Upload
liona
View
46
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Niveau 8 Les 9. De rode tandem. Bewerkt door:Yenthe, Keyani, Lore en Ellen. 2006-2007. 1. - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
De rode tandem
Bewerkt door:Yenthe, Keyani, Lore en Ellen.
2006-2007
Niveau 8Les 9
1
De caravan staat achter de boerderij in het weiland.Op plankjes, vlak bij de dam in de sloot. Hij ziet er grappig uit met dansende muzieknootjes op de zijkanten.Voorop staat: ,,De happy-band”. Naast de caravan leunt een rode tandem lui op zijn staander.
2
Peter wacht op zijn vrienden. Hij kijkt naar de flats,die in de verte tegen de hemel afsteken.Daar wonen Bart en Thijs. Met Karel erbij - die op een schip - woont vormen ze de ,,Happy band”.
3
In de oude caravan mogen ze oefenen om een echte muziekgroep te worden. Dat moet lukken!Wat zijn de jongens laat! Ze hadden er al lang moeten zijn.
4
Maar misschien is het druk in de stad of is er iets met de tram. De vorige week hadden ze staan kijken naar agenten die stenen van de rails rolden .Die hadden jongens daar neergelegd, zo maar voor de gein.
5
Peter staat op en loopt naar de tandem. Wat zullen zijn vrienden wel zeggen! Hij legt zijn handen op het stuur.
6
6
Wat een geluk dat er nog een stukje van het stuur boven het water
uitgestoken had. Anders had ik de tandem nooit
gevonden. Maar hoe was zo’n ding nou in de sloot terechtgekomen?
Peter heeft de banden opgepompt en de ketting schoongemaakt.En hij heeft er een eindje op gereden. Te gek!Hè, hè, daar heb je ze! Bart, de lawaaischopper, voorop.
We moesten mijn vader
helpen in de snackbar.
7
Maar Peter hoort nauwelijks wat Bart zegt.
Dat is hem! Jongens, dat is hem! Hoe kom jij aan die rode tandem!?
Ik heb hem uit de sloot
gehaald.
8
9
Man ! De hele stad spreekt erover!
Twee bonkrovers zijn gevlucht op een rode tandem! Weet je dat niet? Heb je
de krant niet gelezen!
Nee nog niet! Ik hou
hem!
Ben je gek, joh dit is bewijsmateriaal. We
brengen hem naar de politie.
Kunnen we om beurten lekker een
eindje rijden! Eerst jij en Bart en dan ik en
Thijs.
10
11
En daar gaan ze. Twee fietsende jongens en twee rennende jongens!Halverwege ruilen ze.
Einde