8
De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII

De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude OorlogNederland in puin na WOII

Page 2: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude OorlogVooroorlogs Nederland

Page 3: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude OorlogVerzuiling

Elke zuil had o.a. eigen;

Krant Omroep Sportvereniging School

Page 4: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude OorlogWillem Drees (1886-1988)

Minister-president van 1948-1958;

Moderniseren van landbouw

Oplossen van woningnood Sociale wetgeving

Page 5: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude OorlogOntkerkelijking in Nederland

Page 6: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude OorlogOmschrijf de onderstaande begrippen in eigen woorden;

Welvaartsstaat Verzorgingsstaat Ontzuiling Ontkerkelijking

Page 7: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude Oorlog

Betekenis begrippen;

Welvaartsstaat = Een staat waarin de inwoners financieel aan hun basisbehoefte kunnen voldoen en daarnaast geld over hebben om aan luxe producten te besteden. Basisbehoefte bestaat uit eten, huisvesting, kleding etc. Luxe producten zijn tv, auto, scooter etc.

Verzorgingsstaat = Een staat waar door middel van sociale wetten financieel gezorgd wordt voor inwoners die het zelf niet (meer) kunnen. Enkele sociale wetten zijn AOW ( Algemene Ouderdom Wet) en WW ( Werkloosheidswet).

Page 8: De Koude Oorlog Nederland in puin na WOII. De Koude Oorlog Vooroorlogs Nederland

De Koude Oorlog

Betekenis begrippen;

Ontzuiling = Einde maken aan de verzuiling. Bij verzuiling was de maatschappij onderverdeeld was in vier zuilen;

1.de katholieke zuil 2. de protestante zuil 3. de liberale zuil 4. de socialistische zuil.

Ontkerkelijking = Kerken werden van de jaren ‘60 steeds minder bezocht. De jongeren zetten zich af tegen het gezag van de kerk en gingen niet meer naar de kerkdiensten.