29
COMMUNITY CIN é TOL VERHALEN & HERINNERINGEN UIT NEGENTIG JAAR GESCHIEDENIS KRONIEK CIN É TOL 1926 tot nu Theosofische tempel Synagoge Theater Bioscoop Moskee Bibliotheek KRONIEK CIN É TOL

CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

COMMUNITY CINéTOl

VerhaleN & herINNerINgeN UIT NegeNTIg jaar

gesChIedeNIs

KronieK

Cinétol

1926 tot nu Theosofische tempel Synagoge Theater Bioscoop Moskee BibliotheekKronie

K

Cinét

ol

Page 2: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Anna-Lisa Lindgren, studente aan de Rietveld academie, maakt het eerste plan. Het definitieve ontwerp komt van architecten-bureau Bolhuis & Lambeck.

1985 — Buurthuis CinetolAan de linkerkant van het Cinétol-gebouw stond vanaf 1908 een houten hulpgebouw. In de jaren tachtig wordt dit gebouw gesloopt en komt er dankzij de inspanningen van actiecomité Geen gesol met Cinétol op dezelfde plek een buurthuis te staan.

2014 — Broedplaats Cinetol In 2010 komt buurthuis Cinetol leeg te staan. Er wordt gezocht naar een nieuwe bestemming en in 2012 schrijft Stadsdeel Zuid een prijsvraag uit. Het plan om van het gebouw een creatie-ve broedplaats te maken wint. Ook opent de broedplaats op de begane grond een café voor de buurt, de Tolbar.

2015 — 2016 — Kroniek CinétolHet 30-jarige bestaan van bibliotheek Cinétol en het 90-jarige bestaan van het gebouw zijn aanleiding voor Openbare Bibliotheek Amsterdam en Cultuur Cluster Asscher om in samenwerking met Museum Het Schip en Theosofische Vereniging Nederland het jubileumproject Kroniek Cinétol te ontwikkelen.

1945 — Cultura TheaterNa de oorlog blijft het gebouw een bioscoop. Onder de naam Cultura Theater worden er de betere amusementsfilms gedraaid zoals The Third Man, Adam en Evelyn, Hotel Sahara en Les Enfants du Paradis.

1929 — hoofdkantoor Theosofische Vereniging In 1928 wordt begonnen met de bouw van een nieuw hoofd-kantoor voor de Theosofische Vereniging. Dit gebouw komt rechts van de tempel te staan en is ook ontworpen door Brinkman en Van der Vlugt. In 2006 is het gebouw voor het laatst grondig ver-bouwd en vernieuwd. Theosofi-sche bibliotheek, secretariaat en studiecentrum zijn nu meer met elkaar verbonden en vaker geopend voor bezoekers. De oudste loge (afdeling) van de Theosofische Vereniging is nog altijd in het gebouw gevestigd.

1961 — Bioscoop CinétolDe bioscoop krijgt in 1954 de nieuwe naam Cinétol. In 1961 wordt de bioscoop overgenomen door Cor Koppies. Hij program-meert de nieuwste films: de Nouvelle Vague films van onder-meer Jean-Luc Godard en François Truffaut en films van Ingmar Bergman en Buñuel. Ook organiseert hij zogenaamde teach-ins waar filmstudenten, filmmakers en filmcritici vaak tot diep in de nacht met elkaar discussiëren onder leiding van onder andere Jan Blokker.

1937 — liberaal joodse synagogeBegin jaren dertig gaat het minder goed met de Theo-sofische Vereniging en wordt de tempel verbouwd tot concert- en gehoorzaal. Ver-schillende organisaties huren de zaal en in 1937 wordt de Liberaal Joodse Gemeente de vaste gebruiker. Tot 1941 functioneert het gebouw als synagoge. Daar- na moet de Liberaal Joodse Gemeente (LJG) op last van de Duitse bezetters de activiteiten staken. Tegenwoordig is de synagoge van de LJG gevestigd aan de Zuidelijke Wandelweg.

1970 — de TolkresjAchter het Cinétol-gebouw is door de theosofen in 1949 een administratiegebouw geplaatst. In 1970 wordt dit gebouwtje verhuurd en komt er een crèche in.Naar de filosofie van het Witte Kinderplan uit de Provotijd wordt de crèchevolledig gedreven door deouders zelf. De Tolkresj bestaat vandaag de dag nog steeds.

1976 — geen gesol met Cinétol In 1976 wordt er een sloopaan-vraag ingediend voor bioscoop Cinétol en de panden erom-heen. Het is de bedoeling dat er ondermeer een flat van 28 verdiepingen wordt gebouwd. De buurt is het hier niet mee eens en actiecomité Geen gesol met Cinétol wordt in het leven geroepen. Het comité zorgt ervoor dat het gebouw een Rijksmonument wordt en dat de gemeente de sloopaanvraag afwijst.

1942 — Bioscoop-theater ThaliaIn de Tweede Wereldoorlog wordt het gebouw een bios-coop. Bioscoop-theater Thalia wordt geëxploiteerd door een NSB’er en er worden veel Duitse propagandafilms getoond.

1980 1990 2000 2010 2020

1979 — Moskee al Kabir Bioscoop Cinétol sluit op 26 augustus 1979 zijn deuren. Cor Koppies zet zijn bioscoop voort aan het Leidseplein onder de naam Cinecenter. Terwijl de gemeente en het actiecomité op zoek gaan naar een nieuwe bestemming, mag moskee Al Kabir het gebouw tijdelijk huren.

KronieK

Cinétol 1926 — Theosofische tempel

De architecten Brinkman en Van der Vlugt krijgen de op-dracht om een theosofische tempel te bouwen voor de Theosofische Vereniging. De tempel is gebouwd in de stijl van het Nieuwe Bouwen en wordt in 1927 geopend door Annie Besant, de internationale voorzitter van The Theosophical Society.

197019301920 1940 1950 1960

TIjdlIjN

KronieK

Cinét

ol

Page 3: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Midden in de Diamantbuurt is het Cinétol-gebouw altijd een plek geweest waar mensen zijn samen-gekomen op zoek naar zingeving, passie, kennis of verbinding. In 2016 bestaat het gebouw negentig jaar en is de Openbare Bibliotheek Amsterdam hier al ruim dertig jaar gevestigd. Deze jubilea zijn aanleiding voor het project Kroniek Cinétol: een initiatief van de OBA en Cultuur Cluster Asscher. In de bibliotheek is momenteel een tentoonstelling te zien met gelijknamige titel over de geschiedenis van het gebouw. Deze tentoonstelling en bijbehorende publicatie zijn de weerslag van historisch onderzoek en samengesteld met medewerking van Museum Het Schip. De projecten van Cultuur Cluster Asscher komen altijd tot stand voor, door en met de buurt, zo ook Kroniek Cinétol. In die negentig jaar gebouw en dertig jaar bibliotheek zijn er vele gebruikers, bezoekers, buren en passanten geweest. Voor Community Cinétol, het vervolg op de tentoonstelling, zijn we op zoek gegaan naar de verhalen van deze mensen. Want zoals meneer Mannheim, één van onze verhalenvertellers, heeft gezegd: “Door de verhalen van de mensen zelf gaat de geschiedenis pas echt voor je leven”. Sommige verhalenvertellers hebben zichzelf gemeld naar aanleiding van de historische tentoonstelling of via één van de oproepen. Gaandeweg kwamen we via de ene verhalen-verteller ook weer bij andere verhalenvertellers uit. Overal zijn we heel hartelijk ontvangen, iedereen vertelde graag zijn/haar verhaal en met elke ontmoeting kregen we weer een bijzonder verhaal cadeau. Het verhaal van het Cinétol-gebouw is een puzzel die uit steeds meer verschillende stukjes bleek te bestaan. Kleine details zoals het prachtige licht van boven in de glazen punt van het dak ofwel het ‘licht van inzicht’ uit de tijd van de theosofische tempel, de feestelijke sfeer bij de Hoge Feestdagen in de synagoge, de asbakjes aan de bioscoopstoelen bij de beroemde teach-ins of de donkere gangen in de moskee waar je zo goed verstoppertje kon spelen. En grotere beelden van moeilijke sociale tijden en liefdevolle zorg voor

hun gemeenschap door bijvoorbeeld de rabbijn (in de synagoge) of later door de mensen van de moskee. Maar ook de liefde voor kunst die in het gebouw zo vaak is gedeeld. Zoals Cor Koppies, die met zijn avant-garde films filmliefhebbers vanuit de hele stad trok. En nog weer later de bibliotheekmedewerkers met hun liefde voor boeken en inzet voor al hun bezoekers. Het gebouw is een icoon in de buurt dat mede dankzij de inzet van de buurtbewoners in het actiecomité Geen gesol met Cinétol nog steeds bestaat. Gelukkig maar! Tot op de dag van vandaag vormt het Rijksmonument samen met zijn buren een bijzondere plek waar buurtbewoners van alle leeftijden en achtergronden altijd welkom zijn en elkaar kunnen ontmoeten. Wij hopen dat dit nog heel lang zo zal blijven. In Community Cinétol laten we de verhalenvertellers zelf aan het woord over vroeger, over nu en over de toekomst. Wij wensen u veel leesplezier.

Team jubileumproject Kroniek CinétolEva SchneiderDenise SchreuderHanneke van Kessel

5

CINéTOl Is eeN geBOUw

MeT eeN UNIeK Verhaal!

KronieK

Cinétol

Page 4: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

BibliotheekFebe & Meander Tijsseling 8Elisabeth Eyl 10Ilona Kroner 14Marijke Hemker 15Elsbeth de Vlieger 16Gijs & Olowine Bolhuis 20BurenQuico Touw 22Debora & Hans 24Geen gesol met CinétolTine Artar-Leefkens 26Frank de Bruijne 28MoskeeMohamed Echarrouti, Moulay Lahcen Elidrissi & Marzouk Aulad Abdellah 32Ahmed Marcouch 34BioscoopMartin Fredriks, Ina Janmaat, Bob Polak 38Frans Bromet 40Lucie Meulendijks, Casper Vogel, 42SynagogeEddy & Ro Mannheim 44Madelon Bino-Meijers 48Theosofische VerenigingWim Leys 50Renger Dijkstra 52Colofon 54

INhOUd

1926 to

t nu

Theoso

fisch

e tempel

Sy

nagoge

Th

eater

Biosc

oop M

oskee

Biblioth

eek

BOVEN De internationale theosofische delegatie bij de ingang van de tempel, juni 1927

ONDER Actiecomité op bezoek bij wethouder De Cloe, 1977

RECHTS Teach-in in Cinétol met Jan Blokker

76

KronieK

Cinét

ol

Page 5: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Favoriete boekFebe — Ik hou van verschillende soorten boeken bijvoorbeeld de Grijze Jager serie en fantasy, maar ook echt gebeurde verha-len of verhalen die echt gebeurd zouden kunnen zijn.Meander — Hoe meer je leest, hoe moeilijker het wordt om te bepalen wat je lievelingsboek is. De zesdelige serie Gone van Michael Grant heeft wel blijvend een diepe indruk op me gemaakt.

Febe — In groep 3 heb ik leren lezen. Ik weet nog dat we daar op school een boekje voor hadden wat ik heel stom vond. Al snel kon ik zelfstandig lezen. Alle boeken die ik daarna heb gelezen, vond ik leuk. Nu moet ik ook boeken lezen voor school. Over het algemeen vind ik die niet zo leuk en ik doe er ook langer over. Boeken die ik zelf uitkies, zou ik in een dag kunnen uitlezen. Maar dat doe ik niet. Daar heb ik niet genoeg tijd voor en er zijn ook andere dingen die ik graag doe. Ik heb een hele drukke klas en zit vaak tijdens de les te lezen. Soms word ik er wel op aangesproken, maar meestal is de leraar te druk met de rest van de klas stil te houden. Vroeger kwamen we vaak naar de Cinétol bibliotheek samen met onze moeder, maar ook met school. Toen ik klein was, leek de weg van school naar de bibliotheek heel lang, terwijl dat eigenlijk maar een klein stukje is.

98

Als ik een boek uit heb, ga ik altijd nog verzinnen hoe het verder zou kunnen gaan of een achter-grondverhaal bedenken. Ik kan best wel in een boek verdwijnen. Gewoon dat je niet oplet wat er om je heen gebeurt en alleen maar leest. Dat zijn de fijnste boeken. Vroeger werden mijn zus, broer en ik sa-men voorgelezen voordat we gingen slapen. Ie-dereen leest hier in huis. Tijdens het ontbijt zit-ten we altijd allemaal te lezen.

Meander — Ik ben dyslectisch, dus het heeft wel even geduurd voordat ik zelf een boek pakte. Ik luisterde altijd al wel veel luisterboeken. Er was niks mis met boeken, maar ik had niet echt geleerd hoe ik me goed kon concentreren. Vroeger moest ik vaak lang naar letters kijken. Dan dacht ik dat de ene letter hoger stond dan de andere letter en zag ik niet dat ze allemaal op dezelfde lijn stonden. Vanaf groep 3 tot eind groep 5 heb ik hulp gehad. Ik word nog steeds wel moe van lezen, maar ook daar heb ik mee om leren gaan. Nu hou ik heel erg van lezen. Toen ik in groep 6 zat, zei mijn vader dat ik nu echt een boek moest gaan lezen. Ik mocht toen kiezen tussen de Grijze Jager of Brief voor de Koning. De Grijze Jager was dunner, dus koos ik die. Ik zag lezen altijd als iets saais en moeilijks. In het begin zat ik een beetje naar de bladzijdes te staren, maar toen ging ik toch maar lezen en bleek het een heel spannend boek te zijn. Vanaf dat moment associeerde ik lezen met spannend en ben ik doorgegaan met lezen. Eerst de hele serie van de Grijze Jager (12 de-len), daarna boeken waarvan Febe zei dat ze er op leken en zo verder. Ik ga nu steeds va-ker naar de Centrale bibliotheek, want hier in Cinétol heb ik alles wel uit. Als ik genoeg boeken zou hebben, zou ik er twee of drie per week lezen. Wanneer ik aan een nieuwe serie begin, leen ik alle delen tege-lijk bij de bibliotheek. Dan lees ik die hele serie in een paar weken uit en dan breng ik ze weer terug. Wanneer ik zo’n serie uit heb, mis ik het verhaal als het voorbij is. Soms lees ik het dan nog een keer, maar dat doe ik niet zo vaak. Als er op internet een lijst met oneindig veel verha-len zou zijn, waarvan jij op jouw computer tel-kens het verhaal krijgt waar je op dat moment aan toe bent, dan weet ik niet of ik nog heel goed zou opletten op school. Lezen is een soort film waarin jij zelf kan bepalen hoe bepaalde dingen gaan. In een echte film is al voor jou gekozen hoe de dingen lopen en hoe het beeld er uitziet. In een boek zitten altijd tal van kleine dingen waar eigenlijk geen aandacht aan is besteed; die kan je er dan zelf bij bedenken. Over sommige beschrijvingen kan je ook makkelijk heen lezen en dan kan je bij-voorbeeld zelf bepalen hoe iemand er uitziet. Dus zo wordt een verhaal eigenlijk een film, die jij zelf hebt gemaakt.

“hOe Meer je leesT, hOe MOeIlIjKer heT wOrdT

OM Te BepaleN waT je lIeVelINgsBOeK Is”

Febe & Meander Tijsseling,

bezoekers van bibliotheek Cinétol

Bibliotheek

KronieK

Cinétol

Page 6: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Als je hier in Cinétol bent, weet je wat architec-tuur kan doen. Het licht en die ruimte, het gebouw geeft je echt iets. Ik hou erg van de kunst uit de twintiger jaren, ik vind dat de meest ver-nieuwende tijd op kunstgebied. Daarna is er natuurlijk ook nog veel gebeurd, maar die radicale vernieuwing is toen begonnen. Daar staat dit gebouw ook voor. Het is echt een verborgen parel. Ik ben heel blij dat we nu met Kroniek Cinétol de kans hebben om het centraal te stellen, zodat het verhaal van het gebouw gaat leven voor iedereen. Ik vind het ook zo’n mooie plek voor een bibliotheek. De medewerkers houden ervan of ze vinden het verschrikkelijk. Sommigen voelen zich er niet thuis, vinden het te donker en te hol. Die willen er liever niet werken. Het gebouw roept iets op, is blijkbaar niet neutraal. Voor mij was het liefde op het eerste gezicht. Ik ben voor het eerst in de Cinétol biblio-theek geweest als gebruiker. Destijds woonde ik in De Pijp en ik ging hier met mijn zoon naar de bibliotheek. Hij was toen twee, ik zie hem nog in de bakken met prentenboeken grabbelen. Vroeger kwam ik ook al in bioscoop Cinétol, dat was in de periode vlak na mijn middelbare school. Samen met mijn toenmalige vriendje ging ik naar de nachtfilm; heel spannend vonden we dat! Er werd toen nog gerookt in de bioscoop, ik zie nog die asbakjes aan de leuningen voor me. Vele jaren later — in 2008 — ben ik als regiohoofd Zuid bij de OBA weer terechtgekomen in Cinétol; ik kon bijna niet geloven dat zo’n mooi gebouw onder mijn werkgebied viel. Ik hou erg van het bibliotheekwezen, ben altijd in bibliotheken werkzaam geweest. Als regiohoofd zat ik op een plek waar ik echt iets voor mensen kon betekenen. De OBA staat midden in de Amsterdamse samenleving; elke vestiging heeft zijn eigen werkgebied en sociale kleur. Mijn opdracht was om de overgang van uitleenbibliotheek naar belevenisbibliotheek — dat was de term van Hans van Velzen, de toenmalige directeur van de OBA — te realiseren. Door de automatisering van het uitlenen was het

11

contact tussen de medewerkers en de biblio-theekbezoekers minder intensief geworden, maar als bibliotheek wilden we toch graag de spil in de buurt blijven. Het bijzondere van de bibliotheek is toch dat we er gewoon zijn en dat mensen er altijd terecht kunnen. Dat welkome gevoel in combinatie met inhoud maakt ons uniek. Vanuit die inhoud zijn we voor alle verschillende bezoekers een plek gaan maken in hun buurt waar ze iets te zoeken hebben en graag naar terug willen komen. Ik wilde dat de bibliotheek echt zou gaan leven in de buurt. Als ik nu op woensdagmiddag door de Tolstraat loop en al die kinderen naar de bibliotheek zie rennen, ben ik zo gelukkig: Daar gebeurt iets! Het vormgeven van de belevenis-bibliotheek was voor mij een ontdekkingsreis; helemaal nieuw. Er gebeurde al wel veel in de vestigingen zoals lezingen en voorleesactiviteiten, maar dat waren altijd losse dingen. Er was geen vast programma waardoor het niet zo leefde onder de bezoekers. Toen dacht ik; dat moeten we anders gaan doen. Er klopten ook allerlei buurtorganisaties aan die graag wilden samenwerken met de OBA. Met elkaar hebben we een goede programmering ontwikkeld voor elke vestiging. Dat ging stap voor stap: eerst eens kijken waar je als bibliotheek staat, in wat voor wijk ben je gevestigd en wat willen de mensen. Alleen maar vragen wat mensen willen, is niet genoeg, want mensen weten vaak helemaal niet wat ze willen. Je moet zelf met iets komen. Mensen haken aan als je iets verzint op basis van jouw idee wat er zou kunnen passen in die wijk. Je moet mensen verleiden. Als mensen op dat wat je aanbiedt afkomen en blijven komen, dan zit je goed. Stadsdeel Zuid had hart voor de bibliotheek en zag het belang voor alle lagen van de bevolking. Dat was heel bijzonder. Toen ik met deze baan begon, waren de gesprekken over de oprichting van Cultuur Cluster Asscher — een cultureel samenwerkingsverband in De Pijp/ Diamantbuurt — al gaande. Mede dankzij het stadsdeel en andere fondsen heeft Cultuur Cluster Asscher al zoveel mooie projecten kunnen maken. Ontmoeten en beleven is een creatief proces. Daar gaat heel veel werk in zitten. Als iets er dan eenmaal is, dan lijkt het alsof het er altijd al geweest is. Die vanzelfsprekendheid creëren, dat is onze kracht als bibliotheek en als Cultuur Cluster Asscher. Mijn ideaal is dat de bibliotheek als laagdrempelige en neutrale plek — wij hebben geen kleur, geen mening, geen commercieel belang — altijd blijft. Wij zijn de plek waar echt iedereen zich thuis kan voelen van zwerver tot professor. Die ruimhartigheid en die verbinding vind ik heel bijzonder en misschien cliché maar daar geloof ik echt in.

Elisab

eth E

yl, vo

ormali

g regio

hoofd

OBA-Zuid

& vo

orzitt

er

Cultuur C

lust

er Ass

cher

Favoriete boek elisabeth — De puberteit is een gevoelige tijd, waarin literatuur toch hard binnen komt. Ik was toen enorm onder de indruk van De Idioot van Dostojewski. De Toverberg van Thomas Mann heeft ook enorme indruk op me gemaakt. Ik hou van schrijvers die echt verhalen kunnen vertellen en die je op die manier helemaal meenemen in hun wereld.

Bibliotheek

“heT CINéTOl-geBOUw was VOOr MIj

lIeFde Op heT eersTe gezIChT”

KronieK

Cinét

ol

Page 7: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

BibliotheekVAN LINKS NAAR RECHTS Elsbeth de Vlieger, Ilona Kroner, Marijke Hemker

FAVORIETE BOEKENelsbeth — Ik hou vooral van mooie fotoboeken. Lekker bladeren, dat kan ik uren.Ilona — De boeken van Annejet van der Zijl: Anna en Sonny Boy. Ook het werk van Geert Mak waardeer ik zeer. Als kind las ik graag de boeken van Paul Biegel en Astrid Lindgren. Marijke — Ik hou van poëzie voor kinderen zoals het werk van Han G. Hoekstra, Karel Eykman, Willem Wilmink en Ted van Lieshout. Een ander favoriet boek is Ronja de roversdochter van Astrid Lindgren. Favoriete schrijvers zijn Joke van Leeuwen en Roald Dahl. Ook hou ik van de prentenboeken van Annemarie van Haeringen en van de boeken van Kikker van Max Velthuis.

KronieK

Cinétol

Page 8: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

1514

“VOOrlezeN aaN KINdereN Is

zO heerlIjK OM Te dOeN!”

Marijke hemker — In 1999 ben ik in bibliotheek Cinétol komen werken als bibliothecaris en educatief medewerker. Ik heb hier kinderen echt zien opgroeien. Op een keer stond er zo’n grote jongen van een jaar of 18 voor de balie. Hij vroeg een beetje verlegen: “Hé juf, kent u me nog?”. Dat was een jongen die ik misschien 10 jaar geleden met zijn klas in de bibliotheek heb gehad. Mijn werk was erg afwisselend: in de ‘uitleen staan’, collectioneren, contacten onder houden met scholen, educatieve pro-jecten, voorlezen en knutselen met kinderen op woensdagmiddag. Van de Kinderboekenweek maakte ik veel werk. Dan werd de jeugdafdeling omgetoverd tot een bos, een circustent enz. al naar gelang het thema. Elke week kwam hier wel een groep kinderen meestal van de basisschool maar ook bijvoorbeeld schakelklassen, waar leerlingen uit verschillende culturen in zaten die nog niet zo lang in Nederland woonden. Ik vertelde dan over de bibliotheek, wat je hier allemaal kunt vinden en hoe je informatie kan vinden. Toen er nog geen computer was, kon je alle onderwerpen opzoeken in een boekje. Alle onderwerpen hadden een vast eigen nummer in dat boekje; dat is in heel Nederland en België hetzelfde. Als je nu iets opzoekt in de computer, zie je dat nummer ook nog. Aan de hand daarvan kun je een boek vinden in de kasten. Toen het innemen en uitlenen van mate-rialen eenmaal geautomatiseerd was, kregen we minder contact met de klanten. Het contact met de kinderen en met de moeders bleef, vooral op de woensdagmiddag. Dan was het voorlees- en knutselmiddag. De kinderhoek was een heerlijke plek, waar moeders de hele middag bleven zit-ten om met elkaar te praten en problemen met elkaar te bespreken.

Marijke Hemker, voorm

alig jeugd-

bibliothecaris bibliotheek Cinétol

passie van het team. Iedereen was belezen, sommige medewerkers waren net wandelende encyclopedieën. Parate kennis was veel meer van belang. Zelf vind ik parate kennis bijna een kunstvorm, waarmee je je kan onderscheiden. Mensen komen naar je toe met een vraag. Ze verwachten dat jij het weet of dat je een zij–sprong weet, die een oplossing biedt. Het geeft zoveel voldoening als je dan het juiste antwoord weet of een tip kan geven voor een ander boek, waardoor iemand toch blij naar buiten gaat. De vaste lezers van vroeger waren ge-richt op een bepaald niveau boeken. Ze dachten ook mee over het aanbod; lezers konden des-tijds nog zelf boeken bestellen. Er waren in-tekenlijsten voor nieuwe literaire boeken, die waren altijd heel snel vol. Tegenwoordig lezen mensen veel meer alle genres door elkaar heen. Vroeger zat daar een duidelijke scheidslijn tus-sen. Als je literatuur las, nam je geen populaire boeken mee, dat hoorde niet. Een boek werd toen nog zorgvuldig behandeld en niet snel afgeschreven. Vroeger had ik hier boeken wel tien jaar staan, die werden echt stuk gelezen. Een boek was toen waardevoller, kostte ook meer geld. De omloop-tijd van de boeken is nu veel korter. Een boek van 2011 kan al oud zijn. Soms wil ik een boek best wat langer houden, maar dat kan niet. Er is een bepaald quotum per filiaal vastgesteld, dus op een bepaald moment moet een boek echt weg. Ik zou zelf best wel wat minder boeken willen afschrijven. Het idee van een bewaar-collectie spreekt mij wel aan. Misschien is dit ook wel een beetje mijn eigen droom. Ik heb altijd een boekwinkeltje willen hebben. Van oudsher staat de bibliotheek al mid—den in de maatschappij. De openbare bibliotheek is opgericht om het analfabetisme te bestrijden en ervoor te zorgen dat lezen niet langer alleen voor rijken was. De bibliotheek is nog steeds gratis toegankelijk en voor iedereen. Sinds een jaar of tien doen we steeds meer andere taalactiviteiten zoals lessen voor anderstaligen, laaggeletterden en leeslessen voor kinderen. Na al die jaren vind ik het nog steeds heel leuk om in de bibliotheek te werken. Het blijft een kick als ik mensen een beetje gelukkiger kan maken met een boek. In zekere zin is de bibliotheek nog steeds de spil van de buurt. Het is een openbare ruimte, waar je zomaar even naar binnen kunt wandelen. Er is sprake van onthaasting in de bibliotheek. Hier kan je even tot rust komen en je concentreren op een verhaal dat je boeit. Even opladen voordat je weer mee gaat in de drukte van alledag. Op maandagochtend ben ik vaak als eerste in het gebouw. Het is heel stil en ik laat het licht nog even uit. Dan kom ik echt tot rust en kan ik me even opladen voor de rest van de dag die komen gaat. Je kunt erin geloven of niet, maar de theosofen hebben dit gebouw toch met een bepaalde intentie gebouwd. Ergens blijft het toch een plek voor bezinning.

Er is een periode geweest dat hier ook ‘hang-jongeren’ kwamen. En ja, ze zaten vaak in groepjes achterin bij de kasten. Ik kan me wel voorstellen, dat dit er soms intimiderend uitzag voor de andere bezoekers. Maar daar stonden ook de boeken over seksuele voorlichting en zo, die zaten ze wel te lezen. Dus ze leerden hier zeker ook. Voor de kinderen in de buurt is de bibliotheek — denk ik — nog steeds een leuke plek om te zijn. Beetje lezen, giechelen en kletsen met je vrienden en vriendinnetjes zonder dat je ouders er bij hoeven te zijn. Met mijn eigen kinderen heb ik ook altijd gezongen en heel veel boeken aan ze voorgelezen. Dat deden mijn moeder en mijn oma trouwens ook al met mij. Sommige gedichten van Annie M.G. Schmidt, die mij zijn voorgelezen, ken ik nog steeds uit mijn hoofd. Ik heb nu een kleinkind van 3 jaar, dus eigenlijk begin ik weer opnieuw.

“lezeN geeFT MIj eeN geVOel

VaN VrIjheId”

Ilona Kroner, bibliotheekmedewerker

bibliotheek Cinétol

Ilona Kroner — Van huis uit heb ik de liefde voor het lezen meegekregen. Als kind wilde ik altijd voorgelezen worden, liedjes zingen en verhalen vertellen. Mijn moeder zei tegen me: “Ik zal blij zijn als je zelf kan lezen.” Gelukkig had ik daar wel aanleg voor. Vroeger thuis had ik al een boekenkastje met mijn eigen boeken. Met lezen kan ik op reis gaan, mijn fantasie wordt geprikkeld en ik kan eigen beelden vormen. Dat geeft mij een gevoel van vrijheid. Als kind verzamelde ik handtekeningen van schrijvers en op de middelbare school heb ik ook schrijvers geïnterviewd voor de schoolkrant, geweldig vond ik dat. Ik heb thuis nog een boek staan van Simon Carmiggelt met een handgeschreven brief voorin. Ook kwam ik toen al in de bibliotheek op de Prinsengracht. Als ik daar rondliep, dacht ik: “Oh, het lijkt me prachtig om hier te werken. Het is hier net een snoepwinkel.” En zo is het gekomen. Met enige tussenpozen werk ik al sinds 1999 in bibliotheek Cinétol. In die begintijd was de intensiteit van het werk wel anders. Mensen lazen toen nog veel. Er kwam een zeer gemengde groep aan bezoekers. Aan de ene kant had je de vaste lezers, gezinnen en volwassenen hier uit de buurt en de Rivieren-buurt. Daarnaast had je de kinderen en de jongeren, de meer rauwe kant van de buurt. Sommige jongeren kwamen om boeken te lezen en te lenen, maar anderen kwamen hier ‘hangen’. Dat leidde regelmatig tot veel chaos en lawaai maar ook tot diefstal en vormen van agressie. Het team ging daar heel goed mee om. Ze hielden vast aan de structuur van de bibliotheek. Ze wisten alles van boeken en wilden dat over-dragen. Hun passie was zo sterk, dat die chaos en overlast er wel doorheen raasde, maar nooit heeft gewonnen. Ik heb veel geleerd van die

Bibliotheek

KronieK

Cinét

ol

Page 9: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

1716

“heT zIjN NIeT de sTeNeN Maar de MeNseN dIe

heT werK waardeVOl MaKeN”

elsbeth de Vlieger — Toen ik een jaar of zestien was, kwam ik regelmatig in de bibliotheek aan de Erasmusweg in Den Haag. Daar zat een mevrouw met van dat mooie verzorgde haar en van die lange gemanicuurde nagels achter de balie de catalogusbakken bij te werken. Ik vond dat echt het summum en dacht: “Dat wil ik ook!” Daarnaast hield ik natuurlijk ook van lezen. Op mijn 17e ben ik naar de bibliotheekschool gegaan en op mijn 19e was ik klaar met de opleiding. Meneer van Riemsdijk, de directeur van de bibliotheekschool, zei altijd tegen ons: “Als je denkt dat je straks met een boekje in een hoekje kunt gaan zitten, dan wordt het helemaal niks. Het gaat er om, dat je goed met mensen om kunt gaan.” En dat is ook zo. Ik wilde graag mijn eigen stek hebben. Al snel heb ik in Amsterdam gesolliciteerd. Er waren destijds drie sectorhoofden en die hielden voor mij een pitch welk filiaal ze in de aanbieding hadden. Zo ben ik op mijn 24e hoofd geworden in De Pijp, eerst van het filiaal Coöperatiehof en later van Cinétol. Toen de functie van filiaalhoofd verviel, ben ik naar de nieuwe centrale aan het Oosterdok gegaan. Daar ben ik betrokken geweest bij het opzetten van activiteiten, met name voor het theater. Het was vaak pionieren, maar daar houd ik van.

Het filiaal Coöperatief was een uniek gebouw maar onpraktisch en hard aan verbouwing toe. Anne-Lisa Lindgren, studente aan de Rietveld academie, had als afstudeerproject het om-bouwen van de bioscoop Cinétol naar een bibliotheekfiliaal ontwikkeld. Dat dit afstudeer-project ook echt gerealiseerd is, is wel heel bijzonder. Anne-Lisa Lindgren had stage gelopen bij het architectenbureau Bolhuis en Lambeck

en zo hebben zij de uiteindelijke verbouwing gedaan. Hiervoor hebben ze de originele opzet en tekeningen van Brinkman en Van der Vlugt, architecten van het gebouw, gebruikt om te reconstrueren. Vanaf het allereerste begin ben ik er bij betrokken geweest. Een heel leerzame periode: hoe laat je een bibliotheek functio-neren in een voor een bibliotheek volkomen ongeschikt gebouw. Anne-Lisa had bijvoorbeeld de jeugdafdeling op het balkon geplaatst. Toen we in het gebouw rondliepen, hoorden we die kindervoeten al galmend de trappen op en neer rennen, dat is dus snel veranderd. Voor de oorspronkelijke tempel-functie is het gebouw ooit zo geconstrueerd dat het geluid overal even goed te horen is. Voor een bibliotheek is dat natuurlijk niet echt ideaal. Daarom is er aan het plafond een laag akoestisch pleister aange-bracht. Het gebouw is prachtig. Boven in de werkkamer op mijn plekje zag je rond half vijf de zon ondergaan, deze tekende door de vorm van de ramen lichtstrepen door het hele gebouw.

Tegenwoordig werken alle medewerkers op verschillende locaties. Ik had nog een vast en hecht team van medewerkers. Eerst samen op Coöperatiehof en later in Cinétol. Het was hard werken, maar we hadden ook veel lol. De bibliotheek was vroeger ‘s avonds veel langer open. Tussen 17.00 — 18.45 uur sloten we, zodat de dames thuis konden eten. Op vrijdag, mijn avonddienst, ging ik met mijn collega uit eten bij Harvest, een heerlijk vegetarisch restaurant in De Pijp, inmiddels ook ter ziele. Van jubilea en afscheidsfeestjes maakten we ook veel werk. Niks catering, allemaal zelfgemaakte hapjes en een mooie aankleding. Eén van mijn vaste medewerksters droomde er al jaren van om een keertje in de bibliotheek te slapen. Daar gruwde ik van. Voor haar afscheid hebben we een Oosters feest georganiseerd met als verrassing dat we ook bleven slapen. Ik weet nog goed dat het heel erg koud was die nacht. De verwarming slaat namelijk automatisch uit aan het eind van de avond. Onze Marokkaanse collega heeft geprobeerd ons die avond buikdansen te leren, in een slang dansten we langs de kasten. Een tijd later sprak ik een lezer die achter de bibliotheek woont. Zij zei: “Ik heb een poosje terug zoiets raars gezien. Er waren allemaal mensen ’s avonds laat aan het dansen in de bibliotheek.” Ik dacht nog die is gek en zei: “Goh, was je soms aan het dromen?” Later bedacht ik me dat ze ons feestje moet hebben gezien.

Overlast door jongeren is er altijd al geweest. Ook op de Coöperatiehof. Er woonden daar een paar families, die waren echt berucht. Als ik nu in de Van Woustraat loop, herken ik ze nog steeds. In Cinétol was het vanaf het begin ook bal. Meestal bleef ik rustig en sprak de mensen aan op hun gedrag. Dat heb ik wel moeten leren. Ik heb ook geleerd om dingen aardig te vragen.

Elsbeth de Vlieger, voormalig filiaalhoofd

bibliotheek Cinétol

Bibliotheek

KronieK

Cinétol

Page 10: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

18 19

Vaak stond zo’n groepje jongeren in de hal te blowen en dan vroeg ik: “Ah, jongens, ga even buiten staan, anders komen die dampen binnen en dat is niet prettig.” Dan knikten ze braaf: “Ja mevrouw, dag mevrouw, goed mevrouw”. En dan gingen ze. Regelmatig had ik overleg met de scholen in de buurt, de wijkagent en het buurthuis. Als ik wist wie de ouders waren, ging ik daar mee praten. Vaak hadden zij geen idee wat hun kind uitspookte. Achteraf heb ik pas beseft hoe erg het soms was. Op een dag kwam er iemand met een pistool binnen. Mijn collega zei heel rustig: “Doe dat even weg, dat vind ik niet zo leuk”. Vervolgens belde zij de vader, die schrok zich rot, had geen idee waar zijn kind mee bezig was. Vanaf het begin hebben we bewaking gehad, dat was al zo op de Coöperatiehof. Dat waren vaak hele lieve jongens, die niet echt tegen deze jongeren opgewassen waren. Met het buurthuis naast ons hadden we natuurlijk veel contact, de Marokkaanse tienerwerker was goud waard. Maar net als bij de Coöperatiehof was het buurthuis dicht in de kerstvakantie en dan waren wij weer de buurtopvang.

De Pijp is altijd al een bijzondere wijk qua bevolkingssamenstelling geweest; er wonen zowel heel hoog- als laagopgeleide mensen. Daar houd je natuurlijk rekening mee bij het samenstellen van je collectie. Er was op de centrale vroeger een magazijn met een collectie van duurdere mooie kunstboeken, de zoge-naamde achtergrondcollectie. Die collectie rouleerde over de filialen. Daar vroeg ik veel uit aan, waardoor ik het niveau van het aanbod nog een beetje kon opkrikken. Elke vrijdagmorgen kwamen de nieuw ingevoerde boeken op een kar in de uitlening. Vaste lezers stonden dan al om

10.00 uur voor de deur. We hadden een aantal veel-lezers, die namen wel 12 boeken per week mee. Soms hielden we voor hen een stapeltje boeken apart. Dat was een kleine moeite maar werd ontzettend gewaardeerd.

In 1990 zijn we geautomatiseerd; dat was een grote omslag. De catalogus ging eruit en we hebben alle boeken moeten labelen. Toen we boeken nog handmatig uitleenden, gingen mensen vaak met ons in discussie over boetes. Nadat we met de computer werkten, maakten de mensen veel minder bezwaar. Voor hen was de computer heilig, die maakte geen fouten. Als leners heel erg te laat waren met het terugbrengen, werd de incasso ingeschakeld. We deden altijd eerst nog een belronde om te waarschuwen. Soms hoorde je zulke zielige verhalen, vaak probeerden we dan een oplossing te vinden.

In al die bijna veertig jaar heb ik mij nooit verveeld. Daar was mijn baan te afwisselend voor. De omgang met het publiek en het onderdeel zijn van een hecht team zijn voor mij het belangrijkste geweest. Uiteindelijk zijn het niet de stenen maar de mensen die het werk waardevol maken. Als ik het morgen over zou kunnen doen, deed ik het zo weer.

Bibliotheek

KronieK

Cinét

ol

Page 11: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Gijs & Olowine Bolhuis, architecten van de restauratie van het Cinétol-gebouw

“heT geBOUw MaaKT

eeN grOOT geBaar”

De renovatie en verbouwing van het Cinétol-gebouw is één van onze meest inspirerende opdrachten geweest. Het gebouw straalt een soort niet-kinderachtigheid uit, maakt een groot gebaar. In de basis was het al echt een goed gebouw. Brinkman en Van der Vlugt waren natuurlijk hele goede architecten. Toen wij begonnen, was de kwaliteit van het gebouw bijna niet meer zichtbaar, omdat het zo was verwaarloosd. Er was heel veel verduisterd en weg getimmerd. Het trappenhuis was bijvoorbeeld heel naar en donker, dat is nu veel lichter door het daklicht en de glazen pui. Wij wilden ook graag de filmcabine weghebben en de vormgeving van de pui herstellen zoals hij ooit ontworpen was. Daar is De la Court, de directeur van de OBA, gelukkig in meegegaan. Die buitenring boven heeft nu een hele serene sfeer gekregen met prachtig licht. Het was de bedoeling dat hier een studieruimte kwam voor studenten en scholieren, dus zo hebben we het ontworpen. Die schrijfbladen, die iets naar achteren lopen, maakt het net iets spannender. Wellicht lastig voor de boeken, maar wel mooier. Constructief moest er ook heel wat gedaan worden. Het beton was destijds in de jaren twintig toch een beetje pionierswerk geweest, dus al die schoepen zijn praktisch helemaal vernieuwd. Ook die stalen ramen zijn hersteld. Gelukkig bleek de fundering nog wel in uitstekende staat te zijn. Ontwerptechnisch was het ingewikkeld, omdat we niet van de gangbare installaties konden uitgaan. Het volume van het gebouw was zo groot: Hoe pak je dat aan? Hoe verlicht je, hoe verwarm je? Radiatoren was een rampen-oplossing geweest, daar voelden we niets voor. Uiteindelijk hebben we de adviseur van de gemeentelijke dienst die de bouw begeleidde, ervan kunnen overtuigen dat luchtverwarming de oplossing was. Geen radiatoren maakte ook de weg vrij naar een vrije indeling van de ruimte. Een bijna onoplosbaar probleem was de akoestiek. Waar mogelijk is er akoestisch pleister geplaatst, maar de overspraak is nog steeds een

probleem. Wat je beneden zegt, kan je boven verstaan. Zachte vloerbedekking vonden wij heel mooi. Daar hebben we ook voor gekozen om het geluid nog iets meer te dempen. Ons geluk was dat we naast de restauratie ook de hele inrichting mochten ontwerpen. Het was natuurlijk zo’n gekke ruimte, daar was de OBA zelf nooit goed uitgekomen. In die tijd was de OBA enorm aan het uitbreiden en kwamen er overal filialen. Daarbij lieten ze zich altijd adviseren door een bureau wat dan een programma van eisen voor het betreffende filiaal opstelde. Dat soort standaardeisen waren natuurlijk onzin voor dit gebouw. Hier moet je toch heel anders naar kijken. Omdat het zo’n monumentale ruimte is, is bijna alles op maat gemaakt zoals bijvoorbeeld de kasten. Je kan hier ook niet gewoon een lamp ophangen of neerzetten. Uiteindelijk hebben we dat opgelost door te kiezen voor lichtarmaturen op de kasten. Wij vonden ook dat de kolommen vrij moesten blijven, en moesten erg streng zijn dat ze daar geen kasten tegenaan gingen zetten. Dan voel je je toch een soort zendeling, maar het moest. Je kan dit gebouw zo verkloten; dat is snel gebeurd. De natuurlijke kracht van dit gebouw is niet onze kwaliteit; dat is gewoon zoals het gebouwd is. Het is zo’n inspirerende omgeving. Mensen hebben ons wel verteld dat toen ze in het Cinétol-gebouw geweest waren, ze voor het eerst begrepen dat architectuur een vorm van kunst is, dat je er een emotie bij kan hebben. Dat is absoluut de kwaliteit van de oorspronkelijke architecten geweest. Die kwaliteit wilden wij weer opnieuw tevoorschijn halen. Het gebouw staat er nog steeds zo, dus het heeft wel gewerkt.

21

FAVORIETE BOEKgijs — Het Verzameld Werk van Willem Elsschot.

20

Bibliotheek

KronieK

Cinét

ol

Page 12: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

22 23

Mijn vader zag in de krant het bericht staan van Stadsdeel Zuid, dat ze een prijsvraag uitschreven om een nieuwe huurder te vinden voor het voormalige buurthuis. Quirijn, Lisa en ik zijn alle drie al langer werkzaam in de culturele en creatieve sector. Wij wilden graag iets voor ons zelf beginnen en zagen hierin een mooie kans. Ons plan was om een werkplek te maken voor creatieven en zelfstandig ondernemers. Daar-naast wilden we een podium voor culturele programmering en een ontmoetingsplek voor de buurt zijn. In januari 2013 zijn we als winnaar door het stadsdeel gekozen. Het was toen voor ons nog een hele klus om de financiering rond te krijgen. Uiteindelijk is het met hulp van Bureau Broedplaatsen gelukt om het gebouw te kunnen opknappen en verbouwen tot werkplekken, repetitieruimtes, ateliers, een podium en een café.

We zijn nu ruim 1,5 jaar open en vrijwel alle werkplekken zijn bezet en de verhuur van de muziekstudio’s en repetitieruimtes loopt ook goed. Veel creatieve ondernemers uit de buurt huren hier een ruimte. Sinds juni 2015 hebben we het café in eigen beheer: de Tolbar. Daar zit het eigenlijk elke dag wel vol en in het weekend zijn er vaak feestjes van mensen uit de buurt. Ook de programmering van de zaal als podium voor jong en aankomend talent gaat goed. Steeds meer jonge mensen uit de stad weten ons te vinden en de bewoners uit de buurt doen hier ook aan allerlei activiteiten mee. Als je een werkplek wil huren, wordt er wel van je verwacht dat je ook actief betrokken wil zijn bij broed-plaats Cinetol. Iedereen doet wel iets. We hebben ook een actieve commissie van huur-ders, waarmee we regelmatig vergaderen. Dan bespreken we niet alleen de praktische en huishoudelijke zaken, maar gaat het vooral ook over nieuwe ideeën voor activiteiten.

Quirijn doet vooral de zakelijke en juridische zaken, Lisa gaat samen met bedrijfsleider Huibert over de Tolbar en zelf doe ik de verhuur, programmering en samenwerkingen. In de toekomst willen we graag nog meer uitbreiden, maar ook verdiepen in samenwerking en pro-grammering. Ik vond en vind het echt ontzettend leuk om zo’n plek als dit te bedenken en op te zetten. Als iemand het me zou vragen, zou ik het zo weer willen doen. Maar voor nu is het ook heel leuk om hier een mooie actieve plek voor en door de buurt van te maken. Als ik eraan terugdenk, hoe het er hier uitzag toen we hier kwamen en als ik zie hoe het levendig het nu is: Daar word ik wel blij van!

Quico To

uw, m

ede-opric

hter v

an b

roed-

plaats

Cineto

l en d

e Tolb

ar

“IK wOrd BlIj als IK zIe hOe heT er

hIer NU UITzIeT”

van links naar rechts lisa Moree, Quico touw, Quirijn Zijlmans

FAVORIETE BOEKQuico — lord of the rings trilogie. ik was een jaar of dertien toen ik het eerste deel las. toen is wel de kiem gelegd voor mijn creativiteit, hoe je met je eigen ideeën iets moois tot stand kan brengen.

Buren

KronieK

Cinétol

Page 13: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“wIj wONeN IN eeN Oase

IN de sTad”

De tijd is voorbij gevlogen. Op 1 april 2016 woon ik hier 35 jaar en Hans woont hier al 23 jaar. Toen ik hier kwam wonen, was het Cinétol-gebouw nog een moskee. Er waren tuintjes voor de deur, waar kruiden en groentes in verbouwd werden. Het was nog een heel ouderwets buurtje met een groentewinkel, bakkertje, melkboer en een schoenmaker aan het einde van de straat. Mijn toenmalige vriend woonde in een woongemeenschap in Hilversum. Wij wilden graag samen in Amsterdam gaan wonen en via via hoorden we dat er hier een woning vrijkwam. We moesten wel op sollicitatiegesprek, want er hoorden ook conciërge-taken bij. Ik ben toen met mijn vriend op gesprek geweest bij een belangrijke theosoof in Bergen en die heeft ons goedgekeurd. Daar waren we hartstikke blij mee, want de woningnood was erg hoog in die tijd. Die conciërge-taken houden niet zoveel in. Ik was de hand- en theedoeken, we doen de deur open en houden de boel een beetje in de gaten. Het is een heel apart gebouw met een bijzondere geschiedenis. In 1929 is het opgele-verd. Het was één van de eerste gebouwen van beton en staal in de stad. Je kan het je bijna niet voorstellen, maar in die tijd reed de paarden-tram nog op de van Woustraat en de mannen liepen nog in knickerbockers. Wat voor impact moet zo’n gebouw wel niet gehad hebben op de buurt? Oorspronkelijk was er alleen het L-vormige gebouw, de achterkant is later toegevoegd. De NSB heeft in de Tweede Wereldoorlog deze huizen erin gemaakt. Het is hier heerlijk wonen. In de zomer kijken we aan de achterkant uit op een bos van bomen, vogels en stilte; een oase in de stad. Andere mensen in de straat hebben hun slaapkamer aan de voorkant, dan heb je natuur-lijk sneller geluidsoverlast. Daar is ook best veel gedoe over nu de Tolbar er zit, wat heel begrij-pelijk is. Wij zijn echter dolblij met de Tolbar. Sinds hun komst zijn wij eindelijk van de overlast door hangjongeren af.

Het plein voor de bibliotheek was een anonieme donkere plek, waar ’s avonds nauwelijks nog mensen langs kwamen. Een heerlijke plek om te hangen en wat te blowen. Dat is ook niet zo erg, maar al die bedreigingen en vernielingen maakten het heel naar. Eigenlijk alles wat je je kan bedenken, is hier wel gebeurd. Spugen, schelden, stenen gooien, met wapens dreigen zoals schroeven-draaiers, stanleymessen en gewone messen. Dan stonden er bijvoorbeeld hier beneden een stuk of dertig jongeren en konden/durfden wij niet meer naar buiten of naar binnen. Het was doodeng. Er zijn periodes geweest, dat ik niet alleen naar huis durfde te gaan als Hans niet thuis was. Dan fietste ik eerst langs het politie-bureau aan het eind van de Tolstraat om te vragen of ze me naar huis wilden begeleiden. Beneden bij de theosofische bibliotheek zijn ook heel wat ramen gesneuveld. Dan stond Hans midden in de nacht in zijn badjas weer ramen dicht te timmeren. Er is zelfs een keer brand gesticht. Toch hebben we nooit over-wogen om weg te gaan. We wilden ons gewoon niet laten wegpesten. Iedere keer opnieuw probeerden we met een paar jongens van zo’n clubje contact te maken door gedag te zeggen. Dat hielp soms wel een poosje, maar als het groepje veranderde van samenstelling, begon het weer opnieuw. We zijn altijd gedag blijven zeggen, maar we kregen regelmatig de meest verschrikkelijke dingen naar ons hoofd. En het ging maar door; hield het ene broertje er mee op, kwam weer het volgende broertje. Als we in de van Woustraat een van die jongens, die nu volwassen zijn, tegenkomen, groeten ze ons altijd. We krijgen een hand en ze vragen netjes: “Hoe gaat het nu met u?” Dat zijn dezelfde jongens die vroeger voor ons spuugden. In de zomer hadden we zes weken rust, als de jongeren met hun ouders naar Marokko waren. Daar knapten we altijd enorm van op. We konden weer zo genieten van onze woning en de buurt. Daarom wilden we ook niet verhuizen. We hielden altijd de hoop dat het ooit zou

ophouden. We hadden goed contact met Ahmed van het buurthuis en Elsbeth en Truus van de Cinétol bibliotheek. Er is ook veel overleg geweest met de deelraad, de bibliotheek, het buurthuis, de Arabische oudercommissie en de wijkagent. Negen jaar hebben we bijna dagelijks overlast gehad. Toen we hoorden dat er een café zou komen bij de broedplaats, hebben we een gat in de lucht gesprongen. Nu is er ’s avonds reuring op het plein en daarmee is de veiligheid voor ons enorm toegenomen. Eindelijk kunnen we weer rustig slapen.

Favoriete boekendebora — tom tippelaar van annie M.G. schmidt en kleine koning December van axel hacke.hans — asher lev van chaïm Potok.

24 25

Debora & Hans, bovenburen van de

theosofische bibliotheek

Buren

KronieK

Cinétol

Page 14: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“heT BUUrThUIs BlIjFT TOCh eeN BeeTje

MIjN KINd, daT sNap je wel”

Mijn hele leven woon ik al in de Lutmastraat. Aan de achterkant kijken we uit op het Cinétol-gebouw. Als kind noemde ik het altijd het witte gebouw met de orgelpijpen. Die smalle banen beton lijken net orgelpijpen, toch? Mijn groot-vader was stoffeerder en behanger. Toen de theosofen het gebouw hebben laten bouwen, heeft hij nog van die lange draperieën voor ze gemaakt.

Als kind liep ik samen met mijn kleine broertje en vriendinnetjes naar de bibliotheek op de Coöperatiehof toe. Daar hadden ze een jeugd-afdeling. Het afdelingshoofd noemden we Winnetou. Dat was een hele aardige vrouw, hoor. Ik had al snel alles uit, dus toen ging ik naar een andere kast met boeken voor oudere kinderen. Dat vond ze prima. Tegenwoordig heb ik een e-reader, maar ik kom nog steeds graag in de bibliotheek. Het blijft toch fijner om een boek in je handen te houden.

In het Cinétol-gebouw ben ik voor het eerst geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers zaten toen in het gebouw. Zij hadden een Sinterklaasfeest georganiseerd en op een of andere manier was mijn vriendinnetje daar binnen gekomen. Ik stond daar voor de deur te huilen, dat ik ook naar binnen wilde, maar dat mocht niet. Toen heb ik mijn moeder gehaald om me te helpen. De portier was eerst onver-murwbaar, want het was een Sinterklaasfeest voor de kinderen van de NSB. Mijn moeder wilde eigenlijk ook niet dat ik daar naar binnen ging. Maar ik wilde zo graag, uiteindelijk heeft hij me toen via de zijingang ergens achterin laten staan. Later toen het bioscoop was geworden, kwamen we er regelmatig. Mijn oudste broer had een cursus gedaan als bioscoop-operateur en kennis gemaakt met de operateurs in bioscoop Cinétol. Mijn broer kletste zich overal naar binnen. Hij vertel-de dat ze daar in Cinétol de beste en modernste installatie hadden, dat deze veel beter was dan de installatie van Tuschinski en City. Ik was gek op musicalfilms: Orfeo Negro en later Doris Day natuurlijk.

Nog weer later wilden de theosofen het Cinétol-gebouw gaan slopen. Frank de Bruijne en Rob Dirks hadden kinderen op de crèche, die ook weg moest. Zij zijn toen in actie gekomen. Mijn vader was een vrije socialist en die sleepte me mee naar een buurtvergadering. Zo ben ik bij het actiecomité gekomen. Vanuit het wijk-centrum hebben we ondersteuning gekregen en toen is er een zogenaamd postzegelplan gekomen. De P.C. Meuleman Stichting — de theosofen — zaten toen wel met de pech. Hun geld was echt op, dus hebben we aan ze voor-gesteld dat de gemeente het pand zou kopen. Dat is gelukt. Als comité zijn we toen op zoek gegaan naar een nieuwe huurder en zo zijn we bij de bibliotheek uitgekomen. Er zaten geen domme mensen in het actiecomité, dus we wisten wel wat we deden. Mijn rol was niet zo groot. Ik was penning-meester, omdat ik een tweede girorekening had, dus ik kon alles makkelijk apart houden. De anderen van het comité hadden altijd allemaal van die goede argumenten waar ik het wel mee eens was. Dus ik zei niet zoveel. Met het buurthuis zijn we wel heel lang bezig geweest; voorbereidingen, plannen maken, bij andere wijkcentra op bezoek, plan van eisen, gemeente onderhandelingen etc. Wij wilden echt dat het een buurthuis zou worden voor en door de buurt. Zo hebben we ook zelf het personeel aangenomen. Er was een buurthuis in de Jordaan, dat gesloten moest worden. De gemeente stelde toen voor dat het personeel wel hierheen kon verhuizen, maar wij zijn toen kennis gaan maken en vonden ze niet geschikt. We hielden de buurt ook goed op de hoogte, gingen elke keer de straat rond met gestencilde informatie over de voortgang. De buurtbewoners wilden bijvoor-beeld niet dat het een buurthuis voor jongeren zou worden. In de tijd van de bioscoop had de buurt namelijk veel overlast gehad van jongeren, die daar naar de film gingen. Als ze dan ’s nachts op weg naar huis waren, gapten ze de melkflessen — die toen nog aan huis werden bezorgd — voor de deuren van de huizen weg. Bij de opening van het buurthuis heb ik nog een toespraakje gehouden namens het comité. De anderen wilden dat liever niet doen. Ik was kleuterleidster en stond voor de klas, dus ik durfde dat wel. Daarna hadden we als comité geen bemoeienis meer met het buurthuis. Ik ben nog wel een poosje vrijwilligster geweest achter de bar, maar uiteindelijk heb ik het toch los-gelaten. Ik ben blij dat het buurthuis nu weer een nieuwe bestemming heeft gekregen. Het blijft toch een beetje mijn kind, dat snap je wel.

Favoriete boekTine — sahara van clive clusser.

26 27

Tine Artar-Leefkens, lid van actiecomité

Geen gesol met Cinétol

geen gesol met Cinétol

KronieK

Cinét

ol

Page 15: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“saMeN aCTIeVOereN gaF OOK eeN

geVOel VaN VrIjheId”

Evelien, mijn vrouw, en ik wonen al heel lang hier in de Diamantbuurt. Onze oudste dochter Nienke zat net op de Tolkresj in het Isis gebouw. Daar waren we zo blij mee, want die crèche is natuurlijk geweldig gelegen in die grote tuin zo midden in de stad. Wij hadden bewust voor deze crèche gekozen, omdat de ouderparticipatie ons zo aansprak. Toen kwam een van de andere ouders met het bericht dat de theosofen de huur wilden opzeggen, omdat ze het Cinétol-gebouw en de grond eromheen gingen verkopen. Niemand wilde weg, dus hebben we een bewoners-vergadering uitgeschreven om te zien of we die plannen misschien konden tegenhouden. Op die vergadering — 1 november 1976 — kwamen wel 80 buurtbewoners af en zo is het actiecomité Geen gesol met Cinétol ontstaan. Ons belang was in eerste instantie het behoud van de crèche en de buurtbewoners voelden er niets voor dat het Cinétol-gebouw gesloopt zou worden. Het plan was namelijk om er een flatgebouw neer te zetten. Dat wil je toch niet in je achtertuin? Ons geluk is geweest dat we al snel deskundige ondersteuning kregen vanuit het wijkcentrum De Pijp van Wim Rijven en René Mendel, en dat diverse bekende mensen uit de buurt zich bij ons aansloten. Hierdoor kregen we regelmatig aandacht van de pers, wat zeer zeker heeft geholpen. De plannen van de theosofen waren eigenlijk tegen hun eigen beginselen in; zij zijn een stichting en dan mag je geen winst maken. Het Cinétol-gebouw en de grond eromheen verkopen, slopen en er dan een flat neerzetten, was je reinste speculatie. Met behulp van een jurist hebben we dat plan toen al vrij snel weten te verijdelen. Maar wat dan? Na veel vergaderen en actievoeren heeft de gemeente het Cinétol-gebouw tot Rijks-monument verklaard en in 1979 aangekocht. Toen is er het zogenaamde postzegelplan gekomen. Dit was een mini bestemmingsplan voor het Cinétol-gebouw en het terrein eromheen. Als comité zijn we daarna met de

gemeente en de theosofen gaan onderzoeken welke bestemming Cinétol kon krijgen, maar ook wat er met het houten noodgebouw ernaast moest gebeuren. En onze crèche mocht blijven bestaan! Zo ontstond het idee om van Cinétol een bibliotheek te maken en daarnaast een buurthuis te bouwen. Daar moesten toen plannen voor gemaakt en goedgekeurd worden door de gemeente, en ook nog het benodigde geld voor gezocht worden. Het was een moeizaam proces, dat ons veel tijd en geduld heeft gekost. Ik heb hier nog steeds een grote stapel met posters die ik heb getekend voor het actiecomité. Tijdens de informatiedagen en buurtvergaderingen werden die posters opgehangen om de zaal te versieren maar ook ter illustratie van de voortgang van het proces. Als er weer een nieuwe stap gezet was, maakte ik er een nieuwe bij. Soms gebeurde er maanden niets en dan moesten er opeens weer allerlei acties tegelijkertijd uitgevoerd worden. Gelukkig was ieder van ons deskundig op een bepaald gebied, dus we konden de taken altijd goed verdelen. Dat moest ook wel, want we hadden allemaal gewoon een baan en een gezin. Het was een hechte club en we zijn in al die jaren echt vrienden geworden. Als we weer een stap verder waren gekomen, dan vierden we zeker samen feest. En uiteindelijk is het ons toch allemaal gelukt. Dat is wel bijzonder. Op zaterdag 21 september 1985 is het buurthuis eindelijk geopend. Toen was het voor ons als actiecomité wel genoeg geweest. Achteraf gezien heb ik me er weleens over verwonderd, dat we het al die jaren hebben volgehouden. Maar goed, er waren telkens weer kleine of wat grotere overwinningen en dan ging je toch weer door. Het had zeker iets strijdbaars, samen actievoeren gaf ook een gevoel van vrijheid. Het was een mooie tijd.

FAVORIETE BOEKFrank — een boek waar ik als jonge man veel plezier aan heb beleefd is achter de mast van Piet bakker. een zeilersverhaal dat zich vlak voor de oorlog afspeelt. voor evelien, mijn vrouw, is het boek Pijpelijntjes van Jacob israël de haan favoriet.

Fran

k de B

ruijn

e, lid

van ac

tieco

mité

Geen ge

sol m

et C

inéto

l

29

geen gesol met Cinétol

KronieK

Cinétol

Page 16: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

30 31

KronieK

Cinét

ol

aCTIepOsTers geeN gesOl MeT CINéTOl

geen gesol met Cinétol

Page 17: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“eeN MOsKee hOOrT geeN eIlaNd

Te zIjN”

Moskee Al Kabir is opgericht in 1972. Eerst zaten wij in de kelder van een katholieke kerk in De Pijp; die ruimte mochten we gebruiken van de pastoor. Het was daar best knus en gezellig. Als wij beneden waren, konden we op zondag de gebeden van de katholieke dienst boven horen. Onze gemeenschap groeide snel, daarom gingen we op zoek naar een grotere ruimte. Toen heeft de gemeente ons het Cinétol-gebouw aange-boden. De plek was goed en rustig gelegen door het plein voor het gebouw. Eigenlijk zaten we als anti kraak in het gebouw. De bioscoop was weg en er waren al plannen om er een bibliotheek van te maken. Dat ging alleen nog wel een tijdje duren. Met een grote groep vrijwilligers uit onze gemeenschap hebben we toen heel hard gewerkt om het gebouw van bioscoop naar moskee te veran-deren. Boven waar het balkon zat, hebben we alle stoelen eruit gehaald en drie lokalen gebouwd. Op de begane grond hebben we ook een lokaal gebouwd en een klein kantoor. Als je binnenkwam, was er links nog een kamer waar de imam woonde. Het bleef toch altijd nog een beetje bioscoop. Maar als je boven vanaf het balkon naar beneden keek, zag je tapijt en was het een moskee. Het was een grote hoge ruimte met een prachtige akoestiek. Als je de koran reciteerde of een oproep deed, klonk dat heel mooi en was het overal goed te verstaan.

Van 1979 — 1982 hebben we in het Cinétol-gebouw gezeten. Meneer Echarrouti was tweede voorzitter van de moskee en wij kwamen als kind naar de lessen. Naast de gebedsdiensten waren er in het weekend Koran- en Arabische lessen. Er kwamen 120 kinderen, een groep in de ochtend en eentje in de middag. Het was een spannende en interessante periode. De moskee is in die tijd enorm gegroeid. Een moskee was toen nog iets onbekends, het maakte de buurtbewoners niet zoveel uit dat wij daar zaten. De huur was hoog, bijna 83.000 gulden per jaar. Daarom zijn we uiteindelijk toch op zoek gegaan naar een ander gebouw. Dat is de Weesperzijde geworden.

In die periode in het Cinétol-gebouw begon de economische crisis en toen raakten veel mannen binnen onze gemeenschap werkeloos. Het is aan ons als moskee om mensen te helpen de samen-leving tegemoet te treden. We hielpen onze mensen met het lezen en schrijven van officiële brieven en gaven juridisch advies. Die eerste generatie kende niet voldoende Nederlands om zichzelf te kunnen redden. Nu is dat anders, de tweede en derde generatie is hier naar school geweest. Zij spreken en schrijven goed Nederlands en kunnen hun ouders helpen. Alleen bij ingewikkelde zaken vragen ze nog wel om advies. Nog steeds hebben we bij de moskee een ouderenkamer, waar mensen koffie/thee met elkaar kunnen drinken, televisie kunnen kijken en met elkaar kunnen praten. Mensen willen graag deel uitmaken van een gemeenschap.

Ook op religieus gebied hebben we altijd de samenwerking opgezocht. De pastoor van de kerk vond het heel jammer, toen we weggingen. Als we waren gebleven, hadden zij misschien ook meer mensen boven in hun kerk gekregen. Dat was ook wel een gekke situatie. Bij ons werd het steeds drukker, bij hen werd het steeds leger. De pastoor was er nog wel bij de opening van de moskee hier op de Weesperzijde in 1982. Daarna is het contact verwaterd. Met de Joodse gemeenschap hebben we ook een lange geschiedenis van dialoog en samenwerking. Vlak na de aanslagen in Parijs hebben we hier twee groepen kinderen van 6 — 12 jaar ontvangen. De Joodse en Marokkaanse kinderen zijn met de rabbijn en imam erbij met elkaar in gesprek gegaan. Het is heel goed voor de samenleving als onze kinderen over en weer meer begrip voor elkaar hebben. Vroeger waren de problemen relatief simpel, vooral van het niveau lees of schrijf een brief. Nu is de samenleving veel ingewikkelder en zijn problemen ook niet zomaar opgelost. We hebben nu veel meer te doen. Hoe meer de samenleving groeit en complexer wordt, hoe meer wij er bij betrokken zijn. De moskee wordt ook steeds vaker uitgenodigd om mee te praten over politiek, onderwijs, zorg etc. Dat is ook goed. Het is onze taak om in te spelen op de maatschappelijke problemen. Een moskee hoort geen eiland te zijn.

Mohamed Ec

harro

uti, vo

orzitt

er va

n mosk

ee

Al Kab

ir & M

oulay L

ahce

n Elidris

si &

Marzo

uk A

ulad A

bdellah

32 33

Moskee

van links naar rechts Moulay lahcen elidrissi, Mohamed echarrouti, Marzouk aulad abdellah

Favoriete boekDe koran, natuurlijk.

KronieK

Cinétol

Page 18: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

35

In 1979 ben ik als jongetje van tien naar Nederland gekomen. Wij woonden op de Beukenweg in Amsterdam Oost. Mijn vader ging naar moskee Al Kabir, die toen gevestigd was in het Cinétol-gebouw. Later is de moskee naar de Weesper-zijde verhuisd, waar ze nu nog gevestigd zijn. In onze cultuuropvatting werd het bezoeken van een bioscoop of café gezien als nutteloos. Het druiste in tegen het goed besteden van je tijd. De ironie wil echter dat mijn eerste bios-coopbezoek in een moskee was. Als je binnen-stapte in het Cinétol-gebouw was er wel iets veranderd, maar de contouren waren nog steeds die van de bioscoop. Moskee Al Kabir was een ambitieuze moskee zowel fysiek als sociaal. Het was een moskee met een grote reikwijdte. De bezoekers kwamen uit Amsterdam Oost, Zuid en delen van West. Moskee Al Kabir loopt nog steeds voorop op het terrein van openheid, transparantie, het zoeken naar verbindingen en interreligieuze dialoog. Dat is zeker ook de verdienste van Echarrouti, hun voorzitter. Ik ben blij dat hij er nog is, hij doet het goed. Moskee Al Kabir gaat uit van het mensbeeld dat alle mensen broeders

“MOsKee al KaBIr Is sOCIaal gezIeN alTIjd

‘KaBIr’ geweesT eN geBleVeN”

FAVORIETE BOEKDe koran.

en zusters van elkaar zijn. Zij dragen dat ook uit door de iftars en andere activiteiten die ze organiseren en waar ze aan meedoen. Daar zijn ze ‘Kabir’ ofwel groot in gebleven. De moskee had destijds een belangrijke sociale functie voor de moslims, omdat ze van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat open waren. Begin jaren ‘80 was de grote economische crisis en begon de recessie, waardoor veel migranten werkeloos raakten. Hierdoor groeide de behoefte aan een ontmoetingsplek voor deze allochtone generatie. Een buurthuis bezoeken was voor hen niet zo vanzelfsprekend, dus de moskee werd hun plek van ontmoeting. In die tijd was de religieuze behoefte ook veel groter; mijn vader heeft zijn mooie pak begin jaren ’80 ingeruild voor een djellaba. Zo verging dat de mannen van die generatie. In de moskee konden ze even ontspannen en andere verhalen horen. Hier kon je je brief laten lezen aan iemand die beter kon lezen of je formulieren laten invullen. Maar het was ook zo dat je dan even weg kon uit je vaak krappe woning. Wij woonden bijvoorbeeld op de Beukenweg 5 drie hoog op een halve etage met zijn achten. Daar hadden we één kamer met een stuk of zes bedden naast elkaar. Overdag diende deze kamer als woonkamer met een gordijn er tussen. Dus in feite leefden we met z’n achten in één kamer. Er is een mooi gezegde dat zegt wanneer je naar de markt gaat, je niet met beide handen gevuld terug mag komen. Je moest je bood-schappen in één hand kunnen dragen, anders had je teveel geld uitgegeven. Om te voorkomen dat ze te veel geld gingen uitgeven, gingen de mannen naar de moskee. Voor thuis betekende dat lucht en ruimte, niet voortdurend die werkeloze man die moeder en kinderen op de huid zat. Mensen kenden elkaar van het werk en soms kende men wat dorpsbewoners van vroeger, die ook naar Nederland waren gekomen. Sociale cohesie en sociale verbanden waren er nog niet. Die ontstonden pas toen de gezinnen ook naar Nederland kwamen. De moskee leidde ook tot dat soort contacten, omdat men elkaar daar ontmoette.

Ahmed Marcouch, Tweede Kam

erlid

voor de PvdA, kwam als kind in de m

oskee

34

Moskee

KronieK

Cinét

ol

Page 19: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Het bezoek aan de moskee vond ik als kind groten-deels een ‘moetje’, al vonden we het wel leuk om een beetje te klieren in dat donkere gebouw met al die gangen. Waar ik wel graag aan mee deed, was het reciteren van de Koranverzen. Daarvoor gingen we na het avondgebed in een kring zitten in die grote muffe zaal. Dat had iets knus. We reciteerden dan gezamenlijk en in koor een hoofdstuk uit de Koran, zo leerde je de teksten ook uit je hoofd. Als jongen had je dan het gevoel dat je het kon en erbij hoorde. Dat werd ook door de oudere mannen gewaardeerd. Verder herinner ik me vooral de weg naar de moskee toe. Dat vond ik altijd wel gezellig. Wij woonden op de Beukenweg en liepen via de Oosterparkstraat langs de Wibautstraat naar de Amstel. Daar staken we de brug over en dan naar links en rechts de Tolstraat in naar de moskee. Ik kan me nog goed herinneren dat er op de hoek van de Wibautstraat een ouderwetse melkboer zat. Aan de buitenkant van de winkel zat een kauwgomautomaat van Stimorol. Een pakje kauwgom kostte toen tien cent. Als ik een dubbeltje had, kocht ik altijd zo’n pakje op weg naar de moskee. Het smaakt nog steeds net zo lekker als vroeger. Ik heb altijd een pakje in mijn zak en voel me net zo ontheemd als een roker zonder sigaretten, als ik niet zo’n pakje in mijn zak heb zitten.

Als kind kwam ik in de bibliotheek op de Polderweg. Daar las ik veel stripboeken van

Asterix & Obelix en Kuifje. Aan de hand van de tijdmachine van professor Barabas begreep ik mijn eigen situatie. Als tienjarige jongen was ik met het vliegtuig — dat eigenlijk een tijdmachine was — van dat dorp in Marokko naar de grote stad Amsterdam gekomen. Dat was niet alleen geografisch in afstand heel ver maar ook in cultuur tweehonderd jaar verder. In een tijd waarin er vanuit de Nederlandse samenleving nog weinig oog was voor deze expansie van Marokkaanse gezinnen in de buurt, was de moskee de eerste die ruimte bood aan hun mensen. Ik zat er als tiener elk weekend, dus ik zat niet buiten. Op zaterdag en zondag had ik Arabische les en Koran les. Ik kwam uit het dorp Beni Boughafer en sprak Tamazight. In het Cinétol-gebouw leerde ik door de omgang met de anderen Arabisch én Nederlands. Er zaten honderden kinderen in die klasjes. Dat is een bijdrage aan de opvoeding geweest die tot vandaag de dag weinig op het netvlies van beleidsmakers zit. Er zaten elk weekend veel meer kinderen in de moskee dan in jongerencentra. Als de moskee er niet was geweest, wat was er dan gebeurd? De moskee was toen sociaal gezien echt een uitkomst voor mannen zoals mijn vader maar zeker ook voor ons, de kinderen. Het gaf ons innerlijke veiligheid.

36 37

Moskee KronieK

Cinét

ol

KronieK

Cinétol

Page 20: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Toen ik twaalf jaar was, ben ik voor het eerst naar bioscoop Cinétol geweest. Naar de film Nina met Anouk Aimée en Karl Heinz Böhm. Later heb ik er nog Als de kraanvogels overvlie-gen gezien in 1961 of 1962. Dat was een Russi-sche oorlogsfilm. Ik weet nog goed dat er een trein in werd gebombardeerd, die net over een brug reed en zo naar beneden stortte. Ik moest ontzettend huilen, dat beeld zie ik zo weer voor me. Vanaf mijn 10e jaar woonden we aan de andere kant van de Amstel in Oost. Ik stalde mijn fiets altijd in een fietsenstalling, waar elke week het nieuwe affiche van Cinétol hing. De man van de fietsenstalling kreeg ook elke week twee vrijkaartjes. Zelf was hij niet geïnteresseerd in de arthouse films die ze in Cinétol draaiden. Dus kreeg ik elke week die kaartjes van hem. Zo heb ik daar samen met mijn schoolvriendinnen veel Bergman-films gezien. Eigenlijk waren we na-tuurlijk nog een beetje te jong voor die zware weemoedige films, maar we vonden ze prachtig!Ina janmaat

Ik weet nog goed dat ik in bioscoop Cinétol voor het eerst alleen naar de film ben geweest. Ik was toen tien jaar. Het was op een zondagmiddag, mijn vader zette mij met de auto voor de deur af. Ik had geld meegekregen voor het kaartje en om iets lekkers te kopen. Hoe de bioscoop er van binnen uit zag, kan ik me niet zo goed meer herinneren. Gewoon zoals een echte bioscoop er toen uitzag vergelijkbaar met Tuschinski en zo. Die middag draaide de film De Reddertjes, de 23e Disney-klassieker. De zaal zat goed vol en ik vond de film best spannend. Maar vooral was ik trots dat ik zelfstandig naar de film mocht!Martin Fredriks

Ik ben van 1947, woonde op de Vechtstraat 89 I en de dichtstbijzijnde kwaliteitsbioscoop was Cinétol. Welke films zag ik en wanneer?

1967 Jules et Jim — Truffaut1967 Africa Addio — Jacopetti1967 Nicht Versöhnt1967 Elsje in Wonderland — Nijgh1967 Citizen Kane — Welles1968 Cul-de-Sac — Polanski1968 Repulsion — Polanski1968 Houdt u ook zo van vrouwen?1969 Dr. Strangelove — Kubrick1970 Ice1971 Festival Newport1971 Five Easy Pieces — met Jack Nicholson1971 Mad Dogs & Englishmen — met Joe Cocker1973 Les Deux Anglaises et le Continent — Truffaut

Bij de omstreden documentaire Africa Addio in 1967 hoorde een discussieforum en daar nam Vrij Nederland columniste Tamar, Renate Rubinstein, aan deel. Ik las dat weekblad sinds 1965 en zag en hoorde haar in Cinétol voor het eerst. Ik had haar weliswaar al enige malen op de donderdagmiddag in een vrouwenprogramma op tv gezien, waarbij mijn (uit Wilhelmshaven afkomstige) moeder me steevast attendeerde op de arrogantie van ‘De Berlijner’, maar nu in Cinétol maakte ik het verschijnsel in levenden leve mee. Die stem! Die kak! Daar deden wij in de Rivierenbuurt toch niet aan?Bob polak

Na de oorlog zijn wij samen nog regelmatig terug geweest in het Cinétol-gebouw. Er was toen niet veel vertier in de stad, dus als er een aardige film was, gingen we daar naar de bioscoop. Het was er wel onherkenbaar veranderd. Eén film daar herinner ik me nog: hij heette The Fixer, naar een boek van de Amerikaanse schrijver Bernard Malamud. De film is gebaseerd op een echt gebeurd verhaal: In het Tsaristische Rusland werd een Joodse man valselijk beschuldigd van moord op een Christelijke jongen tijdens het Joodse Paasfeest eddy & ro Mannheim

38 39

Bioscoop

Ina — Deze foto is genomen in de achtertuin van mijn oma. in het midden staat mijn moeder. links en rechts staan twee nichtjes. op de achtergrond zie je het cinétol-gebouw.

KronieK

Cinétol

VerhaleN BIOsCOOpBezOeKers

Page 21: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“hIer IN CINéTOl Is de NederlaNdse

speelFIlMCUlTUUr Mede BegONNeN”

Het waren de zestiger jaren; een roerige tijd die zich voor een deel ook hier in bioscoop Cinétol afspeelde. Er waren in die tijd nog wel meer buurtbioscopen in Amsterdam, maar onder lei-ding van Cor Koppies werden hier geen cowboy- en oorlogsfilms gedraaid maar mooie films. En Cor organiseerde regelmatig teach-ins, dat waren wel gebeurtenissen. Dan zat de zaal hele-maal vol en werd er over film gediscussieerd. Er werd in die tijd ontzettend veel gepraat en geschreven over film, maar er werden toen nog nauwelijks films gemaakt in Nederland. We hadden een filmblad opgericht, Skoop, dat speelde ook een belangrijke rol. Hier in Cinétol kwamen de mensen die begaan waren met de film om te discussiëren. Met name Jan Blokker herinner ik me als één van degenen die er veel was en die wel gelijkgestemd was met ons jongere filmmakers. Er bestond toen nog nauwelijks een Nederlandse Cinéma. Ja, je had Bert Haanstra en Fons Rademakers en nog anderhalve maker en verder wat documen-tairemakers. Wij hadden in die tijd echt de ambitie om een Nederlandse speelfilmcultuur op te starten. Wim Verstappen, Pim de la Parra, Gied Jaspers, die kwamen allemaal hier. Paul Verhoeven is ook in die tijd begonnen, maar die kwam niet hier. Er kwamen hier veel mensen van de Filmacademie. Ik zat toen zelf ook nog op de academie, woonde nog thuis bij mijn ouders in Amsterdam West. Zeker één keer per week kwam ik op de fiets hierheen. Het was een mooie tijd, er gebeurde van alles. Ik vond het extra leuk, omdat Cor Koppies mijn foto’s apprecieerde en ik hier altijd foto’s kon maken. Fotograferen deed ik al vanaf de middelbare school, ik had ook een eigen don-kere kamer thuis. Op een gegeven moment mocht ik mijn foto’s in de gang exposeren van Cor, daar was ik wel heel trots op. Mijn foto’s te mogen laten zien op deze plek, waar al die men-sen die belangrijk voor me waren, kwamen. Dat was wel een hoogtepunt. In die tijd had je nog een pauze in de film, dus mensen konden dan met een drankje of een ijsje naar de foto’s kijken.

Ik heb geen opdrachten aan die expositie over-gehouden. Dat was ook niet mijn ambitie, ik wilde toch bij de film. De Filmacademie bestond toen nog maar drie of vier jaar, er waren maar weinig leerlingen. De opleiding duurde twee jaar, er was geen geld en geen apparatuur. De enige film die je kon maken, was een eindexamenfilm. Al het andere wat je aan film deed, moest je zelf organiseren. Je had wel een aantal theoretische vakken, maar praktische vakken eigenlijk niet. Bij de eerste speelfilm die ik als cameraman ging doen, ont-dekte ik opeens dat de cameraman ook het licht moest verzorgen. Stonden er opeens vier be-lichters die aan mij vroegen: “Waar komen de lampen?” Ik wist van niks. Al die dingen heb ik voor een deel al doende en voor een deel door veel naar films te kijken geleerd. Eigenlijk waren we met die hele gene-ratie toch een soort autodidacten. Daarom was het voor ons ook zo belangrijk om veel films te kijken. Het hele leven was film toen, er was niks anders. Cor Koppies had echt iets met die jonge revolutionairen, die we eigenlijk waren. Hij haalde dat graag in huis, zonder dat het iets met commercie te maken had. Dat kan je je nauwe-lijks meer voorstellen, nu is alles overgoten met commercie. Hij had kwaliteitfilms echt hoog in het vaandel, dat was wel bijzonder. Iedereen was heel leergierig; voor ons was het een grote ontdekkingsreis in films. Mede door wat in deze bioscoop gebeurde, is die Nederlandse speelfilmcultuur toch gerealiseerd.

40

Bioscoop

KronieK

Cinétol

Fran

s Bro

met

, docu

men

taire

mak

er, k

wam

vroeg

er in

bio

scoop C

inéto

l

41

Page 22: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Ik ben van 1945. Tot 1969 woonde ik in de Diamantbuurt, dus ‘je ken wel naogaon’. We woonden in een mooie huurwoning in de Diamantstraat, vlak naast het badhuis, in onze ogen het meest nabije bijzondere gebouw. Maar van die soort waren er nòg twee in de buurt. De imponerende Diamantslijperij van Asscher en het tegenoverliggende Cinétol. Wat een ongewone, opvallende gebouwen! Cinétol kende ik natuurlijk van de kindervoorstellingen en van het opvallende feit dat ieder jaar daar Les Enfants du Paradis soms wekenlang te zien was. Pas toen ik na mijn puberteit die film zag, begreep ik waarom mijn vader altijd zo hooggestemd kon spreken over Arletty en mijn moeder met tranen in haar ogen over Jean-Louis Barrault. Als je de film ooit zelf hebt gezien weet je wat ik bedoel. In mijn jeugd heb ik in Cinétol heel wat films gezien. Later kwam ik er weer vanwege de arthouse films. Directeur Cor Koppies, die we vaak buiten zagen staan wachten op bezoekers, had destijds al een goed gevoel voor wat veel later doelgroe-penmarketing zou gaan heten. Casper Vogel

Hoe lang is het geleden? Ik was 26 jaar, nu 70. Het begon er allemaal mee dat ik — ik kwam net terug van een reis naar het buitenland — een baantje zocht. Ik zag in de krant dat er een cais-sière werd gevraagd voor in bioscoop Cinétol. Op dat moment woonde ik in de tweede Jan van der Heijdenstraat, dus niet al te ver van de bioscoop vandaan. Het leek me wel wat. Aangekomen in de Tolstraat liep ik de prachtige tuin door het trapje op naar de entreedeur. Ik belde aan en de deur werd geopend door de bedrijfsleider; een mooie jonge man, een paar jaar ouder dan ik. “Komt u maar mee”, zei hij. Hij liep voor me uit de donkere, lange gang door. Binnen in zijn kantoortje volgde het sollicitatie-gesprek en ik werd ter plekke aangenomen. Van hoe laat tot hoe laat ik precies werk-te, weet ik niet meer. Wel weet ik dat er iedere nacht nachtfilms werden gedraaid (dit was de enige bioscoop in Amsterdam waar dat gebeur-de) en dat ik wat de kassa betrof niet eerder dan half 2 ‘s nachts klaar was. Het had wel iets. Regelmatig werd me een drankje gebracht door een bezoeker die dan gezellig bij me bleef staan kletsen. Ook kwam er een keer een groepje jonge mensen binnen, dat stoned en giechelend voor de kassa hun kaartje toonde, dat wil zeggen alleen het gedeelte wat de controleur aan de deur moest afscheuren. De andere helft hadden ze gebruikt om filtertjes van te maken voor hun joints. Vond ik dat erg? “Nee hoor, komt u maar binnen.” Ach, het was alleen maar leuk, het begin van het marihuana gebruik, en wij die er werkten waren allemaal jong. Was ik nooit bang? Men had me zo het geld uit de kassa kunnen nemen. Nee, daar dacht ik niet aan. Zulke dingen gebeurden gewoon niet. Ja, ja, die goede oude tijd? O ja!lucie Meulendijks — kassière bioscoop Cinétol

‘De buurt terugwinnen, dat zal wel jaren duren: er komen weleens mensen aan de kassa vragen: “Is het iets voor mij?” Dan vraag ik: “Wat zie je graag, waar hou je van?” Komen ze dan met Eddy Constantine of zo, dan zeg ik: “Nee, het is niks voor jou.” Maar als ik het gevoel heb dat het op de grens ligt, dan zeg ik: “Ga naar binnen, pro-beer eens een half uurtje. Als het niet bevalt, dan loop je er maar weer uit. Dan krijg je je geld terug.” Ja hoor, dat is vaak voorgekomen.’Cor Koppies Uit de Volkskrant, 12 januari 1985, geschreven door Jan Blokker

42 43

Bioscoop

cor koppies

KronieK

Cinétol

KronieK

Cinétol

VerhaleN BIOsCOOpBezOeKers

KronieK

Cinét

ol

Page 23: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“de perIOde VaN ’35—’40 hIer IN aMsTerdaM

was de BesTe perIOde UIT MIjN jeUgd”

Meneer Mannheim — In 1937 is het Cinétol-gebouw in gebruik genomen als synagoge. Toen ik er voor het eerst kwam, was ik een jaar of acht. Ik herinner het me als een licht en prettig gebouw. Wij kwamen er voornamelijk met de Hoge Feestdagen: Joods Nieuwjaar, Grote Verzoendag, Loofhuttenfeest en Vreugde der Wet. Dan was alles mooi verlicht en velen waren in het wit gekleed. Normaal was de sjoel redelijk goed bezocht, maar op de Feestdagen zat het er helemaal vol. Het Loofhuttenfeest herinner ik me nog goed. Er werd een loofhut neergezet waarin fruit was opgehangen. Na afloop kreeg je dan wat fruit, daar was ik heel blij mee. Ik ben nog steeds dol op fruit. De ruimte van de synagoge in het Cinétol-gebouw was ingedeeld als een soort toneelzaal; alles in de dienst gebeurde vooraan. Toen was dat typerend voor het liberaal Jodendom. In de traditionele ortho-doxe diensten gebeurt alles in het midden. Oorspronkelijk komt het liberale Jodendom uit Duitsland. Voordat de Nazi’s aan de macht kwamen was het daar de grootste stroming in het Jodendom. In 1931 is de Liberaal Joodse Gemeente in Nederland opgericht in Den Haag en later ook in Amsterdam. De uit Duitsland gevluchte Joden wilden hier graag ook een liberaal Joodse gemeente. Na enige omzwer-vingen mochten ze van de theosofen gebruik maken van het Cinétol-gebouw.

Ons gezin is in juli 1933 uit Duitsland gevlucht naar Nederland. We hebben eerst in een pension op de Plantage Muidergracht gewoond en ook nog even op het Alexanderplein. Daarna zijn we verhuisd naar de Rivierenbuurt. Mijn vader was arts, maar hij mocht hier zijn beroep niet uitoefenen, omdat hij buiten Nederland zijn artsenbul had gehaald. Mijn ouders zijn toen een massage-instituut begonnen en dat hebben ze tot de oorlog gedaan. Zij wilden nooit meer terug naar Duitsland, dus zij hebben zich hier snel aangepast. Mijn vader heeft de Nederlandse grammatica nooit goed geleerd, maar hij sprak foutloos Nederlands. Mijn ouders hadden natuurlijk een grote lotsverbondenheid met de

andere vluchtelingen en ze hadden ook vrienden en kennissen bij de Liberaal Joodse Gemeente. Zij zijn lid geworden van de gemeente, omdat ze bij de groep wilden horen; mensen willen nu eenmaal graag bij een groep horen. Echt reli-gieus zijn mijn ouders nooit geweest. Dat heb ik van hen meegekregen. In 1937 is mijn broer Bar Mitswa geworden. ’s Avonds was er een grote maaltijd bij ons thuis, waar ook de rabbijn en zijn vrouw bij aanwezig waren. Dat zijn van die beel-den die ik nooit ben vergeten. Onze rabbijn, rabbijn Mehler, kwam ook uit Duitsland. Hij was eerst op proef, maar is meteen aangenomen. Hij wilde hier een nieuwe gemeenschap creeren, zoals hij die uit Berlijn kende. Zo heeft hij ondermeer een jongeren- en vrouwenvereniging en een maandblad opgericht. In die tijd bestond de Liberaal Joodse Gemeente uit ongeveer 200 vaste leden, voornamelijk Duits Joodse vluchtelingen en enkele Nederlandse Joden. Hier in Nederland bestond alleen het orthodoxe jodendom. Zij wilden niets te maken hebben met de Liberaal Joodse Gemeente en hebben hen enorm tegengewerkt. Dat was zwaar voor de liberale Joden. De meesten van hen waren al ontheemd en dan word je als gemeen-schap ook niet erkend. Mijn ouders hebben hun schouders waarschijnlijk opgehaald en zijn verder gegaan. Rabbijn Mehler heeft de mensen die hierheen gevlucht waren, enorm geinspi-reerd en geactiveerd. Een gemeente staat of valt met zijn voorganger. Deze rabbijn heeft echt goed werk voor zijn mensen gedaan.

Mevrouw Mannheim — In orthodox Joodse kring was eigenlijk niet bekend dat er in het Cinétol-gebouw een sjoel was voor liberale Joden. Ik woonde aan de overkant van de Amstel in de Gijsbrecht van Amstelstraat tot 20 juni 1943. Elke dag ging ik met het pontje over naar school. Zes jaar lang kwam ik elke dag op weg naar school langs de synagoge, niet wetende dat Eddy daar soms binnen zat.

Meneer Mannheim — Wij zijn beiden van 1929 en hebben elkaar op school leren kennen. We

44 45

Eddy & Ro Mannheim, meneer Mannheim

bezocht als kind de synagoge in

het Cinétol-gebouw

synagoge

KronieK

Cinétol

KronieK

Cinét

ol

Favoriete boekenMenneer Mannheim — ik lees vooral algemene geschiedenis, joodse geschiedenis en politiek. er zijn veel boeken favoriet, eentje kiezen vind ik lastig. lezen, lezen, en daarvan leren, daar kan ik niet zonder. Mevrouw Mannheim — ik heb niet één bepaald lievelings-boek, maar ik lees graag de boeken van adriaan van Dis en hella haasse.

Page 24: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

deden toelatingsexamen voor de 3-jarige HBS in de P.L.Takstraat. Tegenwoordig is dit het Berlage Lyceum. Toen werd onderwijs op openbare scholen voor Joodse kinderen verboden en hebben we maanden thuis gezeten. Daarna zijn we terecht gekomen op de (gedwongen) Joodse HBS op de Mauritskade. We kwamen samen in de eerste klas, maar ik had nog geen belangstelling voor meisjes. Na het eerste jaar begonnen de deportaties en bleven er steeds minder kinderen over. Toen zijn we overgeplaatst naar de Stadstimmertuinen naar het Joods Lyceum.

Mevrouw Mannheim — Ik vond hem meteen leuk. Na de oorlog kwamen we toevallig weer bij el-kaar op school. Nu zijn we al bijna 66 jaar samen.

Meneer Mannheim — Als ik aan die periode van ’35 — ’40 terug denk, was dat de beste periode uit mijn jeugd. Mijn ouders hadden het financieel moeilijk, maar het was ook onze gelukkigste tijd samen als gezin. Mijn ouders hadden een heel goed huwelijk. Ze wilden er hier echt het beste van maken. Ze waren weliswaar gevlucht, maar hebben mij als ouders een goede jeugd gegeven. Dat neem je de rest van je leven met je mee. Begin ’41 is mijn vader gearresteerd. Een jaar daarvoor had hij van een ziekenfonds een baan aangeboden gekregen om als assistent een arts te helpen die vaak ziek was. Die arts werd steeds zieker en op een gegeven moment deed mijn vader al het werk alleen, wat natuur-lijk eigenlijk niet mocht. Een collega heeft hem toen aangegeven, waarna mijn vader naar Westerbork is gebracht. Westerbork was in 1938 als kamp voor vluchtelingen opgericht en dat was het toen nog. Daarom mocht mijn vader daar wel werken als arts. Mijn broer kreeg een oproep voor de zogenaamde Arbeitseinsatz in Duitsland. Dat het niet ging om werk, maar dat de gedeporteerden onmiddellijk of kort daarna vermoord werden, was ons totaal niet bekend. Mijn moeder was alleen in Amsterdam en kon niet overleggen met mijn vader. Zij wist niet wat ze moest doen; haar zoon laten gaan of niet. Onderduiken was ook heel moeilijk, waarschijnlijk was mijn moeder bang dat dit repercussies voor mijn vader in Westerbork zou hebben. Uiteindelijk is mijn broer toch gegaan. Hij is op het eerste transport gezet en meteen na aankomst in Auschwitz vermoord. Mijn moeder en ik zijn nog een tijd alleen in Amsterdam geweest, maar uiteindelijk ook in Westerbork terecht gekomen. Omdat mijn vader al naar Westerbork was gebracht voordat de deportaties begonnen, viel hij lange tijd onder de zogenaamde Alte Insassen (oudkamp-ingezetenen). Daardoor had hij het geluk dat hij voorlopig vrijgesteld was van transport en wij, als zijn familie, daarmee ook. Begin september 1944 is Westerbork grotendeels ontruimd. Een groot deel van de mensen ging meteen naar Auschwitz, wij zijn weggevoerd naar Theresienstadt. Er werd daar niet gemoord, maar Theresienstadt fun-geerde, net als Westerbork, als doorgangskamp

naar Auschwitz. Mijn vader is daar na een paar weken alsnog weggevoerd naar Auschwitz en meteen vermoord. Mijn vader had mijn moeder gewaarschuwd dat, als de Duitsers een oproep zouden doen dat de vrouwen zich bij hun mannen konden voegen, dat ze dit niet moest doen. Inderdaad kwam er na een paar transporten zo’n oproep, maar dat heeft mijn moeder toen niet gedaan. Gelukkig maar, want al die mensen zijn ook meteen vermoord. Op een gegeven moment kreeg ik ook een oproep voor transport; ik was toen 15 jaar. Mijn moeder wilde me niet alleen laten gaan en heeft zich toen vrijwillig gemeld. Zij werkte in de zogenaamde Glimmer-industrie, dat was het splijten van mica. De Duitsers wilden die industrie in stand houden, dus toen werd ze vrijgesteld en ik ook. Wij zijn door de Russen bevrijd en via Tsjecho-Slowakije en Duitsland in Sittard terechtgekomen. Daar zijn we opge-vangen op een kasteeltje en na een paar weken kregen we toestemming om naar Amsterdam te gaan. We hebben zes jaar op een zolderkamer gewoond, want ons huis en alle bezittingen waren natuurlijk weg. Maar we hebben het overleefd.

Mevrouw Mannheim — Toevallig hebben onze kinderen onlangs een foto laten maken van ons met alle kinderen, kleinkinderen en achter-kleinkinderen: wat een rijkdom!

Meneer Mannheim — Ik zeg altijd: “Daar heeft Hitler zijn zin niet gekregen.” Tegenwoordig ben ik de enige, die nog over is, van de mensen die in het Cinétol-gebouw naar de sjoel zijn geweest. Helaas kunnen wij niet meer aan onze ouders of grootouders vragen hoe het vroeger was. Dat soort verhalen ga je ook pas waarderen als je wat ouder bent. Op aandringen van mijn kinderen en kleinkinderen heb ik mijn verhaal wel opgeschreven. Het is belangrijk dat mensen deze verhalen kennen.

46 47

rabbijn Mehler

synagoge

KronieK

Cinét

ol

Page 25: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

4948

“he T geheIM zIT IN de persOONlIjKe

ONTMOe TINg”

De sociale functie van de synagoge is absoluut iets van alle tijden. We hebben hier veel mensen die niet religieus zijn. Als je aan hen vraagt: Geloof je? Dan zeggen de meesten: Nee, zeker niet meer na de Tweede Wereldoorlog. Maar ze voelen zich wel Joods en vinden het fijn om onder elkaar te zijn, om niet alles uit te hoeven leggen. Vandaar dat we hier ontzettend veel activiteiten hebben buiten de sjoeldiensten om; van koffie-ochtenden, lezingen, concerten tot maaltijden. Zelfs naar de diensten komen mensen om elkaar te kunnen zien, bij te praten, voor de gezelligheid. Dat is minstens zo belangrijk als het religieuze aspect. De Joods Liberale Gemeente groeit nog steeds. Mijn generatie is opgevoed met het idee: Joods zijn is alleen maar narigheid, daar komt alleen maar ellende van. Dus doe maar zo weinig mogelijk Joods, want straks komt er een nieuwe Hitler. Veel van mijn generatie hebben bijvoorbeeld geen Joodse namen gekregen. Ook hebben heel veel van mijn generatiegenoten geen Joodse les gehad, ik gelukkig wel. Je ziet toch dat deze generatie op een gegeven moment op zoek gaat naar haar Joodse achtergrond. Als ze zelf kinderen krijgen, komen ze toch voor de vraag te staan; geef je ze wel iets mee of geef je ze niets mee? Als je de kinderen niets mee geeft, dan is er ook niets meer, kunnen ze die keuze later niet meer zelf maken. Eén van de grote aantrekkingskrachten hier is de Joodse les. We hebben hier 140 kinderen op Joodse les elke zondagochtend. Wij merken dat het Joods zijn toch een belangrijke rol in het leven van de mensen uitmaakt, niet zozeer het religieuze deel maar juist het versterken van de eigen identiteit. Het is ook een rare tijd, wellicht hebben mensen het nu ook harder nodig om ergens bij te horen. Iedereen zoekt iets, de één een voetbalclub of een hockeyclub, de ander zoekt een Joodse club. Hoogleraar geschiedenis Ido Abram heeft de schijf van vijf ontwikkeld waaraan je de Joodse identiteit kan ophangen. Religie is daar maar een vijfde deel van, je kan je ook Joods voelen door je familieachtergrond, het bestaan van Israël, door je omgeving of door de cultuur waar je van houdt, bijvoorbeeld Klezmermuziek, boterkoek, kippensoep op vrijdagavond, zonder religieus te zijn.

Onze aanwas bestaat voornamelijk uit twee groepen; de ouders met jonge kinderen die ze op Joodse les willen doen en de andere groep zijn de babyboomers. Je hebt veel zestigers, vaak alleenstaand, hoog opgeleid die Joods zijn maar er nooit iets mee gedaan hebben. Die gaan minder werken of stoppen met werken en gaan dan nadenken wie ben ik eigenlijk, wat ga ik doen, nu ik ouder word? Die mensen zetten dan soms voor het eerst in hun leven een stap in de synagoge. Mensen willen zich graag veilig en verbonden voelen. Volgens mij is dat een natuurlijk iets. De samenwerking met andere maatschappelijke organisaties en religies vinden wij heel belangrijk. Wij maken allemaal deel uit van de Amsterdamse en Nederlandse maatschappij, en de enige manier is om elkaar te leren kennen; zo kan je relaties verbeteren. We zitten in allerlei dialoog-groepen, daar zie je vaak dezelfde mensen, de goedwillenden, extreme mensen zie je niet. Daarom vind ik ons project ‘Ken je buren’ zo waardevol. ROC-studenten komen bij ons op bezoek; er zijn al 7000 studenten geweest. Wij vertellen iets over onze achtergrond en zij iets over hun achtergrond. Dan gaat het over eten, en met wie je later zou willen trouwen, over toekomstverwachtingen en over familie. Die studenten hebben allemaal een heel verschillende achtergrond. Ze komen over het algemeen binnen van wat moet ik hier en gaan enthousiast weg. Die leeftijdsgroep van 16 - 21 jaar vind ik heel belangrijk, zij zijn bezig met het leren van een beroep en gaan straks de maatschappij in. Als zij maar een beetje een ander beeld krijgen, is dat heel waardevol. Het is een leeftijd waarop je nadenkt over je toekomst; wie ben ik en wat wil ik zijn. Dit project bestaat uit een persoonlijke ontmoeting. Iedereen roept altijd van alles, maar het blijft abstract. Als je elkaar ontmoet en leert kennen, ben je ineens normale mensen geworden. Ik denk dat daar het geheim in zit.

FAVORIETE BOEKENMadelon — Exodus van Leon Uris vond ik een openbaring. Ik was een jaar of vijftien toen ik het las. En het heeft een onuitwisbare indruk op me ge-maakt. Zo’n boek vormt je wel.

Madelo

n Bino

-Meij

ers,

algem

een d

irect

eur

van d

e Lib

eraa

l Joodse

Gem

eente

in

Amste

rdam

synagoge

KronieK

Cinétol

Page 26: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

50 51

Wie ben ik, waar kom ik vandaan en wat is het doel van het leven? Dit zijn drie essentiële vragen die ieder mens in meer of mindere mate bezig-houden in zijn leven. Toen ik een jaar of twintig was, werden die vragen steeds belangrijker voor mij. Ik was een zoeker, dus ging ik boeken lezen en bij verschillende esoterische en christelijke groepen luisteren. De oom van een vriend van mij wist veel van esoterie. Als de andere studenten bier gingen drinken, ging ik graag met hem praten. Van hem heb ik mijn eerste boek over de theosofie gekregen. De titel ben ik vergeten, maar het was geschreven door Annie Besant. Zij was een van de eerste voorzitters van de internationale theosofische beweging; een bijzondere vrouw met een prachtige stijl van schrijven. De theosofie heeft geen dogma’s, is geen religie. Vrijheid van denken staat hoog in het vaandel. Ons motto: geen godsdienst boven waarheid. Wat mij het meeste aanspreekt in de theosofie is dat zij van alle esoterische bewe-gingen het meest universeel en het minst begrenzend is. Hier kan ik het beste ademhalen. Theosofie in het kort omschrijven, is bijna niet te doen. Ik weet nooit waar ik beginnen moet. Theosofie omvat het hele universum, het ont-staan van de kosmos en de mens. Maar theosofie is ook de bron van alle religies. Dat willen we graag onder de aandacht brengen van alle verschillende religies. Onze doelstellingen zijn: 1. Het vormen van een kern van broederschap van mensen, ongeacht sekse, religie, huidskleur. 2. Het bestuderen en vergelijken van de gods-diensten, de filosofieën en de wetenschappen van de wereld. 3. Het bestuderen van de onbekende wetten van de natuur. Met dat laatste bedoelen we niet alleen de wetten die met de zintuigen en in het laboratorium te ontdekken zijn. Er is meer dan wij zien en daar gelden ook wetten voor. Bijvoorbeeld de wet van karma en reïncarnatie.

Vanaf mijn 22e ben ik de theosofie gaan bestuderen. In 2003 ben ik actief lid van de vereniging geworden. Lid zijn houdt in dat je met gelijkgezinden optrekt en in groepsverband werkt. Sinds 30 mei 2015 ben ik landelijk voorzitter en daarnaast ben ik ook nog voorzitter van de loge Den Haag. Ook werk ik twee/drie middagen per week hier in het informatie-centrum. De loge/afdeling Amsterdam is de oudste van Nederland. Mijn belangrijkste taak als voorzitter is om de theosofie meer naar buiten te brengen. We hebben last van vergrijzing en kunnen wel wat nieuwe leden gebruiken. De huidige leden studeren heel ijverig met elkaar, maar zijn soms wel een beetje vergeten dat we de wereld echt iets te bieden hebben, en dat we dit dus bekend moeten maken aan spiritueel geïnteresseerde mensen. Ik denk dat de theosofie zeker van waarde kan zijn in de tijd van nu. Er wordt weer gezocht naar andere waarden naast het materialisme in de maatschappij. Er komen allerlei nieuwe denkstromingen op en er is een ruim aanbod aan ‘new age’ en ‘filosofische’ workshops. Mensen weten vaak niet dat de informatie van al dit nieuwe denken zijn oorsprong heeft in de theosofie. Als je theosoof bent, ben je daar elke dag mee bezig. Mijn levenshouding komt eruit voort. Alle gebeurtenissen van een dag zijn leermomenten. Het gaat ons niet om een steeds groter wordend brein maar om de ziel. Die kan zich alleen maar ontwikkelen aan de hand van het dagelijkse leven en de interactie met mensen. Mensen die eenmaal theosoof zijn, blijven dat vaak tot hun dood. Er verandert tegenwoordig zoveel in een mensenleven. Zo’n verbond voor langer kan veel betekenen voor iemands spirituele ontwikkeling. Anders ben je maar alleen, toch?

Wim

Leys

, voorz

itter

Theoso

fisch

e Ver

enigi

ng

Nederlan

d

“hIer KaN IK heT BesTe

adeMhaleN”

FAVORIETE BOEKwim — theosofie, eeuwige wijsheid voor deze tijd. Dit boek geeft op een heldere manier zoveel antwoorden, waardoor het een goede inleiding is in de theosofie. als je dit boek leest, weet je waarom je theosoof wordt.

Theosofische Vereniging

KronieK

Cinétol

KronieK

Cinét

ol

Page 27: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

“IedereeN MOeT zelF KUNNeN

ONderzOeKeN OF heT Is zOals heT Is”

Toen ik hier voor het eerst kwam in 1989, had ik meteen een klik met deze collectie. Ik wist helemaal niets van theosofie of van de theo-sofische vereniging, maar was op zoek naar een stageplek. In de Gouden Gids had ik alleen gelezen dat hier een bibliotheek was van de theosofische vereniging. Het was een beetje een rare ietwat geheimzinnige plek, er kwam hele-maal niemand en het was helemaal afgesloten met alle lamellen dicht. En ja, toen kwam ik in deze ruimte en daar stonden allerlei boeken over onderwerpen, waar ik op de Mavo en Havo wel zijdelings over gelezen had en in gewone literatuur ook wel aan gerefereerd werd zoals reïncarnatie, Atlantis, occultisme. Hier stonden al die boeken bij elkaar op de kastplanken, dat heeft zo’n indruk op me gemaakt. Vanaf dat moment dacht ik: het is hartstikke leuk om hier mijn werk te mogen doen. Ik kon meteen aan de slag. Ik ben een echte boeken- en bibliothekenman. Deze collectie is heel bijzonder en ik vind dat die gebruikt moet worden. Dus naast het catalo-giseren en in kaart brengen zag en zie ik het ook als uitdaging om deze unieke collectie weer in de openheid te brengen. Heel langzaamaan kwam er toen weer wat leven in de brouwerij en is het ledenaantal van de bibliotheek uitgegroeid van 0 tot 150 leden. Dat zijn voor een groot deel theosofen, maar ook mensen hier uit de buurt en weten-schappers uit de hele wereld. Elke loge van de theosofische vereniging heeft een eigen biblio-theek, maar deze collectie is veruit de grootste, heel breed georiënteerd en 100 jaar oud. In 1892/1893 zijn er al pogingen ondernomen om hier een studiecollectie neer te zetten. Uiteindelijk is er een schenking geweest van een barones, die een grote basiscollectie met ook hele dure oude boeken heeft geschonken. Met die basiscollectie, schenkingen en legaten van leden van de vereniging, kon men daarna een brede studiecollectie opbouwen. Daarbij is bewust gekozen om niet alleen uit te gaan van theosofische boeken van theosofische uitgeverijen en auteurs. De basis is namelijk De

Geheime Leer van Blavatsky, dat hele dikke boek van verschillende delen. Daarin schrijft ze meerdere malen: geloof niet zomaar wat ik zeg maar onderzoek het zelf. Dus alle auteurs, oorspronkelijke bronnen en verwijzingen uit dat boek staan bij ons in de kast. Iedereen moet zelf kunnen onderzoeken of het is zoals het is. In de Tweede Wereldoorlog is het grootste deel van de collectie geroofd door de Duitsers. Voordat ze die inval deden, is een deel van de basis-collectie al weggehaald en verstopt bij leden thuis. De Duitsers hebben alles afgevoerd naar Duitsland. Daar hebben de Russen alles later weer meegenomen. Uiteindelijk is een hele kleine partij weer teruggekomen naar Nederland en daarvan hebben we nu nog 33 boeken in de kast staan. Na de oorlog is dat wat verstopt was bij leden teruggegeven en met schenkingen en legaten is de collectie toen geleidelijk opnieuw opgebouwd. Er staat nog steeds een paar kuub aan geschonken boeken in de kelder die uit-gezocht moeten worden. Soms is dat echt schatgraven en vind je heel bijzondere dingen. Vijftien jaar geleden ben ik benoemd als bibliothecaris. Toen hebben ze mij ook lid gemaakt van de theosofische vereniging. Ik vind dat heel interessant en boeiend, maar het is niet zo dat ik mijn leven aan de theosofie heb gewijd. De vereniging kan je veel bieden, maar ik vind dat je het uiteindelijk toch bij jezelf moet zoeken en wijsheid en inzicht niet moet laten afhangen van een boek of auteur. Als tegenwicht heb ik mezelf toen ook lid gemaakt van de gemengde Vrijmetselarij. Bij de theosofie ligt het accent vooral op boeken en studie, bij de vrijmetselarij zijn naast de boeken ook de rituelen belangrijk. Tien jaar geleden is hier verbouwd. Alles is toen vernieuwd en opengetrokken. Boek-handel, secretariaat en bibliotheek zijn nu meer met elkaar verbonden. Dat vind ik fantastisch. We hebben meer vrijwilligers, waardoor we nu vier middagen per week open zijn. Voor mij is dit ook vrijwilligerswerk. Ik heb gewoon een aanstelling bij de Hogeschool van Amsterdam. De hightech daar tegenover het oubollige en

verstilde/meditatieve hier, bevalt me goed. Ik zit hier wel op mijn plek. Al die onderwerpen passen wel bij mij. Hoe langer ik hier blijf dolen, hoe meer ik tegenkom wat ik wil lezen.

52 53

Renge

r Dijk

stra,

biblio

theca

ris th

eosofis

che b

iblio

theek

FAVORIETE BOEKrenger — Dion Fortune, De geheimen van Dr. taverne. Dit is een bundel occulte verhalen, die toevallig is uit-gegeven in het nederlands door de theosofische vereni-ging. Dit boek heeft me enorm gegrepen en echt indruk op me gemaakt. alexandra David neel, liefdestover en magie. een bijzonder boek over reizen in een tijd dat reizen nog heel uitzonderlijk was.

Theosofische vereniging

KronieK

Cinét

ol

Page 28: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

Met dank aan Alle verhalenvertellersTeam OBA CinétolBroedplaats CinetolMoskee Al KabirLiberaal Joodse Gemeente Theosofische Vereniging NederlandRijksdienst voor het Cultureel ErfgoedNIODStadsarchief AmsterdamEYE FilmmuseumBert VerhoeffTrudy KoppiesTon Heijdra — Museum Het Schip

De organisatie heeft zich inge-spannen om alle rechthebben-den op het in deze publicatie vertoonde beeldmateriaal te achterhalen.

Community Cinétol is mede mogelijk gemaakt door

Amsterdam, april 2016Uitgave van Cultuur Cluster Asscher behorend bij het jubileumproject Kroniek Cinétol

Deze publicatie is samengesteld in opdracht van OpenbareBibliotheek Amsterdam, Cultuur Cluster Asscher

Redactie Denise Schreuder, Hanneke van KesselProjectleidingEva SchneiderTekst & interviewsDenise SchreuderResearch & interviewsHanneke van Kessel VormgevingJasper van den Berg — Studio Rooiejas, Corine Datema Portret- & architectuur-fotografiePeter TijhuisRegie theatrale lezingMonique MasselinkBestuur Cultuur Cluster AsscherElisabeth Eyl (voorzitter) — OBA Mark Walraven — Ostade A’damJules Jansen — IVKOQuico Touw — Broedplaats CinetolMarijke Gerritsma — Combiwel

OBA CinétolTolstraat 160Amsterdam020 — 662 31 [email protected]

Reacties & informatie over Kroniek Cinétol [email protected] www.cultuurclusterasscher.nlFacebook Cultuur Cluster Asscher

Cultuur Cluster Asscher (CCA) is een cultureel samenwerkingsverband in De Pijp / Diamant-buurt tussen de IVKO, OBA Cinétol, Ostade A’dam, Combiwel en Broedplaats Cinetol. Sinds 2010 werken deze instellingen samen met het oog op de herontwikkeling van het voormalig Gemeente Archief-terrein tot culturele plek voor de buurt met onder andere de bouw van een nieuw theater. Om deze toekomst nu al zichtbaar te maken, worden er gezamenlijk buurtgerichte cultuurprogramma’s georganiseerd met lokale culturele en maatschappelijke instellingen, buurtbewoners en het onderwijs.

COlOFON

54 55

van links naar rechts eva schneider, Denise schreuder, hanneke van kessel

KronieK

Cinét

ol

Page 29: CINéTOl - WordPress.com...1985 — Bibliotheek Cinétol Moskee Al Kabir verhuist naar de Weesperzijde. Het Cinétol-gebouw wordt verbouwd tot vestiging van de Openbare Bibliotheek

UitGave oba & cca1926 to

t nu

Theoso

fisch

e tempel

Sy

nagoge

Th

eater

Biosc

oop M

oskee

Biblioth

eek

KronieK

Cinétol