300
Begroting 2011 Versie PS 10 november 2010

Concept begroting Zuid-Holland 2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Voor u ligt de Meerjarenbegroting 2011 van de provincie Zuid-Holland. Hierin treft u de vooruitzichten aan van de provincie op de doelen en prestaties die worden nagestreefd over de periode 2011-2014. Uiteraard wordt hierbij in het bijzonder aandacht besteed aan het komende begrotingsjaar 2011. Naast inzicht in de inhoudelijke kant van de doelen en prestaties wordt ook aandacht besteed aan de financiën die daarbij horen. Zo ontstaat per speerpunt een beeld van wat ervoor wordt gedaan, wat ermee beoogd wordt en wat het mag kosten. Naast de speerpunten voert de provincie ook voor een belangrijk deel reguliere werkzaamheden uit. Deze werkzaamheden worden genoemd in de Begroting en betrokken bij de analyse van de middeleninzet, maar zijn verder inhoudelijk uitgewerkt in de Productenraming 2011. Hierdoor kan de Begroting 2011 zich toespitsen op de onderwerpen waar het deze collegeperiode bestuurlijk om gaat, namelijk de speerpunten en offensieven van beleid.

Citation preview

Page 1: Concept begroting Zuid-Holland 2011

Begroting 2011

Versie PS 10 november 2010

Page 2: Concept begroting Zuid-Holland 2011

2

Page 3: Concept begroting Zuid-Holland 2011

3

Inhoudsopgave Leeswijzer........................................................................................................................................................ 5

Bestuurlijke inleiding........................................................................................................................................ 7

Budgettair kader ............................................................................................................................................ 11

Programma's Programma 1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.................................................................. 21 Programma 2 Integrale bereikbaarheid ........................................................................................................ 57 Programma 3 Een concurrerende, innovatieve en duurzame economie ..................................................... 91 Programma 4 Maatschappelijke participatie............................................................................................... 111 Programma 5 Integrale Ruimtelijke Projecten ............................................................................................ 125 Programma 6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur .................................................................................. 143 Programma 7 Middelen .............................................................................................................................. 161

Paragrafen Paragraaf Lokale heffingen ......................................................................................................................... 171 Paragraaf Weerstandsvermogen................................................................................................................. 173 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................... 191 Paragraaf Financiering ................................................................................................................................ 197 Paragraaf Bedrijfsvoering ............................................................................................................................ 201 Duurzaamheidsparagraaf ............................................................................................................................ 209 Paragraaf Verbonden partijen ..................................................................................................................... 213 Paragraaf Grondbeleid ................................................................................................................................ 227 Paragraaf Taakstellingen en reserveringen................................................................................................. 231 Paragraaf Subsidies .................................................................................................................................... 233 Paragraaf EU-subsidies............................................................................................................................... 239

Financiële Begroting.................................................................................................................................... 245

Bijlagen Bijlage 1 Voordracht ................................................................................................................................... 277 Bijlage 2 Amendenten en moties................................................................................................................ 279 Bijlage 3 Middeleninzet reguliere taken...................................................................................................... 281 Bijlage 4 Overzicht portefeuillehouders per productgroep.......................................................................... 287 Bijlage 5 Wettelijke en provinciale kaders .................................................................................................. 289 Bijlage 6 Kerngegevens provincie Zuid-Holland......................................................................................... 295 Bijlage 7 Afkortingenlijst ............................................................................................................................. 297

Page 4: Concept begroting Zuid-Holland 2011

4

Page 5: Concept begroting Zuid-Holland 2011

5

Leeswijzer

Voor u ligt de Meerjarenbegroting 2011 van de provincie Zuid-Holland. Hierin treft u de vooruitzichten aan

van de provincie op de doelen en prestaties die worden nagestreefd over de periode 2011-2014. Uiteraard

wordt hierbij in het bijzonder aandacht besteed aan het komende begrotingsjaar 2011. Naast inzicht in de

inhoudelijke kant van de doelen en prestaties wordt ook aandacht besteed aan de financiën die daarbij

horen. Zo ontstaat per speerpunt een beeld van wat ervoor wordt gedaan, wat ermee beoogd wordt en wat

het mag kosten. Naast de speerpunten voert de provincie ook voor een belangrijk deel reguliere

werkzaamheden uit. Deze werkzaamheden worden genoemd in de Begroting en betrokken bij de analyse

van de middeleninzet, maar zijn verder inhoudelijk uitgewerkt in de Productenraming 2011. Hierdoor kan de

Begroting 2011 zich toespitsen op de onderwerpen waar het deze collegeperiode bestuurlijk om gaat,

namelijk de speerpunten en offensieven van beleid.

De Begroting 2011 is opgebouwd uit vijf onderdelen, namelijk de Bestuurlijke inleiding, het Budgettair

kader, de Programmabegroting, de Financiële Begroting en de bijlagen.

In de Bestuurlijke inleiding worden de belangrijkste doelstellingen voor de offensieven genoemd. Daarnaast

wordt op hoofdlijnen ingegaan op een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de provincie en wijzigingen

in de Begroting. In het Budgettair kader wordt de Meerjarenbegroting 2011-2014 gepresenteerd en worden

de begrotingsvoorstellen toegelicht. Bovendien wordt aandacht geschonken aan een aantal bijzondere

onderwerpen, namelijk behoedzaamheid, cofinanciering en reservepositie.

Daarna volgen de zeven begrotingsprogramma’s. Elk programma begint met een missie. Vervolgens wordt

bij de 1e W-vraag ‘Wat willen we bereiken?’ gepresenteerd welke maatschappelijke doelen worden

nagestreefd. De maatschappelijke doelen zijn uitgewerkt in outcome (effect)indicatoren. Per productgroep

wordt de 2e W-vraag ‘Wat gaan we daarvoor doen?’ beantwoord. Hiertoe zijn de provinciale taken verdeeld

in speerpunten en reguliere taken.

De speerpunten vloeien voort uit het Coalitieakkoord en zijn de bestuurlijke aandachtspunten voor deze

coalitieperiode. De speerpunten dragen bij aan de realisatie van de geformuleerde maatschappelijke

doelen.

Per speerpunt zijn (prestatie)indicatoren opgenomen, gevolgd door de 3e W-vraag 'Wat mag dat kosten?'

met een verklaring van de significante verschillen tussen de Jaarrekening 2009 en de Begroting 2010.

Tevens worden grote afwijkingen uit de meerjarenraming toegelicht. Elk programma wordt afgesloten met

de middeleninzet, waarna de verschillen tussen de Jaarrekening 2009 en de Begroting 2010 voor de

reguliere taken worden toegelicht.

Na de programma’s zijn de verschillende paragrafen opgenomen, waaronder de paragrafen

Weerstandsvermogen en Duurzaamheid.

De Financiële Begroting bevat voor een belangrijk deel specifieke financiële overzichten ten aanzien van

exploitatie en balansposten, waaronder de staat van baten en lasten, staat van reserves en voorzieningen,

staat van overlopende passiva, staat van activa en de investerings- en financieringsstaat. De toelichtingen

hebben grotendeels betrekking op de balansposten.

Tenslotte is nog een aantal standaardbijlagen opgenomen waaronder de Statenvoordracht en een overzicht

van de aangenomen moties en amendementen.

Page 6: Concept begroting Zuid-Holland 2011

6

Page 7: Concept begroting Zuid-Holland 2011

7

Bestuurlijke inleiding

Dit is de laatste Begroting in deze collegeperiode. De Begroting 2011 is gericht op de afronding van het

Coalitieakkoord. Dit betekent dat er relatief weinig nieuwe beleidsvoornemens zijn opgenomen. Het is van

groot belang de vaart in de uitvoering te houden. Deze Begroting moet uitstralen dat we ‘de klus willen

klaren’.

In deze inleiding wordt eerst kort ingegaan op het financieel beleid; vervolgens komen enkele plannen voor

komend jaar aan bod.

Financieel beleid

Deze collegeperiode heeft van begin af aan in het teken gestaan van bezuinigingen van rijkswege. In 2007

besloot de regering de provincies eenzijdig een korting van €��� ��� �� �

€ ��� ��� �� �� ���� � �leggen. De provincie Zuid-Holland heeft daar, na onderhandelingen in het IPO, € �� ��� ��� ��� ���������

Reeds toen was duidelijk dat Zuid-Holland in vergelijking met de andere provincies (met grote vermogens

door dividend uit en verkoop van aandelen van energiebedrijven) een zwakke financiële positie heeft.

Herverdeling van het Provinciefonds was toen al noodzaak.

In deze collegeperiode zijn, in het licht van het voorgaande, verschillende maatregelen genomen om de

provinciale Begroting gezond te houden. In de begrotingsjaren 2008 tot en met 2011 is ieder jaar voor

€ 6 mln aan ‘heroverweging taken’ opgenomen. Voor de Organisatie van de Toekomst is in totaal ruim

€ 12 mln aan besparingen ingeboekt. Ook hebben Gedeputeerde Staten geanticipeerd op de bezuiniging

die vanaf 2011 wordt doorgevoerd op het Provinciefonds. In de voorliggende Begroting is hier €�� ��� ��

ingeboekt.

Deze maatregelen laten onverlet dat de financiële positie van de provincie ook de komende periode

aandacht behoeft. Een verdere korting op het Provinciefonds is waarschijnlijk. Zowel de commissie Kalden, die de inrichting van het openbaar bestuur heeft bezien, als de Raad voor de

Financiële Verhoudingen adviseerden namelijk om nog eens fors te korten op het Provinciefonds.

Daarnaast zal de bezuinigingsoperatie van het nieuwe Kabinet waarschijnlijk grote consequenties hebben

voor de doeluitkeringen die de provincie van het Rijk ontvangt, zoals het Investeringsbudget Landelijk

Gebied en de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer. Deze (toekomstige) financiële situatie dwingt de

provincie zich te bezinnen op haar takenpakket en op de efficiënte uitvoering daarvan.

Voor het komende jaar (2011) biedt de voorliggende Begroting vooralsnog voldoende financiële grondslag

om bestaand beleid door te zetten en daadwerkelijk de gestelde doelen te bereiken.

Plannen en offensieven

Regionale UitvoeringsDiensten

Met de Regionale UitvoeringsDiensten creëert de provincie, in samenwerking met gemeenten, één loket

voor het bedrijfsleven (en andere organisaties) voor vergunningverlening en handhaving. Op 1 januari 2011

zullen de Regionale Uitvoeringsdiensten Zuid-Holland Zuid en Rijnmond van start gaan, per 1 juli 2011 de

Regionale Uitvoeringsdienst West-Holland en per 1 januari 2012 de Regionale Uitvoeringsdiensten Midden-

Holland en Haaglanden.

Duurzaamheidsoffensief

In het duurzaamheidsoffensief werkt de provincie aan een duurzame leefomgeving en aan vermindering en

verduurzaming van het energiegebruik. Vanuit haar rol bij het ordenen van het ruimtelijk domein formuleert

de provincie beleid voor windenergie. Hiervoor zullen Provinciale Staten naar verwachting eind 2010 de

nota Wervelender vaststellen. In de nota worden de doelstellingen en gewenste plaatsingslocaties

('plaatsingsvisie') voor windenergie in Zuid-Holland beschreven.

Page 8: Concept begroting Zuid-Holland 2011

8

Een duurzame leefomgeving is ook een veilige leefomgeving. De provincie werkt daar onder meer aan in

het programma Externe Veiligheid. Daarin zijn het vervoer van gevaarlijke stoffen en de locaties van

bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken geregeld. Eind 2010 stellen Provinciale Staten naar

verwachting het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014 vast. Een van de doelen van dit

programma is dat gemeenten, regio’s en andere betrokken partijen vanaf 2014 zelf in staat zijn wet- en

regelgeving rond externe veiligheid uit te voeren.

Het uitvoeringsprogramma Zuid-Westelijke Delta wordt naar verwachting nog dit jaar door PS/GS

vastgesteld. Vanaf 2011 zal het uitvoeringstraject in gang worden gezet.

Groenoffensief

Binnen de bestuursovereenkomst Investeringsbudget Landelijk Gebied realiseert de provincie gebieden

met een natuur- en recreatiefunctie. Met de rijksoverheid zijn in het kader van deze overeenkomst

afspraken gemaakt over het aantal te verwerven en in te richten hectares in de periode 2007-2013.

Voor wat betreft de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) liggen verwerving en inrichting globaal op schema.

Voor de Recreatie om de Stad (RodS) moet in de resterende periode nog een inhaalslag worden gemaakt

wat betreft de verwerving. De inrichting loopt voor op schema.

In 2011 gaat het om 375 ha verwerving (inclusief Particulier Natuurbeheer) in de Ecologische

Hoofdstructuur. Deze grondverwerving richt zich vooral op het Veenweidepact Krimpenerwaard, de

Deltanatuurgebieden en het gebied Gouwe-Wiericke. In 2011 wordt naar verwachting 550 ha als

natuurgebied ingericht.

Binnen het programma Recreatie om de Stad (RodS) verwerft de provincie in 2011 525 ha recreatiegebied.

De verwervingstaakstelling is hoog, maar aangezien voor een flink aantal hectares sprake is van een

lopende onteigeningsprocedure, ligt het in de lijn van de verwachting dat een en ander wel kan worden

gerealiseerd. Dit gebeurt met name in de Dordtse Biesbosch, de Groenblauwe Slinger en het Bentwoud. In

2011 gaat de provincie 400 ha als natuur- en recreatiegebied inrichten.

Uit de midterm review van het Investeringsbudget Landelijk Gebied blijkt dat de gestelde doelen alleen

kunnen worden gerealiseerd als de benodigde middelen ook daadwerkelijk ter beschikking worden gesteld,

dan wel als herverdeling van middelen tussen provincies ten gunste van de provincie Zuid-Holland gebeurt.

Ook moeten met het Rijk op basis van de midterm review nog afspraken worden gemaakt over de

doelstellingen voor de periode na 2013.

Bereikbaarheidsoffensief

In het bereikbaarheidsoffensief werkt de provincie aan een betere mobiliteit voor personen en goederen.

Daarbij wordt ingezet op verschillende vormen van vervoer. In 2011 gaat de provincie verder met het

realiseren van één hoogwaardig OV-netwerk. Het accent zal komend jaar vooral liggen op de uitvoering van

concrete projecten en activiteiten. Zo wordt het stedenbaanstation Sassenheim in gebruik genomen.

Wat betreft (vaar)wegen gaat de provincie in 2011 voortvarend verder met het wegwerken van achterstallig

onderhoud. Er wordt integraal en grootschalig onderhoud gepleegd aan 21 wegtrajecten, met een totale

lengte van circa 95 km. Integraal onderhoud betekent dat naast de wegconstructie ook de openbare

verlichting, de verkeersregelinstallaties en het groen langs de wegen wordt aangepakt. Daarnaast richt de

provincie de wegen duurzaam veilig in. Op de diverse vaarwegtrajecten wordt ruim 10 km oever vervangen

door duurzame constructies en worden er 30 wachtplaatsen gecreëerd. Daarnaast wordt onderhoud

gepleegd aan vijf bruggen en vinden er op een zestal vaarwegtrajecten baggerwerkzaamheden plaats.

In 2011 legt de provincie ook 33 km nieuwe of verbeterde fietspaden aan, waaronder Den Haag-Leiden

(één langs het spoor en één langs de N/A44), Gorinchem-Arkel en Zoetermeer-Delft (tussen Balijbos en

Delftse Hout).

Page 9: Concept begroting Zuid-Holland 2011

9

Naast het verbeteren van het vervoer over spoor, weg en water zijn goede overstapmogelijkheden tússen

verschillende vormen van vervoer van cruciaal belang voor het verbeteren van de mobiliteit. Daarom

worden in 2011 bij stations 400 fietsenstallingplaatsen en 230 parkeerplaatsen gerealiseerd.

Economisch offensief

Doelstellingen uit het Coalitieakkoord zijn het versterken van de (boven)regionale economische

ontwikkeling en het ontwikkelen van een kenniseconomie en sterke clusters. De provincie werkt hier onder

meer aan in het ‘Pieken in de Delta’-programma. Een van de doelstellingen is het versterken van de vier

clusters: greenports, life & health sciences, water- en deltatechnologie en transport en logistiek. Dit

programma is succesvol zoals ook blijkt uit onderzoek van de Organisatie voor Economische

Samenwerking en Ontwikkeling. In 2011 zal de provincie, samen met het Rijk en andere partners, bepalen

hoe dit programma na 2011 wordt voortgezet.

Economische activiteiten moeten duurzaam worden ingepast in de leefomgeving. Hiervoor heeft de

provincie doelstellingen geformuleerd voor het herstructureren en nieuw ontwikkelen van

bedrijventerreinen. Tot en met 2010 is 770 ha bedrijventerrein geherstructureerd. Daarmee is de

doelstelling van 750 ha ruimschoots gehaald. Verwacht wordt dat in 2011 subsidie wordt toegekend om nog

eens 75 ha bedrijventerrein te herstructureren. Het was de bedoeling om in deze collegeperiode 250 ha

nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen. Hiervoor zijn echter nog geen subsidies toegekend aan gemeenten.

Dit heeft enerzijds te maken met de economische crisis, waardoor er minder vraag is naar nieuwe

bedrijventerreinen, anderzijds met een beleidswijziging, waardoor subsidie vooral wordt toegekend voor

herstructurering van bestaande terreinen.

Eind 2010 stellen Provinciale Staten naar verwachting de visie Recreatie en vrije tijd vast. Deze visie wordt

een integraal document met een koppeling tussen de economische kansen van recreatie en toerisme, het

beheer van recreatiegebieden en een aangescherpte Agenda vrijetijd. De visie schetst het perspectief van

recreatie en toerisme met een uitwerking in regiospecifieke kansen en mogelijkheden.

Jeugdoffensief

Het college heeft de ambitie de wachttijd in de jeugdzorg te reduceren tot maximaal vijf weken.

Gedeputeerde Staten beogen eind 2010 de wachttijd te hebben teruggebracht tot maximaal zeven weken,

eind 2011 moet maximaal vijf weken zijn behaald. In 2011 zal een monitor naar de situatie van de jeugd, de

inspanningen en het effect hiervan op in- en uitstroom van de jeugdzorg meer duidelijkheid bieden in deze

problematiek.

De afgelopen periode heeft de provincie zich voor de jeugdzorg gericht op beperking van de instroom,

bevorderen van de uitstroom en bevorderen van beschikbaarstelling van de juiste soort hulp, waardoor er

meer en sneller zorg wordt verleend. Bovendien is onder meer extra geïnvesteerd in

opvoedingsondersteuning en nazorg via de Regionale Agenda’s Samenleving en in een televisieserie

(0-23) over opvoedproblematiek op de regionale omroepen TV West en TV Rijnmond.

De provincie geeft uitvoering aan afspraken die het Rijk en het IPO voor 2010 en 2011 hebben gemaakt

over de aanpak en de financiering van de jeugdzorg. Een groot deel van de afspraken op het terrein van de

aansluiting gemeentelijk preventief jeugdbeleid en provinciale jeugdzorg werden door de provincie samen

met gemeenten al opgepakt binnen de Regionale Agenda Samenleving. Daarnaast worden afspraken

gemaakt op afzonderlijke onderdelen, te weten de deskundigheidsbevordering van de eerste lijn en

invulling van de experimenteerruimte, zodat de samenhang tussen de eerstelijnszorg en tweedelijnszorg

verbetert.

Page 10: Concept begroting Zuid-Holland 2011

10

Het nieuwe Kabinet neemt een besluit over de toekomstige structuur van de jeugdzorg. Dit besluit wordt

mede genomen naar aanleiding van een verschenen rapport van een parlementaire werkgroep waarin de

aanbeveling stond dat gemeenten een grotere rol bij de jeugdzorgorganisatie moeten krijgen.

Integrale Ruimtelijke Projecten

IRP's zijn een belangrijk instrument voor de provincie om de bestuurlijke en financiële inzet te bepalen en in

goede samenwerking met partijen de daadwerkelijke uitvoering van projecten te bevorderen. Het betreft de

volgende projecten: Zuidplaspolder, As Leiden -Katwijk, IODS, Oude Rijnzone, PMR 750 ha,

Samenhangende integrale gebiedsontwikkeling Kust en Hof van Delfland.

Voortgang is ook het komende jaar voor diverse IRP's belangrijk: knopen moeten worden doorgehakt,

samenwerking moet worden bezegeld en besluiten moeten worden genomen, zoals bij de Oude Rijnzone.

Page 11: Concept begroting Zuid-Holland 2011

11

Budgettair kader Meerjarenperspectief

In dit hoofdstuk wordt het begrotingssaldo 2010 met de meerjarenraming gepresenteerd. De basis voor de

Begroting en het meerjarenperspectief is het financieel perspectief tot en met de Kadernota 2010. Dit

perspectief is onder andere aangepast omdat de doorwerking van de besluitvorming naar aanleiding van de

behandeling van de Kadernota nog niet volledig was verwerkt. De tabel is zo opgebouwd dat te volgen is

hoe de beginstand, zoals wordt gepresenteerd in het boekwerk van de Kadernota, wordt aangepast op het

meerjarenperspectief. Dit resulteert in een feitelijke eindstand Kadernota. Na deze eindstand worden de

nieuwe onderwerpen binnen de Begroting als voorstel aangedragen. Deze voorstellen zijn zoals gebruikelijk

onderverdeeld in exogene en technische wijzigingen en beleidskeuzes.

Page 12: Concept begroting Zuid-Holland 2011

12

Financiële ruimte

De opbouw van de financiële ruimte vanaf de Kadernota 2011, inclusief de verwerking van de behandeling

van de Kadernota in de PS-vergadering van juli, is als volgt schematisch weer te geven: 12

(bedragen x € 1 mln) 2011 2012 2013 2014

Start Begrotingspositie bij Kadernota * 1,63 9,99 14,92 22,59 Ontwikkelingen Voorjaarsnota WOZ Provinciehuis -0,12 0,12 0,12 0,12 Verspreid glas glastuinbouw -1,32 0,00 0,00 0,00 Wabo -1,81 0,00 0,00 0,00

Verkiezingen -0,33 0,00 0,00 0,00 Start Begrotingspositie na Voorjaarsnota -1,95 10,01 15,04 22,71 Kadernota

1 ILG Recreatievraagstukken 0,00 -3,80 0,00 0,00 2 Zuidwestelijke Delta -0,40 -0,40 -0,40 -0,40 3 Sanering verspreid liggend glas 1.32 -1,30 0,00 0,00 4 Manden Maken -1,90 0,00 0,00 0,00 5 Deltapoort -0,25 0,00 0,00 0,00 Subtotaal Kadernota -1,23 -5,50 -0,40 -0,40 Exogeen

6 Opcenten motorrijtuigenbelasting 3,90 3,30 1,90 2,30 7 Provinciefonds ,17 0,17 0,17 0,17 Subtotaal Exogeen 4,07 3,47 2,07 2,47 Technisch

8 MPI 0,47 0,18 0,00 -8,50 9 Kapitaallasten 0,95 -2,19 0,31 -13,09

10 Vrijval stelpost grondbedrijf 0,15 0,00 0,00 0,00 11 57+ regeling stopt in 2013 0,00 0,00 1,59 1,69 12 Motorrijtuigenbelasting PZH-voertuigen -0,07 -0,07 -0,07 -0,07 13 Regionale Historische Centra 0,00 -0,44 -0,44 -0,44 14 Subsidie veerverbinding Hardinxveld-Sleeuwijk -0,16 -0,17 -0,17 -0,17 15 Rentetoevoeging overlopende passiva 0,49 1,88 2,00 1,86 16 Bijstelling korte rentebaten en -lasten 0,72 1,99 4,20 4,20 17 Muskusrattenbestrijding -0,70 -0,70 -0,70 -0,70 18 GZH -0,16 -0,16 -0,16 -0,16

Subtotaal Technisch 1,69 0,32 6,56 -15,38 Beleidskeuze

19 Middelen tariefacties naar financiële ruimte 0,00 0,00 1,50 1,50 20 Netto kosten RUD's -10,71 -2,93 0,34 2,99 21 Onttrekking algemene reserve 8,12 0,00 0,00 0,00

Subtotaal Beleidskeuze

-2,58

-2,93

1,84

4,49

Eindsaldo 0,00 5,37 25,11 13,89 Budgettair kader 2011-2014. Positieve mutaties zijn voordelig voor het begrotingssaldo, negatieve mutaties zijn nadelig. * Stand zoals gepresenteerd in het boekwerk Kadernota 2011 aan PS.

Page 13: Concept begroting Zuid-Holland 2011

13

Toelichting voorstellen

Kadernota

1. ILG recreatievraagstukken

Besluitvorming over de toekenning van middelen met ingang van het begrotingsjaar 2011 zal worden

overgelaten aan het nieuwe college.

2. Zuidwestelijke Delta

Dit betreft de bijdrage aan proceskosten van het programma Zuidwestelijke Delta en uitvoering van

(onderzoeks)maatregelen van het spoorboekje zoetwater ZW-Delta.

3. Sanering verspreid glas glastuinbouw

Betreft het voorstel voor extra middelen om de in het Coalitieakkoord gestelde ambitie van 200 ha sanering

ruimschoots te halen (tot 258 ha). Dit voorstel was oorspronkelijk in de Voorjaarsnota opgenomen. Echter,

50% van het gevraagde bedrag is doorgeschoven naar de Kadernota 2011-2014.

4. Manden Maken

Voor de Begroting 2011 is een bedrag van € 1,9 mln beschikbaar gesteld. Dit dient te worden ingevuld aan

de hand van concrete, direct uitvoerbare projectvoorstellen van provinciaal en Drechtstedelijke belang.

5. Deltapoort

Vanwege het provinciale belang gaat de provincie hierin een coördinerende en regisserende rol vervullen.

Hiervoor is budget nodig om expertise tijdelijk in te kunnen huren (en adequate bemensing van het

programmabureau). Het betreft een eenmalige inzet van €���� ��� �� ����

en behoeve van het invullen

van de coördinerende en regisserende rol bij het opstellen van de Integrale Gebiedsvisie Oost

IJsselmonde.

Exogene begrotingsvoorstellen

6. Opcenten Motorrijtuigenbelasting

Uitgangspunt voor de berekening van de inkomsten uit de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting is de

informatie van de Rijksbelastingdienst over het in Zuid-Holland geregistreerde wagenpark per 26 juni 2010.

Op basis van de ontwikkelingen in het wagenpark van Zuid-Holland zijn de inkomsten uit de opcenten voor

de meerjarenraming positief bijgesteld. In verband met de vernieuwing van het wagenpark is er sprake van

een toename van het gemiddelde gewicht. Bovendien is het totaal aantal auto’s wederom toegenomen.

Bij de berekening van de opbrengst van de opcenten is rekening gehouden met de gemiddelde

toename/afname in de afgelopen twee jaar van de belangrijkste variabelen. Hierin is een sterke toename te

verwachten in het aandeel van zeer zuinige personenauto’s (CO2-zuinig). Sinds 1 januari 2010 is het tarief

voor zeer zuinige auto’s teruggebracht van een kwart van het normale MRB-tarief naar nihil, wat de

aanschaf van zeer zuinige auto’s aantrekkelijker maakt. In de ramingen van 2011 en volgende jaren is

hiermee rekening gehouden.

7. Provinciefonds

Ter bepaling van de inkomsten uit het Provinciefonds is de meicirculaire 2010 gebruikt. De bijstelling van

€ 0,17 mln is het gevolg van algemene ontwikkelingen, hoofdzakelijk een toename van het inwoneraantal in

de provincie Zuid-Holland.

Page 14: Concept begroting Zuid-Holland 2011

14

Technische begrotingsvoorstellen

8. MPI

Jaarlijks wordt in het Meerjaren Programma Investeringen (MPI) een bedrag van €��

mln voor projecten

< € 1 mln opgenomen. De stijging van €��� �

ln wordt veroorzaakt door de instroom voor het jaar 2014

waarvan slechts een klein deel ad € ��� �ln in het huidige MPI al ingevuld is met kasritmes van kleine

projecten. Gezien de korte looptijd van kleine projecten zal dit in het volgende MPI plaatsvinden.

9. Kapitaallasten

De ontwikkeling van de kapitaallasten is het gevolg van een lager gerealiseerd investeringsvolume in 2009,

een inhaalafschrijving in 2010 in verband met de herziene nota IWA en een lager percentage dat gebruikt is

voor de renteberekening. Dit voordeel wordt grotendeels opgeheven door de lagere bespaarde rente door

het hanteren van een nieuwe berekeningswijze zoals vastgesteld in de herziene nota Kostprijs- en

Renteberekening. Per saldo is er een voordeel in de financiële ruimte van € 1 mln.

In de jaren 2010 tot en met 2013 is er sprake van een jaarlijkse toename van de kapitaallasten als gevolg

van de investeringen uit het Coalitieakkoord. De stijging 2010-2013 was al eerder in de meerjarencijfers

verwerkt. De grote stijging van €�

3,09 mln in de jaarschijf 2014 wordt grotendeels veroorzaakt door de

start van de geplande uitvoering van de RijnGouwelijn West en de Rijnlandroute. In het MPI wordt dit nader

toegelicht.

10. Vrijval stelpost grondbedrijf

In de Begroting 2010 staat nog een restantbedrag van de stelpost 'Grondbedrijf' ad €���� ��� ��

niet meer

aangewend wordt. Voorgesteld wordt om dit bedrag incidenteel vrij te laten vallen ten gunste van de

financiële ruimte.

11. 57+ regeling stopt in 2013

De laatste deelnemers aan deze vertrekregeling zullen in 2012 de pensioengerechtigde leeftijd bereiken

waarmee de uitvoering van de 57+ regeling kan worden beëindigd.

12. Motorrijtuigenbelasting PZH-voertuigen

Het betreft de motorrijtuigenbelasting voor de eigen PZH-voertuigen.

13. Regionale Historische Centra

Bij het omzetten van alle aanvankelijk in de Begroting 2007 incidenteel ingevoerde budgetten naar

structureel is het budget voor Regionale Historische Centra abusievelijk tot en met het jaar 2011 als

incidenteel budget blijven staan. Vanaf 2012 is het budget ad € 0,44 mln structureel in de Begroting

opgenomen.

14. Subsidie veerverbinding Hardinxveld-Sleeuwijk

De provincie is in 2010 de verplichting aangegaan jaarlijks (periode 2010-2014) een subsidie te verstrekken

aan de veerdienst DAEB voor het veer Hardinxveld-Werkendam-Gorinchem-Sleeuwijk. Deze subsidies

worden nu in de meerjarenraming opgenomen. Bij de Najaarsnota 2010 zijn de hiervoor bestemde COA-

middelen ad €���� ���

éénmalig aan de financiële ruimte toegevoegd.

15. Rentetoevoeging overlopende passiva

Als gevolg van lagere rentepercentages zal er in 2011 voor circa €��� ��� ������ ���� �����

toegerekend aan de overlopende passiva. Ook voor de jaren 2012, 2013 en 2014 zijn de rentepercentages

verlaagd, waardoor er minder rente wordt toegerekend aan de overlopende passiva.

Page 15: Concept begroting Zuid-Holland 2011

15

16. Bijstelling korte rentebaten en -lasten

Doordat het financieringsoverschot hoger is dan in de vorige meerjarenraming was verwacht en doordat het

moment waarop het financieringsoverschot omslaat in een financieringstekort, later optreedt, zijn er hogere

renteopbrengsten en lagere rentelasten begroot.

17. Muskusrattenbestrijding

Deze technische wijziging betreft een correctie op een eerdere berekening van de loonkosten.

18. GZH

Deze technische wijziging betreft een correctie op een eerdere berekening van de loonkosten.

Beleidskeuzes

19. Middelen tariefacties naar financiële ruimte

In het Coalitieakkoord is een structureel budget van € � ��� ���� ��� ������ ���r gesteld voor tariefacties

OV. In de afgelopen jaren is gebleken dat op termijn een budget van € ��� ��� ���ende is om de kosten

van alle acties (gratis OV, extra diensten, budget voor onrendabele lijnen) te dekken. Daarom wordt vanaf

2013 het budget verlaagd met €��� ���� !�"� �������� "#���� ����� ����#� ter dekking van de

kapitaallasten van een eenmalige extra investering in mobiliteit van € �� ���.

Overig

20. Netto kosten RUD’s

De provincies hebben van het Rijk de regierol gekregen om uiterlijk in 2012 samen met gemeenten en

bestaande milieudiensten regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) op te richten. Deze RUD's houden zich

bezig met de uitvoering van complexe en bovengemeentelijke milieutaken en hebben tot doel de kwaliteit

van de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren. Het voorstel in deze Begroting betreft de

uitgaven voor de overdracht in 2011 en 2012.

21.Onttrekking algemene reserve

Ten gevolge van een aantal voorstellen in het Budgettair Kader, onder meer de opzet van de RUD’s, zou

de Begroting 2011 zonder nadere maatregelen uitkomen op een tekort van € 8,12 mln. Om dit op te vangen

wordt voorgesteld een even groot bedrag aan de algemene reserve te onttrekken.

Bijzondere onderwerpen

Behoedzaam begroten

In de Begroting 2010 is gestart met het bieden van inzicht in de omvang van de behoedzaamheid in de

opbouw van de Begroting. De mate van behoedzaam begroten is een keuze die kan worden genomen

binnen de kaders van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en

rekeninghoudend met de prudentie die volgt uit de boekhoudregels. De keuze voor behoedzaam ramen en

de begrotingsspelregels zijn aan de Staten voorgelegd bij de wisseling van de collegeperiode. De Staten

hebben in de vergadering van juni 2007 bij Statenbesluit 5834 besloten om als regel behoedzaam begroten

toe te passen bij het opstellen van de Begroting, waarbij geldt dat de baten worden begroot voorzover de

realisatie zeker is en dat de lasten worden opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat zij zullen optreden.

Vanuit het oogpunt van begrotingsrechtmatigheid is dit wenselijk omdat het risico op begrotings-

onrechtmatigheid hiermee wordt beperkt.

In het overzicht is de opbrengst uit het Provinciefonds niet opgenomen, aangezien sinds 2010 het Rijk geen

behoedzaamheidsreserve meer aanhoudt en ook de accressen tot en met 2011 zijn vastgelegd.

Page 16: Concept begroting Zuid-Holland 2011

16

Omvang behoedzaamheid in begrotingsjaar

2010 (bedragen x € $ %&'( Totale omvang Procentuele

behoedzaamheid

Materiële

behoedzaamheid

Indexering materiële budgetten ( %) € 0 n.v.t. n.v.t.

Opcenten motorrijtuigenbelasting * € �25,7 1% € ���6

Post onvoorzien €��� 100% € 0,50

Uitvoering Meerjarenprogramma

Investeringen Provinciale Infrastructuur (MPI) € 369 10% € �)�*�

Totale omvang behoedzaamheid € 40,66

* In verband met de behoedzaamheidsmarge gaat de Begroting uit van € +,,-4 mln.

Indexering materiële budgetten

In afwijking op voorgaande jaren is de Begroting 2011 gericht op de realisatie en afronding van het

Coalitieakkoord. Het Rijk heeft besloten om het Provinciefonds voor 2010 en 2011 niet te laten groeien voor

accressen. Dit betekent dat er geen loon- en prijscompensatie wordt toegevoegd. Met motie 201 hebben de

Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten verzocht om voor 2011 de tarieven voor de provinciale

belastingen niet te verhogen. In verband hiermee zijn de materiële budgetten niet geïndexeerd.

Opcenten motorrijtuigenbelasting

Bij het opstellen van de Begroting wordt een behoedzaamheidsmarge aangehouden van 1% van de

berekende opbrengst aan opcenten motorrijtuigenbelasting. Het doel hiervan is om onvoorziene

tegenvallers op te kunnen vangen. Daarnaast wordt de marge aangehouden om eventuele tegenvallende

opbrengsten uit de opcenten motorrijtuigenbelasting zelf op te kunnen vangen. De provincie is voor het

opstellen van de prognoses afhankelijk van de informatievoorziening van de Belastingdienst. Hoewel de

informatievoorziening is verbeterd, blijft er sprake van een onzekerheid. Die onzekerheid wordt hiermee

afgedekt.

Post onvoorzien

Bij het voorleggen van de begrotingsspelregels aan Provinciale Staten is ook de keuze voorgelegd inzake

de post onvoorzien. De post onvoorzien bedraagt €��� ��� �� ���� �� �� ��� ��� ���"����

tegenvallers. Op voorstel van Gedeputeerde Staten zijn de post onvoorzien en de omvang ervan in stand

gehouden.

Uitvoering Meerjarenprogramma Investeringen Provinciale Infrastructuur

In projectbudgetten wordt standaard een budget opgenomen voor onvoorzien. Het budget voor onvoorzien

bestaat voor ongeveer de helft uit een deel objectonvoorzien en voor de andere helft uit een deel

projectonvoorzien. Het deel objectonvoorzien dient voor het opvangen van tegenvallers die zich gedurende

het project voordoen en die bij de start van het project niet volledig vaststaan (bijvoorbeeld het aantal

lantaarnpalen). Het deel projectonvoorzien dient voor het opvangen van tegenvallers door eventuele niet-

verzekerbare calamiteiten en verandering in regelgeving gedurende de uitvoering van het project.

Ervaringscijfers leren dat jaarlijks gemiddeld 8-10% van het projectbudget ter dekking dient van

onzekerheden. Het bruto projectenbudget uit het MPI voor 2010 bedraagt € �)* ���� !� �����"���-

heidsraming voor de projectbudgetten komt daarmee uit op circa € �� ����

Page 17: Concept begroting Zuid-Holland 2011

17

Opbrengsten vastgoed

Bovengenoemde onderwerpen leggen een materieel beslag op de Begroting. Een vorm van

behoedzaamheid waarvoor dit niet geldt maar waarbij wel behoedzaam wordt geraamd, zijn de

opbrengsten uit vastgoed.

De provincie Zuid-Holland raamt de totale actuele waarde van de voormalige steunpunten op basis van

80% van de taxatiewaarde. Voor deze voormalige steunpunten is geen boekwaarde opgenomen en het

verschil tussen boekwaarde en actuele waarde is opgenomen onder de stille reserves. Per object wordt

beoordeeld of en wanneer verkoop zou kunnen plaatsvinden. Voor 2011 is een geschatte verkoop-

opbrengst van €� ��� ������� �� ��� ������ ��� �������� . ��"� ������� ������������ ���

worden. Ten aanzien van de verspreide eigendommen wordt een conservatieve raming van de mogelijke

opbrengsten gehanteerd waarbij een inschatting is gemaakt van de mogelijkheid tot verkoop. Kortom, voor

zowel onroerend goed als stukken grond worden opbrengsten uit verkoop zeer behoedzaam geraamd.

Muskusrattenbestrijding

De taak van de Muskusrattenbestrijding wordt per 2011 overgeheveld van de provincie naar de

Waterschappen. De wetswijziging die hiervoor nodig is, ligt momenteel bij de Raad van State nadat het

demissionair Kabinet het voorstel heeft goedgekeurd in de Ministerraad van 9 juli jl. In de meicirculaire van

2010 heeft het Rijk al laten weten dat als gevolg van de overheveling van de taak een korting ad € ���� ���

op het Provinciefonds plaatsvindt per 2011. Deze korting is nu verwerkt in de Meerjarenbegroting.

Tegelijkertijd is uitgegaan van een evenredige verhoging van de bijdrage van de Waterschappen voor de

provincie gelet op het feit dat de taak vanaf 2011 onder hun verantwoordelijkheid wordt uitgevoerd. De inzet

is om per 1 januari 2012 ook de uitvoering te laten plaatsvinden door de Waterschappen. In organisatorisch

opzicht is het onmogelijk een transitie voor 2011 te realiseren en bovendien wordt in breder verband met

provincies en waterschappen gesproken over een nieuw model voor de taak per 2012 waarbij ingezet wordt

op efficiency door schaalvergroting. Vanaf 2012 wordt nu rekening gehouden met het volledig verdwijnen

van de taak uit de Begroting waarbij een saldo ad €��� ��� �� ���� ��� ������������ �� ������� ���

en deze middelen per 2013 kunnen vrijvallen ten gunste van de financiële ruimte.

Omvang van de reservepositie

De reservepositie van provincies staat nog altijd in het middelpunt van de publieke belangstelling.

Herziening verdeelmodel Provinciefonds

Bij de herziening van het verdeelmodel van het Provinciefonds spelen de reserveposities een belangrijke

rol. Er zijn provincies met een omvangrijke reservepositie, als gevolg van dividenden uit aandelen in

nutsbedrijven dan wel de opbrengsten uit de verkoop van deze aandelen, en provincies met een relatief

beperkte reservepositie. Zuid-Holland behoort tot deze laatste groep. Het Kabinet heeft eerder aangegeven

dat de verschillen in reservepositie een rol gaan spelen bij de herziening van het verdeelmodel, maar in

welke mate dit zal gebeuren is nog niet bekend. De verwachting is dat het nieuwe Kabinet in 2011 een

besluit zal nemen over het nieuwe verdeelmodel, dat vervolgens met ingang van 2012 in werking zal

treden.

Onderzoek naar de Reserves

In 2010 heeft de Randstedelijke Rekenkamer onderzoek uitgevoerd naar de reserves. Uit het onderzoek

kan worden opgemaakt, dat Zuid-Holland de reserves onderbouwt conform haar eigen beleids-

uitgangspunten die zijn vastgelegd in de door PS vastgestelde beleidsnota Reserves en voorzieningen.

In 2011 dient deze beleidsnota te worden herzien. Dit is de eerstvolgende mogelijkheid om eventuele

verbeteringen door te voeren in het beleid.

Page 18: Concept begroting Zuid-Holland 2011

18

Ontwikkeling reservepositie 2011-2014

(bedragen x € $ %&'( Beginsaldo

2011

Beginsaldo

2012

Beginsaldo

2013

Beginsaldo

2014

Beginsaldo

2015

Algemene reserve 46,24 21,78 22,78 23,78 23,78

Programmareserves 196,63 159,60 142,31 113,22 93,24

Totaal Reserves 242,87 181,38 165,09 137,00 117,02

Ten aanzien van de daling van de reserves tussen 2011 en 2015 dient er rekening te worden gehouden

met het feit dat de komende jaren een aantal zaken waarvoor middelen in de reserves zijn opgenomen,

worden uitgevoerd.

Page 19: Concept begroting Zuid-Holland 2011

19

Programma's

Page 20: Concept begroting Zuid-Holland 2011

Een aantrekkelijk en gezond leefklimaat

Inrichting ILG-projecten (stand 1-1-2010). Bron: Cartografie provincie Zuid-Holland.

De EU-doelen voor de uitstoot van SO2 en NMVOS in 2010 worden waarschijnlijk gehaald. De emissies van NOx en NH3 komen waarschijnlijk enkele jaren na 2010 onder het afgesproken plafond. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving.

Page 21: Concept begroting Zuid-Holland 2011

21

Programma 1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke lee fomgeving

Missie

"De provincie Zuid-Holland waarborgt en versterkt op een duurzame manier

de ruimtelijke kwaliteiten van de gevarieerde landelijke en stedelijke gebieden"

Wat willen we bereiken?

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

1. Voldoende gedif-

ferentieerd

aanbod van

(betaalbare)

woningen afge-

stemd op de

woningbehoefte

Woningproductie Sloop Toename voorraad waarvan 30% sociaal Zuidvleugel aandeel waarvan - 80% binnen BBG 1 - 20% uitleggebied - 50% rond halten OV - rond Stedenbaan

haltes Groene Hart aandeel waarvan - 50% binnen BBG - 50% uitleg Delta aandeel waarvan - 50% binnen BBG - 50% uitleg Verwacht effect kredietcrisis - op productie

- op sloop

Dit resulteert in het

volgende totaal:

Woningbouwproductie

Sloop

17.000 6.000

11.000 5.000

15.000 10.000 5.000

6.000 2.500

1.500 750 750

500 250 250

19.700 6.700

13.000 5.900

17.500 14.000 3.500

7.000 4.000

1.800 900 900

400 200 200

-7.700 -3.000

12.000 3.700

19.700 6.700

13.000 5.900

17.500 14.000 3.500

7.000 4.000

1.800 900 900

400 200 200

-5.700 -2.000

14.000 4.700

19.700 6.700

13.000 5.900

17.500 14.000 3.500

7.000 4.000

1.800 900 900

400 200 200

-4.700 -2.000

15.000 4.700

19.700 6.700

13.000 5.900

17.500 14.000 3.500

7.000 4.000

1.800 900 900

400 200 200

-3.700 -2.000

16.000 4.700

1 BBG = Bestaand bebouwd gebied.

Page 22: Concept begroting Zuid-Holland 2011

22

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

2. Betere bereik-

baarheid én

gebruik natuur- en

recreatiegebieden

vanuit de stad

14% meer

recreatiemogelijkheden

in regionale natuur- en

recreatiegebieden eind

2013 t.o.v. begin 2007

door:

• meer recreatie-

gebieden

• beter toegankelijke

recreatiegebieden

Nulmeting

op kaart

(eind 2008)

+ 8% + 10% + 14%

3. Een aantrekkelijk

en gezond

leefklimaat en een

divers aanbod

aan karakteristie-

ke landschaps-

vormen

gekenmerkt door

variatie

Doorwerking van

ruimtelijke kwaliteit in

minimaal 2 sectorale

programma's en PSV

Nulmeting in

2010

afgerond

Aantal blootgestelden

boven de grens-

waarden/normen in

Zuid-Holland

Lucht TZH2 155.000

-15% - 25% - 50% -75%

Geur TZH

Provinciale inrichtingen

130.000

70.000

-5%

- 10%

- 15%

Geluid TZH

Provinciale wegen

196.000

17.000

-5%

-15%

-10%

- 20%

Ext. veiligheid TZH

Provinciale

bevoegdheid

690.000

200.000

0%

0%

Percentage van KRW-

waterlichamen dat aan

de KRW-doelen voldoet

(132 waterlichamen)3

2010: 4% 5% 7%

9%

11%

4. Duurzame en

gezonde inrichting

van de

leefomgeving

(schoon water,

duurzame

zoetwater-

voorziening en

waarborgen

waterveiligheid;

verbetering van

de vier hinder-

aspecten

Luchtkwaliteit,

Stank,

Geluidshinder en

Externe Veiligheid KM-primaire keringen

die voldoen aan de

normen in de Waterwet4

2006: 216 239 255 269 298

2 TZH = totaal provincie Zuid-Holland. 3 Betreft 126 KRW-oppervlaktewaterlichamen én 6 KRW-grondwaterlichamen. 4 Totaal aan categorie a- en c-keringen rivieren en kust binnen de provincie Zuid-Holland die voldoen aan de normen in de

Waterwet, exclusief km 'geen oordeel' uit tweede toetsronde 2006.

Page 23: Concept begroting Zuid-Holland 2011

23

Toelichting maatschappelijke doelen 1. Verstedelijking

De provincie zet in op een verdichting van het stedelijk netwerk en bebouwing, geconcentreerd langs

openbaar-vervoerassen om de groene ruimte open te houden. Deze ambitie sluit goed aan bij de

verschuiving in de woonvoorkeuren van de consument in de richting van het stedelijk woonmilieu met

bijbehorende voorzieningen en bereikbaarheid. Bij het streven naar een aantrekkelijke woonomgeving is

het uitgangspunt dat het aanbod van woningen moet aansluiten op de vraag. Deze uitgangspunten zijn

onder andere uitgewerkt in de verstedelijkingsstrategie Zuidvleugel en in het project Stedenbaan. De

ontwikkeling en realisering van woningbouw is een zaak van marktpartijen en woningcorporaties. De

gezamenlijke overheden faciliteren het ontwikkelingsproces. Dit gebeurt door ruimtelijke kaders te stellen

(provincie) en gezamenlijk een verstedelijkingsstrategie af te spreken die wordt neergelegd in

verstedelijkingsafspraken. Deze afspraken kennen een kwantitatief en kwalitatief woningbouwprogramma

als ambitie dat jaarlijks wordt gemonitoord. Geen enkele overheid kan zelfstandig de realisering hiervan

garanderen. De afspraken met Zuidvleugelpartners over programma’s en de strategie om 80% binnen

Bestaand Bebouwd Gebied te ontwikkelen vormen dus een ambitie en geen resultaatverplichting. De

woningmarkt is regionaal van aard. Voor het woningbouwbeleid betekent dit, dat naast de kwantitatieve ook

de kwalitatieve ambitie van groot belang is en dat gezocht moet worden naar de complementariteit van de

regionale programma’s. Wat betreft deze ambitie zijn de verwachte gevolgen van de recessie voor de

woningproductie, zoals aangegeven in de Halfwegevaluatie (bruto productie circa 12.000 woningen per

jaar), apart aangegeven in bovenstaande tabel. Door het langdurige productieproces in de

woningbouwsector, zullen de gevolgen van de kredietcrisis op de woningproductie lang naijlen en hun

weerslag hebben op de programma’s. Inmiddels is gestart met het opstellen van een nieuwe woonvisie, die

in het eerste kwartaal van 2011 door PS zal worden vastgesteld. De eventuele aanpassing van

beleidsvoornemens volgend uit deze woonvisie zal in de Begroting 2012 en in het Coalitieakkoord worden

verwerkt.

2. Betere bereikbaarheid én gebruik natuur- en recreatiegebieden

Wet Inrichting Landelijk Gebied

De provincies voeren de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) uit. De verwerving en inrichting van

gebieden met een natuur- of recreatiefunctie zijn belangrijke pijlers van het beleid. De aanleg van deze

groengebieden draagt bij aan de vergroting van de recreatiemogelijkheden in Zuid-Holland, te meer daar de

RodS-gebieden juist dicht bij grote steden en met voorzieningen voor intensieve recreatie worden

aangelegd. Ook wordt ingezet op vergroting van de openbare toegankelijkheid en bereikbaarheid van de

gebieden vanuit de stad.

Om de gecumuleerde effecten hiervan op de recreatiemogelijkheden te kunnen meten is met ingang van de

Begroting 2010 een nieuwe effect-indicator gehanteerd. Deze geeft weer hoeveel de opvangcapaciteit van

recreanten gegroeid is sinds de start van de ILG-periode. Daarbij wordt uitgegaan van 20 personen per

RodS-ha/dag en 3 personen per EHS-ha/dag. Inzet is een toename van 14% recreatiemogelijkheden aan

het eind van de ILG-periode in 2013. In de periode 2007-2010 is 494 ha RodS ingericht en 1401 ha EHS.

Daarmee zijn per 1 januari 2010 de recreatiemogelijkheden voor nieuwe gebieden gegroeid met 7%.

3. Een aantrekkelijk en gezond leefklimaat

Ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland

De provincie werkt aan een mooier Zuid-Holland. De provincie doet dit door een balans te zoeken tussen

bestaande (landschappelijke) waarden en nieuwe ruimtelijke programma’s. De provincie zal structureel

aandacht besteden aan de ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland via onder andere het uitwerken van de

kwaliteitskaart uit de Provinciale Structuurvisie in gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit en via de

werkzaamheden van de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit. Deze geeft gevraagd en ongevraagd

Page 24: Concept begroting Zuid-Holland 2011

24

advies daar waar het de ruimtelijke kwaliteit van de provincie raakt. Daarbij wordt tevens gestreefd naar

'verankering' van de resultaten van zijn werkzaamheden in de organisatie (kwaliteitsdenken, provinciale

plantoetsingscommissie etc.). Daarnaast blijft er sprake van kennis uitwisselen met andere provincies via

het IPO, mede in het kader van de Samenwerkingsagenda Mooi Nederland.

4. Duurzame en gezonde inrichting van de leefomgeving

Vermindering druk op de leefomgeving

De doelen voor de maatschappelijke effecten van het verminderen van de druk op de leefomgeving worden

onverminderd doorgezet. De doelstelling voor luchtkwaliteit richt zich op het behalen van de landelijke

doelstelling van geen blootgestelden meer in 2015. In 2011 wordt gestreefd naar een reductie van 15%. De

uitvoering daarvan loopt langs het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en van het

Provinciaal Actieprogramma Lucht (PAL).

Voor geuroverlast wordt in 2011 gestreefd naar een reductie van 5% door provinciale inrichtingen. Dit wordt

in 2011 gerealiseerd via de PSV als instrument van ruimtelijke ordening en het nieuwe geurhinderbeleid

voor specifiek beleid op het gebied van geur.

Conform de Wet Geluidshinder en de Europese richtlijn voor omgevingslawaai wordt tot en met 2012

gewerkt aan het reduceren van de geluidsoverlast met een doelstelling van 5% per jaar voor de totale

provincie. In 2013 wordt een nieuwe geluidsbelastingkaart opgesteld waaruit zal blijken of de reductie,

ondanks de toename van bevolking, wegen en verkeer, is gerealiseerd. Op grond van de nieuwe

geluidsbelastingkaart zullen nieuwe meerjarige doelstellingen en indicatoren kunnen worden benoemd.

Voor externe veiligheid staat 2011 in het teken van de afwikkeling van het werkprogramma 2006-2010 en

de start van een nieuw werkprogramma 2011-2014. Het nieuwe programma is in nauw overleg met Zuid-

Hollandse milieu- en veiligheidsregio's totstandgekomen. In het programma staan ten opzichte van het

vorige programma (2006-2010) deels nieuwe ambities. Doelen van het nieuwe uitvoeringsprogramma en

beleidskader zijn de provincie Zuid-Holland veiliger maken en ervoor zorgen dat gemeenten en provincie in

2014 het eigenaarschap, de kwaliteit en capaciteit hebben om de uitvoeringstaken op externe veiligheid

goed uit te voeren. Deze nieuwe ambities leiden tot nieuwe indicatoren. De indicatoren zullen na akkoord

door de Staten worden geëffectueerd. Bij Voorjaarsnota 2011 zullen deze indicatoren worden vastgesteld.

Uitvoering Provinciaal Waterplan en medesturing aan het Nationaal Deltaprogramma

Met het vaststellen van het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015, het Actieprogramma Water en

het provinciale wettelijke instrumentarium heeft de provincie invulling gegeven aan de veranderde

verhoudingen binnen het waterbeheer. Dit mede naar aanleiding van de nieuwe Waterwet (per

22 december 2009). De provincie is verantwoordelijk voor het stellen van beleidskaders (de wat-vraag), de

waterbeheerders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering (de hoe-vraag). De provincie professionaliseert in

2011 haar rol als toezichthouder. Ze voert waar nodig regie op de uitvoering en bewaakt de realisatie van

de afspraken die zijn vastgelegd in het Actieprogramma Water, gerubriceerd tot vier kernopgaven:

waarborgen waterveiligheid, realiseren mooi en schoon water, ontwikkeling duurzame (zoet)watervoor-

ziening en realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem.

De provincie participeert actief in het Nationaal Deltaprogramma waar de veiligheid en de

zoetwatervoorziening voor de lange termijn worden onderzocht en gewaarborgd. De provincie geeft

duidelijk sturing aan de regionale en landelijke deelprogramma's die grote impact hebben op het Zuid-

Hollandse grondgebied.

Page 25: Concept begroting Zuid-Holland 2011

25

110 Versterking vitale stedelijke netwerken Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Een kwalitatief hoogwaardig stedelijk netwerk

Speerpunt

Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Het bevorderen van een

kwalitatief hoogwaardig

stedelijk netwerk

(verdichting ten behoeve

van open ruimte).

Afspraken maken met

publieke en private

partners, monitoren van

deze afspraken en

bestuurlijk agenderen

van ontwikkelingen en

spanningen. De provincie

zet hiervoor onder meer

subsidies (o.a. ISV, BLS)

en planologisch-

juridische instrumenten

(bijv. huisvestingswet) in

1.1. Vaststellen integrale

gebiedsagenda PZH

(Zuidvleugel, Groene

Hart en Delta)

waaronder Woning-

bouwprogramma 2010-

2019

1.2. Vaststellen verstede-

lijkingsstrategie

Zuidvleugel, Groene

Hart en Delta

1.3. Maken verstedelijkings-

afspraken Zuidvleugel,

Groene Hart en Delta

1.4. Monitoren

verstedelijkings-

afspraken

Is in 2010

afgerond

Is in 2010

afgerond

x

x

x

x

Toelichting

De inzet van de verstedelijkingsstrategie 2010-2020 is om in samenwerking met partners (zoals

Zuidvleugel, Groene Hart en Delta) te komen tot een op de gezamenlijk afgesproken ambitie afgestemde

woningbouwproductie. Een woningproductie die voldoet aan de kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar

woningen en woonmilieus. Om dit mogelijk te maken worden de kwaliteiten van het bestaand stedelijk

gebied daartoe optimaal gebruikt en waar nodig verbeterd. Daarbij wordt er actief ingezet op verbetering

van de kwaliteit van de woning en woonomgeving. In 2010 heeft het gevoerde overleg tussen Rijk, regio’s

en provincie geleid tot vaststelling van de verstedelijkingsstrategie en bijbehorende

verstedelijkingsafspraken voor de Zuidvleugel. In 2011 wordt beoogd om een zelfde traject te laten

resulteren in een ontwikkelingsstrategie Groene Hart en de Delta. Belangrijk punt van aandacht hierbij is

het op één lijn krijgen van de ambities uit de verstedelijking- en ontwikkelingsstrategieën Zuidvleugel,

Groene Hart en de Delta en de visie van de Rijksoverheid (via de gebiedsagenda Zuid-Holland).

Page 26: Concept begroting Zuid-Holland 2011

26

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/000

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.659 17.331 18.094 13.532 13.908 12.780

Baten 0 14.280 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -2.659 -3.052 -18.094 -13.532 -13.908 -12.780

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� 2010 is het eerste jaar waarin middelen in het kader van het investeringstijdvak ISV3 (Wet stedelijke

vernieuwing, derde investeringstijdvak 2010-2014) door de provincie worden uitgekeerd aan

gemeenten.

De baten 2010 zijn gestegen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� 2010 is het eerste jaar waarin middelen in het kader van het investeringstijdvak ISV3 (Wet stedelijke

vernieuwing, derde investeringstijdvak 2010-214) zijn uitgekeerd door het Rijk aan de provincie.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De baten 2011 dalen met €���� ��� �� �"���� ��� ��

Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� 2011 is het eerste jaar waarin middelen in het kader van het investeringstijdvak ISV3 worden

uitgekeerd via een decentralisatieuitkering in het Provinciefonds.

Toelichting meerjarenraming Conform de beschikking van het Rijk over ISV3 besteedt de provincie met ingang van 2012 €

��� ���minder aan versterking vitale stedelijke netwerken. Reguliere taken

a. Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten

b. Trends bevolkingsontwikkeling en woonvoorkeuren

c. Stimuleren uitvoering huisvesting

d. Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO)

e. Apparaatslasten

Inzicht in de ontwikkeling van de bevolking en woningbehoefte en dergelijke wordt verkregen door middel

van het naar de toekomst doorrekenen van trends. Op grond hiervan worden woningbehoefteramingen en

bevolkingsprognoses opgesteld. In het kader van uitvoeringsgerichte instrumenten vindt, ingevolge de

Huisvestingswet, toetsing plaats van gemeentelijke aanvragen voor vestigingsbeperkingen, hoogte

koopprijsgrenzen en toezien op bovenlokale afstemming en toezicht op de huisvesting van

verblijfsgerechtigden. Het bouwen van woningen in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) is een

Page 27: Concept begroting Zuid-Holland 2011

27

goede manier om de consument actief bij de woningbouw te betrekken en bovendien betaalbare woningen

te realiseren. In 2010 hebben de gemeenten de provinciale subsidieverordening om CPO te bevorderen

ontdekt en dat leidt tot gemeentelijk beleid op dit punt. De verwachting is dat dit gemeentelijke beleid zich in

2011 zal vertalen in nog meer aanvragen.

120 Ontwikkelen en duurzaam beheren van recreatie- en natuurgebieden

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Nieuwe natuurgebieden gerealiseerd

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1.1. In 2013 1726 ha nieuwe

natuurgebieden (EHS)

verworven

375 ha

250 ha

350 ha

nvt

1.2. In 2013 3432 EHS-ha

ingericht 5

lopende verplichtingen

200 ha

330 ha

275 ha

330 ha

425 ha

330 ha

nvt

1. Natuurgebieden

1.3. In 2011 Versnellings-

projecten Amendement

98c uitgevoerd 6

211 ha

Toelichting

De Bestuursovereenkomst ILG is leidend voor het Provinciaal meerjarenprogramma 2007-2013 (pMJP).

Hierin zijn afspraken gemaakt over de besteding van de rijksmiddelen ILG in relatie tot de rijksdoelen uit het

Rijks Meerjarenprogramma Vitaal Platteland 2007-2013. Een van de twee belangrijkste in de

bestuursovereenkomst afgesproken opgaven betreft verwerving en inrichting van hectaren Ecologische

Hoofdstructuur (EHS).

Voor EHS betreft het in de pMJP-periode 1726 ha verwerving respectievelijk 2432 ha inrichting.

De versterkte inzet op grondverwerving begint zijn vruchten af te werpen: de uitvoering van de grond-

verwerving in Zuid-Holland ligt weer op schema. Wel zal de provincie voortdurend adequaat moeten

inspelen op de ontwikkelingen, zodat de doelen voor 2013 voor de verwerving bereikt worden. Hierbij zal

het bestaande ruimtelijke instrumentarium, waaronder het inpassingsplan en als uiterste middel

onteigening, zo nodig worden benut.

De prognose voor 2011 bedraagt 375 ha voor EHS, waarbij vooral grondverwervingen in de

Krimpenerwaard, het gebied Gouwe-Wiericke en Deltanatuur als nieuwe natuur aan de orde zullen zijn.

5 Verwerkt is herijking provinciaal Meerjarenprogramma ILG conform PS-besluit november 2009. Van Inrichting RodS en EHS

zijn apart de lopende verplichtingen weergegeven. In eerdere Begrotingen zijn alleen prestaties inrichting nieuwe EHS en RodS weergegeven. De afspraak over lopende verplichtingen in de bestuursovereenkomst ILG betreft 2072 ha RodS en 2660 ha EHS. In bovenstaande planning is ervan uitgegaan dat bij de midterm review 2010 afspraken met het Rijk worden gemaakt over de dekking van de restantopgaven ná 2013. De Bestuursovereenkomst richt zich op de periode 2007-2013. De EHS moet in 2018 gerealiseerd zijn, daarnaast loopt de RodS-opgave ook door na 2013. Omdat pas in het najaar van 2010 afspraken met het Rijk worden gemaakt over de periode na 2013 is de kolom 2014 niet ingevuld.

6 Versnellingsgelden inrichting dienen voor 2012 te zijn besteed.

Page 28: Concept begroting Zuid-Holland 2011

28

Voor versnelling van de ILG-inrichting (zowel EHS als RodS) is medio 2009 €�) ��� ���� ������ ����

gesteld. Deze gelden dienen voor 2012 te zijn besteed: voor EHS betreft dit 211 ha.

Tevens worden de mogelijkheden voor nieuwe financierings- en uitvoeringsarrangementen onderzocht voor

het realiseren van de ruimtelijke kaders. Het uitwerken van een groenblauwe investeringsstrategie

gekoppeld aan de verstedelijkingsstrategie Zuidvleugel is daar een voorbeeld van. De resultaten van deze

inspanningen worden vanaf 2010 zichtbaar.

Van het totale rijksbudget ILG voor de periode 2007-2013 van € )�� ��� �� �� �� �� ����� ������van 2010 98% vastgelegd en 35% besteed.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 14.300 34.329 18.215 30.175 35.097 4.497

Baten 10.830 25.685 9.123 25.678 30.600 0

Resultaat voor bestemming -3.470 -8.644 -9.092 -4.497 -4.497 -4.497

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € �� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Natuurmonumenten (stijging € ��� ���

In 2009 is een voorfinanciering terugontvangen van natuurmonumenten van € ��� ����

� ILG-programma (stijging € 0,5 mln)

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven. Verwerking van deze beschikking.

� Inrichting groengebieden (stijging €��� ���

Bij Kadernota 2010 is extra geld beschikbaar gekomen voor de versnelde inrichting groengebieden,

voor 2010 betreft dit incidenteel € 1,4 mln.

� Rijksbijdrage Kierbesluit (stijging €�) ���

Voor de uitvoering van de maatregelen Kierbesluit is, incidenteel, in 2010 een rijksbijdrage van

€ 16 mln beschikbaar.

Page 29: Concept begroting Zuid-Holland 2011

29

De baten 2010 zijn gestegen met €���* ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Krimpenerwaard (daling €��� ���

In 2009 is een voorfinanciering terugontvangen van gronden Krimpenerwaard.

� ILG-programma (stijging €��� ���

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven. Verwerking van deze beschikking.

� Rijksbijdrage Kierbesluit (stijging 16 mln)

Voor de uitvoering van de maatregelen Kierbesluit is, incidenteel, in 2010 een rijksbijdrage van €

16 mln beschikbaar.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €�)�� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ �

voornamelijk

door:

� Rijksbijdrage Kierbesluit (daling €�) ���

Daling van €�) ��� ��� ��� ����� �� �� �.���� ��� �� ���������� 3�� ���� ����� 4�������#��

� Bestuursovereenkomst ILG (daling €��� ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens

meerjarig een prognose afgegeven (daling €��� ��� � 5� �� �� ���� € ��� ��� ������ ���� #� ��

programmareserve 1 Groene ambities van de bij Kadernota 2011 beschikbaar gekomen middelen voor

de versnelde inrichting groengebieden.

� Apparaatslasten (daling € ��� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten. De totale, over de

programma’s, te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote daling is het gevolg van een

herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

De baten 2011 dalen met €�)�) ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ���������

door:

� Rijksbijdrage Kierbesluit (daling €�) ���

De daling van €�) ��� ��� ��� ����� �� �� �.���� ��� �� ���������� 3�� ���� ����� 4�������#��

Toelichting meerjarenraming

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks

geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In

deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven. Deze

prognose wordt voor de jaren 2012 en 2013 zowel aan de baten als aan de lasten kant verwerkt in de

Begroting.

Page 30: Concept begroting Zuid-Holland 2011

30

Speerpunt 2. Ontwikkeling 1700 ha recreatiegebieden en recreatieve infrastructuur

Speerpunt

Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Ontwikkeling 1700 ha

recreatiegebieden en

recreatieve infrastructuur

2.1. In 2013 2085 ha RodS-

gebieden (ILG) verworven

2.2. In 2013 814 ha RodS-

gebieden ingericht

Lopende verplichtingen 7

2.3. In 2011 Versnellingspro-

jecten Amendement 98c

uitgevoerd 8

2.4. In 2013 opgelost:

• 5 knelpunten in LAW-

routes*

• 12 knelpunten in LF-

routes*

• 165 km

basistoervaartnet

knelpuntvrij

2.5. Realiseren wandelpaden

2.6. In 2013 10 knelpunten

bereikbaarheid RodS

opgelost

2.7. In 2012 4 knelpunten in

stad-landverbindingen/

routes Groene Hart

opgelost 9

525 ha

100 ha

300 ha

660 ha

1

3

40

115 km

3

-

475 ha

500 ha

650 ha

-

1

3

45

115 km

4

4

300 ha

900 ha

300 ha

-

3

4

80

115 km

0

-

nvt

nvt

-

-

-

-

-

-

-

-

LAW-routes = lange-afstandwandelpaden. LF-routes = landelijke fietsroutes.

Toelichting

De Bestuursovereenkomst ILG is leidend voor het Provinciaal meerjarenprogramma 2007-2013 (pMJP).

Hierin zijn afspraken gemaakt over de besteding van de rijksmiddelen ILG in relatie tot de rijksdoelen uit het

Rijks Meerjarenprogramma Vitaal Platteland 2007-2013. Een van de twee belangrijkste in de

bestuursovereenkomst afgesproken opgaven betreffen verwerving en inrichting van hectaren Recreatie om

de Stad (RodS). Voor RodS betreft het 2082 ha verwerving respectievelijk 814 ha inrichting. Voor de

inrichting van RodS-hectaren verwacht de provincie overigens in 2013 op een aanmerkelijk hoger aantal

hectaren uit te komen.

7 Verwerkt is herijking provinciaal Meerjarenprogramma ILG conform PS-besluit november 2009. Van Inrichting RodS en

EHS zijn apart de lopende verplichtingen weergegeven. In eerdere Begrotingen zijn alleen prestaties inrichting nieuwe EHS en RodS weergegeven. De afspraak over lopende verplichtingen in de bestuursovereenkomst ILG betreft 2072 ha RodS en 2660 ha EHS. In bovenstaande planning is ervan uitgegaan dat bij de midterm review 2010 afspraken met het Rijk worden gemaakt over de dekking van de restantopgaven ná 2013. De Bestuursovereenkomst richt zich op de periode 2007-2013. De EHS moet in 2018 gerealiseerd zijn, daarnaast loopt de RodS-opgave ook door na 2013. Omdat pas in het najaar van 2010 afspraken met het Rijk worden gemaakt over de periode na 2013 is de kolom 2014 niet ingevuld.

8 Versnellingsgelden inrichting dienen voor 2012 te zijn besteed. 9 Inzet budgettaire ruimte 2011-2014 (Kadernota 2011) voor het voorstel ILG-recreatievraagstukken € +-6 %&'7 8 98:7 8;8'

aan stad-landverbindingen in 2012.

Page 31: Concept begroting Zuid-Holland 2011

31

Tevens zal in het kader van PMR 750 ha (Midden IJsselmonde en Noordrand Rotterdam) verworven

moeten worden. De versterkte inzet op grondverwerving begint langzaam zijn vruchten af te werpen. Wel

zal de provincie voortdurend adequaat moeten inspelen op de ontwikkelingen, zodat de doelen voor 2013

voor de verwerving bereikt worden. Hierbij zal het bestaande ruimtelijke instrumentarium (onder andere

onteigening) optimaal worden benut.

In 2011 wordt in totaal 900 ha nieuw recreatie- en natuurgebied verworven, waarvan 525 ha RodS. De

grondverwerving zal zich voor de recreatiegebieden vooral richten op de Dordtse Biesbosch, de

Groenblauwe Slinger, het Bentwoud en een aantal projecten die worden uitgevoerd onder verantwoordelijk-

heid van de stadsregio Rotterdam, maar die voor een belangrijk deel vanuit het ILG worden bekostigd.

De prioritering van de verwerving RodS-grond is medio 2009 herzien door herijking van het

bestuursakkoord Zuidvleugel Zichtbaar Groener. Om de verwerving te versnellen wordt in een aantal

projecten tegen volledige schadeloosstelling verworven met mogelijke inzet van onteigening. Naast dit

zogeheten actief grondbeleid kan de provincie in daarvoor aangewezen gevallen gebruikmaken van een

inpassingsplan.

Voor versnelling van de ILG-inrichting (zowel EHS als RodS) is medio 2009 €�) ��� ���� ������ ����

gesteld. Deze gelden dienen voor 2012 te zijn besteed; voor RodS betreft dit 660 ha.

Tevens wordt ingezet om in 2012 de in de Kadernota 2011 voor ILG-recreatievraagstukken beschikbaar

gestelde middelen ad € 3,8 mln te besteden aan knelpunten in stad-landverbindingen/routes Groene Hart.

Uitvoering Wandelroutenetwerk 2010-2020

Het wandelpadennetwerk is op 30 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. De uitvoering van het

wandelroutenetwerk loopt via de Subsidieregeling Landelijk Gebied. Aan deze regeling zal een artikel

worden toegevoegd op basis waarvan 100% subsidie kan worden verleend voor realisatie van

wandelrouteprojecten.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 9.724 20.888 26.750 41.801 21.101 1.376

Baten 6.698 8.597 12.401 26.760 17.460 35

Resultaat voor bestemming -3.026 -12.291 -14.348 -15.042 -3.642 -1.342

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Stijging lasten €���� mln

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven. Verwerking van deze beschikking (stijging €��*

mln). Bij Kadernota 2010 is extra geld

beschikbaar gekomen voor de versnelde inrichting groengebieden, voor 2010 betreft dit incidenteel

€ 2,9 mln. In 2010 is incidenteel €��� ��� ������ ���� ��� �������� <������ �� =>?� 5� �� �� ����

Page 32: Concept begroting Zuid-Holland 2011

32

een incidentele onttrekking van € ��� ��� ������� #� �� ��������������� � �� ����� ������� ��groene subsidies. In 2010 is voor de uitvoering van recreatieprojecten € 1,4 mln geraamd.

De baten 2010 zijn gestegen met €��* ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����

g 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven. Verwerking van deze beschikking (stijging €��* ��� �

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met € ��* ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Stijging lasten ad € 6,5 mln

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV.

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven (stijging € ��) ��� � Er is in 2011 € ��) ��� ������ ���� #� �� ��������������� � ?����

ambities van de bij Kadernota 2011 beschikbaar gekomen middelen voor de versnelde inrichting

groengebieden. Een daling van €��� ��� ��� ��� ����� �� �� ����� �� ���� van €

��� ���Coalitieakkoord ILG. Beëindiging van de uitvoering van recreatieprojecten, daling € 1,4 mln.

� Apparaatslasten (daling €��� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten. De totale, over de

programma’s, te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote daling is het gevolg van een

herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

De baten 2011 stijgen met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� � ��������� door:

� Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens

meerjarig een prognose afgegeven (stijging € ��) ��� �

Toelichting meerjarenraming

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks

geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In

deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven. Deze

prognose wordt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 zowel aan de baten- als aan de lastenkant verwerkt in de

Begroting.

Het ILG-programma zal na 2013 beëindigd worden, dit veroorzaakt een daling van de lasten en baten met

€ 48 mln. Fluctuaties van de onttrekking in de programmareserve 1 Groene ambities veroorzaken een

daling van de lasten met € 2,3 mln.

Page 33: Concept begroting Zuid-Holland 2011

33

Reguliere taken

a. Planmatig beheer onderhoud

b. Flora- en Faunawet/Natuurbeschermingswet/Boswet/Landschapsverordening

c. Natuurbeheer

d. Uitvoeringsagenda Recreatiebeleid

e. Zuidvleugel Groenstructuur

f. Apparaatslasten

g. Kapitaallasten

In 2011 zullen 11 van de 23 conceptbeheerplannen Natura 2000 voor een hoogwaardige staat van de

natuur voor de soorten die genoemd worden in de Vogel- en Habitatrichtlijn worden vastgesteld. Eveneens

zal de kaart met zeer kwetsbare gebieden in het kader van de Wet Ammoniak en Veehouderij worden

vastgesteld. Verder zal de integrale visie op recreatie en vrije tijd aan PS worden aangeboden.

130 Verbetering van de kwaliteit van het landschap Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Verbeteren kwaliteit van het landschap

Speerpunt

Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Verbeteren kwaliteit van

het landschap (en

tegengaan verrommeling

d.m.v. Actieprogramma

Mooi Zuid-Holland)

1.1. Afspraken voor bereiken

ruimtelijke kwaliteit

gemaakt in sectorale

programma’s

1.2. Advisering door

provinciaal adviseur

ruimtelijke kwaliteit

1.3. Conferentie/symposium

1.4 Realiseren gebieds-

profielen ruimtelijke

kwaliteit

is in 2010

afgerond

x

is in 2010

afgerond

3

x

4

x

5

5

Page 34: Concept begroting Zuid-Holland 2011

34

Toelichting

Een aantal activiteiten uit het in 2010 afgeronde actieprogramma Mooi Zuid-Holland loopt verder via de

sectoren (Mooi Zuid-Hollandroute en kwaliteit van bedrijventerreinen). Daarnaast blijft er, ook na het

actieprogramma, structureel aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland. De drie voornaamste

lijnen hiervoor zijn:

- De werkzaamheden die voortvloeien uit de Provinciale Structuurvisie. De basis hiervoor is gelegd met de

kwaliteitskaart. Dit wordt verder uitgewerkt in de gebiedsprofielen Ruimtelijke Kwaliteit (zie de toelichting

hieronder). Na een verkenningsfase wordt eind 2010 een besluit genomen over de voortgang van dit

project, dat zal lopen van mei 2010 tot en met 2014.

- De werkzaamheden van de provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit. Hiervoor zijn structurele middelen

beschikbaar. Op basis van een evaluatie zal in 2011 worden bepaald hoe in een volgende periode aan

deze werkzaamheden invulling wordt gegeven.

- De werkzaamheden die door de provincies (IPO) gezamenlijk worden opgepakt in het kader van de

samenwerkingsagenda Mooi Nederland.

Mede naar aanleiding van de in mei 2010 georganiseerde Dag van de ruimtelijke kwaliteit zullen de

komende jaren diverse onderwerpen opgepakt worden in samenwerking met de provinciaal adviseur (zoals

evaluatie van de Ruimte voor Ruimteregeling en interne oordeelsvorming plankwaliteit). Dit betekent dat

ook de komende jaren met verschillende activiteiten, zowel intern als extern, aandacht wordt besteed aan

en activiteiten worden georganiseerd over de onderwerpen die te maken hebben met de ruimtelijke kwaliteit

in onze provincie. Gebiedsprofielen Ruimtelijke Kwaliteit/Ontwikkeling kwaliteitskader

Met het opnemen van de kwaliteitskaart in de provinciale structuurvisie is een eerste aanzet gedaan om op

provinciaal niveau een kwaliteitskader te ontwikkelen. Een nadere uitwerking hiervan op meerdere niveaus

is noodzakelijk om het sturen op kwaliteit via dit kader daadwerkelijk handen en voeten te geven. In vervolg

op de kwaliteitskaart uit de structuurvisie zal de provincie daarom gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit

opstellen. Bij een gebiedsprofiel moet vooral gedacht worden aan kwaliteitsbeoordeling en -borging aan de

voorkant van het planproces. Na een verkenningsfase wordt eind 2010 een besluit genomen over de

voortgang van het project, dat zal lopen van mei 2010 tot en met 2014.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 452 8.535 410 1.710 410 410

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -452 -8.535 -410 -1.710 -410 -410

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� De bijdrage ad €��� ��� �� ��

uitvoering van sanering glas verspreid glas, waarvan € ��) ���afkomstig uit de programmareserve 1.

Page 35: Concept begroting Zuid-Holland 2011

35

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����. De daling komt voornamelijk

door:

� Sanering verspreid glas (daling € )�� ���

Betreft de incidentele bijdrage in 2010 aan de sanering van verspreid glas, waarvan € ��) ��� #� ��programmareserve en €

��� ��� ��� ���������� ���������

Toelichting meerjarenraming

In 2012 vindt een incidentele bijdrage aan glassanering plaats. Deze zou aanvankelijk in 2011 plaatsvinden,

maar in de kadernota is besloten dit bedrag pas in 2012 beschikbaar te stellen.

Speerpunt 2. Samenhangende duurzame ontwikkeling Me rwedezone

Speerpunt

Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Samenhangende

duurzame ontwikkeling

Merwedezone.

In samenwerking met

partners realisatie van

duurzame ontwikkeling

Merwedezone

2.1. Uitvoeringsprogramma

vastgesteld

2.2. Start realisatie 8,2 ha

waterberging Sliedrecht

2.3. Start realisatie 2 ha

helofytenfilter Sliedrecht

2.4. Start realisatie 0,6 ha

helofytenfilter

Papendrecht

2.5. Realisatie Regiopark

Merwedezone (t/m

2015)

2.6. Ontwikkeling vier

voorkeurlocaties

windenergie

2.7. Ontwikkeling

haltelocaties

Papendrecht, Sliedrecht,

Hardinxveld-

Giessendam en

Gorinchem (t/m 2015)

2.8. Start realisatie lightrail

MerwedeLingelijn

In 2010

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Page 36: Concept begroting Zuid-Holland 2011

36

Toelichting

In mei 2009 is de transformatievisie Merwedezone door de Stuurgroep vastgesteld die in het najaar 2009

aan de besturen van de deelnemende partijen is voorgelegd. De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk

voor het opstellen van het integrale uitvoeringsprogramma, dat in 2011 zal worden vastgesteld. Hierin wordt

bepaald wie wat doet. Inmiddels is ook een start gemaakt met het maken van uitvoeringsafspraken over

bepaalde onderdelen van het uitvoeringsprogramma. Voor de realisatie van de onder 2.2. tot en met 2.8

genoemde onderdelen zijn andere partijen dan de provincie verantwoordelijk. Voor het Regiopark is bij het

ministerie van LNV een subsidieaanvraag ingediend voor een landschapsontwikkelingsplan (LOP). Er wordt

een adviesaanvraag voorbereid in overleg met het kwaliteitsteam Groene Hart. Verder wordt door de beide

regio's (Drechtsteden en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden) verkend welke plannen er bestaan om tot

invulling van de opgave met betrekking tot duurzame energie over te kunnen gaan.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 20 100 100 100 100 100

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -20 -100 -100 -100 -100 -100

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

Speerpunt 3. Bevordering verbetering waterkwaliteit

Speerpunt

Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

3. Bevorderen verbetering

waterkwaliteit (in het

kader van kaderrichtlijn

Water)

De middelen van dit speerpunt

zijn overgeheveld naar

productgroep 140, speerpunt

Realiseren mooi en schoon

water en ontwikkelen

duurzame (zoet)watervoor-

ziening

Page 37: Concept begroting Zuid-Holland 2011

37

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.706 1.853 0 0 0 0

Baten 9 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.696 -1.853 0 0 0 0

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

Er zijn geen significante verschillen.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €��* ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� �

aling komt voornamelijk

door:

� Budget voor realisatie van verbetering waterkwaliteit wordt overgebracht van productgroep 130,

speerpunt Bevorderen verbetering waterkwaliteit, naar productgroep 140, speerpunt Realiseren mooi

en schoon water & ontwikkeling duurzame (zoet) water voorziening (daling € 1,9 mln).

Reguliere taken

a. Bodembeleid

b. Programma Vitaal Platteland

c. Programma Groene Hart Zuid-Holland

d. Nazorg stortlocaties

e. Bodembeheer

f. Project Deltapoort

g. Apparaatslasten

h. Kapitaallasten

Het zwaartepunt van de uitvoering van het werkprogramma Bodemsanering 2010-2014 ligt in 2011 met

forse uitgaven voor sanering van voormalige gasfabriekterreinen zodat deze een nieuwe bestemming

kunnen krijgen.

In 2011 zal het brijnbeleid worden geactualiseerd naar aanleiding van de evaluatie van het

ontheffingenbeleid Brijnlozingen, in samenhang met het programma Greenports en het Provinciaal

Waterplan. Verder zal de Agenda Landbouw 2010-2025 inclusief een voorstel voor de onderzoeksagenda

aan PS worden aangeboden.

Page 38: Concept begroting Zuid-Holland 2011

38

140 Duurzaamheid in de leefomgeving

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Actieprogramma Klimaat en Ruimte

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1.1. AKR bouwstenen voor APW en

UPS uitgevoerd

x

1.2. Bestuurlijke evaluatie AKR

2007-2011

x

1. Opstellen en uitvoeren

actieprogramma;

inspelen op

klimaatverandering en

Delta-innovatie/Klimaat

en Ruimte 1.3. Uitwerking voorstel vervolg

actieprogramma

x

Toelichting

In het actieprogramma Klimaat en Ruimte (AKR) is de provinciale regierol beschreven om te komen tot een

geïntegreerde uitvoering van het klimaat adaptatiebeleid. Hierbij gaat het dan met name om projecten waar

een bepaalde klimaatopgave in combinatie met andere ruimtelijke opgaven kansen biedt voor een

algemene verbetering van leefomgevingskwaliteit en landschappelijke waarde. Zo heeft adaptatie een

volwaardige inbreng geleverd bij het tot stand komen van de Provinciale Structuurvisie en het Waterplan.

Verder worden er innovatieve klimaatpilots uitgevoerd zoals bijvoorbeeld in Oost-IJsselmonde en in het

kader van de klimaatbestendige gebiedsprocessen Gouwe Wiericke. Voor 2011 zijn er nog twee grote

innovatieve klimaatpilots in voorbereiding en zal verder worden gewerkt aan de verankering van dit

integraal werkende programma in de organisatie.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 887 1.410 1.553 427 427 427

Baten 92 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -795 -1.410 -1.553 -427 -427 -427

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

Page 39: Concept begroting Zuid-Holland 2011

39

Speerpunt 2. Hernieuwde nota Energiegebruik en Energ iebesparing

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2.1. Nota Energie in nieuw

perspectief (2008-2011)

uitgevoerd langs drie

speerpunten: duurzame

warmte, windenergie en

innovatie

x

2.2. Gerealiseerd vermogen uit

warmteprojecten in MW

150 MW 200 MW 250 MW

2.3. Nota Wervelender: windenergie

(MW)

284 MW 350 MW

2. Opstellen en uitvoeren

van een hernieuwde

nota Energiegebruik en

Energiebesparing

2.4. Reductie van 32 Mton CO2 in

2020 t.o.v. 1990 inclusief

autonome ontwikkeling (20%)

-3,2 MT -3,2 MT -3,2 MT -3,2 MT

Toelichting

Het Energieprogramma heeft voor 2020 als doelen 20% CO2-reductie, 20% energiebesparing en 20% inzet

van duurzame energie. De provinciale inzet is hierbij gericht op het beter gebruiken van warmte, wind,

groen gas en zon en op slim innoveren. Aan de hand van de nota’s Energie in nieuw perspectief en

Wervelender worden concrete projecten uitgevoerd en ingezet op duurzame gebiedsontwikkeling van de

Zuidplaspolder. Doorslaggevend voor het behalen van de doelstellingen voor 2020 zijn de medewerking en

inspanning van andere partijen (Rijk, gemeenten, bedrijfsleven, particulieren). Met het project

Stroomversneller probeert de provincie medeoverheden en bedrijfsleven wel zoveel mogelijk bij elkaar te

brengen en initiatieven te laten ontplooien zodat ook op een snelle en praktische manier duurzame

oplossingen voor een verminderd energieverbruik en/of het gebruik van alternatieve energiebronnen

worden gevonden.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 670 589 682 674 674 674

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -670 -589 -682 -674 -674 -674

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

Page 40: Concept begroting Zuid-Holland 2011

40

Speerpunt 3. Stimuleren uitwerking NSL

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

3.1. Ruimtelijke ordeningsprojecten

in procedure (totaal 103) 10

15 25 40 80 3. Stimuleren uitwerking

NSL

3.2. Aantal maatregelen Provinciaal

Actieprogramma Lucht (PAL)

uitgevoerd (totaal 19) 2

3 5 10 15

Toelichting

Het Nationaal en het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL/RSL) hebben als doelen

het tot nihil terugbrengen van overschrijdingen van de grenswaarde in 2015 en het verkrijgen van uitstel in

Brussel, het nemen van bronmaatregelen door provincie en partners en het realiseren van projecten zoals

de invoering van aardgasvulpunten, een aardgas wagenpark en aanleg walstroomvoorzieningen. Medio

2010 zal de eerste voortgangsrapportage over de uitvoering van het NSL worden opgesteld. Op dat

moment kan inzicht worden gegeven over de doorwerking van het eerste jaar NSL. Dat is ook het moment

om vast te stellen of aanvullende acties vanuit de provincie geboden zijn of dat met de huidige inzet het

doel van het NSL zal worden gerealiseerd. In 2011 vindt de midterm review van het NSL plaats. Herijking

van de maatregelenpakketten kan leiden tot bijstelling van de indicatoren.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 18.009 36.840 22.301 6.674 3.399 3.399

Baten 16.561 32.174 17.780 3.275 0 0

Resultaat voor bestemming -1.447 -4.666 -4.522 -3.399 -3.399 -3.399

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € 18,8 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Regeling Luchtkwaliteit (stijging €�) �

ln)

In 2009 is de 3e tranche van de regeling Luchtkwaliteit ontvangen. Bij Voorjaarsnota is deze uit de OVP

Luchtkwaliteit onttrokken om betaalbaar gesteld te kunnen worden voor de subsidieregeling Nationaal

Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

� Herverdeling DCMR-budgetten ( stijging €��� ���

In het kader van de aansluiting tussen het werkplan van de DCMR en de provinciale Begroting heeft er

een herverdeling van de DCMR-budgetten plaatsgevonden. Op basis van het werkplan DCMR 2010 is

een hogere raming opgenomen voor het speerpunt luchtkwaliteit.

10 Aantal is cumulatief.

Page 41: Concept begroting Zuid-Holland 2011

41

� Uitvoering IPO-projecten (stijging €� ���

Ontvangen middelen in 2009 voor de uitvoering van IPO projecten, te weten kennisbank,

kennisnetwerk, kengetallen en scholing zijn bij Voorjaarsnota uit de programmareserve onttrokken.

De baten 2010 zijn gestegen met € 15,6 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� De onttrekking uit de OVP Luchtkwaliteit ter dekking van het betaalbaar kunnen stellen van de

subsidieregeling Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ���������

door:

� In 2010 waren de lasten en baten eenmalig hoger omdat de 3e tranche van het NSL met een nieuwe

subsidiebeschikking betaalbaar kon worden gesteld. Ter dekking hiervan zijn de in 2009 ontvangen

middelen uit de OVP Luchtkwaliteit onttrokken. In 2011 wordt de laatste tranche ontvangen en

betaalbaar gesteld. Dit betreft het reguliere plafond met het reguliere ritme van baten en lasten.

De baten 2011 dalen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ���������

door:

� Zie toelichting bij de lasten inzake de eenmalige ophoging van lasten en baten door de onttrekking uit

de OVP Luchtkwaliteit.

Toelichting meerjarenraming

De provincie voert momenteel het NSL-programma uit dat een looptijd kent tot en met 2014. Voor het

uitvoeren van het NSL-programma ontvangt de provincie rijksmiddelen voor een totaalbedrag van € )� ����Het overgrote deel hiervan is aan bevoorschotting al ontvangen in de jaren 2009 en 2010 en de

ontvangsten lopen af in 2011 en 2012. De uitgaven lopen wel door tot en met 2014 met dekking van de

reeds ontvangen middelen die via de OVP beschikbaar blijven.

Speerpunt 4. Opstellen actieprogramma EU-richtlijn Omgevingslawaai

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

4.1. Aanpak van 27 aandachts-

gebieden met de meest

ernstige geluidshinder

(> 65 dB) voor 2014 2

18 23 27 4. Opstellen actie-

programma EU-richtlijn

Omgevingslawaai

4.2. Evaluatie actieprogramma EU-

richtlijn Omgevingslawaai t.b.v.

actieprogramma 2013-2018

x

Page 42: Concept begroting Zuid-Holland 2011

42

Toelichting

Het actieprogramma Geluid richt zich voornamelijk op het oplossen van 27 ernstige knelpunten van

geluidshinder (> 65 dB) middels het treffen van geluidsarme voorzieningen. Een belangrijke methode is het

leggen van stil asfalt op provinciale wegen. De uitvoering hiervan ligt bij de provincie zelf en wordt gedaan

door de dienst Beheer en Infrastructuur (DBI).

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.220 1.578 1.220 1.208 1.208 1.208

Baten 116 255 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.105 -1.323 -1.220 -1.208 -1.208 -1.208

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen aanmerkelijke verschillen tussen de begrotingsjaren

2009, 2010 en 2011.

Speerpunt 5. Waarborgen Waterveiligheid (voorheen W aterveiligheidsbeleid)

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

5.1. Km keringen Deltaplan Grote

Rivieren en

Hoogwaterbeschermings-

programma (2007-2015)

versterkt per jaar

23 16 14 29

5.2. Beleidsadvies bescherming

Dijkring 14 vastgesteld in 2011.

Mede naar aanleiding van

besluit uitvoeringsprogramma

versterking categorie

C-keringen in 2012.

x x

5.3. Beleidskader buitendijks

bouwen vastgesteld

x

5. Waarborgen

waterveiligheid tegen

overstromingen,

gecombineerd met

verbetering ruimtelijke

kwaliteit

5.4. Beleidsadvies borging lange

termijn veiligheid en

zoetwatervoorziening

Rijnmond-Drechsteden,

inclusief verankering in

Deltabesluit

x x x x

Page 43: Concept begroting Zuid-Holland 2011

43

Toelichting

In het provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 zijn de doelstellingen opgenomen voor het

waterveiligheidsbeleid, die voortvloeien uit wettelijke taken, het Nationaal Waterplan en het

Deltaprogramma, provinciale keuzes en bestuurlijke afspraken zoals het Nationaal Bestuursakkoord Water

(NBW-actueel).

In 2011 wordt de veiligheid tegen overstromingen verder op orde gebracht: de provincie ziet toe op de

uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2007-2015, ziet toe en medefinanciert de uitvoering

van de laatste versterkingen uit het Deltaplan Grote Rivieren (onder andere Diefdijk) en voert regie bij de

versterking van de laatste twee zwakke schakels aan de kust (Scheveningen gereed in 2011, Katwijk in

2013, zie programma 5).

De komende jaren wordt intensief samengewerkt binnen diverse deelprogramma’s van het Nationaal

Deltaprogramma, met name de deelprogramma's Rijnmond-Drechtsteden en Zuid-Westelijke Delta, maar

ook de deelprogramma’s Kust, Rivieren en Nieuwbouw & Herstructurering en het rijkstraject WB21(onder

andere nieuwe veiligheidsnormen).

Samen met de regionale partners wordt het provinciaal beleidskader voor waterveiligheid in buitendijkse

gebieden vastgesteld en geïmplementeerd. In 2012 komt de provincie met een advies voor risico zonering

kwetsbare gebieden binnendijks.

De provincie stelt in 2011 een Strategische Agenda Kust op, waarin onder andere de visie op de provinciale

inzet op de Zuid-Hollandse kustveiligheid voor de lange termijn wordt gepresenteerd. De visie bouwt voort

op (onder meer) het nationale deelprogramma Kust en het Nationaal Waterplan. In dit kader wordt in 2011

een beleidsadvies ruimtelijke reserveringen zeekeringen vastgesteld. De provincie coördineert de

implementatie van de EU-richtlijn overstromingsrisico’s in Zuid-Holland.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 16.750 2.248 2.573 2.549 2.549 2.549

Baten 15 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -16.735 -2.248 -2.573 -2.549 -2.549 -2.549

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met €���

5 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De daling komt

voornamelijk door:

� Dijkversterking Diefdijk (daling €���� ���

In de Jaarrekening 2009 heeft voor de dijkversterking Diefdijk incidenteel een storting in de voorziening

Rivierdijkversterking plaatsgevonden van €���� ��� � ��� ������������� � #���� ������

� Apparaatslasten (daling €��� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

Er zijn geen significante verschillen.

Page 44: Concept begroting Zuid-Holland 2011

44

Speerpunt 6. Externe Veiligheid

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

6.1. Programma Externe veiligheid

2011-2014 gerealiseerd

x x x x

6.2. Vastgesteld Rijks- en

provinciaal basisnet

x

6.3. Vastgesteld vestigingsbeleid

risicovolle industrie

x

6.4. Professionele Externe

Veiligheidsorganisaties opge-

bouwd (totaal 87 organisaties)*

40 55 70 87

6. In kaart brengen en

oplossen externe

veiligheidsknelpunten

(bedrijven en transport

van gevaarlijke stoffen)

6.5. Externe Veiligheid knelpunten

provinciale inrichtingen, binnen

wettelijke termijn, opgelost*

21 25

6.6. Oplossen knelpunten LPG,

buisleidingen, risicovolle

inrichtingen en transport

gevaarlijke stoffen

5

* cumulatief

Toelichting

De provincie ziet het beschermen van grote groepen burgers tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen als

haar belang. Om dit te bereiken worden diverse middelen ingezet om het vervoer, de opslag en verwerking

van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te scheiden van grote groepen burgers. Wanneer dit niet mogelijk is

worden functies zo verantwoord mogelijk gecombineerd. In het nieuwe uitvoeringsprogramma Externe

Veiligheid 2011-2014 is dit geconcretiseerd. Met het oog op het nieuwe werkprogramma is een aantal

indicatoren reeds toegevoegd. Na vaststelling van het nieuwe programma door de Staten vindt de

definitieve uitwerking plaats.

Page 45: Concept begroting Zuid-Holland 2011

45

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 9.797 9.894 8.038 7.958 7.821 7.821

Baten 6.451 6.842 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -3.346 -3.052 -8.038 -7.958 -7.821 -7.821

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009

en 2010.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ���������

door:

� Daling lasten € � ���

Per 2011 ontvangt de provincie voor het nieuwe programma Externe Veiligheid 2011-2014 een

decentralisatie-uitkering in plaats van een specifieke doeluitkering. Het Rijk heeft de decentralisatie-

uitkering verlaagd waardoor in 2011 minder beschikbaar is voor de uitvoering van de werkzaamheden

en voor bijdragen aan de regionale partners.

De baten 2011 dalen met € 6,8 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Zie toelichting bij de lasten. De decentralisatie-uitkering wordt ontvangen via het Provinciefonds

waarvan de totale baten in de Begroting op programma 7 staan.

Speerpunt 7. Realiseren mooi en schoon water en ontw ikkelen duurzame (zoet)watervoorziening

Speerpunt

Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

7.1. Ecologische doelen

KRW-oppervlakte-

waterlichamen Goeree

en Delfland vastgesteld

x

7.2. Beleidskader verbetering

waterkwaliteit in overige

(niet-KRW) wateren

vastgesteld

x

7.3. Strategische Agenda

Zoetwater vastgesteld

x

7. Realiseren mooi en

schoon water en

ontwikkelen duurzame

(zoet)watervoorziening

7.4. Zoetwatermaatregelen

Zuidwestelijke Delta

gerealiseerd

x

Page 46: Concept begroting Zuid-Holland 2011

46

Toelichting

In 2009 is het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 vastgesteld. Voorts zijn de waterbeheer-

plannen van de Waterschappen goedgekeurd. Met deze plannen is de Europese Kaderrichtlijn Water

verankerd in het formele beleidskader én is voor niet KRW-wateren het waterkwaliteitsbeleid vastgesteld.

Verbetering van de zwemwaterkwaliteit wordt onverminderd voortgezet.

In de periode 2010-2015 ontwikkelt en realiseert de provincie een breed pakket aan

(onderzoeks)maatregelen ten behoeve van de zoetwatervoorziening, conform het Zoetwater Advies van de

Stuurgroep Zuidwestelijke Delta. Het gaat om alternatieven voor zoetwateraanvoer van elders, beperking

van de zoutindringing naar Haringvliet en Hollandsch Diep met een innovatieve zoet/zout-scheiding in de

Volkeraksluizen, een verkenning naar beperkende maatregelen tegen zoutindringing in het Rijnmondgebied

en technologische oplossingen om het zoetwatergebruik te verminderen. Parallel hieraan zal de provincie

een strategische zoetwateragenda opstellen, gericht op het bereiken van een duurzame

zoetwatervoorziening.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 0 0 1.767 1.757 1.757 1.757

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming 0 0 -1.767 -1.757 -1.757 -1.757

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Stijging lasten €��� ���

Budget voor realisatie voor verbetering waterkwaliteit wordt overgebracht van productgroep 130

speerpunt Bevorderen verbetering waterkwaliteit, naar productgroep 140, speerpunt Realiseren mooi

en schoon water en ontwikkeling duurzame (zoet)water voorziening.

Reguliere taken a. Algemeen kaderstellend milieubeleid

b. Uitvoering grijze en blauwe wetgeving

c. Energie (mitigatie)

d. Ontwikkelingsplanologie en gebiedsontwikkeling

e. Waarborgen waterveiligheid

f. Borgen beleidscyclus Waterplan en toezicht op waterschappen

g. Grondwaterplan

h. Luchtvaart

i. Geluid

j. Luchtkwaliteit

k. Monitoring handhaving kwaliteit Wabo

Page 47: Concept begroting Zuid-Holland 2011

47

l. Muskusrattenbestrijding

m. Regie DCMR

n. Apparaatslasten

o. Kapitaallasten

In 2011 wordt de uitvoering van de Wabo verder ter hand genomen. Hiermee wordt met de ondersteuning

van de digitale omgeving en door de onderlinge afstemming van overheden een belangrijke stap gezet voor

burgers en bedrijfsleven om eenvoudig en transparant omgevingsvergunningen aan te kunnen vragen.

Voor de luchtvaart staan in 2011 vele activiteiten gepland en wordt stevig ingezet om de provinciale

belangen in de diverse bestuurlijke overleggen te behartigen.

De uitvoering van de Muskusrattenbestrijding zal in 2011, ook als door een wetswijziging de

verantwoordelijkheid daarvoor bij de Waterschappen komt te liggen, nog door de huidige dienst

Muskusrattenbestrijding van de provincie worden uitgevoerd. Gedurende het jaar wordt met alle betrokken

partners samengewerkt om op zorgvuldige wijze de transitie van de muskusrattenbestrijding naar een

nieuwe organisatie te verzorgen. In 2011 zal het langetermijnbeleid ruimtelijke reserveringen zekeringen worden vastgelegd. De strategische

agenda Kust naar aanleiding van het Waterplan en ter input voor het Deltaprogramma Kust zal worden

vastgesteld. Verder zal het 'afwegingskader ondergronds ruimtegebruik' worden vastgesteld. De evaluatie

van de fusie van de waterschappen (2005) zal worden afgerond. Ook zal de implementatie van de Nota

Toezicht op de waterschappen plaatsvinden.

Middeleninzet programma 1 Gezonde, veilige en aantr ekkelijke leefomgeving

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Een kwalitatief hoogwaardig stedelijk netwerk 2.659 17.331 18.094 13.532 13.908 12.780 Totaal speerpunten productgroep 110 2.659 17.331 18.094 13.532 13.908 12.780

Nieuwe natuurgebieden gerealiseerd 14.300 34.329 18.215 30.175 35.097 4.497

Ontwikkelen 1700 ha recreatiegebieden en recreatieve infrastructuur

9.724 20.888 26.750 41.801 21.101 1.376

Totaal speerpunten productgroep 120 24.024 55.217 44.964 71.977 56.199 5.874

Verbeteren kwaliteit van het landschap 452 8.535 410 1.710 410 410

Samenhangende duurzame ontwikkeling Merwedezone

20 100 100 100 100 100

Bevordering verbetering waterkwaliteit 1.706 1.853 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 130 2.177 10.488 510 1.810 510 510

Actieprogramma Klimaat en Ruimte 887 1.410 1.553 427 427 427

Hernieuwde nota Energiegebruik en Energiebesparing

670 589 682 674 674 674

Stimuleren uitwerking NSL 18.009 36.840 22.301 6.674 3.399 3.399

Opstellen actieprogramma EU-richtlijn Omgevingslawaai

1.220 1.578 1.220 1.208 1.208 1.208

Waarborgen waterveiligheid 16.750 2.248 2.573 2.549 2.549 2.549

Externe Veiligheid 9.797 9.894 8.038 7.958 7.821 7.821

Realiseren mooi en schoon water en ontwikkelen duurzame (zoet)water voorziening

0 0 1.767 1.757 1.757 1.757

Totaal speerpunten productgroep 140 47.333 52.560 38.134 21.248 17.836 17.836

Totaal speerpunten programma 1 76.193 135.595 101.702 108.566 88.452 37.000

Page 48: Concept begroting Zuid-Holland 2011

48

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Totaal reguliere taken programma 1 216.935 245.592 184.613 141.012 126.542 116.103

Totaal lasten 293.128 381.188 286.315 249.578 214.994 153.103

Baten Een kwalitatief hoogwaardig stedelijk netwerk 0 14.280 0 0 0 0 Totaal speerpunten productgroep 110 0 14.280 0 0 0 0

Nieuwe natuurgebieden gerealiseerd 10.830 25.685 9.123 25.678 30.600 0

Ontwikkelen 1700 ha recreatiegebieden en recreatieve infrastructuur

6.698 8.597 12.401 26.760 17.460 35

Totaal speerpunten productgroep 120 17.528 34.282 21.524 52.438 48.060 35

Bevordering verbetering waterkwaliteit 9 0 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 130 9 0 0 0 0 0

Actieprogramma Klimaat en Ruimte 92 0 0 0 0 0

Stimuleren uitwerking NSL 16.561 32.174 17.780 3.275 0 0

Opstellen actieprogramma EU-richtlijn Omgevingslawaai

116 255 0 0 0 0

Waarborgen waterveiligheid 15 0 0 0 0 0

Externe Veiligheid 6.451 6.842 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 140 23.236 39.271 17.780 3.275 0 0

Totaal speerpunten programma 1 40.773 87.832 39.304 55.713 48.060 35

Totaal reguliere taken programma 1 110.383 118.816 80.223 47.353 33.371 22.963

Totaal baten 151.156 206.649 119.527 103.066 81.430 22.998

Resultaat voor bestemming -141.972 -174.539 -166.787 -146.512 -133.564 -130.105

Reserves Groene ambities (ILG/niet-ILG doelen) -1.845 9.755 16.671 8.360 2.300 0

Groene subsidies 1.300 3.150 2.007 10 10 0

Milieustimulering 50 0 0 0 0 0

Sanering glastuinbouw 697 5.675 0 0 0 0

Hollandsche IJssel-Mooie oevers 0 458 0 0 0 0

Ontgrondingen 93 27 0 0 0 0

Herstructurering rechter Maasoever 463 0 0 0 0 0

Stimulering duurzame energie 499 2.222 1.152 0 0 0

Landschapsbeheer 0 1.673 0 0 0 0

Rivierenparken 0 350 0 0 0 0

ISV matching 0 176 0 0 0 0

Brijnbeleid 744 906 0 0 0 0

Achterstallig onderhoud provinciale recreatiegebieden

431 0 0 0 0 0

Collectief particulier opdrachtgeverschap 116 900 0 0 0 0

Ontwikkelingsplan Water 571 0 461 0 0 0

Integraal innovatieprogramma 148 0 0 0 0 0

Bedrijfsvoering GZH 0 300 0 0 0 0

+ Bijdrage uit reserve 3.267 25.593 20.292 8.370 2.310 0

Stimulering duurzame energie 2.622 0 0 0 0 0

Visiebeheer 623 0 0 0 0 0

Bedrijfsvoering GZH 300 0 0 0 0 0

Hof van Delfland-Glastuinbouw 580 0 0 0 0 0

Groene ambities (ILG/niet-ILG doelen) 3.836 8.400 0 0 0 0

IODS 0 2.717 1.610 3.390 0 0

- Storting in reserve 7.961 11.117 1.610 3.390 0 0

Resultaat na bestemming -146.667 -160.063 -148.106 -141.532 -131.254 -130.105

Page 49: Concept begroting Zuid-Holland 2011

49

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € ���� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten (daling €���� ���

Deze daling komt hoofdzakelijk doordat 2010 het laatste jaar is waarin ISV2 middelen worden

uitgekeerd (daling €���� ���

; vaststelling van deze subsidiemiddelen vindt in 2010 plaats.

� Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) (stijging €��� ���

Reden hiervan is dat de provincie CPO inmiddels expliciet onder de aandacht van gemeenten in Zuid-

Holland brengt, waardoor meer aanvragen in het kader van CPO worden verwacht.

� Natuurbeheer (stijging € ��� ���

Betreft fluctuaties in de meerjarenraming van de onttrekking uit programmareserve 1 voor de uitvoering

van groene subsidieregelingen (stijging €��� ���

. Gedurende de looptijd van het ILG-programma

(2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven

voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking

wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven (stijging €���

mln).

• Uitvoeringsagenda Recreatiebeleid (stijging €��) ���

Betreft incidentele verhoging voor het jaar 2010

voor Visiebeheer.

� Bodembeleid (stijging €���� ���

Het nieuwe werkprogramma Bodemsanering is vertaald naar de Begroting en de planning van

werkzaamheden en projecten hebben geleid tot een financiële bijstelling en in het bijzonder een

onttrekking uit de OVP Bodemsanering voor de dekking van lasten, het bijramen van bijdragen van

derden en de bedrijvenregeling.

• Programma Vitaal Platteland (stijging €���* ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar (stijging € 11,1 mln). Daarnaast betreft € ��� ��� .�#�#���� �� ��onttrekking uit de programmareserve 1 voor de uitvoering van subsidieregelingen Groen op basis van

de subsidieplafonds 2010 (stijging € 3,4 mln).

� Energie (mitigatie) (stijging € ��� ���

In de Kadernota 2009 is voor energiebeleid aanvullend budget beschikbaar gesteld. De toekenning van

het budget was voor 2010 €��� ��� ���� ��� ���* �

€��� ��� � !������� ��� �

r windenergie,

mitigatie en het project Stroomversneller een incidentele bijdrage beschikbaar uit de reserve

‘Stimulering duurzame energie’ ad €��) ����

� Aansluiting DCMR werkplan 2010 (daling € ��� ���

Er heeft een herverdeling van de DCMR-budgetten plaatsgevonden op basis van het werkplan 2010

van de DCMR. Met de herverdeling is een aansluiting gemaakt tussen het werkplan en de provinciale

Begroting. Dit heeft tot gevolg dat op meerdere reguliere taken verschillen ontstaan. De significante

verschillen zijn: een verlaging van € � ��� �� ���#��� ��� ��������� ���€��* ��� ��

ontwikkelingsplanologie en bij gebiedsontwikkeling een stijging voor de regiefunctie ad €��� ����

� Grondwaterplan (daling € ��� mln)

Bij Jaarrekening 2009 is eenmalig €��� ��� ��

de voorziening DSM gestort als dekking voor de

jaarlijkse bijdrage aan de GR Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord. De bijdrage loopt door tot en

met 2014. Ter dekking van de uitvoering van het brijnbeleid is incidenteel een aanvullende bijdrage uit

Page 50: Concept begroting Zuid-Holland 2011

50

de programmareserve gerealiseerd ad €��� ����

Bij Jaarrekening 2009 is € 0,8 mln gestort in de

voorziening grondwaterheffing.

� Uitvoering grijze en blauwe wetgeving (stijging €��� ���

De structurele uitvoering van de Wabo is voor 2010 en 2011 opgenomen in de Begroting. Hierdoor zijn

voor 2010 de lasten gestegen met € ��� ���� <�.�� �� 4������ ���* �� �� ��� ����� ��� ��provincie voor 2010 aan de DCMR incidenteel verhoogd ad €

��) ���� =� ���* ��� �� ���#��� ��de DCMR €

� ��� lager. In 2010 is verder incidenteel budget ad €

��� ��n toegevoegd vanuit

energiebeleid voor de uitvoering van het project Koude- en WarmteOpslag (KWO).

• Apparaatslasten (stijging 4,4 mln)

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 1 heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

De grote stijging is het gevolg van verschuivingen tussen programma’s en productgroepen.

De baten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� ��

Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten (daling €���� ���

De daling komt voornamelijk doordat 2010 het laatste jaar is waarin ISV2-middelen worden uitgekeerd;

vaststelling van deze subsidiemiddelen vindt in 2010 plaats.

� Planmatig beheer onderhoud (stijging € 2 mln)

Betreft incidentele extra dienstverlening door GZH aan derden (stijging €��� ���

. Indexering vanuit te

voeren werkzaamheden voor de recreatieschappen (stijging €��� ��� �

� Natuurbeheer (stijging €��� ���

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven.

� Bodembeleid (stijging €��� ���

Zie de toelichting bij de lasten inzake het nieuwe werkprogramma. De onttrekking uit de OVP

Bodemsanering, het bijramen van bijdragen derden en bedrijvenregeling en het bijstellen van de

Rijksbijdragen, leiden tot een batenstijging. De baten zijn minder hard gestegen omdat de middelen van

het Rijk niet meer worden ontvangen als specifieke doeluitkering maar als decentralisatie-uitkering. De

middelen van de decentralisatie-uitkering staan in de Begroting op programma 7.

� Programma Vitaal Platteland (stijging €���� ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar.

� Uitvoering grijze en blauwe wetgeving (stijging € 1,7 mln)

De structurele uitvoering van de Wabo is voor 2010 en 2011 opgenomen in de Begroting. Hierdoor zijn

voor 2010 de baten gestegen met €��) ����

Page 51: Concept begroting Zuid-Holland 2011

51

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met € )� ��� �� �"���� van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten (daling € 22,6 mln)

Reden hiervan is dat 2010 het laatste jaar is waarin middelen voor ISV2 (daling €���� ��� � @>A

Drechtsteden (daling € 1,6 mln), BLS Holland Rijnland (daling € ��� ��� �� �� BA!2 �B�op de

Stads- en DorpsVernieuwing) (daling € � ��� "�� � #�gekeerd.

• Natuurbeheer (stijging € )�� ���

Betreft voor € 0,5 mln fluctuaties in de meerjarenraming van de onttrekking uit programmareserve 1

voor de uitvoering van groene subsidieregelingen. Gedurende de looptijd van het ILG-programma

(2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven

voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking

wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven (stijging € 5,6 mln).

� Planmatig beheer onderhoud (daling € 1,8 mln)

Betreft beëindiging van de incidentele extra dienstverlening door GZH aan derden in 2010.

� Bodembeleid (daling €���� ���

Het nieuwe werkprogramma Bodemsanering is vertaald naar de Meerjarenbegroting en de planning

van werkzaamheden en projecten hebben geleid tot een financiële bijstelling en in het bijzonder een

onttrekking uit de OVP Bodemsanering voor de dekking van lasten, het bijramen van bijdragen van

derden en de bedrijvenregeling.

� Programma Vitaal Platteland (daling € ���� ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar (daling € ���� ��� �

Daling van € 1,7 mln betreft fluctuaties in de meerjarenraming van de onttrekking uit programma-

reserve 1 voor de uitvoering van subsidieregelingen Groen.

� Uitvoering grijze en blauwe wetgeving (stijging €��� ���

De structurele uitvoering van de Wabo is voor 2010 en 2011 opgenomen in de Begroting. De lasten in

2011 zijn ten opzichte van 2010 € ��� ���hoger omdat de Wabo in 2011 het gehele jaar van kracht is

en in 2010 maar voor een kwartaal. Het saldo valt lager uit omdat door een herverdeling van de DCMR-

budgetten op basis van het werkplan 2010 de lasten zijn gedaald met €��� ���� 2����� �� ��

Regeling Samenwerkingsovereenkomst (SOK) €��� ��� ������ �#��� nodig en zijn er geen lasten in

de Begroting 2011 opgenomen voor project Koude- en WarmteOpslag ad €��� ����

� Borgen beleidscyclus Waterplan en toezicht op waterschappen (stijging €��� ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV betreffende de Synergiegelden Water (in te zetten als subsidie vor Kader Richtlijn

Water opgaven). Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens

meerjarig een prognose afgegeven. De prognose op basis van de kennis van 2010 ziet er als volgt uit:

€ 4,47 mln in 2011, €��)* �� ���� ��

€��� �� ���� ����

€ )��) ��� �

� Grondwaterplan (daling €��� ���

In 2008 is een impuls gegeven ad €��� ��� �� �� #���� ����������

van vergunningaanvragen en

het legaliseren van illegale brijnlozingen. Met de impuls is voor een tijdelijke periode extra inzet

mogelijk geweest. De werkzaamheden worden in 2010 afgerond, waardoor in 2011 geen kosten meer

worden gemaakt voor de extra inzet.

Page 52: Concept begroting Zuid-Holland 2011

52

� Apparaatslasten (daling €��

16 mln)

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 1 heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

De totale, over de programma’s, te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote daling is

het gevolg van een herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

� Energie (mitigatie) (daling € � ���

In het Coalitieakkoord 'Duurzaam denken, dynamisch doen' zijn voor de periode van het

coalitieakkoord 2008-2011 financiële impulsen gegeven voor onder andere klimaat- en energiebeleid.

De impulsen voor het klimaat- en energiebeleid zijn in de Meerjarenbegroting verwerkt, waarbij de

impuls voor de jaarschijf 2010 € )�� ��� ������� �� �� ��� �������� . ���� €��� ����

De baten 2011 dalen met € ���) ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ��������� door:

� Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten (daling € �� ���

Reden hiervan is dat 2010 het laatste jaar is waarin middelen voor ISV2 (daling €���� ��� � @>A

Drechtsteden (daling € 1,6 mln), BLS Holland Rijnland (daling € ��� ��� �� �� BA!2 �B�op de

Stads- en DorpsVernieuwing) (daling € � ��� "�� � #��� �����

� Planmatig beheer onderhoud (daling €��� ���

Betreft beëindiging van de incidentele extra dienstverlening door GZH aan derden in 2010.

� Natuurbeheer (stijging € ��) ���

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV

jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het

betreffende jaar. In deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose

afgegeven.

• Bodembeleid (daling €��� ���

Zie de toelichting bij de lasten inzake het nieuwe werkprogramma en de vertaling naar de

Meerjarenbegroting. Daarnaast worden de middelen van het Rijk niet meer ontvangen als specifieke

doeluitkering maar als decentralisatie-uitkering. De middelen van de decentralisatie-uitkering staan in

de Begroting op programma 7.

• Programma Vitaal Platteland (daling € ���� ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar.

� Uitvoering grijze en blauwe wetgeving (stijging €��) ���

Zie toelichting bij de lasten. De baten in 2011 zijn ten opzichte van 2010 €��) ���

hoger omdat de

Wabo in 2011 het gehele jaar van kracht is en in 2010 maar voor een kwartaal. De baten komen voort

uit legesopbrengsten voor BRIKS-taken.

� Borgen beleidscyclus Waterplan en toezicht op waterschappen (stijging €��� ���

Verwerking van de in december 2009 ontvangen beschikking bestuursovereenkomst ILG van het

ministerie van LNV. Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het

ministerie van LNV jaarlijks geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare

rijksmiddelen van het betreffende jaar.

Page 53: Concept begroting Zuid-Holland 2011

53

� Muskusrattenbestrijding (stijging 3,8 mln)

De taakuitvoering van de Muskusrattenbestrijding valt per 1 januari 2011 onder verantwoordelijkheid

van de Waterschappen. De feitelijke uitvoering zal pas per 1 januari 2012 plaats kunnen vinden door de

Waterschappen. Dit betekent dat de uitvoering in 2011 nog wordt uitgevoerd door de provincie en dat

de Waterschappen in 2011 een hogere bijdrage leveren aan de dienst, waarmee de korting op het

Provinciefonds voor de provincie Zuid-Holland wordt gecompenseerd.

Toelichting meerjarenraming

Planmatig beheer onderhoud

Beëindiging van de incidentele bijdrage aan de visie Beheer in 2012.

Flora- en Faunawet/Natuurbeschermingswet/Boswet/Landschapsverordening

De beëindiging in 2012 van de rijksbijdrage voor beheerplannen Natura 2000 veroorzaakt een daling van

de baten en lasten met €��� ����

Natuurbeheer

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks

geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In

deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven. Deze

prognose wordt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 zowel aan de baten- als aan de lastenkant verwerkt in de

Begroting. Voor het ILG-programma betreft dat een daling van de lasten en de baten met € ��� ����

Programma Vitaal Platteland

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks

geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In

deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven. Deze

prognose wordt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 zowel aan de baten- als aan de lastenkant verwerkt in de

Begroting.

Bodembeleid

Conform de uitwerking van het werkprogramma 2010-2014 voor bodemsanering wordt de totale

decentralisatie-uitkering ad €�� ��� ��� ��� ���� ���� ������� ���#� !� ��� ������ #� �� �������������

-

uitkering verlopen via een vast betalingsritme. Dit zou kunnen betekenen dat in 2012 nog onvoldoende

middelen zijn ontvangen dan dat er bodemsaneringwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, terwijl in de

jaren 2013 en 2014 de lasten van de werkvoorraad lager zullen zijn dan de baten uit de decentralisatie-

uitkering. Dit knelpunt zal worden meegenomen in de review over de besteding van middelen die in 2011

door VROM wordt georganiseerd.

Project Deltapoort

In 2011 is het project Deltapoort afgerond. Hierdoor zijn er in 2012 geen lasten meer.

Borgen beleidscyclus Waterplan en toezicht op waterschappen

Gedurende de looptijd van het ILG-programma (2007-2013) worden door het ministerie van LNV jaarlijks

geactualiseerde beschikkingen afgegeven voor de beschikbare rijksmiddelen van het betreffende jaar. In

deze jaarlijks te ontvangen beschikking wordt eveneens meerjarig een prognose afgegeven. Deze

prognose wordt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 zowel aan de baten- als aan de lastenkant verwerkt in de

Begroting.

Page 54: Concept begroting Zuid-Holland 2011

54

Uitvoering grijze en blauwe wetgeving

In de Kadernota 2010 is voor de uitvoering van de Wabo een bijdrage geleverd van de algemene middelen.

Dit was nodig omdat niet alle kosten voor de vergunningverlening mogen worden verrekend in de leges. De

bijdrage vanuit de algemene middelen is alleen gevraagd voor de jaren 2010 en 2011 omdat vanaf 2011

pas de definitieve verdeling van de bevoegdgezagtaken tussen provincie en gemeenten bekend is.

Hierdoor vallen in de Meerjarenbegroting zowel de baten als lasten lager uit vanaf 2012. Bij Kadernota

2011 is het mogelijk om de baten en lasten structureel meerjarig in de Begroting te verwerken.

Energie (mitigatie) De daling is het gevolg van het aflopen van het Coalitieakkoord waarbij uit een nieuw Coalitieakkoord zal

moeten blijken in hoeverre impulsen worden gecontinueerd. Dit zal echter voor veel onderwerpen spelen

die impulsen hebben gekregen voor de huidige periode.

Muskusrattenbestrijding

Voor de taakuitvoering van de Muskusrattenbestrijding is de inzet om per 1 januari 2012 de uitvoering te

laten plaatsvinden door de Waterschappen. Vanaf 2012 wordt rekening gehouden met het volledig

verdwijnen van de taak uit de provinciale Begroting waarbij een saldo ad €��� ��� �� ���� ���

gereserveerd voor transitiekosten en deze middelen per 2013 kunnen vrijvallen ten gunste van de financiële

ruimte.

Investeringen

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven

Reguliere taken

Uitvoering grijze en blauwe wetgeving 525 0 0 0 0 0

Totaal reguliere taken productgroep 140 525 0 0 0 0 0

Totaal reguliere taken programma 1 525 0 0 0 0 0

Totaal uitgaven 525 0 0 0 0 0

Saldo investeringen -525 0 0 0 0 0

Page 55: Concept begroting Zuid-Holland 2011

55

Page 56: Concept begroting Zuid-Holland 2011

56

Verbetering bereikbaarheid

Bron: Cartografie provincie Zuid-Holland.

Zuidvleugelnet. Invloedszone HOV-verbinding. Bron: Cartografie provincie Zuid-Holland.

KAART Gepland onderhoud wegen in 2011

Page 57: Concept begroting Zuid-Holland 2011

57

Programma 2 Integrale bereikbaarheid

Missie

"De provincie Zuid-Holland stelt de burger in staat om zo

snel, eenvoudig en veilig mogelijk van A naar B te reizen"

Wat willen we bereiken?

Maatschappelijk doel Indicator (incl. nulmeting) Realisatie 2011 2012 2013 2014

1. Betere

bereikbaarheid

door een integrale

benadering van

het bereikbaar-

heidsvraagstuk en

intensivering van

het OV-gebruik

1.1. Reizigerskilometra-

ge concessies Zuid-

Holland in miljoenen

kilometers

(464,8 busvervoer)

(bron: PZH en

vervoerbedrijven)

458,7

+34,9 PM PM PM

2. Een goede door-

stroming op het

provinciale

wegennet

2.1. Gemiddelde

snelheid auto-

verkeer in de spits

op belangrijke

regionale trajecten

(spits 45 km;

dal 53 km)

(bron: PZH)

Spits

38 km/uur

Dal

47 km/uur

(nov.’08)

≥ 45

≥ 53

≥ 45

≥ 53

≥ 45

≥ 53

≥ 45

≥ 53

3. Het aantal fatale

verkeers-

slachtoffers en

ziekenhuis-

gewonden op de

provinciale wegen

is een belangrijke

graadmeter voor

de verkeers-

veiligheid

3.1. Fatale verkeers-

slachtoffers in Zuid-

Holland. Er wordt

uitgegaan van

driejaargemiddelden

(regiegebied) (44)

3.2. Fatale verkeers-

slachtoffers op

provinciale wegen in

Zuid-Holland (14)

3.3. Ziekenhuisgewon-

den op provinciale

wegen in Zuid-

Holland (169)

In de kolom 2010 tussen

haakjes de nationale c.q.

regionale waarden

(bron: DVS, PZH)

40 (41)

15 (11)

157 (155)

≤ 39

≤ 9

≤ 145

≤ 39

≤ 9

≤ 145

≤ 39

≤ 9

≤ 145

≤ 39

≤ 9

≤ 145

Page 58: Concept begroting Zuid-Holland 2011

58

Maatschappelijk doel Indicator (incl. nulmeting) Realisatie 2011 2012 2013 2014

4. Een toename van

het gebruik van

spoor en water

draagt bij aan een

beperking van de

milieubelasting.

Vanaf 2007 stijgt

het aandeel van

het vervoer van

goederen over

water

4.1. Overslag binnen-

vaart in Zuid-

Holland

(x 1000 ton)

(bron: CBS)

4.2. Containervervoer

haven Rotterdam

overslag spoor (in

containers x 1000)

(bron: Gemeentelijk

Havenbedrijf)

168.000

(2006)

596

+8.400-

16.800

PM

PM

PM

PM

PM

PM

PM

5. Realisatie van

ketenmobiliteit

zorgt voor

hoogwaardige,

sociaal veilige

overstappunten

waarbij P+R

plaatsen en

fietsenstallingen

beter worden

benut

5.1. Bezetting P+R

plaatsen

5.2. Bezetting fietsen-

stallingen

(bron: PZH)

(bez/cap)

1056/1505

=70,2%

(bez/cap)

9698/12690

=76,4%

> 2010 PM PM PM

Toelichting maatschappelijke doelen

Mobiliteit is een sociale en economische behoefte. Mensen en goederen verplaatsen zich steeds vaker en over steeds grotere afstanden. Het regionale personenvervoer en het vrachtverkeer zullen de komende

jaren nog sterk toenemen. Tot 2020 wordt in Zuid-Holland een groei van het aantal verplaatsingen over de weg van circa 32% verwacht; het vrachtverkeer zal in die periode nog met ongeveer 60% toenemen. Het aanbod en de kwaliteit van de verkeers- en vervoersvoorzieningen zijn echter achtergebleven. Het wegennet is zwaar belast en het openbaar vervoer is in de spitsen overvol. De bereikbaarheid van Zuid-Holland, in het bijzonder in de Zuidvleugel, staat steeds meer onder druk. Dit terwijl een goede bereikbaarheid een steeds prominentere factor wordt in de wereldwijde concurrentie tussen economische

gebieden. Het groeiende verkeer heeft ook negatieve gevolgen voor het leven en welzijn in Zuid-Holland. De kwaliteit van de leefomgeving, de natuur en het landschap en de verkeersveiligheid worden aangetast. Ook is er strijd over het gebruik van de schaars beschikbare open ruimte.

1. Betere bereikbaarheid door openbaar vervoer De integrale benadering van het bereikbaarheidsvraagstuk komt tot uiting in de aandelen van de vervoerwijzen in het aantal verplaatsingen: de modal split. Er is echter geconcludeerd dat de ontwikkeling van de modal split maar deels kan worden beïnvloed door het provinciale beleid. De provincie is immers concessieverlener van openbaar vervoer exclusief de kaderwetgebieden en het spoor. Naast de modal split is daarom de ontwikkeling van het aantal reizigerskilometers openbaar vervoer een goede indicator om het provinciale beleid te toetsen. Via een provinciebrede promotiecampagne (diverse activiteiten onder andere direct-marketing) wordt ingezet op een toename van het aantal OV-reizigers.

Page 59: Concept begroting Zuid-Holland 2011

59

Samen met de andere decentrale overheden in de Zuidvleugel werkt de provincie aan de ontwikkeling van een samenhangend en herkenbaar regionaal OV-netwerk, het Zuidvleugelnet. In 2011 ligt het accent vooral op de doorvertaling naar concrete projecten en activiteiten, in samenhang met afspraken in het kader van de Gebiedsagenda Zuidvleugel en de MIRT-verkenningen Haaglanden en Rotterdam-VooRuit.

Reizigerskilometrage in miljarden kilometers 2011 2012 2013 2014

Auto (10,71)

OV ( 1,65)

Fiets ( 1,17)

(tussen haakjes: nulmeting)

11,54

1,82

1,23

11,54

1,82

1,23

11,54

1,82

1,23

11,54

1,82

1,23

Het kilometrage auto betreft autobestuurders en autopassagiers, OV bevat een deel trein en een deel bus, fiets betreft

bromfiets + fiets.

2. Doorstroming provinciaal wegennet

De omvangrijke groei van het verkeer vraagt een zwaardere rol van het (boven)regionaal wegennet. De

doorstroming moet worden verbeterd. Op de belangrijke regionale routes wordt een afwikkelsnelheid van het

verkeer nagestreefd van minimaal 45 km/uur in de spits respectievelijk 53 km/uur daarbuiten. Dit alles

binnen de randvoorwaarden van de provinciale verkeersveiligheidsnormen. In 2011 wordt verder gewerkt

aan het wegwerken van de grootste knelpunten in de aansluiting van het rijkswegennet op het regionale en

stedelijke wegennet. Via de nota budgetbehoefte beheer en onderhoud willen we bereiken dat het

basisniveau van de provinciale infrastructuur op niveau wordt gebracht.

3. Verkeersveiligheid

In de nota Mobiliteit en het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020 zijn door het Rijk en de

decentrale overheden de nationale doelen voor de reductie van verkeersslachtoffers gesteld. Voor de

provincie zijn deze doelen vertaald naar de in de tabel genoemde indicatoren. Door regievoering, inzet op

realisering van een duurzaam veilig provinciaal wegennet, faciliteren, integrale aanpak en samenwerking

met andere overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven wil de provincie de al in gang

gezette dalende tendens vasthouden en zo haar bijdrage leveren aan de nationale doelstellingen.

In 2010 is een nieuw Meerjarenprogramma Verkeersveiligheid opgesteld, waarvan de besluitvorming wordt

afgerond in 2011. Er wordt meer gestuurd op de uitvoering van het beleid door gemeenten (RPV's), onder

andere ook door meer gerichte inzet van middelen vanuit de BDU, opdat de verkeersveiligheidsdoelen

worden gehaald.

4. Toename gebruik van spoor en water

Het verwerken van grote goederen vervoersstromen over water blijft belangrijk. Het is niet alleen relatief

schoon en veilig, maar ontlast ook het wegennet. Om dit te bereiken zijn de beschikbaarheid van een goed

vaarwegennet en de aanwezigheid van voldoende en veilige voorzieningen voor de scheepvaart

(waaronder laad- en loswallen, lig- en wachtplaatsen) noodzakelijk. Het programma gericht op de

goederenterminals wordt in 2011 verder uitgevoerd.

5. Ketenmobiliteit

Het versoepelen van de overstap tussen de verschillende vervoersmodaliteiten (ketenmobiliteit) is cruciaal,

in het bijzonder van de auto respectievelijk fiets naar het openbaar vervoer. Het aanleggen van

hoogwaardige, sociaal veilige overstappunten bij alle belangrijke vervoersknooppunten is dan ook een

speerpunt. In 2011 wordt verder uitvoering gegeven aan de realisatie van fietsenstallingplaatsen en P+R-

voorzieningen volgens de doelstellingen.

Page 60: Concept begroting Zuid-Holland 2011

60

210 Intensiveren van openbaar vervoer

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Ontwikkelen buscorridors

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Ontwikkelen

buscorridors

1.1. Realisatie buscorridors

gestart

1.2. Realisatie buscorridors

afgerond *

1.3. Quick win maatregelen

corridors gerealiseerd

7 per jaar

Is in 2010

gestart

3

8

* Voor afwijking zie de toelichting hieronder.

Toelichting

Prioritaire corridors

Eind 2009 zijn diverse planstudies en bereikbaarheidsstudies afgerond naar mogelijke maatregelen ter

bevordering van het openbaar vervoer (OV) op de drie prioritaire buscorridors Alphen - Schiphol, Duin- en

Bollenstreek - Schiphol en Goeree-Overflakkee - Rotterdam. In 2010 is al een begin gemaakt met de

realisatie van de maatregelen die uit bovenstaande onderzoeken naar voren komen. In 2011 zullen

- conform planning - de eerste deelprojecten zijn afgerond.

De eindafronding van de prioritaire buscorridors vindt voor de buscorridor Goeree-Overflakkee plaats in

2014 en in 2015 en verder voor de buscorridors Alphen aan den Rijn - Schiphol en Duin- Bollenstreek -

Schiphol. Voor de laatste deelprojecten op deze corridors zijn langere procedures noodzakelijk zoals

grondverwerving (eventueel onteigening) en bestemmingsplanwijziging. Dit betekent dat de realisatie van

drie buscorridors, zoals genoemd onder 1.2, niet in 2011 afgerond wordt.

De kasstroom van het Rijk loopt tot 2020 door en ook in het MPI en de doorkijk zijn nog gelden

gereserveerd voor de latere jaren.

Voor de Buscorridor Goeree-Overflakkee - Rotterdam zijn geen rijksmiddelen beschikbaar. De vijftien

gesignaleerde knelpunten betreffen een aantal lokale knelpunten, waarvoor ook lokale bijdragen worden

geleverd.

Quick wins

Daarnaast kunnen met de provinciale regeling Verbetering doorstroming Openbaar Vervoer quick wins op

diverse andere buscorridors worden uitgevoerd. Wegbeheerders (met name gemeenten) kunnen in overleg

met de vervoerder hiervoor projecten aandragen. Het betreft projecten van meer dan € ������ ��� ������ ��de sfeer van infrastructurele aanpassingen (rotondes, kruisingen en dergelijke), aanpassing van

Verkeersregelinstallaties (VRI's), aanbrengen van detectielussen enzovoort. In 2010 zijn drie aanvragen

ingediend, die in 2011 zullen worden gerealiseerd. In 2011 is voor de laatste keer € 2 mln beschikbaar

waarvoor gemeenten subsidie kunnen aanvragen voor nieuwe quick-wins. Het resterende budget uit 2010

is in 2011 opnieuw beschikbaar, waardoor in 2011 voor maximaal € 3,7 mln aanvragen kunnen worden

gehonoreerd. De provincie streeft naar acht aanvragen.

Page 61: Concept begroting Zuid-Holland 2011

61

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 102 95 243 604 883 1.485

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -102 -95 -243 -604 -883 -1.485

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 1.198 930 8.830 6.400 13.000 17.700

Inkomsten 0 0 3.800 2.500 4.600 9.520

Saldo investeringen -1.198 -930 -5.030 -3.900 -8.400 -8.180

Toelichting investeringen

In 2009 is gestart met diverse projecten om de doorstroming op drie prioritaire buscorridors te verbeteren:

Alphen - Schiphol, Duin- en Bollenstreek - Schiphol en Rotterdam naar de Hoeksche Waard en Goeree.

Het betreft de aanleg van drempels of aparte bus-infrastructuur, aanpassing van parkeersituaties en

verbeteringen in de afstelling van VRI's.

In 2010 is al een begin gemaakt met de realisatie van de maatregelen die uit bovenstaande onderzoeken

naar voren komen. In 2011 zullen - conform planning - de eerste deelprojecten zijn afgerond.

Page 62: Concept begroting Zuid-Holland 2011

62

Speerpunt 2. Uitbreiden regionaal netwerk hoogwaardi g OV

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Uitbreiden regionaal

netwerk hoogwaardig

openbaar vervoer

2.1. Stedenbaan gerealiseerd

2.2. RijnGouwelijn Oost als

onderdeel van de light-

railverbinding traject

Gouda-Alphen rijdt in 2013

en traject Alphen-Katwijk/

Noordwijk in 2015

2.3. MerwedeLingelijn:

frequentieverhoging m.i.v.

medio 2011

2.4. Planvorming van de

RijnGouwelijn West

afgerond

2.5. Bijdrage geleverd aan

oplevering fase 1 en fase 2

hoogwaardig busnetwerk

in de Drechtsteden

x

x

x

x

Toelichting

De provincie blijft zich inspannen om Stedenbaan verder vorm te geven. Inzet is om te komen tot een

frequentie van zes stoptreinen per uur, een dusdanig hoge frequentie dat van 'spoorboekloos' rijden sprake

is. De realisatie van viersporigheid op de gehele 'oude lijn' tussen Leiden en Dordrecht is daarbij een

noodzakelijke voorwaarde. De afspraken tussen de Zuidvleugeloverheden, NS en ProRail zijn gericht op

een rendabele frequentieverhoging. Belangrijk instrument daarvoor is sturing van de ruimtelijke ontwikkeling

rond bestaande en nog toe te voegen stations, opdat er voldoende reizigers zijn om de frequentieverhoging

mogelijk te maken. Verder zijn er ook afspraken gemaakt over verbeteringen op het gebied van

ketenmobiliteit, reisinformatie, kwaliteit van de stationsomgeving en sociale veiligheid.

De capaciteitsuitbreiding van het spoor tussen Rotterdam en Den Haag is momenteel onderdeel van een

kandidaat Planstudie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het programma

Hoogfrequent Spoor. De provincie participeert actief in deze studie. Het Kabinet heeft in juni 2010 - na

consultatie met en instemming van de regionale overheden - besloten om te kiezen voor een

spoorverdubbeling tussen Rijswijk en Delft Zuid. Spoorverdubbeling tot Schiedam Kethel respectievelijk

Rotterdam heeft prioriteit, maar kan binnen de huidige financiële kaders niet worden gerealiseerd. Later in

2010 volgt nog een besluit in de Tweede Kamer.

Ten aanzien van het Stedenbaanstation Sassenheim is de provincie met ProRail en de gemeente

Teylingen in overleg over ingebruikname in de loop van 2011. Verkeer en Waterstaat is opdrachtgever van

ProRail, gemeente Teylingen is opdrachtgever van de aanleg van het voorplein en uitdieping van de tunnel

onder de A44 alsmede de ketenfaciliteiten. De provincie betaalt voor € ��� ��� mee aan het project.

Ook wordt in 2010 gewerkt aan de aanleg van de viersporige tunnelbak voor de Delftse spoortunnel. Deze

zal in 2014 gereed zijn. De viersporige tunnelbak is onder andere door een provinciale bijdrage van €� ���

Page 63: Concept begroting Zuid-Holland 2011

63

aan het project Spoorzone Delft mogelijk gemaakt, nadat al in 2005 een bedrag van € �� �ln werd

uitgetrokken door de provincie voor de tunnelaanleg en de herinrichting van de stationsomgeving.

Op de MerwedeLingelijn rijdt vanaf medio 2011 de light train in een hogere frequentie (van twee treinen p/u

naar vier treinen p/u). De daarvoor benodigde voorzieningen (passeersporen) worden in opdracht van de

provincie door ProRail aangelegd. In 2010 is gestart met de bouw. Tegelijkertijd wordt door de aanliggende

gemeenten gewerkt aan opwaardering van een aantal stations en stationsomgevingen en aan de bouw van

twee nieuwe stations.

In 2011 vindt de aanbesteding plaats van de busconcessie Zuid-Holland Noord. Speciale aandachtspunten

bij deze concessie zijn de aansluiting met de RijnGouwelijn, de wijze waarop de ontwikkelrol van de

vervoerder zal worden ingevuld (op basis van praktijkervaringen en de bevindingen van diverse

onderzoeken met betrekking tot concessiebeheer), de ontwikkeling van hoogwaardige busverbindingen in

het kader van Zuidvleugelnet en de invulling van de sociale functie in het gebied. De nieuwe concessie zal

per 1 januari 2013 van start gaan.

De projecten die vallen onder de eerste fase van het programma HOV-D (Hoogwaardig openbaar vervoer

Drechtsteden) zijn in de fase van realisatie dan wel volledig uitgevoerd. Op 14 november 2008 is als vervolg

op de eerste fase een bestuurlijke overeenkomst gesloten tussen de provincie en de Drechtsteden voor de

uitvoering van nieuwe projecten om daarmee het totale programma uit te kunnen voeren. De projecten uit

deze tweede fase moeten leiden tot een kwaliteitssprong van het openbaar vervoer en dienen uiterlijk in

2011 gestart te zijn. Het betreft met name doorstromingsprojecten en verbetering van bushalten middels het

uitvoeren van het regionale abriplan.

De Drechtsteden hebben zich verplicht tot het uitvoeren van een programma HOV-D tweede fase ter grootte

van minimaal €����� �

ln, de provincie stelt een bedrag van maximaal €�� �

ln beschikbaar voor de

projecten die in de bestuurlijke overeenkomst worden genoemd.

OV-autoriteit

Het onder de vlag van het Urgentie Programma Randstad opgerichte OV-bureau Randstad richt zich

bovenal op een betere samenwerking tussen de opdrachtgevers van openbaar vervoer in de Randstad.

Een van de belangrijkste activiteiten van het OV-bureau in 2011 is de verdere ontwikkeling van het

zogeheten Randstadnet. De initiatieven van Zuidvleugelnet, MRA-net (regio Amsterdam) en Randstadspoor

(regio Utrecht) worden in dat traject aan elkaar gekoppeld, onder meer door een eenduidige

productontwikkeling. Ook de positie en ontwikkeling van het bovenregionale spoorvervoer (waaronder IC-

verbindingen) krijgt in 2011 verder aandacht van het OV-bureau Randstad.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.055 3.884 13.108 8.426 16.503 9.404

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.055 -3.884 -13.108 -8.426 -16.503 -9.404

Page 64: Concept begroting Zuid-Holland 2011

64

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Voor de RGL Oost en de aanleg van de Elfenbaan is €��� ���

respectievelijk €��� ��� ����������

beschikbaar in 2010.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met €*�� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� �

hoofdzakelijk door:

� In 2011 wordt €�� ��� �� ������� C2

-projecten geraamd ten laste van de programmareserve. Met

ingang van 2011 worden de kapitaallasten niet meer als apart deelproduct in de Begroting opgenomen,

maar per deelproduct/deelproject geraamd. De kapitaallasten 2011 bedragen -€��� ����

Toelichting meerjarenraming

In de jaren 2011-2013 wordt een deel van de OV-investeringsprojecten betaald ten laste van de

programmareserve (€���� ��� �� ����� € ��� ��� �� ���� ��

€*�� ��� �� ���� � !������� ��� ��� ��

kapitaallasten in 2012 met € ��� ���� �� ���� ��€��� ��� �� �� ���� ��

€ ��� ����

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 9.026 43.000 78.000 81.000 79.003 102.000

Inkomsten 8.999 50.870 33.503 23.805 47.030 45.890

Saldo investeringen -27 7.870 -44.497 -57.195 -31.973 -56.110

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

Om hoogwaardig OV in de provincie te realiseren wordt geïnvesteerd in de aanleg van spoor-infrastructuur

ten behoeve van de MerwedeLingelijn en de RijnGouwelijn.

Op de MerwedeLingelijn rijdt vanaf medio 2011 de light train in een hogere frequentie (van twee treinen p/u

naar vier treinen p/u). De daarvoor benodigde voorzieningen (passeersporen) worden in opdracht van de

provincie door ProRail aangelegd.

Voor de RijnGouwelijn is in 2010 via de realisatieovereenkomst met ProRail gestart met aanpassingen aan

het spoor (spoorverdubbeling en nieuwe haltes) tussen Gouda en het intakepunt bij de elfenbaan. Deze

werkzaamheden lopen door in 2011.

Ook draagt de provincie bij aan de ontwikkeling en realisatie van HOV-D, een programma waarin de

Drechtsteden gezamenlijk werken aan kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer in dat gebied. Het

programma richt zich onder andere op verbetering van de infrastructuur voor de bussen op de hoofdassen.

Ook wordt een aantal busstations en knooppunten aangepast en wordt geïnvesteerd in een dynamisch

reisinformatiesysteem voor de Drechtsteden.

Page 65: Concept begroting Zuid-Holland 2011

65

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011 en Toelichting

meerjarenraming

De kasritmes voor de investeringen in infrastructuur worden jaarlijks bijgesteld. Een specificatie van deze

kasritmes is te vinden in het MPI 2011-2025 dat als bijlage bij de behandeling van de Begroting 2011

beschikbaar is.

Speerpunt 3. Uitbreiden OV over water

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

3. Uitbreiden OV over

water

3.1. Personenvervoer over

Water (POW) uitgebreid

qua bereik (bijv.

Gorinchem) en uren

(avonduren)

x

Toelichting

Per 1 januari 2010 is een nieuw contract voor het personenvervoer over water tussen de Drechtsteden en

Rotterdam van start gegaan. Het contract gaat uit van handhaving van het huidige voorzieningenniveau. Het

introduceren van nieuwe vaarroutes en haltes bleek tijdens de aanbesteding financieel niet haalbaar. Aan

de exploitant is gevraagd om pas na de start van het contract voorstellen te doen voor uitbreiding van de

dienstregeling, zo mogelijk al per 2011.

Met behulp van subsidie van de provincie gaat er vanaf 2011 een nieuw veertaxi-systeem Hardinxveld -

Werkendam - Gorinchem - Sleeuwijk van start.

Eind 2010 is een onderzoek afgerond naar de haalbaarheid van OV-systemen over water elders binnen de

provincie Zuid-Holland. Mogelijk dat hieruit in 2011 voorstellen kunnen komen ten behoeve van een nieuwe

coalitieperiode.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 172 162 45 45 45 45

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -172 -162 -45 -45 -45 -45

Page 66: Concept begroting Zuid-Holland 2011

66

Speerpunt 4. Strikte milieueisen opnemen in concess ies aan OV

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

4. Strikte milieueisen

opnemen in concessies

aan OV

4.1. Extra duurzaamheidseisen

opgenomen in contracten

POW en OV-concessie-

voorwaarden

4.2. Percentage buspark

conform duurzaamheids-

eisen

4.3. Percentage vloot POW

conform duurzaamheids-

eisen

Is in 2010

afgerond

80%

0%

80%

25%

80%

25%

80%

25%

Toelichting

In het DAV-gebied (Drechtsteden-Alblasserwaard-Vijfheerenlanden) bleek de oorspronkelijke ambitie om

bussen op biogas te laten rijden niet haalbaar. In 2010 is daarom met de vervoerder Arriva overeengekomen

dat in 2011 in dit gebied eveneens 25 hybride bussen zullen instromen. In totaal rijden dan in Zuid-Holland

49 hybride bussen rond, waarmee Zuid-Holland voorop loopt met de toepassing van deze duurzame

techniek in het openbaar vervoer op zo'n grote schaal.

Al sinds 2009 worden geleidelijk in alle OV-concessies milieuvriendelijke bussen geïntroduceerd. In de

concessie Hoeksche Waard/Goeree-Overflakkee voldoen de bussen al sinds 2009 aan de hoogste EEV-

normen. In de concessie Duin- en Bollenstreek/Leiden/Rijnstreek/Midden-Holland zijn in 2010 al 24 hybride

bussen ingestroomd ten behoeve van de stadsdiensten Alphen, Gouda en Leiden en zijn de overige

bussen (216) voorzien van roetfilters.

Daarmee voldoet in 2011 ongeveer 80% van het totale buspark in de concessies van Zuid-Holland aan

extra duurzaamheidseisen.

In het contract voor het Personenvervoer over water (POW) Drechtsteden-Rotterdam dat per 1 januari 2010

van start is gegaan, zijn eveneens duurzaamheidseisen opgenomen. Onderdeel van het contract is de

verplichting dat de vervoerder binnen twee jaar twee schepen vervangt door zuinige schepen die 50%

minder brandstof gebruiken.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.810 5.133 6.291 1.900 90 90

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -2.810 -5.133 -6.291 -1.900 -90 -90

Page 67: Concept begroting Zuid-Holland 2011

67

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2010 zijn gestegen met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Het budget 2010 is € ��� ��� ���� ��� �� ���*� C����� ���� ��� een budget geraamd voor

onderzoek naar biogas als alternatieve motorbrandstof. Dit bleek echter financieel onhaalbaar waarna

vervolgens is gezocht naar alternatieven zoals de inzet van hybride bussen in plaats van

biogasbussen. Om die reden is een deel van het budget doorgeschoven naar 2010 en wordt een deel

van de inzet voor hybride bussen gerealiseerd in 2011. Dit verklaart tevens het verschil tussen 2010 en

2011 van €��� ����

Reguliere taken

a. Concessiebeheer

b. Concessieverlening

c. Toegankelijkheid bushaltes

d. Invoering OV-chipkaart

e. Verbetering sociale veiligheid

f. Beheer CVV

g. Kwantiteit en kwaliteit OV

h. Bevorderen gebruik OV

i. Bevorderen doorstroming OV

j. Ontwikkeling safetymanagement spoor

k. Apparaatslasten

l. Kapitaallasten

Dit jaar wordt voor concessieverlening het voornemen tot het gunnen van de concessie voor de

RijnGouwelijn vastgesteld. Daarnaast vindt de aanbesteding van de nieuwe busconcessie Zuid-Holland

Noord ingaande januari 2013 plaats.

Naar verwachting worden in 2011 opnieuw zo'n 300 haltes aangepast aan de eisen van toegankelijkheid.

In 2011 is de OV-chipkaart het enige betaalmiddel in het openbaar vervoer van de provincie Zuid-Holland.

Invoering van het tariefkader vindt op zijn vroegst medio 2011 plaats en is mede afhankelijk van landelijke

afspraken. In samenwerking met de vervoerders wordt vormgegeven aan de uitvoering van maatregelen ter

bevordering van de sociale veiligheid. Zichtbaar zal worden dat het Zuidvleugelnet een onderdeel is van het

regionaal OV-netwerk, Randstadnet, dat in samenwerking met het OV-bureau Randstad wordt ontwikkeld.

In 2011 moeten de eerste resultaten zichtbaar worden van het marketingplan bevorderen gebruik OV.

De ambitie is om 3% extra reizigerskilometers te realiseren.

Page 68: Concept begroting Zuid-Holland 2011

68

220 Optimaliseren van weg-, vaarweg- en fietsinfras tructuur

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Uitbouwen van Dynamisch Verkeersmanagem ent

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Uitbouwen van

Dynamisch Verkeers

Management

1.1. Het uitvoeren van een

DVM-programma voor de

provinciale bijdrage in

DVM op Zuidvleugel-

niveau, w.o. inwinnings-

systeem van verkeersdata,

opwaardering verkeerslicht

en plaatsing DRIP’s,

plaatsing camera’s en

ontwikkelen operationeel

verkeersmanagement van

DRIP’s in de B-driehoek

1.2. Incident Management over

heel Zuid-Holland uitgerold

1.3. Afstandbediening vanuit

bedieningscentrales op

provinciale bruggen 11

A. Aan de doorgaande

hoofdvaarwegen

B. Overige Vaarwegen

gerealiseerd

- Glasvezelnet aangelegd

- Bruggen aangesloten op

centrales

Is in 2010

afgerond

100%

100%

100%

x

x

Toelichting

Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) levert een belangrijke bijdrage aan de benutting van het regionale

wegennet. Bij de ontwikkeling van DVM ligt in 2011 het accent op:

• verwerken van informatie over de actuele verkeerssituatie op het provinciale wegennet (onder meer via

het Nationaal Datawarehouse);

• het opleiden van de medewerkers die zich operationeel met Incident Management op provinciale

wegen bezighouden;

• het opstellen en inzetten van scenario's (pakketten van maatregelen) in reguliere situaties (dagelijkse

spitsen) en incidentele situaties (zoals werkzaamheden en evenementen);

• het plaatsen van dynamische route-informatiepanelen (DRIP’s) langs delen van het provinciale

wegennet;

11 Aangepaste planning is 2013.

Page 69: Concept begroting Zuid-Holland 2011

69

• het opwaarderen van de VRI’s en DRIP’s en realisatie objectcamera’s;

• verdere uitbouw van samenwerking en communicatie in de verkeerscentrales (met Rijkswaterstaat en

andere regiopartners);

• verder ontwikkelen en testen van vaarwegmanagement vanuit de nieuwe bedieningscentrales

(brugbediening op afstand).

In alle gevallen is nauwe samenwerking met andere wegbeheerders noodzakelijk.

1.3. Afstandbediening vanuit bedieningscentrales op provinciale bruggen

De provincie zet daarnaast in op het aanbieden van een vlotte, veilige en betrouwbare verkeersafwikkeling

op het water waarbij trajectgericht wordt gedacht. Hiervoor is centrale objectbediening op afstand en

actieve verkeersbegeleiding vanuit centrales noodzakelijk. Tot en met 2013 zullen ongeveer 65 bruggen

over provinciale vaarwegen op afstand worden bediend. De planning van de afstandbediening hangt zeer

sterk samen met planning van het groot onderhoud. Deze is op haar beurt ingegeven door de jaarlijkse

budgetruimte. Op de Gouwe en het Aarkanaal wordt een aantal bruggen pas na 2011 aangesloten op de

centrales, mede doordat deze elkaars omleidingsroute zijn. De realisatie van de glasvezelverbinding op het

Aarkanaal zal hiermee samenhangen.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.916 4.707 4.572 3.982 4.169 5.131

Baten 70 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.846 -4.707 -4.572 -3.982 -4.169 -5.131

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Uitbouwen van Dynamisch Verkeersmanagement (stijging €��) ���

)

Voor vervoermanagement is in 2009 uit de BDU een bedrag van €��� ��� �

-) bijgedragen.

De quick wins bestaan onder andere uit Dynamische Routeinformatiepanelen (DRIP's), kleinschalige

aansluitingen HWN/OWN en doorstroming buscorridors. De bijdrage van de provincie bedroeg € � ���

(+) en deze is eind 2008 gestort in het BOR om vervolgens verdubbeld te worden door het Rijk. In de

Jaarrekening 2008 is dit bedrag als balanspost op vooruitbetaalde bedragen geboekt en vervolgens in

2010 afgelost.

� Uitbouwen dynamisch verkeersmanagement (stijging €��� ���

Voor het opwaarderen en uitbreiden van de VRI’s is extra geld beschikbaar gesteld.

Toelichting meerjarenraming

In 2014 wordt €� ��� #�������� �� �� #������� ��� ������D� ��� ��#�����

Page 70: Concept begroting Zuid-Holland 2011

70

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 3.547 10.537 16.327 2.978 0 0

Inkomsten 0 0 0 0 0 0

Saldo investeringen -3.547 -10.537 -16.327 -2.978 0 0

Toelichting investeringen

Het budget wordt ingezet voor het verbeteren van het inzicht in de actuele verkeerssituatie, het verbeteren

van de doorstroming bij knelpunten en de verdere uitrol van incidentmanagement op provinciale wegen.

Daarnaast wordt een systeem voor inwinning van verkeersdata verder ontwikkeld, worden VRI's

opgewaardeerd en DRIP's geplaatst. In 2011 zal voor DVM op het water de afstandbediening van

provinciale bruggen vanuit bediencentrales verder worden uitgevoerd. Het betreft het aansluiten van

bruggen op centrales en het aanleggen van een glasvezelnet.

Speerpunt 2. Bevorderen goederenvervoer over water

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Bevorderen

goederenvervoer over

water

2.1. Bochtafsnijding Delftse

Schie gerealiseerd

2.2. Planvorming Julianasluis

bij Gouda afgerond

2.3. Realisatie van de

uitbreiding van de

Julianasluis bij Gouda

gestart

2.4. Realisatie van de

uitbreiding van de

Julianasluis bij Gouda

afgerond

is in 2010

afgerond

x

x

x

Toelichting

Om de scheepvaart te bevorderen wordt in 2011 verder gewerkt aan de plannen voor de bochtafsnijding

Delftse Schie te Overschie. Voor de bochtafsnijding Delftse Schie wordt in 2011 het archeologisch

onderzoek afgerond en vindt de verdere voorbereiding van het project plaats door een marktpartij. Naar

verwachting wordt halverwege 2011 gestart met de uitvoering.

Verder vindt in 2011 voor de tweede sluiskolk Julianasluis te Gouda verdere planvoorbereiding plaats en

wordt de aanbesteding voorbereid; deze zal naar verwachting in 2013 worden afgerond.

Page 71: Concept begroting Zuid-Holland 2011

71

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.390 4.401 6.429 8.754 8.163 10.704

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.390 -4.401 -6.429 -8.754 -8.163 -10.704

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € � ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��jging komt

voornamelijk door:

� In 2010 is incidenteel € � ��� ������ ���� �� ��Goederenvervoer kwaliteitsnet.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met € � ��� �� �"���� ��� �� 2��aarsnota 2010. De stijging komt voornamelijk

door:

� Met ingang van 2011 worden de kapitaallasten niet meer als apart deelproduct in de Begroting

opgenomen, maar per deelproduct/deelproject geraamd. De kapitaallasten 2011 bedragen € ��� ����

Toelichting meerjarenraming

In 2011 en 2012 is incidenteel € � ��� ������ ���� �� ��Goederenvervoer kwaliteitsnet.

De kapitaallasten stijgen van € ��� ��� �� ���� ����€��� ��� �� ����� € ��� mln in 2013 en €

��� ��� ��2014.

In 2014 is incidenteel €� ��� ������

baar voor de verkenning tweede sluiskolk Julianasluis.

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 6.781 19.704 35.617 38.676 28.845 1.370

Inkomsten 26 500 1.200 1.500 2.740 0

Saldo investeringen -6.756 -19.204 -34.417 -37.176 -26.105 -1.370

Toelichting investeringen

Ten behoeve van het programma Bevorderen goederenvervoer over water is in de periode 2008-2011 in

totaal € �* ��� ������ ���� ������� E�� ���n waaraan zal worden gewerkt zijn de bochtafsnijding Delftse

Schie en het project tweede sluiskolk Julianasluis. Daarnaast worden werkzaamheden uitgevoerd ten

aanzien van vervanging van de oevers van het Aarkanaal langs de N461. Op basis van het

uitvoeringsprogramma Nota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart zal in 2011 de aanleg van

wachtruimtes en geleidewerken en diverse nautische voorzieningen worden uitgevoerd.

Page 72: Concept begroting Zuid-Holland 2011

72

De kasritmes voor de investeringen in infrastructuur worden jaarlijks bijgesteld. Een specificatie van deze

kasritmes is te vinden in het MPI 2011-2025 dat als bijlage bij de behandeling van de Begroting 2011

beschikbaar is.

Speerpunt 3. Uitbreiding fietsroutes en fietspaden

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

3. Uitbreiding fietsroutes en

fietspaden

3.1. 110 km extra fietspad

gerealiseerd in 2011 ter

realisering van de

gewenste fietsroutes,

waarvan 27 km in 2010

33 km PM 12

PM*

PM*

Toelichting

Standaard wordt in de Begroting via het Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur (MPI) een bedrag

voor de aanleg van fietspaden geraamd.

Voor de periode 2008-2011 zijn door een extra impuls circa 40 nieuwe projecten gestart om de doelstelling

van 110 km nieuw fietspad per eind 2011 te kunnen realiseren.

Na deze periode vallen de middelen bestemd voor de fietspaden weer binnen de reguliere middelen van

het MPI. Naar aanleiding van PS-motie 32 zijn er in het kader van overprogrammering meer projecten in

voorbereiding genomen dan waar uitvoeringsbudget voor beschikbaar is. Een deel van de extra in

voorbereiding genomen projecten betreft de fietspaden uit de tweede fase van het fietsplan 2008, over de

periode 2012-2016.

Tot en met 2009 is cumulatief 63 km nieuw fietspad gerealiseerd. Met een prognose van 33 km fietspad in

2011 blijft het fietsprogramma op schema ten opzichte van de einddoelstelling.

Gezien de voorbereidingstijd voor de fietsprojecten ligt het accent van de realisatie in het jaar 2011. Enkele

projecten die naar verwachting in 2011 worden opengesteld zijn:

- FP 96 Zoetermeer-Bentwoud

- FP 277 Gorinchem-Arkel

- FP 227 Zoetermeer-Delft (tussen Balijbos-Delftse Hout)

- FP 453 snelfietsroute Den Haag-Leiden (langs het spoor)

- FP 454 snelfietsroute Den Haag-Leiden (langs A/N44)

- FP 273 Haastrecht-Oudewater

- FP 408 Ooltgensplaat-Oude Tonge

- FP 401 Broekweg (ged. Rijnwoude)

- FP 426 Lindeweg IJsselmonde

- FP 217 / 228 / 298 diverse fietspaden N470 Pijnacker-Lansingerland

*12 Het aantal te realiseren kilometers in 2012 en 2013 is afhankelijk van eventueel ter beschikking te stellen middelen voor

het fietsprogramma in een volgend Coalitieakkoord.

Page 73: Concept begroting Zuid-Holland 2011

73

Twee van bovengenoemde projecten hebben betrekking op de realisatie van de zogeheten ZOEF-route

Leiden-Den Haag. Dit betreft een 10 km lange route ten oosten van de spoorlijn Leiden-Den Haag via NS-

station De Vink naar NS-station Den Haag Mariahoeve en een 11 km lange route ten westen van de

A44-Rijkstraatweg (N44) van Leiden naar het Haagse Bos.

Beide routes worden opgewaardeerd tot brede, comfortabele en goed verlichte fietsverbindingen die in

combinatie met servicegerichte en gedragsbeïnvloedende maatregelen het woon-werkverkeer per fiets

sterk kunnen stimuleren. Beide routes zijn naar verwachting eind 2011 berijdbaar.

De provincie Zuid-Holland heeft subsidie verleend aan de fietsersbond om een fietsrouteplanner te

ontwikkelen voor een groot deel van de Nederlandse provincies, waaronder voor het Zuid-Hollandse

grondgebied. Bezoekers kunnen met de landelijke fietsrouteplanner over provinciale grenzen heen plannen

en diverse functionaliteiten selecteren. De fietsrouteplanner draagt tevens bij aan bekendheid van nieuwe

en verbeterde verbindingen, de promotie van de fiets in het algemeen en samenwerking met

maatschappelijke partners. Het provinciale fietsbeleid draagt bij aan de aanpak van het filevraagstuk, het

vergroten van het aantal fietskilometers en het verhogen van het aandeel fiets in de mobiliteitsketen. De

landelijke fietsrouteplanner wordt dit jaar gerealiseerd. De provincie geeft aandacht aan de

fietsrouteplanner in het kader van het Promotieplan Fiets, ter stimulering van fietsen in het algemeen en het

vergroten van de bekendheid van de Zuid-Hollandse fietsroutes.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 6.971 5.240 13.576 15.161 9.654 9.373

Baten 122 0 797 657 0 0

Resultaat voor bestemming -6.849 -5.240 -12.779 -14.504 -9.654 -9.373

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ������ �

voornamelijk door:

� De kosten voor de aanleg van fietspaden wordt deels uit de exploitatie gefinancierd en deels

geactiveerd. Voor 2010 daalt het exploitatieaandeel met €��� ����

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ����

nota 2010. De stijging komt

voornamelijk door:

� Met ingang van 2011 worden de kapitaallasten niet meer als apart deelproduct in de Begroting

opgenomen, maar per deelproduct/deelproject geraamd. De kapitaallasten 2011 bedragen €��� ����

Voor 2010 stijgt het exploitatieaandeel voor de aanleg van fietspaden met €��� ����

Page 74: Concept begroting Zuid-Holland 2011

74

Toelichting meerjarenraming

De kapitaallasten stijgen van €��� ��� �� ���� ����

€��� ��� �� ����� € ���

mln in 2013 en €*�� ��� ��

2014.

Het exploitatieaandeel voor de aanleg van fietspaden stijgt van 2011 naar 2012 met €��� ��� �� ����

vervolgens in 2013 met € )�� ��� �� �� ���� met €��� ����

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 11.183 16.979 25.897 23.816 20.290 1.631

Inkomsten 0 1.272 19.435 8.143 5.188 0

Saldo investeringen -11.183 -15.707 -6.462 -15.673 -15.102 -1.631

Toelichting investeringen

Het Fietsplan 2008 is door PS vastgesteld met als doel een ambitieus fietsprogramma te realiseren in de

periode 2008-2016. Concreet betekent dit dat er in de eerste vier jaar tot 2012 circa 90 fietspaden

gerealiseerd moeten worden met een totale lengte van 110 km en dat voor de periode vanaf 2012 de

voorbereiding gaat starten van nog eens circa 90 fietspaden (de aanleg van een gemiddeld fietspad neemt

4 à 5 jaar in beslag). Hiervan wordt in 2011 naar verwachting 33 km gerealiseerd.

De kasritmes voor de investeringen in infrastructuur worden jaarlijks bijgesteld. Een specificatie van deze

kasritmes is te vinden in het MPI 2011-2025 dat als bijlage bij de behandeling van de Begroting 2011

beschikbaar is.

Speerpunt 4. Versterken regionaal wegennet

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

4. Versterken regionaal

wegennet

4.1. Planvorming 7 HWN/

OWN aansluitingen

afgerond in 2010

4.2. N207 Zuidwestelijke

Randweg Gouda

gerealiseerd

4.3. Planvorming N207

Corridor: N207

capaciteitsuitbreiding

Alphen-Leimuiden

4.4. Realisatie corridor N207

capaciteitsuitbreiding

Alphen-Leimuiden*

1

x

is in 2010

afgerond

x

* Voor afwijking zie de toelichting hieronder.

Page 75: Concept begroting Zuid-Holland 2011

75

Toelichting

Over vier van de zeven aansluitingen waar het Coalitieakkoord op inzet (N57/N218, A16/N3/N217,

Schieplein A20/N471 en A15/N3/N214) zijn er door Rijk en regio afspraken gemaakt in het kader van de

overeenkomst over de Top 6 Programma-aansluitingen HWN/OWN. Als gevolg van capaciteitsproblemen

bij Rijkswaterstaat heeft de provincie Zuid-Holland in 2010 de voorbereiding van de aansluitingen

A16/N3/N217 en A15/N3/N214 overgenomen. In 2011 wordt hieraan verder gewerkt.

Over twee van de drie resterende aansluitingen (A12/N470 en N11/Zoeterwoude) moet in het Bestuurlijk

Overleg MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) in het najaar van 2010

bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Daarbij wordt rekening gehouden met de nieuwste inzichten uit de

MIRT-verkenningen Haaglanden en Rotterdam VooRuit en met de beschikbaarheid van Rijksmiddelen.

Besluitvorming over de aansluiting A13/N470 wordt voorbereid wanneer meer duidelijkheid bestaat over

investeringen in het hoofdwegennet tussen Den Haag en Rotterdam.

Van de vier MIRT-verkenningen (Integrale Benadering Holland Rijnland (IBHR), MIRT Haaglanden,

Rotterdam VooRuit en Verkenning Antwerpen-Rotterdam) worden voor de Verkenningen Rotterdam

VooRuit en MIRT Haaglanden projecten uitgewerkt uit de gezamenlijk gedragen probleemanalyses en

oplossingsrichtingen ten aanzien van het gehele mobiliteitssysteem. In 2011 zal definitieve besluitvorming

plaatsvinden over de Nieuwe Westelijke Oeververbinding en zullen besluiten worden genomen ten aanzien

van de A20, A15 en de Brienenoord/Algeracorridor.

In 2010 wordt het inpassingsplan voor de Zuidwestelijke Randweg Gouda vastgesteld. Het werk is

inmiddels aanbesteed en gegund. In 2010 is gestart om deze in 2012 op te kunnen leveren.

Voor de N207 ten noorden van Alphen aan den Rijn is in 2010 de planvorming afgerond en worden in 2011

de eerste maatregelen voor capaciteitsuitbreiding gestart. Uit de planvorming is gebleken dat voor de

realisatie van de capaciteitsuitbreiding diverse procedures (bestemmingsplan en m.e.r.-procedure)

doorlopen moeten worden en grondverwerving aan de orde is. De realisatie wordt daardoor niet in 2012

afgerond, maar schuift door naar 2016 voor de passage bij Leimuiden en naar 2017 voor de passage bij

Alphen aan den Rijn.

Tegelijkertijd worden voor de langere termijn in een verkenning de mogelijkheden voor verdere uitbreiding

uitgewerkt. In de zuidelijke helft van de corridor wordt ingezet op spoedige realisatie van de Westelijke

Randweg Waddinxveen in de Zuidplaspolder (A12-Beethovenlaan).

Verdere stappen voor de infrastructuur rond de Greenport Boskoop maken deel uit van de verkenning in het

kader van Motie 75.

Bij Bodegraven en Reeuwijk worden maatregelen voorbereid op de provinciale weg N459, waarmee de

koppeling N11/A12 wordt verbeterd en aansluiting van de door de gemeente beoogde rondweg Reeuwijk-

Brug mogelijk wordt gemaakt.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.160 3.970 10.467 11.188 11.370 11.849

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -2.160 -3.970 -10.467 -11.188 -11.370 -11.849

Page 76: Concept begroting Zuid-Holland 2011

76

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� In 2010 was voor diverse projecten incidenteel €��� ��� ���� ��

schikbaar dan in 2009.

� Apparaatslasten (stijging €���� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met € )�� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� In 2010 was voor diverse projecten incidenteel € ��� ��� ������ ����� In 2011 is dit budget niet

beschikbaar, waardoor de lasten in 2011 met € ��� ��� ������

� Met ingang van 2011 worden de kapitaallasten niet meer als apart deelproduct in de Begroting

opgenomen, maar per deelproduct/deelproject geraamd. De kapitaallasten stijgen in 2011 met

€ 9,6 mln.

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 88.645 55.615 40.528 38.013 42.012 41.774

Inkomsten 42.868 31.419 28.905 33.840 32.343 24.946

Saldo investeringen -45.776 -24.196 -11.623 -4.173 -9.669 -16.828

Toelichting investeringen

De provincie zet in het Coalitieakkoord en het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan (PVVP) beleidsmatig in

op integrale bereikbaarheid. Voor wegen betekent dit dat het systeem van hoofdwegen en onderliggend

wegennet als geheel zo efficiënt mogelijk moet functioneren. Daarbij kunnen de bereikbaarheidseisen per

gebied verschillen (selectieve bereikbaarheid). Versterking van het regionale wegennet en verbetering van

de aansluiting op het hoofdwegennet hebben prioriteit.

Belangrijke projecten in de realisatiefase voor het jaar 2011 zijn N209 Nieuwe Hoefweg; N210 Wegvak

Krimpenerwaard; afronding N219 Omleiding Zevenhuizen en N223 Verbinding A20-N220 (3in1); N57/ N218

Ongelijkvloerse kruising Brielle.

De kasritmes voor de investeringen in infrastructuur worden jaarlijks bijgesteld. Een specificatie van deze

kasritmes is te vinden in het MPI 2011-2025 dat als bijlage bij de behandeling van de Begroting 2011

beschikbaar is.

Page 77: Concept begroting Zuid-Holland 2011

77

Reguliere taken

a. Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur

b. Subsidie veilige veerverbindingen

c. Programmacoördinatie

d. Regievoering en verkeersveiligheid

e. Monitoring infrastructuur

f. Vertegenwoordiging en overleg

g. Samenwerking met andere overheden

h. Advisering verkeer en vervoer

i. Goederenvervoerbeleidsplan 2007-2011

j. Verkeersstudies

k. Realisatie infrastructuur

l. Doorstroming op het vaarwegennet

m. Onderhouden provinciale wegen

n. Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten wegennet

o. Verkeersveiligheid: gedragsbeïnvloedende maatregelen

p. Actieve lobby provincie

q. Busbanen voor vrachtverkeer

r. Voortzetting van het MPI

s. Luchtkwaliteit en geluidhinder

t. Modelontwikkeling

u. Apparaatslasten

v. Kapitaallasten

In 2011 wordt op verschillende wegtrajecten groot onderhoud gepleegd. Hierbij staat een integrale

benadering centraal en worden de wegen zoveel mogelijk volgens de ‘duurzaam veilig’ principes ingericht.

Verder wordt wederom een aantal bruggen aangesloten op bedieningscentrales. Hiervoor moeten de

bruggen technisch worden aangepast. Met de regionale partijen in de Zuidvleugel wordt nauw

samengewerkt bij de voorbereidingen van het bestuurlijk overleg met de ministers van V&W en VROM, het

zogeheten MIRT-overleg. Dit overleg is in april 2011 meer agenda-settend en in oktober 2011 meer

besluitvormend van karakter.

Het infra-maatregelenpakket kwaliteitsnet goederenvervoer wordt voor een deel uitgevoerd in 2011. Mede

gezien het grote belang van het kwaliteitsnet voor de bereikbaarheid en het functioneren van greenports en

mainport is het kwaliteitsnet opgenomen in het actieprogramma Greenports en het MIRT-overleg.

Het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV-ZH) voert het programma

Verkeersveiligheid uit in samenwerking met de regio's op basis van een driejarig actieplan.

In 2011 wordt bestuurlijk geparticipeerd in diverse Randstad Urgent- en rijksprojecten, waaronder de

Planstudie A13/A16, de Planstudie A27 en de MIRT-verkenningen Rotterdam Vooruit en Haaglanden.

Page 78: Concept begroting Zuid-Holland 2011

78

230 Realiseren van ketenmobiliteit

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Het bevorderen van ketenmobiliteit

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Het bevorderen van

ketenmobiliteit door het

realiseren van hoog-

waardige, sociaal veilige

overstappunten

1.1. Minimaal 3000 fietsen-

stallingplaatsen

gerealiseerd in 2011,

waarvan 1300 in 2008

1.2. Minimaal 1000 P&R-

plaatsen op 12 locaties

gerealiseerd in 2011,

waarvan 200 in 2008

300

235

Toelichting

Om Zuid-Holland bereikbaar en leefbaar te houden is het van belang de samenhang tussen de modaliteiten

(auto, openbaar vervoer en fiets) te versterken. Hiervoor zijn voldoende goede en veilige overstap-

mogelijkheden van auto op openbaar vervoer en van fiets op openbaar vervoer nodig, vooral bij OV-

knooppunten. In totaal zijn er vanaf 2008 5091 fietsenstallingplaatsen gerealiseerd. Voor 2011 maakt de

provincie 400 fietsenstallingplaatsen en 230 P+R-plaatsen. Deze cijfers wijken af van de eerder gemaakte

planning.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 276 2.265 1.773 573 570 565

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -276 -2.265 -1.773 -573 -570 -565

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € � ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� In 2010 is het project P&R-knooppunten opgenomen met een kasritme van € � ���� !�t betreft een

project uit het MPI waarvoor geen kasritme voor 2009 is geraamd. Inhoudelijk heeft het project tot doel

via een subsidieregeling minimaal 1000 P+R-plaatsen te realiseren.

Page 79: Concept begroting Zuid-Holland 2011

79

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 1.461 1.069 100 0 0 0

Inkomsten 0 0 0 0 0 0

Saldo investeringen -1.461 -1.069 -100 0 0 0

Speerpunt 2. Breed invoeren dynamische reisinformati e

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Breed invoeren van

dynamische

reisinformatie

2.1. Bij 1500 haltelocaties

(= 50% van alle OV-

knooppunten en drukke

haltes) wordt begin 2010

dynamische reisinformatie

geboden (binnen de

concessiegebieden van de

provincie)

+

Toelichting

Begin 2010 is gestart met de uitrol van dynamische reisinformatie. Begin 2011 zal deze uitrol worden voltooid. Conform de ambities zal dan de helft van alle haltes (totaal circa 1500 haltes) in de concessie-gebieden van provincie Zuid-Holland met deze voorziening zijn uitgerust. Het gaat om een aantal grote haltedisplays op knooppunten en een zeer groot aantal kleinere displays op zonne-energie die aan bestaande haltepalen kunnen worden bevestigd voor de 'normale' bushaltes. Het is voor het eerst in Nederland dat op deze grote schaal dynamische reisinformatie zal worden aangeboden.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 3.911 2.186 989 0 0 0

Baten 3.300 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -611 -2.186 -989 0 0 0

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� �

ning 2009. De daling komt

voornamelijk door:

� In 2008 is gestart met de invoering van het dynamische reisinformatie systeem (DRIS). Het project

heeft tot doel om 1600 displays met actuele reisinformatie in de provincie te plaatsen. De implementatie

is in 2011 gereed. In 2010 is hiervoor €��� ��� ������ ������ �����

Page 80: Concept begroting Zuid-Holland 2011

80

De baten 2010 zijn gedaald met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� daling komt

voornamelijk door:

� In 2008 is gestart met de invoering van het DRIS. Het project heeft tot doel om 1600 displays met

actuele reisinformatie in de provincie te plaatsen. De implementatie is in 2011 gereed. Voor de

invoering van het DRIS werd in 2009 een eenmalige bijdrage van € ��� ��� #� �� 3���.���Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR) ontvangen.

De lasten 2011 dalen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � �.�"� ����

door:

� In 2008 is gestart met de invoering van het DRIS. Het project heeft tot doel om 1600 displays met

actuele reisinformatie in de provincie te plaatsen. De implementatie is in 2011 gereed. In 2011 is

hiervoor €��� ��� ������

beschikbaar. Reguliere taken a. Vervoersmanagement projecten

b. Apparaatslasten

Met de twee vervoerscoördinatiecentra in Zuid-Holland (VCC's) zijn eerder afspraken gemaakt over de

toekomst van vervoersmanagement. Bij de takendiscussie van de Provincie Nieuwe Stijl is afgesproken dat

de provincie tot en met 2011 de financiële bijdrage vermindert tot € 0,4 mln per jaar.

Vanaf 2012 wordt de subsidie aan de VCC’s beëindigd en gaan de VCC's meer marktconform werken.

Page 81: Concept begroting Zuid-Holland 2011

81

Middeleninzet programma 2 Integrale bereikbaarheid

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Ontwikkelen buscorridors 102 95 243 604 883 1.485

Uitbreiden regionaal netwerk hoogwaardig OV 1.055 3.884 13.108 8.426 16.503 9.404 Uitbreiden OV over water 172 162 45 45 45 45

Strikte milieueisen opnemen in concessies aan OV

2.810 5.133 6.291 1.900 90 90

Totaal speerpunten productgroep 210 4.138 9.274 19.688 10.975 17.520 11.024

Uitbouwen van Dynamisch Verkeersmanagement

1.916 4.707 4.572 3.982 4.169 5.131

Bevorderen goederenvervoer over water 1.390 4.401 6.429 8.754 8.163 10.704

Uitbreiding fietsroutes en fietspaden 6.971 5.240 13.576 15.161 9.654 9.373

Versterken regionaal wegennet 2.160 3.970 10.467 11.188 11.370 11.849

Totaal speerpunten productgroep 220 12.436 18.318 35.045 39.085 33.356 37.057

Het bevorderen van ketenmobiliteit 276 2.265 1.773 573 570 565

Breed invoeren van dynamische reisinformatie 3.911 2.186 989 0 0 0 Totaal speerpunten productgroep 230 4.187 4.451 2.762 573 570 565

Totaal speerpunten programma 2 20.761 32.044 57.496 50.632 51.446 48.645

Totaal reguliere taken programma 2 288.426 282.002 299.751 309.731 307.325 308.884

Totaal lasten 309.187 314.046 357.246 360.363 358.772 357.529

Baten

Uitbouwen van Dynamisch Verkeersmanagement

70 0 0 0 0 0

Uitbreiding fietsroutes en fietspaden 122 0 797 657 0 0

Totaal speerpunten productgroep 220 192 0 797 657 0 0

Breed invoeren van dynamische reisinformatie 3.300 0 0 0 0 0 Totaal speerpunten productgroep 230 3.300 0 0 0 0 0

Totaal speerpunten programma 2 3.492 0 797 657 0 0

Totaal reguliere taken programma 2 112.539 123.876 150.777 146.701 132.186 134.852

Totaal baten 116.032 123.876 151.574 147.358 132.186 134.852

Resultaat voor bestemming -193.156 -190.169 -205.672 -213.005 -226.585 -222.677

Reserves

PVVP 523 0 0 0 0 0

Dekking infraprojecten < € 1 mln DBI 3.200 1.000 2.036 470 0 0

Spoortunnel Delft 1.000 1.000 1.000 6.000 6.000 0

Fietsprojecten 853 1.587 1.329 2.767 0 0

Milieueisen openbaar vervoer 1.670 8.830 0 0 0 0

Exploitatie Waterbus 900 0 0 0 0 0

1%-regeling Kunst 0 980 0 0 0 0

Reservering Integrale bereikbaarheid 0 9.900 13.303 5.405 9.330 3.006

OV-visie Holland Rijnland 0 10.000 0 0 0 0

Tariefacties OV 0 3.370 0 0 0 0

+ Bijdrage uit reserve 8.146 36.667 17.668 14.642 15.330 3.006

Spoortunnel Delft 7.000 0 0 0 0 0

Milieueisen openbaar vervoer 4.500 0 0 0 0 0

Fietsprojecten 0 0 0 0 886 0

1%-regeling Kunst 3.500 0 0 0 0 0

Tariefacties OV 3.370 0 0 0 0 0

Page 82: Concept begroting Zuid-Holland 2011

82

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Reservering Integrale bereikbaarheid 0 16.669 24.876 10.195 0 0

OV-visie Holland Rijnland 10.000 0 0 0 0 0

RijnGouwelijn 0 22.950 750 0 0 0

- Storting in reserve 28.370 39.619 25.626 10.195 886 0

Resultaat na bestemming -213.380 -193.121 -213.630 -208.558 -212.141 -219.671

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met € 6,4 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De daling komt

voornamelijk door:

� Concessiebeheer (stijging € 4,5 mln)

In 2010 is incidenteel € ��) ��� ������ ���� �� ���������� �������� #� ���*� !�"� ��������

worden ingezet voor diverse acties om het OV-gebruik te stimuleren zoals gratis OV tijdens de

feestdagen in december.

In 2009 viel een bedrag van €��� ��� ���� � �� ��� ���

aamd voor niet compensabele BTW (negatieve

last). Gebleken is dat inmiddels bijna alle concessiehouders zijn vrijgesteld van BTW-afdracht over hun

ontvangen subsidies. De raming voor 2010 is dan ook nihil.

� Doorstroming OV (daling € ��� ���

De ramingen voor het Station Sassenheim zijn in 2010 vervallen (- € ��� ��� �� �� ���* ����� ��lasten voor bevorderen doorstroming OV abusievelijk dubbel opgenomen (- €

��� ��� .

� Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur (daling € ��� ��n)

In 2009 is het exploitatiebudget voor beheer en onderhoud van provinciale wegen en vaarwegen

overschreden. De overschrijding is een combinatie van niet voorziene omstandigheden

(gladheidbestrijding winter 2008-2009), duurder uitgevallen onderhoud (onder andere dieper frezen in

wegdek) en niet geplande projecten. Daarnaast waren er hogere kosten voor reparatie- en

storingsbestekken aan bruggen. Ook de inhuur van brugwachters viel hoger uit. In 2010 is deze

overschrijding gedeeltelijk op dit budget gecompenseerd.

� Subsidie veilige veerverbindingen (stijging €��� ���

In 2010 kan een aantal veren dat niet meer aan de wettelijke eisen voldoet op terrein van bijvoorbeeld

veiligheid en milieu, in aanmerking komen voor een eenmalige BDU-bijdrage uit het verenfonds.

� Realisatie infrastructuur (stijging € 1,1 mln)

Jaarlijks worden vanuit de BDU bijdragen geraamd aan provinciale Infra-projecten, opgenomen in het

Meerjarenprogramma Investeringen Provinciale Infrastructuur (MPI). Er zijn jaarlijks wisselende

budgetten nodig waardoor de geraamde bijdrage voor 2009 €��* ��� ���� �� ��� �����

Daarnaast worden in het MPI kasritmeramingen opgenomen voor projecten < €� ���� !�"� ��� ����

worden conform de nota IWA in de exploitatie opgenomen. In totaal worden onder deze reguliere taak

ramingen opgenomen van 18 projecten waardoor de lasten 2010 per saldo stijgen met € � ����Jaarlijks wordt voor alle projecten < €

� ��� ��� ������ ���€�� ��� ������� ���������� ���� �����

projecten binnen het MPI worden uitgevoerd.

Page 83: Concept begroting Zuid-Holland 2011

83

� Programmacoördinatie (stijging € ��3 mln) De belangrijkste incidentele stijgingen in 2010 zijn veroorzaakt doordat vanuit de BDU voor twee jaar

(2010 en 2011) een bedrag van € ��� ���wordt bijgedragen voor fietsroutes. Verder wordt vanuit de

BDU €��� ��� ��� ��������

aan de vervoermanagementpunten.

� Doorstroming op het vaarwegennet (daling € ��� ���

De overschrijding van het exploitatiebudget van 2009 voor groot onderhoud van de provinciale

vaarwegen is in 2010 gedeeltelijk op dit budget gecompenseerd.

� Onderhouden provinciale wegen (daling €��� ��

n)

De overschrijding van het exploitatiebudget van 2009 voor groot onderhoud van de provinciale wegen

is in 2010 gedeeltelijk op dit budget gecompenseerd.

� Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten (stijging €� ���

Vanwege werkzaamheden op de Rotonde Oostelijke Randweg (Westland) zullen de lasten in 2011

omhoog gaan.

� Apparaatslasten (stijging 0,71 mln)

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma's. Voor de reguliere taken van programma 2 heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

� Kapitaallasten (stijging €��� ���

De baten 2010 zijn gestegen met €�

3,8 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Toegankelijkheid bushaltes (daling €� ���

Deze activiteit is in 2009 beëindigd.

� Doorstroming OV (daling €��* ���

In 2009 is de aangescherpte regeling pas laat ter beschikking gekomen, waardoor er nauwelijks

aanvragen van gemeenten voor het jaar 2010 binnen zijn gekomen.

Aangezien de lasten gedekt worden vanuit een bijdrage van de BDU dalen hierdoor ook de baten.

� Realisatie infrastructuur (stijging €��� ���

Vanuit de BDU worden via het door GS vastgestelde bestedingsplan bijdragen uit de BDU geraamd

voor de provinciale infraprojecten Duurzaam Veilig en Vervoermanagement. De bijdragen verschillen

jaarlijks en zijn voor 2010 hoger geraamd dan in 2009 daadwerkelijk toegekend.

� Onderhoud provinciale wegen (stijging €��) ���

De gemeente Westland draagt incidenteel bij in de aanleg van stil asfalt op basis van een

overeenkomst met de provincie.

� Apparaatslasten (stijging € ��� ���

Deze baten betreffen de opbrengst van toegerekende loonkosten aan infra-, groen-, water- en IRP-

projecten. In 2009 kon een deel van de loonkosten (onder andere door onderbezetting) niet worden

doorbelast.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met €���

7 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De stijging komt

voornamelijk door:

� Concessiebeheer (stijging € 6,2 mln)

De stijging wordt veroorzaakt door hogere lasten voor de uitgegeven concessies. Deze lastenverhoging

houdt gelijke pas met de stijging van de rijksbijdrage aan de batenkant.

� Doorstroming OV (stijging € 3,4 mln)

In 2009 is de aangescherpte regeling pas laat ter beschikking gekomen, waardoor er nauwelijks

aanvragen van gemeenten voor het jaar 2010 binnen zijn gekomen.

Page 84: Concept begroting Zuid-Holland 2011

84

De aanvragen die niet tijdig voor 2010 zijn binnengekomen zorgen samen met de aanvragen voor 2011

voor de stijging van € ��� mln.

� Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur (stijging € 4,1 mln)

In 2008 heeft de nota Budgetbehoefte Beheer en Onderhoud voor wegen en vaarwegen voor de

periode 2008-2012 geleid tot een forse impuls om de provinciale infrastructuur op een basisniveau te

brengen. Voor deze budgetbehoefte zijn middelen toegevoegd in het Coalitieakkoord. De stijging ten

opzichte van 2010 wordt veroorzaakt doordat in de jaarschijf 2011 meer dagelijks beheer en onderhoud

wordt uitgevoerd aan beweegbare kunstwerken en provinciale wegen.

Zie ook de verklaring reguliere taak Onderhouden provinciale wegen.

Tevens is met ingang van 2011 een bedrag van €��� ��� ������� �� ������������

� Subsidie veilige veerverbindingen (daling €��* ���

In 2010 kan een aantal veren dat niet meer aan de wettelijke eisen voldoet op terrein van bijvoorbeeld

veiligheid en milieu in aanmerking komen voor een eenmalige BDU-bijdrage uit het verenfonds. Het

geraamde bedrag voor 2011 is €��* ��� ����� ��� �� �����

� Regievoering en verkeersveiligheid (stijging € )�� ���

De stijging voor 2011 betreft een hogere bijdrage vanuit de BDU voor de scopewijziging van een aantal

provinciale verkeersveiligheidsprojecten bij onder meer de N223, A44/N44, kruising N207-454 en de

N209.

� Realisatie Infrastructuur (stijging € 36,37 mln)

Vanuit de BDU worden via het door GS vastgestelde bestedingsplan bijdragen uit de BDU geraamd

voor de provinciale Infraprojecten Duurzaam Veilig en Vervoermanagement. De bijdragen verschillen

jaarlijks en zijn voor 2011 hoger geraamd door onder meer afrekeningen van subsidieafrekeningen van

regionale projecten vanuit de BDU uit eerdere jaren.

Tevens is met ingang van 2011 een bedrag van € ���) ��� ������� �� ������������

� Doorstroming op het vaarwegennet (stijging € 7 mln)

Zie verklaring reguliere taak Onderhouden provinciale wegen.

Tevens is met ingang van 2011 een bedrag van € ��* ��� pgenomen voor kapitaallasten.

� Onderhouden provinciale wegen (daling € 4,7 mln)

In 2010 heeft van deze reguliere taak een incidentele verschuiving van exploitatiemiddelen

plaatsgevonden naar de onderdelen doorstroming op het vaarwegennet en dagelijks beheer en

onderhoud infrastructuur. Daarnaast zijn in 2010 extra kosten gemaakt als gevolg van de extreme

winterperiode. Als gevolg daarvan is voor winterschade en gladheidbestrijding incidenteel € ��� ���beschikbaar gesteld.

Tevens is met ingang van 2011 een bedrag van € ��� mln opgenomen voor kapitaallasten.

� Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten (stijging € 4,9 mln)

Door een bijdrage uit het MPI voor het duurzaam veilig inrichten van de wegen in Zuid-Holland stijgt het

budget.

Tevens is met ingang van 2011 een bedrag van € ��� ��� ������� �� ������������

� Apparaatslasten (stijging €��

,6 mln)

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 2 heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

De totale, over de programma’s te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote stijging is

het gevolg van een herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

� Kapitaallasten (daling € �)�� ���

De kapitaallasten zijn opnieuw berekend en verdeeld in verband met de implementatie van de activa-

module van het financiële systeem Coda. Deze implementatie heeft geleid tot een nauwkeuriger

toewijzing van de activa en de daarbij horende afschrijvings- en rentelasten aan de diverse

speerpunten en reguliere taken. Hierdoor daalt in 2011 de post Kapitaallasten naar €� �� ����� ��

afzonderlijke reguliere taken voor kapitaallasten verhoogd.

Page 85: Concept begroting Zuid-Holland 2011

85

De baten 2011 stijgen met € �6,9 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De stijging komt

voornamelijk door:

� Concessiebeheer (stijging € )�� mln)

Het ministerie van Verkeer en waterstaat verdeelt jaarlijks op basis van een vastgestelde verdeelsleutel

de beschikbare middelen Brede Doeluitkering (BDU) over de decentrale overheden. De uitkering BDU

bestaat uit een absoluut deel dat voor uitvoering van een specifiek project bedoeld is en een relatief

deel.

� Doorstroming OV (stijging €� ���

Het betreft het project doorstroming OV waarvoor een bijdrage vanuit de BDU wordt geraamd (zie ook

de toelichting bij de lasten).

� Realisatie infrastructuur (stijging €�) ���

Vanuit de BDU worden via het door GS vastgestelde bestedingsplan bijdragen uit de BDU geraamd

voor de provinciale infraprojecten Duurzaam Veilig en Vervoermanagement. De bijdragen verschillen

jaarlijks en zijn voor 2011 hoger geraamd dan in 2010.

Toelichting meerjarenraming

Dagelijks beheer en onderhoud infra

Het dagelijks beheer en onderhoud wordt voornamelijk gedekt uit exploitatiegelden. Een uitzondering hierop

vormen de investeringen in steunpunten en de aanschaf van bebakeningswagens en gladheidsmaterieel.

De fluctuaties tussen de jaarschijven 2009, 2010 (€ 5 mln) en 2011 (€ 2 mln) worden veroorzaakt door de

investeringen in de steunpunten in die jaren.

Doorstroming op het vaarwegennet

Op basis van de nota Budgetbehoefte is er in de jaren 2009 tot en met 2012 een structureel

investeringsbudget beschikbaar van €��� ��� ��� � ���� 2� ��� ���� ���� �� ������ ��� � ��

€���* ���� !� .�#�#���� ����� ����"�� �� ���������� #������� =� �010 is een bedrag opgenomen

van € ��� ��� �� �� A� A����������#g. Hiervan is € ���� ��� �� �� Fajaarsnota doorgeschoven naar

2011. Daarnaast wordt er ten opzichte van het jaar 2009 in 2010 en 2011 meer geld uitgegeven voor

renovatie van oevers en verdiepen van de vaargeulen (ongeveer € 7 mln).

Onderhouden provinciale wegen

Op basis van de nota Budgetbehoefte is er in de jaren 2009 tot en met 2012 een structureel

investeringsbudget beschikbaar van €���� ��� ��� � ���� 2� ��� ���� ���� �� ������ ��� � ��

€ ���� ���� !� .�#�#���� #���� ��� ���� ���* ���� ����� ����"�� �� ���������� #������ voor

verkeersveiligheid (gedekt uit MPI-gelden) en het aanbrengen van stil asfalt.

Page 86: Concept begroting Zuid-Holland 2011

86

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven

Speerpunten

Ontwikkelen buscorridors 1.198 930 8.830 6.400 13.000 17.700

Uitbreiden regionaal netwerk hoogwaardig OV 9.026 43.000 78.000 81.000 79.003 102.000

Totaal speerpunten productgroep 210 10.224 43.930 86.830 87.400 92.003 119.700

Uitbouwen van Dynamisch Verkeersmanagement

3.547 10.537 16.327 2.978 0 0

Bevorderen goederenvervoer over water 6.781 19.704 35.617 38.676 28.845 1.370

Uitbreiding fietsroutes en fietspaden 11.183 16.979 25.897 23.816 20.290 1.631

Versterken regionaal wegennet 88.645 55.615 40.528 38.013 42.012 41.774

Totaal speerpunten productgroep 220 110.156 102.835 118.369 103.483 91.147 44.775

Het bevorderen van ketenmobiliteit 1.461 1.069 100 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 230 1.461 1.069 100 0 0 0

Totaal speerpunten programma 2 121.840 147.834 205.299 190.883 183.150 164.475

Reguliere taken

Concessiebeheer 13.009 1.231 0 0 0 0

Invoering OV-chipkaart 0 0 250 50 0 0

Bevorderen doorstroming OV 0 0 123 0 0 0

Totaal reguliere taken productgroep 210 13.009 1.231 373 50 0 0

Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur 2.194 5.497 2.410 680 680 680

Programmacoördinatie 97 0 0 0 0 0

Verkeersstudies 332 0 0 0 0 0

Realisatie infrastructuur 36.859 59.534 107.427 124.266 92.663 43.308

Doorstroming op het vaarwegennet 6.758 21.280 19.431 8.400 17.900 17.900

Onderhouden provinciale wegen 15.798 26.113 29.540 19.136 25.186 23.100

Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten wegennet

7.279 10.105 12.611 22.753 18.177 6.123

Totaal reguliere taken productgroep 220 69.317 122.529 171.419 175.235 154.606 91.111

Totaal reguliere taken programma 2 82.326 123.760 171.792 175.285 154.606 91.111

Totaal uitgaven 204.166 271.594 377.091 366.168 337.756 255.586

Inkomsten

Speerpunten

Ontwikkelen buscorridors 0 0 3.800 2.500 4.600 9.520

Uitbreiden regionaal netwerk hoogwaardig OV 8.999 50.870 33.503 23.805 47.030 45.890

Totaal speerpunten productgroep 210 8.999 50.870 37.303 26.305 51.630 55.410

Bevorderen goederenvervoer over water 26 500 1.200 1.500 2.740 0

Uitbreiding fietsroutes en fietspaden 0 1.272 19.435 8.143 5.188 0

Versterken regionaal wegennet 42.868 31.419 28.905 33.840 32.343 24.946

Totaal speerpunten productgroep 220 42.894 33.191 49.540 43.483 40.271 24.946

Totaal speerpunten programma 2 51.893 84.061 86.843 69.788 91.901 80.356

Reguliere taken

Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur 0 1 0 0 0 0

Realisatie infrastructuur 19.328 37.744 71.031 53.788 41.783 26.365

Doorstroming op het vaarwegennet 381 0 3.756 0 0 0

Onderhouden provinciale wegen 0 10 0 0 0 0

Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten wegennet

1.489 4.184 13.308 15.721 8.817 4.828

Totaal reguliere taken productgroep 220 21.198 41.939 88.095 69.509 50.600 31.193

Totaal reguliere taken programma 2 21.198 41.939 88.095 69.509 50.600 31.193

Totaal inkomsten 73.091 126.000 174.938 139.297 142.501 111.549

Saldo investeringen -131.075 -145.594 -202.153 -226.871 -195.255 -144.037

Page 87: Concept begroting Zuid-Holland 2011

87

Toelichting investeringen

De investeringen in de provinciale (vaar)weginfrastructuur zijn opgenomen in het Meerjarenprogramma

Investeringen Provinciale Infrastructuur 2011 t/m 2025. Het betreft investeringen in wegen, openbaar

vervoer, fiets, verkeersveiligheid en vaarwegen.

Onderstaand zijn per onderdeel de netto investeringen 2011 (saldo uitgaven - inkomsten) opgenomen voor

projecten met een totaal projectbudget (uitgaven) > € � ���� 2������ �� ������� ����� ��� ��fietsprojecten worden hier de projecten > € 1 mln meegenomen.

Wegen

Het programma Wegen betreft de aanleg van nieuwe (rand)wegen ter ontsluiting van woon-, werk- en

recreatiegebieden en de reconstructie van bestaande provinciale wegen voor verbetering van de

doorstroomsnelheid en de verkeersveiligheid. Bijdragen in grootschalig onderhoud worden, als het gaat om

functionele verbetering, ook opgenomen in dit programma.

A4 Programma IODS/Verbinding A4 - Midden Delfland (Projectmanagement PZH) € 0,8 mln

Aanbrengen stil asfalt € 3,9 mln

HWN/OWN aansluiting N57/N218 € 4,0 mln

IRP Zuidplaspolder: Parallelstructuur A12/Moordrechtboog € 7,7 mln

N206 Rijnlandroute € 3,0 mln

N206 Verlegging Duinvallei Katwijk (BO RGL-West) € 0,3 mln

N207 corridor: N459 Capaciteitsuitbreiding en aansluiting rondweg Reeuwijk-Brug € 0,7 mln

N207 corridor: Verbeteren doorstroming Alphen aan den Rijn - Kruisweg € 0,2 mln

N207 corridor: Westelijke randweg Waddinxveen € 0,2 mln

N207 OTA plus omleiding N207/RW1, 1e en 2e fase € -4,0 mln

N207 ZW Randweg Gouda € 6,7 mln

N209 Capaciteitsvergroting N209 Doenkade € 1,4 mln

N209 Nieuwe Hoefweg € 3,9 mln

N209 Reconstructie knoop A13-N209 € 2,0 mln

N209 Verbreding Bergschenhoek € 3,5 mln

N210 Wegvak Krimpenerwaard € -3,7 mln

N218 Hartelcorridor aanleg fietsbrug € -2,6 mln

N219 Omleiding Zevenhuizen € 0,6 mln

N222 Verlengde Veilingroute (3in1) € 4,1 mln

N223 Verbinding A20-N220 (3in1) € 5,1 mln

N440 Landscheidingsweg € 0,1 mln

N456 Omlegging aansluiting A20 Moordrecht Bijdrage € 1,0 mln

Ontsluiten terminals goederenvervoer € 5,9 mln

Provinciale bijdragen in ontsluiting IRP's € 8,0 mln

Page 88: Concept begroting Zuid-Holland 2011

88

Openbaar vervoer Het programma Openbaar Vervoer bevat projecten die bijdragen aan hoogwaardig en samenhangend

openbaar vervoer.

HOV-Drechtsteden (Coalitieakkoord, bijdrage aan derde) € 10,0 mln

MerwedeLingelijn € 9,5 mln

Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) - Algemeen € 0,3 mln

Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) Alphen aan den Rijn - Schiphol € 2,4 mln

Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) Goeree Overflakkee - Rotterdam € 0,4 mln

RijnGouwelijn Oost € 28,3 mln

RijnGouwelijn West € -4,0 mln

Voorziening BO-II RGL-Oost (COA): Bijdrage ontsluiting BioScience Park € 10,0 mln

Fietspaden

In het programma Fiets zijn fietspaden, -tunnels en -viaducten opgenomen. Deze projecten staan benoemd

in het Fietsplan 2008 en zijn bedoeld om het fietsgebruik te stimuleren en de verkeersveiligheid van fietsers

te verhogen.

F96.4 Putteringvaart, Waddinxveen € 0,1 mln

F97 fase 1 gedeelte F201 en Middw. incl. tunnel N209 € -0,6 mln

F227.02 Balijbos spoortunnel € 0,4 mln

F227.03 Balijbos tunnel Noordweg € -0,2 mln

F228 Delft - Pijnacker; Schoenmakerstraat - parallelweg A13 (N470) € 0,3 mln

F228 Zoetermeer - Pijnacker Oostweg/Berkelseweg - Pieterbregmanlaan (N470) € -0,4 mln

F244 Klaaswaal - Westmaas/Mijnsheerenland € 0,4 mln

F249 Arkel/Hoogblokland - Leerdam (van 10075) € 1,5 mln

F256 Strijen - Numansdorp; Kleine Loo en Verloren Diep € -0,1 mln

F269 Fietsroute westzijde N470-zuid (Rodenrijseweg - Bovendijk) € -5,7 mln

F273 Haastrecht - Hoenkoop € 0,8 mln

F273 Oostvlisterdijk tussen Haastrecht en F27.0 € 0,5 mln

F298 Fietspad kade Bovenvaart inclusief fietspad vanaf KW22 naar Klapwijkselaantje (N470) € 1,2 mln

F366 Alblasserdam - Kinderdijk/Dijklint € 0,8 mln

F408 Rondje G-O: Ooltgensplaat Oude Tonge € 3,2 mln

F409 Rondje G-O: Ingang Slikken - Gabriellina € 1,6 mln

F426 IJsselmonde, Zwijndrecht € 0,3 mln

F455 Viaduct 'Brug naar het Groene Hart' € 1,1 mln

N470 Pijnacker - Rodenrijs € 0,5 mln

Snelfietsverbinding Den Haag-Voorschoten-Leiden € -0,5 mln

Snelfietsverbinding Den Haag-Wassenaar-Leiden € 0,5 mln

Verkeersveiligheid Om het regionale wegennet te versterken wordt naast het verbeteren van de capaciteit van de wegen

(programma Wegen) ook sterk ingezet op het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het centrale doel voor

verkeersveiligheid is een afname van slachtoffers en ziekenhuisgewonden.

Aanpassingen hoofdrijbaan N223 (Westland, Midden-Delfland) € -1,2 mln

N215 Melissant - Dirksland € 1,0 mln

Verkeersveiligheid maatregel traject N211a: Turborotonde N211/N465 (Monster) Nieuw € 0,1 mln

Verkeersveiligheid maatregelen trajecten DBI, waaronder duurzaam veilig € 8,4 mln

Page 89: Concept begroting Zuid-Holland 2011

89

Vaarwegen Het programma Vaarwegen bevat projecten die enerzijds te maken hebben met nieuw aan te leggen

infrastructuur (bruggen, oevers en dergelijke) en anderzijds verbeterprojecten die voortvloeien uit de

beleidsnota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart.

Bochtafsnijding Delftse Schie - Overschie € 2,5 mln

GO Hartelbrug_03 € 0,4 mln

Nota Vaarwegen en scheepvaart € 5,6 mln

Realiseren vaarwegmanagement (DVM) € 5,4 mln

St. Sebastiaansbrug € 5,1 mln

Tweede sluiskolk Julianasluis - Gouda € 1,8 mln

Vervanging oevers Aarkanaal langs N461 € 4,8 mln

Overige investeringen

Grootschalig onderhoud aan de provinciale infrastructuur:

- Wegen € 10,9 mln

- Vaarwegen € 8,4 mln

- Bouw steunpunten € 2,0 mln

Toelichting meerjarenraming investeringen

De meerjarenraming van de investeringen is gebaseerd op de kasritmes van de projecten uit het

MPI 2011-2025, dat als bijlage bij de behandeling van de Begroting 2011 beschikbaar is.

Page 90: Concept begroting Zuid-Holland 2011

90

Versterken van de economische structuur en internat ionale concurrentiepositie

Aantal bedrijfsvestigingen per provincie 2008-2009. Bron: CBS.

De economische groei in Zuid-Holland en Nederland periode 2000-2009. Bron: CBS.

020000400006000080000

100000120000140000160000180000200000

Fle

vola

nd

Zee

land

Dre

nthe

Gro

ning

en

Frie

slan

d

Lim

burg

Ove

rijss

el

Utr

echt

Gel

derla

nd

Noo

rd-B

raba

nt

Noo

rd-H

olla

nd

Zui

d-H

olla

nd

2008 2009

-5

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

Nederland

Zuid-Holland

Page 91: Concept begroting Zuid-Holland 2011

91

Programma 3 Een concurrerende, innovatieve en duur zame economie

Missie

"De provincie Zuid-Holland zet in op het bevorderen van de ruimtelijk economische ontwikkeling én op het

versterken van de concurrentiekracht van de vier beeldbepalende clusters en vrijetijdseconomie"

Wat willen we bereiken?

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

1. Behoud van

werkgelegenheid

en bedrijvigheid

door verbetering

van bestaande

bedrijventerreinen

(tegengaan

verrommeling,

duurzame

inrichting)

• Aantal geherstructureerde

hectares waarvoor UHB-

subsidie (Uitvoering

Herstructurering

Bedrijventerreinen) is

verleend

zie

toelichting

75 *13

2. Behoud van

werkgelegenheid

en bedrijvigheid

door aanleg

nieuwe

bedrijventerreinen

voor schuifruimte

herstructurering,

compensatie

transformatie en

autonome groei

• Aanleg nieuwe terreinen

waarvoor UHB-subsidie is

verleend

zie

toelichting

80 *

3. Toepassen van

meervoudig en

intensief ruimte-

gebruik bij

herstructurering

en aanleg nieuwe

terreinen

• Percentage ruimtewinst,

dat gehaald wordt bij

gesubsidieerde UHB-

projecten

zie

toelichting

10%

*

*13 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 92: Concept begroting Zuid-Holland 2011

92

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

4. Versterken van

de concurrentie-

kracht van de vier

clusters

(verbeterde aan-

sluiting onderwijs

en arbeidsmarkt)

• Het aantal opgeloste

arbeidsmarktknelpunten

in Zuid-Holland 14

in 2008 2 *

5. Versterken van de

concurrentiekracht

van de vier

clusters (meer en

innovatievere

ondernemers) en

de vrijetijdssector

• Voor de clusters Water- &

Deltatechnologie,

Transport & Logistiek en

Greenports: een

productiviteitsgroei van

minimaal 2%

• Voor het cluster Life &

Health Sciences: een

continuering van de groei

van het aantal werkzame

personen (jaarlijks 3%)

• Toeristische bestedingen

(+10% in collegeperiode,

waardoor groei

werkgelegenheid wordt

bewerkstelligd)

in 2008

in 2008

in 2007

100

2%

3%

110

*

*

*

Toelichting maatschappelijke doelen 1. Verbetering bestaande bedrijventerreinen

Om een concurrerende regio te kunnen zijn, moet aan alle ruimtelijke basisvoorwaarden voor een regionaal

vestigings- en investeringsklimaat kwalitatief zijn voldaan: de beschikbaarheid van ruimte voor werkfuncties,

een goede en duurzame woon- en leefomgeving en een uitstekende bereikbaarheid. Verrommeling van het

landschap wordt tegengegaan door het leggen van de nadruk op herstructurering van bedrijventerreinen.

Ruimte is schaars in Zuid-Holland. Efficiënt omgaan met ruimte is daarom van groot belang. De provincie

streeft naar minimaal 10% ruimtewinst op bedrijventerreinen. Met het realiseren van voldoende aanbod van

passende vestigingslocaties voor bedrijven legt Zuid-Holland de basis voor een krachtige economische

structuur. Een logische vervolgstap is het verder uitbouwen en ontwikkelen van bedrijvigheid binnen deze

structuur om de (internationale) concurrentiekracht te versterken.

14 Zoals weergegeven en jaarlijks geactualiseerd in het convenant dat afgesloten is tussen de PZH, de drie Zuid-Hollandse

RPA’s en de Kennisalliantie.

Page 93: Concept begroting Zuid-Holland 2011

93

Voor het herstructureren van bestaande bedrijventerreinen is de totale doelstelling minimaal 750 ha. Tot en

met 2010 is voorlopig voor 779 ha herstructurering aan UHB-subsidie toegekend. Hiermee is inmiddels de

750-doelstelling gerealiseerd. Voor 2011 wordt verwacht nog eens aan 75 ha UHB-subsidie toe te kennen.

Tussen 2010 en 2011 is een verschuiving opgetreden in het aantal te herstructureren hectaren

bedrijventerrein dat met UHB-subsidie wordt mogelijk gemaakt. Dit is veroorzaakt doordat middelen die

gereserveerd zijn voor de eerste en tweede tender 2011 zijn toegevoegd aan de eerste en tweede tender

2010. De verschuiving heeft plaatsgevonden in het kader van de uitvoering van het (economisch)

maatregelenpakket ingesteld naar aanleiding van motie 134.

2. Aanleg nieuwe bedrijventerreinen

Met de verbetering van bestaande bedrijventerreinen en de aanleg van nieuwe terreinen wordt direct

bijgedragen aan het behoud van de werkgelegenheid in Zuid-Holland. Een derde van de werkgelegenheid

is gevestigd op bedrijventerreinen. Kwantitatieve en kwalitatieve ruimtedruk kan oorzaak zijn van het

verplaatsen van bedrijven naar andere regio's. Het herstructureren van oude terreinen en het voorzien in de

behoefte aan ruimte op nieuwe terreinen draagt bij aan het behouden van bedrijven op Zuid-Hollandse

bedrijventerreinen.

Naast het doel om bij te dragen aan 750 ha herstructurering is de inzet ook om bij te dragen aan de

ontwikkeling van 250 ha nieuw bedrijventerrein. Echter, er zijn tijdens deze collegeperiode nog geen

subsidieaanvragen gehonoreerd voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Mogelijke reden

hiervoor is de beleidswijziging dat UHB vooral ter beschikking wordt gesteld aan bestaande te

herstructureren bedrijventerreinen. De tijdelijke terugval in vraag naar ruimte op bedrijventerreinen als

gevolg van de economische crisis is hier eveneens debet aan. De mogelijkheid bestaat dat dit jaar en

komende jaren nog wel projectaanvragen voor nieuwe bedrijventerreinen worden ontvangen.

3. Toepassen van meervoudig en intensief ruimtegebruik bij herstructurering en aanleg nieuwe terreinen

Bij de UHB-projecten wordt aandacht besteed aan efficiënter ruimtegebruik. Het doel is om 10%

ruimtewinst te behalen op UHB-projecten. Tot en met de 2e tender 2010 is er gemiddeld 12,3% ruimtewinst

behaald op UHB-projecten. Dit hoge cijfer wordt beïnvloed door een uniek project (Boskoop-Oost).

Vrijwel alle relevante studies concluderen dat de mogelijkheden om op bestaande terreinen ruimtewinst te

behalen relatief beperkt en moeilijk om binnen een bestaande structuur te realiseren zijn. Daarnaast gaat

veel ruimte verloren aan aanpassingen in de openbare ruimte (groenvoorzieningen, parkeren en dergelijke).

Deze ruimtewinst komt overeen met in studies ingeschatte ruimtewinstmogelijkheden op te herstructureren

terreinen in Zuid-Holland maar ligt nog niet op het niveau van de provinciale doelstelling van 10%. Het

streven is om het behaald ruimtewinstpercentage de komende tijd nog te verhogen. Er wordt strak gestuurd

op het behalen van ruimtewinst doordat ruimtewinst een nog belangrijker beoordelingscriterium is geworden

binnen de UHB-beoordelingssystematiek.

4. Verbeterde aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt

Het Arbeidsmarkt en Onderwijsbeleid van de provincie maakt integraal onderdeel uit van het regionaal

economische beleid van de provincie dat met name gericht is op het versterken van de concurrentiekracht

van vier internationaal concurrerende clusters in Zuid-Holland: Greenports, Life & Health Sciences, Water-

en Deltatechnologie en Transport en Logistiek. De vier economische clusters waar de provincie zich op

richt, zijn gebaat bij een goed functionerende arbeidsmarkt, kwalitatief hoogstaand onderwijs en een goede

afstemming tussen beide. Zonder in de verantwoordelijkheid van primair betrokken partijen te treden wil de

provincie een bijdrage leveren aan de oplossing van concrete arbeidsmarktknelpunten met name binnen de

benoemde clusters. De arbeidsmarkt daarvan speelt zich af op agglomeratie- en Zuidvleugelniveau. Een

niveau dat aansluit bij de bovenregionale focus van de provincie.

Page 94: Concept begroting Zuid-Holland 2011

94

5. Versterken concurrentiekracht stuwende clusters

Economische clusters zijn de drijvende krachten achter de regionale én nationale economie. De provincie

wil de stuwende clusters in Zuid-Holland (de Greenports en de clusters Health and Life Sciences, Water- en

Deltatechnologie en Transport en Logistiek) verder versterken vanuit de ambitie om een Europese topregio

te zijn. De rol en inzet van de provincie is daarbij afhankelijk van de ontwikkelingsfase van het cluster. Bij

een volwassen cluster zoals de Greenports wordt vooral ingezet op de voorwaardenscheppende rol op het

terrein van ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. In een cluster-in-ontwikkeling zoals Water en Delta

wordt vooral ingezet op versterking van het organiserend vermogen en het stimuleren van starters.

Toeristische bestedingen

Zuid-Holland kent een grote afhankelijkheid van bestedingen vanuit de markt van de ‘zakelijke toerist’. De

economische crisis heeft nadelige gevolgen voor deze markt teweeg gebracht. Ten opzichte van de

oorspronkelijke inzet op 10% meer bestedingen gaat het dan ook niet goed in Zuid-Holland. Ten aanzien

van daguitstapjes van eigen inwoners en bezoekers uit andere provincies, doet provincie Zuid-Holland het

weer wel beter dan andere provincies. Er is een stijgende lijn te ontdekken die zich ook volgend jaar

doorzet, waarbij moet worden opgemerkt dat de bestedingen hier geen gelijke pas mee houden.

310 Versterken van (boven)regionale economische ont wikkeling

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Afstemmen vraag en aanbod van schaarse ruimte voor werken

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Afstemmen vraag en

aanbod van schaarse

ruimte voor werken.

Ruimte voor nieuwe en

groeiende onder-

nemingen, waardoor

werkgelegenheid in Zuid-

Holland wordt

gewaarborgd. In onze

provincie met schaarse

ruimte vergt het een

zorgvuldige regionale

planning om over

voldoende (bestaande en,

indien nodig, nieuwe)

bedrijventerreinen en

kantoorlocaties te

beschikken

1.1.

• aantal UHB-projecten

• aantal planvormings-

projecten

5

15

*15

*

*15 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 95: Concept begroting Zuid-Holland 2011

95

Toelichting

De prestatie-indicatoren ‘aantal projecten UHB' en 'planvorming’ hebben betrekking op de uitvoering van

het Provinciaal Herstructureringsprogramma Bedrijventerreinen 2009-2013. Het aantal toe te kennen UHB-

projecten wordt geschat op vijf. Dit aantal ligt lager dan voorgaande jaren. Dit komt doordat gelden van

2011 in 2010 gebruikt zijn in het kader van het economisch maatregelenpakket.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.177 1.476 1.206 1.189 1.187 1.187

Baten 6 10 10 10 10 10

Resultaat voor bestemming -1.171 -1.465 -1.196 -1.179 -1.177 -1.177

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

Page 96: Concept begroting Zuid-Holland 2011

96

Speerpunt 2. Stimuleren dat bedrijven duurzaam kunn en functioneren

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Stimuleren dat bedrijven

op goed geoutilleerde, in

de omgeving passende

locaties duurzaam kunnen

functioneren.

Zuid-Holland als

aantrekkelijke vestigings-

plaats vraagt, naast

voldoende ruimte, om

aanbod van werklocaties

die nu en op lange termijn

aan de kwaliteitseisen van

de beoogde bedrijven

voldoen. Ook om de

provincie als geheel

aantrekkelijk te houden is

versterkte aandacht nodig

voor duurzaam ontwerp,

inrichting en beheer, de

beeldkwaliteit en de

landschappelijke

inpassing van

werklocaties

2.1. Aantal UHB/

herstructurerings-

projecten waar een

beeldkwaliteitsplan

wordt opgesteld

2.2. % UHB nieuwe

bedrijventerreinen

waar een

beeldkwaliteitsplan

wordt opgesteld

2

(50 ha)

70%

*16

*

Toelichting

Kwaliteit van bedrijventerreinen, en dan vooral de beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing, zijn

belangrijke onderdelen van het kwaliteitsbeleid voor bedrijventerreinen. De doelstelling is dat minimaal een

van de naar verwachting vijf toe te kennen UHB-projecten ook daadwerkelijk een beeldkwaliteitsplan

hebben, of gaan opstellen, dat toegepast wordt bij de uitvoering van het project.

Er zijn deze collegeperiode nog geen UHB-aanvragen ingediend voor nieuwe bedrijventerreinen. De

mogelijkheid bestaat wel dat gemeenten UHB-subsidie aanvragen voor nieuwe terreinen die worden

ontwikkeld in het kader van een IRP of het economisch clusterbeleid. Dit past ook binnen de

collegedoelstellingen. Als er aanvragen binnenkomen voor nieuwe terreinen zullen dat er naar alle

waarschijnlijkheid niet veel zijn. De verwachting is dan ook dat het percentage van 70% UHB nieuwe

bedrijventerreinen waar een beeldkwaliteitsplan wordt opgesteld, niet realistisch is en dus niet gehaald zal

worden.

16 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 97: Concept begroting Zuid-Holland 2011

97

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 7.303 19.298 11.919 14.004 10.083 11.022

Baten 960 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -6.343 -19.298 -11.919 -14.004 -10.083 -11.022

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € 12 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Hoeksche Waard (stijging €* ���

In 2010 zijn incidenteel de middelen voor de Alternatieve Locatie Hoeksche Waard ter begroting

gebracht.

� Manden Maken (stijging €� ���

Incidenteel is voor het programma Manden Maken, het aantrekken en versterken van nieuwe

industriële activiteiten, €� ��� �� ������� ��������

� Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen (stijging € � ���

De onttrekking uit de programmareserve voor UHB is in 2010 lager dan in 2009. Daarnaast is er in de

Jaarrekening 2009 een onderbesteding bij de UHB.

De baten 2010 zijn gedaald met € 1 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De daling komt

voornamelijk door:

In 2009 is er een eenmalige Tipp-bijdrage van SenterNovem ontvangen.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ �

voornamelijk

door:

� Hoeksche Waard (daling € 9 mln)

In 2010 zijn de middelen voor de Alternatieve Locatie Hoeksche Waard incidenteel ter begroting

gebracht.

� Manden Maken (daling €� ���

In 2010 is incidenteel voor het programma Manden Maken, het aantrekken en versterken van nieuwe

industriële activiteiten, €� ���

ter begroting gebracht.

� UHB (stijging €��* ���

Er wordt een hogere onttrekking uit de programmareserve voor UHB gedaan in 2011.

Toelichting meerjarenraming

De jaarlijkse fluctuaties in de meerjarenraming vinden voornamelijk plaats binnen het speerpunt Stimuleren

dat bedrijven duurzaam kunnen functioneren. Het inschatten van het bevoorschottingsschema van de UHB-

subsidies is een moeilijke opgave. Pas in een lopend jaar kan aan de hand van voortgangsrapportages de

werkelijke bijdrage uit de programmareserve worden vastgesteld.

Page 98: Concept begroting Zuid-Holland 2011

98

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 0 8.000 0 0 0 0

Inkomsten 0 0 0 0 0 0

Saldo investeringen 0 -8.000 0 0 0 0

Toelichting investeringen

In 2010 zijn middelen voor de Alternatief Hoeksche Waard aangewend. De bijdrage van Zuid-Holland

bedraagt in totaal €�� ���� �������

€� ��� ������������������� ��

€* ��� ����������������� G�

project heeft vertraging opgelopen, waardoor de investering niet in de Begroting 2011 wordt opgenomen.

Speerpunt 3. Oplossen HMC-knelpunten

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

3. Oplossen HMC-knelpunten 3.1. Prioritaire HMC-

projecten uitgevoerd

7 *17

Toelichting

Bij de planning van werklocaties blijft speciale aandacht bestaan voor bedrijven in de Hogere Milieu

Categorie (HMC). Binnen het HMC-programma staat voorop dat de huidige locatie van het bedrijf wordt

gerespecteerd en alles gedaan wordt om het bedrijf op de locatie te behouden. De provincie streeft ernaar

de HMC-bedrijven binnen de provincie te behouden zonder dat dit ten koste gaat van de

leefomgevingskwaliteit. Doelstelling is het oplossen van geluidknelpunten op grote industrieterreinen. Van

de zeven benoemde prioritaire knelpunten zijn er inmiddels zes opgelost en in 2011 wordt ingezet op het

laatste knelpunt conform het oorspronkelijke Coalitieakkoord. De afgelopen jaren is een aantal nieuwe

knelpuntprojecten aan het programma toegevoegd.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 527 588 576 323 323 323

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -527 -588 -576 -323 -323 -323

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

17 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 99: Concept begroting Zuid-Holland 2011

99

Reguliere taken

a. Regionaal economisch overleg

b. Detailhandelsbeleid

c. Apparaatslasten

In 2011 wordt vooral aandacht besteed aan de uitvoering van het provinciaal herstructureringsprogramma.

Binnen het detailhandelsbeleid behoort onder andere regionale afstemming van winkelplannen van een

zekere omvang tot de noodzakelijke taken. De provincie vervult een belangrijke functie via het Regionaal

Economisch Overleg met betrekking tot de prioritering, programmering en samenwerking op het gebied van

ruimtelijke economie.

320 Ontwikkelen van kenniseconomie en sterke cluste rs Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Verhoging toegevoegde waarde van de 4 geselecteerde clusters

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1a.Verhoging van de

toegevoegde waarde van

de 4 geselecteerde

clusters door:

Lijn 1: Het organiserend

vermogen versterken

Lijn 2: De clusters ruimte

bieden en goed ontsluiten

Greenport

1.1.

Voor alle clusters een

toename van het aantal

marktgerichte

samenwerkingsvormen

ondersteund door de

Kennisalliantie Zuid-Holland

- Glasareaal

- Herstructurering glas-,

bomen- en bollenareaal

- Aanleg nieuw glasareaal

- Aantal bindende afspraken

met gemeenten over het

aantal ha sanering van glas

- Prioriteiten en oplossen

knelpunten verkeers-

infrastructuur

5

5800 ha

50 ha

200 ha

3 over

75 ha

2

*18

*

*

*

*

*

*18 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 100: Concept begroting Zuid-Holland 2011

100

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

Life & Health Sciences

Water- en Deltatechnologie

Lijnen 3 en 4: M.b.v.

cofinanciering alliantievorming

stimuleren ter bevordering van

duurzaamheid en innovaties in

de clusters

Lijn 5: Het A&O-beleid

inzetten om

arbeidsmarktknelpunten op te

lossen

Lijn 6: Promotie en acquisitie

gebundeld inzetten om de

vestigingen, investeringen en

het aantal banen van

buitenlandse kennisintensieve

R&D-bedrijven te verhogen

ten opzichte van het vorig jaar

1.b Verhogen toeristische

bestedingen in de

vrijetijdssector

- Voorraad uitgeefbaar

bedrijventerrein (in aantal

jaren uitgifte)

- Uitbreiding Leiden Bio

Science Park in bvo

(inclusief ontsluiting OV)

- Onderzoek naar behoefte

areaal natte

bedrijventerreinen

- Voor alle clusters: door inzet

van cofinanciering

aantrekken additionele

middelen van publieke en/of

private partijen

- Voor Greenports aanvullend:

het aantal (innovatieve)

projecten met een

duurzaamheidselement

zoals opgenomen in de

subsidievoorwaarde

- Voor alle clusters: het per-

centage subsidiemiddelen

dat aan de arbeidsmarkt-

knelpunten binnen de

clusters wordt besteed

Voor alle clusters:

ondersteunen van de partners

(WFIA, HBPO en het CO-

innovation-program) in het

verhogen van het percentage

vestigingen, investeringen en

banen

1.2. Versterken

marktaandeel

daguitstapjes

1.3. Uitvoeringsprogramma

Vrijetijd 2011

5 jaar

20.000

m2

2

multiplier

> 3

6

80%

x

2,5 %

uitvoeren

*

*

*

*

*

*

*

Page 101: Concept begroting Zuid-Holland 2011

101

Toelichting

Het actieprogramma Clusters is een uitwerking van het collegeprogramma en één van de actieprogramma's

die voortvloeien uit de Economische Visie. Met deze visie zet de provincie in op een concurrerende,

innovatieve en duurzame economie. Ambitie is om als economische regio tot de koplopers van Europa te

gaan behoren. In haar aanpak richt de provincie zich in de eerste plaats op een krachtige economische

structuur en een optimaal vestigingsklimaat voor de gehele provincie (pijler 1 - Kwaliteit in de basis).

Daarnaast focust de provincie op de versterking van de economische clusters die het sterkst aan de

internationale concurrentiepositie van Zuid-Holland bijdragen of die de potentie hebben dat in de nabije

toekomst te gaan doen (pijler 2 - Excelleren in sterke clusters). De vier economische clusters zijn: Life en

Health sciences, Greenports, Water- en Deltatechnologie en Transport en Logistiek. De provincie zet de

volgende instrumenten in om de vier clusters verder te versterken:

� Versterking van het organiserend vermogen: de inzet van de Kennisalliantie en de regionale Platforms

Arbeidsmarktbeleid om relevante netwerken op te bouwen en (innovatie)projecten aan te jagen;

� Ruimtelijke Ordening en Verkeer en Vervoer: het ruimtelijk faciliteren en zo goed mogelijk ontsluiten

van de clusters;

� Stimuleren innovatie door cofinanciering EFRO en Pieken in de Delta: via EFRO wordt geïnvesteerd in

infrastructuur en programma’s gericht op kennisoverdracht, innovatie en duurzame ontwikkeling.,

Pieken in de Delta richt zich op samenwerking binnen de clusters in de voorwaardenscheppende sfeer;

� Oplossen arbeidsmarkt- en onderwijsknelpunten;

� Promotie en acquisitie via inzet HBPO en WFIA.

Rijk en provincies gaan door met het Pieken-in-de-Deltabeleid en de rol van provincies hierin wordt

substantieel verzwaard. Het IPO-bestuur en de minister van EZ zijn het over de uitwerking hiervan in 2010

definitief niet eens geworden. IPO heeft hierop in 2010 voorgesteld om een overbruggingsjaar 2011 in te

bouwen om met een nieuw kabinet over programma's vanaf 2012 afspraken te maken. De minister van

Economische Zaken heeft per brief laten weten dat ze hiermee akkoord gaat. De provincie zal aan het

overbruggingsjaar 2011 deelnemen.

Greenports

Een Greenport is een tuinbouwcluster waar op grote schaal planten, bomen, bollen, bloemen en groenten

worden geproduceerd en verhandeld. Drie van de vijf greenports bevinden zich in de provincie Zuid-

Holland. De ambitie van de provincie is het versterken van de toppositie van de Greenports door

voortdurende vernieuwing. De greenports moeten zich ontwikkelen tot duurzame, goed ingepaste

ruimtelijke clusters waar hoogwaardige productie, logistiek, kennis, handel en innovatie elkaar onderling

versterken. Intensiveren, innoveren en herstructureren van het bestaande glasareaal staan centraal.

Uitbreiding met nieuwe locaties is opportuun als herstructurering niet voldoende uitkomst biedt. Provinciale

Staten hebben beslist dat er 5800 ha voor de glastuinbouw gehandhaafd moet blijven.

Met als uitgangspunt sanering als het moet, herstructureren als het kan en nieuwe locaties als dit als enige

optie overblijft, wordt er een vervolg gegeven aan een onderzoek voor uitbreiding van glastuinbouw om zo

het verlies aan glastuinbouw door onder andere sanering en veroudering van glastuinbouw te

compenseren. Uiteindelijk zal 400 ha aan glas gecompenseerd moeten worden om het gewenste

teeltareaal op peil te houden. De provincie Noord-Holland stelt aanvullende ruimte voor Zuid-Hollandse

glastuinbouwbedrijven beschikbaar. De provincie Noord-Holland biedt 250 ha teeltareaal (strategische

reserve) aan bij de locatie PrimAviera.

Daarnaast wordt er met de sector gewerkt aan het opstellen van een visie Greenports Agrologistiek en

aansluitend daarop een uitvoeringsagenda. Het doel ervan is om met name projecten te genereren die in

Page 102: Concept begroting Zuid-Holland 2011

102

de gebiedsagenda MIRT worden opgenomen. De bereikbaarheid en problematiek rondom verbetering van

de ontsluiting van terminals en verbetering van het kwaliteitsnet goederenvervoer zal eveneens terugkomen

in deze visie.

Daarnaast moeten de Greenports zich duurzaam en innovatief ontwikkelen. Ze moeten toonaangevend

worden in hun sector. Het gaat om zowel licht, energie en water als om de acceptatie van de ruimtelijke

impact van de Greenports in onze provincie. Met het project Transitie Greenports is een maatregelenpakket

vastgesteld dat focus geeft en de koers bepaalt als het gaat om lopende en het in uitvoering nemen van

met name duurzame greenportprojecten.

Toeristische bestedingen

We zetten in op een vergelijkbare groei als in 2010. Zuid-Holland doet het relatief goed ten opzichte van

andere provincies. Men kiest vaker voor uitstapjes en vakanties dichter bij huis. Het is nog onvoorspelbaar

of de zakelijke markt zich herstelt naar het niveau van voor 2009. En daarmee of we meer groei kunnen

verwachten.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 13.064 18.292 14.524 6.120 6.198 6.131

Baten 1.263 2.085 1.196 401 483 416

Resultaat voor bestemming -11.801 -16.207 -13.328 -5.719 -5.716 -5.716

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € ��1 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Stimulering Voordelta (stijging €��� �

ln)

Voor de subsidieverlening bij de tijdelijke verordening Stimulering Voordelta is in 2010 € 1,1 mln ter

begroting gebracht.

� EFRO (stijging € ��) ���

Daarnaast is voor de subsidieverlening binnen het Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO)

€ 3,6 mln extra ter begroting gebracht. De middelen zijn afkomstig vanuit de doorgeschoven prestaties

2009 en onttrekking uit de overlopende passiva.

De baten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Voor EFRO is €��� ��� #� �� C2E <�#����������� EHG �� ������� ��������

Page 103: Concept begroting Zuid-Holland 2011

103

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met € ��8 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Pieken in de Delta (stijging €��* ���

Voor de uitvoering van Pieken-in-de-Deltabeleid wordt in 2011 €�

,9 mln uit de programmareserve

onttrokken, onderdeel Kennisinfrastructuur (€��� ��� ��

Zuidvleugelfonds (€��� ��� �

� Stimulering Voordelta (daling €��� ���

Voor de subsidieverlening bij de tijdelijke verordening Stimulering Voordelta is in 2010 €�

,1 mln ter

begroting gebracht.

� EFRO (daling 3,6 mln)

Daarnaast is voor de subsidieverlening binnen EFRO € 3,6 mln extra ter begroting gebracht. De

middelen zijn afkomstig vanuit de doorgeschoven prestaties 2009 en onttrekking uit de overlopende

passiva.

� Glastuinbouwbedrijven (daling €��� ���

Voor de uitvoering van het project Sanering van verspreide glastuinbouwbedrijven Midden Delfland is in

2010 incidenteel €�

,1 mln ter begroting gebracht.

� Apparaatslasten (daling €��) ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

De baten 2011 dalen met €��* ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ���������

door:

� In 2009 is incidenteel €��� ��� ��� 5I

-middelen ontvangen. Deze middelen zijn maar voor een klein

deel in 2009 besteed. Bij Begroting 2010 is het restant aan middelen opnieuw ter begroting gebracht.

Toelichting meerjarenraming

In 2011 eindigt het Coalitieakkoord 2007-2011, waardoor intensiveringen voor Pieken in de Delta, EFRO,

Greenport en Vrije tijd ten einde komen. Daarnaast resulteert de verlaging van de in 2011 toegevoegde

middelen voor Kennisinfrastructuur en Zuidvleugelfonds in lagere lasten voor 2012 en verder.

Speerpunt 2. Innovatieprogramma

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Opstellen programma

duurzame innovatie (op

het gebied van milieu,

economische zaken en

water)

2.1 Aantal te realiseren pilot-

projecten (20)

2.2 Projecten in ontwikkeling

2.3 Businesscase

vastgesteld

2.4 Financiële dekking

businesscase geregeld

2.5 Project in uitvoering

9

10%

25%

20%

45%

*19

*

19 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 104: Concept begroting Zuid-Holland 2011

104

Toelichting

Het actieprogramma richt zich op het stimuleren van innovaties in gebieden waar de provincie een

herkenbare rol heeft en bij onderwerpen die de economie op lange termijn kunnen versterken met als

speerpunten energie, waterveiligheid, klimaatbestendigheid en ruimte. In 2011 wordt verder gewerkt aan

het realiseren van de in totaal 20 projecten die zijn vastgelegd in het Actieprogramma duurzame innovatie.

Ultimo 2011 moet 45% minimaal in uitvoering zijn. De voortzetting na 2011 zal in een nieuw Coalitieakkoord

moeten worden geregeld.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 337 255 175 173 173 173

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -337 -255 -175 -173 -173 -173

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen aanmerkelijke verschillen tussen de begrotingsjaren

2009, 2010 en 2011.

Reguliere taken

a. Economische Visie

b. Apparaatslasten

Een gezonde economie is belangrijk voor de werkgelegenheid en welvaart. Zuid-Holland wil een provincie

zijn en blijven met voldoende arbeidsplaatsen, een goed vestigingsklimaat en een groeiende economie. De

ontwikkelingen van de economie en het vestigingsklimaat in Zuid-Holland worden in beeld gebracht en er

wordt gekeken naar de effecten van de crisis en de positie die de kenniseconomie in Zuid-Holland inneemt.

Page 105: Concept begroting Zuid-Holland 2011

105

330 Opleiden van (toekomstige) beroepsbevolking Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Verminderen van de arbeidsmarktknelpun ten

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Bijdragen aan verminderen

van de arbeidsmarkt-

knelpunten in Zuid-

Holland, waaronder de

4 primaire clusters

1.1. Bestuurlijke afspraken

vastgelegd met werk-

gevers, werknemers en

onderwijs over

doorstroom, duale

trajecten en delen van

kennis via convenant-

afspraken met de

Regionale platforms

arbeidsmarkt en de

Kennisalliantie

1.2. Tenders subsidie-

regeling A&O uitgevoerd

1.3. Gerealiseerde multiplier

1.4. Actualisatie van het

instrument Regiometer

en beschikbaar via het

regionaal

informatiesysteem

x

1

> 3

x

*20

*

*

*

Toelichting

Arbeidsmarkt en Onderwijs werd in de vorige coalitieperiode voor een belangrijk deel benaderd vanuit de

aanbodzijde, de maatschappelijke kant. Dat beleid was onder meer gericht op de uitvalproblematiek op het

VMBO, bevordering van doorstroom van VMBO naar MBO en de aanpak van jeugdwerkloosheid. Met het

huidige Coalitieakkoord 2007-2011 is die benadering veranderd. De provincie neemt in deze coalitieperiode

de vraagzijde van de arbeidsmarkt als uitgangspunt: de economische kant van de arbeidsmarkt-onderwijs

problematiek. Centraal staan de door ondernemers ondervonden knelpunten op de arbeidsmarkt. Deze zijn

zowel kwalitatief als kwantitatief van aard. Het A&O-beleid is daarom gericht op het oplossen van regionale

arbeidsmarktknelpunten in de vier economische clusters. Het huidige A&O-beleid van de provincie is geen

participatiebeleid en geen beleid ter bestrijding van uitval uit het onderwijs. Dat is nadrukkelijk de

verantwoordelijkheid van gemeenten (participatiebeleid) en scholen, gemeenten en Rijk (leerplicht en

voortijdig schoolverlaten).

*20 Er is expliciet afgesproken dat het nieuwe college zich hierover uitspreekt.

Page 106: Concept begroting Zuid-Holland 2011

106

De projecten waaraan subsidie wordt verleend, dienen bij te dragen aan het oplossen van de regionale

arbeidsmarktknelpunten zoals opgenomen in bijlage 1 van het convenant 'Werkgeversgericht Arbeidsmarkt-

en Onderwijsbeleid', het convenant dat de provincie in 2008 heeft afgesloten met de drie Regionale

Platforms Arbeidsmarktbeleid (RPA’s) en de Kennisalliantie.

Uitgangspunten van het huidige A&O beleid zijn:

1. Het A&O-beleid is vraaggericht (de probleemstelling is gerelateerd aan personeelsvoorziening en is

mede gedefinieerd door werkgevers);

2. Interventies van de provincie brengen het vliegwiel op gang, dat daarna in beweging kan blijven zonder

een provinciale bijdrage;

3. De uitvoering van het beleid wordt zoveel mogelijk uitgevoerd binnen de bestaande RPA-structuur.

Tijdens de vorige collegeperiode 2003-2007 werd er voor de uitvoering van het A&O-beleid ook

samengewerkt met de drie RPA’s. Om de RPA’s ook voor hun nieuwe rol te equiperen is de

Kennisalliantie als convenantspartner toegevoegd aan het huidige convenant. Van hen werd verwacht

dat zij hun netwerk in de clusters voor de RPA’s ter beschikking zouden stellen.

4. Het grootste provinciale arbeidsmarktknelpunt is het groeiend tekort aan (hoog) gekwalificeerd

personeel. Gedachte is dat dit tekort het beste kan worden bestreden door de aansluiting tussen het

onderwijs en de arbeidsmarkt te verbeteren. Bevordering van de doorstroming zowel in het

beroepsonderwijs als op de arbeidsmarkt (beroepskolom), maar ook het onderwijs en het bedrijfsleven

fysiek en niet fysiek bijeenbrengen zijn daarvoor oplossingen. Daarnaast is het van belang de kennis

die binnen de individuele partijen wordt ontwikkeld, te delen met de andere partijen. De projecten

dienen de arbeidsmarktknelpunten die centraal staan in hun project daarom met behulp van een of

meerdere van de volgende 3 D’s op te lossen:

• Doorstroming naar een hoger (onderwijs)niveau (mbo naar hbo);

• Duale trajecten (samenbrengen van onderwijs en bedrijfsleven) in het mbo en hbo;

• Delen van kennis (tussen onderwijs en bedrijfsleven maar ook tussen het bedrijfsleven onderling).

5. Voor de realisatie van het beleid zet de provincie het subsidie-instrument in. Zowel bij eenjarige als bij

meerjarige projecten dient er sprake te zijn van minimaal 50% cofinanciering.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.860 3.127 2.942 2.939 2.939 2.939

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -2.860 -3.127 -2.942 -2.939 -2.939 -2.939

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

Reguliere taken

a. Apparaatslasten

Page 107: Concept begroting Zuid-Holland 2011

107

Middeleninzet programma 3 Een concurrerende, innova tieve en duurzame economie

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Afstemmen vraag en aanbod van schaarse ruimte voor werken

1.177 1.476 1.206 1.189 1.187 1.187

Stimuleren dat bedrijven duurzaam kunnen functioneren

7.303 19.298 11.919 14.004 10.083 11.022

Oplossen HMC-knelpunten 527 588 576 323 323 323

Totaal speerpunten productgroep 310 9.008 21.362 13.701 15.517 11.594 12.532

Verhoging toegevoegde waarde van de 4 geselecteerde clusters

13.064 18.292 14.524 6.120 6.198 6.131

Innovatieprogramma 337 255 175 173 173 173

Totaal speerpunten productgroep 320 13.401 18.547 14.700 6.293 6.372 6.305

Het verminderen van de arbeidsmarktknelpunten 2.860 3.127 2.942 2.939 2.939 2.939 Totaal speerpunten productgroep 330 2.860 3.127 2.942 2.939 2.939 2.939

Totaal speerpunten programma 3 25.269 43.036 31.343 24.748 20.905 21.775

Totaal reguliere taken programma 3 1.663 2.348 2.138 2.090 2.090 2.090

Totaal lasten 26.932 45.383 33.481 26.838 22.994 23.865 Baten

Afstemmen vraag en aanbod van schaarse ruimte voor werken

6 10 10 10 10 10

Stimuleren dat bedrijven duurzaam kunnen functioneren

960 0 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 310 966 10 10 10 10 10

Verhoging toegevoegde waarde van de 4 geselecteerde clusters

1.263 2.085 1.196 401 483 416

Totaal speerpunten productgroep 320 1.263 2.085 1.196 401 483 416

Totaal speerpunten programma 3 2.229 2.095 1.206 411 493 426

Totaal reguliere taken programma 3 25 375 375 375 375 375

Totaal baten 2.254 2.470 1.581 786 868 801

Resultaat voor bestemming -24.678 -42.913 -31.900 -26.052 -22.126 -23.065

Reserves Bedrijventerreinen 569 7.956 5.359 6.189 2.274 3.221

Kennisinfrastructuur 0 0 1.399 0 0 0

Zuidvleugelfonds/onderdeel kennisinfrastructuur 0 0 531 0 0 0

Deel vrije ruimte Zuidvleugelfonds programma 3 0 254 0 0 0 0

EFRO middelen 0 2.550 0 0 0 0

Integraal innovatieprogramma 3 (stimuleringsregeling Water)

203 126 0 0 0 0

Onderwijs en arbeidsmarkt 0 130 0 0 0 0

Pieken in de Delta 593 0 0 0 0 0

Alternatief Hoeksche Waard programma 5 0 2.864 0 0 0 0

Reservering IRP's 0 2.864 0 0 0 0

+ Bijdrage uit reserve 1.365 16.745 7.289 6.189 2.274 3.221

EFRO-middelen 550 0 0 0 0 0

Bedrijventerreinen: IRP Oude Rijnzone 0 5.620 0 0 0 0

Onderwijs en arbeidsmarkt 130 0 0 0 0 0

Alternatief Hoeksche Waard programma 5 0 2.864 0 0 0 0

- Storting in reserve 680 8.484 0 0 0 0

Resultaat na bestemming -23.992 -34.652 -24.610 -19.863 -19.853 -19.843

Page 108: Concept begroting Zuid-Holland 2011

108

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 en verschil Begroting

na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten en baten vertonen voor de reguliere taken geen significante verschillen.

Toelichting meerjarenraming

Voor de reguliere taken zijn er geen significante verschillen.

.

Investeringen

Bedragen x € $/000

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven

Speerpunten

Stimuleren dat bedrijven duurzaam kunnen functioneren

0 8.000 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 310 0 8.000 0 0 0 0

Totaal speerpunten programma 3 0 8.000 0 0 0 0

Totaal uitgaven 0 8.000 0 0 0 0

Saldo investeringen 0 -8.000 0 0 0 0

Page 109: Concept begroting Zuid-Holland 2011

109

Page 110: Concept begroting Zuid-Holland 2011

110

Culturele en sociale betrokkenheid

Cultureel thema van het jaar 2011: MOLENS. Bron: Cartografie provincie Zuid-Holland.

Vraag en aanbod provinciale jeugdzorg Zuid-Holland 2005-2010. Vraag = aantal ontvangen eerste indicaties jeugdzorg bij regionale zorgaanbieders. Aanbod = aantal nieuwe cliënten dat start met behandeling bij regionale zorgaanbieder. De grafiek laat alleen de provinciaal gefinancierde jeugdzorg van Zuid-Holland zien. De grote stadsregio's Haaglanden en Rotterdam, de jeugd GGZ, justitiële instellingen en dergelijke vallen hier niet onder. In het derde en vierde kwartaal 2009 is het aanbod tijdelijk uitgebreid met incidentele extra plaatsen. De cijfers voor 2010 zijn gebaseerd op een schatting, namelijk verdubbeling van de cijfers voor de eerste twee kwartalen. Bron: provincie Zuid-Holland.

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

2005 2006 2007 2008 2009 2010

jaar

clië

nten Vraag

Aanbod

Page 111: Concept begroting Zuid-Holland 2011

111

Programma 4 Maatschappelijke participatie

Missie

"De provincie Zuid-Holland wil dat iedereen sociaal en cultureel betrokken is bij de samenleving, hierbij is

speciale aandacht voor diversiteit. De provincie richt zich in het bijzonder op de kansen voor jongeren om

zich te ontplooien"

Wat willen we bereiken?

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

1. Opvangen van de

toenemende vraag

in de jeugdzorg en

een reductie van

de wachtlijsten ten

opzichte van de

termijn van

9 weken in 2007

tot 5 weken in

2011, waarbij

rekening is gehou-

den met een

toenemende vraag

naar jeugdzorg in

2008 van 15% die

in 2009 afvlakt

naar 7,5%

Wachttijd in weken voor

het geïndiceerde

jeugdzorgaanbod

9 5 5 5 5

2. Handhaven

afwezigheid

wachttijden/-lijsten

bij het AMK

Wachttijd in weken bij

AMK

0 0 0 0 0

3. Versterking sociale

infrastructuur

onder andere met

behulp van

effectieve en

vraaggerichte

ondersteuning

door provinciale

tweedelijn-

organisaties

Gebundelde en

vraaggerichte provinciale

ondersteuningsstructuur

Herover-

weging

rol en

positie 2e-

lijnorgani-

saties

Evaluatie

nieuwe

structuur

Page 112: Concept begroting Zuid-Holland 2011

112

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

4. Versterken

culturele kwaliteit.

Ontwikkeling en

benutting van het

culturele erfgoed

voor recreatieve

en toeristische

doeleinden

Barometer culturele

kwaliteit via jaarlijkse

meting van 10 variabelen

110

(2007)21

148 150 152 154

Toelichting maatschappelijke doelen

1. Opvang jeugdzorg

De provincie is op grond van de Wet op de Jeugdzorg verantwoordelijk voor de regie in de jeugdzorg en het

jeugdzorgbeleid, voor de planning en financiering van Bureau Jeugdzorg en de aanbieders van

geïndiceerde jeugdzorg in Zuid-Holland, exclusief de stadsregio Rotterdam en stadsgewest Haaglanden.

Het is aan het Rijk om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor deze plannings- en financieringstaak

voor de toegang en het zorgaanbod Jeugd.

Het kader bestaat uit het Provinciaal Beleidskader Jeugd 2009-2012 (tweede beleidskader) en het

Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 (jeugdoffensief is hierin verwerkt) en 2011. Inzet is een effectief en

efficiënt werkende keten. Het jaar 2010 is de start voor de financieringssystematiek P maal Q en E (prijs

maal hoeveelheid en resultaten/effecten van de zorg). In het jaar 2011 wordt de E verder doorgevoerd. De

P maal Q en E geeft meer aangrijpingspunten voor sturing.

Zuid-Holland heeft in 2010 extra middelen ingezet om kwalitatief hoogwaardig en kwantitatief voldoende

aanbod te realiseren. Dit moet leiden tot het reduceren van wachtlijsten en wachttijden bij de toegang en bij

het zorgaanbod.

De ambitie van het college is de wachttijd voor het zorgaanbod te reduceren tot maximaal vijf weken in

2011. In 2010 wordt de wachttijd teruggebracht naar zeven weken. Omdat de ontwikkelingen in 2008 en

begin 2009 daarvoor aanleiding gaven is voor 2010 de vraag gelijkgesteld met die van 2008. Het blijkt

echter dat de vraag toch sterker stijgt. Zodra hierover meer bekend is, zal een voorstel worden gedaan

welke maatregelen noodzakelijk zijn om de wachttijd eind 2011 terug te brengen naar vijf weken.

Gemeenten zetten middelen van onder andere de Regionale Agenda Samenleving (RAS) in om

preventieve hulp te organiseren die ertoe zal leiden dat de instroom in de jeugdzorg afneemt en jongeren

sneller de jeugdzorg uitstromen. In 2010 worden de eerste resultaten zichtbaar dat de instroom jeugdzorg

stabiliseert. De uitgevoerde monitor naar de situatie van de jeugd, de inspanningen en het effect hiervan op

de in- en uitstroom van de jeugdzorg zal meer duidelijkheid bieden.

2. Handhaven afwezigheid wachtlijsten AMK

Wachtlijsten bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) blijven onacceptabel. Daarnaast zal de

maximale doorlooptijd van onderzoeken in het kader van kindermishandeling worden gehandhaafd op de

landelijk afgesproken norm, te weten 70 dagen.

21 Nulmeting barometer culturele kwaliteit op basis van weging van 10 parameters (gemiddeld aantal omwentelingen per

molen, reductie restauratieachterstand molens, percentage gemeenten met eigen archeologiebeleid, aantal voorgelegde archeologische rapporten, percentage goedgekeurde ruimtelijke plannen op culturele aspecten, percentage basisscholen resp. scholen voortgezet onderwijs met cultuur op het rooster, percentage kwaliteit gecertificeerde bibliotheken, gemiddelde wekelijks aantal voor doven ondertitelde tv-uitzendingen regionale omroep, aantal hits website CHS).

Page 113: Concept begroting Zuid-Holland 2011

113

3. Versterking sociale infrastructuur

Door overeenkomsten met gemeenten in de vorm van RAS’sen is met behulp van een doelmatig en

doeltreffend functionerende ondersteuningsstructuur een bijdrage geleverd aan het versterken van de

sociale infrastructuur in Zuid-Holland. Thema's waarover met de regio's prestatieafspraken worden gemaakt

voor de periode 2009 tot en met 2012 zijn preventief jeugdbeleid, cultuurparticipatie en sociale

infrastructuur. Via de RAS’sen wordt tevens ondersteuning beschikbaar gesteld aan de samenwerkende

gemeenten. De door de provincie gesubsidieerde tweedelijnorganisaties hebben ook een rol bij de

ondersteuning van door gemeenten en maatschappelijke organisaties uit te voeren taken in het kader van

de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Gestreefd wordt naar breed inzetbare en robuuste tweedelijnorganisaties die enerzijds vraaggericht en

flexibel inspelen op de ondersteuningsbehoefte van vooral gemeenten en anderzijds gericht kunnen worden

ingezet voor innovatie, deskundigheidsbevordering en kennisuitwisseling. De reorganisatie van de

instellingen die actief zijn in het kader van de nota Maatschappelijke Participatie (Meander, PJ Partners en

Stimulans) hebben een voorgenomen besluit tot fusie ondertekend. Per 1 januari 2012 wordt de subsidie

aan de afzonderljke instellingen beëindigd.

De provincie subsidieert niet meer de eerstelijnactiviteiten van de provinciale ondersteuningsinstellingen.

Aparte projectsubsidieregelingen voor lokale activiteiten zijn stopgezet.

4. Versterking culturele kwaliteit

De provinciale ambities op het gebied van cultuur zijn verwoord in het ‘Cultuurplan 2009-2012. Mooi en

Meedoen. Méér ruimtelijke kwaliteit en cultuurparticipatie’.

Met het cultuurbeleid wordt een bijdrage geleverd aan het realiseren van een provincie waar je goed kunt

wonen, werken en recreëren, waar buitenlandse (kennis)bedrijven zich graag vestigen en toeristen hun

vakantie doorbrengen. In het verlengde van de provinciale taken op het terrein van de ruimtelijke ordening

en de vrijetijdseconomie wordt cultuur gebruikt om de identiteit en ruimtelijke kwaliteit van Zuid-Holland te

vergroten. Cultuur is zo geen kostenpost, maar een investering die zich ook weer terugbetaalt. Om het

beleid een duidelijke focus te geven wordt deze collegeperiode ingezet op de speerpunten molens en

themajaren.

Via de themajaren brengen wij de bijzondere waarde van cultuurhistorische complexen in Zuid-Holland

onder de aandacht. In 2008 is met het themajaar aandacht besteed aan landgoederen en buitenplaatsen, in

2009 aan de Limes en Fort Wierickerschans en 2010 stond in het teken van de historische vaarwegen en

waterlinies. In 2011 staat het enige Werelderfgoed van Zuid-Holland op de agenda: Kinderdijk. Gezien het

lokale/regionale karakter hiervan is het themajaar verbreed met het beeld van Zuid-Holland: de molen.

Hiermee sluiten we tevens aan bij de provinciale Agenda Vrijetijd waarin Kinderdijk als één van de iconen is

benoemd.

Molens zijn zo vanzelfsprekend dat we bijna vergeten dat er veel werk wordt verricht om hen in goede staat

te houden. Als provincie voeren we een actief beleid op benutting, ontwikkeling en behoud van molens en

molenlandschappen. Dit gebeurt onder andere door een forse inhaalslag op het gebied van

molenrestauraties en het hanteren van de molenbiotoop. Naar verwachting zal in 2011 de (urgente)

restauratieachterstand zijn ingehaald.

Daarnaast richt de provincie zich op grote beeldbepalende monumentale structuren met ensemblewaarde,

alsmede met cultuurlandschappen, die de schaal van individuele gemeenten en zelfs regio's overstijgen en

om een integrale aanpak vragen. Zo zullen we ons meer nog dan voorheen richten op de mogelijkheden en

kansen van de landgoederen in Zuid-Holland.

Page 114: Concept begroting Zuid-Holland 2011

114

In het kader van Provincie Nieuwe Stijl zijn eerstelijnactiviteiten en tweedelijnactiviteiten zonder provinciaal

belang bij de provinciale instellingen stopgezet. Waar van toepassing worden (onderdelen van) instellingen

samengevoegd. Subsidies voor cultuurparticipatie (inclusief cultuureducatie) worden verdeeld via de

RAS’sen en als innovatiemiddelen bij de culturele instellingen uitgezet. Tegelijk wordt gewerkt aan één

ondersteunend netwerk van vragers, aanbieders en gemeenten per regio en aan één cultuurmenu met

producten van alle instellingen. Het wordt op die manier eenvoudiger om regionale vraag en aanbod op

elkaar aan te laten sluiten. We vragen aan de RAS-regio’s om binnen de programma’s aan te sluiten bij het

themajaar.

De voortgang van het cultuurbeleid wordt in beeld gebracht met behulp van de zogenaamde 'barometer

culturele kwaliteit', die de afgelopen jaren is ontwikkeld en is samengesteld uit tien (vooral) door de

provincie te beïnvloeden (prestatie)indicatoren. De eerste meting heeft in 2008 plaatsgevonden.

410 Realiseren van zorg voor jongeren

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Jeugdzorg

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1.1. Investeren in de capaciteit

van geïndiceerde jeugdzorg

conform de analyse en

monitoring van vraag en

aanbod

max.

5 weken

max.

5 weken

x x

1.2. Uitbreiding van het aantal

uren preventieve niet-

geïndiceerde jeugdzorg

37.000 37.000 Afhankelijk

van nieuw

college-

akkoord

Afhankelijk

van nieuw

college-

akkoord

1a. Terugdringen van de

wachttijden naar

5 weken

1b. Opvangen van de

toenemende vraag

naar jeugdzorg. Zover

mogelijk terugbrengen

van de wachttijden en

zo spoedig mogelijke

behandeling na

indicatie

1.3. Snelle en adequate

indicatiestelling door Bureau

Jeugdzorg

90%

binnen

16 dagen

90%

binnen

16 dagen

90%

binnen

16 dagen

90%

binnen

16 dagen

Toelichting

Het jeugdoffensief is een van de speerpunten in het collegeprogramma 2007-2011. Het college heeft als

ambitie de wachttijd te reduceren tot maximaal vijf weken in 2011. Dit door de wachtlijsten langer dan

negen weken weg te werken en de wachttijd met één week per jaar te reduceren. Eind 2010 wordt beoogd

de wachttijd teruggebracht te hebben naar maximaal zeven weken, eind 2011 naar vijf weken. Of dit

haalbaar is, hangt af van de werkelijke vraagontwikkeling die fluctueert.

Gemeenten zetten middelen van onder andere de RAS in om preventieve hulp te organiseren die ertoe zal

leiden dat de instroom in de jeugdzorg afneemt en jongeren sneller de jeugdzorg uitstromen. Bekeken

wordt aan de hand van de eerste resultaten in 2010 of de instroom van de jeugdzorg stabiliseert. Voor 2011

zal de uitgevoerde monitor naar de situatie van de jeugd, de inspanningen en het effect hiervan op de

instroom en uitstroom van de jeugdzorg meer duidelijkheid bieden.

Page 115: Concept begroting Zuid-Holland 2011

115

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 6.310 4.729 5.116 906 906 906

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -6.310 -4.729 -5.116 -906 -906 -906

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met €��) ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ������ �

voornamelijk door:

� In het Coalitieakkoord 2007-2011 zijn extra middelen voor jeugdzorg beschikbaar gesteld. In 2010 is dit

bedrag €��) ��� ����� ��� �� ���*�

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2010

en 2011. Toelichting meerjarenraming

Eind 2011 eindigt het Coalitieakkoord 2007-2011 waardoor in 2012 de intensiveringen voor jeugdbeleid,

inkorten wachtlijsten naar vijf weken (€ ��� ��� � � �#��"�� �� ���ustitiële jeugdinrichting-geplaatsten

(€ 2,8 mln) en de jaarlijkse fluctuaties met betrekking tot de onttrekking uit het OVP jeugdhulpverlening met

€��� ��� ������

Reguliere taken

a. Jeugdzorgaanbod

b. Plan van aanpak Bureau Jeugdzorg

c. Versterken algemeen en preventief jeugdbeleid

d. Apparaatslasten

e. Kapitaallasten

Op grond van de Wet op de jeugdzorg en vanuit de doeluitkering Zorgaanbod leveren de provinciale

jeugdzorgaanbieders en de landelijk werkende residentiële instellingen voldoende jeugdhulp, verblijf en

observatiediagnostiek. Bureau Jeugdzorg vormt de toegang tot de jeugdzorg en stelt de hiervoor benodigde

integrale indicaties. Op grond van de Wmo worden gemeenten ondersteund door tweedelijnorganisaties in

het versterken van de lokale preventieve taken en bij het zorgen voor een goede aansluiting in de keten

tussen jeugdbeleid en jeugdzorg.

Page 116: Concept begroting Zuid-Holland 2011

116

420 Een goed en op de vraag afgestemd zorgaanbod e n bijbehorende sociale infrastructuur

Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Versterking sociale infrastructuur

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Versterking sociale

infrastructuur door:

• RAS-overeen-

komsten met

resultaatafspraken

• Doelmatig functione-

rende ondersteu-

ningsstructuur op

basis van de vraag

van gemeenten

1.1. RAS-overeenkomsten met

resultaatafspraken over

preventief jeugdbeleid,

cultuurparticipatie en

sociale infrastructuur

1.2. Terugdringen van het

aantal provinciale

ondersteuningsorga-

nisaties

8

7

8

5

8

5

8

5

Toelichting

1.1. RAS-overeenkomsten

De overeenkomsten met gemeenten die in RAS-verband samenwerken zijn ook in 2011 gericht op de

thema's preventief jeugdbeleid, sociale infrastructuur en cultuurparticipatie. De RAS-overeenkomsten

gelden van 2009 tot en met 2012, subsidie wordt verstrekt ter ondersteuning van lokaal Wmo-beleid gericht

op de genoemde thema's en de eerste vijf prestatievelden van de Wmo, te weten:

1. bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid;

2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen bij het opgroeien en van ouders met problemen met

opvoeden;

3. geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning;

4. ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

5. bevorderen van deelname aan maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen

met een beperking.

1.2. Terugdringen aantal ondersteuningsorganisaties

In het eerste kwartaal van 2010 is voortgezet om het aantal tweedelijnorganisaties terug te dringen naar vijf

in 2011.

Page 117: Concept begroting Zuid-Holland 2011

117

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 16.627 19.202 19.523 18.923 18.923 18.923

Baten 46 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -16.580 -19.202 -19.523 -18.923 -18.923 -18.923

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € ��) ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� De verantwoording van de activiteiten van expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding en

PJ Partners vindt plaats in productgroep 420. Om de inzichtelijkheid te verbeteren is in 2010 besloten

de hiermee gemoeide middelen over te hevelen van productgroep 410 naar 420.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2010

en 2011.

Reguliere taken

a. Telefonische Hulpdiensten

b. Wet Ambulancevervoer

c. Zorgvragersbeleid

d. Apparaatslasten

Zorgbelang Zuid-Holland ondersteunt collectieve belangenbehartiging voor zorgvragers. Randvoorwaarden

zijn regionale binding en herkenbaarheid voor de doelgroepen. Verder wordt via telefoon en internet hulp

aan burgers geboden die een psychosociaal probleem ervaren. Tot slot worden vergunningen verstrekt ten

behoeve van de spreiding en beschikbaarheid van ambulances.

Page 118: Concept begroting Zuid-Holland 2011

118

430 Versterken van culturele kwaliteit Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Molenbeleid

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. In stand houden en

ontwikkelen van

molens en molen-

complexen als uniek

Hollands beeldmerk.

Ontwikkeling en

benutting van dit

culturele erfgoed voor

recreatieve en

toeristische doeleinden.

Behoud, herstel en

beter toegankelijk

maken van het

Werelderfgoed

Kinderdijk

1.1. Door molentechnische

advisering en uitvoering

van het Deltaplan molens

inlopen van de

restauratieachterstand bij

molens

Jaarlijkse reductie van het

aantal molens op de

urgentielijst bewerkstelligd

5

molens

0

molens

Toelichting

Met cofinanciering vanuit de rijksoverheid wordt door het beschikbaar stellen van provinciale subsidie de

restauratieachterstand van Zuid-Hollandse molens gefaseerd ingelopen. Aanvankelijk stonden 50 molens

op een urgentielijst. Vanaf 2007 wordt gestreefd naar een reductie van het aantal molens op deze lijst met

20% per jaar. Eind 2011 is de (urgente) achterstand volledig weggewerkt. De indicator geeft het aantal

molens aan waarbij de restauratiewerkzaamheden nog niet zijn afgerond. In 2011 zullen wij de

mogelijkheden verkennen om in samenspraak met de Stichting Wereld Erfgoed Kinderdijk naar een

kwalitatief hoogstaand toerisme streven. Met het themajaar 2011 willen we extra aandacht generen voor dit

icoon van Zuid-Holland: de Kinderdijk en de molens, en daarmee dit erfgoed meer nog dan voorheen

benutten voor recreatieve en toeristische doeleinden.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 3.660 3.361 2.580 2.069 2.069 2.069

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -3.660 -3.361 -2.580 -2.069 -2.069 -2.069

Page 119: Concept begroting Zuid-Holland 2011

119

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen significante verschillen tussen de begrotingsjaren 2009,

2010 en 2011.

Speerpunt 2. Themajaren cultureel erfgoed

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2. Ontwikkelen van de

waterlinies inclusief de

Limes en de

Wierickerschans tot

recreatieve en toeris-

tische trekpleisters.

Specifiek cultureel

erfgoed ontwikkelen en

benutten voor

recreatieve en

toeristische doeleinden

(in samenhang met

volgende actie).

Behoud, herstel en

beter toegankelijk

maken van

landgoederen(zones),

buitenplaatsen, Fort

Wierickerschans,

waterlinies inclusief de

Limes en oude

vaarwegen

2.1. Gebundelde inzet van

middelen, in samenhang

met de uitvoering Agenda

Vrijetijd, door middel van

themajaren (waarbij elk

jaar de focus op een ander

erfgoedaspect ligt)

- Aantal grootschalige

publieksevenementen

georganiseerd

- Een op het thema

toegesneden regionaal

netwerk ontwikkeld

Jaar van

Kinderdijk

Minimaal

3

Minimaal

1

Jaar van

het

religieus

erfgoed

Minimaal

3

Minimaal

1

Nog niet

bepaald

Toelichting

Door middel van provinciale themajaren wordt jaarlijks de schijnwerper gericht op beeldbepalend en uniek

cultureel erfgoed in Zuid-Holland. Het doel van deze themajaren is gericht aandacht te schenken en te

vragen voor het behoud en het gebruik van dit erfgoed voor recreanten en toeristen. In 2011 vormen de

Kinderdijk en molens het thema. Omdat het thema jaarlijks anders is en er sprake is van een veelheid van

uiteenlopende activiteiten, zijn twee indicatoren gekozen die enerzijds het aantal publieksevenementen

belichten en anderzijds de benodigde samenwerking met en tussen externe partijen illustreren. Voor elk

themajaar wordt een uitvoeringsprogramma gemaakt. Na afloop van het themajaar vindt een evaluatie

plaats.

Page 120: Concept begroting Zuid-Holland 2011

120

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.970 1.845 2.037 1.926 1.926 1.926

Baten 5 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.964 -1.845 -2.037 -1.926 -1.926 -1.926

De baten en lasten op dit speerpunt vertonen geen aanmerkelijke verschillen tussen de begrotingsjaren

2009, 2010 en 2011.

Reguliere taken

a. Ondersteuning RTV Rijnmond en RTV West

b. Regionale ondersteuning door provinciale instellingen

c. Ontwikkeling Provinciale en Regionale Historische Centra

d. Bibliotheekvernieuwing

e. Uitvoering Wet op de Archeologische Monumentenzorg

f. Cultuureducatie en cultuurparticipatie

g. Monumentale complexen

h. Apparaatslasten

i. Kapitaallasten

Het project van de Stationsbibliotheek is in 2010 niet gerealiseerd. In overeenstemming met Probiblio en

Stichting Bibiliotheken Overleg Zuid-Holland (BOZH) wordt mogelijk een ander innovatieproject bedacht en

uitgevoerd. De mogelijkheden voor uitvoering van een stationsbibliotheek in de komende jaren worden in

kaart gebracht. Ter uitvoering van het bestuursakkoord tussen Rijk en het IPO wordt eind 2010 een besluit

genomen over de decentralisatie van de Regionale Historische Centra (RHC). In opdracht van OCW en

IPO wordt momenteel een onderzoek gedaan naar producten en kosten bij RHC en Nationaal Archief.

Mede op basis van dit onderzoek zal IPO een standpunt innemen met betrekking tot decentralisatie.

Page 121: Concept begroting Zuid-Holland 2011

121

Middeleninzet programma 4 Maatschappelijke particip atie

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Jeugdzorg 6.310 4.729 5.116 906 906 906

Totaal speerpunten productgroep 410 6.310 4.729 5.116 906 906 906

Versterking sociale infrastructuur 16.627 19.202 19.523 18.923 18.923 18.923

Totaal speerpunten productgroep 420 16.627 19.202 19.523 18.923 18.923 18.923

Molenbeleid 3.660 3.361 2.580 2.069 2.069 2.069

Themajaren cultureel erfgoed 1.970 1.845 2.037 1.926 1.926 1.926

Totaal speerpunten productgroep 430 5.629 5.207 4.618 3.995 3.995 3.995

Totaal speerpunten programma 4 28.566 29.138 29.257 23.824 23.824 23.824

Totaal reguliere taken programma 4 189.815 187.081 183.880 173.491 172.018 172.018

Totaal lasten 218.381 216.219 213.137 197.315 195.842 195.842 Baten

Versterking sociale infrastructuur 46 0 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 420 46 0 0 0 0 0

Themajaren cultureel erfgoed 5 0 0 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 430 5 0 0 0 0 0

Totaal speerpunten programma 4 52 0 0 0 0 0

Totaal reguliere taken programma 4 128.147 124.825 123.345 121.845 121.845 121.845

Totaal baten 128.198 124.825 123.345 121.845 121.845 121.845

Resultaat voor bestemming -90.183 -91.394 -89.791 -75.469 -73.996 -73.997

Reserves Molenbeleid 1.214 73 0 0 0 0

Fort Wierickerschans -6 0 1.000 0 0 0

Vrij besteedbaar 600 0 0 0 0 0

Antidiscriminatievoorziening 213 0 0 0 0 0

Cultuurparticipatie (menu) 0 100 0 0 0 0

+ Bijdrage uit reserve 2.021 173 1.000 0 0 0

Cultuurparticipatie (menu) 100 0 0 0 0 0 - Storting in reserve 100 0 0 0 0 0

Resultaat na bestemming -88.261 -91.221 -88.791 -75.469 -73.996 -73.997

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ������ �voornamelijk door:

� Plan van aanpak Bureau Jeugdzorg (daling € ��* ���

In 2009 zijn incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld voor onderzoeken Advies- en Meldpunt

Kindermishandeling (AMK) en aanpak wachtlijsten.

� Versterken algemeen en preventief jeugdbeleid (daling € ��� ���

Overheveling van de budgetten voor Expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Opvoeding (JSO)

en PJ Partners naar speerpunt Versterking sociale infrastructuur.

� Ondersteuning RTV Rijnmond en RTV West (stijging €��� ���

De stijging komt voornamelijk door toevoeging van loon- en prijscompensatie 2009 en 2010.

Page 122: Concept begroting Zuid-Holland 2011

122

� Ontwikkeling Provinciale en Regionale Historische Centra (daling €��� ���

De daling komt voornamelijk door budgetoverheveling naar de reguliere taak Cultuureducatie en

cultuurparticipatie.

� Uitvoering Wet op de Archeologische Monumentenzorg (stijging €��� ���

Toevoeging in 2010 voor de inrichting van het Provinciaal Archeologisch Centrum ten laste van het

OVP Cultuurbehoud.

� Cultuureducatie en cultuurparticipatie (stijging €��) ���

Budgetoverheveling vanuit de reguliere taak Ontwikkeling Provinciale en Regionale Historische Centra.

� Monumentale complexen (stijging €��� ���

Toevoeging van eenmalige bijdrage van het Rijk van € ��9 mln voor restauratie-impuls Stolwijkersluis

en €��

3 mln op basis van de Kadernota 2010-2013 voor Diefdijklinie.

� Apparaatslasten (stijging €��) ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 4 heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

De begrote directe lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma's. Voor deze productgroep heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

De baten 2010 zijn gedaald met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ������ �voornamelijk door:

� Jeugdzorgaanbod (stijging €��) ���

Door een hogere onttrekking uit het OVP jeugdzorg.

� Plan van aanpak Bureau Jeugdzorg (daling €��� ���

Door de definitieve beschikking van het ministerie van Jeugd en Gezin heeft de provincie in 2009

€ 1,9 mln meer ontvangen dan was geraamd. Daarnaast was in 2009 sprake van een onttrekking uit

het OVP jeugdzorg van € ��* ����

� Beeldende kunst en vormgeving (stijging €��� ���

Negatieve storting in 2009 wegens lagere vaststelling subsidies van voorgaande jaren.

� Uitvoering Wet op de Archeologische Monumentenzorg (stijging €��� ���

Toevoeging ten laste van het OVP Cultuurbehoud voor inrichting Provinciaal Archeologisch Centrum.

� Cultuureducatie en cultuurparticipatie (stijging €��� ���

Negatieve storting in 2009 wegens lagere vaststelling subsidies van voorgaande jaren.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met € ��� ��� �n opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Jeugdzorgaanbod (stijging €��� ���

In 2010 is uit de OVP Jeugdhulpverlening €��� ��� �������

ter begroting gebracht, met als gevolg een

eenmalige opwaartse bijstelling van de baten en de lasten. Verder is er een eenmalige vrijval bij

jeugdzorg van €��� ���

(stijging). Voor de jaren 2010 en 2011 is voor AMK een bijdrage van

respectievelijk €���� ��� ��

€���� ��� �� ������� �������� G� ��������

ad € 0,2 mln (daling) zit

tussen die twee jaarschijven.

� Plan van aanpak Bureau Jeugdzorg (daling €��� ���

Het budget voor JSO is overgeheveld naar speerpunt Versterking sociale infrastructuur.

� Uitvoering Wet op de Archeologische Monumentenzorg (daling €��� ���

Toevoeging in 2010 voor inrichting Provinciaal Archeologisch Centrum ten laste van het OVP

Cultuurbehoud.

Page 123: Concept begroting Zuid-Holland 2011

123

� Monumentale complexen (daling €��* ���

Vermindering eenmalige bijdrage van het Rijk van € ��9 mln voor restauratie-impuls Stolwijkersluis en

toevoeging van €�

mln voor Fort Wierickerschans, start 2e fase restauratie.

� Apparaatslasten (stijging €��� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 4 heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

De baten 2011 dalen met € 1,5 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Jeugdzorgaanbod (daling €��� ���

In de Voorjaarsnota 2010 is uit de OVP Jeugdhulpverlening €��� ���

ter begroting gebracht, met als

gevolg een eenmalige opwaartse bijstelling van de baten en de lasten.

Toelichting meerjarenraming

2011 is het laatste jaar voor frictiemiddelen voor de ondersteuningstaak Wmo. De middelen uit de

Kadernota 2010-2013 van €���� ��� �� �� !

iefdijklinie en €��* ��� �� �� �������� ������ ����

tot 2012. Verder loopt de extra structurele uitkering van €��� ��� ��� �� �������� ������ �� ���� �.�

Daarnaast is er een lastendaling van €� ��� �� J� B����� ��������� =� ���� ������ ��

structurele

integratie-uitkering voor cultuurparticipatie van €���) ����

Page 124: Concept begroting Zuid-Holland 2011

124

Samenhangende integrale gebiedsontwikkeling

Ontwikkelingen Zuidplas tot 2030

Page 125: Concept begroting Zuid-Holland 2011

125

Programma 5 Integrale Ruimtelijke Projecten

Missie

“De provincie Zuid-Holland richt zich met zeven prioritaire projecten op de gebiedsontwikkeling en werkt

hierbij samen met publieke en private partners. De provincie doet dit omdat ruimtelijke problemen vragen

om een integrale aanpak om tot goede en duurzame oplossingen te komen. Deze bovensectorale aanpak

vraagt wel om een zich ontwikkelende provincie die haar brede verantwoordelijkheid met andere

bestuurslagen en betrokken maatschappelijke organisaties oppakt”

Wat willen we bereiken?

Voor dit programma zijn geen outcome-indicatoren opgenomen. Voor de Integrale Ruimtelijke Projecten

(IRP’s) staat de hoe-vraag centraal. In de programma's 1 tot en met 4 staat opgenomen 'wat' de provincie

gaat realiseren. 510 Stimuleren (boven)regionale gebiedsontwikkeling Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Zuidplaspolder

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

1. Samenhangende

integrale gebieds-

ontwikkeling

Zuidplaspolder

Klimaatbestendige

ruimtelijke inrichting tot

aantrekkelijk woon-

werklandschap

1.1. De gemaakte

afspraken over 7000

woningen tot 2020

worden gerealiseerd

1.2. 280 ha klimaat-

bestendige glas-

tuinbouwontwikkeling

(200 nieuw en 80 ha

herontwikkeling) tot

2020:

o vastgelegd in

bestemmings-

plannen

o gerealiseerd

1.3. 120 ha (tot 2020)

nieuw te realiseren

bedrijventerrein:

o vastgelegd

o gerealiseerd

1.4. Restveen en Groene

Waterparel

50

x

20 ha

25 ha

100 ha

350

20 ha

25 ha

30 ha

1400

20 ha

25 ha

10 ha

1000

20 ha

10 ha

40 ha

4200

110 ha

+ 80 ha

35 ha

140 ha

Page 126: Concept begroting Zuid-Holland 2011

126

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

ontwikkelen, w.o.

resterende 320 van

circa 325 ha EHS

1.5. Parallelle Structuur

A12 en

Moordrechtboog

o MIRT afspraak

o uitvoering hiervan

1.6. Provinciaal Project

Infrastructuur

Zuidplaspolder:

o tracés vastleggen in

MIRT, MPI,

bestemmingsplannen

o uitvoeren

1.7. Uitvoering business-

case duurzame

Zuidplaspolder:

o Energyweb

o Versnellen Groene

Waterparel en

Restveen

o Duurzame

ontwikkeling

woningbouw en

bedrijventerreinen

is in 2010

afgerond

x

x

x

zie 1.4.

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Toelichting

Door vaststelling door PS van twee nieuwe bestemmingsplannen (voor het gebied van de gemeente

Zuidplas en voor het gebied van de gemeente Waddinxveen) voor de Gouweknoop zijn de

ontwikkelingsmogelijkheden van de Zuidplaspolder (met uitzondering van het Waddinxveense deel van

Zuidplas Noord) bestemd. Voor de Moordrechtboog is dat in rechte en voor het Boogpark globaal.

Uitspraken over de beroepsprocedures bij Raad van State over de bestemmingsplannen worden rond de

jaarwisseling 2010-2011 verwacht.

Binnen de hiervoor beschreven planologische mogelijkheden vindt in 2011 een voortzetting of start plaats

van:

o Verwerving van grond in de Groene Waterparel tegen volledige schadeloosstelling;

o Realisering van energieweb en waterkringloop, waardoor

o Start van de ontwikkeling van het glastuinbouwbedrijvenlandschap te Waddinxveen en Zevenhuizen-

Moerkapelle mogelijk wordt;

o (Posterieure -) anterieure overeenkomsten met marktpartijen voor de realisering van woningbouw en

bedrijventerrein;

Page 127: Concept begroting Zuid-Holland 2011

127

o Een daadwerkelijke start in 2011 van het Topsegment (wonen in de Rode Waterparel, icoon van de

Zuidvleugel), van de dorpsuitbreidingen evenals van bouwen in linten;

o Een duurzame ontwikkeling van de verstedelijking conform afspraken VROM;

o Eerst bewegen en dan bouwen: de provincie voert het door haar in 2007 gestarte project Regionale

Infrastructuur 2010-2020 uit: begin 2011 wordt gestart met de aanleg van de Moordrechtboog. De

Moordrechtboog en de Extra Gouwekruising zullen voor 2015 zijn aangelegd.

Ten opzichte van de Begroting 2010 heeft een bijstelling van ramingen voor woningbouw en

bedrijventerreinen plaatsgevonden; gezien de economische situatie is tot een versobering besloten.

Dit heeft de volgende consequenties voor de ramingen:

1.1. In 2013 zullen in plaats van 1400 maar 1000 woningen worden gerealiseerd. Ook in 2014 zullen

1000 woningen worden gerealiseerd, waardoor in de jaren na 2014 4600 woningen gerealiseerd moeten

worden om te komen tot de 7000 geplande woningen.

1.3. In de jaren 2011 tot en met 2013 zal elk jaar 10 ha aan bedrijventerrein worden ontwikkeld, in plaats

van de eerder geplande 25 ha bedrijventerreinen. Hierdoor zal in de jaren 2014 en later de overige 80 ha

aan bedrijventerreinen gerealiseerd moeten worden om te komen tot de geplande 120 ha.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.537 1.969 964 544 542 542

Baten 50 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -2.487 -1.969 -964 -544 -542 -542

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten en baten vertonen geen significante verschillen.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met €� ��� �� �"���� ��� ��

Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Apparaatslasten (daling €� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten. De totale, over de

programma’s te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote daling is het gevolg van een

herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

Page 128: Concept begroting Zuid-Holland 2011

128

Speerpunt 2. As Leiden-Katwijk

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

2. Samenhangende

integrale gebieds-

ontwikkeling As Leiden-

Katwijk

2.1. ProjectMER

Rijnlandroute vast-

gesteld

2.2. Oplevering Rijnland-

route

2.3. Planvorming

RijnGouwelijn West

afgerond

2.4. Oplevering

RijnGouwelijn

2.5. Stimuleren realisatie

groenblauwe structuur

o Verwerven gronden

groenblauwe

structuur (20 ha

RodS)

o Inrichten 20 ha RodS

x

x

x

x

x

x

Toelichting

Vanuit de wens om de Bollenstreek, het Groene Hart en het duinengebied tussen Groene Hart en Kust

zoveel mogelijk te vrijwaren van stedelijke ontwikkeling, heeft de provincie met Holland Rijnland besloten de

verstedelijking in het gebied zoveel mogelijk binnen de As Leiden-Katwijk te concentreren. De doelstelling is

om tussen Leiden en Katwijk een nieuw internationaal vestigingsmilieu te creëren voor kennisintensieve

bedrijvigheid en hoogwaardig wonen, inclusief de ontwikkeling van de locatie Valkenburg en de

ontwikkeling van een groen-blauw programma.

Om die ambities te realiseren is ontwikkeling van infrastructuur via weg (Rijnlandroute) en rail

(RijnGouwelijn West) als voorwaarde benoemd. Door middel van programmasturing wordt samenhang

tussen de verschillende ontwikkelingen in het gebied bewerkstelligd.

Tijdens het bestuurlijk overleg MIRT van oktober 2009 is geconstateerd dat er een groot verschil bestaat

tussen de benodigde en beschikbare middelen voor het realiseren van het voorkeursalternatief van de

Rijnlandroute. In het bestuurlijk overleg MIRT van mei 2010 is afgesproken om fasering en een innovatieve

aanbesteding te onderzoeken vóór 1 december 2010.

Waarschijnlijk zullen de oorspronkelijk voor 2010 geplande mijlpalen 2.1. ProjectMER Rijnlandroute

vastgesteld en 2.3. Planvorming RijnGouwelijn West afgerond pas in 2011 worden gehaald. In verband met

vertraging van de andere projecten is het inrichten van 20 ha RodS (2.5.) ook naar achteren geschoven,

met een uitloop naar 2013.

Page 129: Concept begroting Zuid-Holland 2011

129

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 131 2.140 2.310 1.477 11.986 25.221

Baten 0 2.025 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -131 -115 -2.310 -1.477 -11.986 -25.221

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2011 stijgen met € � ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �voornamelijk

door:

� Lasten (stijging € � ���

In 2010 is € � ��� ���������� ������ ���� �� �� ��� � ��� ������� !� ��� ��� ����� ���� door een ILG-bijdrage van het Rijk.

De baten 2011 stijgen met € � ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� � �.�"� ���� door:

� Zie toelichting lasten.

Toelichting meerjarenraming

Lasten

In 2013 wordt voor de RGL West €�� ��� �� �� @������ ������� ��� ��� #� de voor de RGL

gereserveerde middelen). In 2014 stijgt dit budget met € ��� ��� �� ���€ ��� ��� �� �� 3�� ������#� ��

de Begroting opgenomen voor de mogelijke lagere BTW-compensatie.

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 266 5.000 9.000 13.000 83.500 76.585

Inkomsten 0 0 9.989 2.489 23.738 27.438

Saldo investeringen -266 -5.000 989 -10.511 -59.762 -49.147

Toelichting investeringen

De investeringsuitgaven en -inkomsten betreffen de RGL West en de Rijnlandroute, die de komende jaren

in de uitvoeringsfase komen.

Page 130: Concept begroting Zuid-Holland 2011

130

Speerpunt 3. IODS

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

3. Samenhangende

integrale

gebiedsontwikkeling

IODS

3.1. Plan van aanpak

Uitvoeringsorganisatie

vastgesteld

3.2. Uitvoeringsorganisatie

gestart met andere

IODS-partijen

is in

2010

afgerond

is in

2010

afgerond

Toelichting

De IODS-Adviescommissie heeft in het IODS-convenant afgesproken dat alle zes IODS-projecten

gelijktijdig en gelijkwaardig in uitvoering komen en dat de planning van de A4 Delft-Schiedam leidend is. Na

het Tracébesluit in 2010 kan in het tweede kwartaal van 2011 de uitvoering van de A4 starten. De planning

is conform de afspraken in Randstad Urgent. Alle IODS-projecten dienen in januari 2011 klaar te zijn voor

uitvoering. Dit gebeurt op basis van de bestuursovereenkomst IODS waarin de afspraken uit het IODS-

convenant verder zijn uitgewerkt.

Voor de komende jaren zijn de volgende doelstellingen geformuleerd, die uiterlijk in 2015 dienen te zijn

gerealiseerd:

� 100 ha nieuwe natuur;

� 1 ecopassage (in 2013 gereed);

� € 2,2 mln uitgegeven aan sanering glas;

� € 3,9 mln uitgegeven aan recreatieve verbindingen;

� € 2,4 mln uitgegeven aan programma groen ondernemen.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 601 1.623 10.365 330 374 332

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -601 -1.623 -10.365 -330 -374 -332

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Lasten (stijging €� ���

Voor de start van de uitvoering van het IODS-programma is €� ��� �� �� @������ ���� �������

voor subsidies.

Page 131: Concept begroting Zuid-Holland 2011

131

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met € 8,7 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De stijging komt

voornamelijk door:

� Lasten (stijging €* ���

Voor de verdere uitvoering van het IODS-programma is het subsidiebudget voor 2011 met € 9 mln

verhoogd.

� Apparaatslasten (daling €���� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

Toelichting meerjarenraming

Lasten

In 2011 is incidenteel €���� ��� ������ ���� �� �#��������

Investeringen Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven 0 600 800 700 456 0

Inkomsten 0 0 0 0 0 0

Saldo investeringen 0 -600 -800 -700 -456 0

Page 132: Concept begroting Zuid-Holland 2011

132

Speerpunt 4. Oude Rijnzone

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

4. Samenhangende

integrale gebieds-

ontwikkeling Oude

Rijnzone:

gezamenlijk met regio

en Rijk opstellen en

vaststellen uitvoerings-

programma in periode

2008-2020 en het

concretiseren van de

vastgestelde

transformatievisie voor

een aantrekkelijk woon-,

werk- en leefklimaat in

de Oude Rijnzone (uit

UPR);

oprichten uitvoerings-

organisatie;

besluitvorming over

investeringen infra-

structuur Oude Rijnzone

(RijnGouwelijn,

ongelijkvloerse kruising

N11, Maximabrug)

4.1. Onderhandeling/lobby

verbetering ontsluiting

HWN-OWN en plan-

studie aansluiting N11

4.2. Vaststellen 7 uitvoe-

ringsovereenkomsten

op basis van

uitvoeringsplannen

4.3. Herstructurerings-

plannen vastgesteld

4.4. Recreatieve routes en

groenstructuur (20 ha

RodS):

o besluitvorming

afgerond

o realisatie

4.5. Oprichting en besluit

deelname

gemeenschappelijke

regeling ORZ met

fonds

4.6. Besluit Integraal

ontwikkelingskader

ORZ

x

x

1

is in 2010

afgerond

x

is in 2010

afgerond

is in 2010

afgerond

10 ha

10ha

Toelichting

Samen met de regionale partners wil de provincie een kwaliteitsimpuls aan het gebied langs de Oude Rijn

geven door verstedelijking (wonen en werken) te koppelen aan infrastructuur en te verbinden met de groen-

blauwe structuur. Daarnaast moet worden voorzien in een (betere) recreatieve toegankelijkheid van dit deel

van het Groene Hart. Samen met de gemeenten werkt de provincie aan de herstructurering van 160 ha

bedrijventerreinen, verbetering van de infrastructuur (waaronder de verbetering van de aansluiting N11

Zoeterwoude), woningbouw en de recreatieve bereikbaarheid van het Groene Hart (fiets- en wandelpaden

en oeververbindingen over de Oude Rijn). In de samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd hoe deze

koppeling tussen verstedelijking, infrastructuur en groen-blauwe structuur plaatsvindt en hoe (al

vastgestelde) kwaliteitscriteria gehanteerd worden. In vervolg op de samenwerkingsovereenkomst in 2009

zijn een businesscase voor het uitvoeringsprogramma, een bedrijventerreinenstrategie voor de regio en

uitvoeringsplannen opgesteld. Gevolg gevend aan het principe 'eerst bewegen dan bouwen' zijn voor de

verbetering van de aansluiting op de N11 bij Zoeterwoude de MIRT-onderhandelingen in 2009 gestart.

Besluitvorming wordt voorzien in 2011 omdat Rijkswaterstaat heeft aangegeven nog geen financiële

afspraken te maken in 2010. Ook in de regio zijn nog geen financiële afspraken gemaakt. De stuurgroep

Oude Rijnzone, onder voorzitterschap van de projectgedeputeerde, bewaakt dit. Het Rijk heeft in het kader

van Randstad Urgent de aanvraag van Nota Ruimte-middelen voor de regio gehonoreerd en een

Page 133: Concept begroting Zuid-Holland 2011

133

beschikking afgegeven. In 2011 neemt de provincie deel in de gemeenschappelijke regeling (GR) die in de

tweede helft van 2010 van kracht zal geworden. De GR is verantwoordelijk voor de integrale uitvoering van

het programma. Deze GR zal een fonds beheren waarin onder meer de Nota Ruimte-middelen en € ��� ���provinciale middelen worden ondergebracht en deze middelen aan de clusters toedelen op basis van de in

2009 vastgestelde en in 2010 geactualiseerde businesscase en de daarop gebaseerde uitvoerings-

overeenkomsten.

De provincie participeert in de beoogde GR en faciliteert het programmabureau dat daarbij nodig is. Met de

GR krijgt de regionale samenwerking een meer verplichtend karakter. De GR werkt volgens een

ontwikkelingskader, spelregels en overeenkomsten over de uitvoering met de clustertrekkers.

4.1. Onderhandeling/lobby verbetering ontsluiting HWN-OWN en planstudie aansluiting N11

De onderhandeling/lobby voor verbetering ontsluiting is naar verwachting niet afgerond in 2010 en loopt

nog door in 2011.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.444 8.020 5.034 1.870 249 249

Baten 0 2.025 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.444 -5.995 -5.034 -1.870 -249 -249

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € 6,6 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Voor IRP subsidies UHB (bedrijventerreinen) is € � ��� �� �� @������ ���� �������� !�projectmanagementkosten stijgen met € �,5 mln.

� In 2010 is € � ��� ���������� ������ ���� �� �� ��� � ��� ������� !� ��� ��� ����� ���� door een ILG-bijdrage van het Rijk.

De baten 2010 zijn gestegen met € 2 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Zie toelichting lasten.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met € � ��� �� �"���� ��� �� 2�� �arsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� In 2010 is € � ��� ���������� ������ ���� �� �� ��� � ��� ������� !� ��� ��� ����� ���� door een ILG-bijdrage van het Rijk.

De baten 2011 dalen met € � ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !e daling komt hoofdzakelijk

door:

� Zie toelichting lasten.

Page 134: Concept begroting Zuid-Holland 2011

134

Toelichting meerjarenraming

Lasten

Van 2011 is incidenteel € ��� ��� ������ ���� �� ��� ����������� ���� =� ���� �� ����������€ 1,6 mln beschikbaar voor UHB-subsidies.

Speerpunt 5. PMR 750 ha

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

5.1. Actieve grondverwer-

ving Buytenland

(netto)

48 48 48 48 192 5. Realisatie 750 ha

nieuwe natuur- en

recreatiefunctie rondom

Rotterdam in 2021

(leefbaarheids-

doelstelling PMR)

provincie Zuid-Holland is

verantwoordelijk voor de

realisatie van het

deelproject Buytenland

(bruto 600 ha en

netto 480 ha)

5.2. Inrichting Buytenland

(doorlopend en

gefaseerd)

(netto)

48 48 48 336

Toelichting

PMR/750 ha is onderdeel van het nationale Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) en

complementair aan de aanleg van Maasvlakte 2. Het programma 750 ha wordt betaald uit een budget, dat

door de provincie Zuid-Holland wordt beheerd en dat bestaat uit bijdragen van het Rijk (80%), stadsregio

Rotterdam (10%), provincie Zuid-Holland en gemeente Rotterdam (beide voor 5%).

De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de realisatie van het project Buytenland (600 ha); de

gemeente Rotterdam is verantwoordelijk voor de realisatie van de projecten Vlinderstrik (100 ha) en

Schiezone (50 ha) en de stadsregio Rotterdam is verantwoordelijk voor de realisatie van de Groene

Verbinding. De uitvoering van de Planologische Kernbeslissing PMR is in 2005 geregeld in de

Uitwerkingsovereenkomst PMR/750 ha. Nadat de Tweede en Eerste Kamer eind 2006 hadden ingestemd

met de Planologische Kernbeslissing PMR is de uitvoering gestart. Het programma duurt 15 jaar tot en met

2021. De met het Rijk gemaakte afspraken over de prognoses inzake grondverwerving, inrichting en beheer

zijn vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma PMR/750 ha.

PMR Speerpunt provincie Zuid-Holland voor 2010: realisatie project Buytenland (600 ha)

In april 2010 heeft de gemeente Albrandswaard het bestemmingsplan Buytenland vastgesteld, behoudens

150 ha nader uit te werken gebied. De uitwerking wordt in februari 2011 vastgesteld. Daarna zal het proces

van grondverwerving een krachtige impuls krijgen met de dan te verkrijgen onteigeningstitel. De in het

plangebied Buytenland aanwezige dijken, de leidingenstraat en woningen hoeven niet te worden

verworven, waardoor het netto 480 ha betreft.

Page 135: Concept begroting Zuid-Holland 2011

135

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 18.997 20.301 16.392 16.705 17.034 12.206

Baten 17.766 19.031 16.194 16.517 16.848 12.020

Resultaat voor bestemming -1.231 -1.271 -198 -188 -186 -186

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� De uitvoeringskosten voor PMR/Midden-IJsselmonde stijgen met €��� ���� !� �#������-uitgaven voor

PMR/750 ha dalen met € ��� ����

De baten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� De baten voor PMR/Midden-IJsselmonde dalen met €��� ���� !� ���� �� EK3L ��� �� ��� ��� ��

€ 2,7 mln.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met € ��* ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ �voornamelijk

door:

� Lasten (daling € ��� ���

Voor PMR/Midden-IJsselmonde was in 2010 incidenteel € ��� ��� ������ ���� �� ������� ����De aankopen worden gedekt uit een rijksbijdrage. Het subsidiebudget voor PMR/750 ha stijgt in 2011

met € 0,2 mln. De lasten worden gedekt uit een rijksbijdrage.

� Apparaatslasten (daling €���� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten. De totale, over de

programma’s te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote daling is het gevolg van een

herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

De baten 2011 dalen met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ �voornamelijk

door:

� Zie toelichting lasten.

Toelichting meerjarenraming

Lasten en baten

In 2013 is incidenteel € 4,8 mln beschikbaar voor Midden-IJsselmonde en PMR/750. De lasten worden

gedekt uit een rijksbijdrage.

Page 136: Concept begroting Zuid-Holland 2011

136

Speerpunt 6. Samenhangende integrale gebiedsontwikk eling Kust

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

6.1. Integrale versterkings-

plannen zwakke

schakels vastgesteld

door GS voor Katwijk

(is de laatste)

6.2. Uitvoeringsplan

integrale ontwikkeling

Delflandse Kust

uitvoeren

x

x

x

x

x

6. Samenhangende

integrale gebieds-

ontwikkeling Kust

6.3. Uitvoering pilot

Zandmotor

x x

Toelichting

De integrale ontwikkeling en versterking van de kust heeft als onderdelen:

- versterken Zwakke Schakels;

- de Zandmotor;

- integrale ontwikkeling Delflandse Kust.

Het kustprogramma van de provincie Zuid-Holland heeft tot doel om de kust veilig te maken voor de huidige

en komende generaties. Deze doelstelling is in lijn met het advies van de nieuwe Deltacommissie

(commissie Veerman), waarin de Zandmotor als voorbeeld is genoemd. Daarnaast zorgt het

kustprogramma voor extra natuur- en recreatiegebied, waaraan in dit drukke deel van de Randstad grote

behoefte bestaat. Op die manier draagt het kustprogramma bij aan het verbeteren van het leef- en

vestigingsklimaat in de provincie Zuid-Holland voor burgers en bedrijven én de aantrekkelijkheid van deze

regio als vakantiebestemming. In 2011 wordt voor de laatste van de zwakke schakels, Katwijk, een

integraal versterkingsplan vastgesteld. Tevens wordt gestart met de uitvoering van het in 2009 vastgestelde

samenhangend uitvoeringsplan integrale ontwikkeling Delflandse kust. Ook de pilot Zandmotor gaat in 2011

de uitvoeringsfase in na een officiële starthandeling in december 2010.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 8.022 4.626 12.315 1.601 1.601 601

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -8.022 -4.626 -12.315 -1.601 -1.601 -601

Page 137: Concept begroting Zuid-Holland 2011

137

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gedaald met € 3,4 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� De projectmanagementkosten voor de uitvoering van het programma stijgen met €��� ���� 2� ��

Zandmotor zijn de lasten met €��* ��� �������� =� ���* �� �� �� !��.������

kust incidenteel

€ 5,2 mln uitgegeven.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� daling komt hoofdzakelijk

door:

� Lasten (stijging €��

8 mln)

Voor de subsidie van een fietspad wordt € � ��� �� �� @������ ���� �������. De subsidie-

uitgaven voor de Zandmotor stijgen met €��� ���� 2� �� #������� ��� �� !��.������ #� ���

€ 0,4 mln voor projectmanagementkosten in de Begroting 2011 opgenomen. De algemene

projectmanagementkosten voor het programma Kust dalen met € 0,8 mln.

� Apparaatslasten (daling €���� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

Toelichting meerjarenraming

Lasten

In 2012 is incidenteel €��� ��� �� �� H

andmotor, €��� ��� �� ��� ����������� ��� ��

€ 2 mln

voor een eenmalige subsidie voor een fietspad beschikbaar.

In 2013 is de laatste tranche ad €� ��� ������� �� �� H

andmotor.

Page 138: Concept begroting Zuid-Holland 2011

138

Speerpunt 7. Hof van Delfland

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014 Later

7. Integrale ontwikkeling

Hof van Delfland

7.1. Opstellen en vaststellen

regionale structuurvisie

(of masterplan)

7.2. Opstellen en vaststellen

businesscase Hof van

Delfland

7.3. Instellen structurele

samenwerkingsorgani-

satie (incl. beheer)

7.4. Uitvoeren

communicatieplan

7.5. Uitvoeren zes

versnellingsprojecten en

nieuwe kansrijke

initiatieven

is in

2010

afgerond

x

x

is deels

in 2010

afgerond

x

Toelichting

Binnen tien jaar wordt van het landelijk gebied tussen Den Haag, Zoetermeer, Rotterdam en de Nieuwe

Waterweg en de randen en uitlopers daarvan in het stedelijk gebied, een gevarieerd gebied van

internationaal landschappelijke en recreatieve allure gemaakt: Hof van Delfland. Dit is de ambitie van

17 partijen (twaalf gemeenten, twee stadsregio's, hoogheemraadschap van Delfland, provincie en Rijk).

De opgave is in 2010 verwoord en verbeeld in een ruimtelijke visie met vier sleutelopgaven die het kader

vormen voor een investerings- en uitvoeringsprogramma. De opgave komt inhoudelijk overeen met de vier

categorieën van de Zuidvleugelgroenstructuur uit de Provinciale Structuurvisie: provinciaal landschap,

regioparken, grotere eenheden stedelijk groen en groenblauwe verbindingen. Het provinciaal landschap

Midden-Delfland maakt onderdeel uit van Hof van Delfland.

Over de realisatie van deze opgave voert de provincie de regie. Dat doet ze door de samenwerking tussen

de 17 partijen te organiseren in visievorming en concrete uitvoering. Daarnaast wordt ook gestreefd naar

een structurele samenwerkingsorganisatie, het eenduidiger en efficiënter organiseren van het beheer van

het gebied en vermindering van bestuurlijke drukte.

Intussen moeten de door diverse partijen al ondernomen activiteiten die de kwaliteiten van het gebied

versterken, sneller tot zichtbare resultaten leiden. Speciale aandacht gaat uit naar (op dit moment) elf

versnellingsprojecten, waaronder Bonnenpolder, Groenzone Berkel-Pijnacker, Kwaliteitsprojecten IODS,

Oranjebuitenpolder, Regeling Landbouw met Natuurlijke Handicaps (voormalige Bergboerenregeling),

sanering verspreid glas in Midden-Delfland en nieuwe kansrijke initiatieven.

De Hof van Delflandraad fungeert als bestuurlijk overlegplatform en de Kerngroep als stuurgroep voor het

programma Hof van Delfland. De provincie is de voorzitter. Voor de verschillende producten zijn

bestuurders uit de raad als 'portefeuillehouder' aangesteld en werkgroepen geformeerd.

Page 139: Concept begroting Zuid-Holland 2011

139

In 2011 en volgende jaren wordt, als de Hof van Delflandraad daartoe in december 2010 besloten heeft, de

ontwikkelingsstrategie voor Hof van Delfland uitgevoerd. Afhankelijk van de besluitvorming wordt het

investeringsprogramma in 2011 nog verder uitgebouwd tot een businesscase. In elk geval zullen over de

voortschrijdende uitvoering regelmatig afspraken tussen partijen moeten worden gemaakt naarmate

projecten worden afgerond en nieuwe worden opgestart. Communicatieactiviteiten, waaronder

publiekscommunicatie, zijn gestart in 2009 en lopen in 2011 en volgende jaren door.

7.3. Instellen structurele samenwerkingsorganisatie (incl. beheer)

In de Begroting 2010 werd aangegeven dat de uitvoering van het communicatieplan alleen in 2010 zou

plaatsvinden. Het is echter een meerjarenplan, de uitvoering blijft doorlopen tot en met 2013. De uitvoering

van de zes versnellingsprojecten loopt door tot en met 2013 in verband met langer lopende individuele

planningen van de projecten.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 539 1.741 863 0 0 0

Baten 0 270 210 0 0 0

Resultaat voor bestemming -539 -1.471 -653 0 0 0

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Deze stijging betreft het budget voor de projectmanagementkosten.

Reguliere taken

a. Organiseren van projecten

b. Apparaatslasten

Page 140: Concept begroting Zuid-Holland 2011

140

Middeleninzet programma 5 Integrale ruimtelijke pro jecten

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Zuidplaspolder 2.537 1.969 964 544 542 542

As Leiden-Katwijk 131 2.140 2.310 1.477 11.986 25.221

IODS 601 1.623 10.365 330 374 332

Oude Rijnzone 1.444 8.020 5.034 1.870 249 249

PMR 750 ha 18.997 20.301 16.392 16.705 17.034 12.206

Samenhangende integrale gebiedsontwikkeling Kust

8.022 4.626 12.315 1.601 1.601 601

Hof van Delfland 539 1.741 863 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 510 32.270 40.420 48.243 22.526 31.786 39.150

Totaal speerpunten programma 5 32.270 40.420 48.243 22.526 31.786 39.150

Totaal reguliere taken programma 5 2.343 3.088 990 1.763 1.760 1.760

Totaal lasten 34.614 43.509 49.233 24.290 33.546 40.910

Baten

Zuidplaspolder 50 0 0 0 0 0

As Leiden-Katwijk 0 2.025 0 0 0 0

Oude Rijnzone 0 2.025 0 0 0 0

PMR 750 ha 17.766 19.031 16.194 16.517 16.848 12.020

Hof van Delfland 0 270 210 0 0 0

Totaal speerpunten productgroep 510 17.816 23.351 16.404 16.517 16.848 12.020

Totaal speerpunten programma 5 17.816 23.351 16.404 16.517 16.848 12.020

Totaal baten 17.816 23.351 16.404 16.517 16.848 12.020

Resultaat voor bestemming -16.798 -20.158 -32.829 -7.772 -16.698 -28.890

Reserves

Groene ambities (ILG/niet-ILG doelen) 50 0 0 0 0 0 RijnGouwelijn 0 0 0 0 10.000 13.700

IODS 0 1.000 10.086 0 0 0

Water/zwakke schakels 0 1.524 0 0 0 0

Zuidvleugelfonds/onderdeel Driehoek RZG 0 262 0 0 0 0

Projectmanagement IRP Zuidplaspolder 489 138 0 0 0 0

Bedrijventerreinen: IRP Oude Rijnzone 0 2.000 2.000 1.620 0 0

Hof van Delfland-Glastuinbouw 0 580 267 0 0 0

Reservering IRP's 0 1.428 0 0 0 0 Programmamanagement Kustontwikkeling 0 0 739 0 0 0 IRP Delflandse kust 0 0 400 0 0 0

Zandmotor 0 0 4.468 0 0 0 + Bijdrage uit reserve 539 6.932 17.960 1.620 10.000 13.700

Reservering IRP’s 10.864 0 0 0 0 0 Programmamanagement Kustontwikkeling 1.200 0 0 0 0 0 - Storting in reserve 12.064 0 0 0 0 0

Resultaat na bestemming -28.323 -13.226 -14.869 -6.152 -6.698 -15.189

Page 141: Concept begroting Zuid-Holland 2011

141

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten dalen met €��)) mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk door:

� Apparaatslasten (daling €��)) ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 5 heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

De totale, over de programma’s te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote daling is

het gevolg van een herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

Investeringen

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven

Speerpunten

As Leiden-Katwijk 266 5.000 9.000 13.000 83.500 76.585

IODS 0 600 800 700 456 0

Totaal speerpunten productgroep 510 266 5.600 9.800 13.700 83.956 76.585

Totaal speerpunten programma 5 266 5.600 9.800 13.700 83.956 76.585

Totaal uitgaven 266 5.600 9.800 13.700 83.956 76.585

Inkomsten

Speerpunten

As Leiden-Katwijk 0 0 9.989 2.489 23.738 27.438

Totaal speerpunten productgroep 510 0 0 9.989 2.489 23.738 27.438

Totaal speerpunten programma 5 0 0 9.989 2.489 23.738 27.438

Totaal inkomsten 0 0 9.989 2.489 23.738 27.438

Saldo investeringen -266 -5.600 189 -11.211 -60.218 -49.147

Page 142: Concept begroting Zuid-Holland 2011

142

Page 143: Concept begroting Zuid-Holland 2011

143

Programma 6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

Missie

"De provincie Zuid-Holland wil een overheid zijn die op een transparante manier en

met visie knopen doorhakt en besluiten daadkrachtig uitvoert"

Wat willen we bereiken?

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

% uitgevoerde besluiten

implementatie

programma PNS

0% 100%

% Europese subsidies

dat is verworven t.o.v.

de vastgestelde ambitie

(€�)�� ��� �� ��

periode 2007-2013

30%

(2008)

80% 90% 100% PM

1. Wij willen een krachtig

en slagvaardig bestuur

vormen dat heldere

keuzes maakt en deze

met verve uitdraagt en

tot uitvoering brengt

Mijlpalen projecten

Randstad Urgent voor

versnelde uitvoering

1. Hoeksche Waard

(thans Nieuw

Reijerwaard)

2. Flessenhalzen

A4-A12

Uitvoering

Uitvoering

Uitvoering

2. De efficiency en

effectiviteit van de

uitvoering van het

beleid nemen toe als

de administratieve

lasten voor burgers en

bedrijven dalen. De

door de provincie

veroorzaakte

administratieve lasten

zijn in 2011 met 25%

verminderd

Reductie van

interbestuurlijke en

administratieve lasten

€ 34,5 mln -25%

3. Slagvaardige en

bestuurskrachtige

gemeenten, regio’s en

waterschappen

dragen bij aan een

daadkrachtig

openbaar bestuur

Afspraken gemaakt met

gemeenten en regio’s

over bestuurskracht-

metingen en

bestuurlijke toekomst

(streefwaarde: 90% in

2012)

5%

(2007)

80%

90%

Page 144: Concept begroting Zuid-Holland 2011

144

Maatschappelijk doel Indicator Nulmeting 2011 2012 2013 2014

4. Helderheid en

duidelijkheid over het

provinciaal ruimtelijk

beleid en hoe de

provincie dit wil

realiseren volgens de

nieuwe Wet op de

ruimtelijke ordening

Percentage reactieve

aanwijzingen die de

provincie indient op het

totaal van de

gepubliceerde

gemeentelijke

bestemmingsplannen

Vaststellen

structuur-

visie

(2010)

max. 5% max. 5% max. 5% max. 5%

Toelichting

Het middenbestuur is al jaren onderwerp van discussie, maar gedurende deze collegeperiode lijkt het debat

heviger dan ooit. Al bij de afgelopen Statenverkiezingen werden nut en noodzaak van de provincies in de

media gethematiseerd. Vervolgens werd gepubliceerd over ‘het opgeblazen bestuur’, pleitte de VNG voor

sluiting van de provinciale huishouding, suggereert Hans Weijers de provincies op te heffen, verschijnen

met grote regelmaat artikelen over de vermeende of feitelijke provinciale rijkdom, onttrekt het Kabinet eerst

€��� ��� ��� �� ���������� �������� � ��������� �� E�������.��� ����. ���� ��#�#����� ������ �

te korten met € ��� ���� !������� �� �� �� ��������������������� 4������ ����� �� �� �������bestuur, in april 2010 een verstrekkend advies uitgebracht. Naast twee scenario’s voor de lange termijn

wordt voorgesteld om op korte termijn nog eens jaarlijks zo’n € ��� ��� � ��� � �� E�������.���� G�nieuwe Kabinet zal hierover knopen moeten doorhakken.

In maart 2008 heeft de commissie Lodders een advies uitgebracht over een vernieuwing van het profiel van

de provincies en de daarvoor benodigde decentralisaties. De hoofdlijnen daarvan zijn overgenomen in het

bestuursakkoord dat de provincies met het Kabinet hebben gesloten. De lijn die daarin is bepaald is helder:

provincies moeten een eenduidiger en slanker takenpakket kiezen. In de beperking zullen de provincies

zich meester moeten tonen.

Daadkrachtig en slagvaardig bestuur van de provincie

Provincie Nieuwe Stijl

In deze lijn heeft de provincie Zuid-Holland het programma Provincie Nieuwe Stijl (PNS) gepresenteerd.

Daarin is benoemd hoe de hoofdtaken versterkt moeten worden en de overige taken herijkt, overgedragen

of beëindigd. Door de kritische herijking van positie, rol en takenpakket ontstaat een helder provinciaal

profiel. De hoofdtaken liggen vooral op het terrein van bovengemeentelijke verdelingsvraagstukken in de

fysieke ruimte (planning en ordening) en in het bijeenbrengen van partijen zodat deze gezamenlijk

maatschappelijke vraagstukken kunnen oppakken (coördinatie en geschilbeslechting).

In lijn met de voortgangsrapportages Provincie Nieuwe Stijl 2009 en 2010 ligt de focus in 2011 op de

versterking van de provinciale kerntaken. De concentratie ligt, in lijn met het advies van de commissie

Lodders, op de ruimtelijke omgevingstaken inclusief de bijbehorende cultuurtaken (het zogenaamde

integrale omgevingsbeleid) en de wettelijke taken ten aanzien van sociaal-maatschappelijke vraagstukken

(jeugdzorg en tweedelijnondersteuning van gemeenten). De herijkingen, afbouw en overdracht van taken

worden conform de planning geïmplementeerd.

Page 145: Concept begroting Zuid-Holland 2011

145

Naast de focus op het versterken van de hoofdtaken, implementatie van de organisatorische gevolgen en

de bijbehorende veranderingen in bestuurlijk en ambtelijk handelen, wordt tegelijk verder gewerkt aan het

verminderen van de bestuurlijke drukte, aan het verbeteren van de dienstverlening, aan het verminderen

van de administratieve lasten (25% minder in 2011) en de herijking van het interbestuurlijk toezicht.

EU-verband

Europese wet- en regelgeving en subsidies spelen een toenemende rol bij de realisatie van provinciale

ambities. Daarom voeren we, zoveel mogelijk in P4-verband, een gerichte lobby om Europees beleid te

beïnvloeden en proberen we optimaal gebruik te maken van de kansen die Europa biedt. Dit kan onder

andere worden gemeten aan de hand van de mate waarin de provincie erin slaagt Europese subsidies te

verwerven. Er bestaan diverse Europese subsidieprogramma’s voor de periode 2007-2013 die

mogelijkheden bieden voor projecten op het grondgebied van Zuid-Holland. Een ambitie van te verwerven

Europese subsidies van €�)�� ��� ������ �� ECE

-subsidies) is vastgesteld. Tot en met eind 2009 is een

bedrag van €���* ��� ��� 5#����� �#������� �������� �����

met partners binnen de provincie

(48% van de geformuleerde ambitie). Het steunpunt Europese subsidies van de provincie speelt hierbij een

actieve, sturende rol.

In 2011 begint tevens de lobby voor de nieuwe begrotingsperiode van de EU (na 2013). We zullen moeten

tonen hoe de projecten en programma’s bijdragen aan het bereiken van Europese en provinciale

doelstellingen.

Randstad Urgent

Het programma Randstad Urgent (RU) is opgesteld om met bestuurlijke daadkracht versneld uitvoering te

kunnen geven aan Randstedelijke projecten. Voor de projecten zijn mijlpalen benoemd als randvoorwaarde

om met de projecten te kunnen starten. Op hoofdlijnen wordt gestuurd op de mijlpalen studie, financiële

dekking, bestuurlijke afspraken en uitvoering. De mijlpaal financiële dekking is bereikt als alle partijen

afspraken hebben gemaakt over de verdeling van de kosten respectievelijk de bijdragen. De mijlpaal

kabinetsbesluit is bereikt als het Kabinet het besluit tot uitvoering heeft geaccordeerd of als er een

bestuursovereenkomst is afgesloten. De mijlpaal uitvoering is bereikt als de uitvoering feitelijk kan

beginnen, nadat eventuele bezwaarprocedures zijn afgerond. Op het moment dat de uitvoering van start

gaat, wordt het project van de RU-projectlijst afgevoerd. Het doel, de versnelde uitvoering, is dan bereikt.

Zo zijn de projecten (Hoeksche Waard alternatief Nieuw Reijerwaard, Flessenhalzen A4-A12 en

Waterveiligheid Centraal Holland) uit het RU-programma afgevoerd omdat ze in de uitvoeringsfase terecht

zijn gekomen.

Randstad Urgent is een programma van het huidige demissionaire Kabinet. De provincie/regio gaat er

echter van uit dat het programma in een of andere vorm doorgaat in de volgende kabinetsperiode. Om dit te

bevorderen worden er door de provincie Zuid-Holland samen met andere regionale partners

ambtelijke/bestuurlijke signalen voorbereid/afgegeven aan onder andere de kabinets(in)formateur. De

projecten gaan ook zonder de hulp van het RU-programma gewoon door, vandaar dat er ook prestaties in

latere jaren zijn benoemd. Het totale RU-programma bestaat op dit moment uit 22 projecten. De provincie

Zuid-Holland is trekker van drie projecten: A4 Delft-Schiedam, Integrale Benadering Holland-Rijnland en het

OV-bureau Randstad. Het OV-bureau Randstad is opgericht en heeft een OV-visie opgesteld.

De projecten A4 Delft-Schiedam en Integrale Benadering Holland Rijnland naderen de uitvoeringsfase:

A4 Delft-Schiedam: de tervisielegging van de tracénota heeft plaatsgevonden en de bestuursovereenkomst

wordt voorbereid;

Integrale benadering Holland-Rijnland: de uitwerking van het voorkeursbesluit inclusief Kengetallen Kosten

Baten Analyse (KKBA) is gereed en er zijn afspraken gemaakt over een gefaseerde aanpak, alleen de

financiering is nog niet rond.

Page 146: Concept begroting Zuid-Holland 2011

146

Vermindering administratieve lastendruk

Het Rijk en de provincies hebben in het Bestuursakkoord 2009-2011 afgesproken de administratieve lasten

met 25% te verminderen. De provincie Zuid-Holland heeft deze afspraak verankerd in haar programma

Provincie Nieuwe Stijl. Om te onderzoeken of de genomen maatregelen daadwerkelijk een vermindering

van administratieve (en interbestuurlijke) lasten tot gevolg hebben, wordt jaarlijks de hoogte van de

administratieve (en interbestuurlijke) lasten gemonitoord. Een derde monitoring heeft plaatsgevonden over

de jaarschijf 2009. Het resultaat van de activiteiten rond administratieve en interbestuurlijke lasten is 19%

reductie ten opzichte van 2005. De monitor over de jaarschijf 2010 zal eind 2010 starten.

Daadkrachtig en slagvaardig bestuur binnen de provin cie

Bestuurskracht

Maatschappelijke ontwikkelingen dwingen het Rijk, provincies en gemeenten om te reageren en te blijven

voldoen aan de wensen van de burgers. De burgers eisen steeds meer kwaliteit van de overheid. De

provincie vindt met de gemeenten en het Rijk dat de bestuurskracht van een gemeente op orde moet zijn.

Gemeenten moeten zelf kritisch zijn op hun functioneren en hun positie in de huidige dynamische

samenleving.

In maart 2009 hebben Provinciale Staten de nota Samenwerken aan de kwaliteit van het lokaal bestuur

vastgesteld. Op basis van deze nota hebben GS een convenant gesloten met de VZHG om ervoor te

zorgen dat alle Zuid-Hollandse gemeenten periodiek en in regioverband bestuurskrachtonderzoeken laten

doen in de periode tot 2012. Daarmee vinden onder gezamenlijke regie van de VZHG en de provincie

bestuurskrachtmetingen plaats. GS passen bij gemeenten een stappenplan toe om de kwaliteitsslag

verbetering lokaal bestuur te realiseren en GS voeren de beleidsintenties uit het Coalitieakkoord uit. Dat

doen GS door afspraken te maken met het lokaal bestuur over periodieke bestuurskrachtmetingen in

regionaal verband en door over de resultaten van die metingen vervolgstappen af te spreken.

Veiligheid

Veiligheid staat hoog op de agenda als het gaat om welzijn en welbevinden van burgers. De burger vraagt

om 'veiligheid' en spreekt de overheid aan op het creëren van een veilige leefomgeving. In het voorkomen

en bestrijden van rampen en crises hebben Rijk, provincie en gemeenten een primaire verantwoordelijk-

heid. In 2010 zullen de veiligheidsregio’s hun nieuwe wettelijke taken moeten uitvoeren. De CdK zal hierin

een toezichthoudende rol gaan vervullen. Daarnaast hebben ook andere overheidsorganen (zoals

milieudiensten en waterschappen), het bedrijfsleven en de burger hun eigen verantwoordelijkheid. De

bestuurlijke afstemming blijft onder de Wet veiligheidsregio’s complex en vraagt om constante aandacht.

Daarbij heeft iedereen verantwoordelijkheden op zijn eigen schaalniveau in de samenleving; de provincie

vooral op het bovenregionale niveau. In een gebied als Zuid-Holland waar de druk op de beschikbare

ruimte groot is, kunnen risico's niet altijd worden vermeden. Er moeten dan keuzes worden gemaakt om

deze te beheersen of te accepteren. Hierin heeft de provincie (naast andere partijen) een kaderstellende en

regisserende rol.

Page 147: Concept begroting Zuid-Holland 2011

147

Ruimtelijke kaders

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in 2008 in werking is getreden, leidt tot een aantal veranderingen in

de taken en bevoegdheden van de provincie. De provincie moet duidelijk en helder aangeven in de

structuurvisie wat de ruimtelijke kaders zijn. Vervolgens kan hier op gestuurd worden met het nieuwe

instrumentarium. De provincie kan en gaat hiermee daadkrachtiger en uitvoeringsgerichter optreden in

ruimtelijke ordening én ontwikkeling. Na het vaststellen van de Provinciale Structuurvisie in 2010 wil de

provincie een traject van continue visievorming starten. Ook het werken met de onderzoeksagenda volgt uit

de structuurvisie. Op 1 januari 2010 zijn de digitale bepalingen uit de Wro in werking getreden. Dit betekent

niet alleen dat de gemeentelijke bestemmingsplannen digitaal beschikbaar gesteld en raadpleegbaar

gemaakt moeten worden, maar dat dit ook voor de eigen provinciale ruimtelijke instrumenten (de

structuurvisie, de verordening, inpassingsplannen, proactieve en reactieve aanwijzingen) geldt.

610 Daadkrachtige en uitvoeringsgerichte provincie Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Actieprogramma Provincie Nieuwe Stijl

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1. Actieprogramma PNS:

- verminderen

bestuurlijke drukte

- herijken interbestuur-

lijk toezicht

- concentratie op

hoofdtaken

- verbeteren dienst-

verlening, deregu-

lering en lasten-

vermindering

- vergroten zicht-

baarheid

1.1. % uitgevoerde besluiten

Implementatieprogramma

PNS

100%

Toelichting

Vergroten Zichtbaarheid

De activiteiten die zijn opgenomen in de Communicatiekoers voor deze collegeperiode zijn in uitvoering. De

communicatie van de provincie draagt bij aan de zichtbaarheid en het vestigen van het gewenste beeld met

de kenmerken transparant, uitvoeringsgericht, daadkrachtig en slagvaardig. Verdieping en focus wordt

aangebracht door het maken van een corporate story, 'het grote verhaal van de provincie Zuid-Holland', en

een goed communicatieplan voor de evaluatie van de collegeperiode.

Page 148: Concept begroting Zuid-Holland 2011

148

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.073 2.179 1.815 1.056 1.056 1.056

Baten 265 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.807 -2.179 -1.815 -1.056 -1.056 -1.056

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De baten en lasten vertonen geen significante verschillen.

Speerpunt 2. Versterken strategische positie in EU- verband

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

2.1. Te verwerven Europese

subsidies voor provinciale

speerpunten (excl. POP)

€�

5 mln €�

2 mln € 6 mln PM 2. Versterken strategische

positie in EU-verband:

actieve beïnvloeding

Europese regelgeving

& ‘binnen halen’

middelen uit Europese

structuurfondsen

2.2. Mate waarin de provincie

Europa-proof is:

a. Europa is bestuurlijk en

ambtelijk goed belegd

b. beleid en uitvoerings-

programma’s bevatten een

duidelijke Europese

paragraaf

c. aanwezigheid van een

actueel plan van aanpak

voor prioritaire Europese

dossiers

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Toelichting

Binnen de vastgestelde kaders uit de nota ‘Provincie Zuid-Holland in Europa; van ambitie naar invloed

2008-2011’ zal op een beperkt aantal prioritaire dossiers onder meer met partners in Randstadverband een

gerichte lobby in Brussel worden gevoerd en nemen we deel aan strategische Europese netwerken. In lijn

met de Europese beleidscyclus wordt hierover gerapporteerd. In 2011 wordt, met een nieuw college van

GS, ook een nieuw meerjarig beleidskader opgesteld.

Op het gebied van Europese subsidies heeft het Steunpunt Europese subsidies Zuid-Holland een stevige

positie verworven in het adviseren en begeleiden van partijen uit onze provincie om effectief gebruik te

maken van beschikbare Europese subsidies. Jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang.

Om de strategische positie van de provincie richting de Europese instituties in Brussel en richting de

Europese subsidieprogramma’s te versterken wordt actief gewerkt aan verdere professionalisering van de

organisatie. Onze ambitie is toe te werken naar een excellent niveau in 2011: dit betekent dat we op alle

Page 149: Concept begroting Zuid-Holland 2011

149

relevante beleidsterreinen adequaat en proactief inspelen op ontwikkelingen uit Brussel en maximaal

gebruikmaken van de mogelijkheden die Europese subsidieprogramma’s bieden.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.503 1.447 1.170 1.162 1.162 1.162

Baten 0 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.503 -1.447 -1.170 -1.162 -1.162 -1.162

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 en verschil Begroting

na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De baten en lasten vertonen geen significante verschillen.

Speerpunt 3. Veiligheid

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

3. Provinciaal, regionaal

en lokaal bestuur zijn

toegerust op het

voorkomen en

bestrijden van rampen

en crises en op

handhaving van de

openbare orde

3.1. Integrale veiligheid:

uitvoering Veiligheidsagenda

3.2. Vastleggen afspraken met de

4 veiligheidsregio's over

borging informatiepositie

CdK

3.3. Omzetten Provinciaal

Coördinatiecentrum in

informatieknooppunt bij

rampen en crises (PCI) om

te komen tot borging van de

informatiepositie van de CdK

x

prestatie-

indicator

geldt voor

2010

prestatie-

indicator

geldt voor

2010

x

x

Toelichting

In 2008 hebben GS vastgesteld hoe het provinciale veiligheidsbeleid wordt voortgezet (Veiligheidsagenda

2008-2011). De provincie wil bereiken dat provinciaal, regionaal en lokaal bestuur zijn toegerust op het

voorkomen en bestrijden van rampen en op handhaving van de openbare orde. Tevens wil de provincie

bereiken dat veiligheidsaspecten in een zo vroeg mogelijk stadium van de ruimtelijke ontwikkeling worden

afgewogen, waardoor meer vanuit een risicobenadering (dus proberen te voorkomen dat een ramp

ontstaat) en minder vanuit een repressieve benadering (hoe op te treden bij een daadwerkelijke ramp)

wordt gewerkt. Uit analyse van de risico's voor de provincie Zuid-Holland blijkt dat de kans op een

grootschalige overstroming relatief gering is, maar dat de fysieke gevolgen en de maatschappelijke

ontwrichting enorm zijn als het gebeurt. Om dit risico te beheersen en de mogelijke gevolgen te

Page 150: Concept begroting Zuid-Holland 2011

150

verminderen is het noodzakelijk om het beleidsterrein waterveiligheid te integreren met andere

beleidsterreinen (zoals ruimtelijke ordening).

De provinciale taken op het gebied van de rampenbestrijding hangen samen met de uitwerking van de Wet

veiligheidsregio’s en het rapport van de Commissie Oosting. Op 1 oktober 2010 treedt de Wet

veiligheidsregio’s in werking. Door deze wet verandert de rol van de Commissaris van de Koningin (CdK) in

het veiligheidsdomein wezenlijk. Zo houdt de CdK in de warme fase toezicht op de bestuurlijke

samenwerking tijdens incidentbestrijding en kan hij bij incidenten van meer dan plaatselijke betekenis een

aanwijzing geven. Tijdens de koude fase houdt de CdK toezicht op de veiligheidsregio’s. Dit doet hij samen

met de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV). Een algemene aanpak over de nieuwe rol en positie

van de CdK ingevolge de nieuwe Wet veiligheidsregio’s is inmiddels beschreven; 2010 wordt gebruikt om

het toezicht door de CdK in Zuid-Holland concreet in te vullen. Er is een interprovinciale werkgroep

ingesteld, waar Zuid-Holland deel van uitmaakt, die samen met de IOOV een afstemmingsdocument

opstelt. In dit document worden de afspraken beschreven over de afstemming, samenwerking en

informatie-uitwisseling tussen de IOOV en de CdK in het kader van het toezicht. De omzetting van

Provinciaal Coördinatiecentrum (PCC) in informatieknooppunt bij rampen en crises (PCI) is per 9 juli 2010

gerealiseerd. De provincie blijft overigens verantwoordelijk voor invulling van haar rampen- en crisistaken in

de functionele kolom, bijvoorbeeld op het gebied van milieu (smog, bodemverontreiniging) en (hoog)water.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.490 1.683 1.490 1.479 1.479 1.479

Baten 34 0 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming -1.456 -1.683 -1.490 -1.479 -1.479 -1.479

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De baten en lasten vertonen geen significante verschillen.

Page 151: Concept begroting Zuid-Holland 2011

151

Speerpunt 4. Implementatie Wabo/TUM door milieudiens ten

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

4. Implementatie

omgevingsvergunning/

toekomstige uitvoering

milieutaken (TUM) door

milieudiensten

4.1. PZH voert de Wet algemene

bepalingen omgevingsrecht

(Wabo) uit

4.2. Uitvoeringsprogramma TUM

uitgevoerd

- Omgevingsdienst ZHZ

operationeel

- Taken DCMR

geoperationaliseerd

- Omgevingsdienst

Haaglanden operationeel

- Omgevingsdienst Midden

Holland operationeel

- Omgevingsdienst West

Holland operationeel

- Eenheid kaderstelling,

beleid en opdrachtgever-

schap gevormd

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

Toelichting

Met de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 zal de implementatie van de Wabo in het

volgende begrotingsjaar zijn afgerond. 2011 zal in het teken staan van de reguliere uitvoering van de Wabo

en de ervaringen die in dat kader worden opgedaan met het digitaal portaal en de dienstverlening aan

burgers en bedrijven en de samenwerking in de uitvoering met gemeenten, RUD’s en Waterschappen. De

reguliere uitvoering en de budgetten zijn onderdeel van de reguliere taak Uitvoering grijze en blauwe

wetgeving van productgroep 140, programma 1.

Voor TUM is het uitgangspunt om in de provincie Zuid-Holland in iedere veiligheidsregio een regionale

uitvoeringsdienst te vormen, met uitzondering van Hollands Midden. Als gevolg van het 'bottom up' proces

worden in Hollands Midden twee regionale uitvoeringsdiensten gevormd. De provincie wil maximaal haar

uitvoeringstaken op het gebied van milieu en bodem inbrengen, tenzij anders wordt besloten omwille van

bestuurlijke, financiële of taakinhoudelijke redenen. De volgende regionale uitvoeringsdiensten worden in

Zuid-Holland gevormd:

- Zuid-Holland Zuid (1 januari 2011)

- West Holland (1 juli 2011)

- Midden Holland (1 januari 2012)

- Rijnmond (DCMR en ISGO) (1 januari 2011)

- Haaglanden (1 januari 2012)

Page 152: Concept begroting Zuid-Holland 2011

152

In principe participeren alle gemeenten in de vijf te vormen regionale uitvoeringsdiensten. Alleen in West

Holland is van de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Noordwijkerhout, Lisse en Voorschoten onzeker of zij er

vanaf de start van de RUD bij zijn. Voor Goeree-Overflakkee worden nog afspraken gemaakt dat het ISGO

later toetreedt tot Rijnmond. Overigens is er ook met deze gemeenten wel een intensieve regionale

samenwerking.

De provincie blijft verantwoordelijk voor een integrale beleidsontwikkeling op het gebied van milieu en

bodem. De provincie voert bovendien de regie op de beleidsuitvoering door beleidsprogrammering en

monitoring. De centrale taken vormen een stevig geheel met voldoende kritische massa en deskundigheid

om de bovenstaande provinciale rollen in te vullen. De centrale taken worden binnen een beleidsdirectie

van de provincie gepositioneerd. De gewenste organisatievorm en positionering in de organisatie worden

uitgewerkt en geïmplementeerd.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 2.204 5.765 12.396 5.488 3.272 631

Baten 25 0 0 687 1.748 1.748

Resultaat voor bestemming -2.179 -5.765 -12.396 -4.801 -1.524 1.117

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met € 3,6 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Vorming uitvoeringsdiensten (stijging € ��) ���

Bij de Voorjaarsnota 2010 is, met inachtneming van motie 200, voor het jaar 2010 € ��) ��� ������voor de vorming van de RUD’s.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met € 6,6 mln ten opzichte van de Begroting 2010. De stijging komt voornamelijk

door:

� Vorming uitvoeringsdiensten (stijging € 8 mln)

Bij de Voorjaarsnota 2010 is, met inachtneming van motie 200, voor het jaar 2010 € ��) ��� ������voor de vorming van de RUD’s. In de Begroting 2011 is een bedrag opgenomen voor de verdere

implementatie van de verzelfstandiging.

� Implementatie Wabo (daling €���� ���

In oktober 2010 zal de Wabo in werking treden. De implementatie zal tijdig zijn afgerond en de

incidentele middelen voor de implementatie zijn dan besteed waardoor deze lasten niet meer

terugkomen in 2011.

� Apparaatslasten (daling €��)� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een daling van de lasten.

Page 153: Concept begroting Zuid-Holland 2011

153

Speerpunt 5. Actieve inzet Wro-instrumentarium (w.o . PSV)

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

5. Actieve inzet nieuw

Wro-instrumentarium

(w.o. structuurvisie)22

5.1. Structuurvisie (incl.

ontwikkelingsstrategie) en

verordening vastgesteld

5.2. Tweejaarlijks het uitvoerings-

programma en daaraan

gerelateerde verordeningen

opstellen en uitvoeren

5.3. Zonodig partiële herziening

structuurvisie en verordening

is in 2010

afgerond

x

x

Toelichting

In juli 2010 hebben PS de Provinciale Structuurvisie (Visie op Zuid-Holland) vastgesteld voor de periode

2010-2020. Daarin zijn voor verschillende beleidsterreinen de ruimtelijke beleidskaders opgenomen. Ook is

aangegeven hoe de structuurvisie wordt uitgevoerd en welke instrumenten worden ingezet. Tegelijk met de

structuurvisie is de verordening vastgesteld. In de Uitvoeringsagenda 2010-2020 (is onderdeel van de

structuurvisie) zijn de acties voor de korte termijn opgenomen. In tegenstelling tot hetgeen hierboven in de

tabel is vermeld, zal het uitvoeringsprogramma jaarlijks worden herijkt en worden bijgesteld. Vanaf 2011

zijn er jaarlijks partiële herzieningen van de structuurvisie en/of de verordening mogelijk, indien ruimtelijke

ontwikkelingen, bijvoorbeeld voortvloeiend uit de onderzoeksagenda of uit een regionale structuurvisie,

hierom vragen. Overigens wordt opgemerkt dat het Wro-instrument 'inpassingsplan' sedert de invoering van

de nieuwe wetgeving een aantal malen is ingezet. Hoewel er inmiddels sprake lijkt te zijn van een

stabilisatie, kan niet worden uitgesloten dat dit instrument in de toekomst vaker zal worden ingezet.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 1.176 1.659 3.605 3.572 3.572 3.572

Baten 0 9 9 9 9 9

Resultaat voor bestemming -1.176 -1.650 -3.596 -3.563 -3.563 -3.563

22 In de Begroting 2008 heette dit product Nieuw WRO instrumentarium. Met de wetswijziging is wat voorheen de nWRO was

nu de Wro (in de nieuwe wet schrijf je alleen de eerste letter met een hoofdletter).

Page 154: Concept begroting Zuid-Holland 2011

154

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Actieve inzet Wro-instrumentarium (stijging €���� ���

Deze stijging houdt hoofdzakelijk verband met het feit dat in 2009 sprake is geweest van een

onderbesteding van €��� ��� ��� ����� ��� �� ��������� ��� ���� ������� ��� �� ���������� ���

de PSV en het Uitvoeringsprogramma.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 stijgen met € 1,95 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De stijging komt

voornamelijk door:

� Apparaatslasten (stijging €��*� ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor dit speerpunt heeft dit geleid tot een stijging van de lasten. De totale, over de

programma’s te verdelen kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven. De grote stijging is het gevolg van een

herverdeling tussen programma’s en productgroepen.

Speerpunt 6. Programma Randstad Urgent

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

6. Randstad Urgent 23 6.1. Bestuurlijke inzet PZH voor

RU halfjaarlijks evalueren en

bijstellen d.m.v.

voortgangsrapportage

6.2. Bestuurlijke inzet vastgesteld

specifiek voor de 9 RU-

projecten24 waarvan Zuid-

Holland trekker is en de

14 RU-projecten waarbij

Zuid-Holland in financiële of

beleidsmatige zin een rol

heeft als belanghebbende

6.3. Uitvoeringsafspraken

Groene Hart uitvoeren

6.4. Evaluatie bestuurlijke

samenwerking Zuidvleugel

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

23 Voorheen Urgentieprogramma Randstad genoemd. 24 Het aantal projecten waarvan Zuid-Holland trekker is of als belanghebbende een rol heeft is inmiddels gewijzigd. Gezien

het meerjarige karakter van de Begroting kan de indicator niet meer worden aangepast.

Page 155: Concept begroting Zuid-Holland 2011

155

Toelichting

In het programma Randstad Urgent (RU) heeft het huidige demissionaire Kabinet een nieuwe manier van

werken gepresenteerd om de kernproblemen van de Randstad op te lossen. Die kernproblemen zijn:

onvoldoende doorzettingsmacht in besluitvorming en ontoereikende bereikbaarheid, leefkwaliteit en

ontwikkeling van economische clusters. In het programma RU worden voorstellen gedaan om slagkracht en

snelle besluitvorming te organiseren met betrekking tot specifieke projecten die voor de ontwikkeling van de

Randstad cruciaal zijn. De provincie Zuid-Holland voert namens de Randstad enkele projecten uit en werkt

daarnaast actief mee aan een slagvaardige organisatie van de Randstad als geheel. De provincie/regio

gaat ervan uit dat het programma in een of andere vorm in de volgende kabinetsperiode door zal gaan. Om

dit te bevorderen worden er door de provincie samen met de andere regionale partners ambtelijke/bestuur-

lijke signalen voorbereid/afgegeven aan onder meer de kabinets(in)formateur.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 703 1.432 979 979 979 979

Baten 269 909 455 455 455 455

Resultaat voor bestemming -434 -524 -524 -524 -524 -524

Reguliere taken

a. Samenwerkingsverband (w.o. IPO)

b. Beleidscoördinatie en Public Affairs

c. Uitvoering van de Wro en regeling Ruimte voor Ruimte

d. Strategische watercommunicatie

e. Communicatieadvies

f. Leren voor duurzame ontwikkeling

g. Ruimtelijke programma’s

h. Onderzoeksagenda ruimte

i. Uitbouwen digitale informatievoorziening

j. Provinciale Planologische Commissie (PPC)

k. Kabinetszaken

l. Kwaliteit van het lokaal bestuur

m. Interactieve media

n. Financieel Toezicht en Archiefinspectie

o. Internationaal beleid

p. Onderzoeken Eenheid Audit en Advies

q. Algemene kosten dagelijks bestuur

r. Beleidscoördinatie RO

s. Apparaatslasten

t. Kapitaallasten

Page 156: Concept begroting Zuid-Holland 2011

156

Provinciale belangen zullen worden ingebracht in planvormingstrajecten van derden door middel van

toepassing van het Wro-instrumentarium (zienswijzen, reactieve aanwijzingen, verordeningen). Indien aan

de orde zullen inpassingsplannen worden opgesteld. De Ruimte voor Ruimteregeling is in de Verordening

Ruimte opgenomen.

Als onderdeel van de Uitvoeringsagenda structuurvisie benoemt de eerste onderzoeksagenda Ruimte de

belangrijkste te onderzoeken opgaven voor de provinciale ruimtelijke ontwikkeling. Hierbij staan de

toepassingsgerichte kennisontwikkeling en -deling centraal. Door een tweedeling in onderzoeks- en

beleidsagenda worden structuur en overzicht gecreëerd. De beleidsagenda gaat over lopende trajecten tot

en met 2011. De onderzoeksagenda richt zich op provinciale kennisontwikkeling ten behoeve van de

implementatie van bestaand en voorbereiding van toekomstig strategisch ruimtelijk beleid.

De Provinciale Planologische Commissie (PPC) heeft tot taak het overleg met, en de afstemming tussen,

Rijk, provincie, gemeenten/regio's en waterschappen vorm te geven voor zover het gaat om

beleid(svoornemens) met (mogelijke) ruimtelijke implicaties. De PPC richt zich daarbij op het afstemmen

van de onderlinge belangen. In P4-verband wordt gewerkt aan een werkplan om de Randstadsamenwerking een nieuwe impuls te

geven. De provincie Flevoland heeft daarin het initiatief. De samenwerking met de provincie Hebei en Sjanghai Pudong in China wordt eind 2010 geëvalueerd. De

uitkomst wordt bezien in het kader van het promotie- en acquisitiebeleid van de provincie. Op basis hiervan

zal een voorstel worden gedaan voor het vervolg.

Bewaken van een gezonde financiële positie van 72 onder toezicht staande gemeenten en circa

60 gemeenschappelijke regelingen. Ramingen in de gemeentebegrotingen van het dividend per aandeel

zijn, als gevolg van teruglopende winsten van nutsbedrijven, een aandachtspunt bij de beoordeling van de

financiële positie van gemeenten.

620 Provinciale Staten en Griffie

Wat gaan we daarvoor doen?

Provinciale Staten bestaan uit 55 Statenleden. Zij worden bij de uitoefening van hun taken in de breedst

mogelijke zin ondersteund door de Statengriffie. Provinciale Staten bestaan nu uit elf politieke fracties.

Op 2 maart 2011 vinden de provinciale verkiezingen plaats. Het aantal fracties kan hierdoor veranderen. De

leden van Provinciale Staten zullen herkenbaar en transparant het mandaat van de kiezer uitoefenen en

daarover verantwoording afleggen. Zij zullen op uiteenlopende wijze invulling geven aan hun hoofdtaken.

Provinciale Staten sturen op hoofdlijnen bij de ontwikkeling van beleid en geven het college van

Gedeputeerde Staten de benodigde kaders mee. Provinciale Staten controleren de uitvoering van het door

het college van Gedeputeerde Staten gevoerde beleid.

Reguliere taken

Het onderhouden van relaties met instellingen en maatschappelijke organisaties, onder andere door middel

van het afleggen van werkbezoeken en het organiseren van publieksbijeenkomsten.

Het vaststellen van startnotities en beleidsnota's waarin richtinggevende keuzes en randvoorwaarden

worden vastgelegd voor het opstellen en uitvoeren van beleid door het college van Gedeputeerde Staten.

Het beoordelen van de Begroting en de financiële voortgangsrapportages (Voor- en Najaarsnota) op de drie

W-vragen (wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten).

Het specifiek uitoefenen van de controlerende rol door bijvoorbeeld het zelfstandig opzetten en uitvoeren

van (effect)onderzoeken.

Page 157: Concept begroting Zuid-Holland 2011

157

Het beoordelen van de onderzoeken van de Randstedelijke Rekenkamer en de resultaten betrekken bij de

besluitvorming over provinciale beleidsvoorstellen.

a. Beoordelen onderzoeken Randstedelijke Rekenkamer

b. COR beziet jaarlijks onderzoek naar effecten van provinciaal beleid

c. Algemene ondersteuning van PS

d. Apparaatslasten

Page 158: Concept begroting Zuid-Holland 2011

158

Middeleninzet programma 6 Daadkrachtig en slagvaard ig bestuur

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Actieprogramma Provincie Nieuwe Stijl 2.073 2.179 1.815 1.056 1.056 1.056

Versterken strategische positie in EU-verband 1.503 1.447 1.170 1.162 1.162 1.162 Veiligheid 1.490 1.683 1.490 1.479 1.479 1.479

Implementatie Wabo/TUM door milieudiensten 2.204 5.765 12.396 5.488 3.272 631 Actieve inzet Wro-instrumentarium (w.o. PSV) 1.176 1.659 3.605 3.572 3.572 3.572

Programma Randstad Urgent 703 1.432 979 979 979 979

Totaal speerpunten productgroep 610 9.148 14.165 21.454 13.735 11.519 8.878

Totaal speerpunten programma 6 9.148 14.165 21.454 13.735 11.519 8.878

Totaal reguliere taken programma 6 27.608 29.431 32.158 28.506 28.490 28.489

Totaal lasten 36.756 43.596 53.613 42.241 40.009 37.367

Baten

Actieprogramma Provincie Nieuwe Stijl 265 0 0 0 0 0

Veiligheid 34 0 0 0 0 0

Implementatie Wabo/TUM door milieudiensten 25 0 0 687 1.748 1.748 Actieve inzet Wro-instrumentarium (w.o. PSV) 0 9 9 9 9 9 Programma Randstad Urgent 269 909 455 455 455 455

Totaal speerpunten productgroep 610 595 918 464 1.151 2.212 2.212

Totaal speerpunten programma 6 595 918 464 1.151 2.212 2.212

Totaal reguliere taken programma 6 630 1.098 752 332 332 332

Totaal baten 1.225 2.016 1.216 1.484 2.544 2.544

Resultaat voor bestemming -35.531 -41.580 -52.396 -40.757 -37.465 -34.823

Reserves

Toekomstige Uitvoering Milieutaken 435 0 0 0 0 0 Wabo 230 0 0 0 0 0 Provincie Nieuwe Stijl 21 110 0 0 0 0 Geschiedschrijving provinciaal bestuur van ZH 0 0 57 57 57 57

+ Bijdrage uit reserve 687 110 57 57 57 57

Geschiedschrijving provinciaal bestuur van ZH 0 226 0 0 0 0

- Storting in reserve 0 226 0 0 0 0

Resultaat na bestemming -34.845 -41.696 -52.340 -40.701 -37.408 -34.766

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Leren voor duurzame ontwikkeling (stijging €��) ���

In 2009 zijn vooral verkennende pilots uitgevoerd voor de uitvoering van het werkprogramma en is van

de rijksbijdragen €���� ��� ��� ������ �� ���9. Die rijksbijdragen zijn bij Voorjaarsnota uit de OVP

ter begroting gebracht omdat in 2010 en 2011 de plannen samen met de regionale en lokale partners

daadwerkelijk worden uitgevoerd waardoor dan ook een belangrijk deel van de kosten worden

gemaakt. Omdat dit voor een deel werd voorzien, was voor 2010 de oorspronkelijk raming al ad

€ 0,17 mln hoger dan 2009. Verder is bij Voorjaarsnota een bedrag van €���� ��� ������� ��� ��

Page 159: Concept begroting Zuid-Holland 2011

159

budget voor de inhoudelijke bijdrage van het programma aan het programma ‘Kwaliteitsimpuls Ruimte

en Milieu 2009-2013’.

De baten 2010 zijn gestegen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� ��� ���� �

voornamelijk door:

� Leren voor duurzame ontwikkeling (stijging € 0,5 mln)

Zie de toelichting bij de lasten. De hogere bijdrage is het gevolg van een hogere raming van de

rijksbijdrage in 2010 ad €���� ��� �� �� ��� 2

oorjaarsnota begrote onttrekking uit de OVP ad

€���� ����

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 zijn gestegen met € ��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� �voornamelijk door:

� Kwaliteit van het lokaal bestuur (stijging €��* ���

Inzet resterende middelen voor de tweede fase van het programma Manden Maken voor het realiseren

van bovenregionale projecten.

� Apparaatslasten (stijging €��) ���

De begrote lonen en indirecte kosten zijn door middel van de kostenverdeling verdeeld over de

programma’s. Voor de reguliere taken van programma 6 heeft dit geleid tot een stijging van de lasten.

De baten 2011 dalen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ������ � ���������

door:

� Leren voor duurzame ontwikkeling (daling €���� ���

In 2010 is bij Voorjaarsnota incidenteel € 0,35 mln onttrokken uit de OVP.

Toelichting meerjarenraming

In 2012 daalt het saldo van programma 6 met €��

8 mln. De daling komt voornamelijk door het vervallen

van de budgetten voor bestuurlijke vernieuwing en bevorderen zichtbaarheid (€��� ��� ��� �� ������#�

Actieprogramma Provincie Nieuwe Stijl en €��� ���

van speerpunt implementatie Wabo/TUM door

milieudiensten. Daarnaast is er sprake van een afname van de extra kosten voor de verzelfstandiging van

de RUD's, alsmede verwachte bijdragen van de RUD's in de eerder betaalde aanloopkosten.

Bij de reguliere taken vervallen het budget ad €��* ��� �� �� ��� �� K����� K� ��� ������������

projecten, €��� ���

communicatieadvies en het extra budget ad €��� ��� �� <����

-beleid Hebei.

Investeringen

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven

Reguliere taken

Algemene ondersteuning van PS 0 0 100 0 0 0

Totaal reguliere taken productgroep 620 0 0 100 0 0 0

Totaal reguliere taken programma 6 0 0 100 0 0 0

Totaal uitgaven 0 0 100 0 0 0

Saldo investeringen 0 0 -100 0 0 0

Page 160: Concept begroting Zuid-Holland 2011

160

Begroting 2011

Baten

21%

34%

41%

4%

Provinciefonds

Motorrijtuigenbelasting

Bijdragen derden

Overige

Lasten

28%

37%

3%

21%

5%5% 1%Leefomgeving

Bereikbaarheid

Economie

MaatschappelijkeparticipatieIRP

Bestuur

Middelen

Lasten naar kostensoort

18%

6%

20%

56%

Apparaatslasten

Kapitaallasten

Materiële lasten

Subsidies

Page 161: Concept begroting Zuid-Holland 2011

161

Programma 7 Middelen

Missie

"De provincie Zuid-Holland voert een gedegen financieel beleid en houdt de

belastingdruk voor de burger in overeenstemming met de dienstverlening"

De provincie heeft jaarlijks de beschikking over algemene dekkingsmiddelen die dienen om de provinciale

taken naar behoren uit te kunnen voeren. Deze bestaan uit:

- lokale heffingen (opcenten motorrijtuigenbelasting, precarioheffingen en leges);

- algemene uitkering uit het Provinciefonds;

- dividendopbrengsten;

- rente-inkomsten.

De doelstelling is om deze middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten voor de uitvoering van het

provinciale beleid. Hierdoor is het mogelijk om de lastendruk voor de burger in overeenstemming met het

geboden voorzieningenniveau te houden.

710 Algemene dekkingsmiddelen Wat gaan we daarvoor doen?

Speerpunt 1. Opcenten motorrijtuigenbelasting

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

1.1. Tarief in opcenten 25 95,0 96,2 97,4 98,6

1.2. Wettelijk maximum 26 119,4 122,1 124,8 127,5

1.3. Tarief in opcenten

t.o.v. het wettelijke

maximum (in %)

79,6 78,8 78,0 77,3

Opcenten

motorrijtuigenbelasting

1.4. Tarief in opcenten

t.o.v. het landelijke

gemiddelde (in %) 27

120,3 120,8 121,3 121,8

25 Conform motie 201 wordt op het tarief van 2011 geen inflatiecorrectie toegepast. Voor de tarieven van 2012 en verder is

een inflatiecorrectie toegepast van +1,2%. 26 Het tarief voor de jaren 2012-2014 is gebaseerd op een inschatting op basis van voorgaande jaren. Het Rijk heeft het tarief

voor 2011 vastgesteld. 27 Het landelijke gemiddelde van 2010 is gebaseerd op conceptbegrotingen.

Page 162: Concept begroting Zuid-Holland 2011

162

Toelichting

1. Opcenten motorrijtuigenbelasting

De belangrijkste eigen inkomstenbron van de provincie zijn de opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB). Het

tarief van de opcenten is door Provinciale Staten voor 2010 vastgesteld op 95 opcenten. Voor 2011 is het

tarief ongewijzigd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan motie 201.

Als kanttekening kan worden opgemerkt dat het wettelijk maximum opcententarief vanaf 2012 mogelijk naar

beneden wordt bijgesteld gezien de lopende discussie over het provinciaal vermogen.

Bij de berekening van de opbrengst van de opcenten is rekening gehouden met de gemiddelde

toename/afname in de afgelopen twee jaar van de belangrijkste variabelen. Er is een sterke toename te

verwachten in het aandeel van zeer zuinige personenauto’s (CO2 -zuinig). Sinds 1 januari 2010 is het tarief

voor zeer zuinige auto’s teruggebracht van een kwart van het normale MRB-tarief naar nihil, wat de

aanschaf van zeer zuinige auto’s aantrekkelijker maakt. Voor de ramingen van 2011 en volgende jaren is

hiermee rekening gehouden.

Wat mag dat kosten voor het speerpunt? Exploitatie Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten 0 0 0 0 0 0

Baten 313.760 315.000 322.400 325.000 326.700 327.100

Resultaat voor bestemming 313.760 315.000 322.400 325.000 326.700 327.100

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De baten 2010 stijgen met €��� ��� �� �"���� ��� ��

Jaarrekening 2009. De stijging komt voornamelijk

door:

� Als gevolg van de tariefstijging per 1 april 2009 is er enerzijds een hogere ontvangst uit de opcenten

motorrijtuigenbelasting voor de eerste drie maanden van 2010. Anderzijds groeit het aantal CO2 -

zuinige auto’s, waardoor de opbrengsten ook deels afnemen.

Verklaring verschil Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011.

De baten 2011 stijgen met €��� ��� �� �"���� ��� �� 2�� ������ ����� !� ��� ���� �

voornamelijk

door:

� Op grond van informatie van de Belastingdienst over het in Zuid-Holland geregistreerde

wagenparkoverzicht per 26 juni 2010 blijkt het aantal auto’s en motoren en het gemiddelde gewicht

hiervan boven verwachting toegenomen. Bovendien blijkt de verwachte hoge toename van CO2 -

zuinige auto’s zich deels voor te doen.

Page 163: Concept begroting Zuid-Holland 2011

163

Toelichting meerjarenraming

De opcenten motorrijtuigenbelasting stijgen in de jaren 2012-2014 met respectievelijk € ��) ����€��� ���

en €��� ���� @�� �� ���� ����� ��� �� ������� ��� �� ������ �� �� ����� ���#��� �� ��

gemiddelde toename/afname in de afgelopen twee jaar van de belangrijkste variabelen. Ondanks de tot op

heden geleidelijke groei in CO2-zuinige auto’s, wordt er voor de meerjarenraming uitgegaan van een

verdere sterke groei in het aandeel van zeer zuinige personenauto’s.

Reguliere taken

a. Personele aangelegenheden

b. Overige provinciale baten

c. Overige provinciale lasten

d. Uitoefenen treasuryfunctie

e. Taakstellingen en reserveringen

f. Apparaatslasten

Page 164: Concept begroting Zuid-Holland 2011

164

Middeleninzet programma 7 Middelen

Exploitatie

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Lasten

Totaal reguliere taken programma 7 11.248 22.647 12.958 4.714 4.544 3.823

Totaal lasten 11.248 22.647 12.958 4.714 4.544 3.823

Baten

Opcenten motorrijtuigenbelasting 313.760 315.000 322.400 325.000 326.700 327.100

Totaal speerpunten productgroep 710 313.760 315.000 322.400 325.000 326.700 327.100

Totaal speerpunten programma 7 313.760 315.000 322.400 325.000 326.700 327.100

Totaal reguliere taken programma 7 197.389 215.657 208.446 178.359 185.315 184.180

Totaal baten 511.149 530.657 530.846 503.359 512.015 511.280

Resultaat voor bestemming 499.900 508.010 517.888 498.645 507.471 507.457

Reserves

Algemene reserve 34.475 22.320 25.459 0 0 0

Achterstallig onderhoud provinciale recreatiegebieden

64 0 0 0 0 0

Meubilair 175 0 0 0 0 0 Groene ambities (ILG/niet-ILG doelen) 0 1.344 0 0 0 0

Milieustimulering 0 171 0 0 0 0

Ontgrondingen 0 70 0 0 0 0

Stimulering duurzame energie 0 400 0 0 0 0

Integraal innovatieprogramma 1 0 2 0 0 0 0

Visiebeheer 0 624 0 0 0 0

Ruimtelijke projecten 0 315 0 0 0 0

Bibliotheekbeleid/ICT Kleine kernen 0 4 0 0 0 0

Sociale infrastructuur 0 10 0 0 0 0

Bestrijding wachtlijsten in de jeugdzorg 0 390 0 0 0 0

Antidiscriminatievoorziening 0 8 0 0 0 0

Vrij besteedbare ruimte programma 2 0 339 0 0 0 0

Deel vrije ruimte Zuidvleugelfonds programma 3 0 846 0 0 0 0

Vrij besteedbare ruimte programma 3 0 324 0 0 0 0

Vrij besteedbare ruimte programma 4 0 1.373 0 0 0 0

Deel vrije ruimte Zuidvleugelfonds 200 0 0 0 0 0

Vrij besteedbare ruimte programma 6 88 0 0 0 0 0

+ Bijdrage uit reserve 35.002 28.540 25.459 0 0 0

Algemene reserve 1.000 0 0 0 0 0

Provinciale middelen 0 1.000 1.000 1.000 1.000 0

Reserve programma 1 m.i.v. 2008 vervallen 206 0 0 0 0 0

Frictiekosten PNS/OvT 0 1.570 0 0 0 0

- Storting in reserve 1.206 2.570 1.000 1.000 1.000 0

Resultaat na bestemming 533.697 533.980 542.346 497.645 506.471 507.457

Page 165: Concept begroting Zuid-Holland 2011

165

Onder de kopjes 'Wat mag het kosten voor dit speerpunt?' zijn de verschillen per speerpunt toegelicht.

Hieronder worden de verschillen op de reguliere taken voor het programma toegelicht.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

De lasten 2010 zijn gestegen met €���� ��� �� �"���� ��� �� 0����� ����� ���*� !� stijging wordt

voornamelijk veroorzaakt door:

� Uitoefenen Treasuryfunctie (stijging € � ���

In 2010 worden er nieuwe langlopende leningen aangetrokken voor €��� ����

In het jaar van aangaan

van de lening wordt de rente opgenomen in programma 7 en niet in de renteomslag. Dit betreft voor

2010 € ��) ���� =� ���* "�� � �� ���� ���#�� �������� ������ ���Het totaalbedrag aan betaalde

rente op kort lopende schulden bedroeg in 2009 €��) ����

� Overige lasten (daling € ��� ���

Voor 2009 was er eenmalig een extra last vanwege naheffing BTW ad € ��� ����

� Overige baten (stijging € ��) ���

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de vrijval van €��� ��� ��� ������������������

n in 2009. Voor

2010 is hiervoor €� ��� ����� !�"� ���� ��� ��� ��� ��� �������� ��� ����� ������ ��

verschil leidt tot een lastenverhoging van € ��� ����

� Taakstellingen en reserveringen (stijging 7,2 mln)

De taakstellingen en reserveringen zijn bij Jaarrekening in verband met invulling ervan nihil.

Het saldo van 2010 betreft voornamelijk de post nog te verdelen indirecte kosten ad € 6,3 mln. In de

huidige systematiek wordt de bijstelling van de indirecte kosten bij Voorjaarsnota pas bij Najaarsnota

verdeeld over de programma’s.

De baten in 2010 zijn gestegen met €�

8,3 mln ten opzichte van de Jaarrekening 2009. De stijging komt

voornamelijk door:

� Overige baten (stijging €���� ���

- uitkering Provinciefonds (stijging €���� ���

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de uitkeringsfactor van de algemene

uitkering (€ � ��� �� �� � ������ ��� �� �������������#� ������� ������������ �€*�� ��� ��

monumenten (€ ��* ��� �

- overige baten (daling €��� ���

De verkoop van steunpunten en gronden is in de realisatie 2009 hoger dan begroot in de Begroting

2010.

� Uitoefenen Treasuryfunctie (stijging €��� ���

- bespaarde rente (stijging € ��� ���

De bespaarde rente is een berekend bedrag over de ingezette eigen financieringsmiddelen dat wordt

toegerekend door middel van de renteomslag aan de verschillende activa. Door een grotere inzet van

eigen middelen stijgt het bedrag aan bespaarde rente.

- geldleningen (stijging €��� ���

Bij Voorjaarsnota is rekening gehouden met een hoger financieringsoverschot in 2010 dan over

2009.

- deelnemingen (stijging €��� ���

In de realisatie 2009 was de uitkering dividend BNG ad €��� ��� ����� ��� ����#� ���� ���

Page 166: Concept begroting Zuid-Holland 2011

166

Verklaring verschil Begroting en wijzing (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

De lasten 2011 dalen met € 9,7 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Uitoefenen Treasuryfunctie (daling € ��) ���

Vanaf 2011 worden conform de herziene nota Kostprijs- en renteberekening alle rentelasten in een

jaar, dus ook die van nieuwe leningen, verdeeld over de programma’s. De rentelasten voor de nieuwe

leningen in 2011 worden dus niet meer afzonderlijk geboekt in programma 7. In 2010 bedroeg deze

rente op nieuwe leningen € 3,6 mln.

� Overige lasten (stijging €��� ���

De jaarlijkse stelpost van €��� ��� �� ���"���� ����� �� ��� 2�� ������ ���� ���� �������� ��

gunste van de financiële ruimte. In de Begroting 2011 kan deze stelpost ingezet worden voor

onvoorziene lasten.

� Taakstellingen en reserveringen (daling € )�� ���

Dit betreft voornamelijk de post nog te verdelen indirecte kosten ad € )�� ���� =� �� �#�����systematiek wordt de bijstelling van de indirecte kosten bij Voorjaarsnota pas bij Najaarsnota verdeeld

over de programma’s.

De baten 2011 dalen met € 7,2 mln ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. De daling komt voornamelijk

door:

� Overige baten (stijging €��� ���

- uitkering Provinciefonds (stijging € ��� ���

Het verschil wordt verklaard door ontwikkelingen in de algemene uitkering en decentralisatie-

uitkeringen. Ten aanzien van de algemene uitkering vindt in 2011 de definitieve korting van €�� ���

plaats en is er sprake van een stijging van het inwoneraantal in de provincie Zuid-Holland (met als

gevolg een stijging van € 1,2 mln). Ten aanzien van de decentralisatie-uitkeringen zijn ISV

(€ 16,9 mln) en Externe Veiligheid (€ � ��� ��� ���� !� �����ralisatie-uitkering monumenten ad

€ 2,9 mln is per 2011 vervallen. Tenslotte is als gevolg van de overgang van de Muskusratten-

bestrijding naar de Waterschappen een extra korting van € ��� ��� ���������

- overige baten (daling €� ���

De verkoop van gronden is in 2010 €� ��� ���� ������� ��� �� ����.

� Uitoefenen Treasuryfunctie (daling € 8,7 mln)

- bespaarde rente gedaald met € 7,7 mln

Door de nieuwe berekeningswijze conform de herziene nota Kostprijs- en Renteberekening wordt er

in 2011 minder rente doorgerekend aan de activa over de ingezette eigen financieringsmiddelen. Een

onderdeel van deze nieuwe berekeningswijze is dat de rente van nieuwe leningen in hetzelfde jaar in

de renteomslag wordt meegenomen. In 2010 werden deze lasten (€ 3,6 mln) nog apart verantwoord.

- Rente geldleningen < 1 jaar (daling €��� ���

De verwachting is dat het financieringsoverschot zal dalen. Ook de rente op uitgezette gelden is

momenteel zeer laag.

Toelichting meerjarenraming

� Bijdrage bestuursakkoord Rijk (lasten)

De bijdrage aan het Bestuursakkoord loopt af in 2011. De bijdrage van Zuid-Holland was vastgesteld

op €�� ��� �� ��� ���� ����-2011 en bedroeg in het eerste jaar €

�� ��� �� �� �������drie jaar

€ 9 mln per jaar.

Page 167: Concept begroting Zuid-Holland 2011

167

� Provinciefonds (baten)

In de Meerjarenbegroting is rekening gehouden met de verwachte extra korting op het Provinciefonds.

Er wordt rekening gehouden met een totale korting van €�� ��� ����. ����� M�� ���"��� ��� ��

decentralisatie-uitkeringen loopt zowel SLOK (€��� ��� ���

cultuurparticipatie (€��� ���

af in respectievelijk 2012 en 2013. Tevens neemt de decentralisatie-uitkering ISV ad € NOP QRS af met ingang van 2012.

� Uitoefenen Treasuryfunctie (lasten)

In 2012 wordt een hogere renteopbrengst verwacht over het financieringsoverschot door een

verwachte hogere rente. In 2013 wordt echter een financieringstekort voorzien. De provincie zal dan

gebruikmaken van de ruimte onder de kasgeldlimiet om kortlopende middelen aan te trekken. De lasten

daarvan worden opgenomen in de Begroting.

� Personele aangelegenheden (lasten)

De 57+ regeling loopt eind 2012 af. Daarmee vervallen vanaf 2013 de hiervoor opgenomen lasten ad

€ 1,7 mln per jaar.

� Taakstellingen en reserveringen (lasten)

De meerjarenraming van taakstellingen en reserveringen wordt nader toegelicht in de paragraaf

Taakstellingen en reserveringen.

� Bespaarde rente (baten)

De bespaarde rente neemt de komende jaren toe door een stijgende inzet van de eigen

financieringsmiddelen tot aan het omslagpunt waar een financieringstekort wordt verwacht. Op dat

moment zijn alle eigen financieringsmiddelen ingezet en wordt er extra vreemd vermogen

aangetrokken.

Investeringen

Bedragen x € $/111

Jaar-rekening

2009

Begroting 2010

na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Uitgaven

Reguliere taken

Overige provinciale baten 2 2 0 0 0 0

Uitoefenen van de treasuryfunctie 72 35 35 35 35 0

Totaal reguliere taken productgroep 710 74 37 35 35 35 0

Totaal reguliere taken programma 7 74 37 35 35 35 0

Totaal uitgaven 74 37 35 35 35 0

Inkomsten

Reguliere taken

Uitoefenen van de treasuryfunctie 893 805 805 805 805 770

Totaal reguliere taken productgroep 710 893 805 805 805 805 770

Totaal reguliere taken programma 7 893 805 805 805 805 770

Totaal inkomsten 893 805 805 805 805 770

Saldo investeringen 819 768 770 770 770 770

Investeringen Uitoefenen Treasuryfunctie (lasten)

De inkomsten en uitgaven op dit programma hebben betrekking op mutaties op de uitgegeven leningen.

Ten opzichte van Jaarrekening 2009 en Begroting 2010 na Voorjaarsnota zijn er geen significante

verschillen te melden.

Page 168: Concept begroting Zuid-Holland 2011

168

Page 169: Concept begroting Zuid-Holland 2011

169

Paragrafen

Page 170: Concept begroting Zuid-Holland 2011

170

Page 171: Concept begroting Zuid-Holland 2011

171

Paragraaf Lokale heffingen

In deze paragraaf zijn de lokale heffingen opgenomen, die op grond van belastingverordeningen door de

provincie worden gegeven. Bij drie heffingen dient de opbrengst als algemeen dekkingsmiddel (opcenten,

precario en leges). De opbrengsten uit de overige heffingen dienen ter dekking van de kosten, die verband

houden met direct aan het opleggen van de heffing gerelateerde taken. De tarieven voor deze heffingen

voor 2011 zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van 2010. De provincie heeft geen kwijtscheldingsbeleid.

De paragraaf is als volgt opgebouwd. In onderstaande tabel is de meerjarige raming opgenomen van de

lokale heffingen. Vervolgens wordt voor elke lokale heffing een toelichting gegeven, waarna tot slot de

lokale lastendruk wordt aangegeven.

Exploitatie (bedragen x €$/111( Rekening

2009 Begroting 2010 na VJN

Begroting 2011

Meerjaren-raming 2012

Meerjaren-raming 2013

Meerjaren-raming 2014

Nazorg28 -5.741 -318 0 0 0 0 Grondwaterbeheer 1.431 1.370 1.370 1.370 1.370 1.370 Precario + leges 1.149 845 845 845 845 845 Opcenten MRB 313.760 315.000 322.400 325.000 326.700 327.100 Totaal 310.599 316.897 324.615 327.215 328.915 329.315

Verordening Nazorgheffing gesloten stortplaatsen

Sinds 1 april 1998 zijn de provincies op grond van de Wet Milieubeheer verantwoordelijk voor de

eeuwigdurende nazorg van provinciale stortplaatsen waarop na 1 september 1996 nog afvalstoffen zijn of

worden gestort. Aan stortplaatsexploitanten wordt een heffing opgelegd om de kosten voor nazorg na

sluiting van de stortplaats te dekken. De hoogte van de heffingen wordt afgeleid van het doelvermogen dat

bij sluiting van een stortplaats in het Fonds dient te zijn opgebouwd. Dit doelvermogen wordt gebaseerd op

het nazorgplan dat door GS wordt vastgesteld. De opbrengst van de heffingen wordt gestort in het Fonds

Nazorg. Het Fonds is een zelfstandig rechtspersoon. De voor 2011 geldende tarieven stellen PS in een

afzonderlijke tarieventabel vast. In het begrotingsjaar wordt één (negatieve) heffing opgelegd. Heffingsverordening Grondwaterbeheer Zuid-Holland

Op basis van de Grondwaterwet en de Heffingsverordening Grondwaterbeheer Zuid-Holland heft de

provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig

vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt €������ ��� �3

onttrokken hoeveelheid water.

28 In 2009 was sprake van een negatieve opbrengst, omdat er een negatieve heffing was opgelegd. Omdat hier sprake was

van een eindafrekening en niet van een heffing, is ervoor gekozen het bedrag niet te noemen in de paragraaf Lokale heffingen van de Jaarrekening 2009. Nu in plaats van de term eindafrekening het begrip negatieve heffing wordt gehanteerd, is ervoor gekozen de negatieve opbrengsten wel op te nemen in de paragraaf Lokale heffingen.

Page 172: Concept begroting Zuid-Holland 2011

172

Verordening precariobelasting Zuid-Holland en de Le gesverordening

De provincie heft precariobelasting wanneer derden gebruikmaken van voor de openbare dienst bestemde

bezittingen, werken of inrichtingen en voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de

openbare dienst bestemde provinciale grond. De precariobelasting is een algemeen dekkingsmiddel.

Onder de naam leges worden rechten geheven voor door de provincie aan derden verleende diensten.

Ook de opbrengst uit de leges is een algemeen dekkingsmiddel. Voor de leges geldt dat het tarief maximaal

kostendekkend mag zijn. De baten zijn minimaal. Vanaf de internetpagina van de provincie kan kosteloos

worden gedownload. Indien een burger of bedrijf niet beschikt over een internetmogelijkheid wordt op

verzoek kosteloos een aanvraagformulier toegezonden. Het aantal aanvragen is minimaal.

De belastbare feiten zijn in de Verordening Precariobelasting Zuid-Holland en de Legesverordening Zuid-

Holland opgenomen. In de bij de verordeningen behorende tarieventabellen zijn de tarieven gedifferentieerd

en per belastbaar feit opgenomen. De tarieven van de legestarieventabel voldoen aan het criterium van

maximaal kostendekkend.

Verordening op de heffing van de opcenten op de hoo fdsom van de motorrijtuigenbelasting

Op basis van de Provinciewet en de betreffende verordening heft de provincie Zuid-Holland opcenten op de

hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. De baten die op grond van deze verordening worden opgebracht

zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Jaarlijks wordt het tarief van de te heffen opcenten door PS vastgesteld in de Begroting, met dien verstande

dat het tarief het wettelijke maximum niet te boven gaat. De ingangsdatum van een tariefaanpassing is

wettelijk bepaald op 1 april. Het maximum per 1 april 2011 is vastgesteld op 120,2 opcenten.

Bij de raming van de opbrengsten van de opcentenheffing is uitgegaan van de inzichten van het wagenpark

per 1 juli 2010, een groei van het wagenpark van 1%, een groei van zeer zuinige personenauto's

(CO2-zuinig) en een behoedzaamheidsbeperking van 1%. In het Belastingplan 2010 is het tarief voor zeer

zuinige auto’s teruggebracht van een kwart van het normale MRB-tarief naar nihil. Met de negatieve

gevolgen van deze rijksmaatregel voor de opbrengst van de provinciale opcenten is in de ramingen voor

2011 en volgende jaren rekening gehouden.

Lokale lastendruk De lokale lastendruk wordt voor veruit het grootste gedeelte bepaald door de opcentenheffing. In onder-

staande tabel staat daarom de gemiddelde belastingsom (opcenten motorrijtuigenbelasting) per auto

weergegeven.

Tabel gemiddelde lastendruk per auto door heffing opcenten Jaar 2008 2009 2010 2011 Gemiddelde lastendruk per auto door opcentenheffing (in €

T

202 221 223 224

Page 173: Concept begroting Zuid-Holland 2011

173

Paragraaf Weerstandsvermogen

1. Inleiding

Deze paragraaf beschrijft het weerstandsvermogen van het begrotingsjaar 2011.

Het weerstandsvermogen geeft de verhouding weer tussen het totaal aan financieel gekwantificeerde

risico’s en de weerstandscapaciteit, die nodig is om deze risico’s af te dekken.

Beschikbare weerstandscapaciteit (in euro’s)

Weerstandsvermogen =

Totaal aan gekwantificeerde risico’s (in euro’s)

2. Beleid met betrekking tot weerstandsvermogen en r isico’s

Het beleid omtrent risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd in de gelijknamige door PS

vastgestelde beleidsnota.29 Hierin zijn onder andere de volgende uitgangspunten opgenomen:

- de norm voor het weerstandsvermogen bedraagt minimaal twee;

- de algemene reserve bedraagt minimaal 30% van de som van de gekwantificeerde, incidentele risico’s

met een minimum van € 30 mln.

In de beleidsnota wordt een onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

De incidentele weerstandscapaciteit is bedoeld om calamiteiten en eenmalige gebeurtenissen (incidentele

risico’s) op te vangen en bestaat uit: 1) de algemene reserve en 2) de programmareserves (exclusief de

niet uit de balans blijkende verplichtingen). De stille reserves zijn met ingang van 2009 niet meer

meegenomen bij de bepaling van de incidentele weerstandscapaciteit, omdat sprake is van activa die niet

snel verhandelbaar zijn.30 Stille reserves kunnen echter wel worden ingezet als zekerheidsstelling bij het

verkrijgen van extra middelen, mochten zich calamiteiten voordoen.

De structurele weerstandscapaciteit is bedoeld om structurele tegenvallers op te vangen en bestaat uit

1) de post onvoorzien; 2) het structurele begrotingssaldo en 3) de onbenutte belastingcapaciteit in

combinatie met heroverwegingen en/of bezuinigingen.

3. Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen volgt uit de geactualiseerde stand van de risico’s en de weerstandscapaciteit

voor het begrotingsjaar 2011.

Het weerstandsvermogen ten aanzien van de incidentele risico’s bedraagt 2,1 (41,2/19,5)

Hieronder staan de beschikbare weerstandscapaciteit en de (gekwantificeerde) risico’s toegelicht.

29 Vastgesteld door PS op 28 juni 2008 (besluitnummer 5958). 30 Zie Jaarrekening 2008, pagina 103.

Page 174: Concept begroting Zuid-Holland 2011

174

4. Beschikbare weerstandscapaciteit

In onderstaande tabel staan de incidentele en de structurele weerstandscapaciteit (raming 2011):

Toelichting algemene reserve

De algemene reserve is inzetbaar als incidentele weerstandscapaciteit voor zover er geen bestemmingen

op rusten. Voor 2011 rusten er voor een bedrag van €���� ��� ��� ����������� � �� ��������

reserve, waardoor een bedrag van € �� ��� ������ �� ������ ��� �� ������������������

Toelichting programmareserves

De programmareserves zijn inzetbaar als incidentele weerstandscapaciteit voor zover er geen zogeheten

niet uit de balans blijkende verplichtingen op rusten. Bij de berekening hiervan is uitgegaan van het saldo

van het zogeheten afweegbare deel van de programmareserves (waarover PS bij de behandeling van de

kadernota op 30 juni jl. zijn geïnformeerd) en de onttrekkingen hieruit bij Najaarsnota 2010 en Begroting.

5. Inventarisatie risico’s

Hieronder is een overzicht opgenomen van de geactualiseerde stand van de risico’s. Hierbij wordt een

onderscheid gemaakt tussen de kwantificeerbare risico’s en de risico’s die niet kwantificeerbaar zijn dan

wel waarvan publicatie niet gewenst is. Het betreft risico’s met een maximale schade vanaf € 1 mln.

Risico’s met een maximale schade tussen de € 0,1 en € 1 mln zijn opgenomen in de Productenraming

2011.

De risico’s zijn als volgt gerubriceerd:

o risico’s van Rijksbeleid en wetgeving

o financiële risico’s

o risico’s op eigendommen/kapitaalgoederen

o risico’s van bestuursbeslissingen

o risico’s die niet van invloed zijn op het weerstandsvermogen

o vervallen risico’s

Incidenteel Structureel

Middelen 2011 2012 2013 2014 2011 2012 2013 2014 Algemene reserve 30,0 29,9 30,9 31,9 - - - - Programmareserves 11,2 11,2 11,2 11,2 - - - - Structureel begrotingssaldo

- - - - - 5,4 25,1 13,9

Onvoorzien - - - - 0,5 0,5 0,5 0,5 Onbenutte belastingcapaciteit

- - - - 82,8 83,5 83,9 84,0

Totaal 41,2 41,1 42,1 43,1 83,3 89,4 109,5 98,4

Page 175: Concept begroting Zuid-Holland 2011

175

5 .1 Kwantificeerbare risico’s

1. Risico’s Rijksbeleid en wetgeving

1.1 Onvoldoende middelen voor nazorg gesloten stortlocaties

Omschrijving Het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland is ingesteld voor het

beheer van het fondsvermogen. In de periode dat een stortplaats zich nog in de

exploitatiefase bevindt, worden aan de exploitant heffingen opgelegd totdat het definitieve

doelvermogen is bereikt. Na sluiting van een stortplaats is de provincie verantwoordelijk

voor de eeuwigdurende nazorg. Het risico bestaat hierin dat de nazorgkosten gedeeltelijk

moeten worden gedekt uit de provinciale middelen omdat:

▪ door extra prijsstijgingen of gewijzigde milieueisen de nazorgkosten hoger uitvallen;

▪ technische onvolkomenheden ontstaan als gevolg van falende voorzieningen;

▪ onvoldoende rendement op het fondsvermogen wordt gerealiseerd.

In de exploitatiefase van een stortplaats loopt de provincie een debiteurenrisico: de

exploitant is niet in staat de opgelegde heffing te betalen.

Impact De omvang van het risico is maximaal gelijk aan de huidige contante waarde van alle

vastgestelde doelvermogens van de stortplaatsen in de provincie nadat - volgens de

huidige planning in 2028 - alle sluitingsverklaringen zijn afgegeven. Doelvermogens

worden momenteel uitgedrukt in het prijspeil van het jaar waarin de nazorg aanvangt. De

huidige omvang kan worden geraamd op circa € 53 mln (op basis van contante waarde

€ 33 mln). Deze omvang van het risico is theoretisch en alleen aan de orde als het via

heffingen opgebouwde en conform het beleggingsstatuut belegde fondsvermogen volledig

teniet zou gaan.

Maatregelen Risicominimalisatie door belegging bij goed presterende beleggingsinstellingen in

beleggingsproducten conform de Wet financiering decentrale overheden (Fido).

Periodieke actualisatie van nazorgplannen en de hiervan afgeleide doelvermogens.

Periodieke beoordeling van de rekenrente die wordt gehanteerd bij de berekening van de

doelvermogens. Bij de berekening van het doelvermogen per stortplaats wordt rekening

gehouden met een opslag voor zowel technische als financiële risico's. Het goedgekeurde

nazorgplan voor een gesloten stortplaats biedt de basis voor de controle, werkzaamheden

en financiering van de nazorg.

Status

De opbouw van doelvermogens is een continu lopend proces waarmee de financiering

van de toekomstige nazorgtaak van de provincie vooruit wordt berekend. De

voorcalculatie gaat door totdat alle stortplaatsen gesloten zijn. Voor de berekeningen

wordt uitgegaan van in de IPO-checklist nazorg opgenomen uitgangspunten over

technische ontwikkelingen, kostenontwikkelingen en fondsrendement.

Page 176: Concept begroting Zuid-Holland 2011

176

Nieuw risico ten opzichte van de Jaarstukken 2009

1.2 Overdracht taak muskusrattenbestrijding naar de Waterschappen

Omschrijving De regering is erop gericht om door middel van een wetswijziging per 1 januari 2011 de

taak van muskusrattenbestrijding over te brengen naar de waterschappen. De overdracht

van de taak van muskusrattenbestrijding maakt onderdeel uit van een pakket van

bezuinigingsmaatregelen op de waterschappen ad €��� ���� ��� ��� �������� ��� ���

voorgestelde packagedeal hebben aangeboden om deze ‘om niet’ over te nemen van de

provincies.

Dit betekent dat dekking van de korting van €��� ��� �� ��� ������ ���

€ �� ���wordt gevonden in een korting op het Provinciefonds, omdat de provincies niet meer

verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de taak van muskusrattenbestrijding. De

korting op het Provinciefonds moet worden gecompenseerd door hogere bijdragen van de

Waterschappen die vanaf 2011 wel de verantwoordelijkheid dragen.

Op de korte termijn is het niet mogelijk om deze provinciale dienst zorgvuldig over te

dragen aan de Waterschappen. Daarnaast vindt bestuurlijk overleg plaats over de

omvang van een toekomstige bestrijdingsdient. Het uitgangspunt van de betrokken

provincies en waterschappen is om per 1 januari 2012 een nieuwe structuur te hebben

opgericht.

Impact De korting op het Provinciefonds bedraagt voor de provincie Zuid-Holland € ���� ���� !�Waterschappen zullen hun bijdrage moeten verhogen om de exploitatie sluitend te krijgen

en de uitvoering van de werkzaamheden in 2011 op de huidige wijze te kunnen

continueren.

Maatregelen Op bestuurlijk niveau moeten afspraken worden vastgelegd om te waarborgen dat de

uitvoering van de taak van muskusrattenbestrijding in 2011 kan worden gecontinueerd.

De kosten hiervoor zullen in 2011 grotendeels voor rekening zijn van de Waterschappen.

Hiermee wordt de korting op het provinciefonds vervolgens gecompenseerd. Vanaf 2012

draagt de provincie geen kosten meer voor de taak van muskusrattenbestrijding, omdat

dan de nieuwe dienst onder verantwoordelijkheid van de Waterschappen de

werkzaamheden verricht.

Status Het laatste bestuurlijk overleg met de provincies en de waterschappen heeft in juni 2010

plaatsgevonden. Het overleg wordt vervolgd in de tweede helft van 2010.

2. Financiële risico's

2.1 Geen aflossing gegarandeerde leningen derden

Omschrijving De provincie Zuid-Holland staat in een aantal gevallen garant voor de rente en aflossing

van door derden afgesloten geldleningen. Het betreft garantstelling op het terrein van de

gezondheidszorg en door het Wegschap Tunnel Dordtse Kil en NV Proav aangegane

leningen. Er is sprake van een geleidelijke afbouw van de portefeuille gewaarborgde

geldleningen van zorginstellingen vanwege de aflossing van de geldleningen en vanwege

tussentijdse conversies van leningen waarbij de provinciale borgstelling komt te vervallen.

De borgstelling voor NV Proav is aan het einde van het verslagjaar beëindigd.

Page 177: Concept begroting Zuid-Holland 2011

177

Impact Begin 2011 bedraagt de maximale schade € 17,9 mln (waarvan € 16,5 mln voor

gezondheidszorg). Ultimo 2011 bedraagt de maximale schade € 13,7 mln. Voor de

bepaling van de risico-omvang wordt hiervan het gemiddelde genomen (€ 15,8 mln). Ten

aanzien van het aandeel van gezondheidszorg geldt dat voor een groot deel van dit

bedrag hypothecaire zekerheden zijn bedongen die kunnen worden uitgewonnen indien

de provincie als borg wordt aangesproken. Het uitwinnen van deze zekerheden kan leiden

tot ernstige maatschappelijke gevolgen bij zorginstellingen. In dat geval zou kunnen

worden besloten de gestelde zekerheden niet aan te spreken. Voor de overige

gegarandeerde geldleningen zijn geen zekerheden bedongen.

Maatregelen Er worden geen nieuwe garanties meer verstrekt. Ruim 75% van door de provincie

gewaarborgde instellingen is aangesloten bij het Waarborgfonds voor de zorgsector.

Status De borgstellingen zijn in 2010 volgens schema afgebouwd.

2.2 Onvoldoende solvabiliteit/liquiditeit Regionale omroepen

Omschrijving De provincie Zuid-Holland heeft aan RTV West en RTV Rijnmond in 2004 een

achtergestelde lening verstrekt. Omdat het hier achtergestelde leningen betreft, bestaat er

een zeker risico dat de leningen niet (geheel) zullen worden terugbetaald in geval van

faillissement van één of beide omroepen. De financiële positie van de twee regionale

omroepen is de laatste jaren structureel gezond. Ook de liquiditeit is niet langer een

knelpunt. De lening aan RTV West bedroeg € 4,5 mln en aan RTV Rijnmond € 2,5 mln. In

de leningovereenkomst van RTV West is opgenomen dat de lening vanaf 2007 wordt

afgelost in tien jaarlijkse termijnen, waarbij de eerste twee termijnen minimaal €���� ���

per jaar bedragen en de daarop volgende termijnen minimaal € 0,5 mln per jaar. In de

leningovereenkomst van RTV Rijnmond is opgenomen dat de lening wordt afgelost vanaf

2008 (eveneens in tien jaarlijkse termijnen van ten minste €���� mln). Conform de

afspraak zijn de omroepen begonnen met het aflossen van de leningen.

Impact Het maximale risico is gelijk aan het restant leningenbedrag. Per 1 januari 2011 zal dit

restant € 4,3 mln bedragen, te weten RTV West € 2,8 mln en RTV Rijnmond € 1,5 mln.

Maatregelen De financiële positie en liquiditeitspositie van de regionale omroepen worden d.m.v.

periodieke rapportages gemonitoord.

Status Gelet op de gezonde financiële positie van beide instellingen wordt verwacht dat de

leningen volledig zullen worden afgelost.

2.3 Europa-gerelateerde risico's: de Europese Commissie kan subsidiabiliteit uitgaven

betwisten

Omschrijving De provincie loopt bij Europese projecten, waarbij zij eindverantwoordelijk is, het risico dat

uitgaven achteraf als niet-subsidiabel worden aangemerkt, omdat niet voldaan is aan

administratieve eisen. Dit blijkt bij toetsing van uitgaven op basis van voortgangs- en

eindrapportages. Het maximale risico is het relatieve aandeel van de Europese subsidie in

de gemaakte en nog niet gecontroleerde en gecertificeerde uitgaven. Daarnaast kan

(namens) de Europese Commissie een aangegane verplichting jegens een eind-

begunstigde (gedeeltelijk) worden ingetrokken, als de feitelijke uitgaven achter gaan lopen

bij het in de goedkeuringsbeschikking voorgeschreven uitgavenritme. De kans dat een

dergelijk besluit wordt genomen, is niet in te schatten. Zelfs bij een afgesloten Europees

subsidieproject loopt de provincie het risico dat achteraf uitgaven ten behoeve van het

project niet-subsidiabel worden geacht naar aanleiding van een controle. Subsidies

kunnen dan - zelfs na vijf jaar na afsluiting van het subsidieprogramma - worden terug-

gevorderd. Het teruggevorderde bedrag kan oplopen tot 50% van de totale omvang van

het project.

Page 178: Concept begroting Zuid-Holland 2011

178

Impact Ten aanzien van de (inmiddels) afgerekende projecten voor de periode 2000 tot en met

2006 loopt de provincie tot en met 2011 het risico, dat naar aanleiding van extra controles

terugvordering plaatsvindt. Het betreft een bruto risico van €�� ���� 2

oor de lopende

projecten 2007 tot en met 2013 bedraagt het bruto risico € 6,2 mln (ontvangen

voorschotten voor nog niet afgerekende kosten).

Maatregelen • Bewaking subsidiabiliteit uitgaven door goede projectvoorbereiding en -selectie.

• Voortdurende bewaking van de procedures voor het indienen van tussentijdse

declaraties.

• Zorg dragen voor een goede archivering van al afgerekende projecten naar de

maatstaven van de Europese Commissie.

Status

Alle projecten uit de periode 2000 tot en met 2006 met de provincie Zuid-Holland als lead

partner zijn afgerekend met de Europese Commissie (risico blijft tot en met 2011). Voor

de periode 2007 tot en met 2013 zijn momenteel drie projecten van de provincie in

uitvoering. Het steunpunt subsidies van de provincie bewaakt op actieve wijze dat

voldaan wordt aan de eisen van de Europese Unie.

3 Risico's op eigendommen/kapitaalgoederen

3.1 Bezwijken bijzondere constructies onder provinciale wegen en calamiteiten aan vaste en

beweegbare kunstwerken

Omschrijving • Bezwijken van bijzondere constructies waarop provinciale wegen zijn gebouwd. Dit

kan optreden op delen van de N210a, N209b, N207d, N228a en N214a.

• Calamiteiten aan beweegbare kunstwerken die worden veroorzaakt door een

achterstand in het onderhoud.

• Calamiteiten aan vaste kunstwerken die worden veroorzaakt door ASR-problematiek

(in sommige gevallen gecombineerd met dwarskrachtproblematiek). Afgelopen jaar is

dit onder meer aan het licht gekomen bij het viaduct over de Herenweg in de N206D.

Directe actie om het kunstwerk te vervangen is vereist.

Impact Een calamiteit aan een beweegbaar kunstwerk wordt geraamd op € 3,3 mln.

Een calamiteit aan een vast kunstwerk wordt geraamd op €� ����

Maatregelen • N210: Bij overdracht van beheer en onderhoud aan de opdrachtnemer is een

calamiteitenfonds in de overeenkomst opgenomen. In de overeenkomst is vastgelegd

dat provincie en aannemer gezamenlijk de kosten zullen dragen wanneer het fonds is

uitgeput;

• N209b: betonnen-bakconstructie functioneert nog steeds en toont geen gebreken die

wijzen op einde levensduur;

• N207d: in 2007 maatregelen genomen op basis van extern onderzoek. Dit is

voldoende totdat groot onderhoud wordt uitgevoerd (in 2012);

• Beweegbare bruggen: jaarlijkse inspectie.

Status

M.b.t. de N210a wordt verwacht dat de kosten van eventuele calamiteiten niet het

calamiteitenfonds N210 zullen overstijgen. Eventuele calamiteiten op de overige wegen

kunnen niet uit de beschikbare onderhoudsbudgetten bekostigd worden. Naar aanleiding

van de ASR-problematiek op de N206 is een onderzoek gestart naar de status van de

overige kunstwerken. Op basis van de uitkomst van dit onderzoek kan de kans op

optreden beter worden onderbouwd.

Page 179: Concept begroting Zuid-Holland 2011

179

3.2 Teerhoudend asfalt - uitloging PAK’s

Omschrijving De provincie Zuid-Holland kampt met een erfenis uit de tijd dat toepassing en hergebruik

van teerhoudend asfalt gemeengoed was. Teer schaadt de gezondheid ten gevolge van

verspreiding in het milieu door uitloging naar bodem en grondwater van de in teer

aanwezige polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). De meest wenselijke

oplossing is verwijdering uit de keten.

Impact Afhankelijk van de mate van de ontstane bodemverontreiniging gaat het om enkele

miljoenen euro's. Er wordt uitgegaan van maximaal € 5 mln.

Maatregelen De al in gang gezette onderzoeken voortzetten en gerelateerd aan de uitkomst hiervan

beheerbeleid formuleren.

Status Uit onderzoek (2007) blijkt dat van het totale volume asfalt 15% teerhoudend is

(526.000 ton). Hiervan is circa 300.000 ton aanwezig in de onderlaag. Indien deze

onderlaag in aanraking komt met het grondwater, kan de bodem verontreinigd raken. Bij

groot onderhoud wordt bij de voorbereiding standaard onderzoek uitgevoerd. Inmiddels

heeft de provincie aansluiting gezocht bij het convenant Milieu Verantwoord Wegbeheer.

3.3 Verontreiniging bagger/slib provinciale vaarwegen

Omschrijving Om de provinciale vaarwegen op diepte te houden (instandhouding) of daar waar mogelijk

de vaargeul aan te passen aan een meer wenselijke diepte en breedte (verbetering),

vinden baggerwerkzaamheden plaats. In een drukbevolkte, economisch actieve en

historisch industriële regio als Zuid-Holland is deze bagger matig tot ernstig verontreinigd.

Door strengere wet- en regelgeving en een duurzaam ambitieniveau kan de bagger niet

zonder meer worden gestort. De kwaliteit van de baggerspecie bepaalt de afzet:

hergebruik, reinigen of storten. Dit zorgt voor grote variaties en onzekerheden bij het

schatten van de kosten van baggerwerkzaamheden.

Impact € 1 mln

Maatregelen Voortzetten onderzoek naar verwachte kwaliteit en mogelijkheden van afzet (reinigen,

hergebruik of storten) van bagger en de markt stimuleren om duurzame

verwerkingsmogelijkheden toe te passen.

Status Er zijn voorbereidende werkzaamheden genomen om in 2011 alle tien vaarwegtrajecten

op de juiste diepte gebracht te hebben.

3.4 Niet tot uitvoering komende grote infrastructurele projecten

Omschrijving De plan- en voorbereidingskosten van projecten groter dan € 1 mln uit het MPI worden op

basis van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV,

art. 60) geactiveerd en in vijf jaar afgeschreven. Indien projecten onverhoopt niet worden

gerealiseerd, dienen de gemaakte plan- en voorbereidingskosten te worden

afgewaardeerd en komen dan in één keer ten laste van de exploitatie.

Impact De vele partijen, de vaak uiteenlopende belangen, de grote mate van complexiteit, de

forse investeringen, maar ook de regelgeving op het gebied van onder andere

luchtkwaliteit, geven een mate van onzekerheid aan deze grote projecten, waarvan de

totale plan- en voorbereidingskosten vele miljoenen bedragen. Hier staat als financieel

voordeel tegenover dat er geen kapitaallasten optreden, noch vanwege plan- en

voorbereidingskosten, noch vanwege de realisatie van het project. Een aantal grote

projecten die zich nog in de voorbereidingsfase bevinden, zijn de RijnGouwelijn West, de

Rijnlandroute, IODS en de Parallelstructuur A12. Hiermee is circa € �� ��� ������ ����-

en voorbereidingskosten gemoeid.

Page 180: Concept begroting Zuid-Holland 2011

180

Maatregelen Door met de provincie en alle betrokken partijen bestuursovereenkomsten aan te gaan

waarbij ook afspraken gemaakt worden over de gang van zaken bij ernstige vertragingen

of het niet realiseren van het project, worden zekerheden verkregen. Al gemaakte kosten

bestrijden uit vrijvallende kapitaallasten van geraamde kapitaalinvesteringen, die in de tijd

doorschuiven.

Status Is continu risico, want jaarlijks zijn er projecten in de plan- en voorbereidingsfase.

3.5 Contract Personenvervoer over Water

Omschrijving In het per 1 januari 2010 nieuw af te sluiten contract Personenvervoer over water (POW) is

opgenomen dat de in te zetten schepen aan het eind van de contractperiode overgaan

naar de nieuwe vervoerder tegen de voorgeschreven restant boekwaarde van € 3 mln in

2021. Tegenover de vreemd-vermogenverstrekker staat de provincie garant voor het

verschil tussen de opbrengst en de boekwaarde van de schepen bij tussentijdse

beëindiging vanwege betalingsproblemen van de vervoerder.

Impact Impact op basis van stand medio 2011: € 10,7 mln.

Maatregelen In de aanbestedingsleidraad zijn door de provincie diverse aanvullende maatregelen

opgenomen die de kans op een succesvolle exploitatie van POW vergroten.

Status Het contract is met ingang van 1-1-2010 ingegaan.

4 Risico's van bestuursbeslissingen

4.1 Claim Hornbach, gemeente Alblasserdam

Omschrijving Een schadeverzoek naar aanleiding van het niet verkrijgen c.q. schorsen van een

bouwvergunning.

Impact Maximaal € 18,5 mln. Deze claim valt vermoedelijk niet onder de WA-verzekering van de

provincie.

Maatregelen Inwinnen van juridisch advies parallel met de provinciale besluitvorming. Dit wordt per

geval bekeken.

Status Op 20 mei 2009 heeft Houthoff Buruma de provincie geadviseerd over eventuele

onrechtmatigheid van de provincie jegens Hornbach en de consequenties daarvan voor

een eventuele regresvordering van de gemeente. Voorlopige conclusie daarvan is dat een

dergelijke vordering zal kunnen afstuiten op het feit dat Hornbach destijds zelf heeft

verzocht om intrekking van vrijstelling en bouwvergunning. Op 31 maart 2010 heeft de

rechtbank Dordrecht alle vorderingen van Hornbach op de gemeente Alblasserdam

afgewezen. Op 25 juni 2010 heeft Hornbach de gemeente in hoger beroep gedagvaard.

4.2 Waterschadeclaim telers Bollenstreek (1996-1997)

Omschrijving Waternet (voorheen Gemeentewaterleiding Amsterdam - GWA) en de provincies Zuid-

Holland en Noord-Holland zijn door een aantal bollenkwekers aansprakelijk gesteld voor

schade aan hun bollen als gevolg van wateroverlast in het teeltseizoen 1996/1997 in de

Bollenstreek. De directe schade werd door de indieners van de claim begroot op

€ 2,7 mln.

Impact Het theoretische risico bedraagt maximaal € 2,7 mln aangezien er geen afspraken zijn

over de aansprakelijkheidsverdeling tussen de drie partijen.

Maatregelen De Raad van State heeft in september 2009 de vordering van de bollentelers afgewezen.

Daarmee is de procedure bij de Raad van State definitief beëindigd.

Page 181: Concept begroting Zuid-Holland 2011

181

Status In de civiele procedure tussen Waternet en de bollentelers heeft Waternet de provincie in

vrijwaring geroepen. Die procedure loopt bij de rechtbank (in 2010 wordt vonnis

gevraagd). Mocht de civiele rechter Waternet aansprakelijk achten voor de schade van de

bollentelers, dan gaat deze vrijwaringsprocedure spelen. De ontwikkeling van deze

procedure is nog niet te voorspellen.

4.3 Omgevingsrisico’s vergunningverlening en handhaving

Omschrijving Vergunningverlening en handhaving kennen altijd omgevingsrisico's. Het is immers een

politiek gevoelig beleidsveld. De betrokkenheid van burgers en externe partijen en daar-

mee de beïnvloeding van externen bij de uitvoering van de werkzaamheden, is groot. In

het kader van de besluitvorming loopt de provincie dan ook altijd juridische risico's. Tegen

menig besluit wordt bezwaar dan wel beroep aangetekend. Het nemen van bestuurlijk

gecalculeerde risico's hoort een onderdeel te zijn van vergunningverlening en een actief

handhavingsbeleid.

Impact Het terugbetalen van griffierechten en eventuele proceskosten, evenals schadeclaims, zijn

financiële risico's. Per geval kan de schadeclaim hoog zijn (enkele miljoenen euro's). Er

wordt uitgegaan van maximaal € 5 mln op jaarbasis.

Maatregelen Intensieve juridische controle en een goed bewustzijn van de belangen en wensen van de

externe omgeving.

Status Het betreft hier een doorlopend risico.

De aandacht voor juridische kwaliteit heeft in de afgelopen jaren ertoe geleid dat er,

vergeleken met voorgaande jaren, procentueel minder besluiten waartegen beroep is

ingesteld, zijn vernietigd. Voor wat betreft het percentage besluiten waartegen bezwaar is

gemaakt, gaat dit niet op.

4.4 Gevolgschade vergunningverlening aan afvalverwerkende bedrijven

Omschrijving De provincie is vergunningverlener aan afvalverwerkende bedrijven en is in die

hoedanigheid maatschappelijk verantwoordelijk voor de gevolgschade (verwijdering

afvalstoffen) als een verwerkingsbedrijf niet meer aan de vergunningsplicht kan voldoen.

Dit kan zich met name voordoen in geval van faillissement.

Impact Voor de provincie Zuid-Holland gaat het om in totaal circa 200 bedrijven met een

mogelijke gevolgschade van minimaal € 100.000 per bedrijf. De totale maximale

gevolgschade bedraagt € 20 mln per jaar.

Maatregelen Door goed toezicht te houden op deze bedrijven en scherp te handhaven op de naleving

van de voorschriften over omvang en soorten afval die opgeslagen mogen worden, wordt

het risico beperkt tot de vergunde afvalstoffen.

Daarnaast wordt bij bedrijven die hoeveelheden afval opslaan met een negatieve waarde

van meer dan €� ���

jaarlijks op basis van de jaarrekeningen de financiële positie

beoordeeld. Indien die positie zwak is, wordt het toezicht op de omvang van de

opgeslagen afvalstoffen nog verder geïntensiveerd.

Status Het betreft hier een doorlopend risico. Omdat de kans van optreden nog steeds zeer klein

wordt ingeschat, wordt de omvang van het risico bijgesteld op een maximum van

€ 2,5 mln in een jaar.

Page 182: Concept begroting Zuid-Holland 2011

182

4.5 Waardedaling grondaandeel RZG Zuidplas

Omschrijving De provincie neemt voor 40% deel aan de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG

Zuidplas. Het risico bestaat dat de daadwerkelijke waarde van de bij de Grondbank in

eigendom zijnde grond lager is dan de boekwaarde. Dit risico is beperkt omdat het veelal

gronden betreft die nog geen bestemming als bouwgrond hebben, maar dit wel gaan

krijgen.

Impact Ultimo 2009 is in totaal door de grondbank circa 312 ha grond aangekocht voor een

bedrag van €*� ��� ��� ������ � M�� �������� ��� �� ������ � ������������ ���

uitgegaan van maximaal € �� ���� �������€� ��� �� EHG� !� ?3 ?������ ��

aangegaan tot 1 januari 2011 en wordt mogelijk verlengd tot 1 januari 2020.

Maatregelen Elke drie jaar worden de gronden opnieuw getaxeerd, eventuele waardedalingen worden

met de deelnemers verrekend. Door het bestuur van de Grondbank wordt voorgesteld de

regeling te verlengen tot 1 januari 2020. Tevens is een gerichte Uitnamestrategie

opgesteld die in het jaarlijks vast te stellen Uitnamestrategiekader wordt geconcretiseerd.

De strategische grondverwerving wordt beëindigd. Er is circa 300 ha van de circa 2000 ha

te verstedelijken gebied verworven. Met de maatregelen uit het Uitnamestrategiekader,

waarover in september 2010 door het algemeen bestuur van de grondbank zal worden

besloten, wordt getracht de financiële risico's van de Grondbank te beperken door het

bepalen van de uitnameprijs voor de gronden van de Grondbank. Het risico kan daarnaast

beheerst worden door het in ontwikkeling brengen van de gronden en de afspraken die de

samenwerkende partijen in de Zuidplas daarover maken.

Status In 2010 zijn de taxaties van de in 2007 in eigendom verkregen gronden uitgevoerd. Het

taxatierapport van de in 2006 verworven gronden is verwerkt in de Jaarstukken 2009 van

de Grondbank. Hieruit blijkt dat de waarde van de verworven gronden niet is gedaald.

Desondanks kan met ingang van 2012 sprake zijn van een negatief verschil tussen

actuele waarde en boekwaarde van maximaal € �� ��� ��� �� ��� ����� ��� ��Zuidplaspolder.

4.6 Risico volledige honorering subsidieaanvraag i.h.k.v. stimuleringsregeling Voordelta, project

Ouddorp

Omschrijving Er loopt een bezwaarprocedure betreffende het gedeeltelijk toekennen van de subsidie aan

het project Ouddorp Duin. De subsidie is aangevraagd in het kader van de 1e tender Tijdelijke

verordening stimulering Voordelta.

Impact €��� ���

Maatregelen Inhuur advocaat voor het voeren van de juridische procedure.

Status Er is beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van GS van 10 maart 2010.

Page 183: Concept begroting Zuid-Holland 2011

183

4.7 Schadeclaims vergunningverlening voor ontgrondingen

Omschrijving In de ontgrondingenwet is een regeling voor nadeelcompensatie opgenomen.

Nadeelcompensatie houdt in dat de overheid aan belanghebbenden de schade vergoedt die

zij ondervinden van een op zichzelf rechtmatig overheidsbesluit. De regeling in de

Ontgrondingenwet houdt in dat de provincie aan de aanvrager van de vergunning of aan

andere belanghebbenden de schade moet vergoeden die deze lijden als gevolg van een

ontgrondingvergunning, indien deze schade redelijkerwijs niet voor hun rekening hoort te

blijven. Ook buiten het geval van nadeelcompensatie, is het mogelijk dat de provincie wordt

geconfronteerd met een claim van schade die is ontstaan als gevolg van een vergunde

ontgronding. In het bijzonder bij grote ontgrondingen, bijvoorbeeld een zandwinning, is het

risico op schade aan de omgeving reëel aanwezig. Ook zijn gevallen waarin de

vergunninghouder schade claimt als gevolg van de in de vergunning gestelde eisen, niet uit te

sluiten.

Impact Per geval kan de schadeclaim hoog zijn. Dit wordt beïnvloed door de aard en de omvang van

de ontgronding en het karakter van de omgeving.

Voor een grote zandwinning moet de omvang van de mogelijk te vergoeden schade worden

gesteld op circa €10 mln.

Maatregelen De mogelijkheid voor een milieuaansprakelijkheidsverzekering voor de ontgronder

onderzoeken; bij de vergunningaanvraag afhankelijk van de situatie een globale of

geavanceerde risicoanalyse eisen; de vergunning adequaat handhaven.

Status Het betreft hier een doorlopend risico.

5 Risico’s niet van invloed op het weerstandsvermoge n

Ten aanzien van het risico ‘hogere projectkosten RijnGouwelijn Oost’ is in de Jaarrekening 2009

aangegeven, dat mocht dit risico zich voordoen, dekking gevonden zal worden binnen het MPI. Er zal dus

geen beslag worden gelegd op de weerstandscapaciteit van de provincie. Wel is in de Jaarrekening 2009

aangegeven, dat het risico gemeld zal worden in de paragraaf Weerstandsvermogen.

5.1 Hogere projectkosten RijnGouwelijn Oost als gevolg van scopewijzigingen en

onzekerheden

Omschrijving Het ontwerp en de uitvoering van de RijnGouwelijn Oost zijn met de nodige

onzekerheden omgeven, waarbij de provincie dus ook risico's loopt.

De volgende risico's worden onderscheiden:

1. Tracé Hooigracht-Langegracht conform BO II: € � ���U

2. Onzekerheidsmarge Definitief Ontwerp (DO): Afhankelijk van de fase van de raming

van de aanlegkosten geldt er een vaste onzekerheidsmarge. Bij het DO bedroeg deze

marge -10% tot +10%. De raming van de kosten van de RijnGouwelijn Oost op basis

van het DO bedroeg € 367,9 mln. De laagste waarde van de bandbreedte bedraagt

aldus € 331,1 mln, de hoogste waarde € 404,6 mln. Dit risico komt geheel voor

rekening van de provincie;

3. Overwegveiligheid: De discussie met het Rijk over het noodzakelijke

maatregelenpakket voor de overwegveiligheid op de lijn is nog niet afgerond. Als bij

de RijnGouwelijn Oost hetzelfde regime wordt toegestaan als bij de MerwedeLingelijn,

leidt dit tot extra kosten voor de provincie;

Page 184: Concept begroting Zuid-Holland 2011

184

4. Uniformiteit inrichting haltes: In het DO is uitgegaan van een zeer sobere inrichting van

de stations. Mocht later een inrichting volgens een algemeen herkenbare huisstijl

onontkoombaar blijken, dan zijn hier extra kosten mee gemoeid. Tevens zij vermeld

dat de technische uitvoering, mede met het oog op beheer en onderhoud, eveneens

uniform dient te zijn;

5. BO 1: In de Bestuursovereenkomst 1 (BO 1) - met de gemeenten langs de

RijnGouwelijn Oost - zijn de bijdragen van de gemeenten aan het project vastgelegd.

Met enkele gemeenten zijn aanvullende afspraken gemaakt. Daarin zijn onder meer

de condities vastgelegd waaronder drie gemeenten met een lagere bijdrage kunnen

volstaan;

6. Planschade en nadeelcompensatie;

7. Gouda: Als gevolg van het opzeggen van BO III (Gouda maaiveldligging) is een nieuw

ontwerp en gefaseerde aanleg noodzakelijk. Hiermee is in de projectraming geen

rekening gehouden.

Impact Ad 1: € � ���U �� �V € 36,8 mln positief tot € 36,8 mln negatief; ad 3: € 10 - € �� ���Uad 4: € 5,4 mln; ad 5: € 1,9 mln; ad 6: € 9,7 mln; ad 7: € 5,7 mln.

Maatregelen Ad 1 (zie ad 2).

Ad 2 De onzekerheidsmarges in de DO-fase worden beperkt door scopemanagement

en het kritisch bezien van wijzigingsvoorstellen.

Ad 3 Met Prorail wordt overlegd over de wijze waarop kan worden voldaan aan de

veiligheidseisen van IVW.

Ad 4 De detailengineering van de haltes wordt samen met Prorail uitgevoerd.

Ad 5 Het bouwvolume in de BO1-gemeenten wordt jaarlijks gemonitoord.

Ad 6 Middels de inzet van omgevingsmanagement wordt getracht om planschade en

onevenredig nadeel voor derden te voorkomen.

Ad 7 Mogelijk zijn de extra te maken kosten op Gouda te verhalen.

Status Ad 1 (zie ad 2)

Ad 2 Dit is een continue proces.

Ad 3 Wordt duidelijk na acceptatie van voorstellen voor overwegveiligheid door de IVW.

Ad 4 Wordt in ontwerpproces meegenomen.

Ad 5 Komt terug in rapportages stuurgroep RGL.

Ad 6 Procedurevoorstellen worden voorbereid.

Ad 7 De engineering van de aanlanding op Gouda is opgestart.

6 Vervallen risico’s

De volgende risico’s zijn vervallen ten opzichte van de Jaarrekening 2009.

6.1 Risico onvoldoende middelen voor uitvoering Wet op de jeugdzorg

Omschrijving In 2011 is rekening gehouden met een toename van de vraag naar jeugdzorg van 2% tot

2,5%. Aangezien per procent groei van de vraag naar jeugdzorg circa € 1 mln nodig is

voor het garanderen van de wettelijke aanspraak op jeugdzorg, gaat het om maximaal

€ 2,5 mln. Voor dit bedrag is dekking gevonden binnen programma 4 van de Begroting

2011. Indien de groei in 2011 2,5% bedraagt, dan loopt de provincie in 2011 geen

financieel risico. Door de inzet van provinciale middelen via de RAS-regio's, zal er naar

verwachting een afname van de instroom en een snellere uitstroom gerealiseerd kunnen

worden. Als gevolg daarvan wordt verwacht dat de groei van de vraag naar geïndiceerde

jeugdzorg in 2011 kan worden opgevangen.

Page 185: Concept begroting Zuid-Holland 2011

185

Kwantificering risico's

Nr. Naam risico

Inci

d. /

stru

ct.

Max

. sch

ade

Kan

s op

tred

en

Om

vang

mln

Ris

icot

erm

ijn in

kw

arta

len

1 Risico's rijksbeleid en wetgeving

1.1 Onvoldoende middelen voor nazorg gesloten stortlocaties s/i 53,0 ≈ 0 0,0 4

1.2 Overdracht taak muskusrattenbestrijding naar de waterschappen i 3,1 ≈ 0 0,0 4

2 Financiële risico's

2.1 Geen aflossing gegarandeerde leningen derden i 15,8

0-25% 2,0 4

2.2 Onvoldoende solvabiliteit/ liquiditeit regionale omroepen i 4,6 ≈ 0 0,0 4

2.3 Europa-gerelateerde risico's; de Europese Commissie kan subsidiabiliteit uitgaven betwisten (2000-2006; 2007-2013)

i i

6,2 12,0

0-25% ≈ 0

0,8 0,0

4 4

3 Risico’s op eigendommen/ kapitaalgoederen

3.1 Bezwijken bijzondere constructies onder provinciale wegen en calamiteiten aan beweegbare bruggen

i 4,3 0-25% 0,5

4

3.2 Teerhoudend asfalt - uitloging PAK's i 5,0 0-25% 0,6 4

3.3 Verontreiniging bagger/slib provinciale vaarwegen i 1,0 0-25% 0,1 4

3.4 Niet tot uitvoering komende grote infrastructurele projecten i 20,0 0-25% 2,5 4

3.5 Contract Personenvervoer over water (garantstelling provincie bij tussentijdse beëindiging contract)

i 10,7 0-25% 1,3 4

4 Risico’s van bestuursbeslissingen

4.1 Schadeclaims i.v.m. bestemmingsplannen: Bouwmarkt Hornbach, gemeente Alblasserdam

i 18,5 0-25% 2,3 4

4.2 Claim waterschade telers Bollenstreek (1996-1997) i 2,7 ≈ 0 0,0 4

4.3 Omgevingsrisico's vergunningverlening en handhaving i 5,0 ≈ 0 0,0 4

4.4 Gevolgschade (verwijdering afvalstoffen) als een afvalverwerkings-bedrijf niet meer aan de vergunningsplicht kan voldoen

i 20,0 0-25% 2,5 4

4.5 Waardedaling grondaandeel RZG Zuidplas i 8,0 ≈ 0 0,0 > 4

4.6 Risico volledige honorering subsidieaanvraag in het kader van de stimuleringsregeling Voordelta, project Ouddorp Duin

i 4,5 0-25 % 0,6 4

4.7 Schadeclaims vergunningverlening voor ontgrondingen i 10,0 0-25 % 1,3 4

Subtotaal 14,5

Waarvan incidenteel 14,5

Inschatting niet-kwantificeerbaar incidenteel 5,0

Risico’s productenraming boven 1 mln 0

Totaal 19,5

Waarvan incidenteel 19,5

6.2 Onvoldoende kostendekking versterking van de Diefdijk

Omschrijving Bij de jaarrekening 2009 is een voorziening getroffen. Bij de najaarsnota 2010 is gebleken

dat deze meer dan voldoende is en er dan ook geen sprake is van een restrisico. Hiermee

kan het risico vervallen.

Page 186: Concept begroting Zuid-Holland 2011

186

5.2 Risico’s niet-kwantificeerbaar of waarvan public atie niet gewenst is 1 Risico’s rijksbeleid en wetgeving

1.1 Onvoldoende opbrengsten MRB

Omschrijving Onzekerheid over ontwikkelingen omtrent het wagenpark, die van invloed zijn op de te

ontvangen opcenten MRB.

Impact Ontwikkeling wagenpark afwijkend van raming (positief/negatief): een toename van het

totale aantal auto’s en een stijging van het gemiddelde gewicht hebben een positief effect

op de inkomsten. De groei van het aantal zeer zuinige personenauto’s (CO2 -zuinig)

waarvoor geen MRB-tarief geldt, heeft een negatief effect op de inkomsten uit de

opcentenheffing.

Maatregelen Behoedzame raming in de Begroting door de opbrengsten MRB voor 99% van de

theoretische opbrengst op te nemen. Verder wordt er uitgegaan van de ontwikkelingen bij

de belangrijkste variabelen van de afgelopen twee jaar, waaronder de groei van zeer

zuinige personenauto’s.

Status In IPO-verband wordt met de Belastingdienst gesproken over de frequentie en tijdigheid

van berichtgeving (waaronder de inzichten in het wagenpark), de berekening van de

afdracht en de accountantscontrole op de afdracht. Nadat een eerste voorstel voor een

convenant is verworpen door de provincies, wordt het overleg gecontinueerd.

1.2 Verlaging uitkering provinciefonds

Omschrijving 1) De hoogte van de uitkering uit het Provinciefonds is gekoppeld aan de netto

gecorrigeerde Rijksuitgaven; deze normeringssystematiek gaat uit van het principe

‘samen de trap op, samen de trap af’. Tegenvallende/meevallende macro-economische

cijfers kunnen leiden tot (hogere) bezuinigingen/extra uitgaven in de Rijksbegroting en

hebben daarmee nadelige/voordelige consequenties voor de provinciefondsuitkering. De

macro-economische ontwikkelingen zijn voor de uitkering van het Provinciefonds daarom

een belangrijke onzekere factor.

2) Een tweede onzekere factor is de verdeling over de provincies van de algemene

uitkering Provinciefonds. Deze is gebaseerd op de zogenaamde verdeelmaatstaven

(bijvoorbeeld inwoneraantal, hectare groen, warmtekrachtkoppeling). De landelijke

verdeling in een bepaald jaar wijzigt telkens wanneer nieuwe gegevens beschikbaar

komen. Deze onzekerheid in de hoogte van de algemene uitkering Provinciefonds is

inherent aan het verdeelmodel. Daarbij beslist het Rijk in 2011 over een structurele

herziening van de verdeling van het provinciefonds (waarbij mogelijk rekening zal worden

gehouden met de vermogenspositie van de afzonderlijke provincies) met ingang van

2012.

3) Verder kan er sprake zijn van herverdeeleffecten bij taakmutaties. Deze treden op

wanneer de binnen het IPO overeengekomen ijkverdelingen voor taakmutaties definitief

worden versleuteld in het Provinciefonds.

4) Ook kan het Rijk besluiten tot een generieke korting op het Provinciefonds, wat een

negatief effect heeft op de hoogte van de uitkering.

Impact Bovengenoemde positieve en negatieve risico’s zijn relevant vanaf 2012. De impact van

deze risico’s is moeilijk aan te geven. Een en ander zal ook afhankelijk zijn van het nieuwe

regeerakkoord.

Page 187: Concept begroting Zuid-Holland 2011

187

Maatregelen Behoedzame ramingen opstellen. In de raming wordt geen rekening gehouden met de

uitkering van de door het Rijk ingehouden behoedzaamheidsreserve. Dit is een deel van

het Provinciefonds waar provincies wel recht op hebben en dat ook wordt betrokken in de

afrekening van het Provinciefonds, maar dat de fondsbeheerders bij de berekening van de

voorschotten buiten beschouwing laten. De behoedzaamheidsreserve bedraagt voor de

provincie Zuid-Holland ongeveer € 1,5 mln en dient als zodanig als een eerste buffer voor

negatieve risico’s.

Met de korting vanuit het Rijk op het Provinciefonds is reeds rekening gehouden door een

structurele korting van €�� ��� � � ����� ����. ����� !������� "#���� ��

ontwikkelingen (onder andere ten aanzien van het komende regeerakkoord) op de voet

worden gevolgd. Zodra deze ontwikkelingen leiden tot mutaties, worden deze in de P&C-

producten verwerkt.

Status Normeringssystematiek voorlopig buiten werking

In april 2009 hebben het Rijk en de medeoverheden afspraken gemaakt betreffende de

gevolgen van de economische situatie en het Aanvullend Beleidsakkoord (i.e. het door de

coalitiepartijen gesloten akkoord van april 2009) voor de financiële verhoudingen. Een

belangrijk gevolg van de afspraken is dat de normeringssystematiek in 2009, 2010 en

2011 buiten werking is gesteld. In plaats daarvan is het Rijk met de provincies voor deze

jaren een reeks van nominale uitkeringen voor het Provinciefonds overeengekomen. Het

gevolg hiervan is dat de behoedzaamheidsreserve - voorlopig - buiten werking is gesteld

en er geen negatieve risico’s zijn ten aanzien van de accressen.

Structurele korting Provinciefonds vanaf 2011 en herziening verdeelmodel

Op basis van het advies van de Raad voor Financiële Verhoudingen ‘Naar een herijking

van de financiële verhoudingen tussen Rijk en provincies’ van 19 maart 2009 heeft het

Rijk het Provinciefonds met ingang van 2011 structureel met € ��� ��� ���������De

provincies hebben uiteindelijk een akkoord kunnen bereiken over € �*� ��� �� �����

Het aandeel van de provincie Zuid-Holland hierin bedraagt €�� ���� C� �� ��

drag is al

geanticipeerd in de Begroting 2011. Vanaf 2012 beslist het Rijk over een structurele

herziening van de verdeling van het Provinciefonds. In 2012 betreft dit een korting van

€ ��� ���� ����. ���� ���€ ��� ���� C��#������ is nog wat deze korting voor de

provincie gaat betekenen.

1.3 Aanslag Rijk i.v.m. negatief EMU-saldo

Omschrijving Indien er een groter EMU-tekort van de Nederlandse overheid dan 2% van het Bruto

Binnenlands Product (BBP) dreigt, kan de minister van Financiën via een AMvB

maatregelen treffen om dit tekort te beheersen. Deze maatregelen kunnen inhouden dat

gemeenten en provincies worden beperkt in hun (voornamelijk investerings)uitgaven.

Impact De impact heeft uitsluitend betrekking op de mate waarin beleidsdoelen worden behaalt.

Er zal geen beslag worden gelegd op de weerstandscapaciteit.

Maatregelen Vooralsnog zijn met het Rijk 'signaleringsmaatregelen' afgesproken: in de Begroting en

Jaarstukken van de provincie wordt het EMU-saldo van de provincie berekend en

weergegeven. De werkgroep 'evaluatie normeringssystematiek' heeft in oktober 2006 een

evaluatie uitgebracht waarin de al ingezette beleidslijn is bekrachtigd. De werkgroep zal

de mogelijkheid tot het opleggen van sancties verder onderzoeken.

Page 188: Concept begroting Zuid-Holland 2011

188

Status In het Aanvullend Beleidsakkoord (i.e. het door de coalitiepartijen gesloten akkoord van

april 2009) is onder andere opgenomen, dat de EMU-signaalwaarde zal worden

uitgeschakeld, waardoor het rijkstekort kan oplopen zonder dat rijksbezuinigingen

noodzakelijkerwijs het gevolg zijn. Om medeoverheden tegemoet te komen bij het treffen

van eigen stimuleringsmaatregelen krijgen ze tijdelijk extra ruimte voor hun EMU-tekorten.

Normaal is het EMU-tekort begrensd op 0,5% van het BBP. Voor 2009 is dat vastgesteld

op 0,6% en voor 2010 op 0,7%. Bovendien zal het Kabinet vooralsnog geen maatregelen

treffen als het saldo onverhoopt boven de EMU-grens uitkomt.

2. Financiële risico’s

2.1 Financiële risico’s BO ILG

Omschrijving In december 2006 hebben GS de Bestuursovereenkomst 2007-2013 tussen het Rijk en de

provincie Zuid-Holland ('BO ILG') getekend. Daarin is afgesproken dat de provincie de

lopende verplichtingen en de daarbij behorende prestaties overneemt. Ook als gevolg van

de Wet inrichting landelijk gebied (WILG) is de provincie gehouden om de lopende

verplichtingen een op een over te nemen. Naast deze lopende verplichtingen zijn in de BO

ILG prestatie-afspraken gemaakt over onder andere verwerving, inrichting en beheer van

gronden. Zo is voor Recreatie om de Stad (RodS) een afspraak gemaakt voor realisatie

verwerving en inrichting, welke niet in balans is. Daarom is in de BO ILG de afspraak

gemaakt bij stagnatie dit te bespreken bij de Midterm Review 2010 (MTR).

Impact Ter voorbereiding van de MTR is de programmering van de Ecologische Hoofdstructuur

(EHS) en Rods herijkt. De partiële herziening van grondverwerving van het provinciaal

meerjarenprogramma voor de periode 2007-2013 (inclusief de door de minister

beschikbare gestelde ruilgronden) is hierbij leidend geweest. Samen met de reeds

uitgegeven uitgaven tot en met 2009 wordt in de MTR een beeld gegeven van de lopende

verplichtingen tot en met 2013. Op basis van de uitgangspunten die het IPO hanteert voor

de lopende verplichtingen wordt een tekort geraamd van €��� ��� �����#���.

Rijksbijdrage IODS). Voor de uitvoering van de programmering RodS en EHS, waarbij de

verplichtingen in kaart zijn gebracht op basis van met gebiedspartijen overeengekomen

inrichting wordt een tekort geraamd van €*� ����

De programmering van subsidieregeling

in het kader van Natuur- en Landschapsbeheer zal naar verwachting een tekort vertonen

van € �� ���� !������� ��� �� � � � �� ������ ������������� ������� �€ 26 mln met name bij inrichting EHS (inclusief Delta Natuur).

Maatregelen In de BO ILG is afgesproken dat indien de realisatie van de bestuurlijke afspraken

stagneert door gebrek aan financiering, partijen bij de MTR zullen bezien of de knelpunten

zijn op te lossen, waarbij mogelijk afspraken kunnen worden gemaakt over nieuwe

prestaties en middelen met betrekking tot MJP-2 doelen van het Rijk. Gezien de huidige

situatie zal tijdens de MTR de politiek-bestuurlijke discussie gaan over bezuinigingen,

brede heroverwegingsoperatie Rijk, IBO natuur en voortbestaan ILG. Hierdoor wordt de

kans op nieuwe middelen gering geacht. Indien er tijdens de MTR niet voldoende

financiële middelen door het Rijk beschikbaar zullen worden gesteld, zal heroverweging

van het totale ILG-programma moeten plaatsvinden. Hierdoor is niet in te schatten wat het

maximale schadebedrag is.

Status Vanwege de verkiezingen heeft de minister van LNV de MTR uitgesteld tot na de vorming

van een nieuw Kabinet. Ter voorbereiding van de MTR is er bestuurlijk overleg met de

minister van LNV over mogelijke oplossingen.

Page 189: Concept begroting Zuid-Holland 2011

189

2.2 Renterisico

Omschrijving De provincie trekt langlopende leningen aan om in de eigen financieringsbehoefte te

voorzien. De omvang zal de komende jaren toenemen, vooral vanwege de voorgenomen

investeringen in infrastructuur en vanwege een geraamde benutting van reserves en

voorzieningen waardoor de eigen financieringsmiddelen worden beperkt. De jaarlijkse

kosten van de financieringsbehoefte worden bepaald door het rentepercentage van de

leningen.

Impact Op grond van de Meerjarenbegroting zijn extra financieringsmiddelen ad € 186 mln

aangetrokken met een toekomstige ingangsdatum in 2011 en een looptijd van 20 jaar.

De rentetarieven zijn voor de volledige looptijd vastgelegd. Hierdoor ontstaat geen risico

als gevolg van tussentijdse renteherziening. Rekening houdend met het reguliere

aflossingsverloop op de portefeuille langlopende leningen en gelet op de lineaire aflossing

van de extra financieringsmiddelen van €��) ����

bedraagt het effect van herfinanciering

bij een rentestijging van 1% structureel € 0,2 mln tot €��

25 mln.

Maatregelen In de Begroting wordt uitgegaan van een voorzichtige raming van de rente voor nieuw aan

te trekken geldleningen. Daarnaast wordt periodiek beoordeeld of additioneel incidenteel

dan wel structureel tot afdekking van een renterisico moet worden overgegaan. Door

gebruik te maken van kredietfaciliteiten wordt het renterisico beperkt.

Status In het verslagjaar was sprake van liquiditeitsoverschotten die de geraamde omvang

overschreden. Het renterisico is beperkt door gebruik te maken van een aantal

creditarrangementen. De voorwaarden hiervan zijn in overeenstemming met de

bepalingen van de wet Fido.

2.3 Deelrisico’s Project Mainportontwikkeling Rotterdam - 750 ha natuur en recreatie Omschrijving Uitvoeringskosten uitwerkingsovereenkomst PMR: risico's zijn gelegen in de beheersing

van de uitvoering van het project. Impact De impact van dit risico hangt af van de mate waarin bij de uitvoering van het project

onregelmatigheden dan wel onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden. Maatregelen De provincie voert PMR-project Buijtenland van Rhoon (natuur- en recreatiegebied van

600 ha op Midden-IJsselmonde) voor eigen rekening en risico uit. Voor dit project is een

taakstellend budget beschikbaar. Er is echter een uitzondering in art. 12 van de UWO

PMR/750ha opgenomen: in geval van onvoorziene omstandigheden - zoals bijvoorbeeld

excessieve grondprijsstijgingen - kan de provincie in overleg gaan met het Rijk om

gezamenlijk een oplossing te zoeken.

Om de uitvoering van het project te beheersen is de beheersmaatregel flexibiliteit in

kwantiteit en kwaliteit in het uitvoeringscontract opgenomen.

Om de financiële risico's van dit project goed te beheersen wordt op dit moment

risicomanagement geïmplementeerd. Met behulp van een businesscase (financieel

model) en een duiding en kwantificering van financiële risico's wordt inzichtelijk gemaakt

wat de mogelijke extra kosten zijn als deze risico's zich voordoen. De verwachtings-

waarde van mogelijke meerkosten - volgend uit het financieel risicoprofiel - vormt de

onderbouwing van de post onvoorzien die in de businesscase van het project (over de

gehele looptijd van het project tot en met 2021) is opgenomen. Mocht de verwachtings-

waarde van de meerkosten stijgen, dan wordt de post onvoorzien daarop aangepast.

Mocht naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen en inzichten uit een update van de

businesscase blijken dat het taakstellend budget overschreden gaat worden, dan dienen

beheersmaatregelen te worden getroffen (besparen op andere kostenposten of andere

geldbronnen zoeken). Status Het project zit in de uitvoeringsfase en loopt tot en met 2021.

Page 190: Concept begroting Zuid-Holland 2011

190

3 Risico's van bestuursbeslissingen

3.1 Noodzakelijk beroep op aansprakelijkheidsverzekering

Omschrijving De provincie heeft een aansprakelijkheidsverzekering gesloten bij Centraal Beheer voor

vermogensschade en voor personen- en zaakschade. De aansprakelijkheidsverzekering

wordt elk jaar stilzwijgend verlengd met een termijn van telkens één jaar. De verzekerde

som voor vermogensschade bedraagt € 2,5 mln per schadegeval. De verzekerde som

voor personen- en zaakschade bedraagt € 5 mln per schadegeval. Het maximumbedrag

voor beide schadevormen bedraagt € 10 mln per jaar. Het eigen risico per schadegeval

bedraagt € 2.500 ingeval van vermogensschade en € 5.000 ingeval van zaak- en

personenschade.

Impact De provincie kan te maken krijgen met een sterkere claimbewustheid van burgers en het

bedrijfsleven; belanghebbende partijen weten steeds beter de schade op de overheid te

verhalen. Het risicoprofiel van de provincie is gunstig. Het aantal claims is beperkt. De hoogte van het claimbedrag vertoont geen substantiële stijging. Overschrijding van de dekking heeft niet plaatsgevonden.

Maatregelen Adequate besluitvormingsprocedures, juridische controle, functiescheiding en interne-

controlemaatregelen.

Status Niet van toepassing.

Kwantificering risico's

Nr. Naam risico

Inci

d. /

stru

ct.

Max

. sch

ade

Kan

s op

tred

en

Om

vang

mln

Ris

icot

erm

ijn in

kw

arta

len

1 Risico’s rijksbeleid en wetgeving

1.1 Onvoldoende opbrengsten MRB s - 0-25% - 4

1.2 Verlaging uitkering provinciefonds s - 50-75% - >4

1.3 Aanslag Rijk i.v.m. negatief EMU-saldo i - ≈ 0 - 4

2 Financiële risico’s

2.1 Financiële risico’s BO ILG i - ≈ 0 - 4

2.2 Renterisico i/s - ≈ 0 - 4

2.3 Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) - 750 ha natuur en recreatie.

i - ≈ 0 - >4

Risico’s van bestuursbeslissingen

3.1 Noodzakelijk beroep aansprakelijkheidsverzekering i - ≈ 0 - 4

Page 191: Concept begroting Zuid-Holland 2011

191

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

In december 2004 en januari 2005 hebben PS de beleidskaders vastgesteld voor het onderhoud van

kapitaalgoederen van respectievelijk infrastructuur (PS-besluit 5512) en recreatie (PS-besluit 5532).

De beleidsnota Onderhoud kapitaalgoederen (onderdeel infrastructuur) vormt het beleidskader voor de

inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau van de provinciale wegen, kunstwerken en

vaarwegen. Uitvoering van dit beleidskader moet leiden tot een bestendige situatie waarin deze

kapitaalgoederen worden onderhouden conform vastgestelde functionaliteit en kwaliteitsniveaus en waarbij

de totale kosten worden geoptimaliseerd. Hierbij wordt uitgegaan van een beheerssystematiek voor beheer

en onderhoud van de infrastructuur, waarbij het maatschappelijke belang van de infrastructuur centraal

staat.

De beleidsnota Onderhoud kapitaalgoederen (onderdeel recreatie) vormt het beleidskader voor de rol,

functie en het prijs-, kwaliteits- en onderhoudsniveau van de provinciale recreatiegebieden. Uitvoering van

dit beleidskader moet leiden tot een bestendige situatie waarin deze kapitaalgoederen goed worden

onderhouden en de functionele kwaliteit ervan wordt gewaarborgd. Als zodanig wordt voorkomen dat er

achterstallig onderhoud optreedt waardoor er extra kosten moeten worden gemaakt om dit in te lopen of dat

er door achterstallig onderhoud schadeclaims binnenkomen.

Weg- en vaarweginfrastructuur

De provincie is eigenaar en beheerder van wegen (520 km) en vaarwegen (137 km). Meer in detail

betekent dit dat de provincie het beheer heeft over en onderhoud pleegt aan:31

� 660 ha verhardingen

� 442 bushaltes

� 11.000 openbare-verlichtingmasten

� 122 km geleiderail

� 118 verkeersregelinstallaties

� 504 vaste bruggen, duikers, tunnels en viaducten

� 960 ha gras

� 850 km bermsloten

� 165 ha beplanting

� 80 km hagen

� 41000 bomen

� 215 km oevers

� 65 beweegbare kunstwerken (bruggen en sluizen)

� 4.370 meerpalen

� 2003 bolders en dukdalven

� 640 ha waterbodem

31 Sinds de ingebruikname van het Areaal Beheersysteem kunnen nauwkeurigere gegevens van de verschillende objecten

worden geproduceerd.

Page 192: Concept begroting Zuid-Holland 2011

192

Beleid

Het provinciale beleid voor het beheer en onderhoud van de provinciale (vaar)weginfrastructuur is

vastgelegd in de ontwerp Beheerplannen Wegen en Vaarwegen 2008-2012 en het ontwerp

Meerjarenprogramma 2007-2012, die in het voorjaar van 2006 door GS voorlopig zijn vastgesteld. De

ontwerp beheerplannen en het meerjarenprogramma bevatten het beleidskader voor het op het minimaal

vereiste basisniveau brengen van de infrastructuur op basis van de drie vastgestelde kwaliteitsniveaus

(bereikbaarheid, veiligheid en omgevingskwaliteit) en geven een meerjarenperspectief op de prioriteiten in

het beheer en onderhoud. De benodigde budgetbehoefte voor de komende jaren is op basis van

normkosten berekend en vastgelegd in de nota Budgetbehoefte beheer en onderhoud van de provinciale

infrastructuur 2008-2012 die in januari 2007 door GS is vastgesteld. Voor de uitvoering van deze nota is

voor de collegeperiode 2007-2011 € 77,7 mln uitgetrokken voor het beheer en onderhoud van de

provinciale infrastructuur. Genoemd bedrag dient ter dekking van de extra exploitatie- en kapitaallasten.

Met ingang van 2005 wordt het onderhoud uitgevoerd volgens de nieuwe beheersplansystematiek, waarbij

een integrale, trajectgewijze aanpak wordt toegepast op 10 vaarwegtrajecten en 118 wegtrajecten.

Beheer

Verspreid over het gehele areaal worden, waar nodig, diverse dagelijkse beheer- en onderhouds-

werkzaamheden uitgevoerd. Het betreft onder meer: toezicht, inspectie en handhaving, juridisch beheer,

bediening van bruggen, verkeersvoorzieningen (zoals bebording, meubilair, openbare verlichting en

verkeersregelinstallaties), gladheidbestrijding, kleinschalig civieltechnisch onderhoud aan kunstwerken,

verwijderen graffiti, smeerbestekken, groenonderhoud en afvoer afvalstoffen en exploitatie van gebouwen,

steunpunten, vaartuigen, dienstvoertuigen en materieel.

Daarnaast wordt in 2011 volgens de trajectgewijze aanpak grootschalig onderhoud uitgevoerd aan

21 wegtrajecten.

Het betreft de trajecten:

� N207E Alphen aan den Rijn - Aarlanderveen (km 33,0 - 36,3)

� N211A ’s Gravenzande - Hoek van Holland (km 4,5 - 12,85)

� N211B Poeldijk - Den Haag (km 12,85 - 15,25)

� N216C Schoonhoven (km 15,5 - 16,3)

� N218C Brielle - Oostvoorne (km 11,5 - 20,3)

� N219A Capelle ad IJssel - Gouda (km 3,4 - 7,9)

� N228A Gouda - Prov. Utrecht (km 0,0 - 9,5)

� N443A Sassenheim - Noordwijkerhout (km 0,0 - 4,2)

� N444A Oegstgeest (km 0,0 - 2,0)

� N445A Leiderdorp - Kaag en Braasem (km 2,6 - 9,2)

� N446A/B/C Leiderdorp - Ter Aar (km 0,325 - 14,6)

� N448A Voorschoten - Wassenaar (km 0,0 - 1,9)

� N461A Aardammerbrug - Nieuwkoop (km 6,0 - 8,4)

� N467A/B ‘s Gravenzande - Naaldwijk (km 0,0 - 3,43)

� N468A Den Hoorn - Maasland (km 10,0 - 18,0)

� N481A Papendrecht - Nieuw-Lekkerland (km 2,5 - 6,7)

� N492A Hoogvliet - Rotterdam (km 0,7 - 6,5)

� N494A Hellevoetsluis - Heenvliet (km 2,0 - 6,9)

Page 193: Concept begroting Zuid-Holland 2011

193

In 2011 worden op vrijwel alle vaarwegentrajecten grootschalige onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.

De grootste hiervan zijn onder andere:

� St.Sebastiaanbrug

� Vervanging oevers Aarkanaal langs N461

� Hefbrug Waddinxveen

� Kollenbrug

� Bochtafsnijding Overschie

� Tweede sluiskolk Julianasluis

Daarnaast vinden er grootschalige werkzaamheden plaats op het gebied van:

� Vervanging oevers

� Groot onderhoud bruggen in combinatie met aanbrengen afstandsbediening

� Baggerwerkzaamheden

� Inrichting provinciale ligplaatsen

� Verkeerstekens

De kosten voor beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen worden in de Begroting geraamd in

programma 2, Integrale Bereikbaarheid.

De hiervoor meerjarig beschikbare materiële middelen zijn in onderstaande tabel weergegeven.

2011 2012 2013 2014

Wegen 35.700 35.700 35.700 36.100

Vaarwegen 9.400 9.400 12.100 12.100

Totaal 45.100 45.100 47.800 48.200

Investeringen Beheer en Onderhoud 22.600 22.600 41.000 41.000

Meerjarig lastenbudget en investeringen voor beheer en onderhoud wegen en vaarwegen (bedragen x € $/111(/

Recreatiegebieden

Beheer

In Zuid-Holland ligt circa 8500 ha openbaar buitenstedelijk recreatiegebied. Veel van deze gebieden

worden beheerd door natuur- en recreatieschappen. De provincie heeft echter ook een deel van de

recreatiegebieden in eigendom en beheer, de zogenaamde ‘provinciale recreatiegebieden’ (PRG’s). Deze

PRG’s beslaan een areaal van 700 ha verspreid over ongeveer 30 gebieden. De bekendste gebieden zijn

Vlietland (290 ha), Klinkenbergerplas (40 ha) en het Valkenburgse Meer (91 ha). De PRG’s liggen in de

meeste gevallen dicht bij het grootstedelijke gebied. Hierdoor hebben de gebieden bij de inrichting over het

algemeen een intensief karakter. De intensieve inrichting vertaalt zich in relatief hoge onderhoudskosten

per hectare.

Beleid In het Coalitieakkoord van GS van Zuid-Holland is vastgelegd dat het landelijk gebied doelmatiger moet

worden beheerd met een kleinere bestuurslast en minder versnippering van eigendom en beheer. De

afgelopen jaren is daarom een ontwikkeling doorgemaakt, waarbij een planmatige aanpak van het beheer

en onderhoud op basis van een constante kwaliteit in de gebieden wordt nagestreefd. Dit heeft geresulteerd

in het Meerjaren Programma Provinciale Recreatiegebieden 2008-2013 (De basis op orde).

Vanuit dit functiegestuurde beheren wordt ieder jaar bekeken welke noodzakelijke onderhoudsactiviteiten

en investeringen in het betreffende jaar moeten worden gepleegd. Deze werkwijze geeft tevens een

doorkijk naar de komende periode waardoor geanticipeerd kan worden of een eventuele structurele

Page 194: Concept begroting Zuid-Holland 2011

194

verhoging van de Begroting, dan wel een integrale heroverweging van functies, doelen en middelen voor de

PRG’s noodzakelijk is.

In navolging van het gewijzigde beleid van de natuur- en recreatieschappen ten aanzien van beheer en

onderhoud van de recreatiegebieden zal ook het beheerbeleid voor de PRG's worden gewijzigd.

Het beleid zal meer gericht zijn op structureel beheer, waarbij in de jaarlijkse lasten, naast het reguliere

onderhoud, ook rekening wordt gehouden met groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Hiervoor is

een terreinbeheermodel (TBM) ontwikkeld.

Uitvoering

De provinciale dienst Groenservice Zuid-Holland (GZH) is opdrachtnemer voor het onderhoud van de

PRG's. Bij een deel van de PRG's is in afgelopen jaren achterstallig onderhoud ontstaan, hiervoor is tot

2011 een extra budget beschikbaar. In 2009 is een deel van dit budget gebruikt om de eerste fase van het

achterstallig onderhoud weg te werken. De tweede fase zal worden uitgevoerd in de eerste helft van 2010.

De benodigde kosten voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud zullen mogelijk hoger zijn dan de

geraamde kosten in 2008.

Begin 2010 is voor de PRG's het TBM operationeel en zal de meerjarenplanning en het beheer op basis

van dit systeem worden berekend.

De kosten voor het beheren van recreatiegebieden worden in de Begroting geraamd in programma 1

(gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving).

Page 195: Concept begroting Zuid-Holland 2011

195

De hiervoor meerjarig beschikbare materiële middelen zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Huisvesting

Huisvesting en vastgoed

In 2010 heeft er een zogenaamde 'nulmeting' plaatsgevonden van de gebouwen in provinciaal eigendom.

De hieruit verkregen inzichten worden gebruikt voor het inlopen van eventuele achterstanden in onderhoud,

maar vooral voor het operationaliseren van een systeem van planmatig onderhoud. Dit systeem van

planmatig onderhoud zal de basis vormen voor het geactualiseerde meerjarenprogramma onderhoud aan

gebouwen alsmede een basis bieden voor een (kosten)efficiënte aanpak van verbouwingen en

grootschalige verhuizingen.

Het onderhoud aan de provinciale gebouwen is in 2011 zoveel mogelijk gecentraliseerd en belegd in

contracten waarbij duurzaamheid, maar ook kostenreductie en doelmatigheid belangrijke uitgangspunten

zijn.

Beleid

Huisvesting en Vastgoed zijn kapitaal intensief en hebben een grote invloed op zowel het feitelijk

functioneren van de medewerkers als op de beeldvorming van de provinciale organisatie. In de

Strategische huisvestingsvisie 2010-2014 zijn de ontwikkelingen op het gebied van werkopvatting (onder

andere een minder stringente scheiding tussen werk en privé), digitalisering (onder andere minder

werkplekgebonden) en representatie meegenomen. Ook bij het in 2010 verbouwen van de ondersteunende

ruimten als bibliotheek, koffiekamer en loket staan deze begrippen centraal.

Beheer

Het beheer en onderhoud wordt planmatig georganiseerd en mede gericht op het actueel houden van de

genoemde functionaliteiten. Het onderhoud van het provinciehuis wordt uitgevoerd op basis van het

Meerjaren Onderhouds- en investeringsplan.

De regiokantoren Leiden, Dordrecht en Schiedam en etages in het gebouw van de Unie van

Waterschappen worden door de provincie gehuurd. Het onderhoud van de regiokantoren is voor rekening

van de verhuurder.

Bedragen x € $/111 2011 2012 2013 2014

Onderhoud provinciale recreatiegebieden 1.660 1.687 1.687 1.687

Page 196: Concept begroting Zuid-Holland 2011

196

Page 197: Concept begroting Zuid-Holland 2011

197

Paragraaf Financiering

Inleiding

De financieringsparagraaf in de Begroting is een belangrijk instrument voor het transparant maken en

daarmee voor het sturen, beheersen en controleren, van de financieringsfunctie.

Het financieringsstatuut en de Verordening financieel beleid zijn een leidraad voor de inrichting van de

financieringsfunctie.

Ontwikkelingen

Voorgenomen investeringen in relatie tot de bestaande beschikbaarheid van reserves en voorzieningen zijn

van invloed op de financieringsstructuur - de algemene dekkingsmiddelen - van de provincie.

De financieringspositie van de provincie is onderhevig aan wijzigingen als gevolg van achterblijvende

investeringen waardoor tijdelijk sprake is van een overschot aan beschikbare middelen. De lopende

investeringsagenda in combinatie met het huidige vermogen van de provincie leidt gedurende 2011 tot een

vrijwel gelijkblijvende omvang van het financieringsoverschot; aan het begin van het begrotingsjaar

bedraagt dit € ��� ���U ��� #��� ���� �������dit naar schatting € ��� ����

Bij de bepaling van de stand is rekening gehouden met de - met uitgestelde stortingsdata - in 2011

opgenomen vaste leningen ten bedrage van €��) ��� �� �.�������� � �������� �� ��� ������ ���

€ ���� ���� ?��#����� ���� "�� �� .������������������ ������� ����� ����"� �� �� ��������investeringen. In de jaren na 2012 zal de financieringsbehoefte naar verwachting stijgen.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is een door de Wet Fido voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter

beperking van het renterisico op de korte schuld met een rentetypische looptijd van korter dan een jaar.

Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de

jaarbegroting per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar aangehouden. Voorts wordt de omvang van de

kasgeldlimiet, zijnde 7%, vastgesteld bij ministeriële regeling. Tenslotte wordt het aldus berekende bedrag

getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet. Indien de werkelijke omvang lager is dan de

wettelijk toegestane omvang, is er sprake van ruimte; indien de werkelijke omvang hoger is, dan is er

sprake van overschrijding.

Op basis van de huidige cijfers voldoet de provincie aan de kasgeldlimietnorm.

Voor het bepalen van de kasgeldlimiet dienen leningen met een oorspronkelijke looptijd van korter dan een

jaar in beschouwing te worden genomen.

Kasgeldlimiet 2011 (bedragen x € $111) Q1 Q2 Q3 Q4

1 Toegestane kasgeldlimiet In % van de grondslag 7% 7% 7% 7% In bedrag 65.835 65.835 65.835 65.835 2 Vlottende schuld - - - - 3 Vlottende middelen 271.000 271.000 271.000 274.000

Toets kasgeldlimiet 4 Netto vlottende schuld (+) /

Overschot vlottende middelen (-) (2 - 3) - 271.000 -271.000 -271.000 -274.000

5 Ruimte (+) / Overschrijding (-) 336.835 336.835 336.835 339.835

Page 198: Concept begroting Zuid-Holland 2011

198

Renterisico

Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen

in enig jaar moet worden geherfinancierd. De wet stelt criteria voor de berekening van het risico op de vaste

schulden, zoals deze zijn vastgelegd in de renterisiconormdefinitie. Door middel van deze norm wordt een

kader gesteld waarmee een zodanige opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt, dat het

renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt

beperkt.

Bij de afweging om over te gaan tot het afdekken van het renterisico zullen de jaarlijks bij Voorjaarsnota

bijgestelde inzichten ten aanzien van onderuitputting van de Begroting worden betrokken. Vooralsnog zal

het bestaande inzicht inzake het verwachte investeringsverloop in het begrotingsjaar niet leiden tot het

aantrekken van aanvullende leningen ter afdekking van het renterisico. De aangetrokken geldleningen met

een toekomstige ingangsdatum, zijn verwerkt in onderstaand overzicht.

Renterisiconorm 2010

Renterisico op de vaste schuld (bedragen x €����

2011 2012 2013 2014 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0 2 Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 0 0 0 0

3a Nieuw aangetrokken schuld

186.000 0 0 0 3b Nieuw uitgezette lange leningen 0 0 0 0

4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)

186.000 0 0 0 5 Betaalde aflossingen 23.175 36.813 35.905 35.225

6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

23.175 0 0 0

7 Renterisico op de vaste schuld (2+6)

23.175 0 0 0 Renterisiconorm

8 Stand van de vaste schuld per 1 januari

450.212 613.037 576.224

540.319 9 Het bij ministeriële regeling vastgesteld % 20% 20% 20% 20% Toets renterisiconorm

10 Renterisiconorm

90.042 122.607 115.245 108.064

7 Renterisico op de vaste schuld

23.175 0 0 0

11 Ruimte (+) / Overschrijding (-) (10-7)

66.867 122.607 115.245 108.064

Rentebaten en -lasten

In 2011 bedragen de renteverplichtingen uit hoofde van afgesloten vaste leningen € ���� ���� !� �� ����� �liquiditeitsoverschotten leiden in 2011 naar verwachting tot renteopbrengsten van € � ����

De beschikbare liquiditeiten zullen verder afnemen gedurende 2012. In de loop van 2012 vindt een omslag

plaats waardoor aanvullend middelen dienen te worden aangetrokken. Hierdoor ontstaan in 2012 per saldo

rentebaten van €��� ��� �� �� ���� �� ���� ��������� ������

€��� ��� �

Kredietrisico

In februari 2004 is door PS besloten tot het verstrekken van een renteloze achtergestelde geldlening ad

€ 4,5 mln aan de regionale omroep RTV West, alsmede een renteloze achtergestelde geldlening ad

Page 199: Concept begroting Zuid-Holland 2011

199

€ 2,5 mln aan de regionale omroep RTV Rijnmond (Statenbesluit 5403). De standen ultimo 2010 belopen

respectievelijk € ��� ��� ��€��

5 mln.

Het betreft hier geen leningen die zijn verstrekt uit hoofde van de treasury, maar deze zijn verstrekt ten

behoeve van de uitoefening van de publieke taak, te weten het reddingsplan regionale omroepen. De

leningen kennen vanwege hun achtergestelde karakter en de kwaliteit van de debiteur een hoog

kredietrisico. Gegeven de huidige financiële positie van de omroepen, is het kredietrisico als beperkt te

typeren. Voorts zijn beheersmaatregelen getroffen voor het beperken van dit risico.

Externe ontwikkelingen 32

Economisch beeld

De Nederlandse economie groeit in 2011 naar verwachting met 1¾% (2010: 1¼%).De inflatie zal vanaf

2011 stijgen naar 2%, vergeleken met het laatste cijfer over 2010 van 1,5% voor Nederland. Dit wordt

veroorzaakt door onder meer de groeiende vraag van opkomende landen waardoor de prijs van

grondstoffen stijgt. Daarnaast zal door de vergrijzing de vraag naar personeel toenemen wat een

opstuwend effect heeft op de loonontwikkeling.

Rentevisie

Onder invloed van een aantrekkende economie zullen centrale banken hun monetaire stimulerings-

pakketten terugbrengen. Naar verwachting verhoogt de Europese Centrale Bank aan het einde van het

eerste kwartaal 2011 de korte rente. Ook de kapitaalmarktrentes gaan oplopen van de huidige

laagterecords. In de eurozone zal de rente voor tienjarige staatsleningen stijgen met circa 0,75%.

32 Bron: Thésor, Rabobank, NV Bank Nederlandse Gemeenten, CPB.

Page 200: Concept begroting Zuid-Holland 2011

200

Page 201: Concept begroting Zuid-Holland 2011

201

Paragraaf Bedrijfsvoering

Speerpunt 1. Uitvoering OvT/PNS

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

Omvang formatie (aantal fte) 2030 2000 2000 Afhankelijk van ontwikkelingen 1. Uitvoering OvT/PNS

Procesmanagement (fase) Voorspel-

baar Voorspel-

baar Geoptimali-

seerd Geoptimali-

seerd

Toelichting

Omvang formatie In 2010 zijn alle medewerkers geprealloceerd conform de uitgangspunten van de Organisatie van de Toekomst/Provincie Nieuwe Stijl (OvT/PNS). Dit zal in 2011 leiden tot verdere daling van de structurele formatie. Uiteraard betekent dit niet dat alle medewerkers binnen de organisatie al een andere plek hebben gevonden of de organisatie hebben verlaten. Het aantal medewerkers dat een beroep doet op het Sociaal Convenant bedraagt ruim 150. In het personeelsbeleid heeft het herplaatsen van deze medewerkers in een nieuwe functie de hoogste prioriteit.

Het afgelopen jaar zijn in het kader van OvT/PNS de laatste organisatiestructuurwijzigingen doorgevoerd.

Verder is in 2010 gewerkt aan het ontwikkelingsprogramma Anders Werken waarbij het gaat om het anders

leren werken op basis van de rollen en taken zoals vastgelegd in PNS. Een viertal speerpunten is

benoemd, namelijk de rol van het management, competentiemanagement, de rol van

opdrachtgever/opdrachtnemer en kennisontwikkeling. Verdere waarborging zal in 2011 plaatsvinden.

In de gepresenteerde omvang van de formatie voor 2011 en verder is nog geen rekening gehouden met de

vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s), het verhangen van de taken binnen de organisatie

en het voorgenomen vertrek van de Muskusrattenbestrijding. Bij uitvoering van de vorming van de RUD’s

worden 86 formatieplaatsen per 1 januari 2011 ondergebracht bij de RUD’s en per 1 januari 2012 volgen

173 formatieplaatsen.

De omvang van de begrote formatie per directie is als volgt (afgerond):

Directie Afdeling Formatie (in fte, afgerond)

Directie Concernzaken 620

Directie Concernzaken 5 Afdeling Ontwikkeling en gronden 25 Afdeling Facilitaire zaken 160 Afdeling Processen, personeel en organisatie 90 Afdeling Financiën en juridische zaken 135 Afdeling Informatisering en automatisering 165 Afdeling Communicatie 40

Directie Leefomgeving en Bestuur 440

Directie Leefomgeving en Bestuur 5 Afdeling Bestuur 80 Afdeling Samenleving en economie 105 Afdeling Water en groen 90 Groenservice Zuid-Holland 160

Page 202: Concept begroting Zuid-Holland 2011

202

Directie Afdeling Formatie (in fte, afgerond)

Directie Ruimte en mobiliteit 570

Directie Ruimte en mobiliteit 15 Afdeling Verkeer en vervoer 40 Afdeling Ruimte en wonen 80 Afdeling Programma's en projecten 115 Afdeling Beheersstrategie 50 Afdeling Stedelijk gebied 125 Afdeling Landelijk gebied 145

Directie Omgevingsdiensten 375

Directie Omgevingsdiensten 5 Afdeling Handhaving 90 Afdeling Milieu 60 Afdeling Vergunningen 80 Afdeling Bodemsanering 40 Muskusrattenbestrijding 100

Griffier 15

Provinciesecretaris 10

Totaal 2030

De inzet van de formatie per programma is verdeeld op basis van de afdelingsplannen. De kaders voor

deze plannen zijn het Coalitieakkoord en de jaarschijven van de Begroting.

De inzet van de formatie per programma is als volgt:

Programma Begrote formatie (in fte, afgerond)

In % van totale omvang

1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving 690 34% 2 Integrale bereikbaarheid 460 23% 3 Een concurrerende, innovatieve en duurzame economie 30 1% 4 Maatschappelijke participatie 90 4% 5 Integrale ruimtelijke projecten 15 1% 6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur 180 9% Bedrijfsvoering 565 28%

Totaal 2.030 100%

Procesmanagement

Een belangrijk onderdeel van de organisatie van de werkzaamheden is de verdere invoering van

procesmanagement. Het beoogde doel is het werk transparanter, efficiënter en effectiever te maken door

processen te standaardiseren en continu te verbeteren middels het gebruik van indicatoren en het

omschrijven van risico’s. Het uitgangspunt is meer vanuit de klant (burgers en bedrijven) te denken

en steeds dezelfde hoge kwaliteit te leveren.

In het begrotingsjaar 2011 zal er in het bijzonder gewerkt worden aan het naleven van beheersmaatregelen

op het gebied van risico’s, het uitvoeren van audits (die moeten leiden tot verbeteringen) en het verbeteren

van de sturing door middel van indicatoren.

Page 203: Concept begroting Zuid-Holland 2011

203

Speerpunt 2. Digitale dienstverlening: implementatie en uitbreiding

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

Digitaal geregistreerde ontvangen

stukken (%)

100 100 100 100

Digitaal geregistreerde verzonden

stukken (%)

98 98 98 98

2. Digitale dienstverlening:

implementatie en

uitbreiding

Positie in overheid.nl monitor ≤ 3 ≤ 3 ≤ 3 ≤ 3

Toelichting

In de vorige bestuursperiode is extra geld vrijgemaakt voor het op orde krijgen van het I&A-beleid van de

provincie. Ook voor het komende jaar staan forse investeringen gepland. Dit vindt plaats via de volgende

drie sporen:

• Programma Digitaal Werken: hierin worden de resultaten van het programma Digitale Route verder

verdiept op basis van de impulsen van het veranderprogramma OvT. De focus ligt hierbij op de

processen, die tevens leidend zijn voor de keuzes die worden gemaakt. Extra aandacht wordt gegeven

aan de documentaire informatievoorziening, zowel aan de (technische) verbeteringen van het Integraal

Documentair Informatiesysteem als aan de manier waarop het systeem wordt gebruikt.

• Programma Extern Samenwerken: dit spoor is met name gericht op regionale samenwerking, de

implementatie van ketenprocessen als gevolg van veranderende wetgeving (Wabo, Wet Ruimtelijke

Ordening, Waterwet) en het aansluiten op landelijke samenwerkingsverbanden. Dit zal plaatsvinden op

basis van trajecten vanuit het bestuurlijke programma PNS en de daarmee verbonden plannen als

TUM (Toekomstige Uitvoering Milieutaken). Daarnaast worden de resultaten van de landelijke trajecten

NUP (elektronische dienstverlening) en Gideon (geografische informatie) geïmplementeerd binnen

Zuid-Holland.

• Programma Beschikbaarheid en Bereikbaarheid: de lijnorganisatie continueert een aantal projecten,

waarbij de inspanning zich richt op het vergroten van de beschikbaarheid van data en systemen.

Verdere uitbreiding van dataopslag (SAN) is voorzien. Van een aantal van de besturingssystemen en

centrale systemen worden nieuwe versies ingevoerd. Waar nodig worden onderdelen van het beheer

en onderhoud door de markt ingevuld.

Met het digitaliseren van stukken zijn goede resultaten geboekt; beter dan oorspronkelijk verwacht. De

doelstellingen gekoppeld aan de indicatoren, te weten digitaal geregistreerde ontvangen én verzonden

stukken, zullen worden gecontinueerd.

Het thuis- en telewerken is in technische zin al mogelijk. Binnen de in 2011 uit te voeren projecten wordt

zoveel mogelijk rekening gehouden met nieuwe ontwikkelingen op dit gebied, zodat de eventuele brede

invoering van telewerken zo min mogelijk technische belemmeringen zal kennen.

Page 204: Concept begroting Zuid-Holland 2011

204

Speerpunt 3. Actieprogramma Duurzame provinciale bed rijfsvoering

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

Duurzame inkoop (%) 100 100 100 100

CO2 neutrale bedrijfsvoering (%) 100 100 100 100

3. Actieprogramma

Duurzame provinciale

bedrijfsvoering Biologische producten/catering

assortiment (%)

40 40 40 40

Toelichting

Om de doelstelling 100% duurzaam inkopen op nieuw af te sluiten contracten te realiseren sluit de

provincie aan bij het gezamenlijke overheidsprogramma Duurzaam inkopen. De binnen het programma

vastgestelde adviezen worden betrokken bij de inkoopactiviteiten en de menukaart duurzaam inkopen

(gemaakt door SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken) wordt

toegepast. De menukaart duurzaam inkopen wordt gehanteerd als hulpmiddel om milieu- en sociale criteria

mee te nemen in het inkoopproces.

De doelstellingen uit het programma Duurzame Bedrijfsvoering zijn gerealiseerd. In 2011 wordt het

programma in het Bedrijfsvoeringsproces gecontinueerd. Het programma is uitgewerkt in zeven

deelprojecten, te weten: inkoop en aanbesteden, papierverbruik, reststoffenmanagement, energie,

vervoersmanagement, duurzaamheidsmanagement en catering.

Doel van het actieprogramma is te komen tot een CO2-neutrale bedrijfsvoering. Het programma is

onderdeel van het duurzaamheidsoffensief uit het Coalitieakkoord.

Conform de provinciale doelstelling dient in 2011 40% van het cateringassortiment te bestaan uit

biologische producten.

Speerpunt 4. Kwalitatief en kwantitatief goed toege ruste medewerkers

Speerpunt Prestatie-indicator 2011 2012 2013 2014

Positie in Intermediair-onderzoek

Beste werkgever Non-Profit

< 25 < 25 < 25 < 25

Interne mobiliteit (%)33 12 12 12 12

Vrouwen in leidinggevende

functies (%)34

26 26 26 26

4. Kwalitatief en

kwantitatief goed

toegeruste medewerkers

Arbeidsverzuim (%) 3,8 3,8 3,8 3,8

33 Interne mobiliteit: dit betreft het aantal medewerkers waarbij sprake is van horizontale of verticale mobiliteit (inclusief

reorganisatie) gedeeld door het totaal aantal medewerkers per peildatum aan bezetting. 34 Vrouwen in leidinggevende functies: dit betreft het percentage vrouwen in de categorie directeuren (inclusief

provinciesecretaris en directeuren van diensten), afdelingshoofden en bureauhoofden.

Page 205: Concept begroting Zuid-Holland 2011

205

Toelichting

Medewerkers zijn het kapitaal van de organisatie, nu en in de toekomst. Daarom wordt in de kwaliteit van

ons personeelsbestand geïnvesteerd. Verdergaande vergrijzing, in het bijzonder het aankomende vertrek

van een grote groep ‘babyboomers’, dwingt tot maatregelen om de leeftijdsopbouw te verbeteren om zo de

aanwezige kennis in de organisatie te kunnen behouden en intern over te kunnen laten dragen.

In de CAO 2009-2011 wordt zowel aandacht besteed aan het gemotiveerd houden van ouderen als aan de

instroom van jongeren. Naast de bestaande maatregelen zullen in 2011 nadere voorstellen worden gedaan

om deze doelstelling te bereiken.

Om de diversiteit in de organisatie te verhogen is in 2009 het charter Talent naar de Top ondertekend en

wordt een actieplan gemaakt om het percentage vrouwen in leidinggevende functies structureel op een

relatief hoog niveau te houden. Voor de huidige medewerkers wordt geïnvesteerd in opleidingen en in

mogelijkheden om andere functies binnen de organisatie te vervullen (tijdelijk of structureel). Het

bevorderen van de interne mobiliteit, horizontaal, verticaal of diagonaal, draagt bij aan een flexibel inzetbaar

personeelsbestand dat op meerdere plaatsen in de organisatie een bijdrage kan leveren.

Om te komen tot een maximale inzetbaarheid van medewerkers wordt de huidige beleidslijn op gebied van

preventie, verzuim en reïntegratiebeleid voortgezet. Doelstelling is om medewerkers maximaal inzetbaar te

houden, zowel mentaal als fysiek, waarbij een gedeelde verantwoordelijkheid geldt voor de leidinggevende

en de medewerker. Zij kunnen beiden een beroep doen op de deskundigheid van de medewerkers

preventie en reïntegratie, die naast gerichte advisering ook een actief gezondheidsmanagement

bevorderen. De genoemde inspanningen moeten ertoe leiden dat de medewerkers nu en in de toekomst

optimaal kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen in een veranderende organisatie. Positie in Intermediair-onderzoek Beste werkgever Non-Profit

Vanaf 2009 doet de provincie Zuid-Holland weer mee aan het intermediair-onderzoek Beste werkgever

Non-Profit. De score die behaald wordt op deze monitor geeft een beeld van het imago op de arbeidsmarkt.

De provincie Zuid-Holland streeft nu naar een positie bij de beste 25 werkgevers in de non-profit. Dit lijkt

echter alleen haalbaar in een stabiele organisatie. Door uitvoering van OvT/PNS en de ontwikkelingen

rondom de RUD’s is dit een lastige opgave.

Middeleninzet Bedrijfsvoeringsparagraaf

Investeringen Jaar-rekening

Begroting 2010

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Bedragen x €�����

2009 na VJN

Uitgaven Reguliere Taken Huisvesting en facilitaire zaken 2.071 5.929 11.252 8.500 500 615 ICT 7.013 5.940 5.040 5.040 5.040 5.040 Totaal reguliere taken 9.084 11.869 16.292 13.540 5.540 5.655 Totaal teguliere taken 9.084 11.869 16.292 13.540 5.540 5.655 Totaal uitgaven 9.084 11.869 16.292 13.540 5.540 5.655 Saldo investeringen -9.084 -11.869 -16.292 -13.540 -5.540 -5.655

Page 206: Concept begroting Zuid-Holland 2011

206

Toelichting investeringen

Huisvesting

De Strategische huisvestingsvisie is vastgesteld in de PS-vergadering van 28 april 2010. De visie spitst zich

toe op de punten flexibel kantoorconcept (bouwdeel A/B/D-nieuw) en modernisering bestuursgebouw

(bouwdeel C). Bij de behandeling van de Kadernota is voor de projecten flexibel kantoorconcept en

modernisering C-gebouw in totaal €���� ��� ������������#��� ������ ���� ������� �������� ��� ��

jaren 2011 en 2012 voor respectievelijk € )�) ��� ��€ )�� ����

Ten gevolge van OvT en PNS zal de huisvestingsbehoefte van de provincie binnen enkele jaren

veranderen. Dit betekent een vermindering van de benodigde werkplekken en een andere manier van

werken, namelijk FEED. Uitgangspunt is daarbij efficiënt en flexibel ruimtegebruik in relatie tot een

verantwoorde inzet van middelen. Hiertoe zijn diverse scenario's ontwikkeld ten behoeve van

herbestemming D-oud.

Verklaring verschil Jaarrekening 2009 - Begroting na wijziging (Voorjaarsnota) 2010

Voor huisvesting is het investeringsvolume 2010 gestegen met € ��* ��� ����€ ��* ���� !� ��������� ��

investeringen op gebied van huisvesting hebben betrekking op gebouwenonderhoud en verbouwingen,

waaronder de verbouwing van bedrijfsrestaurant, leeszaal en koffiekamer. Een aantal onderhoudsprojecten

wordt in samenhang met de activiteiten rond de uitvoering van de Huisvestingsvisie uitgevoerd. De

uitvoering staat gepland voor 2011. Daarom is bij Najaarsnota voorgesteld om het investeringsbudget 2010

te verlagen met € ��� ����

Het investeringsvolume voor ICT is voor 2010 gedaald met €��� ��� ����

€ ��* ����Voor 2010 hebben de

investeringen op ICT-gebied betrekking op IDMS (het documentair informatiesysteem), P-view (het

personeelssysteem), Storbuv (Data-opslagsysteem en backupvoorzieningen) en IIV (De integrale

informatievoorzieningshulpmiddelen).

Verklaring verschil Begroting en wijziging (Voorjaarsnota) 2010 - Begroting 2011

Voor huisvesting neemt het investeringsvolume toe met € ��� ��� ����€���� ���� !�"� ����� ���

met name veroorzaakt door investeringen in de Huisvestingsvisie in 2010 en 2011. De overige

investeringen in 2011 zijn: gebouwenonderhoud en verbouwingen, waaronder vervangen TL-verlichting,

vervangen tapijt en verbouwing vergadercentrum.

Het investeringsbudget voor ICT 2011 daalt met € 0,9 mln naar € � ��� ��#�#����� G� �����������budget

bestaat uit €��� ��� �� �� ��.��������������� �� ��

€��� ��� �� �������. =<M

-hardware.

Externe Inhuur

In de zomer en het najaar van 2010 zijn voorstellen gedaan om aan de hand van bewuste keuzes het zicht

en de sturing op externe inhuur te verbeteren. Dit dient in 2011 te leiden tot heldere stuurinformatie en

verdere terugdringing van de kosten. Op basis van een analyse zijn mogelijke kaders gedefinieerd en is

nagegaan waar ambtelijke en bestuurlijke sturingsmogelijkheden liggen om de externe inhuur te beheersen

c.q. te beperken. Gerichte instrumenten op het gebied van personeels-, project- en organisatie-

beleid worden ingezet om externe inhuur terug te dringen. De sturing wordt vastgelegd in de directie- en

afdelingsplannen en verantwoord in de kwartaalrapportages. Binnen duidelijke kaders kan een deel van de

externe inhuur mogelijk worden beschouwd als onvermijdelijke bewuste keuze. Dit zal in het beleidskader

verder worden uitgewerkt.

Page 207: Concept begroting Zuid-Holland 2011

207

Apparaatslasten

Exploitatie (bedragen x € WXYYYZ Directe lonen

Indirecte loon

Door-belaste kosten

Totaal

Programma 1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving 45.756 13.244 17.046 76.046 2 Integrale bereikbaarheid 30.807 14.441 18.587 63.835

3 Een concurrerende, innovatieve en duurzame economie 2.131 823 1.060 4.014

4 Maatschappelijke participatie 6.096 2.521 3.245 11.862 5 Integrale ruimtelijke projecten 1.036 382 491 1.909 6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur 11.964 5.298 6.819 24.081

Totaal programma's 97.790 36.709 47.248 181.747

Page 208: Concept begroting Zuid-Holland 2011

208

Page 209: Concept begroting Zuid-Holland 2011

209

Duurzaamheidsparagraaf

Page 210: Concept begroting Zuid-Holland 2011

210

Page 211: Concept begroting Zuid-Holland 2011

211

Page 212: Concept begroting Zuid-Holland 2011

212

Page 213: Concept begroting Zuid-Holland 2011

213

Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding

Verbonden partijen zijn privaat- of publiekrechtelijke organisaties, waarin de provincie een bestuurlijk en

financieel belang heeft. Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt voort uit het publiek

belang. Voorbeelden van verbonden partijen zijn deelnemingen in vennootschappen (NV, BV),

verenigingen, stichtingen en gemeenschappelijke regelingen (GR). Een deelneming wordt breed

gedefinieerd, namelijk als ‘samenwerkingsvormen’ of ‘vormen van participatie’. Het beleidskader

deelnemingen is vastgelegd in de Beleidsnota Verbonden Partijen 2008-2011.

In 2011 wordt tevens een Uitvoeringsnota Verbonden Partijen opgesteld. Hierin wordt bepaald dat de

verschillende rollen van de provincie in een verbonden partij (opdrachtgever, opdrachtnemer en eigenaar)

ambtelijk en bestuurlijk gescheiden worden vormgegeven.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en de mogelijke risico’s wordt in de

Begroting en Jaarrekening aandacht besteed aan verbonden partijen. In deze paragraaf worden de visie en

de beleidsvoornemens per begrotingsprogramma behandeld. De verbonden partijen waarbij de bestuurlijke

beïnvloedingsmogelijkheden beperkt zijn, zoals bij Delta of BNG, zijn opgenomen in het schema onder

‘overige verbonden partijen’. Het beleidsvoornemen is om de participatie in of het lidmaatschap van deze

verbonden partijen te continueren.

1. Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving

Naam GR Koepelschap Buitenstedelijk Groen

Visie Ten behoeve van het in stand houden en ontwikkelen van recreatieve groengebieden

(programma 1, productgroep 120) in de provincie, neemt de provincie in tien

recreatieschappen deel. Het Koepelschap fungeert daarbij als ‘koepel’ voor zeven

van deze recreatieschappen in de regio ‘groot Rijnmond’. Het Koepelschap heeft

- naast verevening van lasten over de betrokken deelnemers - tevens een taak in

realisatie tot de ontwikkeling van nieuwe recreatie-/groengebieden. Dit als antwoord

op een aantal politiek-bestuurlijk relevante ontwikkelingen, zoals het urgentie-

programma voor de Randstad, de Bestuursconferentie 2005 en de conceptvisie

Beheer 2005. Het Koepelschap voor het Buitenstedelijk Groen bevordert, op basis

van rijks-, provinciaal en regionaal beleid en programma’s - in onderlinge

samenhang - een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het

buitenstedelijk groen. De regierol van het Koepelschap richt zich in het bijzonder op

de ontwikkeling van de (her)inrichting en het beheer van de regioparken Rottemeren,

IJsselmonde, Midden-Delfland en de overige groenstructuren in de regio.

Beleidsvoornemens De komende jaren worden de nieuwe taken van het Koepelschap verder uitgebreid.

Hiertoe is een meerjarenprogrammering Nieuwe Groengebieden opgesteld. Na 2011

zullen de effecten merkbaar worden van de ontwikkeling en het beheer van ongeveer

2500 ha nieuw gebied. In de provinciale Visie op recreatie en vrije tijd en de

toekomstige organisatie van het beheer zal de provincie aangeven in hoeverre de

provincie bestuurlijk betrokken blijft bij het Koepelschap en zal verder actief worden

ingezet op de benadering van en het overleg met zogenaamde ‘niet- deelnemers’.

De mondiale economische crisis stelt de Nederlandse samenleving voor een grote

Page 214: Concept begroting Zuid-Holland 2011

214

opgave. De gemeenten verwachten voor forse ombuigingstaakstellingen te staan en

vinden het onvermijdelijk via de programmabegrotingen 2011 hieraan een bijdrage te

leveren via een verlaging van de gemeentelijke bijdrage aan de recreatieschappen

met 5%.

Naam GR Natuur en Recreatieschappen (10x)

Visie

De provincie levert door participatie in (natuur- en) recreatieschappen een bijdrage

aan het duurzaam beheer van bestaande groengebieden.

Beleidsvoornemens De provincie is in 2010 met de uitwerking bezig van de Visie op Recreatie en vrije

tijd. De Visie Beheer zal hier onderdeel van uitmaken. Vooralsnog is het doel om

meer op bovenregionaal niveau te sturen op de gewenste kwaliteiten en daarvoor de

beschikbare middelen gerichter in te zetten. Het verminderen van bestuurlijke drukte

is hierbij een van de uitgangspunten.

Naam GR Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg

Beleidsvoornemens De realisatie van de Quackpolder, onderdeel van het gebiedsplan (2009), vordert

conform de planning. Tevens biedt de Maasvlakte 2 tijdelijke kansen voor bijzondere

recreatievormen. De inkomsten zullen mogelijk kunnen worden verhoogd door het

aantrekken van nieuwe exploitaties of uitbreiden van bestaande ontwikkelingen.

Naam GR Recreatieschap IJsselmonde

Beleidsvoornemens Het doel is om voor 2020 het regiopark IJsselmonde (2100 ha) te realiseren. Op

basis van de vastgestelde schapsvisie worden de verschillende gebieden beter

afgestemd op het actuele en verwachte gebruik.

De ontwikkeling en de financiële inbedding van het Landschapspark Buytenland zal

verder worden uitgevoerd, evenals het groenblauwe casco Oost-IJsselmonde,

inclusief Hooge Nesse. Het beheer van de Zuidpolder zal per 1 januari 2011 door de

gemeente Barendrecht aan het schap worden overgedragen. De deelgemeente

Hoogvliet zal betrokken worden bij de wijze van aansluiting van haar groengebieden

op het groenblauw netwerk op IJsselmonde.

Het definitieve gebiedsplan NRIJ zal medio 2011 ter vaststelling aan het

schapsbestuur worden aangeboden. De Johannapolder en Zuidelijk Randpark

(inclusief Blauwe Verbinding als schakel in het vaarnetwerk) worden uitgewerkt in

herinrichtingsplannen.

Naam GR Recreatieschap Rottemeren

Beleidsvoornemens - Het schapsbestuur gaat allianties aan met de beheerders van groengebieden zoals

Hitland, Bentwoud, Zuidplaspolder en Midden-Delfland onder het motto verbreden

en verbinden. Er zullen voorbereidingen gestart worden voor maatregelen ter

compensatie en mitigatie van de eventuele aanleg A13/A16. Er moet voortgang

geboekt worden voor de projecten Eendrachtspolder en Hoekse Park. Tevens

moet de uitvoering gereed komen van de Bleiswijkse Zoom Noord en de

herinrichting van Heuvel B in het Hoge Bergse Bos.

- De verbinding Rottemeren-Bentwoud zal vorm gegeven moeten worden op een

dusdanige wijze dat ten minste de recreatieve infrastructuur totstandkomt.

- Op grond van de resultaten van het recreantenonderzoek zullen er product-

innovaties gerealiseerd moeten worden voor doelgroepen die onvoldoende worden

bediend.

Page 215: Concept begroting Zuid-Holland 2011

215

Naam GR Recreatieschap Midden-Delfland

Beleidsvoornemens Gebiedsontwikkeling van een kennis-as ter hoogte van het Ackerdijkse Bos, tegen en

in samenhang met het terrein van de TU-Delft. Het doel van deze kennis-as is een

samenwerkingsverband met de Tu-Delft aan te gaan waarin innovaties die een

bijdrage leveren aan recreatie, duurzaamheid, terreinbeheer en ruimtelijke kwaliteit

centraal staan. Hierin kan het recreatieschap als openbaar buitenlaboratorium/

proeftuin fungeren, waar nieuwe ontwikkelingen in de praktijk kunnen worden getest.

In 2011 wordt van start gegaan met de uitvoering van de ecologische sanering, het

verbeteren van de sociale veiligheid en het vergroten van de aantrekkelijkheid van

het Oeverbos als recreatiegebied, eigentijds en duurzaam oever-bospark met uitzicht

op de nieuwe Waterweg.

In het najaar 2010 wordt mogelijk overeenstemming bereikt met alle betrokken

partijen over de herinrichting van de Broekpolder. Na instemming zal met de

herinrichting van de Broekpolder worden begonnen.

Parallel aan de realisatie van de rijksweg A4 komen in 2011 de zes projecten van het

IODS-convenant, waaronder het Routestructuurplan, in de uitvoeringsfase.

Naam GR Natuur- en Recreatieschap Haringvliet

Beleidsvoornemens Vanuit het bestuur zal een nauwe bestuurlijke betrokkenheid bij het programma Zicht

op het Haringvliet, Hollandsch Diep en Krammer Volkerak, het volgen van de plannen

betreffende de Zuidwestelijke Delta en de ontwikkelingen naar aanleiding van het

rapport van de commissie Veerman.

Het programma Zicht op het Haringvliet, Hollandsch Diep en Krammer Volkerak zal

verder uitgewerkt worden met als doel een structurele regionale samenwerking met

beheerders, eigenaren en ondernemers, natuurorganisaties en watersport-

organisaties, het bevorderen van de bekendheid van het gebied bij de gebruikers en

een nauwere samenwerking met andere schappen en gemeenten in de

Zuidwestelijke Delta.

Naam GR Natuur- en Recreatieschap Krimpenerwaard

Beleidsvoornemens Het ontwikkelen en inrichten van speelconcepten Veenweidegebied in samenwerking

met Landschapsbeheer Zuid-Holland en Zorgberaad, de ontwikkeling van een

bezoekerscentrum in samenwerking met het Zuid-Hollands Landschap,

Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard en Veenweidepact zal in 2011

aandacht krijgen. Het gebied zal uitgebreid worden met compensatie voor de

sportvelden Nederlek. Op het gebied van promotie zal nauwer samengewerkt gaan

worden met de partijen uit het Veenweidepact en het Groene Hart.

Naam GR Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen

Beleidsvoornemens De afspraken over een gefaseerde implementatie van het Terrein Beheer Model en

een evenwichtige verdeling van de deelnemersbijdrage zullen bestuurlijke aandacht

krijgen. In het werkingsgebied van het Recreatieschap worden de Oostpolder

(Gouda) en het Bentwoud (Waddinxveen) ingericht voor recreatief gebruik.

Toevoeging van deze gebieden aan de beheersgebieden van het schap zal een

belangrijke inzet vragen. Het waar mogelijk aantrekken van nieuwe exploitaties

Reeuwijkse Hout om het aanbod aan de recreanten te verbreden en de inkomsten te

verhogen.

Page 216: Concept begroting Zuid-Holland 2011

216

Naam GR Natuur- en recreatieschap Dobbeplas

Beleidsvoornemens

Ook 2011 zal in het teken staan van de opschaling naar een groter recreatieschap.

Het stimuleren van een bestuurlijke regionale samenwerking in het bijzonder gericht

op Hof van Delfland en Buytenhout moet aandacht krijgen.

Naam GR Natuur- en recreatieschap Hollandse Biesbosch

Beleidsvoornemens Centraal staat voor 2011 de bestuurlijke samenvoeging van de huidige twee

recreatieschappen met het Nationaal park de Biesbosch tot een zogenaamd

parkschap De Biesbosch en de verdere uitwerking hiervan. Verder staan in 2011 de

verdere uitwerking van de plannen voor de Nieuwe Dordtse Biesbosch centraal, circa

1100 ha op het Eiland van Dordrecht. Het schap gaat hiervan circa 160 ha beheren,

inclusief een bezoekersknooppunt.

Naam GR Natuur- en Recreatieschap Grevelingen

Beleidsvoornemens - In 2011 zal op het vlak van gebiedsontwikkeling ingespeeld worden op de

ontwikkelingsschetsen van De Punt, Brouwersdam, Grevelingendam en de Slikken

van Flakkee, op de routestructuren en de aanlegvoorzieningen ten behoeve van de

watersport.

- Het bestuur zal nauw betrokken zijn bij de MIRT-verkenning en het volgen van de

plannen betreffende de Zuidwestelijke Delta en de ontwikkelingen naar aanleiding

van het rapport van de commissie Veerman.

- De nieuwe Watersportvisie zal nader uitgewerkt moeten worden. Tevens zal de

aandacht uitgaan naar een meer structurele regionale samenwerking met

beheerders, eigenaren, ondernemers, natuurorganisaties en watersport-

organisaties om de bekendheid van het gebied bij de gebruikers te bevorderen en

samenwerking met andere partijen in de Zuidwestelijke Delta te versterken.

Naam GR DCMR

Visie De DCMR Milieudienst Rijnmond is opgericht met als doel adviserende,

ondersteunende en uitvoerende werkzaamheden te verrichten op het gebied van de

zorg voor het milieu in het Rijnmondgebied. De DCMR is een samenwerkingsverband

van de provincie Zuid-Holland en zestien gemeenten in het Rijnmondgebied. Per

1 januari 2011 worden de werkzaamheden gecontinueerd als regionale

uitvoeringsdienst.

De in programma 1 van de provinciale Begroting 2011 opgenomen prioriteiten en

doelen vormen het uitgangspunt bij het opstellen van het provinciale werkplan 2011

van de DCMR. Daarbij gaat het vooral om productgroep 140.

Beleidsvoornemens In het kader van het verandertraject PNS is een structurele taakstelling in de

meerjarenraming van de DCMR opgenomen. Deze taakstelling loopt op tot €��� ���

in 2011. Over de invulling van de taakstelling zijn afspraken gemaakt. Deze komen tot

uitdrukking in het provinciale werkplan 2011. De DCMR voert in 2011 ook de

structurele werkzaamheden voor de Wabo uit voor wat betreft de provinciale

inrichtingen.

Naam GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Visie

De provincies hebben van het Rijk de regierol gekregen om samen met gemeenten en

bestaande milieudiensten regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) op te richten. Deze

RUD's houden zich bezig met de uitvoering van complexe en bovengemeentelijke

milieutaken en hebben tot doel de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en

Page 217: Concept begroting Zuid-Holland 2011

217

bedrijven te verbeteren.

In de provincie Zuid-Holland worden volgens de volgende planning de regionale

uitvoeringsdiensten gevormd:

- Zuid-Holland Zuid (1 januari 2011)

- Rijnmond (DCMR en ISGO) (1 januari 2011)

- West Holland (1 juli 2011)

- Midden Holland (1 januari 2012)

- Haaglanden (1 januari 2012)

De provincie blijft wel verantwoordelijk voor een integrale beleidsontwikkeling op het

gebied van milieu en bodem. De provincie voert bovendien de regie op de

beleidsuitvoering door beleidsprogrammering en monitoring. De in programma 1 van de

provinciale Begroting 2011 opgenomen prioriteiten en doelen vormen het uitgangspunt

bij het opstellen van het provinciale werkplan 2011 van de omgevingsdiensten. Daarbij

gaat het vooral om productgroep 140.

De visie van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is om samenhangende, integrale,

consistente en efficiënte uitvoering van omgevingswetgeving op regionaal niveau

mogelijk te maken. Professionele en kwalitatief hoogwaardige uitvoering van taken en

verantwoordelijkheden vindt plaats in de regio Zuid-Holland Zuid.

Beleidsvoornemens De omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid voert in 2011 wettelijke taken uit binnen het

omgevingsrecht en op het gebied van omgevingsbeheer, behandelt klachten van

burgers en meldingen van bedrijven en ondersteunt de provincie als opdrachtgever op

duurzame ruimtelijke ontwikkeling en -beheer.

Naam Stichting Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (SLMA )

Visie In relatie tot programma 1, productgroep 140, Duurzaamheid in de leefomgeving,

heeft de provincie (evenals alle andere provincies) een belang in de SLMA.

Bedrijven zijn wettelijk verplicht de afgifte c.q. ontvangst van bedrijfsafval en gevaarlijk

afval te melden bij SenterNovem. Deze meldgegevens worden vervolgens opgeslagen

in de landelijke afvaldatabase.

Beleidsvoornemens De regelgeving (VROM) met betrekking tot het melden van afvalstoffen is

geëvalueerd. Voorstellen tot wijziging vanuit de afvalbranches en handhaving

(provincies) zullen leiden tot aanpassing/wijziging van de regelgeving.

Het gewijzigde besluit Melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen zal op

1 januari 2011in werking treden. Deze wijziging zal naar verwachting tengevolge van

de beperking administratieve lasten voor het bedrijfsleven (minder meldingen), een

nadelig - zij het gering - effect hebben voor het systeem (landelijke database) en het

nut ervan voor de handhaving van de afvalketen en de individuele afvalbedrijven.

Naam Warmtebedrijf Infra NV

Visie Binnen programma 1 (productgroep 140) heeft de provincie zich ten doel gesteld een

bijdrage te leveren aan nationale klimaatdoelstellingen door middel van reductie van de

broeikasgassen. Door middel van deelname aan het warmtebedrijf kan de provincie dit

daadwerkelijk beïnvloeden. Door het Warmtebedrijf zal in de eindsituatie industrie-

warmte worden geleverd ten behoeve van circa 50.000 woning-equivalenten in

Rotterdam. Dit leidt tot een emissiebeperking van 70-80 kton per jaar en een betere

lokale luchtkwaliteit. Door de hoge aanvangsinvesteringen is ondersteuning vanuit de

overheid nodig. De provincie is daarom medeaandeelhouder voor € � ��� � ��� ���aandelenkapitaal van € 21 mln.

Met de herstart van het Warmtebedrijf is op 2 juli 2010 het Warmtebedrijf gesplitst in

Page 218: Concept begroting Zuid-Holland 2011

218

Warmtebedrijf Infra (hiervan blijft de provincie aandeelhouder voor € � ��� ��Warmtebedrijf Exploitatie (hierbij is de provincie niet betrokken).

Beleidsvoornemens In de periode 2011-2012 realisering van warmte-uitkoppeling bij AVR en aanleg van

warmtetransportleidingen op basis van een gewijzigd businessplan (vastgesteld maart

2010). De eerste warmtelevering zal plaatsvinden in 2012. Uitgangspunt voor de

provincie is een gelijkblijvend aandeel van € � ����

Het aandelenkapitaal van Warmtebedrijf Infra zal in 2011 zijn toegenomen, ten opzichte

van de huidige € �� ���� �� ��� ����#������ ����� �� �� ������� 3������

Naam Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard

Visie De Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard is dienstbaar aan het behalen van de

doelstellingen van bodemsanering zoals opgenomen in programma 1 onder

productgroep 130. De stichting zorgt daarbij binnen het gebied van de

Krimpenerwaard dat maatschappelijke stagnatie als gevolg van bodemverontreiniging

bij slootdempingen zoveel mogelijk wordt voorkomen dan wel opgeheven.

Beleidsvoornemens In 2011 wordt verder gewerkt om ervoor te zorgen dat vóór 2018 de milieurisico's van

bodemverontreiniging door slootdempingen worden gereduceerd, al dan niet door

sanering en het zorgen voor een adequaat beheer van de slootdempingen binnen de

Krimpenerwaard.

Naam GR Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord

Visie Met Hoogheemraadschap Delfland en gemeente Delft vormt de provincie deze GR.

Hierdoor beïnvloedt zij de uitvoering van de omvangrijke grondwateronttrekking in

Delft-Noord die voorheen in handen was van DSM. Deelname aan de GR is

dienstbaar aan het behalen van de doelstellingen van programma 1, product-

groep 140. Doel is een duurzaam veilig (grond)waterbeheer in de regio Delft, waarbij

geen schade ontstaat in de omgeving.

Beleidsvoornemens Onderzoek in de komende jaren zal uitwijzen of de onttrekking gecontroleerd kan

worden gereduceerd of dat deze op het huidige niveau dient te worden gehandhaafd

om schade te voorkomen. Tevens wordt onderzocht of en hoe het grondwater op

innovatieve wijze kan worden hergebruikt. In mei 2014 stapt de provincie uit de

gemeenschappelijke regeling.

Naam Stichting Herontwikkeling Zellingwijk

Visie De Stichting is opgericht om 3,2 ha ernstig verontreinigde grond in de kern van

Gouderak in de gemeente Ouderkerk te saneren en er vervolgens natuurwaarden en

woningen te realiseren. De sanering en herinrichting van de Zellingwijk in Gouderak

maakt deel uit van de 42 deelprojecten van het project Hollandsche IJssel. Aan het

project nemen elf overheden deel. Binnen programma 1, productgroep 130,

verbetering van de kwaliteit van het landschap, heeft dit project als doelstelling om

door middel van gebiedsgerichte aanpak door diverse overheden tot revitalisering van

het gebied te komen. De aanpak van het deelproject Zellingwijk past in deze integrale

gebiedsgerichte aanpak.

Beleidsvoornemens In 2011 wordt de sanering en herinrichting van de Zellingwijk afgerond. In 2011 wordt

de woningbouw in het project Hollandsche IJssel gecontinueerd.

Page 219: Concept begroting Zuid-Holland 2011

219

2. Integrale bereikbaarheid

Naam GR Wegschap Dordtse Kil

Visie In programma 2, productgroep 220, staat integrale bereikbaarheid centraal. In dit

kader worden naast subsidies ook bijdragen verstrekt zoals aan het Wegschap

Dordtse Kil. Het wegschap beheert en exploiteert de toltunnel tussen Dordrecht en

's-Gravendeel evenals de aansluitende wegen. Zij vormen een belangrijke schakel in

de ontsluiting van het woon- en werkgebied van de betrokken gemeenten. Het

Wegschap draagt op deze wijze bij in het optimaliseren van weg-, vaarweg- en

fietsinfrastructuur (productgroep 220).

Beleidsvoornemens Er zijn voor 2011 geen specifieke beleidsvoornemens geformuleerd. Deelname aan

de gemeenschappelijke regeling wordt gecontinueerd, met een maximale jaarlijkse

bijdrage van € ��������

Naam Stichtingen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

Visie In het kader van een goede integrale bereikbaarheid (programma 2, product-

groep 210) wordt het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) ingezet in gebieden

waar te weinig vraag is naar OV. CVV is toegankelijk voor iedereen.

Gemeenten pakken vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de

verantwoordelijkheid op voor het vervoeren van specifieke doelgroepen

(gehandicapten, ziekenvervoer en dergelijke). Voor dit type CVV zijn samenwerkende

gemeenten binnen een CVV-regio verantwoordelijk.

CVV is in wezen een bundeling van WMO (voorheen WVG) en OV. De WMO-

component wordt gefinancierd door de deelnemende gemeenten, de OV-component

door de provincie.

Er zijn op dit moment vijf CVV-systemen actief binnen de provincie Zuid-Holland. Drie

CVV-systemen hebben de vorm van een stichting, twee systemen werken op basis

van een bestuursovereenkomst. In alle systemen vormen de betreffende gemeenten

en de provincie het bestuur. De CVV-systemen zijn actief in de volgende regio's:

Rijnstreek, Midden-Holland, Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (stichtingen), Leidse

regio, Goeree-Overflakkee (bestuursovereenkomst).

Beleidsvoornemens Door de nieuwe Wmo ontstaan er mogelijkheden voor gemeenten om voor een

bredere doelgroep maatwerk aan vervoer te leveren. Daarnaast is het provinciale

beleid erop gericht het vervoer van deur naar overstaphaltes uit het CVV te halen en

onder te brengen in de reguliere OV-concessies. Dit is bij één concessie (Hoekse

Waard) al gebeurd. Bij iedere volgende nieuwe concessie aanbesteding wordt de eis

van vervoer van deur tot overstaphalte meegenomen.

In 2011 wordt het programma van eisen opgesteld voor de concessie Zuid-Holland

Noord. Hierin wordt aangegeven welke onderdelen van de CVV eventueel worden

opgenomen in de reguliere OV- concessie.

3. Een concurrerende, innovatieve en duurzame econo mie

Naam ROM-Drechtsteden

Visie De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D) heeft als

doelstelling het versterken en uitbouwen van de regionale economie in die zin dat een

permanente toekomstige meerwaarde ontstaat en ten minste aansluiting wordt

gevonden bij de landelijke ontwikkeling. Hiertoe is een aantal taakvelden benoemd,

met name herstructurering en ‘nieuw-ontwikkeling’ van bedrijventerreinen.

Page 220: Concept begroting Zuid-Holland 2011

220

Beleidsvoornemens In 2009 zijn door de betrokken overheden de vernieuwde ROM-D kaders vastgesteld.

Na de kaderstelling is een nieuw bedrijfsplan in 2010 opgesteld. Besluitvorming over

de in het vooruitzicht gestelde €�� ��� "�� ����� ���� ������������ !����� �� ��

vernieuwde ROM-D daadwerkelijk van start. De opgave van de ROM-D is het

aantrekken en vestigen van bedrijven die binnen het strategisch economisch profiel

een toevoeging zijn op het huidige economische complex. Alle activiteiten van de

ROM-D moeten daaraan ten dienste staan. De revitalisering en het ontwikkelen van

economische activiteiten is de grootste opgave. Het uitgeven van nieuw

industrieterrein dan wel het faciliteren van de woningproductie is faciliterend aan dit

proces.

Naam Stichting Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam (KM R)

Visie De stichting KMR heeft tot doel de economische structuur van de mainportregio te

versterken door verbetering en vernieuwing van het technisch-economisch

beroepsonderwijs van vmbo tot en met hbo.

Kernclusters zijn:

- Het cluster scheepvaart, haven, transport en logistiek;

- De proces- en petrochemie en de energiesector;

- De metaal- en electro- en de technische installatiebranche.

Daarnaast geeft KMR uitvoering aan een stimuleringsprogramma Beta/Techniek voor

jongeren.

Beleidsvoornemens De activiteiten van de stichting KMR betreffen in hoofdzaak:

- Het bij elkaar brengen van partijen;

- Het bundelen en ondersteunen van nieuwe initiatieven;

- Het genereren van middelen hiervoor;

- Het monitoren van de voortgang hieromtrent (via de Techniekbarometer).

Daarnaast wordt binnen de drie eerder genoemde kernclusters ingezet op:

- Bevordering van structurele samenwerking en kenniscirculatie tussen scholen en

bedrijven;

- Investeren in en gezamenlijk gebruikmaken van hoogwaardige apparatuur;

- Een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, inclusief de vergroting

van de instroom, rendement en kwaliteit van de opleidingen.

Voor het cluster scheepvaart, haven, transport en logistiek ondersteunt KMR de

volgende activiteiten:

- Bewerkstelligen van de terugkeer van het reguliere hbo-scheepsbouwonderwijs

naar Rotterdam in combinatie met de mbo-4 opleiding Scheepsbouw en Grote

jachtbouw van de STC-Group. Beoogde realisatie eind 2010;

- Vergroting instroom in het Transport en Logistiek onderwijs;

- Versterking van de intemationale positie van het maritieme beroepsonderwijs in ons

land door de opzet van de Dutch Maritime Academy. Naast de bestuurlijke

vormgeving behelst dit project ook aanzienlijke investeringen.

Voor het cluster Proces, Petrochemie en Energie staan de volgende activiteiten op het

programma:

- Continuering van het Procescollege als PPS van scholen en bedrijven/Deltalinqs en

het consolideren van de sterk gestegen instroom bij de opleidingen Procestechniek

en AOT (doorlopend);

- Didactische uitwerking van de Oefenfabriek;

- Doorgroei van deze unieke faciliteit van de STC-Group in Brielle naar een Centre of

Excellence voor opleidingen en innovaties voor de procesindustrie;

Page 221: Concept begroting Zuid-Holland 2011

221

- Ontwikkeling van het Maintenance College voor de procesindustrie en industriële

dienstverleners (contractors). Het RDM-complex groeit uit tot een centrumlocatie

voor opleidingen en innovatie op het gebied van industrieel onderhoud.

Naam Stichting Kennisalliantie

Visie De Stichting Kennisalliantie is opgericht om een bijdrage te leveren aan de versterking

van de kenniseconomie, door activiteiten uit te voeren op het raakvlak van kennis,

innovatie en ondernemerschap. De Kennisalliantie vervult drie rollen:

1. netwerkorganisatie; 2. uitvoeringsorganisatie (aanjagen en ondersteunen van

projectontwikkeling) en 3. kennisorganisatie.

De begrotingssubsidie aan de Kennisalliantie heeft binnen programma 3,

productgroep 320, als doelstelling om het organiserend vermogen te versterken

binnen de economische clusters Health & Life Sciences, Greenports, Water en Delta

en Transport en Logistiek. De Kennisalliantie doet dit door het organiseren van het

netwerk van kennis en innovatie en door bedrijven en kennisinstellingen te

ondersteunen bij (complexe) innovatietrajecten.

Beleidsvoornemens Versterken van de concurrentiekracht van de provincie Zuid-Holland door gericht in te

zetten op de verdere versterking van vier beeldbepalende economische clusters. De

Kennisalliantie ontplooit de volgende activiteiten:

- (Algemene) netwerkvorming gericht op de versterking van het innovatieklimaat in

Zuid-Holland.

- Netwerkvorming binnen de clusters Health & Life Sciences, Transport en Logistiek,

Water en Delta en Greenports en op basis daarvan ontwikkeling en toeleiding van

innovatieprojecten naar de provinciale Clusterregeling, Pieken in de Delta en EFRO

(via Business Development team).

- Genereren van beleidsinformatie op basis van ontwikkelingen binnen de clusters.

- Signaleren van mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van Arbeidsmarkt en

onderwijs (in verband met toeleiding relevante signalen en mogelijke projecten naar

RPA's in het kader van het Convenant Werkgeversgericht Arbeidsmarkt- en

onderwijsbeleid).

Hiernaast dekt de subsidie een deel van de overhead van de Kennisalliantie.

Naam Integraal Ontwikkelingsplan Westland (IOPW)

Visie Voor de economische ontwikkeling (het Zuid-Hollandse glastuinbouwcomplex vormt

de derde economische pijler van Nederland) wordt nadrukkelijk ingezet op versterking

van de glastuinbouwcluster, een herstructurering van de glasgebieden en verbetering

van ruimtelijke kwaliteit en de fysieke bereikbaarheid.

Beleidsvoornemens De vier resterende projecten uit het Meerjaren Uitvoeringsprogramma (MUP) van de

Ontwikkelingsmaatschappij Het Nieuwe Westland (ONW) verkeren nog in de

uitvoeringsfase. Het ontwikkelen van woningbouwprojecten is een veelzijdig proces

dat veel tijd en begeleiding kost. De vier ONW-projecten, met een looptijd tot en met

2015, zijn verschillend van aard en bevinden zich in verschillende stadia. Er wordt

onderzocht of de verbinding tussen deze gebieden, de Groene Schakel, als vijfde

project opgenomen zal worden. De gezamenlijke ontwikkeling van de vier projecten

zal plaats vinden onder de naam 'Greenport Westland'. Na afronding van deze vier

projecten zal de samenwerking in beginsel worden beëindigd.

Page 222: Concept begroting Zuid-Holland 2011

222

Naam Glastuinbouwontwikkelingsmaatschappij Overbuurtsche Polder BV/CV (GOP)

Visie Het doel van het GOP is de duurzame ontwikkeling van grond tot glastuinbouwgebied.

Het GOP heeft de grond verder ontwikkeld voor de glastuinbouw ten behoeve van

tuinders uit Zuid-Holland. De GOP maakt deel uit van programma 3, product-

groep 310.

Beleidsvoornemens In maart 2008 is besloten de GOP nog niet te liquideren, maar deze in stand te

houden. Dit met het oog op enkele tegenvallende restactiviteiten (met betrekking tot

riolering) rond de woonpijp-oplevering en het trekkerschap door het GOP van het

waterproject AquaReUse in het glastuinbouwcomplex in de Overbuurtsepolder. Naar

verwachting zal dit project begin 2011 worden afgerond. Zodra de exploitatiefase

intreedt - naar verwachting in de eerste helft van 2011 - wordt het project

overgedragen aan Energiebedrijf Overbuurtsche Polder (EBOP) BV. Naar verwachting

zal dan de provinciale bijdrage worden beëindigd.

4. Maatschappelijke participatie

Naam Stichting Werelderfgoed Kinderdijk

Visie Een van de doelstellingen binnen het programma Media, kunsten en cultuur behelst

meer besef, behoud, gebruik en ontwikkeling van cultuurwaarden. De instandhouding

van het molencomplex Kinderdijk (programma 4, productgroep 430) past uitstekend

binnen deze doelstelling. Daarnaast worden er, als onderdeel van de Agenda Vrijetijd,

activiteiten verricht om de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van het gebied te

vergroten, met name om meer toeristen te trekken. Daarmee wordt dit werelderfgoed

mede ingezet om enerzijds het cultuurbereik en de cultuurparticipatie in Zuid-Holland

te vergroten en anderzijds de omvang van de toeristische bestedingen te vergroten.

Beleidsvoornemens Op basis van een in 2008 vastgesteld visiedocument wordt gewerkt aan de verdere

ontwikkeling van Kinderdijk als toeristische trekpleister. Daarbij wordt vooral ingezet

op het verbeteren van de bereikbaarheid en het verhogen van de aantrekkelijkheid

door het uitbreiden van recreatieve en educatieve activiteiten. Een uitstekende

stimulans hierbij vormt de honorering van een groot aantal restauratieaanvragen door

het Rijk en de provincie, waardoor de veelal meerjarige restauraties van het grootste

deel van de molens van dit werelderfgoed zijn gestart en eind 2010 zullen zijn

voltooid. Daarnaast staat Kinderdijk centraal in het provinciale themajaar 2011

'Kinderdijk en de Zuid-Hollandse molens'.

Tot en met 2010 levert de provincie Zuid-Holland een jaarlijks aflopende bijdrage in de

exploitatie van de stichting. Vanaf 2011 dient de stichting geheel zelfstandig de

exploitatie voor haar rekening te nemen.

5. Integrale ruimtelijke projecten

Naam Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas (ROZ )

Visie De ROZ is met de Grondbank RZG Zuidplas onderdeel van het integrale en

gebiedsgerichte project driehoek RZG Zuidplas. De ROZ is opgericht door de

provincie, de vijf Zuidplasgemeenten en de gemeente Rotterdam en is per

1 november 2008 in werking getreden. De ROZ heeft als taken: de regionale

uitvoeringsprogrammering, uitvoering verordening bovenplanse verevening van de

ROZ ten behoeve van de bekostiging van de hoofdplanstructuur van de Zuidplas

(waaronder de regionale weginfrastructuur en de groenprojecten), kwaliteitsborging en

het organiseren van het partijenspoor.

Page 223: Concept begroting Zuid-Holland 2011

223

Beleidsvoornemens De ROZ stelt jaarlijks het Ontwikkelingsstrategiekader (OSK) op. In het ontwerp-OSK

2011, vast te stellen door het algemeen bestuur van de ROZ in december 2010, zijn

de beleidsvoornemens van de ROZ opgenomen. De komende paar jaar ligt de nadruk

op het maken van afspraken met de private partijen, uitwerking van de in 2009

vastgestelde globale bestemmingsplannen, vaststelling van de financiële bijdragen

aan het fonds bovenplanse verevening en de voorbereiding van de concrete

uitvoering van de nieuwe bestemmingen in de Zuidplas. Daartoe is in het OSK 2011

een scherpere programmering van de ontwikkeling van de Zuidplaspolder en van de

uitvoering van de Hoofdplanstructuur opgenomen.

Naam GR Grondbank RZG Zuidplas

Visie Binnen programma 5, productgroep 510, is de publieke grondbank RZG Zuidplas

onderdeel van het integrale en gebiedsgerichte project driehoek RZG Zuidplas. De

grondbank verwerft sinds begin 2005 met toepassing van de Wet voorkeursrecht

gemeentegronden in de Zuidplaspolder die strategisch zijn gelegen. Door gezamenlijk

gronden aan te kopen kunnen de publieke deelnemers in de grondbank (provincie, de

drie Zuidplasgemeenten en gemeente Rotterdam) op actieve wijze een positie op de

grondmarkt verwerven. Daarmee krijgen de publieke partijen een instrument om de

financiële regie in de uitvoeringsfase van de plannen te kunnen voeren in

samenwerking met de private partijen. De aandacht voor de regievoering sluit nauw

aan bij de werkwijze van integrale gebiedsontwikkeling voor het project driehoek RZG

Zuidplas.

Beleidsvoornemens De beleidsvoornemens van de grondbank zijn opgenomen in het jaarlijks

voortschrijdend Uitnamestragiekader 2011, dat in december 2010 door het AB zal

worden behandeld. De grondbank heeft een looptijd tot 1 januari 2011. Het bestuur

van de grondbank zal voorstellen om de regeling te verlengen tot 1 januari 2020.

Hiermee is de looptijd van de grondbank gelijkgeschakeld aan die van de ROZ.

6. Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

Naam Samenwerking Randstadprovincies (P4)

Visie PS van Zuid-Holland hebben in 2007 ingestemd met de opheffing van het samen-

werkingsverband Regio Randstad onder voortzetting van de P4-samenwerking in

Brussel. De Europese activiteiten waren ondergebracht in Regio Randstad en worden

vanaf 1 januari 2008 door de vier Randstadprovincies georganiseerd.

Beleidsvoornemens

Het vergroten van de internationale concurrentiepositie van de Randstad binnen

Europa en het vergroten van de leefbaarheid van de Randstad. Om dit te

verwezenlijken richt de P4 zich op beïnvloeding van Europees beleid en regelgeving,

het benutten van de diverse bestaande Europese fondsen, het streven naar

voldoende aandeel in toekomstige Europese fondsen en daarnaast de externe

profilering van de Randstadprovincies in Europa.

De in 2011 voorgenomen activiteiten zijn opgenomen in het bestuurlijk vastgestelde

werkprogramma van de P4-samenwerking in Brussel.

Naam Interprovinciaal Overleg

Visie De twaalf provincies werken samen in het Interprovinciaal Overleg, het IPO. Het IPO

is actief op dezelfde terreinen als de provincies, zoals milieu, landelijk gebied, sociaal

beleid, ruimtelijke ordening, wonen, economie en mobiliteit. Het IPO heeft drie

kernfuncties: belangenbehartiging, platform en vernieuwing. De belangenbehartiging

Page 224: Concept begroting Zuid-Holland 2011

224

wordt vormgegeven door regelmatig overleg te plegen met andere overheden en

maatschappelijke organisaties. De platformfunctie wordt vervuld door gelegenheden

te creëren kennis en ervaringen uit te wisselen, gezamenlijke standpunten te bepalen

en initiatieven te ontplooien. Verder worden vernieuwingsprocessen binnen provincies

gestimuleerd.

Beleidsvoornemens De verdere acties volgend uit het Profiel Provincies; uitwerking van het position paper

over de toekomst van het EU-cohesiebeleid; de verdere ontwikkeling van gezamenlijke

standaarden voor het verlenen van milieuvergunningen; de verdere uitvoering van

onderdelen van het Klimaat- en Energieakkoord; continueren van het lobbytraject richting

Rijk voor verbetering van de randvoorwaarden voor jeugdzorg.

Naam Huis der Nederlandse Provincies

Visie De vertegenwoordigers van de Randstadprovincies werken vanuit het Huis der

Nederlandse Provincies (HNP) in Brussel en fungeren als liaison tussen de Randstad

en de Europese netwerken. Zij werken intensief samen met vertegenwoordigers van

de G4 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht), Europese regio's en overige

Europese instellingen. Tevens zijn er nauwe banden met de collega's van de overige

acht provincies. De taken bestaan uit signalering en beleidsvoorbereiding en het

aansturen, organiseren en uitvoeren van public affairs- en lobbyactiviteiten. Tevens

ondersteunt het HNP de bestuurlijke vertegenwoordigers in het Comité van de

Regio's.

Beleidsvoornemens De algemene doelstellingen van het HNP zijn: het verbeteren van de contacten van de

Nederlandse provincies met de Europese instellingen, Nederlandse Permanente

Vertegenwoordiging bij de EU en andere regionale bureaus in Brussel; het tot stand

brengen van synergie tussen de regionale kantoren, met als doel een efficiënte

vertegenwoordiging van de gezamenlijke Nederlandse regionale belangen.

De in 2011 voorgenomen activiteiten zijn opgenomen in het bestuurlijk vastgestelde

werkplan 2011 van het HNP.

7. Algemene dekkingsmiddelen

Naam Proav NV

Visie Kernactiviteit is het in verhuur geven van het terrein van de voormalige Derde

Merwedehaven in de gemeente Dordrecht aan de exploitant van de stortplaats, Derde

Merwedehaven BV (een 100% dochter van Delta Milieu BV, die weer een 100%

dochter is van Delta NV).

Dientengevolge bestaat deze activiteit uit het volgen en bewaken van alle punten die

voortvloeien uit de zogenaamde huur- en exploitatieovereenkomst zoals die met

Derde Merwedehaven BV is overeengekomen.

Beleidsvoornemens Als gevolg van gewijzigde omstandigheden dient op termijn tot contractherziening te

worden gekomen met de exploitant en de gemeente Dordrecht.

Page 225: Concept begroting Zuid-Holland 2011

225

Overige Verbonden Partijen

Naam Rechtsvorm Doel Behartiging

(totaal %

aandelen)

Onderdeel/programma/

productgroep

BNG NV Financiële

dienstverlening

Aandeelhouder

(1,1%)

7 Algemene dekkings-

middelen/pg 710

NWB NV Financiële

dienstverlening

Aandeelhouder

(0,1%)

7 Algemene dekkings-

middelen/pg 710

Delta NV Nutsbedrijf Aandeelhouder

(0,04%)

7 Algemene dekkings-

middelen/pg 710

Page 226: Concept begroting Zuid-Holland 2011

226

Page 227: Concept begroting Zuid-Holland 2011

227

Paragraaf Grondbeleid

Belang grondbeleid(functies) voor de provincie

In 2008 is de nota Grondbeleid door PS vastgesteld en medio 2009 heeft GS een uitspraak gedaan over

het positioneren van de provinciale grondbedrijffuncties (nota Naar een provinciaal grondbedrijf). Deze

grondbedrijffuncties zijn centraal in de organisatie bij de afdeling Ontwikkeling en Grondzaken (OGZ)

belegd. Opzet is om vanuit deze positie enerzijds bij te dragen aan de onderbouwing van de keuzes van het

bestuur en het project-/programmamanagement en anderzijds de provinciale betrokkenheid bij ruimtelijke

(ontwikkelings)plannen/-programma’s goed te ondersteunen en te faciliteren. Besloten is voorts om een

aantal grondbedrijffuncties/-rollen te versterken.

Na de zomer van 2009 is met de uitbouw van de OGZ-organisatie aan de slag gegaan. In de loop van 2010

ontstond hierdoor ruimte voor verdere professionalisering van de afdeling en een bredere inzet van de

expertise van de afdeling bij steeds meer provinciale projecten/programma’s.

Risicodragend investeren

Overeenkomstig de uitgangspunten van Provincie Nieuwe Stijl richt de provincie zich nadrukkelijk op het

provinciaal belang en op uitvoering van haar primaire taken. Voor wat betreft het grondbeleid zijn van

belang de aanleg van provinciale infrastructuur (wegen, waterwegen, ecologische hoofdstructuur en

recreatiegebieden om de stad) en de ruimtelijke regionale ontwikkeling in de zogenoemde IRP-gebieden

(Integrale Regionale Projecten).

De provincie streeft bij regionale gebiedsontwikkeling realisatie na van de, in samenwerking met

gebiedsgemeenten, betrokken waterschap(pen) en andere belanghebbenden, ontwikkelde visie. Samen

komen zij een investeringsprogramma overeen. Daarin zijn opgenomen: de provinciale investeringen in de

infrastructuur, subsidies van de provincie en andere overheden, bijdragen van (gebieds)gemeenten en

waterschappen en investeringen in grondexploitaties. Of de provincie zou kunnen deelnemen in

grondexploitaties met een bovenregionaal belang, dat dus uitstijgt boven het belang en de mogelijkheden

van een gebiedsgemeente, wordt overwogen. In de Zuidplas is de provincie wel een van de aandeel-

houders in de Grondbank Zuidplas.

Doorzettingskracht van de provincie is versterkt

In 2010 heeft de provincie in enkele gevallen voor de realisatie van provinciale wegen gebruikgemaakt van

de mogelijkheid om, op basis van de nieuwe wet Ruimtelijke ordening, een inpassingsplan te maken. Een

inpassingsplan maakt duidelijk dat de provincie planrealisatie van provinciaal belang acht en staat zeker

niet haaks op de goede samenwerking die de provincie met lokale overheden nastreeft.

Voor groene infrastructuur verzoekt de provincie de gemeente in het algemeen tot het vaststellen van een

bestemmingsplan op basis waarvan de provincie haar plannen kan realiseren.

Voor wat betreft de realisatie van grijze of groene provinciale infrastructuur beheerst de provincie de

investeringsrisico's door actieve inzet van het haar ten dienst staande grondbeleidsinstrumentarium. De

voor de realisatie noodzakelijke onroerende zaken worden zoveel mogelijk door minnelijke onderhandeling

verkregen, maar als die onderhandelingen niet leiden tot aankoop onder marktconforme voorwaarden moet

onteigening mogelijk zijn. Daartoe dient vanzelfsprekend een onteigeningstitel aanwezig te zijn.

Page 228: Concept begroting Zuid-Holland 2011

228

Economische crisis

Op zich wil de provincie haar inzet zoals hiervoor beschreven in 2011 continueren, zo mogelijk intensiveren.

Een tekort aan financiën zou echter wel eens roet in het eten kunnen gooien. Te voorzien is dat overheden

een beperktere armslag krijgen en dat ook marktpartijen onder de huidige economische omstandigheden

terughoudend zijn om nieuwe projecten met risico op te pakken.

Dit dwingt de provincie tot prioriteitstelling en maakt een zorgvuldige strategiekeuze en proces- en

risicobeoordeling nog belangrijker. Vanuit grondbeleid zal hieraan worden bijgedragen.

Uitvoering van het grondbeleid in 2011

Op bijgaande kaart staan de belangrijkste projecten waaraan OGZ in 2011 een bijdrage zal leveren.

Het gaat om de volgende provinciale projecten:

- aanleg van wegen, waterwegen, fietspaden en openbaarver vervoertracés;

- integrale regionale ontwikkelingsprojecten (IRP);

- groen projecten: realisatie ecologische hoofdstructuur en recreatiegebieden.

Voor groene en grijze projecten stelt de provincie de kaders en de te voeren uitvoeringsstrategie vast. De

IRP’s worden in co-productie met de andere betrokken publieke partners ontwikkeld. Planeconomie,

haalbaarheid en risico-inschatting, spelen een steeds grotere rol bij de strategiekeuze.

De uitvoering laat voor wat betreft de inzet van grondbeleidfuncties een iets ander beeld zien. Voor de

aankoop en inrichting van het landelijk gebied maakt de provincie meestal gebruik van de Dienst Landelijk

Gebied (DLG) maar voor de aanleg van (water)wegen verwerft de provincie meestal zelf. Voor aanleg van

Page 229: Concept begroting Zuid-Holland 2011

229

enkele OV-tracés is een private partij verantwoordelijk. De provincie verwacht in 2011 zelf circa

70 aankopen te doen ten behoeve van wegen, vaarwegen en het natuur- en recreatiegebied Buijtenland.

Om een vinger aan de pols te houden bij deze realisaties, in het kader van de procesbeoordeling, zal

planeconomie een steeds belangrijker bijdrage gaan leveren. Prioriteit wordt gegeven aan een aantal grote

groene projecten en aan IRP's.

Bij de IRP's is de provinciale betrokkenheid verschillend. In de Zuidplas neemt de provincie deel aan de

(publieke) Grondbank die strategische grond in bezit heeft (verworven). Daarnaast participeert de provincie

in de Regionale Ontwikkelingsautoriteit Zuidplas (ROZ) die de ontwikkelingen stuurt. Beide functies van de

provincie worden ondersteund vanuit grondbeleid. In Holland Rijnstreek spelen, in verband met het

beleidsprincipe 'eerst bewegen dan bouwen', twee cruciale infrastructuurprojecten die de ontwikkeling van

wonen en werken moeten gaan faciliteren. Ook hier zullen planeconomie en grondverwerving (kunnen)

ondersteunen en faciliteren bij de strategiekeuze (haalbaarheid en risico) en de uitvoerbaarheid (aankoop

strategie).

Beheer en verkoop verspreid provinciaal bezit en voo rmalige steunpunten

Grond die aangekocht is voor een weg of een project kan lang niet altijd direct daarvoor worden gebruikt.

Vaak wordt bij aankoop voortzetting van gebruik voor beperkte tijd afgesproken opdat de grond (soms met

opstallen) niet ‘verloedert’.

De provincie is eigenaar van een behoorlijk aantal verspreid liggende gronden van meestal beperkte

omvang. Vaak zijn ze meegekocht voor een provinciaal doel. Deze zogenaamde overhoeken zijn meestal

incourante onbebouwde percelen, die niet (meer) van belang zijn voor de uitvoering van een provinciaal

project of pzh-dienst en waarvan behoud om strategische redenen niet aan de orde is. Deze gronden

worden zoveel mogelijk verkocht en indien dat niet mogelijk blijkt in huur of pacht uitgegeven. De begrote

netto opbrengst voor 2011 is €��� ���� G� �

etreft naar verwachting circa 40 verkopen in 2011.

De Dienst Beheer Infrastructuur en de Muskusrattenbestrijding stoten in totaal circa 20 steunpunten af.

Daarvan is inmiddels ruim de helft verkocht; de andere zijn nog in gebruik en zullen successievelijk op de

markt komen. Voor 2011 worden de netto opbrengsten uit verkoop van steunpunten geraamd op €� ����

Medio 2009 is de verkoopprocedure voor de verkoop van steunpunten gewijzigd, omdat de procedure van

openbare inschrijving in tijden van economische crisis suboptimale resultaten oplevert. In 2010 heeft de

gewijzigde procedure goed gewerkt en deze zal in 2011 worden voortgezet.

Beheer van voorraad 'groene' gronden/ midterm review ILG-afspraken

De provincie heeft het beschikkingsrecht gekregen over de voorraad gronden, die in eigendom is van het

Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) ten behoeve van de Inrichting van het Landelijk Gebied. Het BBL-

bezit dat binnen de contour ligt van EHS of RodS zal zo spoedig mogelijk ingebracht worden in die

projecten. In 2010 zijn al, zij het in beperkte mate, gronden buiten EHS of RodS begrenzing afgestoten en

zo is geld vrijgekomen om de investeringsopgave ILG mede te financieren. Voorts zal een beperkt deel van

het BBL-bezit buiten een groene contour gebruikt kunnen worden als ruilgrond. In 2011 moet een merkbare

toename van verkoop of ruil van gronden merkbaar zijn. De DLG voert deze taak in opdracht van de

provincie uit.

Ten tijde van het schrijven van deze Begroting waren de resultaten van het halfwegoverleg met het Rijk

over de voorgang van de Inrichting Landelijk Gebied,de zogenaamde Midterm Review, nog niet bekend.

Page 230: Concept begroting Zuid-Holland 2011

230

Page 231: Concept begroting Zuid-Holland 2011

231

Paragraaf Taakstellingen en reserveringen

Inleiding

Binnen de Begroting is een aantal stelposten opgenomen. Deze vallen uiteen in taakstellingen (nog te

realiseren bezuinigingen) en reserveringen (begrotingsruimte die gereserveerd is voor uitgaven).

Taakstellingen en reserveringen worden in de loop van het begrotingsjaar bij de Voorjaarsnota en

Najaarsnota ingevuld c.q. ter begroting gebracht. In deze paragraaf wordt een integraal inzicht gegeven in

de taakstellingen en reserveringen, zoals deze zijn opgenomen in de Meerjarenbegroting.

Totaaloverzicht taakstellingen en reserveringen

Omvang Onderwerp

Bedragen x € 1 mln 2011 2012 2013 2014 Taakstellingen 1 Stelpost Anders werken 1,0 1,9 1,9 1,9 2 Taakstelling overig 1,9 1,0 1,0 1,0

Totaal 2,9 2,9 2,9 2,9 Reserveringen 1 Nog te verdelen indirecte kosten 0,0 0,4 1,0 0,4 2 Reservering Overig 4,1 4,4 4,4 4,4

Totaal 4,1 4,8 5,4 4,8

Taakstellingen

1. Stelpost Anders werken

In de programma’s OvT en PNS gaat het niet alleen om de benodigde organisatorische veranderingen,

maar ook om anders denken en handelen bij het bestuur en ambtenaren. De structurele invulling van deze

taakstelling voor begrotingsjaar 2011 zal begin 2011 plaatsvinden.

2. Taakstelling Overig

Deze taakstelling heeft betrekking op onder meer de incidentele administratieve uitwerking van de

Regionale Uitvoeringsdiensten en de structurele administratieve uitwerking van de Organisatie van de

Toekomst. Reserveringen

1. Nog te verdelen indirecte kosten

Door de huidige methodiek van de kostenverdeling worden alleen de indirecte kosten van het jaar 2011

structureel verdeeld. De kostenverdeling vindt budgettair neutraal plaats.

2. Reservering Overig

Dit betreft grotendeels de financiële reservering voor de intensivering van formatie in het kader van

Provincie Nieuwe Stijl, loonontwikkelingen en overige zaken.

Page 232: Concept begroting Zuid-Holland 2011

232

Page 233: Concept begroting Zuid-Holland 2011

233

Paragraaf Subsidies

Begrotingssubsidies

In deze paragraaf worden de begrotingssubsidies vastgesteld. Deze subsidies zijn gebaseerd op de

Algemene Subsidieverordening provincie Zuid-Holland (Asv) op grond van de volgende artikelen:

1. Artikel 3, lid 1: GS kunnen boekjaar- en projectsubsidies verstrekken voor activiteiten die passen

binnen de programma's die zijn opgenomen in de desbetreffende Begroting;

2. Voor activiteiten die passen binnen de programma's van de desbetreffende Begroting kunnen GS naast

artikel 3 subsidies verstrekken conform artikel 4, sub c: indien in de Begroting de subsidieontvanger en

het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, is vermeld;

3. GS kunnen per boekjaar subsidies verstrekken aan rechtspersonen conform artikel 27, lid 1, sub b: in

die gevallen waarin de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden

vastgesteld, in de Begroting zijn vermeld.

In de maximaal te subsidiëren bedragen is de loon- en prijscompensatie voor 2011 voor de regionale

omroepen van 1,61% begrepen. Voor de rest van de organisaties is dit 0%.

In de onderstaande tabel zijn de begrotingssubsidies voor het jaar 2011 opgenomen.

Pro-gramma

Product-groep

Naam instelling Maximaal te subsidiëren bedrag

1 140 Hoogheemraadschap van Rijnland 110.000

1 140 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 6.833

1 140 Waterschap Hollandse Delta (Dordtse Biesbosch) 389.166

1 140

Waterschap Hollandse Delta (Aanpassing bemaling haven

Dirksland) 210.000

2 210 Rederij Naco b.v. 444.000

2 220 Gemeente Delft 6.000.000

2 220 Fietsersbond 40.000

3 320 Kennisalliantie 517.483

3 320 WFIA 236.413

3 320 ZHBT 622.750

3 330 KMR 25.125

3 330 RPA Haaglanden 116.012

3 330 RPA RijnGouwe 79.144

3 330 RPA Rijnmond 140.951

4 410 AKJ 674.708

4 410 Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland 38.043.621

4 410 Cardea 19.486.773

4 410 De Hoenderloo Groep 18.543.112

4 410 Avenier 5.161.439

4 410 Horizon 17.052.789

4 410 NVP 29.383

4 410 PSJ 80.000

4 410 Stichting Stek 9.947.410

4 410 Stichting Trivium 16.523.767

4 410 Sportservice Zuid Holland 591.852

Page 234: Concept begroting Zuid-Holland 2011

234

Pro-gramma

Product-groep

Naam instelling Maximaal te subsidiëren bedrag

4 420 Sensoor Zuid-Holland Midden 357.543

4 420 Sensoor Zuid-Holland Noord 211.669

4 420/310 Stichting Tympaan Instituut 1.835.742

4 420 Stichting Zorgbelang Zuid-Holland 3.272.091

4 420 Verzetsmuseum 145.580

4 420 Meander 1.611.606

4 420 Stimulans 1.394.946

4 420 PJ partners 1.535.593

4 410/420 Stichting JSO 2.725.300

4 430 Erfgoedhuis Zuid-Holland 2.070.413

4 430 Jeugdtheaterhuis Zuid Holland 517.249

4 430 Kunstgebouw 3.781.970

4 430 TheatergroepMAX 52.500

4 430 Zuid-Hollandse Popunie 459.002

4 430 Probiblio 5.430.337

4 430 RTV Rijnmond 10.852.819

4 430 RTV West 10.871.709

4 430 SKR/S.E.O.P. 282.061

4 430 Bevrijdingsfestival 22.689

4 430 Kastelenstichting Holland en Zeeland 170.850

6 610 Vereniging Reddingsbrigades Nederland-KNBRD 7.715

2e tranche Projectsubsidies 2011

Op 8 oktober 2008 is de (herziene) Asv door PS vastgesteld. In overeenstemming hiermee en in relatie met

de subsidieregelingen die door GS zijn vastgesteld, worden de subsidieplafonds voor het tijdvak 1 januari

2009 tot 1 juli 2009 via de Kadernota door PS vastgesteld. Voor projectsubsidies (artikel 34 Asv) vindt bij de

vaststelling van de Begroting eventueel een vaststelling van een tweede tranche van de subsidieplafonds

2011 plaats. De aanvragen die hierop betrekking hebben lopen van 1 december 2009 tot en met 28 februari

2010 (artikel 36, lid 1, Asv). Deze subsidieplafonds worden ook door PS vastgesteld. De daarbij behorende

budgetten maken onderdeel uit van de Begroting 2011.

Ter toelichting dienen de volgende opmerkingen:

a. de subsidieplafonds zijn opgesteld met inachtneming van het beleid dat in de Kadernota 2011-2014 is

opgenomen;

b. de onder de Asv vallende subsidieregelingen kennen geen eenduidig tijdstip van indiening van

subsidieaanvragen. Daarom is in het ene geval in de tabel sprake van een subsidieplafond 1e tranche

en/of 2e tranche en in het andere geval sprake van een totaal subsidieplafond;

c. onder 1.6.05 Subsidieregeling structurele activiteiten milieuorganisaties is voor boekjaarsubsidies een

totaalplafondbedrag opgenomen, dit geeft bij de toekenning van deze subsidies meer flexibiliteit;

d. voor 1.6.07 Subsidieregeling Externe Veiligheid 2006-2010 wordt voor 2011 geen plafondbedrag

opgenomen, omdat deze rijkssubsidieregeling vooralsnog loopt tot en met 2010;

e. voor 1.6.08 Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid-Holland is vanwege verlenging van dit

EFRO-project alsnog een plafondbedrag als jaarbedrag opgenomen;

f. onder 1.6.09 Subsidieregeling regionale samenwerking tussen handhavingspartners in Zuid-Holland is

vanwege beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst voor 2011 geen plafondbedrag voor

boekjaarsubsidies meer voorzien;

Page 235: Concept begroting Zuid-Holland 2011

235

g. voor de onder 1.6.10 geldende Subsidieregeling landelijk gebied Zuid-Holland stellen GS deelplafonds

aan PS voor (conform artikel 7, lid 2, Asv doen GS hier mededeling van). De in paragraaf 2.5, 3.8 en

3.26 genoemde subsidies komen voort uit afspraken met het ministerie van Landbouw, Natuur en

Voedselkwaliteit;

h. voor de onder 1.6.10 geldende Subsidieregeling landelijk gebied is voor de Projectsubsidieregelingen

3.12 tot en met 3.14, 3.17 en 3.18 één plafondbedrag voor Projectsubsidies POP2 opgenomen;

i. voor de onder 1.6.10 geldende Subsidieregeling landelijk gebied is voor de projectsubsidieregelingen

3.19 tot en met 3.23 één plafondbedrag voor Projectsubsidies POP2 maatregelen 411, 412, 413, 421

en 431 opgenomen;

j. De onder 1.6 opgenomen subsidieregeling is een nieuwe regeling voor het stimuleren van lokale

initiatieven voor duurzame warmtetoepassingen en kennisontwikkeling en -uitwisseling.

k. deelplafonds zijn eveneens aan de orde voor 1.6.13 Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling en

planvorming bedrijventerreinen Zuid-Holland en voor 1.6.18 Subsidieregeling maatschappelijke

participatie Zuid-Holland;

l. de toevoeging van € 5 mln als 2e tranche aan 1.6.13 par. 2 Subsidieregeling.

herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen Zuid-Holland heeft als oorzaak dat middelen zijn

vrijgekomen uit de 2e tranche 2010;

m. onder 1.6.17 Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland zijn bedragen opgenomen in het kader van de

subsidieregeling jeugdbeleid;

n. Het totale subsidieplafond voor 1.6.18 Subsidieregeling maatschappelijke participatie Zuid-Holland is

ten opzichte van de publicatie in de Kadernota 2011-2014 het totaalplafond gewijzigd naar

€ 13.556.008. In dit bedrag is een overheveling van het budget 2010 naar 2011 begrepen;

o. voor 1.6.19 Subsidieregeling collectief particulier opdrachtgeverschap Zuid-Holland behoeft geen

plafondbedrag 2011 meer te worden vastgesteld, dit omdat in de toelichting op die regeling een

maximum plafondbedrag is genoemd.

In onderstaande tabel worden de subsidieplafonds 2e tranche 2011 weergegeven.

Subsidie regeling nr.

Paragraaf

Titel van de regeling

Product-groep

Totaal subsidie

plafond 2010

Vastgesteld Subsidie-

plafond 1e tranche

2011

Subsidie-plafond

2e tranche 2011

Totaal subsidie plafond

2011

1.6.03 Subsidieregeling kwaliteitsbevordering openbaar vervoer Zuid-Holland

210 4.030.000 4.430.000

1.6.05 Subsidieregeling structurele activiteiten milieuorganisaties Zuid-Holland

140 1.266.937 1.266.937

1.6.06 Subsidieregeling bodemsanering voormalige gasfabrieksterreinen Zuid-Holland

130 8.000.000 12.000.000

1.6.08 Subsidieregeling realisatie aardgasvulpunten Zuid Holland

140 2.200.000 1.000.000

1.6.09 Subsidieregeling regionale samenwerking tussen handhavingspartners in Zuid-Holland

140 178.500 0

1.6.10 Subsidieregeling landelijk gebied Zuid-Holland

2.1 Boekjaarsubsidie natuur- en landschapsbeheer in net cultuurlandschap

120 1.008.496 748.042

2.2 Boekjaarsubsidies terreinbeheer door natuurbeschermingsorganisaties

120 1.605.027 1.605.000

Page 236: Concept begroting Zuid-Holland 2011

236

Subsidie regeling nr.

Paragraaf

Titel van de regeling

Product-groep

Totaal subsidie

plafond 2010

Vastgesteld Subsidie-

plafond 1e tranche

2011

Subsidie-plafond

2e tranche 2011

Totaal subsidie plafond

2011

2.3 Boekjaarsubsidies voet- en fietsveren met een regionale functie

120 53.500 53.500

2.4 Boekjaarsubsidies Structurele activiteiten ter uitvoering van het provinciale faunabeleid als bedoeld in de Flora- en faunawet

120 116.000 130.000

2.5 Boekjaarsubsidie, proefproject 'boeren voor natuur' in polder Biesland

130 118.631 118.631

3.1 Projectsubsidie Verwerving en inrichting (provinciale) ecologische verbindingen

120 5.218.474 5.477.339

3.2 Projectsubsidies stimulering mooiere oevers langs de Hollandsche IJssel

130 500.000 500.000

3.3 Projectsubsidies Milieutekorten in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Vogel- en Habitatrichtlijn

120 3.000.000 3.000.000 2.000.000 5.000.000

3.4 Projectsubsidies Maatregelen in de ecologische hoofdstructuur

120 180.000 180.000

3.5 Projectsubsidie soortenbeleid Leefgebied

120 131.033 1.017.388 0 1.017.388

3.6 Projectsubsidie Natuurbeschermingswet

120 137.500 160.000 0 160.000

3.7 Projectsubsidie landelijke routenetwerken

120 1.000.000 1.000.000 0 1.000.000

3.8 Projectsubsidie Ontsluiting landelijk gebied; wandelen over boerenland

120 180.000 90.000 50.200 140.200

3.9 Projectsubsidie POP2-maatregel 111 (Beroepsopleiding en voorlichting)

130 0 187.500 187.500 375.000

3.10 Projectsubsidie POP2-maatregel 125 (infrastructuur voor de ontwikkeling/aanpassing van de land- en bosbouw)

130 3.051.428 3.051.428

3.11 Projectsubsidie POP2-maatregel 216 (niet productieve investeringen, verdrogingsbestrijding)

130 0 500.000 0 500.000

3.12 t/m 3.14 3.17 en 3.18

Projectsubsidies POP2 maatregelen 311, 312, 313, 323 en 341

130 5.833.500 4.621.611 637.500 5.259.111

3.15 Projectsubsidie POP2-maatregel 321 (Basisvoorzieningen voor de economie en plattelandsbevolking)

130 0 0 0 0

3.16 Projectsubsidie POP2-maatregel 322 (Dorpsvernieuwing en ontwikkeling)

130 0 0 0 0

3.19 t/m 3.23

Projectsubsidies POP2 maatregelen 411, 412, 413, 421 en 431

130 4.412.241 0 0 0

3.24 Projectsubsidie Gebiedsgerichte ontwikkeling van groenblauwe diensten

130 200.000 100.000 100.000 200.000

3.25 Projectsubsidie Ontwikkelen en instandhouding Nationale Landschappen

130 2.530.000 1.265.000 2.065.000 3.330.000

3.26 Projectsubsidie Akkerrandenregeling

130 230.000 260.000 0 260.000

3.27 Projectsubsidie Stimuleren regionaal landschapsbeleid

130 1.012.800 500.000 0 500.000

Page 237: Concept begroting Zuid-Holland 2011

237

Subsidie regeling nr.

Paragraaf

Titel van de regeling

Product-groep

Totaal subsidie

plafond 2010

Vastgesteld Subsidie-

plafond 1e tranche

2011

Subsidie-plafond

2e tranche 2011

Totaal subsidie plafond

2011

3.28 Projectsubsidie voor het versterken van de leefbaarheid en sociaal-economische vitaliteit in het landelijk gebeid

130 0 833.000 0 833.000

1.6. Subsidieregeling haalbaarheidsstudies duurzame energie Zuid-Holland

140 0 0 300.000 300.000

1.6.11 Subsidieregeling vrije tijd Zuid-Holland

320 1.200.000 650.000 550.000 1.200.000

1.6.12 Subsidieregeling molens Zuid-Holland

430 1.977.000 1.254.820

1.6.13 Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling en planvorming bedrijventerreinen Zuid-Holland

2 Herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen

310 24.000.000 5.000.000 5.000.000 10.000.000

3 Planvorming Bedrijventerreinen 310 1.000.000 500.000 500.000 1.000.000 1.6.14 Subsidieregeling clusterprojecten

Zuid-Holland 320 8.500.000 2.500.000 2.500.000

1.6.15 Subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland

330 2.210.000 943.633 943.633

1.6.17 Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland

410 2.537.538 4.026.102

1.6.18 Subsidieregeling maatschappelijke participatie Zuid-Holland

420/430 10.687.308 13.556.008

1.6.20 Uitvoeringsregeling brede doeluitkering verkeer en vervoer

210 117.223.402 130.000.000

1.6.27 Subsidieregeling Programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen

140 16.500.000 12.796.000

Subsidieregeling Themajaar 2011 Kinderdijk en de Zuid-Hollandse Molens

430 0 410.000 0 410.000

1.6.28 Subsidieregeling Cofinanciering Operationeel Programma Landsdeel West

320 3.300.000 2.550.000

Page 238: Concept begroting Zuid-Holland 2011

238

Page 239: Concept begroting Zuid-Holland 2011

239

Paragraaf EU-subsidies

Er bestaan diverse Europese subsidieprogramma’s voor de periode 2007-2013 die mogelijkheden bieden

voor projecten op het grondgebied van Zuid-Holland. Het gaat hierbij om een bedrag van €���

à

€ 150 mln. De uitdaging is deze mogelijkheden samen met partners binnen de provincie te verzilveren. De

provincie speelt hierbij een actieve, sturende rol. Binnen diverse programma’s heeft de provincie een rol in

de besluitvorming over de toekenning van subsidies. Doel is gemiddeld €�� ��� ���� ���

aan Europese

subsidies te programmeren ter realisatie van provinciale beleidsdoelen. Deze paragraaf biedt een overzicht

van de rol van de provincie bij de verschillende Europese subsidieprogramma’s en de projecten die in

uitvoering zijn (peildatum 12 augustus 2010).

Projecten in uitvoering

De provincie is op een drietal wijzen betrokken bij projecten. Door zelf te participeren in een project als

eindverantwoordelijke of als partner; door het verlenen van cofinanciering aan een project uit Zuid-Holland

en door het begeleiden van projecten uit Zuid-Holland om succesvol gebruik te maken van de Europese

subsidiemogelijkheden. Het Steunpunt Europese Subsidies van de provincie heeft hierbij voor de

provinciale organisatie en ten behoeve van externe partners een coördinerende en adviserende rol. In het

kader van de Provincie Nieuwe Stijl wordt getracht dusdanig te sturen op projectontwikkeling dat de

realisatie van nieuw te ontwikkelen projecten waar mogelijk aan derde partijen kan worden overgelaten en

alleen waar nodig zelf projecten te starten. Uiteraard worden derden wel volop ondersteund in het opzetten

van het project, zowel door de beleidssectoren als het steunpunt.

Vanaf medio 2008 zijn de eerste Europese projecten in uitvoering gekomen. Deze projecten hebben een

meerjarig karakter. In 2010 zal daarnaast een aantal nieuwe projecten worden gestart. Het is van belang de

voortgang van de projecten en de benutting en uitputting van de voor Zuid-Holland beschikbare budgetten

goed te monitoren. Hierover wordt gerapporteerd in de voortgangsrapportage Europese projecten.

Structuurfondsen: OP Kansen voor West

Binnen het Operationeel Programma Kansen voor West kunnen Europese subsidies worden aangevraagd

door partijen binnen de vier Randstadprovincies voor projecten op het gebied van de kenniseconomie

(Europese 'Lissabon strategie'), duurzaamheid en kwaliteit regionaal vestigingsklimaat. De provincie is

actief betrokken bij de beoordeling en selectie van projecten die voor subsidie in aanmerking komen. Van

de beschikbare € )� ��� �� #��� ���� de eerste € 10,6 mln zijn besteed. Dit vindt plaats in

onderstaande projecten die sinds 1 oktober 2008 zijn geselecteerd en projecten die in de daarop volgende

periode nog worden goedgekeurd.

Project Rol provincie Relatie met

Begroting

Looptijd

Economische clusterregeling Zuid-

Holland

Eindverantwoordelijk Programma 3

01-12-2007 t/m 31-12-2012

Netwerk van aardgasvulpunten Zuid-

Holland

Eindverantwoordelijk Programma 1 01-09-2007 t/m 31-12-2012

Walstroomvoorzieningen provinciale

vaarwegen (DBI/milieu)

Eindverantwoordelijk Programma 1 Okt. 2007 t/m 31-12-2011

Page 240: Concept begroting Zuid-Holland 2011

240

Project Rol provincie Relatie met

Begroting

Looptijd

Bio-partner Leiden (incubator

bioscience park)

Cofinanciering Programma 3 01-03-2007 t/m 31-12-2012

Bio Proces Pilot Facility Cofinanciering Programma 3 01-12-2009 t/m 01-11-2012

Kennisbruggen MKB bedrijven Zuid-

Holland

Cofinanciering Programma 3 01-01-2007 t/m 31-12-2012

Kennisnetwerken economische

clusters Zuid-Holland

Cofinanciering Programma 3 01-04-2008 t/m 31-03-2012

NeCEN Open Acces Cofinanciering Programma 3 03-08-2009 t/m 01-07-2012

Proeftuin Maritieme Innovatie Cofinanciering Programma 3 01-05-2010 t/m 30-04-2013

Technostarters New Business

Development YES!Delft

Cofinanciering Programma 3 01-10-2008 t/m 31-12-2011

Glazen schermen ontwikkeling

Schieveste

Begeleiding Programma 1 01-10-2008 t/m 01-03-2015

Groen-recreatieve structuren

Papendrecht

Begeleiding Programma 1 01-01-2009 t/m 01-07-2012

Groenzone Berkel-Pijnacker Begeleiding Programma 1 01-09-2009 t/m 31-12-2013

Haven Zuid Alblasserdam Begeleiding Programma 1 01-07-2010 t/m 31-12-2012

Kassenwarmte Hoogeland en de

Naaldhorst

Begeleiding Programma 1 22-01-2009 t/m 31-12-2013

Kennis en Innovatie Impuls Greenport

Regio Boskoop

Begeleiding Programma 1 01-08-2009 t/m 30-06-2014

Kennisnetwerk Ecoshape ‘Building

with nature’

Begeleiding Programma 3 01-01-2008 t/m 01-11-2012

Langzaam Verkeerbrug Zoetermeer Begeleiding Programma 1 23-09-2009 t/m 28-12-2012

Pilot Duurzaam Zuidwijk Begeleiding Programma 1 01-09-2009 t/m 30-06-2012

Tomaten op afvalwater Begeleiding Programma 1 01-08-2008 t/m 31-07-2012

Taskforce Greenport Westland

Oostland

Begeleiding Programma 1 01-08-2008 t/m 31-12-2013

Walstroomvoorzieningen

Drechtsteden

Begeleiding Programma 1 Okt. 2007 t/m 31-12-2011

Structuurfondsen: Interreg

Binnen de Interreg-programma’s kunnen Europese subsidies worden aangevraagd voor projecten waarin

partijen uit meerdere landen 'grensoverschrijdend' samenwerken. De programma’s werken met periodieke

oproepen voor indiening van projectvoorstellen, een soort tenders waarbinnen projectaanvragen kunnen

worden ingediend. De provincie heeft in alle Interreg-programma’s een adviserende rol bij de beoordeling

van projecten. Voorts houdt de provincie zich bezig met het informeren van partners in Zuid-Holland over

de mogelijkheden van Interreg en met het begeleiden bij de ontwikkeling van projecten. Daar waar relevant

wordt projectdeelname als (lead)partner door de provincie zelf gestimuleerd. Op dit moment is de provincie

partner in de Interreg IVB Noordzee projecten MARE en Coast Alive.

Page 241: Concept begroting Zuid-Holland 2011

241

Plattelandsontwikkeling

De Europese subsidies voor plattelandsontwikkeling (POP) worden ingezet binnen de kaders van het

Provinciale meerjarenprogramma landelijk gebied. De verdeling van de Europese subsidie verloopt via de

provinciale subsidieregeling landelijk gebied.

Project

Geplande

uitgaven

2011

EFRO

bijdrage

2011

Netto

kosten

provincie

1. Economische clusterregeling Z-H (PZH verantwoordelijk) 1,0 4,0 1,0

2. Netwerk aardgasvulpunten Z-H (PZH verantwoordelijk) ** ** **

3. Walstroomvz. provinciale vaarwegen (PZH verantwoordelijk) 0,3 0,12 0,18

4. Bioscience park (cofinanciering) 35 PM PM PM

5. Bio Proces Pilot Facility (cofinanciering) 0,75 0 0,75

6. Kennisbruggen MKB (cofinanciering) * PM PM PM

7. Kennisnetwerken economische clusters Z-H

(cofinanciering)* PM PM PM

8. NeCEN Open Acces (cofinanciering) 0,53 0 0,53

9. Proeftuin Maritieme Innovatie (cofinanciering) 0,10 0 0,10

10. Overige projecten EFRO 0,37 0 0,37

11. Mare (Interreg) 0,024 0,012 0,012

12. Coast Alive (Interreg) 0,0025 0,00125 0,00125

13. POP subsidieverordening as 3 4,62 3,08 1,54

14. POP subsidieverordening as 4 3,41 2,2 1,21

Totaal 11,11 9,41 5,69

Financieel overzicht Europese projecten 2011 (bedragen x € $ %&'(/

*35 Voor deze projecten zijn de in 2011 te realiseren totale projectuitgaven en de EFRO-bijdrage nog niet bekend. ** Actualisatie moet nog plaatsvinden.

Page 242: Concept begroting Zuid-Holland 2011

242

Page 243: Concept begroting Zuid-Holland 2011

243

Financiële Begroting

Page 244: Concept begroting Zuid-Holland 2011

244

Page 245: Concept begroting Zuid-Holland 2011

245

Financiële Begroting Inleiding

De Financiële Begroting is gebaseerd op het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten

(BBV). De indeling van de Financiële Begroting is als volgt:

• Overzicht van baten en lasten

• Toelichting van baten en lasten

- Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd

- Indexering materiële budgetten en gesubsidieerde instellingen

- Rente

- Salarissen

- Uitkering Provinciefonds

- Opcenten motorrijtuigenbelasting - Kapitaallasten

- Investeren, waarderen en afschrijven

- EMU-saldo

- Verklaring aanmerkelijke verschillen • Algemene dekkingsmiddelen

• Incidentele baten en lasten

• Overzicht van inkomsten en uitgaven: investeringen

• Uiteenzetting financiële positie

- Nieuw beleid in 2011

- Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

- Verleende garanties en waarborgen

- Staat van reserves en voorzieningen 2011

- Staat van overlopende passiva 2011

- Staat van activa 2011

- Investerings- en financieringsstaat 2011

Overzicht baten en lasten

Bedragen x € $/111 Jaar-

rekening 2009

Begroting 2010 na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Exploitatie Lasten

Programma 1 Gezonde, veilige en

aantrekkelijke leefomgeving 293.128 381.188 286.315 249.578 214.994 153.103

2 Integrale bereikbaarheid 309.187 314.046 357.246 360.363 358.772 357.529

3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie

26.932 45.383 33.481 26.838 22.994 23.865

4 Maatschappelijke participatie 218.381 216.219 213.137 197.315 195.842 195.842

5 Integrale ruimtelijke projecten 34.614 43.509 49.233 24.290 33.546 40.910

6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

36.756 43.596 53.613 42.241 40.009 37.367

7 Middelen 11.248 22.647 12.958 4.714 4.544 3.823

Totaal lasten 930.246 1.066.587 1.005.982 905.338 870.700 812.439

Page 246: Concept begroting Zuid-Holland 2011

246

Bedragen x € $/111 Jaar-rekening

2009

Begroting 2010 na VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Baten Programma 1 Gezonde, veilige en

aantrekkelijke leefomgeving 151.156 206.649 119.527 103.066 81.430 22.998

2 Integrale bereikbaarheid 116.032 123.876 151.574 147.358 132.186 134.852

3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie

2.254 2.470 1.581 786 868 801

4 Maatschappelijke participatie 128.198 124.825 123.345 121.845 121.845 121.845

5 Integrale ruimtelijke projecten 17.816 23.351 16.404 16.517 16.848 12.020

6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

1.225 2.016 1.216 1.484 2.544 2.544

7 Middelen 511.149 530.657 530.846 503.359 512.015 511.280

Totaal baten 927.829 1.013.845 944.494 894.415 867.737 806.341

Resultaat voor bestemming -2.417 -52.743 -61.488 -10.294 -2.963 -6.099

Reserves Programma 1 Gezonde, veilige en

aantrekkelijke leefomgeving 3.267 25.593 20.292 8.370 2.310 0

2 Integrale bereikbaarheid 8.146 36.667 17.668 14.642 15.330 3.006

3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie

1.365 16.745 7.289 6.189 2.274 3.221

4 Maatschappelijke participatie 2.021 173 1.000 0 0 0

5 Integrale ruimtelijke projecten 539 6.932 17.960 1.620 10.000 13.700

6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

687 110 57 57 57 57

7 Middelen 35.002 28.540 25.459 0 0 0

+ Bijdrage uit reserve 51.028 114.759 89.724 30.878 29.971 19.984

Programma 1 Gezonde, veilige en

aantrekkelijke leefomgeving 7.961 11.117 1.610 3.390 0 0

2 Integrale bereikbaarheid 28.370 39.619 25.626 10.195 886 0

3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie

680 8.484 0 0 0 0

4 Maatschappelijke participatie 100 0 0 0 0 0

5 Integrale ruimtelijke projecten 12.064 0 0 0 0 0

6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

0 226 0 0 0 0

7 Middelen 1.206 2.570 1.000 1.000 1.000 0

-/- Storting in reserve 50.381 62.017 28.236 14.585 1.886 0

Resultaat na bestemming -1.771 0 0 5.369 25.121 13.886

Toelichting baten en lasten

In het overzicht van baten en lasten staat opgenomen wat het resultaat is voor bestemming (alleen

exploitatie) en wat het resultaat is na bestemming (inclusief bijdragen en stortingen in reserves). De

toelichting op de exploitatie staat in de programmabegroting op het niveau van speerpunten en reguliere

taken.

Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd

De basis voor de Begroting en het meerjarenperspectief is het financieel perspectief tot en met de

Kadernota 2011. De Begroting 2011 en de meerjarenraming 2011-2014 zijn opgebouwd op basis van de

vastgestelde meerjarenraming 2010-2013, de Voorjaarsnota 2010 en de Kadernota 2011-2014. Het

Page 247: Concept begroting Zuid-Holland 2011

247

gevraagde krediet voor de overdracht van taken naar de Regionale Uitvoeringsdiensten is vooruitlopend op

de besluitvorming al in de Begroting verwerkt.

Voor de ontwikkeling van de financiële ruimte sinds de behandeling van de Kadernota op 30 juni 2010

wordt verwezen naar het overzicht in het Budgettair kader aan het begin van dit boekwerk.

Bij het opstellen van de Begroting is verder onder andere rekening gehouden met de onderstaande

uitgangspunten.

Indexering materiële budgetten en gesubsidieerde in stellingen

De indexeringen van de provinciale materiële budgetten en gesubsidieerde instellingen vinden niet plaats.

Er vindt alleen een indexering van de regionale TV-omroepen plaats. Deze indexering wordt extern

bepaald.

Rente In deze Begroting zijn de rentelasten gebaseerd op de in de meerjarenraming verwerkte ontwikkeling van

de (groeiende) financieringsbehoefte enerzijds en de teruglopende eigen financieringsmiddelen anderzijds.

Voor 2011 is rekening gehouden met een rente voor lang geld van 4,16% en voor kort geld van 1,8%

(3-maands kasgeld BNG). Het renteomslagpercentage is berekend op 3,89%. In de jaren 2012 tot en met

2014 wordt uitgegaan van gelijkblijvende rentetarieven.

Salarissen De werkgeverslasten worden normatief in de Begroting opgenomen. Dit wil zeggen dat niet de geraamde

bezetting uitgangspunt is voor de begrote bedragen maar het niveau van de formatieplaatsen. Voor iedere

functieschaal is een normbedrag vastgesteld gebaseerd op 98% van het maximum. Vervolgens bepaalt het

aantal structurele formatieplaatsen x het niveau van de functieschaal de hoogte van het in de Begroting op

te nemen budget.

Jaarlijks worden de normbedragen bijgesteld met de gevolgen van CAO-stijgingen. Verder wordt

beoordeeld of het niveau van de normbedragen nog realistisch is ten opzichte van de werkelijke

salariskosten. De uitkomsten van de huidige CAO zijn verwerkt in de begrote loonkosten. De huidige CAO

heeft een looptijd tot en met 1 juni 2011. De uitkomsten van de CAO vanaf 1 juni 2011 zijn bij het

opstellen van de oorspronkelijke Begroting niet bekend.

Uitkering Provinciefonds

De raming van de uitkering uit het Provinciefonds 2011 tot en met 2014 is gebaseerd op de cijfers en

uitgangspunten van de meicirculaire 2010. Daarin is een uitname van € �*� ��� �� ���� ����� ������ Het

aandeel van de provincie Zuid-Holland hierin bedraagt €�� �

ln. Vanaf 2012 beslist het Rijk over een

structurele herziening van de verdeling van het Provinciefonds. In 2012 betreft dit een korting van

€ 310 mln, vanaf 2013 van € ��� �ln. Onduidelijk is nog wat die korting voor de provincie Zuid-Holland gaat

betekenen.

Opcenten motorrijtuigenbelasting

Het groeipercentage van het begrotingsjaar wordt bepaald op basis van de ontwikkeling van de twee jaren

voor het begrotingsjaar en de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en trends in de auto-

industrie. Bijvoorbeeld rijksregelgeving om zuinigere auto's te bevorderen leidt tot minder zware en lichtere

auto's en heeft daarom gevolgen voor de verwachtingen ten aanzien van de opcenteninkomsten. Het

opcententarief wordt jaarlijks verhoogd met het percentage voor prijsontwikkelingen CPI van het CPB. Bij

Kadernota is besloten om voor 2011 af te zien van een tariefsverhoging.

Page 248: Concept begroting Zuid-Holland 2011

248

Kapitaallasten

In de Begroting en meerjarenraming van de kapitaallasten is rekening gehouden met de investeringen zoals

deze voor de periode 2011-2014 zijn geraamd. Het MPI maakt onderdeel uit van de raming.

Investeren, waarderen en afschrijven

De investeringen en afschrijvingen voor 2011 en verder zijn opgenomen conform de beleidsuitgangspunten

zoals vastgesteld in de beleidsnota Investeringen, waarderingen en afschrijvingen 2010.

EMU-saldo

In de Begroting en Jaarstukken van de provincie wordt het EMU-saldo van de provincie berekend en

weergegeven. Op deze manier kan het Rijk het EMU-saldo van lagere overheden monitoren. De norm is

dat het EMU-tekort van geheel Nederland niet hoger wordt dan 2% van het BBP en/of dat het EMU-saldo

van de lokale overheden niet hoger wordt dan 0,5% BBP. In verband met de economische crisis houdt het

Rijk hier momenteel minder streng aan vast. Voor 2010 komt het begrotingstekort naar verwachting uit op

6,3%. Voor 2011 daalt het verwachte tekort naar 4,7% (bron: CPB). Daar de verwachte begrotingstekorten

een nationaal probleem zijn als gevolg van de krimpende economie, zal hiervoor een integrale aanpak

moeten komen.

Het beheersen van het EMU-saldo begint met een goede informatievoorziening, ook over het begrote EMU-

saldo van de lokale overheid. Omdat het EMU-saldo op kasbasis wordt gemeten en het begrotingssaldo

van de lokale overheden wordt berekend op basis van het baten-lastenstelsel, wijken beide saldi van elkaar

af. Door dit verschil in boekhoudsysteem kan een sluitende Begroting op basis van het baten-lastenstelsel

toch leiden tot een EMU-tekort.

Het EMU-saldo van de provincie Zuid-Holland is in onderstaande tabel weergegeven. Voor 2008 en 2009

betreft dit realisatiecijfers. De overige cijfers zijn gebaseerd op de (meerjaren)begroting. De raming voor

2010 is gebaseerd op de cijfers tot en met Najaarsnota 2010.

2008 2009 2010 2011 2012

-/- €����� ���

-/- €*��� ���

-/- €��* ���

-/- € ��9,2 mln -/- € �53,9 mln

In de volgende grafiek is het EMU-saldo van de provincie Zuid-Holland afgezet tegen de door het Rijk

berekende ‘referentiewaarde’ voor Zuid-Holland. Deze referentiewaarde is het aandeel dat elke lokale

overheid mag hebben in een EMU-tekort van 0,5% BBP. Voor de provincie Zuid-Holland bedraagt de

referentiewaarde per november 2004 -/- €�)�� ��� ��������� ������� 5KI

-tekort op kasbasis). Op

basis van de huidige begrotingsgegevens zou de provincie in de jaren 2010, 2011 en 2012 een hoger EMU-

tekort hebben dan de referentiewaarde toestaat. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoog

investeringsvolume.

Page 249: Concept begroting Zuid-Holland 2011

249

EMU-saldo provincie Zuid-Holland. De jaren 2010, 2011 en 2012 zijn op basis van de onderliggende

Begroting. De jaren 2008 en 2009 zijn op basis van de realisatiecijfers. Bron: provincie Zuid-Holland.

EMU-saldo

-300

-250

-200

-150

-100

-50

0

2008 2009 2010 2011 2012

Jaar

Miljo

enen

eur

o's

Zuid-HollandReferentiewaarde

Verklaring aanmerkelijke verschillen

Conform het BBV is er een analyse gemaakt van de verschillen tussen de verschillende begrotingsjaren.

Deze analyse is uitgewerkt in een verklaring van aanmerkelijke verschillen. De verklaring van het verschil

tussen de Rekening 2009 en de Begroting 2010 na Voorjaarsnota en het verschil tussen de Begroting 2009

na Voorjaarsnota en de Begroting 2011 treft u aan bij de betreffende programma's.

Algemene dekkingsmiddelen

Exploitatie (bedragen x € [\]]]T Begroting

2011

Raming

2012

Raming

2013

Raming

2014

Lokale heffingen (precario en opcenten MRB) 323.245 325.845 327.545 327.945

Algemene uitkeringen (Provinciefonds) 194.915 160.230 159.114 157.987

Dividend (deelnemingen) 1.242 1.239 1.237 1.236

Saldo van de financieringsfunctie 1.998 1.479 -1.081 -1.080

Overige algemene dekkingsmiddelen -626 12.739 21.950 22.563

Totaal algemene dekkingsmiddelen 520.774 501.532 508.765 508.651

Het overzicht verschaft een goed inzicht in de algemene dekkingsmiddelen. De onderdelen van dit

overzicht voldoen aan de BBV. De belangrijkste verschillen in dit overzicht zijn onder meer het verschil in

korting op het Provinciefonds tussen 2011 en andere jaren. De significante verschillen in de overige

algemene dekkingsmiddelen worden veroorzaakt door de afloop van de bijdrage aan het Bestuursakkoord

in 2011 en de verhoging van de bespaarde rente vanaf 2011.

Page 250: Concept begroting Zuid-Holland 2011

250

Incidentele baten en lasten

Bedragen x € $/111 Lasten 2011 Lasten 2011 incidenteel

Baten 2011 Baten 2011 incidenteel

Programma

1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving 286.315 93.447 119.527 31.898

2 Integrale bereikbaarheid 357.246 62.749 151.574 43.687

3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie

33.481 6.870 1.581 1.159

4 Maatschappelijke participatie 213.137 13.814 123.345 1.500

5 Integrale ruimtelijke projecten 49.233 42.945 16.404 16.083

6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur 53.613 15.200 1.216 420

7 Middelen 12.958 9.254 530.846 3.029

Totaal programma's (resultaat voor bestemming)

1.005.982 244.279 944.494 97.776

Bijdrage uit reserve 0 0 89.724 89.724

Storting in reserve 28.236 28.236 0 0

Het ministerie van BZK toetst de provincies op duurzaam financieel evenwicht. Een belangrijk criterium

hiervoor is de situatie van materieel begrotingsevenwicht, wat inhoud dat de structurele lasten ten minste

worden gedekt door structurele baten. Hierbij mogen dus incidentele lasten wel door structurele baten

worden gedekt. Uit bovenstaand overzicht is op te maken dat het incidentele karakter van de lasten hoger

is dan die van de baten. Ook is op te maken dat de provinciale Begroting structureel in evenwicht is omdat

de structurele lasten lager uitkomen dan de structurele baten.

Page 251: Concept begroting Zuid-Holland 2011

251

Overzicht van inkomsten en uitgaven: investeringen (Bedragen x € $/111( Jaarrekening

2009 Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Investeringen Programma 1 Gezonde, veilige en

aantrekkelijke leefomgeving 525 0 0 0 0 0

2 Integrale bereikbaarheid 204.166 271.594 377.091 366.168 337.756 255.586

3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie

0 8.000 0 0 0 0

5 Integrale ruimtelijke projecten 266 5.600 9.800 13.700 83.956 76.585

6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

0 0 100 0 0 0

7 Middelen 74 37 35 35 35 0

Bedrijfsvoering 9.084 11.869 16.292 13.540 5.540 5.655

Totaal Uitgaven 214.115 297.099 403.318 393.443 427.287 337.826

Programma 2 Integrale bereikbaarheid 73.091 126.000 174.938 139.297 142.501 111.549

5 Integrale ruimtelijke projecten 0 0 9.989 2.489 23.738 27.438

7 Middelen 893 805 805 805 805 770

Totaal Inkomsten 73.984 126.805 185.732 142.591 167.044 139.757

Saldo investeringen -140.131 -170.294 -217.586 -250.852 -260.243 -198.069

Toelichting investeringen

Programma 2

De kasritmes voor de investeringen in infrastructuur worden jaarlijks bijgesteld. Een specificatie van deze

kasritmes is te vinden in het MPI 2011-2025 dat als bijlage bij de behandeling van de Begroting 2011

beschikbaar is.

Programma 5

Met ingang van de Begroting 2010 zijn alle IRP-middelen opgenomen in programma 5. De

investeringsuitgaven en -inkomsten betreffen de RGL West en de Rijnlandroute, die de komende jaren in

de uitvoeringsfase komen.

Bedrijfsvoering

Bij de Kadernota is voor de projecten flexibel kantoorconcept en modernisering C-gebouw in totaal

€ 13,3 mln investeringsbudget beschikbaar gesteld, verdeeld over de jaren 2011 en 2012. Een aantal

investeringsprojecten die indirect samenhangen met de strategische huisvestingsvisie, is getemporiseerd.

Page 252: Concept begroting Zuid-Holland 2011

252

Uiteenzetting financiële positie

Nieuw beleid

Programma (bedragen x €

����� Lasten 2011 Waarvan

nieuw beleid 2011

Baten 2011

Waarvan nieuw beleid 2011

Gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving 286.315 2.060 119.527 -

Integrale bereikbaarheid 357.246 - 151.574 - Concurrerende, innovatieve en duurzame economie 33.481 1.913 1.581 -

Maatschappelijke participatie 213.137 - 123.345 - Integrale ruimtelijke projecten 49.233 - 16.404 -

Daadkrachtig en slagvaardig bestuur 53.613 11.140 1.216 -

Middelen 12.958 - 530.846 -

Totaal programma's 1.005.982 15.113 944.494 -

Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Dit overzicht geeft inzicht in de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een

vergelijkbaar volume. De reden om dit overzicht op te nemen is dat deze verplichtingen niet in de balans

worden opgenomen.

Onderwerp (bedragen x €�����

2011 2012 2013 2014

Vakantiegeld 9.563 9.850 9.998 9.998

Wachtgelden 110 110 110 110

Werkloosheidsuitkeringen 225 225 225 225

Vroegpensioen (FPU) 500 500 600 500

57+ regeling 1.692 1.692 - -

Totaal 12.090 12.377 10.933 10.833

Verleende garanties en waarborgen

Garantstellingen (bedragen x €� ���

Ultimo 2008 Ultimo 2009 Ultimo 2010 Ultimo 2011

Zorginstellingen 23,2 20,1 17,0 13,4

Wegschap tunnel Dordtse Kil 2,8 2,1 1,4 0,3

N.V. Proav 1,0 - - 13,7

Totaal 27,0 22,2 18,4 27,4

Page 253: Concept begroting Zuid-Holland 2011

253

Page 254: Concept begroting Zuid-Holland 2011

254

Staat van reserves en voorzieningen 2011

naam Saldo per 1-1-2010

Jaarrek. 2009

Vermeerde- ringen 2010

Verminde- ringen 2010

Saldo per

1-1-2011

Vermeerde- ringen 2011

Verminde- ringen 2011

Saldo per

1-1-2012

Algemene reserve 65.330.885 1.000.000 20.090.689 46.240.196 1.000.000 25.458.884 21.781.312

Reserves

Programmareserve 1 73.991.378 8.400.000 28.203.151 54.188.227 0 20.291.614 33.896.613

Programmareserve 2 64.786.484 39.619.255 41.006.717 63.399.022 25.625.870 17.668.000 71.356.892

Programmareserve 3 36.819.554 0 12.501.849 24.317.705 0 7.289.329 17.028.376

Programmareserve 4 3.380.591 0 1.957.635 1.422.956 0 1.000.000 422.956

Programmareserve 5 52.164.539 11.201.025 12.660.100 50.705.464 1.610.000 17.959.743 34.355.721

Programmareserve 6 0 226.400 0 226.400 0 56.600 169.800

Programmareserve 7 910.000 1.570.000 110.000 2.370.000 0 0 2.370.000

Totaal Programmareserves

232.052.546 61.016.680 96.439.452 196.629.774 27.235.870 64.265.286 159.600.358

TOTAAL RESERVES 297.383.431 62.016.680 116.530.141 242.869.970 28.235.870 89.724.170 181.381.670

Voorzieningen

Voor geschatte verplichtingen en verliezen

Voorziening DSM 2.314.523 0 509.380 1.805.143 0 524.338 1.280.805 Voorziening Dubieuze debiteuren

1.220.008 0 0 1.220.008 0 0 1.220.008

Voorziening Grondwaterheffing

1.793.127 0 0 1.793.127 0 0 1.793.127

Voorziening Merwedekanaal

14.989.124 674.511 978.261 14.685.374 660.841 7.088.886 8.257.329

Voorziening Pensioenen GS

282.914 0 0 282.914 0 0 282.914

Voorziening Premieleningen

83.564 0 0 83.564 0 0 83.564

Voorziening Rivierdijkversterking

39.967.632 0 1.174.250 38.793.382 0 5.012.570 33.780.812

Voorziening Warmtebedrijf

1.800.000 0 0 1.800.000 0 0 1.800.000

TOTAAL VOORZIENINGEN

62.450.892 674.511 2.661.891 60.463.512 660.841 12.625.794 48.498.559

TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN

359.834.323 62.691.191 119.192.032 303.333.482 28.896.711 102.349.964 229.880.229

Page 255: Concept begroting Zuid-Holland 2011

255

Vermeerde- ringen 2012

Verminde- ringen 2012

Saldo per

1-1-2013

Vermeerde-ringen 2013

Verminde-ringen 2013

Saldo per

1-1-2014

Vermeerde-ringen 2014

Verminde-ringen 2014

Saldo per

1-1-2015

1.000.000 0 22.781.312 1.000.000 0 23.781.312 0 0 23.781.312

0 8.370.000 25.526.613 0 2.310.000 23.216.613 0 0 23.216.613

10.195.297 14.642.000 66.910.189 886.000 25.330.000 42.466.189 0 16.706.261 25.759.928

0 6.188.972 10.839.404 0 2.273.936 8.565.468 0 3.221.323 5.344.145

0 0 422.956 0 0 422.956 0 0 422.956

3.390.000 1.620.000 36.125.721 0 0 36.125.721 0 0 36.125.721

0 56.600 113.200 0 56.600 56.600 0 56.600 0

0 0 2.370.000 0 0 2.370.000 0 0 2.370.000

13.585.297 30.877.572 142.308.083 886.000 29.970.536 113.223.547 0 19.984.184 93.239.363

14.585.297 30.877.572 165.089.395 1.886.000 29.970.536 137.004.859 0 19.984.184 117.020.675

0 539.297 741.508 0 554.256 187.252 0 187.252 0

0

0 1.220.008 0 0 1.220.008 0 0 1.220.008

0

0 1.793.127 0 0 1.793.127 0 0 1.793.127

371.580

978.261 7.650.648 344.279 978.261 7.016.666 315.750 978.261 6.354.155

0

0 282.914 0 0 282.914 0 0 282.914

0

0 83.564 0 0 83.564 0 0 83.564

0

11.737.000 22.043.812 0 8.300.000 13.743.812 0 7.000.000 6.743.812

0

0 1.800.000 0 0 1.800.000 0 0 1.800.000

371.580 13.254.558 35.615.581 344.279 9.832.517 26.127.343 315.750 8.165.513 18.277.580

14.956.877 44.132.130 200.704.976 2.230.279 39.803.053 163.132.202 315.750 28.149.697 135.298.255

Page 256: Concept begroting Zuid-Holland 2011

256

Toelichting op de reserves en voorzieningen

De totale reserveomvang van de provincie Zuid-Holland bestaat uit de som van de algemene reserve en de

programmareserves. Hieronder worden beide toegelicht.

Algemene reserve

Bedragen in € Saldo 1-1-2011 Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

Algemene reserve 46.240.196 1.100.000 25.458.884 21.781.312

Door de verkoop van de steunpunten wordt €�

,1 mln gestort in de algemene reserve. Er vindt een bijdrage

plaats uit de algemene reserve aan het bestuursakkoord van €* ���� !������� ���� ��� ��� ����� #� ��

algemene reserve plaats van €���� ��� �� �� ��� ��� �� �������� #� �� 4������ ����-2013 en

€ 8,12 mln van de voorstellen uit de Kadernota 2011-2014.

Programmareserves

Als toelichting op de reserves volgt hieronder de opbouw - de onderliggende taken - van de

programmareserve en de wijze waarop de reserve gemuteerd wordt per taak. Deze weergave is alleen ter

informatie, PS autoriseren de mutatie op programmaniveau.

Programmareserve 1

Onderwerp (bedragen in €

(

Saldo 1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

Groene ambities (ILG/niet-ILG doelen) 47.784.052 0 16.671.369 31.112.683

Groene subsidies 2.026.789 0 2.006.789 20.000

Sanering glastuinbouw 680.000 0 0 680.000

Hollandsche IJssel-Mooie oevers 394.185 0 0 394.185

Stimulering duurzame energie 1.152.247 0 1.152.247 0

Ruimtelijke projecten: Merwedezone 130.000 0 0 130.000

Brijnbeleid -1 0 0 -1

Achterstallig onderhoud provinciale recreatiegebieden

895.558 0 0 895.558

Collectief particulier opdrachtgever 384.189 0 0 384.189

Ontwikkelingsplan Water 741.209 0 461.209 280.000

Visiebeheer -1 0 0 -1

Totaal 54.188.227 0 20.291.614 33.896.613

Groene ambities (ILG- en niet ILG-doelen)

Voor de realisatie van de aankoop en inrichting van natuur- en recreatiegebieden in het kader van de ILG-

doelen uit het provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied (pMJP) wordt een belangrijke bijdrage

geleverd vanuit door het Rijk beschikbaar gestelde middelen. Het provinciale aandeel wordt voor een deel

gedekt door dit onderdeel Groene ambities binnen programmareserve 1. Daarnaast vindt er vanuit de

reserve dekking plaats voor provinciale (niet-ILG) projecten zoals opgenomen in het pMJP.

Binnen de reserve zijn middelen opgenomen die bestemd zijn als additionele verrekening van

beheerskosten aan natuurbeheerders.

Page 257: Concept begroting Zuid-Holland 2011

257

Toelichting vermindering:

De onttrekking voor 2011 van €�)�� ��� ��

onder andere ten behoeve van projecten pMJP voor € ��* ���en ter dekking van subsidieplafonds Landelijke Gebied (€ ��� mln). Ook wordt er €

��� ��� �� �� ���de reserve voor de projecten met betrekking tot de beschikbaar gestelde middelen voor de versnelling van

de inrichting van groengebieden (amendement A98). Hiernaast wordt een bedrag van €��) ���

overgeheveld van programmareserve 1 naar programmareserve 5 voor de groene ambities binnen het

integraal ruimtelijk project Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS).

Groene subsidies Deze reserve is ingesteld met als doel duurzame inrichting of beheer van de groene ruimte, evenals het

geven van voorlichting of het doen van onderzoek naar duurzame ontwikkeling van de functies van de

groene ruimte. Op grond van de Asv zijn subsidies toegekend in het kader van onder meer Groene

Subsidies, Soortenbeleid, Landschap, Landbouw en Duurzaam ondernemen.

Toelichting vermindering:

Ter dekking van de verschillende subsidieregelingen wordt voor 2011 € � ��� �� ���

Sanering glastuinbouw

Het doel bij dit project is het saneren van verspreid glas.

Hollandsche IJssel - Mooie oevers

In het project Hollandsche IJssel werken dertien overheden samen aan een schonere, mooiere

Hollandsche IJssel. Een punt van zorg was de verschijningsvorm van vele oevers langs de Hollandsche

IJssel. De provincie Zuid-Holland heeft middelen beschikbaar gesteld aan de stuurgroep Hollandsche IJssel

om de aanleg van mooie oevers financieel te ondersteunen.

Stimulering duurzame energie De reserve betreft een subsidieregeling voor meerjarige projecten in het kader van duurzame energie. Deze

regeling loopt door tot en met 2012. Voor de meeste projecten is al een voorschot aangevraagd, terwijl pas

na de subsidievaststelling (Asv) de resterende gelden kunnen worden uitgekeerd.

Toelichting vermindering:

Conform de Begroting wordt de reserve in 2011 volledig benut. Het restant ad €��� ��� ��� ����"� ��

dekking van uitgaven voor de afronding van het programma Klimaat en Ruimte van het huidige

Coalitieakkoord. Het programma staat in het teken van specifieke klimaatopgaven in combinatie met andere

ruimtelijke en watergerelateerde opgaven.

Ruimtelijke projecten: Merwedezone

In het verleden zijn middelen toegekend aan de Merwedezone met de bedoeling om op korte termijn de

integrale ontwikkeling van de Merwedezone ter hand te nemen. Vanwege het feit dat pas eind 2009 de

Transformatievisie is vastgesteld kunnen pas in 2010 uitvoeringsafspraken worden gemaakt. Daarmee kan

worden begonnen met de realisatie van waterberging, windenergie, herontwikkeling van bedrijventerrein,

ontwikkeling van OV en randontwikkeling. Dit loopt door tot 2015.

Page 258: Concept begroting Zuid-Holland 2011

258

Achterstallig onderhoud provinciale recreatiegebied en Voor het uitvoeren van het achterstallig onderhoud in de provinciale recreatiegebieden zijn middelen

beschikbaar gesteld voor de periode 2008-2011. De gereserveerde middelen worden in 2010, bij

Najaarsnota, volledig onttrokken.

Collectief particulier opdrachtgever

De subsidieverlening richt zich op het realiseren van betaalbare woningen voor groepen van bewoners in

de provincie Zuid-Holland. Deze financiële ondersteuning is vooral bedoeld voor de startfase van hun

project. Het totale budget voor de provincie Zuid-Holland voor deze collectieve eigenbouw bedraagt

€ 1,4 mln en werd in 2008 in het Provinciefonds gestort. De provincie stelt onder andere de voorwaarden

vast. In 2009 werd voor het eerst gebruikgemaakt van dit stimuleringsbudget. De regeling Collectief

particulier opdrachtgever blijft opengesteld, zolang er middelen beschikbaar zijn. Verwacht wordt dat in

2010 als gevolg van het aantal subsidieaanvragen de reserve met €��* ��� ��� ��������� G� ��������

saldo ad € 0,35 mln dient beschikbaar te blijven voor subsidieaanvragen in 2011.

Ontwikkelingsplan Water

In 2004 is een bedrag van € � ��� ������������ �� �� #������� ��� ������� ���� � �� ������ ���waterkwaliteit, waterveiligheid en waterbeheersing, inclusief herstructureringskosten om de provinciale

organisatie te faciliteren in de nieuwe rol.

Toelichting vermindering:

In 2011 wordt er €���) ��� �� �� �� �� ��� ����� ��� ��� 4#������� !����aast wordt €

��� ���onttrokken voor de Zoetwaterproblematiek.

Programmareserve 2

Onderwerp (bedragen in €

(

Saldo 1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

Dekking infra projecten < € 1 mln DBI 2.600.167 0 2.036.000 564.167

Spoortunnel Delft 13.000.000 0 1.000.000 12.000.000

Dynamische reisinformatie 2.000.000 0 0 2.000.000

Fietsprojecten 13.559.600 0 1.329.000 12.230.600

1%-regeling Kunst 2.520.000 0 0 2.520.000

Reservering Integrale bereikbaarheid 6.768.994 24.875.870 13.303.000 18.341.864

RijnGouwelijn 22.950.261 750.000 0 23.700.261

Totaal 63.399.022 25.625.870 17.668.000 71.356.892

Dekking infra projecten < € 1 mln DBI De reserve dekking infrastructurele projecten < € 1 mln DBI dient ter dekking van uitgaven ten behoeve van

mogelijkheden die zich bij de voorbereiding van projecten voordoen maar die bij de oorspronkelijke

planningen niet voorzien waren.

Page 259: Concept begroting Zuid-Holland 2011

259

Toelichting vermindering:

In 2011 zal er een beroep gedaan worden op de reserve in verband met het dimbaar uitvoeren van de

openbare verlichting langs de provinciale wegen. Het dimbaar maken van openbare verlichting langs wegen

geschiedt in navolging van het landelijk beleid op het gebied van duurzame verlichting. Deze impuls voor

duurzame verlichting bedraagt ruim € � ���� =� ���� "#���� ���� ������ ����� ���������

Spoortunnel Delft

De provincie draagt in een aantal termijnen bij aan de aanleg van de Spoortunnel Delft. De betaling van de

bedragen vindt plaats in een aantal tranches afhankelijk van de daadwerkelijke realisatie.

Toelichting vermindering:

In 2011 wordt € ) ��� ��� �� ���#���� ��� ��������� �������€� ��� ��� ���� #� �� ��������

Dynamische reisinformatie

Begin 2008 heeft een succesvolle aanbesteding plaatsgevonden voor het realiseren van voorzieningen

voor dynamische reisinformatie bij knooppunten en drukke haltes binnen de OV-concessiegebieden van de

provincie.

Fietsprojecten

In het Meerjarenprogramma Investeringen Provinciale Infrastructuur (MPI) worden de kasritmes van

projecten uit vijf programma's Infrastructuur opgenomen.

Een van de programma's in het MPI is het programma Fiets waarbij projecten < €� ��� ��� ����������

worden. Verschuivingen in de tijd bij deze projecten worden via deze reserve gereserveerd voor de

uitvoering van de betreffende projecten uit het MPI.

Toelichting vermindering:

Voor het programma Fiets wordt jaarlijks € ��� ��� �� �� �������� ������� �� ��� ���� ��� ���worden geactiveerd. Over- en onderschrijdingen op dit budget worden met de reserve verrekend. De

verwachting is dat de reserve voor 2011 met een bedrag van €��� ��� ��� ���������

1%-regeling Kunst

De 1%-regeling Publieke kunstprojecten is bedoeld voor kunstwerken in de openbare ruimte die in fysieke

en/of ruimtelijke zin gekoppeld zijn aan provinciale investeringen. Het uitvoeringsprogramma van de 1%-

regeling loopt tot 2013. In 2009 is gekozen voor de ontwikkeling van drie kunstprojecten, namelijk:

1. kunstproject rond IRP Kust met de naam Fietsen onder zee;

2. kunstproject rond het Provinciaal Fietspadenplan;

3. kunstproject binnen de metropolitane parken: Hof van Delfland, Deltapoort en Buytenland.

Reservering Integrale bereikbaarheid

De realisatie van het MPI heeft tot gevolg dat er tussen raming en realisatie van projecten die worden

geactiveerd, planningsverschillen ontstaan. Door het realistischer maken van planningen zijn bij het

opstellen van de Begroting 2009 investeringen naar latere jaren geschoven. In de Begroting 2009 is

besloten de hierdoor vrijvallende kapitaallasten in de reserve te storten om deze vervolgens aan een aantal

benoemde infraprojecten als bijdrage ineens te besteden. In de Kadernota 2010-2013 zijn de betreffende

projecten benoemd.

Page 260: Concept begroting Zuid-Holland 2011

260

Toelichting vermeerdering:

In de Begroting 2009 is besloten de hierdoor vrijvallende kapitaallasten in de reserve te storten. Voor 2011

betekent dat een storting van € ���� ����

In 2009 is het exploitatiebudget voor beheer en onderhoud van provinciale wegen en vaarwegen

overschreden. De compensatie voor de overschrijding is in 2010 voor € ��� mln voorgefinancierd uit de

reserve. In 2011 wordt de reserve weer aangevuld ten laste van het onderhoudsbudget 2011.

Voor projecten < €� ��� ���� ������ �

€�� ��� �� �� �������� ������� �� ��� ���� ��� ���

worden geactiveerd. Over- en onderschrijdingen op dit budget worden met de reserve verrekend. Voor

2011 betekent dit een storting van €��� ����

Toelichting vermindering:

De bijdrage uit de reserve ad €���� ��� �� ������ �� �� ������� ��� ����V

Omlegging N456 aansluiting A20 Moordrecht Bijdrage € 1,0 mln

Provinciale bijdragen in ontsluiting IRP's € 8,0 mln

HWN/OWN aansluiting N57/N218 € 4,0 mln

RGL Oost groencompensatie € 0,3 mln

RijnGouwelijn

Voor de realisatie van de OV projecten RijnGouwelijn (RGL) Oost en West was nog geen volledige dekking

aanwezig. Door herbestemming binnen de OV- en MPI-middelen is voor een deel dekking voor de

bovengenoemde projecten gevonden en in de reserve gestort.

Toelichting vermeerdering:

Voor de volledige aanleg van de RGL wordt een deel van de ontbrekende middelen gevonden in het

structurele budget voor intensiveren van OV ad € � ��� �������������� ���� �������� ����� C2enzovoort).

Van het budget 2011 kan €���� ��� �� �� ��������������� � ����� ���� �� ������ ��� �� 3?>�

Programmareserve 3

Onderwerp (bedragen in €

(

Saldo 1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

Bedrijventerreinen 17.043.523 0 5.359.292 11.684.231

Kennisinfrastructuur 1.398.910 0 1.398.910 0

Zuidvleugelfonds/onderdeel kennisinfrastructuur

531.127 0 531.127 0

Vrij besteedbare ruimte programma 3 800 0 0 800

EFRO-middelen 850.000 0 0 850.000

TNO 2.500.000 0 0 2.500.000

Pieken in de Delta 1.993.345 0 0 1.993.345

Totaal 24.317.705 0 7.289.329 17.028.376

Page 261: Concept begroting Zuid-Holland 2011

261

Bedrijventerreinen

De subsidieverlening kent een meerjarig karakter. In het kader van bedrijventerreinen is besloten de

voorschotbetalingen op projecten in eerste instantie te dekken uit het begrote exploitatiesaldo en daarna de

reserve aan te spreken. Tussentijds worden voortgangsrapportages ontvangen en beoordeeld.

Toelichting vermindering:

In 2011 is de verwachting dat € 5,4 mln uit de programmareserve nodig is voor het dekken van de

voorschotbetalingen inzake bedrijventerreinen. Naast deze onttrekking zitten in programmareserve 5

middelen voor bedrijventerreinen met name gericht op de IRP Oude Rijnzone.

Kennisinfrastructuur

Om de kenniseconomie te stimuleren zijn er subsidies voor ontwikkeling en planvorming van de

kenniseconomie beschikt. Deze subsidies zijn bedoeld om bij te dragen aan de kosten voor innovatieve

projecten op het gebied van de kenniseconomie in Zuid-Holland. Dit project heeft een looptijd tot 2012.

Toelichting vermindering:

De provincie Zuid-Holland stelt, onder voorbehoud dat het nieuwe Kabinet het Pieken in de Delta-

programma ontziet van bezuinigingen, €��� ���

beschikbaar uit de gereserveerde middelen voor

Kennisinfrastructuur voor het Pieken in de Delta-programma in 2011.

Zuidvleugelfonds/onderdeel kennisinfrastructuur

Het doel bij dit project is het stimuleren van de kenniseconomie in het kader van het programma

Kennisinfrastructuur door middel van het verlenen van subsidies. Dit project heeft een looptijd tot 2012.

Toelichting vermindering:

De provincie Zuid-Holland stelt, onder voorbehoud dat het nieuwe Kabinet het Pieken in de Delta-

programma ontziet van bezuinigingen, €��� ��� ������ ���� #� de gereserveerde middelen voor

Zuidvleugelfonds/onderdeel kennisinfrastructuur voor het Pieken in de Delta-programma in 2011.

EFRO-middelen Het doel van het EFRO (Economisch Fonds voor Regionale Ontwikkeling) is versterking van

concurrentiekracht door middel van kennisontwikkeling, innovatie en ondernemerschap in kansrijke clusters

en versterking attractiviteit van de provincie. Het EFRO heeft een meerjarig karakter met een looptijd tot

2012.

TNO De middelen in deze reserve zijn bestemd voor de verhuizing van TNO naar Cromstrijen. Na de

gemeenteraadsverkiezingen is het politieke landschap zo verdeeld dat een voorspoedige transitie niet voor

de hand ligt.

Pieken in de Delta Het doel van de subsidieregeling Pieken in de Delta is om gericht een aantal regionale economische

kansen te stimuleren. De projecten van de Pieken in de Delta die tevens voor cofinanciering in aanmerking

komen, zijn per definitie majeure projecten.

Het project Pieken in de Delta heeft een meerjarig karakter met een looptijd tot 2012. De verwachting is dat

er minimaal twee tranches zullen plaatsvinden waarbij mogelijk de reserve zal worden aangesproken.

Page 262: Concept begroting Zuid-Holland 2011

262

Programmareserve 4

Onderwerp

(bedragen in €

(

Saldo 1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

Cultuurbereik 416.929 0 0 416.929

Fort Wierickerschans 1.006.027 0 1.000.000 6.027

Totaal 1.422.956 0 1.000.000 422.956

Cultuurbereik

In 2010 vindt afrekening plaats met het ministerie van OCW voor de uitvoering van het Actieprogramma

Cultuurbereik 2005-2008. Verwachting is dat dit eind 2010 zal zijn afgerond. Na deze afronding zal duidelijk

zijn of het geld uit de reserve benodigd is of dat dit bij Voorjaarsnota 2011 kan vrijvallen.

Fort Wierickerschans

Het doel van deze reserve is voortzetting van de restauratie van Fort Wierickerschans.

Toelichting vermindering:

Begin 2011 verwacht men te beginnen aan de 2e fase van het restauratieproject. Voor deze fase zijn de

resterende middelen ad €� ��� �����

Programmareserve 5

Onderwerp (bedragen in €

(

Saldo 1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

IODS 32.717.000 1.610.000 10.086.000 24.241.000

Zwakke schakels (Flaauwe werk, Noordwijk) 1.077.233 0 0 1.077.233

Waterveiligheid 3.580.011 0 0 3.580.011

Water/zwakke schakels 1.661.313 0 0 1.661.313

Zuidvleugelfonds/onderdeel Driehoek RZG 277.907 0 0 277.907

Bedrijventerreinen: IRP Oude Rijnzone 3.620.000 0 2.000.000 1.620.000

Hof van Delfland-Glastuinbouw 0 0 266.667 -266.667

Reservering IRP's 6.572.000 0 0 6.572.000

Programmamanagement Kustontwikkeling 1.200.000 0 739.076 460.924

IRP Delflandse kust 0 0 400.000 -400.000

Zandmotor 0 0 4.468.000 -4.468.000

Totaal 50.705.464 1.610.000 17.959.743 34.355.721

IODS

De integrale ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) hangt samen met de verlenging van de rijksweg A4 in

deze regio. De provincie heeft een rol in de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in dit gebied, mits de A4

daadwerkelijk verlengd wordt. De IODS-partners hebben afgesproken dat alle werkzaamheden gelijktijdig

zullen aanvangen, in 2011. In programmareserve 5 zitten middelen voor de uitvoering van de versterking

van de ruimtelijke kwaliteit die vanaf 2010 uit de reserve onttrokken worden.

Page 263: Concept begroting Zuid-Holland 2011

263

Toelichting vermeerdering:

Er wordt een bedrag van €��) mln overgeheveld van programmareserve 1 naar programmareserve 5 voor

de groene ambities binnen het integraal ruimtelijk project IODS.

Toelichting vermindering:

In 2010 zal de uitvoeringsorganisatie IODS gestart worden samen met andere IODS-partijen. Vanaf dit jaar

zullen dus ook provinciale bijdragen voor het programma gaan plaatsvinden. Voor 2011 is hiertoe een

bijdrage uit de reserve van €���

1 mln geraamd.

Zwakke schakels (Flaauwe werk, Noordwijk) Het programma Zuid-Hollandse Kust werkt over drie sporen. Een van deze sporen is de versterking van de

zwakke schakels Flaauwe werk en Noordwijk. De versterkingsplannen hiervoor zijn in 2007 vastgesteld. De

uitvoering zal de komende jaren vorm gaan krijgen. In 2010 zal ook de zwakke schakel Katwijk opgepakt

worden en er zal een versterkingsplan voor opgesteld worden.

Waterveiligheid

De in programmareserve 5 gebruikte onderverdeling voor de middelen voor het programma Kust sluiten

niet aan bij de in het project gehanteerde onderverdeling. Bij de Najaarsnota 2010 is deze aansluiting tot

stand gebracht. Dit onderdeel van de reserve komt daarmee te vervallen.

Water/zwakke schakels

De in programmareserve 5 gebruikte onderverdeling voor de middelen voor het programma Kust sluiten

niet aan bij de in het project gehanteerde onderverdeling. Bij de Najaarsnota 2010 is deze aansluiting tot

stand gebracht. Dit onderdeel van de reserve komt daarmee te vervallen.

Zuidvleugelfonds/onderdeel Driehoek RZG

De ontwikkeling van de Zuidplas is van belang voor de verdere versterking van de Zuidvleugel. De

komende jaren zal de reserve onttrokken worden voor de ontwikkeling van met name de Driehoek RZG.

Bedrijventerreinen: IRP Oude Rijnzone De subsidieverlening bedrijventerreinen kent een meerjarig karakter. Voor bedrijventerreinen is besloten de

voorschotbetalingen op projecten in eerste instantie te dekken uit de beschikbare exploitatiemiddelen en

daarna de reserve aan te spreken. Tussentijds worden voortgangsrapportages ontvangen en beoordeeld.

Bij het opstellen van de Begroting 2010 is besloten alle sectorale budgetten voor de IRP’s onder te brengen

bij programma 5. Voor de Oude Rijnzone is € ��) ��� ���� �� ��������������� �� Toelichting vermindering:

In 2011 is de verwachting dat € � ��� #� �� ��������������� ���� �� �� �� �� �� ��� ��voorschotbetalingen inzake bedrijventerreinen (Oude Rijnzone-projecten).

Hof van Delfland-Glastuinbouw

Bij de Najaarsnota 2010 zijn de niet bestede middelen ad €��� ���

in de programmareserve gestort voor

de afwikkeling van subsidies.

Toelichting vermindering:

De gereserveerde middelen ad € 0,3 mln worden ingezet voor subsidieafwikkelingen.

Page 264: Concept begroting Zuid-Holland 2011

264

Reserveringen IRP’s

In 2009-2012 wordt voor de toekomstige uitvoering van de IRP's een deel van de vrijval kapitaallasten in de

programmareserve gestort. Uit een onderzoek in 2006 naar de IRP's is onder andere gebleken dat vier van

de zes IRP's in de ontwikkelfase zitten. Deze komen volgens de huidige planning vanaf 2012 in de

uitvoeringsfase. Het gaat dan om de Zuidplaspolder, de As Leiden-Katwijk, IODS en de Oude Rijnzone. In

al deze projecten wordt van de provincie een middeleninzet verwacht. Dit kan gaan om infrastructurele

ontwikkelingen voor bedrijventerreinen, ruimtelijke ordening, natuur en recreatie enzovoort.

Programmamanagement Kustontwikkeling

Om ook in de toekomst middelen voor programmamanagement beschikbaar te houden, is bij Najaarsnota

2009 besloten een deel van de extra middelen die via het Coalitieakkoord voor dit onderwerp beschikbaar

gesteld zijn, in de programmareserve te storten.

Toelichting vermindering:

In 2011 is voor de uitvoering van het programma Kust €��� ��� �����

IRP Delflandse kust

De in programmareserve 5 gebruikte onderverdeling in de middelen voor het programma Kust sluit niet aan

bij de in het project gehanteerde onderverdeling. Bij de Najaarsnota 2010 is deze aansluiting tot stand

gebracht. Dit onderdeel wordt toegevoegd. Uit de opgeheven onderdelen is bij Najaarsnota € � ��� ��� ��onderdeel toegevoegd.

Toelichting vermindering:

Voor de uitvoering van het onderdeel Delflandse kust wordt €��� ��� #� �� ������� �� ���

Zandmotor

De in programmareserve 5 gebruikte onderverdeling in de middelen voor het programma Kust sluit niet aan

bij de in het project gehanteerde onderverdeling. Bij de Najaarsnota 2010 is deze aansluiting tot stand

gebracht. Dit onderdeel wordt toegevoegd. Uit de opgeheven onderdelen is bij Najaarsnota € 5,8 mln aan

dit onderdeel toegevoegd.

Toelichting vermindering:

Voor de dekking van de bijdrage 2011 aan het Rijk wordt € ��� ��� #� �� ������� �������� M����� ���€ 2 mln uit de reserve onttrokken voor de subsidieverstrekking voor de aanleg van een fietspad.

Programmareserve 6

Onderwerp

(bedragen in €

(

Saldo 1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo 1-1-2012

Geschiedschrijving provinciaal bestuur van Zuid-Holland

226.400 0 56.600 169.800

Totaal 226.400 0 56.600 169.800

Page 265: Concept begroting Zuid-Holland 2011

265

Geschiedschrijving Provinciaal Bestuur van Zuid-Holl and

PS hebben GS opgedragen een opdracht aan Erfgoedhuis Zuid-Holland te verstrekken voor het

vervaardigen van een geschiedschrijving van het provinciaal bestuur van Zuid-Holland. De totale kosten ad

€���� ��� ����� ����

kt uit de financiële ruimte 2010. De lasten bedragen €���) ��� ���� ��� �� ��

2014.

Toelichting vermindering:

In 2011 zal €���) ��� #� �� ������� ����� ������� �� �� ��� ��� �� #�������

Programmareserve 7

Onderwerp

(bedragen in €(

Saldo

1-1-2011

Vermeerdering Vermindering Saldo

1-1-2012

Frictiekosten PNS/OvT 2.370.000 0 0 2.370.000

Totaal 2.370.000 0 0 2.370.000

Frictiekosten PNS/OvT

Met ingang van 2008 is de PNS/OvT van start gegaan. Voor deze reorganisatie zijn frictiemiddelen ter

beschikking gesteld. De raming voor frictie- en implementatiekosten PNS/OvT hebben betrekking op de

afspraken die met de medewerkers gemaakt worden op basis van het Sociaal Convenant en de kosten

voor het faciliteren en uitvoeren van het PNS/OvT proces. De ramingen beslaan meerdere begrotingsjaren.

Er is geen exacte verdeling per jaar van het aantal medewerkers aan te geven dat feitelijk gebruik gaat

maken van regelingen met financiële consequenties. Middels de reserve blijven deze middelen beschikbaar

voor de uitvoering van de PNS/OvT.

Voorzieningen

Er wordt voor elke voorziening aangegeven wat de aard en reden van de voorziening is en om welke reden

de voorziening in 2011 muteert.

Voorziening DSM Aard en reden:

De voorziening is ingesteld bij het opstellen van de Jaarrekening 2006, met het doel de te verwachten

kosten te dekken van de verlaging in de onttrekking grondwater door DSM Anti-Infectives te Delft.

De kosten worden gedragen door de provincie Zuid-Holland, gemeente Delft en Hoogheemraadschap

Delfland. De provincie betaalde de voorschotten en verrekende deze met de twee andere overheden. Het

financiële risico dat de provincie loopt is afgedekt door het instellen van een voorziening. Vanaf 2009 is er

een Gemeenschappelijke regeling (GR Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord) van kracht, waarbij de

provincie zich heeft verplicht tot een bijdrage tot en met 2014. De voorziening is bij Jaarrekening 2009

aangevuld om de jaarlijkse bijdragen aan de GR tot en met 2014 te kunnen voldoen.

Toelichting vermindering:

De onttrekking in 2011 ad €���� ��� ����. �� ��� ����� ���� ��� �� ?��������������� � �������� �?3

Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord).

Page 266: Concept begroting Zuid-Holland 2011

266

Voorziening dubieuze debiteuren Aard en reden:

De voorziening dubieuze debiteuren wordt jaarlijks bij Jaarrekening op peil gebracht op basis van de stand

van de dubieuze debiteuren per 31 december.

Voorziening Grondwaterheffing Aard en reden:

De voorziening is bij Jaarrekening 2004 gevormd voor het saldo van ontvangen heffingen en gemaakte

kosten. Deze voorziening heeft zowel een egalisatiefunctie als een functie om mogelijke toekomstige

schadeclaims te kunnen dekken.

Voorziening Merwedekanaal Aard en reden:

In 2005 heeft het ministerie van V&W het beheer en onderhoud van het Merwedekanaal afgekocht. Door

een grenscorrectie bij Vianen in 2002 is een deel van dit kanaal binnen de grenzen van de provincie Utrecht

komen te liggen. De voorziening Merwedekanaal is thans bedoeld voor het beheer en onderhoud van het

Utrechtse deel van deze vaarweg.

Toelichting vermeerdering:

Aan deze voorziening is een dotatie van €��)) ��� ������� � �� ��"������ � ��� #��� ��� �

houden.

Toelichting vermindering:

Voor 2011 is er een bedrag begroot van €� ��� ��� ������� � �� ��������� �����#� ��� �� I������

deel van het Merwedekanaal. Daarnaast wordt een bedrag van € ��� ��� ������� �� ���������onderhoud aan de sluis bij Vianen. Voor het vervangen van een deel van de oevers langs het

Merwedekanaal wordt een bedrag van €� ��� �� ���� ��� �� ��"������ ��������

Voorziening pensioenen GS Aard en reden:

De provincie is zelf uitvoerder van de pensioenregeling voor gedeputeerden. Ontvangen bijdragen vanwege

opgebouwde pensioenrechten worden in deze voorziening gestort en zullen bij beëindiging van het

provinciaal dienstverband van het betreffende GS-lid óf ineens aan een volgende pensioenuitvoerder óf, bij

het bereiken van de 65-jarige leeftijd, aan hem/haar maandelijks worden uitbetaald.

Voorziening premieleningen Aard en reden:

Deze voorziening heeft als doel het uitbetalen van obligaties en het verzilveren van coupons van de

uitgelote premieleningen 1957 en 1959.

Voorziening Rivierdijkversterking

Aard en reden:

Deze voorziening is ingesteld bij PS-besluit van juni 1994 met als doel het tijdelijk onderbrengen van

(Rijks)middelen voor de uitvoering van rivierdijkversterkingsprojecten. De waterschappen voeren de

versterkingen uit. De middelen zijn ontvangen via het Provinciefonds en er geldt geen afrekenplicht richting

het Rijk. Conform het BBV moeten de middelen derhalve in een voorziening beklemd blijven.

Page 267: Concept begroting Zuid-Holland 2011

267

Toelichting vermindering:

De provinciale bijdrage is afhankelijk van de voortgang van de uitvoering. Op basis van de informatie van

de waterschappen is de provinciale bijdrage in de jaren 2011-2014 geraamd ten laste van de voorziening.

Voor 2011 is een aanwending van € � ��� ����� F��� ���������� "#���� ���� ��� "�������� #������ ��2015 zijn afgerond.

Voorziening Warmtebedrijf Aard en reden:

De provincie is aandeelhouder van het Warmtebedrijf NV voor een bedrag van circa € � ��n. De provincie

heeft in 2007 €��� ��� �� �� ��"������ ����� G� ����������� . ��� ����. �� ��� ����.������

met tegenvallende kostenontwikkelingen. Medio 2007 hebben de aandeelhouders besloten het

oorspronkelijke businessplan aan te passen. In 2008 heeft geen onttrekking uit de voorziening

plaatsgevonden.

Page 268: Concept begroting Zuid-Holland 2011

268

Staat van overlopende passiva 2011

1 OVP Hollandsche IJssel 9.280.362 0 97.443 0 9.377.805 0 131.289 6.806.703 2.702.391 0

1 OVP ISV2 12.917.398 0 161.468 9.435.177 3.643.689 0 72.873 250.000 3.466.562 0

1 OVP Luchtkwaliteit NSL 21.683.773 0 162.628 15.645.736 6.200.665 0 31.004 4.679.665 1.552.004 0

1 OVP Stadsvernieuwing 3.839.405 0 40.313 3.000.000 879.718 0 12.316 0 892.034 0

1 OVP Vinex 1.001.286 0 12.516 991.971 21.831 0 437 0 22.268 0

2 OVP BDU 82.043.191 7.943.000 1.444.496 0 91.430.687 0 2.169.882 10.000.000 83.600.569 0

4 OVP Jeugdhulpverlening 10.607.775 0 79.558 2.630.000 8.057.333 0 40.287 1.500.000 6.597.620 0

1 OVP Beheerplannen Natura 2000

636.889 0 0 0 636.889 0 0 156.889 480.000 0

1 OVP Benchmark 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Bestuursovereenkomst BOK

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Bijdragen Waterschappen

650.000 0 0 0 650.000 0 0 0 650.000 0

1 OVP Bodemsanering 36.908.333 0 0 28.468.089 8.440.244 0 0 12.973.000 -4.532.756 0

1 OVP Boeren voor natuur 1.483.368 0 0 108.631 1.374.737 0 0 108.631 1.266.106 0

1 OVP Drechtsteden 2.229.198 0 0 1.604.326 624.872 0 0 0 624.872 0

1 OVP Energie (BLOW/BANS) 59.743 0 0 5.317 54.426 0 0 0 54.426 0

1 OVP EU Luchtkwaliteit EFRO 183.253 0 0 183.253 0 0 0 0 0 0

1 OVP Europees Project Walstroom

96.692 0 0 0 96.692 0 0 0 96.692 0

1 OVP Externe veiligheid 947.365 0 0 218.968 728.397 0 0 0 728.397 0

1 OVP Externe veiligheid (IPO) 477.626 0 0 477.626 0 0 0 0 0 0

1 OVP Extra inzet SANIL 12.101 0 0 12.101 0 0 0 0 0 0

1 OVP FRAME 160.105 0 0 0 160.105 0 0 0 160.105 0

1 OVP GIOS projecten 391.276 0 0 0 391.276 0 0 391.276 0 0

1 OVP Groen Blauwe Slinger 41.201 0 0 0 41.201 0 0 0 41.201 0

1 OVP Holland Rijnland 4.210.496 0 0 3.398.607 811.889 0 0 0 811.889 0

1 OVP Hollandsche IJssel Arteri 244.010 0 0 0 244.010 0 0 0 244.010 0

1 OVP Hollansche IJssel werkbudget

227.923 0 0 0 227.923 0 0 0 227.923 0

1 OVP ILG gelden 126.133.074 7.794.283 0 0 133.927.357 110.916.139 0 0 244.843.496 1.202.797

1 OVP Impuls bodemsanering 321.958 0 0 80.000 241.958 0 0 80.000 161.958 0

1 OVP ISV3 0 1.265.906 0 0 1.265.906 0 0 0 1.265.906 0

1 OVP Kierbesluit Haringvliet 10.480.582 0 0 0 10.480.582 0 0 0 10.480.582 0

1 OVP Luchtvaart cie. art. 28 R'dam

29.736 0 0 0 29.736 0 0 0 29.736 0

1 OVP New Delta 106.951 0 0 84.427 22.524 0 0 0 22.524 0

1 OVP NORAH 919.079 0 0 0 919.079 0 0 0 919.079 0

1 OVP Omgevingslawaai 243.033 0 0 243.033 0 0 0 0 0 0

1 OVP REURBA middelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Vlietland 1.321.518 0 0 0 1.321.518 0 0 0 1.321.518 0

1 OVP Voordelta Maasvlakte 2 226.696 0 0 0 226.696 0 0 0 226.696 01 OVP Zandwallen 30.000 0 0 0 30.000 0 0 0 30.000 0

2 OVP BOR-middelen OV 224.686 0 0 0 224.686 0 0 0 224.686 0

2 OVP Europees Project Walstroom

125.000 0 0 0 125.000 0 0 0 125.000 0

2 OVP ROV (voorheen POV) 694.548 0 0 166.700 527.848 0 0 0 527.848 03 OVP Clusterregeling PZH 793.256 0 0 793.256 0 0 0 0 0 0

3 OVP Diffuse bronnen 160.238 0 0 160.238 0 0 0 0 0 0

3 OVP Voordelta Maasvlakte 2 3.506.651 0 0 1.095.000 2.411.651 0 0 1.159.467 1.252.184 0

4 OVP Cultuurbehoud 551.863 0 0 350.000 201.863 0 0 0 201.863 0

4 OVP Cultuurbereik 1.029.575 0 0 409.366 620.209 0 0 0 620.209 0

4 OVP Herstructurering bibliotheken

9.973 0 0 49.818 -39.845 0 0 0 -39.845 0

5 OVP 750 HA PMR 56.385.364 0 0 3.154.676 53.230.688 0 0 0 53.230.688 0

5 OVP Int.planst.prior. zwakke schakels kust

400.000 0 0 0 400.000 0 0 0 400.000 0

5 OVP Mooi en Vitaal Delfland 180.000 0 0 180.000 0 0 0 0 0 0

5 OVP OudeRijnZone middelen 48.580 0 0 0 48.580 0 0 0 48.580 05 OVP Programma-

management kust467.000 0 0 0 467.000 0 0 0 467.000 0

5 OVP RGZ middelen 213.026 0 0 0 213.026 0 0 0 213.026 0

5 OVP Zuidplaspolder 475.000 0 0 0 475.000 0 0 0 475.000 0

5 OVP Zwakke schakels kust 526.588 0 0 0 526.588 0 0 0 526.588 0

6 OVP Leren duurzame ontwikkeling

310.103 0 0 346.061 -35.958 0 0 0 -35.958 0

6 OVP LVDO Pijler 2 (2008-2011)

405.826 0 0 0 405.826 0 0 0 405.826 0

6 OVP Zuidvleugel middelen 789.272 0 0 0 789.272 0 0 0 789.272 0

397.441.942 17.003.189 1.998.422 73.292.377 343.151.176 110.916.139 2.458.088 38.105.631 418.419.772 1.202.797

Overlopende passiva niet rentedragend

Overlopende passiva rentedragend

Saldo per1-1-2012

prog naam Vermeerde-ringen 2010

Rente toevoeging 2010

Saldo per 1-1-2010 Jaarrek. 2009

Verminde-ringen 2010

Vermeerde-ringen 2011

Rente toevoeging 2011

Verminde-ringen 2011

Saldo per 1-1-2011

Vermeerde-ringen 2012

Totaal Overlopende passiva

Overlopende Passiva

Page 269: Concept begroting Zuid-Holland 2011

269

1 OVP Hollandsche IJssel 37.834 0 2.740.225 0 38.363 0 2.778.588 0 38.900 0 2.817.488

1 OVP ISV2 69.331 0 3.535.893 0 70.718 0 3.606.611 0 72.132 0 3.678.743

1 OVP Luchtkwaliteit NSL 7.761 0 1.559.765 0 7.800 0 1.567.565 0 7.839 0 1.575.404

1 OVP Stadsvernieuwing 12.489 0 904.523 0 12.663 0 917.186 0 12.840 0 930.026

1 OVP Vinex 446 0 22.714 0 456 0 23.170 0 465 0 23.635

2 OVP BDU 2.321.548 10.000.000 75.922.117 0 2.484.596 10.000.000 68.406.713 0 2.646.552 10.000.000 61.053.265

4 OVP Jeugdhulpverlening 32.989 0 6.630.609 0 33.154 0 6.663.763 0 33.320 0 6.697.083

1 OVP Beheerplannen Natura 2000

0 0 480.000 0 0 0 480.000 0 0 0 480.000

1 OVP Benchmark 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Bestuursovereenkomst BOK

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Bijdragen Waterschappen

0 0 650.000 0 0 0 650.000 0 0 0 650.000

1 OVP Bodemsanering 0 4.467.244 -9.000.000 0 0 0 -9.000.000 0 0 0 -9.000.000

1 OVP Boeren voor natuur 0 108.631 1.157.475 0 0 108.631 1.048.844 0 0 108.631 940.213

1 OVP Drechtsteden 0 0 624.872 0 0 0 624.872 0 0 0 624.872

1 OVP Energie (BLOW/BANS) 0 0 54.426 0 0 0 54.426 0 0 0 54.4261 OVP EU Luchtkwaliteit EFRO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Europees Project Walstroom

0 0 96.692 0 0 0 96.692 0 0 0 96.692

1 OVP Externe veiligheid 0 0 728.397 0 0 0 728.397 0 0 0 728.397

1 OVP Externe veiligheid (IPO) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Extra inzet SANIL 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP FRAME 0 0 160.105 0 0 0 160.105 0 0 0 160.105

1 OVP GIOS projecten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Groen Blauwe Slinger 0 0 41.201 0 0 0 41.201 0 0 0 41.201

1 OVP Holland Rijnland 0 0 811.889 0 0 0 811.889 0 0 0 811.889

1 OVP Hollandsche IJssel Arteri 0 0 244.010 0 0 0 244.010 0 0 0 244.010

1 OVP Hollansche IJssel werkbudget

0 0 227.923 0 0 0 227.923 0 0 0 227.923

1 OVP ILG gelden 0 0 246.046.293 2.689.865 0 0 248.736.158 0 0 0 248.736.158

1 OVP Impuls bodemsanering 0 80.000 81.958 0 0 81.958 0 0 0 0 0

1 OVP ISV3 0 0 1.265.906 0 0 0 1.265.906 0 0 0 1.265.906

1 OVP Kierbesluit Haringvliet 0 0 10.480.582 0 0 0 10.480.582 0 0 0 10.480.582

1 OVP Luchtvaart cie. art. 28 R'dam

0 0 29.736 0 0 0 29.736 0 0 0 29.736

1 OVP New Delta 0 0 22.524 0 0 0 22.524 0 0 0 22.524

1 OVP NORAH 0 0 919.079 0 0 0 919.079 0 0 0 919.079

1 OVP Omgevingslawaai 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP REURBA middelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1 OVP Vlietland 0 0 1.321.518 0 0 0 1.321.518 0 0 0 1.321.518

1 OVP Voordelta Maasvlakte 2 0 0 226.696 0 0 0 226.696 0 0 0 226.6961 OVP Zandwallen 0 0 30.000 0 0 0 30.000 0 0 0 30.000

2 OVP BOR-middelen OV 0 0 224.686 0 0 0 224.686 0 0 0 224.686

2 OVP Europees Project Walstroom

0 0 125.000 0 0 0 125.000 0 0 0 125.000

2 OVP ROV (voorheen POV) 0 0 527.848 0 0 0 527.848 0 0 0 527.8483 OVP Clusterregeling PZH 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

3 OVP Diffuse bronnen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

3 OVP Voordelta Maasvlakte 2 0 363.800 888.384 0 0 446.133 442.251 0 0 378.783 63.468

4 OVP Cultuurbehoud 0 0 201.863 0 0 0 201.863 0 0 0 201.863

4 OVP Cultuurbereik 0 0 620.209 0 0 0 620.209 0 0 0 620.209

4 OVP Herstructurering bibliotheken

0 0 -39.845 0 0 0 -39.845 0 0 0 -39.845

5 OVP 750 HA PMR 0 0 53.230.688 0 0 0 53.230.688 0 0 0 53.230.688

5 OVP Int.planst.prior. zwakke schakels kust

0 0 400.000 0 0 0 400.000 0 0 0 400.000

5 OVP Mooi en Vitaal Delfland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 05 OVP OudeRijnZone middelen 0 0 48.580 0 0 0 48.580 0 0 0 48.5805 OVP Programma-

management kust0 0 467.000 0 0 0 467.000 0 0 0 467.000

5 OVP RGZ middelen 0 0 213.026 0 0 0 213.026 0 0 0 213.026

5 OVP Zuidplaspolder 0 0 475.000 0 0 0 475.000 0 0 0 475.000

5 OVP Zwakke schakels kust 0 0 526.588 0 0 0 526.588 0 0 0 526.588

6 OVP Leren duurzame ontwikkeling

0 0 -35.958 0 0 0 -35.958 0 0 0 -35.958

6 OVP LVDO Pijler 2 (2008-2011)

0 0 405.826 0 0 0 405.826 0 0 0 405.826

6 OVP Zuidvleugel middelen 0 0 789.272 0 0 0 789.272 0 0 0 789.272

2.482.398 15.019.675 407.085.292 2.689.865 2.647.750 10.636.722 401.786.185 0 2.812.048 10.487.414 394.110.819

Overlopende passiva niet rentedragend

Overlopende passiva rentedragend

Saldo per 1-1-2013

Saldo per 1-1-2014

Saldo per 1-1-2015

prog naam Rente toevoeging 2014

Rente toevoeging 2012

Verminde-ringen 2012

Vermeer-deringen 2013

Totaal Overlopende passiva

Verminde-ringen 2014

Overlopende Passiva

Rente toevoeging 2013

Verminde-ringen 2013

Vermeer-deringen 2014

Page 270: Concept begroting Zuid-Holland 2011

270

Toelichting overlopende passiva > € ^ _`a

Vanwege de toenemende aandacht voor de omvang van de rijksmiddelen in de overlopende passiva is

besloten om dit jaar de onderwerpen met een omvang groter dan € � ��� � � �������

Hollandsche IJssel

De bodemsanering van de Hollandse IJssel-oevers wordt voornamelijk uitgevoerd met geld dat hiervoor

specifiek door het ministerie van VROM is toegekend. Dit zogenaamde Wbb-geld ontvangt de provincie in

de vorm van jaarlijkse bijdragen. De uitgaven lopen echter niet in gelijke tred met de inkomsten. Daarom

leidt een onderbesteding in enig jaar tot een vermeerdering en een overbesteding tot een vermindering van

de OVP. Toelichting vermindering:

Een belangrijk deel van het project Hollandsche IJssel bestaat uit bodemsaneringsactiviteiten. Voor 2011

wordt begroot dat € )�� ��� #� �� ��������� ������� ��� �� �� �� �� ��� ��� ��bodemsaneringsactiviteiten. De bodemsaneringsactiviteiten maken onderdeel uit van het totale

werkprogramma Bodemconvenant Bodemsanering 2010-2014.

Luchtkwaliteit NSL

In 2009 is van het ministerie van VROM in één keer € �) ��� ��� �������� ������� �� ��actieprogramma Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Dit bedrag is grotendeels

gestort in de overlopende passiva om uit te kunnen geven in de daaropvolgende jaren. In 2010 is de

subsidieregeling vastgesteld waardoor de subsidiebeschikkingen van de 3e tranche aan de partners hebben

kunnen plaatsvinden. Toelichting vermindering:

In 2010 is de subsidieregeling vastgesteld waardoor de subsidiebeschikkingen van de 3e tranche aan de

partners hebben kunnen plaatsvinden. Hierdoor kan een groot deel ad €���) ��� �� ���� �����

onttrokken en een bedrag ad €��� ��� ��� �� �����

BDU De jaarlijks van het ministerie van Verkeer en Waterstaat te ontvangen Brede doeluitkering verkeer en

vervoer (BDU) bevat - naast een aantal kleinere - drie grote onderdelen. Dit zijn de subsidiëring van het

openbaar vervoer, de subsidiëring van de provinciale en regionale infrastructuur- en verkeersveiligheids-

projecten. De omvang van de OVP BDU wordt voornamelijk gevormd door reserveringen voor deze

infrastructuurprojecten, die in eerdere jaarschijven van het BDU bestedingsplan zijn beschikt en gedeeltelijk

bevoorschot. Omdat de looptijd van de projecten lang is en de beschikte bedragen vaak hoog, is ook het

saldo in de BDU hoog.

Toelichting vermindering:

In de komende jaren komt een aantal projecten tot voltooiing en kan definitief worden afgerekend. Daarom

wordt een jaarlijkse onttrekking uit de OVP BDU geraamd van €�� ����

Jeugdhulpverlening

De provincie is op grond van de Wet op de Jeugdzorg verantwoordelijk voor de regie in de jeugdzorg en het

jeugdzorgbeleid, voor de planning van het aanbod, voor de financiering van Bureau Jeugdzorg en de

aanbieders van geïndiceerde jeugdzorg in Zuid-Holland (exclusief stadsregio Rotterdam en stadsgewest

Haaglanden). Het is aan het Rijk om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor deze plannings- en

financieringstaak van de toegang en het zorgaanbod Jeugd. De middelen van het Rijk worden verspreid

over het jaar ontvangen. Het komt regelmatig voor dat de definitieve beschikkingen laat in het jaar worden

afgegeven, waardoor deze middelen niet meer in het lopende jaar kunnen worden uitgezet. Getracht wordt

deze middelen in het jaar daarop uit te geven.

Page 271: Concept begroting Zuid-Holland 2011

271

Toelichting vermindering:

In de Begroting 2011 wordt voorgesteld €��� ��� #� �� C2E � ����� �� �� ��� ��� �� ����� ��"� �

beleid Jeugd.

Bodemsanering

De middelen in deze overlopende passiva betreffen de specifieke rijksmiddelen voor projecten van het

werkprogramma 2005-2009 die doorlopen in de looptijd van het nieuwe werkprogramma Bodemconvenant

Bodemsanering 2010-2014. Een eventueel restant mag voor het nieuwe werkprogramma worden ingezet.

Begroot wordt dat de resterende middelen in 2012 volledig zullen worden besteed. Toelichting vermindering:

Voor bodemsaneringsactiviteiten wordt het merendeel ad €�� ��� ������ �� ���� �� �� ���� �� �����

bedrag ad €��� ��� �

in de opgave wordt rekening gehouden met de storting ad €* ��� ��� F0F ���� �

ILG-gelden

Dit overlopend passief bevat de van het Rijk ontvangen middelen die in het kader van het

Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) 2007-2013 zijn ontvangen en nog niet zijn besteed. De afloop is

afhankelijk van de voortgang van het ILG-programma en daarnaast van de doorlevering van gronden aan

de eindbeheerder. Een deel van de beschikking Rijksbijdrage ILG betreft middelen voor grondaankopen.

Deze worden op de balans aan de activakant geparkeerd, zolang ze niet zijn doorgeleverd. Hiertegenover

staat aan de passivakant de OVP ILG-gelden. Pas bij doorlevering aan de eindbeheerder worden deze

middelen uit de OVP onttrokken. Toelichting vermeerdering:

Een groot deel van de beschikking Rijksbijdrage ILG voor 2011 betreft middelen voor grondaankopen. Deze

middelen worden rechtstreeks in de OVP gestort. Pas bij doorlevering aan de eindbeheerder worden deze

middelen uit de OVP onttrokken. In 2011 zal er een bedrag van €����* ��� �� �� C2E ���� ������

Kierbesluit Haringvliet

Door de voorgenomen openstelling van de Haringvlietsluizen verzilten de innamepunten voor zoetwater op

Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten, waardoor deze niet meer gebruikt kunnen worden voor de inname

van zoetwater. De innamepunten voor drinkwater bij Scheelhoek en landbouwwater bij Hellevoetsluis en

Oudenhorn op Voorne-Putten moeten daarom worden verlegd. De zoetwatervoorziening wordt

gecombineerd met de aanleg van natte natuurontwikkeling langs de noordrand van Goeree-Overflakkee.

Voor de uitvoering van de activiteiten heeft de provincie een beschikking van het Rijk ontvangen voor een

subsidie van € ���� ���� !� ��������� �� �� #������� ��� �� ��� �� "�� � �� ����� �������subsidiebijdragen nog niet besteed, maar gereserveerd in de OVP.

750 ha PMR

Ter compensatie van de aanleg van de tweede Maasvlakte wordt in totaal 750 ha natuur aangelegd. Voor

de uitvoering van het programma PMR/750 ha heeft de provincie van LNV middelen beschikbaar gekregen.

Deze zitten voor een deel in de OVP en komen voor een deel jaarlijks binnen. De provincie is regisseur van

het programma en is zelf aan zet voor de aanschaf en inrichting van 600 ha natuurgebied. De middelen in

de OVP worden voornamelijk besteed aan grondaankopen en het inrichten van 600 ha natuurgebied in het

landschapspark Buytenland. Het programma loopt tot en met 2020.

Page 272: Concept begroting Zuid-Holland 2011

272

Staat van activa

Omschrijving van de kapitaaluitgaven Pro-gram-

ma

Aanschafwaarde 01-01-2010

Investeringen 2010 Investerings- bijdragen 2010

Geheel afgeschreven

investeringen in 2010

Aanschafwaarde 31-12-2010

Investeringen 2011 Investerings- bijdragen 2011

Geheel afgeschreven

investeringen in 2011

Aanschafwaarde 31-12-2011

Cumulatieve afschrijvingen t/m

2010

Immateriële vaste activaProvinciale wegen/Verk (5 jaar afschrijven) 2 18.745.914 3.313.000 0 5.707.712 16.351.202 2.113.000 0 3.688.404 14.775.798 5.707.712

Rijwielpaden/Verk (5 jaar afschrijven) 2 1.495.286 300.000 0 5.220 1.790.066 300.000 0 0 2.090.066 5.220Vaarwegen/Verk (5 jaar afschrijven) 2 1.095.690 0 0 0 1.095.690 0 0 0 1.095.690 0Subtotaal 21.336.890 3.613.000 0 5.712.932 19.236.958 2.413.000 0 3.688.404 17.961.554 5.712.932

Materiele vaste activa

Investeringen met economisch nut

Kapitaallasten als apparaatslasten toegerekend

activa concern

Distriktskantoren Groen 8 0 0 0 0 0 0 0Informatieplan 8 24.286.728 4.500.000 0 18.588.029 10.198.699 4.500.000 0 458.446 14.240.253 18.588.029

Automatisering concern 8 5.382.243 1.440.000 0 1.365.749 5.456.495 540.000 0 2.686.600 3.309.894 1.365.749Beheerssysteem infrastructuur 2/8 1.040.163 0 0 339.357 700.806 0 0 471.002 229.804 339.357totaal concern 30.709.134 5.940.000 0 20.293.135 16.356.000 5.040.000 0 3.616.048 17.779.951 20.293.135

activa FDProvinciehuis 8 77.451.170 0 0 0 77.451.170 0 0 0 77.451.170 0

Provinciehuis (Spec tech. instal) 8 13.828.975 0 0 2.746.847 11.082.127 0 0 27.178 11.054.949 2.746.847Provinciehuis (grond) 8 30.000.000 0 0 0 30.000.000 0 0 0 30.000.000 0

Flexibel kantoorconcept 8 0 0 0 0 0 5.000.000 0 0 5.000.000 0Specifieke technische DPM's 8 1.048.984 1.925.617 0 0 2.974.601 1.368.675 0 16.969 4.326.307 0

Meubilair en inventaris 8 2.127.064 3.143.908 33.187 13.517 5.224.268 1.229.000 0 180.577 6.272.691 13.517Rijdend en rollend materieel 8 252.491 0 0 247.536 4.955 0 0 4.956 0 247.536Verbouwingen 8 3.039.116 910.000 17.813 35.850 3.895.453 3.753.845 0 32.589 7.616.709 35.850

Computerhardware 8 128.827 0 0 107.280 21.547 0 0 0 21.547 107.280totaal FD 127.876.627 5.979.525 51.000 3.151.030 130.654.121 11.351.520 0 262.269 141.743.373 3.151.031

Kapitaallasten direct toegerekend

Hardware PS 6 94.338 0 0 94.338 0 0 0 0 0 94.338Gladheidsbestrijding 2 2.722.192 256.500 1.000 734.843 2.242.849 410.000 0 1.325.255 1.327.594 734.843

Steunpunten 2 2.567.827 5.240.000 0 0 7.807.827 2.000.000 0 0 9.807.827 0Onderkomen muskusr.vangers 1 641.014 0 0 0 641.014 0 0 0 641.014 0

Vangmateriaal muskusr.vangers 1 154.793 0 0 3.059 151.734 0 0 39.000 112.734 3.059Landschapszorg 1 336.528 0 0 0 336.528 0 0 0 336.528 0

Groenservice Zuid-Holland 1 442.112 0 0 40.592 401.521 0 0 75.036 326.485 40.592Werken van beeldende kunst 4 12.794 0 0 0 12.794 0 0 0 12.794 0Voorfinanciering grondverwerving 50.366 1.925 0 0 52.291 0 0 0 52.291 0Subtotaal 7.021.964 5.498.425 1.000 872.832 11.646.558 2.410.000 0 1.439.291 12.617.267 872.831

Totaal economisch nut 165.607.725 17.417.950 52.000 24. 316.997 158.656.679 18.801.520 0 5.317.608 172.140.591 24.316.997

Investeringen met maatschappelijk nut

Kapitaallasten direct toegerekend

Provinciale wegen 2 536.441.163 73.981.820 12.119.000 13.446.048 584.857.935 174.636.000 94.936.000 11.818.821 652.739.115 13.446.048

Openbaar vervoer 2 39.812.337 21.774.000 22.270.000 0 39.316.337 104.803.000 52.292.000 0 91.827.337 0

Verkeersveiligheid 2 82.524.432 34.809.180 3.297.000 0 114.036.612 35.251.000 13.308.000 0 135.979.612 0Rijwielpaden 2 109.631.575 15.607.000 272.000 4.107.899 120.858.676 25.597.000 19.435.000 2.454.369 124.566.307 4.107.899

Vaarwegen 2 107.783.203 41.799.000 0 2.239.915 147.342.288 41.781.026 4.956.026 963.683 183.203.605 2.239.915Vaarwegen objectbediening 2 4.372.399 0 0 0 4.372.399 0 0 0 4.372.399 0

Delftse Schie 2 249.579 0 0 0 249.579 0 0 0 249.579 0Recreatie eigen beheer 1 10.940.289 0 0 389.591 10.550.698 0 0 280.368 10.270.331 389.591

Lingewerken 1 3.639 0 0 1.643 1.996 0 0 0 1.996 1.643Totaal maatschappelijk nut 891.758.616 187.971.000 37. 958.000 20.185.096 1.021.586.520 382.068.026 184.927.026 15.517.241 1.203.210.281 20.185.096

Totaal materiële activa 1.057.366.341 205.388.950 38.0 10.000 44.502.093 1.180.243.199 400.869.546 184.927.026 20.834.849 1.375.350.872 44.502.093

Financiële vaste activaDeelnemingen

N.V. BNG 7 141.806 0 0 0 141.806 0 0 0 141.806 0N.V. NWB 7 4.538 0 0 0 4.538 0 0 0 4.538 0

Holding IOPW N.V. 7 7.200 0 0 0 7.200 0 0 0 7.200 0Warmtebedrijf N.V. 7 1.800.000 0 0 0 1.800.000 0 0 0 1.800.000 0

Ontwikk.mij Het Nieuwe Westland B.V. 7 5.899 0 0 0 5.899 0 0 0 5.899 0GOP Beheer B.V. 7 20.420 0 0 0 20.420 0 0 0 20.420 0Overige verbonden partijen

Ontwikk.mij Het Nieuwe Westland C.V. 7 916.076 0 0 0 916.076 0 0 0 916.076 0

ROM Drechtsteden 7 561.326 0 0 0 561.326 0 0 0 561.326 0Overige uitzettingen ≥1 jaar

Woningleningen prov. personeel 8 73.529 0 20.000 0 53.529 0 20.000 0 33.529 0PC-thuis 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0Fietsplan 7 793 35.000 35.000 0 793 35.000 35.000 0 793 0

Geldleningen verstrekt aan derden 5.024.275 0 750.000 0 4.274.275 0 750.000 0 3.524.275 0Studievoorschotten 4 74.206 0 0 0 74.206 0 0 0 74.206 0

Bijdrage aan activa in eigendom van derden

Doorstroming OV 2 2.888.821 0 0 0 2.888.821 0 0 0 2.888.821 0Bijdr activa derden Wegen 2 1.800.000 0 0 0 1.800.000 0 0 0 1.800.000 0

Bijdr activa derden Rijwielpaden 2 1.359.167 72.000 0 0 1.431.167 0 0 0 1.431.167 0

Subtotaal 14.678.056 107.000 805.000 0 13.980.056 35.000 805.000 0 13.210.056 0

TOTAAL GENERAAL 1.093.381.287 209.108.950 38.815.000 50 .215.025 1.213.460.213 403.317.546 185.732.026 24.523.253 1.406.522.482 50.215.025

Page 273: Concept begroting Zuid-Holland 2011

273

Afschrijving 2011 Boekwaarde

per 01-01-2011Boekwaarde

per 01-01-2012Rente 2011

3,89%Totaal

kapitaallasten 2011

Investeringen 2012 Investerings- bijdragen 2012

Investeringen 2013 Investerings- bijdragen 2013

Investeringen 2014 Investerings- bijdragen 2014

3.270.241 10.227.491 9.070.250 339.544 3.609.785 2.113.000 0 0 0 0 0

358.013 1.181.743 1.123.730 39.587 397.600 300.000 0 0 0 0 0

219.138 745.363 526.225 25.088 244.226 0 0 0 0 0 03.847.392 12.154.597 10.720.205 404.219 4.251.611 2.413.000 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

3.399.566 8.146.317 9.246.751 256.280 3.655.846 4.500.000 0 4.500.000 0 4.500.000 0

1.715.351 3.209.455 2.034.104 94.265 1.809.616 540.000 0 540.000 0 540.000 0

233.602 310.203 76.601 7.902 241.504 0 0 0 0 0 05.348.519 11.665.975 11.357.456 358.447 5.706.966 5.040.000 0 5.040.000 0 5.040.000 0

2.581.706 70.261.259 67.679.553 3.469.409 6.051.115 0 0 0 0 0 0

779.907 7.143.309 6.363.402 263.970 1.043.877 0 0 0 0 0 0

0 30.000.000 30.000.000 1.380.000 1.380.000 0 0 0 0 0 0

0 0 5.000.000 0 0 5.000.000 0 0 0 0 0

226.058 2.695.836 3.838.453 100.838 326.896 800.000 0 0 0 250.000 0

522.426 4.216.363 4.922.936 154.702 677.128 1.050.000 0 500.000 0 365.000 0

497 497 0 10 507 0 0 0 0 0 0

389.545 2.572.382 5.936.681 93.120 482.665 1.650.000 0 0 0 0 0

2.155 6.464 4.309 213 2.368 0 0 0 0 0 04.502.294 116.896.110 123.745.334 5.462.262 9.964.556 8.500.000 0 500.000 0 615.000 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

448.571 795.987 757.417 22.966 471.537 680.000 0 680.000 0 680.000 0

342.980 7.640.741 9.297.761 291.110 634.090 0 0 0 0 0 0

25.641 225.245 199.605 8.305 33.946 0 0 0 0 0 0

15.173 40.810 25.637 1.317 16.490 0 0 0 0 0 0

9.762 84.711 74.949 3.121 12.883 0 0 0 0 0 0

25.117 168.150 143.033 6.093 31.210 0 0 0 0 0 0

0 415 415 16 16 0 0 0 0 0 0

0 52.291 52.291 0 0 0 0 0 0 0 0867.244 9.008.350 10.551.108 332.928 1.200.172 680.000 0 680.000 0 680.000 0

10.718.057 137.570.435 145.653.898 6.153.637 16.871.694 14.220.000 0 6.220.000 0 6.335.000 0

19.496.187 342.129.687 402.333.499 12.961.244 32.457.431 176.252.000 89.678.000 190.231.000 74.126.000 126.374.000 51.311.000

1.310.545 32.450.634 83.651.089 1.238.964 2.549.509 97.925.000 28.794.000 122.403.000 75.368.000 154.993.000 82.848.261

3.801.220 94.414.220 112.556.000 3.604.941 7.406.161 39.839.000 13.671.000 43.363.000 8.817.000 29.223.000 4.828.000

4.028.622 75.772.939 77.906.317 2.875.740 6.904.362 23.516.000 8.143.000 18.290.000 5.188.000 1.631.000 0

3.686.367 109.608.011 142.746.645 4.198.027 7.884.394 39.243.000 1.500.000 46.745.000 2.740.000 19.270.000 0

291.493 3.084.750 2.793.257 114.800 406.293 0 0 0 0 0 0

6.239 118.551 112.311 4.500 10.739 0 0 0 0 0 0

263.767 4.717.152 4.453.385 178.794 442.561 0 0 0 0 0 0

50 149 99 5 55 0 0 0 0 0 032.884.490 662.296.093 826.552.602 25.177.015 58.061.505 376.775.000 141.786.000 421.032.000 166.239.000 331.491.000 138.987.261

43.602.547 799.866.528 972.206.500 31.330.652 74.933.199 390.995.000 141.786.000 427.252.000 166.239.000 337.826.000 138.987.261

0 141.806 141.806 5.516 5.516 0 0 0 0 0 0

0 4.538 4.538 177 177 0 0 0 0 0 0

0 7.200 7.200 280 280 0 0 0 0 0 0

0 1.800.000 1.800.000 70.020 70.020 0 0 0 0 0 0

0 5.899 5.899 229 229 0 0 0 0 0 0

0 20.420 20.420 794 794 0 0 0 0 0 0

0 916.076 916.076 35.635 35.635 0 0 0 0 0 0

0 561.326 561.326 21.836 21.836 0 0 0 0 0 0

0 53.529 33.529 2.082 2.082 0 20.000 0 20.000 0 20.000

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 793 793 31 31 35.000 35.000 35.000 35.000 0 0

0 4.274.275 3.524.275 0 0 0 750.000 0 750.000 0 750.000

0 74.206 74.206 2.887 2.887 0 0 0 0 0 0

96.294 2.688.927 2.592.633 102.882 199.176 0 0 0 0 0 0

60.000 1.740.000 1.680.000 66.616 126.616 0 0 0 0 0 0

47.706 1.385.862 1.338.156 53.059 100.765 0 0 0 0 0 0

204.000 13.674.857 12.700.857 362.044 566.044 35.000 805.000 35.000 805.000 0 770.000

47.653.939 825.695.982 995.627.562 32.096.915 79.750.854 393.443.000 142.591.000 427.287.000 167.044.000 337.826.000 139.757.261

Page 274: Concept begroting Zuid-Holland 2011

274

Investerings- en financieringsstaat 2010

Stand per

1-1-2011

Vermeer-deringen

2011

Vermin-deringen

2011 Afschrijving in

2011

Stand per

1-1-2012

A INVESTERINGEN (tegen boekwaarde)

1 Onroerende/roerende

bezittingen

799.814.233 400.869.546 184.927.026 43.602.548 972.154.206

2 Deelnemingen + overige verbonden partijen

3.457.266 0 0 0 3.457.266

3 Kapitaaluitgaven waartegenover geen bezittingen staan

18.021.676 2.413.000 0 4.051.392 16.383.284

4 Verstrekte langlopende geldleningen

4.402.804 35.000 805.000 0 3.632.804

Totaal A 825.695.979 403.317.546 185.732.026 47.653.940 995.627.559

B FINANCIERINGSMIDDELEN 1 Algemene reserve 46.240.196 1.000.000 25.458.884 0 21.781.312

2 Overige reserves 196.629.776 27.235.870 63.965.286 0 159.900.360

3 Voorzieningen 60.463.511 660.842 12.625.794 0 48.498.559

4 OVP Uitkeringen met specifiek bestedingsdoel

343.151.179 113.374.227 38.105.631 418.419.775

Subtotaal reserves, voorzieningen en OVP

646.484.663 142.270.938 140.155.595 0 648.600.006

5 Opgenomen vaste

geldleningen 341.329.408 186.000.000 20.357.815 0 506.971.592

6 Leningen provinciehuis 108.882.759 0 2.817.241 106.065.517

Subtotaal langlopende schulden

450.212.166 186.000.000 23.175.057 0 613.037.110

Totaal B 1.096.696.829 328.270.938 155.191.768 0 1.261.637116

C Financieringstekort op

basis van begrotingscijfers (A minus B)

(271.000.850) (266.009.557)

Kasgeldlimiet: 7% van

begrotingstotaal 65.835.271 65.835.271

D Financieren met

kasgeld/kort geld 0 0

E Herfinancieren lang geld 0 0

Page 275: Concept begroting Zuid-Holland 2011

275

Bijlagen

Page 276: Concept begroting Zuid-Holland 2011

276

Page 277: Concept begroting Zuid-Holland 2011

277

Bijlage 1 Voordracht

Page 278: Concept begroting Zuid-Holland 2011

278

Page 279: Concept begroting Zuid-Holland 2011

279

Bijlage 2 Amendenten en moties

Page 280: Concept begroting Zuid-Holland 2011

280

Page 281: Concept begroting Zuid-Holland 2011

281

Bijlage 3 Middeleninzet reguliere taken

LASTEN

Pg

Exploitatie Lasten

Bedragen x € $/111

Jaarreke-ning 2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Reguliere taken programma 1

110 Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten 34.625 23.164 534 280 282 284

110 Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO)

116 900 0 0 0 0

110 Apparaatslasten pg 110 1.042 929 1.117 978 978 978

120 Planmatig beheer onderhoud 10.748 11.454 10.102 10.185 10.162 10.151

120 Flora- en Faunawet/ Natuurbeschermingswet/Boswet/ Landschapsverordening

1.199 1.237 1.324 1.016 1.009 875

120 Natuurbeheer 9.680 11.815 17.963 13.912 12.842 11.832

120 Verkenning effectief samenwerkende eigenaren natuur-en recreatiegebieden

94 700 700 0 0 0

120 Apparaatslasten pg 120 13.989 17.190 15.972 15.799 15.790 15.790

120 Kapitaallasten pg 120 570 502 0 0 0 0

130 Bodembeleid 29.038 43.280 32.915 21.259 10.352 10.271

130 Programma Vitaal Platteland 30.311 45.276 21.443 12.924 11.844 3.419

130 Programma Groene Hart Zuid-Holland 1.687 1.164 1.164 1.164 724 724

130 Programma biodiversiteit 3 0 0 0 0 0

130 Nazorg stortlocaties 939 1.183 1.663 1.653 1.653 1.653

130 Bodembeheer 693 269 337 337 337 269

130 Duurzame glastuinbouw 40 14 0 0 0 0

130 Project Deltapoort 356 298 1.000 0 0 0

130 Apparaatslasten pg 130 13.418 14.472 14.075 13.826 13.815 13.815

140 Uitvoering grijze en blauwe wetgeving 13.192 17.658 18.168 13.158 13.158 13.158

140 Energie (mitigatie) 3.234 6.556 1.521 198 198 198

140 Ontwikkelingsplanologie en gebiedsontwikkeling

2.853 1.690 1.353 1.416 1.416 1.416

140 Waarborgen waterveiligheid 489 731 903 843 843 843 140 Borgen beleidscyclus Waterplan en

toezicht op waterschappen 728 440 5.088 1.977 982 283

140 Grondwaterplan 3.758 1.316 569 569 569 569

140 Luchtvaart 258 395 115 115 115 115

140 Geluid 2.715 649 649 649 649 649

140 Monitoring handhaving kwaliteit in Wabo 3 119 119 119 119 119

140 Uitvoering samenwerkingsovereenkomst 150 153 0 0 0 0

140 Muskusrattenbestrijding 1.348 1.409 2.011 727 713 701

140 Regie DCMR 0 794 794 794 794 794

140 Apparaatslasten pg 140 39.402 39.693 33.014 27.112 27.195 27.195

140 Kapitaallasten pg 140 256 141 0 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 1 216.935 245.592 184.613 141.012 126.542 116.103

Reguliere taken programma 2

210 Concessiebeheer 77.710 82.243 88.407 95.353 96.571 96.460

210 Concessieverlening 599 580 606 476 450 454

Page 282: Concept begroting Zuid-Holland 2011

282

Pg

Exploitatie Lasten

Bedragen x € $/111

Jaarreke-ning 2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

210 Toegankelijkheid bushaltes 1.050 0 0 0 0 0

210 Invoering OV-chipkaart 1.877 2.608 2.423 1.078 1.080 1.079

210 Beheer CVV 2.509 1.912 2.034 112 112 112

210 Bevorderen doorstroming OV 7.783 2.050 5.422 1.662 1.568 637

210 Apparaatslasten pg 210 1.726 1.634 561 558 558 558

220 Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur

30.581 28.451 32.575 26.790 26.784 28.621

220 Subsidie veilige veerverbindingen 0 4.400 2.500 0 0 0

220 Programmacoördinatie 2.259 5.672 5.462 2.562 2.562 2.562

220 Regievoering en verkeersveiligheid 7.507 7.506 14.039 1.013 1.013 1.013

220 Samenwerking met andere overheden -3 0 0 0 0 0

220 Verkeersstudies 6 0 0 0 0 0

220 Realisatie infrastructuur 23.129 24.267 60.580 84.261 71.807 69.217

220 Doorstroming op het vaarwegennet 6.340 895 7.855 7.140 12.326 15.396

220 Onderhouden provinciale wegen 24.699 16.587 11.899 23.387 25.130 26.859

220 Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten wegennet

463 1.470 6.414 7.333 9.421 8.114

220 Apparaatslasten pg 220 44.665 45.509 58.975 58.008 57.942 57.801

220 Kapitaallasten pg 220 55.525 56.219 0 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 2 288.426 282.002 299.751 309.731 307.325 308.884

Reguliere taken programma 3

310 Regionaal economisch overleg 254 300 300 300 300 300

310 Detailhandelsbeleid 164 356 356 356 356 356

310 Apparaatslasten pg 310 157 150 75 33 33 33

320 Economische Visie 358 845 845 845 845 845

320 Apparaatslasten pg 320 627 596 446 442 442 442

330 Apparaatslasten pg 330 103 100 116 114 114 114

Totaal Reguliere taken programma 3 1.663 2.348 2.138 2.090 2.090 2.090

Reguliere taken programma 4

410 Jeugdzorgaanbod 96.165 96.039 97.090 94.051 94.051 94.052

410 Plan van aanpak Bureau Jeugdzorg 40.735 34.793 33.103 30.181 30.181 30.181

410 Versterken algemeen en preventief jeugdbeleid

4.321 1.127 1.127 1.127 1.127 1.127

410 Cliëntenbeleid jeugdzorg 709 700 0 0 0 0

410 Apparaatslasten pg 410 2.649 3.012 2.119 1.956 1.956 1.956

410 Kapitaallasten pg 410 3 -27 3 3 3 3

420 Provinciaal sociaal & cultureel beleid formuleren/bijstellen

0 3 0 0 0 0

420 Ondersteuningstaak Wmo 123 126 0 0 0 0

420 Zorgvragersbeleid 5.029 4.744 4.747 4.365 4.365 4.365

420 Apparaatslasten pg 420 2.010 2.322 2.574 2.545 2.545 2.545

430 Ondersteuning RTV Rijnmond en RTV West

20.008 21.401 21.727 20.577 20.577 20.577

430 Regionale ondersteuning door provinciale instellingen

11.510 11.709 11.399 11.137 11.137 11.137

430 Beeldende Kunst en Vormgeving -190 0 0 0 0 0

Page 283: Concept begroting Zuid-Holland 2011

283

Pg

Exploitatie Lasten

Bedragen x € $/111

Jaarreke-ning 2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

430 Ontwikkeling Provinciale en Regionale Historische Centra

469 0 0 0 0 0

430 Samenwerkingsprojecten Den Haag en Rotterdam

75 0 0 0 0 0

430 Bibliotheekvernieuwing 252 193 193 193 193 193

430 Uitvoering Wet op de Archeologische Monumentenzorg

271 642 292 292 292 292

430 Cultuureducatie en cultuurparticipatie 2.536 3.089 2.989 2.989 1.528 1.528

430 Monumentale complexen 0 4.212 2.350 0 0 0

430 Apparaatslasten pg 430 3.139 2.997 4.169 4.076 4.063 4.063

Totaal Reguliere taken programma 4 189.815 187.081 183.880 173.491 172.018 172.018

Reguliere taken programma 5

510 Organiseren van projecten 98 736 259 1.071 1.071 1.071

510 Apparaatslasten pg 510 2.246 2.352 730 692 689 689

Totaal Reguliere taken programma 5 2.343 3.088 990 1.763 1.760 1.760

Reguliere taken programma 6

610 Samenwerkingsverbanden (w.o. IPO) 1.069 1.289 1.289 1.289 1.289 1.289

610 Beleidscoördinatie en Public Affairs 89 255 205 205 205 205

610 Communicatieadvies 848 1.038 1.312 957 957 957

610 Leren voor duurzame ontwikkeling 569 1.159 854 354 354 354

610 Ruimtelijke programma's 216 302 302 302 302 302

610 Onderzoeksagenda ruimte 0 44 44 44 44 44

610 Uitbouwen digitale informatievoorziening 106 220 155 155 155 155

610 Provinciale Planologische Commissie (PPC)

2 7 7 7 7 7

610 Kabinetszaken 440 396 396 396 396 396

610 Kwaliteit van het lokaal bestuur 559 719 2.619 719 719 719

610 Interactieve media 94 100 100 100 100 100

610 Financieël Toezicht en Archiefinspectie 87 5 5 5 5 5

610 Internationaal beleid 555 501 555 285 285 285

610 Onderzoeken Eenheid Audit en Advies 97 170 170 170 170 170

610 Algemene kosten dagelijks bestuur 1.508 1.817 1.962 1.679 1.679 1.679

610 Beleidscoördinatie RO 106 81 81 81 81 81

610 Apparaatslasten pg 610 17.351 17.083 17.646 17.416 17.389 17.389

610 Kapitaallasten pg 610 24 59 0 0 0 0

620 Beoordelen onderzoeken Randstedelijke Rekenkamer

436 428 438 449 460 460

620 COR beziet jaarlijks onderzoek naar effecten van provinciaal beleid

15 100 100 100 100 100

620 Algemene ondersteuning van PS 1.724 1.864 2.084 1.979 1.978 1.978

620 Apparaatslasten pg 620 1.713 1.795 1.834 1.814 1.814 1.814

Totaal Reguliere taken programma 6 27.608 29.431 32.158 28.506 28.490 28.489

Reguliere taken programma 7

710 Personele aangelegenheden 3.448 3.292 2.908 2.908 1.316 1.216

710 Overige provinciale baten 4.607 8.245 8.245 -1.000 -1.000 -1.000

Page 284: Concept begroting Zuid-Holland 2011

284

Pg

Exploitatie Lasten

Bedragen x € $/111

Jaarreke-ning 2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

710 Overige provinciale lasten 2.052 0 500 500 500 500

710 Uitoefenen van de treasuryfunctie 734 3.782 137 408 1.220 1.220

710 Taakstellingen en reserveringen 106 7.328 1.169 1.897 2.507 1.887

710 Voorzieningen 301 0 0 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 7 11.248 22.647 12.958 4.714 4.544 3.823

BATEN

Pg

Exploitatie Baten

Bedragen x € $/111

Jaarreke-ning 2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

Reguliere taken programma 1

110 Inzet uitvoeringsgerichte instrumenten 34.234 22.751 250 0 0 0

120 Planmatig beheer onderhoud 10.019 12.030 10.250 10.250 10.250 10.250

120 Flora- en Faunawet/ Natuurbeschermingswet/Boswet/ Landschapsverordening

520 587 470 134 134 0

120 Natuurbeheer 7.529 8.340 13.981 11.659 10.659 9.659

120 Apparaatslasten pg 120 34 0 0 0 0 0

130 Bodembeleid 26.884 31.355 22.673 11.111 204 122

130 Programma Vitaal Platteland 26.427 37.723 15.656 10.005 8.925 500

130 Programma Groene Hart Zuid-Holland 60 0 0 0 0 0

130 Nazorg stortlocaties 0 217 768 768 768 768

130 Bodembeheer -93 84 68 68 68 0

130 Project Deltapoort 0 0 600 0 0 0

130 Apparaatslasten pg 130 37 27 0 0 0 0

140 Uitvoering grijze en blauwe wetgeving 108 1.827 3.427 227 227 227

140 Energie (mitigatie) 108 5 0 0 0 0

140 Ontwikkelingsplanologie en gebiedsontwikkeling

144 0 0 0 0 0

140 Borgen beleidscyclus Waterplan en toezicht op waterschappen

170 0 4.473 1.694 699 0

140 Grondwaterplan 1.459 1.370 1.370 1.370 1.370 1.370

140 Luchtvaart 38 98 68 68 68 68

140 Uitvoering samenwerkingsovereenkomst 50 55 0 0 0 0

140 Muskusrattenbestrijding 2.654 2.347 6.168 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 1 110.383 118.816 80.223 47.353 33.371 22.963

Reguliere taken programma 2

210 Concessiebeheer 71.049 71.760 78.149 79.249 81.786 81.534

210 Bevorderen doorstroming OV 1.940 0 4.060 0 0 0

220 Dagelijks beheer en onderhoud infrastructuur

2.380 1.920 2.681 2.681 2.681 2.681

220 Regievoering en verkeersveiligheid 1.248 1.136 969 969 969 969

220 Samenwerking met andere overheden -13 0 0 0 0 0

220 Realisatie infrastructuur 27.610 36.443 52.450 50.789 32.187 33.955

220 Doorstroming op het vaarwegennet 0 0 0 0 450 2.000

Page 285: Concept begroting Zuid-Holland 2011

285

Pg

Exploitatie Baten

Bedragen x € $/111

Jaarreke-ning 2009

Begroting 2010 na

VJN

Begroting 2011

Raming 2012

Raming 2013

Raming 2014

220 Onderhouden provinciale wegen 44 604 455 0 0 0

220 Verkeersveiligheid: duurzaam veilig inrichten wegennet

-57 0 0 1.000 2.100 1.700

220 Apparaatslasten pg 220 8.338 12.013 12.013 12.013 12.013 12.013

Totaal Reguliere taken programma 2 112.539 123.876 150.777 146.701 132.186 134.852

Reguliere taken programma 3

320 Economische Visie 25 375 375 375 375 375

Totaal Reguliere taken programma 3 25 375 375 375 375 375

Reguliere taken programma 4

410 Jeugdzorgaanbod 94.280 94.842 93.712 92.212 92.212 92.212

410 Plan van aanpak Bureau Jeugdzorg 33.770 28.959 28.959 28.959 28.959 28.959

410 Versterken algemeen en preventief jeugdbeleid

-7 0 0 0 0 0

410 Cliëntenbeleid jeugdzorg 673 675 675 675 675 675

420 Zorgvragersbeleid 95 0 0 0 0 0

430 Regionale ondersteuning door provinciale instellingen

-37 0 0 0 0 0

430 Beeldende Kunst en Vormgeving -190 0 0 0 0 0

430 Bibliotheekvernieuwing 40 0 0 0 0 0

430 Uitvoering Wet op de Archeologische Monumentenzorg

0 350 0 0 0 0

430 Cultuureducatie en cultuurparticipatie -476 0 0 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 4 128.147 124.825 123.345 121.845 121.845 121.845

Reguliere taken programma 6

610 Samenwerkingsverbanden (w.o. IPO) 0 135 135 135 135 135

610 Beleidscoördinatie en Public Affairs 91 0 0 0 0 0

610 Communicatieadvies 65 40 40 40 40 40

610 Leren voor duurzame ontwikkeling 255 766 420 0 0 0

610 Ruimtelijke programma's 39 0 0 0 0 0

610 Kabinetszaken 19 26 26 26 26 26

610 Kwaliteit van het lokaal bestuur 27 0 0 0 0 0

610 Financieël Toezicht en Archiefinspectie 41 0 0 0 0 0

610 Internationaal beleid 46 0 0 0 0 0

610 Algemene kosten dagelijks bestuur 13 0 0 0 0 0

610 Apparaatslasten pg 610 0 131 131 131 131 131

620 Beoordelen onderzoeken Randstedelijke Rekenkamer

35 0 0 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 6 630 1.098 752 332 332 332

Reguliere taken programma 7

710 Personele aangelegenheden 3 0 0 0 0 0

710 Overige provinciale baten 182.007 195.837 197.311 162.597 161.482 159.354

710 Uitoefenen van de treasuryfunctie 15.371 19.820 11.135 15.762 23.834 24.827

710 Taakstellingen en reserveringen -14 0 0 0 0 0

710 Voorzieningen 22 0 0 0 0 0

Totaal Reguliere taken programma 7 197.389 215.657 208.446 178.359 185.315 184.180

Page 286: Concept begroting Zuid-Holland 2011

286

Page 287: Concept begroting Zuid-Holland 2011

287

Bijlage 4 Overzicht portefeuillehouders per produc tgroep

Programma/productgroep Verantwoordelijk gedeputeerde

Programma 1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke leef omgeving

110 Versterking vitale stedelijke netwerken Govert Veldhuijzen

120 Ontwikkelen en duurzaam beheren van recreatie- en natuurgebieden Joop Evertse

130 Verbetering van de kwaliteit van het landschap Joop Evertse / Govert Veldhuijzen

140 Duurzaamheid in de leefomgeving Erik van Heijningen /

Lenie Dwarshuis / Joop Evertse

Programma 2 Integrale bereikbaarheid

210 Intensiveren van openbaar vervoer Asje van Dijk

220 Optimaliseren van weg-, vaarweg- en fietsinfrastructuur Asje van Dijk

230 Realiseren van ketenmobiliteit Asje van Dijk

Programma 3 Een concurrerende, innovatieve en duurz ame

economie

310 Versterken van (boven)regionale economische ontwikkeling Asje van Dijk

320 Ontwikkeling van kenniseconomie en sterke clusters Asje van Dijk

330 Opleiden van (toekomstige) beroepsbevolking Asje van Dijk

Programma 4 Maatschappelijke participatie

410 Realiseren van zorg voor jongeren Tonny van de Vondervoort

420 Een goed en op de vraag afgestemd zorgaanbod en bijbehorende

sociale infrastructuur

Tonny van de Vondervoort

430 Versterken van culturele kwaliteit Martin Engelshoven-Huls

Programma 5 Integrale ruimtelijke projecten

510 Stimuleren (boven)regionale gebiedsontwikkeling Asje van Dijk / Lenie Dwarshuis /

Tonny van de Vondervoort /

Martin Engelshoven-Huls /

Joop Evertse

Programma 6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

610 Daadkrachtige en uitvoeringsgerichte provincie Jan Franssen / Erik van Heijningen/

Martin Engelshoven-Huls /

Lenie Dwarshuis /

Tonny van de Vondervoort

620 Provinciale Staten en Griffie Jan Franssen

Programma 7 Middelen

710 Middelen Erik van Heijningen

Page 288: Concept begroting Zuid-Holland 2011

288

Page 289: Concept begroting Zuid-Holland 2011

289

Bijlage 5 Wettelijke en provinciale kaders

Programma 1 Gezonde, veilige en aantrekkelijke lee fomgeving

Belangrijkste wettelijk kader

� Nationaal bestuursakkoord water

� Beleidslijn Ruimte voor de Rivier 2006

� PKB III - Ruimte voor de Rivier 2006

� Europese Kaderrichtlijn Water

� Waterschapswet

� Wet Ruimtelijke Ordening

� De Grondexploitatiewet

� De Wet Gemeenschappelijke Regeling

� De Woningwet

� De Huisvestingswet

� De Wet Stedelijke Vernieuwing

� Wet inrichting landelijk gebied

� Natuurbeschermingswet 1998

� Wet Milieubeheer

� Activiteitenbesluit (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer)

� Vuurwerkbesluit

� Ontgrondingenwet

� Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz)

� Besluit risico’s en zware ongevallen ‘99 (BRZO)

� Wet bodembescherming

� Flora- en Faunawet

� Boswet

� Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer

� Natuurschoonwet 1928

� Waterwet

Belangrijkste provinciale kader

� Algemene Subsidieverordening provincie Zuid-Holland (Asv)

� Beleidsplan Groen, Water en Milieu (BGWM) 2007-2010, geldigheidsduur verlengd (PB 2010, no 59)

� Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2009-2015

� provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007-2013 (pMJP)

� Bestuursovereenkomst PZH-LNV 2007-2013

� Beleidsvisie Recreatie 2000+, februari 1999

� Beleidsplan uitvoering Flora- en faunawet, januari 2003

� Verordening bescherming landschap en natuur Zuid-Holland

� Verordening vrijstellingen Flora- en faunawet

� Verordening leefbaarheid kleine kernen

� Waterverordening Zuid-Holland

� Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland

� Provinciale Milieuverordening

� Ontgrondingenverordening

� Heffingsverordening ontgrondingen

Page 290: Concept begroting Zuid-Holland 2011

290

� Verordening fonds bestuursrechtelijke handhaving milieuregelgeving

� Verordening provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland

� Verordening fonds afvalstoffen

� Verordening fonds sanering industrielawaai

� Bestuursrapportage verbeterprogramma vergunningverlening en handhaving bedrijfsgebonden

milieutaken 2001-2004 en visie en inzet 2005-2008, juni 2005 (GS)

� Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRSV)

� Lozingenbesluit bodembescherming

� Brijnbeleid Zuid-Holland

� Faunabeheerplan Zuid-Holland

� Beheersgebiedplan fourageergebieden

� Verordening Ruimte

� Integrale Ruimtelijke Projecten, projectmatig inzicht en sturing

� De Verordening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014

� De Verordening VINEX/VINAC Drechtsteden en Leidse Regio

� Subsidieregeling collectief particulier opdrachtgeverschap Zuid-Holland

� Handreiking aanwijzingsbevoegdheden handhavingsstructuur milieu van Gedeputeerde Staten en de

Ministers van VROM en van VenW, door GS van Zuid-Holland op 7 maart 2006 vastgesteld als

beleidskader ex artikelen 4:81-4:84 van de Algemene wet bestuursrecht

� Nota Handhaving 2005-2008

� Samenwerkingsovereenkomst Milieuwethandhaving 2006

� Beleidsnota Rioleringsbeleid in het buitengebied, september 1998

� Beleidsagenda voor de kust/procesplan aanpak zwakke schakels kust, 2003

� Nota Uitwerking Peilbeheer, 1998

� Integrale ontwikkelingsperspectief voor de Zuid-Hollandsche Kust 2005

� Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) � Beleidsnota Gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid, oktober 2003

� Distelverordening

� Verordening Watergebiedenen pleziervaart

� Verordening ophokverplichting duiven

� Natuurgebiedsplannen

� Compensatiebeginsel voor natuur en landschap

� Beleidskader nieuwe landgoederen

� Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer

� Subsidieregeling landelijk gebied

� Prestatieovereenkomst LNV

� Bestuursovereenkomst LNV

� Europese richtlijnen Vogel- en Habitatgebieden

Page 291: Concept begroting Zuid-Holland 2011

291

Programma 2 Integrale bereikbaarheid

Belangrijkste wettelijk kader

� De Planwet verkeer en vervoer, en in uitwerking de Nota Mobiliteit

� Wet infrastructuurfonds

� Wegenwet

� Provinciewet

� Scheepvaartverkeerswet

� Verenwet

� Binnenvaartpolitiereglement

� Wet en besluit Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU)

� Wet en besluit Personenvervoer 2000

� Wet infrastructuurfonds

� Wet ruimtelijke ordening

Belangrijkste provinciaal kader

� Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP)

� Meerjarenprogramma Provinciale Infrastructuur (MPI)

� Beleidsplan Goederenvervoer

� Bestedingsplan BDU 2009

� Gebiedsprofielen

� Algemene Subsidieverordening provincie Zuid-Holland (Asv)

� GS-regeling Fietsprojecten in Zuid-Holland

� GS-regeling Kwaliteitsbevordering Openbaar Vervoer

� Fietsplan 2008-2011

� Wegenverordening Zuid-Holland, juni 1997

� Vaarwegenverordening Zuid-Holland, september 1997

� Nota Groenbeheer, februari 2002

� Nota Baggerbeleid II, maart 1995

� Precarioverordening Zuid-Holland, december 2002

� Nota Gladheidsbestrijding op weg naar 2000, september 1997

� Nota Objectbediening Zuid-Holland, april 2000

� Nota IJsbestrijding, september 1999

� Nota Kapitaalgoederen, december 2004

� Nota Sturen op kwaliteit, GS vastgesteld maart 2005

� Ontwerp beheerplan Wegen 2008-2012, GS vastgesteld februari 2006

� Ontwerp beheerplan Vaarwegen 2008-2012, GS vastgesteld februari 2006

� Nota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart 2006, GS vastgesteld juni 2006

� Uitvoeringsregeling BDU 2008, 30 augustus 2007

� Operationalisering openbaar vervoer provincie Zuid-Holland, 12 december 2006

� Basisvoorzieningenniveau openbaar vervoer, VV in relatie tot stads- en streekvervoer (juli 2006)

� Programma Verkeersveiligheid 2008-2010

� Aanbestedingsreglement openbaar-vervoerconcessie

Page 292: Concept begroting Zuid-Holland 2011

292

Programma 3 Concurrerende, innovatieve en duurzame economie Belangrijkste wettelijk kader

� Vernieuwde Toeristische Agenda (vanuit ministerie EZ)

� Wet ruimtelijke ordening

� Pieken in de Delta

� EFRO

� Afgeleide van de Wet ruimtelijke ordening, gerelateerd aan de planologische aspecten van

bedrijventerreinen en met betrekking tot detailhandel en leisure

� Convenant Bedrijventerreinen Rijk-IPO-VNG 2010-2020

Belangrijkste provinciaal kader

� Provinciaal Economische Visie 2007-2011, december 2006

� Visie Greenports Zuid-Holland, december 2006

� Actieprogramma Ruimte voor Economie, oktober 2007

� Uitvoeringsprogramma Ruimte voor Economie 2008-2011

� Herstructureringsprogramma Bedrijventerreinen Zuid-Holland 2009-2013

� Actieprogramma Economische Clusters, mei 2008

� Operationeel Beleidsprogramma Arbeidsmarkt & Onderwijs, juni 2008

� Actieprogramma Greenports, april 2008

� Provinciale structuurvisie Detailhandel, juni 2006

� Convenanten onderwijs-arbeidsmarkt (met de drie Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid: Rijn

Gouwe, Haaglanden en Rijnmond)

� Cultuurnotaplan 2005-2008, mei 2005

� Agenda Vrijetijdsbeleid 2006-2010, mei 2005

� Uitvoeringsprogramma Agende Vrijetijd 2008-2010, april 2008

� Integraal Ontwikkelingsperspectief Kust, najaar 2005

� Algemene Subsidieverordening provincie Zuid-Holland (Asv) Programma 4 Maatschappelijke participatie Belangrijkste wettelijk kader

� Mediawet

� Wet op de Ruimtelijke Ordening - Wro (2009)

� Wet op de Monumentenzorg (1988)

� Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2006 - onderdeel van de Wet op de Monumentenzorg)

� Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten

� Cultuurnota 2009-2012

� Cultuurconvenant OCW-Landsdeel West

� Mandaatbesluit Fonds voor Cultuurparticipatie

� Wet op het specifiek Cultuurbeleid

� Bibliotheekcharter 2010-2012

� Wet op de jeugdzorg

� Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

� Wet ambulancevervoer

� Telefonische hulpdiensten (THD)

� VWS/IPO-convenant Regionale Patiënten/Consumenten Platforms

� Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO)

Page 293: Concept begroting Zuid-Holland 2011

293

� Wet op de expertisecentra (WEC)

� Wet op het primair Onderwijs (WPO)

� Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)

Belangrijkste provinciaal kader

� Algemene Subsidieverordening provincie Zuid-Holland (Asv)

� Cultuurplan 2009-2012

� Meedoen in Zuid-Holland, maatschappelijke participatie 2009-2012

� Subsidieregeling Maatschappelijke participatie Zuid-Holland

� Provinciale Structuurvisie (PSV) 2010

� Subsidieregeling Themajaar Cultuur 2010

� Subsidieregeling Themajaar Cultuur 2011

� Subsidieregeling Molens

� Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland

� Subsidieregeling Vrijetijd 2011

� Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, september 2006

� Programma Cultuurparticipatie Zuid-Holland 2009-2012

� Percentageregeling publieke kunstprojecten, februari 2003

� Agenda Vrije Tijd 2006-2010, speerpunt Cultuur

� Uitvoeringsprogramma Vrijetijd 2011

� Nota Archeologie, 2006 (Provinciale Onderzoeksagenda)

� Beleidsnota Van (Streek)archief naar Regionaal Historisch Centrum, maart 2002

� Ruimte voor jongeren, Provinciaal beleidskader jeugd 2009-2012

� Uitvoeringsprogramma jeugd 2010, december 2010 Programma 6 Daadkrachtig en slagvaardig bestuur

Belangrijkste wettelijk kader � Provinciewet

� Wet dualisering provinciebestuur

� Wet algemene regels herindeling (Arhi)

� Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

� Wet gemeenschappelijke regeling plus (Wgr-plus)

� Wet openbaarheid van bestuur

� Regeringsstandpunt Toekomst Overheidscommunicatie

� Gemeentewet

� Algemene wet bestuursrecht (Awb)

� Wet nationale ombudsman

� Kieswet

� Algemene bijstandswet

� Belemmeringenwet Privaatrecht

� Pachtwet

� Burgerlijk Wetboek

� Wet op de strandvonderij

� Wet op de lijkbezorging

� Wet bodembescherming

� Wet luchtverontreiniging

� Waterwet

Page 294: Concept begroting Zuid-Holland 2011

294

� Drank- en Horecawet

� Wet financiering decentrale overheden

� Besluit financiële verhoudingen

� Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

� Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994

� Rechtspositiebesluit wethouders

� Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

� Archiefwet 1995

� Archiefbesluit (AB)

� Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens

� Ambtsinstructie Commissaris van de Koningin

� Algemene persioenwet politieke ambtsdragers (Appa)

� Wet Bibob (Wet Bevordering IntegriteitsBeoordelingen Openbaar Bestuur)

� Wet rampen en zware ongevallen

� Brandweerwet 1985

� Politiewet 1993

� Wet Veiligheidsregio's (inwerkingtreding 1-10-2010)

Belangrijkste provinciaal kader � Nota ‘Grensverkennend en grensverleggend?’

� Strategische EU-Randstadagenda Gedeputeerde Staten 2007-2011

� Ontwikkelingen en ambities bestuurlijke organisatie op lokaal niveau in Zuid-Holland 2003-2006

� Procedureregeling grote projecten

� Reglement van de bezwarencommissie-Awb, januari 2004

� Verordening behandeling administratieve geschillen Zuid-Holland, december 1999

� Beleidskader deelnemingen

� Beleidskader financieel toezicht

� Archiefverordening provincie Zuid-Holland, oktober 2007

� Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen, mei 2006

� Programma Provincie Nieuwe Stijl 2008-2011

� Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie (PRSV)

� Verordening Ruimte � Financiële verordening, oktober 2007 � Controleverordening provincie Zuid-Holland, november 2003 � Verordening opcenten, april 2008 � Legesverordening Zuid-Holland, november 2007 � Regeling Document- en archiefbeheer Zuid-Holland, oktober 2007 � Inspraakverordening, maart 1995 � Verordening Recht van initiatief Zuid-Holland, juni 2007 � Reglement van de bezwarencommissie rechtspositie provinciaal personeel 2004, december 2004 � Organisatieregeling provincie Zuid-Holland, december 2006 � Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, juli 2007

Page 295: Concept begroting Zuid-Holland 2011

295

Bijlage 6 Kerngegevens provincie Zuid-Holland

Sociale infrastructuur 2007 2008 2009

Aantal inwoners 3.455.097 3.461.435 3.481.558

• Mannen 1.701.319 1.704.710 1.716.204

• Vrouwen 1.753.778 1.756.725 1.765.354

0 tot 5 jaar (%) 6,0 5,8 5,8

5 tot 15 jaar (%) 12,0 11,9 11,8

15 tot 25 jaar (%) 12,4 12,5 12,6

25 tot 45 jaar (%) 29,2 28,7 28,3

45 tot 65 jaar (%) 26,2 26,6 26,9

65 jaar en ouder (%) 14,3 14,4 14,6

Aantal huishoudens 1.554.885 1.562.536 1.578.504

Aantal personen per huishouden 2,20 2,19 2,18

Gem. aantal verstrekte WW-uitkeringen

Kwartaal 1 42.070 33.045 32.085

Kwartaal 2 38.720 31.095 36.975

Kwartaal 3 35.790 29.310 41.705

Kwartaal 4 34.325 29.185 46.285

Fysieke infrastructuur

Oppervlakte provincie in km2 3.418,50 3.418,50 3.418,50

• Land 2.814,69 2.814,69 2.810,23

• Water 603,82 603,82 608,27

Aantal gemeenten 77 77 76

Aantal woningen 1.530.254 1.540.715 1.552.666

Aantal recreatiewoningen 11.816 11.873 12.207

Gemiddelde WOZ waarde woningen

(excl. recreatiewoningen) 203.000

217.000 224.000

Woningdichtheid (aantal woningen per km2) 544 547 553

Lengte wegen, totaal in km 15.885 15.962 16.103

Waarvan: provinciale wegen in km 694 703 704

Aantal personenauto's 1.384.971 1.411.515 1.433.158

Aantal personenauto's per 1000 inwoners 401 408 414

Verkeersslachtoffers * 5787 5245 n.n.b.

Verkeersdoden * 100 84 102

Verkeersziekenhuisgewonden * 1420 1510 n.n.b.

Bron: CBS * Bron: door de politie geregistreerde cijfers

Page 296: Concept begroting Zuid-Holland 2011

296

Interne organisatie

Aantal PS-leden 55

Waarvan:

CDA 13

VVD 11

PvdA 9

SP 8

CU/SGP 6

Groen Links 3

Partij voor de Dieren 1

Leefbaar Zuid-Holland 1

D66 1

OFT 1

SDF 1

Aantal GS leden 7

Page 297: Concept begroting Zuid-Holland 2011

297

Bijlage 7 Afkortingenlijst

A&O Arbeidsmarkt en Onderwijs

AKR Actieprogramma Klimaat en Ruimte

AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

APW Actieprogramma Water

Asv Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland

BBL Bureau Beheer Landbouwgronden

BBP Bruto Binnenlands Product

BBV Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten

BDU Brede doeluitkering

BLS Besluit Locatiegebonden subsidies

BNG Bank Nederlandse Gemeenten

BO Bestuursovereenkomst

BOR Bereikbaarheidsoffensief Randstad

BRIKS Bouwen, Reclame, Inrit, Kappen en Slopen

bvo Bruto vloeroppervlak

BZK (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CBS Centraal Bureau voor de Statistiek

CdK Commissaris van de Koningin

COR Commissie voor Onderzoek van de Rekening

CPB Centraal Planbureau

CPI Consumentenprijsindex

CPO Collectief Particulier Opdrachtgeverschap

CVV Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

DAV Drechtsteden-Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

DBI Dienst Beheer Infrastructuur

DCMR Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond

DLG Dienst Landelijk Gebied

DO Definitief ontwerp

DRIP Dynamisch route-informatiepaneel

DRIS Dynamische reisinformatiesysteem

DVM Dynamisch Verkeersmanagement

DVS Dienst Verkeer en Scheepvaart

EEV Enhanced Environmentally friendly Vehicle

EFRO Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EHS Ecologische Hoofdstructuur

EMU Economische en Monetaire Unie

EZ (Ministerie van) Economische Zaken

FEED Flexibel, efficient, effectief en digitaal

Fido Financiering Decentrale Overheden

Page 298: Concept begroting Zuid-Holland 2011

298

GOP Glastuinbouwontwikkelingsmaatschappij Overbuurtsche Polder

GR Gemeenschappelijke Regeling

GS (college van) Gedeputeerde Staten

GZH Groenservice Zuid-Holland

HBPO Holland Business Promotion Office

HMC Hogere Milieu Categorie

HNP Huis der Nederlandse Provincies

HOV Hoogwaardig openbaar vervoer

HWN-OWN Hoofdwegennet - Onderliggend wegennet

I&A Informatisering en Automatisering

IBHR Integrale benadering Holland Rijnland

ILG Investeringsbudget Landelijk Gebied

Interreg Interregionale samenwerking

IODS Integrale ontwikkeling Delft-Schiedam

IOOV Inspectie Openbare Orde en Veiligheid

IOPW Integraal Ontwikkelingsplan Westland

IPO Interprovinciaal overleg

IRP Integraal Ruimtelijk Project

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

IWA Investeringen, waarderingen en afschrijvingen

JSO (Expertisecentrum voor) Jeugd, Samenleving en Opvoeding

KADO Kader Afweging Duurzame Ontwikkeling

KMR Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam

KRW Kaderrichtlijn Water

KWO Koude- en warmteopslag

LNV (ministerie van) Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

MER/m.e.r. Milieueffectrapportage

MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

MPI Meerjarenprogramma Investeringen Provinciale Infrastructuur

MRB Motorrijtuigenbelasting

MTR Midterm review

MUP Meerjaren Uitvoeringsprogramma

NBW Nationaal Bestuursakkoord Water

NSL Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

NUP Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid

NWB Nederlandse Waterschapsbank

OCW (ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OGZ (Afdeling) Ontwikkeling en Grondzaken

ONW Ontwikkelingsmaatschappij Het Nieuwe Westland

OP West Operationeel programma West

ORZ Oude Rijnzone

Page 299: Concept begroting Zuid-Holland 2011

299

OSK Ontwikkelingsstrategiekader Zuidplas

OV Openbaar vervoer

OVP Overlopende passiva

OvT Organisatie van de Toekomst

P&C Planning en Control

P+R Parkeren en Reizen

PAK Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

PAL Provinciaal Actieprogramma Lucht

PCC Provinciaal Coördinatiecentrum

PCI Provinciaal Crisis Informatiecentrum

pMJP Provinciaal meerjarenprogramma

PMR Project Mainportontwikkeling Rotterdam

PNS Provincie Nieuwe Stijl

POP Platteland Ontwikkelings Programma

POW Personenvervoer over water

PPC Provinciale Planologische Commissie

PPS Publiek-private samenwerking

PRG Provinciale Recreatiegebieden

Proav Provinciaal Afvalverwijderingsbedrijf

PS (college van) Provinciale Staten

PSV Provinciale Structuurvisie

PVVP Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan

PZH Provincie Zuid-Holland

R&D Research & Development

RAS Regionale Agenda’s Samenleving

RGL RijnGouweLijn

RHC Regionaal Historisch Centrum

RO Ruimtelijke ordening

RodS Recreatie om de Stad

ROM-D Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden

ROV Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid

ROZ Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas

RPA Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid

RPV Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid

RSL Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

RU Randstad Urgent

RUD Regionale Uitvoeringsdienst

RZG Rotterdam Zoetermeer Gouda

SAN Storage Area Network

SLMA Stichting Landelijk Meldpunt Afvalstoffen

SLOK Stimulering LOkale Klimaatinitiatieven

SOK Samenwerkingsovereenkomst

TBM Terrein Beheer Model

TUM Toekomstige Uitvoering Milieutaken

Page 300: Concept begroting Zuid-Holland 2011

300

UHB Uitvoering Herstructurering Bedrijventerreinen

UPR Urgentieprogramma Randstad

UPS Uitvoeringsprogramma Structuurvisie

UWO Uitwerkingsovereenkomst

V&W (ministerie van) Verkeer en Waterstaat

VCC Vervoerscoördinatiecentrum

VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VRI Verkeers Regel Installaties

VROM (ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

VZHG Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten

Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wbb Wet bodembescherming

WFIA West-Holland Foreign Investment Agency

WILG Wet inrichting landelijk gebied

Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning

Wro Wet ruimtelijke ordening

WSDV Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing

ZHZ Zuid-Holland Zuid