36
Vakblad voor museum medewerkers

Download 2003-1

Embed Size (px)

Citation preview

Vakblad voor

museum medewerkers

1

:■■■■... ■ : ; ■■.■-:..:■;■■■■ V....... ■

PASWERKTextielrestauratie

ConserveringRestauratieSchadetaxatieBehoud & BeheerAdvies & Onderzoek

*

i

Voorheen Stichting Werkplaats tot Herstel van Antiek Textiel

Het in Haarlem gevestigde onderdeel van Paswerkdat gespecialiseerd is in textielrestauratie is alruim zestig jaar een betrouwbaar adres voorconservering en restauratie. Deskundig adviesop het gebied van behoud en beheer van textiel,conditiebeschrijvingen en schadetaxatie.

Paswerk Textielrestauratie gaat medio 2003 verhuizen naar dehoofdvestiging van Paswerk aan de Spieringweg 835 te Cruquius.

Paswerk Textielrestauratie, Leidseplein 36 zwart, 2013 PZ Haarlem. Telefoon 023-532 59 49E-mail [email protected] Internet www.paswerk.nl

Samenwerken doe je zoSamenstaje sterk,twee wetenmeerdaneen,1 + 1=3,het geheelis meerdandesomderdelenenzovoort.Dezeuitdrukkingenoverdemeerwaardevan samenwerkingbestaanniet voor niets.Samenwerkenheeft zijn waardebewezen,niet alleenin demuseumwereldmaarookoveraldaarbuiten.Tochzijn er ookminderpositievegeluidenteformuleren.Zo is in dit nummervanMuseumpeileenartikelte vindenmet de titel 'Vantwee kalekippenkunje geenvette gansmaken'.Ooktwee 'kalekippen'staansamennietalleen,maarzijn toch niet meerdandesomder delen.

Oversamenwerkenin demuseumwereldvalt zo veel tezeggendat het gehelenummervan Museumpeiler aan isgewijd.Samenwerkenkanklein beginnenen onopgemerktblijvenvoor museumbezoekers,maardemaniervan werkenwel veranderen- eengezamenlijkoverlegvan museameteen bepaaldecollectie is hiervaneenvoorbeeld.Samen¬werken kanookuitmondenin eenfusie;alleswerdtenslottetoch al samengedaan,het personeelen gebouwgedeeld,enmisschienwil de belangrijkstefinancierderhet graag.Somsgaat het vanzelfsprekendof lijken onmogelijkeconstructiestoch haalbaar:ééndirecteurvoorvier museadie allen huneigenidentiteit hebbenbehoudenis zoiets.Of eengeza¬menlijkgebouwvooreenbibliotheekeneenmuseumdienietalleenvoordeurdelerszijn,maardoordeorganisatiestructuurecht aanelkaarzijn verbonden.Somskanhet ookeenlangtraject zijn: demuseawillen wel,maardegemeenteaarzelten aarzelt,stelt uit of vraagt om nogeenrapportteronderbouwingvan het initiatief.

Verborgenin debijdragenzitten tallozetips voorsuccesvollesamenwerkingsprojectenof - ingrijpender- fusies.Hetgrootstegedeeltevan de tips gaat overhet meestdoel¬treffendetempo:niet te snelen ookniet al te bedachtzaam.

Inhoud

Rustignaarelkaartoe groeienis eenvandeadviezen,maarookeventegenelkaaraanschurkenen desamenwerkingopklein niveautesten,niet overhaastenen eerstnadenkenoverhet waarom.Samenwerkenheeft een reden,het moetaltijd meerwaardehebbenvoor alle partijenen om dezeteontdekkenmagbesteenweloverwogendenkproceswordendoorlopen.Buitenknarsendehersens,testprojectenen pret¬tig schurkenzorgt eenbekwaambestuurvoor eenhogeslagingskans.Endit is geenbestuurmet alleen indrukwek¬kendekennisvan de inhoudvan het museum,maarvooralookvan management.

Dit nummerricht zich vooralop desamenwerkingtussenmuseaonderling.Daarnaastis dewereldvol met anderemogelijkesamenwerkingspartners.Zo kennende diverseMuseumnachtenmusealesamenwerkingspartners,maarook niet-musealeenwordt bij veel tentoonstellingensamengewerktmet niet altijd voordehandliggendepartners,zoalsbijvoorbeeldwinkelbedrijvendie etalagesbeschikbaarstellenof horecaondernemingendie samenmet het museumarrangementenaanbieden.Somsgaat het hierbij omincidentelePR-acties,maardoorde bewezenmeerwaardekandit ook uitgroeientot structurelesamenwerking.

Eenonmisbarepartneris natuurlijk het onderwijs,wanneerhet gaat om projectenvoor het erfgoed.Opdiverseplaatsen,in diverseprojecten,provincies,gemeentenenscholenwordthierhardaangewerkt.Keerop keerwordendaardeuitdruk¬kingenoversamenwerkenbevestigten wordt duidelijk dattweemeerwetendanéén- misschienvooralwanneerer éénafkomstig is uit het onderwijsen de anderuit de museum¬wereld- endatdanzelfsvoorhetonderwijsgeldtdat 1+1,3 is.

MarjellevanHoorn

4 Van twee kale kippenkun je geenvette gansmakenDeontwikkeling van overkoepelendgemeentelijkmuseumbeleidJokeKieviet

5 De ontwikkelingvan het EnvirionVan zelfstandige museanaar een geïntegreerdinstituutGirbeBuist

7 MuseumWillem van Haren en MuseumStedhüsSleatEenbijzonder samenwerkingtussen twee FrieseMusea 32 LCM-nieuwsMinette Albers

9 MuseumplatformSchouwen-DuivenlandAcht keerzo sterkWimPhaff

11 CODACultuur onder dak in ApeldoornEenuniek conceptCarinReinders

13 Vier afzonderlijkeAmelandseMusea,een gezamelijkedirecteurWaar blijft de eigen identiteit?JoopdeJong

16 CollectievepromotieEr is meer dan één museumof tentoonstelling

ColofonMuseumpeil nummer 19,voorjaar 2003Museumpeil informeertmuseummedewerkersover landelijke enprovincialeontwikkelingenin de museumsectorvanuit een praktijkgerichtperspectief. Museumpeilis een gezamenlijke uit¬gavevan de bureausvande provinciaal museum¬consulenten en verschijnttweemaal per jaar.Museumpeil wordt gratisverspreidonderde relatiesvan museumconsulenten.

RedactieGirbe Buist,Nina Duggen,Birgitta Fijen,Marjelle van Hoorn(eindred.),Marianne de Rijke,JacobusTrijsburg

RedactieadresStichting OndersteuningMuseaPostbus100583505 AB UtrechtT 030 234 38 80F030 232 86 [email protected]

AbonnementenEenjaarabonnement kost€ 12,-. Opgavebij hetredactieadres.Abonnementen lopen perkalenderjaaren dienenvoor het einde van hetjaar te worden opgezegd.

LossenummersLossenummerskosten€7,-(excl. verzendkosten).

AdvertentiesVan KruijsbergenProject Media v.o.f.Will A.G.van KruijsbergenAnna Blamanlaan46532 SPNijmegenT 024 350 22 27F024 350 22 [email protected]

VormgevingDeVormers,Utrecht

DrukwerkLibertas,BunnikOplage 1860ISSN1381-1088

AfbeeldingenFoto omslag:Raderwerkvan eenspeelklokvan FrangoisdeMeyAmsterdam.CollectieVereniging Rembrandt.Dezespeelklok - enandere uurwerken - zijnte bewonderen in hetMuseumvan hetNederlandseUurwerk, DeZaanseSchans,Zaandam.Foto: Museum van hetNederlandseUurwerk

® MuseumpeilNiets uit dezeuitgavemagwordenovergenomenzonder voorafgaandeschriftelijke toestemmingvan de redactie.De redactie aanvaardtgeen aansprakelijkheidvoor de schade,van welkeaard ook, die het directeof indirecte gevolg is vanhandelingenof beslissingendie gebaseerdzijn opinformatie uit dit blad.

3

VankunDe ontvi/gemee

twee kale kippenje geen vette gans makenikkeling van overkoepelendntelijk museumbeleid

DoorJoke Kievit,

senior consultant bij

Arba Minch project¬

management BV

te DenHaag.

Dit artikel is een bewerking van de voordracht van Joke Kievit bij hetsymposium 'Gemeentelijk Museumbeleid' dat op 11 november 2002werd gehouden te Zwolle door de Stichting Kunst en Cultuur Overijssel.

Het ontwikkelen van gemeentebreedmuseumbeleidisactueel. Het samenvoegenvan gemeentesis éénvan deaanleidingen om te veranderenen vernieuwen.Bezuinigingenen effieiencybevorderingspelen hierbijzeker ook in het achterhoofd. Eenvoor de hand liggendebeleidsweg lijkt het fuseren van museumorganisaties.De (financiële) problemenvan twee instituten los jeechter hierdoor niet op door fusie. Wat niet wil zeggendat de ontwikkeling van museaniet kan worden onder¬steunddoor eenbeleidsmatigeaanpakop gemeenteniveau.

Mogelijkheden en onmogelijkhedenVaakonbewustspelenvooroordelenof aannameseengroterol bij de basisgedachtenoverbeleidvoor demusea,of hetnu gemeentelijke,provincialeof nationaleinstellingenzijn.Ophet momentdat menzich dit realiseert,wordenmoge¬lijkhedenen onmogelijkhedenduidelijker.Wellicht enkeleillusiesminder,maarde nodigewaarhedenrijker.

Onmogelijkheden:■ Niet alle museazijn kunstmusea.Het lijkt een opendeur in trappen. In de beeldvormingvan menigeenzijn de woorden kunst en museumechter nog altijdsynoniem.Terwijl meer dan drie kwart van de Neder¬landsemuseaergensandersovergaan,van geschiedenistot natuurhistorie en van oudheidkundetot techniek.Beleidkanen magdusniet uitsluitend over 'kunst' gaan.■ Het is een illusie dat de problemenvan museadie erfinancieel slecht voorstaan, te weinig (geschoold)personeelhebbenen problematischeopslagruimte,vanzelf verdwijnen als je ze samenvoegt.Het ontwik¬kelenvan overkoepelendbeleid is iets andersdan hetopstellen van fusieplannen.■ Verschillendemuseahebbenverschillendebloedgroepen.

Samenvoegenzonder rekeningte houdenmet de con¬sequenties,'brengt de gezondheidernstigeschadetoe'.Museaen dusdemedewerkersvan museazijn veelmin¬der eenvormigdan in het algemeenwordt aangenomen.

Mogelijkheden■ Veranderingbetekentbeweging.Bewegingbetekentzichtbaarworden.Zichtbaarwordenbetekentkansenomde identiteit te versterken.Denoodzaakvan veranderingcreëertde kanstot zelfsturing.Museaen gemeenteskunnenpro-actief zijn. Geenslachtoffervan,maaracteurop het spanningsveldtusseneconomieen cultuur.■ Demogelijkheidom de traditionele 'Zij enWij'-cu Ituur,dat wil zeggenambtenarenversusmuseummensen,tedoorbreken.Doorhet delenvan deverantwoordelijkheidvoor het toekomstige museumbeleidkunnen beidepartijen partners worden in plaats van tegenstanders.■ Herijking bestaansrechtmusea in de plaatselijkesamenlevingkan helderheid en zekerheidgevenvoorde toekomst van de organisatiesen de betrokken(vrijwillige) medewerkers.

Dilemma'sMet de mogelijkhedenen onmogelijkhedenin gedachtenis het goedvervolgensde verschillen en tegenstellingenin kaart te brengenwaarmeemuseaen gemeententemaken hebbenbij het ontwikkelen van gezamenlijkbeleid.Verschillen en tegenstellingen die voor dilemma'sbij beleidskeuzesverantwoordelijk zijn.Hoezien bestuurdersmuseummensenen museum¬mensenbestuurders?Het verschil tussen ambtenaren enmensenvan de werkvloer.Wat is het beleid dat het museumtot een afzonderlijkeidentiteit maakt en hoe bereikje beleidsmatigeeenheid?

BestuurdersAfstandelijk,regelneven,groepsdenkers(helikoptervisie)Willen resultatenop bredeschaalen houdenniet vanzeurpieten(ik hebgeengeldgenoeg)Gewendaan proceduresen papierenVindendat de museummensenhet niet willen snappenenveel te wetenschappelijkdoenMuseazijn te duur en willen niet efficiënter werkenen dusgoedkoperworden

MuseummensenIndividualisten,betweters,praktijkmensen(professionals)Willen minder regelsen meergeld enwillen hun individueleresultaatzelf bepalen(zezienniet dat we haastfailliet gaan)Gewendaan 'het regerenvan de actualiteit van alledag'Vindendat de bestuurdersniet snappenwaar ze elkedagmeebezigzijn en denkendat dezeongeïnteresseerdzijnMuseazijn van onschatbarewaardevoor desamenleving

4

Eenheid EigenheidOverkoepelendbeleid: Individueel beleid:Wat wil ik met mijn museagezamenlijk? Wat zijn mijn belangrijksteuniekekenmerken?Welkebijdrage leverendemuseagezamenlijkaan het Welkebijdrage levert de gemeenteaan het belangvangemeentelijkbelang? mijn museum?Welkerol kies ik als gemeenteen welkebelangenbehartig Hoemaak ik mijzelf onmisbaarals museumvoor deik daarmee? gemeenschap?Welkediensten/productenkunnenwij gezamenlijkbeter Met welke diensten en producten tonen wij een aantrek¬opzetten/leveren?(bijvoorbeeldpromotie,personeelszaken, kelijk, bijzondermuseumaan het publiekwaardoorwij eenverzekeringen,inkoopmaterialen,opslagetc.) voorbeeldzijn van eengoedgemeentelijkmuseum.Welkekostenwil ik structureel op me nemen? Welkeniet-structurele kostenkan ik zelf op enigerleiwijze

dekken?Met welke anderekoepelsheb ik te maken? Hoeverwil ik me associërenmet de anderemuseaen(ICOM,NMVetc.) sameninitiatieven nemen?

Van visie tot beleidMet de mogelijkheden,onmogelijkhedenen kenmerkenvan de partijen op een rijtje is het speelvelduitgezet.Vervolgensis het zaak de spelregelsvast te stellen. Debelangrijkste grondregel voor het beleidsontwikkeling-spel is het zetten van de nodige stappen in de juistevolgorde. In de syllabus 'Bedrijfsvoering in Musea'vanhet LCMwordt uitgebreid ingegaanop de manier waar¬op een missie kan worden geformuleerd, gevolgd dooruitwerking in doelstellingen, het daarna bepalenvanstrategische keuzesom uiteindelijk tot een actieplan tekomen.Museummensenvinden dezevier stappen vaakomslachtig maar ook moeilijk consequent in te vullen.Eenpaar algemenevolzinnen kunnen we allemaal nogwel bedenken,maar de vertaalslag in het daadwerkelijkehoe en waarom van ons handelenvraagt visionairnadenkenen een sterk concretiserendvermogen.Juistbij kleinere museahoor je regelmatig de mening: 'datdit bij ons niet kan omdat we zo klein zijn', of 'daarhebbenwe geen tijd voor, want we moeten al zo veelmet zo weinig mensen'.Is dit werkelijkheid of een- verkeerde- manier om de angst voor de toekomst teverdoezelenen het gevecht om het (voort-)bestaan vialoopgravenonzichtbaar en ondoorgrondelijk te houden?Is dit een gevolg van het sluipendewantrouwen vanbestuurdersen vakmensenten opzichte van elkaar?Enop welke wijze zouden de bestuursledenvan stichtings¬museahierbij zinvol betrokken kunnen worden?Zeker isdat je geen strategie kunt voeren als je niet weet wat jemet het museumwilt en kunt bereiken,met welkepartnersin de samenlevingje te maken hebt en welke kansenenbedreigingendit voor je museumtot gevolg heeft.

Veranderen, hoe werkt dat inhet algemeen?Tenslotte enkeleopmerkingen over veranderings-management bij musea in het algemeen.Nieuw beleidbetekent namelijk verandering. Het praten erover maaktal dat er iets nieuws gaat leven.Voor je het weet, wordter iets in gang gezet dat niet helemaal of helemaal nietde bedoeling was en gaan de veranderingenmeer opeen uit elkaar spattend vuurwerk lijken dan op eenheldere lichtbundel.

Grotestappen,gauw thuis gaat niet op voor veranderings-management.Deontwikkelingen worden niet zomaarrealiteit. Ergaat wel een (museum-)generatieoverheen,mensenveranderenpasals het water aan de lippenstaat en dan nog duurt het een tijd voordat de nieuwesituatie gewoon is geworden. Dat wil niet zeggendatjeniets moet doen, de toekomst hangt niet af van laterekeuzesmaar van het toekomstgehalte van je huidigekeuzes.Nadenkenover hoeje grote veranderingen in detoekomst door kleine stappen nu kunt bereiken.Dezekleinestappenmakenhet ookvoor betrokkenmedewerkerszichtbaar dat er niet alleen gepraat wordt, maar dat erook iets gebeurt. Scorenop korte termijn en nadenkenop langere termijn dus.Organisatieadviseurszienveranderingvaakals 'Defreezing-moving-freezing'.Vanuit eenzogenaamdebevrorensituatiekun je geenverandering tot stand brengen.Eenblok ijskan niet stromen, water wel. Je moet de organisatie alshet ware eerstontdooien om hem in bewegingte krijgen.Enniet vergeten hem weer te bevriezenter consolidatievan de veranderingen.Alle drie de fasesmoeten in je

Eending is zeker,en dat is dat een museumniet alleenis. Meerderemuseahebbente makenmet dezeproble¬matiek. Hebje dus geengesprekspartners(genoeg)ineigen huis, dan zijn er altijd nog wel voldoende collega'ste vinden om meevan gedachten te wisselenen elkaarverder op weg te helpen.Collega's in musea,maar ookop ministeries, provincie- en gemeentehuizenen onderledenvan besturen en radenvan toezicht. Dit is nietalleen een kwestie van netwerken, maar ook van hetvertrouwen hebbendat de wereld rondom het museuminderdaadgeen slagveldmaar een speelveld is waar wedoor een goed teamspel allemaal iets te winnen hebben.

"TXat ik ^ö</(Toch ^rft-Ds6,el*cHr- Mr ue~

3 uMS --

1+1=TOChjJtéfiK

2

uitvoering meegenomenworden. Weeswel consequent,stop niet met de verandering omdat het pijn doet. Erkende pijn en geef ruimte voor eenzeker rouwproces.Ontkenning van weerstand en pijn vertraagt het procesen werkt uiteindelijk negatief.

Sterkepersonenkunneneensterk team makenmaar hethoeft niet. Dat hebbenwe onlangsgezienbij de Lijst PimFortuyn.Bij teamwerk is het eerdervan belangdat diversepersoonlijkhedeneikaarsverscheidenheidaccepteren,hunverschillendekwaliteiten tot hun recht kunnenlatenkomenen tot eengoedeeenheidweten te smeden.Werkenaan teambuilding hoort dan ook steevastthuis inde eersteontwikkelingsfase.Projectplannendie hieraanvoorbijgaanscheppenproblemenin de uitvoering.

Niet elk museum is erbij gebaat groter te worden. Het iszaakom het ambitieniveau van veranderingenrealistischte houden. Het is makkelijker om op te schrijven datje'de museasterk op de kaart wilt zetten door de landelijkeen grensoverschrijdendehistorische en culturele waardeuit te buiten', maar nu nog de werkelijkheid. Eensterkplaatselijk of regionaal museumheeft minstens zoveelwaardealseenmatige nationaleinstelling.Betereengoedservetin de provinciedaneenslechttafellakenin Nederland.

Beleidmaken is nog geen geld hebben.Wie is bereidwat te betalen?Als gemeentendaadwerkelijk willeninvesteren in de ontwikkeling van nieuw museumbeleiddan betekent dit naast het toebedelenvan tijd ook hetaanvaardenvan de bijbehorende kosten.Je kunt nogzoveelfaseren,realistischplannenen prioriteitenstellen,wanneerhier geenfinancieelengagementaanverbondenis,blijft het bij holle frasen.Danwordt alleendebibliotheekvan de niet gebruiktebeleidsplannenaangevuld.

Eenideetje als laatste opmerking.Zekerbij grotere,ingrijpende veranderingenwil je redelijk zekerweten ofde uitkomst is wat je wilt voordat je ergensaan begint.Bepaalwatje wilt bereiken,door middel van visualiserenop een beeldscherm.Maak een kleinschalig proefprojectvoor samenwerkingen test dingen uit, schurk tegenelkaaren durf te confronteren.Enalsje elkaaren anderendan uit kunt leggenwat nu gemeentelijk museumbeleidin de praktijk is dan benje waarschijnlijk op de goedeweg.Danmaakje beleid,maarje doet het ook met beleid.

Praktijkvoorbeeld 'De neuzen niet in een richting'In Rotterdam heeft in de jaren 80 en begin 90 van de vorige eeuw een Dienst GemeentelijkeMuseabestaanvoor deontwikkeling en uitvoering van overkoepelendmuseaalbeleid. Dezedienst is opgeheven.Omdat het niet werkte, ofomdat het wel dreigde te werken?Deafgelopenjaren heb ik projecten voor enkele kleinere musea in Rotterdam uit¬gevoerd.Telkensbleek bij dezemuseahet gemis dan wel de behoefte aan gezamenlijkeaanpakvan bedrijfstechnischezaken en een professionelesparringpartner voor beleidsontwikkelingen.

Wat ging hier mis?Eencentrale aanpakvan bovenaf opgelegd in plaats van een groeiendesamenwerkingvanaf de'bodem'?Waren het vooral de 'grote jongens' die geenmacht wilden verliezen en het allemaal liever zelf deden?Washet de angst van de kleinereom verloren te gaanonderdwang van de grotere musea?Nee,menmaaktede basisfouten:grote stappen,te veel te snel,geen rekeninghoudenmet bloedgroepen,en teveel denkenuit oogpunt van bezuinigingen.Daarnaastwas de missie,de doelstelling en de strategie van de nieuwe Dienst niet duidelijk voor iedereenen nietgeaccepteerddoor iedereen.Danwerkt het dus niet. Angst en snelheid zijn slechte samenwerkingspartners.

Praktijkvoorbeeld 'Twee magere kippen'Eenvoorbeeldvan het eilandWalcherenin de provincieZeeland.Eenaantal gemeenten(Middelburg,Veere,Vlissingene.a.)hebbenelk een museum,waarvan er twee door de provincie worden gefinancierd en de derde een private stichting is.Maar toch zou het goedzijn met elkaar rekening te houdenen eikaarspublieksfunctie te versterken.Het ontwikkelenvan overkoepelendbeleid verloopt hier met vallen en opstaan maar gestaag.Eengoedvoorbeeld van eilandcultuur enbloedgroepenen hoeje kunt starten om toch tot een eenheid te komen.DeProvincieZeelandspeelteencentrale rolom gemeentenin dit verbandgezamenlijkom de tafel te krijgen.Erzijn veel plannengemaakt die een soort dakpaneffecthebben.Het op de juiste manier leren werkelijk te onderhandelenen een museumoverstijgendevisie te ontwikkelen,daarmeeworstelt Zeelanden komt langzaamboven.Eenleermoment was hier het doordringend besefdat de politiekjouw keuzesniet maakt. Depolitiek wil de zekerheiddat jouw keuzehaalbaar is en dus scoort. Duidelijkheid moet nogworden gevondenover de toekomstige functie van het overkoepelendbeleid: regisserend,regelgevend,sturend encontrolerend of meewerkend?

De ontwikkeling van het Environ■Van zelfstandige musea naar een geïntegreerd instituut

Verandering kost tijd, dat weet men in Enschedemaar al te goed. Altien jaar wordt daar gewerkt aan het Environproject. Drie bestaandemuseale instellingen met uiteenlopende collecties en als bindendefactor hun gerichtheid op Twente worden daarbij aaneengesmeeddooreen overkoepelend thema, de wisselwerking tussen mens en natuur.

Buiten de grenzen vancultuur en natuurEennatuurhistorische collectie in combinatie met tweecultuurhistorische collectiesgeveneensamenhangendenuniek beeldvan de geschiedenisvan de streek,waarbij hetverhaal nu eensniet ophoudt bij de grenzenvan watmen cultuur, dan wel natuur noemt. Opweg naar derealisatievan het nieuwe instituut zijn al vele stappengezet. Departicipanten werken al intensief samenopallerlei gebiedenen zijn op weg naar een volledigefusie. Degemeenteraadvan Enschedezal dit voorjaareenaantal belangrijkeknopendoorhakkenoverdeverdereplannen. In het volgende kijken wij met conservator endirectielid SiebeRosselterug op het samenwerkingsprocestot nu toe.

Deplannenvoor eennieuwgeïntegreerdmuseumkwamenuit de kokervan het gemeentebestuur.Degemeentesubsidieert zowel het Natuurmuseum EnschedealsMuseumJannink, een textiel- en cultuurhistorischmuseumover het dagelijks leven in Twente.Degemeentehooptedoor fusie van beidemuseamet dezelfdefinanciëlemiddelen een beter museumaanbodin Enschedeterealiseren.Samenwerkingzou synergievoordelenopleveren.Doordatslechts één directie, administratie, tentoon¬stellingsdienst en technische dient nodig zou zijn, zoumeer geld voor de musealekwaliteit overblijven. Zolangdit procesnog niet is afgerond,zou afstemmingvanprogrammeringoverlappingen kunnen voorkomen ofjuist gezamenlijke projecten opleveren.Onderlingeverwijzingen zullen tot meer bekendheiden groterebezoekersaantallenleiden.

Demuseahooptenmet het Environconceptde traditionelescheiding binnen de museumwereldtussen natuur encultuur te doorbreken.Het Environmoest als enigemuseum in Nederlandduidelijk maken,dat cultuur ennatuur niet los van elkaar gezien kunnen worden. Watvoor natuur doorgaat, is vaak door menselijk handelenbeïnvloeden wat als 'pure' natuur overblijft, kan alleenmet behulpvan de cultuur begrepenworden.Daarentegenis de mens in zijn lichamelijke behoeftenen gedragspatronennog altijd een deel van de natuur.Dewisselwerking natuur - cultuur ligt in elk facet vanons leven besloten.

Met de wisselwerking tussen natuur en cultuur alscentraal thema had het Environmeer te bieden dan eenoptelsom van verschillendemusealecollecties.Vanuithet toekomstige Environ kunnen bovendiendagtochtenworden georganiseerden thematische routes wordenuitgestippeld.

Nieuwe partnerNatuurmuseumEnschedeen MuseumJannink zochtendaarnaast contact met de OudheidkamerTwente (thanshet Van DeinseInstituut) als derdefusiepartner.Gezamen¬lijk vormende collectiesvan dezedrie participerendeinstellingen een uitstekendebasisvoor de verwezenlijkingvan het nieuwe museum.Het Environmoest een lacunevullen in museaalTwente. De regio mist een historischmuseumvan allure. Het Environzou een trekker gaanworden voor zowel de regionale bevolking als voor develetoeristendiejaarlijks naarTwentekomen.Decultureleinfrastructuur van stad en streek zou hierdoor eenimpuls krijgen, die meezou werken aan een beter leef¬klimaat en dus een beter investeringsklimaat.De relatieveachterstand die de regio heeft op het gebiedvan museakon in één keerworden goedgemaakt.

Girbe Buist, museum¬

consulent Stichting

Kunst en Cultuur

Overijssel.

Museum Jannink

foto: Henk Boudewijns

Natuurmuseum

Enschede

foto: Henk Boudewijns

7

Toekomstiggebouw

Environ

foto: HenkBoudewijns

JJ.ROZENDAAL

m

W- -wWÊWè, 4

Demuseaontvingen veel lof voor hun museumvisie.Het idee dat dit nieuwe museumconceptmet bestaandemiddelen kon worden gerealiseerdbleek echter al snelachterhaald. Uit onderzoekenbleek dat de realiseringvan de musealeambitiesvan de gemeentevele miljoenenextra gaan kosten.Miljoenen die de gemeente nietbeschikbaarwilde stellen. De realiseringvan het Environzou meer dan 20 miljoen euro gaan kosten. In de loopder tijd zijn daaromdiverseonderzoeksbureausingehuurdom een oplossing te bedenken.Na tien jaar lijkt mener nu eindelijk in te slagenom eenalternatief te bedenkendat voor alle partijen acceptabel is. Maar daaroverstraks meer.

SamenwerkingIn afwachting van de definitieve politieke besluitvormingzijn MuseumJannink en Natuurmuseum Enschedein1995 reedsgestart met vergaandesamenwerking. In deeersteplaats kregenbeidemuseaeengemeenschappelijkbestuur en één directie. Samenvoegingvan beide admi¬nistraties, conservatorenen educatieve diensten was devolgende stap. Daarnawaren de technische dienstenaan de beurt. Ook kwam er één toegangskaartjevoorbeide museaen een gemeenschappelijkeprogrammeringvan exposities.Thans is de integratie van beide musea

zover gevorderddatje kunt sprekenvan één museumoptwee locaties. De laatste stap van dit fusieprocesmoetde gemeenschappelijkehuisvestingbinnenhet toekomstigeEnvironworden.

VolgensRosselheeft dezevergaandesamenwerkingeengroot aantal voordelen.In de eerste plaats kun je meer schuivenmet budget enpersoneel,waardoorje grotere projecten kunt realiserenen meer specialistischekennis aantrekken.Ook kunnenbeide museameer kennis over de verschillendemusealetaken met elkaar uitwisselen. Daarbij kun je gemeen¬schappelijk het onderwijs en de toeristische marktbewerkenwaardoor de bezoekcijfersstijgen. Momenteelhebbenbeide museasamen45.000 bezoekers.Door desamenwerkingvan een natuur- en een cultuurhistorischmuseumkonden bovendieneen aantal originele multi¬disciplinaire expositiesworden opgezet.

TipsHoewel de vertraging van de plannen en de vele onder¬zoeken rond het Environerg vervelendzijn voor debedrijfsvoering,pakte dit gunstig uit voor het fusieproces.Beidemuseakregennu rustig de tijd om naar elkaar toete groeien.Als Rosselterugkijkt op de integratie van

8

beide museakomt hij met een aantal tips voor anderemusea,die een dergelijk procesaangaan. In de eersteplaatsmoetenmusea,wethoudersen ambtenarenzorgendat ze op één lijn komenen dat er blijvend voldoendedraagvlakis voor de nieuweplannen.In Enschedewas hetprobleemdat dewethoudersgeenfinanciëleconsequentiestrokken uit het door hen gevoerdebeleid, waardoor debeide museahun huiswerk telkens over moestendoen.Ook is het belangrijk dat zo'n proceswordt geflankeerddoor een bekwaambestuur waarin naast inhoudelijkemensenook verschillendemanagementdisciplineszijnvertegenwoordigd.

Fusiesmoetje vooral niet overhaasten.Begin met kleineprojecten waarin medewerkersvan verschillendemuseasamenwerken.Verdermoeten conflicten en cultuur¬verschillen tussen medewerkerszo snel mogelijkbespreekbaarwordengemaakt.Datgeldt ookvoor angstenen onzekerhedenvan de medewerkers.Mensenzijn somsbang dat zij door een fusie hun baan zullen verliezen.Dezeangst viel in Enschedegelukkig nogal mee; menwas ervan overtuigd datje naar de politiek sterker in jeschoenenstaat met één krachtige organisatie dan mettwee kleine musea.Wel haddende medewerkersook lastvan de trage besluitvorming van de politiek.Omdatje nietprecieswist wanneerhet Environer zou komenvoeldejeje erg onzekerover of je bepaaldeinvesteringenin beidemuseanu wel of niet meermoest doen. Detrage besluit¬vorming verlamde de organisatieen kostteveel energie.Doordevuurwerkrampin Enschedezijn de plannennogweer eensmet twee jaar vertraagd. Het Environzou

namelijk worden gerealiseerdin eenoud fabriekspandindewijk Roombeek(Bamshoeve).Door de vuurwerkramp isdit gebouw echter totaal verwoest.

Zoals gemeld komt de besluitvorming rond het Environdit voorjaar waarschijnlijk in een stroomversnelling.Danbespreektde gemeenteraadde meestrecenteplannen,die zijn onderbouwd met onderzoekvan het BureauArbaMinch uit DenHaag (inmiddels het negendeonderzoeks¬rapport).Dezeplannen gaan uit van realiseringvan het Environals onderdeelvan een groter cultuurcluster met kunste¬naarsateliersen een Centrum BeeldendeKunst (onderandere een kunstuitleen). Het cluster wordt gebouwd inde door de vuurwerkramp verwoeste wijk Roombeekenzal gedeeltelijkwordengefinancierdmet Rijksmiddelen,dieter compensatie beschikbaarzijn gesteld.

Rossetis optimistisch over de uitkomst van de politiekebesluitvorming en verwacht dat in 2004 de eerste paalvan het Environde grond ingaat en dat hij en de overigemedewerkersin 2006 het nieuwe museumkunnenbetrekken.Het Van DeinseInstituut doet inmiddels ookweer volop mee.Door de stroperige besluitvorming vande politiek had dit instituut zich de laatste jaren watafwachtend opgesteld. Defusie tussen MuseumJanninken Natuurmuseum Enschedekan dan in elk geval defini¬tief worden afgesloten met de gemeenschappelijkehuis¬vesting in een fraai nieuw museummet vele nieuwemogelijkheden.Eenperiodevan ruim tien jaar wachtenen ploeteren wordt dan uiteindelijk beloond.

Samenwerking of fusiebij musea in GelderlandProfessionaliseringen schaalvergrotinglijken in de wereld van commercieencultuur in eikaarsverlengdete liggen.Welkevoordelen bieden dezeontwik¬kelingen voor musea,niet alleen voorbesturen,maar vooral ook voor hetmuseumzelf, het museummanagementen alle medewerkers?

Gelderlandkent sinds kort een reeksvoorbeeldenvan fusie en van samen¬werking. Neemde samenvoegingvanhet Provinciaal MuseumG.M. KamteNijmegen en het NijmeegsMuseumCommanderievan St. Jan, die geïn¬tegreerd onderdak hebbengevondenin het nieuwe MuseumHet Valkhofte Nijmegen. In Apeldoorn is op 29november2001deeerstepaalgeslagenvoor CODA,een complex dat huisves¬ting moet bieden aan het Archief, deBibliotheek, het ApeldoornsMuseum,de samenvoegingvan het HistorischMuseumen het Van ReekumMuseum,waarbij eenverdergaandeintegratie

het uitgangspunt vormt. In Arnhemis het omgekeerdegebeurd.Daar iseen fysieke scheiding tot standgebracht tussen het MuseumvoorModerne Kunst, gehuisvest in hetvoormalig Gemeentemuseumen hetHistorisch Museum,ondergebracht inhet Burgerweeshuis,maar dezetweemuseaworden wel geleid door ééndirecteur en een gemeenschappelijkestaf. Ook in Zutphen krijgt een nieuwedirecteur de leiding over zowelStadsarchief en -bibliotheek, hetStedelijk Museumen het MuseumHenriette Polak.Fysiekesamenvoegingvan deze instellingen is daarbij nietaan de orde.Tijdenseen provinciale contactdagvond een workshop plaats, gewijdaan de voor- en nadelenvan schaal¬vergrotingdoorsamenwerkingof fusie.Er is gekekennaar de overwegingenvan deverschillendeoverhedenom totbesluitvorming te komen en de wijzewaarop de museaen andere instel¬lingen daarmeezijn omgegaan.Uitde discussieskwam naar voren dat

waar fusies zijn afgedwongen en nietdoor alle betrokken partners gewenst,frustraties het gevolg zijn. Eénvande deelnemersriep spontaanna afloopvan de workshop dat hij inmiddelshad geleerd: geen fusie, wel samen¬werking.Van eengeslaagdeintegratieis passprakeals partners de kanskrijgen sterker uit het veranderings¬proceste komen dan men erin isgegaan.Dezeversterking kan slaanop huisvesting, uitbreiding van deformatie, nieuwe functies, een heldereorganisatiestructuur, aantrekkelijkerprogrammering en presentatie voorhet publiek,en bovenaleen inspire¬rendenieuwe missieen bijbehorendprofiel. Helaasblijkt dat de ambitiesvan politici en de snelheid waarmee'alles wordt doorgedrukt' niet bevor¬derlijk zijn voor het eindresultaat.Zorgvuldigheidtijdens het procesvanbeleidsvormingen voldoende ruimteen tijd voor hoor en wederhoortijdenshet veranderingsproceskwekeneengemotiveerde basis,waarop het goedbouwen is.

Limburgs MuseumIn 1990beslotende ProvincialeStatenvan Limburg, in samenwerkingmethet gemeentebestuurvan Venlo, hetmuseumbeleidin Limburg definitiefvorm te geven.Het provincialeLimburgsVolkskundigCentrum teLimbricht (volkscultuur)en hetgemeentelijkGoltziusmuseumte Venlo(geschiedenis)werden geïntegreerdin het LimburgsMuseumvoorgeschiedenisen volkskunde.Daardoorontstonden drie provinciale musea,verspreidover de provincie Limburgen verspreid in hun taakstelling. Teneerste het BonnefantenmuseuminMaastricht voor de kunsten in demeest bredezin van het woord, tentweede het Industrion in Kerkradevoor industrie en samenlevingen totslot het LimburgsMuseumvoorhistorie en volkscultuur in Venlo. In1992 werd het LimburgsMuseumformeel opgericht en vanaf 1993gingen de fusiepartners (LVCenGoltziusmuseum)daadwerkelijksamenwerken.Dit betekendedat hetmuseumin Limbrichtwerd ontmantelden dat de mensenvan het LVCin hetGoltziusmuseumeenwerkplekkregen.Het Goltziusmuseumhad echter nogverplichtingenaan de gemeenteVenlo.Pasin 1994 kon een daadwerkelijkegezamenlijkestart gemaakt worden.Daarnavolgden nog vele tentoon¬stellingen in het gebouw van hetGoltziusmuseumen werd hardgewerkt aan de nieuwbouw tegen¬over het station in Venlo. Niet alleenmoester eennieuw gebouwverrijzen,er moestenook voorbereidingenwor¬den getroffen voor de nieuwe pre¬sentaties. Dit betekendeonder meerdat er collecties verworven moestenworden. Eenbelangrijke collectie dieverworven werd, is de in langdurigbruikleen verkregencollectie van deStichting Carnavalsmuseum.Dezestichting had oorspronkelijk in Echteen eigen museumen exploiteerdedaarna gedurendekorte tijd eenlocatie in Thorn. Dit alles bleekfinancieel niet langer haalbaar en navele emotionele discussiesbesloothet stichtingsbestuur de collectie inlangdurig bruikleen aan het LimburgsMuseumaf te staan. Het Schutterij¬museumwerd geconfronteerd meteenzelfdesoort ontwikkeling, met ditverschil dat het dit bestuur wel lukte

eeneigenmuseumte blijven exploite¬ren.Het LimburgsMuseumopendeop 14 september2000 de poorten eninmiddelshebbenruim 65.000mensendit museumbezocht. Defusie vantwee musea,het bouwen en inrichtenvan een nieuw museum,het wel ofniet in langdurige bruikleen afstaanvan je collectie, bij al dezezakenspelenmensenen hun emoties eenbelangrijke rol. Eenrol die bij dezeenorme klus die hier geklaardmoestworden niet onderschatmoet worden.Tot op de dag van vandaag blijft decommunicatie en 'het alle neuzeneen kant uitkrijgen' een probleemwaarmeede directie herhaaldelijkgeconfronteerd wordt.

Kitty Jansen-Rompen, v/h plv.

directeur-conservator LimburgsMuseum,

thans conservator Het Domein te Sittard.

De Zwolsemuseumsituatie inafgelopen jarenVanaf het begin van de jaren zestigvan de twintigste eeuw hebbendiverseculturele instellingen inZwolle geprobeerdeen uitbreidingvan de huisvesting te realiserenomdat ze uit hun voegengroeiden.Allengs bleek dat de afzonderlijkeinstellingen daarin niet slaagden,erwas wel een kansom door vergaandesamenwerkingof fusie de gewenstevergroting te bereiken.Eenvijftalbouw- en samenwerkingsplannenverscheenen werd afgeschotenomdat de gewenstemeerwaardetemager was, of omdat de plannen tegroot, lees te duur, waren. Aan hetbegin van de jaren negentig komende ontwikkelingen in een stroomver¬snelling. Het NatuurmuseumWestOverijsselwordt opgenomenin hetcommerciële natuur en educatieparkEcodrome.Het musealepalet van destadwordt uitgebreidmet DeStadshof,het museumvoor naïevekunst enoutsiderart. Het ProvinciaalOverijsselsMuseumwordt gedecentraliseerdvande provincie naar de gemeente,fuseert met de gemeentelijke LibrijeHedendaagseKunst tot StedelijkMuseumZwolle (SMZ)en realiseertin 1997 de zolang gewenste nieuw¬bouw.Ruimtwee jaar daarnaontstaaner ernstige problemenbij de Stadshof,waarop de gemeentehaar museum¬

beleid opnieuw beziet. Het resultaatis dat de Stadshof beëindigdwordt;in het gebouw zal een museumvoormoderneen hedendaagsekunst wor¬den gevestigdonder verantwoorde¬lijkheid van de ProvincieOverijssel,de Hannemade Stuers Fundatie / hetNijenhuis uit Heino en de gemeenteZwolle. Het Stedelijk MuseumZwollewordt gesplitst. Deafdeling heden¬daagsekunst gaat naar het nieuweprovinciale museum,het SMZwordtcultuurhistorisch museumvoor Zwolleen de regio.

HermanAarts, directeur Stedelijk MuseumZwolle

Het Pest- en Dolhuys,een museum voor depsychiatrieEenanderevorm van samenwerkingop museaalgebiedis te vinden inHaarlem.Sindseenjaar of drie wordtdaargewerkt aan de realisatievan eenmuseumvoor de psychiatrie.Ditmuseumis een initiatief van eenaan¬tal Noord-Hollandsepsychiatrischeziekenhuizenen eenZuid-Hollandsziekenhuis.Al dezeziekenhuizenzijnin het bezitvaneenhistorischecollectie,die ook in de meestegevallen in eeneigen museumwerd of wordt gepre¬senteerd.Dezekleinere musea,vaakop het terreinvan het eigenziekenhuis,kendeneen beperkt publieksbereik.Door de krachten te bundelen kaneen nationaal instituut ontstaanwaarbij later ookanderepsychiatrischeziekenhuizenzich kunnen aansluiten.Decollectie die door dezesamenwer¬king ontstaat is bijzonder en meerdan de som der delen. Zo wasbijvoorbeeld vroeger de religieuzeachtergrond van het ziekenhuisvaninvloed op de zienswijze van debehandelaars.Door de bundelingworden automatisch verschillendevisies samengebracht.

De locatie van het nieuwe museumgarandeert bijna zekereen brederpublieksbereikdan dat van de afzon¬derlijke instellingen: het museumvestigt zich in eenbijzondermonumen¬taal pand in Haarlemdat ook nogeensvlakbij het station ligt.Dit pand, het voormalige leprozenpest- en dolhuis,heeft door de eeuwenheensteedseen functie gehadbinnende gezondheidszorgen is waarschijnlijk

Museum Magazijn

Voorheen Stichting Werkplaats tot Herstel van Antiek Textiel

Het in Haarlem gevestigde onderdeel van Paswerkdat gespecialiseerd is in textielrestauratie is alruim zestig jaar een betrouwbaar adres voorconservering en restauratie. Deskundig adviesop het gebied van behoud en beheer van textiel,conditiebeschrijvingen en schadetaxatie.

Paswerk Textielrestauratie gaat medio 2003 verhuizen naar dehoofdvestiging van Paswerk aan de Spieringweg 835 te Cruquius.

Paswerk Textielrestauratie, Leidseplein 36 zwart, 2013 PZ Haarlem. Telefoon 023 - 532 59 49E-mail [email protected] Internet www.paswerk.nl

Uw partner voor de museumwinkel

Assortiments- en inrichtingsadvies

Custommade producten in kleineaantallen

Museale producten uit binnen- en buiten¬land, zoals : Replica glas, tinnen replica's,historisch speelgoed en koelkastmagnetenmet afbeeldingen van kunst

Zie ook onze site op internet:www.museumbv.nlE-mail [email protected]

Of bezoek ons kantoor/ showroom:Hendrik Jacobszstraat 141075 PD Amsterdam (nabij Vondelpark)tel. 020 4711 723 fax 020 4713 455

het oudstenogbestaandegebouwinNederlandhiervoor.Bijzonderaan hetgebouwis bijvoorbeelddeaanwezig¬heidvan de oorspronkelijkedolcellen,waarin de 'dollen' en 'zinnelozen'wer¬denopgeborgenwanneerzeeengevaarvormdenvoor de samenleving.Deinhoudvan het museumen hetgebouwzijn hierdooronlosmakelijkmet elkaarverbonden.

Naasteenvolwaardigmuseum- meteen vaste presentatie, tijdelijketentoonstellingen en activiteiten ophet gebiedvan onderzoeken educatie-wil het museumook een informatieen documentatiecentrum wordenvoor de geestelijke gezondheidszorg.Ookwil het museumeen actieve rolvervullen binnen de psychiatrischesector: bijvoorbeeld door een belang¬

rijke rol te reserverenvoor (ex)cliënten.Als vrijwilliger of binnen een leer/werkverbandzullen zij een grootaantal taken gaan vervullen.

Het museumopent in de loop van2004.

HetDol- Pestof Leprooshuys

teHaarlemdoorFranciseus

AndreasMilatz

Collectie:Archiefdienstvoor

Kennemerland

ö iqt toi naaennen

PASWERK ConserveringRestauratieSchadetaxatie

TextielrestauratieBehoud & BeheerAdvies & Onderzoek

Museum Willem van Haren■en Museum Stedhüs Sleat:Een bijzóndere samenwerking tussen twee Friese musea

DoorMinetteAlbers,

directeurMuseum

Willem vanHaren,

Heerenveen,

enMuseumStedhüs

Sleat,Sloten

Na een winterslaap van bijna twee jaar ging Museum Stedhüs Sleat inSloten op 5 juli 2001 weer open voor het publiek. En het mag gezienworden: het monumentale stadhuis is in volle glorie hersteld en ingerichtop een manier die aansluit bij de specifieke sfeer en de geschiedenisvan het gebouw. Het museum biedt bezoekerseen verrassende kijk opde stadsgeschiedenis van Sloten.Museum Willem van Haren in Heerenveenwas verantwoordelijk voor deherinrichting van het museum. Sinds 1 juni 2001 is ook het beheervanhet nieuwe museum ondergebracht bij Museum Willem van Haren.Minette Albers, directeur, beschrijft de bijzondere samenwerking tussenbeide musea.

In 1999 besloot de gemeenteGaasterlan-Sleattot eenopwaardering van de oudheidkamer in Sloten. Erwerdeen nieuwe stichting in het leven geroepen,die tot taakkreegeeneigentijdsmuseumop te zetten, dat eengrotererol moest gaan spelen in de informatievoorziening overde cultuurgeschiedenisvan de stad.

r

Het interieur van de raadzaal

foto: GeertAarnout, De Knipe

Als eerstewerd met steun van de EuropeseUnie, deProvincie Fryslanen de gemeente begonnenmet derestauratie van het monumentale museumpand,het uit1759 daterende stadhuis van Sloten, dat geheel aan demusealeeisenvan de tijd werd aangepast.Het inrichtings¬plan is gemaakt door MuseumWillem van Haren inHeerenveen.Het plan voorzag in een inrichting die nauwaansluit bij de specifiekesfeeren de geschiedenisvan hetgebouw.Belangrijketoeristische trekker is de presentatieLaternaMagica op de zoldervan het museum.Bezoekersstappen de wondere wereld binnen van oud-Slotenaar

PeterBonnet(1898-1979),die tijdenszijn levendemooistecollectie toverlantaarns bijeenbracht die Nederlandrijkis. Door de manier van presenterenkomen liefhebbersén oppervlakkig geïnteresseerdenaan hun trekken.Kinderen kunnen op de zolder van het voorhuis zélf demagie van de toverlantaarn ontdekken.

Het inhoudelijkezwaartepuntvan het museumligt echterbij de presentatievan de cultuurgeschiedenisvan de stad.Het doelvan de presentatieis een relatiete leggenmet destadenbezoekersmetandereogennaarSlotente latenkijken.Decultuurgeschiedeniswordt in drie ruimtengepresenteerd,waarbijhet begripperspectiefdeverbindendeschakelvormt.In de prachtig gerestaureerderaadzaalwordt bij wijze vanintroductie eenmultimediaprogrammagetoonddat Sloten,de ideale stad als titel heeft gekregen.Dit meertaligeprogramma - Nederlands,Engels,Duits en Fries- isgemaakt naar een ideevan architectuurhistoricus PeterKarstkarelen neemt de bezoekermee in de boeiendewereld van vestingbouwersen ideaalsteden.Aan dehandvan historischkaartmateriaalen fraaie panoramischebeelden is te zien dat Sloten vanuit stedenbouwkundigperspectief een ideale stad is. Eenorganisch gegroeidestad, niet ééndie op de tekentafel van eenvestingbouweris ontstaan.

HoeSloten zich tot deze ideale stad heeft kunnen ont¬wikkelen, wordt de bezoekerin een tweede ruimte opde eersteverdieping van het museumduidelijk gemaakt.In dezeVertreckkaemerwordt de stad letterlijk enfiguurlijk vanuit vogelvluchtperspectiefbekeken.Eenfraaiemaquette van Sloten en een enormevergroting van devogelvluchtkaart van NicolaasGeelkerkenuit 1616 zijnprominent aanwezig. Devogelvluchtkaart - die als een

12

grote gebogenwand in de ruimte staat - verbergt tallozekijkgatenmet vitrines,als het ware kleinetheaterswaarinde voorwerpendoor middel van licht, beelden geluid totleven worden gewekt.

Het derde perspectief op Sloten krijgt de bezoekeraan¬geboden in de voormalige Burgemeesterskamerop debeganegrond.Hier wordt ingezoomdop de geschiedenisvan individuele panden in de stad, verbeeld door groteafbeeldingenvan bestaandevoordeuren in Sloten. Daar¬achter zitten zogenaamdeontdekkastjes,waarin allerleivoorwerpenwordententoongestelddie een relatie hebbenmet het betreffende pand. Bezoekersworden net als indeVertreckkaemeruitgedaagdzelf op onderzoekuit te gaan.

In de voormalige Secretarieorganiseert het museumjaarlijks twee tijdelijke tentoonstellingen.

Deervaringleert dat het museumgeslaagdis in zijn opzet:de argeloze bezoekergaat het museumnieuwsgierig enonwetend binnen, maar als hij eruit komt, bekijkt hijSloten met andere ogen. Debezoekerweet wat er in hetverleden is gebeurd,waarvoor de huizen werdengebruikt en wat voor mensener gewoond hebben1.Daarmeeis het museumeenbelangrijkecultuurtoeristischinformatiecentrum in Sloten.

BeheerSinds 1 juni 2001 is het beheervan MuseumStedhüsSleat ondergebracht bij MuseumWillem van Haren,voorlopig voor een periodevan twee jaar. Het museumin Slotenhuurt expertisein op het gebiedvanmanagement,publiciteit, het behoud en beheervan de collectie en deorganisatieen inrichtingvantentoonstellingenenactiviteiten.Dedrie baliemedewerkersin Sloten zijn in dienst vanMuseumWillem van Haren.In bijzondereomstandighedenspringendebaliemedewerkersvanMuseumWillemvanHarenin. Hetmuseumin Slotenbetaalteengrootdeelvandekostenvanhet inhurenvanexpertiseuit hetsubsidiedat het museumjaarlijks ontvangt van de gemeenteGaasterlan-Sleat.Deafsprakendie beide museaover de samenwerkinghebbengemaakt, zijn vastgelegd in een contract enworden regelmatig geëvalueerd.In het contract staatomschrevenwelke diensten - en in welke omvang -MuseumWillem van Haren levert. MuseumWillem vanHarenzorgt bovendienvoor adequateverzekeringenvoorwettelijke aansprakelijkheiden de wettelijke loondoor¬betalingsverplichting bij eventuele (langdurige) ziektevan medewerkers.Eenbeperkte inzet van medewerkersalsgevolgvan bijzondereomstandigheden(buitengewoonverlof, vacature) geldt in evenredigemate voor MuseumStedhüsSleat.Ook is vastgelegdwie het financiële risicodraagt van eventuelearbeidsrechtelijkegevolgenvan hetwegvallen van arbeid, een arbeidsconflict of langdurigeziekte van medewerkers.

Samenwerking loontBeidemuseazijn zeer tevreden over de samenwerking.MuseumStedhüsSleat is eenprofessioneelgeleidmuseummet een aantrekkelijke vaste presentatie en bijzondere

tijdelijketentoonstellingenengekwalificeerdemedewerkers.MuseumWillem van Harenheeft dankzijde samenwerkingmeermogelijkhedenexpertiseaan te trekkenwaarvanhetook zelf profiteert.Eendergelijke vorm van samenwerking is echter nietzonder risico. Dewisseling van de wacht op directie¬niveau - directeur Ad Geerdinknam op 1 oktober 2001afscheiden kon pasop 1januari 2002 wordenopgevolgd- en de langdurige ziekte van één van de medewerkerslaten zien dat samenwerkingonder druk kan komen te

I

staan. Goedeafsprakenen een goedeverstandhoudingtussen beide museumbesturenzijn in een dergelijkesituatie onmisbaar.De recente aankondiging van ingrijpende bezuinigingendoor de gemeenteHeerenveen- belangrijke subsidiëntvan MuseumWillem van Haren - vormde een nieuwedreiging. Bezuinigenop de vaste formatie zou het gevolgzijn geweest.Daarmeezou de basisvan de samenwerkingtussenbeidemusea- het leverenvan expertise- wegvallen.Gelukkigbeslootde Heerenveensegemeenteraadonlangsde bezuiniging terug te brengen tot een omvang diegeenconsequentiesheeft voor de personeelsformatie.

(met dank aanAd Geerdink)

Stedhüs Sleat

1A.VeisHeijn,'Eruit halenwat erinzit.' in: Boekmancahier52 (juni 2002),pp 167-168.A.VeisHeijnnoemthet museumin Sloteneenvoorbeeldvan 'pragmatischcultureelondernemerschap':eenmuseumdat eenzogrootmogelijkrendementhaaltuit zijn culturelevermogen,'eruit haaltwat erinzit'.

DestudeerkamervanDomela

Nieuwenhuisin het Ferdinand

DomelaNieuwenhuisMuseum,

gefotografeerdvoorde

tentoonstellingDomelaen

Friesland.Foto'svanJanMunnik

(13juli t/m 8 september2002)

foto: Jan Munnik, Leeuwarden

HetbeeldmerkvanMuseum

StedhüsSleat

ontwerp Hilbert Heitmeijer,Drachten

13

MuseumplatformSchöuwen-DuivelandAcht keër zo sterk

Wim Phaff, consulent

behoud en beheer

Stichting Cultureel

ErfgoedZeeland

Museum

'de Burghseschoole'

Burgh-Haamstede

Overal in Nederland zijn samenwerkingsverbandente vinden van musea.In de vorm van een stichting, platform of overleg. Ook de musea opSchouwen-Duiveland bundelden de krachten. In hun eerste beleidsnotitieformuleerden de museaop ieder taakgebied hun wensen.Aanbevelingenvanuit een stageopdracht zorgden voor de rest: inmiddels zijn aan¬bevelingen opgevolgd, projecten gestart en is het Platform Musea opSchouwen-Duiveland een serieuze gesprekspartner van de gemeente.Redenom deze samenwerkingsvorm onder de loep te nemen.

HistorieSchouwen-Duivelandheeft de museumbezoekeriets tebieden.Acht museamet deelsvergelijkbare,maarookuiteenlopendecollectieszijn er te vinden.Met het oog opde gemeentelijkeherindeling werken de museaopSchouwen-Duivelandvanaf 1996samen.Op27 november1996 is hiervoor,medeop initiatief van de ProvinciaalMuseumconsulent, het Platform Musea Schouwen-Duiveland opgericht.In dit platformzijn devolgendemuseate vinden: in Burgh,DeBurghseSchoole,inBruinisse,DeOudheidkameren het Visserijmuseum,inDreischor,Streek-en landbouwmuseum'Goemanszorg',inOuwerkerk,Het MuseumWatersnood1953en tenslottetwee museauit Zierikzee,het Maritiem Museumen hetStadhuismuseum.

Het Platform streeft kwaliteitsverbetering van de aan¬geslotenmuseana en vormt tevenseen koepelvoor allegesubsidieerdemuseaen is eengesprekspartnervoor degemeente.Ervindt uitwisseling van informatie plaatsover allerlei zakendie de museaaangaanzoalswissel¬tentoonstellingen,collectiebeheer-en registratie,promotie-en acquisitie en subsidiebeleid.

Aangeziende nieuwe gemeenteSchouwen-Duivelandtotdusvergeenmuseumbeleidheeft ontwikkeld, hebbendemuseavanuit het Platform zelf initiatief genomenomhiermeeeen begin te makenen dit beleid naderuit tewerken. In overlegmet de ProvinciaalMuseumconsulentheeft het Platform in het voorjaar 2000 opdracht gegevenaan studenten van de Interfaculteit Culturele Bedrijfs¬voering van de Hogeschoolin Amsterdam.Destudentenzijn gevraagdom de sterkeen zwakkepunten van demuseaop Schouwen-Duivelandin beeldte brengenen aante gevenwat de kansenen bedreigingenvan de museazijn. Het adviesdat onder hun verantwoordelijkheidtotstand is gekomenheeft als katalysatorgewerkt,waardoorde samenwerkingbinnen het Platform in een hogere

versnelling is gekomen.Deaangeslotenmuseahebbenmet elkaarde uitgangspuntenvoorverderesamenwerkingdoorgesprokenen dezezijn op papiergezet.

Samenwerking rond het museum-registerDemuseadie aangeslotenzijn bij het Platform hebbenzich allemaal aangemeldvoor de museumregistratie.Permuseumis op dit moment - ook onder de vrijwilligers -veel deskundigheidaanwezig,maar in geenvan de museais alle deskundigheidaanwezig,die nodig is om aan allebasiseisente kunnenvoldoen.Daaromzal het van allemuseade komendedrie jaar eenenorme investeringvragenwillen zij aan de basiseisenkunnenvoldoen.Hoewel iedermuseumhogeprioriteit geeft aan deregistratie, kampende samenwerkendemuseanog meteenachterstandop dit gebied.Dehoop is nu gevestigdop 'Pandora',het gebruikersvriendelijkeregistratie¬programmaontwikkelt door Bilan/Fontys,dat binnenkortbeschikbaarkomt. Demuseahebbenvooruitlopend hieropal geïnventariseerdhoeveelmedewerkersvan welkemuseaer willen deelnemenaan eencursus'Werkenmet Pandora'.

Omte voorkomendat eenof meervolledig op vrijwilligersdrijvendemuseaten aanzienvan deregistratie uit de boot zou vallen is afgesprokendat demuseaelkaarzullen ondersteunen.In het Platform is menovereengekomendat na de registratievan deafzonderlijkecollectieshet beleidverderop elkaarzal wordenafgestemd,opdat men de samenwerkingkan optimaliseren.

Publiciteit en profileringDeopeningstijdenvan de museazijn veelal verschillenden vaakseizoengebonden.Ookhet promotiemateriaalvan de museais qua lay-outen uitvoering zeerverschillend.Niet zo vreemdwantiedermuseumverzorgt op dit moment het eigen

MUSEUM

14

promotiemateriaal.Tweemuseazijn in het bezit vaneenmuseumwinkel,bij anderewordt op kleinereschaalartikelen verkocht. In de meestemuseawordt per seizoeneenwisselexpositiegeorganiseerd,waarbij de thema's perseizoenzelf worden uitgekozen,ledermuseumis aan¬geslotenbij deVerenigingvan ZeeuwseMusea,sommigebij de NederlandseMuseumverenigingen slechtseenenkelmuseumis bij de regionaleVW aangesloten.Daarnaastvindt er in regionaalverband incidenteeloverlegplaats over onderwerpenals plattelandstoerisme.

Dezesituatieschetsmaakt duidelijk dat publiciteit eenspeerpuntis van het Platform.Met de verschillen in demuseamoester snel iets gebeurenom het platform endaarmeehet museumlandschapééngezicht te geven.Dezevensamenwerkendemuseahebbeninmiddelsde eerstetastbare bewijzenvan de samenwerkinghet licht doenzien door het uitbrengenvan eengezamenlijkefolder en het starten van eenwebsitewww.museaschouwenduiveland.nl.Het eigengezicht vanhet platform is hiermeegeboren.Dezevormvan informatie¬verstrekkingaan eigenbevolkingen toeristen heeft albewezenin eenbehoeftete voorzien,omdat impuls-bezoekennu minderkanslopente strandenop eengeslotenmuseumdeur.

Dit jaar is menook begonnenmet het aanbiedenvan eenpasse-partout,waarbij bezoekersaanéénvan demuseameteengeattendeerdwordenop het bestaanvan deoverigemuseaen daarmeetevensreductieop de entreetot eenaantalvan dezemuseakunnenkrijgen.Eenprettigebijkomstigheidis demogelijkheidom op het passe-partoutruimte aanadverteerderste bieden,waardooreenbelang¬rijk deelvan de investeringkanwordenterugverdiend.Ookdegenoemdegezamenlijkewebsitewordt voor vijfjaargesponsorddoor eenadverteerder.

Ookde wisselexpositieskrijgen eengezamenlijkgezicht.Omherhalingsbezoekte stimuleren worden in overlegmet elkaar thematentoonstellingengeorganiseerd.Omdatde eerstestap in het bereikenvan potentiële bezoekerstoch ligt in het leggenvan contact, zijn de museageza¬menlijk lid gewordenvan deVW, de organisatiebij uitstekom het contact tot standte brengen.Dankzijde netwerkenvan organisatiesals deVW worden mensen,door middelvan het opstellenvan activiteitenagenda's,tot museum-bezoekgestimuleerd.Eenmaalin huis gehaald kan debezoekergeïnformeerdworden over de mogelijkheid lidte worden van eenvan deVriendenverenigingenvan demusea.

Museumbeleid, collectiebeheeren collectieregistratieDemuseazijn meestalgehuisvestin monumentenpanden,of in beeldbepalendegebouwenin het landschap.Ze zijnverspreidover de helegemeente,zijn verschillendvangrootte en ook de eigendomsverhoudingenzijn historischgegroeid.Demuseabeschikkenoververschillendecollecties,waarvandesamenstellingin het verledenverschillendtotstand is gekomen.

Erbestaat in de opbouw van de collectieseendiversaanbod,maarde collecties hebbenop het terrein vanvisserij, landbouw,meekrapen vlas raakvlakkenen ookoverlappingen.Het beheervan de collecties,de bewakingvan de kwaliteit van de voorwerpen,de beveiligingenklimaatbeheersing,deopslag,het archief en depotvormingzijn zeerdiversen niet altijd volgensde criteria die geldenvoor de museumregistratie.Tenslotte is ook het aankoop¬beleid, schenkingsbeleiden het benutten van langdurigebruikleenovereenkomstenper museumverschillendgeregeld.

Doorde samenwerkingen de hieruit volgendeoverleg¬structuur,wordenoverlappingenin decollectiesvoorkomenen wordt specialiseringmeergestimuleerd.Dit betekenteen kwaliteitsverhogingvan alle museain de gemeente.Omdit doel te bereikenen de musealecollectie vangeheelSchouwen-Duivelandoptimaal te kunnenbenutten,wordt binnenkort gestart met de introductie van hetreedsgenoemdeprogramma'Pandora'.Omdat de meestemuseavrijwel uitsluitend met vrijwil¬ligers werkenen de diversebestuurdershun medewerkershet bestekennen,ligt het in de lijn der verwachtingendat de bemensingvan de samenwerkendemuseazichnauwelijkszal wijzigen, lederzal zijn eigencollectie inkaart brengen.Incidenteelzullen de aangeslotenmuseawel een beroepop eikaarsexpertisedoen, indien dekennisniet in eigen huis te vinden is.

Rol en taak van het PlatformDebetrokkenheidvan de vele vrijwilligers die bij demuseawerkzaamzijn heeft eenduidelijke meerwaarde,waardoorhet uniekevan iedermuseumendeverscheiden¬heid en identiteit juist tot uitdrukking wordt gebracht.Demuseavormen mededaardooreen belangrijkeschakelinde socialecohesievan de dorpsgemeenschappen.Omhuneigen identiteit te kunnenbehoudenwensende museaop dit moment zelfstandig te blijven. Eenonafhankelijkrechtspersoon- bijvoorbeeldeenstichting of vereniging -vinden de meestemuseain dit stadium nog te ver gaan.

Het Platform fungeert als overlegorgaanen functioneertnu reedsals gesprekspartnervoor de gemeenteen heefteendienstverlenendefunctie voor de aangeslotenmusea.Dankzijhet platform kunnenveel aspectenworden afge¬stemd: subsidies,accommodaties,het gezamenlijkebeleiden de vastgesteldeprioriteiten. Ookkan er optimaalgebruik gemaaktworden van aanwezigekennisenervaring bij de museaonderling,zodat het ook nietverwonderlijk is dat allen de intentie hebbendezesamen¬werkingvoort te zetten en te intensiveren.Omdegeza¬menlijkedoelente verwezenlijkengeeft het Platform indezefaseprioriteit aande samenwerkingop het terreinvan collectiebeheeren collectieregistratieen op het terreinvan promotie. In de toekomst wordt gedachtaan verderesamenwerkingop het terrein van administratie, accom¬modaties,gezamenlijkinkoopbeleidvan apparatuur,deskundigheidsbevorderingen personeelsbeleid.

OMNKKMUMt*

im*UIMiM

c£ »ÏT''c/3-r•g

VUUttkM«WK

UlUIMutwux

■(DtKiWJOtK,

BV v»w.

Gezamenlijkefolderen

passe-partoutMuseumplatform

Schouwen-Duiveland

tv« a>tgiui

15

TenslotteErzijn nog veel onvervuldewensen,waarondereengeza¬menlijk depot, klimaatbeheersingen conserveringvan demeestwaardevollevoorwerpen,mogelijkhedenvoor uit¬breiding van de bestaandecollectiesen cultuurhistorischonderzoekvan bijzonderevoorwerpen.Vooreenbelangrijkdeel is dit te wijten aan de afwachtende houdingvan deGemeenteSchouwen-Duiveland,onderandereten aanzienvan de wensvan de museatot harmonisatievan desubsidies.Hoede rol van het platform zich verdergaatontwikkelen moet de toekomst uitwijzen.

Demeestemuseaop Schouwen-Duivelanddrijven op deinzet van grote groepenenthousiastevrijwilligers. Maardat is eensmalle basis,treffend onderwoorden gebrachtdoor JokeKievit van Arba Minch, die over eenandersamenwerkingsverbandsteldedat 'twee kaalgepluktekippensamennog geenvette gans'worden.Tochblijkteen platform als dit veel te kunnenbereiken.Vooral

concrete,zichtbare resultaten.Want wat te denkenvande gezamenlijkefolder en website, leafletsmet informatieoverde collectiesen het laatstesucces:het passe-partout,eenboekjemet voordeel toegangskaartenen informatieover de aangeslotenmusea.

Met dankaanmevrouwLukkieNederhoed-Zijlstra,voorzittervanhet

PlatformMuseaopSchouwen-Duiveland.

Museumoverleg vantextielmedewerkersin Noord-HollandIn de vele kleine museavan Noord-Holland wordt veel werk verzet doorenthousiastevrijwilligers.Het historischtextiel blijft een onderdeel van eenmuseumcollectie dat te weinig aan¬dacht krijgt. Eenaantal medewerkersonderscheidtzich door hun interessevoor de textiele voorwerpen die zijaantreffen in hun museum.Zij treffenveelal dezelfde problemen aan; hoedateer je de voorwerpen, wat is hetdoel van de collectie, hoe kan ikontbrekende stukken aanvullen, watdoe ik met niet passendestukken, opwelke manier stel ik het op, wat isde beste manier van conserveren,wat is de achtergrondvan de stukken,hoe bereikje de publiciteit het beste?Marianne Havermans:'Tijdens hetwerken aan het boek 'Aangekleedgaat uit' ontdekte ik bij mijn bezoekenaan de museadat men elkaar en ookde collectie niet kende, ledereenprobeerdeop dezelfdemanier deproblemen op te lossen.Al voordathet boek uit kwam ben ik met ditoverleg gestart in overleg en samen¬werking met het West-FriesGenoot¬schap in Hoorn.Hun historischebovenzaalvan het Timmermansgilde¬huis is devaste ruimte van dit overleg.Het gebeurt regelmatig dat wij opuitnodiging, het overleg in eenmuseum in de provincie mogen latenplaatsvinden,gekoppeldaan een ten¬toonstelling waarin veel kostuumsen

textielevoorwerpenzijn te bewonderen.Van een groep van gemiddeld 12personenzij wij in 7 jaar gegroeidnaar 25 enthousiaste mensen.Verslagenvan de bijeenkomstengaan naar de geïnteresseerde museaen de consulentenvan Noord-Holland.Tijdens het overleg komen probleem¬stukken op tafel die gedateerd enbesprokenworden.Textieleschenkin¬genwaarbij voorwerpen zitten dieovertollig geacht worden of nietpassendworden gevonden in eencollectie, komen op tafel en vindenmet de voorafgaande toestemmingvan de schenkereen goede bestem¬ming. Door de bekendheidvan demuseummedewerkersén kennis vaneikaarscollectiesen maniervanwerkenen opstellen is er een vertrouwdheidontstaan om zo te kunnen werken.Eenthema van een tentoonstellingwordt ruim van te voren bekend¬gemaakt, opdat er geen twee vangelijke onderwerpen zoals bijvoor¬beeld 'merklappen' te zien zullen zijn.Het geeft echter ook de mogelijkheideen algemeenonderwerp te kiezenin de hele provincie zoals gebeurdebij het verschijnen van het boek'Aangekleedgaat uit'. Erwarenmeerdereopstellingen te zien vanafgebeeldevoorwerpen.Veelaandachtwordt gegevenaan het behoud enbeheervan een textielcol lectie, zoalsde omstandigheden in het museumen vooral in het depot. Het opbergenvan de voorwerpen in zuurvrije dozenen papier is overal nu toegepast.Het

catalogiserenvan textiele voorwerpenis moeilijk. Het boek is een goedehandleiding maar praktische hulptijdens een overleg zorgt dat dekennissteedsgroterwordt. Afwisselendwordt er een lezing gegevenoverbijvoorbeeld 'de handel in textiel','kanten en mutsen in de 18e en 19eeeuw', door de eigen leden. Hoekunnen gegevensworden gevondenin eenArchief als basisvan eenopstelling en is samenwerking meteen plaatselijke historischeverenigingmogelijk? Eenbezoekwerd gebrachtaan het Archief te Hoornen ter plaatsewerd praktische hulp ontvangen.Het geeft de mogelijkheid om eenonderzoekte starten. Boeken,kostuumseries,films, tentoon¬stellingen, nieuwsbrieven van deTextielcommissieNederland,InstituutCollectie Nederland,de Kostuum enKantvereniging komen onder deaandacht tijdens een overleg.Het is eengroepenthousiastemensendie veel liefde heeft opgevat voorhistorisch textiel en daar in dezejaren veel kennis over heeft vergaarden steun bij elkaar vindt hoe menbestuur,directie moet overtuigenvan het belangvan dit deelvan eenmuseumcollectie dat zó nauw ver¬bonden is met mensen'.

CODACultuur Onder Dak ApeldoornEenuniek concept

In Apeldoorn wordt momenteel hard gewerkt aan de realisering vaneen nieuw cultuurconcept. De Bibliotheek Apeldoorn, het ApeldoornsMuseum en het Apeldoorns Archief zijn per 1 januari van dit jaarsamengevoegd tot één cultureel instituut. De koepelnaam die gehan¬teerd wordt voor de organisatie is de beschrijvende naam CultuurOnder Dak Apeldoorn (CODA).

Een sterke magneetCodabetekent:aangehangenslot bij muziekstukkenmetzich herhalendegedeeltendat als het ware eenresumégeeft van de geheleinhoud.Codakent ook een literairebetekenisals eenaaneensonnettoegevoegderegelofstrofe. Dejuridische/rechtspositionelenaamis StichtingAPartgebleven.Daarmeezijn de museaen het archiefverzelfstandigd.Er is gekozenvoor eendirectiestructuurvan eenraadvan bestuur en een raadvan toezicht alscommissarissenmodel.Dedrie onderdelenworden voor¬lopig ook nog als afzonderlijke entiteiten benoemd:ApeldoornsArchief, BibliotheekApeldoorn en ApeldoornsMuseum.

Het beeldmerkvan het nieuwe instituut, als onderdeelvande inmiddelsontwikkeldehuisstijl,is hierbijvan het grootstebelang.Uitgangspuntvoor dit beeldmerkis dat deelvanhet dakdat door de transparantegevelbovenhet maaiveldwordt uitgetild. Doelstellingis de aantrekkingskrachtvandeze'magneet'zo te voedendat de uitstraling ervantotver buiten de grenzenvanApeldoornzal reiken.

Niet eerderwerd dezecombinatie in Nederlandgemaakten ook in de onsomringendelandenzijn we dezefusie nogniet eerdertegengekomen.Degezamenlijkehuisvestingvan museumen archief en uitbouw voor de bibliotheekinéénnieuwgebouwvan architect HermanHertzbergerenhet daaruit voortvloeiendeconceptvan eencultureelwarenhuisvormdende directeaanleidingvoor dezefusie.Maar natuurlijk zijn er behalvesynergievoordelenen effi¬ciencyin de bedrijfsvoeringvooral inhoudelijkeargumentenvoor dezefusie.Cultuur,kunsten historiezijn de kern¬begrippenvan het nieuweinstituut.

Een gebouw voor bibliotheek¬gebruikers en museumbezoekersDebibliotheekis met 1.1miljoengebruikersperjaar eenbasisvoorzieningpur sang.Meerdan 70 procentvan debevolkingmaaktgebruikvan dezedienstenen producten.Voormuseaen archief is dat percentagebeduidendlager.Het ApeldoornsMuseumis eensamenvoegingvan het

vroegereHistorischMuseumApeldoornen hetVan Reekummuseumvoor moderneen eigentijdsekunst.Doorde nieuwedirecteurdrs.CarinE.M.Reinders,is erinmiddelseenvisieontwikkeldvoor het ApeldoornsMuseum.Dit museumplan'deverbintenis'is eenplan ophoofdlijnen. Het collectiebeleidsplan,eenconcrete uit¬werking van dit museumplan,zal in juni van dit jaargepresenteerdworden.Het ApeldoornsMuseumgaat zich richten op devolgendeverzamelgebieden:de geschiedenisvan Apeldoornen deregio en moderne- en eigentijdsekunst met als kern¬collecties sieraden,kunstenaarsboekenen werkenoppapier.Uit dezecollectieszullen semi-permanenteopstellingengerealiseerdworden.Voor de deelcollectiesieraden/draagbareobjecten en papierwordt gewerkt aan deopzet van een kennis- en informatiecentrum. Demuseumdirectiestreeft ernaardezefunctie onder tebrengenin het reedsbestaandeACEC-gebouw,waarmeedit gehelegebouwde functie krijgt van culturele broed¬plaats en eenartists-in-residence programmaontwikkeldkanworden.Het gemisvan een plaatselijkeacademiezouhiermeeenigszinsgecompenseerdkunnenworden.

DoorDrs.CarinE.M.

Reinders

DirecteurApeldoorns

Museum/lidRaadvan

Bestuur.

Nieuwbouw

CODAApeldoorn

Wellicht is het voor de academiein Arnhem interessantmedegebruikte makenvan de aanwezigheidvan werk¬plaatsenin het gebouw.HetACEC-gebouwzal door middelvan eenondergrondsetunnel verbondenwordenmet hetnieuwemuseum.Behalvevoor beeldendekunstzal er inACECook plaatszijn voor onderanderemodernemuzieken eentheaterwerkplaats.

Decollectiesvan het ApeldoornsMuseumwordengebruikt om het nieuweprofiel te versterken.Debestaandecollectieszijn echter nóch kwalitatief, nóch kwantitatiefsterk genoegom de ambitieus geformuleerdebezoekers¬scorevan 80.000 te kunnen realiseren.Het is ook daaromdat er veel tijd en geld besteedmoet worden aan deactiviteiten die het museumorganiseert.Meer nog dande collectieszijn met namede tentoonstellingen vanbelangals het gaat om het realiserenvan de taak:veel kwaliteit voor veelmensen.

Het HistorischMuseumApeldoorn(HMA)en hetVanReekumMuseum(VRM)werdenin de loopvan 2002samengevoegdtot ApeldoornsMuseum.Velediscussieszijndaaraanvoorafgegaan,waarbij regelmatigook devreesuitgesprokenwerd dat samenvoegingten kostezou gaanvan de eigen identiteit. Eennogalopmerkelijkevrees,omdat immerseengroot deelvan de Nederlandsemuseagekenmerktkanwordenals 'gemengdbedrijf, dat wilzeggenmet zowel historischecollectiesals ookcollectiesmodernekunst.Het is nadrukkelijkde bedoelingdat desomvan dezedelenmeergaat opleverendan het optellenvan dezetwee delen,maarzekerookzullen de onderdelennaastelkaargetoondworden.Deeigen, intrinsieke bete¬kenis is immersookvan groot belang.In het museumplanwordt hieropverder ingegaan.Eenbelangrijkeverbindingtussende collectieshistorieenbeeldendekunst is het thema 'papier'.Papieris ook deverbindingnaarhet boek,devoornaamsteinformatie¬dragerbij de bibliotheeken het archief.

Decollectie van het vroegereHistorischMuseumApeldoorn is in de loopvan ruim 100jaar bijeengebracht.Eenbelangrijkdeel is eigendomvan het museumeneenanderdeel (ongeveer35 °/o)bestaatuit bruiklenenvanparticulieren,collega-museaenverenigingen,zoalsde his¬torischeverenigingFelua.In de laatstedecenniarichtte hetverzamelbeleidzich op twee hoofdgebieden:wonenenwerkenop deOost-Veluween op historie- en spotprenten.Het museumkocht geenvoorwerpenaanvan na 1920enbeperktezich wat betreft schenkingentot de periodevan vóór 1945.Dat betekent dat de recente,naoorlogsegeschiedenisniet beschrevenkanworden vanuit decollectie.Detextielcollectie zal dit jaar uitgebreidwordenmet destreekdrachtencollectieEpe.Dezelangdurigebruikleenmaaktdat het ApeldoornsMuseumtot de centralebewaarplaatskanwordenvoor streekdrachtenvan deVeluwe.Het GeldersOudheidkundigContact in Zutphenwerkt constructiefmeeaan het realiserenvan deze'steunfunctie'.Ookin het kennis-en informatiecentrumzal de collectie

Apeldoornen deVeluwe-regiogeraadpleegden bestudeerdkunnenworden.Desemi-permanentetentoonstelling 'WieisApeldoorn'zal op eenspeelse,evocatievemanierantwoord gevenop dezevraag.Via dezetentoonstellingwordt de geschiedenistot levenen betekenisgebracht,vooral aande handvanverhalenvan mensen.Lacuneszoalshet beschrijvenen in beeldbrengenvan despectaculairegroeivanApeldoornin de periode1950-1980zullen aangevuldwordenen daarbinnenzal er specifiekeaandachtgegevenwordenaan het verenigingslevenenhet industrieelerfgoed.

Hedendaagse sieraden enkunstenaarsboekenVanuit de collectie van het Van Reekummuseumwordtdoor het nieuweApeldoornsMuseumverdergewerkt aande uitbouw en verdiepingvan de collectiessieraden,werkenop papieren kunstenaarsboeken.Het ApeldoornsMuseumwil het sieraadontwerpeenvolwaardige plaats gevenbinnen de beeldendekunsten.Met het organiserenvan tentoonstellingen, lezingenenhet samenbrengenvan werkenvan Nederlandseeninternationaleontwerperswil het museumeenherkenbareplekwordenvoor het hedendaagsesieraad.Met de museain Arnhemen DenBoschzullen nadereafsprakengemaaktwordenoverde taakverdelingenbinnendit vakgebied.Eenheelspeciaalterrein is het 'kunstenaarsboek'.Hetcollectionerenvan kunstenaarsboekenwerd in Apeldoorngestart in 1978 door de toenmalige directeur JervenOber.Oorspronkelijkwerd uitgegaanvan de strakkedefinitie vanhet kunstenaarsboekals boekdat door eenbeeldendkunstenaarals kunstwerk is bedachten in oplage isgerealiseerd.Voorhet thema 'papier'geldt dat we dit onderwerpoptweeërleiwijze willen benaderen:zowel inhoudelijkalsbeeldendmiddelalsookvanuit devorm: alsdrager.Depreciezerichtingen daarbinnenzijn echter nog nietbepaald.In het collectiebeleidsplanzal dit gecon¬cretiseerdworden.

Cultuur onder een transparant dakHet nieuwe instituut wil eenontmoetingsplekzijn vooreenaangenamekennismakingen herkenning.Hettransparantegebouwvan HermanHertzbergeris eenlichtbakenvan cultuur in het centrumvanApeldoorn.In de meestletterlijke zin van het woordwordt hier cultuuronderdakgebrachtin een interessantecombinatie.Hetglazengebouwstaat voor openheiden transparantieenwil uitnodigenden gastvrijzijn.Het is eenvraaggerichtinstituut met openoogen oor voormaatschappelijkeontwikkelingen en trends. Eenbelang¬rijke doelstellingis mensenlaten ervarenen belevenhoeinteressanten veelzijdigdewereldvan kunsten cultuur is.

De rol van het nieuwe instituut zal zich niet beperkentot zijn eigenglazenmurenen vloeren(totale oppervlakte8500 m2)voor tentoonstellingen en andereactiviteiten.Projectenop locatie, samenwerkingmet andere instel¬lingen, wijkactiviteiten, bibliotheekfilialen, kunst in de

openbareruimte en anderelocatiesenverbindingenzullengezochtworden.Dit nieuwecultuurinstituut ademtmeeinhet ritme van de stad,speelt in op actualiteiten,anticipeert op ontwikkelingen,legt zijn oor te luisteren,geeft zijn ogende kost en biedtvelemogelijkhedentotontplooiing,leringenvermaak.Hoewelhet gehelemuseumin feite een kennis- eninformatiecentrum wordt is er éénspecifiekeplek in hetgebouwbenoemdals plaatswaar je je kunt voorbereidenop of verdiepenin een tentoonstellingsbezoekof naslagvan collecties.Ookhet voorbereidenvan spreekbeurten,scriptiesen werkstukkendoor scholieren,studenten encursistenvan educatieveen culturele instellingen kanhier ondersteundworden.De informatie wordt uiteraarddoelgroepgericht,op maat en niveau,aangeboden.Deintegratie van bibliotheek,archief en museumleidt opdezeplek tot de grootst mogelijkesynergie.Educatieenparticipatie zijn aldusde rodedradenvan het beleid.DegemeenteApeldoornkrijgt met dit nieuwe instituut

eenvitaal kloppendcultureel hart. Deopleveringvan hetgebouwzal in septemberzijn en de officiële openingstaat geplandvoor begin februari 2004.Vóórdat hetzover is zal er nog hard gewerkt moetenworden aan deintegratie van de onderdelen.Decultuurverschillenzijnaanzienlijk,maar er is veel positieveenergiebeschikbaarom dezeintegratie tot eensucceste maken.

CarinReinders( 1959)

Studeerdekunstgeschiedenisin Utrechtenwerktevan1984tot 1987in

Almeloalsbeleidsmedewerkerbeeldendekunst.Van1987tot 1996waszij

directeurvandeStedelijkeMuseaZutphen.Van1996tot 20002leiddezehet

NederlandsTextielmuseumin Tilburgenvanaf1september2002isze

directeurvanCultuuronderdakApeldoorn,ApeldoornsMuseum.

Zij vervuldejarenlangbestuursfunctiesbinnendeNederlandseMuseum¬

vereniging.VoorOCenWiszij voorzittervandebegeleidingscommissie

Publieksbereikvanarchievenenzij is lid vandecommissiemuseavande

RaadvoorCultuur.

Van tochtgat naarbruisend cultureel hartSinds twee jaar presenteertAlkmaarzich met het CultuurcentrumCanada¬plein als dé culturele stad vanNoord-Holland Noord. Rondoméénplein zijn zevenculturele instellingengevestigd;Theater deVest, de GroteSint Laurenskerk,het StedelijkMuseumAlkmaar,de OpenbareBibliotheek,het centrumvoor de KunstenArtiance,theater- en filmhuis ProvadjaenpoppodiumAtlantis.Er is veel aandacht besteedaan devormgeving van de gebouwenaanhet plein. Devrij toegankelijkepublieksruimten zoals de entrees,hetinformatieplein van de bibliotheek,de winkel van het museumen hetstadscafémet terras liggen direct aanhet plein. Detentoonstellingsruimtenen studio's zijn naar binnen gekeerden vanaf buiten niet zichtbaar.Dezeven instellingen aan het pleinvormen samenhet culturele hart vanAlkmaaren omgeving.Samenproberenze om efficiënt en effectief te werkenen zó een breed cultuuraanbod tepresenteren.Omsamenwerkingvormte gevenen te stimuleren en is ereenOverlegActiviteiten Cultuurplein.Het is de bedoeling dat het plein zaluitgroeien tot een bruisend cultureelhart. Het Stedelijk MuseumAlkmaarspeelt een belangrijk rol in het geheelomdat het zich bewust profileert alsinstrument voor stadpromotie. Ookzijn 'positionering van het gebouw en

•" Ï*"W V?' v'' •

m ***

deomgeving'en 'het ontwikkelingenvan kinderactiviteiten op het plein'actiepunten uit het bedrijfsplan2002-2006.Desituatie rondom het Canadapleinin Alkmaar was niet altijd zo ideaal.Vóór de creatie van het culturele hartwas het plein eensoort niemands¬land, een tochtgat waar de wind enandereongure elementen vrij spelhadden.Dezereputatie is niet zomaarverdwenen en het plein is dan ooknog niet 'af'.

In de wintermaanden maakt hetplein nog vaak een wat sombereindruk. Binnen de muren van deinstellingenvinden tal van activiteiten

plaats die van buitenaf niet zichtbaarzijn. Dezeactiviteiten trekken voor¬alsnoghet 'eigen' publiek.Detheater-en popprogrammeringen's avondstrekt een ander publiek dan deOpenbareBibliotheek en het StedelijkMuseumAlkmaaroverdag.Deelnemersaan de keramiek-, teken- of kinder¬cursussenin het kunstencentrumArtiance gaan niet vanzelfsprekendook naar het museum,een film inhet filmhuis of een concert op hetpoppodium. Eenkruisbestuiving vaneikaarspubliek is niet vanzelfsprekend.Ook omdat ieder instelling een anderbereik heeft. Theater deVest trektvooral bezoekersuit de regio, debibliotheek is er voor de mensenom

Canadaplein

maaktzichklaar

voordezomer

de hoek en het Stedelijk MuseumAlkmaar heeft met tijdelijke tentoon¬stelling landelijke aantrekkingskracht.Eenvan de uitstekende faciliteitenwaar het museum,de bibliotheek,het theater en Artiance gezamenlijkgebruik van maken.DeAula, met eencapaciteit van 150 personenhangttussen het Stedelijk MuseumAlk¬maar en Artiance in. Iedere instellingkan de zaal bereikenvanuit eeneigen ingang en het gebruik van dezaal wordt door een medewerkervanArtiance gecoördineerd.Anderevormen van samenwerkingworden langzaammaarzeker ont¬wikkeld. In Theater deVest wordenkoffieconcerten georganiseerdwaar¬bij het toegangskaartje ook rechtgeeft op een bezoekaan het muse¬um. In de, gratis toegankelijke, foyervan het Stedelijk MuseumAlkmaarworden de eindejaarsoptredensvan

leerlingen van Artiance, optredensvan muziekdocentenen boekpresen¬taties georganiseerd.Zo rakendebezoekersvan de verschillendeinstellingen via binnenpleinactiviteitenbekendmet de 'andere' instelling.

In de zomermaandenworden er, omhet Canadaplein levendig te maken,tal van culturele activiteiten buitengeorganiseerd.Deprogrammeringkenmerkt zich door kwaliteit endiversiteit, bijna alle kunstdisciplineskrijgen aandacht. Met dezeprogram¬mering wordt er nieuw publiekgeworven voor het reguliere aanbodvan de culturele instellingen.Dezomer van 2002 was succesvolmet gemiddeld ca. 800 bezoekersperdag bij activiteiten op het plein. Eenconcert van Mathilde Santing trektdaarbij een ander en groter publiekdan een dolfijnenshow voor kinderen.

DeProvincieNoord-Holland en deGemeenteAlkmaar gaven in 2002beide een stimuleringssubsidievan€ 70.790,- voor de 'zomer op hetplein'. Vanwegehet succeshiervan iser in 2003 opnieuw subsidie terbeschikkinggesteld door de Provincie.DeGemeenteAlkmaar heeft bedragengereserveerdvoor activiteiten in demeerjarenbegroting.

Het Canadapleinis nog niet hét bruis¬endehart van Noord-Holland maarde bloedgroepenvan de instellingennaderenelkaar.Ookzijn er nog volopideeënen wensenom uit te voeren.Zo zou de verkoopvan Italiaans ijs endevestigingvan eengalerie in eenvande winkels aan éénzijde van het pleineenwelkomeaanvulling kunnenzijn.

MarinaRaymakers,MuseumconsulentMuseaal£t

HistorischPerspectiefNoord-Holland

Deschets-maquette

voor Erfgoedcentrum

Nieuw Land

Architect:AtelierPro

ErfgoedcentrumNieuw LandEnkelejaren geleden nam de Provin¬cie Flevolandhet initiatief voorintensivering van de samenwerkingtussen een aantal erfgoedbeherendeinstellingen en archieven in de pro¬vincie. Desamenwerking richtte zichin eerste instantie op de realisatievan een 'digitale catalogus' van decollecties van de deelnemers.Naastde zes FlevolandseGemeenteswaren

daarook bij betrokkenhet WaterschapZuiderzeeland,het Rijksarchief inFlevoland,het Nederlands Instituutvoor Scheeps-en onderwater-Archeologie, de SamenwerkendeBibliotheken, Het Sociaal HistorischCentrum voor Flevolanden hetNieuw LandPoldermuseum.Het eersteresultaat van de samenwerking wasde website Flevolandbovenwater.nl,die ruim een jaar geleden 'de luchtin ging'. Intussenis - naar aanleiding

van de ervaringen - de websitegeheelvernieuwd: zowel de vorm¬geving ervan (door Zicht NieuweMedia uit Rotterdam)als de achter¬liggendedatabase(door Deventlt teBunschoten).

In het kielzog van dezedigitalesamenwerking werd het idee uit¬gewerkt om de collecties van dedeelnemersook fysiek onder één dakte brengen.In verschillendeprovincies

\

20

werkten de archieven al samenaande totstandkoming van een RegionaalHistorisch Centrum maar bij hetFlevolandseinitiatief zijn ook tweeprivate stichtingen betrokken. HetErfgoedcentrum Nieuw Landwordtde huisvesting van archieven encollecties van vier FlevolandseGemeentes(Lelystad,Dronten, Urken Zeewolde), het WaterschapZuiderzeeiand,het RijksarchiefFlevoland,het Sociaal HistorischCentrum voor Flevoland,Nieuw LandPoldermuseumen het ProvinciaalArcheologisch Depot.Uiteindelijk zal de samenwerkingworden vormgegeven als een zo¬genoemd 'openbaar lichaam', eenorganisatievorm waarin naast depubliekstaken ook de wettelijkeoverheidstaken, zoals archiefbeheer,kunnenwordenuitgevoerd.Departnersfinancieren de projecten gezamenlijk,waarbij de provincie Flevoland hetbelangrijkste aandeel levert.

Onlangskreeg architectenbureauAtelier Pro uit DenHaag de opdracht

het architectonisch ontwerp voorErfgoedcentrum Nieuw Land - zoalshet nieuwe centrum wordt genoemd- te maken.Hunvoorstelwas gekozenuit een ontwerpopdracht die innovember aan vier architecten werdgegeven.Het centrum wordt nietalleen een 'opbergplaats' voorarchieven en collecties maar ook een'cultureel warenhuis' met exposities,presentaties, evenementen,eenbibliotheek en studiezalen,éénoftwee restaurantsen eenerfgoedwinkel.De initiatiefnemers verwachten tenminste veertigduizend bezoekersperjaar en vijfjaar na de opening rondde zeventigduizend.

Het Erfgoedcentrum Nieuw Landwordt gevestigd aan de Lelystadsekust omdat ook het Nieuw LandPoldermuseum,één van de partners,daar al gevestigd is. Eenanderebelangrijkeredenvoor de locatiekeuzeis de aanwezigheidvan de BataviaWerfen Batavia Stad outlet shopping.Jaarlijks komen er zo'n anderhalfmiljoen menseneen bezoekbrengen

en de komendejaren zal dat aantalnog gaangroeien.Deplek kan daaromnu al met recht een toeristische'hot spot' worden genoemd.Batavia Stad outlet shopping werktaan forse uitbreidingsplannen en ditjaar komt ook de vloot van veertigbruine schepenvan de HanzestadCompagnienaar de nabij gelegenBatavia Haven.Tenslotte gaat deGemeenteLelystadbinnenkortplannen presenterenvoor eenomvangrijke investering in hetgebied, die zal leiden tot een veelmeer op een groot publiek gerichtestedenbouwkundige indeling.

KorsdeWaard,projectleiderpresentaties

www.flevolandbovenwater.nl

GemeentemuseumElburg en Streekarchi-variaat Noord-VeluweZowel het gemeentemuseumals hetstreekarchivariaat makendeel uit vande ambtelijke organisatie van degemeente Elburg.Het streekarchiva¬riaat ressorteert onder de afdelingwelzijn en onderwijs, waar de pootcultuur onder valt. Eenander cultuur¬aspect is het gemeentemuseumdatrechtstreeksals een soort staf¬afdeling onder de gemeentesecretarisstaat. Het streekarchivariaat kentvanwege de bovenlokalewerking (vijfgemeenten)een archiefcommissiemet vertegenwoordigersvanuit dedeelnemendegemeentenen eenexterne deskundige.Debestuurscom¬missiegemeentemuseumbestaat uitraadsleden,burgemeesteren gemeen¬tesecretarisen drie externe (museum)deskundigen.

Waarop hebbenbeide organisatieelkaar gevonden?Aangezienhet gemeentemuseuminessentieeen historisch museum is,ligt een relatie met het oud archief

voor de hand. Het archief is onder¬steunendwaar het gaat om kennisoverde verwervingvan voorwerpenen de geschiedenisvan stad engebouwen,maar bijvoorbeeldook ophet raakvlakarcheologie.In 1995 is gezamenlijk een tentoon¬stelling over vijftig jaar bevrijdingsamengesteld:een successtory,zekeromdat het een rondreizendeexpositiebetrof. Mede als gevolg hiervanontstond een goedeband tussenconservator/directeur en streekarchi¬varis. Hierbij werden afsprakengemaakt over collectiebeleid, waarbijbibliotheek en fotocollectie moeilijkeitems bleven.Waarom nu een verder gaandesamenwerking?Deoorzaak hiervan iseen toevallige gebeurtenis.Bij hetvertrek van de vorige conservator in2000 werd op bestuurlijk niveaunagedachtover ambities en mogelijkeoplossingen in een aantal praktischezaken.Tevensspeeldenop dat momentontwikkelingen als uitbreiding ennieuwe formatie bij het streekarchi¬variaat een rol.Uiteindelijk, medeop adviesvan

de vertrekkendeconservator,werdde streekarchivarisgevraagdtevensde functie van conservator op zichte nemen.Sinds twee jaar is hierdoor eengeheel nieuwe situatie ontstaan.Overde effecten hiervan valt veel tevertellen. Inmiddelsheeft het museumhet certificaat GeregistreerdMuseumontvangen en zit het midden in eentotale herinrichting. Doelsituatie iseen goed geoutilleerd museumdatvoldoet aan de eisenvan de tijd,zowel in beheersmatigezin als in depublieksactiviteiten. Wat betreft deorganisatiestructuur is de wens isduidelijk aanwezigom zowel museumals archief op één ambtelijke plekonder te brengen,waardoor een nognauwere samenwerkingen integratievan deskundighedenop vele terreinenmogelijk is.

PetervanBeek,v/h streekarchivarisNoord-Veluween

conservatorGemeentemuseumElburg,

thansGemeentearchivarisvanEde;

debeschrevensituatiedateertvaneind2001.

Een RegionaalHistorisch Centrumin ZutphenDegeschiedenisbestaat uit golf¬bewegingen,wordt vaak gezegd.Of,extremer nog, Thistoire se repète'.Daarvalt heel wat op af te dingen,maar als je de Zutphense plannenvoor een regionaal historisch cen¬trum ziet, zou je er bijna in gaangeloven.Ooit, in een nog niet eenszo heel grijs verleden,vormden hetStedelijk MuseumZutphen en hetStadsarchiefZutphen één organisatie.In de jaren '70 werd het beter geachtde organisatie te splitsen in eenmuseumen een archief. Nu staanwe op het punt die splitsing weerongedaante maken.

Dit betekent natuurlijk niet dat weweer terug willen naar de situatievan 30, 40 jaar geleden.Geheelvol¬gensde laatste inzichten rond hetpresenterenvan historisch erfgoed,willen we met het RHCeen vernieu¬wende, laagdrempeligeen professio¬nele organisatie neerzetten. Eenorganisatie die zijn maatschappelijke

relevantie doorlopend aantoont doormiddel van projecten, tentoon¬stellingen en publicaties in allerleivormen, die direct aansluiten bij debelangstelling van een breedpubliek.Devernieuwing zoekenwe in desamenwerkingtussende verschillende(erfgoed)disciplinesdie binnende RHC-organisatie- maarookdaarbuiten-beschikbaaris.Kruisbestuivingtussenarchivarissen,conservatoren,vorm¬gevers,educatie-, communicatie- enanderespecialisten kan leiden totaansprekende,nieuwe verhalen. Enjuist het verhalendeaspect zal eenbelangrijke rol spelen in de presenta¬ties van het RHC.

Deprofessionaliseringvan de organi¬satie zoekenwe in de vorming vanprofessioneleteams, die organisatie¬breed inzetbaar zijn. Zo zal het tevormen team Collectiebeheerzowelde archiefcollectie als de museum¬collectie gaan beheren.Professionali¬sering zoekenwe ook in de richtingvan automatisering. Niet alleen zalde collectieregistratie opnieuw in¬gericht en samengevoegdworden,

maar ook in de bedrijfsvoering zalautomatisering een belangrijke rolgaan spelen,met applicaties als bij¬voorbeeld MS-Project. Tenslotte zaleen nieuwe website een belangrijkerol gaanspelenin onzedienstverleningaan en communicatiemet het publiek.

Naast deze reorganisatieplannenloopt momenteel een huisvestings-onderzoekdat in opdracht van hetcollege van BEtWwordt uitgevoerd.Bekekenwordt daarin of, en zo ja, opwelke manier de nieuwe organisatieop één centrale plaats gehuisvestkan worden. DeOpenbarebibliotheekZutphen heeft serieuzebelangstellingvoor deelname in een dergelijkehuisvesting, niet alleen vanwege deextra ruimte die daarbij beschikbaarzou komen,maar vooral ook met hetoog verbetering van de dienstverle¬ning die bij samenwerkingbinnenhet RHC-conceptgerealiseerdkanworden

RuudHendrikx,RegionaalHistorisch Centrum Zutphen

MuseumZutphenin dialoogmetstadmeenonzerverslaggeversutphen - Het Stedelijk Mu-ïum van Zutphen gaat actiefan de slag om in contact tepmen met de burgers vanutphen. 'Wewillen geenunsttempel zijn voor eenleine elite maar ons ten dien-:estellen van een zo grootlogelijkdeel van de bevol¬ing.'

at zegt directeur Ruud Hen-rikxvan de StedelijkMuseaenet Stadsarchief.Het museumil de dialoogmet de stad aan-lan, weten wat er onder deLensenleeft.endrikxgrijpt het 100-jarigbe-aan aan om daar een begin

meete maken.Eenvandeactivi¬teiten is het Vertelfestival 'Numaak je geschiedenis', dat 18juni wordt gehouden. Bekendeen onbekende Zutphenarenkunnen dan hun verhaalvertel¬len aan presentatrice MarliesClaasen.ALLELEEFTIJDENHendrikxstelt zichvoordat Zut¬phenaren van alle leeftijdendaaraan meedoen. 'Het gaaterom hoe mensen van jong enoudde geschiedenisvan de stadervaren.Mijndochtertjevan ne¬gen hoor je al overvroegerpra¬ten.'Wie mee wil doen wordt ge¬vraagdzijnvoorhem ofhaar be¬

langrijkeherinneringen op eenA-viertje te zetten. Hendrikx:'Wijselecterenop 'mooieverha¬len' en opverhalen die iets overde stadvertellen.''Bijvoorbeeld 'Ik heb vroegernog in het IJsselzwembadge¬zwommen' of 'ik heb in debuurt van het station gewoond.Er is geen huis meer over vanwat er toen stond.' Maarookverhalen overdewe¬deropbouw,of het verhaal vanmensen die hier als punker ineen kraakpand hebben ge¬woondofhier de hippietijdheb¬benmeegemaakt,zijnwelkom',noemt Hendrikxeen paar voor¬beelden.Hijgaat deverhalenookgebrui¬

ken voor het jubileumboek 'Numaak je geschiedenis', dat be¬gin juli gereed moet zijn. Ditwordt gecombineerd met ouden nieuw beeldmateriaal. 'Wehebben een behoorlijke collec¬tie oude foto's. Het moet eensfeerboekworden over de staden demensen.'Het boek wordt4 juli gepresen¬teerd. Dat is de datum dat het100-jarigbestaanofficieelwordtgevierd.

Wie aan deze presentaties wilmeewerken,kan zijnofhaar bij¬drage sturen naar het StedelijkMuseum,Postbus4131,7200BCin Zutphen, ter attentie van J.vanLent.

22

raijmakers -{&)- hofmeester■-cliMeuwin cuuuuw

U zoekt steun bij de eigen visieontwikketing.

U wilt die vertalen in heldere beleidsdoelstellingen.

Uw museum gaat van koers veranderen, professionaliseren.

U wilt uw interne organisatie daarop afstemmen.

Wat visie is, moet dagelijkse praktijk worden, gedragen

door de medewerkers en zichtbaar voor de buitenwereld.

ènxuJmaA^em cC*{/uyfiiiee&terom/erzoekt e/i (u/otWeerf ooe/1 6e/eid,xlra/eyie e/i o/Hja/ilsafie.

adne» Prinses Marijkelaan 23583XAUtrecht

fe/g/oo/i 03025 15907Jk-r 03025 [email protected]

SPECIALISTEN

MET VISIE EN DVERZICHT

U S E UA Z

conceptontwikkeling ■ onderzoek en storyline

tentoonstellingsontwerp « architectonisch ontwerp

grafische vormgeving ■ beeldonderzoek

tekstproductie - cultuureducatie

AV- en multimedia ■ websites

PR en voorlichting - uitvoeringsmanagement

l

□ 5 □ 363 68 □ 2

www.museumzaken.nl

MaatmeubilairEN VITRINEBOUWVOOR MUSEA

KWADRANTINTERIEURBOUW

STAVANGERWEG16, 9723 JCGRONINGENTEL.:050 - 36 84 480, FAX.: 050 - 36 84 499INTERNET:www.kwadrant.com

Voorrestauratie en

opmerkelijkfraaie

kopieën van

schilderijlijsten in

alle stijlen. Tevens

gespecialiseerd in

meubelrestauraties.

ROOSAINT1111.1n<

LIJSTENMAKERS & RESTAURATOREN

Nieuw adres: Zijlweg 328 | 2015 CP HaarlemTelefoon 023 527 60 15 I Telefax 023 527 01 93

■Vier afzonderlijke Amelandsemuséa, één gezamenlijke directeurWaar blijft de eigen identiteit?

DoorJoopdeJong,

directeurAmelander

musea

Reddingsmuseum

'AbrahamFock'

Enige jaren geleden is op Ameland een verregaandevorm van samen¬werking tussen de vier op het eiland aanwezige musea tot standgebracht. Alle vier de musea hebben dezelfde directeur, maar behieldenhun eigen identiteit. De huidige directeur was zeer nauw betrokken bijhet proces dat voorafging aan bijzondere samenwerkingsvorm. Hoe kijkthij hierop terug en wat brengt de toekomst?

Waar kan samenwerking van kleineen middelgrote musea toe leiden?Steedsvakerworden kleinereen middelgrotemuseageconfronteerdmet het begripsamenwerking.Zijn hetniet de besturenof directies die dit item introduceren,dan is het wel eengemeenteof provinciedie met ditonderwerpnaarvoren komt. Bij elke introductie lijkt heteenaardschokbinnen de betreffendemuseateweeg tebrengen,eenvoorbodevan de ondergang!Opzich niet onbegrijpelijk,veel kleineremaar ook veelmiddelgrotemuseazijn ontstaan uit door idealismegedrevenmensendie maar ééndoel voor ogen hadden;namelijk het oprichten van eeneigen museum,met eeneigen collectie en eeneigen presentatie.Kortom,hunmuseum.Voegdaarbij het feit dat collectiebeheerdersveelal introverte mensenzijn, dan is de weerstandniet zovreemd.Devraag of je überhauptmoet samenwerkeniszekergerechtvaardigd.Samenwerkingop zich kan nooiteendoel zijn, er moet eenduidelijke meerwaardeuitvoortvloeien.

Ookop Ameland,waar vier museainmiddelsalweer achtjaar eenverregaandevorm van samenwerkingkennen,bestondaanvankelijkeengezondedosisweerstand.De

Cultuur-Fiistorischmuseum'Sorgdrager'

identiteit van deverschillendemuseazou verlorenkunnengaan evenalsde inbrengvan de bestaandebesturenenhet personeel.

SamenwerkingtegenoverzelfstandigheidAls eerstestap moetje eenanalysemakenvan de over¬wegingenwaaromje tot samenwerkingwilt komenenwie daarbij je partner zou kunnenzijn. Zijn het je zwakkepunten of leemtendie je wilt aanvullen,of zijn het juistje sterkepunten die je wilt uitbuiten. Moet het eengelijkgeaardmuseumzijn, met dezelfde'bloedgroep',of zoekje een partner met een totaal anderecollectie enpresentatie.Moetje van gelijke grote zijn, of zoekje eenmuseumwat kleiner,of juist groter van opzet is als dejouwe. Zoekje een partner in je eigengemeente,streekof provincieof is het de samenwerkingmet eenbuiten¬landsmuseumwatje ambieert.Allemaal overwegingendie meetellen in je beoordeling.

Vanaf 1990 opereerdenop Amelandvier zelfstandigemusea.Het Natuurcentrum,met eenjaarlijks bezoekvanruim 40.000 mensen,het cultuurhistorisch museum"Sorgdrager",het reddingsmuseum"AbrahamFock"enhet landbouwjutterssmuseum"Swartwoude".De laatstedrie museatrokken elk zo'n 20.000mensenop jaarbasis.Demuseawaren voor ongeveer65% van hun budgetselfsupporting,de overige35% werd bijgedragendoor degemeente.Desamenwerkingdie met dezemuseatot

stand is gebracht had duidelijk een tweeledigeachter¬grond. Enerzijdswas er de behoefte tot verdereprofessio¬nalisering,wat door de drie kleineremuseaop eigenkracht niet bereikt kon worden,anderzijdswas er hetgevoeldat de museaelkaaraan kondenvullen waardoorer eenmeerwaardevoor alle betrokkenenzou ontstaan.Deontwikkeling van de educatieveactiviteiten, die vooreengroot deel in het verlengdevan demuseaplaatsvindenspeeldendaarbij een belangrijke rol.

Deuitwisseling van personeel,de gezamenlijkepromotie,gezamenlijkeinkoop,afstemmingvan openingstijden,hetvoerenvan éénadministratie enzovoortwaren belangrij¬ke praktischeargumenten.Bovendienwaren alle partijenvan meningdat het tot dan toe afzonderlijk gevoerdebeleid beter op elkaarafgestemdmoestworden. Het feitdatje daarbij zowel letterlijk als figuurlijk op eeneilandzit heeft daar positief aan bijgedragen.

Bij de discussieen onderhandelingoverde samenwerkings¬vorm speelt de eigen identiteit eendoorslaggevenderol,niemand is bereid hieraanconcessieste doen. Eeniederbeschouwtzijn of haar museumtot het meestuniekeenbijzonderevan de wereld. Eenbuitenstaandermee latenpratenen denkenoverjouw museumis in onzebedrijfstaknou niet direct eenvanzelfsprekendheid.

OpAmelandspitste de problematiekzich dan ook toe opde wijze waaropje de eigen identiteit zowel bestuurlijkals inhoudelijk veilig kon stellen. Daarvooris eenorgani¬satiemodelontwikkeld waar alle partijen een bepaaldemate van zelfstandigheid in hebben.Erwerd een nieuwestichting AmelanderMusea(STAM)opgericht met alsdoei de museaop facilitair gebied(personeel,financiën,gebouwen)te ondersteunen.Deoorspronkelijkemuseum¬besturenkregeneenmeer inhoudelijk bepalendkarakterterwijl de nieuw opgerichtestichting zich ging bezighoudenmet de museumexploitatieen alleswat daarbijannex is.Vervolgenswerd bij de introductie een proefperiodeafgesprokenvoor de duur van vijfjaar. In het derdejaarmoestende betrokkenenaangevenof de samenwerkinggecontinueerdzou worden. Eenlastige constructie diehet wantrouwen moestwegnemenmaar die achterafbezienniet nodig bleekte zijn. Al na het eerstejaar bleek

dat de gezamenlijkeaanpaksuccesvolverliep.Per1januari2000, is aan de samenwerkingeen formele en definitievestatus verstrekt.

Eerste proeve van bekwaamheidNa de samenvoegingmoest in het eerstejaar meteenaleen proevevan bekwaamheidworden afgelegd.Demuseain Frieslandmoestengeregistreerdworden.Dooreengezamenlijkeinspanningkon de benodigdeexpertiseaan¬getrokkenworden en werd een nieuw beleidsplangesmeed.Deregistratie van de collectieswerd nagelopenen op uniforme wijze via de computer verwerkt. Tevenswerd er eencollectieplan opgesteld.Eendeel van degesteldevoorwaardenkon alleenworden bereikt doorgezamenlijkeinspanning.Het wasdan ook eenenormegenoegdoeningen stimulans dat deAmelandermuseameteende eersterondevoldedenaan de kwaliteitseisenvoor opname in het NederlandsMuseumregister.

Na eeneersteevaluatie blijken de praktischevoordelenmet betrekkingtot personeel,collectiebeheer,promotie,marketing,educatie,depotbeheergroter dan aanvankelijkgedacht.Er kan efficiënter worden gewerkt en de moge¬lijkhedenten aanzienvan uitbreiding van de collectie envernieuwing van de expositiezijn groter dan voorheen.Demuseahebbenzich in eenvrij korte periodeinhoudelijkversterkt waardoor de uitstraling is toegenomen.Debezoekersaantallenzijn gestegennaar 167.500mensenop jaarbasis,waarbij met namede enormestijging van

Natuurcentrum

Ameland

Landbouw-

Juttersmuseum

'Swartwoude'

Organisatiemodel

STAM

Aanvulling afkortingenNC = Natuurcentrum AmelandSG = Cultuurhistorisch museum 'Sorgdrager'SW = Landbouw- en Juttersmuseum 'Swartwoude'AF = Reddingmuseum 'Abraham Fock'

STAM Gemeente Ameland

St. NatuurmuseumPaardenreddingsbootSt. Ouwe Pölle

St. Amelander molens

Molens Galerie

MuseumActiviteitenAdviesbureau

- Museum- Activiteiten- Historischevereniging

MuseumActiviteiten

MuseumDemonstratiesMaritiemevereniging

- Publieksfunctie- Molenaarsvereniging

- Exposities

geïntegreerdenatuur- en cultuur activiteiten opvalt.Financieelgezien is de selfsupportinggestegenvan 65%naar 70%.

Samenwerkingzal altijd eenmeerwaardemoetenop¬leveren.Zonderpluspuntenzal er geendraagvlakzijn.Detoegevoegdewaarde is echter voor elk museumverschillend.

Depositieveontwikkelingen op Amelandhebbener toegeleid dat de musealeorganisatie heeft beslotenhaarreikwijdte uit te breiden.Inmiddelszijn een tweetalmolensonder de parapluvan de STAMgebracht evenalsde exploitatie van eeneendenkooien de expositie in eenklein monumentaalpand.Daarbijmoet uitdrukkelijkgesteldworden dat de musealeuitgangspuntengehand¬haafd blijven.Wel komt de nadruksteedsmeerop depubliekstaakte liggen.

Discussies over de toekomstOpdit moment wordt er bestuurlijk eendiscussiegevoerdover het toekomstperspectief.Tot hoeverwil je, maarbovenaltot hoeverkunje verderesamenwerkingsvormendragen.Dehuidige succesformulemag niet leidentot hetverliezenvan realiteitszin.Bij een proceswaar samenwerkingleidt tot schaal¬vergroting zal er eenseen keerpuntzijn. Wanneerwordenje uitgangspuntenenje oorspronkelijkedoelstellingengefrustreerd?Waar ligt de grens?

niet alleenvoor de musealewereld van toepassingzijn.Als we dezelaatste factoren buiten beschouwinglaten,blijven we erg optimistisch over verregaandevormenvan samenwerking.Vormen die zich niet hoeventebeperkentot alleen de musea.Wel zullen de partners ineen vergelijkbare organisatiestructuur moeten passenwaarbij het behoudvan de eigen identiteit van wezenlijkbelang is.Voor veel kleine en middelgrote musea lijktsamenwerkingbij te kunnen dragen aan oplossingenvan knelpunten in de exploitatie. Museamoeten daarbijhet lef hebbenom ook eensover de eigen schuttingheen te kijken!

Tot op heden leeft op Amelandhet gevoeldat die grensnog niet bereikt is.Wel zijn we ons bewust dat we daar¬bij sterk afhankelijk zijn van secundairefactoren. Hettoerisme,de welvaart en economischeontwikkelingengevenons bestaansrecht.Uitgangspuntendie natuurlijk

26

Collectieve promotieEr is meer dan één museum of tentoonstellingHet is een onderwerp dat leeft: samenwerken op het gebied vanpromotie. Bewijs hiervan zijn de rondetafelgesprekkendie de NederlandseMuseumvereniging hierover organiseerde samen met het afsluitendesymposium over 'Imago en Zelfbeeld' op 19 mei 2003.

Van klein tot grootschaligOveral in Nederlandkomensamenwerkingsprojectentotstand die zich richten op het promoten van één ofmeerderemusea.Het achterliggende doel: het binnen¬halen van meer bezoekersen vergroten van de naams¬bekendheid.Somsgaat het om een simpelevorm: eenbezoekervan een museumkrijgt een kortingsbon vooreen nabijgelegenmuseumof op de achterkant van deeigen folder wordt verwezen naar andere instellingen inde buurt. Ookde themajaren die worden georganiseerdzijn een dankbaar aanknopingspuntvoor uitgebreiderevormen van collectieve promotie. Zo zorgde het VOC-jaar voor talloze activiteiten die veelal gebundeld - viawebsites en folders - werden aangeboden.Dit jaar staatin het teken van 'Het jaar van de boerderij' en weerworden samenwerkingsverbandentussenverenigingenen museagecreëerdom zo veel mogelijk bezoekerste

bereiken.Veelal is hierbij de regio of provincie het uit¬gangspunt. Grootschalig wordt het aangepakt door deStichting Museumjaarkaart, nu gefuseerdmet de Neder¬landseMuseumvereniging.Al jaren promoten zij hetmuseumaanbodin Nederland.

Devoorbeeldenvan gezamenlijke promotie zijn overalte vinden. Dit artikel geeft een aantal voorbeelden:acties op landelijk niveau, het museumlandschaprondGroesbeek,tuinen en huizen in Gelderland,geheimen inDrenthe en de Noord-HollandseTopvan de Kop.Wie om zich heen kijkt komt nog veel meerinspiratie tegen.

Collectieve promotieEr is meer dan één museum of tentoonstelling

Stichting MuseumjaarkaartLandelijke collectieve promotie musea

Reedssamenwonenden nu ook ouderwets getrouwd:sinds 1 januari 2003 is de fusie van de StichtingMuseumjaarkaartmet de NederlandseMuseum¬vereniging een feit. Deultieme samenwerkingtussentwee koepels.Maar wat houdt die samenwerkingprecies in?Vrijwel alle werkzaamhedenvan de voor¬malige SMJKde NMVzijn complementair.Deactiviteitenvan de NMV richten zich vooral op het museumveld,terwijl de SMJKmet name het vizier naar buiten richttemet bijvoorbeeld het Museumweekend,de marketingvoor de kaart en promotiecampagnesvoor de musea.Preciesop dit punt, de collectieve promotie, gaan deNMV en de voormalige SMJKintensief samenwerken.In dat licht is het aardig eensop een rij te zetten watin het nabije verleden (2000 t/m 2002) allemaal aancollectieve musealepromotie te zien en te horen isgeweest.Met dank aan Rabobank,NSen de Sponsor-Bingo Loterij.

Op de radioDoorde Rabobankgefinancierde radiospotsover de50% museumkorting met Europasop onder anderealleregionale zenders,Sky Radio,Radio 1, 2, en 3, NoordzeeFMen Radio 10 FM.Waren dit in 2000 nog 'generieke'spotjes die museumbezoekin het algemeenaanprezen,in 2001 kwamen er nieuwe spotjes,waarin specifiekemuseabij naam genoemdwerden. In 2002 kwamenweer anderemuseaaan de beurt in radiospotjesdieaansloten bij de 'papieren campagne'waarin 10 museafigureerden. Despotjes waren telkens in blokkenvaneen paar maandenverspreidover het jaar intensief opde radio te beluisteren.

Bij de MCDrives en op stationsDeRabobankplaatste in 2000 grote affiches in abri'sbij alle McDrivesmet museaals onderwerp.DeNSdeed hetzelfde in 2001 en 2002, maar dan op

27

Antwoord A: Zuiderzeevisser.Antwoord B: zetbaaskruidenier.Antwoord C: fietsende kaasboer.l»\M| .)p Uf ,MI| )fJQ HKHU OStUHPjmui|jqanuo>j%oeof̂HUBtjoqey jp i«a «dour.) ap jajAj|Uiun.«nuMaz»p(tv Avww £U»pn<JiM*«W II II 9£«ZZÜiM/intpprj i urwsm (iw/jjjxir/ wq#x>j) pUMfW&lo 'pfe do iau Sou(V681) muiftLJWO »h

•aj^e.s\ZMHi| npajqjaAlip wi^op ap Jepioj d«»/v\ uaKP2 JVKU PUM*U :u.kIo>)waibk8 se«>| fm dojKc(\\ jajujdooi afi|a^u|.\\ wq 'Upfp ikk8wz 3Q wao J30J iaq ja||uoozlujaau 'Stj(^aisiuoSiK>| opqqopuee ipfil-WAO uef apn<) qyaoz 9p un dx»p|ooQ luzmf]ai JopeA uz wi u 'jjee.wj_ '^.OZj-j j|) do "jossp\ S|b iJKis uoiufixpxÖ ufrz uaptcnwiuK ajpy Rabobank

Collectievepromotiein

devormvaneenquiz,

verschenenin Metro

veel meer plaatsenin het landen ook op destationsenin de treinen.

In huis-aan-huisbladenIn lente, zomer en herfst 2001 werd een groot deel derhuis-aan-huisbladen- oplage ruim 4 miljoen - opgesierdmet een mooi redactioneel verhaal met foto's overmusea.Endatje er met de Rabo-Europas50% kortingkrijgt. Perkeerwas het een nieuw verhaal, gericht opouderen,gezinnenen jongeren.

Via de huisorganen NS en Rabobank'U', het blad van de Rabobankvoor ± 2,5 'betere' klanten,besteeddein 2000 en 2001 regelmatig aandacht aanmuseaen exposities. 'En passant/Spoorslags',later'Spoor' van NSdoet hetzelfde, al gebiedt de eerlijkheidte zeggendat ze dat ook al dedenvóór de samenwerking,alleen wat minder frequent.

Op televisieTROSVia de Rabobankwas er in 2000 en 2001 een samen¬werking met de TROS,dat zich uitte in musealeitemsen specials in Tros'Wegwezen', later 'Uitkompas' op dezondagochtenden.Heelveel museapasseerdenhier derevue,was het niet als museumvan de week dan welals tip. We hebbenook nog een seizoen in Triviantgezetenmet culturele vragen door museummedewerkersop lokatie.

AVROIn 2001 kwam het goede nieuws dat we beneficiënt vande SponsorBingoLoterij waren geworden.Met driejaarlang eenjaarlijkse bijdrage van f 5 miljoen kondenweplotselingallerlei mooiepromotioneledromenwaarmaken.

Eéndaarvanwas eenTV-programmaover musea.Datwerd 'Museumgasten': twee bekendeNederlandersbezoekeneen museumen geven hun oordeel. In 2002zijn 26 afleveringen gemaakt; voor 2003 komen er weer26. Het resultaat is vaak verrassendleuk. DeAVROheeftbovendien,enthousiast geworden,zelf 'Museumbende'gemaakt, een heel spannenden grappig museum¬programmavoor kinderen dat elke zaterdagochtendwordt uitgezonden.

Op het internet: www.museum.nlWe konden nog een wenswaarmaken: een heldere,complete en actuele website over musea.Ookdit is -met museum.nl- gelukt dankzij de SponsorBingoLoterij.Alle Nederlandsemuseastaan op de site met hun meestrecente tentoonstellingen.

Lokaal niveau: stimulerings¬bijdrage lokale samenwerkingDeRabobankheeft een apart potje voor lokale samen¬werkingsprojecten tussen museaen banken.Sindsdestart in 2000 hebben ruim 100 museaen lokale bankenhieruit een stimuleringsbijdrage ontvangen van € 2.269(f5.000). In 'Museumlink', een gezamenlijkeuitgave vanRabobanken SMJK,wordt hierover van tijd tot tijdbericht. Met namevoor kleinere musea is dezestimule¬ringsbijdrage een aardige opsteker.

Jaarlijkse traditie: NationaalMuseumweekendEn last but not least organiseert de SMJKsinds beginjaren '80 het Nationaal Museumweekend.Uiteraardgaat dit gewoon door onder de vlag van de NMV. In2003 met het thema 'Verzamelen'en een cadeauboekjeover verzamelaarshuizendie museumzijn geworden.

Stoffering van wanden en plafonds, voorkussens, gordijnen, verduistering, spandoeken en gazo maar door. In legio kwaliteiten. In alle kleurenvan het spectrum, op alle locaties in binnen- enbuitenland. Voor feesten en evenementen,tentoonstellingen en beurzen.Banieren onder andere van Drop-/Signpaperinclusief bedrukkingAlle gewenste atelierwerkzaamhedenTextielgroothandelHet brandwerend impregneren van textielFull colour groot formaat bedrukkingtot 5 meter breedte, naadloos

expertsmet optimalemogelijkhedenen maximaleervaring

BVTentoonstellingsstofferingenSterrebaan 4, 3542 DK UtrechtTel.030-241 4122, Fax 030-241 1724E-mail [email protected] www.tetos.nl

%'■ j

;>/ xWat was Tijmen Visser?

28

Collectieve promotieEr is meer dan één museum of tentoonstelling

GroesbeekMuseumlandschapHeden ten dage is samenwerking een 'hot item'. Overheden ensubsidiënten willen dat culturele instellingen intensiever samenwerkenof gaan samenwerken met bedrijven of andere instellingen. Vier jaargeleden was het in de musea in Groesbeekal het gesprek van de dag.In het voorjaar van 1999 is officieel het samenwerkingsinitiatief'Groesbeek Museumlandschap' gestart.

Dedirecteurenvan de drie grote museavan GroesbeekinGelderlandnamenmiddenjaren negentig het initiatiefom intensieversamente gaanwerkenmet als doel derealiseringvan eencultureel-recreatief bestemmings-gebied.Het Afrika Museumin Bergen Dal,het Nationaalbevrijdingsmuseum1944-1945 in Groesbeeken hetBijbelsOpenluchtmuseumin Heilig Landstichtingvormensamenmet de gemeenteGroesbeeken deVW RijkvanNijmegenhet project 'GroesbeekMuseumlandschap'.GroesbeekMuseumlandschapprofileert zich als eengebiedmet een prachtig heuvellandschapwaarin driemuseavan formaat liggen. Eensamenwerkingdie begonmet eengezamenlijkzomerprogrammais nu uitgegroeidtot een kleineorganisatiemet eenvolle agendadie acti¬viteiten onderneemtvan de participatie in beurzentothet organiserenvan eengezamenlijkeactiviteit bij deopeningvan het zomerseizoen.

De organisatieGroesbeekMuseumlandschapbestaat uit een werkgroepen een stuurgroep. Dewerkgroep bestaat uit driemedewerkersvan de musea,eenvertegenwoordiger vande VW, eenvertegenwoordigervan de gemeenteGroes¬beeken een projectcoördinator. Dezeprojectcoördinatoris belangeloosenobjectief.Zij isaangesteldengezeteldbijde gemeente.Dewerkgroepkomt éénmaal per maandbijeen om de jaarlijks terugkerendeprojectenvoor tebereidenen nieuwe initiatieven uit te werken.

Destuurgroepbestaatuit dewethouderdie de portefeuilletoerisme, recreatie en museain beheerheeft en de driedirecteurenvan de musea.Deprojectcoördinator legtnamensdewerkgroepverantwoordingaf. Destuurgroepkomt éénmaal perjaar bijeen.Zij evalueerhet afgelopenjaar, bepaalt het beleid en wijst de speerpuntenaan vanhet komendejaar voor de werkgroep.

Samenwerken versus concurrerenDirect vanaf de eerstegedachteover mogelijke samen¬

werking, is gesprokenover de relatie concurrentie versuscollegiale samenwerking.Alle drie de museaontvangenveel groepen in schoolverbanden opererenop dat vlakmogelijk concurrerend.Het mag niet zo zijn dat samen¬werking verlammendzou werken en de som der groepenin totaliteit zou verminderen.Beslotenis dan ook aller¬eerst onze gezamenlijkepijlen te richten op de dag- enverblijfstoeristenin Groesbeeken omgeving.Gedurendehet seizoenzijn er in de nabijeomgevingmeerdan ander¬half miljoen toeristen. Middels effectieve samenwerkingzou het percentagetoeristen dat minimaal éénvan dedriemuseabezoekt,moetentoenemen.

Eigen identiteitEensteedsterugkerendelement in de samenwerkingishet 'behoudvan de eigen identiteit'. Omdat de museaslechtsop onderdelenmet elkaar samenwerkenis hetbehoudvan de eigenidentiteit, vooral het eigenimago,van belang.Bij de ontwikkeling van onder meer promo¬tiemateriaal wordt daar zorgvuldig naar gekeken.Hierdoorkunnende drie museamet elkeeeneigenachter¬grond en beleid toch gezamenlijk naar buiten treden.

Echtereen gezamenlijk naar buiten opereren,met éénherkenbaargezicht, heeft ook voordelen.Het product dataangebodenwordt is drie keerzo groot. Dit werkt vooralpositief in de benaderingvan verblijfsaccommodatiesinde regio, als het er om gaat gezamenlijkde verblijfs-reereantnaar de regio te trekkend.m.vkortingsregelingenen/of arrangementen.Ookals het gaat om het aantrekkenvan subsidiessta je samensterker.

Kostenkunnenworden uitgespaarddoor gezamenlijkadvertenties te plaatsenen als één geheeldeel te nemenaan beurzen.Zo schrijft het GroesbeekMuseumland¬schapzich alséénenkeledeelnemerin tijdens de landelijkevakantiebeurs in Utrecht en profileert zich in de standmet drie afzonderlijkemusea.Daarbijworden van elkmuseummedewerkersgeleverd.

RenskeHeisen,

projectcoördinator

EstherLamers,

zakelijkdirecteur

BijbelsOpenluchtmuseum

29

Dekoepelbij het Nationaal

Bevrijdingsmuseumte

Groesbeek.Dit museum is

één van de drie partners

in het samenwerkingsver¬

bandMuseumlandschap

Groesbeek.

Topstukken als bindend element?Marina Raymakers,

museumconsulent

Museaal EtHistorisch

Perspectief

Noord-Holland

ToekomstNavier jaar samenwerkenis het tijd om terug te kijken.Wat heeft het opgeleverd.Degroep toeristen die in deregio verblijft is nog steedstalrijk en nog steedsis er eengrote groepdie niet éénvan de drie museabezoekt.Ech¬ter de groep die de museawel bezoekt,vergroot zichlangzaamaan.Derelatietussenhet toeristischbedrijfslevenen de cultureleinstellingen is aanzienlijk verbeterd.We worden gezienals eenvolwaardige partner. Het is nu zelfszo dat grotetoeristischeaccommodatieaanbiedersonsbenadereninplaatsvan andersom.Dewaardevan elkaar beter lerenkennenmoet niet onderschatworden. Opeen paarvier¬kantekilometerszijn drie instellingendiete kampenhebbenmetveeldezelfdeproblematiek.We sprekenelkaar nu

Collectieve promotieEr is meer dan één museum of tentoonstelling

regelmatig,we kennenelkaar steedsbeter,dus de lijnenzijn veel korter geworden.Met namedezewaarde is vangroot belang.Voor 2003 zal marketing en promotie gerichtop toeristenweer het speerpuntzijn. Activiteiten die eenmaalgoedlopenblijven op de agendastaanvoor het volgende jaar.Als het gaat om initiatieven waarbij de musealeinhoudaanbodkomt,moet in decommunicatieduidelijkgemaaktwordendat deafzenderdrie (verschillende)museabetreft.Maar de intentie is uitgesprokenom verder te gaan.Ookop educatief vlak kan er goedworden samengewerkt.Gezamenlijkwerkenaan eenverbeterdvrijwilligersbeleid,of werken aan kwaliteitsverbetering, zijn aspectenwaarwe door samenwerkingsterker zullen staan dan alleen.

van de kopverhalen over topstukken in 19 musea

leder museum heeft een of meerdere topstukken in de collectie.Objecten die zich op een of andere manier onderscheiden van de restvan de collectie. De topstukken van 19 musea in de Kop van Noord-Holland stonden centraal in het samenwerkingsproject Top van de Kop(zie voor een uitgebreide omschrijving van het project Museumpeil 15,voorjaar 2001, p.15-17).

Wat heeft de samenwerkingrondomhet projectTopvan de Kopconcreetopgeleverd?TOP! Eenpresentatie van topstukken op 19 locaties.Depresentatiesin de museabestaanuit zaaltekstenmet foto's geplaatst op een zuil bij het topstuk.Bij sommigeobjecten zijn er in de informatiezuilook geluid- en videofragmenten te zien.

TOP! Eencatalogus waarin alle topstukken worden toe¬gelicht en waarin drie thematische fietsroutes zijnopgenomen.

TOP! Eenwaaier aan PR-middelen:folder, boeken¬leggers,ansichtkaarten, een serie affiches metaankondigingenvan lezingen door 'kopstukken'en een website.

TOP! Eencd-rom met eenvirtuele reis langs de top¬stukken met uitgebreide informatie over demusea,de topstukken en andereobjecten,documenten, foto's, geluids- en videofragmenten.

TOP! Eenserievan 19 artikelen in Noord-HollandsDagblad(met 8 verschillende regio-edities) in eenoplage van ruim 150.000.

TOP! Eenserie van 8 lezingen door 'kopstukken' die eenverhaal vertellen over een van de topstukken metdaaraangekoppeldverschillende radio interviewsvoorafgaand aan de lezing.

Is dit genoeg?Had het beter of andersgekund?Uit de evaluatie van het project Topvan de Kop isgeblekendat de meerderheidvan de museaopnieuw wildeelnemenaan een gelijksoortig project. Vooral de extrapubliciteit die het heeft opgeleverdwordt gewaardeerd.Demuseamerkten direct meer drukte in de tweeweken nadat de artikelen in de regionale dagbladenwaren verschenen.Het belangrijkste kritiekpunt van de deelnemendemuseais dat de omvangvan het project en de effecten ervannietevenredigzijn aan de (verwachte) resultaten. Er isveelinspanninggeleverd,er was een langevoorbereidingstijd

30

(bijna 3 jaar) en er is veel geld uitgegeven (totaal budgetvan ruim € 140.000,00).Daarnaastis het effect op debezoekersaantallenniet duidelijk en vallen de verkoop¬cijfers van catalogus en cd-rom tegen.

Het initiatief en de organisatie van het project Top vande Kop lag bij de museumconsulentenvan MuseaalEtHistorische PerspectiefNoord-Holland. Zij sprakenmetde contactpersonenvan de museaen organiseerdenbijeenkomstenmet de deelnemers.Gedurendede loop¬tijd van het project bleek dat het aantal van 19 museaeen te grote groep is om daadwerkelijk goed samentekunnenwerken. Het was organisatorisch lastig om dedeelnemersvan de 19 museatelkensbij elkaar te roepen.Demuseahaddente weinig met elkaar gemeenen hetwas niet vanzelfsprekenddat de medewerkersvan eenagrarisch museumen een (kunst)historisch museumelkaar vonden onder de noemervan topstukken.Eenvan de vragen die het project opriep is: Kaneenondersteunendeen adviserendeorganisatie als MuseaalEtHistorisch PerspectiefNoord-Holland projecten, waarmuseavoornamelijkuit PR-overwegingenaan deelnemen,initiëren en 'trekken'?Was het misschienbeter geweestom een projectorganisatie vanuit de museate vormen?Nu betrof de gezamenlijkheidvooral overleg tijdens devoorbereidingsfase,commitment en - gedeeltelijke -gezamenlijkefinanciering. Deeigen financiële bijdragevan de deelnemendemuseais overigensessentieelgeblekenom de betrokkenheid bij het project te houden.

Eenheikel punt was de vormgeving van de verschillendeelementenvan Top van de Kop, dezewerd niet dooralle deelnemersgewaardeerd.Deopvallendekleurstelling(hardroze)van de informatiezuilen voor in de museaenhet foldermateriaal was bedoeldom de aandacht tetrekken en een 'hip' uiterlijk aan het geheel te geven.Herkenbaarheidwas het credo van de vormgeversen dewens van de geldschieters.Dit is goed gelukt en ver¬schillen van smaakzijn er nu eenmaal.Was het betergeweestom de vormgeving aan te passenaan de 55+bezoeker?Is door de afwijkende vormgeving een nieuwedoelgroepbereikt?Washet betergeweestom deverleidingvan PR-argumentente weerstaan en in te spelenop hetbezoekersprofielvan de musea?Enwat zijn eigenlijk deovereenkomstenen verschillen in het bezoekersprofielvan de 19 musea?Overdezevragen is heel wat afge¬praat en niet altijd was het mogelijk om op één lijn tekomen.Ookover het bindendeelement van Top van deKop is veel gediscussieerd.Devoorwaarde voor de keuzevan de objecten was dat ze kunsthistorische kwaliteitenhebbenof historisch van grote waarde zijn. Omdat iedermuseumeen eigen topstuk heeft gekozenzijn ze zeerverschillend. Eenschilderij (circa 1665) van Saenredamuit de collectie van het Stedelijk MuseumAlkmaar,demotorreddingboot Twenthe (1942) van het NationaalReddingmuseumDorusRijkers in DenHelder,een lap¬pendeken(1810)van GemeentemuseumHet Sterkenhuisin Bergenen het Scheepskanon(1638) in het Maritiem-en Juttersmuseum in Oudeschild(Texel).Bij de keuzevan de objecten is het begrip 'topstuk' relatief gebleken.

Sommigetopstukken haddeneenandere,specialewaardevoor het museum.Zo is het verhaalvan deAmbulancekarvan het Wieringer MuseumJan Lont in Hippolytushoefsterker dan het object zelf.

van de kopverhalen over topstukken in 19 musealezing za. 05-10-02 Schagen,Lo©t 14

aanvang15.00 uur, toegang gratisreserveren(0224) 213 140

Lezingaffiche

Topvandekop

Het zijn dus allemaal mooie voorwerpen maar makenzeook nieuwsgierignaar een topstuk in eenandermuseum?Hebbentopstukken,bijeengebrachtzonderoverkoepelendthema, voldoendeaantrekkingskrachtom gezamenlijk tepresenteren?Dit zijn essentiëlevragen die beantwoordmoeten worden voordatje aan een gezamenlijk projectals Top van de Kop begint.Eensuggestievan een paar deelnemendemusea is ombij het volgende gelijksoortige project een inhoudelijkerthema te kiezen.Topstukkenalleen zijn niet automatischvoldoendevoor het publiekom van museumnaarmuseumte trekken.

31

Collectieve promotieEr is meer dan "één museum of tentoonstelling

Acht musea presenterenHetPim Witteveen,

provinciaal museum¬

consulent Drenthe

Geheim Van DrentheOp 14 mei 2002 ondertekenden vertegenwoordigers van acht Drentsemuseale instellingen, samen Het Geheim Van Drenthe,een intentieverklaring waarin werd uitgesproken:"HetGeheimVanDrenthericht zich enerzijdsopgezamenlijkepromotie t.b.v.het verhogenvandenaamsbekendheidvandeafzonderlijkeattracties ommeerbezoekerste realiseren.Anderzijdsricht menzich opdeprofessionalisering,kwaliteitsverbeteringenkennisbevordering.HetGeheimVanDrenthedientkansenom te lobbyenbij overheidenpolitieke instellingente benutten."

DeCulturele Activiteitenvereniging Orvelte, het DrentsMuseumte Assen,het Gevangenismuseumte Veenhuizen,het HerinneringscentrumKampWesterborkte Hooghalen,het MuseumDeKoloniehof te Frederiksoord,hetNationaal HunebeddenInformatiecentrum te Borger,de Stichting Van Goghen Drenthe te Veenoorden hetVeenparkte Barger-Compascuumwaren met elkaar inoverleg geraakt op initiatief van het NoordnederlandsBureauvoor Toerisme(NNBT).Het NNBT,voortgekomenuit eenfusie van drie provincialeVW's, is door de ProvincieDrenthe verzocht het cultuurtoerisme te bevorderen.Uiteraard met de beschikbaarstellingvan een budget.Het Geheimzocht met successamenwerkingmet deHotelkring Drenthe,een club van ruim twintig 3-sterrenfamiliehotels. Vervolgenszorgde men voor een werk¬kapitaal; Het Geheimen de hotelkring legdeneenbedrag in, dat door het NNBTuit het budget cultuur¬toerisme werd verdubbeld,zodat voor activiteiten eenbedrag beschikbaarkwam van ruim € 23.000.

Regelmatig hebbende ledenvan Het Geheimoverleg,over praktischezaken,maarook over productontwikkeling.Eeneersteproduct werd een kunststof displaymet visite¬kaartjesvan de musea:de display staat op de baliesvande museaen van de hotels, en kan regelmatig bijgevuldworden. Enbinnenkort verschijnt het ReisdagboekvanDrenthe,dat ingezet kan worden bij het opzetten vanarrangementen.Gastendie bijvoorbeeld voor tweenachten boeken in eenvan de hotels, ontvangen in hethotel het dagboek.Het boek geeft informatie over demuseaen de hotels,er is sprakevan diverseaanbiedingen,en het bevat nadere informatie over Drenthe.Dedoel¬groep is vooral 50+, en sterk gericht op verblijven in hetlaagseizoen.

0"«"»9*W•*»»«e« whtaH3* bminn. banaten: tr «aviMn rv h» 9SSSS1 ttrvr

3cmnflrt vtn it am* w '«mmomt. m*i «ten«cAütete, i»Mwtew u* -»«uw Nt amfesm*"iatt 1»

Raptfldbm te vB&nnfytuf tftetmd te it lwttt» map «*,w ra<)iuwt+s ro»t

test*Kante»te tori.StetfVM anwMptyrmM

«Mte li «Mlte é«ntePvuntuh*kwmte&ftwigcdoferjan Sto»re

opsUfiu»' IAüitCtmp»"Uteap)te f- twW iwt4 nam■jtiftte wast»tte*»aav&jSaj* v»ttoc Heravrii a dn hei fenn «md* wnit cieowftr tjn ft**

eat tt umatóati* wet .

Kaft*,'Sarswractel'.omótryfvate «ris*httflwnte«*/<)««et» 0» JWtr*. antM*iwV(uMfMMtte stte, te Swi(tmuUc Viteit*g*tateni&nktevmh*sHhecfpter. kr&trrx<■»»e» wanten •»«>w It* mUnj WftMM ieelitet te te krotenetHkite*!•« d»MfeieteaS#*Steltej- mut te Inbare» ftvtéte teateoMpalfte bet-jj» fauMMlte te ItCiKMMlent

1»'GnteWmriwd' koStw tp i»i wr Mrnltedwu»in tw aoteJtenp Ztti bum* t»to«nhn teer te

»•»H»l'tpetef pMe »«d'H *te h*«brtlmnt.wm"te tem rfoKVriimi «• t lw>*msp d*Bcerewsete «W. Ik ten tantea* » woM ", ifcniihatmte «mi.IfcftfeilliiMiil

—Voorbeeldpagina uit het fullcolour Reisdagboek

Deoverigemuseain Drenthekijkeneenbeetjeargwanendtegen de ontwikkeling van 'het geheim genootschap'aan.Voor een deel is dat terecht: het NNBTheeftinmiddels merkbaarde neiging om in zijn publicatiesvooral aandacht te vragen voor het verhaal van HetGeheim,en minder voor de overige 35 Drentsemusea.

32

Collectieve promotieEr is meer dan één museum of tentoonstelling

Gezamenlijke Promotion'Historie Homes and Gardens in the East of Holland'Vijf particuliere historischebuitenplaatsenmet belangrijketuinen en bewoondehuizen -Bingerden, Middachten,Twickel,Warmeloen deWiersse-,hebbeneengezamenlijkeactie gevoerd.Deactie is beperkt gericht op organisatorenvan meerdaagsecultuurhistorische reizen in deVerenigdeStaten, grotendeelsvoor 'vrienden van' MuseaenBotanischetuinen.Combinatiesbiedenweinig voordeel voor de dagbezoek-markt; maar voor toeristen van ver is een meerdaagsregioprogrammaonontkoombaar.Bij de buitenplaatsen isuit ervaring bekendwat aantrekkelijk is voor cultuur¬historisch georiënteerde reizigers uit deVerenigdeStaten. Daarop is het schrijven van de tekst en hetkiezenvan illustraties gericht. Om bezoekerseventueeluit Engelandof Duitsland te bereikenzal een anderverhaal nodig zijn.Despecifiekeaanleiding voor dezeactie was eenEducatieveReisconferentiete Washington in februari.Eenbrochure is door Frits van Amerongen uit Zelhemontworpen en in kleine oplage 'geprint'. Exemplaren

zijn aan de adressenvan relevante deelnemersvoorafgestuurd; anderenzijn door een Nederlands-Amerikaansetourorganisatie op de conferentie verspreid.Debrochure geeft een indicatie dat er geschikte logeer-mogelijkheden in de regio zijn, alsmedeverwijzingennaar Het Looen naar van Gogh in het Kröller-Müller.Degeïllustreerde beschrijvingenvan de buitenplaatsengevenaandacht aan iedersexclusievekarakteristieken.Eenoriëntatiekaart laat zien dat alles binnen een uurbereik ligt.

GroteZaal vanVictorde

StuersopdeWierssebij

bijzonderegelegen¬

hedentegebruiken.

Foto:PaulVoorham

DeWiersse:het huisgezien

vanuitde 'LageTuin'.

Foto:HansHendriksen

WIJD &ZIJDTentoonstellingenmet een eigen visie

ONTWERP,ONTWIKKELINGENREALISATIEVAN:Permanente-entijdelijkeinrichtingenMobiele-enreizende(educatieve) ^presentatiesHerinrichtingpubliekeruimtenBijzonderepresentaties

Telefoon0356980075,fax0356922408,[email protected] co

DocumentenWachtcalamiteitenservice en schade preventie

Steeds meer instellingen gebruiken een abonnement op

DocumentenWacht als basis voor hun interne calamiteitenplan

• 24-uur calamiteiten service

• Collectie- en depot inspecties

• Schimmels, insecten, stof verwijdering

• Massa ontzuring archieven en boeken

• Restauratieplannen vervaardigen

• Schade rapporten opmaken

• Tentoonstelling service

• Archief- en bibliotheek verhuizingen

• Etc. etc.

Voor € 28,75 per jaar heeft u een jaarabonnement met o.a.gratis voorrijkosten, inpakmaterialen, 1 maand invriezen minus30 graden, 16 uur deskundige beredderingshulp, etc.

Meer info en voorwaarden gratis per post of op www.cultuurbehoud.nlDocumentenWacht, antwoordnummer 893, 7300 WB Apeldoorn

Postzegel is niet nodig

DocumentenWacht is een initiatief van Restauratieatelier SterkenBV,De Cloese 7-9, 7339 CA/1Ugchelen (Apeldoorn! T.055 - 542 3 I 47F.055 - 543 06 14, Internet:www.cultuurbehoud.nl, www.sterken.nl,

[email protected]

"KI

LCM

Voor bestellingen:

PinnWitteveen

Drents Plateau

Stationsstraat 20

9401 KXAssen

T0592 -30 59 34

F0592 - 30 59 40

[email protected]

nieuwsNieuwe syllabusPreventieve ConserveringEen onmisbaar naslagwerkDebestaandetweedeligesyllabusbeheerEtbehoudisherschreven.Denieuweversie,omgedoopttot 'syllabuspreventieveconservering',bevatveel nieuwe informatie,waarondernieuwe richtlijnen en materialenlijsten,envervangt de oude.Cursistenvan de basiscursusbehoudEtbeheerkrijgen eenexemplaarvan de nieuwesyllabusopde cursusuitgereikt.Het is echter raadzaamom ook oudeversiesdie nu alsnaslagwerkin het museumwordengebruikt te vervangendoor de nieuwe.Desyllabusbestaatnet als devorigeversieuit twee delendie zijn samengevoegdin éénband.Hierdoorzijn de kostenniet € 45 maarslechts€ 34! Ookde andereLCMsyllabi bij de cursussenregistratieEtdocu¬mentatie,museumEtpubliek,en bedrijfsvoeringkosten€ 34 en zijn onmisbarenaslagwerkenvoor elk museum.

Collectieregistratieprogramma PandoraOp26 februari werd het collectieregistratieprogrammaPandoraofficieel gepresenteerd.Pandorais eenprogrammavoor het registrerenvan musealecollecties.Deaanzettothet ontwikkelenging uit van de provinciaalmuseum¬consulentvoor Limburg,AgnesVugts.Debelangrijksteuitgangspuntenvoor de ontwikkelingwarendat het programmagoedkoopen gebruiksvriendelijkmoestzijn en bovendiende mogelijkheidzou hebbenomde geregistreerdecollectiesvia een internetverbinding'virtueel' samente voegen.Het programmawordt inclusiefhandleidingaan de Limburgsemuseaaangebodenvoor€ 30,-. Museain andereprovincieskunnenhet via hunmuseumconsulentbestellenvoor€ 49,95.Overigeniet¬musealeinstellingenen personenbetalen€ 95,-.Musealeinstellingendie in het bezit willen komenvanPandorameldenzich bij voorkeuraanvia de museum¬consulent,want alleendan kan het programmategengereduceerdtarief geleverdworden. In anderegevallenkan het pakket rechtstreeksbesteldwordenbij Bilan.Nahet insturenvan een ingevuldsoftwareregistratieformulierheeft de gebruikerrecht op eenhalfjaar telefonischeondersteuningvan de helpdesk.

LCM-bestuurGRONINGENRoeli Broekhuis

Federatievan Musea in de provincieGroningenT 050 313 00 52 / [email protected]

FRIESLAND Mirjam PragtFederatievanFrieseMuseaenOudheidkamersT058 21391 85/ [email protected]

DRENTHE PimWitteveenDrents PlateauT 0592 30 59 30 /[email protected]

OVERIJSSELGirbe BuistStichting Kunst EtCultuur OverijsselT 038 422 50 30 / [email protected]

GELDERLANDJacobusTrijsburgStichting GeldersOudheidkundigContactT 0575 51 18 26 / [email protected]

UTRECHT AnneliesJordensFederatieStichts Cultureel ErfgoedT 030 234 38 80 / [email protected]

NOORD- Birgitta FijenHOLLAND Stichting MuseaalEtHistorisch

PerspectiefNoord-HollandT 023 531 91 39 / [email protected]

ZUID- Judith TegelaersHOLLAND Stichting ErfgoedhuisZuid-Holland

T0715133739 / [email protected] Wim Scholten

Stichting Cultureel ErfgoedZeelandT 0118 67 08 70 / [email protected]

NOORD- JulesVerschuurenBRABANT BrabantseMuseumstichting

T 013 535 55 65 /[email protected]

LIMBURG AgnesVugtsStichting Symbiose:Unit Kunst EtCultuurT046 420 81 29 / [email protected]

Cursusaanbod NMV en LCMDeNederlandseMuseumverenigingen het LandelijkContact van Museumconsulentenbiedengezamenlijkeengroot aanbodaan cursussenaan.Het aanbodtreft u aanin de brochure'scholingsaanbodmuseummedewerkers2003'.In dezebrochureontbrekenechter eenaantalcursussen.Het is dan ook raadzaamdewebsitevan deNMVte bekijkenvoor het meestactueleoverzicht:www.museumvereniging.nl

34

Zoekten gij zultvinden

ADLIB I MuseumFotobestelmodule

ADLIB I BibliotheekBestelmoduleUitleenmoduleTijdschriften module

ADLIB I Internet Server

ADLIB I ArchiefUitleenmodule

Flexibel informatiebeheer

Zeer uitgebreid & gebruiksvriendelijk

Webportalen

Full Text zoekmogelijkheid

Real time interactie gebruikers,

zoals on-line reserveren

Geavanceerd thesaurusbeheer

Cross domain ondersteuning

V ADL/B Information Systems

Telefoon: 030 - 241 18 85

E-mail: [email protected]

www.adlibsoft.com

aart— klein