Upload
vitaal-zorgvast
View
222
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Nieuwe zienswijze op dementie en de gebouwde omgeving. In dit Cahier laten wij deskundigen aan het woord over deze relatie en wat dat betekent voor de huisvesting. Met Mijn Buurtschap heeft Vitaal ZorgVast een concept ontwikkelt waarbij de cliënt centraal staat en dat voor de zorgorganisatie een dynamisch en goed financierbaar vastgoedperspectief biedt, zonder dat het vastgoed de ontwikkeling van nieuwe zorgvisies belemmert.
Citation preview
zicht op de tuin
rust in je eigen groep
biodynamisch licht
Woonkamer
Mijn Buurtschap: de woonkamer
Mijn Buurtschap is een uitgave
van Vitaal ZorgVast
Regulierenring 35, Gebouw F,
3981 LB Bunnik
Postbus 12, 3980 CA Bunnik
Telefoon (030) 65 98 614
E-mail [email protected]
mijn buurtschap. de creatie van een activerende leefomgeving voor mensen met dementiewww.vitaalzorgvast.nl
• 1
inhoudsopgaveinleiding 03
nieuwezienswijzeopdementieengebouwdeomgeving 05
drieuitgangspuntenvooreennieuweleefomgevingvoor 07mensenmetdementie
• Therapeutisch woonklimaat
• Laagdrempelig voor mantelzorg
• Financierbaar zonder extra bijbetaling
mijnbuurtschap 15
• Activering • Keuzevrijheid • De-institutionalisering • Familie
planontwikkelingspartners
• Breincollectief • BFAS architectuur en stedenbouw • Rob van der Zande
Adviseur Wonen en Dementie • Syntrus Achmea Real Estate & Finance
• Vitaal ZorgVast Conceptueel Zorgvastgoedontwikkelaar
wetenschappelijkebegeleiding
Vrije Universiteit Vakgroep Neuropsychologie
• 3
inleidingMet Mijn Buurtschap spelen we in op de wens om te ontwerpen vanuit de directe
behoeften van de eindgebruiker van een zorgvoorziening. Het concept zorgt voor
een verschuiving van woonoriëntatie naar begeleidingsoriëntatie. Dementie is
tot nu toe ongeneeslijk, maar er zijn wel degelijk mogelijkheden om de kwaliteit
van leven van mensen met deze ziekte positief te beïnvloeden. Cognitieve en zin-
tuiglijke functies verminderen en muteren; de juiste activering van deze functies
heeft echter positieve effecten op het degeneratieve verloop van de ziekte. Wan-
neer we de ruimten vanuit cliëntperspectief logisch ontwerpen, levert dit naar
onze overtuiging minder druk op de zorg op. Door het ontwerp kan de zorgvoor-
ziening een logische plek in de wijk innemen. Aansluiting met andere voorzienin-
gen is betrekkelijk eenvoudig realiseerbaar. Hierbij kan worden gedacht aan een
annex te bouwen peuterspeelzaal. Interactie tussen peuters en bewoners kun-
nen vervolgens onderdeel van het activerende dagprogramma gaan uitmaken.
Door vanaf het begin een dynamisch vastgoed-
perspectief te hanteren, blijken woongebouwen
voor specifieke doelgroepen (zoals Mijn Buurtschap)
goed financierbaar, waarbij het vastgoed de zorg-
visie goed ondersteunt. Niet alleen nu, maar ook
in de toekomst.
Toename aantal senioren
Mijn Buurtschap nodigt de cliënten uit om zelfstandig op onderzoek uit te gaan en activiteiten te ondernemen.
Mijn Buurtschap: een innovatieve woonvorm voor dementerenden
• 2
• 5
Het concept Mijn Buurtschap richt zich op de woonomgeving voor mensen met
dementie. Bij de ontwikkeling van het concept hebben we gezocht naar de meest
recente inzichten over de mogelijkheden om mensen met dementie te bereiken,
wat de factoren zijn waardoor we het dementeringsproces zo effectief moge-
lijk kunnen remmen en we deze mensen zoveel mogelijk kwaliteit van leven
kunnen bieden. We beperken ons tot die factoren die zijn gerelateerd aan de
fysieke omgeving. We vermoeden dat het vigerende accent op wonen gemak-
kelijk kan leiden tot een inperking van de activerende mogelijkheden voor men-
sen met dementie. In het volgende hoofdstuk laten we enige deskundigen aan
het woord die pleiten voor meer activering voor mensen met dementie, waarbij
juiste aard en hoeveelheid prikkels centraal staan. Een accentverschuiving van
wonen naar een activerende leefomgeving is noodzakelijk.
nieuwezienswijzeopdementieengebouwdeomgeving
• 4
In de toekomst zal de familie naar onze overtuiging, meer betrokken worden bij de zorg. Dit levert nieuwe ontwerpeisen op.
• 7
1. Therapeutische leefomgeving
Dr. Anneke van der Plaats is sociaal geriater en werkt veel voor mensen met
dementie. Zij legt uit: ‘Het eerste effect is dat het denkend deel van de hersenen
door de ziekte dementie wordt aangetast. Dit betekent dat mensen reageren met
hun primaire brein, zonder dat dit onder controle staat van het denkend brein.
Impulsen worden daardoor veel eerder gescand op veilig/onveilig. Veiligheid,
voorspelbaarheid en duidelijkheid zijn daarmee wezenlijke randvoorwaarden
voor een fysieke omgeving. Het tweede effect van de ziekte is dat uit het geheu-
gen de laatst binnengekomen informatie als eerste verdwijnt. Herkenbaarheid
van de fysieke omgeving naar beelden van 40
jaar terug schept rust en duidelijkheid. Mo-
derne (onherkenbare) architectuur is daarbij
uit den boze. Een huis moet eruit zien als een
huis zoals we dat op de kleuterschool teke-
nen, een toilet moet als zodanig herkenbaar
zijn. Een mooi wit hangtoilet in een grote
drieuitgangspuntenvooreennieuweleefomgevingvoormensenmetdementie
• 6
Case study: Heemskerk
”een huis zoals elk ander”
‘Herkenbaarheid van de fysieke omgeving naar beelden van 40 jaar terug, schept rust en duidelijkheid.’
Dr. Anneke van der Plaats, sociaal geriater
Mijn Buurtschap, Heemskerk
annekevanderplaats
• 9 • 8
(douche-brancard bestendige) badkamer wordt niet als toilet herkend met alle
onrust en incontinentie van dien.’ Anneke pleit voor een zeer gedetailleerd bin-
nenhuisontwerp, afgestemd op de belevingswereld van deze doelgroep. Zij
vertelt: ‘Een teveel aan verkeerde prikkels geeft stress, maar een tekort aan
prikkels eveneens. Als de leefomgeving goed op dit principe is ingericht, is 50%
van het probleemgedrag van dementerenden weg.’
Op de Vrije Universiteit te Amsterdam geeft Prof.dr. Erik Scherder leiding aan
de vakgroep neuropsychologie. Hij doet al jaren onderzoek naar de relatie
tussen dementie en (in)activiteit. Hij stelt: ‘Bewegen houdt niet alleen ons lijf,
maar ook ons brein in conditie. Beweging verbetert het leervermogen en het
geheugen, en helpt tevens bij het hanteren van stress, depressie en verslaving.
We zouden eigenlijk minimaal een half uur
per dag een matig intensieve fysieke inspan-
ning aan één stuk moeten leveren (lopen,
fietsen of zwemmen). Dit levert een betere
doorbloeding van de hersenen op. Dementie
komt minder voor bij mensen die hun hele
leven lichamelijk actief zijn geweest.’
Het raakt hem dat in veel verpleeghuizen het hele systeem is ingericht op pas-
siviteit. Conditie en activiteitspeil gaan enorm snel achteruit na opname,
mensen liggen soms 17 uur per dag in bed. De effecten op de kwaliteit van
het toch al kwetsbare brein, zijn desastreus. Dementerende cliënten moeten
bewegen, lopen, wind voelen, geuren ruiken. Prikkels activeren en houden het
brein langer in conditie, bewegen bevordert het welbevinden.
2. Laagdrempelig voor mantelzorg
Wanneer we een nieuw leefconcept maken voor mensen met dementie, gaan
we ervan uit dat in de toekomst de professionele zorg een ondersteunende rol
zal gaan spelen voor de mantelzorg. Voormalig sectormanager van Vitaal Zorg-
Vast Gijsbert Buijs hierover: ‘We zien de druk op de AWBZ toenemen en toe-
komstscenario’s preluderen op een geheel andere organisatie van de zorg. De
financiële druk noopt ons tot andere keuzes, maar ook de arbeidsmarkt staat
zodanig onder spanning dat we nieuwe oplossingen moeten gaan bedenken.’
‘Er is echter ook een inhoudelijke kant. Onze klassieke verpleeghuizen kenden
mom
ent
van
opna
me
mom
ent
van
opna
me
mom
ent
van
over
lijde
n
mom
ent
van
over
lijde
n
A
T
ACTIVITEIT
TIJD
A
T
ACTIVITEIT
TIJD
rust / inactiviteit activering
Grafiek inactiviteit en activiteit bewoners
Prof.dr. Erik Scherder, neuropsycholoog
• 11
een ruimtelijke opzet waar de cliënt (bijna
letterlijk!) in verdween. De persoon muteert
als het ware bij de hoofdingang tot patiënt
wat tegelijkertijd symbool staat voor het
verbreken van de primaire relaties. Ook in de
kleinschalige opzet werd vaak gekozen voor
grote bouwmassa’s met één hoofdingang,
waardoor het institutionele karakter versterkt werd. De familie brengt de cliënt
naar het instituut, vanaf de entree gelden de instellingsregels en is de familie de
regie kwijt. Cliënten gaan zich snel gedragen naar de regels van het huis en de
hospitalisatie zet in.’
‘Een nieuw gebouw zou in mijn optiek ook moeten bijdragen aan herstel van
familierelaties, door goed te onderzoeken wat voor de familie aansprekende
elementen zijn.’
3. Financierbaarheid
De financiering van de ouderenzorg staat onder druk. Deze druk zal alleen nog
maar verder toenemen, terwijl het aantal ouderen stijgt. De Wet Langdurige
Zorg speelt met een participerende samenleving als uitgangspunt hier op in.
Het concept Mijn Buurtschap is gelukkig beleidsresistent.
Michel van Oostvoorn, voormalig fondsmanager bij het Zorgvastgoedfonds van
Syntrus Achmea Real Estate & Finance hierover: ‘Reguliere bankfinanciering wordt
voor zorginstellingen steeds moeilijker vanwege aangescherpte financierings-
Gijsbert Buijs, voormalig Projectdirecteur Vitaal ZorgVast
‘Een nieuw gebouw zou in mijn optiek ook moeten bijdragen aan het herstel van familierelaties.’
gijsbertbuijs
• 10
• 13
eisen voor het bankwezen. Syntrus investeert in zorgvastgoed zoals levens-
loopbestendige woningen, intramurale verpleegcomplexen en gezondheids-
centra. Zoals in de inleiding aangegeven, loopt de dynamiek in de zorgsector
niet in de pas met de levensduur van een gebouw.’
‘Syntrus Achmea is door Vitaal ZorgVast vanaf het begin bij de conceptontwik-
keling van Mijn Buurtschap betrokken, zodat we onze ideeën over courant vast-
goed ook direct konden inbrengen. Daardoor ontstaat een courante eindwaarde
voor het gebouw die de financiering bijzonder ten goede komt. Mijn Buurtschap
kan na een huurperiode van 15 - 20 jaar prima worden afgestoten door de zorg-
instelling en wij kunnen het gebouw met minimale inspanningen weer terug-
bouwen naar een normale woning. Uiteraard is het ook mogelijk om het gebouw
te zijner tijd weer geschikt maken voor zorghuisvesting. Daarom kunnen we dit
concept financieren binnen de NHC. De totale exploitatie is goed haalbaar bin-
nen de huidige ZZP vergoeding.’
Riji tjt eswoning als bouwsteen standaard woning 148 m2 BVO
Riji tjt eswoning als bouwsteen standaard woning 148 m2 BVO
‘Mijn Buurtschap kan na een huurperiode van 15 - 20 jaar, prima door de zorginstelling worden afgestoten.’
michelvanoostvoorn
Financiële ruimte door omkeerbaarheid
Leven beneden, slapen boven.
De rijtjeswoning als bouwsteen.
Standaardwoning 148 m2 BVO.
• 12
• 15
‘De leefomgeving die we creëren voor mensen met dementie, nodigt door opzet
en inrichting cliënten uit om op onderzoek uit te gaan en activiteiten te onder-
nemen die passen bij hun mogelijkheden, interesse en beleving. We vermijden
gangen zonder perspectief die oriëntatieverlies bevorderen en maken meerdere
algemene ruimten, elk met eigen sfeerstelling en programma. Installaties dra-
gen bij aan prikkelregulering op gebied van geur, kleur, geluid en klimaat.’ Rob
van der Zande, Adviseur Wonen en Dementie zegt verder: ‘Er is speciale aan-
dacht nodig voor licht. Zo heeft onderzoek naar de effecten van biodynamisch
licht op het gedrag van mensen met dementie spectaculaire uitkomsten opge-
leverd. Depressieve gevoelens verminderen, alertheid en cognitie verbeteren,
onrust neemt af en het dag-nachtritme wordt positief beïnvloed. Er is direct
contact met buiten, waar ook weer een variatie aan mogelijkheden wordt ge-
boden, zonder dat er overprikkeling plaats
vindt. Het geheel is overzichtelijk vormgege-
ven, zodat toezicht gegarandeerd is. Gebruik
van slimme technologie, domotica, wordt
ingezet teneinde dit toezicht mede vorm te
geven. We doorbreken de groepsgedachte,
mijnbuurtschap
Doorgaande ruimte
Biodynamisch licht
Bewegingsruimte omloop
Contact met de tuin
‘Onderzoek wijst uit dat biodynamisch licht het dag-nachtritme bij dementerende mensen positief beïnvloedt.’
robvanderzande
• 14
Rob van der Zande, Adviseur Wonen en Dementie
• 17
we geven ruimte voor bewegen en begeleiden meer op individueel niveau. We
werken de thema’s nader uit.’
Activering
In het concept kleinschalig wonen, wordt de activiteit overwegend gezocht in het
uitvoeren van taken, die tot het reguliere huishouden behoren. Boodschappen
doen, aardappels schillen, hanteren van groenten, stimuleren van geur en smaak
horen hier bij. Naar onze indruk kan dit proces verder worden verrijkt. Cultuur,
hobby’s en knutselruimte krijgen een vertaling in een minitheater met beeld-
podium, een kleurig naaiatelier met een variëteit aan stoffen, een werkplaats
met stof, houtkrullen en steenresten. Wat grotere ingrepen die passen binnen dit
concept zijn de strandkamer in Vreugdehof in Amsterdam, en de treincoupé in
De Bieslandhof in Delft. In Vivaldi in Zoetermeer is een bewegingstuin gemaakt,
waarin allerlei aangepaste apparatuur cliënten uitnodigen om in beweging te
komen. In De Hogeweyk in Weesp zien we dat in een besloten setting, een dorps-
concept is benaderd. Een scala aan activiteiten is voor bewoners binnen handbe-
reik, allemaal ontsloten via een pleinstructuur. In de klassieke opzet kregen deze
elementen een plaats bij de ‘activiteitenbegeleiding’. In ons concept brengen we
een scala van deze activiteiten direct binnen de leefomgeving van de bewoners.
Actief gebruik van buitenruimte is van belang in de diversiteit aan noodzakelijke
prikkels. Gegeven de afnemende zintuigsensitiviteit is het van belang sommige
prikkels groter te maken. Goed gepositioneerde verhouding binnen/buitenruim-
te geeft de mogelijkheid om warm/koud te voelen, droog/nat en licht/donker
Gegeven de afnemende zintuigsensitiviteit bij dementerende mensen, is het van belang sommige prikkels groter te maken.
• 16
• 19
te ervaren. Om deze redenen hechten we aan een grondgebonden opzet. Op
deze wijze ontstaat er een verrijkte leefomgeving, waar cliënten naar eigen voor-
keur in kunnen vertoeven en de activiteiten opzoeken die hun aanspreken. Dit
concept kan zwerfgedrag en onrust verminderen en zelfregie bevorderen. We
verruilen de huiskamer voor een diversiteit in belevingsruimten, die op eigen
kracht door de cliënt zijn te bezoeken. Een uitnodigende, herkenbare inrichting,
stimuleert de cliënt om zelfstandig een passende activiteit op te pakken. Naast
een noodzakelijke beddenlift nemen we een uitnodigende trap in het concept
op om natuurlijk bewegen maximaal te stimuleren.
Keuzevrijheid
Mensen met dementie ontwikkelen vaak een grotere oriëntatie op anderen.
In de fysieke omgeving zou daar naar ons idee expliciet rekening mee moeten
worden gehouden om prikkelverarming te voorkomen. Wij opteren dus voor
een ruimtelijke opzet waarbij zoveel mogelijk nadruk ligt in mogelijkheden tot
bewegen, keuzevrijheid in ruimtes die veilig voelen, prikkelen en binden en
minder nadruk ligt op privacy (risico van geïnstitutionaliseerde eenzaamheid) en
waar minder nadruk op een afgebakende groep bestaat. De begeleiders bedie-
nen in dit concept niet direct een vaste groep, maar begeleiden bijvoorbeeld
vooral een aantal activiteiten waarbij vrije inloop mogelijk is. Het concept maakt
meer variëteit in sociale contexten mogelijk. De cliënt kiest zoveel mogelijk zijn
of haar eigen plek om op dat moment te zijn.
Contact met de straat
‘Ik kom een keer helpen de boontjes doppen’
Samen koken, samen eten
Koken naar de groep
De woonkeuken
We verruilen de huiskamer voor een diversiteit in belevingsruimten, die op eigen kracht door de cliënt zijn te bezoeken.
• 18
• 21
De - institutionalisering
Te grote bouwmassa’s kunnen snel een instituutskarakter oproepen. We voor-
komen dit door de creatie van kleine, overzichtelijke (geschakelde) woningen
met een huiskamer en diverse belevingsruimten op de begane grond, met een
eigen voordeur en buitenruimte. We creëren een eigen wijkje en doorbreken
daarmee het institutionele karakter en herstellen het contact met de buiten-
wereld. We opteren voor een verticale oriëntatie in het gebouw, ondanks
vraagstukken van zorglogistiek. Een goed ontsloten elektronische infrastruc-
tuur via Smart Phone-applicaties komt aan dit vraagstuk tegemoet. De active-
rende leefomgeving bevindt zich overzichtelijk op de begane grond, zodat de
actieradius van de cliënt maximaal is en participatie van de familie letterlijk
laagdrempelig is. De slaap- en badvertrekken bevinden zich op de etages. Een
slaapkamer wordt weer een echte slaapkamer, herkenbaar voor de demen-
terende bewoner. De leefwereld op de begane grond is tot drie maal groter
dan in ‘traditionele’ kleinschalige woonvormen. Via een wandelpromenade wor-
den de diverse belevingsruimten helder aan elkaar geschakeld.
Familie
De keuze voor een nieuwe leefomgeving voor mensen met dementie wordt
vaak door de familie gemaakt. De familie zal in de toekomst naar onze over-
tuiging meer betrokken (moeten) worden bij de zorg. Dit levert nieuwe ontwerp-
eisen op. Mijn Buurtschap ziet eruit als een gewoon huis, met eigen voordeur, bel
en woonkamer aan de straat. Deze opzet faciliteert de laagdrempelige toegang
We creëren een eigen wijkje door kleine, overzichtelijke, geschakelde woningen en door- breken daarmee het institutionele karakter.
• 20
• 22 • 23
voor de familie. Het huis straalt herkenbaarheid en stijl uit en oogt door haar
mooie verschijningsvorm aantrekkelijk.
Om contact tussen familie en bewoners verder te faciliteren worden aan Mijn
Buurtschap meerdere family lounges toegevoegd. Dit zijn aparte ruimtes, net bui-
ten de therapeutische setting waar de familie zich even met hun familielid terug
kan trekken. Ook overnachting is hier mogelijk. De family lounge is zo ontworpen
dat deze tevens geschikt is als echtparenkamer.
De bewoner beschikt in Mijn Buurtschap over een beperkte privéruimte (slaap-
kamer). Het is natuurlijk altijd mogelijk dat een familie er meer ruimte bij huurt,
zodat variatie in woonbeleving kan worden gehonoreerd.
Deze brochure is een heruitgave van Mijn Buurtschap, uitgegeven door Vitaal ZorgVast ter
ere van het symposium voor haar 1e lustrum. De tekst in deze heruitgave is op een aantal
punten geactualiseerd. De originele uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met:
Vitaal ZorgVastZorgvastgoedfondsSyntrus Achmea
3
Rob van der ZandeAdviseur Wonen en Dementie Breincollectief
3
Vrije UniversiteitVakgroep Neuropsychologie
3
BFASArchitectuur en Stedenbouw BFAS
architectuur stedebouw
• 24