16
Cervicale fusie PATIËNTENINFO NEUROCHIRURGIE PATIËNTENINFO

Cervicale fusie - Algemeen Ziekenhuis Maria Middelares ... · Aan de cervicale wervels zijn geen ribben bevestigd. Tussenwervelschijf tussen twee wervels. 6/ Informatiebrochure 2

  • Upload
    hanga

  • View
    216

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

NEUROCHIRURGIE

Cervicale fusie

PATIËNTENINFO

NEUROCHIRURGIE

PATIËNTENINFO

Informatiebrochure /3

Inhoud

1 De wervels .............................................................................................. 52 De cervicale fusie ................................................................................... 63 Voorbereiding op de ingreep .................................................................. 74 Zorg na de operatie ................................................................................ 95 De volgende dagen ................................................................................106 Naar huis ...............................................................................................117 Teamvoorstelling...................................................................................128 Revalidatie .............................................................................................139 Tot slot ...................................................................................................14

Informatiebrochure4/

MevrouwMijnheer

U komt binnenkort naar het ziekenhuis voor een cervicale fusie. In deze brochure vindt u hierover meer informatie: de voorbereiding, de ingreep en de zorg na de ingreep.

Heeft u na het lezen nog vragen? Aarzel dan niet en contacteer uw arts of de verpleegkundigen van de afdeling neurochirurgie.

We wensen u alvast een spoedig herstel toe!

De artsen en verpleegkundigen van de afdeling neurochirurgie Tel. secretariaat: 09 246 72 00 Tel. afdeling D303 neuro-, hoofd-, hals- en rugchirurgie en oftalmologie: 09 246 33 03

Informatiebrochure /5

1 De wervels

De wervelkolom bestaat uit 32 of 33 wervels, van elkaar gescheiden door tussenwervelschijven.

De tussenwervelschijf of discus bevindt zich tussen de wervellichamen. Deze schijf vormt een kussen dat bewegingen toelaat maar beschermt ook de wervels door schokken te absorberen.De wervelkolom telt zeven cervicale wervels (nek- en halswervels). De grootste bewegingsmogelijkheid bestaat tussen de atlas en de axis, res-pectievelijk de eerste en tweede nekwervel. Voor- en achterwaartse bewe-gingen zijn mogelijk door hun speciale vorm. Aan de cervicale wervels zijn geen ribben bevestigd.

Tussenwervelschijf tussen twee wervels

Informatiebrochure6/

2 De cervicale fusie

Bij een cervicale fusie worden één of meerdere cervicale wervels vast-gezet. Het doel van deze operatie is het aan elkaar groeien (fusioneren) van de vastgezette wervels en eventueel ingeklemde zenuwen vrijmaken. De ingreep gebeurt via de voorzijde van de hals. De arts maakt een horizon-tale insnede (3 à 4 cm) en krijgt zo toegang tot de wervelzuil. Hij zoekt de aangetaste wervel op en verwijdert deze. Het ruggemerg en de uittredende zenuwen worden vrijgelegd. De tussenwervelruimte wordt opgevuld met een kunststof blokje (cage) dat op zijn beurt wordt gevuld met botgreffes. Deze zijn afkomstig van de bekkenkam of van de botbank. Het bevordert de fusie of het vastgroeien van de wervels. Meestal worden ook de wervels extra gefixeerd d.m.v. een plaatje met schroefjes.

Na de operatie kunt u last hebben van • slikklachten,• pijn tussen uw schouderbladen,• pijn t.h.v. de bekkenkam (indien er greffes werden genomen).

SamenvattingHet doel van de operatie is 1. de discus verwijderen en het ruggemerg en de zenuwen vrijmaken; 2. twee of meerdere wervels vastzetten om een beenderige fusie te

bereiken (vastgroeien van de wervels).

Informatiebrochure /7

De operatie duurt ongeveer drie kwartier tot anderhalf uur, afhankelijk van het aantal wervels dat geopereerd wordt.Na de operatie blijft u nog twee nachten in het ziekenhuis. Mogelijke ongemakken na de operatie zijn sliklast, pijn tussen de schouder-bladen en pijn t.h.v. de bekkenkam.U bent arbeidsongeschikt voor een periode tussen de vier en acht weken.

3 Voorbereiding op de ingreep

Voor de operatie bespreekt uw arts het verloop van de operatie. Hij vraagt u om het preoperatief samenwerkingsdocument in te vullen. Dat is een docu-ment waarop u alle gegevens over uw gezondheid, allergieën, medicatie,... invult. U consulteert ook uw huisarts. Hij zal een bloedonderzoek uitvoeren en eventueel een elektrocardiogram nemen (registratie van uw hartactiviteit). Soms laat uw huisarts een röntgenfoto van de longen nemen. Hij beslist of en wanneer u moet stoppen met bepaalde geneesmiddelen vóór de operatie (bv. bloedverdunners). Volg deze richtlijnen strikt op.

Als u de dag vóór de ingreep ziek bent of koorts heeft, bel dan het zieken-huis op het nummer 09 246 72 00.

Wat brengt u zeker mee naar het ziekenhuis?• de onderzoeksuitslagen, foto’s of cd-rom;• het preoperatief samenwerkingsdocument;• identiteitskaart;• SIS-kaart;• thuismedicatie voor 1 dag;• in te vullen ziekteattesten (indien nodig);• eventueel antitrombosekousen, indien u deze reeds bezit.

Informatiebrochure8/

De opnamedagOp de opnamedag komt u nuchter en op tijd naar het ziekenhuis. Nuchter betekent dat u vanaf middernacht niets meer eet of drinkt. U meldt zich eerst aan bij de opnamedienst in het atrium. De on-thaalmedewerker regelt het nodige en vergezelt u naar uw kamer op de verpleegafdeling neurochirurgie.

Een verpleegkundige geeft uitleg en regelt uw verblijf en de operatie. U wordt gewogen en gemeten. De verpleegkundige neemt de maten voor uw antitrombosekousen (als u deze niet heeft). De kousen ondersteunen de aders in uw benen en bevorderen de bloedcirculatie. Dat voorkomt een trombose. De verpleegkundige zal ook de maten voor uw halskraag meten. Die moet u een tweetal weken na de operatie dragen (dag en nacht) om te vermijden dat u onverwachte bewegingen maakt. Na twee weken draagt u de halskraag afwisselend overdag en ‘s nachts, tot u op controle komt.

U wacht op de kamer tot een medewerker van de operatiezaal de afdeling contacteert. U krijgt een operatiehemd en de antitrombosekousen. Daarna brengt de verpleegkundige u naar de operatiezaal.

Informatiebrochure /9

Wat neemt u niet mee naar het operatiekwartier?• juwelen, bril of lenzen;• piercings;• tandprothese.

In de operatiezaal krijgt u een infuus. Nadien worden er drie elektrodes op uw borstkas gekleefd om uw hartritme tijdens de operatie te volgen op de monitor.

4 Zorg na de operatie

Na de operatie wordt u onmiddellijk naar de ontwaakzaal gebracht waar u rustig kan wakker worden. De verpleegkundigen voeren observaties uit tot u goed bij bewustzijn bent en de parameters (bloeddruk, pols en tempera-tuur,...) goed zijn. Daarna mag u terug naar de kamer op de afdeling.

Terug in de kamerDe verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, pols en tempe-ratuur, het wondverband en de eventuele drain (dun buisje met reservoir om wondvocht op te vangen). Ze polst naar uw gevoel en beweeglijkheid in de armen en handen. Dat gebeurt om de twee uur gedurende de eerste 24 uren na de operatie.

U krijgt uiteraard ook pijnstilling. Het is vooral belangrijk dat u de eerste twee uren plat op uw rug blijft liggen in bed. Daarna is vrije wisselhouding mogelijk. De verpleegkundige kan u helpen op uw zij te draaien wanneer dat nodig is. Dat vereist een bepaalde techniek ‘draaien in blok’, die de ver-pleegkundige u zal uitleggen. Als u zich niet misselijk voelt, mag u zes uur na de operatie een slokje water drinken. Eten is pas voor de volgende dag.

De verpleegkundige vraagt regelmatig of u het gevoel heeft om te plassen. Wanneer u zes uur na de operatie nog niet spontaan plast, begeleidt de verpleegkundige u naar het toilet. Indien u dan niet spontaan kan plassen, wordt u gesondeerd. De verpleegkundige brengt via uw urinebuis een dun buigzaam buisje in uw blaas om deze te ledigen.

Informatiebrochure10/

5 De volgende dagen

De eerste dag na de operatieDagelijks krijgt u tijdens uw verblijf een spuit (Fraxiparine®) om flebitis (= aderontsteking) te voorkomen.

De verpleegkundige controleert regelmatig uw parameters, uw pijn, uw beweeglijkheid, uw gevoelswaarneming en uw wondverband. U krijgt de nodige pijnstilling. Indien u niet misselijk bent of sliklast heeft, mag u gewone voeding eten. Bij sliklast krijgt u bezoek van de logopedist en krijgt u aangepaste voeding.

Slikklachten na de operatie zijn normaal. Tijdens de ingreep wordt immers de slokdarm verschoven waardoor er na de ingreep zwelling kan ontstaan. Ook een halskraag kan slikken belemmeren. De sliklast kenmerkt zich door één of meerdere klachten: gevoel van moeilijke passage van voedsel, pijn bij het slikken,en verslikken bij drinken.

Sommige mensen hebben veel sliklast, anderen weinig tot geen. Meestal neemt de sliklast dag na dag af. In functie van uw herstel is het belangrijk om ondanks de moeite met slikken voldoende te eten en te drinken.

Na de operatie komt de logopedist bij u langs om te kijken hoe het gaat met slikken. Indien nodig of gewenst kan u een aangepast menu krijgen. In bepaalde gevallen (bv. een erg beperkte voedings- of vochtinname, ern-stig afwijkend stemgeluid of langdurige klachten) wordt u doorverwezen naar de logopedist en/of diëtist van de afdeling of naar een neus-, keel- en oorarts en/of diëtist van de afdeling.

De verpleegkundige helpt u bij het ochtendtoilet en controleert het wond-verband. Indien nodig wordt dat verzorgd. Het draaien in blok moet correct gebeuren. De antitrombosekousen draagt u opnieuw na de verzorging.

Informatiebrochure /11

Uw arts bezoekt u in de voormiddag en beslist wanneer u mag opstaan. Dat gebeurt onder begeleiding van de verpleegkundige. Het is ook afhankelijk van hoe u zich voelt.

De eerste dag na de operatie gebeurt een radiografie van de cervicale wervelkolom om de positie van het geplaatste materiaal te controleren. De kinesist legt rugvriendelijke technieken uit en geeft tips over wat mag en niet mag in de volgende weken.

De tweede dag na de operatie gebeurt de ochtendverzorging in bed of aan de lavabo, afhankelijk van wat u zelf wil en kan. De arts bezoekt u om te kijken hoe u het stelt. Het is belangrijk dat u de juiste houding aanneemt om op te staan.

De halskraag moet u twee weken dragen bij stappen, zitten en slapen. Rust zoveel u kunt. Een éénmalige wondcontrole na één week bij de huisarts is noodzakelijk. U mag douchen, niet baden. Na vier weken komt u op con-sultatie bij de neurochirurg in het ziekenhuis. De verpleegkundige van de dienst maakt deze afspraak voor u.

Vóór uw vertrek naar huis krijgt u:een brief voor de huisarts, tenzij de huisarts e-mail verkiest;een afspraak voor de consultatie bij de neurochirurg;ziekteattesten, een voorschrift voor medicatie (indien nodig),...

6 Naar huis

De verblijfsduur hangt af van de operatie en uw herstel. Meestal mogen patiënten de tweede dag na de operatie terug naar huis.

Informatiebrochure12/

7 Teamvoorstelling

Tijdens uw verblijf staat een professioneel team klaar om u zo goed mogelijk te begeleiden. De verpleegkundigen van de dienst D303 neuro-, hoofd-, hals- en rugchirurgie zijn uw aanspreekpunt bij vragen en proble-men. Zij krijgen ondersteuning van een logistiek medewerker, een ergo-therapeut, kinesitherapeuten, een logopedist en een sociaal assistente.

NeurochirurgenDr. Tom VandekerckhoveDr. Joris BleyenTel.: secretariaat neurochirurgie: 09 246 72 00

Hoofdverpleegkundige NeurochirurgieTel.: Dominique De Wulf: 09 246 33 10

PlaatsAZ Maria MiddelaresAtrium, ingang D, 3e verdieping, kamers 3301 - 3322Tel.: 09 246 33 03

Dr. Vandekerckhove Tom Dr. Joris Bleyen Dominique De Wulf

Informatiebrochure /13

8 Revalidatie

De eerste vier wekenWissel regelmatig van houding:liggen: op uw rug en uw zij (knieën op elkaar of met bananenkussen);zitten: rug recht, voeten gesteund; staan en wandelen. Let op dat natuurlijke krommingen van uw rug bewaard blijven. Bij pijn: rusten (gaan liggen).

Welke activiteiten zijn toegelaten?Kortdurende activiteiten (afwisselen van houding).Goed op uw houding letten (bv. bij bukken door de knieën buigen).U mag lichte huishoudelijke taken uitvoeren: bv. koken, strijken, was ophangen, afwassen of aan de computer zitten. Welke activiteiten zijn niet toegelaten?Poetsen of in de tuin werken.Boven uw hoofd werken.Gewichten tillen.Autorijden (gedurende twee tot drie weken).Sporten of kinesitherapie volgen.Fietsen.

Na de controle bij de neurochirurg (4 weken) bieden wij vrijblijvend rugre-validatie aan met als doel:Inzicht in houding en beweging.Aanleren van rugsparende technieken (rugschool).Aansterken van nek- en rugspieren (rugtraining).

Als u geïnteresseerd bent kunt u contact opnemen met het Revalidatiecen-trum: telefoon 09 246 99 00.

Informatiebrochure14/

9 Tot slot

Deze brochure tracht u zo goed mogelijk te informeren over de cervicale fusie.Heeft u nog vragen, aarzel dan niet en contacteer de verpleegkundigen van de afdeling Neurochirurgie op telefoonnummer 09 246 33 03. Zij zullen u graag te woord staan.

Buitenring Sint-Denijs 30 – 9000 Gent Tel.: 09 246 46 46 - Fax: 09 246 96 59 – [email protected] – www.mariamiddelares.be

Volg ons ook op: NEUROCHIRURGIE

1261 - 2.0

Volg ons ook op: