27
Bewerkt door Wouter Camps en Carola Riemens Breinvriendelijk onderwijs Feiten, praktische tips en coöperatieve structuren Dr. Spencer Kagan

Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Bewerkt door Wouter Camps en Carola Riemens

Breinvriendelijkonderwijs

In samenwerking met

Feiten, praktische tips en coöperatieve structuren

Dr. Spencer Kagan

Breinvriendelijk onderwijs

Er is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar de werking van het brein. Daardoorweten we steeds beter hoe onze hersenen functioneren: op welke prikkels reageren ze enwaarom? Als je deze kennis toepast in je klas, kun je onderwijs geven op een manier die aansluit bij de natuurlijke behoeften van het brein. Daardoor leren je leerlingen sneller enmeer, onthouden ze de lesstof beter en vinden ze leren ook nog leuker! Of, zoals auteur Spencer Kagan zegt: “Waarom zou je tegen de stroom inzwemmen, als je ook met de stroom mee kunt gaan?”

Voor dit boek verzamelde Kagan talloze onderzoeken van hersenwetenschappers en haalde daaruit zes principes van breinvriendelijk onderwijs: 1. Het brein heeft voeding nodig. 2. Het brein zoekt veiligheid. 3. Het brein is een sociaal orgaan. 4. Het brein reageert op emoties. 5. Het brein kan alleen dingen onthouden waaraan aandacht is besteed. 6. Het brein pikt bepaalde prikkels van nature veel gemakkelijker op dan andere.

Bij elk van deze zes principes biedt Kagan interessante feiten, concrete ‘tools’ om die kennis toe te passen in je lessen en veel praktische tips. Als leraar kies je zelf waarmee je (het eerst) aan de slag gaat. Bovendien bevat dit boek 27 coöperatieve structuren om leerlingen gestructureerd te laten samenwerken. Deze coöperatieve structuren maken het je makkelijk om breinvriendelijk onderwijs te geven.

Breinvriendelijk onderw

ijs Dr. Spencer K

agan

Omslag Brain-2.qxp_Opmaak 1 29-06-17 21:56 Pagina 1

Page 2: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Vertaling: BenescriptBewerking voor het Nederlandse onderwijs: Carola Riemens (Bazalt), Wouter Camps (HCO)Projectleiding/eindredactie: Nicole Hendriks, Anita de Jong (Bazalt)Vormgeving: Wakker DesignIllustraties: Kagan PublishingIllustratie cover: ShutterstockDrukwerk: PrintSupport4U

Oorspronkelijke titel: Brain-Friendly Teaching, Tools, Tips & StructuresAuteur: Dr. Spencer KaganOorspronkelijke uitgever: Kagan Publishing (www.KaganOnline.com)

© 2015 Kagan PublishingThis book is a Dutch adaptation of the book Brain Friendly Teaching, originally published by Kagan Publishing in theUnited States. Kagan Publishing is the copyright and trademark owner for the structures and content of this book. Allrights are reserved by Kagan Publishing, USA. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any formwithout prior written permission from Kagan.

ISBN: 978-94-6118-239-5

Bazalt Educatieve Uitgaven1e druk 2017

© Bazalt Educatieve Uitgaven 2017Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd of doorgegeven in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van Bazalt. Voor informatie over workshops, trainingen en coaching aansluitend bij deze uitgave, kun jeterecht bij onderstaande organisaties.

Bazalt HCO RPCZPostbus 21778 Postbus 53509 Postbus 3513001 AT Rotterdam 2505 AM Den Haag 4380 AJ VlissingenEducatieve uitgeverij: 088-5570500 070-4482828 0118-480880Training/coaching: 088-5570570 www.hco.nl www.rpcz.nlwww.bazalt.nl

Bazalt maakt deel uit van de Bazalt Groep en werkt daarin samen met partners HCO en RPCZ.

Colofon

00-Inleiding.qxp_Opmaak 1 28-06-17 17:06 Pagina 2

Page 3: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Voorwoord VII

Inleiding IXStructuur van dit boek XIIHoe dit boek te gebruiken XV

Principe 1: Voeding 1.0Tool 1: Stimuleer leerlingen om te bewegen 1.5Tool 2: Spoor leerlingen aan om te spelen 1.10Tool 3: Laat leerlingen gezonder eten 1.12Tool 4: Geef leerlingen voldoende te drinken 1.15Tool 5: Leer leerlingen goed te ademen 1.16Tool 6: Geef les met bewegingsstructuren 1.18

Principe 2: Veiligheid 2.0Tool 1: Creëer een veilige leeromgeving 2.11Tool 2: Wees blij met diversiteit 2.13Tool 3: Geef veilige beoordelingen 2.13Tool 4: Vorm saamhorige teams 2.13Tool 5: Vorm saamhorige klassen 2.15Tool 6: Zet achtergrondmuziek op 2.17Tool 7: Stimuleer leerlingen om te bewegen 2.17Tool 8: Spoor leerlingen aan om te spelen 2.18Tool 9: Gebruik humor 2.18Tool 10: Laat leerlingen drinken 2.21Tool 11: Stimuleer positieve sociale interactie 2.21Tool 12: Leer leerlingen ontspannende ademhalingstechnieken aan 2.23Tool 13: Doe progressieve spierontspanningsoefeningen 2.24Tool 14: Spoor leerlingen aan om te mediteren 2.25

Principe 3: Sociaal 3.0Tool 1: Activeer de sociale cognitie 3.18Tool 2: Integreer klasopbouwende activiteiten 3.20Tool 3: Bied ruimte voor gestructureerde, coöperatieve interactie 3.22Tool 4: Leer leerlingen sociale vaardigheden aan 3.31Tool 5: Stimuleer coöperatief spel 3.34

Principe 4: Emotie 4.0Tool 1: Geef les met passie 4.5Tool 2: Maak leerlingen enthousiast 4.6Tool 3: Koppel emoties aan de lesstof 4.7Tool 4: Prijs de leerlingen 4.10Tool 5: Vier successen 4.14Tool 6: Roep positieve emoties op 4.15Tool 7: Spoor leerlingen aan om te spelen 4.33

Inhoud

00-Inleiding.qxp_Opmaak 1 28-06-17 17:06 Pagina 3

Page 4: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Principe 5: Aandacht 5.0Tool 1: Voer een stiltesignaal in 5.13Tool 2: Geef les met Kagan-structuren 5.15Tool 3: Leer leerlingen om actief te luisteren 5.16Tool 4: Maak het kortetermijn- en werkgeheugen leeg 5.22Tool 5: Las regelmatig een verwerkingsmoment in 5.28Tool 6: Vermijd afleidingen 5.33Tool 7: Verspreid de oefentijd 5.36Tool 8: Zorg voor flow 5.37Tool 9: Houd rekening met aandachtsstijlen 5.40Tool 10: Creëer ankerpunten 5.42Tool 11: Stimuleer leerlingen om te bewegen 5.44Tool 12: Spoor leerlingen aan om te spelen 5.45Tool 13: Train de aandacht 5.46Tool 14: Train het werkgeheugen 5.57

Principe 6: Prikkels 6.0Tool 1: Stimuleer de leerlingen met verrassingen en nieuwe dingen 6.4Tool 2: Zorg voor voorspelbaarheid 6.11Tool 3: Laat de leerlingen spelen 6.22Tool 4: Geef effectieve feedback 6.24Tool 5: Betrap ze op goed gedrag! 6.35Tool 6: Biofeedback 6.36Tool 7: Illustreer met beelden 6.38Tool 8: Geef les met liedjes 6.50Tool 9: Communiceer met gebaren 6.53Tool 10: Maak het multimodaal 6.59Tool 11: Geef gevarieerd les 6.67Tool 12: Maak het relevant 6.72Tool 13: Maak het betekenisvol 6.80

Kagan-structuren1. Consensus & Schrijven S.92. TweePraat Schrijven S.103. Beroemdheden Interview S.114. In Koor S.125. Flitskaarten S.136. Formatie S.147. Kinesthetische Symbolen S.158. Luister Goed! S.169. Nummergekte! S.1710. TweeGesprek S.1811. Tweetal Op Herhaling S.1912. Samenvat Signaal S.2013. Vraag & Ruil S.2114. TweePraat Overhoring S.22

15. TweePraat S.2316. RondPraat S.2417. Denker-Schrijver S.2518. Voer Uit Leg Uit S.2619. Simulaties S.2720. StaOp-HandOmhoog-Tweetal S.2821. Positief Roddelen S.2922. Stijgen & Dalen S.3023. Vier-Twee-Solo S.3124. Drie Stappen Interview S.3225. TweeGesprek Op Tijd S.3326. Koppen Bij Elkaar En Weg S.3427. TweePraat Interview Op Reis S.35

00-Inleiding.qxp_Opmaak 1 28-06-17 17:06 Pagina 4

Page 5: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Silly Sports en Goofy Games te downloaden op www.bazalt.nl/kagan-brein

Neurietikkertje 1.22Luchtverkeersleider 2.30Haboe 3.42Alaskaans Honkbal 3.43Pantomime-estafette 4.41Ballonstuiteren 4.42Tientellen 6.86Klapspel 6.87

Werkbladente downloaden op www.bazalt.nl/kagan-brein

Bewegen in de klas 1.21De suikerpiek/suikerdip-cyclus doorbreken 1.23Wat heb jij vanochtend bij het ontbijt gegeten? 1.24Drinkdagboek 1.254-4-8-ademhalingstechniek 1.26Spierontspanning 2.31Grootte en afstand van de zon en de planeten 4.35Ruimtereis: wat je leerlingen kunt vertellen 4.36Tel je zegeningen! 4.37Positieve kaart 4.38Drie wensen 4.39Script voor gestuurde verbeelding 4.40Aantekenblad volgens Cornell-systeem 5.70Drempelformulier 6.88Hoe gaat het? 6.89Plus-minformulier 6.90Zelfbeoordelingsformulier voor projecten 6.91Interessevragenlijst 6.92

In dit boek gebruiken we de aanduiding 'leraar'en 'hij' als het over leerkrachten/docenten gaat.Uiteraard wordt ook 'zij' bedoeld. Dit geldt ookvoor leerlingen, naar wie we eveneens verwijzenmet 'hij'/'hem'.

00-Inleiding.qxp_Opmaak 1 28-06-17 17:06 Pagina 5

Page 6: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

VIII Breinvriendelijk onderwijs | Inleiding

► Principe 1: Voeding Om goed te kunnen functioneren, hebben de hersenen continu een grote hoeveelheid voedingsstoffen nodig. Wat kunnen wij doen om de hersenen van onze leerlingen optimaal te voeden? Daarvoor hebben we zes effectieve tools.

► Principe 2: Veiligheid Hersenen kunnen alleen optimaal werken als leerlingen zich veilig voelen. Leerlingen mogen niet gekleineerd, in verlegenheid gebracht, gepest of op een of andere manier bedreigd worden. Muziek, coöpera- tieve teams en lichaamsbeweging zijn een paar tools waarmee we veiligheid kunnen bieden.

► Principe 3: Sociaal Het brein is een sociaal orgaan. Vanuit ons emotionele systeem / lim- bische systeem (interactie, sociale relatie) zijn mensen gericht op samenwerking. In een coöperatieve klas wordt het sociaal-cognitieve netwerk geactiveerd, ontstaat saamhorigheid, vindt coöperatieve interactie plaats en wordt samenwerkend spelen gestimuleerd. De uitkomst: veiligheid, creatief denken en stimulatie en begeleiding door klasgenoten.

► Principe 4: Emoties In de klas kunnen we emoties gebruiken om leerlingen enthousiast te maken, om te zorgen dat ze lesstof beter onthouden en hun oplos- singsvaardigheden verbeteren. Angst belemmert ons om bewust te denken. Positieve emoties verruimen juist ons denkvermogen. Door in de klas positieve emoties op te roepen, maken we leerlingen meetbaar slimmer.

► Principe 5: Aandacht Wat aandacht krijgt, wordt beter onthouden. We helpen leerlingen leren als we hun aandacht focussen op wat wij willen dat ze leren. Hoe kunnen ze immers iets leren waaraan ze nooit aandacht hebben be- steed? In dit hoofdstuk behandelen we veertien tools om de aandacht te vangen en vast te houden.

► Principe 6: Prikkels De hersenen letten van nature op bepaalde prikkels, maar negeren andere. Als we nieuwe dingen opnemen in onze lessen, aangeven waarom het materiaal relevant is en illustraties en gevarieerde prikkels gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels waar het brein van smult.

Breinvriendelijk onderwijs

00-Inleiding.qxp_Opmaak 1 28-06-17 17:07 Pagina 8

Page 7: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Principe 1

Voeding

m optimaal te functioneren, hebben de hersenen continu een grote

hoeveelheid voedingsstoffen nodig. Dat stelt ons, als leraren, voor de

vraag: wat kunnen wij doen om de hersenen van leerlingen optimaal te

voeden? Daarvoor zijn er zes effectieve tools.

O

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:37 Pagina 1

Page 8: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Geef les met bewegingsstructurenpag. 1.18

Stimuleer leerlingen om te bewegenpag. 1.5

Spoor leerlingen aan om te spelenpag. 1.10

Laat leerlingen gezonder etenpag. 1.12

Geef leerlingen voldoende te drinkenpag. 1.15

Leer leerlingen goed te ademenpag. 1.16

Principe 1Voeding

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 2

Page 9: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Principe 1

Voed het brein

Het spreekt bijna vanzelf dat goed gevoede herse-nen nieuwe informatie beter kunnen oppikken, ver-werken, onthouden en terughalen. Maar waaromhersenen zo enorm afhankelijk zijn van een con-stante aanvoer van voedingsstoffen, is niet zo van-zelfsprekend. En ook niet hoe je als leraar kuntzorgen dat de hersenen van leerlingen goed wor-den gevoed. In dit hoofdstuk onderzoeken we eerstwaarom de structuur van de hersenen bepaalt datvoeding het eerste principe van breinvriendelijk onderwijs is. Vervolgens gaan we uitgebreid in opzes effectieve tools om de hersenen van onze leer-lingen beter te voeden.

Waarom moeten hersenen steedsgevoed worden?De hersenen wegen bijna anderhalve kilo. Dit is netiets meer dan 2% van het gemiddelde lichaams-gewicht. Toch verbruiken de hersenen van volwas-senen ongeveer 20% van het totaal aantal ingeno-men calorieën. Als we een nieuwe vaardigheidleren, verbruiken de hersenen veel meer energiedan wanneer we oefenen met een eerder verwor-ven vaardigheid. Een voorbeeld: na vier tot achtweken oefenen met het visueel-ruimtelijke compu-terspel Tetris zijn de scores zeven keer hoger, maarverbruiken de hersenen veel minder energie tijdenshet spelen.1 Deze uitkomst – oefening leidt tot efficiëntie en een lager energieverbruik – is een algemeen aanvaard principe. Het geldt ook voor de resultaten op logische testen2, mondelinge taal-vaardigheidstesten3 en geheugentesten4. Wanneerde hersenen een vaardigheid onder de knie heb-ben, gaan ze niet harder, maar juist efficiënter wer-ken en verbruiken ze minder energie (glucose eneiwitten).* Baby’s leren voortdurend nieuwe vaar-digheden. De hersenen van een baby verbruiken

* Zie ook: input-outputratio in: Jensen, E. (2012) | Krachtig Onderwijzen | Bazalt.

ongeveer 65% van alle calorieën die hij inneemt.Dit is geheel in lijn met dit principe.5

Naar verhouding stroomt een groot deel van hetbloed door het brein (ongeveer 15% van al hetbloed dat door het hart wordt rondgepompt). Hetbrein verbruikt een nog groter deel van de voe-dingsstoffen die in het lichaam aanwezig zijn (totwel 25% van alle zuurstof ). Bijna alle zuurstof diehet brein nuttigt (94%), wordt verbruikt door degrijze stof: grijs gekleurde massa in het centrale zenuwstelsel, voornamelijk cellichamen van zenuw-cellen. Hoe hoger het brein functioneert, hoe meerzuurstof dat deel van het brein verbruikt. Zo ver-bruiken de middenhersenen en de kleine hersenenveel minder dan de hersenschors.

Het brein is zo afhankelijk van een constante toe-voer van zuurstof en glucose dat de werking van de hersenen snel achteruitgaat als we die toevoerslechts enkele minuten stopzetten. Na ongeveer vijfminuten zonder voedingsstoffen beginnen zenuw-cellen af te sterven. Wanneer de hersenen een paarminuten geen zuurstof hebben gehad, voel je je suf en lusteloos en is je beoordelingsvermogen ver-slechterd. Geconcentreerd leren wordt dan onmo-gelijk. Het staat als een paal boven water: als wewillen dat onze leerlingen bij de les zijn en hun gezonde verstand kunnen gebruiken, dienen we te zorgen dat er continu een grote hoeveelheidvoedingsstoffen, en met name zuurstof, naar hunhersenen wordt gevoerd.

Prin

cip

e 1

1.3Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 3

Page 10: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.4 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Verbindingen verbruiken energieHoe komt het dat 2% van het lichaamsgewicht totwel 25% van de zuurstof verbruikt? Waarom heb-ben de hersenen zo’n honger? Het antwoord is tevinden in de structuur van het brein. Niet wat in dezenuwcellen gebeurt verbruikt de meeste energie,maar wat er tussen de zenuwcellen gebeurt. Decommunicatie tussen zenuwcellen vergt zo’n 80%van de energie die de hersenen nodig hebben.Elke zenuwcel in de hersenen staat via enkele synapsen in contact met elke andere zenuwcel inde hersenen. Doordat de zenuwcellen met elkaarcommuniceren, kunnen we dingen begrijpen, onthouden en uitvoeren. De zenuwcellen in de hersenen hebben elk gemiddeld zo’n tweeduizendverbindingen en sommige hebben wel tienduizenddendrietverbindingen. Zenuwcellen worden ge-middeld ongeveer honderd keer per seconde geac-tiveerd. En dan te bedenken dat het menselijk breinbijna honderd miljard zenuwcellen heeft. Stel jevoor, honderd miljard zenuwcellen, met elk gemid-deld tweeduizend verbindingen, die elk gemiddeldhonderd keer per seconde worden geactiveerd.Daar is een gigantische hoeveelheid brandstof voornodig!

Honderd miljard computersDe honderd miljard zenuwcellen in de hersenenworden niet geactiveerd omdat ze een bepaaldaantal signalen ontvangen. Het is veel ingewikkel-der. Elke zenuwcel heeft terugkoppellussen, die hetsignaal onder andere doorgeven op basis van water in het verleden is gebeurd. Elke zenuwcel verge-lijkt het nieuwe signaal met wat er in het verledenin dezelfde omstandigheden heeft plaatsgevonden.De zenuwcellen worden geactiveerd, of juist niet,op basis van de terugkoppeling die ze in het verle-den hebben ontvangen. Als ze in het verleden geactiveerd zijn zonder dat er een verschil is opge-treden, zullen ze − in dezelfde omstandigheden −niet opnieuw geactiveerd worden. Vergeet niet datwe het over een netwerk van ongeveer honderdmiljard computers hebben. Het brein is het meestcomplexe onderdeel van het hele universum.

Gliacellen vergroten het begripDe rijke voeding van de zenuwcellen en de veleverbindingen daartussen vormen maar een deelvan het verhaal. Voor elk van de honderd miljard zenuwcellen zijn er gemiddeld tien gliacellen. Zemaken 90% van de cellen uit bij de mens. Gliacellenhebben diverse functies, waaronder het ondersteu-nen, repareren, voeden en beschermen van zenuw-cellen. Daarnaast maken ze myeline aan, zodatzenuwcellen efficiënter geactiveerd kunnen wor-den. Nieuw onderzoek toont aan dat de triljoen gliacellen in staat zijn te leren; ze regelen hoe zenuwcellen geactiveerd worden en vergroten zohet begrip.6

ComputersimulatiesIBM ontwikkelde Compass, een super-computer-programma waarmee grofweg tien miljard zenuw-cellen – 10% van een menselijk brein – kunnenworden gesimuleerd.7 Om Compass te kunnendraaien, zijn meerdere megawatts aan energienodig. Ter vergelijking: een echt brein gebruiktslechts twintig watt. Compass is 1500 keer lang-zamer dan een echt brein. Om de snelheid van eenbrein te evenaren, heeft Compass de hoeveelheidstroom nodig die San Francisco en New York samengebruiken. Maar ook al is een menselijk breinenorm efficiënt, het verbruikt een buitensporiggroot deel van de voedingsstoffen in het lichaam.

De hersenen zijn analoog en digitaalTot nu toe hebben we het over het brein gehadalsof het een erg groot elektrisch schakelbord is.Maar het brein is veel ingewikkelder. Of een zenuw-cel geactiveerd wordt, hangt niet alleen af van hetelektrische signaal, maar ook van de chemische sa-menstelling van het brein op een bepaald moment.In de wanden van zenuwcellen zitten receptoren,die reageren op neurotransmitters, steroïden enpeptiden. Een receptor is een zeer grote, complexemolecule die bestaat uit een keten van aminozuren– sommige kunnen wel drieduizend keer zo grootzijn als een watermolecule. Er zijn tot op hedenruim zeventig soorten receptoren geïdentificeerden er zullen er nog meer ontdekt worden. Elke receptor reageert op slechts één soort molecule. Zoreageren sommige receptoren op opiaten (endor-fine, morfine en heroïne, die pijn verlichten en onseen euforisch gevoel geven), terwijl andere reage-

Het brein is zo ingewikkeld; zelfs als het erg eenvoudig zou zijn, zou het ons verstand te boven gaan.

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 4

Page 11: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.5Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

ren op stresspeptiden (zoals cortisol, waardoor weons gespannen en angstig voelen). Op de wandvan een zenuwcel kunnen miljoenen receptorenzitten, in allerlei soorten en aantallen, bijvoorbeeldtienduizend receptoren van een soort en honderd-duizend van een andere soort. Dat betekent dateen bepaalde zenuwcel heel gevoelig kan zijn vooreen soort molecule en relatief ongevoelig voor eenandere. De zenuwcellen worden geactiveerd al naargelang de hoeveelheid en de soort receptoren dieworden geprikkeld.

Net zoals onze ogen andere prikkelswaarnemen dan onze oren, nemenook zenuwcellen − via de recept-

oren op de celwanden − verschil-lende soorten prikkels waar maardan in onze binnenwereld). Ditnoemen we de neurochemischeprikkels, onder meer aangestuurddoor de hypothalamus. Onze her-

senen zwemmen als het ware indeze neurochemische stoffen en elke

zenuwcel reageert al naar gelang dezestoffen aan- of afwezig zijn. Candace Pert noemt deze neuro-

chemische stoffen treffend de ‘emotiemoleculen’8. In de klas veran-

dert de chemische samenstelling van de hersenenvoortdurend. Er komen meer stresspeptiden vrijwanneer een leerling voor een volle klas pijnlijkcommentaar krijgt en er komt meer endorfine vrijals leerlingen een opbouwende teambuildingsacti-viteit doen.

Om optimaal te kunnen functioneren, moet het on-gelooflijk complexe brein continu een grote hoe-veelheid voedingsstoffen aangeboden krijgen.Hieraan ontlenen we het eerste principe van brein-vriendelijk onderwijs:

Door op school en in de klas eenvoudige tools toete passen, kunnen wij de hersenen van onze leerlin-gen beter voeden.

Principe 1

Breinvriendelijk onderwijs is

leerlingen voeden

Stimuleer leerlingen om te bewegen

Tool 1

Het is al lang bekend dat er meer bloed naar dehersenen stroomt wanneer we bewegen.9 Maar wieregelmatig aan aerobe lichaamsbeweging* doet(langdurige inspanning), voedt de hersenen op eenmanier die ook nog lang nawerkt. Regelmatige ae-robe lichaamsbeweging stimuleert de ontwikkelingvan nieuwe bloedbanen in de hersenen. Dit resul-teert in een rijkere en constante toevoer van voe-dingsstoffen naar de hersenen, zelfs tijdens rust.10

* Aeroob (met zuurstof ): langdurige activiteit met hogere hartslag en ademhaling, om bijvoorbeeld duurvermogen te trainen. Anaeroob (zonder zuurstof ): hoge belasting voor het lichaam, bijvoorbeeld sprinten, krachttraining. Het anaerobe energiesysteem komt snel op gangmaar is ook snel weer uitgeput.

Stimuleer leerlingen om te bewegen1Spoor leerlingen aan om te spelen2Laat leerlingen gezonder eten3Geef leerlingen voldoende te drinken4Leer leerlingen goed te ademen5Geef les met bewegingsstructuren 6

Zes tools om de hersenen te voeden

De dendrietverbindingen werken als elek-trische schakelingen en maken het breindigitaal: aan/uit. De duizenden recept-oren op de celwanden van elke zenuwcelzijn chemisch en maken het brein ana-loog: het brein reageert op de intensiteitvan de chemische prikkels, en gaat niet alleen maar aan of uit zoals bij elektrischeprikkels.

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 5

Page 12: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

De intensieve lichaamsbeweging zorgde ook voorveranderingen in de neurotransmitters. De epine-frine- en norepinefrineconcentraties waren hogerna de intensieve sprints dan na de andere tweetoestanden, waartussen geen significant verschilzat. De epinefrineconcentratie na intensieve sprintshing samen met wat onthouden was na één weeken na acht maanden. Degenen bij wie de epinefri-neconcentratie na lichaamsbeweging het meestwas toegenomen, hadden het meest onthoudenna één week en na acht maanden. De dopamine-concentraties tijdens het leren hielden verbandmet wat er geleerd werd en met wat er na éénweek was blijven hangen. De brain-derived neuro-trophic factor (BDNF), die te maken heeft met degroei en ontwikkeling van de hersenen, was bedui-dend hoger bij de intensieve sprints dan in de ont-spannen toestand. En degenen met de hoogsteBDNF-waardes na intensieve lichaamsbewegingpresteerden het best onmiddellijk na het bewegen.De stemming was het best na intensief bewegenen ook hier was een verband te zien met de leer-prestaties.

Bewegen bevordert de leerprestatiesEenvoudige experimenten tonen aan hoe effectief bewegen is. John J. Ratey verdeelde leerlingen wil-lekeurig in twee groepen en nam vervolgens een gestandaardiseerde leestoets af. De ene groep zat

1.6 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Bewegen bevordert de groei en werking van het breinDe onderzoekers van misschien wel het meest uit-gebreide onderzoek naar het effect van bewegenop de hersenen, kwamen tot de conclusie dat bewegen de groei en werking van het brein op allerlei manieren verbetert. Bewegen stimuleert devorming van nieuwe zenuwverbindingen en hetaanmaken van nieuwe zenuwcellen in de hippo-campus, de structuur die een zeer belangrijke rolspeelt bij leren en onthouden. Ze concludeerden:

Onderzoek onder mensen en dieren wijst erop

dat bewegen invloed heeft op veel aspecten

van de werking van het brein. Het heeft een

gunstig effect op de gezondheid van de her-

senen, de veerkracht, het leervermogen, het

geheugen en gevoelens van neerslachtigheid,

vooral onder ouderen. Bewegen zorgt voor

een interactieve stroom van groeifactoren,

met als netto-effect dat de plasticiteit wordt

gestimuleerd, waardoor de cognitieve functie

verbetert, de mechanismen die neerslachtig-

heid veroorzaken verzwakken, de aanmaak

van nieuwe zenuwcellen wordt bevorderd en

de cerebrovasculaire perfusie verbetert.13

Intensief bewegen bevordert het leervermogenWetenschappers onderzochten de effecten vantwee soorten lichaamsbeweging op het aanlerenvan nieuwe woorden, en vergeleken de resultatenmet die van een controlegroep.14 Ze lieten studen-ten een plaatje van een bekend voorwerp zien,maar dan met een nieuwe naam, een pseudo-woord. Een plaatje van een fiets was bijvoorbeeldgekoppeld aan het woord ‘glump’. De studentenwerden ingedeeld in drie groepen: sprint (hoge belasting, anaeroob), hardlopen (lage belasting, aeroob) of rust. De sprinters gingen twee keer drieminuten hardlopen met daartussen een pauze vantwee minuten (gemiddelde hartslag: 184 slagen per minuut). De lage belasting bestond uit veertigminuten hardlopen op een vaste hartslag (gemid-delde hartslag: 140 slagen per minuut). Om te zien hoelang het geleerde werd onthouden,werden de deelnemers drie keer getest: meteen na afloop, na één week en na acht maanden. Om te testen of er informatieoverdracht had plaatsgevon-den, werd gekeken in hoeverre de deelnemers in

Laat leerlingen elke dag kort en intensiefbewegen. Twee uitputtende sprints van

elk drie minuten verbeteren de werking van dehersenen.

TIP

staat waren het nieuwe pseudowoord te koppelenaan de echte benaming van het voorwerp. Devoornaamste uitkomst van het onderzoek was dathet belangrijk is om intensief te bewegen. Na tweesprints van elk nog geen drie minuten leerden dedeelnemers 20% sneller dan na matige of helemaalgeen lichaamsbeweging. Matige lichaamsbewe-ging zorgde er niet voor dat er sneller geleerd ofbeter onthouden werd vergeleken met niet bewe-gen. Deze uitkomst is nogal opmerkelijk, omdat erveertig minuten matig bewogen werd, terwijl detwee sprints elk nog geen drie minuten duurden!

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 6

Page 13: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.7Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

twintig minuten voor de toets. De andere groepging twintig minuten stevig wandelen. De wandel-groep scoorde significant hoger op de leestoets.15

Hersenscans lieten zien dat de wandelaars veelmeer hersenactiviteit vertoonden. Bij een eerder,soortgelijk onderzoek werd gekeken naar de pres-taties van tweelingen tussen de 11 en 14 jaar oudna aerobe lichaamsbeweging of na rust. De test bestond uit het bij elkaar passen van vormen op de computer. Degenen die 25 minuten hadden gelopen op een loopband deden het beduidendbeter dan hun tweelingbroer of -zus. Met aerobe lichaamsbeweging werden betere resultaten be-haald dan met standaard gymoefeningen, maarbeide groepen deden het beduidend beter, zowelqua snelheid als nauwkeurigheid, dan de controle-groep.16

Sommige onderzoeken concluderen dat de posi-tieve correlatie tussen lichaamsbeweging en leer-prestaties relatief zwak is.18 Andere onderzoekenhebben geen of een zeer zwakke correlatie gevon-den.19 En weer andere, grootschalige onderzoekenhebben een sterke correlatie aangetoond.20 Als wenaar alle onderzoeken kijken, is het verband tussenlichaamsbeweging en cognitieve vaardighedentoch behoorlijk sterk te noemen.

Leerprestaties houden verband met de lichamelijke conditieIn een van de meest uitgebreide onderzoeken naarhet verband tussen lichamelijke activiteit en school-prestaties werd een representatieve groep van 7961Australische leerlingen tussen 7 en 15 jaar oud opgrond van hun leerprestaties ingedeeld op eenschaal van 1 tot 5.21 De kinderen werden intensiefbestudeerd. Er werd bijgehouden hoeveel lichaams-beweging ze kregen op en buiten school en hun lichamelijke conditie werd gemeten met de vol-gende tests:► kracht in de grote spieren: verspringen► kracht in de grote spieren en uithoudingsver-

mogen: sit-ups en push-ups► kracht in de kleine spieren: knijpkracht in de

rechter- en linkerhand► beweeglijkheid van de gewrichten: zitten en

reiken► longfunctie: spirometer ► vermogen tot lichamelijke arbeid: fiets-

ergometer

De uitkomsten tonen aan dat er een consistent ver-band is tussen de schoolprestaties en de hoeveel-heid en het type lichaamsbeweging. De leerlingenwerden beoordeeld op de tijd die ze hadden be-steed aan wandelen, fietsen en sporten, en de intensiteit waarmee ze dat hadden gedaan. Verderwerd gekeken naar wat ze deden tijdens de och-tendpauze (zitten, met vriendjes praten, lopen, rennen, sporten). De kinderen die minder fysiek actief waren, presteerden beduidend slechter.De schoolprestaties werden ook afgezet tegen de afzonderlijke conditieonderdelen. Er werd eenconsistent verband aangetoond met spierkracht,uithoudingsvermogen en energie. Zo waren leer-lingen met betere schoolprestaties sneller op de 50 meter, deden ze meer sit-ups en behaalden zeeen grotere afstand bij het verspringen. Het ver-band tussen de leerprestaties en de beweeglijkheidvan de gewrichten was zwakker. En het verbandmet spierkracht en energie was duidelijker dan hetverband met de longfunctie. Misschien wel hetmeest indrukwekkend was de sterke, consistenterelatie tussen spierkracht/uithoudingsvermogen ende leerprestaties, gemeten op basis van het aantalsit-ups dat een leerling maakte wanneer hij werduitgedaagd.

Zie het kader op de volgende pagina.

Beweging tijdens de les. In een bijzonder creatiefonderzoek bestudeerden kinderartsen Kathryn Kingen Carly Scahill het effect van leren terwijl je be-weegt:22

► Leerlingen uit groep 3 en 4 legden een parcoursaf om, al bewegend, vaardigheden aan te leren. Ze trokken vormen op de grond over terwijl ze op een step reden en ze kropen door een ladder terwijl ze de kleuren opnoemden van elke trede.

► De leerlingen uit groep 5 tot en met groep 8 gebruikten speciale bewegingsapparaten. Ze liepen onder andere op een loopband met een monitor waarop aardrijkskundelessen werden afgespeeld. De leerlingen zagen zichzelf in het landschap hardlopen. Op de klimwand zaten

De uitkomsten leveren stevig bewijs voor deconclusie dat schoolprestaties samenhang-en met de lichamelijke conditie. Een goede lichamelijke conditie = een goede geestelijke conditie.

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 7

Page 14: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

prefrontale cortex en tot betere leerprestaties. Hoemeer er bewogen wordt, hoe beter de executievefuncties in de hersenen zich ontwikkelen en hoehoger de schoolprestaties.25 De rekenprestaties vanleerlingen die elke dag na schooltijd veertig minu-ten bewogen, gingen ongeveer twee keer zoveelomhoog als van leerlingen die dagelijks na school-tijd twintig minuten bewogen. En de rekenpresta-ties van die laatste groep gingen weer ongeveertwee keer zoveel omhoog als van leerlingen die naschooltijd helemaal geen lichaamsbeweging had-den. De lichaamsbeweging bestond uit tikkertje enandere actieve spelletjes die de onderzoekers had-den bedacht. Deze trapsgewijze toename van deleerprestaties liep gelijk op met een verbeteringvan de executieve functies en vormt het bewijsvoor een bijzonder sterk oorzakelijk verband. Zie grafiek: Lichaamsbeweging stimuleert de executievefuncties en verbetert de rekenresultaten.

Lichaamsbeweging verbetert het cogni-tieve functioneren, het IQVeel onderzoeken tonen aan dat bewegen het cog-nitieve functioneren en het leervermogen van kin-deren en volwassenen verbetert.26 Literatuuronder-zoek onderschrijft de conclusie dat zowel aerobeals krachttraining helpt om het cognitieve functio-neren op peil te houden en de hersenen gezond tehouden.27 Regelmatig bewegen verbetert de leer-resultaten28, de intellectuele prestaties, de concen-

1.8 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

genummerde grepen, zodat de leerlingen hun rekenvaardigheden konden oefenen tijdens het klimmen. Alhoewel de leerlingen tijdens deze activiteiten niet in hun klas waren, leidden ze wel tot een verbetering van de leerprestaties: het percentage leerlingen dat zijn streefscore haalde op de landelijke schoolonderzoeken steeg van 55% naar 68,5%.

Beweging vlak voor de les. Een school in Illinoisverhoogt de hartslag van de leerlingen aan hetbegin van elke schooldag en laat hen regelmatigeen beweegpauze nemen. Wanneer de leerlingentwintig minuten hebben gewerkt, gaan ze heel kortiets actiefs doen. De school meldt dat de leerpresta-ties enorm verbeterd zijn en schrijft dit in de eersteplaats toe aan de lichaamsbeweging. Er valt echtergeen eenduidige verklaring te geven voor deze verbetering. De leerlingen die zich voor dit bewe-gingsprogramma hebben opgegeven, waren bij destart zwakke leerlingen. Het programma biedt ookhuiswerkbegeleiding, kleine klassen en een-op-een-begeleiding. De verbeterde leerprestaties kunnendaarom het best gezien worden als het resultaatvan een pakket aan maatregelen en niet alleen vanmeer lichaamsbeweging. Niettemin levert het pro-gramma ieder jaar indrukwekkende resultaten op.

Beweging na schooltijd. Onderzoeken tonen aandat lichaamsbeweging leidt tot meer activiteit in de

5

4

3

5

4

3

2

1

2

1

Het verband tussen sit-ups en schoolprestaties21

Meisjes • Leeftijd 13-15 Jongens • Leeftijd 13-15

Indeling naar schoolprestaties

Aantal sit-ups

Leerlingen met een betere lichamelijke conditie (gemeten op basis van het aantal sit-ups) behalen betere schoolprestaties.

<20 20-39 40-59 60+ <40 40-59 60-79 80+

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 8

Page 15: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.9Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1108

106

104

102

100

Lichaamsbeweging stimuleert de executieve functies en

verbetert de rekenresultaten25Gestandaardiseerde scores

na afloop toets

Leerlingen die meer minuten per dag bewegen, hebben beter ontwikkelde executieve functies

en presteren beter bij rekenen.

Executieve functiesRekenprestaties

Geen lichaams-beweging

20 minuten per dag

40 minuten per dag

Beweeg tijdens de les. Laat leerlingenrondlopen als ze nieuwe woorden leren.

TIP

Lichaamsbeweging remt het cognitievevervalTen minste twee keer per week bewegen op mid-delbare leeftijd vermindert het risico op dementieen de ziekte van Alzheimer.35 Twee jaar lang werdenouderen gevolgd die waren ingedeeld in tweegroepen: matige lichaamsbeweging (minder dandrie keer per week) en veel lichaamsbeweging(meer dan drie keer per week). Het aantal personendat dementie of een cognitieve aandoening ont-wikkelde, nam af vergeleken met een controle-groep.36 Maar niet alle soorten lichaamsbeweginghadden dezelfde uitwerking. Volwassenen tussende 60 en 70 jaar die een inactief bestaan haddengeleid, gingen wandelen (aerobe lichaamsbewe-ging) of rekken en strekken (anaerobe lichaams-beweging). Bij de wandelaars werd een duidelijkeverbetering van drie onderdelen van het execu-tieve functioneren waargenomen, die verbandhouden met de gezondheid van de prefrontale enfrontale cortex. Bij de personen die rek- en strek-oefeningen deden, was die verbetering niet waar tenemen.37

Beweeg altijdDe resultaten laten zien dat bewegen voor, tijdens en

na de les gunstig is. In tegenstelling tot wat sommi-

gen beweren, blijkt het tijdstip niet van groot belang

te zijn. In tegenstelling tot wat anderen beweren, is

het soort lichaamsbeweging (aerobe lichaamsbewe-

ging of krachttraining) ook niet van groot belang. De

frequentie en duur van de lichaamsbeweging zijn juist

bepalend voor een verbetering van de schoolpresta-

ties. Deze verklaring strookt met het verband dat is

aangetroffen tussen lichaamsbeweging en de ontwik-

keling van nieuwe bloedbanen in de hersenen. Door

te bewegen, ontstaan er nieuwe bloedbanen in de

hersenen, worden er meer voedingsstoffen naar de

hersenen gevoerd en kunnen de hersenen beter leren.

Er is meer gecontroleerd onderzoek nodig naar welk

soort lichaamsbeweging het geschiktst is om de licha-

melijke conditie en cognitieve functies te verbeteren,

en hoelang en op welk moment je moet bewegen.

Maar op grond van het bestaande onderzoek kan al

geconcludeerd worden dat bewegingsprogramma’s

op elke school verplicht zouden moeten zijn. We

moeten af van het idee dat leersucces het resultaat is

van lesgeven alleen. De positieve effecten van bewe-

tratie, het geheugen29, het zelfbeeld30, de creativi-teit31 en het gedrag in de klas32. Kinderen en vol-wassenen met een zeer goede lichamelijke conditiereageren sneller en hebben een hogere neuro-elek-trische activiteit, wat duidt op een betere concen-tratie, een beter ontwikkeld werkgeheugen en eengrotere cognitieve verwerkingssnelheid.33

Een meta-analyse van 44 onderzoeken en in totaal125 vergelijkingen wijst uit dat lichamelijke activi-teit de cognitieve ontwikkeling van kinderen stimu-leert (de totale toename is .32).34 Uit de analyseblijkt dat krachttraining, motoriek-oefeningen, aerobe sporten en gymnastiek een positief effecthebben. Het soort lichaamsbeweging maakt geenverschil. Aangetoond werd dat deze vormen van li-chaamsbeweging een positief effect hebben ophet waarnemingsvermogen, het IQ, de leerpresta-ties, wiskundige vaardigheden en mondelingetaken. Het positieve effect op wiskundige vaardig-heden was groter dan op mondelinge taken. Heteffect op de algehele prestaties en het IQ was noggroter. Zie het werkblad ‘Bewegen in de klas’ op pagina 1.21.

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 9

Page 16: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Het woord ‘spelen’ heeft voor veel leraren een nega-tieve bijklank. We willen dat leerlingen serieus zijnen zich op hun werk concentreren. Ik ben de laatstedie tegen serieus en geconcentreerd leren is. Maareen van de doelen van dit boek is dat wij onze hou-ding ten opzichte van spelen nog eens onder deloep nemen. Spelen is een effectief hulpmiddel om de klas breinvriendelijk te maken en het leren te stimu-leren. Sterker nog, spelen is het enige middel waar-mee we alle zes principes van breinvriendelijkonderwijs in onze lessen kunnen integreren. Voornu beperken we ons tot de manieren waarop spe-len het brein voedt.

Tikspelletjes voeden het breinWe kunnen heel gemakkelijk voorkomen dat leer-lingen in de pauzes stilstaan. We hoeven ze alleenmaar de dertig tikspelletjes uit het boek Silly Sports& Goofy Games38 aan te leren. De spelletjes zijn een-voudig en de leerlingen kunnen ze zelf spelen, zon-der dat volwassenen toezicht houden. Tijdens dezetikspelletjes zijn de leerlingen constant in bewe-ging.

Een van mijn favoriete tikspelletjes is Iedereen is’m! In plaats van één tikker zijn alle leerlingen aanhet begin van het spel tikker. Wie getikt wordt, blijftstilstaan. Wanneer iedereen op één na stilstaat,wordt er geklapt en kunnen de leerlingen nog een spelletje doen. Een ander leuk tikspelletje isNeurietikkertje. De leerlingen vormen drietallen.Ze halen diep adem en neuriën samen. Zodra zebuiten adem raken, mogen de tikkers hen tikken. Zie 'Neurietikkertje' op pagina 1.22.

Tijdens het spelen van deze simpele tikspelletjesgaan de hartslag en het hartvolume en de adem-halingssnelheid en het ademvolume omhoog. Erstroomt meer bloed naar de hersenen, dat ook nogeens rijker aan zuurstof is. Tikspelletjes in de pauzezijn geen vervanging voor een goed opgezet be-wegingsprogramma. Dat neemt niet weg dat leer-lingen die tikkertje spelen aerobe lichaamsbewe-ging krijgen. Ze zijn buiten adem en hebben een

1.10 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Beoordeel scholen niet alleen op leer-resultaten, maar ook op de lichamelijke

conditie van de leerlingen.

TIP

gen zijn niet alleen betere schoolprestaties, maar ook

enorme kostenbesparingen in de gezondheidszorg en

een gelukkigere en gezondere bevolking.

De uitkomsten zijn duidelijk: bewegingsprogramma’s zouden verplicht moeten zijn op alle scholen.

Stimuleer bewegingLichaamsbeweging stimuleert de cognitieve ont-wikkeling en bevordert de leerprestaties. Uit verderonderzoek zal blijken welk soort lichaamsbeweginghet meest doeltreffend is om de hersencapaciteiten de schoolprestaties te verbeteren, maar op ditmoment lijdt het nauwelijks twijfel dat we onzeleerlingen een dienst bewijzen als we hen stimule-ren om meer te bewegen. Enkele mogelijkheden:► Neem leerlingen mee naar buiten om te rennen

of te joggen.► Investeer in loopbanden en hartmonitoren.► Daag leerlingen uit hun persoonlijke record te

verbeteren bij het aantal sit-ups of push-ups of op de 50 en 100 meter sprint.

► Laat groepen de afstand bijhouden die ze tijdens de gymles rennen, en laat ze proberen het groepsrecord te verbeteren.

► Laat leerlingen in een beweegdagboek noteren wat ze voor en na schooltijd aan lichaamsbewe-ging hebben gedaan. Wees daar samen trots op!

► Las beweegpauzes in tijdens de les en laat leer-lingen op de plaats joggen, springen of ‘berg-beklimmen’.

► Stel tijdens de gymles ‘bewegen’ centraal in plaats van sporten (bij bijvoorbeeld een honk-balwedstrijd zitten leerlingen de helft van de tijdop de bank en zelfs als ze in het veld staan, komen alleen de werper en de vanger regelma-tig in beweging).

Spoor leerlingen aan om te spelen

Tool 2

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 10

Page 17: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.11Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

hoge hartslag. Van alle Silly Sports en Goofy Gameskrijgen de leerlingen meer energie, of ze nu wel ofniet aeroob zijn. Na deze korte spelletjes – demeeste duren nog geen vijf minuten – gaan leer-lingen met meer focus en aandacht aan het werk.Hiervoor zijn natuurlijk meer redenen dan alleenhet feit dat er meer voedingsstoffen naar de herse-nen zijn gepompt. De leerlingen hebben even ietsanders gedaan. Ze hebben gelachen, plezier ge-maakt en hebben zich kunnen ontspannen – datgeeft allemaal meer energie en focus.

Bij tikspelletjes komt oer-energievrijJarenlang heb ik me afgevraagd waarom er bij tik-spelletjes zo enorm veel energie vrijkomt. Tijdensworkshops laat ik volwassenen een simpel tikspel-letje doen, zoals Iedereen is ’m! of Bevriestikker-tje. Waar ter wereld ik de workshop ook geef, overalkomen volwassenen die van zichzelf gesloten zijnhelemaal los en proberen ze anderen te tikken enzelf de tikker te ontwijken.Ik heb er een paar jaar over gedaan voor ik begreepwaarom iedereen zo enthousiast meedoet aan tik-spelletjes en er zoveel oer-energie vrijkomt. Tikspel-letjes maken verborgen instinctieve roofdier/prooi-reacties in de hersenen los. Daar zijn twee soortenbewijs voor: cultuuroverstijgende observaties vanhoe kinderen spelen en observaties van hoe dierenspelen.Overal ter wereld spelen kinderen tikkertje. Als zehet spel niet van iemand anders leren, bedenken zezelf een tikspel. Maar niet alleen mensen doen tik-kertje. Onderzoekers hebben gorilla’s geobserveerddie tikkertje deden op bijna dezelfde manier als kin-deren dat doen.39 Een van de onderzoekers, MarinaDavila-Ross, zei: "De gorilla’s in ons onderzoek tiktenhun speelkameraden aan en renden vervolgens weg,achternagezeten door hun speelkameraden. Maar datniet alleen. Ze wisselden ook van rol nadat ze getikt

waren: de tikker werd een speler en andersom."40 Ookandere dieren, waaronder leeuwenwelpen, spelentikkertje op deze manier.

Spelen om het brein te prikkelenDe Silly Sports en Goofy Games kunnen ook in hetlokaal gebruikt worden om de hersenen te voeden.Stel dat de aandacht in de klas verslapt. De lunch-pauze is net voorbij of je bent bezig met een langeuitleg. Laat de leerlingen opstaan en doe een korttikspelletje in de klas. De Silly Sports geven een ge-voel van opwinding, waardoor er dopamine in dehersenen vrijkomt. De dopamine prikkelt het aan-dachts- en motivatiecentrum in het brein. Na eenkorte Silly Sport buigen leerlingen zich met frissebelangstelling en hernieuwde motivatie over delesstof. Ze zijn alerter en voelen zich energieker,klaar om de nieuwe informatie te verwerken. Leer-lingen van leraren die regelmatig een breinpauzeinlassen, zijn niet alleen geïnteresseerder en vrolij-ker, ze halen ook betere cijfers.

Negen soorten spelletjesIn het boek Silly Sports & Goofy Games41 zijn de spor-ten en spelletjes onderverdeeld in negen catego-rieën:

Tof Tikkertje1Handig Helpen2Enig Evenwicht3Creatief Coördineren 4Begrijpend Bewegen5Uitzinnige Uitdagingen6Rare Races7Speciale Sporten8Speelse Spelletjes9

Met elk van deze soorten spellen maak je de klasbreinvriendelijker. Elke soort doet dat op een andere manier. Zo is de belangrijkste functie vantikspelletjes om de hersenen beter te voeden. Dehelpspelletjes zorgen voor een positieve, opbou-wende interactie, waardoor het brein zich veiligvoelt. De uitdaagspelletjes prikkelen de prefrontalecortex. Zie tabel: Silly Sports en Goofy Games maken de klasbreinvriendelijk, op de volgende pagina.

Laat je klas ten minste één keer per weekeen nieuwe Silly Sport of Goofy Game pro-

beren. Kopieer een nieuw tikspelletje uit SillySports & Goofy Games voordat de pauze begint.Daag leerlingen uit om het spel te spelen en tevertellen hoe het is gegaan.

TIP

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 11

Page 18: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

Ingenomen koolhydraten

Aangemaakteinsuline

SuikerpiekHongergevoel

1.12 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Met Silly Sports en Goofy Games wordt de sfeer in de klas afgestemd op de gemoedstoestand die op-timaal is voor een goede werking van de hersenen,namelijk ontspannen alertheid. Wanneer leerlingente ontspannen of slaperig zijn, kunnen ze niet goedleren. Als ze te opgewonden of angstig zijn, kunnenze ook niet goed leren. Een leraar die goed leidinggeeft aan een klas, houdt het energieniveau van de leerlingen in de gaten. Sommige Silly Sports enGoofy Games geven energie (bijvoorbeeld Ieder-een is ’m!, Maansprong, Homerunestafette) terwijl andere kalmerend werken (Wilg in de Wind,Zorgtillen, Zijn & Bewegen). Weer andere spel-letjes zorgen voor focus (Magische 11, Tientellen,Laat me zien). De spelletjes hebben één ding ge-meen: ze creëren een veilige omgeving – er zijngeen winnaars of verliezers.

lingen die een suikerpiek hebben, kunnen zichmoeilijk concentreren. Afhankelijk van de hoeveel-heid koolhydraten en suikers die ze binnen hebbengekregen, worden ze hyper (suikerpiek) of slaperigen futloos (net als na een grote maaltijd). Het lichaam zal proberen het hoge bloedsuiker-gehalte weer omlaag te brengen: de alvleeskliermaakt insuline aan om suiker uit de bloedbaan tehalen en het als vet in de cellichamen op te slaan.Dit leidt op korte termijn tot geïrriteerdheid, ge-spannenheid, aandachtstekort en een honger-gevoel. Op de lange termijn zorgt het voor ge-wichtstoename. Wanneer het bloedsuikergehaltedaalt, zal de onwetende leerling de honger willenstillen met nog een dosis koolhydraten en dan her-haalt de cyclus zich.

Deze cyclus is te doorbreken door eiwitten te eten:eieren, kip, vlees, kaas, vis, kwark, tofu of zaden ennoten. Eiwitten en vezels zorgen voor een lang-zame aanmaak van glucose, waardoor er geen sui-kerpieken en suikerdips meer voorkomen.Bovendien zijn eiwitten een bron van aminozuren.Uit de aminozuren ontstaan neurotransmitters en

Wat onze leerlingen eten, heeft een grote invloedop de werking van de hersenen.

De suikerpiek/suikerdip-cyclusdoorbrekenAls een leerling ontbijt met gesuikerde ontbijtgra-nen of witte boterhammen met zoet beleg, krijgthij een suikerpiek en daarna een suikerdip.43 Dekoolhydraten worden door het maagzuur omgezetin glucose. De glucose komt al snel in de bloed-baan terecht en er ontstaat een suikerpiek. Leer-

Laat leerlingen gezonder eten

Tool 3

Tik- en estafettespelletjes Principe 1: Voeding

Helpspelletjes Principe 2: Veiligheid

Help-, coördinatie- en evenwichtsspelletjes Principe 3: Sociaal

Zinvolle bewegingsspelletjes Principe 4: Emoties

Tik-, evenwichts- en uitdaagspelletjes Principe 5: Aandacht

Uitdaagspelletjes Principe 6: Prikkels

HersenfunctieSilly Sport

Silly Sports en Goofy Games maken de klas breinvriendelijk

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 12

Page 19: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.13Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

die zijn nodig voor een optimale werking van dehersenen. Neurotransmitters, zoals norepinefrine endopamine, maken je alert, gefocust en gemotiveerdom een taak af te maken. Zie het werkblad ‘De suikerpiek/suikerdip-cyclus door-breken’ op pagina 1.23.

Ontbijten verbetert de leer-prestatiesEen tekort aan voedingsstoffen voor de hersenenkan ook het gevolg zijn van simpelweg niet eten.Een onderzoek onder 1151 leerlingen tussen de 7 en 11 jaar uit gezinnen met een laag inkomen lietzien dat 12% tot 26% elke dag met een lege maagnaar school gaat.44 De onderzoekers ontdekten ookdat ruim een derde van de leerlingen die niet ont-beten nog geen 50% van de aanbevolen hoeveel-heid vitamine A, E, B6 en B9 binnenkreeg en datbijna een vierde nog geen 50% van de aanbevolenhoeveelheid calorieën, vitamine C, calcium en ijzerbinnenkreeg. Andere onderzoekers kwamen tot deontdekking dat 20% tot 30% van de leerlingen zon-der ontbijt naar school gaat.45

Uit een analyse van 47 onderzoeken naar het be-lang van een goed ontbijt blijkt dat leerlingen diewel ontbijten een beter geheugen en hogere toets-resultaten hebben en minder vaak absent zijn danleerlingen die het ontbijt overslaan.46 Het overslaanvan een maaltijd verhoogt bovendien het risico opagressie enorm.47

Het kan ook zijn dat een goed ontbijt alleen moetworden gezien als een signaal dat de ouders be-trokken zijn bij hun kinderen en goed voor ze zor-gen. Misschien hebben leerlingen die ongezondeten ouders die hen niet stimuleren om hun huis-werk te maken. De vraag is dan: draagt ontbijten bij aan een betere werking van de hersenen of betekent niet ontbijten dat allerlei variabelen eenrol spelen? Waarschijnlijk is het allebei waar. Met an-dere woorden, leerlingen die een voedzaam ontbijtkrijgen, hebben waarschijnlijk ouders die betrok-

ken, goed geïnformeerd en zorgzaam zijn. Dit ver-klaart ten dele waarom de schoolprestaties beterzijn en de leerlingen minder vaak absent zijn. Maareen voedzaam ontbijt draagt zo goed als zeker bijaan een betere werking van de hersenen.

Experimentele onderzoeken leveren sterk bewijsvoor het belang van een voedzaam ontbijt. Uit eenanalyse van 45 onderzoeken kwam naar voren datontbijten op school leidt tot betere leerresultaten.48

Zelfs met deze experimentele benadering staat hetoorzakelijk verband nog niet vast. De onderzoekentoonden aan dat leerlingen minder vaak verzuim-den door het aanbieden van een schoolontbijt.Maar de vraag blijft in hoeverre de hogere school-resultaten het gevolg waren van het gezondereontbijt of van het lagere verzuim. Hoewel dezevraag theoretisch van belang kan zijn, kunnen wevanuit praktisch oogpunt concluderen dat ontbij-ten op school gunstig is voor de leerlingen, onge-acht wat nu precies de reden is voor de verbeterdeschoolprestaties.Zie het werkblad 'Wat heb jij vanochtend bij het ontbijtgegeten?'op pagina 1.24.

De kwaliteit van het eten houdtverband met de leerprestatiesUit onderzoek blijkt dat er een positieve relatie bestaat tussen wat leerlingen eten en hun leer-prestaties. Zo blijkt uit een onderzoek onder 5200leerlingen uit groep 7 dat degenen die ongezondaten een veel grotere kans hadden om lage cijferste halen.49 Ook dit verband is geen bewijs dat hetéén het ander veroorzaakt. Ongezond eten heeftwaarschijnlijk te maken met andere factoren diekinderen verhinderen om hogere cijfers te halen.Maar ook nadat statistisch gecontroleerd was voorsociaal-economische kenmerken van de ouders ende demografische kenmerken van de woonomge-ving, bleef de relatie tussen de kwaliteit van heteten en de schoolprestaties overeind.

Leer leerlingen etenswaren in te delen invoedingscategorieën. Laat hen het werk-

blad ‘Wat heb jij vanochtend bij het ontbijt gegeten?’ invullen.

TIP

TIPOrganiseer een schoolbrede campagne om

leerlingen te stimuleren gezond te ontbijten.

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 13

Page 20: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.14 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Lichaamsbeweging en gezondeten combinerenNadat een basisschool in Ohio het programma Making the Grade with Diet and Exercise (MGDE) hadingevoerd, waren de leerlingen minder vaak absent,haalden ze hogere cijfers, waren ze gezonder engedroegen ze zich beter.50 Het programma bestonduit drie onderdelen:

• elke ochtend tien tot twintig minuten bewegen;

• gratis ontbijt voor alle leerlingen;• eerst middagpauze en dan lunch in plaats

van andersom. De leraren kozen zelf wat voor lichaamsbewegingze hun leerlingen lieten doen en hielden zelf toe-zicht. Ze konden kiezen uit wandelen, hardlopen,fitness (met een video), krachttraining, gymspel-letjes of spelen op het schoolplein. Om tijd vrij temaken, duurden andere schoolactiviteiten elk tweetot drie minuten korter. Het gratis ontbijt bestonduit volkoren ontbijtgranen of brood, melk en sap. Erwaren twee redenen om het lunchen te verplaat-sen naar na de middagpauze: indien er voor depauze wordt geluncht, proppen leerlingen huneten naar binnen om te gaan spelen en vaak etenze niet alles op. Bovendien zijn leerlingen vaak erguitgelaten of ruziën ze met klasgenoten als ze nahet spelen terugkomen in de klas. Er gaat dan les-

tijd verloren, omdat ze eerst gekalmeerd moetenworden.De resultaten van het MGDE-programma waren in-drukwekkend. Het verzuim daalde licht (van 5,7%naar 4,1%); het aantal voorvallen waarbij tussen-komst van de directeur geboden was, nam enormaf (met 58%); het aantal bezoeken aan de school-verpleegkundige nam zelfs nog meer af (met 67%).Leraren lieten weten dat ze achter het programmastonden en de scores op gestandaardiseerde toet-sen gingen omhoog. Voor de invoering van hetprogramma slaagden de leerlingen slechts vooreen van de drie verplichte vaardigheidstoetsen(schrijven). In het eerste jaar na de invoering gingde schrijfvaardigheid van de leerlingen omhoogmet 19% en slaagden ze voor alle drie de toetsendie de overheid verplicht heeft gesteld (schrijven,lezen en rekenen).

Het MGDE-programma werd na het schooljaar1999-2000 gelanceerd. Zoals de grafiek laat zien,wierp het programma al in het volgende schooljaarzijn vruchten af en namen de resultaten in de daar-opvolgende jaren alleen maar toe. In de jaren 2004-2006 slaagden bijna alle leerlingen voor de drievaardigheidstoetsen. Zie grafiek: Voordelen van gezond eten en lichaams-beweging.

80

70

100

90

60

50

40

Nadat de leerlingen van basisschool Springfield gratis ontbijt kregen, elke ochtend begonnen met een bewegingsactiviteit en pas gingen lunchen na de middagpauze,

behaalden ze blijvend hogere resultaten voor schrijven, lezen en rekenen.

Voordelen van gezond eten en lichaamsbeweging50

Percentage leerlingen dat slaagde voor

de vaardigheidstoetsen in groep 6

Door de overheidverplicht gesteldslagingspercen-tage

1999-2000

Voor MGDE

2000-2001 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006

Na invoering van het MGDE-programma

SchrijvenLezenRekenen

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 14

Page 21: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.15Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

Vanuit wetenschappelijk oogpunt kan het interes-sant zijn om je af te vragen of de hogere school-resultaten en de gedragsverbetering het gevolgwaren van meer lichaamsbeweging of van gezon-der eten, en om te kijken naar het aandeel dat dezetwee onderdelen daarin hebben. Uit praktisch oog-punt doen scholen er in ieder geval goed aan beideonderdelen in te voeren. Zoals we hebben gezien,hebben talloze onderzoeken naar lichaamsbewe-ging aangetoond dat er een positief verband be-staat tussen lichaamsbeweging en cognitieve pres-taties. En nog eens talloze onderzoeken hebbenuitgewezen dat ongezond eten verband houdt metlagere schoolprestaties en toetsresultaten.51

ademhalingsstelsel en het spijsverteringskanaal, enzelfs uit de gewrichten. Dit leidt tot meer lichame-lijke en geestelijke vermoeidheid. Uitdroging heefttot gevolg dat iemand zich minder goed kan con-centreren.

Leren hangt zeer nauw samen met het vermogenvan de zenuwcellen om met elkaar te communice-ren. Nieuwe informatie opslaan betekent eigenlijkdat zenuwcellen nieuwe verbindingen met elkaartot stand brengen. Zenuwcellen die tegelijkertijdgeactiveerd worden, worden als het ware aan elkaar geknoopt. Dit proces staat of valt met een efficiënte impulsoverdracht. Water ioniseert hetzout in de hersenen. Hierdoor wordt de polariteitvan de cellen sterker en dat zorgt voor een betereimpulsoverdracht.

Water drinken heeft nog een voordeel: het vergrootde affiniteit van hemoglobine voor zuurstof, zodatons bloed meer zuurstof naar de hersenen kan voe-ren. En als er meer zuurstof naar de hersenen vanonze leerlingen wordt gevoerd, zijn ze alerter enmeer bereid nieuwe informatie op te slaan. Zie het werkblad 'Drinkdagboek' op pagina 1.25.

Geef leerlingen voldoende te drinken

Tool 4

We zien water over het algemeen niet als voedings-middel. Toch wordt het brein gevoed wanneer hetlichaam voldoende vocht binnenkrijgt.

Een brein dat voldoende vochtkrijgt, kan beter lerenHet lichaam van volwassenen met een normaal lichaamsgewicht bestaat voor 60-70% uit water.Hersencellen bestaan, net als andere zenuwcellen,voor ongeveer 85% uit water. Bovendien liggen dehersenen in water en vormt dat water een soortstootkussen. Water is een belangrijk transportmid-del van voedingsstoffen. Wanneer het waterpeilzakt, krijgen de cellen niet de voedingsstoffen dieze nodig hebben. Heel veel functies van de hersen-cellen vallen uit als ze onvoldoende vocht krijgen.Een voorbeeld is het transportsysteem dat de neu-rotransmitters naar de zenuwuiteinden voert.55

In zijn klassieker over de waterbehoefte van het lichaam (Your Body's Many Cries for Water56) beschrijft F. Batmanghelidj hoeveel lichamelijkeaandoeningen te wijten zijn aan uitdroging. Dooruitdroging zijn hersenen minder goed in staat infor-matie op te pikken en vast te houden, oftewel omte leren. Als het lichaam niet genoeg water van bui-tenaf krijgt om goed te blijven functioneren, haalthet water uit de inwendige organen, waaronder het

Laat leerlingen regelmatig drinken

• Leer leerlingen hoe belangrijk het is om te drinken.• Zet een waterkoeler of waterfontein in elk lokaal.• Las drinkpauzes in.• Stimuleer leerlingen om aan het begin en eind van de pauze te drinken.• Sta toe dat leerlingen een flesje water op hun tafel zetten.• Stimuleer leerlingen om vochtrijk voedsel te eten, zoals groente en fruit.• Roep leerlingen op om cafeïne te vermijden.• Laat leerlingen een drinkdagboek bijhouden (zie werkblad).

TIP

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 15

Page 22: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.16 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Zoals we hebben gezien, stroomt er meer zuurstofnaar de hersenen als we bewegen en bevordert re-gelmatige aerobe lichaamsbeweging de aanmaakvan nieuwe bloedbanen. Dit alles zorgt ervoor dater continu meer zuurstof naar de hersenen wordtgevoerd. Er is nog een manier waarop leerlingenmeer zuurstof naar hun hersenen kunnen laten stro-men. Dat is door op de juiste manier adem te halen:langzaam, regelmatig en vanuit het middenrif.

HyperventilerenHyperventileren is het tegenovergestelde van lang-zaam ademen vanuit het middenrif. Als je honderdkeer kort achter elkaar snel en diep inademt, ben jeaan het hyperventileren. Je wordt duizelig en loopthet risico flauw te vallen, omdat alle zuurstof uit jehersenen wegtrekt. Toch heb je genoeg zuurstof inje bloedsomloop. Het wordt alleen niet afgegevenop de plek waar je het nodig hebt, namelijk in dehersenen. Dat komt door de manier waarop zuurstof wordt af-gegeven. Hemoglobine is het transportmiddel datzuurstof in het bloed vervoert en afzet op de plekwaar dit het hardst nodig is. En dat is de plek in hetlichaam met een hoge concentratie kooldioxide(CO2). Als je hyperventileert, adem je zoveel CO2 uitdat de hemoglobine geen zuurstof in het lichaamafgeeft. Dit heet het Bohr-effect. Als je hyperventileert, heb je het gevoel dat je nietgenoeg zuurstof binnenkrijgt. Daardoor ga je nogdieper en sneller ademhalen. Maar door naar ademte snakken, wordt het probleem alleen maar groter,omdat er daardoor nog meer CO2 uitgestotenwordt. Hyperventilatie wordt vaak verholpen doorde persoon in een papieren zak te laten ademen.Dit is niet aan te raden.58 Door te ademen in een

papieren zak ademt hij weliswaar meer CO2 in, maarkrijgt hij ook weinig zuurstof binnen. En dat is nietverstandig wanneer iemand al te weinig zuurstof inde hersenen heeft. Je kunt de hyperventilatie beterstoppen met de zogenaamde ‘7-11-ademhalings-techniek’ (zie de tip).

Tien voordelen van ademen vanuit het middenrifDiep en langzaam ademhalen vanuit het middenrifzorgt voor een constante en optimale zuurstoftoe-voer naar de hersenen. Daarnaast heeft het nog eenaantal gezondheidsvoordelen: niet alleen de herse-nen worden beter gevoed, het heeft ook een gun-stige uitwerking op de meeste lichaamsfuncties. Zie tabel: Tien voordelen van ademen vanuit het midden-rif.

De 4-4-8-ademhalingstechniekaanlerenJe kunt leerlingen op veel manieren leren om goed

adem te halen. Ik geef de voorkeur aan een simpele

methode die ontspannend werkt: de 4-4-8-adem-

halingstechniek. Om te beginnen moeten leerlin-

gen lekker zitten op een stoel, met een rechte rug,

hun voeten plat op de grond en de ogen dicht.

Dan doen de leerlingen het volgende:

- 4 tellen inademen. Ze leggen hun hand op de bovenkant van hun buik. Ze ademen vier tellen diep door de neus in. Ze voelen de hand op hun buik naar voren bewegen. Daar-bij duwen ze drie tellen lang hun buik naar voren en bij de vierde tel zuigen ze hun borst vol lucht en duwen die naar voren, zodat ze volledig inademen.

- 4 tellen vasthouden. Ze houden hun adem vier tellen vast.

- 8 tellen uitademen. Ze ademen heel lang-zaam uit via een kleine opening tussen hun lippen. Dit duurt acht tellen. Ze voelen de hand op hun buik naar achteren bewegen. Bij de laatste tel ademen ze helemaal uit. De leerlingen ademen twee tot drie minuten volgens dit 4-4-8-patroon.

De hand op de buik is een belangrijk onderdeel vande ontspannende ademhalingsoefening. De leerlin-gen voelen dan dat hun buik uitzet als ze inademen

Leer leerlingen goed te ademen

Tool 5

Stop hyperventilatie met de ‘7-11-adem-halingstechniek’. Laat de persoon die

hyperventileert inademen terwijl je langzaamtot zeven telt en uitademen terwijl je langzaamtot elf telt. Dan gaat hij rustiger ademhalen.

TIP

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 16

Page 23: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.17Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

en platter wordt als ze uitademen. Zo weten zezeker dat ze diep ademhalen, vanuit het middenrif. Zie het werkblad '4-4-8-ademhalingstechniek'op pagina1.26.

Maak er een gewoonte van om vanuit hetmiddenrif te ademenLangzaam en diep ademhalen vanuit het middenrifgeeft onmiddellijk ontspanning. Om continu meerzuurstof naar de hersenen te voeren, dienen we van deze ademhalingstechniek een gewoonte temaken. Hoe worden gewoontes gevormd? Door

herhaling. Oefen dus elke dag een paar minuten inde klas en stimuleer leerlingen om ook thuis te oe-fenen. De paar minuten die je elke dag minder metlesstof bezig kunt zijn, betalen zich terug in devorm van betere prestaties.

Doe de 4-4-8-ademhalingstechniek metleerlingen als ze de klas binnenkomen,

voordat ze zelfstandig gaan werken en voordatze een toets maken.

TIP

Tien voordelen van ademen vanuit het middenrif

1 Zuurstof naar de hersenen

2. Ontspannende werking; minder spanning en angst

3. Meer creativiteit en concentratie

4. Meer energie en uit- houdingsvermogen

5. Betere bloedtoevoer naar de vitale organen

6. Betere spijsvertering

7. Gewichtsverlies

8. Verwijdering van giftige stoffen; verbeterd immuun- systeem

9. Sterkere longen

10. Sterker hart

Wanneer je te oppervlakkig ademt, krijg je niet genoeg zuurstof binnen. Wan-neer je te snel ademt, raak je veel CO2 kwijt, zodat er geen zuurstof wordt afge-geven aan de hersenen. Wanneer je rustig ademt vanuit je middenrif, is dezuurstoftoevoer naar de hersenen optimaal.

Door rustig te ademen vanuit het middenrif wordt de nervus vagus gestimu-leerd. Het stimuleert het parasympathische zenuwstelsel, heeft een ontspan-nende werking en een herstellend vermogen voor het lichaam. Het voorkomtdat het sympathische zenuwstelsel geprikkeld wordt, verlaagt de bloeddruk enhet lactaatgehalte in het bloed, vermindert stress en geeft rust (zie ook Principe4: Emoties).

Door de ontspannende werking kom je in een toestand van ontspannen alert-heid en dat is de ideale toestand om creatief te zijn en je te concentreren.

Een optimale toevoer van zuurstof naar de spieren en afvoer van kooldioxide uitde spieren levert meer energie en uithoudingsvermogen op.

Door het middenrif te bewegen wordt het hart gemasseerd. En dat is goed voorde bloedsomloop.

Door diep adem te halen vanuit het middenrif worden de maag, dunne darm,lever en alvleesklier gemasseerd. Dat verbetert de spijsvertering. Een verbeterdezuurstofvoorziening van de maag leidt tot een betere maagwerking en voedsel-opname.

Een betere zuurstofvoorziening zorgt voor een efficiëntere verbranding vanovertollig vet.

70% van de giftige stoffen verlaat het lichaam via de ademhaling; hoe beter jeademt, hoe beter de giftige stoffen worden afgevoerd. Het lymfestelsel is verant-woordelijk voor de afvoer van celafval. De ademhaling werkt als de pomp vanhet lymfestelsel; een betere lymfestroom stimuleert het immuunsysteem.

Diep ademhalen maakt de longen sterker.

Als de longen meer zuurstof toevoeren, hoeft het hart niet zo hard te werken.Bovendien leidt diep ademhalen tot een groter drukverschil in de longen, waar-door de circulatie verbetert en het hart niet zo hard hoeft te werken.

Voordeel Uitleg

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 17

Page 24: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.18 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

De lesstrategieën die we in onze klas gebruiken, zijnmedebepalend voor de mate waarin de hersenenvan onze leerlingen gevoed worden. Door de spie-ren flink te bewegen, gaan de hartslag, het hartvo-lume, de ademhalingssnelheid en het ademvolumeomhoog. Niet alleen wordt er meer bloed naar dehersenen gepompt, het bloed is bovendien zuur-stofrijker. Rondlopen in het lokaal om een samen-werkingsmaatje te zoeken, groepjes te vormen ofverslag uit te brengen aan een ander groepje heeftniet hetzelfde effect als actieve lichaamsbeweging.Maar toch gaan de hartslag en ademhalingssnel-heid iets omhoog, en worden de hersenen dusbeter gevoed.

Als we wandelen, stroomt er meer bloed door dekleppen in de benen. Dit zijn eenwegkleppen: hetbloed kan alleen naar boven stromen. De beenspie-ren fungeren eigenlijk als een tweede hart. Wan-neer we onze beenspieren samenspannen, sturenwe meer bloed naar boven en dus naar de herse-nen. Leraren die hun leerlingen regelmatig latenbewegen, geven les aan beter gevoede hersenen.

Laten we eens naar een concreet voorbeeld kijken.Twee leraren geven dezelfde (herhalings)les. Ze vra-gen hun leerlingen antwoord te geven op vragen.De ene leraar laat de leerlingen hun hand opstekenals ze het antwoord weten. De andere leraar zegtvoor elke vraag: "Iedereen gaat staan. Blijf staan als jehet antwoord weet." De leraar laat vervolgens destaande leerlingen het antwoord geven. Dit vraag-en-antwoordrondje duurt in elk lokaal even lang.Maar al na drie of vier vragen zijn de leerlingen diegaan staan en zitten een stuk alerter.

Kagan-structuren laten leerlingen bewegenIn een lokaal waar geleerd wordt door samen tewerken, zitten de leerlingen in groepjes. Drie soor-ten Kagan-structuren voor Coöperatief Leren voe-den het brein via lichaamsbeweging: KlasBouwers,TeamBouwers en interactiestructuren.60

KlasBouwersMet KlasBouwers stappen leerlingen uit hun eigenteam om met anderen in de klas samen te werken.Bij alle KlasBouwers staan de leerlingen op en wis-selen ze van groep. KlasBouwers zijn bedoeld omeen gevoel van saamhorigheid in de klas te creërendoordat leerlingen met alle klasgenoten communi-ceren, en niet alleen met hun groepsgenoten. Bij dedidactische structuur Hoeken staan leerlingen open lopen ze naar een van de hoeken van het lokaal.De hoeken kunnen staan voor keuzemogelijkhedenwaarmee leerlingen elkaar beter leren kennen (bij-voorbeeld: Loop naar de hoek van jouw favoriete seizoen: herfst, winter, lente of zomer). Of ze kunnenstaan voor keuzemogelijkheden die verband hou-den met de lesstof (Loop naar de hoek met de uitvin-ding die jij het belangrijkste vindt). Alle KlasBouwersvoeden het brein, omdat leerlingen door het lokaallopen. Bij sommige KlasBouwers kiezen de leerling-en een hoek op muziek. Als er snelle muziek wordtgespeeld of de leerlingen snel een hoek moetenkiezen, wordt het brein beter gevoed.

Tien Klasbouwers waarbij leerlingen bewegen, worden uitgebreid beschreven in het boek Coöperatieve Leerstrategieën.61

► Commentaar Op Tournee► Zoek Iemand Die► Zoek De Valse► Binnen/Buiten Kring► Mix-Bevries-Groep► Mix-Tweetal-Gesprek► Eén Gaat Drie Blijven► Vraag & Ruil► StaOp-HandOmhoog-Tweetal► Klas In De War

Geef les met bewegingsstructuren

Tool 6

Door de spieren flink te bewegen, gaan de hartslag,het hartvolume, de ademhalingssnelheid en hetademvolume omhoog. Niet alleen wordt er meerbloed naar de hersenen gepompt, het bloed isbovendien zuurstofrijker.

Als het energieniveau in de klas daalt,gebruik dan een KlasBouwer om leer-

lingen samen aan de lesstof te laten werken.

TIP

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 18

Page 25: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.19Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

Prin

cip

e 1

splitsen in twee-, drie- of viertallen. Voorbeelden:- "Als ik 'Nu' zeg, vormen jullie viertallen en

iedereen moet een ander nummer hebben."- "Als ik 'Nu' zeg, vormen jullie een tweetal met

iemand die hetzelfde nummer heeft."- "Als ik 'Nu' zeg, vormen jullie drietallen en

iedereen moet een ander nummer hebben."- "Als ik 'Nu' zeg, vormen jullie tweetallen. De enen

met de tweeën en de drieën met de vieren."- "Als ik 'Nu' zeg, vormen jullie groepen van acht

met steeds twee leerlingen met hetzelfde nummer."

Terwijl ze rondlopen om een groep te vormen,geven de leerlingen aan welk nummer ze hebbendoor een hand omhoog te houden en het juisteaantal vingers op te steken.

InteractiestructurenVeel interactiestructuren zorgen niet voor extravoeding van de hersenen, omdat leerlingen er nau-welijks bij bewegen. Leerlingen kunnen bijvoor-beeld RondPraat doen terwijl ze in hun groepje opeen stoel zitten.Bij sommige interactiestructuren komen de spierenwel in actie. Leerlingen moeten opstaan en eengroepje vormen. Bij enkele interactiestructuren bewegen leerlingen vaak, zodat de hersenen betergevoed worden. Zo gaan de leerlingen bij Vraag &Ruil op zoek naar een klasgenoot, stellen ze elkaarvragen over de lesstof en lopen ze vervolgens naareen andere klasgenoot. Zodra beide leerlingen aande beurt zijn geweest, komen ze weer in beweging.Een structuur waarbij flink bewogen wordt, is Stij-gen & Dalen. In plaats van hun hand op te steken,gaan de leerlingen staan (bijvoorbeeld om aan tegeven dat ze het eens zijn met een uitspraak van deleraar).

Zie hoofdstuk Structuren 6. Formatie 9. Nummergekte! 20. StaOp-HandOmhoog- Tweetal 21. Positief Roddelen

In het boek Bouwen aan Klasklimaat (Bazalt, 2003)staan allerlei les- en klasvormingsactiviteiten voorelf KlasBouwers.

TeamBouwersTeamBouwers worden ingezet om de verbonden-heid in een team van vier leerlingen te stimuleren.Als we willen dat leerlingen samenwerken met iemand die niet in hun team van vier zit, kunnenwe StaOp-HandOmhoog-Tweetal doen. Dezestructuur gaat precies zoals de naam zegt: de leer-lingen gaan staan en steken een hand in de lucht.Zo geven ze aan dat ze op zoek zijn naar iemandom mee samen te werken. Vervolgens vormen zeeen tweetal met een klasgenoot die ook een handin de lucht heeft gestoken. Zodra ze een tweetalhebben gevormd, doen de leerlingen een high fiveen laten ze hun handen zakken, zodat alleen deleerlingen die nog op zoek zijn hun hand in delucht hebben en elkaar makkelijk kunnen vinden.StaOp-HandOmhoog-Tweetal is bedoeld omleerlingen in tweetallen te verdelen. Wanneer ieder-een een tweetal heeft gevormd, kun je ze informa-tie geven over hoe ze met elkaar gaan samenwer-ken. Dit kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld meteen interactiestructuur als TweePraat, TweeGe-sprek Op Tijd of Tweetal Interview.

Manieren om leerlingen in groepen te verdelen.Leerlingen in groepen verdelen kan op veel manie-ren. Voor de structuur Nummergekte! geeft de leraar twee aanwijzingen: de grootte van de te vormen groep en welke nummers in elke groepmoeten zitten. De leerlingen zitten in groepen vanvier en hebben elk een nummer: 1, 2, 3 of 4. Om de leerlingen in groepen te verdelen met Num-mergekte! zegt de leraar dat ze zich moeten op-

Laat leerlingen regelmatig uit hun vastegroep gaan om in andere twee-, drie- of

viertallen de lesstof te bespreken. Ze kunnenmet elkaar samenvatten wat ze hebben ge-leerd, elkaar vragen stellen of controleren of iedereen het begrepen heeft.

TIP

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 19

Page 26: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

1.20 Breinvriendelijk onderwijs | Voeding

ander nummer gaan lopen en ze geen teammogen kiezen waarin al leerlingen uit hun vasteteam zitten. Doordat ze hebben bewogen, zijn dehersenen van de leerlingen gevoed op het mo-ment dat ze in hun nieuwe groep gaan zitten enaan het werk gaan.

Mix-Bevries-Groep. Met Mix-Bevries-Groepkunnen groepen van verschillende grootte worden gemaakt, al naar gelang het getal dat de leraarnoemt. De leraar zegt tegen de leerlingen dat zedoor het lokaal moeten lopen. Dan roept hij: "Be-vries!" Vervolgens stelt de leraar een vraag waarvanhet antwoord een getal is. Bijvoorbeeld: "Hoeveelberen smeren broodjes?" De leerlingen maken snelgroepjes van twee. Als de vraag was geweest: "Hoe-veel waterstofatomen zitten er in zes watermoleculen?"dan zouden de leerlingen groepjes van zes hebbengemaakt. De leerlingen moeten snel zijn, want zewillen niet in de ‘Gevonden-voorwerpengroep’ zit-ten, de groep met leerlingen die overblijven. Terwijlde leerlingen zich haasten om groepjes te vormen,werken het hart en de longen sneller en worden ermeer voedingsstoffen naar hun hersenen gevoerd.

Zie hoofdstuk Structuren11. Tweetal Op Herhaling 13. Vraag & Ruil 22. Stijgen & Dalen26. Koppen Bij Elkaar En Weg27. TweePraat Interview Op Reis

Interactiestructuren die leerlingen latenbewegen terwijl ze nieuwe groepen vor-menKlas In De War. Klas In De War lijkt op Genum-merde Koppen Bij Elkaar, maar gaat net iets an-ders. Nadat teamleden de koppen bij elkaar heb-ben gestoken om het eens te worden over eenantwoord, zegt de leraar dat de leerlingen met een bepaald nummer moeten gaan lopen. Deze leerlin-gen lopen naar een ander team en delen hun ant-woord met die groep. Na drie rondjes Klas In DeWar heeft elk team van vier een compleet nieuwe samenstelling, mits er steeds leerlingen met een

Conclusie

De keuze is aan ons. We kunnen voor een groep leerlingen staan wier hersenen goed gevoed zijn ofwe kunnen werken met leerlingen wier hersenen niet helemaal opgeladen zijn. Met zes simpele toolskunnen we een heel eind komen als het gaat om een optimale werking van het brein. En dat resulteertweer in een betere concentratie, een betere groei en ontwikkeling van de hersenen, beter leren enbetere schoolprestaties. Maar een betere voeding van de hersenen heeft nog meer effecten: we gevenleerlingen meer plezier in het leren en leren ze gezonde gewoontes aan.

De genummerde verwijzingen bij Principe 1: Voeding, zijn te vinden op internet, zie www.bazalt.nl/kagan-brein.Referenties

01-hfdst 01.qxp_Opmaak 1 22-06-17 12:38 Pagina 20

Page 27: Breinvriendelijk onderwijs Breinvriendelijk onderwijs · gebruiken, geven we les op de manier waarop de hersenen willen leren. In dit hoofdstuk kijken we naar dertien soorten prikkels

De uitgave bestellen? De uitgave ‘Breinvriendelijk onderwijs’ is te bestellen via onze webwinkel.

Vanaf 20 euro gratis verzending - anders 1,98 euro

Bestellen vanuit België? Abimo is onze distributeur in Vlaanderen. www.abimo.net

Uiteraard verzorgen wij ook trainingen, coaching en implementatietrajecten op maat:

www.bazalt.nl/op-locatie.

Wil je meer previews ontvangen meld je dan aan voor de wekelijkse e-mailing.

Training Brein & Leren - Praktisch aan de slag met Kagan breinprincipes De essenties √ Wanneer je les wilt geven op een manier die afgestemd is op de manier hoe de hersenen van nature leren. √ Wanneer je wilt weten hoe het lerende brein van je leerlingen echt werkt. √ Wanneer je op praktische interactieve wijze je vak repertoire uit wilt bouwen met effectieve tips, tools, weetjes en structuren, meteen inzetbaar gemaakt voor ons onderwijs door dr. Spencer Kagan ( Kagan Coöperatief Leren).

In de praktijk aan de slag? Wij kunnen je daarbij helpen! Het Bazalt professionaliseringsaanbod van opleidingen en trainingen is voor onderwijsprofessionals die

direct aan de slag willen met nieuw opgedane kennis en inzichten: www.bazalt.nl/open-inschrijving.