20
cavia is het tweemaandelijks verschijnende blad van studievereniging via voor studenten van het onderwijsinstituut informatiewetenschappen nummer tien - september 2004

Cavia 10

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Cryprografie Transhumanism Make IT Move Film: Fear and Loathing in Las Vegas OWII-student ontrafelt mysterie De facultaire studentenraad A bagatelle for the left hand Maaltijd met bier

Citation preview

Page 1: Cavia 10

cavia is het tweemaandelijks verschijnende blad van studievereniging via voor studenten van het onderwijsinstituut informatiewetenschappen

nummer tien - september 2004

Page 2: Cavia 10

2 cavia tien

Vakantieliefdes zijn uitgezwaaid, foto’s zijn ingeplakt en het bruinste bruin is er alweer vanaf: de vakantie is afgelopen en het nieuwe collegejaar staat in de start-blokken. Voor de eerstejaars begint dit met de introductieweek, bergen informatie, formulieren en nog veel meer nieuwe mensen.

Een kamer zoeken en met de kaart van Amsterdam op zoek naar de dichtstbijzijnde Albert Heijn. Een bijbaantje in de buurt weten te bemachtigen en de leuke kroegen ontdekken. Dat was zo’n beetje mijn entree in Amsterdam. Een kamer had ik wonder boven wonder snel gevonden, de Albert Heijn was iets langer zoeken, maar ook dat is goed gekomen. Te trots om als een toerist met de kaart rond te gaan fietsen, waren mijn jaszakken overladen met brie�es met straatnamen en routebeschrijvingen, om de grootste verdwalingen tegen te gaan. Ook de komende weken zal de stad weer verkend worden door nieuwe studenten. Op deze faculteit zullen ze door de mento-ren en de Eerstejaars Commissie (EJC) van VIA wegwijs gemaakt worden, met een goed gevuld programma in de introductieweek. En dan is het nog maar drie weken tot het Eerstejaars weekend: het leukste weekend van het jaar, waar het mo�o ‘Als je maar lol hebt’ ieder jaar ruimschoots overtroffen wordt. Ook dit jaar beloo� het weer een ongekend succes te worden.

De tranen voor verre vakantieliefdes zijn vergeten, de fotoalbums liggen weer in de kast, de studieboeken zijn besteld en de ejc staat te trappelen om in actie te komen: we zijn weer klaar voor het nieuwe jaar.

Klara Pigmans

Een nieuw jaar, nieuwe kansen. En een nieuwe Cavia, natuurlijk! Vakantie is voor de redactie geen excuus om stil te blijven zi�en. We zijn er als vanouds op uit getrokken om interessante artikelen te verzamelen, deze keer met het oog op de

eerstejaars. Zo hebben de OWII-student en de FSR een artikel geschreven om te ver-tellen wat ze zoal doen en met welke problemen je bij ze terechtkunt. Dit is natuurlijk ook nu�ige informatie voor ouderejaars, aangezien iedereen wel te maken krijgt met dingen die wat minder geregeld zijn op de faculteit.

De voorkant gee� al een hint over de verdere inhoud van de Cavia. In het artikel over cryptografie wordt een code uit de Eerste Wereldoorlog gekraakt. Mensen die van bier, koken en/of lekker eten houden (en zeg nou eerlijk, wie valt daar nou niet onder...), worden ook niet vergeten. Verder hebben we een verslag van ‘Make IT Move’, een symposium over vervoer en IT, een artikel over transhumanisme, een filmreview en nog veel meer. Het is bijna teveel om op te noemen!

De deadline van de volgende Cavia is trouwens op maandag vier oktober. Artikelen en/of goede ideeën zijn van harte welkom op het welbekende e-mailadres van de mediacommissie [email protected].

Rest mij niets anders dan iedereen veel leesplezier toe te wensen.

Tot de volgende Cavia! Janneke van der Zwaan

voor

zitte

r

Page 3: Cavia 10

cavia tien 3

inhoud04Cryptografie

dr. Hans van der Meer

06TranshumanismGustavo Lacerda

08A bagatelle for the le� handEdsger Dijkstra

11Make IT moveKoen Martens

En verder:14 De OWII-student - Merel Willemsen

15 De facultaire studentenraad - Dewi Harten16 Recepten - Martijn Stegeman en Janneke van der Zwaan

18 Verhaal - dwerg19 Fear and Loathing in Las Vegas - Aziz Baibabaev

Cavia 10 is een uitgave van studievereniging VIA en wordt gratis verspreid. Deze uitgave is van september-oktober 2004.Adres: Plantage Muidergracht 24, 1018 TV Amsterdam, telefoon: (020) 525 5520, e-mail: [email protected]: Janneke van der Zwaan (hoofdredactie), Tim van Erven, Daan Vreeswijk, Aziz Baibabaev, Ruben Boumans, Breyten ErnstingVoorkant en stripjes: Ruben BoumansOpmaak: Martijn StegemanAdvertenties: bel voor meer informatie met VIA, (020) 525 5520© 2004 Studievereniging VIA

Page 4: Cavia 10

4 cavia tien

CryptografieDr. Hans van der Meer

Dit artikel is geen inleiding tot de cryptografie of een beschrijving van mijn colleges. Wie daarvan iets wil weten, is begin 2005 welkom als het volgende college van start gaat. Voor dit artikel grijp ik terug naar een probleempje waaraan ik zo lang geleden begonnen ben, dat ik niet eens meer precies weet wanneer.

In het tijdschri� Cryptologia stond in de eerste jaargangen af en toe een rubriek geheten “Cryptanalysts’ Corner” met daarbij enkele cryptogrammen waarop de lezer de tanden mocht stukbijten. Zo ook in jaargang 2 van 1978, waar schrijver H. Gary Knight als “Problem No. 11” het volgende cryptogram presenteert:

ARVHL YMHET AZITF AHETZ CCEHH (...) BSMSG WTIZU JWFFI POZ

De schrijver vermeldt dat het geen Engelse maar een Duitse tekst betre� en de uitge-ver tekent er nog bij aan: “This is an unsolved WWI German cipher received by the author”. Mooi, dacht ik. Eens kijken wat ik er van terecht breng. Nu is het van belang om niet helemaal in het wilde weg aan het cryptoanalyseren te slaan. Enig idee krij-gen van het gebruikte systeem is - op z’n zachtst gezegd - nu�ig. Er zijn twee zaken die samen het goede spoor wijzen.

De eerste aanwijzing is een analyse naar de mono- dan wel polyalfabeticiteit van het gebruikte systeem. Met een lengte van bijna 600 le�ers moet een statistische test daarover iets bruikbaars kunnen zeggen. Met de phi-test wordt gekeken of het een monoalfabetische substitutie kan zijn dan wel een polyalfabeet met bepaalde periode. Voor de nieuwsgierigen: lees hoofstuk 3 van mijn syllabus. Vandaag de dag pak je je laptop, maar in de tijd dat ik hier voor het eerst naar keek waren er nog geen laptops. Toen moest je naar de kelder van gebouw A, want daar stonden de terminals die je met de computer van het SARA Rekencentrum verbonden (na wachten totdat er eentje vrijkwam). Dat waren echt de pioniersjaren van de informatica. Op sommige dagen was het systeem zelfs zo instabiel dat je je werk na elke vijf toetsaanslagen moest opslaan.

Om een lang verhaal kort te maken: er bestaat weinig twijfel dat dit een polyalfabeet met periode 18 is. Een cryptoanalist van de oude stempel zou overigens direct heb-ben opgemerkt dat dit ook zonder computer te constateren valt aan enkele opval-lende herhalingen, in het bijzonder een wel zeer lange herhaling GXSHIEFW. Een nadere test maakt duidelijk dat het niet een eenvoudige Vigenère of Beaufort is, maar dat verscheidene (verschillend gemengde) alfabe�en gebruikt zijn.

De tweede aanwijzing komt uit de laatste drie le�ers van het bericht, te weten POZ. Ze staan in het cryptogram zo gepresenteerd (een aparte slotgroep van 3 le�ers) dat ze wel een afzender lijken te zijn en vormen in die zin een “weggevertje”. De aanschaf van David Kahns befaamde boek “The Codebreakers” (nog steeds zeer de moeite waard, ook al is de prijs van boven de 90 euro best wel stevig) werpt nu vruchten af. Ik herinner mij zijn beschrijving van het zogenaamde “FürGOD” geheimschri�. Dit geheimschri� werd gebruikt voor berichtenverkeer van het Duitse zendstation bij Nauen en was gericht aan een station met de roeple�ers GOD, van-

Page 5: Cavia 10

cavia tien 5

daar de naam. De afzender van deze berichten kenmerkte zich met de roeple�ers POZ. Ze kwamen van een Duitse expeditie in Tripolis onder leiding van een zekere kapitein Von Todenwart, die opdracht had om in Noord-Afrika het verzet onder de Arabieren aan te wakkeren.

De FürGOD (ook wel het “Wilhelm” geheimschri� genoemd) is lange tijd in gebruik geweest, namelijk van 1916 tot 1918. Het is een polyalfabeet met 27 gemengde alfa-be�en (waarvan er 22 zijn opgelost) en 30 (periode)sleutels in lengte variërend van 11 tot 18 le�ers (waarvan 27 opgelost). Toen tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog de Amerikanen aan de zijde van de Fransen en de Engelsen aantraden, kwamen enkele cryptoanalysten mee, waaronder een zekere J. Rives Childs. Hij kreeg (naar het schijnt om hem bezig te houden) de inmiddels opgeloste sleutels van de FürGOD. Het duurde niet lang voordat hij ontdekte dat de berichtsleutels gebaseerd waren op bestaande woorden.

Kahn vermeldt enkele van deze sleutelwoorden in zijn boek, namelijk GOLDARBEI-TER en INSTRUMENTENMACHER. Dat blijkt uiteindelijk een gelukkige selectie te zijn. Met zo’n 30 le�ers voor elk van de 18 sleutelposities valt voor het onderhavige cryptogram weliswaar geen geweldige statistiek op te bouwen, maar toch lijkt het le�erpatroon van INSTRUMENTENMACHER zich redelijk in het cryptogram te weerspiegelen. Alle reden dus om te concluderen dat het hier naar alle waarschijn-lijkheid een cryptogram uit de FürGOD met die sleutel betre�. Daarmee houdt het echter op. Hoe vaak ik ook in de jaren daarna probeer om de belangrijkste le�ers in de diverse alfabe�en te vinden, ik kom niet ver genoeg om voldoende van de tekst te laten verschijnen. Hier en daar lijkt een le�er e duidelijk, zoals de Z in kolommen 2, 9, 12 of de R in 5,18. Maar het is (voor mij althans) te weinig om eruit te komen.

Dit verhaal krijgt toch nog een gelukkig slot wanneer ik te weten kom in welke bibli-otheek de nagelaten papieren van J. Rives Childs bewaard worden. Aldaar was men zo vriendelijk om voor mij in het archief te duiken. En zowaar, onder Childs’ aanteke-ningen bevindt zich een stuk getiteld “Explanation of the FUER GOD or WILHELM Cipher”, getekend “J. Rives Childs, 2nd Lt. 31st Inf. U.S.R. Radio Intelligence”. Daarin staan de complete 22 opgeloste alfabe�en en de 30 gevonden sleutelwoorden. Enkele mooie sleutelwoorden zijn bijvoorbeeld ZUCKERZANGE en NOCHETWAS-MILCH.

Bij controle blijkt het cryptogram inderdaad een FürGOD met sleutelwoord INSTRU-MENTENMACHER te zijn. Het is een rapport van scheepsbewegingen en troepen-transporten. De ontcijferde cryptogramtekst begint met:

ganz zuverlässiger vertrauensman meldet unterm dritten august: italienischer dampfer sumatra soll demnächst rest des dritten erythraeischen bataillons und das sechzehnte bataillon und urlauber von libyien nach port said überführen...

Page 6: Cavia 10

6 cavia tien

TranshumanismGustavo Lacerda

Anders Sandberg defines transhumanism as “a philosophy that humanity can, and should, strive to higher levels, both physically, mentally and socially.” But this does not express how far-thinking the philosophy is.

Transhumanism is a far-thinking philosophy of self-improvement, of challenging our human limits through technology. Through cognitive aids and neurohacking, transhumanists challenge their cognitive limits. Through nanotechnology, they chal-lenge current limits on what can be built. Through anti-aging research and cryonics, transhumanists challenge death.

The word transhumanism comes from the word transhuman, a shortening of transi-tional human, which is the middle step on the path to becoming post-human. Trans-humanists generally believe that human life is going to be fundamentally changed in the near future due to inevitable technological developments, and are therefore interested in what we can do to direct these developments in a positive direction.

For example, Ray Kurzweil (www.kurzweilai.net) believes that human-level AI will be implemented within the next thirty years (for example, the Turing Test will have been passed). As if this weren’t enough to take away billions of jobs around the world and to create tremendous inequality among humans, you still have to take into ac-count that hardware-acceleration will make such AIs much, much faster than any hu-man intelligence. The possibility that the independent evolution of machines (which would happen very fast) will shape them into selfish beings willing to compete with humans for resources or use us for their own goals is a very scary threat. (Read “Cre-ating Friendly AI” at h�p://www.singinst.org/CFAI/) If you think this is far-fetched, consider that self-replicating robots already exist today (Hod Lipson, Jordan Pollack). Note, however, that technological progress is a positive sum game: while the distri-bution of wealth may become less even, the pie to be divided becomes much bigger.

However, even if friendly AIs end up outcompeted by unfriendly AIs, humans can adapt by enhancing themselves, essentially becoming cyborgs (i.e. humans with computational enhancements).

But the selfish robots scenario is far from being the only threat to humanity. For in-stance, the prospect of nanotechnology raises the possibility of the grey goo scenario, in which a replicator eats up all human life.

Given such serious existential threats, you should expect that people are going to move, out of fear, to ban this kind of technological development. However, transhu-manists tend to believe that these developments are inevitable, and would suggest instead trying to influence the order and manner in which they happen. In fact, some argue that the faster we develop, the be�er our chances of survival. (www.nick-bostrom.com/astronomical/waste.html)

Nick Bostrom, for example, argues that it would be desirable to reach human-level AI before nanotechnology. Once human-level AI is implemented on digital machines, it

Page 7: Cavia 10

cavia tien 7

can be immensely accelerated by simply increasing clock speed. As a result, we can train teams of artificial scientists, and the development of further AIs will become much faster. This way, we get a positive feedback loop (“Smarter minds will be more effective at building still smarter minds.”), and the doubling time of Moore’s Law will be cut progressively shorter and shorter, until we reach a singularity: a point in time beyond which we cannot see, a sort of phase-transition between human-level in-telligence and superintelligence, a point a�er which intelligence will only be limited by more fundamental physical constraints.

But anyway, such a friendly superintelligence, if it develops, may be what saves us from the grey goo and other such existential threats. This is why the Singularity Institute is working on the seed AI that they hope will be bootstrapped into the AI Singularity.

On another side of the movement, there are people who work on immortality. On the more conservative and realistic side, there are people like Aubrey de Grey, who are researching how aging works and how we can prevent it or reverse it. In the middle, there are people who do cryonics: freezing human bodies so that the patient may be revived and made healthy in a distant high-tech future (see www.alcor.org); and finally and most radically, another solution would be to upload one’s brain into a di-gital medium, i.e. copying the information from one’s brain into a machine, although this opens the possibility of a what some people call hell: having a functioning mind but no body, and raises philosophical questions regarding your identity.

To most people, these ideas sound downright crazy. But before dismissing the trans-humanist movement as just another Californian cult by Nietzschean techno-nerds who take science fiction too seriously, you should realize that the movement fosters open debates and has an abundance of highly educated skeptics, including renowned scientists such as Marvin Minsky, Ray Kurzweil and Eric Drexler.

Transcedo, the Dutch Transhumanist Association, plans to host monthly meetings to discuss and speculate about these far-thinking, but ultimately extremely important issues. So whether you are the kind of person who wishes to overcome your human limitations or you find these ideas interesting, you are welcome to come to a meeting. Just send an email to [email protected], and we will keep you informed.

Page 8: Cavia 10

8 cavia tien

Page 9: Cavia 10

cavia tien 9

� �

Page 10: Cavia 10

10 cavia tien

Page 11: Cavia 10

cavia tien 11

Make IT moveKoen Martens

Op 26 mei jl. werd in Enschede op het campusterrein van de Universiteit Twente het symposium ‘Make IT Move’ gehouden. Het symposium ging over vervoer en IT en omdat dit aansluit bij zowel mijn academische als professionele belangstelling besloot ik weer eens af te reizen naar het verre oosten. In dit artikel probeer ik een impressie te geven van deze interessante dag.

Het programma bestond uit een drietal plenaire sessies, en een groot aantal kortere lezingen verdeeld over drie tracks: middelen, logistiek en infrastructuur. Ik heb van alle tracks één lezing meegepikt. Wegens ruimtegebrek kunnen ze hier helaas niet allemaal besproken worden.

De keynote speech

R. Bishop uit de Verenigde Staten had de eer het symposium te openen. Bishop is een grote naam op het gebied van driver assistence, o�ewel systemen die de autobestuur-der helpen om veiliger en effectiever te kunnen rijden. Wat we te zien kregen was een scala aan systemen om autorijden te vereenvoudigen.

Zo is er inmiddels al een bruikbaar systeem dat de reactietijd bij het remmen kunst-matig verkort, door te anticiperen op de reactie van de automobilist op het verkeer. Als dit systeem, dat is uitgerust met een afstandsbepalende sensor (bijvoorbeeld radar), merkt dat het verkeer voor de auto ineens snelheid vermindert, wordt de rem alvast ingetrapt. Wanneer nu de bestuurder inderdaad op de rem trapt, zal het remsysteem al geactiveerd zijn en dus sneller kunnen remmen.

Een ander systeem dient ertoe om het rijden over lange stukken snelweg minder vermoeiend te maken. Een versneld afgespeelde opname van een Japanse vrouw die over de snelweg reed, liet zien dat er zelfs op een recht stuk snelweg continue minieme stuurbewegingen nodig zijn om de auto recht op de weg te houden. Dit schijnt zeer vermoeiend te zijn, en het lane-keeping systeem biedt hierbij uitkomst. Dit systeem houdt de lijnen van de huidige rijbaan in de gaten, en corrigeert automa-tisch als de auto teveel afwijkt. De demonstratiefilmpjes lieten zien dat dit zelfs goed gaat wanneer er een bocht in de snelweg is. Natuurlijk moet de automobilist wel op blijven le�en, want als de strepen verdwijnen werkt lane-keeping ook niet meer.

Als klap op de vuurpijl was er een demonstratiefilmpje van een experimenteel systeem dat geheel zelfstandig kan fileparkeren. Dit systeem maakt opnamen met een camera, en toont de situatie op een schermpje in het dashboard. De bestuurder kan dan de 4 hoekpunten aangeven van de plek waar hij de auto wil hebben, en vervolgens gaat de auto volautomatisch proberen om op dit plekje terecht te komen. Wonder boven wonder lukte dit nog ook!

Phileas

Vrijwel de meest interessante presentatie voor een AI’er werd gegeven door dhr. A. de Graaf van het bedrijf Frog. Dit bedrijf is groot in logistieke oplossingen en met name autonome transport systemen. Verschillende autofabrieken bijvoorbeeld zijn

Page 12: Cavia 10

12 cavia tien

voorzien van systemen ontwikkeld door Frog, die het transport van onderdelen en halffabrikaten volautomatisch plaats laten vinden d.m.v. rijdende robots en centrale aansturing.

Inmiddels gaan ze al een stap verder, door hetzelfde te doen in een ziekenhuis. Dit is een stuk moeilijker, omdat er dan ineens allerlei lastige mensen en obstakels in het spel komen. Toch werkt het systeem verbazend goed, zoals uit getoonde film-pjes bleek. Wel keken de menselijke bezoekers van het ziekenhuis vreemd op, als er ineens zo’n robot de li� in kwam rijden.

Beide systemen, in fabriek en ziekenhuis, werken in feite op dezelfde manier: een centrale computer communiceert draadloos met de rijdende robots. Gebruikers (of andere automatische processen) kunnen via een terminal of via een applicatie op het LAN een opdracht ingeven. Vervolgens wordt er een robot naar de dichtstbijzijnde terminal gestuurd, waar de te vervoeren goederen op de robot worden geladen. De robot rijdt vervolgens naar de bestemming, waar ook een dergelijke terminal staat. Hier worden de spullen uitgeladen om verder verwerkt te worden of opgeslagen te worden tot iemand ze op komt halen.

Recent, en dit is groot in het nieuws geweest, hee� Frog de Phileas ontwikkeld: een volledig autonome bus die in Eindhoven vanaf het centraal station naar het vliegveld rijdt, met een tweede lijn naar het zuiden van de stad, en dit alles zonder een eigen vrije baan. Deze bussen maken net zoals de people movers gebruik van magneten in de weg, maar beschikken daarnaast over een GPS ontvanger om hun positie te bepalen. Dit is maar goed ook, want mensen in het publiek hadden al bedacht dat het misschien mogelijk was de Phileas van het rechte pad af te laten wijken door zelf een alternatief magneetpad uit te ze�en.

De prestaties van het systeem zijn indrukwekkend: niet alleen kan de bus volle-dig autonoom over het testparcours heen denderen, een noodstop wordt feilloos uitgevoerd en zelfs het parkeren bij de halte gebeurt (dankzij het feit dat alle wielen meesturen) tot op twee centimeter nauwkeurig: de deuren van de bus komen precies op de vooraf bepaalde plek.

Saillant detail is overigens, en dit zal de open-source fans onder ons verblijdden, dat de Phileas (net zoals overigens de andere door Frog ontwikkelde systemen) draait op linux. Zij hebben hiervoor de standaard rtLinux kernel genomen, dit is een real-time versie van de linux kernel, en deze voldeed zonder aanpassingen aan de gestelde eisen. Voor degenen onder ons die minder bekend zijn met linux en/of real-time com-putersystemen: een real-time operating system (rtos) reageert gegarandeerd binnen een vooraf bepaalde tijd op I/O-signalen, en wordt vaak gebruikt bij het aansturen van fabrieksprocessen en productieapparatuur.

Discussie

De informatica een steeds belangrijkere rol in het vervoer in te gaan nemen, zowel op individuele schaal als op macroniveau. Dit werpt natuurlijk een aantal ethische vragen op. Is het wenselijk dat we het autorijden aan allerlei automatische systemen overlaten? En wie is er eigenlijk verantwoordelijk als het misgaat? De fabrikant van de systemen, of toch de bestuurder? Het antwoord hierop werd nog niet gegeven, natuurlijk zijn informatici ook geen juristen. Wel is het zo dat de automobielindustrie,

Page 13: Cavia 10

cavia tien 13

die uiteindelijk toch degenen zijn die de systemen moeten installeren, zich met dit soort vragen bezighoudt. De kans is natuurlijk aanwezig dat het mis gaat, maar voor deze fabrikanten is het een simpel rekensommetje: als de kans maar klein genoeg is willen ze best af en toe een fikse schadevergoeding uitbetalen.

Uiteraard speelt ook het privacyvraagstuk hier een rol: willen we wel overal en altijd geregistreerd worden? Nu is het zo dat de huidige meetsystemen de individuele data (moeten!) weggooien zodra de gewenste stromingsgegevens hieruit zijn berekend. Het is dus niet zo, en dit is door de wet geregeld, dat er gigantische bestanden wor-den samengesteld over welke auto op welk moment van waar naar waar reed. Dit gee� wel aan dat er technisch veel mogelijk is, wellicht meer dan gewenst. Het is aan de wetgever (en dus indirect aan de samenleving, in de utopische democratie) om te bepalen welke van deze mogelijkheden ook gewenst zijn.

Conclusie

Al met al een interessant symposium, vele interessante sprekers en een enthousiast (vooral aan de universiteit Twente studerend) publiek dat de discussie niet schuwde. Samen met een goed verzorgde lunch alle ingrediënten voor een aangenaam sym-posium. Zelfs de afwijkingen van het programma waren werkelijk tot een minimum beperkt. Het was een zeer inspirerende dag, ik heb er in ieder geval volop ideeën voor de toekomst opgedaan. Ik ben zeer benieuwd wat de mensen van Inter-Actief volgend jaar in deze reeks (vorig jaar was de titel ‘secure IT’) presenteren.

Page 14: Cavia 10

14 cavia tien

owii-

stud

ent OWII-student ontrafelt

mysterieMerel Willemsen

Stel, je studeert aan de UvA, en je hebt een klacht over de informatievoorzie-ning. Je vindt dat er absoluut iets aan ge-daan moet worden, en wilt dit probleem dan ook aankaarten binnen de organi-satie. Je gaat naarstig op zoek naar een contactpersoon, maar de informatievoor-ziening blijkt zo slecht dat je niets kunt vinden over een klachtenregeling die op jouw klacht van toepassing zou kunnen zijn. Je begint het gevoel te krijgen dat de hele organisatie je tegenwerkt en raakt zodanig gefrustreerd dat je besluit je woede bot te vieren op een medestudent in het café om de hoek. Na een paar tira-des en een paar biertjes is je ergste woede weggeëbd, en tegen de volgende ochtend kan het jou en je kater niet zoveel meer schelen hoe jullie van informatie worden voorzien en leg je je neer bij de gang van zaken.

Een zorgwekkend scenario. Gelukkig hoeven de studenten van het Onder-WijsInstituut Informatiewetenschappen (OWII) zich hier geen zorgen over te maken. Zij hebben namelijk de OWII-stu-dent. Deze student is de contactpersoon voor alle klachten, suggesties en opmer-kingen die ook maar enigszins met de UvA te maken hebben. Heb je problemen met het inschrijven? Krijg je RSI door al-leen al naar de practicumzalen te kijken? Loopt een vak niet lekker? Weet jij hoe dat zou kunnen verbeteren? Allemaal voorbeelden van dingen waarmee je bij de OWII-student terecht kunt.

Afgelopen jaar ben ik de OWII-student geweest. Een van de klachten die ik doorkreeg ging over de RSI-gevoeligheid van de inrichting van de practicumzalen van het Euclidesgebouw. Ik ben meteen op zoek gegaan naar de persoon die

hiervoor verantwoordelijk is, maar dit bleek een mysterie te zijn binnen de organisatie. Na een aantal keer te zijn doorverwezen (en terugverwezen) naar verschillende afdelingen van de UvA ben ik nu uiteindelijk toch bij de juiste persoon terechtgekomen. Daarmee zijn we er nog niet, want nu moet er eerst worden gekeken naar de (financiële) mogelijkheden om de practicumzalen te verbeteren. Maar het probleem is wel be-kend en bespreekbaar geworden binnen de organisatie, wat de oplossing ervan een stuk dichterbij brengt.

Dit jaar is Koen Abcouwer de OWII-stu-dent. Hij is bereikbaar via het e-mailadres [email protected]. Hij hee� ook iedere week een inloopspreekuur, waarvan hij de tijd en plaats begin dit jaar bekend zal maken. Ik zou jullie als OWII-student in ruste van harte willen aanraden om de mysteries die je tegen-komt op de UvA niet via het café, maar via de OWII-student op te lossen…

Een mooi jaar toegewenst!

Page 15: Cavia 10

cavia tien 15

fsrDe facultaire studen-tenraad

Dewi Harten

Een nieuw jaar, een nieuwe studenten-raad!

Ook dit jaar is er weer een nieuwe stu-dentenraad. Helemaal gevuld en vol goe-de moed kijken wij uit naar het komende jaar. Maar eerst: wat is een studentenraad eigenlijk?

De facultaire studentenraad (FSR) is dé officiële plek waar studenten op facul-teitsniveau inspraak hebben op zaken die studenten aangaan. We behartigen de be-langen van alle studenten die aan de UvA een bèta-opleiding volgen. We vergade-ren eens in de drie weken met de decaan en geven hem adviezen over zaken die voor studenten belangrijk zijn.

Een voorbeeld van een onderwerp dat wij elk jaar weer behandelen is de Onderwijs en ExamenRegeling (OER). Hierin staan alle regels vastgelegd voor jouw studie. Dus hoeveel punten moet je in je eerste jaar halen, hoeveel herkansingen heb je, enz. Het zal duidelijk zijn dat de mening van de studenten (en dus de FSR) en de

mening van het bestuur nogal eens ver-schilt over deze regels.

Dit jaar zi�en de volgende mensen in de studentenraad:

Niels Weiss (aardwetenschappen)Martijn Liem (kunstmatige intelligentie)Ivo Tamboer (informatica)Merel Willemsen (informatiekunde)Marieke Jesse (wiskunde)Martijn Tromp (scheikunde)Jasper Winkel (psycho-biologie)Romilda Boerleider (scheikunde)Ido Niesen (wis-, natuur- en sterrenkunde)Felix Wensveen (master oncology)Lydwin van Rooyen (natuurkunde)Kwin Woerdeman (informatiekunde)Wij willen graag weten wat jij van je op-leiding en de faculteit in z’n geheel vindt. Klachten en complimenten, we wil-len alles horen. Je kunt hiervoor langs-komen op één van onze vergaderingen of ons bellen (020-5255878) of mailen ([email protected]).

Voor meer informatie zie: www.science.uva.nl/studentenraad

Page 16: Cavia 10

16 cavia tien

Bier is niet alleen lekker om te drinken, je kunt er ook leuk mee koken. Als je dacht

dat het niet veel verder kwam dan een stoofpotje of bier bij het pannenkoe-kenbeslag heb je het mooi mis. Er zijn

ontze�end veel recepten met bier te vin-den: voorgerechten, soepen, hoofdge-rechten, toetjes en dranken. Zo kwamen we op het idee om een volledige maaltijd met bier te gaan maken.

We kozen de volgende recepten: cham-pignon-biersoep, spaghe�i met Amstel

1870 en bierpannenkoektaart. De recepten zijn allemaal vrij eenvoudig en staan hier-naast. De hoeveelheden zijn steeds voor twee personen.

Omdat er in de Spaghe�i met Amstel 1870 weinig vis zat, hebben we er vissticks bij gebakken. Dat was geen geweldige com-binatie... Misschien is het dus een beter idee om er gewoon meer ansjovis bij te gooien.

Voor het toetje is het erg belangrijk dat je de klopvast (slagroomversteviger) niet vergeet. Anders zit je voor je het weet met bierpannenkoekenlasagna in plaats van –taart! Het is daarom ook slim de slag-room met de klopvast eerst helemaal stijf te kloppen en daarna de jam er voorzich-tig doorheen te scheppen.

Verder vonden wij het pannenkoeken-beslag wat dik. Daardoor is het lastig er dunne pannenkoeken van te bakken. Je kan het beslag een beetje aanlengen met melk of bier. Of je bakt gewoon wat dikke-re pannenkoeken. Wij kwamen ondanks het dikke beslag toch nog tot zeven pan-nenkoeken!

Het eten was erg lekker. Bier gee� een aparte smaak aan de gerechten. Het is niet echt studenteneten, in de zin dat je het al-leen voor jezelf kookt, maar het is wel leuk om eens voor vrienden te maken. We waren ongeveer twaalf euro kwijt voor de hele maaltijd.

Champignon-biersoep 150 gr champignons 4 el olie 1 ui 1 el bloem 1 el tomatenpuree 5 dl water of groentenbouillon 2,5 dl Grolsch 1 laurierblaadje zout en peper peterselie

Maak de champignons schoon en snij ze in plakjes. Fruit ze in de hete olie, ongeveer 2 minuten.Maak de ui schoon en snij hem klein. Fruit ze met de champignons nog eens vijf mi-nuten. Roer dan de bloem goed door het mengsel. Voeg ook de tomatenpuree toe.

Blijf goed roeren als je langzaam de bouil-lon toevoegt en daarna het bier. Breng het dan aan de kook en roer tot een gebonden geheel is ontstaan.

Voeg nu het laurierblaadje en zout en pe-per toe (proeven!) en laat de soep dan 15 minuten rustig koken. Op het laatst kun je de peterselie toevoegen.

Page 17: Cavia 10

cavia tien 17

receptSpaghetti Amstel 400 gr spaghe�i 2 sjalo�en 3 teentjes knoflook 1 aubergine 6 tomaten 1 gele paprika 6 groene olijven (zonder pit!) 1 el kappertjes 2 ansjovisfilets 3 blaadjes basilicum 3 dl Amstel 1870 4 el olijfolie zout en peper parmezaanse kaas

Ontvel de tomaten als je dit wilt, en snij ze in stukjes. Ook de aubergine en de papri-ka kun je alvast in stukjes snijden. Verhit de olijfolie in je wok of braadpan en fruit de fijngehakte knoflook als eerste aan.Voeg de aubergine, parprika, stukjes olij-ven, kappertjes, basilicum en heel fijnge-hakte ansjovis toe. Meng alles goed door en laat het 5 minuten stoven op een laag vuurtje.

Breng het geheel op smaak met peper en zout. Giet dan het bier erbij, breng het aan de kook en laat de saus met de deksel erop zo’n 10 minuten zachtjes pru�elen.

Kook ondertussen de spaghe�i volgens de gebruiksaanwijzing. Giet deze af. Schep de spaghe�i door de saus en serveer het geheel direct met gemalen parmezaanse kaas.

Bierpannenkoektaart 175 gr bloem boter 1 ei 1 zk vanillesuiker 75 cl slagroom 1 el olie 12 el bosbessenjam zout en suiker 2 pk klopvast poedersuiker 1 flesje bier

Zeef de bloem (of niet, natuurlijk). Ver-meng dit met het ei, de vanillesuiker en wat zout en de olie. Voeg beetje bij beetje het bier toe om het beslag zonder klontjes te krijgen. Blijf goed roeren!Bak in een koekenpan 8 dunne pannen-koeken en laat ze koud worden.

Meng ondertussen de bosbessenjam met het grootste deel van de slagroom, klop-vast en een beetje suiker. De rest van de slagroom (15 cl) stij�loppen met een eet-lepel suiker.

Leg nu een pannenkoek op de taartschaal. Schep ongeveer een zevende deel van de bosbessenroom op de pannenkoek. Leg de volgende pannenkoek erop en herhaal.

Eindig met een pannenkoek en bestrooi deze met poedersuiker en garneer met toe�es slagroom en bosbessen.

Page 18: Cavia 10

18 cavia tien

Verhaaldwerg

De schuifdeuren schuiven vanzelf open. Vanzelf. Zonder dat er enige spierkracht aan te pas hoe� te komen. Dat is misschien maar goed ook, want het is vandaag niet echt een dag om je erg in te spannen. Het mag dan wel het begin van de herfst zijn, maar er staat toch een strak zonnetje.

Het winkelcentrum is gelukkig niet erg ver lopen, dat is misschien maar goed ook, want het gaat tegenwoordig niet zo snel meer allemaal. Wat voor dag was het vandaag ook alweer? Is het zaterdag? Dan zal het wel druk zijn bij de winkel, men-sen die nog vluchtig dingen uit de rek-ken in hun karretje schuiven omdat de weekendduivel achter ze aanzit. Dezelfde duivel die op dit soort dagen de pinauto-maten minder snel laat werken. Duivelse dingen zijn het.

De deuren bij de Albert Heijn gaan ook vanzelf open, alleen de kar moet je zelf du-wen. Ik pak een munt uit mijn portemon-nee en stop hem in het daarvoor bestemde gat. Met wat gemier krijg ik de kar los. Ap-pels, melk en een brood. We krijgen alleen ontbijt en warm avond eten, we moeten zelf voor de lunch zorgen. Daar heb je dan je hele leven hard voor gewerkt, om op za-terdag nog naar de winkel te moeten om

je brood te halen. Een paar maanden ge-leden kregen we tenminste nog normaal lunch, het was niet veel, maar we kregen in ieder geval wat. Het is weer allemaal in het kader van de bezuiniging.

Het meisje achter de kassa doet haar best om me niet aan te kijken en groet de knop-pen van de kassa met een zacht, “Goeie-middag”. Ik schuifel naar het einde van de lopende band en stop de artikelen in mijn boodschappentas. “Bonuskaart, ze-geltjes”, zucht ze. Ik zeg vriendelijk, “Nee dankuwel”. Ik weet niet zeker of het door-dringt, want de muur aan de andere kant van de winkel schijnt interessanter te zijn dan ik.

Buiten in een boom op het plein vechten twee merels om een vrouwtje. Ik blijf even staan om te kijken. De ene is duidelijker vitaler dan de andere en jaagt zijn rivaal de boom uit.

Ik denk er even over om op het bank-je voor de winkel te gaan zi�en, maar er moet vandaag nog vanalles gebeuren dus ik zet de reis naar huis maar weer in.

Een stukje verder op het voetpad komt een man aanlopen. Hij lijkt haast te hebben, hij zal wel een bus moeten halen ofzo. Als de man een paar meter van me af is groet ik hem, “Goedemorgen”. Hij lijkt me niet te horen omdat ineens iets naast het voetpad in het gras zijn aandacht trekt.

verh

aal

Page 19: Cavia 10

cavia tien 19

filmFear and Loathing in Las Vegas

Aziz Baibabaev

Zeg, ik ga weer eens naar een rerun in de bioscoop. Rustig neem ik plaats in een rode fauteuil die speciaal voor mij in het midden van een uitermate klein zaaltje is neergezet. Ik hoef niet om te kijken. Er is toch verder niemand. Anders zou ik ze in mijn nek voelen ademen. Met een goed gevoel en een ingetogen glimlach richt ik mijn ogen op het scherm. Privé-voorstel-ling.

Deze film gaat over drugs. En zelfs zon-der illegale danwel legale middelen tot je te nemen, beleef je de trip van je leven. Er is geen plot. Er is geen wijsheid. Het is een lange onverklaarbare nachtmer-rie, met alle ups en downs netjes over je boterham uitgesmeerd. Twee glanzende voorbeelden van de Acid-generation be-ginnen hun trip naar Las Vegas om een woestijn-motorfietsrace te verslaan. Ra-oul Duke, een schrijver voor een of ander blad, en zijn advocaat scheuren door de woestijn van Florida in een rode cabrio. Scheurend in alle mogelijke betekenissen van het woord, informeert Duke de kijker over wat hij wel niet allemaal aan drugs bij zich hee�. Hier begint de trip door de met drugs verzadigde Amerikaanse gees-ten van de jaren zeventig. Houd je vast.

De vreselijkste taferelen krijg je gebrand op je netvlies. Hoewel, met een goede do-sis slappe humor. Maar aan de andere kant ... humor? Niets is zeker. Niets is waar. De beelden zijn zo samengesteld dat je eigen geest het evenwicht verliest. Meesterlijk is het camerawerk te noemen, dat dan ook op zich al het hele gevoel van de film overbrengt. Een spel met kleuren, vervor-mingen, maar ook geluiden houdt je twee en een half uur stevig vast. En mocht de a�eer genadeloos toeslaan, vrees niet, de angst volgt.

Het gokkersstadje Las Vegas is een van de raarste plekken in de VS. Grote aan-tallen oplichters en criminelen gaan sa-men met een nog groter aantal autoritei-ten, en levenslange gevangenisstraffen voor drugsgebruik met hopen drugsge-bruikers. Stervende mannen trouwen met ach�ienjarige meisjes. Croupiers in casi-no’s zijn verkleed als clowns en clowns als gokkenden. Om vijf uur ‘s ochtends, als iedere keurige Amerikaan in zijn bedje zijn droompjes nastree�, bruist Las Vegas met misfits van alle tinten. Rijk, arm, jong, oud, stom, stommer. Met weinig woor-den past deze stad precies in de gestoor-de drugsscene waar de hoofdpersonen in verkeren.

Of deze film bij jou in de smaak zal val-len kan ik niet zeggen. Je houdt ervan of je houdt er niet van. Terwijl het ene meis-je, nonchalant een flesje spa blauw rond-zwaaiend, het vies en stom zal vinden, zal een ander het te gek vinden. Ze drinkt spa groen uit een anderhalve liter fles. Ah, grapje. Tot slot zeg ik maar dat je ten min-ste de kwaliteit van deze film niet kunt ontkennen. Johnny Depp en Benicio Del Toro zi�en strak in hun rollen gemummi-ficeerd. Deze film hee� zich in zijn zesja-rig bestaan dan ook wel bewezen tegen-over de critici. Of jij het iets vindt mag je binnenkort zeggen, als je tenminste in de kelder dur� af te dalen om onder het ge-not van een biertje of een spaatje groen even naar het scherm te staren.

Fear and Loathing in Las Vegasvan Terry Gilliam

Met Johnny Depp en Benicio del Toro

Page 20: Cavia 10