6
COVID-19: GELDT DE LOCKDOWN ALS OVERMACHT? - analyse van huur-, koop-verkoop- en aannemingsovereenkomsten - Algemeen - 2 Overmacht & handelshuurovereenkomsten - 3 Overmacht & koop-verkoop - 4 Overmacht & aanneming van werken en diensten - 5 INHOUD Op 18 maart 2020 heeft de federale regering het Ministerieel Besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 te beperken, aangenomen (de zgn. lockdown light). [1] In dit besluit worden verregaande beperkingen gesteld aan het bedrijfsleven. De overheid legt voor bepaalde ondernemingen de verplichte sluiting op (zoals cafés en restaurants). Zij verplicht andere ondernemingen om maximaal in te zetten op telewerk. Indien zulks niet kan, is verder werken toegestaan, maar enkel indien “ social distancingop de werkvloer wordt gevrijwaard (dit begrip houdt in dat werknemers een onderlinge afstand van minimaal 1,5 meter moeten houden). Indien social distancing” niet gevolgd kan worden, moet de onderneming sluiten. Enkel “essentiële” sectoren (zoals voedingswinkels of ondernemingen in de chemische sector) worden vrijgesteld van deze beperkingen. Soortgelijke maatregelen worden genomen in de omliggende buurlanden. Deze maatregelen zijn ongezien in de Belgische en internationale rechtsorde. Welke hun impact is op vaak voorkomende handelscontracten gesloten door een getroffen onderneming wordt in deze nieuwsbrief bondig uiteengezet. Deze nieuwsbrief houdt geen rekening met eventuele aangepaste maatregelen die na 18 maart 2020 worden uitgevaardigd. [1] Ministerieel Besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, BS 18 maart 2020.

De impact van covid-19 op de belangrijkste handelscontracten€¦ · Overmacht & handelshuurovereenkomsten - 3 Overmacht & koop-verkoop - 4 Overmacht & aanneming van werken en diensten

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • COVID-19: GELDT DE LOCKDOWN ALS OVERMACHT?- analyse van huur-, koop-verkoop- en aannemingsovereenkomsten -

    Algemeen - 2 Overmacht &handelshuurovereenkomsten -3 Overmacht & koop-verkoop - 4 Overmacht & aanneming vanwerken en diensten - 5

    INHOUDOp 18 maart 2020 heeft de federale regering het Ministerieel Besluithoudende dringende maatregelen om de verspreiding van hetcoronavirus Covid-19 te beperken, aangenomen (de zgn. lockdownlight). [1] In dit besluit worden verregaande beperkingen gesteld aan hetbedrijfsleven. De overheid legt voor bepaalde ondernemingen deverplichte sluiting op (zoals cafés en restaurants). Zij verplicht andereondernemingen om maximaal in te zetten op telewerk. Indien zulks nietkan, is verder werken toegestaan, maar enkel indien “social distancing”op de werkvloer wordt gevrijwaard (dit begrip houdt in dat werknemerseen onderlinge afstand van minimaal 1,5 meter moeten houden). Indien“social distancing” niet gevolgd kan worden, moet de ondernemingsluiten. Enkel “essentiële” sectoren (zoals voedingswinkels ofondernemingen in de chemische sector) worden vrijgesteld van dezebeperkingen. Soortgelijke maatregelen worden genomen in deomliggende buurlanden. Deze maatregelen zijn ongezien in de Belgische en internationalerechtsorde. Welke hun impact is op vaak voorkomendehandelscontracten gesloten door een getroffen onderneming wordt indeze nieuwsbrief bondig uiteengezet. Deze nieuwsbrief houdt geenrekening met eventuele aangepaste maatregelen die na 18 maart 2020worden uitgevaardigd.

    [1] Ministerieel Besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van hetcoronavirus COVID-19 te beperken, BS 18 maart 2020.

  • De notie van overmacht en diens gevolgen – Overeenkomstig de artikelen1147 en 1148 Burgerlijk Wetboek (B.W.) is de contractuele schuldenaar volledigbevrijd van aansprakelijkheid wanneer hij kan aantonen dat zijn tekortkoming iste wijten aan overmacht. Overmacht werkt slechts bevrijdend indien zij (i) deuitvoering van de verbintenis (tijdelijk of denitief) onmogelijk maakt en (ii) nietgepaard gaat met enige fout vanwege de contractuele schuldenaar. [1] Het begrip van de “onmogelijkheid” wordt in de rechtspraak wisselend ingevuld.Enerzijds wordt gebruik gemaakt van de vereiste van de absolute of volstrekteonmogelijkheid; anderzijds wordt toepassing gemaakt van een ietwat soepelereinvulling waarbij een ‘relatieve’, ‘normale’, ‘menselijke’ of ‘praktische’onmogelijkheid volstaat. Indien de situatie van overmacht tijdelijk is, wordt de verplichting om te presterenslechts geschorst. Zodra de uitvoering weer mogelijk wordt, moet er opnieuwworden gepresteerd (zonder dat er schadevergoedingen verschuldigd zijn voor deperiode van stilstand). Is de onmogelijkheid van blijvende aard, dan is deschuldenaar bevrijd van zijn contractuele verplichtingen of enige vervangendeschadevergoeding. Bij wederkerige contracten gaat ingevolge de overmacht ook de tegenprestatieteniet. Met andere woorden: ook de medecontractant is niet langer gehouden totzijn verplichtingen. Voornoemde spelregels gelden uiteraard slechts bij gebreke aan andersluidendecontractuele afspraken. Partijen kunnen in hun overeenkomst hettoepassingsgebied van overmacht inperken of uitbreiden of zgn.imprevisieclausules opnemen waarin bepaalde onvoorziene omstandigheden(andere dan overmacht) worden geregeld. De beslissingen van de overheid als grond van overmacht – De vraag ofhuidige overheidsmaatregelen en lockdown een overmachtsgrond vormen voorde contractuele schuldenaar, zal in eerste instantie afhangen van diensovereenkomst. Voorziet de overeenkomst tussen partijen een overmachtsclausuleof imprevisieclausule [2] waarin soortgelijke overheidsmaatregelen (de zgn. “faitdu prince”) als overmachtsgrond worden genoemd, dan kan dit ingeroepenworden. Indien de overeenkomst tussen partijen dergelijke regeling niet voorziet,moet er worden teruggevallen op het gemene recht. De vraag of de overheidsmaatregelen een gemeenrechtelijke overmachtsgrondopleveren, kan niet eenduidig voor alle contractvormen beantwoord worden. Deuitvoering van de éne overeenkomst kan potentieel tijdelijk of blijvend onmogelijkzijn geworden, terwijl andere types overeenkomsten onaangetast blijven.Hieronder wordt dieper ingegaan op dit vraagstuk vanuit het oogpunt vanverschillende contractvormen.

    ALGEMEEN

    "DE VRAAG OF DEHUIDIGEOVERHEIDSMAATREGELENEEN OVERMACHTSGRONDVORMEN ZAL IN EERSTEINSTANTIE AFHANGENVAN DE OVEREENKOMST"

    [1] B. CLAESSENS, S. HEIRBRANT en S. VEREECKEN, "De contractuele aansprakelijkheid" in X.,Bestendig Handboek Verbintenissenrecht, afl. 27, II.4-158a;[2] Imprevisie is de doctrine die stelt dat een overeenkomst door de rechter herzien of beëindigd kanworden, wanneer er zich na de totstandkoming van de overeenkomst onvoorzienbare omstandighedenvoordoen, die niet toerekenbaar zijn aan één van de partijen en die de nakoming van de verbintenissendoor een van de partijen in aanzienlijke mate verzwaren of bemoeilijken. Deze leer wordt (momenteel)nog niet als zodanig in het Burgerlijk Wetboek verankerd. In een internationale context kan,daarentegen, een verplichting tot heronderhandeling tussen partijen gelden op basis van het WeensKoopverdrag en de Unidroit Principles (Cass. 19 juni 2009, Arr.Cass. 2009, afl. 6-7-8, 1736.) -2-

  • OVERMACHT & HANDELSHUUROVEREENKOMSTENInleiding – De beslissing van de overheid om alle niet-essentiële winkels en handelszaken (o.a. cafés enrestaurants) tijdelijk te sluiten in de strijd tegen COVID-19, laat de huurderswereld niet onberoerd.Beroepsfederaties (zoals UNIZO en Horeca Vlaanderen) doen een oproep aan verhuurders om de huur tijdelijk opte schorten. Deze vraag is niet evident voor de verhuurders die zelf ook vaak verplichtingen hebben t.a.v.financiers en leveranciers. Het Ministerieel Besluit van 18 maart 2020 voorziet evenwel niet in dwingendemaatregelen jegens verhuurders. De vraag rijst derhalve in welke mate handelshuurders zich kunnen beroepen op overmacht ter opschorting ofkwijting van hun verplichtingen. Bij gebreke aan contractuele afspraken geldt het gemeenrechtelijk regime vanovermacht (zie Algemeen) in het (handels)huurrecht. Daarnaast zijn enkele specifieke toepassingsgevallen vanovermacht te vinden in o.a. artikel 1722 B.W. (zie infra). [1] Impact op de betalingsverplichting van de handelshuurder – De overheidsbeslissing tot sluiting maakt het voorde huurder in principe niet definitief onmogelijk om de huurgelden te betalen. De betaling van een geldsom zalzelden onmogelijk worden geacht ingevolge een toestand van overmacht [2]. In 2018 besliste het Hof van Cassatiedat financieel onvermogen, ook al is dit het gevolg van externe omstandigheden die voor de schuldenaarovermacht uitmaken, in principe niet tot gevolg heeft dat de schuldenaar van zijn betalingsverplichting is bevrijd[3]. De overheidsbeslissingen resulteren niet in een volstrekte onmogelijkheid voor de huurder om huur te betalen. Impact op de verplichtingen van de verhuurder – De handelshuurder zou kunnen opwerpen dat de verhuurderingevolge de overheidsmaatregelen niet langer het rustig genot van het gehuurde goed kan verschaffen zodatartikel 1722 B.W. in voege treedt. Artikel 1722 B.W. bepaalt dat indien het gehuurde goed ingevolge overmachtgeheel is tenietgegaan, de huur van rechtswege ontbonden is; indien het goed slechts gedeeltelijk is tenietgegaankan de huurder een prijsvermindering of de ontbinding vorderen. Voornoemd artikel onderstelt evenwel “(i) een situatie van vreemde oorzaak die de gehuurde zaak zelf aantast en(ii) die een definitieve onmogelijkheid voor de verhuurder veroorzaakt, om (iii) het in de overeenkomst afgesprokenhuurgenot te verschaffen” [4]. De overheidsmaatregelen zijn, zo mag gehoopt worden, niet van definitieve aard. Bovendien kan het niet behalen van een verhoopte omzet in principe niet gelijk gesteld worden met het werkelijkof juridisch tenietgaan van het verhuurde goed door toeval of overmacht, waardoor artikel 1722 B.W. niet kanworden ingeroepen als drager voor zulke argumenten [5]. Slotsom – Voor de huurder zal het geen evidente zaak zijn om een overmachtsargument op te werpen.Hiertegenover staat wel dat de verhuurder de handelshuurovereenkomst te goeder trouw moet uitvoeren en diensweigering om een tijdelijke huuropschorting toe te staan in bepaalde uitzonderlijke omstandigheden rechtsmisbruikkan uitmaken. In ieder geval beschikken de bevoegde rechters over een ruime appreciatiemarge ter zake. Het valt ook niet uit tesluiten dat deze huidige exceptionele omstandigheden aanleiding zullen geven tot evoluties in de rechtspraakinzake overmacht. [1] Dit artikel heeft betrekking op het “door toeval” (geheel of gedeeltelijk) tenietgaan van het verhuurde goed (zie Cass. 17 juni 1993, RW 1994-95,1435; S. BEYAERT, “Artikel 1722 van het Burgerlijk Wetboek”, in E. DIRIX en A. VAN OEVELEN, Commentaar Bijzondere Overeenkomsten,Mechelen, Kluwer, losbl., 2002, nr. 1).[2] Dit sluit ook aan bij de rechtsspreuk “genera non pereunt”, oftewel soortgoederen – zoals in het bijzonder een geldsom – vergaan niet (zie bv.Cass. 13 maart 1947, Arr.Cass. 1947, p. 80; Luik 31 maart 2006, J.L.M.B. 2006, 1639).[3] Cass. 28 juni 2018, RW 2018-19 (samenvatting), afl. 32, 1260. De uitkomst is evenwel anders indien een overheidsmaatregel de betaling van degeldsom verbiedt (Cass. 13 mei 1996, Arr.Cass. 1996, 431).[4] Yves Delacroix en Sylvie Dugardyn, "Leegstand in een winkelcentrum: maakt dit een tekortkoming uit van de verhuurder aan zijnvrijwaringsplicht?", R.D.C. 2011, afl. 8, 834. [5] Vred. Gent 16 april 1999, TGR 2000, 62. -3-

  • OVERMACHT & KOOP-VERKOOPOVEREENKOMSTENInleiding – Voor overeenkomsten van koop-verkoop voorziet het Ministerieel Besluit van 18 maart 2020 dathandelszaken gesloten worden, met uitzondering van voedingswinkels (inclusief nachtwinkels),

    dierenvoedingswinkels, apotheken, krantenwinkels en tankstations en leveranciers van brandstoffen. Voor deze

    laatste categorieën stellen zich derhalve geen of beperkte problemen inzake overmacht.

    Voor producenten, toeleveranciers en andere verkopers zijn er potentieel wel problemen m.b.t. de productie,

    bevoorrading en het verkoopproces. Deze partijen kunnen immers geconfronteerd worden met verplichte sluitingen

    (omdat de "social distancing" niet gerespecteerd kan worden), gesloten grenzen, enz.

    Impact op de leveringsverplichting van de verkoper – Enerzijds hebben de overheidsmaatregelen een impactop de praktische kwestie van de levering (m.n. het tijdstip en de locatie ervan). Bij sluiting van bedrijven of van

    grenzen kan levering niet steeds geschieden op het afgesproken tijdstip of de overeengekomen locatie. De

    verkoper is daardoor echter niet van zijn leveringsplicht bevrijd. In de mate dat de levering na afloop van de

    overheidsmaatregelen nog nuttig kan geschieden, dan is de verkoper/leverancier daartoe nog steeds verplicht. De

    overheidsmaatregelen vormen dan hooguit een overmachtsgrond om eventuele schadeclaims wegens

    laattijdigheid te weerleggen. Indien de leveringstermijn echter een strikte termijn is die geen uitstel verdraagt,

    kunnen de overheidsmaatregelen potentieel wel bevrijdende overmacht uitmaken. [1] Opgelet: in de mate dat de

    koop-verkoop wordt gesloten nadat de overheidsmaatregelen van kracht gingen, kan de verkoper-leverancier zich

    niet langer beroepen op overmacht om laattijdigheid te rechtvaardigen.

    Anderzijds speelt de kwestie van het produceren of invoeren van koopwaar door de verkoper. Wanneer de

    verkoper voor de productie of verwerking van zijn goederen afhankelijk is van derden die zelf verhinderd zijn door

    (buitenlandse) overheidsmaatregelen, dan zal dit potentieel een overmachtsgrond vormen. Opgelet: in de mate dat

    de verkoper verplicht is tot levering van soortzaken (bijv. granen, melk, enz.), kan hij dit argument zeer moeilijk

    maken. In principe zijn soortzaken steeds verkrijgbaar bij andere leveranciers.

    Impact op de verplichtingen van de koper – De koper moet de bestelde levering aanvaarden en deoorspronkelijk afgesproken koopprijs voldoen. Enkel wanneer een levering omwille van objectieve redenen die ook

    gekend waren door de verkoper geen nut meer heeft kan de koper de koop beëindigen. Voor de koper gelden de

    overheidsmaatregelen in principe niet als overmacht: zij maken het betalen van de koopprijs niet onmogelijk. [2]

    Dat de koper het eventueel financieel moeilijk heeft geldt niet als overmacht. [3]

    [1] Brussel 5 juni 1916, Pas. 1915-16, II, 335.[2] A. VAN OEVELEN, "Overmacht en imprevisie in het Belgische contractenrecht", TPR 2008, 609.[3] Cass. 28 juni 2018, RW 2018-19 (samenvatting), afl. 32, 1260.

  • OVERMACHT & AANNEMING VAN WERKEN EN DIENSTENInleiding – Voor overeenkomsten m.b.t. de levering van een werk (bv. een bouwwerk) of een dienst (bv.consultancy), schrijft het Ministerieel Besluit van 18 maart 2020 op dwingende wijze voor dat ondernemingen

    gedwongen worden om thuiswerk aan te bieden aan hun werknemers. Indien thuiswerk niet mogelijk is, mogen

    ondernemingen hun activiteiten nog voortzetten op locatie, zolang een afstand van 1,5 m tussen de werknemers

    gegarandeerd kan worden. Slechts wanneer men deze afstand niet kan garanderen, zijn bedrijven verplicht om te

    sluiten. [1] Deze maatregelen vormen meteen ook de contouren van het overmachtsdebat binnen aanneming van

    werk en diensten.

    Impact op de leveringsverplichtingen van de aannemer/dienstverlener – Of de aannemer of dienstverlener uithoofde van de overheidsmaatregelen een beroep kan doen op overmacht om aan zijn contractuele verplichtingen

    te ontsnappen, hangt af van de concrete omstandigheden.

    Hierbij worden o.a. de aard van het werk, de indeling van de werkvloer, de locatie en eventuele benodigdheden tot

    uitvoering van de opdracht in aanmerking genomen. De onderneming die zich op de overheidsmaatregelen beroept

    als grond voor overmacht, moet immers kunnen aantonen dat deze maatregelen effectief verhinderd hebben om

    zijn opdracht uit te voeren. Bijvoorbeeld: een boekhouder zal zich niet kunnen verschuilen achter deze

    overheidsmaatregelen om geen BTW-aangiftes voor te bereiden. Daarentegen zal een isolatieteam – beopdracht

    met de isolatie van een kruipkelder - wel kunnen inroepen dat de "social distancing" onmogelijk is en de opdracht

    daarom niet tijdig kan uitgevoerd worden.

    Het loutere feit dat de uitvoering van de overeenkomst enkel moeilijker of kostelijker geworden is door de

    overheidsmaatregelen, vormt op zich nog geen overmacht. [2] Het loutere feit dat een aannemer bijvoorbeeld

    tijdelijk geen beroep meer kan doen op een buitenlandse onderaannemer of geen goedkope bouwmaterialen uit

    het buitenland kan aankopen, vormen op zichzelf geen overmacht.

    Opnieuw, net zoals bij koop-verkoop, is er in principe enkel sprake van een tijdelijke overmachtsituatie en zal na

    afloop van de overheidsmaatregelen alsnog nagekomen moeten worden, tenzij dit niet langer nuttig is. Idem,

    indien de gebeurtenis van overmacht reeds bestond voor of bij de totstandkoming van het aannemingscontract,

    kan er van niet-nakoming wegens overmacht geen sprake zijn.

    Impact op de betalingsverplichting van de opdrachtgever – Ingeval van een rechtsgeldig ingeroepenovermacht, is ook de opdrachtgever (tijdelijk) bevrijd van zijn betalingsverplichtingen. Indien de aannemer of

    dienstverlener zijn opdracht correct heeft vervuld, dient de opdrachtgever te betalen en zullen de

    overheidsmaatregelen in principe geen overmachtsgrond vormen om niet te betalen.

    [1] Art. 2 van het Ministerieel Besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, BS 18maart 2020.[2] Luik 16 november 1987, J.L.M.B. 1988, 808, met noot P.H.; Bergen 10 april 1989, Rev.not.b. 1989, 539, met noot D.S.; Luik 27 juni 1995,J.L.M.B. 1996, 100, met noot P. WERY; Rb. Antwerpen 13 oktober 1997, RW 1999-2000, 264.

    CONCLUSIE: ZOALS TOEGELICHT ZAL DE UITVOERINGSMOGELIJKHEID VANIEDER CONTRACT MOETEN AFGEWOGEN WORDEN IN FUNCTIE VAN DE

    UITGEVAARDIGDE OVERHEIDSMAATREGELEN. DIT VERONDERSTELT EEN

    BEOORDELING IN CONCRETO.

    -5-

  • Kantoor AntwerpenMeche lses teenweg 3262650 Edegem+32 (0 )3 369 19 90

    Kantoor Brussel Joseph Stevenss t raa t 71000 Brusse l +32 (0 )2 313 30 10

    ALWAYS ONE STEP AHEAD

    Kare l Schulpen

    kare l .schu lpen@arcas law.be

    +32 (0 )473 69 58 67

    Bart Volders

    bar t .vo lders@arcas law.be

    +32 (0 )474 84 77 41

    w w w . a r c a s l a w . b e

    VOOR VERDERE VRAGEN KAN U STEEDS TERECHT BIJ ARCAS LAW VIAONDERSTAANDE CONTACTGEGEVENS.

    Joost Ver l inden

    j oos t .ver l inden@arcas law.be

    +32 (0 )477 479 775

    http://arcaslaw.be/http://arcaslaw.be/http://www.arcaslaw.be/http://arcaslaw.be/