1
“W ie in de gezondheidszorg werkt zonder te weten hoe hij of zij om moet gaan met fouten, is gedoemd om vroeg of laat tegen de lamp te lopen”, opende klinisch psycholoog Manu Keirse zijn discours. “Klachten zijn niet altijd eenvoudig op te lossen en leiden dus ooit tot fouten, maar ze zijn wel inherent aan de geneeskunde. Bedoe- ling is dus niet om ze te vermijden, maar om ze te gebruiken. Als leidraad om de eigen werking te verbeteren en als handwijzer om ontevreden patiënten tevreden te kunnen stellen. Niet het aantal klachten is van tel, wel de tevredenheid over de manier waarop ze worden afgehandeld.” Fouten Van cruciaal belang voor een goede afwikkeling van klachten, is aangepaste communicatie. En net daar wringt vaak het schoen- tje, zeker wanneer het delicate situaties betreft. Zo gaan heel wat artsen moeilijke boodschap- pen uit de weg of ze proberen angstvallig om hun eigen fouten toe te dekken. “Aan de grondslag daarvan ligt onze cultuur van onfeilbaarheid”, legde Manu Keirse uit. “Die mentaliteit zien we terug aan beide kanten: de arts is ervan overtuigd dat hij niet in de fout mag gaan, de patiënt veronderstelt dan weer dat de arts niet zal falen. Die gedeelde overtuiging zorgt ervoor dat misstappen verzwe- gen worden en dat artsen niet durven toe te geven dat ze iets niet weten.” Het erkennen van fouten is noch- tans de eerste voorwaarde om ze terug te kunnen dringen, aldus Keirse. “Waarschijnlijk zal de patiënt vroeg of laat wel begrip opbrengen voor het feit dat je als arts in de fout ging. Maar dat je infor- matie verzweeg voor hem of dat je hem aan zijn lot overliet, zal hij nooit accep- teren.” Zijn boodschap aan de aanwezige zorgverstrekkers was dan ook duidelijk: “Kom uit voor je fouten, geef toe dat je verkeerd zat. De medische wereld ís nu eenmaal niet onfeilbaar.” Communicatie als doel Fouten zijn natuurlijk niet het enige las- tige nieuws om te brengen. Marc Des- met, ziekenhuisarts en jezuïet, vertelde de aanwezigen over zijn ervaringen in de palliatieve sector, waar slecht nieuws eerder regel dan uitzondering is. “Wat je zegt aan stervende patiënten is dikwijls op zich niet nuttig, maar daarom zeker niet zinloos. Integendeel, in terminale situ- aties wordt communicatie vaak een beetje een doel op zich.” Belangrijk in zo’n gevallen is dat je als arts onder meer rekening houdt met het type patiënt dat je voor je hebt. “Je hebt ‘blunters’ en ‘monitors’, zeg maar informatievermijders en informatiezoe- kers”, aldus Dr. Desmet. Een informa- tievermijder wil, nadat hij de fatale diagnose heeft gekregen, niet al te veel extra informatie, terwijl een informatie- zoeker juist naar alle details zal vragen. Soms heb je als arts evenwel de neiging dat anders te interpreteren. Wie na het horen van het slechte nieuws stil oogt, probeer je misschien te prikkelen door hem meer informatie te geven. En wie je uitvraagt over alle aspecten van zijn ziekte, wil je misschien beschermen tegen zichzelf door weinig of geen extra informatie te lossen.” “Uiteraard zijn er nog andere factoren van belang in de communicatie met pal- liatieve patiënten”, vervolgde Dr. Desmet. “De plaats waar een gesprek plaatsvindt, de houding ten opzichte van de patiënt, het tijdstip, de stiltes die je laat, je eigen persoonlijkheid als arts, enzovoort.” Chronische rouw Manu Keirse sloot het sym- posium af met een korte uit- eenzetting over een bepaald type rouw. “Chronische rouw is een ervaring die duidelijk af te bake- nen valt van ‘normale rouw’, waarbij je een geliefde persoon voor altijd verliest. Het is een rela- tief onderbelicht fenomeen dat een ‘levend verlies’ betreft, een verlies zonder voorspelbaar einde. Denk maar aan ouders wier kind vermist wordt, aan verbroken relaties, aan koppels die geen kin- deren kunnen krijgen,... Alle- maal situaties waarin de gemiste persoon fysiek afwezig is, maar psychologisch aanwezig”, aldus Keirse. “Het omgekeerde kan ook. Zo hebben ouders die een kind krijgen met een blijvende ver- standelijke beperking soms het gevoel dat hun zoon of dochter fysiek wel aanwezig is, maar psy- chologisch afwezig.” Typerend voor chronische rouw is de voortdurende onzekerheid; de dubbel- zinnigheid van de situatie zorgt voor ver- warring en voor conflicterende gedach- ten en gevoelens. “Dat vereist dat de zorgverlener hulp biedt vanuit een ander referentiekader. Benader mensen in chro- nische rouw niet zoals andere rouwende personen, toon dat je het specifieke van hun situatie herkent. Als zij zien dat jij hen begrijpt, voelen ze zich rustiger. Gedraag je daarom als een getuige, niet als een autoriteit.” Wie meer wil weten over communi- catie in moeilijke zorgsituaties kan terecht in het boek Competenties in moeilijke situa- ties, het tweede boek uit een reeks van vier boeken over communicatie in de gezond- heidszorg. Eerder in deze serie van het ACHG (Academisch Centrum Huisart- sengeneeskunde KU Leuven) verscheen Aan weerszijden van de stethoscoop . In het derde boek, Wegwijzers naar bijzondere noden , wordt dieper ingegaan op communica- tie met mensen met specifieke proble- matieken (bijvoorbeeld verslavings- problematiek, psychose, zelfdodings- gedachten,...). De geneeskunde beweegt zich binnen een delicaat spanningsveld: de patiënt richt zich in zijn zoektocht naar de waarheid tot een arts, terwijl die laatste die waarheid enkel kan construeren op basis van waarschijnlijkheden. De patiënt heeft evenwel geen boodschap aan kansberekening, wat de opdracht voor de arts er niet makkelijker op maakt – zeker niet in kritieke situaties. “Maar met efficiënte en eerlijk communicatie kom je ver”, benadrukten de sprekers eind mei tijdens het symposium ‘Communicatie en zorg in moeilijke situaties’. | Tijs Ruysschaert PRAKTIJKMANAGEMENT 18 ARTSENKRANT Dinsdag 12 juni 2012 Nr. 2248 SYMPOSIUM OVER COMMUNICATIE IN DE ZORG ‘Cultuur van onfeilbaarheid moet veranderen Vijf gratis exemplaren I n s a m e n w e r k i n g m e t U i t g e v e r i j A c c o k u n n e n w i j v i j f g r a t i s e x e m p l a r e n w e g g e v e n v a n h e t b o e k C o m p e t e n t i e s i n m o e i l i j k e s i t u a t i e s . O v e r k w a l i t e i t v a n z o r g e n c o m m u n i c a t i e . M a i l v ó ó r z a t e r d a g 1 6 j u n i u w g e g e v e n s , i n c l u s i e f a d r e s e n R i z i v - n u m m e r , n a a r t i j s . r u y s s c h a e r t @ a c t u a m e d i c a . b e , e n w i e w e e t w o r d t u w e l e e n v a n d e g e l u k k i g e w i n n a a r s . Jan De Lepeleire & Manu Keirse (red.), ‘Competenties in moeilijke situaties. Over kwaliteit van zorg en com- municatie’, Uitgeverij Acco, 256blz., 22,00. Manu Keirse: “Klachten moet je niet vermijden, maar gebruiken. Als leidraad om de eigen werking te verbeteren en als handwijzer om ontevreden patiënten te- vreden te kunnen stellen.” ©Imageglobe

‘Cultuur van onfeilbaarheid moet veranderen’

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De geneeskunde beweegt zich binnen een delicaat spanningsveld: de patiënt richt zich in zijn zoektocht naar de waarheid tot een arts, terwijl die laatste die waarheid enkel kan construeren op basis van waarschijnlijkheden. De patiënt heeft evenwel geen boodschap aan kansberekening, wat de opdracht voor de arts er niet makkelijker op maakt – zeker niet in kritieke situaties. “Maar met efficiënte en eerlijke communicatie kom je ver”, benadrukten de sprekers eind mei tijdens het symposium ‘Communicatie en zorg in moeilijke situaties’.

Citation preview

Page 1: ‘Cultuur van onfeilbaarheid moet veranderen’

“Wie in de gezondheidszorg werktzonder te weten hoe hij of zijom moet gaan met fouten,

is gedoemd om vroeg of laat tegen de lampte lopen”, opende klinisch psycholoogManu Keirse zijn discours. “Klachtenzijn niet altijd eenvoudig op te lossen enleiden dus ooit tot fouten, maar ze zijnwel inherent aan de geneeskunde. Bedoe-ling is dus niet om ze te vermijden, maarom ze te gebruiken. Als leidraad om deeigen werking te verbeteren enals handwijzer om ontevredenpatiënten tevreden te kunnenstellen. Niet het aantal klachtenis van tel, wel de tevredenheidover de manier waarop ze wordenafgehandeld.”

FoutenVan cruciaal belang voor een

goede afwikkeling van klachten,is aangepaste communicatie. Ennet daar wringt vaak het schoen-tje, zeker wanneer het delicatesituaties betreft. Zo gaan heelwat artsen moeilijke boodschap-pen uit de weg of ze proberenangstvallig om hun eigen foutentoe te dekken. “Aan de grondslagdaarvan ligt onze cultuur vanonfeilbaarheid”, legde Manu Keirseuit. “Die mentaliteit zien we terugaan beide kanten: de arts is ervanovertuigd dat hij niet in de foutmag gaan, de patiënt verondersteltdan weer dat de arts niet zal falen.Die gedeelde overtuiging zorgtervoor dat misstappen verzwe-gen worden en dat artsen nietdurven toe te geven dat ze iets nietweten.”

Het erkennen van fouten is noch-tans de eerste voorwaarde om zeterug te kunnen dringen, aldus Keirse.“Waarschijnlijk zal de patiënt vroeg of laatwel begrip opbrengen voor het feit datje als arts in de fout ging. Maar dat je infor-matie verzweeg voor hem of dat je hemaan zijn lot overliet, zal hij nooit accep-teren.” Zijn boodschap aan de aanwezige

zorgverstrekkers was dan ook duidelijk:“Kom uit voor je fouten, geef toe dat jeverkeerd zat. De medische wereld ís nueenmaal niet onfeilbaar.”

Communicatie als doelFouten zijn natuurlijk niet het enige las-

tige nieuws om te brengen. Marc Des-met, ziekenhuisarts en jezuïet, verteldede aanwezigen over zijn ervaringen inde palliatieve sector, waar slecht nieuws

eerder regel dan uitzondering is. “Wat jezegt aan stervende patiënten is dikwijlsop zich niet nuttig, maar daarom zekerniet zinloos. Integendeel, in terminale situ-aties wordt communicatie vaak een beetjeeen doel op zich.”

Belangrijk in zo’n gevallen is dat je

als arts onder meer rekening houdt methet type patiënt dat je voor je hebt. “Jehebt ‘blunters’ en ‘monitors’, zeg maarinformatievermijders en informatiezoe-kers”, aldus Dr. Desmet. Een informa-tievermijder wil, nadat hij de fatalediagnose heeft gekregen, niet al te veelextra informatie, terwijl een informatie-zoeker juist naar alle details zal vragen.Soms heb je als arts evenwel de neigingdat anders te interpreteren. Wie na hethoren van het slechte nieuws stil oogt,probeer je misschien te prikkelen doorhem meer informatie te geven. En wie jeuitvraagt over alle aspecten van zijnziekte, wil je misschien beschermentegen zichzelf door weinig of geen extrainformatie te lossen.”

“Uiteraard zijn er nog andere factorenvan belang in de communicatie met pal-

liatieve patiënten”, vervolgdeDr. Desmet. “De plaats waar eengesprek plaatsvindt, de houdingten opzichte van de patiënt, hettijdstip, de stiltes die je laat, jeeigen persoonlijkheid als arts,enzovoort.”

Chronische rouwManu Keirse sloot het sym-

posium af met een korte uit-eenzetting over een bepaald typerouw. “Chronische rouw is eenervaring die duidelijk af te bake-nen valt van ‘normale rouw’,waarbij je een geliefde persoonvoor altijd verliest. Het is een rela-tief onderbelicht fenomeen dateen ‘levend verlies’ betreft, eenverlies zonder voorspelbaar einde.Denk maar aan ouders wier kindvermist wordt, aan verbrokenrelaties, aan koppels die geen kin-deren kunnen krijgen,... Alle-maal situaties waarin de gemistepersoon fysiek afwezig is, maarpsychologisch aanwezig”, aldusKeirse. “Het omgekeerde kanook. Zo hebben ouders die eenkind krijgen met een blijvende ver-

standelijke beperking soms hetgevoel dat hun zoon of dochterfysiek wel aanwezig is, maar psy-

chologisch afwezig.”Typerend voor chronische rouw is de

voortdurende onzekerheid; de dubbel-zinnigheid van de situatie zorgt voor ver-warring en voor conflicterende gedach-ten en gevoelens. “Dat vereist dat dezorgverlener hulp biedt vanuit een ander

referentiekader. Benader mensen in chro-nische rouw niet zoals andere rouwendepersonen, toon dat je het specifieke vanhun situatie herkent. Als zij zien dat jijhen begrijpt, voelen ze zich rustiger.Gedraag je daarom als een getuige, nietals een autoriteit.”

Wie meer wil weten over communi-catie in moeilijke zorgsituaties kan terechtin het boek Competenties in moeilijke situa-ties, het tweede boek uit een reeks van vierboeken over communicatie in de gezond-heidszorg. Eerder in deze serie van hetACHG (Academisch Centrum Huisart-sengeneeskunde KU Leuven) verscheenAan weerszijden van de stethoscoop . In hetderde boek, Wegwijzers naar bijzondere noden,wordt dieper ingegaan op communica-tie met mensen met specifieke proble-matieken (bijvoorbeeld verslavings- problematiek, psychose, zelfdodings-gedachten,...). ◆

De geneeskunde beweegt zich binnen een delicaat spanningsveld: de patiënt richtzich in zijn zoektocht naar de waarheid tot een arts, terwijl die laatste die waarheidenkel kan construeren op basis van waarschijnlijkheden. De patiënt heeft evenwelgeen boodschap aan kansberekening, wat de opdracht voor de arts er nietmakkelijker op maakt – zeker niet in kritieke situaties. “Maar met efficiënte eneerlijk communicatie kom je ver”, benadrukten de sprekers eind mei tijdens hetsymposium ‘Communicatie en zorg in moeilijke situaties’. | Tijs Ruysschaert

P R A K T I J K M A N A G E M E N T

18 ARTSENKRANT Dinsdag 12 juni 2012 Nr. 2248

S Y M P O S I U M O V E R C O M M U N I C A T I E I N D E Z O R G

‘Cultuur van onfeilbaarheid moet veranderen’

Vijf gratis exemplarenIn samenwerking met Uitgeverij

Acco kunnen wij vijf gratisexemplaren weggeven van het boek

Competenties in moeilijke situaties.Over kwaliteit van zorg en

communicatie. Mail vóór zaterdag16 juni uw gegevens, inclusief adres

en Riziv-nummer, [email protected],en wie weet wordt u wel een van de

gelukkige winnaars.

Jan De Lepeleire & Manu Keirse (red.), ‘Competentiesin moeilijke situaties. Over kwaliteit van zorg en com-municatie’, Uitgeverij Acco, 256blz., €22,00.

▲ Manu Keirse: “Klachten moet je niet vermijden, maar gebruiken. Als leidraad omde eigen werking te verbeteren en als handwijzer om ontevreden patiënten te-vreden te kunnen stellen.”

©Im

ageg

lobe

AK2248-018_AK2248-018 08/06/12 11:57 Pagina 18