2
1 Eindexamen scheikunde vwo 2015 (I) We laten hier alternatieve uitwerkingen zien van een paar rekenopgaven uit dit eindexamen. Algemeen geldt voor de uitwerkingen in het correctiemodel: Er worden geen grootheden benoemd, maar aantallen eenheden: 'Bereken hoeveel ton', in plaats van 'Bereken de massa'. En: 'Bereken hoeveel m 3 waterstof...' in plaats van 'Bereken het volume waterstof'. De uitwerkingen worden weergegeven in één formule, zonder de grootheden en eenheden te vermelden en zonder de berekening stap-voor-stap te laten zien. Dat is onzinnig. Verder wordt er geen enkele aandacht gegeven aan de oplossingsstrategie, die niet altijd voor de hand ligt! De hier gegeven uitwerkingen zijn gedaan met groothedenvergelijkingen en aan de hand van de regels van de IUPAC op het gebied van grootheden en eenheden. Bij twijfel raadpleeg mijn reader: Zie: http://ph-chemischrekenen.nl/chemisch-rekenen/index.html. Aan bod komen de opgaven 5, 15 en 18. Voor de opgaven en het correctiemodel zie: http://www2.cito.nl/vo/ex2015/VW-1028-a-15-1-o.pdf. Opgave 5 m(C 6 H 10 O 4 ) = 1,0 ton = 1,0·10 6 g M(C 6 H 10 O 4 ) = 146,1 g·mol –1 n(C 6 H 10 O 4 ) = ! ! = !,!!" ! ! !"#,! !!"# !! = 6,84·10 3 mol n(H 2 O 2 ) = 4 × n(C 6 H 10 O 4 ) = 4 × 6,843·10 3 mol = 2,74·10 4 mol m(H 2 O 2 ) = n × M = 2,74·10 4 mol × 34,02 g·mol –1 = 9,31·10 5 g m(H 2 O 2 ) eff. = !(! ! ! ! ) !(! ! ! ! ) !"". = !,!"!" ! ! !,!" = 1,00·10 6 g Gegeven: w(H 2 O 2 -opl.) = 0,30 (= 30 %) m(H 2 O 2 -opl.) = !(! ! ! ! ) !"". !(!"#.) = !,!!!" ! ! !,!" = 3,34·10 6 g 3,3 ton Opgave 15 Voor stroom A geldt (alles is per uur berekend): V A = 1,7·10 4 m 3 en ϕ(CO 2 ) A = 0,10 (ϕ is de volumefractie!) V(CO 2 ) A = ϕ(CO 2 ) A × V A = 0,10 × 1,7·10 4 m 3 = 1,7·10 3 m 3 n(CO 2 ) A = !(!! ! ) ! ! ! = !,!!" ! ! ! !,!"!" !! ! ! /!"# = 1,06·10 7 mol Voor stroom B geldt: V B = 2,6·10 5 m 3 en ϕ(CO 2 ) B = 0,95 V(CO 2 ) B = ϕ(CO 2 ) B × V B = 0,95 × 2,6·10 5 m 3 = 2,47·10 5 m 3 n(CO 2 ) B = !(!! ! ) ! ! ! = !,!"!" ! ! ! !"!" !! ! ! /!"# = 9,15·10 6 mol

Eindexamen scheikunde vwo 2015 (I)

  • Upload
    lammien

  • View
    228

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Eindexamen scheikunde vwo 2015 (I)

1

Eindexamen scheikunde vwo 2015 (I) We laten hier alternatieve uitwerkingen zien van een paar rekenopgaven uit dit eindexamen. Algemeen geldt voor de uitwerkingen in het correctiemodel:

• Er worden geen grootheden benoemd, maar aantallen eenheden: 'Bereken hoeveel ton', in plaats van 'Bereken de massa'. En: 'Bereken hoeveel m3 waterstof...' in plaats van 'Bereken het volume waterstof…'.

• De uitwerkingen worden weergegeven in één formule, zonder de grootheden en eenheden te vermelden en zonder de berekening stap-voor-stap te laten zien. Dat is onzinnig. Verder wordt er geen enkele aandacht gegeven aan de oplossingsstrategie, die niet altijd voor de hand ligt!

De hier gegeven uitwerkingen zijn gedaan met groothedenvergelijkingen en aan de hand van de regels van de IUPAC op het gebied van grootheden en eenheden. Bij twijfel raadpleeg mijn reader:

Zie: http://ph-chemischrekenen.nl/chemisch-rekenen/index.html.

Aan bod komen de opgaven 5, 15 en 18. Voor de opgaven en het correctiemodel zie: http://www2.cito.nl/vo/ex2015/VW-1028-a-15-1-o.pdf.

Opgave 5

• m(C6H10O4) = 1,0 ton = 1,0·106 g M(C6H10O4) = 146,1 g·mol–1

n(C6H10O4) = !!= !,!∙!"!  !

!"#,!  !∙!"#!!= 6,84·103 mol

• n(H2O2) = 4 × n(C6H10O4) = 4 × 6,843·103 mol = 2,74·104 mol m(H2O2) = n × M = 2,74·104 mol × 34,02 g·mol–1 = 9,31·105 g

m(H2O2)eff. = !(!!!!)!(!!!!)!"".

=   !,!"∙!"!  !

!,!" = 1,00·106 g

• Gegeven: w(H2O2-opl.) = 0,30 (= 30 %)

m(H2O2-opl.) = !(!!!!)!"".!(!"#.)

= !,!!∙!"!  !!,!"

  = 3,34·106 g ≈ 3,3 ton

Opgave 15

Voor stroom A geldt (alles is per uur berekend):

• VA = 1,7·104 m3 en ϕ(CO2)A = 0,10 (ϕ is de volumefractie!) V(CO2)A = ϕ(CO2)A × VA = 0,10 × 1,7·104 m3 = 1,7·103 m3

• n(CO2)A = !(!!!)!!!

=   !,!∙!"!  !!

!,!"∙!"!!  !!/!"# = 1,06·107 mol

Voor stroom B geldt:

• VB = 2,6·105 m3 en ϕ(CO2)B = 0,95 V(CO2)B = ϕ(CO2)B × VB = 0,95 × 2,6·105 m3 = 2,47·105 m3

• n(CO2)B = !(!!!)!!!

=   !,!"∙!"!  !!

!"∙!"!!  !!/!"# = 9,15·106 mol

Page 2: Eindexamen scheikunde vwo 2015 (I)

2

De afgevangen (hoeveelheid)fractie CO2 [dat noteer je als: x(CO2)] is:

• x(CO2) = !(!!!)!!(!!!)!

=   !,!"∙  !"#!,!"∙!"!  !"#

= 0,855 ≈ 86 %

Opgave 18

• nzetmeel = !!=   !""  !

!,!∙  !"!  !∙!"#!! = 2,70·10–6 mol

• Bij de omzetting van zetmeel in TPS wordt water opgenomen; 1 molecuul water bij elke verbroken binding. Hier is een Systematische ProbleemAanpak nuttig, vooral de analyse met visualisering om het probleem in kaart te brengen. Een paar voorbeelden van een omzetting van een polymeer in een kleinere polymeer:

(8 monomeren) (4 monomeren)

Nodig: 1 molecuul H2O

(8 monomeren) (2 monomeren)

Nodig: 3 moleculen H2O

(8 monomeren) (1 monomeer)

Nodig: 7 moleculen H2O

Hieruit valt af te leiden dat per mol zetmeel geldt:

n(H2O)mol zm. = !!"#!$  !"#"!$%$#  !""#!!"#!$  !"#"!$%$#  !"

− 1

De molaire massa M is evenredig met het aantal monomeren in het polymeer.

Dus per mol zetmeel is nodig: n(H2O)mol zm. = !!"#$""%!!"#

− 1

• We berekenen nu n(H2O):

n(H2O) = n(H2O)mol zm × nzetmeel = !!"#$""%!!"#

− 1 ∙ 2,7 ∙ 10!!  mol

n(H2O) = !,!∙  !"!  !∙!"#!!

!,!∙  !"!  !∙!"#!!− 1 ×  2,7 ∙ 10!!  mol   = 18,5 × 2,7·10–6 mol = 4,99·10–5 mol

• m(H2O) = n × M = 4,99·10–5 mol × 18,02 g·mol–1 = 8,99·10–4 g ≈ 9,0·10–4 g