11
Buiten zijn in Zuid - Holland foto: Eppo Notenboom FACTSHEET

Buiten zijn in Zuid-Holland

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Factsheet Groen doet goed

Citation preview

Buiten zijn in Zuid-Holland

foto

: E

pp

o N

ote

nb

oo

m

FACTSHEET

Landschapsbeheer Zuid-Holland

Loka

le natuur- en milieucomm

unicatie

Zuid Holland

Pag. 2 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

IVN (Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid)

Staatsbosbeheer

Zuid-Hollands Landschap

Natuurmonumenten

Natuur en milieu federatie Zuid-Holland

Lokale natuur- en milieucommunicatie Zuid-Holland

Gemeenten voor Duurzame ontwikkeling

Tympaan instituut

Groenservice Zuid-Holland

Landschapsbeheer Zuid-Holland

Deelnemende partijen

foto: Eppo Notenboomfoto: Eppo Notenboom

Pag. 3 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Er is een verband tussen leefomgeving en

gezondheid. De leefomgeving bevordert of

belemmert een gezonde leefstijl en welzijn.

Welke factoren precies en in welke mate invloed

hebben is nog onbekend. Er zijn omgevingsfac-

toren aan te wijzen die een wijk voor kinderen

beweegvriendelijker maken en aanzetten tot

bewegen (gezonde mobiliteit en het bevorderen

van sport en spel): 

• Aantrekkelijke wandel- en fietsroutes en een

aantrekkelijk voorzieningen aanbod

• Bevolkingsdichtheid in de wijk

• Diversiteit van het landgebruik

• (Ongeorganiseerde) sport- en spelgelegenheid

in de buurt

• Wandelmogelijkheden

• Groen in de omgeving

• Sociale cohesie

www.nationaalkompas.nl

In deze factsheet vindt u op basis van de bo-

venstaande omgevingsfactoren en obesitas bij

kinderen, voor zo ver beschikbaar, onze vertaling

in cijfers over Zuid-Holland. De volgende thema’s

staan centraal:

• Overgewicht bij jonge kinderen

• Keuze vervoermiddelen in Zuid-Holland

• Gebruik van fietspaden

• Nabijheid van voorzieningen en openbaar groen

• Bevolkingscijfers en groen

• Variatie in het bodemgebruik

• Veiligheid

De situatie omtrent kinderen en openbaar groen is

uitgewerkt in de gemeenten Alphen aan den Rijn,

Delft, Den Haag, Gouda, Rotterdam, Zoetermeer

en Zwijndrecht.

Bent u geïnteresseerd in specifieke cijfers rond een

bepaalde regio of gemeente dan kunt u via de site

www.ris-zh.nl deze cijfers zelf eenvoudig bekijken

en vergelijken met andere regio’s en gemeenten.

Buiten zijn in Zuid-HollandInleiding

Pag. 4 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Bewegen hoort bij een gezonde leefstijl. Er zijn omgevingsfactoren die kunnen aanzetten tot bewegen,

een belangrijk doel als het gaat om kinderen met overgewicht. Hun aantal is de afgelopen tijd

toegenomen. Een groene omgeving zorgt voor minder kans op overgewicht (IVN 2012).

Gemeenten met veel overgewicht bij kinderen van 10 en 11 jaar zijn Den Haag, Rotterdam en Dordrecht.

In de meeste gemeenten in Holland Rijnland en Midden Holland is overgewicht minder hoog, met uitzon-

dering van de gemeente Katwijk. In gemeenten met veel overgewicht bij kinderen, komt ook overgewicht

bij volwassenen vaker voor.

www.ris-zh.nl

Kaart 1

Aandeel 10-11-jarigen met (ernstig)

overgewicht in Zuid-Holland

in 2011, in percentages.

<11% 11-15 15-20 20-25 >25

bron: GGD Den Haag, GGD Zuid-West, GGD Hollands Midden, GGD Rotterdam Rijnmond, GGD Zuid-Holland Zuid

Overgewicht bij jonge kinderen

foto: Rob Doolaard

Pag. 5 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Zuid-Holland Nederland

Met de auto worden de meeste kilometers afgelegd. In vergelijking met Nederland gebruiken Zuid-

Hollanders minder vaak de auto ten opzichte van andere vervoermiddelen. Er worden iets meer kilometers

afgelegd met het openbaar vervoer. Hoewel er dus niet meer kilometers op de fiets worden afgelegd,

heeft Zuid-Holland wel de meeste kilometers fietspad ten opzichte van haar oppervlakte van Nederland.

Daarnaast worden deze fietspaden intensiever gebruikt dan gemiddeld in Nederland (tabel 1).

Provincie Lengte fietspad (km) Fietspad/opp (m/km2) Fietskm per dag/km fietspad Groningen 1.600 700 882 Friesland 2.000 599 848 Drenthe 2.100 791 522 Overijssel 2.800 837 1.193 Flevoland 1.500 1.041 487 Noord-Holland 4.200 1.563 1.601 Zuid-Holland 4.800 1.696 1.583 Utrecht 1.800 1.306 1.809 Noord-Brabant 5.000 1.019 1.145 Gelderland 5.000 997 982 Limburg 2.000 918 1.064 Zeeland 1.400 764 660 Nederland 34.600 1.009 1.157

Figuur 1

Aandeel vervoerskilometers per type vervoersmiddel in 2011

Tabel 1

auto (bestuurder) auto (passagier brom-/snorfiets bus/tram/metro

fiets lopen trein overig

bron: CBS

bron: Fietsersbond

Fietsen in Zuid-Holland

foto: Eppo Notenboom

Pag. 6 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Tussen de 1 en 4 kilometer is de fiets het belangrijkste vervoermiddel (CBS). Tot 7,5 kilometer vinden

mensen de fiets een goed alternatief (SCP 2000). In de meeste gemeenten in Zuid-Holland wonen

inwoners, gemiddeld genomen, binnen 700 meter van een grote supermarkt. Inwoners uit Graafstroom

moeten met gemiddeld 2,2 kilometer het verst reizen. Voor een warenhuis zijn inwoners in Zuid-

Holland gemiddeld 2 kilometer onderweg. In 19 gemeenten moeten inwoners meer dan 4 kilometer

reizen voor een warenhuis. Vijf gemeenten zelfs meer dan 7,5 kilometer. In deze gemeenten zal de

fiets minder snel worden gepakt.

Kinderen wonen gemiddeld 600 meter van een basisschool af in Zuid-Holland. In Nieuwkoop is de ge-

middelde afstand met 1,2 kilometer het grootst. Bij middelbare scholen lopen de afstanden meer uiteen.

Gemiddeld is zowel een vmbo-school als havo/vwo-school op 2 kilometer afstand. In 17 gemeenten moeten

kinderen meer dan 4 kilometer reizen voor een vmbo-school. In vijf gemeenten meer dan 7,5 kilometer.

20 gemeenten bieden geen havo/vwo-school binnen gemiddeld 4 kilometer. In 9 gemeenten niet binnen

7,5 kilometer.

In 34 gemeenten is de gemiddelde afstand tot openbaar groen minder dan 600 meter. Hieronder vallen

ook alle zeer sterk stedelijke gemeenten. Het kleinst is de gemiddelde afstand in Sliedrecht, Zwijndrecht,

Voorschoten en Krimpen aan den IJssel (alle 300 meter). In twee gemeenten is de gemiddelde afstand

groter dan 2.500 meter: Giessenlanden en Graafstroom.

Kaart 2

Gemiddelde afstand tot

openbaar groen in 20081

<0.6 0.6-1.1 1.1-1.6 1.6-2.5 >2.5

bron: CBS 2013

1 In alle kaarten zijn de klassen bepaald op basis van de ‘natural breaks methode’ (Jenks).

Nabijheid voorzieningenen openbaar groen

foto: Eppo Notenboomfoto: Eppo Notenboom

Pag. 7 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Een hoge bevolkingsdichtheid stimuleert bewegen, omdat voorzieningen dichtbij liggen en kinderen in

de buurt wonen om er te spelen. Aan de andere kant kan een te dichte bebouwing zorgen voor gebrek

aan groen. De nabijheid van voorzieningen, groen, bevolkingsdichtheid en percentage 0-17-jarigen

als totaal van de bevolking in een gemeente moeten in samenhang met elkaar worden bezien. Dichte

bebouwing beïnvloedt ook meestal de veiligheid. Een gebrek aan verkeers- en sociale veiligheid

belemmert het buiten spelen.

Er is geen vaste relatie tussen de bevolkingsdichtheid en het percentage 0-17-jarigen. Uit de kaarten 3 en

4 blijkt dat een hoog percentage 0-17-jarigen en een hoge bevolkingsdichtheid vaak juist niet samen gaan.

Leiden en Den Haag kennen de hoogste bevolkingsdichtheid, terwijl in de gemeenten Nieuw-Lekkerland,

Graafstroom en Pijnacker-Nootdorp de hoogste aandelen 0-17-jarigen in de bevolking voorkomen.

Bevolking

Kaart 3

Bevolkingsdichtheid in Zuid-Holland in 2012

Kaart 4

Percentage 0-17-jarigen op totale bevolking in 2012

<719 inwoners per km2

719-16131613-27632763-4640>4640

<18,3%18,3-20,820,8-22,822,8-25,6>25,6

bron: CBS 2013 bron: CBS, www.ris-zh.nl

foto: Eppo Notenboom

Pag. 8 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Een hoge mate van diversiteit in het bodemgebruik draagt bij aan de beweegvriendelijkheid van

de omgeving (nationaal kompas). In Nederlandse postcodegebieden met een minimale hoeveelheid

van tenminste 5 hectare aan groene gebieden zoals parken, bossen en natuurgebieden, ligt het

percentage kinderen met overgewicht ongeveer 18% lager dan in niet-groene postcodegebieden

(IVN 2012, Vreke et al 2006).

Het gebruik van de bodem loopt tussen gemeenten uiteen. In de landelijke gebieden beslaat agrarisch

terrein een zeer belangrijk gedeelte van het bodemgebruik (tabel 2). Kaarten 5 en 6 laten het percentage

openbaar groen zien en de mate van variatie in het bodemgebruik. De mate van variatie is berekend door te

kijken hoeveel verschillende soorten bodemgebruik1 een substantieel deel (minimaal 5%) uitmaken van het

totale bodemgebruik. Uit de gegevens blijkt dat een laag percentage openbaar groen niet altijd betekent

dat er weinig variatie in het bodemgebruik zit. De gemeenten met het hoogste percentage (niet-stedelijk)

groen bodemgebruik zijn Wassenaar en Noordwijk (tabel 2). Deze laatste gemeente heeft ook een hoge

mate van variatie in het bodemgebruik. De gemeente met het minst gevarieerde bodemgebruik is Boskoop.

Bodemgebruik

Kaart 5

Percentage bodemgebruik openbaar groen in 2008

Kaart 6

Mate van variatie in het bodemgebruik in 2008

<7%7-13%13-21%21-35%>35%

1 of 02345 of meer

bron: CBS bron: CBS 2010, Tympaan Instituut 2013

1 Gemeenten verdienen een punt voor variatie van bodemgebruik voor iedere soort die meer dan 5% van de oppervlakte beslaat, exclusief binnen- en bui-tenwater en agrarisch gebruik. Gemeenten verdienen een punt op variatie als minder dan 70% van het oppervlak gebruikt wordt voor agrarisch gebruik.

Pag. 9 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

In Boskoop is relatief de minste speelruimte ter beschikking. Hier moeten meer dan 240 kinderen een hectare

speelruimte delen. In Brielle zijn dit slechtst 14 kinderen. De cijfers zeggen niks over de verdeling van de

speelruimte in de gemeenten of over de kwaliteit. Te weinig kinderen per hectare speelruimte kan er ook

voor zorgen dat de speelruimte weinig aantrekkelijk is, omdat er te weinig speelkameraadjes zijn. Juist de

kwaliteit - bijvoorbeeld betegeld of niet, speeltoestellen of niet - speelt een rol bij het bewegen. Zo spelen

jongens graag op betegelde of vlakke ondergrond omdat dat prettig is voor sporten zoals voetbal (IVN 2012).

Tabel 2

De vijf gemeenten met de hoogste aandelen oppervlakte naar soort ten

opzichte van de totale oppervlakte in 2008 (exclusief binnen- en buitenwater)

Soort bodem/ ranking gemeenten 1 2 3 4 5

Bedrijventerrein Rotterdam(29%)

Alblasserdam (19%)

Schiedam(15%)

Capellea/d IJssel (13%)

Zwijndrecht(12%)

Detailhandel en horeca

Den Haag(3,4%)

Delft(2,9%)

Leiden(2,4%)

Zoetermeer(2,2%)

Maassluis(2,1%)

Openbare voorzieningen

Krimpena/d IJssel (4,4%)

Rijswijk(2,2%)

Delft(2,1%)

Den Haag(2,0%)

Katwijk(1,8%)

Sociaal-culturele voorzieningen

Oegstgeest(6,3%)

Delft(6,1%)

Leiden(5,9%)

Den Haag(3,1%)

Gouda(3,0%)

Bos en open natuurlijk terrein

Noordwijk(53%)

Wassenaar(51%)

Westvoorne(32%)

Goedereede (22%)

Dordrecht(19%)

Agrarisch terrein Vlist (95%) Graafstroom(93%)

Ouderkerk(91%)

Giessenlanden (90%)

Bergambacht (89%)

Woonterrein Krimpena/d IJssel (49%)

Capellea/d IJssel (47%)

Leiden(42%)

Den Haag(42%)

Papendrecht (41%)

Recreatieterrein Rijswijk(29%)

Capellea/d IJssel (19%)

Zoetermeer(18%)

Delft(18%)

Den Haag(16%)

Semi-bebouwd Hendrik-Ido-Ambacht (17%)

Lansingerland (12%)

Oegstgeest(8%)

Rotterdam(8%)

Barendrecht(7%)

Kaart 7

Aantal kinderen per hectare

speelruimte in 2010

<44 kinderen per hectare44-7070-9999-145>145

Bron: Verwey-Jonker Instituut 2012

Pag. 10 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

Buiten spelen - en wellicht ook fietsen en wandelen - hangt niet alleen samen met de bereikbaarheid van

de voorzieningen, de mogelijkheden tot buitenspelen en het aantal speelkameraadjes, maar ook met de

sociale en verkeersveiligheid. Het is alleen per type gemeente vast te stellen hoe veilig mensen hun buurt

vinden. Uit tabel 3 blijkt dat de veiligheid van de buurt het hoogst wordt beoordeeld in weinig stedelijke

gemeenten en het laagst in zeer sterk stedelijke gemeenten.

Tussen onderlinge gemeenten zitten grote verschillen in de aanwezigheid van belemmerende en bevorde-

rende omgevingsfactoren. Sommige gemeenten lijken minder uit te nodigen tot bewegen in groen door

de grote afstand tot voorzieningen, het lage percentage openbaar groen en de lage bevolkingsdichtheid.

Vaak zijn dit wel gemeenten met een hoge sociale veiligheid. Meer mogelijkheden creëren voor bewegen

in het groen en het bij elkaar brengen van kinderen is hier wellicht de manier om bewegen in het groen

te bevorderen.

• Het aantal kinderen met obesitas neemt toe. Er is een verband tussen obesitas en regelmatig bewegen.

De leefomgeving bevordert of belemmert een gezonde leefstijl met voldoende beweging. Een groene

omgeving zal daarom het obesitasprobleem gunstig beïnvloeden.

• Zuid-Holland heeft goede fietsmogelijkheden. In de meeste gemeenten van Zuid-Holland zijn de afstanden

tot dagelijkse voorzieningen, zoals supermarkt, warenhuis en school, kort. Dit draagt zeer waarschijnlijk

bij tot het fietsgebruik.

• Grote stedelijke gemeenten kennen relatief veel openbaar groen en korte afstanden tot voorzieningen

en het openbare groen. Dit feit zou goed benut en gepromoot moeten worden. Een punt van aandacht

is dat de ervaren veiligheid wel lager is in dergelijke gemeenten.

• In meer dan de helft van de gemeenten is de gemiddelde afstand tot openbaar groen meer dan 600 meter.

Dit geldt met name voor kleinere gemeenten met een lage mate van stedelijkheid.

Veiligheid

Conclusie

Tabel 3

Beoordeling van de veiligheid in de buurt in Zuid-Holland in 2011, naar type gemeente

Mate van stedelijkheid Beoordeling veiligheid van de buurt

Niet-stedelijke gemeenten 7,4

Weinig stedelijke gemeenten 7,2

Matig stedelijke gemeenten 7,1

Sterk stedelijk 6,9

Zeer sterk stedelijk 6,5

bron: CBS-IVM

foto: Eppo Notenboom

Pag. 11 I Buiten zijn in Zuid-Holland I Factsheet

IVN

Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid

Dhr. Daan Bleichrodt

Zeestraat 100

2518 AD Den Haag

Telefoon: 070 30 23 030

E-mail: [email protected]

Website: www.ivn.nl

Tympaan Instituut

Postbus 93010

2509 AA Den Haag

Telefoon: 070 3371000

Fax: 070 3371000

E-mail: [email protected]

Website: www.tympaan.nl

- IVN. Jeugd, Natuur en Gezondheid. Amsterdam: IVN, 2012.

- Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Altijd weer die auto! Den Haag: SCP, 2000.

- Vreke J, Donders JL, Langers F, Salverda IE, Veeneklaas FR. Potenties van groen! De invloed van groen in en

om de stad op overgewicht bij kinderen en op het binden van huishoudens met midden- en hoge inkomens

aan de stad. Rapport 1356. Wageningen: Alterra, 2006.

- Verwey-Jonker Instituut. Kinderen in Tel. Jaarboek 2012. Amsterdam: Verwey-Jonker Instituut, 2012.

April 2013

A.M. van Essen, J.M.J. Houben

Grafisch ontwerp:

Bart ter Haar / bartterhaar.nl

Literatuur

Colofon