Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Eindrapportage
Project ‘Stimulering soorten van het agrarisch landschap 2014-2016’ Optimaliseren van leefbaarheid
Periode: 1 januari 2014 – 31 december 2016
Presentatie ‘LAL-len in Brabant’ is online te bekijken
H.J. den Hollander & J. Sloothaak 29 maart 2017
Brabants Landschap
Coördinatiepunt Landschapsbeheer www.brabantslandschap.nl
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[1]
Inhoudsopgave
1 Inleiding _________________________________________________________________ 2
2 Resultaten _______________________________________________________________ 3
2.1 Solitaire bijen en hommels _____________________________________________ 4
2.2 Onderwaterfauna en slakken ___________________________________________ 4
2.3 Amfibieën en reptielen & Oever- en waterplanten __________________________ 5
2.4 Oever- en watergebonden vogels ________________________________________ 6
2.5 Grasland- en akkervogels _______________________________________________ 7
2.6 Erfvogels en uilen _____________________________________________________ 8
2.7 Struweelvogels _______________________________________________________ 9
2.8 Oeverzoogdieren ____________________________________________________ 10
2.9 Vleermuizen ________________________________________________________ 10
2.10 Overige soorten _____________________________________________________ 11
3 Communicatie ___________________________________________________________ 12
4 Cofinanciering ___________________________________________________________ 13
5 Vrijwilligersuren _________________________________________________________ 13
6 Resultaten enquête _______________________________________________________ 14
6.1 Aanvragende organisatie ______________________________________________ 14
6.2 Monitoring _________________________________________________________ 15
6.3 Tevredenheid over het uitgevoerde LAL-deelproject ________________________ 17
6.4 Ervaring organisatie rondom de LAL _____________________________________ 19
7 Aanbevelingen __________________________________________________________ 22
Bijlage 1: Prioritaire doelsoorten per type leefgebied ________________________________ 24
Bijlage 2: Enquête (evaluatie LAL) ________________________________________________ 25
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[2]
1 Inleiding
Van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016 zijn 36 projecten voor prioritaire soorten van het agrarisch landschap in Noord-Brabant uitgevoerd. Deze deelprojecten geven uitvoering aan het Leefgebiedsplan Agrarisch Landschap (LAL). Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij Brabants Landschap verzorgde de coördinatie, de begeleiding en de administratie. Uitvoering vond plaats door vrijwilligersgroepen en/of agrarische natuurverenigingen. Naar deze organisaties gaat veel dank uit voor hun vrijwillige inzet (totaal 5.829 uur). Financiering vond plaats via de Subsidie Leefgebieden en Biodiversiteit van de provincie Noord-Brabant en Brabants Landschap. Een totaal bedrag van € 327.935,03 is vanuit het project besteed aan het treffen van biotoop verbeterende maatregelen waaronder nestgelegenheid, schuilgelegenheid of voedselvoorziening voor prioritaire soorten van het agrarisch landschap. Daarnaast zijn met de projecten externe bijdragen gegenereerd ter waarde van € 104.291,-. Het ‘LAL-project’ zorgt zodoende voor een grote multiplieer voor maatregelen in het leefgebied agrarisch landschap. Voor een uitgebreidere beschrijving van de werkwijze wordt verwezen naar het projectplan, wat te vinden is op onze website. Deze rapportage geeft een overzicht van de uitgevoerde maatregelen in de periode 2014-2016 en een impressie van een aantal projecten. Hierbij is gekeken naar de communicatie, de cofinanciering en de bestede vrijwilligersuren. Tot slot is er een aanbeveling gegeven voor de volgende periode 2017-2018, waarin het Coördinatiepunt voornemens is om nieuwe projecten uit te voeren.
Afbeelding 1. De geelgors is één van de prioritaire soorten van het leefgebied agrarisch landschap
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[3]
2 Resultaten
In totaal zijn, verspreid over Brabant, 36 projecten in het agrarisch landschap uitgevoerd (zie figuur 1). De beschermingsmaatregelen die zijn uitgevoerd in de verschillende projecten komen ten goede van beschermingsgroepen, die zijn samengesteld op basis van hun biotoop of soortgroep.
In tabel 1 is het aantal projecten per beschermingsgroep weergegeven. De prioritaire soorten per soortgroep en de daarvoor uitgevoerde maatregelen zijn te vinden in bijlage 1. Het kan zijn dan één project meerdere beschermingsgroepen en meerdere maatregelen omvat.
Beschermingsgroep LAL # projecten
Solitaire bijen en hommels 4
Onderwaterfauna en slakken 1
Amfibieen & reptielen Oever- en waterplanten 2
Oever- en watergebonden vogels 3
Grasland- en akkervogels 14
Erfvogels en uilen 13
Struweelvogels 2
Figuur 1. Verspreiding van de verschillende LAL-projecten uit de periode 2014-2016 (rode stippen) en uit de periode 2012-2013 (oranje stippen).
Tabel 1. Het aantal projecten per beschermingsgroep van de LAL
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[4]
Oeverzoogdieren 1
Overige zoogdier 1
Vleermuizen 6
Totaal 47
2.1 Solitaire bijen en hommels
Voor de beschermingsgroep solitaire bijen en hommels zijn vier projecten uitgevoerd. Er zijn drie insectenhotels, een bijenhotel en een solitair bijenhuis gemaakt/aangelegd. Ook zijn voedsel- en waard-/drachtplanten ingezaaid en aangeplant.
2.2 Onderwaterfauna en slakken
Voor de beschermingsgroep ‘onderwaterfauna en slakken’ is één project uitgevoerd. Door vernatting is een gebiedje geschikt gemaakt voor de grote Modderkruiper.
Afbeelding 2. Insectenhotel met bezette holtes in Heeswijk-Dinther
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[5]
2.3 Amfibieën en reptielen & Oever- en waterplanten
De beschermingsgroepen ‘amfibieën en reptielen’ en ‘oever- en waterplanten’ zijn samengevoegd, omdat de maatregelen voor beide beschermingsgroepen vooral bestaan uit het onderhoud aan poelen. Maatregelen voor poelenonderhoud bestaan uit het uitdiepen, vrij maken van slootkant en verwijderen van takken en bomen voor meer licht. In twee deelprojecten zijn maatregelen genomen voor deze doelsoorten.
- Het Lijsterven bij Wintelre een flinke ecologische kwaliteitsimpuls geven door de verwaarloosde poel te herstellen. Door het opschonen van de poel wordt deze weer geschikt gemaakt voor allerlei soorten amfibieën.
- Poel opgeschoond
Afbeelding 3. Greppel-plasdras bij deelproject Langen Bruggert
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[6]
2.4 Oever- en watergebonden vogels
Voor de beschermingsgroep oever- en watergebonden vogels zijn drie deelprojecten uitgevoerd. Voor de oeverzwaluw zijn broedwanden geplaatst en is onderhoud of renovatie gepleegd aan oeverzwaluwwanden. Voor de ijsvogel zijn 4 broedwanden gerealiseerd en zeventien steile wanden gemaakt.
Afbeelding 4. Te schonen poel en jonge kamsalamander
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[7]
2.5 Grasland- en akkervogels
Voor de beschermingsgroep grasland- en akkervogels zijn de meeste deelprojecten uitgevoerd (14 projecten). Vijf plasdrassen, drie golfplaatplasdrassen, een greppel plasdras en kruidenrijk grasland aangelegd/ontwikkeld voor weidevogels. Vijf graan-/akkerranden voor patrijs en andere akkervogels.
Afbeelding 5. Plaatsing ijsvogelwand in Gilze
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[8]
2.6 Erfvogels en uilen
Op de beschermingsgroep grasland- en akkervogels na, zijn de meeste projecten uitgevoerd voor de groep erfvogels en uilen. 13 projecten zijn uitgevoerd ten behoeve van de uilen (kerk- en steenuil) en zwaluwen (boeren-, huis- en gierzwaluw). De getroffen maatregelen bestonden uit het aanbrengen van beplanting, creëren van modderplaatsje, het plaatsen van zwaluwdraden, mestplankjes, huiszwaluwtillen, nestkasten voor boerenzwaluwen, gierzwaluwen, kerkuilen en steenuilen, gekraagde roodstraat, torenvalk, mussen en spreeuwen.
Afbeelding 6. Uitvoering patrijzenproject Veghel (boven) en inrichting plasdrassen Eethen en Oss (onder)
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[9]
2.7 Struweelvogels
Voor de struweelvogels, zijn twee deelprojecten uitgevoerd.
Structuur brengen in bestaande bospercelen door het aanbrengen van struiklaag en het afzetten van een zoom van het bos.
Geelgors reservaatakker. De akker wordt ingezaaid met een mengsel van verschillende zomergranen en inheemse akkerkruiden. De granen worden niet geoogst maar dienen in de winter als voedsel voor overwinterende vinkachtigen en patrijzen.
Afbeelding 7. Bezette nestkasten voor steenuil en gierzwaluw (boven) en plaatsing van een huiszwaluwtil ondersteund door geluidsapparatuur (onder).
Afbeelding 8. De inheemse kruiden voor akkermengsels binnen het LAL-project zijn besteld bij Cruijdt Hoeck
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[10]
2.8 Oeverzoogdieren
Voor de beschermingsgroep oeverzoogdieren is één project uitgevoerd. Voor de waterspitsmuis zijn kleine stapstenen gecreëerd langs een beek, zodat dit oeverzoogdier zich kan schuilhouden en vestigen.
2.9 Vleermuizen
Er zijn vijf projecten uitgevoerd ten behoeve van vleermuizen. Er zijn kraamkasten geplaatst, winterverblijven gebouwd, een vleermuiskelder verbeterd en dertigtal kleinere vleermuiskasten zijn geplaatst.
Afbeelding 9. Inrichtingsplan stapsteen waterspitsmuis in Gestel
Afbeelding 10. Renovatie vleermuiskelder in Hoogerheide
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[11]
2.10 Overige soorten
Naast de projecten voor prioritaire soorten zijn er ook voor de huismuis deelprojecten uitgevoerd. Hierbij ging het voor de mussen om het plaatsen van nestkasten in combinatie met specifieke erfbeplanting. In één project is na overleg met de provincie onderzocht of de wilde kat zich heeft gevestigd in Noord Brabant, door middel van cameratechnieken. Gebieden zijn gemonitord m.b.v. 10 cameravallen, om de wilde kat meer waar te nemen, zodat de conclusie getrokken kan worden dat deze zich definitief heeft gevestigd in Noord Brabant om hem beter te kunnen beschermen.
Afbeelding 11. Controle van geplaatste huiszwaluwkasten
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[12]
3 Communicatie
Bij alle projecten zijn nieuwsberichten in de lokale krant, op een website geplaatst of in een nieuwsbrief gezet. Hierbij is vermelding gemaakt van de Provincie en eventuele andere financiers. Verder is er bij een aantal maatregelen een speciale opening geweest met de (lokale) media en politiek. Door deze communicatie werd het project, voornamelijk onder de buurtbewoning, bekend gemaakt. Op het Symposium Biodiversiteit en Leefgebied en op de Jaaravond Weidevogelbescherming is een presentatie gegeven over het LAL-project.
Afbeelding 12. Voorbeeld van gepubliceerd persbericht in de krant
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[13]
4 Cofinanciering
Bij 10 projecten kwam in totaal € 104.291,- van derden. Bij de overige projecten is in de aanvraag of de afronding geen vormen van externe financiering doorgegeven. De financiering die beschikbaar is vanuit de Subsidie Leefgebieden en Biodiversiteit is een belangrijk smeermiddel gebleken om projecten van de grond te krijgen en lokale cofinanciering te regelen.
5 Vrijwilligersuren
Aan elke initiatiefnemer is het aantal vrijwilligersuren gevraagd wat aan het project is besteed. Bij een aantal projecten zijn nauwelijks vrijwilligersuren gemaakt, omdat de maatregelen volledig zijn uitbesteed aan een betaalde aannemer of groenvoorzienings-bedrijf. In totaal zijn er 5.829 vrijwilligersuren besteed binnen 31 projecten. Door het betrekken van natuurwerkgroepen is meer draagvlak en betrokkenheid ontstaan. Bovendien is dankzij deze grote hoeveelheid onbetaalde uren, nauwelijks geld besteed aan overhead en coördinatie, maar vooral aan tastbare beschermingsmaatregelen. De belastingdienst stelt een vrijwilligersvergoeding op € 4,50 per uur (bij vrijwilligers die 23 jaar of ouder zijn). De 5.829 uur heeft hierdoor een waarde van € 26.231,-. Bron: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/werk_en_inkomen/werken/werken-als-vrijwilliger/vrijwilligersvergoedingen/
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[14]
6 Resultaten enquête
Eind 2016 hebben de aanvragers van een LAL project een enquête ontvangen (zie bijlage 2). Voor alle 35 LAL projecten is een enquête ingevuld. Erfvogels Kempenland is 1 project met 2 LAL nummers: LAL042+LAL052, 1 ingevulde enquête. Er zijn dus 36 deelprojecten, maar 35 ingevulde enquêtes.
6.1 Aanvragende organisatie
Het merendeel van de LAL aanvragen wordt gedaan door een vrijwilligersorganisatie (10#, 28,6%). Ook weidevogelgroepen (8#, 22,9%), landschapsbeheergroepen (4#, 11,4%) en uilenwerkgroepen (2#, 5,7%) draaien LAL-projecten. Beide groepen zijn ook vrijwilligersorganisaties, waardoor het totale percentage van de organisaties die op vrijwilligers draaien in werkelijkheid ligt op 68,6% (24#). De overige 37,1% bestaat uit agrarische natuurverenigingen (7#, 20%), particulieren (3#, 8,6%) en gemeenten (1#, 2,9%). Waterschappen en commercieel bedrijven hebben in deze periode geen aanvragen gedaan
Veel natuurwerkgroepen hebben samengewerkt met andere partijen uit de streek. In veel gevallen betrof dit de gemeente en/of een (andere) vrijwilligersgroep. Ook het Waterschap, de ZLTO en Vogelbescherming Nederland werden enkele keren bij projecten betrokken.
Figuur 2. Verdeling type organisaties die een LAL project hebben uitgevoerd
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[15]
6.2 Monitoring
Bij meer dan de helft van de LAL-deelprojecten (18#, 51,4%) hebben de doelsoort(en) profijt gehad van de genomen maatregelen. Bij 31,4% hebben de doelsoort(en) nog geen gebruik gemaakt van de maatregelen, maar is wel de verwachting dat de doelsoort dit in de toekomst waarschijnlijk wel zal doen. En in 17,4% van de gevallen is dit onbekend.
Bij de meerderheid (25 van de 35, 71,4%) van de LAL-projecten vind monitoring plaats om het effect van de genomen maatregelen op de doelsoort te meten.
Figuur 3. Verdeling type organisaties die een LAL project hebben uitgevoerd
Figuur 4. Verdeling LAL projecten waarbij wel en niet monitoring plaats vind om het effect van de genomen maatregelen op de doelsoort te meten.
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[16]
Van de LAL-projecten waar monitoring heeft plaats gevonden (blauw in figuur 4), is dit bij 58,3% (14#) van de LAL deelprojecten uitgevoerd door de vrijwilligers van een weidevogel, uilen of landschapsgroep. Bij 29,3%, (7#) van de projecten heeft de organisatie die de LAL-aanvraag heeft gedaan/project heeft uitgevoerd, zelf de monitoring uitgevoerd. Bij 3 projecten heeft een overige partij gemonitord.
De methode van monitoren bestond in 22 van de 24 gevallen uit het registreren van de aanwezigheid van de doelsoort(en). Bij 13 van de 22 werd daarnaast ook het aantal broedgevallen bepaald/geregistreerd. Het broedsucces (overleving jongen) werd 8 keer bij gehouden. Het antwoord ‘overig’ dat tweemaal is gegeven betreft beide keren de wens om in de toekomst de aanwezigheid van de doelsoort te registreren.
Figuur 5. Uitvoerder monitoring
Figuur 6. Methode monitoring
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[17]
Bij 15 LAL-projecten (68,2%) hebben de doelsoorten gebruik gemaakt / geprofiteerd van de maatregelen. Naar aanleiding van de monitoring is één keer (4,5%) besloten de maatregelen te verbeteren. Bij één (4,5%) LAL project maakt de doelsoort geen gebruik van de genomen maatregel. De uitkomst van de monitoring is 22 keer ingevuld. Op de vraag ‘wat is het resultaat van de monitoring?’ is 5 keer beantwoord met ‘onbekend’. Bij nog eens 2 LAL deelprojecten (het antwoord overig op de vorige vraag) is het resultaat van de monitoring onbekend. Wat maakt dat het resultaat van de monitoring bij 7 LAL deelprojecten onbekend is.
6.3 Tevredenheid over het uitgevoerde LAL-deelproject
Figuur 7. Resultaat monitoring
Figuur 8. Tevreden met het eindresultaat van het gerealiseerde project
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[18]
26 van de 35 (74,3%) LAL-aanvragers zijn tevreden over het eindresultaat van het gerealiseerde LAL deelproject. Opmerkingen die in de enquête zijn geplaatst: Het is een 100% geslaagd project geweest
Omdat er zichtbare resultaat behaald zijn,
De biodiversiteit in de gemeente is veel groter geworden
Vergroting biodiversiteit, patrijs is indicatorsoort.
Mooi project op prima locatie
Meer nestmogelijkheden voor de betrokken soorten
Er is duidelijk een grote toename van broedgevallen + uitkomsten in het gebied van het project.
Er is een duidelijke toename van het aantal broedparen
Grote toename van het aantal broedparen
Je ziet dat je met enige aanpassingen (binnen flora en fauna) veel bereiken kan.
Dit is een goed project gerealiseerd met hulp van veel partijen. De verwachting is dat er door dit project zeker kansen zijn voor akkervogels en uitbreiding van biotoop voor amfibieën.
Plantmateriaal is overal geplant en er is een inboetactie geweest
Tevreden aangezien we diverse nieuwe vogelsoorten, en vis zien. Er zijn ook meer hazen dan voorheen.
22,9% (8#) is gedeeltelijk tevreden. Dit waren de toelichtingen: Bezetting kan beter.
Wij zijn tegen veel niet voorziene problemen aangelopen waardoor het meerjarig graan niet toe ontwikkeling is gekomen. Uit een kleinschalige proefopzet blijkt dat meerjarig graan zich wel kan ontwikkelen. De daadwerkelijke resultaten worden het komend jaar zichtbaar. Als het graan zich dan opnieuw ontwikkeld dan kunnen we zeggen dat er wel mogelijkheden zijn om het project opnieuw breder in te zetten. Belangrijk is dan dat vraatschade door vogels (roeken/kraaien en kauwen) voorkomen kan worden. Hierdoor zijn de proefvelden niet tot ontwikkeling gekomen.
Medio 2015 is er een evaluatie via een vragenlijst uitgevoerd. De bedoeling was eind 2015 de resultaten via een website aan de deelnemers en inwoners gemeente breed te presenteren. Door omstandigheden (tijd/prioritering) is dit helaas niet gelukt. Op zich is dit niet zo'n probleem omdat een aantal doelsoorten (zoals Boerenzwaluw) waarschijnlijk tijd nodig hebben om te wennen aan de genomen maatregelen. Over 2016 heeft geen evaluatie plaatsgevonden. Over de hoeveelheid genomen maatregelen ben ik overigens wel tevreden. Er is behoefte aan een goede monitoringsinstrument en ondersteuning bij uitvoering.
project is nog niet geheel gerealiseerd
Nog niet het beoogde resultaat bereikt
*niet alle geplante bollen zijn opgekomen: crocussen wél *de nestkasten hingen te laat om in gebruik te worden genomen: we hopen dat in de toekomst dat de kasten worden bewoond * de fruitbomen zijn met succes geplant en komen in bloei
Het industrieterrein is nog in ontwikkeling en het is nu moeilijk vast te stellen hoe de maatregelen uitpakken voor de doelsoort
De aanvrager van één project is niet tevreden, omdat
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[19]
Resultaat is nog niet mogelijk omdat een aantal maatregelen nog uitgevoerd worden op dit moment. Ook de aanplant van Fruitbomen en bosplantsoen en het inzaaien van akkerranden geeft pas resultaat op de wat langere termijn.
6.4 Ervaring organisatie rondom de LAL
De administratieve last van de LAL-regeling vond 74,3% van de aanvragers normaal. 17,1% vond de administratieve last laag. En 3 keer (8,6%) werd deze hoog gevonden.
De begeleiding vanuit het Coördinatiepunt Landschapsbeheer werd als volgt ervaren:
Figuur 9. Ervaring/mening over de administratieve last van de LAL-regeling
Figuur 10. Ervaring/mening over de begeleiding vanuit Coördinatiepunt Landschapsbeheer
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[20]
45,7% Uitstekend Denken mee in oplossingen!
Praktijkgericht en maatwerk mogelijk
werken al jaren met het coördinatiepunt samen en waarderen hun gedrevenheid.
28,6% Goed Er werd altijd support gegeven, daar waar je zelf niet uit kwam
22,9% Voldoende Financiële afwikkeling onduidelijk
Tijdens het project nagenoeg geen contact gehad. Alleen aan einde bij verkrijgen vergoeding.
2,9% Matig slecht bereikbare contactpersoon
Op de vraag “Zou u nog een keer een LAL project uit willen voeren?”, werd als volgt geantwoord:
94,3% Ja
*we zijn met hulp over veel dagen verspreid bezig geweest, *we hebben in het buitenland kunnen laten zien hoe het hier gaat *er is zeker op het gebied van hagen, houtwallen en bomen nog veel te doen
Beplantingsplannen zijn op 40 bedrijven uitgevoerd
Bij geslaagde kansen zou je hier ten alle tijden een beroep op mogen doen. zonder deze steun wordt het de verenigingen wel degelijk lastig gemaakt om een project gefinancierd te krijgen. Wat uit eindelijk ten koste gaat van de natuur (biodiversiteit) in zijn algemeenheid
Bij geslaagde kansen zou je hier ten alle tijden een beroep op mogen doen. Zonder deze steun wordt het de verenigingen wel degelijk lastig gemaakt om een project gefinancierd te krijgen. Wat uit eindelijk ten koste gaat van de natuur (biodiversiteit) in zijn algemeenheid.
blijvende aandacht voor natuur een van de subdoelstelling van ons project
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[21]
er liggen al projecten in voorbereiding
Het tijdbestek waarin we dit project moeten uitvoeren komt niet overeen met dit project. Gelukkig hebben we daar een mouw aan weten te passen. Maar ik voelde mij daar niet gelukkig mee.
Laagdrempelig. Fijn dat men praktische adviezen en financiële steun combineert
Mogelijk vervolg op dit project indien blijkt dat meerjarig graan zich wel kan ontwikkelen. Dit blijkt al in komend voorjaar als proefvakken zich weer opnieuw ontwikkelen.
Ook dit project is tot stand gekomen door medewerking van Gemeente Eersel,Waterschap, Jagersvereniging Weidevogel vereniging Brabants-Landschap,Aangrenzende Boeren en B- team Gemeente Eersel. Daardoor heeft het alleen al veel waarde. Verder zal zeker de patrijs hiervan profiteren.
prettig en nuttig om iets voor de natuur te doen
5,7% Misschien Veel administratie
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[22]
7 Aanbevelingen
Communicatie Omdat binnen het LAL-project de voorwaarden is gesteld dat het toegekende bedrag per deelproject volledig besteed moeten worden aan biotoopverbeterende maatregelen, is er geen budget voor communicatie en coördinatiekosten. Hoewel door aanvragers zo goed mogelijk wordt gezocht naar externe financiering voor deze onderdelen, lukt dat vaak niet. Het zou voor een toekomstig LAL-project beter zijn om af te spreken dat een bepaald deel van de begroting (bijvoorbeeld max. 10%) wel voor communicatie en coördinatiekosten gebruikt mag worden. Monitoring De monitoring is ten opzicht van de vorige LAL-periode (2012-2013) sterk verbeterd. Maar, nog niet alle deelprojecten uit de LAL-periode 2014-2016 zijn goed gemonitord. Het is wel bijgehouden óf doelsoorten gebruik maken van de maatregelen, maar in welke mate en vorm is niet altijd bijgehouden. Eén van de aanbevelingen is dan ook op in een volgende periode meer te sturen op monitoring en hier ook voor waarden over op te nemen in de beschikkingsbrief. Er is inmiddels wel geïnvesteerd in een invoerportaal waarin soorten in het landelijk gebied digitaal en in het veld kunnen worden vastgelegd. Dat kan indien relevant inclusief het broedsucces.
“Stimulering soorten van het agrarisch landschap” maakt onderdeel uit van de herinrichting van het platteland, ook wel reconstructie genoemd. Op tal van plaatsen komen natuurgebieden tot stand, krijgen rivieren de ruimte, blijven dorpen leefbaar en kan landbouw zich ontwikkelen op duurzame locaties. Samen dragen alle projecten bij aan een vitaal, mooi en schoon platteland voor alle inwoners en recreanten. Aan de uitvoering werken overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren, onder regie van de provincie Noord-Brabant. In deze regio zijn zij verenigd in de gebieden van Noord-Brabant.
Eindrapportage: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
Bijlage 1: Prioritaire doelsoorten per type leefgebied
A B C D E F
soorten van laagveengebied soorten van open
graslandgebieden op klei
soorten van open akkergebieden
op klei
soorten van open tot halfopen
zandgebieden
soorten van besloten tot
halfopen zandgebieden
soorten van het
maasheggenlandschap
spits fonteinkruid kamgras akkerandoorn akkerandoorn akkerandoorn akkerandoorn
paarbladig fonteinkruid veldgerst akkerleeuwenbek akkerleeuwenbek akkerleeuwenbek akkerleeuwenbek
krabbescheer rapunzelklokje stinkende kamille stinkende kamille stinkende kamille stinkende kamille
slobeend verfbrem bleekgele hennepnetel bleekgele hennepnetel bleekgele hennepnetel bleekgele hennepnetel
graspieper klavervreter korenbloem korenbloem korenbloem korenbloem
watersnip spits havikskruid bolderik bolderik bolderik bolderik
zwarte stern wilde averuit korensla korensla korensla korensla
lepelaar papegaaizwammetje grote leeuwenklauw glad biggenkruid glad biggenkruid grote leeuwenklauw
bunzing kievit kleine wolfsmelk kamgras kamgras kleine wolfsmelk
wezel veldleeuwerik spiesleeuwenbek knolsteenbreek knolsteenbreek spiesleeuwenbek
hermelijn gele kwikstaart wilde ridderspoor papegaaizwammetje papegaaizwammetje wilde ridderspoor
waterspitsmuis kneu eironde leeuwenbek gezoneerde stekelzwam gezoneerde stekelzwam eironde leeuwenbek
rugstreeppad patrijs kievit goudporieboleet goudporieboleet kamgras
heikikker grauwe gors veldleeuwerik verfbrem verfbrem veldgerst
bittervoorn wulp gele kwikstaart klavervreter klavervreter prapunzelklokje
grote modderkruiper graspieper kneu spits havikskruid spits havikskruid wilde averuit
kroeskarper kwartelkoning patrijs dwergrus dwergrus papegaaizwammetje
kleverige poelslak grutto grauwe gors koprus koprus verfbrem
platte schijfhoren watersnip wulp kruipend moerasscherm kruipend moerasscherm klavervreter
schele engerd paapje graspieper stijve moersaweegbree stijve moersaweegbree spits havikskruid
moerassprinkhaan roodborsttapuit oeverzwaluw wijdbloeiende rus wijdbloeiende rus brandplekribbelzwam
zompsprinkhaan oeverzwaluw bunzing drijvende waterweegbree drijvende waterweegbree eikenweerschijnzwam
grijze grootoorvleermuis bunzing wezel ongelijkbladig fonteinkruid ongelijkbladig fonteinkruid echte pruikzwam
ingekorven vleermuis wezel hermelijn langstengelig fonteinkruid langstengelig fonteinkruid groot takmos
laatvlieger hermelijn waterspitsmuis spits fonteinkruid spits fonteinkruid grote lijster
rosse vleermuis waterspitsmuis rugstreeppad plat fonteinkruid plat fonteinkruid geelgors
kerkuil rugstreeppad grijze grootoorvleermuis krabbescheer krabbescheer ransuil
steenuil heikikker ingekorven vleermuis brandplekribbelzwam brandplekribbelzwam zomertortel
boerenzwaluw bittervoorn laatvlieger eikenweerschijnzwam eikenweerschijnzwam steenuil
huiszwaluw grote modderkruiper rosse vleermuis echte pruikzwam echte pruikzwam nachtegaal
kroeskarper kerkuil groot takmos groot takmos grauwe klauwier
kleverige poelslak steenuil kievit grote lijster kneu
platte schijfhoren boerenzwaluw veldleeuwerik geelgors patrijs
schele engerd huiszwaluw gele kwikstaart ransuil grauwe gors
moerassprinkhaan kneu zomertortel roodborsttapuit
zompsprinkhaan patrijs nachtegaal oeverzwaluw
grijze grootoorvleermuis grauwe gors grauwe klauwier bunzing
ingekorven vleermuis wiulp kneu wezel
laatvlieger graspieper patrijs hermelijn
rosse vleermuis kwartelkoning grauwe gors das
kerkuil grutto roodborsttapuit waterspitsmuis
steenuil watersnip oeverzwaluw ondergrondse woelmuis
boerenzwaluw paapje korhoen rosse vleermuis
huiszwaluw roodborsttapuit bunzing boomkikker
oeverzwaluw wezel kamsalamander
korhoen hermelijn knoflookpad
bunzing das bruine eikenpage
wezel waterspitsmuis sleedoornpage
hermelijn ondergrondse woelmuis grijze grootoorvleermuis
das rosse vleermuis ingekorven vleermuis
waterspitsmuis rugstreeppad laatvlieger
ondergrondse woelmuis heikikker kerkuil
rosse vleermuis boomkikker boerenzwaluw
rugstreeppad kamsalamander huiszwaluw
heikikker knoflookpad
boomkikker poelkikker
kamsalamander vinpootsalamander
knoflookpad alpenwatersalamander
poelkikker levendbarende hagedis
vinpootsalamander bittervoorn
alpenwatersalamander grote modderkruiper
levendbarende hagedis kroeskarper
bittervoorn kleverige poelslak
grote modderkruiper platte schijfhoren
kroeskarper fijngeribde grasslak
kleverige poelslak schele engerd
platte schijfhoren moerassprinkhaan
fijngeribde grasslak zompsprinkhaan
schele engerd gelderse zandbij
moerassprinkhaan zuidelijke gouden groefbij
zompsprinkhaan bruine eikenpage
gelderse zandbij sleedoornpage
zuidelijke gouden groefbij behaarde rode bosmier
bruine eikenpage glanzende gastmier
sleedoornpage kale rode bosmier
behaarde rode bosmier zwartrugbosmier
glanzende gastmier veenmol
kale rode bosmier veldkrekel
zwartrugbosmier grijze grootoorvleermuis
veenmol ingekorven vleermuis
veldkrekel laatvlieger
grijze grootoorvleermuis rosse vleermuis
ingekorven vleermuis kerkuil
laatvlieger steenuil
rosse vleermuis boerenzwaluw
kerkuil huiszwaluw
steenuil
boerenzwaluw
huiszwaluw
Rapport: Stimulering soorten van het agrarisch landschap 29 maart 2017
[24]
Bijlage 2: Enquête (evaluatie LAL)
Sectie 1 van 3
Korte enquête LALDe LAL richt zich op het behoud en de bescherming van soorten in het Leefgebied Agrarisch Landschap (afgekort LAL).
Voor onze evaluatie naar de Provincie en om mogelijk weer een vervolg te kunnen geven aan de LAL hebben we wat aanvullende gegevens van u nodig. We hebben hiervoor 12 korte (meerkeuze)vragen opgesteld. Het zal niet meer dan 5 minuten in beslag nemen om in te vullen.
Als u bij meerdere deelprojecten bent betrokken, verzoeken we u om de vragen in dit formulier per deelproject in te vullen (als u bijvoorbeeld heeft meegewerkt aan deelproject LAL048 en LAL074, beantwoordt dan een keer de vragen voor LAL048, open de website opnieuw en beantwoord dan de vragen voor LAL074). Een toelichting op de LAL is te vinden in de volgende prezi-presentatie: https://prezi.com/zzmdwae44a3q/lal-len-in-brabant/
*Naam contactpersoon
Korte antwoordtekst
*1.1 Van welk LAL deelproject was u de contactpersoon?
LAL042 - Erfvogels Kempenland
LAL043 - Vleermuiskelder Cadettenkamp Breda
LAL044 - IJsvogels in kreken en polders Drimmelen
LAL045 - Vernatting Langen Bruggert
LAL046 - Huiszwaluwtil Reusel-De Mierden
LAL048 - Inrichting plasdras Beerse Overlaet
LAL049 - Meerjarig graan patrijs Laarbeeks Landschap
LAL050 - Erfvogelproject Gemeente Oirschot
LAL051 - Patrijsproject Doornhoek Veghel
Enquete LAL
VRAGEN REACTIES 35
LAL052 - Oeverzwaluwwand/vleermuiskelder/ijsvogel/poel
LAL053 - Wilde kat
LAL054 - Plasdras Ravenstein
LAL055 - Plasdras Lithoijen
LAL056 - Zaaimachine akkerrandenproject patrijs Gemert
LAL057 - Waterspitsmuis Beeksche Loop
LAL058 - Erfgroenproject ZLTO Bernheze
LAL059 - Ondersteuning erfvogels Best
LAL060 - Vleermuiskast Koningspark Raamsdonksveer
LAL061 - Erfvogels Boerdonk
LAL063 - Broedgelegenheid kerkuil Zundert
LAL064 - Vergroten biodiversiteit terrein abdij Mariënkroon Nieuwkuijk
LAL065 - Plasdras stapstenen Beerse Overlaat
LAL066 - Aanvulling Ondersteuning erfvogels Best
LAL067 - Zwaluwtillen Oisterwijk
LAL068 - Voedsel en waardplanten Gilze
LAL069 - Solitair bijenhuis Heeswijk-Dinther
LAL070 - Patrijzen op de Kempkens te Veghel
LAL071 - Aanvulling erfvogels Kempenland
LAL072 - Water voor weidevogels Rosmalen
LAL073 - Lijsterven Eersel
LAL074 - Greppels en kruiden Genderense Uiterwaarden
LAL075 - Water en kruiden Lith/Ravenstein Beerse Overlaat
LAL076 - Aanvulling erfvogels Kempenland
LAL077 - Nestgelegenheid werkboerderij Buiten Gewoon, Berlicum
LAL078 - Greppels voor grutto's Teteringen
Na sectie 1
Sectie 2 van 3
*1.2 Vanuit welk type organisatie heeft u het project uitgevoerd?
Weidevogelgroep
Uilenwerkgroep
Landschapsbeheergroep
Vrijwilligersorganisatie (overige)
Agrarisch NatuurVereniging
Gemeente
Waterschap
Commercieel bedrijf
Particulier
Verder naar de volgende sectie
2. Resultaat van uw projectDe doelsoorten van de Leefgebieden van Agrarisch Landschap kunnen zijn: - oever en waterplanten - solitaire bijen en hommels - onderwaterfauna en slakken - ambieën - oever- en watergebonden vogels - grasland- en akkervogels - erfvogels en uilen - struweelvogels - vleermuizen.
*2.1 Hebben de doelsoort(en) projt van de genomen maatregelen?
Ja
Nog niet, maar in de toekomst waarschijnlijk wel
Nee
Onbekend
*
2.2 Vind er monitoring plaats om het effect van de genomen maatregelen op de doelsoort te meten?
Ja
Nee (Ga door naar vraag 2.6)
2.3 Indien monitoring heeft plaats gevonden: Wie heeft de monitoring uitgevoerd?
De aanvragende organisatie van dit (deel)project
De vrijwilligers van de weidevogelgroep, uilenwerkgroep of landschapsbeheergroep
Een medewerker van een gemeente of waterschap
Overige...
2.4 Indien monitoring heeft plaats gevonden: Hoe is dit gedaan? (meerdere antwoorden mogelijk)
De aanwezigheid van de doelsoort(en) registreren.
Aantal broedgevallen van de doelsoort(en) bepalen.
Het broedsucces (overleving jongen) van de doelsoort(en) bepalen.
Overige...
2.5 Indien monitoring heeft plaats gevonden: Wat is het resultaat?
Doelsoorten maken gebruik van de genomen maatregelen
Doelsoorten maken geen gebruik van de genomen maatregelen
We gaan de maatregelen verbeteren
We gaan het beheer verbeteren
Onbekend
*2.6 Bent u tevreden over het eindresultaat van het gerealiseerde project?
Ja
Gedeeltelijk
Na sectie 2
Sectie 3 van 3
Nee
Toelichting waarom u wel of niet tevreden bent:
Tekst lang antwoord
Verder naar de volgende sectie
3. De bijdrage van de LALBeschrijving (optioneel)
*3.1 Hoeveel vrijwilligersuren zijn er ongeveer aan het project besteed?
Tekst lang antwoord
*3.2 Hoe vond u de administratieve last van de LAL-regeling?
Hoog
Normaal
Laag
*3.3 Hoe vond u de begeleiding vanuit het Coördinatiepunt Landschapsbeheer?
Uitstekend
Goed
Voldoende
Matig
Slecht
Toelichting:Tekst lang antwoord
*3.4 Zou u nog een keer een LAL project uit willen voeren?
Ja
Nee
Misschien
Toelichting:
Tekst lang antwoord