2
8 I Medi-Sfeer 450 9 juli 2014 MS8706AN Eric Boydens: ‘Aanpak van burn-out vraagt herschikking van prioriteiten’ BEROEPSNIEUWS “C hronische stress blijkt moei- lijker hanteerbaar dan vroe- ger”, vertelt hij. “Ligt het aan de files, de leerstoornissen bij kinderen, de snel evoluerende IT-technologieën, het feit dat haast alle ouders tegenwoordig allebei een job hebben…? Eén oorzaak aanduiden is onmogelijk, het gaat om een mix van factoren. Maar terwijl het over- duidelijk is dat het probleem groeit, blijft het wachten op een doordacht beleid. Een voorbeeld: in Nederland kampt zowat 9% van de bevolking met een burn-out. Dat is dubbel zoveel als het aantal mensen met diabetes – zo’n 4%. Logisch dus dat de Nederlandse overheid veel middelen investeert in de preventie en behandeling van stress en burn-out. Bij ons daarente- gen vloeit er veel geld naar de preventie en aanpak van diabetes, maar niet naar burn-out. En dat terwijl er geen reden is om aan te nemen dat dit fenomeen hier minder frequent zou zijn dan bij onze noorderburen – exacte cijfers over burn- out in België zijn helaas niet voorhanden. De verdeling van ons budget stemt niet langer overeen met de noden die er zijn.” Intellectuele herwaardering? Als geen ander weet dr. Boydens dat men- sen met klachten van stress en burn-out opgevangen kunnen worden door de huis- arts. “Als huisarts zijn we perfect geplaatst om stressklachten bij onze patiënten snel aan te pakken en zo te verhinderen dat ze escaleren en uitmonden in een burn-out, depressie, psychosomatische klachten, en- zovoort”, stelt hij. “Op voorwaarde dat we voldoende ondersteuning en begeleiding krijgen. En daar wringt het schoentje…” Boydens pleit onder meer voor een herzie- ning van de nomenclatuur. “De intellectu- ele herwaardering van de huisartsgenees- kunde waar al zo lang sprake van is, heeft nog altijd niet plaatsgevonden. We moeten de prioriteiten elders leggen. Om stress en burn-out grondig aan te pakken, is bijvoor- beeld overleg nodig met andere zorgverle- ners op de eerste lijn. En dat kost tijd, tijd die momenteel niet vergoed wordt. Zoiets vraagt evenwel niet alleen een aanpassing van het systeem, maar ook een wijziging in de mentaliteit van de mensen. Zij zijn het gewend te betalen voor technische prestaties, en niet voor tijd. Maar ze ver- liezen daarbij uit het oog dat een gesprek in veel gevallen technische onderzoeken overbodig kan maken – denk bijvoorbeeld aan een bezoek aan de cardioloog voor hartkloppingen, veroorzaakt door stress. Zwitserland bewijst dat dit systeem per- fect haalbaar is: daar betalen patiënten per tijd, de klok begint er te lopen van zodra ze de consultatieruimte binnenstappen. En niemand mort daarover” Niet alleen de nomenclatuur voor huis- artsen is toe aan een herwerking, ook de financiering van ziekenhuis moet anders, gaat dr. Boydens verder. “Nu zijn zieken- huizen ‘verplicht’ om veel technische on- derzoeken uit te voeren, omdat ze het geld daarvan nodig hebben om te overleven. Dat maakt dat er dikwijls onnodige on- derzoeken voorgeschreven worden, en dat zorgt dan weer dat artsen zich niet goed in hun vel voelen en dat het verplegend en ander personeel tijd tekortkomt om aan echte ‘persoonszorg’ te doen. Veel pa- tiënten met stressklachten die zich fysiek uiten, hollen zo van de ene naar de andere specialist zonder ooit tot de kern van hun probleem te komen.” ‘Doctors 4 Doctors’ “De gevolgen laten zich echter ook ge- voelen bij het artsenkorps zelf”, gaat Eric Boydens verder. “Heel wat collega’s kam- pen met een burn-out of staan op de rand ervan. Vooral dan artsen-specialisten in opleiding, zeker zij die geen goede eerste werkervaring hadden. Maar we zien ook meer en meer huisartsen in opleiding en gevestigde huisartsen en specialisten met een burn-out. Hoe dat komt? Artsen zijn doorgaans knappe koppen die het gewoon zijn om altijd en overal te slagen. Omgaan met mislukkingen, met stress, met commu- nicatie… leren ze evenwel niet op de ban- ken. En eens zich zo’n situatie voordoet in de praktijk en ze niet terug kunnen vallen op een ondersteunend netwerk, kunnen ze in de problemen komen. Andere oorzaken zijn vermoeidheid, het minder betrokken zijn bij de instelling of de organisatie, veel- eisende patiënten, enzovoort.” Enkele jaren geleden vatte dr. Boydens daarom het idee op om samen met enke- le andere zorgverleners uit Antwerpen een ondersteunend netwerk voor huisartsen en specialisten uit de grond te stampen, ‘Doctors 4 Doctors’ (zie ook de bladzijde hiernaast, ‘Wat voorafging: een chronolo- gie’). ‘Doctors 4 Doctors’ (D4D) wordt vaak in een adem genoemd met Domus Medica, en dokter Boydens is ook vaak gastspreker tijdens evenementen van de wetenschap- pelijke vereniging. “Maar laat hier geen misverstand over verstaan, dit project is niet gelinkt aan één vereniging of syndi- caat”, maakt hij meteen duidelijk. “Domus is een belangrijke partner, maar wij mikken op het welzijn van àlle artsen.” Met de oprichting van D4D wilden dr. Boy- dens en co. een hiaat opvullen. “Artsen spe- len een belangrijke rol bij de opvang van patiënten met burn-out en stress. Maar hoe wil je dat zij die mensen goed begelei- den als ze zelf uitgeblust zijn? Als een arts zich niet goed voelt in zijn vel, dan heeft dat implicaties voor de zorg die hij ver- leent aan zijn patiënten, en dus mogelijk ook voor hun gezondheid. Artsen in nood moeten daarom zelf ook een beroep kun- nen doen op goede zorgverlening. En daar willen wij aan meehelpen. Wij fungeren als discreet aanspreekpunt voor onze colle- ga’s die hulp zoeken: we verlenen advies, geven psychologische begeleiding, leren vaardigheden aan die hen kunnen helpen bij de organisatie en het beheer van hun praktijk, zorgen voor juridische bijstand (bijvoorbeeld als iemand een klacht tegen hen neerlegde bij de Orde of als ze gecon- fronteerd worden met een Riziv-controle), enzovoort. Uiteraard is het mogelijk noch wenselijk om alles zelf te doen. Wij ope- reren dan ook vanuit een professioneel netwerk en doen een beroep op tal van partners.” Dat D4D inspeelt op een concrete nood, bewijst de bijval die het initiatief krijgt van- uit de artsenwereld. “Maar op structurele ondersteuning blijft het jammer genoeg wachten”, betreurt dr. Boydens. “Nochtans ligt er al meer dan een jaar een budget van een miljoen klaar bij het Riziv voor de aan- pak van burn-out bij huisartsen…” Tijs Ruysschaert Dr. Eric Boydens: “Als een arts zich niet goed voelt in zijn vel, dan heeft dat implicaties voor de zorg die hij verleent aan zijn patiënten.” Dr. Eric Boydens bedankt de Stichting Verhulst-Van Eeckhoven voor de prijs die ze toekende aan D4D. (Zie ook blz. 9.) Voor dit interview ontvangt huisarts dr. Eric Boydens me onder het paviljoen in zijn boomgaard, aan een tafel waaraan menig bedrijfsleider maar ook collega-arts op gesprek kwam. Een serene omgeving, en dat is geen toeval. Dr. Boydens legt zich al jaren toe op de behandeling van stress en burn-out, zowel bij (huis)artsen als bij patiënten. En dat kan niet zonder het jachtige leven van alledag even te pauzeren.

Eric Boydens: ‘Aanpak van burn-out vraagt herschikking van prioriteiten’

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Voor dit interview ontvangt huisarts dr. Eric Boydens me onder het paviljoen in zijn boomgaard, aan een tafel waaraan menig bedrijfsleider maar ook collega-arts op gesprek kwam. Een serene omgeving, en dat is geen toeval. Dr. Boydens legt zich al jaren toe op de behandeling van stress en burn-out, zowel bij (huis)artsen als bij patiënten. En dat kan niet zonder het jachtige leven van alledag even te pauzeren.

Citation preview

Page 1: Eric Boydens: ‘Aanpak van burn-out vraagt herschikking van prioriteiten’

8 I

Medi-Sfeer 450 ❚ 9 juli 2014

MS8

706A

N

Eric Boydens: ‘Aanpak van burn-out vraagt herschikking van prioriteiten’

BEROEPSNIEUWS

“Chronische stress blijkt moei-lijker hanteerbaar dan vroe-ger”, vertelt hij. “Ligt het aan

de files, de leerstoornissen bij kinderen, de snel evoluerende IT-technologieën, het feit dat haast alle ouders tegenwoordig allebei een job hebben…? Eén oorzaak aanduiden is onmogelijk, het gaat om een mix van factoren. Maar terwijl het over-duidelijk is dat het probleem groeit, blijft het wachten op een doordacht beleid. Een voorbeeld: in Nederland kampt zowat 9% van de bevolking met een burn-out. Dat is dubbel zoveel als het aantal mensen met diabetes – zo’n 4%. Logisch dus dat de Nederlandse overheid veel middelen investeert in de preventie en behandeling van stress en burn-out. Bij ons daarente-gen vloeit er veel geld naar de preventie en aanpak van diabetes, maar niet naar burn-out. En dat terwijl er geen reden is om aan te nemen dat dit fenomeen hier minder frequent zou zijn dan bij onze noorderburen – exacte cijfers over burn-out in België zijn helaas niet voorhanden. De verdeling van ons budget stemt niet langer overeen met de noden die er zijn.”

Intellectuele herwaardering?

Als geen ander weet dr. Boydens dat men-sen met klachten van stress en burn-out opgevangen kunnen worden door de huis-arts. “Als huisarts zijn we perfect geplaatst om stressklachten bij onze patiënten snel aan te pakken en zo te verhinderen dat ze escaleren en uitmonden in een burn-out, depressie, psychosomatische klachten, en-zovoort”, stelt hij. “Op voorwaarde dat we voldoende ondersteuning en begeleiding krijgen. En daar wringt het schoentje…”

Boydens pleit onder meer voor een herzie-ning van de nomenclatuur. “De intellectu-ele herwaardering van de huisartsgenees-kunde waar al zo lang sprake van is, heeft nog altijd niet plaatsgevonden. We moeten de prioriteiten elders leggen. Om stress en burn-out grondig aan te pakken, is bijvoor-beeld overleg nodig met andere zorgverle-ners op de eerste lijn. En dat kost tijd, tijd die momenteel niet vergoed wordt. Zoiets vraagt evenwel niet alleen een aanpassing van het systeem, maar ook een wijziging

in de mentaliteit van de mensen. Zij zijn het gewend te betalen voor technische prestaties, en niet voor tijd. Maar ze ver-liezen daarbij uit het oog dat een gesprek in veel gevallen technische onderzoeken overbodig kan maken – denk bijvoorbeeld aan een bezoek aan de cardioloog voor hartkloppingen, veroorzaakt door stress. Zwitserland bewijst dat dit systeem per-fect haalbaar is: daar betalen patiënten per tijd, de klok begint er te lopen van zodra ze de consultatieruimte binnenstappen. En niemand mort daarover” Niet alleen de nomenclatuur voor huis-artsen is toe aan een herwerking, ook de financiering van ziekenhuis moet anders, gaat dr. Boydens verder. “Nu zijn zieken-huizen ‘verplicht’ om veel technische on-derzoeken uit te voeren, omdat ze het geld daarvan nodig hebben om te overleven. Dat maakt dat er dikwijls onnodige on-derzoeken voorgeschreven worden, en dat zorgt dan weer dat artsen zich niet goed in hun vel voelen en dat het verplegend en ander personeel tijd tekortkomt om aan echte ‘persoonszorg’ te doen. Veel pa-tiënten met stressklachten die zich fysiek uiten, hollen zo van de ene naar de andere specialist zonder ooit tot de kern van hun probleem te komen.”

‘Doctors 4 Doctors’

“De gevolgen laten zich echter ook ge-voelen bij het artsenkorps zelf”, gaat Eric Boydens verder. “Heel wat collega’s kam-pen met een burn-out of staan op de rand ervan. Vooral dan artsen-specialisten in opleiding, zeker zij die geen goede eerste werkervaring hadden. Maar we zien ook meer en meer huisartsen in opleiding en gevestigde huisartsen en specialisten met een burn-out. Hoe dat komt? Artsen zijn doorgaans knappe koppen die het gewoon zijn om altijd en overal te slagen. Omgaan met mislukkingen, met stress, met commu-nicatie… leren ze evenwel niet op de ban-ken. En eens zich zo’n situatie voordoet in de praktijk en ze niet terug kunnen vallen op een ondersteunend netwerk, kunnen ze in de problemen komen. Andere oorzaken zijn vermoeidheid, het minder betrokken zijn bij de instelling of de organisatie, veel-eisende patiënten, enzovoort.”

Enkele jaren geleden vatte dr. Boydens daarom het idee op om samen met enke-le andere zorgverleners uit Antwerpen een ondersteunend netwerk voor huisartsen en specialisten uit de grond te stampen, ‘Doctors 4 Doctors’ (zie ook de bladzijde hiernaast, ‘Wat voorafging: een chronolo-gie’). ‘Doctors 4 Doctors’ (D4D) wordt vaak in een adem genoemd met Domus Medica, en dokter Boydens is ook vaak gastspreker tijdens evenementen van de wetenschap-pelijke vereniging. “Maar laat hier geen misverstand over verstaan, dit project is niet gelinkt aan één vereniging of syndi-caat”, maakt hij meteen duidelijk. “Domus is een belangrijke partner, maar wij mikken op het welzijn van àlle artsen.”

Met de oprichting van D4D wilden dr. Boy-dens en co. een hiaat opvullen. “Artsen spe-

len een belangrijke rol bij de opvang van patiënten met burn-out en stress. Maar hoe wil je dat zij die mensen goed begelei-den als ze zelf uitgeblust zijn? Als een arts zich niet goed voelt in zijn vel, dan heeft dat implicaties voor de zorg die hij ver-leent aan zijn patiënten, en dus mogelijk ook voor hun gezondheid. Artsen in nood moeten daarom zelf ook een beroep kun-nen doen op goede zorgverlening. En daar willen wij aan meehelpen. Wij fungeren als discreet aanspreekpunt voor onze colle-ga’s die hulp zoeken: we verlenen advies, geven psychologische begeleiding, leren vaardigheden aan die hen kunnen helpen bij de organisatie en het beheer van hun praktijk, zorgen voor juridische bijstand (bijvoorbeeld als iemand een klacht tegen hen neerlegde bij de Orde of als ze gecon-fronteerd worden met een Riziv-controle), enzovoort. Uiteraard is het mogelijk noch wenselijk om alles zelf te doen. Wij ope-reren dan ook vanuit een professioneel netwerk en doen een beroep op tal van partners.”

Dat D4D inspeelt op een concrete nood, bewijst de bijval die het initiatief krijgt van-uit de artsenwereld. “Maar op structurele ondersteuning blijft het jammer genoeg wachten”, betreurt dr. Boydens. “Nochtans ligt er al meer dan een jaar een budget van een miljoen klaar bij het Riziv voor de aan-pak van burn-out bij huisartsen…” ❚

Tijs Ruysschaert

Dr. Eric Boydens: “Als een arts zich niet goed voelt in zijn vel, dan heeft dat implicaties voor de zorg die hij verleent aan zijn patiënten.”

Dr. Eric Boydens bedankt de Stichting Verhulst-Van Eeckhoven voor de prijs die ze toekende aan D4D. (Zie ook blz. 9.)

Voor dit interview ontvangt huisarts dr. Eric Boydens me onder het paviljoen in zijn boomgaard, aan een tafel waaraan menig bedrijfsleider maar ook collega-arts op gesprek kwam. Een serene omgeving, en dat is geen toeval. Dr. Boydens legt zich al jaren toe op de behandeling van stress en burn-out, zowel bij (huis)artsen als bij patiënten. En dat kan niet zonder het jachtige leven van alledag even te pauzeren.

Page 2: Eric Boydens: ‘Aanpak van burn-out vraagt herschikking van prioriteiten’

I 9

Medi-Sphere 435 ❚ 26 février 2014

TOP-DOWN

MS8

706B

N

Doctors 4 Doctors: een chronologieAan D4D gaan twee verschillende verhaallijnen vooraf, die elkaar op bepaalde momenten kruisen.

Enerzijds zijn er topdowninitiatieven, anderzijds beginnen zorgverleners op het terrein met concrete projecten, zoals D4D. Een kruisbestuiving blijft vooralsnog uit, helaas.

BEROEPSNIEUWS

De vzw Doctors4Doctors betaalt haar werkingskosten voorlopig volledig met de geldprijs van de Stichting Verhulst-Van Eeckhoven,

subsidies ontvangt de vereniging niet. Wie het project wil steunen, kan dat door geld over te schrijven naar BE05 7310 3553 1475.

Giften vanaf 40 euro per jaar zijn fiscaal aftrekbaar.

2007In 2007 stelt de Nationale Raad voor KwaliteitsPromotie (NRKP) ‘The Institute of Professional Health Belgium’ voor aan het Riziv. Dr. Eric Boydens: “Dat was een erg mooi project rond de gezondheid van artsen, met naast aandacht voor de zorg voor artsen in nood ook initiatieven die mikten op preventie en zelfzorg. Helaas wilde het Riziv eerst een studie uitvoeren, waardoor verschillende mensen afhaakten en de plannen op de lange baan verzeilden.”

2010Drie jaar later geeft het Riziv de opdracht aan het Federaal Kenniscentrum (KCE) om een studie uit te voeren naar burn-out bij het Belgische huisartsenkorps. “Op zich een goed initiatief, maar in plaats van de resultaten van die studie af te wachten, moesten we ook in actie schieten. En dat gebeurde niet”, aldus Boydens.

2011In oktober 2011 maakt het KCE de resultaten van zijn studie bekend. Naar schatting 1 op 10 huisartsen in ons land krijgt vroeg of laat te maken met burn-out, zo staat in het rapport. In een adem formuleert het kenniscentrum ook 14 aanbevelingen om het niet zover te laten komen. Een van die adviezen: elke arts moet een eigen huisarts hebben…

2012Een jaar later stelt het Riziv een taskforce samen, met onder andere de wetenschappelijke verenigingen Domus Medica en het Franstalige SSMG (Société Scientifique de Médecine Générale) als parters. De taskforce moet een bedrijfsplan uitwerken voor de preventie van burn-out. “Maar opnieuw bleven concrete stappen uit. En dat frustreerde me”, vertelt Boydens. “Die KCE-studie had 60.000 euro gekost, de resultaten toonden overduidelijk aan dat er dringend actie nodig was én ondertussen schreeuwde de artsenwereld om ondersteuning. En toch dreigde dit onderwerp weer op het achterplan te geraken.”

2013Het Riziv maakt budget vrij voor een koepelorganisatie die burn-out bij huisartsen moet aanpakken. “Een miljoen euro zou er klaar liggen, maar door onenigheid over de statuutvorming blijft dat geld onaangeroerd”, zucht dr. Boydens. (Het Riziv zelf kan dat cijfer niet bevestigen en stelt dat het exacte bedrag nog niet bepaald is, red.) “En dat is uiteraard doodjammer. Wij wachten op de steun die ons beloofd was, maar weten niet eens hoe die eruit moet zien. Om het project niet volledig stil te laten vallen, proberen we de betrokkenen regelmatig wakker te schudden. Want patiënten hebben op recht gezonde artsen...”

BOTTOM-UP

2008In 2008 organiseren psychologe Tine Daeseleire en dr. Eric Boydens de opleiding ‘coaching van burn-out in de huisartsenpraktijk’. “Om stressgerelateerde aandoeningen op te vangen is per provincie een netwerk van 10 à 15 huisartsen nodig die gespecialiseerd zijn in die materie. En die artsen moeten op hun beurt kunnen terugvallen op een netwerk van psychologen, psychotherapeuten, coaches en enkele psychiaters”, zo stelt dr. Boydens in de medische pers. “Maar zover zijn we nog bijlange niet.”

2011Niet alleen ‘gewone mensen’ krijgen af te rekenen met stress. Ook veel artsen staan op de rand van een burn-out. Langer wachten op het Riziv voor concrete stappen is geen optie voor dr. Boydens. Samen met drie andere zorgverleners uit het Antwerpse – psychologe Tine Daeseleire, psychiater dr. Andy De Witte en coach Marleen De Greef – werkt hij in april 2011 de denktank Doctors 4 Doctors uit. “We kwamen al langer samen, onder andere voor intervisies over individuele casussen. Maar de KCE-studie zwengelde het besef aan dat we artsen in nood niet langer mochten laten wachten op hulp. Dus besloten we zelf laagdrempelige hulpverlening te organiseren.

In oktober van datzelfde jaar organiseert het viertal het Worldcafé D4D in Antwerpen, waar 30 experts debatteren over het probleem ‘burn-out bij artsen’ en samen nadenken over mogelijke oplossingen en

concrete actieplannen.Twee maanden later, in december, kiest de Koninklijke Artsenvereniging van Antwerpen (KARVA) ‘Arts in nood’ als thema voor haar jaarlijkse symposium. Opnieuw een duidelijk signaal dat het hoog tijd is voor actie.

2013In 2013 start de Orde van Geneesheren van Oost-Vlaanderen het proefproject ‘Arts in Nood’, vernoemd naar het symposium dat KARVA twee jaar eerder organiseerde. Via een meldpunt kunnen artsen die met psychische problemen kampen discreet om hulp vragen. De vertrouwensarts is gebonden aan een zwijgplicht. “Hopelijk springen de andere provincies mee op de kar”, klinkt het bij gynaecoloog dr. Michel Bafort, voorzitter van de provinciale raad van Oost-Vlaanderen. “Artsen durven vaak niet aankloppen bij hun collega’s uit vrees voor consequenties voor hun carrière. Op deze manier wordt dat probleem omzeild.”

De Stichting Verhulst-Van Eeckhoven beloont het initiatief D4D met haar driejaarlijkse award, waar een beloning van 15.000 euro aan vasthangt. Met dat geld richt de ‘denktank’ eind 2013 een gelijknamige vzw op. “Via haar prijs beloont de Stichting Verhulst-Van Eeckhoven elke drie jaar het werk dat een persoon, een groep of een instelling levert om de kwaliteit van medische hulpverlening te verbeteren. Dat wij die mochten ontvangen, was een hele eer”, aldus dr. Boydens.

Tijs Ruysschaert