partijen actief aan bod zijn geweest. Voorts is binnen BE op diverse
wijzen gecommuniceerd met medewerkers en klanten. Er is actief
gecommuniceerd via de pers over alle relevante ontwikkelingen. Via email komen
reacties uit de stad die vervolgens indien mogelijk gestandaardiseerd en waar
nodig individueel worden beantwoord. De ca veertig reacties die per 1 maart zijn
ontvangen zeggen hoofdzakelijk kort en bondig “de bieb moet blijven’’ .
Raadsnummer 13R5262
19
Planning en uitvoering
Zie de roadmap in het rapport Odyssee BE.
Evaluatie
Onder voorbehoud van nadere afspraken met raad en college wordt hierbij
uitgegaan van de reguliere instrumenten zoals voor- en najaarsgesprekken, turap,
Stafsessies etc…
Bijlage(n)
Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren:
b 1a Aanbieding stuurgroepadvies aan college
b 1b Rapport Odyssee BE
b 1c Rapport Financieel onderzoek Bibliotheek
b 1d Subsidiebehoefte variant 3
b 1 e Brief van de Raad van Toezicht van de BE van 18 februari 2013 (RvT1540)
b 2 Rapport Stille Kracht
b 3 Uitslag Digipanel december 2012
b 4 Evaluatie pilot Berckelhof
b 5 Evaluatie scholenpilot Tongelre
a
x De bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer en worden digitaal toegevoegd
aan het raadsvoorstel.
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
Raadsnummer 13R5262
20
Ontwerp Raadsbesluit
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 maart 2013;
besluit:
1. Kennisnemen van de bijlagen 1 t/m 5 met het daarin opgenomen advies van
de stuurgroep ‘Bibliotheek van de Toekomst’ om te kiezen voor variant 2.
(bijlage 1a)
1.1 Kennisnemen van de brief van de Raad van Toezicht van de BE van 18
februari 2013 (RvT1540) waarin ondermeer aangegeven wordt dat de
mogelijkheden voor cocreatie en cofinanciering nog niet zijn uitgeput
(bijlage 1 e)
2.1 Instemmen om onmiddellijk te starten met de uitvoering van variant 3 en
daarmee impliciet invulling geven aan de bezuinigingstaakstelling van
€3.000.000. Een en ander strikt binnen de randvoorwaarde dat de
vestigingen pas worden gesloten samen oplopend met de realisatie van
alternatieven binnen het onderwijs en voor de sociale functies. (zie bijlage
1b)
De inmiddels op basis van de raadsbesluitvorming bijgestelde planning
hierbij is als volgt:
Meerhov. Stratum Gestel Mensfort Achtse B. Strijp Vaartbr. Woens. Hei
1 sep ‘13 1 okt ’13 1 nov ’13 1 nov ’13 1 mrt ’14 1 mrt ‘14 1 apr ’14 1 mei ‘14
2.2 - Instemmen met de initiële compensatie van de transitiekosten (frictie-,
reorganisatie- en innovatiekosten). Het betreft de volgende posten:
- initiële frictiekosten, per saldo begroot op €1.130.000
- initiële reorganisatiekosten, per saldo begroot op €686.000
- initiële innovatiekosten, per saldo begroot op €764.000
Bij deze opsomming is al rekening gehouden met eerder door de gemeente
beschikbaar gestelde bedragen én met reserveringen in de
exploitatatiebegroting en op de balans van de BE.
- De actuele financieringsbehoefte die hierdoor ontstaat en de dekking ervan
zijn uitgewerkt in beslispunt 6 en het bijbehorende argument alsmede de
Raadsnummer 13R5262
21
wijze waarop de subsidies worden verdeeld over de jaren 2013, 2014 en
2015.
3.1 Kennisnemen van de door de stuurgroep becijferde en noodzakelijk geachte
aanvullende financiering voor de bibliotheek van de toekomst van ca
€1.100.000 structureel, indien de raad kiest voor variant 2, zijnde de door de
stuurgroep van het experttraject geadviseerde variant.
3.2 Onderschrijven van de maatschappelijke noodzaak tot realisatie van variant 2
en daarbij vooral inzetten op een voortvarende realisatie van het Educatief
Programma. (zie ook Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs.
Vaardigheden en attitudes voor de 21ste eeuw” http://bit.ly/nrc-knaw) )
3.3 De BE verzoeken om in een co-creatieproces, financieel en inhoudelijk, met
de stedelijke SPIL partners én de gemeente te komen tot een gezamenlijk
plan van aanpak voor het Educatief Programma inclusief financiering Vanuit
de gemeente zal hierbij met name een expliciete verbinding worden
gemaakt met het VVE beleid en de aanwezige ruimte in het VVE budget.
3.4 De BE in een reactie op hun brief van 18 februari 2013 uitnodigen om de
Kenniswerkplaats op basis van de door de RvT beschreven ambitie te
realiseren en er hierbij van uit gaan dat daarbij tevens het ontstaan van
huisvestingsfricties zal worden uitgesloten.
3.5 Het college opdragen om in afstemming met de BE en vóór de
begrotingsbehandeling 2014 inzicht te geven in de wijze waarop en de mate
waarin het resultaat onder 3.3 en 3.4 is bereikt.
3.6 Het college op te dragen om voor de begrotingsbehandeling 2014 inzicht te
verschaffen in de mogelijkheden tot en de effecten van regionale
samenwerking in de aanpak van de bibliotheekinnovatie.
4.1 Kennisnemen van de uitgangspunten én de financieringsgrondslag voor de
realisatie van alternatieven voor de sociale functies van de wijkfilialen en het
PBMV opdragen om de uitwerking hiervan voorafgaand aan iedere feitelijke
sluiting ter kennis brengen van de gemeenteraad. Hierbij zal met name de
focus gericht zijn op de volgende functionaliteiten:
Filialen
Functies
Achtse
Barrier
Meerhoven
Mensfort
Strijp
Stratum
Vaart
broek
Woenselse
Heide
Profielschets
op basis van
onderzoek
Snuff
el-
biblio
-
theek
Jong
en
betro
kken
Integr
a-
tiema
-
chine
Rustig
rustp
unt
Zoete
inval
Duize
nd
poot
Geleef
-
de
biblio
-
theek
Raadsnummer 13R5262
22
4.2 Instemmen met de initiële reservering van een investeringskrediet van
€150.000 hiervoor.
4.3 Instemmen met een dekking hiervan uit de kredieten kleine verbouwingen
VTA’s.
5.1 Kennisnemen van de mogelijkheid om een pilot uit te voeren ten behoeve
van toekomstbestendige ruilbibliotheken door middel van een initiële
investering van €365.000 .
5.2 Besluiten om van deze mogelijkheid géén gebruik te maken maar om aan te
sluiten bij de inmiddels ontstane dynamiek vanuit de burgers (Prinsejagt,
Driehoeksbos). Dit koppelen aan de verkenningen per gebied naar de
behoefte aan maatschappelijk vastgoed.
6.1 Kennis te nemen van de daadwerkelijke resterende financieringsbehoefte in
de 2 scenario’s (zie argumenten) en dit bij variant 2 voor €1.325.000,- te
dekken uit de Endinetreserve;
6.2 Kennis te nemen dat de onder de beslispunt 6.1 genoemde resterende
financieringsbehoefte in gunstige zin afwijkt van de onder beslispunt 1 tot en
met 3 genoemde bedragen als gevolg van versnelde realisatie van de
bezuinigingstaakstelling en toevoeging van het structurele extra budget voor
bibliotheekdoelen in Meerhoven.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, griffier.
gemeente Eindhoven
Raadsnummer 13R5586 Inboeknummer 13bst01799
Beslisdatum B&W 22 oktober 2013
Dossiernummer 13.43.451
Raadsvoorstel Uitrol bibliotheekbesluiten 23 april 2013
Inleiding
Op 23 april 2013 is de gemeenteraad akkoord gegaan met het raadsvoorstel Lezen,
Leren&Innoveren. Dit met inbegrip van de volgende moties en amendementen: M3,
M4, A7A, A14. Bovendien heeft het college hierbij toegezegd er vanuit te gaan dat de
Bibliotheek Eindhoven (BE) nieuwe ontwikkelingen op het gebied van uitleen en
lezen niet zal negeren en waar mogelijk zal faciliteren. Dit is door de BE bevestigd in
hun brief van 3 juli 2013. (zie bijlage) Het college heeft ook toegezegd om vóór de
begrotingsbehandeling aan te geven of er voor de sociale alternatieven extra
subsidiebudget nodig is. In de raad is afgesproken dat via een raadsdossier
voorafgaand aan de behandeling van de begroting 2014 de resultaten van de diverse
onderwerpen zullen worden voorgelegd. Het gaat per saldo om het volgende:
1. Het resultaat van het cocreatieproces van de BE met de SPIL partners en de
gemeente met betrekking tot het plan van aanpak voor het Educatief
Programma, inclusief de financiering ervan.
2. Het resultaat van de inspanningen van de BE met betrekking tot de realisatie
van de Kenniswerkplaats en daarmee het voorkomen van frictiekosten in de
exploitatie van de BE in de jaren 2014 en verder.
3. Motie M3: Samen met de BE de impact in kaart brengen van de bijzondere
huisvestingssituatie op de meerjarenbegroting 2014-2017 met
inachtneming van de vragen hierover van de stuurgroep van het
experttraject over verleden, heden en toekomst.
4. Inzicht verschaffen in de concrete mogelijkheden van regionale
samenwerking bij de aanpak van de bibliotheekinnovatie.
5. Motie M4: Een aanvullend plan te leveren in samenspraak met de BE, de
scholen en de kinderopvangorganisaties voor de toegankelijkheid van de
schoolbibliotheken buiten de schooltijden voor kinderen die in de
kinderopvang en BSO verblijven en voor kinderen die gewoon thuis zijn.
6. Amendement A7A: De benodigde vierkante meters voor de
schoolbibliotheken per locatie inzichtelijk te maken in het IHP.
7. Inzichtelijk maken of er naast het eenmalig beschikbaar gestelde budget van
€150.000 voor de sociale alternatieven nog een extra investering nodig is.
Bijlage 4b
Raadsnummer 13R5586
2
Amendement A14: Met betrekking tot de verdere uitwerking van amendement A14
van 23 april 2013 heeft de gemeenteraad aanvullende besluiten genomen op 17
september 2013 bij de behandeling van het raadsvoorstel “Uitvoering Amendement
A14 sociale wijkfuncties bibliotheek”. Bij die gelegenheid heeft de Raad tevens
ingestemd met motie M2 van de VVD. Deze motie is leidend voor de afstemming met
de Raad. In het bestek van dit dossier wordt daarom op dat onderdeel van de
bibliotheekinnovatie niet nader ingegaan. Met de Raad zijn afspraken gemaakt
omtrent de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de motie. Tweewekelijks zal
de raadscommissie MC worden geïnformeerd op basis van een geaccordeerd
procesformat en een toelichting daarop van de wethouder. In het format zijn de
fatale termijnen voor raadsbesluitvorming vastgelegd. De Raad wordt wel verzocht
om kennis te nemen van de daartoe strekkende kanttekening in dit dossier.
Bestuurlijk kader
a Wettelijke taak
<Klik hier voor toelichting>
x Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college
<Klik hier voor toelichting>
x Onvermijdelijk
<Klik hier voor toelichting>
Doelstelling
Beoordelen van de voortgang van de uitrol van de bibliotheekbesluiten van 23 april
2013 en de eventuele gevolgen hiervan voor de meerjarenbegroting 2014-2017.
Voorstel
1. Akkoord gaan met het voorlopige resultaat van de cocreatie en
cofinanciering van BE, Spilpartners en gemeente met betrekking tot het
Educatief Programma waarin ook een jaarlijks subsidiebudget van € 861.000
ten behoeve van de realisatie van doelstellingen van het VVE beleid is
opgenomen (zie bijlage Bibliotheekvoorziening en educatief programma
etc…)
2. Kennisnemen van de huisvestingsproblematiek van de BE, van het ontstaan
daarvan, van de visie van het college dat maatschappelijke partijen
gezamenlijk moeten optrekken in zaken als huisvesting, en van de
inspanningen op dit moment om de BE in dit proces te ondersteunen.
3. - Besluiten tot verdere acties om te komen tot een regionale samenwerking
bij de realisatie van de bibliotheekinnovatie op basis van de resultaten tot
nu toe (zie bijlage emailreactie BE d.d. 17 september 2017)
- Kennisnemen van het recente voornemen van de BE om aan het
regionaliseringsproces een lage prioriteit toe te kennen.
Raadsnummer 13R5586
3
4. Instemmen met de wens van de scholen en de kinderopvangorganisaties om
de zorg voor de toegankelijkheid van de schoolbibliotheken buiten de
schooltijden voor kinderen in de kinderopvang en BSO en voor kinderen die
thuis verblijven toe te vertrouwen aan de SPIL partners (M4) (zie ook bijlage
‘Bibliotheekvoorziening en educatief programma etc…)
5. Kennisnemen van de voorgenomen uitwerking van amendement A7A van
23 april 2013 waarbij in het IHP een specifieke melding wordt gemaakt van
benodigde vierkante meters voor dié schoolbibliotheken waarvoor -op basis
van een beoordeling van het gezamenlijke IHP overleg- in de bestaande
huisvesting definitief géén ruimte is. (zie ook bijlage ‘Bibliotheekvoorziening
en educatief programma etc…’)
6. Instemmen met het huidige inzicht dat er voor de realisatie van de
alternatieven voor de sociale wijkfuncties van de filialen, niet zijnde de
uitleenfuncties, geen extra budget nodig is bovenop de op 23 april 2013
door de Raad toegezegde initiële € 150.000 uit de investeringskredieten
Kleine Verbouwingen VTA’s.
Argumenten
1. De uitrol van het Educatief Programma is door de BE voortvarend opgepakt:
De feitelijke uitrol van het Educatief Programma vindt inmiddels plaats. Grotendeels
op basis van de eerder vastgestelde planning. Nagenoeg alle betrokken besturen
hebben ingestemd met de implementatie van een schoolbibliotheek zoals in het
programma ‘’Wijzer! met taal en media’’beschreven. De wijze waarop is maatwerk en
berust op een hoge mate van flexibiliteit. Binnen de uitwerking van motie M2 van 17
september 2013 wordt de implementatie met de Raad afgestemd. Ook de eventuele
belemmeringen of stagnaties die zich hierbij voordoen. Voor wat betreft de VVE
doelstellingen is een relatie tot stand gebracht met de portefeuille van de wethouder
Onderwijs en de sector M&M. De doelstellingen van het Educatief Programma sluiten
in voldoende mate aan op het VVE beleid en het daarmee samenhangende
subsidiekader. De eerder gecalculeerde subsidiebehoefte van €861.000 is door de BE
vertaald in een subsidieaanvraag. De beoordeling daarvan is nog niet afgerond. Er
bestaat inmiddels ook concreet uitzicht op het sluiten van een ‘overeenkomst’ tussen
bibliotheek, gemeente, de scholen en de kinderopvangorganisaties m.b.t. het
Educatief Programma. Hierin zal de rolverdeling en de inhoudelijke richting verder
worden uitgewerkt. De verdeling van de kostensoorten (cofinanciering) is onderdeel
van de genoemde overeenkomst. Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat het
uitblijven van de ondertekening van de overeenkomst geen beletsel is voor de
implementatie van de schoolbibliotheken. De scholen en kinderopvangorganisaties
financieren naar vermogen mee hetgeen met name tot uitdrukking komt in de
beschikbaarstelling van ruimtelijke faciliteiten en personeel. (zie de bijlage 1 van de
bijlage ‘’Bibliotheekvoorziening en educatief programma etc...’’
Raadsnummer 13R5586
4
2. Voor de leegstand in de Witte Dame die in 2014 ontstaat als gevolg van de
aanpassing van het bibliotheekprogramma is door de BE resp. DWD nog geen
oplossing gevonden.
De Witte Dame Monumenten B.V. (DWD) is een afzonderlijke rechtspersoon met
eigen taken en bevoegdheden die in haar eerste juridische gedaante in 1996 is
opgericht. DWD heeft hoofdzakelijk ten doel het in stand houden van het
beschermde rijksmonument De Witte Dame. Het pand De Witte Dame is in bezit en
beheer van DWD. Het pand heeft circa 32.000 m2 verhuurbare oppervlakte. De
stichting Openbare Bibliotheek Eindhoven (BE) huurt circa 7.500 m2. Vanwege
substantiële leegstand is de exploitatie van DWD verliesgevend. In haar brief van 3
juli 2013 (bijlage) geeft de BE aan bij punt 5 dat, ook bij verdere toename van deze
problemen, de samenhangende risico’s voor de BE beperkt zullen zijn.
Vanwege het nieuwe programma voor de toekomst heeft de BE vanaf 2014 een
overmaat aan vierkante meters in de Witte Dame. Met motie M3 vraagt de Raad om
inzicht in de impact hiervan. In de exploitatie van de BE is er vanaf 2014 geen budget
meer beschikbaar voor deze vierkante meters. In de raadsbesluiten van 23 april 2013
is geen rekening gehouden met extra subsidieverplichtingen als gevolg van
frictiekosten in de huisvestingssfeer van de BE. In de brief van 18 februari 2013 (zie
bijlage) heeft de Raad van Toezicht van de BE immers aangegeven nog goede
mogelijkheden te zien voor het realiseren van cocreatie en cofinanciering met
andere partners binnen de doelstellingen van de Kenniswerkplaats. De BE geeft nu
aan met diverse mogelijke partners, waaronder het CKE, in gesprek te zijn (geweest)
over cocreatie en cofinanciering in de locatie van De Witte Dame. Dit heeft
inhoudelijk geleid tot kleine successen maar niet tot noemenswaardige verhuur van
vloeroppervlakte. Per saldo dreigt er dus een huisvestingsfrictie voor de BE. Deze is
eerder gecalculeerd op maximaal €559.000 per jaar vanaf 1 januari 2014. Het is nog
maar de vraag óf en in hoeverre de gemeente als subsidiegever voor de dekking
hiervan middelen beschikbaar moet stellen. Het vigerende gemeentelijke
beleidskader hiertoe zal worden toegepast als de BE formeel gaat verzoeken om
compensatie van deze kosten. Een eerste stap zal dan zijn om te beoordelen of de BE
deze kosten in de eigen (meerjaren)exploitatie kan opvangen.
De BE heeft in 1996 onder gunstige condities en met instemming van de gemeente
een huurcontract verworven in de Witte Dame. Maar wel onder de garantie van
afname van de overeengekomen m2 tot 2027. Hiermee werd het destijds een
aantrekkelijke deal voor alle partijen: huurders – eigenaar – financier(s).
Complicerende factor daarbij is nu dat de BE via de Stichting OBE zelf
medebestuurder en 50% aandeelhouder is van De Witte Dame Monumenten BV, en
dus voor 50% eigenaar is van het gebouw. Met de verminderde behoefte aan
vloeroppervlakte voor de hoofdvestiging van de bibliotheek ontstaat er een gat in de
exploitatie van de DWD indien de BE niet meer aan haar huurverplichtingen zou
voldoen.
Raadsnummer 13R5586
5
De gemeente is geen partij in DWD en haar vastgoed, de BE is dat dus wel. De
constructie van de bijzondere huisvestingssituatie op zich heeft geen impact op de
gemeentelijke begroting. Als dat aan de orde zou zijn leggen wij dat uiteraard aan uw
raad voor. De gemeente heeft wel te beoordelen als er frictiekosten als gevolg van de
overbodige m2 zijn of hij dat moet / wil compenseren.
Het is de vraag of de BE de huidige problemen zelfstandig kan oplossen. In de
opvatting van de gemeente moeten partijen in het maatschappelijk speelveld meer
samenwerken op terreinen zoals huisvesting. Dat moet leiden tot een betere inzet
van het maatschappelijke kapitaal. Daarvoor is het essentieel dat de betrokken
partijen op bestuurlijk niveau dit met elkaar delen en vastleggen. Vanuit die filosofie
doet de gemeente nu inspanningen om een overeenkomst met de BE te sluiten
teneinde geformaliseerd haar expertise in te zetten voor deze instelling teneinde de
dreigende frictiekosten te voorkomen. Onderwijl zijn en worden al de nodige acties
uitgezet om tot een oplossing te komen. Ondanks intensief onderhandelen, zijn er
nog geen concrete resultaten. Dit heeft meer tijd nodig. De verwachting is dat tegen
de datum van 1 januari 2014 meer duidelijkheid kan worden gegeven over de exact
te verwachten fricties en de duur ervan in de jaren vooruit. Voor dit moment is niet
meer aan te geven dan dat de impact van de huisvestingsfrictie, vanwege de
bijzondere huisvestingssituatie, maximaal €559.000 zal bedragen voor het jaar 2014.
3. Het vormgeven aan regionale samenwerking werpt vruchten af.
De mogelijkheden van regionale samenwerking zijn door de BE met de zeven
bibliotheekorganisaties verkend. De focus lag hierbij vooral en met name op de uitrol
van het Eductief Programma Wijzer! met taal en media. Hoewel de bibliotheken Best,
Veldhoven en Dommeldal vooralsnog niet willen participeren in een gecoördineerd
regionaal verband is er in feite voldoende aanleiding om de regionale samenwerking
verder krachtig ter hand te nemen. De bibliotheken Helmond-Peel, De Kempen, De
Lage Beemden en Eindhoven hebben hiertoe hun samenwerking geïntensiveerd en
het plan opgevat om over te gaan tot een haalbaarheidsonderzoek (SWOT). De BE
heeft inmiddels een akkoord gegeven voor deze aanpak. Van de andere bibliotheken
wordt de beslissing nog afgewacht. Na besluitvorming zal het onderzoek vier tot
zeven maanden in beslag nemen alvorens verdere conclusies kunnen worden
getrokken. Op 10 oktober j.l. heeft de BE aan de gemeente laten weten dat in de
strekking van de rapportage van 17 september j.l. (zie de bijlage) over dit onderwerp
gelezen moet worden dat de BE aan het regionaliseringsproces een lage prioriteit
geeft. In onze gesprekken met de BE zullen wij, indachtig de bovenstaande conclusie
dat er voldoende aanleiding is om de regionale samenwerking krachtig ter hand te
nemen, inzetten op een verdere implementatie van deze samenwerking.
4. De Spilpartners willen zelf de verantwoording nemen voor een sluitende
inzet van de schoolbibliotheken voor alle kinderen.
In de bijlage ‘’Bibliotheekvoorziening en educatief programma…etc’’ wordt uit de
doeken gedaan hoe de SPILpartners om willen gaan met de doelstellingen van motie
Raadsnummer 13R5586
6
M4 en wat hierbij de kansen zijn. Zij zijn algemeen van mening dat het in SPIL
verband niet ingewikkeld moet zijn om de toegankelijkheid te garanderen voor de
eigen populatie buiten de schooltijden. De manier waarop zal echter zeker niet altijd
hetzelfde zijn en afhangen van lokale mogelijkheden en onmogelijkheden. Er is dus
niet één manier. Voor wat betreft de kinderen die nog niet deelnemen aan het
basisonderwijs zijn vanuit het VVE beleid afspraken gaande met ZuidZorg en met de
generalisten van WIJ Eindhoven om de verbinding tot stand te brengen met de
voorzieningen op de scholen waar het kind tzt op terecht zal komen. Lumensgroep
en de kinderopvang hebben aangegeven gezamenlijk mogelijkheden tot zien voor
een efficiënt beheer van de boekenuitleen. De BE heeft de bereidheid om vrijwilligers
te werven in de eigen achterban in het geval de onderwijspartners hier problemen in
tegenkomen.
5. Amendement A7A beoogt helderheid te verschaffen met betrekking tot
knelpunten bij de huisvesting van de schoolbibliotheken.
Amendement A7A vraagt om een opgave in het IHP van de vierkante meters die per
school nodig zijn voor de realisatie van de schoolbibliotheek. In praktische zin kan en
mag de realisatie van deze bibliotheken echter enorm afwijken. Het is dan ook in
verreweg de meeste gevallen haalbaar om op basis van de bestaande mogelijkheden
op de betreffende locatie de schoolbibliotheek op maat in te richten. Dat kan in een
vaste ruimte, dat kan mobiel in de setting van een aula, dat kan verdeeld over
meerdere lokalen, dat kan….! De pilots in Tongelre hebben een en ander bevestigd.
Het uitgangspunt is dan ook dat het naar tevredenheid op alle locaties zal lukken
tenzij dit om specifieke en gefundeerde redenen anders blijkt.
Vanwege amendement A7A zullen bij de uitwerking van het IHP alleen die locaties
specifiek worden vermeld -met de bijbehorende probleemachtergrond en de
oplossingsmogelijkheden- waarvan gebleken is dat de pogingen tot maatwerk geen
soelaas bieden. In deze gevallen is het onderliggende probleem altijd aan de orde
geweest in het gezamenlijke IHP overleg in een ultieme poging om alsnog tot een
oplossing te komen. Binnen de SPIL setting is het daarbij denkbaar dat de benodigde
ruimte bijvoorbeeld gevonden wordt in de BSO of kinderopvang. (Zie bijlage
‘Bibliotheekvoorziening en educatief programma etc…)
6. Het initiële budget van € 150.000 is voldoende voor alternatieven voor de
sociale wijkfuncties.
De voorgenomen alternatieven voor de sociale wijkfuncties betreffen géén
uitleenfuncties. Het zijn voorzieningen in de vorm van leestafels, tijdschriften,
internetcomputer e.d. die per locatie kunnen verschillen. Vanuit dit vertrekpunt zijn
er tot op heden geen indicaties dat voor de sociale alternatieven extra gelden
ingezet dienen te worden, bovenop de eerder toegezegde initiële €150.000
maximaal. De sociale alternatieven worden geïntegreerd in bestaande voorzieningen
en er wordt gestreefd naar een opzet die ook een meerwaarde heeft t.o.v. die
voorzieningen. (zie ook de opmerkingen op pagina 2 mbt de uitwerking motie M2) Er
Raadsnummer 13R5586
7
is bij de eerdere behandeling wel aangegeven dat burgerinitiatieven om te komen
tot een pluspakket op de sociale alternatieven, bijvoorbeeld door een ruilbibliotheek,
desgevraagd zullen worden beoordeeld en zo mogelijk zullen worden ondersteund
vanuit de daartoe geëigende (buurt- en participatie) budgetten. Dat zal van geval tot
geval worden bepaald. De BE heeft per brief aangegeven deze initiatieven eveneens
te zullen faciliteren binnen hun mogelijkheden. Deze basishouding ligt volledig in
lijn met de toezegging van het college met betrekking tot dit onderwerp.
Kanttekeningen
1. De dynamiek in het proces is enorm groot:
De gevolgen van de bibliotheekbesluiten leiden tot heel veel bewegingen waar erg
veel actoren, waaronder de belanghebbenden, bij zijn betrokken. In alle gevallen is
maatwerk aan de orde omdat bij een combinatie van hoge ambities en schaarse
middelen het vooral aankomt op creativiteit, draagvlak en efficiency. Wat nu voorligt
in hoofdlijnen kan daardoor lokaal toch gaan afwijken zonder dat daarbij afbreuk
wordt gedaan aan de doelstellingen. Ook kunnen op de ene doelstelling extra
accenten nodig blijken terwijl wellicht in een andere wijk een ambitie volledig
overbodig is. Het proces zal gedijen op een acceptatie van dit gegeven terwijl het
voortdurend inzoomen op en het publiek maken van de spanningen die er mee
samenhangen ongetwijfeld negatief zal doorwerken op het draagvlak en de
beschikbaarheid van sterke schouders. Het is nu een kwestie om consequent en
gedreven de paden te kappen waarover in een later stadium het asfalt gelegd kan
worden. Niet elk pad zal begaanbaar blijken of leiden naar het doel.
2. De SPIL partners hechten aan bewegingsruimte en eigen
verantwoordelijkheid.
De SPIL partners geven aan dat ze zich achter de doelstellingen scharen en de
voordelen zien van hetgeen in dit dossier voorligt. Zij willen hier aan bijdragen.
Vanwege de veelheid aan taken waarmee zij worden geconfronteerd en de diversiteit
die zij in eigen gelederen hebben als het erom gaat hier vorm en inhoud aan te
geven, vragen zij om maximale ruimte om binnen de gegeven kaders hiermee om te
gaan.
Personele consequenties
Voor wat betreft de gemeentelijke inzet worden de personele gevolgen opgevangen
in de bestaande werkstructuur.
Raadsnummer 13R5586
8
Kosten
Nvt
Communicatie
Nvt
Planning en uitvoering
Nvt
Evaluatie
Nvt
Bijlage(n)
Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren:
b Rapportage dhr. K. Kock (M&M): “Bibliotheekvoorziening en educatief programma
in het SPIL centrum of stand alone basisschool”
b Memo sector M&M m.b.t. inzet VVE middelen.
b Brief per email de BE d.d. 17 september 2013: “Beantwoording openstaande
vragen uit uw brief van 30 mei 2013”
b Brief van de BE 3 d.d. juli 2013 n.a.v. raadsbesluiten 23 april 2013
b Brief van de Raad van Toezicht van BE d.d. 18 februari 2013
x De bijlagen worden meegestuurd
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
Raadsnummer 13R5586
9
Ontwerp Raadsbesluit
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013
besluit
1. Akkoord te gaan met het voorlopige resultaat van de cocreatie en
cofinanciering van BE, Spilpartners en gemeente met betrekking tot het
Educatief Programma waarin ook een jaarlijks subsidiebudget van € 861.000
ten behoeve van de realisatie van doelstellingen van het VVE beleid is
opgenomen (zie bijlage Bibliotheekvoorziening en educatief programma
etc…)
2. Kennis te nemen van de huisvestingsproblematiek van de BE, van het
ontstaan daarvan, van de visie van het college dat maatschappelijke partijen
gezamenlijk moeten optrekken in zaken als huisvesting, en van de
inspanningen op dit moment om de BE in dit proces te ondersteunen.
3. – Besluiten tot verdere acties om te komen tot een regionale samenwerking
bij de realisatie van de bibliotheekinnovatie op basis van de resultaten tot
nu toe (zie bijlage emailreactie BE d.d. 17 september 2017)
- Kennisnemen van het recente voornemen van de BE om aan het
regionaliseringsproces een lage prioriteit toe te kennen.
4. In te stemmen met de wens van de scholen en de kinderopvangorganisaties
om de zorg voor de toegankelijkheid van de schoolbibliotheken buiten de
schooltijden voor kinderen in de kinderopvang en BSO en voor kinderen die
thuis verblijven toe te vertrouwen aan de SPIL partners (M4) (zie ook bijlage
‘Bibliotheekvoorziening en educatief programma etc…)
5. Kennis te nemen van de voorgenomen uitwerking van amendement A7A
van 23 april 2013 waarbij in het IHP een specifieke melding wordt gemaakt
van benodigde vierkante meters voor dié schoolbibliotheken waarvoor -op
basis van een beoordeling van het gezamenlijke IHP overleg- in de
bestaande huisvesting definitief géén ruimte is. (zie ook bijlage
‘Bibliotheekvoorziening en educatief programma etc…’)
6. In te stemmen met het huidige inzicht dat er voor de realisatie van de
alternatieven voor de sociale wijkfuncties van de filialen, niet zijnde de
uitleenfuncties, geen extra budget nodig is bovenop de op 23 april 2013
door de Raad toegezegde initiële € 150.000 uit de investeringskredieten
Kleine Verbouwingen VTA’s.
Raadsnummer 13R5586
10
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, griffier.
fdi/SD13019947
gemeente Eindhoven
Raadsnummer 14R6128Inboeknummer 14BST01914
Beslisdatum B&W 16 december 2014
Dossiernummer 14.51.351
Raadsvoorstel Bibliotheek 2.0 Focus op morgen!
Inleiding
Op 23 april 2013 en op 19 november 2013 heeft de Raad cruciale besluiten genomen
om de bibliotheekfuncties in onze stad te kunnen richten naar de toekomst. Essentiële
elementen waren de uitrol van het programma ‘Wijzer! met taal en media’, verruimd met
VVE doelstellingen, naar het primair onderwijs en de doorontwikkeling van de Centrale
bibliotheek naar een Centrum voor Media, Educatie en Persoonlijke Ontwikkeling onder
de titel Kenniswerkplaats. Op dat moment zijn ook de condities bepaald waaronder de
ombuiging het beste plaats kon vinden. Daarbij zijn er risico’s en open einden benoemd
zoals de vastgoedpositie van de Bibliotheek Eindhoven en onzekerheden over de
uiteindelijke hoogte van de frictiekosten. Belangrijk was ook de wijze waarop de stad zou
gaan reageren op de ombuigingen; Een voorstel tot realisatie van een tiental
zogenaamde ruilbibliotheken is in afwachting hiervan destijds niet overgenomen. Andere
onderwerpen hadden betrekking op de haalbaarheid van cocreatie en cofinanciering en
de inschatting van claims en vorderingen samenhangend met de reorganisatie en
afslanking.
De raadsbesluiten van 2013 waren grotendeels een bekrachtiging van de reeds eerder
ingezette koerswijziging. Diverse eerdere raadsdossiers stuurden daar al op aan. Met de
besluiten van april en november 2013 werd de weg vrijgemaakt om door te pakken.
Inmiddels zijn we weer een jaar verder en kunnen we constateren dat de doelstellingen
zijn gehaald. De nagenoeg afgeronde implementatie van het onderwijsprogramma
‘Wijzer! met taal en media’ heeft de bibliotheekfuncties heel dicht bij de jeugd gebracht.
Het bereik van jeugd nadert de 100% hetgeen substantieel beter is dan voorheen.
Verbetering van leesvaardigheid en de toename van zogenaamde mediawijsheid bij de
jeugd zijn opvallende effecten. Door de koppeling aan de VVE doelstellingen beginnen
de effecten van deze verbeterslag voor velen al op heel jonge leeftijd. De
Kenniswerkplaats is in ontwikkeling en blijkt geschikt als katalysator van innovatie en
verbinding. Door alternatieven voor de sociale functies van de vroegere filialen op twaalf
plaatsen in de stad en de combinatie ervan met evenveel bewonersbibliotheken is het
sociale belang als trefpunt maar ook de decentrale beschikbaarheid van fysieke boeken
geborgd. Mobiliteitsproblematiek is aangepakt door de realisatie van een (betaalde)
thuisbezorgservice en een gratis haal/brengservice van boeken bij de
bewonersbibliotheken. De Bibliotheek Eindhoven heeft er alles aan gedaan om binnen
de nieuwe inhoudelijke en financiële kaders de toekomst tegemoet te treden. Op dit
moment overheerst bij het College het vertrouwen dat er binnen de gestelde termijnen
ook de bedrijfsvoering weer in balans zal zijn. Dit is vooral te danken aan de enorme
Bijlage 5
Raadsnummer 14R6128
2
inzet en flexibiliteit van de Bibliotheek Eindhoven zelf waarbij zelfs alle incidentele
tegenvallers in 2014, ondanks het afnemende subsidiebudget, zijn opgevangen.
Personele vermindering en afstoten van overmaat aan ruimte zijn achter de rug. Vanaf
nu is het belangrijk om in gezamenlijk vertrouwen door te ontwikkelen en daarbij vinger
aan de pols te houden. In dit dossier geven we inzicht in de resultaten tot nu toe.
Vertrekkend vanuit de eerder gestelde raadskaders, maar inmiddels gelukkig met een
fors kleiner financieel risico dan waarvoor eerst werd gevreesd, vraagt het College uw
instemming met de wijze waarop we deze metamorfose nu bestuurlijk willen afronden.
Wettelijke taak
De openbare bibliotheek valt onder de werkingssfeer van de wet stelsel openbare
bibliotheekvoorzieningen (WSOB)
Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college
Onvermijdelijk
Doelstelling
Eindhoven dient een zo breed mogelijke laag van de bevolking te voorzien van
onafhankelijke en pluriforme informatie (Collegeproduct: 4.7.7 Media). De gevraagde
besluiten liggen in lijn met de doelstellingen van het raadsvoorstel Lezen, Leren en
Innoveren van 23 april 2013 en die van het raadsvoorstel Uitrol bibliotheekbesluiten april
2013 van 19 november 2013.
Voorstel
1. Kennisnemen van het resultaat van de uitvoering van de eerdere
raadsbesluiten, met name de realisatie van Variant 2.
1.1.1 Kennisnemen van de evaluatie van de implementatiefase van het
programma Wijzer! met taal en media.
1.1.2 Kennisnemen van de geactualiseerde wijze waarop de BE invulling zal
geven aan de Kenniswerkplaats.
2. Kennisnemen dat de huurovereenkomst van de Bibliotheek Eindhoven met
De Witte Dame Monumenten BV is omgezet naar een overeenkomst die
zich strikt beperkt tot toekomstig benodigde vierkante meters die ook in de
exploitatie zijn voorzien (Onder dezelfde gunstige huurvoorwaarden als die
in 1996 werden overeengekomen).
2.1.1 Instemmen met een eenmalige compensatie van de huurkostenfrictie als
gevolg van de structurele vermindering van de ruimtebehoefte. Deze
eenmalige kosten van maximaal € 189.000, na een daartoe strekkend
verzoek van de Bibliotheek Eindhoven, met dit bedrag compenseren door
het verlagen van de aflossingsverplichting op de nog uitstaande lening (€
388.231).
2.1.2 Kennisnemen dat het restantbedrag van de lening ad € 199.231 wordt
geactiveerd als vordering op de Bibliotheek Eindhoven.
Raadsnummer 14R6128
3
2.1.3 Het te vorderen bedrag ad € 199.231 primair bestemmen als buffer voor
aanspraken op de garantstelling van de gemeente door De Witte Dame
Monumenten B.V. op basis van inliggende begrotingswijziging.
3. De gevolgen van de uitname uit het gemeentefonds door het Rijk als
gevolg van de landelijke ontwikkeling van de digitale bibliotheek voor
subsidiebudget van de Bibliotheek Eindhoven van € 121.000 in 2016, €
139.000 in 2017 en € 160.000 vanaf 2018 betrekken bij de
bestedingsvoorstellen voor de Kadernota 2016-2019 in de vorm van
saldering van de financiële voor- en nadelen.
3.1.1 Kennisnemen van de toezegging van de Bibliotheek Eindhoven om de
uitname uit het gemeentefonds ad € 105.000 voor het jaar 2015 eenmalig
te dekken uit haar incidentele meevallers en deze uitname aldus te
verrekenen met het subsidiebudget 2015.
4. Het eerdere verzoek van de Bibliotheek Eindhoven tot compensatie van €
83.000 vanwege het niet indexeren van het budget 2014 afwijzen omdat de
Bibliotheek Eindhoven er in is geslaagd de financiële gevolgen van niet-
indexeren te verwerken in haar meerjarenbegroting.
5. Instemmen met de ondersteuning van 12 bewonersbibliotheken in de stad,
die als reactie op het sluiten van de bibliotheekfilialen door bewoners zelf
zijn gerealiseerd, middels een bijdrage aan abonnementen en
collectieaanvullingen.
5.1.1 Instemmen dat de samenhangende kosten van opgeteld € 20.000 per jaar
voor 2015 t/m 2018 gedekt worden uit de Reservering Buurtontmoeting.
6. Kennisnemen van het feit dat de claim van € 150.000 voor ruimtelijke
fysieke investeringen in behoud van de sociale functies van de bibliotheek
in de wijken nauwelijks is benut.
6.1.1 Deze claim op het krediet Kleine Verbouwingen VTA’s opheffen.
7. De begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen.
Argumenten
1. Het nieuwe beleid conform variant 2 is doorgevoerd en ontwikkelt zich
voorspoedig:
Kiezen voor variant 2 (Odyssee Bibliotheek raadsvoorstel april 2013) behelsde een
versobering van de centrale bibliotheek, het sluiten van de bestaande
bibliotheekfilialen, het borgen van de sociale functies van de wijkfilialen, de uitrol
van het programma Wijzer! met taal en media naar alle scholen van het primair
onderwijs, een verbinding vanuit dit programma met de VVE doelstellingen en de
realisatie van een Kenniswerkplaats. Met name de Kenniswerkplaats is destijds niet
gefaciliteerd; De Raad heeft de Bibliotheek Eindhoven verzocht om die formule in
cocreatie en cofinanciering met andere partijen in de stad uit te rollen. Hierover
meer onder argument 1.1.2 De overige maatregelen zijn uitgevoerd binnen de
kaders die de Raad daarvoor heeft aangegeven. Voorzover er nog sprake is van
losse eindjes dan zijn die het gevolg van concreet benoembare onvermijdbare
omstandigheden. In the slipstream zijn er als reactie op de sluiting van de filialen
maar liefst twaalf bewonersbibliotheken ontstaan in de stad. Deze
Raadsnummer 14R6128
4
vrijwilligersinitiatieven bieden op buurt- en wijkniveau een alternatief voor de
traditionele uitleenfunctie van de bibliotheek. De alternatieven voor de sociale
functies zijn in de praktijk gekoppeld aan dezelfde locaties als deze
bewonersbibliotheken. De twaalf bewonersbibliotheken die in uitrolfase van de
sluiting van de filialen zijn ontstaan, profiteren in de praktijk van de voorzieningen
die voor het behoud van de sociale functies zijn gerealiseerd zoals een leestafel met
kranten en tijdschriften, kasten met boeken afkomstig uit de filialen en een internet
computer. De Bibliotheek Eindhoven onderhoudt een wekelijkse haal- en
brengservice met de bewonersbibliotheken. Zo worden bijvoorbeeld de
bibliotheekleden tegemoet gekomen, die hun boeken lenen van de bibliotheek en
deze in de bewonersbieb in hun buurt ophalen en daar ook weer inleveren.
Inmiddels zijn circa 150 vrijwilligers in de stad actief in de bewonersbiebs in hun
buurt.
Voor de reorganisatie en de transitie naar de toekomstbestendige nieuwe
bibliotheekformule heeft de Raad initiële middelen ter beschikking gesteld. Hoewel
er sprake was van deugdelijke aannames die aan de begroting hiervan ten
grondslag lagen, zijn er in de praktijk wel afwijkingen geweest. Enerzijds zijn de
reorganisatiekosten meegevallen maar tegelijkertijd zijn de kosten van de ruimtelijk
fysieke ombuigingen tegengevallen. Daar staat weer tegenover dat de structurele
vastgoedpositie van de Bibliotheek Eindhoven ontdaan is van zijn eerdere grote
risico’s. Per saldo is het beschikbaar gestelde budget toereikend geweest en zijn er
geen kosten toegerekend naar kwesties die geen deel uitmaakten van de plannen.
1.1.1 Het programma Wijzer! met taal en media is op nagenoeg alle beoogde
scholen geïmplementeerd:
In een logistiek complexe en omvangrijke operatie zijn de meeste van de 70
basisscholen binnen 4 tot 6 weken na sluiting van het bibliotheekfiliaal in het
betreffende gebied, voorzien van een schoolbibliotheek. Scholen zijn er samen met
de Bibliotheek Eindhoven in geslaagd de beste weg te vinden in maatvoering en
omvang, maar ook in het assortiment boeken. Voor de zomervakantie 2014 waren
al 59 scholen voorzien van een schoolbibliotheek, met digitale aansluiting op het
Centrale Bibliotheeksysteem. Dit is een forse prestatie. Met de meeste overige
scholen zijn individuele afspraken gemaakt voor de inrichting van de
schoolbibliotheek en wel in het eerste semester van het nieuwe schooljaar. Een en
ander op het verzoek van betreffende scholen zelf. Bij drie of vier scholen resteert
mogelijk een ruimteprobleem. Dat probleem zal geagendeerd worden in het zg IHP
overleg teneinde te worden opgelost. Eén school kiest ervoor om met een eigen
collectie een eigen programma te blijven uitvoeren. De scholen hebben de
bibliotheekfunctie met enthousiasme begroet, een beeld dat ook al indicatief naar
voren kwam uit een steekproefonderzoek bij 13 scholen in november 2013 (zie
bijlage ‘Memo uitvraag schoolbiebs 25 november’). Vooral het Educatief Programma
‘Wijzer! met taal en media’, aangeboden door leesconsulenten en mediacoaches
van de Bibliotheek, wordt zeer gewaardeerd. De schoolbesturen hebben in het
najaar 2013 bij brief de ambitie uitgesproken dat geen enkele school en geen enkele
leerling op achterstand mag komen door het ontbreken van deze voorzieningen.
Inmiddels maakt de Bibliotheek Eindhoven werk van het opzetten van een
Raadsnummer 14R6128
5
ontwikkelgroep voor het Educatief Programma, samen met de scholen en experts
uit de onderwijs- en bibliotheekwereld. Ook met het oog op het vaststellen van de
effecten voor de kinderen in de vroeg- en voorschoolse leeftijd, is zeer recent door
de bibliotheek een evaluatie gehouden van het programma ‘Wijzer! met taal en
media’. (Zie bijlage ‘Evaluatie Wijzer! met taal en media’) Omdat de relevantie van
leesbevordering en omgaan met media voor de VVE doelgroep groot is, wordt
gewerkt aan een extra boost door de implementatie van het daarop toegesneden
programma Beam it Up. Deze media-methodiek heeft de potentie om het
onderwijsprogramma Wijzer! met taal en media, met name voor de VVE doelgroep
stevig te versterken. Om het programma te implementeren in de bestaande
onderwijsvoorzieningen is er per school een eenmalige investering nodig in de
benodigde hard- en software. Eenmaal beschikbaar, dan kunnen de huidige
mediacoaches en onderwijskrachten er jaren mee vooruit. De initiële investering
voor alle scholen tezamen bedraagt € 250.000. Daarnaast is er sprake van
ontwikkelkosten voor de software ter hoogte van € 80.000. Omdat een dekking voor
deze kosten momenteel niet voorhanden is blijft Beam it Up vooralsnog een stevige
ambitie. Een uitwerking van Beam it up is te vinden op http://www.beamitup.nl/
1.1.2 Voor de Kenniswerkplaats is door de Bibliotheek Eindhoven een nieuwe,
meer realistische formule ontwikkeld:
De besluiten van april 2013 richtten zich ook op de doorontwikkeling van de
Centrale bibliotheek tot een Centrum voor Media en Educatie, waaraan in de praktijk
de titel Kenniswerkplaats is gegeven. De inzet was erop gericht om in een
gezamenlijke inspanning van gemeente en bibliotheek te komen tot cocreatie,
cofinanciering en cohuisvesting in de Witte Dame van partijen die op dit vlak grote
synergie zouden kunnen bereiken. Als gevolg van de uiteindelijke toekomstformule
voor de Witte Dame als geheel, maar ook om geïnteresseerde partijen niet te
hoeven bewegen om in deze lastige tijd nieuwe huurverplichtingen aan te gaan,
wordt aan de realisatie van de Kenniswerkplaats op een andere wijze richting
gegeven. De bibliotheek koerst nu op samenwerking en cocreatie, op een manier
die én meer bij dit digitale tijdperk past én problemen met de beschikbare ruimte
voorkomt. Het blijkt dat deze weg goed begaanbaar is. In dit kader zal ondermeer
een verbinding tot stand komen met alle bibliotheken in de stad. Met onderwijs en
bedrijfsleven groeien initiatieven tot verdere samenwerking. In de formule voor de
toekomst wordt ruimte geboden aan de persoonlijke leerdoelen van het stijgend
aantal vrijwilligers, wordt de aanpak van laaggeletterdheid een speerpunt en zal een
gebruikersraad invloed krijgen op de uitrol van het beleid. In bijlage 2 geeft de
Bibliotheek Eindhoven de status van deze ontwikkelingen aan per medio september
2014.
2. De beoogde vermindering van vierkante meters in De Witte Dame t.b.v. de
Centrale heeft plaatsgevonden:
De bibliotheek huurde tot medio 2014 7000 vierkante meter vloeroppervlak in De
Witte Dame. Op basis van de besluiten van april 2013 reduceerde de behoefte aan
vierkante meters met ingang van 2014 tot 2675 vierkante meters, exclusief de nader
te bepalen ruimtebehoefte voor de Kenniswerkplaats. Geschat werd dat de nieuwe
bibliotheekformule met 2555 vierkante meter zou toekunnen exclusief de benodigde
Raadsnummer 14R6128
6
ruimte voor de ontwikkeling van de Kenniswerkplaats. Hoewel het lopende
huurcontract -in 1996 ondertekend voor een huurperiode van 1998 tot 2028-
weliswaar onder zeer gunstige condities is aangegaan, leidde de afname van de
ruimtebehoefte tot een acuut financieel risico van € 559.000 per jaar! Ook een
afkoop van het huurcontract zou een enorm financieel probleem opleveren vanwege
de slechte marktomstandigheden voor vervangende verhuur. Gekozen is voor de
optie om als gemeente een uiterste inspanning te doen om de Bibliotheek
Eindhoven te helpen bij het beperken van de risico’s. Dit heeft geleid tot het vinden
van een sterke nieuwe huurder waarmee ook de laatste hobbel is weggenomen
voor een overname van het eigendom van De Witte Dame Momumenten BV,
inclusief haar totale vastgoedpositie. De nieuwe eigenaar is bereid gebleken om de
resterende leegstandsrisico’s voor eigen rekening te nemen, onder
gemeentegarantie voor de afname van 3500 vierkante meters (incl. KWP) door de
bibliotheek tot 2028.. Daarmee blijft de gevreesde enorme meerjarenfrictie van de
bibliotheek in de praktijk beperkt tot een bedrag van € 189.000 eenmalig.
2.1.1 De resterende financiële huisvestingsfrictie is beperkt tot € 189.000:
Door de verkoop van De Witte Dame Monumenten BV is de Bibliotheek Eindhoven
verlost van het eigenaarsrisico vanwege haar 50% aandelenbezit in deze BV. Dit
heeft als gevolg dat er weer sprake is van een weliswaar klein weerstandsvermogen
(€ 72.000 per ultimo 2013) maar dus gelukkig ook van beduidend minder
exploitatierisico’s. De herstelde vermogenspositie wordt vooral veroorzaakt door
incidentele meevallers die samenhangen met het afstoten van het vastgoed. De
bibliotheek verzoekt de gemeente om het restant huurfrictie te compenseren.
Hiervoor zijn argumenten aanwezig. De huurfrictie is het gevolg van de
raadsbesluiten van april 2013 die hebben geleid tot vermindering van de
ruimtebehoefte. De mogelijke financiële effecten zijn destijds niet meegenomen in
de bepaling van de hoogte van de compensatie voor de frictie- en transitiekosten
omdat er absoluut geen reële inschatting mogelijk was. Er is gekozen voor een
inspanningsverplichting. De andere reorganisatie- en frictiekosten zijn wel
vastgesteld en subsidiabel gesteld. De dekking van deze kosten is deels gevonden
door het verrekenen van een deel van de lening van € 1.588.230 (die de Bibliotheek
Eindhoven in 1996 van de gemeente heeft gekregen om door te lenen aan de Witte
Dame Monumenten BV), op de verstrekte subsidie. Dit betrof € 1.200.000 die
vanwege eerdere aflossing liquide beschikbaar was op een bankrekening van de
bibliotheek. Het niet afgeloste deel van € 388.231 bleef bij de Bibliotheek Eindhoven
staan als vordering op de Witte Dame Monumenten BV met een
aflossingsverplichting per 2028. De gemeente Eindhoven heeft in 1996 de vordering
op de bibliotheek niet geactiveerd maar het bedrag destijds als subsidie afgeboekt.
Een terugbetalingsverplichting werd aanvullend wel per brief overeengekomen.
De Bibliotheek Eindhoven heeft zich flink ingespannen om de huurfrictie te
beperken, zowel door het zoeken naar nieuwe huurders als door het snel en
efficiënt ontruimen van ruimtes toen een nieuwe huurder zich aandiende. Zij was
echter noch in de hoedanigheid van huurder, noch in de hoedanigheid van mede-
eigenaar van het gebouw in de juiste positie om hierin doorslaggevend te zijn. Haar
opstelling heeft wel sterk bijgedragen aan het kunnen behalen van het eindresultaat.
Raadsnummer 14R6128
7
De Bibliotheek Eindhoven heeft geacteerd waar mogelijk maar ook stappen opzij
gezet indien noodzakelijk. Hiermee is duidelijk blijk gegeven van adequaat
ondernemerschap.
Als het gaat over de rechtmatigheid, de onvermijdbaarheid en de daaraan
gekoppelde voorgeschreven ‘’redelijke termijn’’ voor een instelling om zelf de
financiële gevolgen op te vangen van bezuinigingsmaatregelen van de overheid dan
geldt allereerst het jaar 2010 als het jaar waarin de gemeente besloot om 50% op
het subsidiebudget van de bibliotheek te korten. Dat zou aan de voorwaarde van
een ‘redelijke termijn’’ voldoen, ware het niet dat de Raad in april 2013 pas toe was
aan definitieve besluiten. Zeker gezien de actuele omstandigheden op de
vastgoedmarkt en de relatief late besluitvorming is het zeer te betwijfelen of er
sprake is van voldoende juridische grondslag voor de ‘redelijke termijn’.
Vanwege bovenstaande én vanwege het feit dat de gemeente zelf in 1996 heeft
aangedrongen op de vastgoedpositie van de bibliotheek en daarbij op het aangaan
van langlopende huurverplichtingen, is er een grondslag om de per saldo resterende
eenmalige huurfrictie van € 189.000 aan de Bibliotheek Eindhoven te compenseren.
We stellen voor om hiermee akkoord te gaan en in de dekking te voorzien door, net
als bij eerdere gelegenheid, een overeenkomstig bedrag van de nog uitstaande
lening van € 388.231 vrij te laten vallen. De Bibliotheek Eindhoven krijgt hierdoor
weliswaar niet direct een betere liquiditeitspositie maar door het wegvallen van de
aflossingsverplichting verbetert wel haar solvabiliteit. Het resultaat van de
exploitatie van de Bibliotheek Eindhoven in 2014 zal volgens de BE zodanig zijn dat
daarmee aan de liquide verplichtingen zal kunnen worden voldaan.
2.1.2 De uitstaande lening kan alsnog worden geactiveerd:
Omdat de lening in 1996 niet is geactiveerd als vordering maar is afgeboekt als
subsidie kan die alsnog als vordering worden verwerkt in de gemeentelijke
administratie. Door het eerdere besluit om 1.2 miljoen euro in te zetten als
compensatie voor frictie- en transitiekosten resteert er een vordering van € 388.231.
Indien de Raad akkoord gaat met het compenseren van de huurfrictie op de
voorgestelde manier (argument 2.1.1) dan is het saldo van de vordering €199.231.
2.1.3 Activeren van de lening kan een toekomstig risico verkleinen:
Het college is in oktober 2014 een garantstelling aangegaan voor de afname van
vierkante meters vloeroppervlakte door de bibliotheek in De Witte Dame. Tevens is
met de bibliotheek een contragarantie afgesproken. Ondanks dat het beperkt lijkt, is
er altijd een risico dat de gemeente op haar garantstelling wordt aangesproken.
Hierom stellen we voor om het saldo van de lening als vordering te activeren maar
hierbij aan te tekenen dat dit bedrag in voorkomend geval ingezet kan worden als
dekking voor de risico’s die de gemeente is aangegaan door het verstrekken van
een garantstelling aan De Witte Dame Monumenten BV.
3. De ontwikkeling van de digitale bibliotheek door het Rijk en gevolgen voor
de bibliotheek zijn al meegenomen in de berekening van de
subsidiebehoefte in het dossier van april 2013.
Raadsnummer 14R6128
8
Al enige jaren is bekend dat het Rijk zal voorzien in de ontwikkeling van de Digitale
Bibliotheek en de daarmee samenhangende kosten zal verhalen op het
gemeentefonds. In VNG verband spraken gemeenten af om deze uitname te
verrekenen met het budget van de lokale bibliotheken. De hoogte van de bedragen
was lange tijd onbekend omdat het Rijk de fatale datum een paar keer heeft
verschoven en pas in het voorjaar 2014 de definitieve invoeringsdatum en
bijbehorende bedragen heeft bekend gemaakt. Zonder de bedragen te kennen is bij
de berekening van de meerjarige subsidiebehoefte rekening gehouden met deze
ontwikkeling en het wegvallen van de daartoe strekkende taken van de bibliotheek.
Nu alsnog de uitname uit het gemeentefonds verrekenen met het bibliotheekbudget
zou dubbelop zijn. Vooral zou het een inbreuk betekenen op het nog maar recent
door de Raad vastgestelde budget. Het voorstel is om de uitname die in vier jaar
oploopt tot € 160.000 te betrekken bij de bestedingsvoorstellen voor de Kadernota
2016-2019 en niet te ontrekken aan het bibliotheekbudget. Voor 2015 hebben wij
aan de Bibliotheek Eindhoven gevraagd om een uiterste inspanning te doen om het
bedrag van € 105.000 eenmalig te dekken uit incidentele meevallers binnen haar
exploitatie en derhalve het subsidiebedrag 2015 eenmalig € 105.000 euro lager vast
te stellen. De BE heeft inmiddels aangegeven dit te accepteren mits zij ook
incidentele meevallers uit 2014 hiervoor mag aanwenden. Dit is geen probleem mits
de voor 2014 afgesproken taakstellingen zijn gerealiseerd.
4. De beoordeling van de noodzaak van compensatie vanwege niet-indexeren
van het budget 2014 kan vervallen:
Het niet indexeren van het budget van 2014 heeft voor de bibliotheek een
structurele doorwerking van € 83.000 euro op jaarbasis. Incidentele meevallers die
zich inmiddels aftekenen voor 2014 tonen aan dat dit voor 2014 geen overwegende
gevolgen heeft. De budgetten worden voor 2015 wel weer geïndexeerd maar
natuurlijk op het niveau 2014 en niet van het jaar daarvoor. Op verzoek van het
College heeft de BE haar exploitatiebegroting voor 2015 niet simpelweg
geïndexeerd maar post voor post heroverwogen. Op basis daarvan is de BE erin
geslaagd om het niet indexeren van het subsidie 2014 structureel op te vangen in
de meerjarenprognose. Eind 2013 heeft de Raad besloten tot het speciaal volgen
van de effecten van het niet-indexeren bij het CKE en de bibliotheek vanwege de
recente forse bezuinigingen bij deze organisaties. Het CKE heeft inmiddels ook
laten weten aan compensatie geen dringende behoefte te hebben.
5. De bewonersbibliotheken (sociale functies en boekenuitleen) zullen het
zonder gemeentelijke steun niet redden:
De 12 bewonersbibliotheken zijn, met name door hun integratie met de sociale
functies, in de startsituatie gefaciliteerd met ruimte en meubilair/ leestafel en onder
meer een voorraad boeken, kasten, inleverboxen en een computer. Daarmee is de
‘hardware’ geregeld. Voor de ‘software’, de jaarabonnementen op een pakket
kranten en tijdschriften (10.000,-), de jaarlijkse aanvulling van de boekencollectie
(9.000,-) en ad hoc advies en ondersteuning door de bibliotheek (1.000,-), ramen we
een bedrag van € 20.000 per jaar. In alle redelijkheid is de voorlopige horizon voor
de facilitering gelegd in 2018 (zie ook Argument 6) Tegen die tijd moeten deze
Raadsnummer 14R6128
9
bewonersinitiatieven worden geëvalueerd, tegen het licht van de actuele
ontwikkelingen rondom de sociale functie en het lezen/ lenen.
6. Het toegekende investeringsbudget van € 150.000 voor de sociale functies
kon niet worden benut:
In april 2013 leefde de veronderstelling dat er voor de borging van de sociale
functies van de filialen ruimtelijk fysieke investeringen nodig zouden zijn. Dit is
nauwelijks nodig gebleken. Wel was het noodzakelijk om te voorzien in
abonnementen voor kranten en tijdschriften, leeshoeken, computers en dergelijke
teneinde te komen tot voor het doel voldoende aantrekkelijkheid. De kosten hiervan
konden niet uit het toegekende budget worden betaald vanwege de aard van deze
uitgaven. In 2013 zijn de kosten gedekt uit daartoe strekkende middelen van de
sector M&M. Voor 2014 is incidentele dekking gevonden voor een bedrag van €
25.000 euro binnen het cultuurbudget (B&W besluit van 8 juli 2014 ‘’Inzet restant
Intensiveringsmiddelen 2014’’). De benodigde middelen voor de komende jaren
worden geregeld in beslispunt 5.1.1. De oorspronkelijke claim kan worden
opgeheven. Uw raad wordt gevraagd om € 80.000 aan de Reservering
Buurtontmoeting te ontrekken voor de dekking van de kosten van de
bewonersbibliotheken in de komende vier jaar.
Kanttekeningen
De VVE dekking is niet structureel gegarandeerd:
Een flink deel van de subsidiebehoefte van de Bibliotheek Eindhoven wordt gedekt door
VVE middelen die grotendeels door het Rijk aan de gemeente worden toegekend. Deze
middelen zijn vooralsnog beschikbaar tot en met 2016. Een deel van de voor Eindhoven
beschikbare VVE middelen komen overigens uit financiën van onze stad zelf. Of de
rijksbijdrage vanaf 2017 nog beschikbaar is, is onduidelijk. De Bibliotheek Eindhoven
mag hiervan geen hinder ondervinden bij de uitvoering van de overeengekomen
taakstellingen. Om het moment dat deze tijdelijke dekking van de subsidiebehoefte
wegvalt zal alternatieve dekking in de plaats moeten komen. Het is een Collegebrede
opgave om hierin tegemoet te komen. Omdat de rijksdekking een deel uitmaakt van de
structurele dekking van de subsidiebehoefte geldt ook dat het Eindhovense regime van
toepassing is als het gaat om bijvoorbeeld indexering op de toegekende budgetten. Voor
2015 wil het College derhalve het voor 2014 geldende totaalbudget indexeren.
Kosten
- De compensatie van de huurfrictie ad € 189.000 is reeds gedekt omdat de
vordering van de gemeente op de bibliotheek destijds niet in de boeken van de
gemeente is verantwoord maar als subsidielast. Het restantbedrag van deze
vordering ad € 199.231 wordt nu alsnog in de balans van de gemeente
opgenomen.
- De uitname uit het gemeentefonds door het Rijk ad € 105.000 wordt in 2015
door de bibliotheek zelf opgevangen. Voor de jaren daarna zal een voorstel
worden ingediend bij de kadernota 2016-2019.
Raadsnummer 14R6128
10
- Door het onttrekken van € 80.000 aan de Reserve Buurtontmoeting komt de
claim op het VTA budget (Kleine Verbouwingen) van € 150.000 hiermee te
vervallen.
Communicatie
De communicatie geschiedt met de bibliotheek over de leningsovereenkomst en de
huurkostenfrictie. Met de bewonersbibliotheken zal communicatie plaatsvinden over de
ondersteuning.
Planning en uitvoering
Niet van toepassing
Evaluatie
De Bibliotheek Eindhoven heeft een enorme metamorfose doorgemaakt:
De oorspronkelijke doelstelling van de Raad was om de bibliotheekfuncties in onze stad
te herijken en naar de toekomst te zetten. Dat was een enorme ambitie maar daarin zijn
we geslaagd door een gezamenlijke inspanning en een gedeeld besef dat alleen
beweging leidt tot vooruitgang. De Bibliotheek Eindhoven zelf is daar vergaand in
meegegaan en heeft deze opdracht , ondanks grote druk, gestalte gegeven. Het College
heeft hier veel respect voor en vindt dat de Bibliotheek Eindhoven hiermee een
voorbeeld stelt voor wat van een culturele onderneming verwacht mag worden. Als
gemeente hebben we bijgedragen door grote problematische uitdagingen gezamenlijk
aan te gaan. Samen uit, samen thuis.
Bijlage(n)
1. Evaluatie van de implementatiefase van het programma Wijzer! met taal en
media
2. Geactualiseerde wijze waarop de BE invulling zal geven aan de
Kenniswerkplaats.
3. Begrotingswijziging.
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
Raadsnummer 14R6128
11
Ontwerp Raadsbesluit
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van ;
besluit:
1. Kennisnemen van het resultaat van de uitvoering van de eerdere
raadsbesluiten, met name de realisatie van Variant 2.
1.1.1 Kennisnemen van de evaluatie van de implementatiefase van het
programma Wijzer! met taal en media.
1.1.2 Kennisnemen van de geactualiseerde wijze waarop de BE invulling zal
geven aan de Kenniswerkplaats.
2. Kennisnemen dat de huurovereenkomst van de Bibliotheek Eindhoven met
De Witte Dame Monumenten BV is omgezet naar een overeenkomst die
zich strikt beperkt tot de toekomstig benodigde vierkante meters die ook in
de exploitatie zijn voorzien (Onder dezelfde gunstige huurvoorwaarden als
die in 1996 werden overeengekomen).
2.1.1 Instemmen met een eenmalige compensatie van de huurkostenfrictie als
gevolg van de structurele vermindering van de ruimtebehoefte. Deze
eenmalige kosten van maximaal € 189.000, na een daartoe strekkend
verzoek, met dit bedrag compenseren door het verlagen van de
aflossingsverplichting op de nog uitstaande lening (€ 388.231).
2.1.2 Kennisnemen dat het restantbedrag van de lening ad € 199.231 wordt
geactiveerd als vordering op de Bibliotheek Eindhoven.
2.1.3 Het te vorderen bedrag ad € 199.231 primair bestemmen als buffer voor
aanspraken op de garantstelling van de gemeente door De Witte Dame
Monumenten B.V. op basis van inliggende begrotingswijziging.
3. De gevolgen van de uitname uit het gemeentefonds door het Rijk als
gevolg van de landelijke ontwikkeling van de digitale bibliotheek voor
subsidiebudget van de Bibliotheek Eindhoven van € 121.000 in 2016, €
139.000 in 2017 en € 160.000 anaf 2018 te betrekken bij de
bestedingsvoorstellen voor de Kadernota 2016-2019 in de vorm van
saldering van de financiële voor- en nadelen.
3.1.1 Kennisnemen van de toezegging van de Bibliotheek Eindhoven om de
uitname uit het gemeentefonds ad € 105.000 voor het jaar 2015 eenmalig
te dekken uit haar incidentele meevallers en deze uitname aldus te
verrekenen met het subsidiebudget 2015.
4. Het verzoek van de Bibliotheek Eindhoven tot compensatie van € 83.000
vanwege het niet indexeren van het budget 2014 afwijzen omdat de
Bibliotheek Eindhoven er in is geslaagd de financiële gevolgen van niet-
indexeren te verwerken in haar meerjarenbegroting.
5. Instemmen met de ondersteuning van 12 bewonersbibliotheken in de stad,
die als reactie op het sluiten van de bibliotheekfilialen door bewoners zelf
Raadsnummer 14R6128
12
zijn gerealiseerd, middels een bijdrage aan abonnementen en
collectieaanvullingen.
5.1.1 Instemmen dat de samenhangende kosten van opgeteld € 20.000 per jaar
voor 2015 t/m 2018 gedekt worden uit de Reservering Buurtontmoeting.
6. Kennisnemen van het feit dat de claim van € 150.000 voor ruimtelijke
fysieke investeringen in behoud van de sociale functies van de bibliotheek
in de wijken nauwelijks is benut.
6.1.1 Deze claim op het krediet Kleine Verbouwingen VTA’s opheffen.
7. De begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, griffier.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 1
Concept Cultuurbrief 2017-2020
Leeswijzer
Deze Concept Cultuurbrief is het advies van de nieuwe Stichting Cultuur Eindhoven aan het
college van burgemeester en wethouders. Cultuur Eindhoven, die opdracht heeft om het kunst-
en cultuurbeleid namens de gemeente uit te voeren, schetst in de Concept Cultuurbrief de
contouren voor het cultuurbeleid in de komende vier jaar.
Input Cultuurscan Eindhoven 2015
Aan de Concept Cultuurbrief is de Cultuurscan Eindhoven 2015 voorafgegaan, die een feitelijk
beeld geeft van de stand van de kunst, cultuur en creativiteit. In dit document zijn ook de
grootste uitdagingen voor de komende jaren geïdentificeerd. Voorafgaand aan de Cultuurscan
heeft er een raadpleging plaatsgevonden onder vertegenwoordigers van culturele partijen in de
stad en de politiek.
Vier-jarencyclus Cultuur Eindhoven
Cultuurscan en Concept Cultuurbrief vormen onderdeel van een vier-jarencyclus, die gelijk loopt
met de beleidscyclus van de rijksoverheid. De Concept Cultuurbrief wordt in het najaar van 2015
in de Commissie Economie en Mobiliteit van de gemeenteraad besproken. De gemeenteraad stelt
de uiteindelijke Cultuurbrief vast. De Cultuurbrief vormt het beleidskader voor de periode 2017-
2020. Cultuur Eindhoven ontvangt van het college van B&W een Opdracht om uitvoering aan de
Cultuurbrief te geven (Zie Cultuurscan, Bijlage A, p. 47, voor een overzicht van de cyclus.)
Niet instellingen, maar functies centraal
De Concept Cultuurbrief beschrijft de culturele functies waarvoor Cultuur Eindhoven namens de
gemeente middelen beschikbaar stelt via een basisinfrastructuurregeling, evenals culturele
programma’s en projecten die Cultuur Eindhoven namens de gemeente via een plusregeling
financiert. De gemeenteraad beperkt zich nadrukkelijk tot de beschrijving van deze functies en
programma’s en projecten. Het is de taak van Cultuur Eindhoven om de invulling ervan te doen
op basis van beoordeling van de aanvragen van instellingen en initiatieven. Daarom worden in
de (Concept) Cultuurbrief en in de Opdracht namen van instellingen waar mogelijk vermeden.
Proces totstandkoming Concept Cultuurbrief
• Analyse beleid en geschiedenis van cultuurbeleid in Eindhoven
• Gesprekken in het culturele veld
• Gesprekken met de politiek
• Enquête voorafgaand aan Cultuurdebat
• Cultuurdebat 9 juli
• Cultuurscan 2015
• Cultuurdebat 7 september
• Inventarisatie reacties op Cultuurscan
• Sessie met landelijke en regionale topexperts 17 september
Bijlage 6
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 2
Aanvullingen door het veld
Naar aanleiding van de Cultuurscan 2015 en vooruitlopend op deze Concept Cultuurbrief
hebben vertegenwoordigers van het veld aangegeven waar zij belang aan hechten. Veel van deze
reacties zijn verwerkt in voorstellen in deze brief. Er is grote tevredenheid en dankbaarheid
over de uiterst actieve rol van het veld in de fase die vooraf ging aan dit concept.
Omwille van de transparantie zijn de reactie ook opgenomen als bijlage bij deze Concept
Cultuurbrief. Alle brieven zijn door Cultuur Eindhoven voorzien van een reactie. Ook een notitie
met de belangrijkste onderwerpen die aan de orde kwamen op 7 september zijn, samen met de
reactie van Cultuur Eindhoven, als bijlage bijgesloten.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 3
Cultuur Eindhoven: adviseur, fonds, aanjager
De nieuwe Stichting Cultuur Eindhoven (hierna kortweg Cultuur Eindhoven) gaat in opdracht
van de stad en haar inwoners investeren in kunst, cultuur en creativiteit die meer waarde aan de
stad toevoegt. Cultuur Eindhoven fungeert als adviseur van de gemeente en cultuurmakers- en
instellingen, als fonds dat subsidieaanvragen beoordeelt en subsidies verdeelt, en als aanjager
van samenwerking en verbindingen. Cultuur Eindhoven investeert in kunst, cultuur en
creativiteit ‘van ons’, van en voor alle Eindhovenaren.
Maatschappelijk partnerschap
Met de komst van Cultuur Eindhoven geeft de gemeente fundamenteel anders vorm aan
maatschappelijk partnerschap. Zij kiest voor onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling en een
heldere subsidiestructuur, voor zakelijke procedures en transparante voorwaarden. Cultuur
Eindhoven is de uitwerking van de in het Coalitieakkoord 2014-2018 aangekondigde meerjarige
subsidiesystematiek.
Transparant
Binnen het grote aanbod van kunst en cultuur is het onvermijdelijk om te kiezen welke
instellingen en initiatieven met publieke middelen kunnen worden gefinancierd. De politiek doet
dit op hoofdlijnen. Met de komst van Cultuur Eindhoven is het mogelijk om geobjectiveerde
keuzes te maken op basis van een transparante werkwijze en het advies van onafhankelijke
experts.
Politiek bepaalt beleid
De politiek bepaalt het cultuurbeleid op hoofdlijnen. Elke vier jaar formuleert het college van
B&W het cultuurbeleid in de Cultuurbrief en legt dit ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.
In de Cultuurbrief worden de doelstellingen op hoofdlijnen aangegeven en welke middelen
daarvoor beschikbaar zijn. Tegelijkertijd geven college van B&W en gemeenteraad via de
Cultuurbrief aan welke culturele functies (basisinfrastructuur) zij minimaal in de stad wensen
terug te zien om deze doelstellingen te helpen verwezenlijken. In de Cultuurbrief wordt ook
aangegeven hoeveel de komende jaren dient te worden geïnvesteerd in meerjarige programma’s
en incidentele kunst- en cultuurprojecten.
Cultuur Eindhoven voert beleid uit
Voor de uitvoering van het cultuurbeleid krijgt Cultuur Eindhoven een gerichte Opdracht en een
budget. Deze worden door Cultuur Eindhoven onder andere vertaald in een Beleidsplan en
regelingen aan de hand waarvan organisaties een aanvraag voor subsidie kunnen indienen.
Binnen de kaders van de Opdracht wordt het cultuurbeleid Eindhoven uitgevoerd. Dat betekent
onder andere dat Cultuur Eindhoven besluiten neemt over welke instellingen (meerjarige of
project)financiering ontvangen. Ook de hoogte van deze financiering wordt door Cultuur
Eindhoven bepaald.
De besluiten van Cultuur Eindhoven komen tot stand op basis van de opdracht van het College,
de daarop gebaseerde regelingen en het advies van haar onafhankelijke adviescommissie, de
Cultuurraad. De besluiten die betrekking hebben op de culturele basisinfrastructuur (BIS-
Eindhoven) worden vooraf ter instemming voorgelegd aan het college van B&W. Het college
toetst daarbij of aan de opdracht is voldaan en het proces naar behoren is verlopen.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 4
Cultuur Eindhoven heeft een aantal nauw met elkaar samenhangende doelen. Deze doelen
maken deel uit van de statuten van de stichting. Aan het behalen van deze doelen is het succes
van de stichting af te meten. De doelen zijn (in willekeurige volgorde):
a. het adviseren van de gemeente Eindhoven over het (te ontwikkelen) cultuurbeleid op
basis van ingewonnen advies. Dit advies wordt ingewonnen bij relevante partijen in de
stad, het culturele veld, Cultuurraad Eindhoven en de gemeentelijke politiek;
b. het transparant uitvoeren van het cultuurbeleid zoals dit elke vier jaar wordt opgesteld
door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;
c. het adviseren van (culturele of andere) organisaties gericht op de realisatie van kunst,
cultuur en creativiteit (inclusief de financiering daarvan);
d. het (proactief) stimuleren van samenwerking (lokaal, nationaal en/of internationaal) en
het aanjagen van kansrijke initiatieven;
e. financiële ondersteuning bieden aan rechtspersonen die in de gemeente Eindhoven
kunst- en cultuurprojecten realiseren;
f. het aantrekken van extra financiële middelen in of buiten Eindhoven voor de realisatie
van kunst en cultuurprojecten in Eindhoven;
g. het verrichten van alle verdere handelingen die met het voorafgaande in de ruimste zin
verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 5
Context: kunst en cultuur ‘van ons’
Kunst en cultuur zijn van grote waarde en betekenis voor Eindhoven. Inwoners en bezoekers
van de stad ervaren kunst en cultuur als essentieel onderdeel van een betekenisvol bestaan in
een dynamische gemeenschap. Culturele instellingen en activiteiten vormen essentiële
bouwstenen van een levendige en leefbare stad.
De gehanteerde cultuurdefinitie is breed: alle genres hebben een plek in de stad. Daarbij is er
ook ruimte om het eigen domein te overschrijden. De volle breedte past bij Eindhoven, kunst en
cultuur is ‘van ons’. Daarnaast heeft Eindhoven iets wat de stad uniek maakt: de combinatie van
technologie, design en kennis. Met de troefkaart TDK speelt de stad zich in binnen- en
buitenland in the picture.
Eindhoven groeit
Het perspectief voor 2025 is ook een stad die groeit, onder andere door meer studenten en
internationale kenniswerkers. Om ook deze groepen goed te bedienen is er behoefte aan een
sterke, dynamische en grotere culturele infrastructuur.
Investeringen in kunst en cultuur kunnen niet los worden gezien van de ambities van Eindhoven
om zich verder te ontwikkelen als Brainport. De stad wordt aantrekkelijker als vestigingslocatie
voor kennisinstellingen en –industrie door investeringen in de stedelijke cultuur. Daarom wordt
bijvoorbeeld de transformatie van de spoorzones tot sociaaleconomische en culturele hotspots
als doe-project aangemerkt op de Werkagenda Brabantstad. De samenwerking van het Rijk,
steden en stakeholders gericht op het versterken van groei, innovatie en leefbaarheid van
Nederlandse steden is belangrijk.
De druk vanuit het veld
Het is zonneklaar dat elke instelling streeft naar maximale bestaanszekerheid. Dat spreekt ook
uit veel van de reacties. Een van de motieven om Cultuur Eindhoven op te richten is echter om,
naast een degelijk en rechtvaardig speelveld, ook de beleidsdynamiek te bevorderen en
flexibiliteit te vergroten. De Concept Cultuurbrief is zo opgesteld dat bijna alle huidige
gesubsidieerde activiteiten in principe in de regelingen passen. Het verschil zit hem daarin dat
activiteiten voortaan door de Cultuurraad op kwaliteit worden getoetst en dat meerdere partijen
mogen aanvragen. Het uitgangspunt is de gedachte dat het goed is wanneer de beste plannen
financiering krijgen.
Draagvlak bij publiek
Net als in de rest van Nederland is de kunst en cultuursector in Eindhoven hard getroffen door
de crisis. De meeste instellingen en initiatieven staan voor de opgave om een groter draagvlak te
verwerven. De sleutel hiervoor is het publiek. Daarom krijgen alle gesubsidieerde instellingen de
opdracht om meer nieuw publiek te veroveren. Dit betekent dat er sprake moet zijn van
doorontwikkeling en – een altijd kwalitatieve – verandering die de verbinding met het publiek
legt of versterkt. Deze verandering vindt deels plaats binnen de in meer dan een eeuw
opgebouwde infrastructuur, en deels binnen nieuwe, sterk op dynamiek gerichte productie-,
presentatie- en participatiemodellen. Musea en podia zijn voorbeelden van het eerste, festivals
en multidisciplinaire initiatieven van het tweede.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 6
De kleine en grote instellingen vormen één samenhangend geheel
De gesubsidieerde cultuursector van Eindhoven bestaat uit grote en kleine instellingen. De grote
instellingen komen vaak het eerst in beeld, maar minstens zo belangrijk zijn de veel grotere
aantallen, doorgaans kleinere, instellingen en initiatieven. Deze instellingen zijn vaak van
specifiekere aard en geven evenzeer kleur en dynamiek aan de stad. Onder hen bevinden zich
verhoudingsgewijs veel gangmakers en vernieuwers, beperkt in omvang, maar bijzonder
flexibel. Cultuur Eindhoven beschikt straks over een ‘Plusregeling’ om ook het dynamisch
karakter van deze kleinere instellingen te ondersteunen.
De instellingen binnen en buiten de basisinfrastructuur hangen sterk met elkaar samen, vullen
elkaar aan, werken samen. Samen vormen zij de culturele keten van uitingsvormen, disciplines
en genres. Die keten reikt van amateurkunst tot internationale top, van aanstormend talent tot
gelauwerde professional, van kunst voor de massa tot cultuur voor de fijnproever. De BIS-
instellingen en festivals profiteren van de grote dynamiek die de andere instellingen
veroorzaken. Andersom hebben de instellingen en initiatieven die niet tot BIS worden gerekend
baat bij de kennis, het bereik en de faciliteiten van de basisinfrastructuur. (Zie ook Cultuurscan
2015, p. 19-20.)
Verantwoordelijk voor draagvlak en bereik
Gezien hun infrastructurele rol en de middelen die daarvoor worden vrijgemaakt, zijn BIS-
instellingen als geen ander in de positie om kunst en cultuur te verbinden met de stad; met de
bewoners en met de gebruikers. Zij hebben de verantwoordelijkheid om substantiële
doelgroepen te bereiken en een groot draagvlak te realiseren. Zij spelen ook een schakelrol
binnen hun discipline door makers en kleinere instellingen te betrekken en zo aan groei en
ontwikkeling van de sector als geheel bij te dragen.
Voor sommige instellingen zal dat een andere houding en werkwijze vergen. Misschien zelfs
organisatorische ingrepen. Dat kan een lastige opgave zijn. Echter, om draagvlak voor de
instelling ook voor de toekomst te waarborgen, is dat draagvlak een essentiële voorwaarde.
Verantwoordelijk voor vernieuwing
Net als makers die het kunst- en cultuurlandschap in de volle breedte vormgeven, hebben de
instellingen en initiatieven die van de Plusregeling gebruikmaken, een grote
verantwoordelijkheid om vernieuwende kunst en cultuur te presenteren of mogelijk te maken
en domeinoverschrijdende activiteiten te ontplooien. Een groot deel van de in de Cultuurscan
2015 geïnventariseerde instellingen heeft aangetoond hiertoe in staat te zijn. De Plusregeling
biedt zekerheid én flexibiliteit aan instellingen en initiatieven die aan de criteria voldoen.
Waarde van ons
Een sterke basisinfrastructuur plus een dynamisch en breed aanbod daar omheen, het college
van B&W en de gemeenteraad hechten er waarde aan vast te stellen dat beide ‘van ons’ zijn: van
de inwoners, bedrijven en bezoekers van de stad. Het college van B&W en de gemeenteraad
geven Cultuur Eindhoven opdracht deze waarde te vergroten. De gewenste accenten worden
hieronder nader beschreven in de paragraaf Ambitie en Opdracht 2017-2020.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 7
Ambitie en Opdracht 2017-2020
Ambitie: Eindhoven Cultuurstad
De missie van Cultuur Eindhoven is in overeenstemming met de betekenis en waarde van kunst
en cultuur zoals die in de Cultuurscan 2015 staan omschreven (p. 8-13). Dit laat zich vertalen in
een ambitie waarbij cultuur in Eindhoven staat voor een grootstedelijk en divers aanbod. Kunst
en cultuur zijn geen besloten aangelegenheid in Eindhoven. Het aanbod is van en voor ons
allemaal, voor jong en oud en voor alle verschillende bevolkingsgroepen die Eindhoven rijk is.
Het aanbod weerspiegelt en versterkt het karakter van de stad. Het beweegt mee met
wereldwijde trends en ontwikkelingen, maar loopt hier bij voorkeur in voorop. Cultureel
Eindhoven is ook in de toekomst een proeftuin voor innovatieve ontwikkelingen.
Missie
Cultuur Eindhoven vergroot welzijn en welvaart voor de inwoners en gebruikers van de
stad Eindhoven door de ontwikkeling van kunst en cultuur te stimuleren en de betekenis
van kunst en cultuur voor de stad te vergroten.
Cultuur Eindhoven vergroot de aantrekkelijkheid van de stad voor inwoners, bezoekers,
bedrijven en organisaties.
Stevig draagvlak
Kunst en cultuur beperken zich niet tot het domein van subsidies. Integendeel: een groot deel
van de activiteiten in de stad komt tot stand zonder hulp van de overheid. Ook dragen burgers
zelf bij aan de financiering van de sector. Cultuur Eindhoven geeft ruimte waar dat kan en
ondersteunt alleen waar dat moet.
De gemeente investeert via Cultuur Eindhoven in een cultureel aanbod dat door zijn
verscheidenheid in zijn geheel op handen wordt gedragen door de inwoners, de politiek, de
makers en het bedrijfsleven. Dit draagvlak uit zich niet alleen in rapport- en bezoekerscijfers,
maar ook in de financiering van instellingen en initiatieven. Gemeentelijke bijdragen worden
gematcht door eigen inkomsten, sponsoring, landelijke of provinciale fondsen of door inkomsten
uit crowdfunding. De problemen rond het vastgoed zijn opgelost zonder dat dit ten koste is
gegaan van de budgetten voor het functioneren van de initiatieven en instellingen in de stad.
Betekenisvolle verbindingen
Het aanbod wordt ontwikkeld en opgevoerd door gezonde, sterk publiekgerichte,
laagdrempelige instellingen. Zij maken deel uit van stedelijke, landelijke of internationale
netwerken. Zij hebben betekenisvolle verbindingen met andere maatschappelijke domeinen,
zoals onderwijs, zorg en welzijn, sport en het bedrijfsleven. In onderlinge samenhang en
samenspel met Cultuur Eindhoven, andere stedelijke instellingen en het stadsbestuur leveren zij
juist vanuit hun artistieke kracht een toenemende bijdrage aan de welvaart, het welzijn en de
kwaliteit van leven en de aantrekkelijkheid van de stad.
Verbindingen met het Rijk en de Rijksfondsen
De Raad voor Cultuur pleitte er recent voor om de plannen van stedelijke regio’s als basis te
nemen voor de beleidsontwikkeling en een centrale rol te geven in het cultuurbeleid. De
minister van OCW heeft in haar Cultuurbeleid aangegeven de nieuwe verhoudingen tussen
overheden te willen onderzoeken. Eindhoven pakt deze handschoen graag op en ziet zich met de
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 8
oprichting van Cultuur Eindhoven als een uitgelezen kandidaat voor experimenten in nieuwe
vormen van samenwerking tussen overheden en fondsen.
Verbindingen met de provincie
De Cultuuragenda van de provincie Noord-Brabant, de basis van het Brabantse cultuurbeleid,
richt zich vooral op erfgoed, podium- en beeldcultuur. Met Brabant C wil de provincie stimuleren
dat er in de toekomst meer kunst en cultuur van nationaal en internationaal niveau in Brabant is
te zien en te beleven. Ook deze uitgesproken ambities sluiten aan bij die van Eindhoven. Cultuur
Eindhoven wil zich actief als partner van de Provincie en Brabant C opstellen om zo de sector te
ondersteunen bij verdere groei.
Slimme programmering
Instellingen en initiatieven zijn innovatief en stemmen hun programmering stadsbreed af op
elkaar en op ontwikkelingen in het veld. Makers en producenten overstijgen de klassieke
genregrenzen. Zij denken niet in hokjes en weten voor welk publiek hun werk relevant is. Er
vindt volop programmatische afstemming plaats. Het culturele aanbod, de publieksamenstelling
én de personeelsopbouw van de instellingen weerspiegelen de bevolkingssamenstelling van de
stad. Over vijf jaar zijn kunstaanbod en cultuurinstellingen in evenwicht met het economische
succes van Eindhoven.
Monitoring publiek
De Cultuurscan Eindhoven 2015 bij deze Concept Cultuurbrief pretendeert geen volledig beeld
te geven van alle kunst en cultuur in Eindhoven. Voor toenemend inzicht in de
cultuurparticipatie en de ontwikkeling van de vraag naar cultuur is het belangrijk dat
aanvragers bij Cultuur Eindhoven de komende jaren een gedetailleerder beeld geven van de
samenstelling van hun publiek. Dit kan onder meer door voortdurend bezoekersonderzoek.
Door deze nieuwe data te koppelen aan beschikbare open data is het gemakkelijker om tot een
scherp beeld te komen. Op basis van de data kunnen instellingen beter sturen en kan Eindhoven
het beleid aanscherpen.
Opdracht Cultuur Eindhoven
De Opdracht van de gemeente voor Cultuur Eindhoven voor de periode 2017-2020 is drieledig.
Het eerste deel van de Opdracht betreft het mogelijk maken van een sterke, breed toegankelijke,
op maatschappelijk ondernemerschap gerichte, hoogwaardige culturele basisinfrastructuur die
bij Eindhoven past. Hiertoe wordt de BIS-regeling ingericht.
Het tweede deel van de Opdracht betreft het mogelijk maken van aanvullingen op en versterking
van cultureel Eindhoven. Hiertoe wordt de Plusregeling ingericht, waarbij de gemeente aan
Cultuur Eindhoven opdracht geeft om programma’s te selecteren op de volgende deeldomeinen
en bijbehorende criteria:
• Bijzondere programma’s en producties (ook internationaal)
• Co-creatie en domeinoverschrijding
• Talentontwikkeling en productieondersteuning
• Cultuureducatie en bijzonder vrijetijdsaanbod
Ook geeft de gemeente opdracht om het mogelijk te maken om binnen de Plusregeling aan te
vragen voor projecten. Deze zijn niet gehouden aan de programmalijnen, maar kunnen vrijer
worden ingevuld.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 9
Om in aanmerking te kunnen komen voor een bijdrage via de Plusregeling moet het voorstel of
plan van de aanvrager op ten minste een van de deeldomeinen aantoonbaar onderscheidend
zijn.
Het derde deel van de Opdracht betreft twee kleinere instrumenten. Om ook in de behoefte aan
kleinschaliger en snellere interventies te voorzien wordt naast de Plusregeling opdracht
gegeven om een Snelgeldfonds te introduceren. Tot slot krijgt Cultuur Eindhoven de opdracht
om een Van Ons prijs te lanceren om extra aandacht te genereren voor innovatieve prestaties
van kunstenaars in Eindhoven.
Transitiedoelen
Aanvullend op de primaire opdracht formuleert de gemeente een drietal transitiedoelen voor
Cultuur Eindhoven. Deze doelen sluiten aan op de in de Cultuurscan 2015 gesignaleerde
uitdagingen.
1. Verschuiving van middelen ten gunste van jong en/of nieuw publiek (inclusief expats) en
onbekende en/of nieuwe makers en producenten. Het oogmerk is een betere balans in
het aanbod en een groter en breder publieksbereik.
2. Bijdragen aan meer impact en betekenis van de sector door het sturen op meer
samenhang en interactie op verschillende niveaus:
• tussen lokaal, provinciaal en landelijk beleid
• tussen culturele domeinen (theater, muziek, beeldend, etc.)
• tussen de culturele sector en partijen daarbuiten (maatschappelijk, bedrijfsleven,
etc.).
3. (De gemeente assisteren bij) het voorbereiden en ontwerpen van nieuw beleid voor
cultureel vastgoed.
Hoe opereert Cultuur Eindhoven?
Om de Opdracht van de gemeente goed te kunnen uitvoeren hanteert Cultuur Eindhoven vier
organisatorische principes:
1. Transparantie: Cultuur Eindhoven is helder over de uitgangspunten en criteria voor
de regelingen; ook alle aanvragen en alle beoordelingen en besluiten zijn openbaar;
2. Gelijk speelveld: bij Cultuur Eindhoven gaat het niet om wie je kent, maar om wat je
bent. Met het instellen van een Cultuurraad is er een onafhankelijke, deskundige
advisering van aanvragen. Uitgangspunt is dat aanvragers in een gelijke relatie tot
elkaar staan;
3. Flexibiliteit: Binnen de regelingen en de begroting van Cultuur Eindhoven is
voldoende ruimte om in te spelen op ontwikkelingen in de samenleving en de sector.
Het is daarbij zaak dat er sprake blijft van een speelveld met gelijke regels en
voorwaarden voor iedereen.
4. Verbinding: Cultuur Eindhoven fungeert als een aanjager voor het leggen van de
verbinding tussen cultuursector en andere maatschappelijke domeinen. De
verantwoordelijkheid voor het vormgeven en onderhouden van deze verbindingen
ligt bij de sector zelf. Cultuur Eindhoven ondersteunt de sector bij het versterken van
haar positie in het cultuurbeleid in breder verband, zowel landelijk als provinciaal.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 10
Werkwijze en regelingen
Met uitzondering van de Snelgeldfonds geldt voor alle regelingen dat de aanvrager een in
Nederland gevestigd rechtspersoon dient te zijn. De activiteiten moeten plaatsvinden in
Eindhoven. De aanvrager hoeft geen kunstinstelling te zijn, zolang deze maar aan de criteria
voldoet.
Basisinfrastructuurregeling (BIS)
De gemeente Eindhoven benoemt via de Cultuurbrief en Opdracht elke vier jaar een beperkt
aantal culturele functies. Deze functies worden ingevuld door BIS-instellingen voor presentatie
en ontwikkeling die een fundamentele en onmisbare component vormen van het culturele
ecosysteem van de stad. Deze functies zijn wezenlijk voor het optimaal functioneren van dat
systeem. Ze kunnen hun rol alleen op het gewenste niveau vervullen met een permanente
financiële basis van gemeentelijke subsidie. Deze functies vormen samen de culturele
basisinfrastructuur van Eindhoven (BIS). Eens in de vier jaar kunnen culturele organisaties een
aanvraag doen die gericht is op het invullen van een van deze functies.
Plusregeling
Instellingen en initiatieven die het culturele aanbod van Eindhoven verrijken dan wel
ondersteunen kunnen ook een beroep doen op financiering door Cultuur Eindhoven. Deze
financiering kan zowel bedoeld zijn voor eenmalige projecten als voor langer langlopende
programma’s.
Snelgeldfonds
Om de beoogde dynamiek en ontwikkeling in het culturele veld te waarborgen en om de
betekenis van kunst en cultuur voor de stad te vergroten, is het nodig dat Cultuur Eindhoven een
breed palet aan (incidentele) kunst- en cultuurprojecten kan stimuleren en waar nodig
ondersteunen. Daarvoor zijn voldoende middelen nodig. Aanvraagprocedures voor kleinere
projecten zijn kort en eenvoudig.
Beoordeling
Aanvragen voor de BIS-regeling en de Plusregeling worden behandeld door Cultuur Eindhoven
en ter beoordeling voorgelegd aan (subcommissies van) de Cultuurraad Eindhoven. De
Cultuurraad adviseert de directie van Cultuur Eindhoven over toekennen dan wel afwijzen.
De Cultuurraad bestaat uit een poule van maximaal 21 adviseurs met verschillende
achtergronden: (in meerderheid) kunst- en cultuurexperts, aangevuld met vertegenwoordigers
van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld. Om objectiviteit te
waarborgen, zijn de leden van de Cultuurraad voor een derde deel afkomstig van buiten
Eindhoven.
Nadere toelichting BIS-regeling
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 11
De basisinfrastructuur (BIS) van Eindhoven bestaat uit de grote publieksinstellingen,
ontwikkelinstellingen en festivals. Zij spelen een infrastructurele rol en zijn daarmee funderende
pijlers onder het kunst- en cultuurklimaat van de stad. Ze zijn door die rol vaak het meest
zichtbaar, bereiken rechtstreeks de grootste aantallen mensen en hebben ook de opdracht om
voor bijna alle inwoners en gebruikers van de stad (direct of indirect) van belang te zijn.
De scheidslijn tussen BIS-instellingen en niet-BIS-instellingen is niet absoluut en heeft ook niets
met waardering te maken. De veel grotere aantallen, doorgaans kleinere, instellingen en
initiatieven die niet tot de categorie van BIS-instellingen horen, zijn van minstens even groot
belang. Deze instellingen zijn vaak van meer specifieke aard, maar geven evenzeer kleur en
dynamiek aan de stad. In veel opzichten zijn deze partijen juist eerder gangmakers en
vernieuwers. De systematiek van de Plusregeling is erop gericht om het dynamisch karakter van
deze instellingen te ondersteunen.
De BIS-regeling is bedoeld om een stevige en duurzame basis te leggen voor de cultuursector. De
BIS-regeling biedt zekerheid voor vier jaar, maar stelt de hoogste eisen aan instellingen in
termen van aanvragen en verantwoording. Tijdens transities en bij exploitatieproblemen wordt
de subsidie steeds voor één jaar toegekend en kan bijstelling plaatsvinden per jaar.
Productie valt niet binnen de BIS-regeling. Dit is primair een taak van de Rijksoverheid. Wel
wordt productie aanvullend gefinancierd via de Plusregeling.
Opdracht
De relatieve zekerheid en omvang van BIS-instellingen brengt de plicht met zich mee om mee te
veranderen met de sector en de stad. Veel van de instellingen staan voor de opdracht om de
aansluiting met het publiek te versterken en te herbevestigen. Hiervoor is verandering en
vernieuwing in aanbod en publieksbenadering nodig. BIS-instellingen dienen zich daarbij op een
goede manier te verhouden tot andere instellingen.
De BIS-regeling vraagt instellingen daarom om een kritische analyse van het eigen functioneren
in relatie tot de sector als geheel. Het doel is om te komen tot een zo helder mogelijk
gedefinieerd eigen profiel. Deze analyse en de keuzes die eruit volgen, staan centraal in de
aanvraag. De systematiek, voorwaarden en criteria sluiten aan op het model van het ministerie
van OCW.
Eens per jaar delen de BIS-instellingen tijdens een openbare bijeenkomst van Cultuur Eindhoven
hun beleid(svoornemens) en bespreken die met de vertegenwoordigers en instellingen in de
Plusregeling. Ook het publiek wordt voor die bijeenkomst uitgenodigd.
Keuzes
Eindhoven kiest voor een eigentijdse basisinfrastructuur, waarin behalve voor traditionele
instellingen als een openbare bibliotheek en een museum voor moderne kunst ook ruimte is
voor urban culture, design en terugkerende festivals. Deze basisinfrastructuur is uniek in
Nederland en doet recht aan het specifieke culturele karakter van de stad. Toenemende
samenwerking van BIS-instellingen met instellingen en initiatieven uit de Plusregeling, maar ook
met niet-gesubsidieerde culturele partijen én andere maatschappelijke domeinen is een
voorwaarde om ook in de toekomst een aanbod te kunnen brengen dat door de Eindhovenaren
als ‘van ons’ wordt ervaren.
BIS-functies Cultuur Eindhoven 2017-2020:
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 12
• Poppodium
• Concertzaal
• Filmhuis en vlakkevloertheater
• Bibliotheek
• Festival voor kunst en technologie
• Schouwburg
• Museum voor hedendaagse kunst
• Presentatie-instelling hybride kunst
• Stedelijk cultuurhistorisch museum
• Urban Cluster
• Huis voor amateurkunst en cultuureducatie
• Designevenement
• Lichtkunstfestival
Centrale vragen in de BIS-regeling:
• Wat zijn de missie en visie en het profiel van uw instelling?
• Welke activiteiten gaat uw instelling in de periode 2017-2020 verrichten?
• Hoe geeft uw instelling invulling aan educatie en participatie?
• Hoe geeft uw instelling invulling aan publieksbereik?
• Hoe geeft uw instelling invulling aan ondernemerschap?
• Hoe geeft uw instelling invulling aan de stedelijke sleutelrol op uw terrein?
De Cultuurraad toetst aanvragen op meerwaarde en artistieke kwaliteit. Overige
toetsingscriteria zijn:
• Helderheid keuzes voor doelen en doelstellingen;
• Onderbouwing van de keuzes;
• Verband tussen inhoudelijke keuzes en begrotingskeuzes;
• Overall: balans tussen ambitie en realiteitszin;
• Kwaliteit kengetallen.
Nadere toelichting Plusregeling
De Plusregeling is gericht op het aanvullen, versterken en ondersteunen van het cultuurveld.
Instellingen en initiatieven die voor een programma of project middelen ontvangen uit de
Plusregeling zijn net zo relevant voor Eindhoven als BIS-instellingen. Zij hebben een flexibele
regeling die past bij hun identiteit en werkwijze.
Aanvragen kan voor programma’s (1 of 2 jaar). Bij substantiële matching door andere overheden
of fondsen kunnen aanvragen voor langere periodes (tot maximaal 4 jaar) worden toegekend.
Zowel producerende instellingen en initiatieven als podia en festivals kunnen een aanvraag
indienen. Dit geldt ook voor nieuwe instellingen, initiatieven of rechtspersonen. De Plusregeling
staat open voor alle cultuurdisciplines binnen de ruime definitie van deze cultuurbrief.
Programmalijnen
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 13
Instellingen en initiatieven kunnen aanvragen op de volgende programmalijnen:
• Bijzondere programma’s en producties (ook internationaal)
• Co-creatie en domeinoverschrijding
• Talentontwikkeling en productieondersteuning
• Cultuureducatie en bijzonder vrijetijdsaanbod
Projecten
Daarnaast kan ook worden aangevraagd voor projecten. Projecten zijn niet gehouden aan de
programmalijnen. Zij worden primair getoetst op algemene criteria als artistieke kwaliteit,
publieksbereik en betekenis voor de stad. De maximale bijdrage van Cultuur Eindhoven is gelijk
aan de bijdrage van de andere publieke dan wel private financier(s).
Aanvragen
De aanvrager specificeert de bijdrage die hij beoogt te leveren aan een of meer van de
programmalijnen of aan de projecten. De aanvraag specificeert ook het beoogde bereik (aard en
aantallen), de beoogde inkomstenmix en de beoogde samenwerking of afstemming binnen en
buiten de sector. Cultuur Eindhoven financiert maximaal 80% van het tekort op de begroting.
De Cultuurraad toetst aanvragen op meerwaarde en artistieke kwaliteit. De Cultuurraad
beoordeelt hoe de aanvraag zich verhoudt tot het culturele aanbod in Eindhoven en of het daar
een aanvulling of verrijking op is.
Overige toetsingscriteria zijn:
• Helderheid keuzes in doelen en doelstellingen;
• Onderbouwing van keuzes;
• Verband tussen inhoudelijke keuzes en begrotingskeuzes;
• Overall: balans tussen ambitie en realiteitszin;
• Kwaliteit kengetallen;
• Staat van dienst aanvrager(s).
Programmalijn Bijzondere programma’s en producties (ook internationaal)
Voor programmatische kwaliteit, dynamiek en doorontwikkeling is Eindhoven afhankelijk van
een groot aantal veelal kleinere instellingen. Het palet is uiterst divers. Subsidie in deze
programmalijn is bedoeld voor programma’s die gericht zijn op de bestendiging van bewezen
kwaliteit en/of het versterken van het internationale profiel van instellingen, initiatieven en de
stad. Het is een brede programmalijn waarop alle cultuurdisciplines kunnen aanvragen.
De programma’s hebben zowel kwaliteit als een meerwaarde ten opzichte van het bestaande
aanbod en dragen bij aan de uitstraling van de stad.
Programmalijn Co-creatie en domeinoverschrijding
De programmalijn Co-creatie en domeinoverschrijding is bedoeld voor programma’s die zijn
gericht op het vergroten van de samenhang en verbinding binnen en buiten de culturele sector
(door co-creatie, domeinoverschrijding, afstemming en samenwerking). Andere
maatschappelijke domeinen zijn onder meer onderwijs, zorg en welzijn, sport en het
bedrijfsleven. Om in aanmerking te komen voor subsidiëring binnen deze programmalijn dient
er aantoonbaar sprake te zijn van concrete samenwerking en overschrijding van de grenzen van
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 14
de eigen sector en het eigen domein. Er is bovendien aantoonbaar sprake van uitwisseling van
kennis en ervaring om tot een gezamenlijke activiteit te komen.
Programmalijn Talentontwikkeling en productiefaciliteiten
Deze programmalijn is bedoeld voor talentvolle beginnende makers om zich in een traject van
maximaal twee jaar te ontwikkelen. Zij doen dit in samenwerking met gezelschappen, podia
en/of festivals. Makers én organisaties zijn gemotiveerd om in dit traject bij te dragen.
Subsidie binnen Talentontwikkeling en productiefaciliteiten is ook bedoeld voor programma’s
die gericht zijn op het ondersteunen en stimuleren van talent door mogelijkheden te bieden aan
talentvolle jeugd, amateurs en (jonge) makers. Het gaat daarbij ook om het ontdekken van talent
en bevorderen van de doorstroommogelijkheden.
Vooral voor productiefaciliteiten bieden we financiële ondersteuning als programma’s gericht
zijn op facilitaire ondersteuning van individuele kunstenaars of groepen makers, in de vorm van
werkruimte of studiofaciliteiten. Selectie van de gebruikers vindt plaats op een transparante
manier. Openbare presentaties van de resultaten (tussentijds of in de eindvorm) maken steeds
deel uit van het programma of project.
Programmalijn Cultuureducatie en bijzonder vrijetijdsaanbod
Deze programmalijn is bedoeld voor programma’s die zijn gericht op het bereiken van nieuw
publiek door middel van cultuureducatieve activiteiten, onder meer in samenwerking met
onderwijsinstellingen. De doelgroep bij cultuureducatie betreft kinderen en jongeren tussen de
4 en 25 jaar. Cultuureducatie dient gericht te zijn op de behoeften en mogelijkheden van de
doelgroep (onderwijs en meer) en dient gebaseerd te zijn op het principe van doorgaande-
leerlijn. Deze programmalijn biedt ook ruimte voor aanbod van bijzonder vrijetijdsaanbod. Het
betreft aanbod voor de vrije tijd dat niet zonder publieke financiering in de markt tot stand
komt.
Snelgeldfonds
Het Snelgeldbudget biedt Cultuur Eindhoven de mogelijkheid om een impuls te geven aan
presentatie, onderzoek en productie binnen de sector. Er is een maandelijks terugkerend
besteedbaar budget voor aanvragen tot maximaal € 3.000,-. De procedure is zo ingericht dat de
aanvrager binnen een termijn van enkele dagen te horen krijgt of de aanvraag is toegekend.
Van Ons Prijs
Cultuur Eindhoven onderzoekt het instellen van een Van Ons Prijs. Met deze prijs beloont de
gemeente Eindhoven uitzonderlijke culturele instellingen, instellingen, initiatieven of
individuele makers voor hun verdiensten voor de stad. Dit is een geschikt instrument om extra
aandacht te genereren voor innovatieve prestaties van kunstenaars in Eindhoven.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 15
Cultuur Eindhoven: uitdagingen en kansen
Cultuurscan 2015
In de Cultuurverkenning 2014 signaleert de landelijke Raad voor Cultuur een aantal
ontwikkelingen die ook voor Eindhoven relevant zijn. Ondanks de economische crisis en stevige
bezuinigingen ziet de Raad veel veerkracht in de cultuursector. In Eindhoven is de afgelopen
jaren ook veerkracht getoond. Veel instellingen en nieuwe initiatieven hebben activiteiten
ontplooid om de binding met de samenleving te versterken. De gegevens over
publieksparticipatie en waardering uit de Cultuurscan 2015 tonen een bestendig draagvlak voor
cultuur en de financiering daarvoor door de (gemeentelijke) overheid.
De Cultuurscan 2015 toont een rijk geschakeerd cultureel landschap met een al even divers
publiek. De waardering van het publiek voor het aanbod is groot, met een gemiddeld
rapportcijfer van 7,6 voor alle Eindhovense culturele instellingen. Dit wijst erop dat de
Eindhovenaren kunst en cultuur als ‘van ons’ ervaren. De stad biedt een mooie, behoorlijk
complete infrastructuur voor kunst en cultuur. Dit is reden tot trots.
Daarbij valt de kanttekening te plaatsen dat de verdeling van middelen niet altijd evenwichtig is.
(Zie ook Cultuurscan 2015, p. 33.) Cultuur Eindhoven levert de komende jaren een bijdrage aan
een betere balans in deze verdeling. Dit kan betekenen dat sommige partijen minder
financiering krijgen en andere meer. Het gaat erom dat de omvang van de bedragen in relatie
staat tot de betekenis voor de stad.
Meer flexibiliteit in het subsidiestelsel en de regelingen is gewenst om te kunnen inspelen op
ontwikkelingen in de samenleving en de cultuursector.
Uitdagingen
In het culturele landschap doen zich zowel kansen als bedreigingen voor. De drie grootste
uitdagingen waarvoor de gemeente en het culturele veld staan, zijn vastgoed, nieuw publiek &
nieuwe makers en samenwerking.
1. Vastgoedzorgen beperken zich niet tot instellingen die te hoge huisvestingskosten
hebben in verhouding tot hun begroting. Ook instellingen die de huisvesting tegen een
lage vergoeding van de gemeente huren, geven aan dat het anders moet. Er is behoefte
aan meer zekerheid, bijvoorbeeld over de duur van de overeenkomst.
2. Voor een betere balans tussen aanbod voor bestaand en nieuw publiek is het van belang
om in het gemeentelijk beleid meer aandacht en middelen vrij te spelen. Dit kan deels
vanuit de bestaande instellingen, maar ook langs andere wegen.
3. Om de verbinding met het publiek te versterken is het zaak dat culturele partijen de
samenwerking en afstemming naar een hoger plan tillen. Door een gezamenlijke
programmering, met een oriëntatie op de stad in plaats van op de eigen instelling,
vergroten zij hun betekenis en waarde voor de stad en geven ze een impuls aan de eigen
ontwikkeling.
Deze thema’s spelen in de context van een ontwikkeling waarbij de overheid een nieuwe rol
zoekt, die past bij de transitie die plaatsvindt in tal van maatschappelijke domeinen. Dit is
ingegeven door krappere budgetten en de veranderende sociaaleconomische omgeving waarin
wij leven. (Zie ook Cultuurscan 2015, p. 7-8 en p. 35-43.)
Zowel bij het provinciale Prins Bernard Cultuurfonds als bij grotere landelijke fondsen komen
relatief weinig aanvragen binnen van Eindhovense instellingen en initiatieven. Dit kan te maken
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 16
hebben met onbekendheid met deze fondsen, met drempelvrees of met onervarenheid met
fondswerving. Er liggen kansen voor Eindhovense instellingen om zowel regionaal als nationaal
meer middelen uit fondsen te vinden, bijvoorbeeld door te profiteren van de samenwerking met
regionale en nationale collega's.
Hoofdpunten Cultuurscan 2015
1. Eindhoven beschikt over een mooie, complete infrastructuur;
2. De verdeling van middelen is niet in balans met de actuele opgaven;
3. Er is meer aandacht nodig voor nieuw publiek & nieuwe makers en producenten;
4. Er is meer samenhang gewenst, in de sector, maar ook in beleid van overheden en
fondsen;
5. De cultuursector gaat gebukt onder grote vastgoedvragen.
Onvoldoende geld
De landelijke Raad voor Cultuur verwacht dat overheden in 2015 gezamenlijk een half miljard
euro minder aan kunst en cultuur besteden dan in 2011. In Eindhoven zijn nieuwe gemeentelijke
bezuinigingen op kunst en cultuur niet aan de orde. Wel blijft hier, net als in de rest van
Nederland, de verwachte compensatie via private financiering uit. Dit betekent dat er feitelijk
structureel te weinig middelen voor de sector zijn, ook gezien de (verwachte) bevolkingsgroei
van de stadsregio. Samen met Cultuur Eindhoven moet de sector zelf nieuwe bronnen en
vormen van financiering zoeken. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan crowdfunding.
Het ligt voor de hand om een samenwerking tussen Cultuur Eindhoven en Voordekunst te
onderzoeken.
Daarnaast ligt het in de rede om te onderzoeken hoe de cultuursector in Eindhoven gelijke tred
kan houden met de (economische en demografische) groei van de stad. De sector speelt
onmiskenbaar een belangrijke rol in het leven van de inwoners en is essentieel bij de
positionering van Eindhoven. Zij levert meer op dan zij kost. Toch is het niet gemakkelijk om de
budgettaire kaders en de ambities met elkaar in balans te brengen en te houden.
De wet van de remmende voorsprong dreigt. De sector speelt onmiskenbaar een belangrijke rol
in het leven van de inwoners bij de positionering van Eindhoven. Zij levert indirect meer op dan
zij kost. Toch is het niet gemakkelijk om de budgettaire kaders en de ambities met elkaar in
balans te brengen en te houden.
Grote bewegingen
Grote trends waartoe de cultuursector zich moet verhouden, zijn verstedelijking, globalisering,
digitalisering en vergrijzing. Deze trends spelen zeer zeker ook in Eindhoven, een stad die een
sterk technologieprofiel heeft en steeds meer internationale inwoners kent.
Voor steeds meer culturele instellingen is de stad de thuisbasis en de wereld het speelveld.
Lokaal en mondiaal ontstaan nieuwe verbindingen, een nieuw publiek en nieuwe producties. De
cultuurinstellingen van Eindhoven tonen keer op keer in staat te zijn om nieuwe wegen te
onderzoeken en nieuwe verbindingen aan te gaan.
Met een flexibelere, open regelingenstructuur speelt Cultuur Eindhoven in op deze behoefte aan
vernieuwing.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 17
Publiek verandert
Het publiek zoekt intensere ervaringen en vermaak in een beleveniscultuur. De culturele
omnivoor bepaalt zelf waar hij van kunst en cultuur geniet, in een museum, schouwburg of
concertzaal, op een onverwachte, tijdelijke locatie, of gewoon thuis op de bank, achter de tablet
of laptop. Technologische ontwikkelingen zetten beproefde maak- en presentatievormen onder
druk. Kunstenaars en publiek benaderen elkaar op nieuwe manieren, waarbij er via co-creatie
en sociale media meer interactie ontstaat. Tegelijk zijn er ook groepen inwoners die de weg naar
cultuur nauwelijks weten te vinden.
Als aanjager stimuleert Cultuur Eindhoven de verbinding tussen de veranderende behoeften van
het publiek en de oplossingen van makers om de band met het publiek te versterken.
Individuele kunstenaars
Kunstenaars zijn doorgaans gedreven, zelfredzaam en autonoom. Vaak werken zij als
zelfstandige met een gemengde beroepspraktijk. Ze organiseren zich in informele netwerken,
dwars door de disciplines heen. De keerzijde is dat ze meestal niet veel verdienen en daardoor
beperkt zijn in hun mogelijkheden om nieuwe initiatieven te ontplooien
Cultuur Eindhoven ondersteunt kunstenaars die hun projectenaanvragen gehonoreerd zien, op
transparante wijze, door te beoordelen op realistisch geoormerkte budgetten en door heldere
voorwaarden te stellen aan de verantwoording achteraf.
Ontwikkeling top
De landelijke Raad voor Cultuur signaleert een nadruk op nieuw talent, nieuwe voorstellingen en
nieuwe tentoonstellingen. Er is vooral aandacht voor korte trajecten, terwijl er voor verdieping
en verdere ontwikkeling van topcreatie minder ruimte is. Het nieuwe kan zo de vijand worden
van het betere. Eindhoven kiest daarom voor een langjarig commitment met de sector.
Met de Cultuurbrief vindt feitelijk voor het eerst meerjarige subsidiëring plaats. Hierbij betreft
het niet alleen de BIS-regeling. Ook de Plusregeling biedt mogelijkheden voor meerjarige
subsidie. Naast de gebruikelijke projecten zijn er mogelijkheden voor commitment variërend
van één en twee jaar tot in uitzonderingsgevallen zelf vier jaar. Dit systeem biedt (relatieve) rust,
waardoor zowel grote als kleine instellingen mee kunnen veranderen met de tijd.
Kansen cultuurdomeinen
Het vervolg van deze paragraaf beschrijft de verschillende cultuurdomeinen op hoofdlijnen, in
aanvulling op de Cultuurscan 2015. Hierbij ligt de nadruk op de kansen voor doorontwikkeling
die samen met de culturele spelers worden verkend.
Design
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 23)
Eindhoven behoort tot de Europese top drie op gebied van design. Eindhoven kent een brede
basis van excellente instellingen die opereren in vrijwel alle maatschappelijke velden en in het
bedrijfsleven. De ontwerpers zijn het kapitaal.
Design is intrinsiek domeinonafhankelijk. De ontwerper geeft de samenleving en de toekomst
mede vorm. Dit gebeurt per definitie binnen tal van domeinen. Co-creatie is dan ook een
veelgebruikte methode in design. Verbindingen aangaan met sociale organisaties, bedrijfsleven,
onderwijs en eindgebruikers is eigen aan de ontwerppraktijk. Dutch Design Week, Design
Academy en Industrial Design zijn sterk internationaal georiënteerd. Designhuis richt zich voor
op de lokale gemeenschap en talentontwikkeling.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 18
Kansen
Door de verbinding tussen kunst en cultuur en design te versterken kan design zich inhoudelijk
blijven ontwikkelen. Om die reden heeft design ook een volwaardige positie in deze brief.
Eindhoven heeft de kans om het unieke profiel van de stad verder uit te bouwen.
Designers en andere creatieven kunnen een belangrijke rol spelen bij het oplossen van
maatschappelijke vraagstukken en bij het vormgeven van de toekomst. Denk aan vergrijzing, een
groeiende zorgvraag, vreedzaam samenwonen en duurzaamheid. Ook kan design een structurele
rol spelen bij een gewenste upgrade van de openbare ruimte.
Urban
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 24)
Urban culture behoort tot het DNA van de stad en heeft sinds 2009 een speciale plaats in het
gemeentelijk cultuurbeleid. Urban kent een veelvoud van verschijningsvormen, met als
overeenkomstig kenmerk dat identiteit en leefstijl een belangrijke rol spelen. Urban culture is
een goed voorbeeld van hoe nieuwe vormen van culturele consumptie, productie en lifestyle
zich domeinoverstijgend ontwikkelen. Als cultuuruiting is Urban culture de afgelopen jaren
zichtbaarder en toegankelijker geworden, door tal van initiatieven met een naar verhouding
beperkte subsidie. Urban kiest onbevangen voor de cross-over. De urban instellingen kennen
een organische wijze van programma-afstemming. De jonge makers zijn sterk gericht op
talentontwikkeling, samenwerking en internationaal profilering. Hiervoor is ondersteuning van
faciliteiten, activiteiten en makers noodzakelijk.
Kansen
Door meer samenwerking, zowel programmatisch als financieel, kunnen urban instellingen
kennis delen en professionaliseren. Nieuwe vormen (cross-overs, games, bijzondere locaties) in
de urban scene kunnen worden gestimuleerd. Ook zijn er mogelijkheden voor een intensievere
samenwerking met collega's uit de spoorzones van de B5-steden.
De urban instellingen verzorgen het hele jaar door programmering voor het basis- en voortgezet
onderwijs en naschoolse activiteiten (jaarlijks bereik meer dan 120.000 kinderen en
jongvolwassenen). Via deze doorlopende programmering kan cultuureducatie voor nieuwe
jonge doelgroepen worden versterkt.
Een gezamenlijke oplossing van instellingen, gemeente en ontwikkelaars voor de
huisvestingsvraagstukken van Urban culture kan ruimte creëren voor een internationaal
centrum voor urban culture en sport.
Letteren/openbare bibliotheek
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 24)
Het lees- en literair klimaat van Eindhoven is van groot belang. Binnen het publieke veld is een
sleutelrol weggelegd voor de openbare bibliotheek. De bibliotheek heeft grote slagen gemaakt in
de richting van een functieverandering die past bij deze tijd én gericht is op de toekomst. De
organisatie ontwikkelt zich tot centrum voor media, educatie en persoonlijke ontwikkeling.
Kernwoorden daarbij zijn taalvaardigheid en mediawijsheid.
Naast de bibliotheek bestaan veel meer spelers die zich roeren binnen het letterendomein. Het is
een breed terrein dat zich uitstrekt van schrijvers en dichters, boekhandels, festivals tot en met
scholen en kinderdagverblijven.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 19
Kansen
Het is een kans om dit netwerk zichtbaarder en meer samenhangend te maken met het oog op
een (nog) sterker literair klimaat. De bibliotheek kan een verbindende en faciliterende rol
spelen. De bibliotheek kan zich daarbij meer en meer ontwikkelen tot huiskamer van de stad en
place-to-be voor geïnteresseerde bezoekers en relevante partners.
Buiten het gebouw ontwikkelt de bibliotheek zich meer en meer tot netwerkpartner bij het
oplossen van maatschappelijke vraagstukken op het vlak van laaggeletterdheid, educatie en
media. Door deze nieuwe werkwijze van de bibliotheek en door samenwerking met educatieve
en maatschappelijke instellingen kan zij een steeds belangrijker en effectiever instrument
worden in het gemeentelijk beleid.
Media/Art-science
De verbinding tussen technologie, kunst en design is in Eindhoven van oudsher sterk. Vanuit
deze geschiedenis is het logisch dat Eindhoven veel instellingen en initiatieven kent die opereren
in het art-sciencedomein. Op het gebied van nieuwe media heeft Eindhoven veel makers,
bedrijven, opleidingen en instellingen die actief zijn in gaming, websites, apps, virtual reality.
Art-science is per definitie domeinoverschrijdend: traditioneel gescheiden creatieve en
technologische sectoren werken intensief samen. Daarnaast zijn er veel samenwerkingen met
onderwijs, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Art-science is sterk gericht op
internationalisering en kent veel jonge makers. Door het innovatieve, experimentele karakter
van hun producties weten zij nieuwe publieksgroepen te bereiken. Voor jonge filmmakers is er
een omgeving waar zij ideeën kunnen omzetten in (semi)professionele producties.
Kansen
Eindhoven kan zich internationaal sterker profileren als stad van art-science. De aanwezige
kennis en creativiteit kunnen vaker en beter ingezet worden bij maatschappelijke
ontwikkelingen. Het zichtbaar maken van ‘art-science’ (en design) in de openbare ruimte kan het
beeld van onze stad verder upgraden.
Eindhoven kan zich verder ontwikkelen als stad van (serious) gaming. Een ‘nerd-in-residence’-
programma kan Eindhoven meer internationaal verbinden.
Het traditionele domein van de 'arthousefilm' kan worden verbreed en uitgebreid met nieuwe
(on-demand) vertoningsconcepten.
Beeldende kunst
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 24)
Eindhoven kent een sterke keten op het gebied van beeldende kunst. Er zijn voor beginnende en
ervaren makers en hun publiek zowel klein- als grootschalige productiefaciliteiten en
presentatieplekken. Ook is er een museum voor hedendaagse kunst en een presentatie instelling
voor hybride kunst. Elke schakel draagt bij aan het beeldende-kunstklimaat in de stad.
Alle gesubsidieerde functies dienen aandacht te besteden aan samenwerking, nieuw publiek en
nieuwe makers. Vastgoed is voor beeldende kunst een aandachtspunt, vooral het aanbod van
betaalbare werkruimtes voor makers en situaties waar er sprake is van ‘sluiksubsidie’ (ruimte
die de gemeente (bijna) om niet beschikbaar stelt).
Kansen
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 20
Door samenwerking in de keten is het mogelijk om talenten te ondersteunen en zichtbaarder te
maken. Kunst in de openbare ruimte kan een rol spelen bij het vergroten van de zichtbaarheid
van beeldende kunst in en buiten de stad. Kunstenaars kunnen, net als designers, veelvuldiger
betrokken worden bij het nadenken over de stad, haar processen en bij het oplossen van taaie
vraagstukken.
De inhoudelijke en organisatorische samenwerking tussen het museum voor moderne kunst en
de kleinere kunstinitiatieven kan voor beide partijen voordelen opleveren. Er is ruimte om in te
zetten op samenwerking met initiatieven in de andere B5-steden.
Theater en dans
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 25)
In Eindhoven wordt theater van hoge kwaliteit gemaakt en getoond, maar de stad heeft geen
sterk profiel als theaterstad. Steeds vaker wordt de verbinding gelegd met lokale makers en jong
talent. Er zijn mogelijkheden voor jongeren om zelf actief te zijn op het podium. Dans is in het
aanbod goed vertegenwoordigd, maar het aantal makers is beperkt. De bijzondere functie en
taakinvulling van de Schouwburg wordt landelijk geroemd, maar het gemis van een BIS-
gezelschap in de stad laat zich voelen.
Kansen
Ondanks het minder sterke theater- en dansprofiel is er geen reden om somber te zijn. De kracht
van de huidige instellingen en initiatieven maakt dat er een kansen liggen om zowel regionaal als
landelijk een sterkere positie te veroveren. Cultuur Eindhoven kan daaraan bijdragen.
Theater en dans lenen zich goed voor samenwerking en overschrijding van domeinen. Dit biedt
mogelijkheden voor nieuwe makers en het bereiken van nieuwe publieksgroepen. De verbinding
tussen professionele makers en amateurs kan bijdragen aan talentontwikkeling. De
mogelijkheden voor vlakkevloertheater kunnen op Brabants niveau intensiever worden benut.
Bestaande makers kunnen en moeten daar ook hun verantwoordelijkheid nemen.
Muziek
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 25)
Eindhoven heeft een reputatie als vooruitstrevende muziekstad. Er is een breed aanbod van
muziekstijlen. Dit vindt zijn weg naar diverse locaties, van grote (gesubsidieerde) podia en
zaaltjes in cafés tot tijdelijke locaties en plekken in de openbare ruimte. Het aanbod wordt
gepresenteerd in uiteenlopende vormen, van voorstellingen en festivals tot wedstrijden. Voor
makers zijn er volop mogelijkheden om zich te ontwikkelen in workshops en lessen, in
voldoende oefenruimtes.
De muziekorganisaties onderzoeken mogelijkheden om intensiever samen te werken en om
gezamenlijk te werken aan een 'stadsbreed programma'. Ze werken aan een voorstel voor het
gebruik van tijdelijke locaties en de benodigde samenwerking met betrekking tot vergunningen.
Kansen
Het totaal aan muziekorganisaties vertegenwoordigt uiteenlopende genres met verschillende
doelgroepen. In de samenwerking kan men op het vlak van publieksbereik van elkaar leren.
De rol van het publiek verandert. Mensen organiseren vaker zelf optredens of feesten. De sector
kan hierop inspelen. Programmeurs van instellingen kunnen het publiek nog meer betrekken in
de programmeringskeuzes. Muziek is vaker buiten de traditionele podia te horen en te zien.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 21
Eindhoven heeft veel interessante plekken en leegstaand vastgoed. Gebruik stuit echter nog vaak
op praktische belemmeringen.
Amateurkunst en Cultuureducatie
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 27)
Kunstbeoefening in de vrije tijd bloeit in de stad. Ongeveer 50 procent van de Eindhovenaren
houdt zich actief bezig met amateurkunst. De gemeente heeft dat altijd ondersteund met een
aparte regeling en dat blijft zo, maar nu via het CKE.
Het cultuureducatieaanbod is zowel in de breedte als kwalitatief de laatste jaren gegroeid.
Tegelijkertijd laten landelijke trends zien dat er sprake is van een verdringingsmarkt in het
vrijetijdsaanbod. Herpositionering van het gesubsidieerde aanbod is nodig volgens de lijn
‘privaat aanbod waar dat kan en publiek aanbod waar dat nodig is’. Dit omdat gemeentelijk
gesubsidieerde aanbod nu concurreert met kwalitatief vergelijkbaar aanbod van individuele
docenten en private scholen.
Cultuureducatie dient voort te bouwen op het landelijke beleid Cultuureducatie met Kwaliteit.
Kansen
De strategische herpositionering van het CKE als huis voor de amateurkunst biedt kansen voor
de sector. De stad heeft behoefte aan een expertisecentrum voor amateurkunstbeoefening, met
een verbindende en aanjagende rol voor kunstbeoefening in de volle breedte. Het huis
ontwikkelt zich tot ‘third place’ en levert diensten aan de amateursector, variërend van expertise
en faciliteiten tot projectmanagement en de uitvoering van de regeling amateurkunstsubsidies.
Het is mogelijk om het tot op heden publiek gefinancierde kunstaanbod aan de markt over te
dragen, mits dit zorgvuldig gebeurt en er rekening wordt gehouden met kwetsbaar aanbod en
kwetsbare doelgroepen. Ook is het zaak om ruimte vrij te maken voor versterking van
cultuureducatie door en via het onderwijs.
Cultuur Eindhoven ziet kansen om het bedrijfsleven te betrekken bij kleine
(amateur)kunstinitiatieven. Dit kan vormen van adoptie betreffen, waarbij het kan gaan om
financiering, maar ook om het beschikbaar stellen van onder meer faciliteiten of accommodatie.
Erfgoed
(zie ook Cultuurscan 2015, p. 27)
Het besef groeit dat Eindhoven een betekenisvolle geschiedenis heeft. Er komt steeds meer
waardering voor modern industrieel erfgoed. In ongesubsidieerde musea komt het industriële
verleden van de stad tot leven.
Er is een openluchtmuseum gericht op de middeleeuwen en de prehistorie, maar een
traditioneel stedelijk cultuurhistorisch museum ontbreekt. De gemeente is zelf actief op het
gebied van erfgoed (vooral archeologie en monumenten). Er zijn veel vrijwilligersorganisaties.
Kansen
Het onderscheidende karakter van Eindhoven is terug te vinden in de moderne geschiedenis. Via
erfgoed kan deze geschiedenis worden bewaard voor toekomstige generaties en duurzaam
worden ontsloten.
Digitalisering dient in de eerste plaats om collecties te behouden en te documenteren, maar kan
ook nieuwe makers voor de kansen van erfgoed interesseren. Zo kan nieuw publiek worden
bereikt. Het gebruik van open data kan hier een rol bij spelen. Door meer samenwerking en
verbinding kunnen collecties en informatiebronnen beter worden opgeslagen en ontsloten,
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 22
bijvoorbeeld in flexibele tentoonstellingen en presentaties. Hierdoor wordt de geschiedenis van
de stad zichtbaarder en toegankelijker.
Erfgoed kan door ‘co-creatie en domeinoverschrijding’ een groter en meer divers publiek
aanspreken. Bijvoorbeeld door samen te werken met Eindhoven365 (vrijetijdseconomie) en
partners uit de creatieve industrie voor meer aansprekende presentaties.
Ongesubsidieerd
Terecht is in diverse reacties op de Cultuurscan opgemerkt dat de kunst- en cultuursector veel
groter is dan alleen de huidige gesubsidieerde instellingen. Cultuur Eindhoven wil de blik
geleidelijk verruimen. Voor de diversiteit van de cultuursector is het belangrijk om kansen te
scheppen voor nieuwe makers en producenten en de stad aantrekkelijker te maken voor
productie en presentatie. Met het Snelfonds levert Cultuur Eindhoven hier een bijdrage aan.
Daarnaast kunnen nieuwe makers een aanvraag indienen via de Plusregeling.
Cultuur Eindhoven biedt ruimte aan presentatie en (nieuwe) makers en producenten. Behalve
met financiële bijdragen ondersteunt Cultuur Eindhoven door te faciliteren en waar mogelijk
regie te voeren om meer kansen te bieden. Stakeholders hebben behoefte aan betaalbare en/of
tijdelijke ruimte en faciliteiten. Ook op het gebied van begeleiding, ontmoeting, verbinding en
inspiratie heeft Cultuur Eindhoven een rol als aanjager te vervullen.
Concept Cultuurbrief Eindhoven 2015 | 29-9-2015 23
Begroting Meer flexibiliteit is een van de motieven voor de oprichting van Cultuur Eindhoven. Deze ambitie
vertaalt zich in de nieuwe systematiek en de oprichting van de Cultuurraad. Ook in de begroting
komt deze ambitie tot uitdrukking. Van de subsidies gaat in deze opzet minder dan tachtig
procent naar de BIS-instellingen en ruim twintig procent naar de Plusregeling en het
Snelgeldfonds.
De begroting maakt daarmee een beweging mogelijk in de richting van een groter en
geactualiseerd aanbod. Eindhoven biedt daarmee meer ruimte voor jong en/of ander publiek en
nieuwe makers. Dit is terug te zien in de keuzes voor Urban en voor programma’s en projecten
voor onder andere cultuureducatie en bijzonder vrijetijdsaanbod.
De beperking van de subsidie aan het CKE tot het niet-concurrerende aanbod maakt dit mede
mogelijk. Deze transitie dient (voornamelijk) in het komende jaar zijn beslag te krijgen.
Hieronder staat de (indicatieve) begroting die het vertrekpunt is voor de regelingen van Cultuur
Eindhoven. Uitgangspunt, maar niet meegenomen in de tabel is daarbij dat de begroting jaarlijks
wordt geïndexeerd.
onder voorbehoud van de gemeentelijke subsidie aan SCE 2017 2018 2019 2020
Budget voor subsidies (excl. VanAbbemuseum, DDW en Glow) 21.250.000 21.250.000 21.250.000 21.250.000
BIS-regeling
Poppodium 925.000 925.000 925.000 925.000
Concertzaal 4.425.000 4.425.000 4.425.000 4.425.000
Filmhuis en vlakkevloertheater 700.000 700.000 700.000 700.000
Bibliotheek 3.270.000 3.270.000 3.270.000 3.270.000
Festival voor kunst en technologie 180.000 180.000 180.000 180.000
Schouwburg 3.170.000 3.170.000 3.170.000 3.170.000
Museum voor hedendaagse kunst - - - -
Presentatie-instelling hybride kunst 370.000 370.000 370.000 370.000
Stedelijk cultuurhistorisch museum 725.000 725.000 725.000 725.000
Urban Cluster 250.000 250.000 250.000 250.000
Huis voor amateurkunst en cultuureducatie1 2.400.000 2.400.000 2.400.000 2.400.000
Designevenement - - - -
Lichtkunstfestival - - - -
Plusregeling: programma's & projecten 4.516.000 4.666.000 4.766.000 4.766.000
Snelgeldfonds 40.000 40.000 40.000 40.000
Van ons prijs 15.000 15.000 15.000 15.000
Gelabelde subsidies:
Gilden 14.000 14.000 14.000 14.000
Cultuureducatie met kwaliteit 2017-2020 pm pm pm pm
Het Nieuwe Instituut (conform B&W besluit d.d. 10 februari 2015) 150.000 - - -
Stichting Ruimte voor programmering Designhuis (conform
B&W besluit d.d. 17 december 2013) 100.000 100.000 - -
Totale kosten 21.250.000 21.250.000 21.250.000 21.250.000
1 Bedragen voor de jaren 2017 t/m 2020 zijn inclusief € 400.000 (afgerond) voor ondersteuning Amateurkunst
Bijlage 7: Financiële prestaties van de Bibliotheek Eindhoven
De bezuinigingen de afgelopen 4 jaren tellen op tot bijna 50%
Daling Gemeentelijke subsidies in de periode 2011-2013 van € 6,2 milj. naar € 4,1
milj. is circa 34% daling
Geen indexering in 2014: circa €82.000 over € 4,1 miljoen is circa 2%
In 2014 (of 2015) ook nog eenmalig €105.000 gekort i.v.m. uitname Gemeentefonds
In 2016 stopt de subsidie provincie Noord Brabant voor Topdiensten/Paradigma.
Betreft circa € 219.000 dit is circa 5% van de totale subsidie inkomsten in 2016.
Wat betreft de kortingen of stopgezette subsidies over 2014 tot en met 2016 zijn wij
telkens in staat geweest om die binnen de begrotingen op te vangen.
2017 t/m 2020: Solidariteitsbijdrage van 5,3%, minimaal €180.000 (index 1,5%,
terwijl wij in de begroting rekening houden met 2%)
De totale implementatie van het Odyssee rapport liep van 2013 tot en met 2017. Begin
2016 hadden we de financiële doelstelling (bezuiniging) reeds bereikt.
Eenmalige bijdragen van de Bibliotheek Eindhoven de afgelopen jaren
De jaren 2014 en 2015 kenden een positief resultaat. In 2012 en 2013 moesten wij fors
uit onze reserves putten. Als we onze rekeningen van 2012 t/m 2015 in totaal
beschouwen, zien we geen overschot maar een tekort van €400.000.
In 2014 betaalden we de gemeente een lening terug van €200.000 en namen we in 2015
de uitname uit het Gemeentefonds (€105.000) t.b.v. landelijke digitale infrastructuur
voor onze rekening.
Van ons resultaat 2015 vloeit €150.000 (en waarschijnlijk €220.000) terug naar de
gemeente.
De werkelijke frictiekosten vallen €500.000 lager uit dan begroot.
Bijlage 8: Gehanteerde principes bij de ombuigingen en bezuinigingen 2017
Bibliotheek Eindhoven
1. “Ontwikkeling voor iedereen bereikbaar maken” en de vier programmalijnen: (1)
leesplezier bevorderen, (2) digitale geletterdheid bevorderen, (3) kennisdelen /
talentontwikkeling bevorderen en (4) meedoen blijven onverminderd van kracht.
2. De Bibliotheek moet in totaal zo’n €400.000 ombuigen ten opzichte van de
begroting 2016.
Het odyssee rapport (2013 t/m 2017) vergt nog 1 implementatiejaar en hiervoor
is €220.000 nodig, dat moet worden herschikt.
€180.000 om de solidariteitsbijdrage van 5,3% te kunnen voldoen.
3. We blijven investeren in onze toekomst, wat betekent dat we middelen blijven
steken in innovatie, ledenwerven en ledenbehoud. Als we onze middelen alleen
maar inzetten om zaken in stand te houden en niet vernieuwen, betekent dat we
impliciet erkennen dat we geen toekomst hebben.
4. ‘Personeel’ (50%) en ‘Huisvesting’ (11%) zijn de posten waar we op dit moment
het meeste geld aan besteden. In deze posten is de afgelopen jaren al enorm in
gesneden: personeel -50% en huisvesting (9 wijkvestigingen gesloten en Witte
Dame gehalveerd). In huisvesting kan niet worden gesneden, omdat we een
huurcontract tot 2028 (Witte Dame) hebben. In personeel gaan we niet snijden,
dat is de afgelopen jaar al voldoende gebeurd. Bovendien zit daar onze kennis en
kracht, die we niet willen verliezen.
5. De kaasschaaf is de afgelopen jaren meerdere malen gehanteerd en hij is bot: er
moeten keuzes worden gemaakt.
Bijlage 9: Voorgenomen besluiten Bibliotheek Eindhoven als gevolg van
bezuinigingen 2017
Om tot een sluitende begroting 2017 te komen, stellen we voor de volgende
ombuigingen en bezuinigingen te verwerken:
verlaging van opleidingsbudget. Collectieve opleidingen verlagen we met
€25.000. de budgetten voor individuele opleidingen blijft gehandhaafd. De
afgelopen jaren is er fors geïnvesteerd in collectieve opleidingen.
Vacatures die er zijn/waren worden nu opgevuld met “schuifacties” uit de
bestaande formatie.
Daarnaast zijn geplande investeringen en out of pocket kosten zoals sorteerrobot,
digitale receptioniste, productontwikkeling en het verruimen van openingstijden
van de Witte Dame (van 9 tot 21.00) uitgesteld of verlaagd met €56.000.
Besparing op ICT dienstverlening, licentie en onderhoudskosten van circa
€47.000 (waaronder besparing netwerkbeheer door aanbesteding)
Besparing op Advies- en personeels- en managementkosten als inhuur experts,
uitzendkrachten, werving & selectie RvT, bezoek congressen en overige
personeelskosten van circa €65.000
Overige kosten als besparing op titelbeschrijvingen NBD, Bibliotheekcafé en aantal
kleinere posten. Circa €30.000 aan besparingen. Bibliotheekcafé: geen verdere
uitwerking foodconcept. Fruit, bloemen 1e etage.
Verlaging van collectie budget bij Bieb040, Jeugdbibliotheek en bij SPILcentra
Collectie SPILcentra met €40.000 verminderen
In plaats van 5,5 boek per kind naar 4,0 boek per kind. Het programma voor de
scholen wordt voor een groot deel betaald uit de cultuursubsidie waarop wordt
bezuinigd. We gaan in gesprek met de scholen welke financiële bijdrage zij willen
leveren voor het op peil houden van de collecties en ondersteuning door
mediacoaches.
Collectie Jeugdbibliotheek in de Witte Dame met €10.000 verminderen.
Wordt nog uitgezocht: minder aanschaf: minder breed, minder diep.
Collectie Bieb040 met €39.000 verminderen.
Op dit moment denken we eraan om te stoppen met inkoop van DVD’s , de
Engelstalige collectie en de wereld Reizen. We schaffen niet meer aan en
onderzoeken alternatieven (sponsoring?).
Activiteiten die geen of niet voldoende financiering hebben:
Voor IBL (Interbibliothecair Leenverkeer: boeken lenen bij andere bibliotheken)
gaan we een kostendekkend gebruikerstarief hanteren (van €4 naar €13). Dit
betekent een verhoging en minder gebruik van deze dienst. De formatie die dan
vrijkomt bij IBL, gaan we inzetten op de ontstane vacatureruimte door natuurlijk
verloop bij het team Ondersteuning (out of pocket besparing van circa €17.000)
Ons lidmaatschap/abonnement op de Plusdiensten zetten we stop. Als we
wederom in onze collectie moeten snijden, hebben we niet meer een dusdanig
omvang dat wij het keurmerk Plus-bibliotheek verdienen.
De VoorleesExpress wordt al jaren zonder enige bijdrage van Gemeente of
provincie bekostigd door de Bibliotheek Eindhoven. Helaas zullen we daarom deze
dienstverlening, mits financiering uitblijft, moeten stoppen. 109 vrijwilligers lezen
voor in 92 taalarme gezinnen.
Als we stoppen met VoorleesExpress besparen we € 75.000. Alternatief is de
gemeente te vragen de kosten te dekken uit het sociaal domein. Als dat niet lukt,
gaan we in gesprek met andere partijen die bereid en in staat zijn om de taken
van de Voorleesexpress over te nemen.
We gaan de formatie die vrijkomt bij de VoorleesExpress inzetten op de ontstane
vacatureruimte bij het team Wijzer!
Vacatureruimtes ontstaan mede ontstaan vanwege natuurlijk verloop en worden
zoveel mogelijk ingevuld met bestaande medewerkers wiens taken vervallen
(IBL/VoorleesExpress.)
Bijlage 10: Waarom bezuinigen in 2017, terwijl we in 2015 geld overhielden?
1. Ten eerste moeten we in 2017 bezuinigen, omdat we minimaal €180.000 minder
krijgen dan in 2016, hetzelfde jaarlijkse bedrag dat we hebben aangevraagd voor
2017 tot en met 2020.
2. We hielden in 2014 en 2015 geld over omdat we nog volop in ontwikkeling waren.
Beide jaren waren dus geen “normale” jaren.
Toelichting:
We zijn kort van geheugen, maar we zijn de vorige twee bezuinigingen nog aan het
verwerken en de organisatie is zich nog aan het zetten. We leren en ontdekken
ontzettend veel.
Het Odyssee rapport kent een implementatieperiode van 2013 tot en met 2017 en
schetste 3 transities:
- van wijkvestigingen naar bibliotheek op spil;
- Van centrale uitleen naar kenniswerkplaats;
- Programma-gestuurde organisatie.
Een transitieperiode zoals wij die doormaken heeft als kenmerk: grilligheid.
Zowel de financiën als de organisatie kent een grillig verloop. Veel vacatures en functies
die moeten worden ingevuld, waardoor er ook veel minder geld werd besteed.
Het kwam ook doordat in de jaarrekening sommige kosten en subsidies in verschillende
boekjaren verwerkt moesten worden. Sommige voorzieningen (bv grootonderhoud)
vielen geheel of deels vrij.
Op 1 januari 2016 hadden we de bezuinigingen wel verwerkt, maar waren we nog volop
in verandering. We waren nog niet op oorlogssterkte en op zoek naar richting en
concretisering. Dan ligt niet de eerste prioriteit bij geld besteden. Bovendien drukten
bepaalde posten (bijvoorbeeld licenties en personeelslasten) nog niet het gehele jaar op
de begroting.
3. Het resultaat 2015 moet niet apart worden beschouwd, maar in de context van
2012 tot en met 2015. Als de rekening van 2012 tot en met 2015 wordt
opgemaakt, zie je namelijk een negatief saldo van €400.000
Toelichting:
Vanaf 2012 hebben we fors geput uit onze eigen reserves (2 miljoen) en daarna hadden
we in 2014 en 2015 een positief resultaat van 1,6 miljoen. Als die twee bedragen bij
elkaar worden geteld, kom je over de periode 2012-2015 op een negatief resultaat van
€400.000.
Bijlage 11: Het resultaat 2015
Het gaat om eenmalige middelen die we in 2017 en 2018 extra willen gaan inzetten.
Voor de normale of reguliere taken moeten we in de periode tot en met 2020 een
sluitende begroting/exploitatie hebben.
In onze brief van april 2016 stelden wij het College van Burgemeester en Wethouders
voor het resultaat 2015 (€1,1 miljoen) in te zetten voor:
- Verhoging van ons weerstandvermogen (reserves als zaken tegenvallen);
- Het verhogen van de kwaliteit en mobiliteit van het personeel;
- Inhoudelijke projecten op het gebied van lezen/digitale geletterdheid;
- Innovatie en het creëren van nieuwe verdienmodellen.
Op 10 oktober 2016 besloot het College van Burgemeester en Wethouders:
- Verhoging van ons weerstandvermogen (reserves als zaken tegenvallen);
€100.000;
- Het verhogen van de kwaliteit en mobiliteit van het personeel; €200.000;
- Inhoudelijke projecten op het gebied van lezen/digitale geletterdheid en Innovatie
en het creëren van nieuwe verdienmodellen; €628.000 (gevraagd €689.000, dus
€70.000 minder;
- het cadeau voor ons 100 jarig bestaan “uitbreidingen voor 1 jaar van
VoorleesExpress € 70.000” moeten worden betaald uit het €628.000 budget. Dit
kan niet worden ingezet om de huidige VoorleesExpress 1 jaar voort te zetten.
Het B&W besluit spreekt expliciet over uitbreiding en niet over voortzetting;
- €150.000 van het resultaat 2015 vloeit terug naar de gemeente.
Bijlage 12 Onze abonnementenstructuur per 1 januari 2017 en de
campagne
Het idee dat de huidige tarievenstructuur aan een vernieuwing toe is speelt al een aantal
jaar. In eerste instantie was het de bedoeling zo veel mogelijk aan te sluiten bij de
landelijke plannen voor een gezamenlijk tariefstelsel. Toen het landelijke proces
stagneerde is besloten toch door te gaan met het traject om de volgende redenen:
Het huidige tarievenstelsel is ingewikkeld. (17 varianten). Het nieuwe is
eenvoudiger voor klanten en administratie;
er is weinig verschil tussen het huidige M en L abonnement;
minder regels, minder discussie met klanten;
beter te communiceren aan de balie en op de website.
De Bibliotheek Eindhoven streeft naar een vriendelijk lidmaatschap, waar klanten een
bepaald bedrag voor een abonnement betalen, de keuze hebben uit drie mogelijkheden,
waar zo min mogelijk regels aan het abonnement hangen en er ruimte is voor extra’s.
Een projectgroep Tarieven is aan de slag gegaan, heeft onderzoek gedaan, verschillende
scenario’s bekeken en doorgerekend, risico’s in kaart gebracht en is tot een voorstel
gekomen dat in het MT is vastgesteld.
Een aantal zaken die gaan veranderen op een rijtje:
1. Boetes worden afgeschaft
2. Uitleentermijn wordt 4 weken
3. Drie tarievenmodel: Bieb budget, Bieb comfort en Bieb deluxe.
4. Tarieven gaan omhoog naar resp. €18, €45 en €66
5. Gelijkstellen maand- en jaartarief
6. Geen limiet op aantal uitleningen m.u.v. het kleinste abonnement
7. Geen 65+ abonnement of korting
8. Geen apart studentenabonnement maar 20% korting op een abonnement naar
keuze
Alle abonnementen, behalve het budgetabonnement, bieden toegang tot het landelijk E-
book portal.
Half november 2016 krijgen alle betalende leden een brief met een voorstel voor de
nieuwe abonnementsvorm. De nieuwe verbeterde voorwaarden gaan meteen in. Het
nieuwe tarief op het moment dat hun abonnement verlengd moet worden. De Bibliotheek
wil mensen de kans geven te profiteren van de verbeterde voorwaarden voordat ze hun
abonnement moeten verlengen. Dit ook om te voorkomen dat ‘slapende leden’ hun
abonnement opzeggen.
Tegelijkertijd start een campagne met posters, op bussen, in de berm en op social
media. Er komt een inlay in Groot Eindhoven en in het Eindhovens Dagblad. Om een
indruk te krijgen staan hieronder enkele voorbeelden.
Om vragen en klachten goed op te vangen zijn alle medewerkers publieksdiensten
getraind en wordt een call centrum ingeschakeld.
Impressie van de Campagne
terwijl het aantal bezoekers in 2015 daalde van 361.442 naar 283.249 (voorlopige
jaarrekening 2015).
Het ondernemerschap zou beter uitgewerkt kunnen worden. De eigen inkomsten
zijn nu nog zeer gering. De verwachtte groei aan inkomsten uit het bedrijfsleven (van €
31.000 in 2017 naar €198.000 in 2020) is erg optimistisch. Men geeft wel aan in te
zetten op gezamenlijke productontwikkeling met andere instellingen en bedrijven en
nieuwe producten/diensten met bijbehorende verdienmodellen te ontwikkelen voor
nieuwe klanten, maar dit wordt verder niet geconcretiseerd. De investering in
vernieuwing en nieuwe verdienmodellen voor een bedrag van € 1,6 miljoen wordt slechts
zeer ten dele terug verdiend.
De meerwaarde voor de stad is evident. Dit is deels inherent aan de functie van
bibliotheek. Maar mits het bereik op orde is en blijft, biedt Bibliotheek Eindhoven een
specifieke toegevoegde waarde op het vlak van algemene lees- en schrijfontwikkeling en
kennisdeling.
Bibliotheek Eindhoven vervult een sleutelrol in het maatschappelijk domein en
onderhoudt veel samenwerkingsrelaties. De Cultuurraad onderschrijft dit, maar is van
mening dat de bibliotheek nog meer extern gericht zou kunnen werken, gelet op
de ambities die de bibliotheek in het kader van ondernemerschap heeft.
De begroting is voor de jaren 2017 en 2018 niet sluitend. Bibliotheek Eindhoven heeft de
gemeenteraad verzocht het positieve resultaat over 2015 van €1,5 miljoen te
mogen behouden ten behoeve van de exploitatie in 2017 en 2018. De Cultuurraad
adviseert dit verzoek te ondersteunen, om de in gang gezette vernieuwing niet te
belemmeren. Binnen de Cultuurbegroting kan dit bedrag niet gevonden worden.