Click here to load reader
Upload
pilzo
View
215
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
coatings
Citation preview
Coatings
Coatings
1. Inleiding
Coatings hebben als doel de gesteldheid van een oppervlak te verbeteren en het verlengen
van de levensduur van een materiaal. De belangrijkste redenen om een oppervlak aan te
passen zijn:
1. het verbeteren van de corrosieweerstand
2. het verbeteren van de wrijvingseigenschappen
3. het verminderen van de slijtage
4. bepaalde eigenschappen veranderen (kleur, reflektievermogen, …)
De coatings kan men onderverdelen in twee grote groepen namelijk de organische en de
anorganische coatings. De verschillende manieren van aanbrengen staan in onderstaande
figuur (fig 1)
Vanassche Kjell 4EMEMEM21
DEKLAGEN OF COATINGS
ANORGANISCH ORGANISCH
Metallische deklagen
Conversiedeklagen
Dunne deklagen
Harde oplassing
Metaalspuiten
Glas/Keramiek
Thermisch vermetalen
Verf en polymeren
Keramisch materiaal
Laminaten
Afdichtingslagen
Gesmolten poeder
Smeermiddelen
figuur 1: verschillende soorten coatings.
Coatings
Al de processen uit figuur 1 kunnen toegepast worden op metalen. Het metallisch coaten,
verven en lamineren kunnen ook toegepast worden op kunststoffen. De coatings kunnen
bestaan uit metalen, kunststoffen, keramisch materiaal en uit speciale composieten.
Al deze technieken worden in de volgende hoofdstukken besproken.
2. GalvaniserenEen galvaniseeropstelling bestaat uit 2 elektroden die ondergedompeld zijn in een
elektrolyt en aangesloten zijn op een sanningsbron.
Als het elektrolyt en het metaal (A) aangesloten aan de anode een goede combinatie
vormen, dan zal het metaal in oplossing gaan in het elektrolyt door de vorming van
positieve ionen A+. Door de aangelegde spanning zullen de gevormde ionen naar metaal B
gaan aan de kathode. Bij metaal B zullen de ionen A+ gereduceerd worden doordat ze een
elektron uit metaal B opnemen. Rond het metaal B zal dus een laagje van metaal A
ontstaan (fig 2).
Sommige galvanische deklagen vertonen scheuren of putjes, andere zijn dan weer poreus.
Het optreden van deze ongewenste verschijnselen hangt af van de omstandigheden tijdens
het bekleden. Voor iedere combinatie van metaal en coating moet dus de juiste spanning
aangelegd worden over de elektroden en moet dus een juiste keuze van elektrolyt gemaakt
worden.
Vanassche Kjell 4EMEMEM22
AB A+
elektrolyt
figuur 2: principeopstelling galvaniseren
Coatings
3. Conversiedeklagen.
3.1 oxydedeklagenHet eenvoudigste voorbeeld hiervan is staal. Vroeger werden stalen werkstukken tot 370°
verhit in een omgeving waar veel stoom aanwezig is. Door de reactie van het staal met de
stoom ontstaat er een zeer dun oxidelaagje. Deze poreuze laag werd dan ingesmeerd met
olie. Door deze behandeling kreeg het staal een kleine weerstand tegen roesten.
Hetzelfde type van coating kan ook bekomen worden door metalen onder te dompelen in
bepaalde chemische baden.
3.2. AnodiserenDeze methode wordt het meest toegepast bij aluminium. Het te anodiseren voorwerp
wordt in een bad geplaatst waarin zich een verdunde zuuroplossing bevindt. Het voorwerp
wordt dan aangesloten aan de anode van een spanningsbron. Aan het oppervlak van het
voorwerp zullen er zich dan zuurstof ontwikkelen onder de vorm van losse atomen. Deze
zuurstofatomen zullen zich dan binden met het aluminium tot Al2O3. Deze laag is zeer
poreus en kan niet zonder bijkomende behandeling gebruikt worden in corrosieve
omstandigheden. Deze nabehandeling
noemt men “sealen” of het dichtmaken
van de porieën. De geanodiseerde laag
kan ook gekleurd zijn, dit bekomt men
door aangepaste zuurbaden te gebruiken.
Vanassche Kjell 4EMEMEM23
figuur 3: foto van geanodiseerd oppervlak
Coatings
3.3 FosfaatdeklagenEen fosfaatcoating is een dunne laag die ontstaat, wanneer een metaaloppervlak in een
fosfaatverbinding omgezet wordt. Dit kan men bekomen door het metaal in een bad te
plaatsen waarin zich een verhitte oplossing van verdund fosforzuur bevind. Het
metaaloppervlak reageert met deze oplossing waardoor er metaalionen in oplossing gaan.
Deze metaalionen reageren met de fosfaatoplossing. Hierdoor worden er
metaalfosfaatkristallen gevormd die neerslaan op het metaal. Doordat de coating gevormd
wordt vanuit het metaal zelf is deze sterk hechtend.
Op onderstaande figuur (fig 4), ziet men de principeschets van de opstelling om
werkstukken te fosfateren. Voorwerpen die gefosfateerd zijn kan men herkennen aan de
typische zwarte kleur.
3.4 Chromaatdeklagen.Chromaatdeklagen ontstaan op dezelfde wijze als fosfaatcoatings. Het verschil hierbij is
dat in plaats van fosforzuur, chroomzuur of chroomzouten gebruikt worden. De coating
ontstaat nu doordat bij het in oplossing gaan van het metaal, het metaal ionen en
elektronen afscheidt, deze elektronen reduceren nu de vrije chroomionen. De
chroomatomen slaan nu neer op het metaaloppervlak.Deze coatings kunnen redelijk zijn,
tot 12,5 µm dik.
Vanassche Kjell 4EMEMEM24
Ontvetten/fosfateren
spoelen passiveren 2e spoelling drogen
figuur 4: principeschets fosfateren
Coatings
4. Dunne coatings.
Voor het aanbrengen van dunne lagen bestaan er twee algemeen gebruikte processen
namelijk het PVD of physical vapor deposition en het CVD of chemical vapor deposition.
4.1 Physical vapor deposition (PVD).Er zijn verschillende PVD-processen, maar in hoofdzaak werken ze op hetzelfde principe,
namelijk de afzetting van verschillende materialen op een vast basismateriaal. Deze
afzetting kan gebeuren van atoom op atoom, van molecule op molecule of ionen.
Het klassieke PVD-proces (met sublimatie), het sputteren en ionimplantatie worden in de
industrie het meest gebruikt.
Bij het klassieke PVD-proces (fig 5) wordt het bekledingsmateriaal in een vuurvast
schaaltje geplaatst. Dit schaaltje wordt dan verwarmd of er wordt een elektrische boog in
het schaaltje gericht. Door de plotse sterke opwarming sublimeert het materiaal en vormt
het bekledingsmateriaal een atomaire wolk. Deze wolk slaat dan neer op het voorwerp die
van een deklaag moet voorzien worden.
Dit is een proces dat veel gebruikt wordt om op kunststof onderdelen een laagje metaal
aan te brengen. Zoals de sierstrips bij wagens die soms voorzien zijn van een laagje
aluminium.
Vanassche Kjell 4EMEMEM25
Materiaal waarop een coating moet komen
coating
Schuitje met het te verdampen materiaal
elektrodes voor verwarming
vacuüm
figuur 5: principe schets klassiek PVD-proces
Coatings
Coatings van speciale materialen, zoals keramische materialen, metaallegeringen en
organische of anorganische verbindingen worden aangebracht door middel van sputteren.
By gelijkstroomsputteren worden het werkstuk en het materiaal van de coating beide
aangesloten op een gelijkspanningsbron. Dan wordt de stolp leeggepompt. Vervolgens
wordt er een hoeveelheid argongas in deze ruimte gepompt. De stroomtoevoer wordt
aangezet, waardoor er tussen het werkstuk en het aan te brengen materiaal een plasma
ontstaat van geïoniseerd argon. De argonionen bombarderen het aan te brengen materiaal
waardoor er atomen worden weggeslagen. De weggeslagen atomen worden dan door het
plasma naar het werkstuk gebracht. Hierdoor ontstaat de deklaag. Indien het materiaal die
men moet aanbrengen elektrisch geleidend is, dan moet men een RF-bron gebruiken.
Een derde variant van het PVD-proces is ionimplantatie. Zoals bij het klassieke proces
wordt het materiaal ook verdampt, maar nu worden de atomen geïoniseerd zodat er een
plasma gevormd wordt. Deze ionen worden naar het basismateriaal geslingerd, waar ze
met grote energie inslaan, zodat ze het basismateriaal binnendringen. De gevormde
deklaag is dus uitermate sterk gebonden aan het basismateriaal.
Met sputteren en ionimplantatie worden zeer dunne deklagen aangebracht. Een voorbeeld
hiervan is de harde TiN-laag op snijgereedschappen (fig 6).
Vanassche Kjell 4EMEMEM26
figuur 6: toepassing van PVD-proces
Coatings
4.2 Chemical vapor deposition (CVD)CVP heeft als voordeel, ten opzichte van andere methoden om coatings aan te brengen,
dat met dit proces dikke metaaldeklagen kunnen aangebracht worden op niet-metalen
zoals glas en sommige kunststoffen. De coatings vertonen goede eigenschappen op het
vlak van hechting en dichtheid. De belangrijkste voorwaarden voor dit proces is dat men
over metaalverbindingen moet beschikken die op lage temperatuur al verdampen, en die
bij contact met het warme werkstuk uiteenvallen. Het principe schema van het CVD-
proces is te zien op figuur 7.
Ook met het CVD-proces worden snijgereedschappen voorzien van hun coating, het
voordeel bij CVD is dat overal een deklaag wordt aangebracht. Een nadeel van CVD ten
opzichte van PVD is dat voor ieder type deklaag een geschikte reaktie moet gevonden
worden. Bij het aanbrengen van TiN of TiC moet het uiterst giftige TiCl4 gebruikt worden.
Bij de allernieuwste technieken wordt gebruik gemaakt van plasma, het proces wordt dan
Plasma Assisted of Enhanced Chemical Vapor Deposition genoemd of verkort PACVD of
PECDV Deze methode wordt gebruikt voor het aanbrengen van diamantlagen of
diamantachtige koolstofdeklagen (zie hoofdstuk 9 nieuwe ontwikkelingen).
Vanassche Kjell 4EMEMEM27
afvaldamp
Damp van metaalverbindingen
Voorverwarmd werkstuk waarop de verbindingen uiteenvallen
metaalverbindingen
figuur 7: principeschets CVD-proces
Coatings
5. Oplassen
Bij het oplassen wordt door lassen andere materialen op het basismateriaal aangebracht.
Het proces bestaat erin dat de aangebrachte laag versmelt met het basismateriaal. Dit
proces wordt meestal gebruikt om bijvoorbeeld de tanden van de bak van een buldozer
harder te maken. De gebruikelijke lasprocessen zijn
het MIG/MAG en het TIG lassen. De
toevoermaterialen variëren van goedkope
laaggelegeerde staalsoorten tot dure kobaltlegeringen.
De minimale dikte van de laag is normaal 3mm. Bij
graafmachines worden lagen van normaal 6mm
gebruikt (zie figuur 8).
6. Metaalspuiten Bij het metaal spuiten wordt gesmolten metaal in kleine druppeltjes met grote snelheid op
een oppervlak geblazen. Hierdoor ontstaat er een continue deklaag. Bij het neerkomen op
het oppervlak koelen de druppeltjes af waardoor er door overlapping van de spetters een
dunne laag gevormd wordt. De druppeltjes worden gevormd met een brander (acetyleen
brander) (figuur 9) bij het vlamspuiten of met een plasmastraal bij het plasmaspuiten
(figuur 10).
Het plasmaspuiten geeft coatings met een hogere dichtheid die beter hechten dan bij het
vlamspuiten. Dit komt doordat de vlam bij het plasmaspuiten een veel hogere temperatuur
heeft dan bij vlamspuiten (17000°C i.p.v. 2700°C). Hierdoor kunnen zelfs, met het
plasmaspuiten, keramische materialen gecoat worden.
Vanassche Kjell 4EMEMEM28
figuur 8: opgelaste tand van baggermachine
figuur 9: vlamspuiten figuur 10: plasmaspuiten
Coatings
7. VervenDit is een van de oudste deklagen. Al jarenlang worden materialen beschermd door er een
laagje verf op te smeren. Verschillende eigenschappen van de verflaag kunnen bekomen
worden door een andere soort verf te kiezen.
8. LaminatenLaminaten is een voorwerp voorzien van een laagje kunststof. Dit wordt veel toegepast bij
papier, een blad papier wordt tussen 2 vellen kunststof geplaatst, het geheel wordt
opgewarmd.
Vanassche Kjell 4EMEMEM29
Coatings
9. Nieuwe ontwikkelingen
9.1 Dylyn coatingDe Dylyn® of diamond-like nanocomposite van Bekaert maakt gebruik van het PACDV-
proces. Het enige verschil met het gewone CVD-proces is dat de metallische verbindingen
door een plasmastraal op het werkstuk gebombardeerd worden. De werking van de
machine is te zien in nevenstaande figuur (zie figuur 11). Zoals bij het klassieke CVD-
proces worden er
verbindingen verdampt,
deze worden dan door de
plasmastraal gebombardeerd
op het werkstuk.
Hoe groter het
koolstofgehalte van het werkstuk hoe beter de laag er aan zal hechten. In onderstaande
figuur (zie figuur 12) is de structuur van de laag te zien. Deze is te vergelijken met deze
van diamant (zie figuur 13).
Meer informatie over deze nieuwe techniek is te vinden op:
http://www.bekaert.com/bac/Products/Diamond-like%20Coatings/PACVD.htm
http://www.863.org.cn/english/Forum/18.doc
Vanassche Kjell 4EMEMEM210
figuur 11: opstelling voor PACVD
figuur 12: structuur Dylyn® coating figuur 13: structuur diamant
Coatings
9.3 QPQ-procesHet QPQ-proces is afgeleid van het Tenifer-proces of het carbonitreren. Dit Tenifer-
proces werd uitgebreid met het polijsten en het oxideren van de bewerkte voorwerpen.
Hierdoor is een hoge corrosieweerstand bekomen. Het QPQ-proces vervangt hierdoor
bekende processen als hardverchromen, verzinken, vernikkelen, cadmiëren, zwarten en
fosfateren. In figuur 14 worden de voordelen van het QPQ-proces getoond
Meer informatie over deze nieuwe techniek is te vinden op:
http://www.ferrodur.be/design/qpqnl.html
http://www.haerterei-fietz.de
Vanassche Kjell 4EMEMEM211
figuur 14: voordelen van het QPQ-proces