8
De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens Inleiding Het voornemen tot restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens kwam tot stand op 25 mei 1970 toen ds. J. ter Steege tezamen met de streekarchivaris te Dokkum, de heer W. T. Keune, de hervormde gemeente bijeen riepen. Tijdens deze bijeenkomst werd gesteld, dat het noodzakelijk was het gebouw te restaureren om de volgende redenen: 1. De instandhouding van het monu- ment uit kunst-historisch oogpunt; 2. Om te voorkomen dat het gebouw, sinds noo in gebruik als kerk, zou veranderen in een museum of, op z'n ongunstigst in onbruik zou ge- raken. 3. Om de praktische bruikbaarheid te vergroten door aanpassing van het interieur aan meer eigentijdse op- vattingen. Door het architektenburo ir. P. B. Of- fringa te Groningen werden in novem- ber en december 1971 de opmetingste- keningen gemaakt. In het voorjaar van 1972 kwam het restauratieplan met be- groting gereed. De totale restauratiekos- ten werden begroot op ƒ 320.000,—. Dankzij de medewerking van de sub- sidiënten: het Rijk en de Gemeente Oostdongeradeel kon het aannemersbe- drijf Schakel op 15 januari 1973 be- ginnen met de restauratie in het kader van het aanvullende werkgelegenheids- programma voor 1973. Tevens werden er rente-subsidies ontvangen van de Provincie en de Stichting Alde Fryske Tsjerken.

De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens

Inleiding

Het voornemen tot restauratie van deHervormde kerk te Wetzens kwam totstand op 25 mei 1970 toen ds. J. terSteege tezamen met de streekarchivariste Dokkum, de heer W. T. Keune, dehervormde gemeente bijeen riepen.Tijdens deze bijeenkomst werd gesteld,dat het noodzakelijk was het gebouw terestaureren om de volgende redenen:

1. De instandhouding van het monu-ment uit kunst-historisch oogpunt;

2. Om te voorkomen dat het gebouw,sinds noo in gebruik als kerk, zouveranderen in een museum of, opz'n ongunstigst in onbruik zou ge-raken.

3. Om de praktische bruikbaarheid te

vergroten door aanpassing van hetinterieur aan meer eigentijdse op-vattingen.

Door het architektenburo ir. P. B. Of-fringa te Groningen werden in novem-ber en december 1971 de opmetingste-keningen gemaakt. In het voorjaar van1972 kwam het restauratieplan met be-groting gereed. De totale restauratiekos-ten werden begroot op ƒ 320.000,—.Dankzij de medewerking van de sub-sidiënten: het Rijk en de GemeenteOostdongeradeel kon het aannemersbe-drijf Schakel op 15 januari 1973 be-ginnen met de restauratie in het kadervan het aanvullende werkgelegenheids-programma voor 1973. Tevens werdener rente-subsidies ontvangen van deProvincie en de Stichting Alde FryskeTsjerken.

Page 2: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

Zuidgevel vóór de restauratie

Dorp en kerk te Wetzens, enige histori-sche kanttekeningen

De eerste gevonden sporen van bewo-ning ter plaatse van het dorp Wetzenszijn gedateerd op een ouderdom van ±4.000 jaar. Een kenmerkende vondst uitdeze periode is een bijl van vuursteen.De terp was nog niet opgeworpen, maarwel was er een lichtglooiende onderlaagvan zandafzettingen uit de ijstijd, wel-ke te Wetzens een natuurlijke hoogtevormde.Over de bewoningsperiode vóór onzejaartelling is nog weinig bekend.Uit de eerste eeuwen daarna stammenonder andere vondsten van Romeinsvaatwerk, terwijl de jongste vondstenuit de 146 eeuw dateren.Onder andere werd bij het afgravenvan de terp ( ± 1890) een houten spade,hoornen lepels, fluiten, haarspelden, be-nen kammen en spijkers, kralen, weef-gerei en allerlei potjes en scherven ge-vonden. Het is opmerkelijk dat er uit-zonderlijk veel benen kammen zijn ge-

vonden, wat er op zou kunnen duidendat er meer kammen werden gemaaktdan er voor eigen gebruik van de terp-bewoners nodig waren.Het is waarschijnlijk dat de terpbewo-ners in de 8e eeuw met het Christen-dom in aanraking kwamen. Mogelijkwerd in die tijd reeds een houten kerkjegebouwd.Het oudste gedeelte van de huidige,aan St. Vitus gewijde, tuf stenen kerkstamt uit de ne of zae eeuw. St. Vituswas waarschijnlijk een martelaar uit deRomeinse tijd, die later heilig werd ver-klaard en in de middeleeuwen in tij-den van nood werd aangeroepen. Menvermoedt dat het middengedeelte vande kerk, dat is het huidige schip, hetoudste is. Het is opvallend dat de dicht-gezette Romaanse raampjes in hetjongere koor kleiner zijn dan die in hetschip, verder dat de spaarvelden in denoord- en zuidgevel met het bijbeho-rend aantal friesbogen niet gelijk zijn.In de loop der eeuwen is er veel aan dekerk veranderd.

Zuidgevel na de restauratie

In de 156 eeuw is er een gotische hoofd-ingang aan de noordzijde gemaakt,evenals een tweede ingang aan de zuid-zijde.Het gehele gebouw is in de i6e eeuwmet enige lagen metselwerk verhoogd.Uit die tijd stamt ook de nog gaveeiken kap. De zolderbalklaag en demuurplaten zijn jonger, want deze zijnvan grenehout. De ramen aan de zuid-zijde werden in de iye eeuw vergrootvolgens gotisch model. De kleine ra-men aan de noordzijde werden later,vermoedelijk in de ipe eeuw, gedicht.De kerk had vroeger een toren, welkein 1842 is ingestort.Volgens de legende gebeurde dit opeen zondagmiddag, juist toen de domi-nee met een preek wilde beginnen overSimson in de tempel. Na het instortenvan de toren werden de nog overeindstaande gedeelten van de noord- en dezuidmuur eveneens weggebroken envervangen door een drie-zij dige sluitingvan gele friese steen, waarbij in eenuitkragende dakkapel de luidklok kwam

te hangen. Deze klok werd in 1943door de Duitse bezetters gevorderd. In1949 kwam er een nieuwe klok.Het interieur is vrij sober en bezit wei-nig historische goederen.De oudste grafzerk dateert uit 1611.Hiervan is het opschrift onleesbaar.Verder liggen er nog enige jongere graf-zerken in de kerk.Ook bij enkele boerderijen in de om-geving blijken nog grafzerken, afkom-stig uit de kerk, te liggen.Het meubilair en de gaanderij zijn nietvan historische waarde.Het interieur onderging de laatste gron-dige wijziging in 1953. De banken wer-den vertimmerd alsook de preekstoelen het doophek.De gaanderij dateert uit het begin vandeze eeuw.Het orgeltje werd in 1933 aangekochtbij orgelbouwer Doornbos te Gronin-gen. De laatste reparatie aan de houtenramen is in 1929 uitgevoerd.

Page 3: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

Noordgevel vóór de restauratie

Het exterieur.

De restauratie werd begonnen met dewerkzaamheden aan de kap. Deze kapwas recentelijk reeds onder handen ge-nomen in het kader van een nood res-tauratie en voorzien van een tijdelijkeasbest-beschieting.Tijdens de restauratie werd gekozenvoor een nieuw dakbeschot van Red-wood met een ventilerende konstruktie,dat horizontaal werd aangebracht.De eiken kapkonstmktie bleek in vrijgoede staat te verkeren, maar werd be-handeld tegen houtwormaantasting.Ter plaatse van de driezij dige westslui-ting zijn in de vorige eeuw vuren spo-ren gebruikt. Deze sporen bleken der-mate slecht dat vervanging noodzake-lijk was. Ter handhaving van de duide-lijkheid van de historische ontwikke-ling werden grenen sporen aangebrachtin plaats van eiken, zoals die van het

oude kapgedeelte.Op het dak werden de aanwezige smeed-ijzeren kruisornamenten hersteld.De weerhaan op de westkant werd op-nieuw voorzien van bladgoud en op deoostkant werd de verloren gegane wind-vaan opnieuw ontworpen en aange-bracht.Het metselwerk werd grotendeels inde gevonden toestand gekonsolideerd.Opvallend was het grote gestukadoordevlak in het midden van de noordgevel.Bij onderzoek, in samenwerking metde Rijksdienst voor Oudheidkundig Bo-demonderzoek, bleken achter deze be-pleistering bouwresten van een vroegeraanwezige uitbouw of abside te zitten,waarvan ook de fundering werd bloot-gelegd, (zie plantekening).Bij het verdere onderzoek bleek, datook aan de zuidzijde een dergelijkeabside heeft gezeten. Mogelijk warendit twee altaarnissen, die vanuit de

Noordgevel na de restauratie

kerk toegankelijk waren. Uit deze vond-sten werd gekonkludeerd, dat het schiphet oudste, n.l. i re eeuwse, deel is vaneen overigens zeer kleine tufstenenkerk.Het oostelijke, r ie eeuwse, deel van dekerk, met een reeds vroeg weer dicht-gezette en thans als zodanig gehand-haafde priesteringang aan de noordzij-de, moet dan worden gezien als eenvergroting van het kortere, eventueelhalf rond gesloten, koor, en/of een ver-lenging van de kerk. De twee zij-absi-den verloren daarbij waarschijnlijk doorde nu verkeerde ligging hun funktie enwerden afgebroken. Helaas moet, mededoor het ontbreken van enig spoor vanplaats en vorm van het oorspronkelijkekoor, bovenstaande konklusie wordengezien als een veronderstelling, waarbijde aard en langdurige aanwezigheid vanhet gepleisterde deel van de noord-wand als zodanig nog een raadsel blijft.

(Zie in dit verband de illustratie van dehistorische planontwikkeling).De restauratiekommissie voelde begrij-pelijkerwijs weinig voor handhavingvan de witte kalkbepleistering van ditgedeelte van de noordgevel en steldevoor het vlak in te vullen met baksteenmetselwerk met gebruikmaking vankloostermoppen.Van de zijde van de architekt en deRijksdienst voor Monumentenzorg werddeze oplossing te ingrijpend gevonden,vooral uit het oogpunt van behoud vande duidelijkheid van het historischbeeld. Gekozen werd uiteindelijk vooreen oplossing, waarbij voor het vlak enop de begrenzing van de fundering vande vroeger aanwezige abside, een hou-ten aanbouw werd gebouwd, gedektmet blauw geglazuurde Oud-Hollandsedakpannen. Deze uitbouw heeft nu o.a.de funktie van berging voor begrafenis-attributen.

Page 4: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

Detail zuidgevel vóór de restauratie

In de zuidgevel werden de aanwezigehouten ramen vernieuwd. Twee van deaangetroffen raamopeningen blekenvroeger op nogal groffe wijze in hettufsteen te zijn uitgehakt.Tijdens de restauratie werden deze ge-wijzigd en meer verantwoord in hettufsteen uitgesneden, waarbij tevens dejonge maar slechte houten ramen wer-den vernieuwd en in stijl aangepast bijde gotische raamvormen.Bij de graafwerkzaamheden kon voortsworden vastgesteld dat ongeveer terplaatse van de gotische ingangen aannoord- en zuidzijde ook de romaanseingangen hadden gezeten. Daarbij werdde oorspronkelijke dorpel van de go-thische ingang aan de noordzijde terug-gevonden en weer aangebracht.De klokkestoel aan de westgevel werdvoorzien van een nieuwe detailleringen het vroeger aanwezige houten hekbij de toegang tot het kerkhof werd ge-rekonstrueerd.

Detail zuidgevel na de restauratie

Het interieur.

Het eenvoudige interieur werd op eni-ge aspekten gewijzigd.Zo werd het rechte houten schot dat

aan de westzijde tot aan het plafondreikte verwijderd. Hierdoor kreeg dekerk een gavere, meer symetrische ruim-tewerking. De slechte houten zolderingwerd vernieuwd.Tijdens werkzaamheden aan de noord-muur werd ontdekt dat de kerk oor-spronkelijk gewelven moet hebben ge-had. Een restant van een scheiboog enmuraal getuigen hiervan, zoals zicht-baar is in de muur bij de orgelgaanderijaan de noordzijde. Voorts werden inhet muurwerk twee hagioscopen en eenpiscina gevonden. Eveneens is de plaatsvan enkele romaanse raamopeningenzichtbaar.De zeer jonge vurenhouten bankenwerden gedeeltelijk herplaatst en aan-gevuld met knopstoelen.Van de eind iye eeuwse preekstoelwerd de trap opnieuw ontworpen, ter-wijl een nieuwe gedraaide poot de slech-te ondersteuning in de muur verving.Het bijpassende doophek werd aan de

Page 5: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

Gezicht naar het koor vóór de restauratie

zuidzijde ingekort (en het restant opge-slagen), waardoor het koor meer ge-bruiksmogelijkheden kreeg. Van hetgrote tekstbord, uit ongeveer dezelfdeperiode, werd de oorspronkelijke goud-dekoratie teruggevonden en gerestau-reerd. Het 17e eeuwse gesmede doop-vont werd voorzien van een nieuw geel-koperen bakje, vervaardigd door eenplaatselijke smid.De nu aanwezige i/e eeuwse (avond-maalsjtafel werd tesamen met de kope-ren verlichtingskroon aangekocht terverfraaiing van het interieur. De kroonwerd geschonken door een gemeenteliden de tafel door het verjaardagsfondsvan Aalsum.In de vloer van het koor zijn enkelegrafzerken opgenomen, waarvan éénuit Aalsum en een restant van eensteen van een in de i/e eeuw levendepredikant, die toen in Aalsum-Wetzensstond.

Een altaarsteen werd in 1970 op hetkerkhof gevonden. Het middenpad be-staat uit grijze estriken, die evenalsde vloer van het koor om o.a. akoes-tische redenen op een laag schelpen isgelegd.In het kader van de restauratie kreegde kerk enige voorzieningen, zoals eentoilet, een kerkeraadskamer met dien-keukentje en een nieuwe trapopgangnaar de gaanderij, waarvoor een nieuworgel werd ontworpen.Het kleurpatroon kreeg op duidelijkewijze de aandacht.Zo werd op het schotwerk onder degaanderij een paneelindeling geschil-derd.De van oorsprong blauwe balken zolde-ring werd gesierd met groene balkpro-fileringen.De profilering van de luifel boven depreekstoel en de gedraaide knoppenwerden voorzien van bladgoud.

Gezicht naar het koor na de restauratie

Hst orgel.

Het voor de restauratie aanwezige orgelwerd in 1933 aangekocht door de kerk-voogdij. Dit orgel bevat nog verschil-lende historische pijpwerken. Door dearchitekt werd een nieuwe orgelkasontworpen voor de in zeer slechte staatverkerende aanwezige kas.In verband met het weglaten van hetaanwezige opgaande schot, kon de ga-lerij worden teruggebracht, waardoor te-vens de kerkruimte werd vergroot.In overleg met de adviseurs werd doorde Fa. van Vulpen te Utrecht een me-chanisch pijporgel, met gebruikmakingvan enige historische onderdelen, in denieuwe kas gebouwd.

F. Houtkoop en H. S. /. Zandt, de orgel-adviseurs, geven omtrent het orgel devolgende beschrijving.

Preekstoel na de restauratie

Page 6: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

Gezicht naar het orgel vóór de restauratie

Over het orgel in de Hervormde Kerkte Wetzens zijn de volgende historischegegevens bekend:In het jaar 1933 werd in deze kerk eenpijporgel geplaatst. Volgens de overle-vering geschiedde dit door Klaas Doorn-bos, "Kerkorgelfabrikant" te Groningen.De dispositie van het instrument luid-de: Prestant 4', Holpijp 8', Gamba 8',Salisionaal 8', Fluit 4' en Octaaf 2'. Om-vang manuaal: C-f", geen pedaal. Uiteen onderzoek van het instrument isgebleken, dat dit uit verscheidene delenvan verschillende ouderdom was sa-mengesteld. De kern werd gevormddoor een oudere windlade met daarophet pijpwerk van de Holpijp 8' (oud),Fluit 4' (oud), Octaaf 2' (oud) en dekleinere pijpen van de Gamba 8' en deSalisionaal 8'. De grotere pijpen van delaatste twee registers waren buiten dewindlade opgesteld en d.m.v. vervoe-ringen hiermede verbonden. De klavia-tuur bevond zich aan de rechterzijkant

10

van het instrument, een windmotorontbrak.Uit het onderzoek is verder gebleken,dat aan het orgel geen bijzondere mo-numentale waarde mocht worden toe-gekend.In het kader van de kerkrestauratierees de wens, de westwand van de kerkin de staat van 1842 te herstellen. Daar-mede verband houdende won de over-tuiging veld, dat het orgel in de hoe-danigheid van voor de restauratie nietkon v/orden gehandhaafd, enerzijds uitarchitektonische overwegingen (inpas-sing in het kerkinterieur van na de res-tauratie), anderzijds gezien vanuit deeisen van het cantor-organistschap, wel-ke terecht konden worden gesteld in-zake de begeleiding van de gemeente-zang (en cantorij) en de weergave vande literatuur voor orgelpositief.Er rees het plan - met behoud van dedaartoe in aanmerking komende delen -passende vernieuwingen door te voeren,

zoals b.v. van de windlade, de register-en toetstractuur, verder de windvoor-ziening en de dispositie te verbeterenen te ontdoen van de onnodige dou-blures in de 8-voetsregisters, op basisvan een offerte van de orgelmakersGebr. van Vulpen.De dispositie luidt nu: Prestant 4', Hol-pijp 8', Fluit 4' (oud), Quint 3', Octaaf2' (oud) en Mixtuur 2-3 st. Pedaal: aan-gehangen. Omvang manuaal: C-f", pe-daal: C-d'.Voor het instrument is een nieuwe or-

gelkas ontworpen, waarmee het infe-rieure kastwerk met dito frontpijpenuit 1933 is vervallen.Het geheel is opgesteld op de orgelga-lerij, waarvan de balustrade blijkenseen met potlood geschreven aanteke-ning op een plankje dateert uit 1903:

"B. Posthumus en Jan Kooistra, beidenvan Metslawier, hebben deze kraak ge-steld in het jaar 1903 den 18 Decem-ber. Acitekt (!) Geb: Booijenga".

Ontwerp orgel in uitvoering

II

Page 7: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

Het oudheidkundig, bodemonderzoek.

Hieronder volgt in z'n geheel een arti-kel van Dr. H. Halbertsma over zijnopgravingen te Wetzens, overgenomenuit het Nieuwsbulletin van de Konink-lijke Oudheidkundige Bond van mei1973-

De onlangs aangevangen restauratieder Herv. Kerk te Wetzens, op de kruinvan een zeer hoge terp gelegen en voor-heen aan St. Vitus gewijd, vormde aan-leiding tot een oudheidkundig bodem-onderzoek, dat in de week van 26 maartwerd afgesloten.Het betreft hier een tufstenen zaalkerk-je uit de i2,de eeuw, gekenmerkt dooreen opvallend fraaie geleding der bui-tenmuren door middel van kolonnettenen spaarvelden met roiidboogfriezen.De koorsluiting is uitwendig vijfhoekigdoch inwendig rond terwijl zich in denoordelijke koormuur een hagioscoopbevindt, die bij de bouw van de kerkreeds moet zijn aangebracht. Ten wes-ten daarvan ziet men nog de oorspron-kelijke priesteringang, zij het dat dezenaderhand werd dichtgemetseld. Aanhet opgaande werk is duidelijk zicht-baar dat de kerk eenmaal langer moetzijn geweest. In het jaar 1842 storttede toren aan de westzijde van de kerkin. De toren werd niet herbouwd, waar-na de kerk werd afgedicht met de hui-dige bakstenen, driezij dige sluitmuur.Tijdens het onderzoek bleek dat de za-deldaktoren ten gevolge van een on-deugdelijke fundering naar het westenwas gaan overhellen, hetgeen de instor-ting van 1842 veroorzaakte. De torenmoet een vrij bescheiden omvang heb-ben bezeten en kan moeilijk ouder zijngeweest dan de 15 de eeuw. Hij wastegen de oorspronkelijke tufstenenwestgevel van de kerk aangebouwd enheeft deze vermoedelijk in zijn val mee-gesleept. De fundering van de voorma-lige westgevel bestond, conform desituatie elders onder de kerkmuren, uitafwisselend aangebrachte lagen scho-ne klei en schelpgruis of „skil". Opnier-

kelijk was de zeer grote diepte en breed-te van de sleuven, die de kerkbouwersin de terpaarde hadden uitgedolven omdeze grondverbetering tot stand tebrengen. Wij hebben deze waarnemin-gen voor het overige ook bij verschei-dene andere Friese tufstenen kerkenkunnen doen, waar dezelfde methodewas toegepast. Veelal ging deze werk-wijze gepaard met het aanwenden vanzwerfkeien op kritieke punten, zoals opde hoeken en bij de ingangen. Zo ookte Wetzens, waar de beide hoekpuntenvan de voorgevel ieder met een zwerf-kei waren verstevigd. De oorspronke-lijke westgevel lag circa vier nietervoorbij de breuklijn van het opgaandetufstenen werk en de daaraan in 1842gehechte bakstenen sluitmuur.Binnen het kerkschip, op de scheidingvan het koor, werden twee rechthoe-kige en aan elkaar gelijkvormige keien-beddingen opgegraven welke ieder circaeen meter naar binnen sprongen. Wijzouden deze voorzieningen willen op-vatten als de fundering voor een triomf-boog. Onmiddellijk ten oosten van denoordelijke keienfundering bevindt zichde reeds vermelde priesterdeur.De plaats van de beide keienfunderin-gen correspondeert inwendig met eenweggekapte vertikale strook in het met-selwerk, uitwendig met een veel brede-re onderbreking in het wandpatroon.Aan de zuidzijde is er in de loop dereeuwen zo veel veranderd en herstelddat de oorspronkelijke gesteldheid nietduidelijk is, doch aan de noordzijdevalt meer te ontdekken. Hier schijnteenmaal een sacristie tegen de zijmuurte hebben gestaan, waartoe een wijdebres was geslagen in de zijmuur vanhet schip, die na verloop van tijd opslordige wijze werd dichtgezet. Tochis dit niet de oorspronkelijke toestandgeweest, want graafwerk buiten de kerkleverde aan beide kanten, ter hoogtevan de triomfboog, de in schelplagen ge-bedde keienfunderingen op van tweeminuscule zijbeuken, die vanuit hetkerkschip toegankelijk waren geweesten aan de oostzijde voorzien waren van

Archeologischegegevens

Page 8: De restauratie van de Hervormde kerk te Wetzens · 2018-07-29 · door het ontbreken van enig spoor van plaats en vorm van het oorspronkelijke koor, bovenstaande konklusie worden

een in de muurdikte uitgespaarde,schelpvormige en aan de bovenzijdehalf-rond afgedekte altaarnis. In beidegevallen waren de linker-, achtereen-volgens rechter aanzetten van deze nis-sen met hun vensterbankvormige on-derzijde nog juist in de voor dit doelplaatselijk uitgeholde zijmuren van hetkerkschip bewaard gebleven.De toegang tot beide altaaruitbouwenbleken eveneens nog ten dele gespaardte zijn in de daartoe in de zijmuren vanhet kerkschip aangebrachte doorgangenen vertoonden aan de westzijde eenafgeschuinde dagkant. De richting vandeze dagkanten strookte juist met derichting van de keienfunderingen bui-ten de kerk, waarop de beide westelijkesluitmuren van beide uitbouwen een-maal rustten, zodat deze niet haaks,doch schuins op de kerkschipmurenstonden. Zodoende verkregen beide uit-bouwen een trapeziumvormige grond-slag, waarbij de beide altaarruimten in-wendig een breedte van amper een me-ter vertoonden met een uiterst geringebewegingsruimte voor de altaren.De buitengeleding van de beide zijniu-ren van het kerkschip houdt duidelijkrekening niet de voormalige uitbou-wen, in die zin dat de spaarvelden tenwesten van deze voorzieningen ontbre-ken, al zette men de reeks rondboog-friezen onder de daklijst wel voort. Ervalt tevens verschil in grootte en plaat-sing der vensters op te merken aanweerszijden der aanbouwen. Boven-dien springen de muurvlakken van hetkoor aan de buitenzijde een halve steenterug, welke verfijning aanleiding gafde breedte van het koor ook inwendigmet een halve steen te verminderen.Over de plaats en het karakter van deoorspronkelijke toegang(en) voor de pa-rochianen kon geen zekerheid wordenverkregen. Een ingebouwde toren schijntde tufstenen kerk niet rijk te zijn ge-weest, al komen deze oplossingen indit gedeelte van Friesland veelvuldigvoor. Naar Friese trant zou men tweetoegangen mogen verwachten, tegen-over elkaar in het westelijke uiteinde

van de beide zijmuren aangebracht.Weliswaar zijn dergelijke deuren thansaanwezig, maar deze dateren niet uitde tijd dat de tufstenen kerk verreesen het is zeer de vraag of zij op dezelf-de plaatsen zijn aangebracht als hunvoorgangers uit de lade eeuw. Mogelijkbevonden de laatste zich in het gedeeltevan de kerk dat in 1842 kwam te ver-vallen. Men pleegt het toegangspor-taal in het westelijke uiteinde der Frie-se kerken de „foartsjerke" te noemen,die niet tot de eigenlijke gewijde ruimtegeacht wordt te behoren.Een zo merkwaardig bouwwerk als detufstenen dorpskerk van Wetzens metzijn lengte van circa 23 meter en breed-te van zeven, van een zodanige hoog-staande architectuur en volmaakte steen-behandeling, doet de nodige vragen rij-zen over bouwheer, zowel als bouw-meester. Wij weten slechts dat de abtvan de St. Bonifatiusabdij te Dokkumer tot aan het jaar 1374 het recht vande pastoorsbenoeming uitoefende, waar-na hij dit recht moest delen met deproost van Oud-Munster te Utrecht. Depatroon - St. Vitus - is in het Frieslandtussen Vlie en Lauwers uiterst zeld-zaam. In andere gevallen, zoals bij deSt. Vitus van Oldehove te Leeuwarden,kan de keus worden verklaard wegenseigendomsrechten van de St. Vitusabdijte Corvey aan de Wezer, die tot zeeroude schenkingen teruggaan. Of zulksook te Wetzens het geval is geweest isniet uitgesloten, doch evenmin te be-wijzen. Voor de kerk van Stiens geldttrouwens hetzelfde. Terloops zij in ditverband nog herinnerd aan de tufste-nen kerk van het naburige Rinsuma-geest, waar eveneens bouwkundige bij-zonderheden vallen op te merken, dietoch wel buiten het bestek van een een-voudige dorpsparochiekerk vielen.In het jaar 1970 werd buiten de kerkeen rood-zandstenen trapeziumvormigesarcofaagdeksel teruggevonden, die, blij-kens de daarin gehouwen kruisjes, alsaltaarsteen gebruikt is geweest. Hetligt voor de hand te veronderstellen datdeze zerk eenmaal het hoofdaltaar in

de kerk van Wetzens heeft afgedekt.Bij het graven der funderingssleuvenwerden geen oudere graven doorsneden- doorgaans een aanwijzing dat aan dekerkbouw een oudere fase moet zijnvoorafgegaan.

LITERATUUR

W. T. Keune,"Korte geschiedenis van het dorpWetzens"

Ds. J. ter Steege,"In vogelvlucht"Geschiedenis van de Gemeente Oost-dongeradeel

Ds. J. ter Steege"Vinea Domini"Geschiedenis van de kerkelijke ge-meente Aalsum- Wetzens, 1972

H. Halbertsma,Nieuwsbulletin van de KoninklijkeNederlandse Oudheidkundige bond,mei 1973

H. S. J. Zandt,"Het orgel in de kerk van Wetzens",in Jaarverslag Hervormde GemeenteAalsum-Wetzens 1970-1771.

TEKST, SAMENSTELLING, ILLUSTRA-TIES, FOTO'S

Buro voor Architektuur en Stedebouwir. P. B. Offringa - Groningen