Upload
others
View
19
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
De kostprijs en capaciteiten
•De normale en werkelijke bezetting
•De integrale kostprijs
•Bezettingsresultaten
•Capaciteiten
De kostprijs
Kostprijs
Constante of vaste kosten: Kosten die in een bepaalde periode vast zijn en niet afhankelijk van de geproduceerde/verkochte aantallen.Variabele kosten Kosten die stijgen of dalen als de productie/afzet verandert.
De normale bezetting: De normale bezetting is de afzet die over een langere periode als gemiddelde haalbaar is. De werkelijke bezetting: De werkelijke bezetting is de afzet die in een bepaalde periode werkelijk is gerealiseerd of die men werkelijk verwacht te realiseren (begroting of verwachting).
2
vliegticket naar Gran Canaria
Een voorbeeld Stel dat tickets worden ingekocht voor €250. De vaste kosten zijn €5.000 Er worden er 500 normaal verkocht. Wat kosten de tickets per stuk?€250 (variabele kosten) + €5.000 / 500 (vaste kosten) = €260 De integrale kostprijs (vaste en variabele kosten) De variabele kosten per eenheid + de vaste kosten per eenheid (gebaseerd op de normale bezetting)
Hotel op Gran Canaria
Vervoer naar Gran Canaria
De normale bezetting: De normale bezetting is de afzet die over een langere periodeals gemiddelde haalbaar is.
De werkelijke bezetting: De werkelijke bezetting is de afzet die in een bepaalde
periode werkelijk gerealiseerd wordt.
De kostprijs
De integrale kostprijs:
De integrale kostprijs wordt bepaalddoor de constante kosten (C) te delendoor de normale bezetting (N) en de totale variabele kosten (V) te delen door de werkelijke aantallen (W)
In formule: C/N + V/W
In het vorige voorbeeld waren de vaste kosten €5.000 en de normale aantallen 500 pax. (C/N = €5.000 / 500 = €10)De variabele kosten per eenheid waren al gegeven (€250) V/W = €250De kostprijs is dus €250 + €10 = €260
5
De kostprijs
Het bezettingsresultaat:
Wat gebeurt er als de werkelijke aantallen afwijken van de normale bezetting? Als de werkelijke aantallen lager zijn dan de normale bezetting, dan verdien je de constante kosten niet terug en heb je een bezettingsverlies.
Als de werkelijke aantallen groter zijn dan de normale bezetting dan heb je een bezettingswinst.
Het bezettingsresultaat is:(werkelijke bezetting - normale bezetting) * C/N(de vaste kosten per eenheid)
6
De kostprijs
Het bezettingsresultaat:
voorbeeld:Het normale aantallen verkochte reizen is 500 pax. De vaste kosten zijn €5.000 Stel we verkopen er minder dan de normale bezetting, namelijk 400 pax. Wat is het resultaat?Voor 100 pax (500 - 400) verdienen we de vaste kosten niet terug. De vaste kosten zijn €10 per eenheid. (€260 - €250)
Het bezettingsresultaat is dan ook:-100 * €10 = - €1.000
7
De kostprijs
8
Van kostprijs naar verkoopprijs:
voorbeeld: Stel de kostprijs (inclusief verkoopkosten) is €260 / paxDe (winst)marge die de ondernemer wil halen is 20% van de kostprijs. Hoeveel is dan de verkoopprijs?
De verkoopprijs wordt: 120% van €260 = €312
De (winst)marge die de ondernemer wil halen is 20% van de verkoopprijs. Hoeveel is dan de verkoopprijs?(de verkoopprijs is dan 100%, de kostprijs 80%)De verkoopprijs wordt: €260 / 80 * 100 = €325
Capaciteiten
Capaciteiten
Gelijktijdige capaciteit: Het totale aantal eenheden dat op een bepaald moment beschikbaar isVolgtijdelijke capaciteit Het aantal malen dat de gelijktijdige capaciteit in een bepaalde periode aanwezig isMaximale capaciteit: De gelijktijdige capaciteit maal de volgtijdelijke capaciteit
VoorbeeldenHotelkamers, vliegtuigstoelen, bungalows, theaterstoelen enz.
9
Capaciteiten
gelijktijdige capaciteit(aantal eenheden)
volgtijdelijke capaciteit
kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 490 dagen 90 dagen 90 dagen 90 dagen
100
90
75
60
40
0
De capaciteitsgrafiek
10
De (normale) bezetting
De normale bezetting is de gemiddelde bezetting over een langere periode
Capaciteiten
gelijktijdige capaciteit(aantal eenheden)
volgtijdelijke capaciteit
kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 490 dagen 90 dagen 90 dagen 90 dagen
100
90
75
60
40
0
De capaciteitsgrafiek
11
De maximale bezetting
De maximale bezetting is de gelijktijdige X de volgtijdelijke capaciteit
Capaciteiten
gelijktijdige capaciteit(aantal eenheden)
volgtijdelijke capaciteit
kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 490 dagen 90 dagen 90 dagen 90 dagen
100
90
75
60
40
0
De capaciteitsgrafiek
12
De irrationele overcapaciteit is capaciteit die je eigenlijk niet nodig hebt
De irrationele overcapaciteit
Capaciteiten
gelijktijdige capaciteit(aantal eenheden)
volgtijdelijke capaciteit
kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 490 dagen 90 dagen 90 dagen 90 dagen
100
90
75
60
40
0
De capaciteitsgrafiek
13
De rationele capaciteit
De rationele capaciteit is capaciteit die je nodig hebt (vanwege het hoogseizoen)
Capaciteiten
gelijktijdige capaciteit(aantal eenheden)
volgtijdelijke capaciteit
kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 490 dagen 90 dagen 90 dagen 90 dagen
100
90
75
60
40
0
De capaciteitsgrafiek
14
De rationele overcapaciteit
De rationele overcapaciteit
De rationele overcapaciteit is capaciteit die je niet nodig hebt in het laagseizoen
De irrationele overcapaciteit
Capaciteiten
Een voorbeeld Een hotel heeft 100 kamers. De normale bezetting is in het 1e kwartaal 40%, het 2e kw. 60%, 3e kw. 90%, 4e kw.75%. Elk kwartaal heeft 90 dagen.
De maximale bezetting per jaar is:360 x 100 = 36.000 kamers per jaar.De rationele capaciteit is:360 x 90 = 32.400 kamers per jaarDe normale bezetting is:100 x 40% x 90 + 100 x 60% x 90 + 100 x 90% x 90 + 100 x 75% x 90 = 23.850 kamersDe irrationele overcapaciteit is:360 x 10 = 3.600 kamers per jaar.De rationele overcapaciteit is:De rationele capaciteit - normale bezetting = 32.400-23.850 = 8.550 kamers per jaar.
15
en dat was het voor nu!
16
tot bij het volgende college
Werkcollege De kostprijs (opgave 1 t/m 5) Werkcollege De kostprijs (opgave 6 t/m 11) Werkcollege Capaciteiten en bezetting Werkcollege Break-even Werkcollege Investeringsanalyse (2x)