Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
Dyslexieprotocol
Maart 2015
2
3
Inhoudsopgave
Definitie ……………………………………………………………………………………. 4
Kenmerken................................................................................................................ 5
Signalering en begeleiding (Masterplan Dyslexie) …………………………………7
Voorwaarden vergoeding uit de basisverzekering (bron: RID): .......................... 9
Aanpassingen leerlingen met een dyslexieverklaring ………………………......10
Het afnemen van toetsen bij leerlingen met dyslexie........................................ 12
Bijlage 1: format leerlingdossier dyslexie ............................................................ 16
Bijlage 2: checklist kenmerken dyslexie voor ouders ........................................ 28
Bijlage 3: voorbeeld + uitleg 0-meting en follow-up meting ............................. 34
Bijlage 4: informatie ouders (op website) ............................................................ 35
4
Definitie
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen
in de automatisering van de woordidentificatie (lezen en/of
schriftbeeldvorming (spellen)”
Dit houdt in dat de problemen resistent zijn tegen planmatige, systematische
en taakgerichte hulp door de leerkracht en de remedial teacher (en/of
logopediste/enz). Een belangrijke implicatie is dat voor de vaststelling van
dyslexie niet kan worden volstaan met een eenmalige testafname. Eveneens
moet zijn aangetoond dat na vroegtijdige onderkenning en een periode van
een planmatig opgezette behandeling het automatiseringsprobleem zich
blijft voordoen. Een behandelingsperiode van een half jaar lijkt een minimaal
noodzakelijk termijn om de hardnekkigheid van lees- en spellingproblemen te
kunnen vaststellen.
Dyslexie is een handicap die iedereen kan treffen. Dyslexie betekent letterlijk
niet kunnen lezen. Het is een ernstige beperking bij het lezen en spellen van
taal. Kinderen met dyslexie herkennen woorden niet op dezelfde snelheid als
hun leeftijdsgenootjes. Voor een kind met dyslexie is het moeilijk om letters
direct als klanken te herkennen. Daardoor is het moeilijk om van die letters
één woord te maken en om van alle woorden een vloeiende, logische zin te
maken.
Dyslexie is aangeboren en onafhankelijk van intelligentie. Het kan de
schoolprestaties ernstig belemmeren waardoor kinderen met dyslexie op
school vaak onder hun niveau presteren. Bij een vroegtijdige diagnose en,
indien noodzakelijk behandeling van dyslexie, kunnen kinderen een
aanvaardbaar niveau van technisch lezen, spellen en schrijven bereiken.
5
Kenmerken
Voor school/onderbouw
Erfelijkheid speelt een grote rol: als 1 ouder dyslexie heeft, heeft het kind
40-50% kans om ook dyslexie te hebben. Bij twee ouders met dyslexie is de
kans 80%. Als er nergens in de familie dyslexie zit (dus ook opa’s, oma’s,
ooms of tantes) is de kans erg klein dat het kind wel dyslexie heeft.
Het kind is later in de ontwikkeling met kruipen en lopen.
Later beginnen met praten.
Spraakontwikkeling gaat trager dan leeftijdsgenootjes.
Zowel de grove als de fijne motoriek blijven achter ten opzichte van
leeftijdsgenootjes: dit blijft bij veel dyslectische kinderen hun hele leven
minder secuur dan niet-dyslectische mensen.
Moeite met het correct vasthouden en omgaan van bestek.
Knutselen gaat erg slordig: veel moeite om bijvoorbeeld recht over een
getekende lijn te knippen
Minder secuur en slordiger werken bij knutselen, knippen en plakken
Moeite met het schrijven van de eigen naam
Veel kinderen met dyslexie zijn een ster in het schrijven van ‘spiegelschrift’:
een omgedraaide S, de letter N met een verkeerde diagonale balk etc.
Groep 3 t/m 8:
Slechte beheersing alfabet (a, b, c, …. eh?)
Duur lang voor een letter wordt herkend
Slecht leesbaar handschrift
Moeilijk omgaan met pennen, vooral schrijven met vulpen is een drama
Ondanks eindeloze oefeningen toch slechte score bij dictees
Blijven schrijven in spiegelschrift
Omdraaien klanken: b en d, 6 en 9, q en p etc
Spelfouten maken tijdens het overschrijven (‘fis’ in plaats van ‘vis’)
Snel moe na het lezen.
Weinig concentratie bij het lezen.
Zelfde tekst steeds opnieuw lezen.
Lettertjes dansen/wiebelen.
Hoofdpijn.
Vage oogklachten die een opticien niet echt kan bevestigen
Last van fel licht bij het lezen.
Voorlezen gaat hakkelend en stotterend.
Na het voorlezen geen idéé wat ze nu eigenlijk gelezen hebben.
Slechte herkenning klanken (eu en ui, oe en ou etc).
Door elkaar halen als ‘dorp’ en ‘drop’
Links en rechts niet uit elkaar kunnen houden.
Moeite met analoge klok leren kijken (met wijzers).
Moeite met tafels leren, en andere logische reeksen.
Erg onzeker over prestaties, laag zelfbeeld, denken dat ze dom zijn.
6
Bij gym onhandig door slechte motoriek: bang voor bal, slecht evenwicht.
7
Signalering en begeleiding (Masterplan Dyslexie)
Door de invoering van de vergoeding van diagnostiek en behandeling van
ernstige dyslexie moeten we ons als school aan de volgende stappen
houden. Er zijn drie meetmomenten. Tussen eind groep 3 en midden groep 4
mag geen meting afgenomen worden. Mocht een leerling een III score halen
op de DMT/spelling-cito en je vermoedt dyslexie, dan kun ej tussentijds een
BRUS/PI-dictee afnemen.
Meetmoment 1: CITO spelling/DMT/Avi eind groep 3 (juni)
Interventie: (3 maanden)
Uitvoering handelingsplan (in of buiten groep)
Meetmoment 2: Cito spelling/DMT/AVI midden groep 4 (januari/februari)
Lkr/RT-er/coördinator evalueren het handelingsplan. Ook eventuele nieuwe
toetsgegevens (cito) worden besproken.
Afname follow-up lezen en spellen
Interventie 2 (3 maanden)
Uitvoering handelingsplan (in of buiten groep)
Meetmoment 3: meting lezen en spellen door coordinator
Deze neemt een 0-meting lezen/spellen af: Deze bestaat uit de onderdelen:
- Brus een-minuut-toets (EMT)
- Klepel (onzinwoorden, 2 minuten)
- AVI-kaarten (tot frustratniveau)
- PI-dictee (tot meer dan 8 fouten per blok)
De coördinator schrijft analyse van de afgenomen toetsen. Deze worden
besproken met leerkrachten. De leerkrachten stellen i.o met de RT-er een
handelingsplan op. De leerkracht bespreekt de resultaten met ouders.Ook
wordt het handelingsplan geëvalueerd.
Alle gegevens worden bijgehouden in een leerling-dossier (zie bijlage). De
coördinator neemt contact op met het HCO om leerling-dossier te
bespreken. Op basis van het leerling-dossier stelt de school in samenwerking
met de ouders een onderbouwde motivering op voor vermoeden van
(ernstige) dyslexie. Leerling wordt aangemeld bij ONL (Onderwijszorg
Nederland). Wanneer de leerling niet in aanmerking komt voor ONL, kan er
toch besloten worden een regulier dyslexie-onderzoek te laten afnemen.
Deze gaat altijd gepaard met een intelligentietest.
De 0-meting kan pas worden afgenomen na 10 maanden onderwijs. Dit
betekent dat de verklaring op zijn vroegst in groep 4 kan worden verkregen.
Bij vroege signalering (onderbouw/groep 3) kunnen ouders de kenmerkenlijst
8
invullen. Deze kinderen krijgen in de groep dezelfde hulp als kinderen met
een diagnose.
9
Voorwaarden vergoeding uit de basisverzekering (bron: RID):
Vergoede diagnostiek
Diagnostiek wordt onder voorwaarden vergoed vanuit de basisverzekering
door de zorgverzekeraar van de ouder. Tijdens de pre-intake wordt getoetst
of uw kind in aanmerking komt voor vergoede diagnostiek. Deze pre-intake is
kosteloos. Ook als blijkt dat uw kind niet in aanmerking komt voor vergoed
onderzoek. Een verwijzing van de schoolarts of huisarts is niet meer
noodzakelijk.
Leeftijdgrens 7 tot 13 jaar:
Onderzoek wordt vergoed bij kinderen die op 1 januari 2013 nog geen
13 jaar zijn en het basisonderwijs volgen;
Het effect van begeleiding op school:
De school biedt eerst minimaal 3 maanden (3 keer à 20 minuten per
week) extra begeleiding met een betrouwbare methode. Als er geen
of te weinig vooruitgang is behaald, komt u in aanmerking voor
vergoed onderzoek;
De ernst van de lees- en spellingproblemen:
Op school moeten de leesprestaties van het kind E-scores zijn (bij de
zwakste 10%). Ook mogen de leesprestaties D-scores zijn (bij de laagste
16%), maar dan moeten de spellingprestaties E-scores zijn (bij de
zwakste 10%);
Andere problematiek:
Als er sprake is van een andere problematiek (co-morbiditeit), dan
moet deze problematiek onder controle zijn, zodat deze het onderzoek
en de behandeling niet beïnvloedt. Bij vragen hierover kunt u contact
opnemen met ons.
Vergoede behandeling
Behandeling wordt onder voorwaarden vergoed vanuit de basisverzekering
door de zorgverzekeraar van de ouder:
Leeftijdgrens 7 tot 13 jaar:
Behandeling wordt vergoed bij kinderen die op 1 januari 2013 nog
geen 13 jaar zijn en het basisonderwijs volgen;
De ernst van de lees- en spellingproblemen:
De leesprestaties van het kind moeten E-scores zijn (bij de zwakste
10%). Ook mogen de leesprestaties D-scores zijn (bij de laagste 16%),
maar dan moeten de spellingprestaties E-scores zijn (bij de zwakste
10%);
Andere problematiek:
Als er sprake is van een andere problematiek (co-morbiditeit), dan
moet deze problematiek onder controle zijn, zodat deze het onderzoek
en de behandeling niet beïnvloedt. Er moet worden uitgesloten dat
10
gedrags- en/of sociaal-emotionele problemen belemmerend zijn voor
de diagnostiek van dyslexie. Dit kan worden aangetoond dor een
schriftelijke verklaring van een specialist. Als er (nog) geen stoornis is
vastgesteld terwil er wel signalen naar voren komen, moet de school
en de ouders een gedragsvragenlijst (SEV) invullen.
Op de dyslexie indicatoren vallen minimaal 2 testprestaties in de
laagste 10%:
letter-klankkoppeling: nauwkeurigheid/ snelheid
klankverwerking: nauwkeurigheid /snelheid
snel benoemen: letters: snelheid
cijfers: snelheid
Geen alternatieve verklaringen en positief behandeladvies
Wanneer er geen andere verklaringen voor de lees- en
spellingproblemen zijn en de onderzoeker geeft een positief
behandeladvies, dan wordt behandeling vergoed. Het
behandeladvies is onder andere afhankelijk van de motivatie van
zowel de ouder als het kind.
11
Aanpassingen leerlingen met een dyslexieverklaring
Hulpmiddelen en compensatiestrategieën bij lezen
De leerling heeft een keuze in boeken die qua inhoud aansluiten bij de
leeftijd en interesses van de leerling, maar die qua technisch niveau
vereenvoudigd zijn (vb Zoeklicht)
Audio-opname van een boek beluisteren
Leerlingen mogen gebruik maken van Kurzweill
Leerling krijgt extra leestijd bij zaakvakken
Leestaken voor de zaakvakken worden verlicht: minder pagina’s of
worden voorgelezen
Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen, op verzoek, de CITO
toetsen op A3 formaat en deze worden voorgelezen.
De leerling maakt de Citotoetsen begrijpend lezen; de Entree- en
Eindtoets m.b.v. cd/computer ( HYPERLINK "http://www.citogroep.nl"
www.citogroep.nl)
DMT: op rapport wordt het aantal goed gelezen woorden vermeld (dus
geen cito-cijfer)
Hulpmiddelen en compensatiestrategieën bij spelling:
De huidige spellingmethode biedt veel extra ondersteuning voor
spellingproblemen/dyslecten (zie www.malmberg.nl/taalactief)
leerling krijgt extra hulp bij het schrijven van
verhalen/verslagen/werkstukken
spellingfouten worden zoveel mogelijk genegeerd onder de
voorwaarde dat de leerling woorden waarvan hij de spelling niet kent
zoveel mogelijk klankzuiver schrijft
spelfouten worden gedifferentieerd beoordeeld (alleen fouten van een
bepaalde categorie tellen mee)
schrijftaak wordt verlicht
aantal oefeningen wordt beperkt.
Extra tijd voor schrijftaken
Leerling mag alle hulpmiddelen gebruik die leiden tot minder
spellingfouten (woordenboek, computer met spellingcontrole).
Leerling wordt bij bepaalde vakonderdelen mondeling overhoord (bijv.
topo)
Dictees waarbij van te voren al vaststaat dat de leerlingen veel fouten
gaat maken, maakt de leerling niet. Eventueel krijgt hij daarvoor in de
plaats een dictee dat is afgestemd op zijn niveau.
12
Het afnemen van toetsen bij leerlingen met dyslexie
Wanneer kunt u nu welke hulpmiddelen of aanpassingen inzetten bij
leerlingen met dyslexie, zonder dat de resultaten te sterk beïnvloed worden?
Advies van Cito
Het advies van Cito voor aanpassingen voor leerlingen met dyslexie is in lijn
met de algemene richtlijn die Cito hanteert voor het gebruik van
hulpmiddelen en aanpassingen bij toetsen. In principe adviseren wij om alle
leerlingen de toetsen onder dezelfde omstandigheden te laten maken en
dus de voorgeschreven afname-instructies te volgen. Dit in verband met de
vergelijkbaarheid van de resultaten van leerlingen met die van anderen in
hun groep en de normgroep. Er kunnen omstandigheden zijn die het
noodzakelijk maken om toch bepaalde aanpassingen te doen of
hulpmiddelen toe te staan. De vragen die u bij elke aanpassing moet stellen,
zijn: “Meet de toets nog steeds wat hij moet meten?”en “Leidt de aanpassing
tot overcompensatie, waardoor de leerling bevoordeeld wordt ten opzichte
van andere leerlingen?”
Hulpmiddelen en aanpassingen bij de LVS-toetsen
Hulpmiddelen
Een groot deel van de LVS-toetsen is zowel in een papieren als in een digitale
versie beschikbaar. De digitale toetsen Rekenen-Wiskunde,
Studievaardigheden, Woordenschat en Spelling beschikken over auditieve
ondersteuning. U zou ervoor kunnen kiezen om de papieren variant van deze
toetsen ook in de hogere groepen voor te lezen, zoals dat standaard gebeurt
bij de toetsen voor groep 3 en 4. Het heeft echter de voorkeur om bij deze
leerlingen de toetsen digitaal af te nemen om te voorkomen dat u
bijvoorbeeld door uw stemgebruik de leerlingen onbewust hints geeft.
Aanpassingen: welke mogelijkheden hebt u?
• Algemeen
– Extra afnametijd (met uitzondering van de toetsen op het gebied van
technisch lezen)
– Toets in meerdere delen afnemen (met uitzondering van de toetsen op
gebied van technisch lezen)
– Vergroten van de teksten van A4 naar A3
13
• Spelling
– In groep 4 en 5 kan ervoor gekozen worden om standaard – dus ongeacht
de toetsscore op de startmodule – vervolgmodule 1 (dictee) af te nemen bij
leerlingen met dyslexie in plaats van vervolgmodule 2 (meerkeuze).
• Begrijpend lezen
– Het is altijd toegestaan om de leerling een toets van een lager niveau aan
te bieden, het zogenoemde ‘toetsen op maat’. Daarmee zorgt u ervoor dat
de leerling met dyslexie niet een te moeilijke toets hoeft te maken én dat u
van die leerling nauwkeurige toetsresultaten krijgt.
– In uitzonderlijke gevallen kunt u ervoor kiezen om een leerling met ernstige
leesproblemen voorafgaand aan de toetsafname de teksten zelf alvast door
laten lezen, bij voorkeur op dezelfde dag als waarop de toets wordt
afgenomen. De betreffende leerling mag de bijbehorende opgaven niet zien
en de teksten mogen uiteraard niet worden nabesproken.
Waarom zijn er geen toepassingen toegestaan bij de toetsen Technisch lezen,
AVI en DMT?
Omdat juist achterblijvende prestaties op deze toetsen een signaal zijn dat
mogelijk sprake is van dyslexie. De toetsen zijn bedoeld om de technische
leesvaardigheid van leerlingen in kaart te brengen: hoe vlot en nauwkeurig
kunnen ze een geschreven woord of tekst ontsleutelen?
Hulpmiddelen en aanpassingen bij de Entreetoets en de Eindtoets
Basisonderwijs
Hulpmiddelen
• Gesproken versie op cd of daisy-cd
• Kurzweilversie, voor leerlingen met minimaal een half jaar ervaring met
deze software
• Vergrote versie van de opgavenboekjes (A3 formaat)
• Zwart-wit versie, om ervoor te zorgen dat leerlingen door de kleuren
niet afgeleid worden
Aanpassingen
• Extra afnametijd
• Gebruik van een markeerstift
14
Waarom is er wel een auditieve versie van Begrijpend lezen beschikbaar bij
de Eindtoets en de Entreetoets en niet bij de LVS-toetsen Begrijpend lezen?
Hier hebben wij voor gekozen omdat de doelen van deze toetsen
verschillend zijn. Het doel van de LVS-toetsen is vaststellen hoe goed kinderen
geschreven teksten kunnen begrijpen om op basis daarvan het
onderwijsaanbod beter af te stemmen. Als u de toetsen zou voorlezen, meet
de toets niet meer zuiver begrijpend lezen, maar iets wat het midden houdt
tussen begrijpend lezen en begrijpend luisteren. Wij adviseren om leerlingen
met dyslexie naast de toets Begrijpend lezen – die niet wordt voorgelezen –
ook de toets Begrijpend luisteren te laten maken. Door de prestaties op beide
toetsen met elkaar te vergelijken, krijgt u informatie over de
begripsvaardigheid van de leerling: maakt hij de toets Begrijpend lezen niet
goed vanwege zijn dyslexie of omdat zijn begripsvaardigheid in het
algemeen onder het gemiddelde ligt? De belangrijkste functie van de
Eindtoets Basisonderwijs is het geven van een onafhankelijk advies voor het
best passende brugklastype in het voortgezet onderwijs. Omdat leerlingen
met een dyslexieverklaring in het voortgezet onderwijs veelal gebruikmaken
van hulpmiddelen bij het studeren en lezen van teksten, staan we het gebruik
hiervan toe bij de Eindtoets. Dat betekent wel dat het resultaat op het
Eindtoets-onderdeel Begrijpend lezen dan geen zuivere meting meer is van
de vaardigheid in begrijpend lezen. Omdat veel scholen de Entreetoetsen
inzetten bij het formuleren van het schooladvies, hebben we ervoor gekozen
om de richtlijnen van de Entreetoets aan te laten sluiten bij die van de
Eindtoets Basisonderwijs. Ook voor de Entreetoets-taken Begrijpend lezen
geldt dat ze bij gebruik van een gesproken versie geen zuiver beeld meer
geven van de begrijpende leesvaardigheid van de leerling.
Goed vastleggen en communiceren
Scholen maken soms bewust de keuze om toch hulpmiddelen of
aanpassingen toe te staan, hoewel de toets daardoor niet meer echt meet
waarvoor deze bedoeld is. Bijvoorbeeld omdat na een aantal jaren onderwijs
en extra remediëring duidelijk is geworden dat de leerling een bepaalde
vaardigheid niet onder de knie krijgt. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn,
mits u zich realiseert dat de resultaten van deze leerling op de toets geen
valide en betrouwbare meting meer zijn van de betreffende vaardigheid. Het
is van belang dat u dit goed vastlegt én duidelijk communiceert naar ouders,
behandelaars of een nieuwe school waar een leerling naartoe gaat. Zo
weten zij bijvoorbeeld dat ‘de vaardigheid in begrijpend lezen van de leerling
vergelijkbaar is met die van zijn groepsgenoten mits de teksten worden
voorgelezen.’ Voor de school én de ouders is het van belang dat zij zich
15
realiseren dat deze leerling naar alle waarschijnlijkheid ander
onderwijsaanbod nodig zal hebben dan zijn klasgenoten.
16
Bijlage 1: format leerlingdossier dyslexie
Format Leerlingdossier Dyslexie
Aanmeldformulier in te vullen door de school voor dyslexieonderzoek
Gelieve een complete uitdraai van het Leerlingvolgsysteem,de AVI-
gegevens, eventuele entreetoetsen, het handelingsplan en eventuele
verslagen van andere stoornissen mee te sturen.
Uitvoeringskantoor Dyslexie T: 076-5230190
1430.43.994
Baronielaan 92 F: 076-5204010
4818 RC Breda
17
A. Basisgegevens
Leerling
Naam:
Adres:
Postcode:
Plaats:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Geboortedatum:
Geslacht:
Groep:
Doublures: ja/nee Groep:
Lange onderbrekingen: ja/nee Aantal maanden:
School
Naam:
Adres:
Postcode:
Plaats:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
BRIN:
Schooltype:
Intern begeleider
Naam:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Remedial Teacher
Naam:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
18
Verwijzer
Naam:
Functie:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Reden van aanmelding
Vermoeden van ernstige dyslexie
Leerstoornissen komen in de familie voor
Datum:
Naam Directeur:
Handtekening:
19
B. Beschrijving van het lees- en spellingprobleem
Beschrijving van de leesproblemen:
Methode(s) lezen:
Beschrijving van de spellingproblemen:
Methode(s) spelling:
Beschrijving van andere (leer)problemen:
Methode(s) andere vak(ken) waarbij problemen zijn ontstaan:
20
C. Signalering van de lees- en spellingproblemen: datum,toets (criteria,
score), afgenomen door…
Toets Datum Criteria Score Afgenomen
door
DMT
EMT
Klepel
PI-Dictee
CITO LVS
Anders:
21
D. Omschrijving van de extra begeleiding (doelen, duur, inhoud,
organisatievorm, begeleider)
Lezen
Is er extra begeleiding
voor lezen geweest?
Doel:
Aantal maanden:
Aantal uur per week:
Begeleider:
Functie:
Gebruikte methode:
Inhoud:
Is er een aangepast
onderwijsprogramma
voor lezen?
Ja
Is er extra
begeleiding/oefening
thuis?
Begrijpend lezen
Is er extra begeleiding
voor begrijpend lezen
geweest?
Doel:
Aantal maanden:
Aantal uur per week:
Begeleider:
Functie:
Gebruikte methode:
Inhoud:
Is er een aangepast
onderwijsprogramma
voor begrijpend lezen?
Is er extra
begeleiding/oefening
thuis?
22
Spelling
Is er extra begeleiding
voor spelling geweest?
Doel:
Aantal maanden:
Aantal uur per week:
Begeleider:
Functie:
Gebruikte methode:
Inhoud:
Is er een aangepast
onderwijsprogramma
voor spelling?
Is er extra
begeleiding/oefening
thuis?
Rekenen
Is er extra begeleiding
voor rekenen geweest?
Doel:
Aantal maanden:
Aantal uur per week:
Begeleider:
Functie:
Gebruikte methode:
Inhoud:
Is er een aangepast
onderwijsprogramma
voor rekenen?
Is er extra
begeleiding/oefening
thuis?
Nee
23
E. Resultaten van de extra begeleiding en beschrijving van gebruikte toetsen
en normering en vaststelling van toenemende achterstand ten opzichte van
de normgroep, met vermelding van gebruikte toetsen en normcriteria
Meetmoment 1
Groep:
Datum:
Afgenomen door:
Functie:
Gebruikte toetsen:
Normering van de gebruikte toetsen:
E-scores in gebruikte toetsen:
Onvoldoende scores in gebruikte toetsen:
Achterstand ten
opzichte van de
normgroep?
Gebruikte toetsen:
Normcriteria:
Interventie 1
Periode: van t/m
Aantal schoolweken:
Uitgevoerd door:
Functie:
Op zorgniveau 1:
Aantal uren op zorgniveau 1:
Op zorgniveau 2:
Aantal uren op zorgniveau 2:
Op zorgniveau 3:
Aantal uren op zorgniveau 3:
24
Meetmoment 2
Groep:
Datum:
Afgenomen door:
Functie:
Gebruikte toetsen:
Normering van de
gebruikte toetsen:
E-scores in gebruikte
toetsen:
Onvoldoende scores in
gebruikte toetsen:
Achterstand ten
opzichte van de
normgroep?
Toename ten opzichte
van het vorige
meetmoment?
Gebruikte toetsen:
Normcriteria:
Interventie 2
Periode: van t/m
Aantal schoolweken:
Uitgevoerd door:
Functie:
Op zorgniveau 1:
Aantal uren op zorgniveau 1:
Op zorgniveau 2:
Aantal uren op zorgniveau 2:
Op zorgniveau 3:
Aantal uren op zorgniveau 3:
25
Meetmoment 3
Groep:
Datum:
Afgenomen door:
Functie:
Gebruikte toetsen:
Normering van de
gebruikte toetsen:
E-scores in gebruikte
toetsen:
Onvoldoende scores in
gebruikte toetsen:
Achterstand ten
opzichte van de
normgroep?
Toename ten opzichte
van het vorige
meetmoment?
Gebruikte toetsen:
Normcriteria:
26
F. Argumentatie voor het vermoeden van ernstige dyslexie, aantonen van
didactische resistentie na geboden begeleiding van voldoende intensiteit en
kwaliteit
Resultaten
Prestaties lezen en spellen:
- Lezen op woordniveau:
- Lezen op tekstniveau:
- Spellen:
Letterkennis lezen en spellen
- Accuratesse:
- Snelheid:
Fonologische vaardigheden:
- Accuratesse:
- Snelheid:
Hardnekkigheid:
Prestaties andere vakgebieden:
Opmerkingen:
27
G. Vermelding en beschrijving van eventueel andere stoornissen
Zijn er aanwijzingen voor/ is er sprake van:
Ernstige spraak-
/taalmoeilijkheden
ADHD
ADD
Autistisch
spectrumstoornis
Auditieve
waarnemingsstoornis
Visuele
waarnemingsstoornis
Rekenstoornis
Andere stoornissen:
Heeft de leerling een
vergoeding of rugzakje
voor één of meerdere
bovengenoemde
stoornissen
Algemene opmerkingen:
28
Bijlage 2: checklist kenmerken dyslexie voor ouders
Inventarisatielijst risicoleerling
Leesproblemen en/of dyslexie
Onderbouwbouw
Naam leerling:
Leerkracht:
Groep:
Datum:
Ontwikkeling jonge kind ja ? nee
Moeite met leren en onthouden van begrippen(links/rechts,
kleuren, dagen van de week
Moeite met onthouden van de namen van de kinderen
Moeite met het onthouden van versjes en liedjes
Moeite met zinsbouw
Moeite met het verbuigen van werkwoorden
Moeite zich te blijven concentreren op fonologische
verwerkingstaken
Fonologische verwerking
Moeite met het onthouden en correct nazeggen van zinnen
Moeite met begrijpen van ingewikkelde zinnen en
samengestelde opdrachten
Moeite met het onder woorden brengen van gedachten
Last van woordvindingsproblemen
29
Weinig gevoeligheid voor rijm
Moeite met klanken in woorden op de juiste klankpositie
plaatsen
(toevoegingen, weglatingen, vervangingen)
Moeite om kleine verschillen tussen klanken snel te
signaleren
Auditieve discriminatie komt niet op gang (ui-eu)
Auditieve synthese van samenstellingen komt niet op gang
(bos-bes)
Kan niet manipuleren met klanken (wat hoor je vooraan bij
zee, wat houd je over als je bij bos –b- weglaat)
Bijzondere factoren
Ouders hebben zelf dyslexie of hardnekkige lees-,
spellingproblemen
Dyslexie of hardnekkige lees-, spellingproblemen bij broertjes
/zusjes of in de directe familie
Concentratie en werkhoudingproblemen in het algemeen
Leerling was aan het begin van groep 3 onvoldoende aan
lezen toe
Leerling heeft problemen op het gebied van de fijne motoriek
Er is sprake van spraaktaal - ontwikkelingsproblemen
Nederlands als tweede taal
Er is sprake van emotionele problematiek, niet veroorzaakt
door lees -spellingproblemen
Er is meer dan een schoolwisseling geweest
Zintuiglijke problemen
30
Inventarisatielijst dyslexie
Groep 3 t/m 8
Naam leerling :
Leerkracht :
Datum :
Groep :
Ontwikkeling jonge kind Ja ? N
Moeite met leren en onthouden van begrippen
(links/rechts, kleuren dagen van de week)
Moeite met onthouden van namen van kinderen
Moeite met het leren en onthouden van versjes en liedjes
Moeite met zinsbouw
Moeite met verbuigen van werkwoorden
Moeite zicht te blijven concentreren op fonologische
verwerkingstaken
Fonologische verwerking: Ja ? N
Moeite met het correct nazeggen en onthouden van zinnen
Moeite met het begrijpen van ingewikkelde zinnen en
samengestelde opdrachten
Moeite met het onder woorden brengen van gedachten
Heeft last van woordvindingsproblemen
Weinig gevoeligheid voor rijm
31
Moeite met klanken in woorden op de juiste klankpositie
plaatsen
(weglatingen, toevoegingen, vervangingen)
Moeite om kleine verschillen tussen klanken snel te signaleren
Auditieve discriminatie komt niet op gang (ui – eu)
Auditieve synthese van samenstellingen komt niet op gang (bos
– bes)
Kan niet manipuleren met klanken(wat hoor je vooraan bij zee,
wat houd je over als je bij bos b weglaat
Lezen en spellen : Ja ? N
Laag tempo bij stillezen
Aanleren van de letters heeft langer geduurd dan normaal
Tijdens het lezen moeite met letters die apart wel herkend
worden
Te sterk radend of spellend lezen
Woorden die vaker voorkomen worden steeds weer fout gelezen
Spelfouten in gemakkelijke woorden
Steeds opnieuw de aanpak van een spellingprobleem vergeten
Verwarring van letters en klanken die veel op elkaar lijken
Automatisering en geheugen Ja ? N
Moeite met het onthouden van namen, plaatsen , jaartallen
Verminderde prestaties ondertijdsdruk
Moeite om aanwezige kennis snel op te roepen
Moeite met het geautomatiseerd toepassen van kennis
Schijnbaar beheerste vaardigheden / kennis zijn na verloop weer
32
onvoldoende (kennis beklijft slecht)
Automatiseringsproblemen bij het rekenen
Moeite met hoofdrekenen
Moeite met topografie
Motivatie, beleving en werkhouding Ja ? N
Verminderde motivatie voor lezen en spellen
Gevoelens van onzekerheid tijdens het lezen en spellen
Leerling houdt niet van lezen
Moeite met geconcentreerd lezen en spellen
Bijzondere factoren Ja ? N
Ouders hebben zelf dyslexie of hardnekkige lees- ,
spellingproblemen
Dyslexie of hardnekkige lees- , spellingproblemen bij broertjes of
zusje in de directe familie
Concentratie en werkhoudingproblemen in het algemeen
Leerling was aan het begin van groep 3 onvoldoende aan lezen
toe
Leerling heeft problemen op het gebied van de fijne motoriek
Er is sprake van spraaktaal - ontwikkelingsproblemen
Nederlands als tweede taal
Er is sprake van emotionele problematiek, niet veroorzaakt door
lees- , spellingproblemen
Er is meer dan een schoolwisseling geweest
Zintuiglijke problemen
Inschatting intelligentie Ja ? N
33
Leerling is slim in het bedenken van oplossingen voor problemen
Leerling heeft vlot begrip van instructies
Leerling heeft inzicht in oorzaak gevolgrelaties
Leerling heeft een reëel beeld van eigen kunnen
Leerling kan het geleerde in andere situaties toepassen
Leerling begrijpt mondelinge verhalen
Leerling heeft brede belangstelling
Leerling heeft voldoende zicht in sociale relaties
De taalontwikkeling is voldoende
De algemene ontwikkeling is voldoende
Leerling gebruikt compensatiestrategieën (ezelsbruggetjes,
visuele ondersteuning, woord vervangen door een betekenisvol
woord)
Leerling heeft gevoel voor humor en begrijpt dubbele
betekenissen
34
Bijlage 3: voorbeeld + uitleg 0-meting en follow-up meting
Voorbeeld 0-meting lezen/spellen
Naam: Kaatje Datum meting:
Geboortedatum: 12-04-2004 Did. leeftijd: 13 (aantal maanden onderwijs vanaf start groep
3)
Leeftijd: 7,3 (jaren en maanden) Onderzoeker:
BRUS (A): (rijtjes bestaande woorden lezen in 1 minuut)
22-2=20 woorden (aantal goed – aantal fout)
Standaardscore: 6 (norm januari groep 4, gem=10)
Dle= 10 ( de leerlingen leest als een leerling die 10 maanden onderwijs heeft
genoten. In dit geval een achterstand van 3 maanden)
Als kaatje een woord niet kan lezen, gaat ze raden (hier vindt u informatie over de
manier waarop de rijtjes gelezen worden)
Klepel (A): (rijtjes onbestaande woorden lezen in 2 minuten)
23-5= 18 woorden (aantal goed – aantal fout)
Standaardscore= 8 (norm januari groep 4, gem=10)
Kaatje spelt alle lettergrepen (hier vindt u vaak wat informatie over de manier
waarop de ritjjes gelezen worden)
AVI (A) :
M3: 1’23 en 3 fout beheersingsniveau
E3: 1’45 en 2 fout instructieniveau
M4: 2’58 en 5 fout frustratieniveau
Kaatje mag oefenen in AVI E3. ( het beheersingsniveau is het niveau dat de leerling
daadwerkelijk beheerst. Het instructieniveau is het niveau dat de leerlingen mag
gaan oefenen. Het frustratieniveau is nog te hoog gegrepen. Op het rapport wordt
altijd het beheersingsniveau vermeld)
P.I.-dictee (A) :
gemaakt t/m blok 20
ruwe score: 60-15=45 woorden (aantal geschreven – foute woorden)
percentielscore = 21 (aantal procent van de kinderen dat landelijk gezien zwakker
is dan deze leerling)
D.L.E.= 12 (deze leerling presteert op het niveau van iemand die 12 maanden
onderwijs heeft gehad)
niveau = d (a t/m e, waarbij A het hoogste is en E het laagste)
35
Kaatje schrijft netjes
kaatje maakt fouten in:
o Fouten mbt het juiste teken (pijl pel)
o Woorden met eind d (strand strant)
o Woorden met een open klankgroep (muren muuren)
o Woorden met ch(t) (bocht bogt)
o (hier worden de categorieën beschreven waarbij de leerling nog moeite
heeft)
Conclusie en advies: Lezen en spellen:
Kaatje heeft bij het lezen vooral moeite met tempo maken. Haar scores bij het lezen van woorden zijn
laaggemiddeld. Kaatje leest nu op het niveau van eind groep 3, dit betekent dat er ruim 4 maanden
achterstand is. Het is belangrijk dat Kaatje heel veel leeskilometers gaat maken. Er is nu al frustratie
zichtbaar bij Kaatje, vooral als ze thuis moet lezen. We moeten ervoor zorgen dat Kaatje lezen (weer)
leuk gaat vinden. Kies daarom boekjes die haar aanspreken en werk eventueel met een
beloningssysteem.
Spelling gaat Kaatje een stukje beter af. Ze heeft een DLE van 12, dit betekent 2 maanden achterstand,
maar de normering is vrij zwaar. Het is niet nodig om Elin extra te begeleiden bij het spellen, want de
categorieën waarbij ze fouten maakt komen nog uitgebreid aan de orde in groep 4.
Vervolgmeting:
- Cito-toetsen januari
- Over een half jaar volgt een controlemeting om te zien wat de vooruitgang van deze leerling is.
36
Bijlage 4: informatie ouders (op website)
Wijzigingen dyslexie-zorg op een rij
Dyslexie komt steeds vaker voor.
Op onze school wordt gewerkt met het dyslexieprotocol. Het
doel van dit protocol is om leerlingen met dyslexie
vroegtijdig te signaleren om hen vervolgens een adequaat
begeleidingstraject te kunnen geven.
U heeft wellicht gehoord van kinderen met ernstige dyslexie en met minder
ernstige dyslexie. In beide gevallen krijgen de kinderen een dyslexieverklaring.
Voor kinderen met ernstige dyslexie wordt het onderzoek en 12 tot 16
maanden intensieve begeleiding vergoed door de ziektekostenverzekering.
De school moet signaleren, hulp bieden en een goed dossier aanleggen.
Om te voorkomen dat alle kinderen met leesproblemen worden aangemeld
voor een onderzoek heeft de school de functie van poortwachter. De
basisschool stelt dus een leerlingendossier samen om het vermoeden van
(ernstige) dyslexie bij een leerling te onderbouwen. Hierbij volgen wij de
landelijke richtlijnen.
Voor kinderen met minder ernstige dyslexie kan het onderzoek via school of
buiten school plaatsvinden. Ook hier zorgt de school voor het dossier alleen
vergoedt de ziektekostenverzekering geen behandelingen.
Hieronder volgt een overzicht hoe “het dyslexie-traject” bij ons op school
verloopt.
Groep 1 en 2
Wanneer u of de leerkracht vermoedens heeft van dyslexie bij uw
zoon/dochter wordt de Signaleringslijst voor Kleuters ingevuld. Eventueel krijgt
uw zoon/dochter extra hulp in of buiten de groep.
Groep 3
Het kan zijn dat het lezen en spellen van uw zoon/dochter wat trager op
gang komt dan gewenst is. De leerkrachten volgen dit nauwkeurig. Wanneer
er vermoedens zijn van dyslexie (een/beide ouders of broers/zussen zijn
bijvoorbeeld ook gediagnosticeerd en de leesontwikkeling blijft uit), krijgt uw
zoon/dochter extra hulp in of buiten de groep. De leerkracht zal u vragen
thuis ook wat meer te gaan oefenen. De leerkrachten kunnen u vragen een
dyslexie-checklist in te vullen.
Wanneer de vermoedens eind groep 3 nog steeds bestaan, gaat uw kind
“het dyslexie-traject” in. De gegevens van de citotoetsen Spelling, Technisch
Lezen, AVI en DMT worden door de leerkracht en coördinator geanalyseerd.
Deze toetsen gelden als eerste meetmoment.
Groep 4
Uw zoon/dochter krijgt 6 maanden lang extra hulp binnen of buiten de
groep. Tussen eind groep 3 en halverwege groep 4 mag geen extra meting
37
afgenomen worden. De leerkracht houdt uw zoon of dochter goed in de
gaten. Eventueel vinden er extra oudergesprekken plaats.
In januari/februari gebruiken we de gegevens van de citotoetsen
Spelling/DMT en AVi als tweede meetmoment. Wanneer blijkt dat uw
zoon/dochter onvoldoende vooruitgang boekt, volgt er weer een periode
van intensieve hulp. Na 3 maanden (mei/juni) neemt de coördinator een
meting lezen en spellen af. Deze test bestaat uit vier onderdelen. De
resultaten worden met u besproken. De coördinator bespreekt de resultaten
met een orthopedagoog van het HCO. Hij/zij geeft advies.
Op basis van dit advies wordt de afweging gemaakt of de leerling in
aanmerking komt voor een regulier of ONL dyslexie-onderzoek . Het advies
kan natuurlijk ook zijn dat de leerling niet in aanmerking komt voor een
dyslexieonderzoek. Is dit het geval dan kijkt de school samen met de ouders
naar de onderwijsbehoefte van de leerling om een zo passend mogelijk
aanbod te verzorgen.
Op basis van het leerling-dossier stelt de school in samenwerking met de
ouders een onderbouwde motivering op voor vermoeden van (ernstige)
dyslexie. Wanneer uit het advies van het HCO blijkt dat een leerling in
aanmerking komt voor de vergoede zorg dat wordt de leerling aangemeld
bij ONL (Onderwijszorg Nederland). Wanneer uit het advies van het HCO blijkt
dat de leerling in aanmerking komt voor een regulier dyslexieonderzoek, dan
gaat deze gepaard met een intelligentietest.
Door de aangescherpte afspraken binnen de dyslexiezorg is het bijna
onmogelijk om in groep 4 de dyslexieverklaring te ontvangen. Leerlingen
waarbij we (ernstige)dyslexie vermoeden, behandelen we binnen de groep
hetzelfde als een leerling met een verklaring.
Mocht u vragen hebben of meer willen weten, neem gerust contact op met
een van de coördinatoren (Judith van Yperen, Judith Poelman, Olga van den
Born) of de lees-coördinator (Eelke Westerduin)
Wilt u als ouder zich nog uitgebreider laten informeren dan verwijzen wij
middels onderstaande link naar het masterplan dyslexie.
http://masterplandyslexie.nl/public/files/documenten/Draaibook_voor_ouder
s_intern.pdf
38