Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
CULTUUR EN CULTUURBELEVING
Met specifieke aandacht voor Ecuador
Het is moeilijk het begrip cultuur af te bakenen of grenzen te trekken tot waar cultuurbeleving gaat.
Eerst en vooral is het belangrijk om op te merken dat het onderscheid tussen het dagelijks en het culturele
leven, tussen gebruiksvoorwerp en kunstexpressie, niet bij alle volkeren duidelijk gemaakt wordt.
Daarenboven zijn expressievormen die in andere “culturen” gebruikt worden niet altijd van dezelfde aard als
dewelke in Europa gangbaar zijn en zo gewaardeerd worden. Denk bijvoorbeeld aan de mandenkunst, de
keramiek of de weefkunst van bepaalde inheemse groepen: deze zullen in Westerse ogen op het eerste zicht
misschien gewoon gebruiksvoorwerpen zijn, in werkelijkheid zijn het ingewikkelde creaties die bovenop de
gebruikswaarde ook religieuze elementen en symbolen bevatten en spirituele functies hebben, en die ook
het resultaat kunnen zijn van familiebanden en een complexe sociale taakverdeling.
2
3
1. Introductie ........................................................................................................................................ 4
1.1. Afkomst en etnie ...................................................................................................................... 4
1.2. Taal ........................................................................................................................................... 7
1.3. Gender ...................................................................................................................................... 8
1.4. Religie ....................................................................................................................................... 9
2. Bossen en cultuurbeleving ............................................................................................................. 10
3. Tijd-ruimteperspectief van inheemse gemeenschappen ............................................................... 12
4. Mythen en legenden ...................................................................................................................... 14
5. Riten, ceremonies, feesten ............................................................................................................. 16
6. Artisanaat en kledij ......................................................................................................................... 19
6.1. Keramiek ................................................................................................................................. 19
6.2. Weefkunst .............................................................................................................................. 21
............................................................................................................................................................ 23
6.3. Kleding .................................................................................................................................... 24
6.4. Juwelen ................................................................................................................................... 25
6.5. Lichaamsschilderingen ........................................................................................................... 25
6.6. Houtsnijwerk .......................................................................................................................... 26
7. Gastronomie ................................................................................................................................... 27
8. Wonen ............................................................................................................................................ 29
4
1. Introductie
1.1. Afkomst en etnie
Latijns-Amerika heeft grotendeels een gedeelde geschiedenis. Deze zorgt ervoor dat alle landen een
hele waaier van etnieën en afkomsten herbergen.
Voor de kolonisatie waren er over het hele continent inheemse gemeenschappen gevestigd,
waaronder enkele grote rijken, zoals dat van de Inca’s. Met de conquista kwamen er niet alleen
Spanjaarden, maar ook Afrikaanse slaven en immigranten uit Europa en andere delen van de wereld1.
In elk land heeft deze diversiteit tot andere verhoudingen geleid. Op sommige plaatsen is het een
ware smeltkroes geworden, een melting pot, waarbij interetnische huwelijken en culturele
uitwisselingen allerlei schakeringen tot gevolg hebben. Elders spreekt men dan weer van een salad
bowl, waar de verschillende afkomsten naast elkaar leven in hetzelfde land, maar de etnische
grenzen vrij solide zijn. En alles daar tussenin natuurlijk.
De etnische groepen die gewoonlijk onderscheiden worden zijn colonos en criollos, dit zijn tijdens de
Conquista gemigreerde blanken en hun afstammelingen; indígenas, de inheemse bevolkingsgroepen2;
mestizos, de grootste groep die van gemengd blank-inheems bloed zijn; afros, die afstammen van de
zwarte slaven; zambos, een mengeling tussen afro en inheems; en alle andere mogelijke combinaties
tussen de groepen en nieuwe migrantengemeenschappen. De aanwezigheid van deze groepen is heel
verschillend in Latijns-Amerika. In Haïti bestaat de bevolking bijvoorbeeld voor 95% uit afro’s, terwijl
in Bolivië inheemsen nog meer dan de helft van de bevolking vertegenwoordigen.
In Ecuador zijn de mestiezen in de meerderheid met ongeveer 65%. Ongeveer een kwart tot een
derde van de bevolking is van inheemse afkomst. Daarnaast zijn er nog kleine groepen van blanken,
afro’s en mensen van Oosterse origine.
1 In Ecuador gaat het voornamelijk over Duitse, Italiaanse, Libanese en Aziatische migranten. 2 Het gaat om 40-55 miljoen mensen of 10% van de bevolking van Latijns-Amerika
5
Na de verovering van Ecuador door de Spanjaarden zijn er als het ware twee parallelle samenlevingen
ontstaan: die van de kolonisten en die van de inheemsen. Deze laatste werd lang benadeeld en men
probeerde zelfs de identiteit en cultuur van deze gemeenschappen te ontwrichten. Pas recent heeft
de staat inspanningen geleverd om dit “culturele geweld” te stoppen en de rechten, tradities en
culturen van de indígenas te beschermen. In de grondwet van 1996 krijgen de inheemsen een
politieke erkenning, Ecuador is vanaf dan officieel een pluri-culturele, multi-etnische staat. Sinds 1998
zijn de inheemse talen officieel erkend.
Vele inheemse gemeenschappen van hun kant, proberen zich te onderscheiden van de Europees-
Spaanse consumptiecultuur. Ze doen dit door hun tradities te behouden en via democratische weg
hun landrechten en waarden te conserveren.
Het land telt 12 verschillende inheemse groepen: Awa Kuaiker, Chachis, Tasáchillas, Andes Quichuas,
Amazone Quichuas, Salasacas, Cañaris, Sionas en Secoyas, Cofanes, Huaoranis, Shuaras/Achuaras,
Saraguros, Záparos. Ze zijn zowel in de kustregio, in de Andes als in het Amazonegebied
vertegenwoordigd. We situeren enkele van deze etnieën.
De Cañari leven in de Zuidelijke helft van de Andes, in de provincie Cañar en hebben een lange en
interessante geschiedenis, de eerste sporen van deze beschaving dateren van minstens 200 voor
Christus. Ze woonden reeds in het Zuiden van Ecuador voor de Inca’s vanuit Peru oprukten. Ze dreven
handel met de kustregio en ruilden maïs voor zeevruchten. De Cañari onderhielden nauwe contacten
met de Inca’s en vochten samen tegen de Spanjaarden. Ingapirca, de bekende Inca-tempel, is in feite
van Cañari origine. Ingapirca was het religieuze en administratieve centrum van de Cañari beschaving.
Na eeuwen van conflict, politieke verschuivingen, ziektes, invloeden van andere groepen en migratie,
is het een mengeling geworden. Vandaag blijven nog slechts enkele gemeenschappen over. Ook de
cañari taal is verloren gegaan, de meeste Cañari spreken nu Quichua. Ze vallen op door hun
traditionele, kleurrijke kledij.
6
Enkele tienduizenden Shuar leven tussen het Andiene hoogland en de laagvlakte van de Amazone,
zowel in Peru als in Ecuador. Ze dragen al eeuwen een imago mee van gewelddadige koppensnellers
waar ze graag van af willen. Sommige groepen leven voornamelijk van de veeteelt, maniokteelt en
textielproductie. Voor anderen is het bos de supermarkt: ze doen aan bosbouw, tuinbouw, vissen en
jagen. Bij die laatste is de band met het woud zeer nauw. Vaak bouwen ze huizen voor 6 of 7 jaar of
tot er een familielid sterft en trekken dan weer verder.
De Huaorani strijden hevig voor hun territoriale rechten, van de 20.000 km² is nu slechts een
territorium van 1.605 km² overgebleven. De Huaorani leven van jacht en landbouw, door middel van
een cyclische migratiemethode hebben ze steeds vruchtbare bodem voor hun gewassen
De eerste slaven arriveerden in Ecuador halverwege de 16de eeuw. In Esmeraldas revolteerde een
groep van ongeveer 25 slaven en vluchtten de jungle in. Op deze vruchtbare gronden stichtten ze de
eerste Afro-Ecuadoraanse dorpen. Na een periode met enkele hevige conflicten, slaagden ze erin
vreedzaam samen te leven met de inheemse bevolking. Ook in de Andesregio is er één zwarte
enclave: Chota. De afro-cultuur kenmerkt zich door de levendige muziek en de heerlijke viskeuken.
7
Deze bevolkingsgroep heeft het moeilijk om een evenredig deel van de welvaart op te eisen en hun
rechten door middel van collectieve organisaties te verdedigen, ze hebben ook te kampen met
vooroordelen.
De mestiezen vormen dus de grootste bevolkingsgroep in het land, ze houden dan ook een groot deel
van de politieke macht in handen. De Ecuadoraanse middenklasse bestaat bijna uitsluitend uit
mestizos.
De blanken vormen een kleine minderheid, het gaat om maximum 6% van de bevolking. Niettemin
vormen ze een belangrijke economische macht.
De etnische affiliatie vormt een belangrijke factor in de identiteit van een aantal bevolkingsgroepen,
waaronder hoofdzakelijk de indígenas en de afro-gemeenschap. Ze voelen zich dan ook verbonden
met andere samenlevingen en gemeenschappen over de landsgrenzen heen. Ook binnen de
landsgrenzen organiseren de inheemsen zich. Zo werd de politieke partij Movimiento de Unidad
Plurinacional Pachakutik opgericht in 1996. De vlag beeldt een regenboog en een anaconda uit, dit
staat symbool voor de verenigde krachten van de Andes- en Amazone-volkeren. Ook de gouden zon
en een Inca-groet3 behoren tot de symboliek van de beweging. In Ecuador hebben de indígenas zich
georganiseerd ook in CONAIE, de Confederatie van Inheemse Volkeren van Ecuador. De organisatie
verwoordt het waarom van haar oprichting als volgt:
“De kennis en gebruiken van de oude of inheemse geneeskunde, het gebruik van landbouwkalenders,
de relatie met de natuur, dit is het leven voor de inheemse volkeren. Daarom is CONAIE opgericht
om de nodige acties te stimuleren die onze kennis en rechten versterkt en als dusdanig erkend
wordt.”
1.2. Taal
In de prekoloniale tijd werden vermoedelijk meer dan 1.700 verschillende talen gesproken in Latijns-
Amerika, een enorm aantal vermits de eerste mensen pas vrij recent, 14.000 jaar geleden, voet zetten
op dit deel van de wereld. De verklaring hiervoor is vermoedelijk de geïsoleerdheid van de
3 “Ama sua, ama lluclla, ama quella”, dat betekent “steel niet, lieg niet, wees niet lui”.
8
gemeenschappen en de fysieke grenzen van het continent. Vandaag is Spaans echter dé lingua franca.
Van de vele inheemse talen blijven er vandaag nog 550 tot 700 over.
Naast het Spaans worden er in Ecuador nog 13 inheemse talen gesproken, deze hebben een
prekoloniale oorsprong en zijn – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Afro-Latino-talen –niet
rechtstreeks beïnvloed door de Spaanse grammatica en syntaxis. Het Quichua is hiervan de
belangrijkste, met om en bij de twee miljoen sprekers4. Deze taal, die de voertaal in het Inca-rijk was,
blijft vandaag zowel in de Andes als in de Amazone-regio veel gesproken en heeft vele dialecten en
varianten. De Quichua noemen zichzelf Runa (mens) en hun taal runa shimi (menselijke tong/taal).
In het oosten van Ecuador, in het Amazonebekken is Jivaro de belangrijkste inheemse taal met 50.000
tot 70.000 sprekers. Aan het andere uiterste heb je het Sáparo, dat vermoedelijk nog door maximum
7 ouderen gesproken wordt. De meeste talen hebben enkele honderden tot enkele duizenden
sprekers.
1.3. Gender
Latijns-Amerika is berucht om zijn machismo, een term voor haantjesgedrag bij mannen waarvan
onder meer het tentoon spreiden van fysieke kracht, dominantie en seksuele geldingsdrang
kenmerken zijn. Machismo houdt enerzijds het traditionele beeld van de vrouw en de onderlinge
rolpatronen in stand, de houding van de man ten opzichte van de vrouw is anderzijds vaak arrogant
en zelfs agressief. Niettemin scoren veel landen relatief goed op de Social Institutions & Gender Index,
zo staat Argentinië op de eerste plaats, Ecuador staat als 18de van de 86 onderzochte landen
genoteerd. Het is dus een genuanceerd beeld. Ook in Ecuador is de positie van de vrouw verschillend
naargelang klasse, etniciteit, regio, enzovoort, en gaat van gelijkwaardig tot gedomineerd. In het
moderne Ecuador, des te meer in stedelijke omgeving, zijn vrouwen deel van alle segmenten van de
arbeidsmarkt, tot en met hoge overheidsposten.
In andere, vaak meer rurale, regio’s zijn er wel nog klassieke rolpatronen. De vrouw verricht er zware
arbeid op de chacra, het veld, staat in voor het huishouden en houdt zich ’s avonds vaak ook bezig
met handwerk, vaak om te verkopen.
4 In totaal heeft het Quechua 8,5 à 10 miljoen sprekers in Ecuador, Peru, Bolivia, Colombia, Brazilië en Argentinië.
9
In de regio rond Salasaca, centraal in het land, in de provincie Tungurahua, en in bepaalde streken in
de Andes, is er een matriarchale samenleving. De moeder is er het hoofd van de familie en
afstammelingen dragen haar achternaam. Wanneer jongens of mannen trouwen gaan ze inwonen bij
de familie van hun vrouw. De man gaat jagen en vissen, de vrouw is verantwoordelijk voor het land
en het huis, en heeft zeggenschap over alles wat in huis gebeurt. Als het koppel scheidt, blijft de
vrouw in het huis wonen en behoudt het hoederecht over de kinderen.
Sinds de jaren ’90 is de vrouwenbeweging sterk opgekomen, met allerhande NGO’s, wijkcomité’s,
coöperatieven,…
1.4. Religie
Sinds de kolonisatie is het katholicisme in heel Latijns-Amerika aan een opmars begonnen. Vandaag
wordt 9 op de 10 latino’s als katholiek beschouwd. Toch moet hier een belangrijke kanttekening bij
gemaakt worden. Vaak gaat het om synchretisme, waarbij mengvormen ontstaan tussen het
katholicisme en andere traditionele geloofssystemen. In verschillende gebieden worden heidense
goden vermomd als katholieke heiligen, voorbeelden zijn de Orishas en de santería in Cuba, de
Candomblé in Brazilië en de voodoo in Haïti. Ook in Ecuador is het katholicisme vaak een flinterdun
laagje dat – om verschillende redenen – op het traditionele geloof ligt.
Bij inheemse religies staat vaak een harmonieuze relatie tussen mens en natuur centraal, met
daaraan verbonden de verering van Pacha Mama of Moeder Aarde. Natuurelementen worden
gepersonifieerd, dieren en planten zijn bezield (animisme), en mensen voelen zich verbonden met het
landschap waarin ze leven. Het geloof van de verschillende inheemse volkeren is echter sterk
uiteenlopend. Samen met de politieke emancipatie in de jaren ’90, kwam er een opwaardering van
deze geloofsuitingen.
De Andesregio heeft een lange traditie van Zonneverering. Vier keer per jaar, waaronder op de twee
zonnewendes, wordt feest gevierd ter ere van de Zon (en de Maan). Deze verering is gebaseerd op de
astrologische kennis van de voorouders en is sterk verbonden met de maïsteelt. Ook deze feesten
hebben zich vermengd met katholieke feestdagen. Zo werd Inti Raymi, Feest van de Zon, in de
koloniale tijd verboden door de katholieke kerk en vervangen door het feest van San Juan, Johannes
10
de Doper. Het feest werd pas een paar decennia geleden in ere hersteld. De geschiedenis van de
Zonneverering gaat ver terug, de eerste Inca-koning zou een afstammeling zijn van de Zonnegod Inti.
De zon is belangrijk, want die bracht orde in het leven: de schommeling tussen dag en nacht en de
richtingen Oost en West. De zon is de man die dagelijks naar het westen reist, afdaalt naar de zee en
die opdrinkt, zo wordt gezegd.
Een vaststelling die niet alleen voor Ecuador, maar voor veel traditionele geloofssystemen in Latijns-
Amerika geldt, is dat de grenzen tussen het heilige, het natuurlijke en het dagelijks leven vaag zijn.
Goed en kwaad, leven en dood, de geest en de materie, het echte en het imaginaire bestaan uit een
continuüm zonder strikt onderscheid. Op die manier zijn mensen, dieren, planten, elementen, goden,
geesten van de doden en visioenen op dezelfde manier deel van het universum, alle niveaus
doorkruisen elkaar en staan met elkaar in verband. Deze holistische benadering is karakteristiek voor
traditionele samenlevingen. Het heilige is dan ook altijd aanwezig in het dagelijks leven. Het
bovennatuurlijke vraagt geen aparte tijd noch ruimte om te worden waargenomen of ervaren.
Hetzelfde geldt voor de natuurlijke omgeving. Bergen worden bijvoorbeeld aangevoeld als een plaats
waar mythische wezens leven, maar er is geen grens die deze wereld scheidt van de natuurlijke
wereld. Elk element van de kosmos is een incarnatie van het bovennatuurlijke, dat omgezet wordt in
voorzichtigheid, actie, angst of feest. Op die manier kan een vogel, een vlinder, een licht of een flits,
een geluid, een geur, een gevoel of een koude rilling in het lichaam de aanwezigheid van een geest,
de nabijheid van de dood of een nieuw mysterie aankondigen.
2. Bossen en cultuurbeleving
In bijna heel Europa worden bossen al eeuwenlang geëxploiteerd, beheerd en gebruikt door
verschillende groepen met verschillende belangen. Als we aan bossen denken in de Vlaamse context,
denken we in de eerste plaats aan de ecologische of economische functies ervan. Daarnaast is er
uiteraard een belangrijke sociale en recreatieve component, denk maar aan wandelaars,
mountainbikers, paardenliefhebbers, speelbossen, bossen waar aan wetenschappelijk onderzoek
gedaan wordt,…
11
In het Zuiden is de natuurlijke omgeving in een veel ongereptere staat. Vele lokale gemeenschappen
leven er nog in, met of naast het bos. De culturele rijkdom is op die manier verweven met de
natuurlijke rijkdom, cultuurbeleving is onlosmakelijk verbonden met de natuurlijke omgeving.
De verschillende culturele waarden en symbolische functies die bossen vervullen zijn even talrijk en
divers als er gemeenschappen en regio’s zijn. Er is zelfs geen duidelijk onderscheid tussen culturele
waarden en bosfuncties. Zowel materieel als immaterieel, zijn bossen aanwezig in alle aspecten van
cultuur: taal, geschiedenis, kunst, religie, geneeskunde,…
Bomen en bossen, de brug tussen hemel en aarde, symboliseren vaak de brug tussen het spirituele
en het dagelijks leven. Tijdens rituelen en ceremonies kan bijvoorbeeld gerefereerd worden naar de
culturele erfenis en de voorouders van de gemeenschap. Bomen kunnen bovendien symbool staan
voor het leven of de dood, voor vruchtbaarheid, wijsheid, autoriteit, als beschermer, als genezer,
enzovoort.
Bossen kunnen ook het toneel zijn voor culturele of andere activiteiten, zoals heilige sites of plaatsen
waar de gemeenschap samenkomt voor sociale of politieke bijeenkomsten. Bepaalde soorten of
delen van een boom kunnen bijzondere betekenissen of krachten hebben.
Bomen kunnen verder een juridische functie hebben, bijvoorbeeld door eigendomsgrenzen aan te
geven, ze hebben daarnaast ook een symbolische rol als “bemiddelaars”. Waar de mensen niet in
staat zijn een conflict op te lossen, wordt het geval voorgelegd aan een boom. De gemeenschap zoekt
zo andere manieren van sociale controle wanneer de gangbare sociale code niet toereikend is.
Tot slot is er een enorm scala aan bosproducten die gebruikt worden voor verschillende doeleinden.
Gebruiksvoorwerpen bijvoorbeeld, voedsel en drank, kledij, muziekinstrumenten, medicijnen en vele
andere zaken.
Veel van deze elementen komen kort aan bod in de volgende hoofdstukken.
12
3. Tijd-ruimteperspectief van inheemse
gemeenschappen
In het Westen zien we tijd als een rechte lijn, met voor ons de toekomst en achter ons het verleden.
Om inheemse gebruiken te begrijpen, is het vaak nodig om Westerse denkbeelden aan de kant te
schuiven. Dit is zeker ook het geval voor de manier waarop indígenas hun eigen omgeving en de tijd
beleven.
Waar tijd voor ons een lineair gegeven is, denk maar aan de tijdlijnen tijdens de geschiedenislessen,
de opeenvolging van stadia in ons eigen leven, bekijken traditionele gemeenschappen tijd vaak als
een cyclisch iets, gebaseerd op de cycli die er in de natuur zijn, zoals die van de seizoenen, de maan,
droogte en regenseizoenen, enzovoort. Ook wij zijn in zekere zin nog gevoelig aan deze zienswijze,
denk bijvoorbeeld aan het hunkeren naar de lente na een lange, donkere winter.
In het algemeen kan vastgesteld worden dat vele polytheïstische geloven eerder een cyclische
tijdsbenadering hebben, terwijl het monotheïsme vaak gepaard gaat met het lineaire denken. Een
ander concept is dat van de eeuwige terugkeer. Het idee hierachter is dat het universum telkens
terugkeert in een gelijkaardige vorm in tijd en ruimte. Meer nog is onze Europese kijk gevormd door
het rationalisme en het positivisme die sinds de Moderne Tijd niet meer weg te denken zijn,
Descartes was hiervan een belangrijke grondlegger.
De lineaire visie heeft belangrijke gevolgen voor hoe we naar de werkelijkheid kijken. Op een
vaststaande, deterministische manier delen we het totaalbeeld op in kleinere, onafhankelijke delen.
We gaan voorbij aan hun onderlinge interacties en verliezen in zekere zin het geheel uit ogen, het is
dus ook een reductionistische visie.
De cyclische of spiraalbenadering ziet de verbondenheid tussen de verschillende onderdelen. Elk deel
wordt bepaald door de harmonie en het evenwicht in een groter geheel. Deze manier van kijken
vinden we terug in biologische, fysiologische en psychologische processen die men onderzocht heeft.
13
In de natuur zijn er tal van voorbeelden van cycli, zoals de groei, bloei en zaadzetting van planten.
Deze gebeuren nooit op zichzelf, maar in een groter geheel van onderlinge relaties. De cyclische komt
dus niet uit het ijle. Ze staat het toe zowel in tijd als in ruimte een collectieve ervaring te delen, de
ontwikkeling van het individu en het collectief lopen zo samen. Kennis en geschiedenis kunnen op
eender welk punt van de spiraal ontstaat en nooit een einde kennen. Het is duidelijk dat
communicatie, dialoog en een collectieve aanpak hierbij nodig zijn. Emotie en beleving is verbonden
met Moeder Aarde of Pacha Mama. Tegenover onze nadruk op het woord, staat de focus van
indígenas op symbolen.
Inheemse gemeenschappen verbinden het verleden aan heden, construeren de toekomst door terug
te keren naar hun eigen wortels. Toekomst is niet simpelweg wat nog gaat komen, verleden is niet
iets wat geweest is. De tijd kan dus in twee richtingen gaan: de toekomst kan “terug” zijn en het
verleden “vooruit” of omgekeerd.
Deze ideeën worden ook toegepast op het eigen leven. Leven en dood worden niet als
tegengestelden gezien, maar als twee complementaire elementen. En het nieuwe jaar is bijvoorbeeld
het begin van een nieuw leven, het is niet de som van voorgaande jaren.
De ruimte wordt in deze visie gezien als een web van kosmische, natuurlijke en menselijke relaties.
De mens kan zich daarom niet alleen voelen op de aarde.
In de Mapuche cultuur, een indianengroep in Chili, zijn er 4 grote principes die dit onderstrepen:
- Dualiteit: tegengestelden worden steeds als complementair beschouwd en zo wordt er
eenheid gevonden in de natuurlijke en menselijke diversiteit. Deze dualiteit wordt
doorgetrokken in de organisatie van de samenleving.
- Complementaire tegenstelling: Met dit principe wordt de natuurlijke omgeving beschreven:
dag en nacht, zaaien en oogsten, bergen en valleien,… De kijk op de natuur wordt hierdoor
vorm gegeven.
- Kosmologisch beginsel: Hierin staat het concept Pacha Mama centraal, Pacha Mama is veel
meer dan “de aarde” en heeft een ruimte-, tijds-, culturele en historische dimensie.
- Gemeenschapsleven: Kennis van de voorouders, het spirituele leven, gebruiken, kosmologie
en culturele waarden vormen de basis voor de vorming van de gemeenschapsleden. Hun
14
sociale relaties en mentale kader worden door deze dingen aangedreven. Nieuwe kennis en
waarden komen voort uit reële ervaringen in plaats van uit abstract denken.
Het is dus niet juist de inheemse visie af te doen als mystiek en folklore, ze hebben een holistische kijk
ontwikkeld op wat hen omringt, op de wereldse en kosmische processen, hieruit zijn waarden en
normen, geloof, gebruiken, sociale systemen, enzovoort gegroeid.
4. Mythen en legenden
Mythen zijn “heilig”, ze verklaren alles wat rondom ons gebeurt en verantwoorden op die manier de
oorsprong van het water, het vuur, de lucht, de aarde, de bergen, de rivieren, de planten, de dieren,
de mens, zijn geboorte, zijn dood, enzovoort. Een mythe kan op verschillende manieren tot uiting
komen: via een rite, een dans, gezangen, beelden en dus ook via mondelinge overleving.
Overal ter wereld is de omgeving waarin een gemeenschap leeft de inspiratiebron voor het ontstaan
van legenden, mythen en volksverhalen. Dit is in Ecuador niet anders. In de provincie Esmeraldas, die
aan de kust ligt, zijn er bijvoorbeeld tal van verhalen over de oceaan, in de Sierra heeft men het dan
weer vaker over de mythische bergen die hen omringen.
De meeste legenden zijn ontstaan tijdens de Conquista. Maar vele inheemse culturen hebben
natuurlijk een veel langere traditie, zo wordt de eerste Ecuadoraanse legende toegewezen aan de
Shuar. Het is een manier om het ontstaan, de gewoonten en tradities van een volk van generatie op
generatie door te geven.
We duiden met enkele voorbeelden op welke manier de orale cultuur beroep doet op de natuurlijke
omgeving.
Ömë
De Waorani maken geen onderscheid tussen de fysieke en de spirituele wereld, de geesten zijn
alomtegenwoordig in het woud en de dieren die er leven. De Waorani geloven dat de wereld ooit één
15
groot bos was, daarom gebruiken ze hetzelfde woord voor “wereld” en “bos”, ömë.
De jacht is niet alleen van belang voor het dagelijks levensonderhoud, maar heeft ook belangrijke
spirituele en culturele waarde. De soorten die gevangen en geschoten mogen worden zijn beperkt, zo
zijn jaguars, anaconda’s, roofvogels en sommige andere predators verboden om te bejagen, en de
jacht gebeurt met het grootste respect, met blaaspijpen en giftige pijlen die het dier verlammen. Er
zijn legenden die hierop inspelen, waarbij de hoofdfiguur bijvoorbeeld verandert in een dier na het
eten van verboden Anaconda-vlees.
De legende van Imbacucha
“Heel lang geleden lag nabij het stadje Otavalo een groot landgoed. Slechts één weg doorkliefde de
vlakke velden. Van het Imbacucha-meer was nog geen sprake. Op een dag maakte Vadertje Zon, hoog
daarboven, er een bloedhete dag van. Een meisje werd door haar moeder om water gestuurd. Met
een grote kruik op haar rug ging ze op stap. Onder de brandende zon kreeg het meisje afschuwelijke
dorst en werd snel moe. Ze zette zich even neer op de kleine berm langs de weg en liet de kruik op de
grond zakken. Plots hoorde ze iets gorgelen, keerde zich op en merkte dat uit de bodem van de kruik
water opborrelde. Het meisje schrok, sprong overeind en rende naar haar moeder om het vreemde
gebeuren te vertellen. Toen ze samen bij de kruik aankwamen, stroomde het water over de rand en
vormde al een heuse plas. Naarmate steeds meer akkers onderliepen, vluchtte iedereen de
berghelling op. Vanuit hun schuilplaats keken de Indianen toe hoe het meer maar bleef groeien en
groeien, tot alles overstroomd was. Zo ontstond het Imbacucha-meer.”
Vulkanen
Over de vulkanen van de Andes doen vele verhalen de ronde, allemaal worden ze gepersonifieerd en
tussen de vulkanen onderling zijn er ingewikkelde relaties van vriendschap, liefde, overspel,… De
bergen worden “Mama” en “Taita”, vader in het Quichua, genoemd. Ze worden vereenzelvigd met de
vruchtbaarheid van het land en van de mensen.
Dit is een verhaal over de Imbabura:
“Toen hij nog jong was, had hij veel vrienden: jonge bergen uit de omgeving, zowel jongens als
meisjes. Nu en dan bezochten ze elkaar. Tijdens een van zijn tochten ontmoette Imbabura het meisje
Cotacachi. Toen hij haar zag, werd Imbabura overspoeld door een onbeschrijflijk geluksgevoel en
16
besloot die berg te veroveren. Beetje bij beetje groeide een diepe vriendschap tussen beiden. Ze
werden steeds meer samen gezien in het weidse landschap. Op een dag wendde Imbabura zich tot
zijn geliefde en straalde “Ik wens dat je mijn echtgenote wordt”. Cotahachi knikte “Ik wil jou ook tot
echtgenoot”. Vanaf dan schonk Imbabura haar bij elk bezoek wat van de weinige sneeuw die op zijn
top lag. En omgekeerd bracht Cotahachi een beetje sneeuw van haar kam mee. Beide bergen
verenigden zich en enige tijd later verscheen een klein bergje naast Cotahachi. Ze noemden het Yana
Urcu, Zwarte Berg. Jaren later bogon Imbabura zijn leeftijd te voelen en kreeg dagenlang aanvallen
van schele hoofdpijn. Met als gevolg dat zijn hoofd zich met witte wolken bedekte en zijn kruin
geleidelijk aan witter en witter werd.”
5. Riten, ceremonies, feesten
De diversiteit aan ceremonies, rituelen, riten en feesten is te uitgebreid om helemaal te behandelen.
Er wordt voor gekozen om deze gebruiken in het algemeen te situeren en dan nader in te gaan op
enkele elementen en voorbeelden. Op die manier worden de krijtlijnen en algemene principes
hopelijk duidelijk. Ecuador bruist van de fiestas, er zijn er maar liefst 10.000 per jaar. Elke stad viert
zijn stichtingsdatum. Elk dorp viert zijn patroonheilige. Elk kanton viert de dag van de cantonización.
Enzovoort. Veel feesten zijn een mengeling van religieuze elementen met voorouderlijke riten en
folkloristische elementen. Dikwijls vallen de feesten samen met de Zonnewende en de oogstcyclus.
De chicha5 is de typische drank, op basis van gegist maïsmeel, die men in Ecuador brouwt voor
rituelen en feesten. De maïs wordt zongedroogd en met de hand gemalen met grote, uitgeholde
stenen. De bloem wordt vervolgens gekookt en laat men daarna gedurende enkele dagen gisten in
grote kannen van klei. Deze ketels worden in huis ingegraven in de grond. Dit proces wordt tot
vandaag toegepast. Het blijft een drank die van groot religieus en sociaal belang is, zowel voor de
inheemsen als voor de middenklasse, niet langer enkel voor heidense ceremonies, maar ook voor
katholieke en sociale feestelijkheden. In sommige dorpen is het de gewoonte om altijd chicha in huis
te hebben als teken van gastvrijheid ten aanzien van mogelijke bezoekers.
5 Andere namen voor chicha zijn aqha of azua.
17
Vroeger begroeven de inheemsen hun doden met een kan gevuld met chicha “voor het overleven van
de geest”. Ook vandaag nog houden sommige groepen dit geloof in stand. Ook voedsel wordt op de
graven gezet en bepaalde gemeenschappen blijven vele uren bij het graf zitten terwijl ze gebeden
opzeggen. De feesten ter ere van de doden, Allerheiligen en Allerzielen, worden ook door
Ecuadoranen van alle afkomsten gevierd. Het is echter geen droevige herdenking, de mensen gaan er
met muziekinstrumenten en eten naar de begraafplaatsen waar de doden met vreugde herdacht
worden.
Vroeger was het de gewoonte de doden te begraven met al hun bezittingen, deze graven noemt men
huacas. Ze zijn het onderwerp van tal van legendes.
Op 23 september vindt er een rituele ceremonie
plaats naar aanleiding van het begin van het zaaien
en planten, het is één van de vier feesten van de
Zonnecultus. De matanza is een typische dans die
tijdens het feest van Inti-Laimi wordt opgevoerd. De
yumbos bewegen in cirkels rond één figuur die de
Duivel voorstelt. Hun gezichten zijn geschilderd in
verschillende kleuren, ze dragen veren van ara’s op
het hoofd en dansen met een lange speer van
chonta-hout. De dans van de yumbo bestaat uit sprongen en geschreeuw. Het is een oorlogsdans
tussen goed en kwaad. Het kwaad wordt verslagen en de duivel wordt begraven. Daarna barst een
triomffeest los.
18
Feesten hebben in Ecuador meestal specifieke hoofdpersonages, die een belangrijke functie hebben
tijdens de festiviteiten. Eén van de belangrijkste figuren is de prioste, meestal een rijke,
gerespecteerde man of vrouw die de festiviteiten leidt en sponsort, hij of zij betaalt het eten en
drinken van de honderden deelnemers aan de stoet. In totaal zijn er meer dan 100 typische
personages, waarvan de Mama Negra, de zwarte moeder, één van de meest bijzondere is. Het is een
in een vrouw verklede man te paard met zwart gelaat en drie poppen of kinderen. De bekendste pop
is Baltasara. De Mama Negra spuit melk naar het publiek. De Mama Negra wordt elk jaar verkozen,
het moet een man met aanzien zijn. Tijdens een parcours door de stad moet “zij” dansen met alle
aanbidders die dat wensen.
Het feest wordt gevierd op 23 en 24 september in Latacunga, in de Sierra, ten zuiden van Quito. Eén
hypothese is dat het ontstaan is toen de eerste zwarte slaven Ecuador bereikten. Naast de Zwarte
Moeder zijn er nog andere personages:
- De “Ashanguero” is de echtgenoot van de mama Negra. Hij draagt op zijn schouders de zware
last van een rieten raamwerk vol heerlijkheden die uitgedeeld worden: gebraden cavia’s,
likeuren, hesp, tot zelfs een volledig varken. Hij wordt steeds vergezeld door een assistent die
een tafeltje meedraagt.
- “El Capitán”, de kapitein, is de belangrijkste prioste van het feest. Hij symboliseert het leger
dat hielp bij de vrijlating van de zwarte slaven.
- De “Angel de la Estrella” of de Engel met de Ster beschermt de kapiteit of hoofprioste van de
fiesta. Hij bezingt de maagd La Merced.
- De “Huacos” of tovenaars dragen een hertengewei en gedroogde takken van de chonta-boom
om de aanwezigen te zuiveren en hen te beschermen tegen de boosheid van de Cotopaxi en
andere vulkanen. Ze symboliseren de aanwezigheid van de sjamanen in de ceremonie.
- De “Urucayas” zijn Wezens van de Bergen, getooid in stro of mos. Ze maken de mensen bang,
maar moeten uitgenodigd worden, omdat ze de wilde krachten van de natuur
vertegenwoordigen.
- Anderen zijn verkleed als “Curiquingues”, mythische vogels uit de Andiene kosmische wereld
en werden al vereerd door de Inca’s. Ze hebben de grootte van een kip en eten slangen , ze
behoeden de mensen dus voor onheil. Ze worden beschouwd als vogelmensen die geluk
brengen.
19
Feesten in Ecuador, zeker bij de inheemse bevolking, betekent veel meer dan drinken, dansen en
vieren. Het is de uitdrukking van een kosmische visie waarbij de relatie tot Pacha Mama tot uiting
komt. Het inheemse religieuze feest is een bijzonder intense ceremonie. Zich verkleden, eten,
drinken, converseren, ontmoeten, alles krijgt een intensere betekenis dan in het dagelijks leven. Het
feest kondigt hernieuwing aan, hoop voor de toekomst. Daarnaast hebben feesten ook een invloed
op het gemeenschapsleven. Eraan deelnemen betekent de banden in het hart van de gemeenschap
verstevigen, betekent solidariteit en wederkerigheid, en verkleint de afstand tussen de generaties.
6. Artisanaat en kledij
6.1. Keramiek
Mocahuas
In het Amazonegebied wordt prachtig keramiek gemaakt. Onder meer de Quichua maken deze
gebruiksvoorwerpen, waarvan de mocahua de belangrijkste is. Mocahuas zijn kommen waaruit
chicha gedronken wordt, een gegiste drank die gemaakt wordt van maïs, yuca (maniok) of tropische
vruchten, zoals chonta. De meeste kommen zijn beschilderd met patronen die bepaalde dieren
uitbeelden. Soms staan er zelfs legenden, mythen of voorwerpen op afgebeeld. De mocahua drukt
ook de schoonheid uit van Amazanga, een Amazone-godheid.
De typische rode, witte en zwarte verf wordt uit natuurlijke kleurstoffen gewonnen, voornamelijk
aarde en stenen. De stenen worden verpulverd en gemalen tot kleurstof. Het beschilderen gebeurt
met fijne penseeltjes, gemaakt van mensenhaar.
Het productieproces van de mocahua is al vele jaren ongewijzigd. Elke familie heeft een eigen plaats
om de klei te winnen, langs de oevers van één van de vele rivieren in het regenwoud. De klei wordt
zorgvuldig uitgekozen en op een houten tafeltje gekneed. Eerst wordt de bodem van de kom
gemaakt, daarna wordt de klei reep per reep aangebracht en glad gestreken met de vingers. Met een
20
stuk kalebas worden de binnen- en buitenwanden glad en dunner gemaakt. De boord van de kom
wordt met de vingers geplooid en met een maïsblad glad gestreken. De mocahua wordt gedurende
enkele uren tot dagen gedroogd, daarna pas kan de achtergrondkleur, meestal rood, aangebracht
worden. Na drie dagen wordt de kom gepolijst met een gladde steen of kei uit de rivier. De
tekeningen worden erop geschilderd, dan pas kunnen de kommen gebakken worden. Nadat de
kommen gedurende 3 uur gebakken worden in een vuur van bamboe, worden ze bedekt met een
natuurlijke vernislaag van de shillquillo-boom.
Naast de symboliek die op de mocahua geschilderd wordt, hebben deze voorwerpen ook een rituele
betekenis. Tijdens een feest ter ere van de natuurkrachten gooien de Quichua de kommen stuk op
het dak van de hutten. Hoe meer scherven in het dak blijven hangen, hoe gunstiger de natuurgoden
worden gestemd.
Vandaag zijn er veel plastic en aluminium alternatieven op de markt voor de traditionele keramiek.
Toch bestaat het servies van de meeste families in het Amazonegebied nog altijd uit aardewerk:
borden, kookpotten, komen, schalen en potten.
21
6.2. Weefkunst
Iedereen kent de poncho’s of kleurrijke sjaals uit Latijns-Amerika, de weefkunst is dan ook al 5000
jaar lang een belangrijke vorm van kunstnijverheid. Textiel wordt vervaardigd uit wol van lama’s en
alpaca’s, agave en andere vezels, katoen en vandaag steeds meer synthetische stoffen. Vooral de
inheemse groepen in de Andes zijn heel bedreven in textiel weven. In een familie van wevers wordt
22
iedereen opgeleid in het vak, mannen, vrouwen, ouderen en kinderen hebben elk hun eigen taken. In
de weefkunst en in de klederdracht in het algemeen, zijn inheemse, prekoloniale elementen steeds
gecombineerd met Spaanse invloeden.
De poncho wordt bijna uitsluitend door mannen gedragen én geweven, meestal op een
heupweefgetouw. Net als bij de keramiek, verraden de patronen, kleuren en symbolen de herkomst
van het artisanaat. De poncho’s uit Natabuela zijn herkenbaar aan de roze kleur met twee of drie
stroken heldere kleuren. In Carchi heeft men zware marineblauwe poncho’s. In Salasaca draagt men
twee lange, smalle pocho’s van een lichte stof die geborduurd worden. In Cañar worden typisch twee
zwarte, lichte, wollen poncho’s over elkaar heen gedragen die van verschillende lengte zijn. De
manier waarop de poncho, of bij vrouwen de fachalina gedragen wordt, kan verschillende
gemoedstoestanden of sociale posities uitbeelden, zoals hulpvaardigheid, verantwoordelijkheid,
vrijheid, voorzichtigheid,… Het is een manier om identiteit en status uit te drukken in de samenleving.
Een ander kledingstuk is de chumbi, een lendenband typisch voor het hoogland. Inheemse vrouwen
dragen een chumbi, die is ongeveer 3 meter lang en minder dan 5 cm breed. Naast een praktisch nut,
heeft de band ook decoratieve en symbolische functie. Cañar en Salasaca staan bekend om hun
mooie lendenbanden. In het Inca-tijdperk mochten enkel vrouwen van de hogere klassen de chumbis
maken, dit staaft hun grote belang in de inheemse cultuur.
Wat ook tot de typische klederdracht van bepaalde Andesvolkeren behoort, is de zogenaamde
Panamahoed die in Ecuador zelf sombrero de paja toquilla, hoed van toquilla-stro, genoemd wordt.
De basisgrondstof, de paja toquilla, zijn de gedroogde bladeren van een palmsoort. Het is een soort
zonder stam, de bladeren komen rechtstreeks uit de grond. De brede bladeren van wel enkele meters
lang zijn groen langs buiten, maar wit vanbinnen, het is het binnenste gedeelte van het blad dat
gebruikt wordt voor de hoeden. Van paja toquilla worden ook touwen, zakken, hangmatten, netten,
zeven en andere gebruiksvoorwerpen gemaakt.
In andere regio’s draagt met dan weer hoeden uit vilt of uit andere materialen. Zowel mannen,
vrouwen, als jongeren hebben vaak een hoed op.
23
24
6.3. Kleding
Een stof die de moeite waard is om even bij stil te staan is kamush, een klederdracht uit schors. We
beschrijven hier de technieken van de Shuar om de kamush te behandelen. Deze klederdracht wordt
vandaag nog maar weinig gebruikt.
Een kamush boom wordt neergehaald en stukken schors van ongeveer 1m lengte worden eraf
gehaald. Dan wordt er hard op de schors geslagen met een stok waardoor die soepeler wordt. De
schors wordt 5 à 6 dagen in het water gelegd, daarna wordt ze op een stronk of steen geslagen tot
dat de houtige delen oplossen.
La Chola cuencana, zo wordt een mestiezenvrouw uit de regio rond Cuenca met haar traditionele
klederdracht genoemd. Die bestaat uit een witte blouse afgezet met borduursel, twee wollen rokken
in felle kleuren en borduursel aan de onderkant, de manta, een fijne sjaal met donkere en lichte
patronen, het haar in vlechten met een hoed van paja toquilla, grote oorbellen uit goed, parels en
edelstenen, afhankelijk van de status van de vrouw, en alpargatas of lakschoenen.
In sommige streken van Ecuador dragen de mannen een merkwaardige broek, de chamarro. Het is
een dikke broek die over de gewone broek gedragen wordt, ze wordt gemaakt van pels, onder meer
van jaguar.
De klederdracht van bijvoorbeeld de Shuar,
die in het Amazonegebied leven, is eerder
eenvoudig. Vrouwen dragen felgekleurde,
effen tunieken, de karachi, versierd met
riemen en juwelen van zaden, pluimen,
schelpen, enzovoort. Mannen dragen een
itip, een gestreepte rok in purper, rood,
zwart en wit. Daarnaast dragen ze vaak
kronen op het hoofd, met bonte kleuren
van onder meer toekanveren.
Gezichtsschilderingen zijn ook heel gewoon.
25
6.4. Juwelen
Verschillende natuurlijke producten worden gebruikt voor het maken van juwelen.
Tagua of vegetarisch ivoor is er één van. Deze noot groeit aan de tagua palm, die vooral in de bossen
van de kustregio groeit. Als de vrucht, die niet eetbaar is, van de boom valt, wort de pit na enkele
dagen zo hard als een kei. Als de pit nog zacht is, kan hij gemakkelijk bewerkt worden. Ze worden
eerst maandenlang in de zon gedroogd alvorens ze te gebruiken. Al meer dan honderd jaar wordt
tagua gebruikt voor onze knopen, totdat de intrede van plastic deze grondstof verdreef. Tagua was
dan ook lang één van Ecuadors belangrijkste exportproducten.
In de kustregio rond Esmeraldas is er Zwart koraal te vinden, dit is een zeer gegeerd en zeldzaam
product uit de oceaan, dat gebruikt wordt voor siervoorwerpen en juwelen. Door overexploitatie
wordt het Zwart koraal echter bedreigd en strenge regels zijn nu van kracht. Ook kokosnoten, andere
palmproducten en houtsoorten worden gebruikt voor juwelen, net als gedroogde zaden en veren.
Het touw wordt gemaakt van plantenvezels, zoals de agave.
6.5. Lichaamsschilderingen
Achiote
De “indianen” gebruiken een kleurstof om hun gelaat te
beschilderen. De kleurstof komt van een wilde vrucht
die men achiote noemt. De verschillende patronen
verwijzen naar het humeur en de status van de persoon
in kwestie. Ter gelegenheid van feesten wordt soms het
hele lichaam beschilderd.
26
6.6. Houtsnijwerk
Het snijwerk uit balsa-hout is typisch voor de stad Puyo. Er worden allerlei dieren, figuren en
taferelen uit gevormd die kleurrijk beschilderd worden. Het is in de artisanaat-winkeltjes dan ook een
populair souvenir bij toeristen. Omdat het hout zo licht, maar toch sterk is, wordt balsa ook gebruikt
voor het maken van kleine modelvliegtuigjes. Ook de typische panamahoeden worden in een kistje
van balsahout verkocht. Het is voor Oost-Ecuador een zeer belangrijk exportproduct geworden. 95%
van het hout is voor de internationale markt. In vliegtuigen, boten, auto’s, surfplanken, windturbines
en zelfs rakettechnologie wordt dit lichte materiaal vandaag de dag gebruikt. Het is daarbij
interessant omdat de boom zeer snel groeit en al na enkele jaren geoogst kan worden.
27
7. Gastronomie
De gastronomie verschilt erg in de vier streken van Ecuador, net als de ingrediënten die er voor
handen zijn. De Ecuadoraanse keuken is beïnvloed door de Inca’s, de Spaanse conquistadores en de
migrantengroepen die in de loop der eeuwen neergestreken zijn in het land. Steeds worden er sterke
smaken en kruiden gebruikt. Maniok, zoete aardappel, bananen en bakbananen zijn veel gebruikte
ingrediënten.
In de kustregio wordt er veel gekookt met zeevruchten en vis, ceviche is er een typische gerecht, met
rauwe vis, scampi, oesters of mosselen. In de Sierra wordt de mote, een witte maïssoort, geteeld. De
aardappel, la papa, komt oorspronkelijk uit de Andes. De Inca’s ontdekten methoden om de
aardappel vele jaren te bewaren. Ze zagen het niet alleen als voedsel, maar de tijd die nodig was om
28
een aardappel te koken, was ook een
eenheid van tijd. Een typische schotel in
de Andes is papa con cuy asado,
aardappelen met gebraden cavia.
Alle gerechten gaan met pikante saus van
pepertjes, aji. In de mythologie staat ají
voor kracht, om deze reden en om zijn
smaak, is het iets wat zelden ontbreekt op
tafel.
Tamales, humitas en andere gerechten worden in bladeren gewikkeld en zo in een houtvuur of in een
kuil in de grond gegaard. Onder andere maïs- en achira-bladeren komen hiervoor in aanmerking. De
vulling kan bestaan uit vlees, vis, maïs, ei, rijst,…
Ook dieren die voor ons minder evident zijn, worden in bepaalde gebieden van Ecuador gegeten.
Typisch zijn natuurlijk de insectenlarven, zoals de mayónes. Deze keverlarven worden met machetes
29
en motorzagen uit boomstammen gehaald. Kleine kevers, krabbetjes, kikkers, vogelkuikens en mieren
worden ook gegeten. Een andere delicatesse is schildpaddenvlees. Ook apenvlees staat op het menu.
8. Wonen De meeste dorpjes in Ecuador gelijken goed op elkaar. Op het dorpsplein staat altijd de kerk en is er
meestal een mooi parkje. In het parkje staan bomen, bloemen, planten... en bijna altijd een paar
zitbanken. Op zonnige middagen komen de mensen er een babbeltje met elkaar slaan, of de krant
lezen.
Je ziet in het pakje ook schoenpoetsers. Dikwijls zijn het kinderen, die voor een paar centavos je
schoenen poetsen.
In veel dorpen, zeker op het platteland, zijn de
huizen niet gemaakt van bakstenen, maar van
"adobe". Dat is kleiachtige aarde, die hard
aangestampt wordt en soms vermengd wordt
met stro.
In de drie streken van Ecuador zijn de huizen anders. Omdat het aan de kust warm is, zijn de meeste
huizen op het platteland gemaakt van bamboe. In het Amazonegebied leven verschillende
indianenstammen, zoals de Cofan, de Shuar, de Huaorani, de Siona enzovoort. Zij hebben allemaal
een verschillende manier om hun traditionele hutten te bouwen (zie tekeningen). Het is er de
gewoonte in een hangmat te slapen en niet in een bed.
In de grote steden zijn flatgebouwen en moderne kantoorgebouwen heel gewoon, net zoals bij ons.
30