6
ambacht, vormgeving, kunst 1890–2010

Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Een mooi ding. Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

Citation preview

Page 1: Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

ambacht, vormgeving, kunst 1890–2010

Page 2: Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

84 85

Jaren zeventig een nieuwe generatie vormgevers: ‘form follows concept’Begin jaren zeventig vinden er grote veranderingen plaats binnen de industrie. Door de oliecrisis in 1973 zijn veel fabrieken en bedrijven gedwongen te krimpen of te fuseren. Sommige gaan zelfs failliet. Vooral de meubelbranche wordt hard getroffen. Veel kleinere fabrie­ken hebben niet op tijd kunnen investeren in de vernieuwing van hun producten en de mechanisering van het productieproces waardoor ze in deze jaren het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Bepaalde bedrijven weten echter door innovatie de crisis door te komen zoals Artifort en Pastoe die met vernieuwende meubels op de markt komen. Ook tapijtfabriek Van Besouw in Goirle weet door innovatie te overleven. Op aanraden van het Instituut voor Industriële Vormgeving gaat directeur Jan Mes met Benno Premsela een samen­werking aan. Met het gebruik van natuurlijke materialen, subtiele structuren en een ingetogen kleurengamma weten Benno Premsela en Van Besouw zich te onderscheiden. In 1970 oogst het bedrijf groot succes met het door Premsela en zijn team ontworpen gebreide katoenen lusjestaptijt (afb. 85).Van een luxe als kamerbreed tapijt kan nu haast iedereen genieten, net als van een televisie en centrale verwarming. In de jaren zestig, waarin de jongeren zich hebben los gemaakt van de behoudende denkbeelden van hun ouders is de huiskamer uitgegroeid tot een plek om de eigen smaak uit te dragen. In het ik­tijdperk waarin het individu voorop staat is het interieur naar eigen smaak in te vullen, in de jaren zeventig zet deze trend zich voort. Mensen willenl zich omringen met natuurlijke materialen, kurk wordt in veel huizen gebruikt net als schrootjes hout die op de muur en het plafond worden getimmerd. De natuurlijke kleuren groen, bruin en oranje zijn geliefd in huis. In deze tijd van crisis en oplopende werkloosheid moet de woonkamer vooral gezellig zijn. Huiselijkheid is de nieuwe trend. Er is een hang naar handgemaakte zaken zoals gehaakte gordijnen en boerenbont keukenservies. Ook zelf gemaakte meubels ontbreken niet in het interieur. Om aan de vraag van de consument te voldoen schieten de bouwmarkten uit de grond. Als Ikea in 1978 naar Nederland komt is het ook niet verwonderlijk dat dit bedrijf in Nederland direct een groot succes wordt. De voor iedereen betaalbare en toch stijlvolle meubelen vallen bij het Nederlandse publiek erg in de smaak.

De tijden van Goed Wonen zijn inmiddels volledig voorbij, luxe in huis is nu de norm. Comfortabele bankstellen in plaats van lichte meubels. De Gooise interieurarchitect Jan des Bouvrie speelt in op deze ont­wikkeling. Na zijn opleiding te hebben gevolgd aan de Kunstnijver­heidsschool te Amsterdam werkt hij in de ‘Goed Wonen­zaak’ van zijn ouders. Uit onvrede over de bestaande meubelen begint hij zijn eigen meubels te ontwerpen. Hij maakt in de jaren zeventig een aan­tal comfortabele banken als de elementenbank (1971) en de kubus­bank (1969) (afb. 105). die erg bij de consumenten in de smaak vallen.

De kubusbank uit 1969 is zijn eerste meubel dat hij samen met meubel fabriek Gelderland op de markt brengt. Het is inmiddels een bekende klassieker.

De zelf-producerende vormgeverIn de jaren zeventig sfeer van huiselijkheid en nostalgie floreert de ambachtskunst zoals al eerder duidelijk is geworden. Nu is het de beurt aan de industrieel ontwerpers om een eigen geluid te laten horen. Het design is eind jaren zestig immers al door de critici failliet verklaard, een herbezinning op het ontwerp zal er moeten komen. Nu de industrie het echter niet voor de wind gaat is het uitproberen van nieuwe ontwerpen niet de eerste prioriteit. Veel industrieel vorm­gevers zijn genoodzaakt zich te conformeren aan de commerciële en productionele eisen van de fabrieken, maar een aantal ontwerpers kiezen voor de vrijheid en richten zich – los van de industrie – als ondernemer op productdesign. Een grote stimulator van deze ontwik­keling is Gijs Bakker. Als docent aan de academie in Arnhem spoort hij jonge industrieel ontwerpers tot dit idee aan. De eerste industrieel

105

Jan des Bouvrie

Kubusbank 1969

uitgevoerd door Gelderland

collectie Jan des Bouvrie

104

Benno Premsela

Page 3: Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

87

vormgever die zich als zelfstandig productontwerper vestigt en zijn in werk in eigen beheer op de markt brengt is Bruno Ninaber van Eyben. In 1971 opent hij zijn eigen studio omdat voor zijn vernieuwende ont­werpen geen animo is bij de fabrieken. Hoewel oorspronkelijk opge­leid tot edelsmid richt hij zich op het ontwikkelen van allerlei verschil­lende producten van horloges tot lampen en van ontwerpen van muntgeld tot het ontwikkelen van kleuren voor Sikkens. De seventy seven lamp (afb. 106). en het halshorloge (afb. 107). zijn inmiddels door hun bekendheid designiconen geworden. De innovatieve ont­werpen van Ninaber worden in de jaren zeventig al snel opgemerkt. In 1979 krijgt hij de toen voor het eerst uitgereikte Kho Liange Ie prijs voor industriële vormgeving voor zijn toen nog kleine oeuvre.

106

Bruno Ninaber van Eyben

Seventy Seven lamp 1977

aluminium en kunststof

collectie Bruno Ninaber van Eyben

107

Bruno Ninaber van Eyben

Halshorloge 1976

geanodiseerd aluminium en rubber

collectie Stedelijk Museum

‘s­Hertogenbosch/NL

108

Bruno Ninaber van Eyben

Gietijzeren schalen 2002

collectie Bruno Ninaber van Eyben

86

Page 4: Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

8988

zijn werkproces. Het ambacht is voor Ninaber echter meer een hulpmiddel dan een doel op zich: ‘Het ambacht zie ik als hulpmiddel. Niet als doel, dat is niet zo interessant’.13 Maar juist de bijzondere kwaliteit van zijn producten is waarschijnlijk te danken aan de uitgebalanceerde wisselwer­king tussen beide werkprocessen.In juli 2003 wordt Ninaber aangesteld als hoogleraar vormgeving aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Veel van zijn werk is opgenomen in belangrijke ontwerp­collecties, waaronder het prestigi­euze Museum of Modern Art in New York, Neue Sammlung München en het Stedelijk Museum Amsterdam. In 2007 ontvangt hij de Oeuvreprijs van het Fonds BKVB. Een jaar later de Piet Zwart Prijs, een tweejaar­lijkse oeuvreprijs van de Beroepsor­ganistatie Nederlandse Ontwerpers.

kleurstalen niet, zoals gebruikelijk, met een grote schroef verbonden, maar met een elastische band. Daar­door kunnen alle stalen eenvoudig naast elkaar worden gelegd. Het lijkt misschien een simpele oplossing, maar over de uitwerking is lang nage­dacht’.11 Zijn ontwerpen zijn goed doordacht en zowel praktisch als poëtisch: ‘Ik zoek naar een zekere verstilling, een sereniteit die vanuit de keuze van het materiaal en de methode van constructie naar voren komt’.12 Hij creëert zijn werken met de grootste zorg en met gevoel, zijn precieze manier van kijken heeft hij eigen gemaakt bij zijn ervaring als sieraadmaker. Hoewel Ninaber zijn producten geschikt maakt voor mas­saproductie en hij zich bezig houdt met de modernste geautomatiseerde productietechnieken, maakt hand­werk nog altijd onderdeel uit van

is dan ook een van de ontwerpop­vattingen van Ninaber. Het gaat hem om perfectionering van producten en productie: ‘In al mijn producten zoek ik naar een evenwicht tussen de relevantie van het product voor de gebruiker, het materiaal en de wijze van produceren’.10 Functionaliteit is voor Ninaber dan ook belangrijker dan originaliteit. Een recent voor­beeld daarvan is de kleurenwaaier (zie afb. 110), die het team van Stu­dio Ninaber voor Sikkens heeft ont­worpen: ‘Sikkens vroeg onze studio een kleurwaaier te ontwerpen. Dan komen wij niet met de eerste waaier in bananenvorm, om maar origineel te zijn. Wat wij eerst altijd doen, is gebruikers vragen naar de tekort­komingen van een product. Gebrui­kers van kleurenwaaiers klaagden dat het zo lastig is om kleuren met elkaar te vergelijken. Daarom hebben wij de

109

Bruno Ninaber van Eyben

euromunten, ontwerp uit 1998

Collectie Bruno Ninaber van Eyben

110

Bruno Ninaber van Eyben

Sikkenswaaier Collectie Bruno

Ninaber van Eyben

In 1997 verlaat hij n | p | k om een nieuw ontwerpbureau te starten: Studio Ninaber, waar hij meer per­soonlijke producten kan ontwikkelen en produceren. Ninaber ontwerpt ook hier relatiegeschenken voor Randstad. Op het moment dat hij aan een van deze relatiegeschenken werkt, een vijzeltje van gietijzer, raakt Ninaber geboeid door het materiaal. Vanuit vorm en materiaalexperimen­ten onstaan een aantal autonome gietijzeren schalen met een industri­eel uiterlijk, die in 2002 in het Stede­lijk Museum Amsterdam tentoon­gesteld worden (zie afb 108). In zijn studio werkt Ninaber samen met een klein team, aan de ontwik­keling en productie van hoogwaar­dige gebruiksproducten. De Bau­haus­gedachte van eenheid van vorm functie, techniek en materiaal wordt daarbij in ere gehouden. ‘Met minder kan het niet met meer hoeft niet’9

geproduceerd in 1982 en doet dienst tot de invoering van de euro. In 1998 wint hij ook de wedstrijd die is uitge­schreven voor de Nederlandse euro, zijn ontwerp hebben wij daardoor dagelijks in handen (zie afb 109).Om zijn horizon te verbreden en zijn talenten in een bredere context te onderzoeken start Ninaber in 1985 samen met Wolfram Peters en Peter Crouwel het ontwerpbureau n | p | k, dat uitgroeit tot een van de grootste ontwerpbureaus van Nederland, met internationale waardering. Het bureau richt zich op het vervaardigen van hoogwaardige professionele producten waarbij kunststof en elek­tronica innovatief worden toegepast.8 In deze nieuwe context ontwerpt Ninaber een voorzittershamer voor de Tweede Kamer en ontwikkelt hij onder andere enkele bureau­acces­soires als relatiegeschenk voor Randstad Uitzendbureau.

Bruno Ninaber van Eyben (1950) Bruno Ninaber van Eyben studeert metaal en kunststoffen (voorheen afdeling edelsmeden) aan de Stads­academie voor Toegepaste Kunsten te Maastricht. Daar studeert hij in 1971 cum laude af. Hij vestigt zich als zelfstandige en richt zich daarbij op het in eigen beheer ontwerpen en produceren van industrieel ver­vaardigbare gebruiksproducten. Vooral bekend uit deze tijd zijn het armbandhorloge (1973), het halshor­loge (1976) en de uiterst minimale tl­lamp: de Seventy Seven lamp uit 1977. Zijn producten worden direct opgemerkt en in 1979 onderscheiden met de toen voor het eerst uitge­reikte Kho Liang Ie­prijs voor indus­triële vormgeving. Bruno Ninaber vestigt definitief zijn naam als zijn ontwerp voor de Nederlandse Munt wordt gekozen en uitgevoerd. De commissie omschrijft het werk van Ninaber als: ‘oorspronkelijk, vernieu­wend, duidelijk, doordacht en functi­oneel’. De muntenserie laat een telkens terugkerende gestileerde afbeelding van Koningin Beatrix zien. Haar portret is en face en gehal­veerd, zij kijkt licht naar boven, de toekomst in. De andere helft is gevuld met drie verticale lijnen met opschrift. De belettering hiervan wordt door typograaf Gerard Unger geperfectioneerd. Deze serie wordt

Page 5: Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

166 167

Kesteren, Maria 74, 75, 152Klaassen, Nel 29Klerk, Michel de 32, 35Knol, Aad 159Konings, Jan 100Koninklijke Tichelaar 12, 105, 104, 117,

118, 119, 122, 128, 130, 157, 158, 161Koopmans, Hyke 72Kots, Grietje 35Kramer, Friso 53, 54, 56, 57, 59, 61,

67, 95, 152Kromhout, Wouter W. 24, 43Kruyf, J.R. 15Lamme, Sven 159Landweer, Sonja 79Lanooij, Chris 28Lauweriks, Mathieu 22, 24Le Corbusier, 39Lebeau, Chris 22, 27, 30, 31, 32, 147,

152Leck, Bart van der 36, 38, 39, 40, 41,

42, 43, 44, 45, 46, 47Leersum, Emmy van 75, 76, 77, 91,

94, 145, 153, 157, 159Leuvelink, Gert-Jan 96Lewitt, Sol 106Liang Ie, Kho 53, 56, 57, 61, 86, 88,

91, 95, 152Lieshout, Joep van 106, 110Lion Cachet, Karel 19, 21, 28, 29, 31,

32, 35, 148, 149, 153Littleton, Harvey 62Lomans, Jan Koen 153Loon, Johan van 79, 80, 153Lucker, Louis 96Mackintosh, Charley Rennie 39, 113Makkink, Rianne 122, 130, 158Marken, J.C. van 16, 21Martens, Rogier 153, 155, 160Meewisse, Ferry 12, 153, 154Meindertsma, Christien 117, 118, 127,

128, 154, 161Mendes da Costa 16, 17, 22, 150, 154Mes, Jan 64Mey, J.M. van der 32Meydam, Floris 65, 81, 154Mies van der Rohe, Ludwig 39, 149Molenaar, Frans 95Mondriaan, Piet 30, 36, 38, 42, 47, 150Moooi 112, 113, 158, 161Moritz, Ulf 95Morris, William 9, 17, 18, 53, 155Mourik, J. van 29Muilenburg, Jolanda 161, 162

Neeve, Bernardine de 72, 80Nicoals, Joep 47, 48Niegeman, Johan 52, 61, 152Nienhuis, Bert 22, 23, 35, 145, 154Nieuwelaar, Aldo 95Nieuwenhuis, Theo 21, 31, 148Nieuwenhuis, Constant 61Ninaber van Eyben, Bruno 61, 86, 88, 89Noten, Ted 95, 134, 155Orson+Bodil 111, 157Ossendrijver, Lucas 110Oud, J.J. 36Oud, Bob 39Paulin, Pierre 61Penaat, Willem 22, 27, 30, 49, 155Poelzig, Hans 39Poll, Martijn van der 112Poort, Suzanne 124, 155Pott, Lex 116, 155Premsela, Benno 12, 67, 72, 84, 95Prikker, Johan Thorn 22Ramakers, Renny 94, 100, 103Reggers, Fons 155Remy, Tejo 100, 113, 156Rensen, Kees van 79Rietveld, Gerrit 11, 35, 36, 37, 38, 39,

52, 61, 112, 134, 152, 157Rietveld, Wim 56Roland Holst, Richard 17, 21, 31, 33,

147, 155Rolf, Margot 78Roosen, Maria 106, 110, 156Rooy, Cok de 159Rossum, Frans van 43Royen, J.F. 31Ruskin, John 9, 17Ryswyck, Lonny van 128Sandberg, Willem 53, 68, 149Schelfhout, Lodewijk 47Schijndel, Mart van 90, 156Scholten, Stefan 117, 118, 155, 157, 161Scholten, Herman 72, 78, 157Scholten, Desiree 78,79,156Scholten & Baijings 117, 118, 155, 157,

161Schoonderbeek, Floris 153Schwartz, Dirk en Paul 152Selleger, H.E. 12Semper, Gottfried 15, 17, 22, 24Sennet, Richard 134Sielcken, Jet 79Simon Thomas, Mienke 93Slobbe, Alexander van 129, 111, 119,

122, 157, 161

Snoeren, Rolf 110So 111, 57,Stam, Mart 11, 39, 48, 52, 53, 149Steenbergen, Chris 63, 65, 75, 118,

148, 157Sterk, Nadine 128,Stolk, Swip 68, 70, 91, 145, 158Stottsass, Ettorio 99, 112Strand West 100, 159Strik, Berend 97, 108 -110, 158Studio Alchymia 99Studio Baas en Herder 113Studio Job 13Studio Niels en Sven 155Studio Premsela Vonk 67Stuyt, Jan 159Tichelaar, Jan 118, 122Tijen, Reinder van 95Toorop, Jan 17, 21, 32, 39Totem 99Treuman 68, 149Tuinen, van 61Unger, Gerard 68, 88Vaart, van der Jan 79, 80Valkema, Sybren 65, 81Velsen, Cor van 70, 160Veluw, Sam van 160, 153Verheijen, Marcel 110Verkruysen, H.C. 35Veth, Jan 18, 19, 24, 29, 147, 155Victor en Rolf 110, 161Visser, Martin 57, 59, 61Visser, Armien 7, 62, 65, 160Vlugt, van der L.C. 35, 48Vries, de Willem Hendrik 56, 160Vriesland, van Victor 30, 150Wagemans 61Wanders, Marcel 61, 100, 112, 113, 134Wandschappen 134, 136, 160, 161Weltevree 96, 153Wernars 66Wijdeveld, Hendrik 35, 41, 42Wils, Jan 36, 43, 161Wissing, Benno 67, 68, 152Wouda, Hendrik 35, 37, 39, 43, 45Wright, Frank Lloyd 35, 37, 39, 43, 146Z2 161Zijl, Lambertus 17, 25, 150Zuiderzeemuseum Enkhuizen 113, 155,

161Zwart, Piet 11, 16, 18, 36, 52, 89

Met dank aan

Zonder de medewerking van velen kan een boek niet worden geschreven. Tijdens het onderzoek hebben wij tips en raadgevingen gekregen. In het bijzonder willen wij de heer en mevrouw Nienhuis, Thomas Eyck, Tom Claessens en Jelle Hekstra van Strand West, Utrecht, Paul Post van www.depostkaemer.nl, Arie den Dikken van gemeente Hilversum, Rob Driessen en Martijn Le Coultre hartelijk danken.

Zonder de collegiale medewerking van musea en instellingen is het een onmo-gelijke opgave een tentoonstelling te organiseren. In het bijzonder dank aan Mienke Simon Thomas conservator van Museum Boijmans van Beuningen, Hélène Beçanson conservator van Nationaal Glasmuseum Leerdam, Carola Steenbergen van Drents Museum Assen, Willem van der Zel, Kris Callens en Michael Huyser van het Zuiderzee-museum, Guus Boekhorst van Audax Textielmuseum. Zonder de medewerking van vele ontwerpers die hun werk welwil-lend voor de tentoonstelling hebben afge-staan was het onmogelijk om zowel dit boek als de tentoonstelling te realiseren.

Auteurs

Nikkie Herberigs studeerde af aan de kunstacademie Utrecht en behaalde een Master Moderne Kunst aan de Universi-teit van Utrecht. Voor onder andere Museum Hilversum werkt ze als free-lance tentoonstellingsmaker en auteur. De afgelopen jaren schreef ze artikelen over kunst en cultuur, zoals onder andere voor de tentoonstellingscatalogus van

kunstmanifestatie Niet Normaal en voor de uitgave van het symposium Rotter-dam Dialogues: critics, curators, artists bij Witte de With. Ze was tevens werkzaam bij museum De Pont en werkt momen-teel voor Museum Jan Cunen in Oss.

Nanette Kraaikamp studeerde af in de richting autonome kunst aan de Amster-damse Hogeschool voor de Kunsten en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en behaalde cum laude de Master kunst-geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zij schrijft momenteel over tekenkunst, is werkzaam als beeldend kunstenaar en curator en doet onderzoek naar de relatie tussen kunsttheorie en kunstpraktijk. Zij doceerde aan de Hoge-school voor de Kunsten Utrecht en is verbonden aan de kunstinitiatief Retort dat zich richt op de relatie tussen kunst en wetenschap.

Imke Ruigrok studeerde aan de hoge-school voor de kunsten in Utrecht en Moderne Kunst en Filosofie aan de Uni-versiteit van Amsterdam. Ze werkt als projectleider en tentoonstellingmaker in musea en culturele instellingen, schrijft publicaties over filosofie, cultuur, beel-dende kunst en design. De afgelopen jaren werkte ze onder andere als gast-conservator voor De Pont, schreef voor Mr Motley, Art Pie (Sandberg Instituut) en De Gerrit Rietveld Academie. Daarnaast is ze als projectleider (tentoonstellingen) werkzaam voor Museum Hilversum.

Margriet van Seumeren is kunsthistori-cus. Na een aantal jaren in Singer Laren te hebben gewerkt als conservator koos zij voor een eigen bedrijf. Ze publiceert over beeldende kunst in dagblad De Gooi- en Eemlander en andere kunst-

magazines. Van haar hand verscheen ondermeer Een mooi land, wandelingen langs ateliers in Laren en Blaricum en Huibert Ravenswaaij, kunstschilder en dichter. Zij werkte mee aan De getuigenis op straat, de Larense Sint Janstraditie. Voor Museum Hilversum werkt Margriet als tentoonstellingsmaker en auteur. Sinds 2000 is ze directeur van Zuydwal Veilingen.

Anne van der Zwaag studeerde Moderne Kunst aan de Universiteit van Utrecht. Ze werkt als freelance tentoon-stellingsmaker, schrijft publicaties over design, architectuur, mode en kunst en is verbonden aan verschillende culturele initiatieven zoals Mister Motley, Plein-museum, Fort Asperen en Sikkens Foun-dation. Anne doceerde aan het Instituto Europeo del Design in Milaan en ArtEZ Hogeschool voor de kunsten. De afge-lopen jaren gaf ze leiding aan de inter-nationale design afdeling van AkzoNobel, met Nederlandse merken als Sikkens en Flexa.

Met dank aan / Auteurs

Page 6: Een mooi ding.Ambacht, vormgeving, kunst 1890-2010

168

Deze publicatie verschijnt ter gelegenheid van de tentoonstelling Een mooi ding. Ambacht, vormgeving, kunst 1890­2010 in Museum Hilversum van 27 maart 2010 tot en met 15 augustus 2010

UitgaveMaria Buren, Stichting Uitgeverij Noord-Holland, Wormerveer

OntwerpBerry Slok en Tosca Lindeboom, Studio Berry Slok, Amsterdam

DrukKunstdrukkerij Mercurius, Westzaan

FotografieHans Lensink, Hilversum

Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC- organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam

© c/o Pictoright Amsterdam 2010

FotoverantwoordingHans Lensink muv: Erik en Petra Hesmerg p 6, afb. 1, 2, 4, 9, 11,16,17, 23, 24, 25, 28, 29, 30, 36, 139, 140, 141; Jacques Stevens afb 29, 58Audax Textielmuseum Tilburg afb. 30, 35, 71, 97, 160, 161; Nationaal Glasmuseum Leerdam afb. 8, 20, 57, 100, 101, 102, 103; Van Besouw afb. 5, 85; Sarah Jane afb. 6, 152, 153; Centraal Museum Utrecht afb. 40, 121, 122; Rob Glastra afb. 42, 43; Streekarchief Gooi en Vechtstreek afb. 47, 49, 51; Nederlands Archi-tectuur Instituut afb. 48, 55; Jan Versnel/MAI afb. 59, 60; Retro Studio Purmerend afb. 62Carel Blazer/ MAI afb. 63; Spectrum Design afb. 68; Collectie SM’s – Stedelijk Museum;

’s-Hertogenbosch/NL afb. 73, 74, 107; Museum Boijmans van Beuningen afb. 75; Jan en Fridtjof Versnel afb. 77; Eikelenboom BV afb. 86; Rien Bazen afb. 91, 92, 94; Clifford Scholten afb. 95, 96; Johan van der Veer afb. 98, 99; Gerrit Schreurs afb. 106, 108, 109, 110Joost Guntenaar afb. 111, 112, 113; Paul Scala afb. 114; Courtesy Galerie Fons Welters p. 127, 128, 129; Peter Cox afb. 130; Maarten van Houten afb. 135, 136; Frank Tielemans afb. 137, 138; Inga Powilleit afb. 146; Courtesy Atelier Ted Noten afb. 163, 164, 165; Rijks-bureau voor Kunsthistorische; Documentatie afb. 10, 34, 41; ICN afb. 53

BruikleengeversCollectie MeentwijckNationaal Glasmuseum LeerdamStreekarchief Gooi en Vechtstreek HilversumMr M.F. Le CoultreDrents Museum AssenDe heer R. AardseAudax Textielmuseum TilburgMuseum HilversumGemeente HilversumGemeente LarenGemeentemuseum Den HaagCentraal Museum UtrechtRijksmuseum TwentheZuiderzeemuseumRetro StudioStrand WestCODAKeramiekmuseum PrincessehofThomas EyckPastoeHuizer MuseumGalerie Fons WeltersMuseum Boijmans van BeuningenStedelijk Museum ’s- Hertogenbosch/NLStudio Makkink & BeyVele ontwerpers

Colofon

Afbeeldingenp. 1Louis BogtmanVaasGouda na 1928Gemeentemuseum Den Haagp. 2-3Scholten & BaijingsColour plaid 2005collectie Thomas Eyckp. 4Hella Jongerius B-set karaffen, porseleinp. 7 vlnrA.D. CopierVaasunica 1928/1929Vaas unica 1928Schaal unica 1927/1928collectie Meentwijck p. 9Jurgen BeyBoombank 1999

© 2010 de auteurs en Uitgeverij Noord-HollandAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgesla-gen in een geautomatiseerd bestand, of open-baar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopie en opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten van de illustraties volgens wettelijke bepalin-gen te regelen. Degene die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

ISBN 978-90-78381-46-4