Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
gev16-0614mr/BES_Alg
Certificaten voor leven lang leren
Advies van SBB aan de minister van OCW over de inzet van de kwalificatiestructuur mbo voor
certificaten ten behoeve van volwassenenonderwijs
definitief, vastgesteld 13 mei 2016
advies Certificaten, definitief 20160513 2
gev16-0614mr/BES_Alg
Inhoudsopgave
1. Het belang van leven lang leren 3
1.1. Adviesvraag aan SBB ................................................................................................................ 3 1.2. Zorgvuldige aanpak .................................................................................................................. 4
2. Certificaten voor een leven lang leren: de belangrijkste kaders 6
2.1. Eén samenhangend, duurzaam stelsel ....................................................................................... 6 2.2. Een certificaat is gericht op inzetbaarheid van werkenden en werkzoekenden ............................... 6 2.3. Eenheden zijn uitvoerbaar voor onderwijsinstellingen en bedrijven ............................................... 7 2.4. Eenheden worden paritair, door onderwijs en bedrijfsleven samen, aangewezen ........................... 8
3. Advies over een eerste reeks keuzedelen 9
3.1. Certificaten vergroten de arbeidsmarktwaarde ............................................................................ 9 3.2. Eerste reeks keuzedelen ........................................................................................................... 9
advies Certificaten, definitief 20160513 3
gev16-0614mr/BES_Alg
1. Het belang van leven lang leren
1.1. Adviesvraag aan SBB
Meer dan ooit is behoefte aan voortdurende bij-, om- en opscholing. Dat is het standpunt van het kabinet,
dat er naar streeft om mensen in staat te stellen hun hele werkzame leven actief en productief te blijven.
Bij herhaling benadrukken de ministers van OCW en van EZ de urgentie om de onderwijsdeelname van
volwassenen te verhogen1. Om bij te dragen aan Nederland als lerende samenleving ontwikkelt het kabinet
met de SER een nationale skills-strategie, ondersteund door het skills strategy framework van de OESO. De
Onderwijsraad onderzoekt de aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt in het kader van
een leven lang leren. Op advies van de commissie-Rinnooy Kan bouwt het aan flexibiliteit in het hoger
onderwijs, onder meer via experimenten met vraagfinanciering.
Ook in het middelbaar beroepsonderwijs geeft de minister van OCW ruimte voor maatwerk. Onder haar
verantwoordelijkheid wordt de herziene kwalificatiestructuur ingevoerd, die mogelijkheden biedt om snel in
te spelen op ontwikkelingen op de (regionale) arbeidsmarkt. Met keuzedelen, en ook met cross-over
experimenten, kan het opleidingsaanbod flexibel worden ingericht. De minister heeft de Kamer2 laten weten
dat de sectorkamers van SBB een rol kunnen spelen door in kaart te brengen welke gevolgen arbeidsmarkt-
ontwikkelingen hebben voor de vaardigheden die nodig zijn om duurzaam inzetbaar te blijven.
Het beroepsonderwijs moet inderdaad snel kunnen inspelen op veranderingen op de arbeidsmarkt.
Bovendien is het voor volwassenen wenselijk dat zij een (mbo-)opleiding in fasen kunnen volgen of
gedurende hun loopbaan elementen aan hun diploma kunnen toevoegen. De meerwaarde van dergelijke
eenheden wordt groter als er een door de overheid erkend certificaat aan is verbonden.
De minister heeft SBB per brief op 19 november 2015 (bijlage) twee verzoeken gedaan:
1. Advies over een eerste reeks van keuzedelen waaraan een certificaat verbonden kan worden voor
studiejaar 2016-2017.
2. Advies over het proces voor het verbinden van certificaten aan beroepsgerichte onderdelen van
kwalificaties.
Op basis van het eerste advies wil de minister vóór de start van het nieuwe schooljaar met een ministeriële
regeling een eerste reeks keuzedelen vaststellen waarvoor onderwijsinstellingen vanaf 2016-2017
certificaten kunnen afgeven, zodat mbo-instellingen daarvan met de start van de invoering van de herziene
kwalificatiestructuur gebruik kunnen maken. Een onderwijstraject gericht op het behalen van een of meer
certificaten komt niet in aanmerking voor publieke bekostiging.
In haar adviesvraag verzoekt ze een aantal keuzedelen buiten beschouwing te laten:
Keuzedelen gericht op generieke onderdelen Nederlandse taal, rekenen, Engels en Loopbaan en
Burgerschap, zoal beschreven in de bijlagen bij het Examen-en kwalificatiebesluit
Beroepsopleidingen WEB;
Remediërende keuzedelen en doorstroomkeuzedelen mbo-hbo;
Keuzedelen die een grote overlap kennen met een beroepsgericht onderdeel van een (andere)
kwalificatie.
1 Kamerbrief Leven lang leren (31 oktober 2014), Kamerbrief Voortgangsrapportage Leven lang leren 2015 (26 oktober 2015) 2 Kamerbrief 'Een responsief mbo voor hoogwaardig vakmanschap' (14 september 2015)
advies Certificaten, definitief 20160513 4
gev16-0614mr/BES_Alg
Het tweede advies wil de minister benutten bij het bepalen van vervolgstappen. Ze verzoekt SBB de
ervaringen in de pilotprojecten ECVET te benutten om te komen tot een nadere uitwerking van criteria, en
ze wenst ook advies over de inrichting van het proces. Ze vraagt om een onderzoek op basis van ten
minste tien kwalificaties. Naast het criterium van zelfstandige betekenis op de arbeidsmarkt gaat het om
criteria als omvang en aggregatieniveau. Ook moet de geselecteerde set van beroepsgerichte kwalificatie-
eisen herkenbaar zijn voor een breed scala aan werkgevers en werksituaties en uitvoerbaar voor de
onderwijsinstellingen.
Parallel aan deze adviesvragen heeft de minister aan onderzoeksbureau ResearchNed de opdracht gegeven
voor een impact analyse (ex ante beleidsevaluatie) naar de introductie van certificaten. De bedoelde, maar
ook de onbedoelde effecten van de mogelijkheid om mbo-certificaten uit te kunnen reiken moeten helder
worden, en de minister wil weten of aanvullende maatregelen nodig zijn.
1.2. Zorgvuldige aanpak
SBB heeft de adviesvraag van de minister positief ontvangen. Het wenkend perspectief is een toekomst
waarin mensen niet in één levensfase en op één opleidingsniveau leren, maar waarin een leercultuur is
ontstaan waarin mensen blijven investeren in zichzelf. Zo vormen ze een portfolio met leerervaringen op
verschillende niveaus en verschillende momenten, passend bij veranderingen op de arbeidsmarkt en
persoonlijke veranderingen.
Die toekomst is zeker geen wensdroom, maar harde noodzaak als gevolg van de economische en
maatschappelijke ontwikkelingen. Er zijn sectoren waarin het arbeidsmarktperspectief met name voor mbo-
gediplomeerden verslechtert en er zijn ook sectoren waarin vakinhoudelijke of technologische
ontwikkelingen vragen om andere kennis en vaardigheden van beroepsbeoefenaren en daarmee om
efficiënte vormen van (bij-)scholing.
De aard en inhoud van de kwalificatiestructuur is zodanig, dat deze zich in essentie goed leent voor een
brede toepassing. SBB wil daarom graag over het traject van certificaten adviseren en ziet mogelijkheden
om op korte termijn een eerste en tweede reeks keuzedelen aan te wijzen. Wel vindt SBB het essentieel dat
aandacht is voor een goede fasering en kwaliteit. De vroegere mbo-situatie met deelkwalificaties had
namelijk naast voordelen ook risico's in zich, en recente ervaringen in het Verenigd Koninkrijk hebben
geleerd dat invoering van een puntensysteem voor post-initieel onderwijs tijd kost. Op uitvoerend niveau
speelt in Nederland mee dat de invoering van de herziene kwalificatiestructuur, met keuzedelen als nieuw
element in elke beroepsopleiding, al veel aandacht vergt van scholen en leerbedrijven. Wetende dat
behaalde certificaten opgenomen zullen worden in het diplomaregister kan het advies van SBB niet
losgezien worden van uitvoeringsvragen over onderwijs en examinering.
Om de vragen van de minister te beantwoorden met adviezen die door onderwijs en bedrijfsleven gedragen
worden, heeft SBB de volgende drietrapsraket gevolgd.
1. Gebaseerd op de uitgangspunten die onderwijs en bedrijfsleven beide van belang vinden start SBB
met het onderhavige advies over een eerste set keuzedelen waar de minister een certificaat aan
kan verbinden.
2. Het aantal beschikbare keuzedelen neemt in deze periode snel toe. In veel sectoren is het de
verwachting dat ook bij de keuzedelen die per 1 juli voor vaststelling worden aangeboden aan de
minister er een aantal keuzedelen geschikt zijn om een certificaat aan te verbinden.
3. Daarnaast doet SBB onderzoek naar de mogelijkheid om elementen van kwalificaties te
onderscheiden die in aanmerking komen voor een certificaat. In overleg met onderwijs en
advies Certificaten, definitief 20160513 5
gev16-0614mr/BES_Alg
bedrijfsleven onderzocht wordt hoe we kunnen komen tot een systeem voor het verbinden van
certificaten aan beroepsgerichte eenheden binnen kwalificaties. De meeste aandacht vraagt de
analyse van de gewenste of vereiste omvang van (kleine) eenheden binnen kwalificaties.
Ervaringen die er in enkele sectoren al zijn vormen daarbij het startpunt.
advies Certificaten, definitief 20160513 6
gev16-0614mr/BES_Alg
2. Certificaten voor een leven lang leren: de belangrijkste kaders
Het advies van SBB op welke manier eenheden in de kwalificatiestructuur benut kunnen worden voor bij-
en nascholing is gebaseerd op een aantal uitgangspunten. In dit hoofdstuk zetten we deze op een rij.
2.1. Eén samenhangend, duurzaam stelsel
Uit de actualiteit wordt duidelijk: de toekomst van een leven lang leren is 'nu'. De kracht van de
kwalificatiestructuur is dat hij ingezet kan worden voor diverse doelgroepen, onafhankelijk van het
opleidingstraject waarlangs zij zich kwalificeren. De herziene kwalificaties zijn echter vooral ontwikkeld voor
diplomagerichte trajecten voor jongeren, als start op de arbeidsmarkt, voor een vervolgstudie en als burger
in de maatschappij. Het belang voor volwassenen in het kader van leven lang leren en arbeidsmobiliteit is
er óók, maar is in de kwalificatiestructuur niet de primaire invalshoek.
Het is belangrijk dat we geen nieuw, afzonderlijk stelsel opzetten voor elke doelgroep die opgeleid wordt
voor (eenheden van) mbo-diplomaniveaus. Daarvoor moeten we samen goed nadenken over de
verschillende doelen die we met certificaten willen bereiken. We moeten voortbouwen op de structuur die
er nu, na twee jaar herziening, staat en die voor de komende jaren stabiel blijft. Het belangrijkste is om
samen een weg te zoeken waarmee informeel en formeel leren aan elkaar verbonden kunnen worden,
zodat een samenhangend stelsel ontstaat.
De verworvenheden van de herziening kunnen we daarvoor benutten. Het aantal kwalificatiedossiers is met
een kwart afgenomen door goed te kijken naar samenhang in beroepshandelingen. Er ligt een flexibel
stelsel, waarmee scholen en bedrijven snel kunnen inspelen op arbeidsmarktontwikkelingen en regionale
behoeften.
De bouwstenen van waaruit de kwalificatiestructuur mbo is opgebouwd, lenen zich om ook benut te
worden voor maatwerk-eenheden. Ook nu al worden deze bouwstenen in het mbo gebruikt voor
maatwerktrajecten. Onderwijsinstellingen en bedrijven doen er in toenemende mate positieve ervaringen
mee op. De indeling van mbo kwalificaties is immers gebaseerd op de beroepsuitoefening, verwoord in zo'n
700 kerntaken: kenmerkende, waarneembare beroepshandelingen met begin, eind en resultaat, met
daarbinnen werkprocessen.
2.2. Een certificaat is gericht op inzetbaarheid van werkenden en werkzoekenden
De aanleiding voor de minister om SBB advies te vragen is dat zij het mogelijk wil maken dat volwassenen
in het niet-bekostigd onderwijs delen van mbo-opleidingen kunnen volgen die afgesloten worden met een
certificaat. Er zijn voor volwassenen extra redenen om modulaire vormen van onderwijs mogelijk te maken.
Om te beginnen zijn ze meer dan jongeren gebonden aan een baan, een huis en een gezin.
Modulaire opleidingen kunnen waardevol zijn wanneer werkenden zich willen doorgroeien in een vakgebied
waardoor zij een stap kunnen zetten naar een volgend niveau. Dat kan ook sectoronafhankelijk zijn, zoals
op het gebied van leidinggeven of ondernemerschap.
Flexibele vormen van onderwijs kunnen ook benut worden bij nascholing, zodat je als werknemer bijblijft
op de nieuwste ontwikkelingen in je beroep, of zodat je na een onderbreking van je carrière weer op de
hoogte bent. Dat kunnen keuzedelen zijn die gericht zijn op de laatste ontwikkelingen in een vakgebied die
nog niet in een kwalificatie zijn opgenomen, of gericht op metavaardigheden zoals creatief denken.
advies Certificaten, definitief 20160513 7
gev16-0614mr/BES_Alg
Voor kwetsbare groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt kunnen certificaten een grote steun in de
rug zijn, zeker wanneer het eerder niet gelukt is om een diploma te halen. Dat kunnen ouderen, maar ook
jongeren zijn, voor wie het halen van een startkwalificatie een onoverkomelijke drempel oplevert. Maar
versneld opleiden kan ook aan de orde zijn als omscholing noodzakelijk is, omdat het perspectief op een
baan verslechtert. In zo'n geval is de validering belangrijk van wat je als werkende al beheerst, aangevuld
met een flexibel opleidingstraject richting kansrijke beroepen in een aanpalende óf een heel andere sector.
Belangrijk uitgangspunt bij de benutting van de kwalificatiestructuur voor volwassenen vindt SBB daarom
dat een certificaat volwassenen beter toerust op veranderende beroepsvereisten of hen breder inzetbaar
maakt. Dit is de operationalisering van de vereiste dat elk certificaat een zelfstandige betekenis op de
arbeidsmarkt moet hebben. Volwassen werkenden en werkzoekenden moeten daadwerkelijk ervaren dat
zich ontplooien, ook op latere leeftijd en (lang) nadat een diploma is behaald, loont. Certificaten zijn (nog)
niet bedoeld voor het initiële beroepsonderwijs, al sluit SBB allerminst uit dat er een groep kwetsbare
jongeren is voor wie modulair onderwijs buitengewoon waardevol kan zijn.
Een certificaat moet niet alleen in individuele situaties toegevoegde waarde hebben, maar de inzetbaarheid
van groepen werkzoekenden ondersteunen. Denk aan de recente ontwikkelingen in de retail, waarbij grote
groepen werknemers van winkelketens van werk naar werk geholpen moeten worden.
Op dit moment zijn in de kwalificatiestructuur al enkele certificaten opgenomen op grond van de Regeling
certificaten groen beroepsonderwijs. Deze certificaten gelden als bewijs dat voldaan is aan
beroepsvereisten in de groene sector.
2.3. Eenheden zijn uitvoerbaar voor onderwijsinstellingen en bedrijven
De vroegere, op eindtermen gebaseerde deelkwalificaties boden goede mogelijkheden voor certificering.
Aan dat stelsel bleken echter ook risico's te kleven, onder meer op het gebied van de onderwijsuitvoering
en examinering. De eenheden werden als té sturend ervaren voor inrichting van het onderwijs. Die risico's
moeten in het nieuwe stelsel voorkomen worden. Bij het aanwijzen van eenheden voor certificering is
daarom de uitvoerbaarheid voor onderwijsinstellingen en voor de betrokken bedrijven een ander belangrijk
criterium.
Uitvoerbaarheid heeft betrekking op de organisatie van het onderwijs, maar ook op examinering. Er moet
gegarandeerd kunnen worden dat een certificaat op grond van dezelfde inhoudelijke en proces-vereisten
wordt afgegeven als een diploma voor de gehele kwalificatie of een keuzedeel, maar regelgeving is er nog
niet. De betrokkenheid van het bedrijfsleven is in dit verband extra van belang, omdat certificering veelal
de inzetbaarheid van ervaren beroepskrachten zal bepalen.
De uitvoerbaarheid heeft voorts betrekking op het voorkomen van ongewenste effecten, wat bij invoering
van de certificaten veel aandacht vraagt. Het bekostigde onderwijs blijft gericht op volledige diplomering.
Het is (nog) niet de bedoeling dat een kwalificatie wordt opgedeeld, waarmee deelnemers aan het initiële
onderwijs certificaten verzamelen en deze aan het eind kunnen inruilen voor een volledig diploma. Het zou
een verschraling zijn als jongeren voortijdig het beroepsonderwijs verlaten omdat ze certificaten op zak
hebben. Dit zijn vraagstukken die in de impact analyse onderzocht worden, en die buiten de scope vallen
van de adviesvraag aan SBB.
advies Certificaten, definitief 20160513 8
gev16-0614mr/BES_Alg
2.4. Eenheden worden paritair, door onderwijs en bedrijfsleven samen, aangewezen
De twee vorige uitgangspunten als startpunt nemend is het relevant dat eenheden nooit eenzijdig door het
bedrijfsleven of door het onderwijs worden aangewezen. Eenheden worden voorgesteld door of gevalideerd
door sectorkamers van SBB, waarin zowel onderwijs (bekostigd als particulier) als bedrijfsleven (werkgevers
en werknemers) zijn vertegenwoordigd.
De minister wil het mogelijk maken dat onderwijsinstellingen vanaf het schooljaar 2016-2017 certificaten
kunnen uitreiken voor keuzedelen. Het moet scholen uiteraard vrij staan of zij ervoor kiezen om hun
opleidingsaanbod naar deze eenheden in te richten. Advisering van SBB over het aanwijzen van eenheden
voor certificaten hoeft niet te leiden tot brede invoering. Zowel in de uitvoering van onderwijs en
examinering als aan systeemkant van de overheid (DUO) en van de onderwijsinstellingen moet alles gereed
zijn.
Voor de uitvoering is het belangrijk om aan te sluiten bij goede ervaringen die scholen en het bedrijfsleven
hebben. Alles start bij een concrete scholingsbehoefte bij branches. Goede ervaringen zullen de ambities
voor nieuwe certificaten aanwakkeren.
advies Certificaten, definitief 20160513 9
gev16-0614mr/BES_Alg
3. Advies over een eerste reeks keuzedelen
Voor een eerste reeks keuzedelen waar een certificaat aan verbonden kan worden heeft SBB onderwijs en
bedrijfsleven in de sectorkamers geraadpleegd. Zij hebben afgewogen wat de meerwaarde op de
arbeidsmarkt kan zijn als aan een keuzedeel een certificaat verbonden kan worden.
3.1. Certificaten vergroten de arbeidsmarktwaarde
Keuzedelen zijn als eenheid binnen de kwalificatiestructuur nieuw. Dat betekent dat in deze fase zijn nog
niet alle keuzedelen gereed zijn en hun waarde kunnen bewijzen. Dat is wel het geval bij de keuzedelen die
SBB in deze eerste reeks aanbiedt. Onderwijs en bedrijfsleven in sectorkamers zien dat zij een toegevoegde
waarde hebben op de arbeidsmarkt. In hun beraadslagingen stond voorop dat het certificaat wordt
verbonden aan een set concrete, samenhangende beroepshandelingen en kennis en vaardigheden, die door
het bedrijfsleven in een sector zijn erkend als zinvolle, logische eenheid.
Een groot aantal van de keuzedelen in dit advies hebben een innovatief karakter en zijn gericht op actuele
ontwikkelingen in de beroepsuitoefening.
Een ander deel van de keuzedelen is verwant aan vroegere kwalificaties of aan certificeerbare eenheden
zoals in het verleden binnen kwalificatiedossiers waren benoemd.
Ten derde bevat het advies keuzedelen voor sectoronafhankelijke kennis en vaardigheden, waarmee
werkenden of werkzoekenden hun positie op de arbeidsmarkt kunnen versterken, zowel voor kaderfuncties
als voor middenberoepen. Met name voor de onderkant van de arbeidsmarkt kan een keuzedeel helpen om
een stap te zetten naar een hoger kwalificatieniveau.
Ten vierde bevat het advies keuzedelen die gericht zijn op het behalen van een certificaat als bewijs dat is
voldaan aan specifieke beroepsvereisten in de groene sector.
3.2. Eerste reeks keuzedelen
Op grond hiervan adviseert SBB de minister om aan de volgende 30 keuzedelen een certificaat te verbinden:
1. Ondernemerschap mbo (K0165)
Ondernemerschap mbo draagt bij aan de inzetbaarheid van werkenden en werkzoekenden. Dit keuzedeel is
gebaseerd op de eerdere CE Ondernemerschap, daarna Certificaat Ondernemerschap mbo, die is
ontwikkeld op basis van ondernemerschapselementen uit alle ondernemerskwalificaties van alle sectoren en
in afstemming met alle kenniscentra. Als keuzedeel wordt het aangeboden naast de reguliere kwalificatie,
en ook in het schooljaar 2016-2017 heeft een ruim aantal scholen hebben deze al geprogrammeerd.
2. Leidinggeven (K0298)
Het keuzedeel Leidinggeven beschrijft de aspecten van het direct leidinggeven aan medewerkers, zoals het
plannen en verdelen van werkzaamheden, het aansturen van medewerkers in projecten, het begeleiden
van medewerkers bij werkzaamheden en het communiceren met medewerkers. Als keuzedeel wordt het
aangeboden naast de reguliere kwalificatie, en is bij uitstek geschikt voor bbl'ers. Daarmee lijkt het ook
voor onderwijs en bedrijfsleven uitvoerbaar voor werkenden.
3. Supermarkt (geschikt voor niveau 2) (K0243)
advies Certificaten, definitief 20160513 10
gev16-0614mr/BES_Alg
4. Supermarkt (geschikt voor niveau 3 en 4) (K0244)
De keuzedelen Supermarkt (geschikt voor niveau 2) en Supermarkt (geschikt voor niveau 3 en 4) omvatten
de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar in de supermarkt. Hiervoor gelden veelal
standaardwerkwijzen. Om in te spelen op de vragen en behoeften van klanten voert hij werkzaamheden
naar eigen inzicht uit. Voor de werkzaamheden heeft de beroepsbeoefenaar basiskennis en vaardigheden
van de artikelen uit het levensmiddelenassortiment nodig. Ook heeft hij basiskennis nodig van
(supermarkt)procedures en wettelijke regels op het gebied van levensmiddelen, (persoonlijke) hygiëne,
HACCP, Arbo, veiligheid en milieu. Vanuit de arbeidsmarkt wordt een duidelijke meerwaarde gezien voor
het verbinden van certificaten een deze keuzedelen. Een derde van de werkgelegenheid in de retail is in de
supermarkten. Deze keuzedelen staan daarom vaak geprogrammeerd voor 2016-2017 en vormen het
vervolg op eerdere convenanten als gevolg van hechte samenwerking bedrijfsleven - beroepsonderwijs
binnen deze sector.
5. Art&Design (K0354)
6. Car- en interiorwrapping (K0266)
7. Digitaal produceren 3D object (K0355)
8. Digitale vaardigheden basis (K0022)
9. Digitale vaardigheden gevorderd (K0023)
10. DJ-ing (K0302)
11. Inleiding geo-informatie (K0356)
12. Interieurvormgeving (K0054)
13. Kleuradvies (K0218)
14. Lichtplan voor woon/werkruimte (K0357)
15. Live beeld (K038)
16. Livetechniek (K0359)
17. Oriëntatie op digitaal forensisch onderzoek (K0360)
18. Oriëntatie op interieurbouw (K0079)
19. Productvormgeving (K0296)
20. Security in systemen en netwerken 1 (K0400)
21. Security in systemen en netwerken 2 (K0444)
22. Specialisatie media- en entertainmentsector (K0402)
23. Verdieping colormanagement (K0113)
24. Verdieping Mediaproductie (K0361)
25. Verdieping Visual Merchandising (K0117)
In de ICT en creatieve industrie spelen innovaties en technologische ontwikkelingen een grote rol. De
noodzaak om voortdurend nieuwe kennis en vaardigheden op te doen geldt zeer sterk voor deze sector.
Bovenstaande keuzedelen spelen in op deze trends en ontwikkelingen en bieden de mogelijke actuele
kennis en vaardigheden te verwerven. Hiermee ervaring opdoen versterkt de positie van zowel
aankomende als ervaren beroepsbeoefenaren en werkzoekenden op de arbeidsmarkt. De keuzedelen
omvatten een samenhangende, afgebakende set handelingen, vakkennis & vaardigheden en kunnen
daarmee als een “afzonderlijke module” worden aangeboden.
advies Certificaten, definitief 20160513 11
gev16-0614mr/BES_Alg
26. Houder van herpeten (K0479)
27. Houder van honden en katten (K0470)
28. Houder van overige zoogdieren (K0471)
29. Houder van vissen (K0472)
30. Houder van vogels (K0473)
De genoemde keuzedelen komen voort uit het besluit Houders van dieren, uit wetgeving onder
verantwoording van het ministerie van Economische Zaken. De daarin opgenomen beroepsvereisten
vormen een onderdeel van het kwalificatiedossier Dierverzorging. Deze zijn integraal opgenomen in de
niveau-4 kwalificatie Bedrijfsleider dierverzorging. Voor de Vakbekwaam medewerker Dierverzorging-3
(25450) zijn de wettelijke beroepsvereisten geborgd via deze keuzedelen.
advies Certificaten, definitief 20160513 12
gev16-0614mr/BES_Alg
advies Certificaten, definitief 20160513 13
gev16-0614mr/BES_Alg
advies Certificaten, definitief 20160513 14
gev16-0614mr/BES_Alg