Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

  • Upload
    yanma1

  • View
    214

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    1/44

     

    Certificatie-eisen

    Vuurwerkdeskundige

    §  Eisen te stellen aan de certificaathouder

    §  Hercertificatie-eisen

    §  Eisen te stellen aan opleidings- en exameninstituten

    §  Overgangsregeling

    Certificatie-eisen

    Datum: 13 februari 2002

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    2/44

     

    2

    Certificatie-eisen

    Datum: 13 februari 2002

    Certificatie-eisen

    Vuurwerkdeskundige

    §  Eisen te stellen aan de certificaathouder

    §  Hercertificatie-eisen

    §  Eisen te stellen aan opleidings- en exameninstituten

    § 

    Overgangsregeling

    ©2002 Copyright, Kiwa.

    Niets uit deze uitgave mag

    verveelvoudigd en/of openbaar

    gemaakt worden door middel van

    druk, fotokopie, microfilm of op

    welke andere wijze dan ook, zonder

    voorafgaande schriftelijke

    toestemming van de uitgever.

    Bindend verklaring:

    De eisen zijn vastgesteld door het

    CvD Vuurwerkdeskundige per 14

    februari 2002.

    Deze certificatie-eisen zijn door de

    directeur Kiwa Certificatie en

    Keuringen bindend verklaard per 15februari 2002

    Kiwa N.V

    Certificatie en Keuringen

    Sir Winston Churchill-laan 273

    Postbus 70

    2280 AB Rijswijk

    Telefoon 070 – 41 444 00

    Telefax 070 – 41 445 80

    Internet www.kiwa.nl 

    http://www.kiwa.nl/http://www.kiwa.nl/

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    3/44

     

    3

    Voorwoord

    Deze certificatie-eisen zijn opgesteld door het College van Deskundigen Vuurwerkdeskundige waarinbelanghebbende partijen op het gebied van werken met professioneel vuurwerk zijnvertegenwoordigd.

    Bij de vaststelling van deze eisen waren de belanghebbenden partijen in het CvDvuurwerkdeskundige vertegenwoordigd door:-VEN-PVPT-Individuele (potentiele) certificaathouders voor groot vuurwerk en pyrotechnische speciale effecten-VPT-Event platform

    Dit certificatieschema dient te worden gehanteerd in samenhang met specifieke certificatie-reglement(en) van de betrokken Certificerende Instelling (CI).

    Meer informatie is mogelijk via www.vuurwerkbedrijven.nl of via www.kiwa.nl/vuurwerkbedrijven 

    http://www.vuurwerkbedrijven.nl/http://www.kiwa.nl/vuurwerkbedrijvenhttp://www.kiwa.nl/vuurwerkbedrijvenhttp://www.vuurwerkbedrijven.nl/

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    4/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    5/44

     

    5

    1 Inleiding

    1.1 Onderwerp

    De in dit document opgenomen eisen worden bij de behandeling van een aanvraag, c.q. deinstandhouding van een persoonscertificaat voor vuurwerkdeskundige gehanteerd.

    Naast de eisen m.b.t. het certificaat voor vuurwerkdeskundige, zijn tevens de eisen opgenomen welkebetrekking hebben op opleidings- en exameninstituten voor deze regeling voor persoonscertificatie.

    1.2 Toepassingsgebied

    Het certificatieschema heeft betrekking op de vakbekwaamheid van personen behorende bij het totontbranding brengen, ten behoeve daarvan ter plaatse opbouwen, installeren, monteren, assemblerenen na ontbranding verwijderen, alsmede het bewerken, verwerken, verpakken, herverpakken,voormonteren, monteren en assembleren in een inrichting als bedoeld in artikel 3.2.1 Vuurwerkbesluit

    Met het certificaat van vakbekwaamheid “professioneel vuurwerk” wordt voldaan aan hetArbobesluit artikel 4.8a indien het certificaat is afgegeven door een door de Minister van SocialeZaken en Werkgelegenheid aangewezen instelling.Het certificaat omvat de algemene vakbekwaamheidseisen. Daarnaast, is in overeenstemming met hetArbobesluit en de bijbehorende Arboregeling onderscheid gemaakt in soorten arbeid-groot vuurwerk (het ter plaatse tot ontbranding brengen, opbouwen, installeren, monteren,

    assembleren en na ontbranding verwijderen, het bewerken in een inrichting als bedoeld in artikel3.2.1 van het Vuurwerkbesluit)

    -pyrotechnische speciale effecten (het ter plaatse tot ontbranding brengen, opbouwen, installeren,monteren, assembleren en na ontbranding verwijderen van pyrotechnische speciale effecten, hetbewerken in een inrichting als bedoeld in artikel 3.2.1 van het Vuurwerkbesluit)

    - verwerken, verpakken en herverpakken van professioneel vuurwerk (beperkt toepassingsgebied:het tot ontbranding brengen, opbouwen, installeren, monteren, assembleren, na ontbrandingverwijderen en bewerken, (voor-)monteren en assembleren in een inrichting is uitgesloten)

    Het toepassingsgebied (of gebieden) wordt op het certificaat weergegeven. Deze toepassingsgebiedensluiten aan bij de risico’s en risicobeheersing van het pyrotechnische speciale effecten c.q. grootvuurwerk. Iemand die het certificaat groot vuurwerk of pyrotechnische speciale effecten heeft wordtgeacht aan de eisen voor het deelgebied verwerken, verpakken en herverpakken van professioneelvuurwerk te voldoen.

    1.3 Definities

    Professioneel vuurwerk: vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.Consumentenvuurwerk: vuurwerk dat bestemd is voor particulier gebruik. Consumentenvuurwerkwordt (beschouwd als) professioneel vuurwerk als consumentenvuurwerk wordt bestemd voorgebruik tijdens een evenement of voorstelling (met uitzondering van het tot ontbranding brengentussen 31 december 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur en met uitzondering van het tot ontbrandingbrengen van fop- en schertsvuurwerk gedurende het gehele jaar) en/of als consumentenvuurwerkwordt bewerkt ten behoeve van een evenement of voorstelling.

    Er zijn twee categorieën professioneel vuurwerk te onderscheiden, te weten:

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    6/44

     

    6

    Pyrotechnische Speciale Effecten: professioneel vuurwerk dat bestemd is voor gebruik tijdens eenevenement of voorstelling met geringe publieksafstanden en waarvan door de fabrikant of importeuris aangegeven dat het voor dit gebruik geschikt is.

    Groot vuurwerk: professioneel vuurwerk dat bestemd is voor gebruik buiten (open lucht) tijdens eenevenement of voorstelling.Consumentenvuurwerk dat wordt bestemd voor gebruik tijdens een evenement of voorstelling of datwordt bewerkt ten behoeve van een evenement of voorstelling wordt aangemerkt als groot vuurwerk.

    Het werkplan, bedoeld in artikel 4.8a eerste lid van het Arbobesluit: een document waarin beschrevende werkzaamheden in algemene zin, de specifieke werkzaamheden op het gebied van groot

    vuurwerk en/of pyrotechnische speciale effecten, de risico’s verbonden aan de werkzaamheden, eenbeschrijving van te nemen c.q. genomen maatregelen en ondertekend door de persoon die hetcertificaat van vakbekwaamheid professioneel vuurwerk bezit.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    7/44

     

    7

    2 Eisen te stellen aan de certificaathouder

    2.1 Certificatie-eisen

    In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan de vuurwerkdeskundige moet voldoen.

    De certificatie-eisen voor vuurwerkdeskundige bestaan uit vier delen te weten:-voldoen aan beroepsopleiding, gericht op de eindtermen zoals bedoeld in de bijlage A-op de hoogte zijn van de laatste stand der techniek-voldoen aan de werkzaamheidseis-zich houden aan de gedragscode

     Ad 1. voldoen aan beroepsopleiding

    De vuurwerkdeskundige moet beschikken over een voor het toepassingsgebied relevant getuigschriftc.q. diploma dat afgegeven is door een door de certificerende instelling beoordeelde opleidings- enexameninstelling zoals beschreven in hoofdstuk 3.

     Ad2. laatste stand der techniek

    Het volgen van de laatste stand der techniek houdt in het volgen van activiteiten van minimaal 1studiedag per jaar. Indien de beroepsopleiding minder een 1 jaar geleden is afgerond wordt dit alsvoldoende geacht bij het voldoen aan de laatste stand der techniek.

     Ad 3. Werkzaamheids-eisDe vuurwerkdeskundige dient aantoonbaar minimaal 10 maal betreffende soort arbeid van hettoepassingsgebied groot vuurwerk c.q. pyrotechnische speciale effecten te hebben verricht in de vijf

     jaar voorafgaand aan de aanvraag. Voor het beperkte toepassingsgebied verwerken (intern transport,opslag), verpakken en herverpakken van professioneel vuurwerk waarbij het tot ontbranding brengenis uitgesloten geldt geen werkzaamheidseis.

     Ad 4 gedragscode-De certificaathouder moet zich conformeren aan de gedragscode en dienovereenkomstig handelen.

    2.2 Aanvraag certificaat

    Om het persoonscertificaat te behalen dient een aanvraag te worden ingediend en een overeenkomst

    te worden aangegaan met een geaccrediteerde en aangewezen certificerende instelling.

    De aanvraag dient vergezeld te gaan van de noodzakelijke documentatie en bewijsstukken. Indiennoodzakelijk kan de certificerende instelling aanvullende informatie opvragen.

    De beoordeling van de aanvraag vindt plaats op basis van deze certificatie-eisen.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    8/44

     

    8

    2.3 Informatiepakket

    Bij de initiële aanvraag ontvangt de potentiële certificaathouder een informatiepakket. Het

    informatiepakket voor de aanvrager bevat minimaal:-informatie omtrent de certificatieprocedure;-een aanvraagformulier/ certificatieovereenkomst;-het reglement persoonscertificatie-aanvullend reglement voor certificatieregelingen-certificatie-eisen-wegwijzer

     Wegwijzer voor het verkrijgen van een persoonscertificaat professioneel vuurwerkDe certificerende instelling heeft een wegwijzer opgesteld die de aanvrager van eenpersoonscertificatie inzicht geeft in het traject van certificatie. De wegwijzer maakt onderdeel uit vanhet informatiepakket en informeert de aanvrager o.a. over de volgende onderwerpen:

    -certificatie-eisen-toelichting bij de drie toepassingsgebieden-documentatiebeoordeling (eventueel)-wijze van beslissen door de certificerende instelling-certificatie-overeenkomst-wijze van herbeoordeling na 5 jaar (hercertificatie-eisen)-reglementen-kosten-wijze van opname in het register (internet: www.kiwa.nl/vuurwerk) -informatie over beschikking, bezwaar en (hoger)beroep volgens de AWB-klachten- en beroepsprocedure.

    2.4 Controle op certificaathouder

    De certificaathouder dient een registratie bij te houden waaronder:-klachtenregister-bezoeken van de Arbeidsinspectie-bezoeken van een ambtenaar van het bevoegd gezag-bijscholing/opleiding-werkervaring (per toepassingsgebied)-registratie van ongevallen en/of schades

    De certificerende instelling toetst steekproefsgewijs of de certificaathouder aan de

    vakbekwaamheidseisen voldoet. De certificerende instelling kan hiertoe informatie opvragen vanregistraties zoals hierboven genoemd.

    Op basis van de beoordeelde registratie stelt de certificerende instelling haar bevindingen vast.Eventuele corrigerende maatregelen worden bij de volgende beoordeling getoetst. De certificerendeinstelling kan op grond van tekortkomingen het certificaat intrekken.

    http://www.kiwa.nl/vuurwerk)http://www.kiwa.nl/vuurwerk)

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    9/44

     

    9

    2.5 Hercertificatie certificaathouder

    Voor hercertificatie van de certificaathouder is het van belang dat de certificaathouder aan de eisen

    blijft voldoen. Naast de eigen (professionele) bewaking hiervan, wordt er door de certificerendeinstelling bij de hercertificatie een beoordeling uitgevoerd. Hierna zijn de (her)certificatie eisenverder uitgewerkt.

    - voldoen aan beroepsopleiding, gericht op de eindtermen zoals bedoeld in de bijlage A- laatste stand techniek- werkzaamheidseis- gedragscode

    2.5.1 Voldoen aan beroepsopleiding

    De certificaathouder moet beschikken over een getuigschrift c.q. diploma dat afgegeven is door eenopleidings- c.q. exameninstelling die voldoet aan de eisen gesteld in bijlage B).

    2.5.2 Laatste stand techniek

    Het bijhouden van de laatste stand der techniek omvat het deelnemen aan thema gerelateerdestudieactiviteiten waaronder:

    Scholing en training: De certificaathouder kan deelnemen aan cursussen op het door de certificerende instelling beschrevengebied van professioneel vuurwerk. Daartoe wordt door de certificerende instelling een lijst met

    geaccepteerde opleidingen aan het College van Deskundigen vuurwerkdeskundige ter goedkeuringvoorgelegd. Bewijs van deelname aan scholing en /of training moet kunnen worden overlegd. 

    Vakbijeenkomsten:De vuurwerkdeskundige kan deelnemen aan openbare symposia, congressen, professionele dan welbijeenkomsten georganiseerd door de beroepsvereniging of opleidingsinstituten. Bewijs vandeelname aan vakbijeenkomsten moet kunnen worden overlegd. De certificerende instelling houdteen overzicht bij van geaccepteerde bijeenkomsten.

    De Certificerende Instelling beoordeelt op aanvraag van de organisatie welke de opleiding, training ofbijeenkomst aanbiedt of deze voldoet aan de gestelde eisen. In overleg met het CvDvuurwerkdeskundige worden jaarlijks de te behandelen thema’s vastgesteld. Daarbij wordt

    aangegeven welke onderwerpen minimaal door de certificaathouder moeten worden gevolgd.

    2.5.3 Werkzaamheids-eis

    De vuurwerkdeskundige dient aantoonbaar minimaal 10 maal betreffende soort arbeid te hebbenverricht in de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag. De certificerende instelling kan hiertoeonderliggende werkplannen of informatie ter inzage opvragen.

    Het werkplan dient vanaf 01-03-2002 te voldoen aan de eisen conform art. 4.8a 1e lid Arbobesluit enzoals bedoeld in bijlage VB van de Arboregeling.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    10/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    11/44

     

    11

    3 Beoordeling opleidingen en examens

    3.1 Inleiding

    Een van de certificatie-eisen omvat het voldoen aan de beroepsopleiding gegeven door eenopleidingsinstituut. De hierna omschreven procedure geeft de werkwijze aan om te komen tot eenbeoordeling van dit opleidingsinstituut.

    De feitelijke eisen waaraan een opleidingsinstituut en de opleiding dient te voldoen zijn samengevatin de Bijlage B van deze certificatie-eisen en in de Arboregeling art 1.3 t/m 1.8

    3.2 Doel en werkwijze

    In het kader van de afgifte van certificaten van vakbekwaamheid voor vuurwerkdeskundige, zalminimaal 1 keer per jaar een toetsing/visitatie worden uitgevoerd op opleidings- / exameninstitutendie hiervoor gekwalificeerd zijn of willen worden.De resultaten van de toetsing/visitatie worden door de certificerende instelling verwoord in eenrapportage. Deze rapportage wordt voorgelegd aan het CvD Vuurwerkdeskundige. De certificerendeinstelling beslist en geeft een beslissing af. De geldigheidsduur van de beslissing is 1 jaar.Door de certificerende instelling wordt een openbaar register (overzicht) van de beoordeeldeopleidings- en exameninstituten bijgehouden. Dit omvat de volgende informatie:-naw-gegevens instituut-cursuscode/omschrijving-toepassingsgebied

    -uitsluitingen (beperking t.o.v. de eindtermen)-geldigheidsduur

    3.3 Auditor kwalificatie opleidingsinstituten

    In het auditteam dient tenminste de volgende kennis/ervaring aanwezig te zijn:-Opleiding lead-auditor-Kennis en ervaring op het gebied van opleidingen en inzicht in didactische werkvormenen een van de volgende eisen:-Beroepsopleiding vuurwerkdeskundige-Veiligheidskundige opleiding minimaal op HBO-niveau (HVK)

    NB: de lead-auditor is in dienst van de certificerende instelling

    3.4 Procedure voor toetsing/visitatie

    De procedure toetsing/visitatie bestaat uit de volgende stappen:

    a)Aanvraag toetsing/visitatieOm in aanmerking te komen voor de toetsing/visitatie dient het betreffende opleidingsinstituut eenovereenkomst af te sluiten met de C.I. Nadat de overeenkomst is afgesloten, wordt er een planningafgesproken voor de toetsing/visitatie.

    De overeenkomst bevat minimaal de volgende onderdelen;-Te volgen procedure

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    12/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    13/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    14/44

     

    14

    4 Criteria gesteld aan de Certificerende Instelling

    4.1 Algemeen

    Voor de toetsing van de certificatie-eisen worden de volgende eisen gesteld aan een certificerendeinstelling:-een geldige accreditatie op, basis van EN-45013, afgegeven door de Raad voor Accreditatie of eenandere in Europa (EAC) erkende accrediterende instelling.-aangewezen zijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Zie artikel 1.5a t/m d, vanhet Arbobesluit)-deel te nemen aan de vergaderingen met het CvD-beschikbaarheid en inzet van gekwalificeerd personeel-jaarlijks opstellen en indienen van een verslag t.b.v. het CvD

    -periodieke rapportage aan de minister van van Szw, conform de aanwijzingsbeschikking

    4.2 Eisen certificatiepersoneel

    Bij de uitvoering van het certificatieschema is verschillend certificatiepersoneel betrokken. Hieronderzijn de (kwalificatie)eisen weergegeven.

    Beoordelaar certificaat vuurwerkdeskundige-opleiding lead-auditor-hbo opleiding of gelijkwaardig-veiligheidskundige opleiding minimaal op hbo-niveau (HVK)

    -Kennis en ervaring op het gebied van opleidingen en inzicht in didactische werkvormenen een van de volgende eisen:- beroepsopleiding vuurwerkdeskundige :-Minimaal 3 jaar ervaring in het behandelen van vraagstukken op het gebied van risicobeheersing.

    Beslisser certificaat vuurwerkdeskundige-managementfunctie binnen de certificerende instelling-minimaal 3 jaar ervaring met persoonscertificatie (EN-45013)-minimaal 3 jaar ervaring met risicobeheersing

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    15/44

     

    15

    5 Uitvoering certificaat

    Nadat het toelatingsonderzoek positief is afgerond wordt door de certificerende instelling hetpersoonscertificaat vuurwerkdeskundige afgegeven.

    Op dit certificaat dienen ten minsten de volgende gegevens te worden vermeld:-naam certificaathouder-foto-geboortedatum-geboorteplaats-toepassingsgebied-certificaatnummer-datum uitgifte certificaat

    -looptijd certificaat is 5 jaar-logo RvA (na accreditatie)-gegevens CI-aanwijzingsnummer SZW-certificatie-eisen op basis waarvan certificaat wordt afgegeven (incl. versienummer of datum)-gehanteerde Reglementen-aanwijzingen voor de gebruiker:

    a bij grootvuurwerk- geschikt voor professioneel vuurwerk dat bestemd is voor gebruik buiten (openlucht) tijdens een evenement of voorstelling- professioneel werken met consumenten vuurwerk is toegestaan- werkzaamheden conform werkplan op locatie

    b bij pyrotechnische speciale effecten- geschikt voor werk bij geringe publieksafstanden- professioneel werken met consumenten vuurwerk uitgesloten- werkzaamheden conform werkplan op locatie

    c beperkt certificaat- uitsluitend geschikt voor verwerken (intern transport, opslag), verpakken enherverpakken van professioneel vuurwerk-het tot ontbranding brengen, opbouwen, installeren, monteren, assembleren, naontbranding verwijderen en bewerken (voor-)monteren en assembleren in eeninrichting van professioneel vuurwerk is uitgesloten

    Naast het persoonscertificaat wordt tevens een beschikking afgegeven in relatie tot hetArbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.8a. Indien een persoon wordt afgewezen voor hetpersoonscertificaat vuurwerkdeskundige, wordt dit eveneens bevestigd in een beschikking.

    Door de certificerende instelling worden de gegevens vermeld op het certificaat opgenomen in eencentraal register. Dit register is openbaar.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    16/44

     

    16

    Bijlage A Eindtermen en Toetsmatrijs

    De eindtermen zijn herleid aan bijlage VA behorende bij artikel 4.17a, eerste lid, onder a

    Eindtermen opleidingen professioneel vuurwerk

    1. DefinitiesIn deze bijlage wordt verstaan onder:

    •  professioneel vuurwerk: vuurwerk dat is bestemd voor gebruik tijdens een evenement of voorstelling;

    •  consumentenvuurwerk: vuurwerk dat bestemd is voor particulier gebruik;

    •  groot vuurwerk: professioneel vuurwerk dat bestemd is voor gebruik buiten tijdens een evenement ofvoorstelling (inclusief het professioneel tot ontbranding brengen);

    •  pyrotechnische speciale effecten: professioneel vuurwerk dat bestemd is voor gebruik tijdens een

    evenement of voorstelling met geringe publieksafstanden en waarvan door de fabrikant en/of importeuris aangegeven dat het voor dit gebruik geschikt is.

    •  werken met: het tot ontbranding brengen, ten behoeve daarvan ter plaatse opbouwen, installeren,monteren, assembleren en na ontbranding verwijderen, alsmede het bewerken, verwerken, verpakken,herverpakken, voormonteren, monteren en assembleren van professioneel vuurwerk in een inrichting alsbedoeld in artikel 3.2.1 Vuurwerkbesluit;

    •  deskundige: een persoon die over zodanige theoretische en praktische vakbekwaamheid beschikt dat hij instaat is om op een veilige en adequate wijze met professioneel vuurwerk te kunnen werken;

    •  grondige kennis: parate kennis die nodig is om veilig met professioneel vuurwerk te kunnen werken(feitenkennis), alsmede inzicht om deze kennis toe te kunnen passen in alle voorkomende situaties, zowelbekende als nieuwe en onbekende situaties;

    • kennis: informatie waarvan de deskundige op de hoogte dient te zijn, en waarvan de deskundige dient teweten dat deze van belang is voor het werken met professioneel vuurwerk.

    Indien er sprake is van vuurwerk dat niet voldoet aan de eisen voor consumentenvuurwerk, levert dat eenindicatie op dat het professioneel vuurwerk betreft. Voor het onderscheid tussen consumentenvuurwerk enprofessioneel vuurwerk is niet de aard van het vuurwerk, maar de bestemming beslissend.Consumentenvuurwerk wordt (beschouwd als) professioneel vuurwerk als dat vuurwerk wordt bestemdvoor gebruik tijdens een voorstelling of evenement (met uitzondering van het tot ontbranding brengen tussen31 december 10.00 uur en 1 januari 02.00 uur en met uitzondering van het tot ontbranding brengen van fop-en schertsvuurwerk gedurende het gehele jaar) of als consumentenvuurwerk wordt bewerkt ten behoeve vaneen evenement of voorstelling.

    2. Eindtermen professioneel vuurwerk (algemeen)

    2.1 WetgevingDe deskundige dient kennis te hebben van de geldende wet- en regelgeving die betrekking heeft op hetwerken met professioneel vuurwerk. Hiertoe behoort in ieder geval de regelgeving op het gebied van:• arbeidsveiligheid (arbeidsomstandighedenwetgeving);• externe veiligheid;• milieu (Vuurwerkbesluit, Wet milieubeheer);• vervoer en verpakking van ontplofbare stoffen (ADR / VLG);• wettelijke aansprakelijkheid;• locale regelgeving: Algemene plaatselijke verordening

    ToelichtingIn algemene zin zijn met het oog op de veiligheid en de gezondheid van belang deArbeidsomstandighedenwet 1998, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    17/44

     

    17

    Arbeidsomstandighedenregeling; voor het werken met professioneel vuurwerk in het bijzonder zijn dit hetVuurwerkbesluit, artikel 4.8a Arbobesluit, de artikelen 4.17a , b, c en d en 9.2c Arboregeling en de Wetexplosieven voor civiel gebruik. De Wet explosieven voor civiel gebruik is niet van toepassing op

    pyrotechnische artikelen (artikel 2, aanhef en onder b.). Grootvuurwerkbedrijven voeren aan en gebruikenklasse 1 stoffen, waaronder zwart buskruit. Op deze stoffen is laatstgenoemde wet wel van toepassing.Vervoer en verpakking van professioneel vuurwerk komen aan de orde in de Regeling vervoer over land vangevaarlijke stoffen.

    2.2 Pyrotechniek algemeenDe deskundige dient kennis te hebben van de verschillende aspecten van de pyrotechniek.

    2.2.1 Geschiedenis en ontwikkelingDe deskundige dient kennis te hebben van de geschiedenis en ontwikkeling van pyrotechnische effecten. Hijdient kennis te hebben van de processen waardoor onder meer licht-, knal- en flitseffecten wordenveroorzaakt en waardoor de voortstuwing en uitstoot van projectielen wordt bewerkstelligd. De deskundige

    dient ook op de hoogte te zijn van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van pyrotechniek, in het bijzondermet betrekking tot professioneel vuurwerk.

    ToelichtingIn de pyrotechniek wordt gebruik gemaakt van specifieke grondstoffen, te weten oxidatoren, reductoren enhulpstoffen. Hij dient inzicht te hebben in de toepassingsgebieden en karakteristieke eigenschappen van dezegrondstoffen, alsook in de kenmerken waaraan de grondstoffen herkend kunnen worden, zoals kleur, vormetc. Daarbij aantekenend dat enkele veel gebruikte oxidatoren wit zijn zodat deze op kleur niet teonderscheiden zijn.

    2.2.2 Pyrotechnische mengselsDe deskundige dient kennis te hebben van de eigenschappen van pyrotechnische mengsels die in

    professioneel vuurwerk worden toegepast. Tevens dient hij inzicht te hebben in de redenen waarom bepaaldemengsels worden gebruikt en in de effecten die met die mengsels gecreëerd kunnen worden. Hij dient teweten welke mengsels gebruikt kunnen worden voor rook-, geluid (knal en fluit)-, licht-, vertragingseffectenen voor de uitstoot of voortstuwing van projectielen. Met name kennis over de toepassing van zwart buskruit(massa explosief ) is hierbij van belang, alsook ervaring met zwart buskruit. In het bijzonder verdientaandacht de samenstelling van zwart buskruit, de mogelijke variaties in samenstelling, de toepassingen vande diverse samenstellingen van zwart buskruit en hun eigenschappen.

    2.2.3 Materiaaleigenschappen met betrekking tot gevoeligheidDe deskundige dient grondige kennis te hebben van begrippen als slag-, stoot- en wrijvingsgevoeligheid,vochtgevoeligheid, ontsteektemperatuur en gevoeligheid voor statische elektriciteit en welke invloed dezegevoeligheden hebben op de manier waarop met professioneel vuurwerk gewerkt moet worden om integrale

    (arbeids- en externe) veiligheid te garanderen.

    2.3 Veiligheid en gezondheidDe deskundige dient kennis hebben van de verschillende aspecten van veiligheid en gezondheid, hetvoorkomen van inademen of inslikken bij het werken met professioneel vuurwerk.

    2.3.1 Veilig werkenDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van de manier waarop veilig gewerkt moet worden metprofessioneel vuurwerk. Vereist is een grondige kennis van:

    •  de benodigde materialen die gevaarsaspecten hebben voor veiligheid en gezondheid;

    •  een goede voorbereiding (procedures);

     

    een rustige manier van werken;•  de juiste werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen;

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    18/44

     

    18

    •  gereedschappen;

    •  controle van de gebruikte explosieveilige elektrische apparatuur (NPR 7910-2);

     

    het gebruik en hanteren van (kleine) blusmiddelen;•  duidelijke afspraken over werkverdeling en verantwoordelijkheden.De deskundige dient te kunnen werken aan de hand van procedures enchecklisten en dient deze ook te kunnen opstellen.

    ToelichtingHet werken met procedures en checklisten die opgesteld zijn op basis van ervaring kan er voor zorgen dateerder voorgekomen problemen zich niet herhalen.

    2.3.2 CalamiteitenEen calamiteit is een ongewenste gebeurtenis waarbij gevaar voor gezondheid en veiligheid bestaat. Dedeskundige dient te beschikken over grondige kennis en vaardigheid met betrekking tot wijze waarop

    gehandeld moet worden bij calamiteiten.

    ToelichtingHoewel openbare diensten zoals ambulancedienst, brandweer en politie bij calamiteiten voor een bepaalddeel de verantwoordelijkheid op zich zullen nemen, ligt de eindverantwoor-delijkheid voor het vuurwerk bijde deskundige.

    2.3.3 BrandveiligheidDe deskundige dient inzicht te hebben in situaties waarbij brandend materiaal tot veiligheidsproblemen kanleiden. Hij dient de aanwezige brandblusmiddelen te kunnen hanteren.

    2.3.4 Beschermingsmiddelen

    De deskundige dient een grondige kennis te hebben van de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen,zoals veiligheidshelm, gehoorbescherming, brandwerende handschoenen (afsteken professioneel vuurwerkmet toorts), overall, veiligheidsschoenen, gelaatsmasker, adembescherming (dit zowel in verband met giftigegrondstoffen als met verbrandingsproducten vrijkomend niet alleen als gas maar ook in rookdeeltjes alsbarium, strontium etc.). Hij dient ook te weten in welke omstandigheden de betreffende beschermings-middelen moeten worden gebruikt.

    3. Eindtermen groot vuurwerk

    3.1. MateriaalkennisDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van materialen die bij het werken met groot vuurwerktoegepast worden. Het gaat hierbij zowel om de hulpmiddelen en de materialen waarin of waarop het

    vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (afgestoken) als om de pyrotechnische mengsels (zelfontbranding,zijn temperatuur - stoot - en slag gevoelig), halffabrikaten en complete artikelen.

    3.1.1 Soorten groot vuurwerkDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van de verschillende soorten groot vuurwerk, zoalsgrond-, laag- en hoogvuurwerk, watervuurwerk, fonteinen, Romeinse kaarsen, ‘flowerbeds’, vuurpijlen enmortierbommen en op welke wijze daarmee veilig kan worden gewerkt.

    ToelichtingAlleen door op de hoogte te zijn van de grote verscheidenheid aan artikelen en toegepaste constructies en deverscheidenheid in opbouw, en vooral door ervaring te hebben met de effecten die hiermee kunnen wordenbereikt, is hij in staat om een voorstelling of evenement zo goed en zo veilig mogelijk uit te voeren.

    3.1.2 Gereedschap en hulpmiddelen

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    19/44

     

    19

    De deskundige dient kennis te hebben van het gereedschap en de hulpmiddelen die gebruikt worden tijdenshet werken met groot vuurwerk. Kennis is nodig van gereedschap en materiaal dat gebruikt kan worden voorhet bouwen van rekken waarop vuurwerk gemonteerd moet worden, voor het bouwen van stellages,

    mortierrekken, houders voor fonteinen, Romeinse kaarsen, etc.

    ToelichtingNiet alleen het monteren van de pyrotechnische artikelen maar ook de stevigheid van stellages is van belang.

    3.1.3 MateriaalGrondige kennis is nodig waar het gaat om gereedschap dat gebruikt wordt bij het verwerken vanpyrotechnische mengsels en half- en eindfabrikaten van groot vuurwerk.

    Toelichting

    Omdat vooral bij het werken met mengsels en halffabrikaten de kans op ontsteking door vonken groot is,wordt hierbij gebruik gemaakt van speciaal vonkvrij gereedschap. In deze fase van het werken met groot

    vuurwerk moet extra aandacht besteed worden aan de manier van werken. Welk gereedschap gebruiken bij /voor welk materiaal.

    3.1.4 Inspectie van materialenDe deskundige dient grondige kennis te hebben van de benodigde materialen alsook de inspectie van diematerialen te kunnen uitvoeren. Hij dient kennis te hebben van veel voorko-mende gebreken en hoe diegeconstateerd kunnen worden. Dit betreft het controleren van vuurwerkartikelen op scheuren, lekkage vankruit, gebroken lont, opengescheurde omhullingen, inwerking van vocht, gebroken vuurpijlstokken, etc.

    ToelichtingDoor het grondig inspecteren van de te gebruiken artikelen wordt voorkomen dat onnodig gevaarlijkesituaties ontstaan.

    3.1.5 Mortieren – materiaalkeuzeDe deskundige dient een grondige kennis te hebben om een uit oogpunt van veiligheid verantwoordemateriaalkeuze voor mortieren, lengte van de buis en type mortierbom te kunnen maken.

    Toelichting

    Saluutschoten kunnen bijvoorbeeld beter niet afgeschoten worden uit stalen mortieren, terwijl meerslags-bommen beter niet uit kartonnen mortieren verschoten kunnen worden. Bij het gebruik van stalen mortieren,dienen deze naadloos te zijn uitgevoerd, gelet op scherfwerking bij detonatie van een mortierbom in hetmortier. De lengte van de mortieren is van belang voor de hoogte die het projectiel moet behalen.

    3.1.6 Mortieren – plaatsing

    De deskundige dient een grondige kennis te hebben van het gebruik van mortierbuizen, het vastzetten eningraven van buizen, onderlinge afstanden tussen mortierbuizen, al dan niet van dezelfde diameter en hetgebruik van mortieren in zogenaamde mortierrekken.

    ToelichtingIndien het veld het toelaat kunnen mortieren direct in de grond ingegraven worden. Het is echter ookmogelijk de mortieren in zogenaamde oliedrums te zetten waarna de drums opgevuld kunnen worden metzand. Een andere mogelijkheid is het gebruik van goed verankerde houten mortierrekken.

    3.1.7 Mortieren – inspectieDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van de manier waarop mortierbuizen geïnspecteerdmoeten worden. Kritieke punten van een buis, zoals vervorming, scheuren, corrosie etc., moeten bekend zijn.

    Toelichting

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    20/44

     

    20

    In mortierbuizen ontstaan zeer hoge, kortstondige drukken door sterke explosies. Het is daarom van grootbelang dat ze telkens voor gebruik grondig geïnspecteerd worden op onregelmatigheden.

    3.1.8 Mortieren – disfunctioneringDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van de oorzaken en effecten van disfunctionering vanlosse mortieren en van in groepsverband opgestelde mortieren, alsmedevan de maatregelen die genomen moeten worden om disfunctionering te voorkomen.Onder disfunctioneren wordt verstaan het niet goed functioneren, waarbij gevaar voor gezondheid enveiligheid bestaat.

    3.1.9 OntstekingsmiddelenDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van de verschillende ontstekingsmiddelen. Grondigekennis is vereist van het handmatig tot ontbranding brengen van vuurwerkartikelen door middel van lont.Kennis is vereist van de verscheidenheid aan lontsoorten, de toepassingen voor de verschillende trage en ofsnelle lontsoorten en de toepassingswijze. Kennis is nodig van de opbouw en de werking van elektrische

    ontstekers. Kennis is nodig van de toepassing van de randapparatuur waarmee ontstekers kunnen wordenaangestuurd. Dit kan variëren van eenvoudige schietkasten tot radiografisch of computergestuurdeafvuurinstallaties. Dit houdt tevens in dat de deskundige niet slechts op de hoogte is van de ontwikkelingenop het gebied van de pyrotechniek maar ook van geavanceerde afvuurinstallaties.

    ToelichtingComputergestuurd vuurwerk komt met name voor bij pyrotechnische speciale effecten; kennis over detoepassing van deze apparatuur is noodzakelijk.

    3.1.10 Halffabrikaten en losse pyrotechnische middelenDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van mogelijke halffabrikaten en losse pyrotechnischemiddelen, bijvoorbeeld zwart buskruit en losse sterren.

    3.2 Het werken met groot vuurwerkDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten ten aanzien van het veilig totontbranding brengen van groot vuurwerk. Hierbij is naast het feitelijk tot ontbranding brengen, ook hetproces er omheen – van voorbereiding tot afbouw en nazorg – inbegrepen.

    3.2.1 WerkplanDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het opstellen van hetwerkplan, bedoeld in artikel 4.8a, eerste lid, van het Arbobesluit en het overleggen van het werkplan bij deaanvraag om toestemming van gedeputeerde staten, bedoeld in artikel 3.3.4, eerste lid, van hetVuurwerkbesluit.

    ToelichtingHet opstellen van een werkplan dwingt de deskundige tot een grondige voorbereiding waarbij tevens demogelijkheid ontstaat om (van te voren) overleg te plegen over de show, hetzij met collega’s, hetzij metgedeputeerde staten die toestemming moeten geven, hetzij met de andere betrokken instanties, bedoeld inartikel 3.3.4, vierde en vijfde lid, van het Vuurwerkbesluit (gedeputeerde staten die de toepassingsvergunninghebben verleend; de betrokken luchtvaartdienst, de commandant van de regionale brandweer en deburgemeester van de gemeente waar het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht), hetzij, ter plaatse van hettot ontbranding brengen, met de Arbeidsinspectie.

    3.2.2 Opbouwen van showsDe deskundige dient grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot de wijze waarop eenshow moet worden opgebouwd. Dit omvat alle aspecten met betrekking tot voorbereiding, uitvoering en

    afbouw van de show.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    21/44

     

    21

    3.2.3 Opbouwen van shows – gereed maken terreinDe deskundige dient grondige kennis en vaardigheid te hebben met betrekking tot het gereedmaken van hetterrein.

    ToelichtingOnnodige obstakels dienen te worden verwijderd en het terrein moet worden afgezet om de show veilig tekunnen opbouwen. Gedurende het tot ontbranding brengen is het mogelijk dat brandend materiaal op degrond terecht komt. Daarom moet brandbaar materiaal zoveel mogelijk verwijderd worden. Ook obstakelsdie het rondlopen tijdens het tot ontbranding brengen belemmeren dienen zoveel mogelijk te wordenverwijderd.

    3.2.4 Opbouwen van shows – opslag en verladen van vuurwerkartikelenDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten metbetrekking tot veiligheidsaspecten bij het uitladen en de opslag van vuurwerkartikelen.

    ToelichtingHij dient altijd rekening te houden met de mogelijkheid dat artikelen tijdens transport beschadigen, waardoorkruit kan vrijkomen. Kruit op de laadvloer kan tot ontsteking komenwanneer zware dozen daarover geschoven worden. Aangezien tijdens het verladen grote hoeveelhedenexplosief materiaal bij elkaar liggen, is dit bijzonder gevaarlijk. In dit verband moet onder grote hoeveelhedenworden verstaan een zodanige hoeveelheid dat ontsteking een ernstige calamiteit tot gevolg kan hebben. Hettot ontbranding brengen van flowerbeds die omgekeerd zijn vervoerd kan tot ongelukken leiden. Verdermoet een veilige plaats gecreëerd zijn waarin de pyrotechnische artikelen voor of tijdens de vuurwerkshowveilig kunnen worden opgeslagen.

    3.2.5 Opbouwen van shows – delen van shows en stellagesDe deskundige dient kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot de manier waarop delen van de

    show vooraf kunnen worden voorbereid en het vooraf opbouwen van stellages.

    ToelichtingMet name stellages waarop afbeeldingen zijn aangebracht die bestaan uit onderling met snellontdoorverbonden fonteinen worden vooraf geassembleerd.

    3.2.6 Opbouwen van shows – losse mengsels etc.De deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te hebben met betrekking tot de gevaarsaspectenvoor milieu en gezondheid, het veilig kunnen omgaan met losse pyrotechnische mengsels, sterren,halffabrikaten en eindfabrikaten.

    Toelichting

    Vooral het werken met losse pyrotechnische middelen in combinatie met half- en eindfabrikaten kan eengevaarlijke situatie opleveren. Daarom is het noodzakelijk dat gewerkt wordt aan de hand vanwerkprocedures.

    3.2.7 Opbouwen van shows – opstellen van opstellingenDe deskundige dient grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het opstellen van deopstellingen, zodat die tijdens het afvuren goed en veilig blijven staan.

    Toelichting

    Mortieren dienen bijvoorbeeld te worden ingegraven in de grond of in grote zandbakken. Mortierrekken enrekken voor Romeinse kaarsen dienen goed vastgezet te worden. Grote, hoge opstellingen dienenbijvoorbeeld met staalkabels zodanig vastgezet te worden dat sterke wind geen gevaar kan veroorzaken.

    3.2.8 Opbouwen van shows – opstellen van vuurwerkartikelen

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    22/44

     

    22

    De deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het klaarzetten van devuurwerkartikelen, het opstellen van stellages, het laden van mortieren, het klaarzetten van vuurpijlen,Romeinse kaarsen, het doorverbinden van lonten etc.

    ToelichtingRekening moet worden gehouden met bijvoorbeeld de mogelijkheid dat artikelenvoortijdig tot ontbranding kunnen komen.

    3.2.9 Opbouwen van shows – handmatig tot ontbranding brengenDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het handmatig totontbranding brengen van alle vormen van groot vuurwerk.

    ToelichtingHet feit dat de afsteker bij het handmatig tot ontbranding brengen zeer dicht bij het functionerendevuurwerkartikel staat, brengt extra risico ten opzichte van het niet met de hand afsteken met zich mee. Detoorts of fakkel dient wind- en regenbestendig te zijn en niet een te grote vlam te hebben.

    3.2.10 Opbouwen van shows – elektrische ontstekersGrondige kennis en vaardigheid is vereist met betrekking tot het aansluiten en het veilige gebruik vanelektrische ontstekers.

    Toelichting

    Voor het elektrisch controleren en doormeten is het noodzakelijk dat de circuits van serie- enparallelschakelingen doorgerekend kunnen worden om te kunnen vaststellen of het circuitde juiste weerstand heeft. Voorkomen dient te worden dat door neervallende stukken leidingen kunnenworden beschadigd.

    3.2.11 Tot ontbranding brengen van vuurwerkartikelen – algemeenDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het tot ontbrandingbrengen van grootvuurwerkartikelen. Dit omvat het handmatig en elektrisch tot ontbranding brengen en detaakverdeling tussen de verschillende deskundigen onderling en tussen de deskundige en de personen dieonder zijn voortdurend toezicht werkzaam zijn.

    3.2.12 Tot ontbranding brengen van vuurwerkartikelen – bijzondere situatiesDe deskundige dient kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het tot ontbranding brengen vangroot vuurwerk in bijzondere situaties.

    ToelichtingVuurwerkshows kunnen opgebouwd worden op bijvoorbeeld pontons, bruggen of gebouwen, waarbij elke

    situatie speciale veiligheidsaspecten heeft.

    3.2.13 Tot ontbranding brengen van vuurwerkartikelen – weigeraarsDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het veilig omgaanmet weigeraars.

    ToelichtingWeigeraars moeten in de eerste plaats gemarkeerd worden en mogen nooit opnieuw tot ontbranding wordengebracht. Afhankelijk van de wettelijke regelingen, die zijn verbonden aan het vervoer van groot vuurwerkdat niet tot ontploffing is gekomen, moet worden bepaald hoe de weigeraars afgevoerd zullen worden.

    3.2.14 Afbouwen van shows – algemeen

    De deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het afbouwen vanshows met inbegrip van het opruimen en het eventueel vernietigen van onderdelen. Onder vernietigen dient

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    23/44

     

    23

    in dit verband te worden verstaan op dusdanige wijze te behandelen dat voor onbevoegden hergebruikonmogelijk is.

    3.2.15 Afbouwen van shows – weigeraarsDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het veilig verwijderenen onschadelijk maken van weigeraars.

    ToelichtingVastgesteld moet worden waar weigeraars zijn geweest. Na het optreden van een weigeraar dient eenwachttijd in acht genomen te worden, waarna besloten wordt op welke wijze hetartikel onschadelijk gemaakt moet worden. Het opruimen van weigeraars, hetgeen een zeer gevaarlijkebezigheid is, omdat niet bekend is waarom het vuurwerkartikel niet is afgegaan, dient met speciale zorg tegebeuren.

    4. Eindtermen pyrotechnische speciale effecten

    4.1. Materiaalkennis3.1. is van overeenkomstige toepassing.

    4.1.1 Soorten pyrotechnische speciale effectenDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van de verschillende soorten vuurwerk en van de wijzewaarop deze veilig tot ontbranding kunnen worden gebracht. Uitgangspunt is dat slechts gebruik wordtgemaakt van artikelen en zogenaamde tweecomponentenmengsels zoals deze worden aangeleverd doorindoor-fabrikanten.

    ToelichtingDe toepassing van pyrotechniek in theaters brengt vele beperkingen met zich mee vanwege het gevaar voor

    mens en omgeving. Om die reden wordt alleen gebruik gemaakt van speciale, als ‘indoor-pyrotechnics’ontwikkelde artikelen.

    4.1.2 Gereedschap en hulpmiddelenDe deskundige dient kennis te hebben van het gereedschap en de hulpmiddelen die gebruikt worden tijdenshet werken met pyrotechnische speciale effecten.

    ToelichtingIn het algemeen dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van commercieel verkrijgbare installatiesdie zijn ontwikkeld voor het zo veilig mogelijk werken met pyrotechnische speciale effecten. In eigen beheergefabriceerde opstellingen vragen extra aandacht voor veiligheid.

    4.1.3 Materiaal3.1.3 is van overeenkomstige toepassing.

    4.1.4 Inspectie van materialen3.1.4 is van overeenkomstige toepassing.

    4.1.5 Elektrische ontstekersGrondige kennis is vereist van elektrische ontstekers voor vuurwerkartikelen. Dit betreft aspecten zoals deopbouw van ontstekers en randapparatuur waarmee ze worden aangestuurd.

    Toelichting

    De diverse randapparatuur kan variëren van eenvoudige schietkasten tot op afstand gestuurde en

    computergestuurde aanstuurinstallaties. Het gebruik van elektrische ontstekers brengt extra productkennis

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    24/44

     

    24

    met zich mee, maar is voor ‘indoor’-toepassingen onontkoombaar en noodzakelijk en vraagt om die reden eengrondige kennis. Ook dient de deskundige op de hoogte te zijn van geavanceerde afvuurinstallaties.

    4.1.6 Losse pyrotechnische middelenDe deskundige dient een grondige kennis te hebben van losse pyrotechnische middelen zoals de zogenaamdetweecomponentensystemen en de effecten die ermee gecreëerd kunnen worden.

    ToelichtingUit veiligheidsoverwegingen worden pyrotechnische middelen zoveel mogelijk kant en klaar geleverd in devorm van zogenaamde tweecomponentensystemen, waarvan de twee componenten afzonderlijk veel mindergevaarlijk zijn en pas in gemengde toestand als pyrotechnisch middel toegepast kunnen worden.

    4.2. Het werken met pyrotechnische speciale effecten3.2 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.1 Werkplan3.2.1 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.2 Opbouwen van theatershows3.2.2 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.3 opbouwen van theatershows – gereed maken theater3.2.3 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.4 opbouwen van theatershows – opslag en verladen van vuurwerkartikelen3.2.4 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.5 opbouwen van theatershows – opstellingDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het gereed maken vande vuurwerkartikelen, het opstellen van stellages, het laden van aanstuurinrichtingen, het klaarzetten vanartikelen, etc.

    ToelichtingTijdens het opbouwen dienen onbevoegde personen geweerd te worden om de show veilig te kunnenopbouwen. Onbevoegde personen zijn zij, die niet in het bezit zijn en/of niet onder voortdurend toezichtstaan van een persoon, die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid professioneel vuurwerk datis afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. Zij worden geweerd door een afzetting (lint)en waarschuwingsborden met het opschrift explosieve stoffen. Rekening moet worden gehouden met demogelijkheid dat een artikel voortijdig tot ontbranding kan komen.

    4.2.6 Opbouwen van theatershows – losse mengsels etc.3.2.6 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.7 Opbouwen van theatershows – elektrische ontstekersGrondige kennis en vaardigheid is vereist met betrekking tot het aansluiten en het veilige gebruik vanelektrische ontstekers.

    ToelichtingVoor het elektrisch controleren en doormeten is het noodzakelijk dat de circuits van serie- enparallelschakelingen doorgerekend kunnen worden om te kunnen vaststellen of het circuitde juiste weerstand heeft. Voorkomen dient te worden dat door neervallende stukken leidingen kunnen

    beschadigen.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    25/44

     

    25

    4.2.8 Tot ontbranding brengen van pyrotechnische speciale effectenDe deskundige dient een grondige kennis en vaardigheid te bezitten met betrekking tot het tot ontbrandingbrengen van vuurwerkartikelen. Dit omvat tevens de taakverdeling tussen de verschillende deskundigen

    onderling en de andere onder voortdurend toezicht van de deskundige werkzame personen.

    ToelichtingMet betrekking tot de taakverdeling valt te denken aan het instellen van functies als controleurs, waarnemersen assistenten om een optimale veiligheid van een show te garanderen.

    4.2.9 Afbouwen van shows – algemeen3.2.14 is van overeenkomstige toepassing.

    4.2.10 Afbouwen van shows – weigeraars3.2.15 is van overeenkomstige toepassing.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    26/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    27/44

     

    27

     b. Bij de beschrijving van de risico’s wordt, als het groot vuurwerk betreft, de invloed vanweersomstandigheden in acht genomen;

    3. Maatregelen

    A Algemeen

    a. de plaatsen waar de brandweer, de politie en de EHBO- of andere hulpdiensten aanwezig zijn;

     b. de beschikbare brandbeveiligings- en brandblusmiddelen en de plaatsen waar deze middelen zijnopgesteld;

    c. de op de onder 2 genoemde risico’s afgestemde maatregelen ter verkleining van de kans op een ongevalvoor de personen door wie en onder wiens toezicht het vuurwerk wordt opgebouwd, geïnstalleerd,gemonteerd, geassembleerd, tot ontbranding gebracht en na ontbranding verwijderd;

    d. de op de onder 2 genoemde risico’s afgestemde beschermingsmiddelen voor de personen door wie enonder wiens toezicht het vuurwerk wordt opgebouwd, geïnstalleerd, gemonteerd, geassembleerd, tot

    ontbranding gebracht en na ontbranding verwijderd;

    B Specifiek

    Groot vuurwerk

    a. een kaart met daarop aangegeven de gebieden waar groot vuurwerk of overblijfselen daarvan kunnenneerkomen, de lijnen waarachter het publiek dient te blijven en de beschikbare vluchtroutes voor hetpubliek en de onder 1A, onder f en g bedoelde personen;

     b. het markeren en afzetten van het gebied binnen de beschreven veiligheidsafstanden gerekend vanaf deplaats waar het groot vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht;

    c. de wijze waarop de locatie binnen de onder 4b genoemde lijnen wordt bewaakt en is afgebakend;

    d. een specifieke beschrijving van de weersomstandigheden waarbij het evenement geen doorgang zalvinden;

    4. Ondertekening

    Ondertekening van het werkplan door een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheidprofessioneel vuurwerk als bedoeld in artikel 4.8a van het Arbeidsomstandighedenbesluit met betrekkingtot de soort arbeid die wordt verricht. 

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    28/44

     

    28

    5 Toepassing toetsmatrijzen

    De eindtermen zijn verder uitgewerkt in toetsmatrijzen. Deze zijn hierna weergegeven. Afhankelijk van hettoepassingsgebied dienen deze te worden toegepast bij de beoordeling en examens.

    In het onderstaande overzicht is de toepassing van het toepassingsgebied op het certificaat weergegeven.

    Minimaal te toetsen conform toetsmatrijsToepassingsgebied

    op het certificaat Algemeen Groot vuurwerk Pyrotechnische specialeeffecten

    Pyrotechnische specialeeffecten

    X X

    Groot vuurwerk X X

    Verwerken, verpakken enherverpakken vanprofessioneel vuurwerk(beperkt toepassings-gebied)

    X

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    29/44

     

    29

    Toetsmatrijs Vuurwerkdeskundige Algemeen

    Toetsingswijze/examenvom

    Theorie (A en B) Praktijk

    Eindterm

    Meerkeuzevragen(aantal vragen)

    Open vragen(aantal vragen)

    Aantalopdrachten

    Opmerkingen

    2.1 Wetgeving 9 * 3 ** -

    • arbeidsveiligheid(arbeidsomstandighe-denwetgeving);• externe veiligheid;• milieu(Vuurwerkbesluit, Wetmilieubeheer);• vervoer en verpakkingvan ontplofbare stoffen(ADR/VLG);• wettelijke aansprakelijkheid

    Theoretisch examen A resp B:Uit de 5 onder 2.1 genoemdeeindtermen per examen 9resp. 3 vragen selecteren(totaal 12 vragen per examen)

    2.2 Pyrotechniekalgemeen

    Verdeling:Zie onder

    2.2.1 Geschiedenis enontwikkeling

    3 1 -

    2.2.2 Pyrotechnischemengsels

    3 1 1

    2.2.3 Materiaaleigen-

      schappen metbetrekking totgevoeligheid

    3 1 1

    Theoretisch examen A resp B:Uit de 3 onder 2.2 genoemdeeindtermen per examen 9resp. 3 vragen selecteren(totaal 12 vragen per examen)

    2.3 Veiligheid engezondheid

    Verdeling:Zie onder

    2.3.1 Veilig werken 6 * 1 -

    •  de benodigdematerialen en deeigenschappendaarvan, zoalsgiftigheid, massa-explosief etc.;

    • 

    een goedevoorbereiding(procedures);

    •  een rustige maniervan werken;

    •  de juistewerkkleding enpersoonlijkebeschermingsmiddelen;

    •  gereedschappen;

    • 

    controle van degebruikte

    0,5

    0,5

    0,5

    0,5

    Theoretisch examen A resp B:Uit de 8 onder 2.3.1

     genoemde eindtermen perexamen 6 resp. 1 vraagselecteren (totaal 7 vragen

     per examen)

    Praktisch examen:Deze 2 eindtermen gezamen-lijk toetsen in één vraag

    Praktisch examen:Deze 2 eindtermen gezamen-lijk toetsen in één vraag

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    30/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    31/44

     

    31

    Toetsmatrijs Groot vuurwerk

    Toetsingswijze/examenvormTheorie (A en B) *** Praktijk

    Eindterm

    Meerkeuzevragen(aantal vragen)

    Open vragen **(aantal vragen)

    Aantalopdrachten

    Opmerkingen

    3.1. Materiaalkennis 5 vragen selecterenuit aangekruisteeindtermen (10).Waardering pervraag is 1,0

    2 vragen selecterenuit aangekruisteeindtermen (10).Waardering pervraag is 1,0

    2 opdrachtenselecteren uitaangekruisteeindtermen (3combinaties)

    3.1.1 Soorten grootvuurwerk

    X X X

    3.1.2 Gereedschap enhulpmiddelen X X

    3.1.3 Materiaal X X X

    3.1.4 Inspectie vanmaterialen

    X X

    3.1.5 Mortieren –materiaalkeuze

    X X X

    3.1.6 Mortieren –plaatsing

    X X

    3.1.7 Mortieren –inspectie

    X X

    3.1.8 Mortieren –

    disfunctionering

    X X

    3.1.9Ontstekingsmiddelen

    X X

    3.1.10 Halffabrikatenen lossepyrotechnischemiddelen

    X X

    3.2 Het werken metgroot vuurwerk

    7 vragen selecterenuit aangekruisteeindtermen (15).Waardering per

    vraag is 1,0

    2 vragen selecterenuit aangekruisteeindtermen (15).Waardering per

    vraag is 1,0

    2 opdrachtenselecteren uitaangekruisteeindtermen (6

    combinaties)3.2.1 Werkplan X X X KO-vraag

    3.2.2 Opbouwen vanshows

    X X X

    3.2.3 Opbouwen vanshows – gereed makenterrein

    X X

    3.2.4 Opbouwen vanshows – opslag enverladen vanvuurwerkartikelen

    X X

    3.2.5 Opbouwen vanshows – delen vanshows en stellages

    X X

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    32/44

     

    32

    Toetsmatrijs Groot vuurwerk

    Toetsingswijze/examenvorm

    Theorie (A en B) *** Praktijk

    Eindterm

    Meerkeuzevragen(aantal vragen)

    Open vragen **(aantal vragen)

    Aantalopdrachten

    Opmerkingen

    3.2.6 Opbouwen vanshows – lossemengsels etc.

    X X

    3.2.7 Opbouwen vanshows – opstellen vanopstellingen

    X X X

    3.2.8 Opbouwen vanshows – opstellen van

    vuurwerkartikelen

    X X

    3.2.9 Opbouwen vanshows – handmatig totontbranding brengen

    X X X

    3.2.10 Opbouwen vanshows – elektrischeontstekers

    X X

    3.2.11 Tot ontbrandingbrengen vanvuurwerkartikelen –algemeen

    X X X KO-vraag

    3.2.12 Tot ontbranding

    brengen vanvuurwerkartikelen –bijzondere situaties

    X X KO-vraag

    3.2.13 Tot ontbrandingbrengen vanvuurwerkartikelen –weigeraars

    X X KO-vraag

    3.2.14 Afbouwen vanshows – algemeen

    X X X

    3.2.15 Afbouwen vanshows – weigeraars

    X X

    Totaal specifieke deel

    examen (applicatie“Groot vuurwerk”)

    12 4 4 praktijk-

    opdrachten

    ToelichtingDe eindtermen groot vuurwerk zijn niet van toepassing bij certificaten met een beperkt toepassingsgebied enworden verder uitgesloten bij de toets dit van toepassingsgebied.

    Theorie-examenDe 16 vragen uit deze specifieke toetsmatrijs zijn aanvullend op de 36 vragen van het algemene deel van hettheoretische examen. De getallen in de kolommen “toetsingswijze” hebben betrekking op het aantal vragendat per eindterm dient te worden gesteld. Totaal zijn er met het specifieke deel 16 punten te verdienen. De

    cesuur is als volgt: men is geslaagd voor het algemene deel indien men 70% van de 16 vragen correct heeftbeantwoord. Dit betekent een score van 11 (afgerond) goede antwoorden.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    33/44

     

    33

    De examenkandidaat is geslaagd voor het totale theoretische examen (algemene deel plus applicatie“Grootvuurwerk”) indien men van het totaal van 52 vragen tenminste 36 vragen (70%) juist heeft beantwoorden voor elk van de afzonderlijke delen een voldoende resultaat (70% goed) heeft behaald.

    Opmerking: Om valide vragen te kunnen ontwikkelen kunnen de eindtermen meer specifiek wordengemaakt door ze onder te verdelen in toetstermen. Dit dient bij voorkeur te gebeuren door vakinhoudelijk enonderwijskundig/toetstechnisch gekwalificeerde leden uit de examencommissie, aangevuld met eencertificatiedeskundige van Kiwa. Tevens dienen zij per praktijkopdracht te besluiten over mogelijk toe tekennen knock-outs (KO´s).

    **) De open vragen dienen elk een andere eindterm te behandelen.***) Getoetste eindtermen A en B mogen niet identiek zijn.

    NotaDe eindtermen uit de specifieke toetsmatijs grootvuurwerk zijn niet van toepassing bij certificaten met eenbeperkt toepassingsgebied en zijn uitgesloten bij de toets.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    34/44

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    35/44

     

    35

    Toetsmatrijs Pyrotechnische speciale effecten

    Toetsingswijze/examenvorm

    Theorie (A en B)*** Praktijk

    Eindterm

    Meerkeuzevragen(aantal vragen)

    Open vragen **(aantal vragen)

    Aantal opdrachten

    Opmerkingen

    Pyrotechnische specialeeffecten

    4.2.9 Afbouwen vanshows – algemeen

    X X X

    4.2.10 Afbouwen vanshows – weigeraars

    X X

    Totaal specifieke deelexamen (applicatie

    “Binnenvuurwerk”)

    12 4 4 praktijk-opdrachten

    ToelichtingDe eindtermen pyrotechnische speciale effecten zijn niet van toepassing bij certificaten met een beperkttoepassingsgebied en worden verder uitgesloten bij de toets van dit toepassingsgebied.

    Theorie-examenDe 16 vragen uit deze specifieke toetsmatrijs zijn aanvullend op de 36 vragen van het algemene deel van hettheoretische examen. De getallen in de kolommen “toetsingswijze” hebben betrekking op het aantal vragendat per eindterm dient te worden gesteld. Totaal zijn er met het specifieke deel 16 punten te verdienen. Decesuur is als volgt: men is geslaagd voor het algemene deel indien men 70% van de 16 vragen correct heeftbeantwoord. Dit betekent een score van 11 (afgerond) goede antwoorden.

    De examenkandidaat is geslaagd voor het totale theoretische examen (algemene deel plus applicatie“pyrotechnische speciale effecten”) indien men van het totaal van 52 vragen tenminste 36 vragen (70%) juistheeft beantwoord en voor elk van de afzonderlijke delen een voldoende resultaat (70% goed) heeft behaald.Indien een examenkandidaat een persoonscertificaat voor beide specifieke vakbekwaamheden, i.c. grootvuurwerk en pyrotechnische speciale effecten, wil behalen, dient hij/zij voor beide specifieke deelexamens(applicaties “groot vuurwerk” en “pyrotechnische speciale effecten”) een minimale score van 70% procent tehebben gehaald, dus op beide onderdelen tenminste 11 van de 16 vragen correct beantwoord. Het algemenedeel hoeft in dit geval slechts éénmaal te worden afgelegd. Het resultaat van het algemene deel van hettheorie-examen blijft geldig gedurende de gehele certificatieperiode. De examenkandidaat kan dusdesgewenst op een later moment examen of herexamen doen voor een aanvullende applicatie.

    Opmerking: Om valide vragen te kunnen ontwikkelen kunnen de eindtermen meer specifiek worden

    gemaakt door ze onder te verdelen in toetstermen. Dit dient bij voorkeur te gebeuren door vakinhoudelijk enonderwijskundig/toetstechnisch gekwalificeerde leden uit de examencommissie, aangevuld met eencertificatiedeskundige van Kiwa. Tevens dienen zij per praktijkopdracht te besluiten over mogelijk toe tekennen knock-outs (KO´s).

    **) De open vragen dienen elk een andere eindterm te behandelen.***) Getoetste eindtermen A en B mogen niet identiek zijn.

    CesuurEen kandidaat is geslaagd als hij/zij voor de theorietoets en de praktijktoets elk afzonderlijk een voldoenderesultaat heeft gescoord (70% goed). Bij het bepalen van het totaalresultaat van een examenkandidaat wordt

    de volgende verdeling aangehouden: het theorie-examen telt mee voor 40% van de eindscore en hetpraktijkexamen telt voor 60%. 

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    36/44

     

    36

    Elk examen bevat een of meerdere zogenaamde knock-outvragen (KO-vragen). Indien de examenkandidaatop een KO-vraag een vooraf gedefinieerde en op het scoreformulier vastgelegde fatale fout maakt, wordt doorde examinator een knock-out (KO) toegekend en is de kandidaat daarmee gezakt voor het praktijkgedeelte.

    Een fatale fout is een handeling waardoor een onacceptabel risico kan ontstaan voor de werknemer(kandidaten) of diens omgeving.Indien een kandidaat zakt voor een deelexamen (theorie of praktijk), blijft het voldoende resultaat gedurendeeen halfjaar na de datum van afname geldig. Na deze datum vervalt de geldigheid van dit deelexamen endient de aanvrager de certificatieprocedure van vooraf aan te doorlopen. Deelexamens mogen éénmaalworden herkanst. Tweemaal achtereen zakken voor een deelexamen, zal leiden tot een negatievecertificatiebeslissing van Kiwa. Dit betekent dat de aanvrager de procedure van vooraf aan dient tedoorlopen.

    ToelichtingTheorie-examen algemeen: 36 gesloten vragen (moet altijd)Theorie-examen ‘grootvuurwerk”: 16 gesloten vragen (keuze kandidaat)

    Theorie-examen ‘pyrotechnische speciale effecten”: 16 gesloten vragen (keuze kandidaat)Beide delen (algemeen en specifiek) van het examen bestaan uit meerkeuze vragen met vierantwoordalternatieven waarvan er steeds een de beste keuze is.Praktijkexamen: 5 opdrachten, waarvan 1 gebaseerd op een toetsterm uit het algemene deel en vier optoetstermen uit het specifieke deel (applicatie “groot vuurwerk” of “pyrotechnische speciale effecten”).

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    37/44

     

    37

    Bijlage B Beoordelingsdocument

    BEOORDELINGSDOCUMENT OPLEIDINGS- EN EXAMENINSTITUTEN

    1. Inleiding

    Het beoordelingsdocument opleiding vuurwerkdeskundige is ontwikkeld met het doel de eisen aante geven waaraan een opleidings- en exameninstituut dient te voldoen. De basis voor dit documentkomt voort uit de eindtermen geformuleerd door de CvD en eisen aan opleidingsinstellingen uitArboregeling Art. 1.3 t/m 1.8.

    De procedure van de beoordeling vindt plaats op basis van de in hoofdstuk 3 omschreven regeling.

    Instellingen verstrekken aan de certificerende instelling gevraagd en ongevraagd alle informatie diebetrekking heeft op de opleiding die door de instelling wordt verzorgd. Instellingen verstrekkentweemaandelijks aan de certificerende instelling informatie over het verloop van de aanmeldingenvoor de opleiding en over het al dan niet volgens planning doorgang vinden van de opleidingen.De opleidingsinstellingen die de aanvraag bij de certificerende instelling ingediend heeft iseindverantwoordelijk voor de uitvoering van het programma.

    2. Relatie eindtermen en opleiding

    De opleiding en het examen sluiten aan bij de eindtermen vuurwerkdeskundige zoals door het CvDvastgesteld en opgenomen in bijlage VA van de Arboregeling. Van een persoon die het programma

    doorlopen heeft en het examen met succes afgerond heeft mag worden verwacht dat deze aan deeindtermen voldoet.

    3. Te stellen eisen

    Het opleidingsinstituut of -orgaan zal worden beoordeeld op de volgende gebieden:

    3.1 Beleid

    Hierbij dient aangegeven te worden op welke wijze de (buitenlandse) opleiding zal voldoen aan deuitgangspunten zoals verwoord in de eindtermen alsmede:

    -Schriftelijk vastgelegd beleid;-Relevant voor de doelstellingen van de organisatie;-Inzet van vakkundig en gekwalificeerd personeel;-Onafhankelijkheid;-Toegang tot de examens;-Geheimhouding.

    Het beleid wordt minimaal een maal per jaar beoordeeld en bijgesteld op actualiteit.

    3.2 Beheer documentatie en documentatiewijzigingen

    De organisatie dient te beschikken over een procedure of werkwijze die het volgende in voldoendemate regelt:

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    38/44

     

    38

    Geldige documenten op alle van toepassing zijnde plaatsenGeautoriseerde verwerking en verspreidingWaarborgen van implementatie van gewijzigde documenten

    Verwijderen van verouderde documentenActualisering van het programma bij wijziging van het certificatieschema

    Dit aspect is tevens van toepassing op het beheer van data in elektronische vorm.

    3.3 De inhoud van het programma

    Aangegeven dient te worden de onderdelen die opgenomen zijn, en volgens welk tijdschema deverschillende onderdelen behandeld worden. Dat de opleiding een omvang heeft van minimaal 24lesuren te verdelen over de volgende onderdelen:-Wetgeving

    -Pyrotechniek-Werken met professioneel vuurwerk-Veiligheid

    3.4 Interne organisatie en verantwoordelijkheidstructuur

    In dit hoofdstuk dient aangegeven te worden op welke wijze de organisatie is ingericht en hoe detaken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn toegewezen. Duidelijk en eenduidig moet zijn;-wie de eindverantwoordelijkheid heeft-de samenstelling en de kwalificatie-eisen die de toelatingscommissie hanteert-hoe binnen de opleiding er zorg gedragen voor wordt dat het programma inhoudelijk wordt

    aangepast aan de laatste stand der wetenschap en techniek-dat het examen geschiedt door of onder toezicht van een door de opleidingsinstelling in te stellenonafhankelijke examencommissie-de kwalificaties van de docenten en medewerkers

    Van alle medewerkers die betrokken zijn bij het opleidingsprogramma in het betreffendeopleidingsinstituut dienen de volgende registraties beschikbaar en toegankelijk te zijn bij hetopleidingsinstituut:-een vastgesteld overzicht van de gekwalificeerde examinatoren-een vastgesteld overzicht van de samenstelling van de gekwalificeerde examencommissie-een volledige C.V. per medewerker die betrokken is bij het opleidingsprogramma-een overzicht van gevolgde opleidingen en trainingen

    -kopieën van diploma’s, getuigschriften e.d.

    4 Procesbeheersing

    4.1 Selectie procedure

    Er dient een selectie procedure binnen het opleidingsinstituut beschikbaar te zijn. De selectieprocedure dient minimaal te bevatten en inzicht te geven in de volgende onderdelen;

    -Toelatingseisen kandidaten-Kennis en werkervaring kandidaten

    -Eventuele intakegesprekken en schriftelijke vastlegging hiervan-Schriftelijk adviezen n.a.v. het intakegesprek

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    39/44

     

    39

    -Verstrekken van informatie aan kandidaten-keuze toepassingsgebied

    4.2 Selectie-criteria

    Tot de opleiding kunnen ook personen worden toegelaten, die beschikken over een combinatie vanrelevante werkervaring en opleiding. Indien uit de intake blijkt dat op basis van de vooropleidingen/of ervaring eenbeperkte opleiding kan volstaan, dient dit te worden gemotiveerd en vastgelegd.

    4.3 Toelatingsbeleid

    Het toelatingsbeleid mag niet discriminerend zijn. Er dient schriftelijk vastgelegd te worden welke

    beleidsuitgangspunten er voor de toelating van kandidaten worden gehanteerd.

    4.4 Programma / Programmalijn

    Het opleidingsinstituut dient de processtappen en de inhoud van het programma aan te geven inrespectievelijk duidelijke stappen zoals de aanloop van de opleiding, werkopdrachten, stage,praktijkoefeningen etc.

    4.5 Examen

    De opleiding wordt afgesloten met een schriftelijk (theoretisch) en praktijk examen volgens detoetsmatrijs zoals vastgesteld door het College van Deskundigen vuurwerkdeskundige.

    4.6 Examenregeling (+herexamen)

    Het opleidingsinstituut dient te beschikken over een examenregeling/-reglement waarin de volgendeonderdelen opgenomen dienen te zijn;-vaststelling van een examencommissie-samenstelling van de examencommissie (aantal leden)-kwalificaties van de examinatoren

    -minimaal 1,5 jaar aantoonbare ervaring in het onderwijzen en het afnemen van examens

    -geïnstrueerd door de examencoördinator/programmaverantwoordelijke m.b.t. de taken enverantwoordelijkheden, het hanteren van het protocol en of procedures.-kwalificaties van de examen-commissie-de leden van de examencommissie dienen minimaal een MBO opleiding of aantoonbaarMBO werk- en denkniveau te beschikken.-in de examencommissie dient minimaal de volgende kennis en ervaring te zijnsamengebracht;-Min. 10 jaar aantoonbare ervaring in het onderwijs, verdeeld over maximaal 3 personen.-Min. 10 jaar aantoonbare ervaring in het vakgebied, verdeeld over maximaal 3 personen

    -Tenminste 1 persoon die minimaal 2 jaar praktische ervaring heeft in het opstellen en uitwerken vantoetsvormen.-tijdsduur van het examen

    -inhoud van het examen, in relatie tot de eindtermen.-beoordeling van de werkopdrachten en tentamens

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    40/44

     

    40

    -eindoordeel en besluitvorming-schriftelijk oordeel, termijn, beargumenteerd.-beroepsprocedure, klachtenregeling, Schorsing, unanimiteit oordeel, beroepsmogelijkheid van de

    kandidaat-Docent, instructeur of iedere andere betrokkene bij de opleiding zal geen deel uit maken van deexamencommissie

    N.B.:De tentamen- of examenplanning van het opleidingsinstituut wordt voor aanvang van hetprogramma aan de certificerende instelling toegezonden. De certificerende instelling heeft demogelijkheid zonder voorafgaand bericht tentamens en examens bij te wonen.

    5 Examendossier

    Alle relevante onderdelen van de opleiding waaronder werkopdrachten, opdrachten, tentamens,praktijkopdrachten etc. dienen op een gestructureerde wijze opgenomen te worden in hetexamendossier.De instelling overhandigt de cursist die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, een op naamgesteld getuigschrift, getekend door twee leden van de examencommissie of het hoofd van deopleidingsinstelling. Deze gegevens dienen tenminste vijf jaar bewaard te blijven.

    6 Klachtenprocedure

    Het opleidingsinstituut beschikt over een klachtenprocedure. De klachtenprocedure heeft minimaalbetrekking op:

    -De informatievoorziening-De toelating-Het opleidingsprogramma-Het examen

    Het opleidingsinstituut houdt een klachtenregister bij. De registratie is ten alle tijden in te zien enopvraagbaar door de certificerende instelling. In het klachtenregister is minimaal opgenomen:-Beschrijving van de klacht;-De indiener van de klacht (NAW-gegevens);-De oorzaken welke tot de klacht geleid hebben;-De genomen corrigerende maatregelen;-De genomen preventieve maatregelen.

    Naast het indienen bij en behandelen van klachten door het opleidingsinstituut kunnen kandidatenook klachten indienen bij de certificerende instelling.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    41/44

     

    Bijlage C Gedragscode

    GEDRAGSCODE VUURWERKDESKUNDIGE

    1 Algemeen

    1.1 De vuurwerkdeskundige neemt bij zijn werkzaamheden de nodige zorgvuldigheid in acht en gedraagtzich zodanig dat het vertrouwen in zijn/haar beroep niet wordt geschaad

    1.2 De vuurwerkdeskundige houdt zich bij zijn/haar beroepsuitoefening aan de wettelijke bepalingen,voorschriften en vergunningen en aan deze gedragscode. Hij/zij stelt zich hiervan ook op de hoogte.

    1.3 De vuurwerkdeskundige stelt zijn werkgever en zijn eventuele opdrachtgever op de hoogte van dezegedragscode en maakt afspraken over de invulling in de praktijk hiervan.

    1.4 De vuurwerkdeskundige is loyaal aan zijn/haar werkgever en eventuele opdrachtgever. Hij/zij zetzijn/haar professionele kennis en vaardigheden zo goed mogelijk in bij het werken met vuurwerk enpyrotechniek.

    1.5 De vuurwerkdeskundige onderhoudt zijn/haar vaktechnische kennis en vaardigheden.

    1.6 De vuurwerkdeskundige informeert, indien hierom wordt gevraagd, de vergunningverlener ofwetshandhaver over zijn/haar werkzaamheden met betrekking tot het het tot ontbranding brengen vanvuurwerk.

    1.7 De vuurwerkdeskundige stelt de veiligheid tijdens de werkzaamheden boven de economische aspectenvan het werk.

    1.8 De vuurwerkdeskundige behoudt zijn/haar eigen professionele oordeel met betrekking tot het werkenmet vuurwerk.

    2. Uitvoering werkzaamheden

    2.1 Bij het voorbereiden van zijn/haar werkzaamheden beoordeelt de vuurwerkdeskundige de gevaren enrisico’s voor het werken met vuurwerk en pyrotechnische voorwerpen en stoffen.

    2.2 Bij het uitvoeren van de werkzaamheden worden geen niet beheerste risico’s genomen.Indien er gewerkt moet gaan worden waardoor de risico’s niet meer beheerst kunnen worden of indien eronvoldoende beheersmaatregelen kunnen worden genomen, worden de werkzaamheden gestaakt of nietaangevangen.

    2.3 Indien de omstandigheden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden wijzigen waardoor er nieuwe(onvoorziene) risico’s ontstaan, worden de werkzaamheden onderbroken. De werkzaamheden worden pasdan weer aangevangen indien de risico’s weer kunnen worden beheerst.

    2.4 Bij het onderbreken of staken van de werkzaamheden, wordt de opdrachtgever en de werkgever op dehoogte gebracht van de redenen.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    42/44

     

    45

    2.5 Niet deskundige medewerkers worden voor het werken en/of assisteren bij het tot ontbranding brengenvan vuurwerk geïnformeerd over de gevaren en risico’s en geïnstrueerd over de beheersmaatregelen. Devuurwerkdeskundige ziet toe op de uitvoering hiervan. Indien iemand zich niet houdt aan de zijn/haar

    instructie of overeengekomen beheersmaatregelen zal de vuurwerkdeskundige hierop ingrijpen en het gevaarafschermen.

    2.6 De vuurwerkdeskundige zal, op basis van de erkende stand der techniek, alles doen om gevaren,ongevallen en schades te voorkomen van:

    -  medewerkers-  geïnstrueerde derden-  omstanders-  zich zelf-  de omgeving-  goederen

    2.7 Indien zich alsnog een ongeval voordoet, zal de vuurwerkdeskundige direct de werkomgeving en hetvuurwerk en pyrotechnisch materiaal veilig stellen. Tevens zal hij/zij de werkgever, opdrachtgever en hetbevoegde gezag informeren.

    2.8 De vuurwerkdeskundige werkt volledig mee aan het onderzoek naar de oorzaken van een eventueelongeval of incident.

    3 Klachten

    3.1 De vuurwerkdeskundige geeft de opdrachtgever de mogelijkheid tot het indienen van eventuele klachten.

    Bij het ontvangen van een eventuele klacht zal de vuurwerkdeskundige, samen met zijn/haar werkgever, deklacht beoordelen en op een adequate wijze afhandelen naar de opdrachtgever toe.

    3.2 De vuurwerkdeskundige houdt een registratie bij van de ontvangen klachten, bijzondere voorvallen,incidenten en ongevallen. Tevens registreert de vuurwerkdeskundige de eventuele aanwijzingen vanwetshandhavers.

    3.3 Klachten kunnen zowel bij zijn/haar werkgever als de certificerende instelling worden ingediend.

    3.4 De vuurwerkdeskundige geeft inzicht in zijn/haar klachtenregister indien daar om wordt verzocht.

    4 Gevolgen bij het niet naleven van de gedragscode

    4.1 gedragscode kan leiden tot een (schriftelijke) waarschuwing, schorsing of intrekking van het certificaat enverwijdering uit het certificatieregister.

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    43/44

     

    Bijlage D Schema

    Schema communicatie SZW, C.I., RvA en CvD

    beoordeling 

    aanwijzing (ZBO)

    EN 45013

    contract

    beoordeling certificatie-eisen

    beoordeling

    Raad voorAccreditatie (RvA)

    Certificerende /uitvoerendeinstellin (CI)

    College vanDeskundigenVuurwerkdeskundige

    Certificaathouder

    Opleidings- en Exameninstelling

    Kiwa beheerregeling

    MinisterieSZW

  • 8/17/2019 Certificatieschema Vuurwerkdeskundige.pdf

    44/44

     

    Bijlage E Formulier

    Formulier voor verbeteringsvoorstel voor eerstvolgende revisie

    Doel: Dit formulier is bedoeld om het huidige schema te optimaliseren. Daartoe kunt u uwcommentaar indienen bij de secretaris van het College van Deskundigen Vuurwerkdeskundige. Dezezal de tekstvoorstellen verzamelen en afhankelijk van het commentaar een voorstel doen aan hetCollege om het schema te herzien.

    INDIENERNaam : ............................................................................Bedrijf : ............................................................................

    ............................................................................

    Adres : ............................................................................Postcode : ............................................................................Plaats : ............................................................................Telefoon : ............................................................................Telefax : ............................................................................

    Betreft:Cert.ificatie-eisenVuurwerkdeskundigeHoofdstuk:

    Datum: … - … - … Voorstel nr.: ………T.b.v. secretariaatCvDVuurwerkdeskundige

    Betreft tekst:

    Commentaar:

    Tekstvoorstel:

    Het ingevulde formulier kunt u verzenden aan:Kiwa N.V.T.a.v. de secretaris van College van Deskundigen VuurwerkdeskundigePostbus 702280 AB Rijswijk