28
24 | 4 - 9 | 5 | 2010

Erfgoeddag 2010 - Fake?

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Vijf zoektochten naar de waarheid of het fake-gehalte achter lokale 'legenden' in de gemeenten Alveringem, De Panne, Koksijde, Nieuwpoort en Veurne. Wat is waarheid, wat is verbeelding? En hoe geven amateurkunstenaars vorm aan die lokale legenden? Naar aanleiding van Erfgoeddag en Week van de Amateurkunsten 2010

Citation preview

Page 1: Erfgoeddag 2010 - Fake?

24 |4 - 9 |5 |2010

Page 2: Erfgoeddag 2010 - Fake?
Page 3: Erfgoeddag 2010 - Fake?

??????

| 3 |

V O O R W O O R D

Page 4: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 4 |

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

De drie ridders (Gijverinkhove, Alveringem)

Drie ridders woonden op een kasteel niet ver van de kerk. Toen hun moeder stierf, gingen ze elk hun weg.Vele, vele jaren later kwamen twee stokoude kluizenaars en één ridder de kasteeldreef weer op. Hun kas-teel was vervallen, het personeel ondertussen gestorven. Daarop schonken ze de kapelaan van de kerk geldom drie kapellen te bouwen en vertrokken ze voorgoed. Ze werden sindsdien nooit meer gezien, maar totin lengte van dagen herinneren de plaatsnaam en de drie kapellen aan hun wedervaren. Zo gaat, in het kort,het verhaal van de drie ridders.

Een mooie legende. Op het eerste zicht zelfs weinig uniek. Sla een sprookjesboek open en je vindt allichtmeerdere verhalen over drie prinsen die met een opdracht van huis vertrekken en pas veel later terugkerennaar het ouderlijk huis. Vaak is het de jongste zoon die als enige slaagt in de missie. Doordat hij minderhooghartig is, krijgt hij na een vriendelijke daad onverwachte steun om zijn opdracht tot een goed einde tebrengen. En dat terwijl zijn oudere broers hoogmoedig hulp afwijzen of hun tijd met alles behalve de zoek-tocht doorbrengen. Daarom wordt de jongste zoon door de oude vader tot erfgenaam-koning bestempeld- tot nijd van zijn broers, die hem tot op het laatst proberen een voetje te lichten.

Je bemerkt echter onmiddellijk dat de legende van de drie ridders van Gijverinkhove toch wel behoorlijk vandat stramien afwijkt. De drie broers vertrekken zonder specifieke opdracht - hun moeder is wel overleden.Alle drie komen ze terug en in volmaakte harmonie beslissen ze tot een gezamenlijk project (de oprichtingvan drie kapellen), waarna ze weer verdwijnen. Vandaar dat sommigen wel denken dat er méér achter hetverhaal kan zitten.

En dan wordt wel gedacht aan een grote burgeroorlog, die zich omstreeks 1200 in onze streek afspeelde. Desage zou dan verwijzen naar de lokale opstand van de lagere landadel tegen het gezag van gravin Mathildevan Portugal (1157-1218). Zij was van koninklijken bloede en de tweede vrouw van graaf Filips van den Elzas.Na de dood van de graaf had zij het gezag over een groot deel van Vlaanderen, met o.a. Kassel, Veurne en Rijsel. Rond het jaar 1200 kreeg ze te maken met een opstand tegen haar gezag en vooral tegen een te hooggeachte belastingsdruk. De opstandelingen werden de Blauwvoeten genoemd, naar een familie uit het Veurnse.

De strijd kantelde meermaals. Zo wisten de Blauwvoeten het leger van Mathilde in de pan te hakken en verwoestten ze zelfs het grafelijk kasteel op de motte in Veurne, maar later leden ze zelf een beslissendenederlaag in Houtem, bij Veurne. De leiders en hun medestanders werden verbannen en hun goederen inbeslag genomen. Zo zou het b.v. de broers Omaar en Jan Knibbe, die op de Burg van Oeren woonden, ver-gaan zijn. Zij kozen de kant van de Blauwvoeten, met als gevolg dan hun burcht door hun tegenstanders,de Ingerycks, in 1205 verwoest werd. Mogelijk woonden ook opstandelingen in Gijverinkhove?

Merkwaardig is trouwens dat een kroniekschrijver meedeelt dat de tweespalt nog jarenlang smeulde enuiteindelijk slechts helemaal verdween toen men de grootste vechtersbazen ertoe wist te bewegen hun

herberg de drie ridders kapel de drie boompjes kattekapel

Page 5: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 5 |

capaciteiten op een beter doel te richten: de kruistochten. En inderdaad, wie jaren later uit het Heilig Landterugkwam, was in de ogen van die tijd vaak al een oude, afgeleefde man. Dat het ridders waren en dat zeblijkbaar gelouterd naar Gijverinkhove weerkeerden (om er een kapel te stichten), past eigenlijk perfect indie historische achtergrond. Al zal het wel nooit duidelijk worden of dit meer dan een mooie hypothese is…

Een ‘kasteel’ was er in elk geval wel in Gijverinkhove. De oorspronkelijke naam van Gijverinkhove ‘Giba-hardinga-hof’ betekent zoveel als het ‘hof’ of de ‘boerderij van de lieden van Gibahard’. Veel later kwamdat “schoon leenhof” in handen van het geslacht Colin. Jan Colin werd op 16 mei 1505 terechtgesteld (‘ont-halst’) vanwege moord. Het leenhof en zijn goederen werden daarop verbeurd verklaard. Het hof kwamachtereenvolgens in het bezit van de familie de Cortewille en de familie van Pamele. Pauwel Heinderyckxschreef, zo’n honderd jaar na de gebeurtenissen, dat er tegenwoordig een ‘erelyke [heerlijke?]' woning wasgebouwd, maar dat men nog kon zien aan bv. de wijde grachten dat er ooit zeer grote gebouwen (een kas-teel?) moeten hebben gestaan.De kasteelhoeve werd in 1805 en een 100 m. ten westen herbouwd. Het is de huidige Kasteelhoeve (Kas-teeldreef 2). De oorspronkelijke omwalling ligt nog ten oosten van de hoeve.

De kasteelhoeve vormde de oude kern van het dorp. Pas in de loop van de 19de eeuw verplaatste hetzwaartepunt van het dorp zich naar het gehucht Weegschede, de plek waar de drie ridders volgens het ver-haal elk hun weg waren gegaan. De naam ‘weegschede’ als plaatsbepaling komt al voor in 1303, maar nietnoodzakelijk en alleen voor Gijverinkhove. De eerste keer wordt de plaats ten oosten van Lo gesitueerd. Erzijn ook vermeldingen van Weegschede in Houtem (in 1570), Leisele (1621), Oudekapelle (1475) enHoogstade (rond 1400). Specifiek voor Gijverinkhove wordt in 1594 gesproken over een straat die loopt“van srudders weschede naer de drie boomkens”.

De kapel O.-L.-Vrouw van de Drie Boompjes en de O.-L.-Vrouw van Troost-kapel of de Kattekapel zouden nogtwee van de drie kapellen zijn die de ridders lieten bouwen langs de weg waarheen ze vertrokken.

Of er effectief drie ridders waren en of ze daadwerkelijk de plaatselijke kapellen stichtten, zal wel altijd on-duidelijk blijven. Het getal drie is uiteraard een sterk symbolisch en bijbels getal. Alle goede dingen bestaanuit drie, iets wat drie keer gebeurt wordt in veel bijbelse en middeleeuwse verhalen als teken van Godgezien, God maakt zelf deel uit van de Heilige Drievuldigheid en Jezus zelf verrees na drie dagen.

Effectief bestaan of niet, de drie ridders blijven in elk geval voortleven in Gijverinkhove. Er werd een her-berg naar hen genoemd (‘In de drie ridders – Weegschede’), zelfs een brouwerij, ze leven verder in het officieuze wapenschild van Gijverinkhove en in het logo van de plaatselijke motorclub. Tot niet zo lang gele-den kon je de ridders zelfs nog ‘echt’ door de straten zien lopen, gezeten op hun paard, als ze deelnamenaan één van de processies in Gijverinkhove…

Kunstenaars

Magda Bollion, NieuwpoortMagda Bollion volgde een opleiding aan een privé-academie in Brugge voor juwelen in goud, zilver en brons en daarnaasteen opleiding aan de Westhoekacademie in Koksijde voor keramiek, beeldhouwkunst en tekenen. Haar voornaamste in-spiratiebronnen zijn de mens in beweging, dieren en mythologie. Zij werkt vooral met klei, acryl en was (gieten van bronsen zilver). Ze stelde reeds tentoon in De Panne, Koksijde, Beauvoorde, Westende, Oostende, Brugge, Koekelare, Ouden-burg en Roeselare, zowel in groep als alleen.

Keramiek, 3 x 50x50

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 6: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 6 |

Gusta Krokke (De Panne)

Plassen op de vis om hem "vers" te doen glanzen, een stevig glas verzetten, verleidster van toeris-ten? Welke indruk moet Gusta Krokke niet hebben gemaakt in De Panne, om meer dan vijftig jaarna haar dood nog verder te leven in het collectieve geheugen en het typevoorbeeld te zijn van dévisleurster? Of waarheid en fictie samen vallen is moeilijker na te gaan. Wellicht worden in haar persoon aller-lei ware en minder ware verhalen samen gebracht. Was zij werkelijk zoals zij nu in het geheugen vanDe Panne voort leeft of werd ze in de loop der jaren tot die figuur gemodelleerd? Blijft zij voor onseen illustere naam uit de geschiedenis of wordt ze een echte vrouw van vlees en bloed?

Gusta Krokkes werkelijke naam was Gusta Pollevyt. Ze was de dochter van David Pollevyt (zelf vanPoolse origine?) en Maria Dedeurwaerder. Ze werd op 1 december 1873 geboren in het VeurnseHandboogstraatje, destijds gekend als het ‘Ambachtstraatje'. Het was het rumoerigste straatje vanVeurne, drukbevolkt met haring- en sprotrokers, scharenslijpers en leurders. Een volkje apart…

Haar eerste kind, Hendrik of Henri, kreeg Gusta op twintigjarige leeftijd. Twee jaar, in 1895, volgdeeen Maria Magdalena, kortweg Madeleine. Beide kinderen werden gewettigd, toen Gusta op 25 juli1899 huwde met Karel Lodewijk Cornelis Lehouck, werkman en leurder, maar beter gekend als“Spekke Krokke”. Het jonge paar bleek zeer productief, al groeiden maar weinig van hun kinderenop. Nog in 1899 werd Alberic geboren, die een jaar later overleed. Dat jaar zag een nieuwe Alberichet levenslicht, om ook een jaar later te sterven. Maurice (1901-1902) was hetzelfde lot beschoren.In 1902 kregen Gusta en Karel een drieling, maar het eerste kind kwam levenloos ter wereld, en debroertjes Achille en Alberic stierven al heel vlug daarna. In 1903 kwam Marie ter wereld, het tweedekind dat groot zou worden. Gaston (1906-1906) en Philemon (1909-1909) stierven erg jong. En in1910 werd tenslotte Yvonne geboren. Na de Eerste Wereldoorlog verhuisden allen naar De Panne. Madeleine, visrookster, al in maart 1921.De rest van de familie volgde een maand later: Spekke Krokke was toen viskoopman en visrookster,zoon Hendrik visrokersgast en metserdiener (allicht in het kader van de wederopbouw van de streek),en de zussen Marie en Yvonne "zonder beroep", zoals officieel ook Gusta Krokke zelf.

In De Panne baatte Gusta de herberg ‘Het Visscherswelzijn’ uit (later, toen het was overgenomen doorMartha Braem ‘Het Matroosje’ genoemd; Veurnestraat 155). Op de binnenplaats van haar herberg had

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 7: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 7 |

ze tussen de twee wereldoorlogen een visrokerij. Naast waardin en visrookster,was ze ook visleurster. Met haar stootkarretje leurde Gusta dagelijks met vis (‘totjes’ en ‘schulletjes’ en ‘droogvis’) in De Panne en de nabije omgeving. Zekwam onder meer ook op kermissen en wielerwedstrijden.Gusta overleed op 11 februari 1959 in het huis in de Veurnestraat 260 op 86-jarigeleeftijd.

Tot zover alvast de feiten. Wat is waar, wat is ‘vernauwing’ in de rest van de ver-halen? Naar verluidt keerde Gusta nooit naar huis terug voor haar mand leeg was.En omdat leuren blijkbaar een dorstig beroep is, dronk Gusta ook graag haarglaasje. In de volksmond zei men trouwens: “Vis moet kunnen zwemmen”. Eneer alle vis verkocht was, had Gusta al een aardig pintje verzet…Gusta had het leuren onder de knie en kende de gewoonten van de toeristen vanbinnen en van buiten. En alhoewel vakantiegangers geen sikkepit verstonden vanhaar sappige taaltje, kochten ze bij voorkeur hun scholletjes, plaatjes of kabel-jauw bij Gusta. Destijds droegen de vissersvrouwen geen ondergoed onder hun vele rokken. Omte plassen volstond het om eventjes op de grond te hurken en klaar was kees…Naar het schijnt plasten sommige vissersvrouwen ook op de vis om ze te doenblinken.

Waar of niet, om haar nagedachtenis levend te houden, werd Gusta Krokke in2001 in elk geval vereeuwigd in Reuzin Gusta. Het initiatief kwam van hetFeestcomité Panne-Centrum ter gelegenheid van zijn 50-jarig bestaan. De reuzen-vissersvrouw is 2,65 meter hoog en heeft – hoe kan het ook anders – een mandmet vis bij.

Als illustere vissersfiguur staat Gusta Krokke niet alleen. Er waren onder meer nogStinne Keun (eigenlijk Leontine De Stoop), Krabbe (Elodie Vanneuville) en na-tuurlijk Pier Kloeffe (Petrus Decreton). Net als zoveel figuren uit de visserij, warenGusta en Spekke Krokke beter gekend onder hun bijnamen dan onder hun echtenamen. Bijnamen waren vaak gelinkt aan uiterlijke kenmerken of karakter, somsook aan beroep of afkomst. Misschien kwam de naam ‘Krokke’ van het feit dat zegraag een glaasje lustten en bijgevolg soms ‘krikke’ waren?

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 8: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 8 |

‘Spekke’ zou een bijnaam geweest zijn om iemand te omschrijven die dacht dat hij visser was, maardat in feite totaal niet was, omwille van zijn roekeloos en ondoordacht gedrag, waardoor hij de be-manning en boot in gevaar bracht… Anderzijds werd ‘spekkevisser’ zeker ook gebruikt voor eenvisser die langs de kust voer en maar weinig binnenhaalde…

De herinnering aan deze volksfiguren blijft één van de laatste restanten en getuigenissen van het visserijverleden in De Panne, dat ooit zo groot was.

Omstreeks 1910 had De Panne immers na Oostende de tweede grootste vissersvloot van de Bel-gische kust. In 1909 piekte de vissersvloot op 98 vaartuigen van 4 tot 17 tonnenmaat, tegenover 39in Nieuwpoort, 15 in Oostduinkerke of 8 in Koksijde. Moeilijk te geloven, want nu doet bijna niets inDe Panne nog herinneren aan deze periode van nog maar 100 jaar geleden. Doordat de plannenvoor de ontwikkeling van een schuilhaven niet doorgingen ging de visserij in de eerste helft van de20ste eeuw teloor. De vissersbevolking van De Panne week grotendeels uit naar Oostende, en eenstuk minder naar Nieuwpoort, omdat de herinrichting van de verwoeste haven te lang uitbleef…

Maar niet alle vissers vertrokken. Sommigen bleven in De Panne wonen en kozen voor een anderejob. Ook familieleden bleven ter plekke. Het vissersverleden werd bijgevolg niet vergeten. En zoalshet vaak gaat met zaken die definitief tot het verleden behoren, is de herinnering niet altijd correct.Melancholici durven het visserijverleden wel eens idealiseren. Onterecht, vaak. Want de om-standigheden waren destijds verre van ideaal. Vissers hadden een hard bestaan. Kroostrijke vissers-gezinnen leefden in kleine huisjes met hun schamele bezittingen. Armoede troef. En kindersterfte wasschering en inslag. In niets te vergelijken met de levenskwaliteit van vandaag.

En toch… menig Pannenaar is fier op zijn vissersverleden. Getuige daarvan de aandacht voor de Panneboot P1 en de figuur van Pier Kloeffe. Ook de uitgaven van verschillende boeken en catalogimet foto’s en postkaarten wijzen hierop.

Al bij al minder rozengeur en maneschijn dan de vrolijke anekdotes en verhalen doen vermoeden.

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 9: Erfgoeddag 2010 - Fake?

Kunstenaars

Hilda Cloet, De Panne

Hilda Cloet begon pas op pensioensleeftijd met tekenen, schilderen en aquarellen. Recentelijk werkt ze ook met acryl. Samen met een dertigtal gelijkgezinden schildert zewekelijks in clubverband. Hilda werd reeds verschillende keren geselecteerd voor overzichtstentoonstellingen,onder meer in De Panne, Veurne, en Nieuwpoort (B), Ghyvelde (F) en Rösrath (D). Ze is sedert 2004 opgenomen als gezel in de Europese Kunstverdienste.

‘Straatverkoop’, doek, 40x40

Ivo Cornelis, Koksijde

Als jonge knaap had Ivo veel interesse voor tekenen en schilderkunst. Hij volgde dan ook zes jaar tekenkunst in de Westhoekacadmie te Koksijde. Wat Ivoaanspreekt is het menselijk figuur en het emotionele aspect. Dit brengt hij overin aquarels, portretten en houtskooltekeningen. Sinds kort maakt Ivo ook figuratieve beeldjes naar levend model of naar personages met een speelsebeweging.

‘Gusta Krokke’, keramiek, 35 cm.

Michel Lucas, Koksijde

Toen Michel Lucas in 2005 met brugpensioen kon, besloot hij samen met zijnvrouw Emilia Vermeren te gaan schilderen. Hij schildert figuratief: landschap-pen, zeegezichten en stillevens maar nog het liefst mensen en dieren. Hij namreeds deel aan verschillende 5-art tentoonstellingen en de ‘Kunst in Baaltje’-tentoonstellingen.

‘Gusta Krokke’, olieverf op doek, 50 x 70 cm.

Stella Van Loock, Veurne

Deze kunstenares begon pas intensiever te schilderen na haar beroepsleven.Dankzij korte sessies in de kunstacademie, hobbyclubs en workshops in binnen-en buitenland, heeft ze een keuze gemaakt in de aquareltechniek. Hierin tracht ze zich steeds beter te bekwamen en verder te ontwikkelen.Door middel van zelfhulpboeken en korte workshops, werkt ze bij voorkeuralleen en op eigen kracht.Van Loock nam nog niet eerder deel aan grote tentoonstellingen.

‘Gusta op Vismarkt’, aquarel, 60 x 70 cm‘Gusta Krokke’, aquarel, 60 x 70 cm

ERFGOEDDAG FAKE ?

| 9 |

Hilda Cloet

Michel Lucas

Stella Van Loock

Stella Van Loock

Page 10: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 10 |

De Duivelsput (Oostduinkerke, Koksijde)

De wind blies fel: de zee was hoogst verbolgen, en had nog daags te voor, een schip verzwolgen. Men is niet ver meer van de put verwijderd… Een wiel van het getrek komt afgeslijderd! De dameslaakt een kreet… ’t is niemandal… Geen hinder door de val. Het rijtuig, haast gerecht, is weer aan’t rollen, terwijl meneer niet ophoudt van te grollen… Geen woord van dank voor God, die had gespaard, voor Hem, die zorgt voor ’t minste dier op aard… Men nadert vast, men is dicht bij depoel, Toen nu een reiger fladdert met gejoel. En dwarskoers op… de paarden deinzen achteruit, Zijsteigeren, verschrikt door dit geluid. De dame gilt: ‘wat schrikkelijke zaken!En zullen wij tot aan het hof geraken?’ ‘Alst God belieft!’, herneemt de wijze knecht‘Wel doemnis!’ huilt de heer, ‘gij spreekt niet recht; Beliefde ’t God ook niet, wij zijn gewonnen!Vooruit! Vooruit! Niet langer hier gesponnen!’ De zweep die ruist; hij vloekt en slaat voort! De paarden verwarren, en staan over boord.Gods woede breekt los! En rijtuig en ros verdwijnen terstond in poelige grond. De heer en zijn dame,ik weet niet hun namen, verzinken meteen in ’t slijk als twee stenen. Men hoort een geknal, dat komtuit het dal, van duivels gespuis! De knecht alleen, hij werd als Lot, gespaard. En heeft ’t geval alomveropenbaard. Die waren als getuigen van Gods wraak. Zo spreekt de volkslegende van die zaak.

En de 'Duivelsput' was geboren. Of 'de grondeloze put'. Of heb je liever 'de put der toverheksen’? Jehebt het maar voor het kiezen, lijkt het wel. Net zoals er ook meerdere versies van dit verhaalbestaan, die steeds een put in Oostduinkerke betreffen. Of zoals er nog zo'n putten zijn, want het ver-haal klinkt eigenlijk alles behalve uniek.

Onze sage linkt de Duivelsput meestal aan Hof ter Hille, waarheen een knecht met zijn heer en/ofdame rijden met de koets. En werkelijk, iets ten zuiden van het Hof ter Hille werd tijdens recentarcheologisch onderzoek ‘de Duivelsput’ opgegraven.

De put zelf is bekend sinds de 17de eeuw. In boeken van de Duinenabdij wordt hij omschreven alshet pit stick. Pas in de 19de eeuw werd de plaats gelinkt aan de sage van de grondeloze put, laterook 'de Duivelsput' genoemd. Ooit had die een doorsnede van wel 40 meter, maar daarvan blijvenenkel wat vage sporen in het landschap, een lichte depressie, over.

De opgravingen toonden aan dat dit komt doordat de put in de loop van de 20ste eeuw opgevuldwerd. Archeologen haalden dan ook massa's afvalmateriaal boven. Helemaal onder die stortlaagbevinden zich meerdere lagen veen. Dat is een natte, zuurstofarme en sponsachtige grondsoort, diegedroogd als turf brandstof levert. Nog eens daaronder vind je 'gyttia-afzettingen'. Dat is een or-ganisch sediment, ontstaan door vele dode micro-organismen, plantenresten en waterdieren en hun

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 11: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 11 |

uitwerpselen, die zich op de bodem van zuurstof- en voedselrijke stilstaande wateren afzette. Watoverblijft, is een fijnkorrelige, groene tot geelbruine modder.

Meteen snap je hoe de plek aan Hof ter Hille verbonden werd met de sage van de Grondeloze put.Elk object dat je er in gooide, zakte immers weg onder zijn eigen gewicht. ‘De honger van de gron-deloze put’ werd vermoedelijk pas rond de jaren 1950-1960 gestild met opgevoerde grond en stort.

Hoe die Duivelsput uiteindelijk daar ontstaan is, is andere koek. Waarschijnlijk ligt een natuurlijk proces aan de basis. Mogelijk ontstond de poel door een dijkbreuk. Door het rondkolkende waterontstaan bij een dijkbreuk diepe gaten, tot wel 10 meter diep. De kracht van het water was vaak zogroot, dat de dijk niet meer te dichten was. Om de ontstane poel (‘een wiel’) werd dan een nieuwstuk dijk gebouwd, hier duidelijk langs het tracé van de zgn. Oude Zeedijk. Het ontstane wiel bleefopenliggen, waardoor dankzij kwelwater veengroei mogelijk was. Mogelijk werd het wiel nader-hand voor verschillende doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld als visbassin. Wetenschappelijke analysemoet evenwel meer duidelijkheid brengen over de functie(s) en het ontstaan van de Duivelsput.

De put is dus alvast werkelijkheid en zelfs natuurkundig verklaarbaar. Maar in de sage komt dieeigenlijk niet op de eerste plaats. De godslasteraar die gestraft wordt, dáár is het om te doen. En danblijkt dat er een hele reeks van die verhalen bestaan. Eind 19de eeuw werd bijvoorbeeld eengelijkaardige sage gepubliceerd, waarbij Gravin Machteld gestraft wordt voor haar goddeloos gedrag,als ze op bezoek gaat naar één van haar hofsteden, ‘De Torille’.

Die namen doen in de streek natuurlijk een belletje rinkelen. Tussen Veurne en Oostduinkerke vindje nu nog "De Torreelen" en het "Torreelhof", een naam die aan meerdere hofsteden met oude torensgegeven werd. Maar een gravin Mathilde die in een put sukkelt wordt doorgaans niet daar gesitueerd.Tussen Veurne en de abdij ter Duinen van Koksijde situeert de bekende Veurnse kroniekschrijverPauwel Heinderycx omstreeks 1680 het 'Coninginnegat'. Dat zou de plaats zijn waar de gravin in hetbegin van de 13de eeuw “met haren caroswagen in een quaden en modderachtigen put gevallenen aldaar versmacht" was. Een roemloos einde voor deze dame van koninklijke afkomst - inderdaad,de weduwe van Filips van de Elzas, die we al bij het verhaal over de drie ridders terug vonden (zieGijverinkhove, Alveringem)…

Het verhaal of de legende van het ongeluk van de blijkbaar niet erg geliefde gravin werd in de loop dertijden dus overgeplaatst van een put tussen Veurne en Koksijde naar een andere put, die beschouwd werdals een geheimzinnig oord, waar de duivel baas was. De gravin is in de loop der jaren vergeten. Een anderbelangrijk persoon én het element van de straf wegens godslastering kwamen erbij. Toch bleef het ver-haal van het Coninginnegat nog wat verder leven. Zo vertellen sommige versies van de sage stellig dat‘de put’ werd gedicht bij de aanleg van het vliegveld (aan Ten Bogaerde, tussen Veurne en Koksijde…).

Het thema zelf, het verzinken met paard en koets, komt zoals gezegd in heel wat sages voor. Zo be-stond er ook bij Poperinge zo'n Carosseput, die niet gedempt kon worden nadat een edelman metzijn dame er door toedoen van de duivel erin was terechtgekomen. Ook de godslastering, die inpraktisch al de sagen over de grondeloze put uitgesproken is, vind je terug in de schatsagen. Daarinproberen schatgravers een schat boven te krijgen, maar glijdt de schat terug in het moeras als éénvan de schatgravers bij dat harde werk God lastert.

Het verhaal van de grondeloze put of de Duivelsput in Oostduinkerke is dus een mooi voorbeeld vanhoe een sage gevormd wordt. Verschillende losse motieven (verzwelgen in een put, gestraft wor-den na godslastering of ‘loontje komt om zijn boontje’) en gezegden die in het geheugen zijn blijven doorleven, kunnen telkens dienen om een ander verhaal te stofferen.

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 12: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 12 |

Kunstenaars

Jean-Robert Doumont, De Panne

Jean-Robert Doumont volgt reeds een aantal jaren teken- en schilderlesaan de Academie van Koksijde. Hij bewondert en haalt inspiratie bij Picasso, Modigliani, Van Gogh, Monet en Bacon. Hij heeft ook een grotebewondering voor Rembrandt en Matisse en observeert graag de natuur.Naast De Panne en Nieuwpoort stelde Jean-Robert Doumont reeds tentoon in Ghyvelde (F), de Galerie du Miroir in Charleroi en in Mont sûrMarchenne.

‘Un cheval dans la tourmente’, olieverf op doek, 80 x 60 cm

Henri Knops, Veurne

Henri Knops volgde een kunstopleiding bij Jan Portaels te Vilvoorde en een grafische- en kunstopleiding aanhet SITO te Mechelen. Knops is van vele markten thuis, kende en kent nog steeds vele beroepen: leraartoegepaste kunsten, grafisch ontwerper, lithograaf, kunstfotograaf, cartoonist,…kortom, te veel om op te noemen.Hij maakt portretten in olieverf, acryl, aquarel, potlood, inkt, pastel en vetstift, maar ook beeldhouwwerken.Zijn plastisch werk is geïnspireerd op de natuur, de mens en de zee en is zowel realistisch als imaginair te benoemen.Men kon zijn werken reeds bewonderen op tentoonstellingen van Vilvoorde over Sint-Stevens Woluwe, totVeurne en de westkust.

‘De Duivelsput’, aquarel + potlood op papier, 50 x 70 cm

Katrien Vandenberghe, Veurne

Deze kunstenares werkt sinds 20 jaar als opvoedster met kinderen uit hetbuitengewoon onderwijs. Volgens Vandenberghe laten deze buitenge-wone kinderen je dieper in jezelf zoeken en kijken en staan ze niet stil bijhedendaagse beslommeringen. Ze inspireren haar zodanig om vanuit haarintuïtie te schilderen. Ze houdt ervan om met ‘waardeloze’ materialen tewerken, waarvoor ze een tweede leven creëert. Momenteel werkt zehoofdzakelijk met acryl en aquarel.Verscheidene deelnames aan 5-art, kunstroute Toeren en Loeren en Beau-voordse Pictores, staan reeds op haar palmares.

(Haar man, Johan Van Heddeghem, maakte een begeleidend verhaal engedicht bij haar schilderij “Parazijn”.)

‘Parazijn’, acryl op doek, 40 x 115 cm

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 13: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 13 |

Johan van Heddeghem, Veurne

Johan Van Heddeghem (°1958) is, net als zijn vrouw, werkzaam als opvoeder. Hij werkt vooral metkinderen die lichamelijke en mentale beperkingen hebben. Ook hij ziet bij deze kinderen vaak ‘gaven’op de voorgrond komen, die soms bij mensen zonder beperkingen op de achtergrond geraakt zijn. Deconfrontatie hiermee zorgde er niet alleen voor dat hij zo de zin van hun bestaan ontdekte, maar ookde toegevoegde waarde aan zijn eigen leven en denken.Van Heddeghem kruipt al geruime tijd regelmatig in de pen om flarden neer te schrijven, die hij sindskort ook begint ‘uit te zingen’ bij gitaarmuziek. Hij wordt vaak geïnspireerd door de schilderijen van zijnvrouw, waarbij hij steeds tracht zijn/hun diepten af te tasten. Zo gebeurde het ook met het gedicht“Parazijn” en het verhaal “Schilderij Parazijn van Ambrozijn”.

‘Schilderij Parazijn van Ambrozijn’, begeleidend verhaal bij schilderij ‘Parazijn’ van Katrien Vandenberghe.‘Parazijn’, begeleidend gedicht bij het schilderij ‘Parazijn’ van Katrien Vandenberghe.

Emilia Vermeren, Koksijde

Tijdens de middelbare schooltijd volgde Emilia Vermeren schilderles te Ninove. Zowat 35 jaar later nam ze de penselen terug ter hand en werdsamen met haar echtgenoot, Michel Lucas, ‘lid van de Academie – plusdrie’ te Ninove. Ze schildert in olieverf en laat zich vooral inspireren dooralles wat met de natuur te maken heeft.Ze nam reeds deel aan verschillende 5-art tentoonstellingen en de ‘Kunstin Baaltje’- tentoonstellingen.

‘Impressie van de Duivelsput’

Frieda Warreyn, Alveringem

Frieda Warreyn, geboren in Wulpen, is reeds meerdere jaren lid van het Veurnse ‘Zonnepalet’ en de ‘Pictores’ (Beauvoorde). Aan de Academie van Poperinge volgt ze momenteel een cursus ‘keramiek’.Na haar beroepsbezigheden begon ze met aquarel, maar is nu overgestapt naar acryl. Daarmee kanze haar inspiratie, gesproten uit haar fantasie, beter uitdrukken. Het abstracte trekt haar bijzonder aan.Zelden mengt ze de kleuren vooraf. Ze komen puur op het doek. Kleurmenging ontstaat door verschil-lende laagjes op elkaar te schilderen. Frieda Warreyn nam reeds deel aan verschillende groepstentoonstellingen.

‘Doemnis’, acryl, 80x60

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 14: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 14 |

Jan Turpin (Nieuwpoort)

Groot, groter, grootst. De Nieuwpoortse reus Jan Turpin zou de grootste van Europa zijn. En dat magook wel, want zijn verdiensten zijn niet gering. Toen Franse, Brugse en Gentse troepen de stad van21 tot 27 juni 1489 belegerden, wist hij als burgemeester heldhaftig elke aanval af te slaan en Nieuw-poort te behouden voor de vorst, Maximiliaan van Oostenrijk. Die was als regent in Vlaanderen nietoveral aanvaard, maar onze regio bleef hem steunen. Uiteindelijk moest de vijand het beleg afblazenen werd de havenstad door de vorst beloond voor haar steun.

Het befaamde beleg heeft de stad niet alleen een reus opgeleverd. Toen de Nieuwpoortenaarsdreigden te begeven, zochten ze steun bij Onze-Lieve-Vrouw en beloofden ze haar een kaars, zo langals de stad. Bij het beleg weerden de vrouwen zich als echte amazones en dat wekte algemeen ver-bazing. Het gegeven is afgebeeld in de glasramen van de (na de Eerste Wereldoorlog herbouwde)kerk, waar het burgemeester Jacob Meegoet is die Maria de kaars schenkt (kant Willem de Roolaan).En tenslotte wordt ook de Sint-Janskermis met dat afgeslagen beleg in verband gebracht. Geef toedat Nieuwpoort hier – lang voor de befaamde Slag van 1600 – terecht heel wat geschiedenisboek-jes mee gehaald heeft.

Hoe merkwaardige een en ander ook klinkt, toch lijkt het meeste hiervan wel historisch gefundeerd.Zo heb je de schijnbare tegenstelling tussen de namen voor de burgemeester. Die is wel heel een-voudig te verklaren. Nieuwpoort had – zoals de meeste steden – immers 2 burgemeesters. De enewas inderdaad Jacob Meegoet, de man die op het glasraam gezet werd, en de andere was Jan Turpin,de man die in de reus vereeuwigd werd.

Allicht koos men als reus voor Jan Turpin, omdat zijn naam al verschijnt in het oudste en uitvoerig-ste verslag van het beleg. Dat werd al kort na de feiten neergepend door Jean Molinet (1435-1507).Afbeeldingen in te voegen: Jean Molinet. Onderschrift: Jean Molinet biedt zijn werk aan Filips vanKleef, vertrouweling van Maximiliaan van Oostenrijk, aan.Molinet was zowat de officiële geschiedschrijver van Maximiliaan van Oostenrijk. Volgens zijn kroniekwas het burgemeester Jan Turpin, die tussen de tweede en de derde aanval in, op 24 juni, debelegerden opnieuw moed wist te geven en voorkwam dat de stad zich zou overgeven.

Jan Turpin was toen inderdaad burgemeester van Nieuwpoort. Nauwelijks 7 jaar eerder was hijpoorter van de stad geworden. Volgens de originele akte was hij afkomstig van een plaats “Preuvle”in de streek van Boulogne. Uit de streek dus waartoe heel wat van de Franse belegeraars behoor-

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Jan Turpin wordt poorter van Nieuwpoort, 26 juni 1482.

Page 15: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 15 |

den. Turpin was in Nieuwpoort verzeild door zijn huwelijk met jonkvrouw Marie de le Brike, de weduwe van Jan Schede, een vooraanstaande Nieuwpoortenaar. Of hij echt de militaire aanvoerderwas, is een andere vraag. De stad werd immers mee verdedigd door Duitse troepen o.l.v. een militaire gouverneur, Daniel van Praet. Van Praet zou trouwens enkele jaren later als bedankje vanNieuwpoort nog een flinke geldsom ontvangen.

Jacob Meegoet, de andere burgemeester, deed op diezelfde 24 juni 1489 zijn duit in het zakje. Tijdens die moeilijke uren werd het beeld van O.-L.-Vrouw van de Nood Gods uit de parochiekerkgehaald en in bidprocessie op de vesting rondgedragen. Burgemeester Meegoet beloofde toen, alsde stad zegevierend uit de strijd zou komen, aan “God ende zynen Moeder” een “singie” te schenken,“also lanc als de stede groot es int ronde ghemeten”. Dus is hij het die later op het glasraam afgebeeld moest worden.

Op dat glasraam is die “singie” een kaars zoals we die nu kennen (een gegoten kaars). Dat is uiter-aard weinig waarschijnlijk, en daarom maakte de Franse abbé Toussaert er een halve eeuw geledeneen kaars van, zo lang als een toren – wat nog altijd behoorlijk indrukwekkend is. Maar het gaat hierniet om één dikke kaars, maar om een met was doortrokken en als bobijn opgerolde lont, die op eenas in een mechanisme draaide. Het gebruik van dergelijke lange kaarsen kwam wel meer voor.Meerdere steden hadden bij voorbeeld zo’n ‘omheiningslont’ beloofd om zich van pest te vrijwarenof aan een beleg te ontsnappen. Dat gaat terug op een oud gebruik om zich voor bescherming teomspannen, waarvan nog gevallen bekend zijn. Iets dergelijks zou trouwens nu nog in o.m. Spanjete vinden zijn, terwijl het oudst bekende geval naar Alveringem in 1050 verwijst. In elk geval bewijzen de stadsrekeningen van de volgende jaren dat Nieuwpoort wel degelijk zo’n “sijngie”aankocht. Volgens de rekening van 1491 werd hiervoor 418 pond (zo’n 200 kg!) was verwerkt.

Molinet vermeldt het ronddragen van het beeld van O.-L.-Vrouw en de belofte van de kaars niet.Volgens hem werd Nieuwpoort gered door een list van burgemeester Jan Turpin. Die liet de vrouwenvan de stad met de helmen van hun vermoeide mannen in de kantelen plaats nemen. Door die schijnbaar vele verdedigers ontmoedigd, braken de vijandige troepen het beleg op.

Het aandeel van de vrouwen neemt in latere kronieken alleen maar toe. Pontus Heuterus, die in1599 zijn verhaal baseerde op Molinet, liet ze al te voet in helm en harnas optrekken tegen zwaarbewapende ruiters! Die voorstelling werd weer verder overgenomen, o.m. door Mathijs Reynoudt,griffier van Nieuwpoort, die stierf in 1670. En zo beschrijft hij de “vrouwen van Nieuport aentreck-ende de casquetten, ijserhoet, ijseren harnassen van de mans, die door ’t schermen moede, be-quetst ende in angst waren, soo vkochten als Amazonen ende den vijandt verjoeghen”. Ook zijn

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 16: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 16 |

tijgenoot uit Veurne, de bekende kroniekschrijver Pauwel Heinderycx, nam dit over en roemde devrouwen, die “de mannen quamen moedt geven ende de vijanden hielpen slaan”. En daarmeegolden de Nieuwpoortse vrouwen als echte amazones.

Uit dankbaarheid omdat Nieuwpoort hem trouw was gebleven, kende Maximiliaan van Oostenrijk destad diverse voorrechten toe. Zo kreeg de stad in 1495 een tweede jaarmarkt, naast de al bestaandeSint-Michielsmarkt. De nieuwe jaarmarkt zou openen op de zondag na 24 juni, St.-Jansdag, de dagdat al vanaf 1490 een dankprocessie rond trok. Daarbij werd ook het reddende O.-L.-Vrouwbeeldrondgedragen. Die processie bleef bestaan tot goed halfweg de 20ste eeuw. Ook de jaarmarkten zijnverdwenen, maar blijven verder leven in de Sint-Janskermis en de Sint-Michielskermis, eind juni eneind september…

Wie ook mee stapte in de processie, was De Reus. Al in 1494 zou er een eerste reus geweest zijn,gedragen door zes man. Hij was gekleed op zijn “periaens”, met een zwarte “panen” rok. De rest vanzijn lijf was beschilderd als een harnas en hij droeg ook een sabel. Toch wordt er pas een reus ver-meld in de stadsrekening uit 1653-1654. Later werd die “Goliath” genoemd, een symbool voor deNieuwpoortse heldenmoed bij het beleg.

De reus Jan Turpin is heel wat jonger, maar heeft een gelijkaardig uiterlijk: een tulband, een zwaard,een onderrok. In 1926 werd een eerste reus met die naam dank zij privé-initiatief gebouwd, maardie overleefde de Tweede Wereldoorlog niet ongeschonden. In 1963 werd dan de tweede reus JanTurpin vervaardigd, die door zijn afmetingen ook vandaag nog eerbied voor die heldhaftige Nieuw-poortenaars – en hun dappere vrouwen? – afdwingt.

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Molinet

Page 17: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 17 |

Kunstenaars

Jeannette Gadeyne, Veurne

Deze huismoeder heeft altijd al graag geschilderd. Ze werd 18 jaar geledenlid van de Veurnse hobbyclub “Zonnepalet”, waar ze zich verder artistiek ensociaal kan ontplooien.

‘Jan Turpin’, olieverfschilderij, 30 x 40 cm

Guido Room, Koksijde

Guido Room is sinds de opkomst van de digi-tale fotografie intens bezig met de mo-gelijkheden die dit medium biedt. Zijnopleiding als technisch ingenieur maakt dat hijvooral abstract werkt. Het realisme van depure foto’s worden meestal gemengd met abstracte figuren. De meeste van zijn werkenwekken daardoor een nogal mysterieus effectop. Zijn inspiratiebronnen zijn uiteenlopend,maar een ‘toevalligheid’ geeft dikwijls hetmooiste werk. Kijken en kijken!Hij stelde reeds tentoon op Kunst in Hulste,Harelbeke, Gullegem, Roeselare en 5-art.

‘Watching You’ is het gezicht van de moderneJan Turpin. Een geboren leider die gezag uit-straalt en toch iedereen kan binden rond zich,en die waar nodig een oogje dicht knijpt.

‘Watching You’ , foto, 80x60

ERFGOEDDAG FAKE ?

Jeanette Gadeyne

Guido Room

Page 18: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 18 |

Spoorkin (Veurne)

“Komaan mannen uit Veurne-Ambacht! Val aan voor de eer van ons vaderland! Wat Wals is, vals is!”Eustaas Spoorkins stem weerklonk over de Groeningekouter, die 11de juli van 1302. Aan het hoofdvan de troepen uit Veurne en omstreken, brak de man uit Steenkerke door de Franse linies heen. Erzat geen maat op de zegevierende Kerels. Wie zal zeggen hoeveel gesneuvelden Spoorkin eigen-handig van hun ‘gulden sporen’ ontdaan heeft? Geen wonder dat hij meteen na de slag door Jan vanNamen tot ridder geslagen werd. En omdat de vorige grafelijke gerechtsdienaar van Veurne, debaljuw, naar de Fransen overgelopen was, werd hij meteen ook tot nieuwe baljuw aangesteld.

Generaties streekgenoten hebben sindsdien hoog opgelopen met hun vermaarde legeraanvoerder.Ook Pauwel Heinderycx, de bekende Veurnse kroniekschrijver, schreef het in de 17de eeuw in zijn“Jaerboeken” neer, en sindsdien is de faam van Spoorkin alleen maar toegenomen. “Ustaes Sporkinmet sijne Veurnaers” vochten “seer clouckelick” op het slagveld en ontvingen daarvoor “grootenlof”. Het zou trouwens niet Spoorkins laatste wapenfeit zijn, want elf jaar later trok hij, nog steedsals kapitein en baljuw, aan het hoofd van niet minder dan 1100 man nogmaals tegen de Fransen op…Later werd hij begraven in Steenkerke, waar het voorouderlijke hof stond, in een prachtige graftombein de kerk. En inderdaad, vandaag kan je nog steeds de hofstede Sporkingshove in Steenkerke be-zoeken, terwijl je in de kerk fragmenten van een graf van een edele Sporkin kan bewonderen.

Verwondert het dat Veurne zijn held op velemanieren geëerd heeft? Toen in 1902, net 600 jaarna de Guldensporenslag, een nieuwe straat inge-huldigd werd, moest dat natuurlijk de Sporkijn-straat zijn. In 1924 stond "Veurne Vooruit" in vooreen reus Sporkijn, die door de Veurnse apotheker-kunstenaar Honoré Ryssen afgewerkt werd. Zoalshet paste voor een held van formaat, was ook dereus Sporkijn bijzonder kloek gebouwd: zo’n 9meter hoog en een 450 kg zwaar. Toen in destraten de eerste elektriciteits- en telefoonlijnenverschenen, kon de reus zijn stad zelfs niet meerbinnen, zodat hij toen maar omgebouwd werd toteen zittende reus.

Later werd een krantenwinkel naar hem genoemd,reikten de CVP-jongeren omstreeks 1990 jaarlijks“Sporkintrofeeën” uit en kon je zelfs Sporkinbier,Sporkinpâté en Sporkinbrood proeven. Toen hetAvondmarktcomité in 2000 zijn werking omver-gooide, werd het omgevormd tot het Sporkin-comité. Sindsdien vinden jaarlijks de Sporkinfeestenplaats begin juli. Een jaar later werd een nieuwereus ingehuldigd. Sinds 2004 vindt begin juni deWandel & Fiets Happening Sporkin plaats, ook aljaarlijks georganiseerd door het Sporkincomité.

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 19: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 19 |

En toch. Het eerste onomstotelijk bewijs dat Eustaas Spoorkin, de man die inspiratie voor dit allesbood, ooit echt geleefd heeft, moeten we nog vinden. In geen enkele eigentijdse bron is zijn naamopgenomen. In betrouwbare overzichten van de baljuws is hij de grote afwezige. Integendeel, erzijn enkele baljuws bekend tussen 1302 en 1313, en dat blijken steeds andere figuren te zijn. Op-merkelijk: één ervan is wel een Eustaas, maar dan met als familienaam Spriete (of van den Spriete).En het graf in de kerk van Steenkerke bestaat inderdaad wel, maar is van een andere telg van datgeslacht…

Er blijkt dus heel wat onduidelijks te zijn, als je wat dieper op Eustaas Spoorkin ingaat. En dat beginteigenlijk al met de naam van de man. Het zal opgevallen zijn dat Pauwel Heinderycx, het comité, hetbier en het brood… het steeds over “Sporkin” hebben. In 17de-eeuwse teksten vind je ook wel“Sporquin” op zijn Frans. Is het daarom dat men in 1902 vanuit een hypercorrecte Vlaamse refelexvoor de straat en de reus voor “Sporkijn” opteerde? En het Sporkingshof in Steenkerke vormt een ver-vorming, die je nog wel aantreft in het streekdialect.

Het probleem is natuurlijk dat men in die tijd geen 'officiële spelling' kende. Men schreef zoals mendacht dat het moest. En daardoor vinden we allerlei versies, zoals “Sporkin”, “Spoorkin”, “Spoerkin”of “Spoirkin”. Nu is er maar één manier om al die schrijfwijzen op dezelfde manier uit te spreken, endat is door die als een lange "o" te interpreteren. De letter na die "o" duidt gewoon een klankver-lenging aan. Zoals men in de middeleeuwen ook kon schrijven dat men een "broet" zou "coipen" (eenbrood kopen). Vandaar dat wij hier steeds "Spoorkin" schrijven, want zo moet je de naam dus uit-spreken.

Er is trouwens nog een ander argument. De taalkunde leert dat die “-kin” uitgang een verklein-woord is, zoals we nog “-ke” zeggen; een manneke was vroeger een “mannekin”. “Spoorkin”betekent dus niets anders dan “Spoortje”. Zoals bij de "Slag der Gulden Sporen". En dat die interpre-tatie juist is, blijkt uit het familiewapen van de familie Spoorkin. Die voerde immers een wapen,waarin we drie spoorraderen herkennen, dat zijn de kleine wieltjes aan de sporen om de paardenaan te … sporen. Daarmee bezat de familie Spoorkin wat in de heraldiek een “sprekend wapen” genoemd wordt.

Meer bewijzen heb je toch echt niet nodig, en dat was de reden dat de interpolitiezone voor Veurne,Alveringem en Lo-Reninge zich “Spoorkin” noemde. Naar deze legendarische baljuw, die ookgerechtsdienaar geweest zou zijn. Meteen is de interpolitiezone de allereerste die de naam juist gebruikt.

De familie Spoorkin komt vandaag niet meer voor in België. In de USA wel. Daar vind je meerdereSporkins (jawel, met één ‘o’) die er tot op vandaag prominent aanwezig zijn. Zo is Danielle Sporkinjournaliste voor het bekende People’s Magazine, waarvan Elizabeth Sporkin de executive editor is,en oefende Andi Sporkin leidende functies uit bij CBS, Fox en de National Public Radio of Disney Productions, En the honorable Stanley Sporkin was rechter en behoort nog steeds tot een invloedrijkedenktank van hoge juristen en ambtenaren. Zouden die vooraanstaande Amerikanen weten dat zijwellicht afstammen van een Veurnse held - die nooit bestaan heeft?

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 20: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 20 |

Kunstenaars

Dany Deburghrgraeve, Veurne

Het werk van deze kunstenaar bestaat vooral uit tekeningen (pot-lood/pen), schilderijen (plakkaatverf op doek) en houtsnijwerk (bas-re-liëfs bestaande uit Kelto-Germaanse motieven). Zijn meest geliefdeonderwerpen zijn ‘Germaanse mythologie’, ‘de Arabische wereld’, ‘deNoord-Amerikaanse indianen’ en de hele Vlaamse geschiedenis.Bij Dany Deburghgraeve, een geboren en getogen Bruggeling, werd ‘deVlaamse geschiedenis’ met de paplepel ingegeven. Hij werd voor zijnhuidige werken dan ook vooral geïnspireerd door die geschiedenis. “Vlaan-deren, die Leu” en “Gulden sporenslag”, twee van zijn inzendingen voordeze tentoonstelling, spreken voor zich. Zijn derde inzending “RidderSpoorkin” werd voor de gelegenheid gedoopt.

‘Ridder Spoorkin’, pentekening, 30 x 40 cm‘Vlaanderen, die Leu’, potloodtekening, 30 x 40 cm‘Gulden sporenslag’, potloodtekening, 30 x 40 cm

Raymond Dewaele, Veurne

Raymond Dewaele is een autodidact die op z’n 65ste het schilderen ont-dekte na een actief beroepsleven. Ondertussen is aquarellen een echtepassie geworden waarin hij zich gespecialiseerd heeft. Hij leerde de basisbegrippen in de teken- en schilderclub “Zonnepalet” te Veurne, waar-van hij nu ook voorzitter is. Geïnspireerd door de zee en de vlakke pold-ers schildert hij vooral landschappen en marines. Elke uitstap die hij maaktlevert voor hem een nieuwe uitdaging voor het maken van zijn aquarellen.Verder is hij eveneens lid van MAEKV (Europese Kunstverdienste) en neemtjaarlijks deel aan een drietal groepstentoonstellingen en artiestenmarkten.Zijn werken waren ook al te zien in diverse solotentoonstellingen in zowelVeurne, Nieuwpoort als Diksmuide.

‘Spoorkin’, aquarel, 70 x 50 cm

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 21: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 21 |

Luc Hindryckx, Veurne

Deze kunstenaar heeft een passie voor het schilderen van aquarellen. Hijexperimenteert graag met de mogelijkheden om kleur, licht en vorm vastte leggen en vindt het boeiend om verf en water te laten werken, inelkaar te laten overvloeien en te zien welk eindresultaat hij bekomt. Zijnmeest geliefde onderwerp zijn bloemen, zowel ruikers als bloemstukken.Hindryckxs stelde reeds ten toon in Brussel, Torhout, Brugge, Ieper,Nieuwpoort, De Panne, Koksijde, Alveringem en Veurne.

‘Reus Sporkin’, aquarel, 60 x 80 cm

Joseph Vanbeveren, Veurne

Na zijn pensionering in 1985 volgde Joseph Vanbeveren vijf jaar opleid-ing in de Westhoekacademie.Mens, natuur en landschap vormen de inspiratiebron voor zowel zijnwerken in olie- en acrylverf als zijn aquarellen. Tekenen met Oost-In-dische inkt maakt ook deel uit van zijn kunstassortiment.In 1992 stichtte hij de teken- & schilderclub “Zonnepalet” te Veurne, waar-van hij in 2002 erevoorzitter werd. Ieder jaar exposeert hij met “Zon-nepalet” en “5-art”. Daarnaast hingen zijn werken reeds in Veurne,Lampernisse, Beauvoorde, Rösrath en Alsemberg. Hij behaalde de 1e prijsCBK, gouden medaille en gouden palm, Belgo-Hispanica.

‘Eustaas Spoorkin’, olieverf op doek, 60 x 50 cm

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 22: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 22 |

Heksen in de regio: van Bette Blaetevoet tot Jeanne Panne

Een oud lelijk vrouwtje. Verschrompeld en gebogen. Liefst met een flinke haakneus en een reuzepukkel. Natuurlijk in het zwart gekleed. En als je door de Disneyversie van "Sneeuwwitje" beïnvloedbent, met een mandje aan de arm, al dan niet met giftige kruiden, maar zeker met een gevaarlijkblozende appel in de hand. Zo zullen de meeste mensen zich spontaan een heks voorstellen. Dat ditbeeld niet klopt, zullen velen wel vermoeden. Maar dat er ook behoorlijk wat mannelijke heksenwaren, dat er wel bijzonder veel waren in onze regio en dat je daarvoor niet tot de middeleeuwenmoet opklimmen, dat zal de meeste streekgenoten toch verwonderen.

Het beeld dat we van heksen hebben, is inderdaad sterk bepaald door wat we in sprookjes lezen enin prentenboeken of films zien. Dat dit niet met de werkelijkheid overeen stemt, is evident. Zo wasongeveer 1 op 3 heksen een man. Oud waren ze ook niet altijd. En of ze veel van kruiden kenden?Tja, wie moest zich in die periode niet behelpen met kruiden? Maar meerdere heksen waren tochechte stedelingen…

Tijd voor wat feitenmateriaal dus. En daar begint het probleem al. Wanneer spreek je eigenlijk overeen "heks"? In de late middeleeuwen werden al mensen aangeklaagd wegens bijgeloof en ma-gische praktijken, maar meestal mogen we die geen heksen noemen. Dat blijkt wanneer je zietwaarvan die beklaagden beticht werden. Niet het hocus-pocus met kruiden of zo werd aangepakt,maar wel de concrete, voelbare gevolgen: een ziek paard of een koe die onverklaarbaar stierf, eenmisoogst... Heksen, die een band hadden met "het Boze", met de Duivel, die vind je eigenlijk vooralvanaf de 16de eeuw. En dat is natuurlijk de periode met godsdienstproblemen, waardoor die link veelsterker naar voor kwam.

Dat veranderde nadat het boek "Malleus maleficarum" ofte "De Heksenhamer" verschenen was.Twee Duitse monniken, Heinrich Kramer en Jacob Sprenger, meenden in 1486 een nieuw kwaad teherkennen: de duivel die door middel van heksen het christendom uit de wereld wou bannen. Dienieuwe heksen gingen ook op een heel andere manier met hun Boze Meester om: zij vlogen opbezemstelen naar heksensabbatten, gaven er zich over aan wilde orgieën en ontucht met de duivel,die dan verscheen als een zwarte bok. Geen wonder dat dit prikkelend beeld insloeg - zij het metenige vertraging.

In onze streek bereikte de heksenvervolging een hoogtepunt omstreeks 1600, waarbij de bestraffingook sneller uitmondde in de klassieke verbranding. In 1589 werd Lievine Morreeuws uit Oost-duinkerke wegens toverie met wasssen beildekens al verbrand, maar nog in 1596 werden LaureynsRoose uit Gijverinkhove en Michiel Willemsseune uit Adinkerke enkel veroordeeld tot een openbaretentoonstelling en daarna verbannen. De meeste heksen zijn de volgende jaren wel op de brandstapelgeëindigd. In Nieuwpoort een stuk of 17! Maar nergens in heel Vlaanderen werden zoveel heksenterechtgesteld als in Veurne: van de 206 verbrandingen van heksen in Vlaanderen, werd 14 % uit-gevoerd in Veurne! Dat zijn natuurlijk niet allemaal heksen van Veurne zelf, maar als hoofdstad vanVeurne-Ambacht kwamen alle processen en dus de strafuitvoeringen in Veurne terecht. Vandaar datde heksen uit Alveringem of Koksijde ook in Veurne stierven. Nieuwpoort daarentegen was een zelf-standige stad, en die klaarde dus helemaal alleen de heksenklus…

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 23: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 23 |

Waren het nu allemaal heksen, die op die brandstapel aan hun einde kwamen? Eens te meer: watnoemen we een heks? Juristen hanteren soms een eenvoudig, maar heel doeltreffend criterium. Ermoet echt een aanklacht geweest wegens hekserij of wat daarmee verband houdt, én dat moetgeleid hebben tot een echt vooronderzoek. Wanneer er een gerucht was tegen iemand, maar derechtbank vond het niet eens nodig een onderzoek en later mogelijk een proces op te starten, danrekenen we die niet mee als een heks. Door datzelfde criterium overal als maatstaf te nemen, kanje echt gaan vergelijken. En dan blijkt dat onze Westhoek echt behoorlijk hard zijn best gedaan heeftom de heksen te vervolgen…

Hoe kwam je nu in zo'n kwaad gerucht? Onderzoek heeft uitgewezen dat er soms wel iemandaangewezen werd, in de hoop zo een concurrent kwijt te geraken: verdween de beklaagde niet voor-goed, dan was zijn handeltje toch minstens een tijdlang gehavend. Misschien hebben sommigekruidenkenners hun kunde wat te veel of in onvoorzichtige omstandigheden gedemonstreerd. Hetkan best dat een losse opmerking slecht viel, zeker als het leek dat een voorspelling of profetie be-waarheid werd. Het is soms moeilijk uit te maken. Maar eenmaal onderworpen aan tortuur, de pijn-bank om te komen tot de nodige bekentenissen die een veroordeling mogelijk maakten, te ontlokken,hebben de meeste heksen van alles bekend om er maar vanaf te komen. Allicht leek de korte pijnvan de brandstapel te verkiezen boven het "onderzoek", dat soms urenlang volgehouden werd. Waar-bij de rechters elkaar soms om de paar uur aflosten…

Geen wonder dat sommigen die tortuur niet afwachtten, en al op de vlucht sloegen toen ze hoor-den dat ze een kwade faam begonnen te genieten. Enkele gelukkigen konden trouwens ontsnappenof wisten zelfs onder tortuur hun onschuld staande te houden, maar dat was een minderheid.

Opvallend is wel dat er soms sprake is van heksendynastieën. Zo werd Pauwels de Waele, geborenin Eggewaartskapelle en wonend in Adinkerke in 1600 verbrand. Zijn dochter Maeye de Waele uitAdinkerke werd verbrand in 1615. Zijn weduwe en haar moeder was de bekende Bette Blaere, uitEggewaartskapelle, die daarna naar Veurne kwam wonen, maar er in 1616 ook op de brandstapeleindigde. En nog eens 12 jaar later werd ook Marynken de Waele, dochter van die Pauwels, aan hetvuur overgeleverd. Drie vrouwen en één man uit hetzelfde gezin!

De bekendste heks van Nieuwpoort is Jeanne Panne. Eigenlijk heette ze Jeanne de Deyster. Ze wasgeboren en woonde in de havenstad als de weduwe van Jan Panne. In 1650 was ze één van de laat-ste heksen uit de streek die door de vlammen verteerd werden. Vandaag staat ze symbool voor eenhele reeks heksen, die in die onzalige tijden het leven lieten. Met een heksenstoet of een gerecon-strueerd heksenproces wordt ze ook vandaag nog ten tonele gevoerd. Eigenlijk opnieuw in een spek-takel, tot vermaak van de vele omstaanders…

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 24: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 24 |

Kunstenaars

Chantal Bossuwé, Nieuwpoort

Chantal Bossuwé (°1953) komt uit een kunstzinnige familie waar het penseel en de doeken nooit ver weglagen. Enkele jaren terug ging ze terug aan de slag met de onderhuidse schildersmicrobe en is ze een geheeleigen stijl gaan ontwikkelen.In haar werken worden met enkele penseeltrekken figuren weergegeven, die door het toevoegen van emo-tionele karaktertrekken, als het ware tot leven worden gewekt. Dit zet ze extra in de verf door het bewust aan-wenden van kleuren, het gebruik van sterke contrasten en het spelen met de structuur van hetschilderoppervlak. Naast enkele privé initiatieven waren de werken van Chantal reeds te zien in o.a. Beernem,Kortrijk, Roeselare en Antwerpen.

Titel ev. nog in te voegen

Frans Degel, Koksijde

Na een ingenieursloopbaan nam Frans de draad die hij na zijn humaniora had laten liggen terug op. Hij volgde eerst drie jaar aquarel, daarna zeven jaar olieverf te Veurne in het Zonnepalet. Frans is ook eengediplomeerd natuurgids voor alles wat kust en polders betreft.Hij stelde al tentoon in de Stenen Zaal en het Spaans Paviljoen in Veurne, in Rösrath (D.) en meerdere kerenop 5-art tentoonstellingen.

‘Heksenjacht’, olieverf op hardboard, 30 x 40 cm

Josiane Deilgat, Nieuwpoort

Josiane Deilgat, “Jo’, is autodidact. Kunst zit in de familie. Haar vader schilderde en haar man is zelf kunstenaar.Kunst fascineert haar. Ieder vrij moment is ze ermee bezig. Eerst aquarellen, dan beeldhouwen, nu olieverf.Ze doet haar eigen ding en voelt er zich goed bij.

‘Dolend aan zee’, olieverf op doek, 60 x 100 cm

Ann Devloo-Delva, Veurne

Na 16 jaar stopte Ann met het uitbaten van haar speelgoedwinkel. Haarjeugddroom om kunsthumaniora te volgen heeft ze nooit kunnen loslaten.Ze volgde reeds 1 jaar monumentale opleiding in Sint-Lucas te Gent enbesloot zich in te schrijven aan de academie van Koksijde.Het menselijk lichaam vormt voor haar een onuitputtelijke inspiratiebron.Ze brengt het naaktmodel in beeld en ‘her-schept’ de vormen tot ele-gante, abstracte figuren. Haar afgeronde, gestileerde creaties weer-spiegelen de schoonheid van het leven. Ann nam reeds deel aan verscheidene groepstentoonstellingen in Koksijde, Nieuwpoort en Veurne; o.a. “Samenleving in beeld” waar ze de2de prijs behaalde. In 2009 hield ze samen met Monique Plaetevoet, eenindividuele tentoonstelling in de Citerne te Veurne.

‘Ode aan de heksen’, keramiek, 30 x 40 cm

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 25: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 25 |

Antoine Geurts, Koksijde

Atoine Geurts volgde de opleiding grafische technieken aan het HIGRO te Gent.De belangrijkste bronnen voor Antoine zijn mens en dier. Antoine is bijzonderveelzijdig in zijn materiaalgebruik: hij schildert in acryl, olieverf op paneel ofdoek, aquarel. Hij tekent ook in houtskool en pastelkrijt. Beeldhouwen doet hijin zacht staal. Hij stelde reeds verschillende keren tentoon, zowel individueel (Eeklo, 2006,2010) als in groep.

Francine Kempgens, De Panne

Francine Kempgens had al op jeugdige leeftijd tekentalent. Reeds 20 jaarlang volgt ze studies in verschillende academies in West-Vlaanderen. Alvorenszich te specialiseren op monotypes maakte ze olieverfschilderijen. Daarvoormaakte ze ook nog pastels, tekeningen, gravures, portretten, … Tegen-woordig maakt ze nieuwe creaties over oude monotypes met waterverf. Haarvoornaamste tentoonstellingen vonden plaats in De Panne, Beauvoorde,Bray-Dunes en St.-Idesbald. Haar doel: zoeken naar vormen en kleuren.

‘zonder titel’, papier met inkt, 17 x 13 cm‘zonder titel’, papier met inkt, 44,5 x 36,5 cm‘zonder titel’, papier met inkt, 61 x 46 cm Papier met inkt

Paul Keters, Veurne

Keters, ook bekend als Pol Karee, is een autodidact sinds 1960. Toenmaakte hij ook zijn eerste beeld. Hij zegt zijn inspiratie te halen uit detoegepaste fantasie en noemt zijn strekking ‘toevalisme’. Zijn beeldenbestaan hoofdzakelijk uit metalen (staal, koper, messing, RVS) die hij be-werkt via verschillende technieken: lassen, solderen, snijden (schaar enthermisch), oxideren, lakken enz.Hij won reeds prijzen in binnen- en buitenland, waar ook nog tal van z’nwerken te zien zijn.

‘Jeanne Panne Anders’, stalen beeld, H 2 m

Henri Knops, Veurne Zie p. 12

‘Jeanne Panne’, acryl op doek, 40 x 40 cm

Annick Gorret, De Panne

Annick Gorret schilderde al van kindsbeen af als hobby. Ze heeft nooit een kunstopleiding gevolgd of acade-mie gelopen. Ze is bijgevolg een autodidact. Annick haalt haar inspiratie vooral uit de natuur.

‘Op de brandstapel’, olieverf op doek, 80 x 100 cm

ERFGOEDDAG FAKE ?

Page 26: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 26 |

Luc Leye, Nieuwpoort

Luc Leye werkt als ambtenaar voor de stad Nieuwpoort. Tekenen is zijnhobby. In 2010 volgt hij zijn eerste jaar les aan de Westhoekacademie.Hij haalt zijn inspiratie zowel uit het dagelijkse leven als fictie en staat openvoor alle vormen van expressie (toneel, schilderen, tekenen, natuur, gitaar).‘Jane’s nightmare’ is een installatie die verwijst naar de zware verant-woordelijkheid die media dragen door het verspreiden van al of niet ‘ver-meende’ geruchten. Een ‘heksenjacht’ is niet iets van het verleden. Ook nunog voeren en voeden bepaalde, op sensatie beluste media een ‘heksenjacht’.

‘Jane’s nightmare’, installatie, 70 x 90 cm

Yvette Myngheer, Veurne

“Myve” begon als autodidact zeer vroeg met tekenen en schilderen, vooral pen-tekeningen en portretten. In 1991 ontdekte zij het schilderen op zijde, waarna zeevolueerde van sjaals en kledij naar kunstcomposities.Myngheer is lid van diverse kunstverenigingen en organiseert jaarlijks een eigen ten-toonstelling. Haar werk is niet exact maar wil plaats maken voor aanvulling, voor hetaanzetten tot dromen en het vrijmaken van emoties.

‘Selena’, plastisch (figuur in paverpol, met stofverharder), 40 x 40 cm

Lut Rossey, Nieuwpoort

Lut Rossey volgde de opleiding schilderkunst en vrije grafiek aan de stedelijke kunstacademie Oostende. Haar voornaamste inspiratiebron zijn de natuurele-menten. Ze werkt met olieverf op doek, maakt hout- en linosnedes, zeedrukkenen etsen. De titel ‘Kasteelland’ verwijst naar de naam voor de plaats waar deheksen en de duivel samen kwamen.

‘Kasteelland’, photopolymeer op houtafdruk met chine-collé, 40 x 50 cm

Marcella Snyers, Nieuwpoort

Marcella Snyers volgde een tiental jaar les aan de academie voor Beeldende kunsten in Heusen-Zolder enAarschot. Ze begon met potloodtekeningen, gevolgd door experimenten met allerlei materialen. Ze is al heelhaar leven geboeid door ‘kunst’ in de meest uiteenlopende stijlen. Het werk dat ze hier voorstelt vergelijkt de ‘exentrieke’ vrouwen van nu –Madonna, Sœur Sourire, Kristien Hem-merechts- met die in het verleden. Vroeger gebrandmerkt als heks, nu de iconen van onze populaire cultuur.

‘Jeanne Panne met een knipoog vol humor’, aquarel en collage, 35 x 35

Christiane Vanheste, De Panne

Acryl schilderen is een passie en een uitlaatklep voor Christiane Vanheste. Ze houdt van expressieve, vlotteschildertoetsen, vitaliteit en enthousiasme. Schilderend brengt ze in haar werk naar buiten wat haar op datogenblik innerlijk treft.

‘Behekste zee’, acryl op cancas, 100 x 80 cm

WEEK VAN DE AMATEURKUNSTEN

Page 27: Erfgoeddag 2010 - Fake?

| 27 |

COLOFONDeze brochure is een uitgave van de projectvereniging 5-art (de gemeenten en steden Alveringem, De Panne, Kok-sijde, Nieuwpoort en Veurne).Opgemaakt ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Gebaseerd op een waar verhaal?’ van 24 april t.e.m. 9 mei inKapel Ster der Zee (Koksijde), naar aanleiding van Erfgoeddag en de Week van de Amateurkunsten

Concept, vormgeving & drukReclame & Media Comsa!Nieuwstraat 17, 8690 AlveringemT 058 28 96 12 - F 058 28 96 69www.comsa.be

Coördinatie en redactieDieter David, cultuurfunctionaris erfgoed 5-arti.s.m. Jan Van Acker, erfgoedconsulent Veurne

De projectvereniging 5-art kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor onjuiste gegevens.

Gebruikte bronnenEggermont Nele, Bradt Thomas e.a.. Golf ter Hille te Oostduinkerke-Wulpen: voorlopige resultaten van dearcheologische opgravingen (Koksijde, W-Vl.) in: Archaeologica Mediaevalis 33, p. 82-87, 2010.Heinderyck Pauwel. Jaerboeken van Veurne en Veurnambacht, 1854, 2 delen.Van Bael Sim– Lehouck. Sagenstudie van het gebied ‘Bachten de Kupe’ tot over de Franse grens.Onuitgegeven licentiaatsverhandeling K.U.Leuven, 1969, pp. 330-338Bronnen: Van Biervliet Lori. Een oudt liedeken op het beleg van Nieuwpoort 1489 in Biekorf, 76ste jg., 1975-1976, pp. 193-206.

Dank voor realisatie aan de kunstenaars, bruikleengevers en anderen die de realisatie van deze tentoonstellingmogelijk maakten

Alveringem

Veurne

De Panne

FRANKRIJK BELGIË

Koksijde

Nieuwpoort

Ieper �

Brugge

Brussel �

Page 28: Erfgoeddag 2010 - Fake?

Dienst toerisme en cultuurGemeentehuis Hof van WyckhuizeSint-Rijkersstraat 198690 AlveringemT 058 28 88 81 - F 058 28 88 83E [email protected]

Dienst cultuurZeelaan 218660 De PanneT 058 42 97 53 - F 058 42 16 17E [email protected]

Dienst cultuurZeelaan 3038670 KoksijdeT 058 53 34 07 - F 058 53 30 94E [email protected]

Dienst cultuur en erfgoedGrote Markt 298630 VeurneT 058 33 55 38 - F 058 33 55 39E [email protected]

Dienst cultuurWillem De Roolaan 908620 NieuwpoortT 058 22 44 26 - F 058 22 44 55E [email protected]