12
Cellen en weefsels

Cellen en weefsels

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Cellen en weefsels. Cytologie/ celleer “wetenschap die cellen bestudeert”. Kleinste, zelfstandige eenheid van een levend organisme (mens, dier en plant) dat nog alle belangrijke levensverrichtingen bezit. (groei, voortplanting, beweging, stofwisseling en prikkelbaarheid. - PowerPoint PPT Presentation

Citation preview

Page 1: Cellen  en weefsels

Cellen en weefsels

Page 2: Cellen  en weefsels

Cytologie/ celleer“wetenschap die cellen bestudeert”

• Kleinste, zelfstandige eenheid van een levend organisme (mens, dier en plant) dat nog alle belangrijke levensverrichtingen bezit. (groei, voortplanting, beweging, stofwisseling en prikkelbaarheid.

• Plantaardige cellen, dierlijke cellen en menselijke cellen

Page 3: Cellen  en weefsels

Bouw van de cel– Celmembraam

• Wand is semi-permeabel (halfdoorlaatbaar• Cel kan voedingsstoffen en zuurstof opnemen en

afvalstoffen afgeven• Menselijke cel bestaat uit eiwitten en vetten (lipiden)

– Cellichaam• Cellichaam bestaat uit cytoplasma. (water + daarin

opgeloste voedingsstoffen en zuurstof)• Cytoplasma veranderd van solvorm naar gelvorm (ouder

worden, hoe dikker hoe trager)• In cytoplasma bevindt zich centraallichaam. (belangrijk bij

celdeling)

Page 4: Cellen  en weefsels

Bouw van de cel

• Celkern – Kernplasma (samenstelling gelijk aan cytoplasma)– Regelt alle levensprocessen in de cel– Wand: kernmembraam– Binnen kernmembraam: kernplasma

(nucleoplasma)– Cytoplasma + kernplasma= protoplasma– In celkern: chromatine (opgebouwd uit

chromatinekorrels)

Page 5: Cellen  en weefsels

Functies/ levensverrichtingen van de cel

• Animale levensverrichtingen– Prikkelbaarheid en prikkelverwerking• Vermogen van de cel te reageren op mechanische en

chemische prikkels. Zoals warmte en kou, druk en licht.

– Beweging• Het lichaam en de lichaamsonderdelen veranderen van

vorm en plaats.

Page 6: Cellen  en weefsels

Functies/ levensverrichtingen van de cel

• Vegetatieve levensverrichtingen– Groei

• Toename grootte van cellen of toename aantal cellen• Levensduur en de groei is afhankelijk van het soort cel

– Stofwisseling• Opname van voedingsstoffen en zuurstof en de afgifte van

afvalstoffen.• De voedingsstoffen worden met behulp van zuurstof verbrand.

Daarbij komen warmte, energie en afvalstoffen vrij. Warmte zorgt voor lichaamstemp. 37 graden. De afvalstoffen verlaten de cel en worden in het bloed opgenomen.

– Voortplanting• Uit de samensmelting van een zaadcel en een eicel, de

bevruchting, onstaat een nieuw individu (onwillekeurig, heb je geen invloed op).

Page 7: Cellen  en weefsels

Celdeling

• Levensduur van een cel verschilt per celsoort. Hoe intensiever ze worden gebruikt, hoe korter de levensduur. (bv huidcel: 28 dagen, rode bloedcel 120 dagen)

• Aantal cellen kunnen zich n iet zelfstandig delen, bv rode bloedcellen (gevormd in beenmerg) en zenuwcellen

• Overige cellen vormen nieuwe cellen door celdeling. (directe en indirecte celdeling)

Page 8: Cellen  en weefsels

Directe en indirecte celdeling

• Directe celdeling: celkern en lichaam delen zich gelijktijdig. Vind plaats bij eencellige organismen, bv bacteriën.

• Indirecte celdeling:– De kern deelt zich als eerste d.m.v. verdubbeling

of reductie van chromosomen. – Daarna deling van het cellichaam– 2 methoden: mitose en meiose

Page 9: Cellen  en weefsels

Mitose

• Indirecte celdeling die voorkomt in lichaamcellen. Bv spiercellen, huidcellen.

• Er ontstaat een exacte kopie van de oorspronkelijke cel.

• Vb zie stencil

Page 10: Cellen  en weefsels

Meiose of reductiedeling

• Meiose= indirecte celdeling• Vind alleen plaats bij vorming geslachtscellen• Tijdens de rijping van de eicel in de

eierstokken en de zaadcel in de teelballen wordt het aantal chromosomen teruggebracht van 46 naar 23.

• Bevruchting: Vind plaats in de eileiders. Hierbij smelten de zaadcel en eicel samen.

Page 11: Cellen  en weefsels

Meiose of reductiedeling• Na de samensmelting

worden de chromosomen paarsgewijs gerangschikt. Uit de 46 chromosomen vormen zich 23 paren.– 22 paar bepalen

erfelijke chromosomen– 1 paar bepaalt de

sekse, geslacht kind.

Page 12: Cellen  en weefsels

Ontwikkeling van een bevruchte eicel

• Na bevruchting gaat de eicel zich delen. Er ontstaat een tros cellen, moerbeistadium.

• Na deze fase worden 3 kiembladen gevormd– Het endoderm, binnenste kiemblad, waaruit

onder andere bloedvaten en luchtwegen ontstaan.

– Het mesoderm, middelste kiemblad, waaruit onder andere bindweefsel en skelet ontaan.

– Het ectoderm, buitenste kiemblad, waaruit de opperhuid, nagels en zenuwstelsel gevormd wordt.