25
Ontwikkelingspsychologie I: bijeenkomst 7 Beroepstaak Ontwikkelingsstimulering 2010-2011

Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Ontwikkelingspsychologie I: bijeenkomst 7

Beroepstaak Ontwikkelingsstimulering

2010-2011

Page 2: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Sociaal-emotionele ontwikkeling

• Sociale ontwikkeling: gaat over de omgang met andere mensen

• Emotionele ontwikkeling gaat vooral over de ontwikkeling van het zelf, (zelfbeeld, zelfvertrouwen, persoonlijkheid)

• Humanistische stroming: houdt zich voornamelijk met het zelf en de subjectieve ervaring bezig

Page 3: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Sociale ontwikkeling

• Kind is al vanaf de geboorte sterk georiënteerd op mensenMenselijke gezichten en menselijke stem zijn favoriet

• Kind heeft een sterk vermogen tot imitatie, kan ideeën en gedrag overnemen (modeling, identificatie, gender-rol).

• Wat opvoeders DOEN wordt overgenomen, wat ze ZEGGEN minder.

• Kind leert om te gaan met anderen en zich op anderen af te stemmen en de eigen bijdrage in te schatten

Page 4: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Sociale cognitiemensenkennis

• Ontstaat door omgang met verschillendemensen

• kinderen ontdekken bij wie ze voor watkunnen aankloppen

• Door omgang met anderen/leeftijdgenoten worden de sociale regels geleerd

• Sociale cognitie loopt parallel aan cognitieve ontwikkeling

Page 5: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Sociale cognitie

• Waarnemen en Weten

• Perspectief nemen: je kunnen inleven in wat de ander denkt, voelt, beleeft

• Voelen (mensen kunnen tegenstrijdige gevoelens hebben, ze kunnen blij kijken maar zich anders voelen)

• Bedoelen (doet iemand iets expres of per ongeluk)

Page 6: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Jongens en meisjes

• De meeste tweejarigen weten of ze een jongetje of een meisje zijn

• meisjes vaker meegaand en coöperatief t.o.v. anderen dan jongens

• jongens meer gericht op competitie en eigenbelang

• nature? nurture?

Page 7: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

sociaal gedrag

In de psychologie spreken we over sociaal gedrag als het gaat om gedrag ten opzichte van de ander. (een neutrale term dus)

• prosociaal gedrag :positief gedrag naar de ander; (meeleven, helpen en delen)

• antisociaal gedrag : negatief gedrag naar de ander.

Page 8: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

prosociaal gedrag empathie, meeleven

Meeleven met de ervaringen en emoties van iemand anders, je kunnen verplaatsen in de ander.

Theorieën:• Piaget (cognitieve theorie): je kunt je pas inleven in de

ander, wanneer je het pre-operationele stadium met zijn egocentrisch denken hebt verlaten.

• een heel jong kind kan al meegaan in een emotie, dat is niet afhankelijk van verstandelijke ontwikkeling

• Biologische psychologie: Wellicht heeft het te maken met de aanwezigheid van zgn. spiegelneuronen in het brein

• Wanneer indenken nog niet mogelijk is, wordt het kind in de emotie meegezogen

Page 9: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Niveaus bij ontwikkeling van sociaal perspectief nemen (soms zijn twee tegelijk aanwezig):

Fase Leeftijd Perspectief

0 3-6 Iedereen denkt hetzelfde als ik

Iemand denkt iets anders dan ik maar ik weet niet wat

1 Vanaf 6 Als iemand hetzelfde meemaakt beleeft hij ook hetzelfde

Iemand beleeft niet hetzelfde maar hoe die ander iets beleeft weet je niet

Page 10: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

2 Vanaf 8 Ik kan me inleven in hoe iemand iets beleeft en zich voelt, andere mensen kunnen zich ook inleven in mij

3 Vanaf 10 Ik weet waarom een derde persoon verschillend denkt over mij en jou

4 Vanaf 12 Ik zie de samenhang tussen hoe iemand iets beleeft en zijn bedoelingen, opvattingen, waarden. Ik zie dat deze samenhangen met de situatie, de groep waar iemand toe behoort, de cultuur, de generatie enzovoort. Selman (1980).

Page 11: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

prosociaal gedragbehulpzaamheid

verklaringen voor behulpzaamheid:

• instinctief, evolutionair bepaald

• behaviorisme: prosociaal gedrag minder snel geïmiteerd dan agressief gedrag; opvoeders kunnen wel steeds het goede voorbeeld blijven geven

• cognitief: naarmate kind ouder wordt zijn verstandelijke ontwikkeling en geweten verder, meer mensenkennis

Page 12: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

prosociaal gedragdelen

Delen is voor kinderen ingewikkelder dan helpen, heeft te maken met het begrip hebben van eigendom en dat hangt samen met de cognitieve ontwikkeling

• 1-2 jaar: “alles wat ik vasthoud is van mij”

• 2 jaar: overdreven eigendomsgevoel en verzamelen

• 3-4 jaar: sociaal gericht weggeven als middel om contact te zoeken

• kleuters: modeling, navolgen van elkaar , maar met moeite delen

• 7 jaar: eerlijk delen (vergelijk gewetensontwikkeling)

Page 13: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Emotionele ontwikkeling:• Hechting • Angsten • Moraliteit• Agressie • Persoonlijkheid• Zelfbeeld• Faalangst• MotivatieAl bovenstaande thema’s komen bij de OWE

Opvoedingsondersteuning aan bod

Page 14: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Persoonlijkheid: Big Five

Persoonsbeschrijving in vijf dimensies:

• Extraversie - introversie

• Vriendelijkheid - vijandigheid

• Zorgvuldigheid – laksheid, gebrek aan motivatie

• Stabiliteit – emotionele labiliteit

• Ideeënrijkdom, openheid voor ervaringen, intellect , creativiteit – het tegenovergestelde

Page 15: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Erik Erikson (1902-1994)

Page 16: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

De ontwikkelingstheorie van Erikson

• Hoort tot de psychoanalytische stroming

• Elke levensfase kent zijn eigen ontwikkelingstaak.

• Erikson noemde zo’n taak een psycho-sociaal conflict.

• De oplossing van dat conflict kan positief dan wel negatief uitvallen.

• Elke oplossing is weer de basis voor het oplossen van het volgende conflict.

Page 17: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Fase 1 (0 tot 1 jaar)

Fundamenteel vertrouwen tegenover fundamenteel wantrouwen

• Wordt ontwikkeld op basis van gunstige dan wel ongunstige ervaringen die met name de moeder verschaft.

• Eigenschap die zich onder gunstige omstandigheden ontwikkelt is de hoop

Page 18: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Fase 2 (1 tot 4 jaar)

Autonomie tegenover schaamte en twijfel

• Kind streeft naar onafhankelijkheid en zelfbeschikking maar weet waar nodig hulp in te schakelen. Keuzes leren maken en grenzen leren kennen.

• Eigenschap uit deze periode: wilskracht

Page 19: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Fase 3 (4 tot 6 jaar)

Initiatief tegenover schuld

• Kind leert om initiatieven te ontplooien, bij teveel beperking ontstaat schuldgevoel.

• Eigenschap uit deze fase: doelgerichtheid

Page 20: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Fase 4 (6 tot 12 jaar)

Vlijt tegenover minderwaardigheid

• Taakgerichtheid en succes hebben, prestaties leveren. Minderwaardigheidsgevoelens als het kind niet aan de verwachtingen van zichzelf of van anderen kan voldoen.

• Eigenschap die hieruit kan ontstaan: competentie

Page 21: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Fase 5 (12 tot 19 jaar)

Identiteit tegenover identiteitsverwarring

• Zelfstandig worden en op eigen verantwoordelijkheden aangesproken kunnen worden is de centrale ontwikkelingstaak in deze periode.

• Eigenschap bij gunstige uitkomst: loyaliteit

Page 22: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Humanistische psychologie

• Ontwikkelingen van de mens als subject staan centraal

• Zelf(bewustzijn) en mogelijkheid tot zelfcontrole

• Nadruk op mogelijkheden, groei, potentie & vrije wil, keuze

• Handelen wordt beïnvloed door zelfbeeld

• Grondleggers: Maslow, Rogers

Page 23: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Carl Rogers (1902-1987)• Client-centered therapie

• Non-directief

• Actief luisteren

• Reflecteren van gevoelens

• Empathie

• Aanvaarding van de client zoals hij/zij is

Page 24: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Abraham Maslow (1908-1970)

• Behoeftenpyramide:

als aan basisbehoeften (voedsel, onderdak, veiligheid) is voldaan, kan iemand toekomen aan hogere behoeften als ontplooiing, enz.

Page 25: Bijeenkomst 7 ontwikkelingspsychologie

Stromingen binnen de psychologie:

• De psychodynamische benadering

• De biologische benadering

• De cognitieve benadering

• De behavioristische benadering

• De humanistische benadering

• De systeem benadering

• De omgevingsbenadering