23
Examenprogramma vmbo tl 2016 Examenprogramma STAATSEXAMEN VMBO 2016 Bartiméus Onderwijs M. Veenemans

Examenprogramma vmbo 2016

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo tl 2016

Examenprogramma

STAATSEXAMEN VMBO

2016

Bartiméus Onderwijs M. Veenemans

Page 2: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

2

Dit programma is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, sommige informatie is echter pas op een later tijdstip definitief bekend. Aan het programma kunnen geen rechten ontleend worden. Inhoudsopgave Algemene informatie……………………………………. 3 Uitslagregels………………………………............…….. 3 Proefexamenweek……………………………………… 5 Centraal schriftelijk examen…………………………… 5 Praktische opdrachten, sectorwerkstuk……………… 6 Oriëntatie op leren en werken………………………… 6 Examendossier…………………………………… ……. 6 Mondeling examen…………………………………..…. 6 Inhoud en eisen van de examenvakken..........………. 7 Authenticiteitsverklaring 2016...………………………. 22 Rooster eerste tijdvak VMBO-GL/TL 2016 ……………23

Page 3: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

3

Algemene informatie Bartiméus Onderwijs is een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs en mag daarom niet zelf examens afnemen. Leerlingen die opgeleid worden voor het VMBO-diploma kunnen daarom meedoen met het Staatsexamen. In tegenstelling tot het regulier onderwijs kent het staatsexamen geen schoolonderzoeken. Het staatsexamen bestaat uit een centraal schriftelijk examen (het CSE), dat identiek is aan het centraal examen voor de reguliere scholen en een college-examen dat mondeling wordt afgenomen in de laatste schoolweek. Het eindcijfer per vak wordt bepaald door het gemiddelde van deze twee examens. Om een VMBO-TL diploma te halen moet een leerling in minimaal zes vakken examen doen, waarbij Nederlandse taal en Engels verplicht zijn. Aanmelding Vóór 1 december 2016 moet een leerling zich via de school aanmelden voor het staatsexamen. Hierbij moet een fotokopie van het ID-document ingeleverd worden. Uitslagregels vmbo 2016 Kandidaat slaagt als:

alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of

één eindcijfer 5 en alle overige eindcijfers zijn 6 of hoger, of

één eindcijfer 4 en alle overige eindcijfers zijn 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of

twee eindcijfers 5, en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger

het sectorwerkstuk is beoordeeld met “voldoende” of “goed”

het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste een 5,5 is

het eindcijfer Nederlandse taal minimaal een 5 is

de rekentoets afgelegd is Aanscherping exameneis vmbo De rekentoets 2016- moet zijn afgelegd (inspanningsverplichting, hoeft niet minimaal een 5 te zijn) . Nederlandse taal Het eindcijfer moet minimaal een 5 zijn

Page 4: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

4

Herkansing Staatsexamenkandidaten mogen voor één vak het college-examen en voor één vak het centraal examen – in hetzelfde examenjaar - herkansen, mits zij daardoor alsnog kunnen slagen voor het staatsexamen. Dit kan hetzelfde vak zijn, dat kunnen ook verschillende vakken zijn. Herkansing is alleen toegestaan voor kandidaten, die in één jaar een volledig examen afleggen en voor kandidaten die in het betreffende examenjaar hun examen afronden (dus een diploma zouden kunnen behalen). Het sectorwerkstuk mag extra worden herkanst als de kandidaat daardoor kan slagen. Herkansing voor één vak van het centraal examen Deze herkansing is mogelijk tijdens het 3e tijdvak of in bijzondere gevallen, eventueel tijdens het 4e tijdvak. Het 3e tijdvak is in augustus, in de zomervakantie, er wordt geen rekening gehouden met gemaakte afspraken. Het 3e tijdvak loopt van 10 augustus t/m 19 augustus. Het 4e tijdvak is in oktober 2015. Bij herkansing van het centraal examen kan de voorzitter van de staatsexamencommissie besluiten om dit examen mondeling af te nemen. Herkansing voor één vak van het college-examen Als een kandidaat bij de herkansing opnieuw deelneemt aan een college-examen in een vak, betreft dit door de staatsexamencommissie vast te stellen onderdelen van het examenprogramma voor dat vak. Het laatst behaalde cijfer telt Het laatst behaalde cijfer van de cijfers (deelcijfers) behaald bij de herkansing geldt als definitief cijfer voor het college-examen respectievelijk centraal examen. Herkansing voor deelexamens is niet mogelijk. Diploma en cijferlijst Aan de voor een examen vmbo (theoretische leerweg) geslaagde kandidaat wordt een diploma uitgereikt. Bij het diploma wordt een cijferlijst uitgereikt met daarop vermeld: - de vakken waarin hij/zij is geëxamineerd; - de vakken waarvoor een vrijstelling is verleend; - de cijfers voor het college-examen en het centraal examen en het eindcijfer per vak; - het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling daarvan: ‘voldoende’ of

‘goed’; - de uitslag van de rekentoets wordt in 2016 nog op een aparte bijlage bijgevoegd - de uitslag: ‘geslaagd’. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een examen vmbo ( theoretische leerweg) en daarvoor niet is geslaagd wordt een cijferlijst uitgereikt met daarop vermeld: - de vakken waarin hij/zij is geëxamineerd; - de vakken waarvoor een vrijstelling is verleend; - de cijfers voor het college-examen, het centraal examen en het eindcijfer per vak; - het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling daarvan: ‘onvoldoende’,

‘voldoende’ of ‘goed’ - de uitslag: ‘afgewezen’. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een deelexamen vmbo (theoretische leerweg) wordt een cijferlijst uitgereikt met daarop vermeld: - de vakken waarin hij/zij is geëxamineerd;

- de cijfers voor het college-examen, het centraal examen en het eindcijfer per vak; - eventueel (indien van toepassing) het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de

beoordeling daarvan: ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’.

Page 5: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

5

Certificaten Voor de vakken waarvoor een voldoende resultaat is behaald, worden certificaten uitgereikt. Als een examen in een vak of deelvak bestaat uit een college-examen en een centraal

examen dienen deze in hetzelfde examenjaar te worden afgelegd om een certificaat voor dit vak of deelvak te kunnen verkrijgen. Ook voor een sectorwerkstuk met een kwalificatie ‘voldoende’ of goed’ wordt een certificaat afgegeven. Proefexamenweek Om een idee te krijgen wat het betekent om in een tijdsbestek van een paar dagen voor alle vakken een examen te maken wordt een proefexamenweek gehouden. Voor elk vak wordt gekozen voor een nog niet geoefend examen uit voorgaande jaren. Een overzicht van de behaalde cijfers wordt naar huis gestuurd, ter ondertekening van de ouders. Data proefexamenweek 2016 In week 4 en 5 – periode van 25 januari t/m 4 februari 2016 Het rooster volgt in december. Tijdens de proefexamens vervallen de normale lessen. Centraal schriftelijk examen (mei 2016) Het centraal schriftelijk examen in het eerste en tweede tijdvak wordt gelijktijdig met het centraal examen op de dagscholen afgenomen. Het examen valt onder verantwoordelijkheid van de staatsexamencommissie en wordt, indien mogelijk, afgenomen in een apart gedeelte van het schoolgebouw, zodat rust gegarandeerd is. Hierbij zijn een voorzitter en een surveillant aanwezig. De kandidaten kunnen de opgaven krijgen in aangepaste vorm. Een keus kan gemaakt worden uit aangepaste en/of vergrote zwartdruk, wordbestanden op cd-rom, en braille. Ook is het mogelijk om tijdsverlenging aan te vragen. De reguliere tijd per examen is 2 uur per examen. De tijdsverlenging is afhankelijk van de visuele beperking, maar maximaal 2 uur. N.B. Alle aanvragen worden geregeld door de examencoördinator, mevr. M. Veenemans. De aanvangstijd is voor iedereen gelijk, maar de eindtijd varieert. Een leerling, die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na het begin van het examen tot de examenzaal worden toegelaten. Als een leerling door een geldige reden bij één of meer examens niet aanwezig kan zijn, bestaat de mogelijkheid om in juni voor ten hoogste twee vakken schriftelijk examen te doen, tijdens het 2e tijdvak. Indien er meer vakken gemist worden, moeten de overige vakken in augustus gemaakt worden, in de vakantie, tijdens het 3e tijdvak. Indien de afwezigheid veroorzaakt wordt door ziekte, moet een doktersverklaring overlegd worden. Data schriftelijk examen 2016- het schriftelijk examen loopt van 11 mei t/m 27 mei.

Page 6: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

6

De exacte tijden worden later bekend gemaakt, in overleg met de staatsexamencommissie. Ook de data en tijden van de schrijfvaardigheidstoetsen voor de talen worden later bekend gemaakt. Het onderdeel schrijfvaardigheid bij de talen is een verplichte schrijfopdracht voor staatsexamenkandidaten. Staatsexamenkandidaten leggen deze schrijfopdracht naast hun centrale examen voor de talen af. Mondeling examen/ College-examen, dit examen vindt plaats op school. College- examen 2016: in week 26 en 27, op 3 dagen: data worden in januari bekend gemaakt, waarschijnlijk is dit op zaterdag 2 juli en maandag en dinsdag 4 en 5 juli. Let op: het examen zou op zaterdag 2 juli kunnen starten, houdt u hier rekening mee! Zodra we de definitieve data weten, geven we het door aan u en de leerlingen. De wijze waarop de college-examens worden afgenomen Een college-examen kan bestaan uit: - een mondeling examen van 25 minuten en wordt afgenomen door twee examinatoren die niet aan Bartiméus verbonden zijn. Bij de vakken Nederlands en de moderne vreemde talen gaat aan het mondelinge examen een voorbereiding vooraf van 20 minuten. De kandidaat krijgt hierbij een tekst of situatieschets uitgereikt. - voor de talen wordt bovendien een schriftelijke toets van 120 minuten afgenomen. Deze toetsen zullen in de weken van het centraal examen worden afgenomen. Na afloop van het laatste mondeling examen wordt de uitslag bepaald. Uitreiking diploma’s en certificaten De feestelijke diploma-, en certificaten-uitreiking is op de laatste dag van het mondeling examen, vanaf 16.00 op school. Dit is naar verwachting op dinsdag 5 juli.

Page 7: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

7

Inhoud en eisen van het examen en de examenvakken- Vakinformatie Alle vakken worden geëxamineerd volgens de eisen van de vakinformatie van DUO. U kunt deze vakinformatie vinden op de volgende manier: www.DUO.nl Kies: - Staatsexamenkandidaat Scroll naar beneden Hier staat de vakinformatie per schoolsoort en vak vermeld. Praktische opdrachten, het sectorwerkstuk en oriëntatie op leren en werken Praktische opdrachten Bij het examen van enkele vakken van de theoretische richting dient de kandidaat een werkstuk te maken. Bij de talen betreft dit een fictiedossier/leesdossier, bij het vak maatschappijleer een werkstuk over een zelfstandig bestudeerd onderwerp. Hierbij is het toevoegen van een ondertekende authenticiteitsverklaring verplicht, dat betekent dat de kandidaat het werkstuk helemaal zelfstandig heeft gemaakt. (zie pagina 22). Het sectorwerkstuk De kandidaten in de theoretische leerweg moeten voor een volledig examen een sectorwerkstuk inleveren en presenteren. Het sectorwerkstuk dient te gaan over een maatschappelijk relevant onderwerp dat thematisch bij de betreffende sector past. Bij het voorstel dient te worden aangegeven waarom men hiervoor kiest en een conceptopzet van het werkstuk te bevatten. Het sectorwerkstuk moet vóór 1 mei 2016 in tweevoud bij de examen-coördinator worden ingeleverd. Daarbij dient een getekende authenticiteitsverklaring te worden gevoegd. De omvang van het werkstuk (verslag) moet minimaal twee en maximaal vier A4-tjes tekst, exclusief de illustraties en de bijlagen zijn. Deze A4-tjes dienen getypt te worden met lettertype 12 en met standaard regelafstand. Bij het ontbreken van het sectorwerkstuk word je niet opgeroepen voor het mondelinge examen. Tijdens de periode van het mondelinge examen dient de kandidaat van het werkstuk een (poster)-presentatie of powerpoint-presentatie te geven voor twee examinatoren van de staatsexamencommissie. Daarna stellen de examinatoren hierover vragen aan de kandidaat. Voor deze presentatie en de bespreking daarvan wordt 25 minuten ingeroosterd (inclusief het beantwoorden van enkele vragen over ‘Oriëntatie op leren en werken’). De kwaliteit van het sectorwerkstuk, de presentatie en de beantwoording van vragen over het werkstuk worden in samenhang beoordeeld met de kwalificatie ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Als een kandidaat een sectorwerkstuk presenteert en hiervoor de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ verkrijgt, wordt hierover een certificaat afgegeven, mits ‘Oriëntatie op leren en werken’

Page 8: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

8

in voldoende mate is afgerond. Het voldoen aan de eisen voor een sectorwerkstuk is voorwaarde voor het verkrijgen van een diploma. Bij de kwalificatie ‘onvoldoende’ kan een nieuw sectorwerkstuk worden ingeleverd en gepresenteerd, mits de kandidaat dan kan slagen. Hij/zij krijgt daarvoor in het 3e of eventueel 4e tijdvak één keer de gelegenheid een nieuw of aangepast sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een commissie-examen t.a.v. een ander vak. Oriëntatie op leren en werken Gelijktijdig met het inleveren van het sectorwerkstuk dient de kandidaat in tweevoud een verslag in te leveren over zijn / haar oriëntatie op leren en werken. De kandidaat dient na te gaan in welke van de vervolgopleidingen – die met deze leerweg mogelijk zijn – hij / zij is geïnteresseerd. De kandidaat dient daarvoor bij voorkeur deel te nemen aan een stage (bijvoorbeeld bij een bedrijf, instelling of vervolgopleiding) die in verband staat met de door hem / haar gewenste opleiding en beroep. Tevens dient de kandidaat zich te informeren naar de toekomstperspectieven van beroepen waarvoor hij / zij in verband met deze leerweg belangstelling heeft. Van deze activiteiten dient een verslag (minimaal een kwart en maximaal twee A4-tjes tekst, exclusief illustraties en bijlagen) te worden gemaakt. Dit verslag dient te worden getypt met standaard regelafstand en met lettertype 12. Een authenticiteitsverklaring moet worden toegevoegd. Tijdens de bespreking van het sectorwerkstuk (na de presentatie) worden vragen gesteld over de oriëntatie op leren en werken. Vragen hierover dienen naar behoren te worden beantwoord. Het in voldoende mate hebben uitgevoerd van de oriëntatie op leren en werken is voorwaarde om in aanmerking te komen voor een diploma bij een volledig examen of voor een certificaat t.a.v. het sectorwerkstuk. Voor oriëntatie op leren en werken wordt geen cijfer gegeven. Als de oriëntatie in onvoldoende mate is uitgevoerd, dient dit onderdeel te worden overgedaan. Als de kandidaat in hetzelfde examenjaar daardoor een diploma of een certificaat voor een sectorwerkstuk kan verkrijgen, krijgt hij / zij daarvoor in het 3e of eventueel 4e tijdvak één keer de gelegenheid. Het examendossier Bij enkele vakken dienen werkstukken en leesdossiers, voor 1 mei van het betreffende examenjaar in tweevoud te worden ingeleverd bij de examen-coördinator. Deze vormen samen het examendossier van de leerling. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het college-examen, zoals dit door de staatsexamencommissie is vastgesteld. De examinatoren moeten voor aanvang van het mondelinge examen de werkstukken kunnen inzien. Als op 1 juni de ingediende werkstukken in formeel opzicht (aantal onderdelen, aantal pagina’s, enz.) niet voldoen aan de gestelde eisen, kan de staatsexamencommissie besluiten de kandidaat voor het betreffende vak / de betreffende vakken niet op te roepen voor het mondelinge examen of de oproep in te trekken.

Page 9: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

9

Nederlands TL 2016 Het examen Nederlands bestaat uit een schriftelijk - en college examen. Op het examenprogramma Nederlands is referentieniveau 2F van toepassing. De examenstof Het schriftelijk examen Het schriftelijk examen bestaat uit één zitting. De volgende vaardigheden worden getoetst: 1 Leesvaardigheid

Leerlingen krijgen een aantal teksten te lezen waarover ze vragen moeten beantwoorden. Examenteksten worden geoefend tijdens de les.

2 Schrijfvaardigheid Leerlingen krijgen een opdracht die zij moeten uitvoeren op basis van documentatie. Tijdens het examen krijgen zij teksten aangereikt die zij moeten gebruiken voor de schrijfopdracht. Verschillende schrijfopdrachten worden tijdens de les geoefend. Het examen vmbo-TL Nederlands bestaat uit de volgende onderdelen:

- teksten met tekstbegripvragen - een samenvattingsopdracht - een advertentie met vragen naar beeld en opmaak - 1 schrijfopdracht

Het college examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Direct vóór het mondeling examen krijgt de kandidaat 20 minuten de tijd om zich voor te bereiden aan de hand van door de examinator aangeleverde teksten. De teksten betreffen onderwerpen uit een actuele zaak of over praktische zaken uit het dagelijks leven of een beroep. Aan de hand van de voorbereide tekst(en) wordt met de kandidaat een gesprek gevoerd. Voor het mondeling examen moeten tien boeken gelezen worden van oorspronkelijke Nederlandse literatuur. Eén van de boeken mag vervangen worden door een verfilming van een Nederlands literair boek of een toneelstuk van een Nederlands literair boek. Van deze 10 titels mogen maximaal 4 titels jeugdliteratuur zijn. Eén boek mag vervangen worden door 3 gedichten. Deze mogen uit één dichtbundel komen, maar het mogen ook gedichten zijn van verschillende dichters. Als de kandidaat gedichten op zijn lijst heeft staan wordt verondersteld dat hij de gebruikte rijmsoorten, rijmschema’s, gedichtsoorten, voor zover ze betrekking hebben op het gelezene, te beheersen. De theorie komt aan de orde tijdens de lessen Nederlands. Van één schrijver mogen maximaal 2 titels voorkomen. Maar dat is slechts 1 maal toegestaan. Van het gelezen werk moeten boekverslagen ingeleverd worden die worden nagekeken door de docent. Boeken worden zelfstandig gelezen. Boekverslagen maakt de leerling ook zelfstandig. Internet en Cd’s met uittreksels mogen worden gebruikt bij het verzamelen van gegevens voor de boekverslagen. Tijdens de Nederlandse les wordt aandacht besteed aan literatuur in de vorm van opdrachten die de leerlingen in de klas uitvoeren. Deze worden klassikaal behandeld.

Page 10: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

10

Tezamen met het gelezen werk op de boekenlijst ontstaat de vereiste kennis over de Nederlandse literatuur, noodzakelijk voor het eindexamen. Twee weken voor het mondelinge examen heeft de leerling volgens standaard regels de boekenlijst met 10 boektitels uitgetypt en ingeleverd. De kandidaat neemt een exemplaar van zijn literatuurlijst en drie exemplaren van de gedichten, indien hij die op zijn lijst heeft gezet, mee naar het examen. ENGELSE TAAL VMBO TL Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. A. Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 120 minuten Dit centraal schriftelijk examen betreft de examenonderdelen: a. Leesvaardigheid: het uitvoeren van een leesopdracht. b. Schrijfvaardigheid: het uitvoeren van een schrijfopdracht. Het gebruik van een woordenboek Nederlands – Engels, Engels - Nederlands is toegestaan. B. Het college-examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Direct vóór het mondeling examen krijgt de kandidaat 20 minuten de tijd om zich voor te bereiden aan de hand van door de examinator aangeleverde teksten. Er kunnen voorgestructureerde gesprekjes gebruikt worden. Een gesprek kan gevoerd worden n.a.v. teksten en/of afbeeldingen, bv. foto’s, cartoons, e.d. De teksten betreffen onderwerpen uit een actuele zaak of over praktische zaken uit het dagelijks leven of een beroep. Over de voorbereide teksten wordt met de kandidaat een gesprek in de Engelse taal gevoerd. Voor het domein Luistervaardigheid wordt van de kandidaat verwacht dat hij gestelde vragen begrijpt, daar op kan reageren en kan deelnemen aan een gesprek. Bij het mondeling examen komen o.a. aan de orde: a. Oriëntatie op leren en werken, basisvaardigheden, leesvaardigheid, luister- en kijkvaardigheid, gespreksvaardigheid, verwerven, verwerken en verstrekken van informatie, vaardigheden in samenhang. b. Kennis van gelezen werken: de kandidaat dient tenminste zes werken van uiteenlopende aard gelezen te hebben. Samen dienen deze werken betrekking te hebben op tenminste 360 pagina’s tekst: • Drie werken dienen betrekking te hebben op teksten in verhaalvorm (drie boeken); •Twee artikelen; een artikel met lettertype Arial 12 dient zonder illustraties ongeveer één A4-tje groot te zijn. •Een songtekst of gedicht. De kandidaat dient een eigen mening te kunnen geven over de teksten, artikelen en songtekst/gedicht. De kandidaat dient uit de boekenlijst tenminste twee boeken te kiezen. De kandidaat mag één boek zelf kiezen. Dit boek mag tot de jeugdliteratuur behoren. De boekenlijst is bij de docent verkrijgbaar. Het gesprek over de gelezen boeken, artikelen en songtekst/gedicht wordt in het Engels gevoerd. De nadruk ligt op het navertellen van de inhoud van de boeken en artikelen. Verder

Page 11: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

11

kunnen ter sprake komen: genre, thema, plaats, ruimte en tijd, de verhaallijn, personen, eigen mening enz. Het hele college-examen wordt in het Engels afgenomen. C.Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal. DUITSE TAAL VMBO TL Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. A. Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 120 minuten. Dit centraal schriftelijk examen betreft de examenonderdelen: a. Leesvaardigheid: het uitvoeren van een leesopdracht. Het gebruik van een woordenboek Nederlands – Duits, Duits - Nederlands is toegestaan. B. Het college-examen Dit examen bestaat uit twee onderdelen 1. De schriftelijke toets: De schriftelijke toets van 90 minuten wordt afgenomen in de periode van het centraal examen of één dag daaraan voorafgaand en kan bestaan uit het schrijven van korte, eenvoudige notities en boodschappen, een eenvoudige persoonlijke brief, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken, e-mail, een bevestiging van gemaakte afspraken; het invullen van een standaardformulier en eenvoudige notities en aantekeningen. 2.De mondelinge toets Dit deel bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Direct vóór het mondeling examen krijgt de kandidaat 20 minuten de tijd om zich voor te bereiden aan de hand van door de examinator aangeleverde teksten. Er kunnen voorgestructureerde gesprekjes gebruikt worden. Een gesprek kan gevoerd worden n.a.v. teksten en/of afbeeldingen, bv. foto’s, cartoons, e.d. De teksten betreffen onderwerpen uit een actuele zaak of over praktische zaken uit het dagelijks leven of een beroep. Over de voorbereide teksten wordt met de kandidaat een gesprek in de Duitse taal gevoerd. Voor het domein Luistervaardigheid wordt van de kandidaat verwacht dat hij gestelde vragen begrijpt, daar op kan reageren en kan deelnemen aan een gesprek. Bij het mondeling examen komen o.a. aan de orde: a. Oriëntatie op leren en werken, basisvaardigheden, leesvaardigheid, luister- en kijkvaardigheid, gespreksvaardigheid, verwerven, verwerken en verstrekken van informatie, vaardigheden in samenhang. b. Kennis van gelezen werken: De kandidaat dient tenminste zes werken van uiteenlopende aard gelezen te hebben. Samen dienen deze werken betrekking te hebben op tenminste 360 pagina’s tekst: • Drie werken dienen betrekking te hebben op teksten in verhaalvorm (drie boeken);

Page 12: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

12

• Twee artikelen; een artikel met lettertype Arial 12 dient zonder illustraties ongeveer één A4-tje groot te zijn. • Een songtekst of gedicht. De kandidaat dient een eigen mening te kunnen geven over de teksten, artikelen en songtekst/gedicht. De kandidaat dient uit de boekenlijst tenminste twee boeken te kiezen. De kandidaat mag één boek zelf kiezen. Dit boek mag tot de jeugdliteratuur behoren. De boekenlijst is bij de docent verkrijgbaar. Het gesprek over de gelezen boeken, artikelen en songtekst/gedicht wordt in het Duits gevoerd. De nadruk ligt op het navertellen van de inhoud van de boeken en artikelen. Verder kunnen ter sprake komen: genre, thema, plaats, ruimte en tijd, de verhaallijn, personen, eigen mening enz. Het hele college-examen wordt in het Duits afgenomen. C. Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal. FRANSE TAAL VMBO TL Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het centraal schriftelijk examen bestaat uit een toets leesvaardigheid van 120 minuten. De beoordeling voor de leesopdracht bepaalt het cijfer voor het centraal examen. Het gebruik van een woordenboek Frans-Nederlands, Nederlands-Frans is toegestaan. Het college-examen Het college-examen bestaat uit twee onderdelen:

1. De schriftelijke toets: De schriftelijke toets van 90 minuten wordt afgenomen in de periode van het centraal examen of één dag daaraan voorafgaand. De schriftelijke toets betreft de exameneenheden MVT/K/7, MVT/V/3 en MVT/V/5: “schrijfvaardigheid”. De schriftelijke toets kan bestaan uit het schrijven van korte eenvoudige notities of berichten, een eenvoudige persoonlijke brief( bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken), een e-mail, een bevestiging van gemaakte afspraken of het invullen van een standaardformulier. Het gebruik van een woordenboek Frans-Nederlands, Nederlands-Frans is toegestaan.

2. Het mondeling examen:

Dit deel bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Direct voor het mondeling examen krijgt de kandidaat 20 minuten de tijd om zich voor te bereiden aan de hand van door de examinator aangeleverde teksten. De teksten betreffen onderwerpen uit een actuele zaak of over praktische zaken uit het dagelijks leven of een beroep. Over de voorbereide teksten wordt met de kandidaat een gesprek in de Franse taal gevoerd. Tijdens de voorbereiding van het mondeling examen mag gebruik gemaakt worden van een woordenboek Frans-Nederlands, Nederlands-Frans. Tevens moet de kandidaat een literatuurlijst van zes werken van uiteenlopende zaken hebben gelezen.

Page 13: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

13

- Drie titels dienen betrekking te hebben op teksten in verhaalvorm, deze titels moeten gekozen worden uit de verplichte literatuurlijst. - twee bijdragen dienen de vorm te hebben van een artikel, - één titel dient een songtekst te zijn. De kandidaat dient de betreffende artikelen en songtekst in tweevoud mee te brengen naar het examen. Van de teksten moet de kandidaat aan kunnen geven wat hij hiervan vindt. Het gesprek over de gelezen teksten wordt in het Nederlands of in het Frans gevoerd, ter keuze van de kandidaat. Als de kandidaat kiest voor afname in het Frans, worden de vragen in het Frans gesteld en moeten alle antwoorden in het Frans gegeven worden. Wanneer gekozen wordt voor afname in de Nederlandse taal wordt ook onderzocht of relevante kernbegrippen/sleutelwoorden in het Frans al dan niet bekend zijn. De nadruk bij de gelezen werken ligt op het navertellen van de inhoud. Verder kan ter sprake komen: genre, thema, plaats, ruimte en tijd, de verhaallijn, personen, eigen mening. Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het commissie-examen) : 2. Examenprogramma TL wiskunde 2016 Opzet van het examen Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de reguliere scholen. Het college-examen bestaat uit een mondeling examen. De examenstof Centraal examen WI/K/3: Leervaardigheden in het vak wiskunde WI/K/4: Algebraïsche verbanden WI/K/5: Rekenen, meten en schatten WI/K/6: Meetkunde WI/V1: Aanvullende eisen WI/V4: Vaardigheden in samenhang College-examen Idem het centraal examen aangevuld met: WI/K/1 Oriëntatie op leren en werken (opm. alleen in combinatie met het sectorwerkstuk) WI/K/2 Basisvaardigheden WI/K/7 Informatieverwerking, statistiek WI/K/8 Geïntegreerde wiskundige activiteiten WI/V/2 Verrijkingsopdrachten WI/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie De beschrijving van de programma onderdelen is te vinden op www.examenblad.nl Centraal examen Het centraal examen bestaat uit één zitting van 120 minuten (exclusief verlenging). College-examen Het totale mondeling examen duurt 25 minuten.

Page 14: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

14

Tijdens het mondeling examen worden er tenminste drie van de volgende onderdelen bevraagd:

Statistiek (verplicht)

Verbanden

Meetkunde

Rekenen Beoordeling van het college-examen Het cijfer van het college examen is het gemiddelde van de aparte deelcijfers, afgerond op 1 decimaal nauwkeurig. Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2 = het eindcijfer afgerond op een geheel getal. ECONOMIE VMBO TL 2016 Opzet Het examen bestaat uit een centraal schriftelijk examen en een commissie-examen.

Het examenprogramma bestaat uit de volgende exameneenheden:

Oriëntatie op leren en werken

Basisvaardigheden

Leervaardigheden in het vak economie

Consumptie

Arbeid en productie

Overheid en bestuur

Internationale ontwikkelingen

Natuur en milieu

Verrijkingsstof

Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie

Vaardigheden in samenhang

Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen uit één zitting van 2 uur, exclusief tijdverlenging. Het commissie-examen Het commissie-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Bij het mondelinge examen kan aandacht worden besteed aan alle genoemde onderwerpen. Het cijfer voor het commissie-examen: Voor het mondelinge examen worden tenminste drie deelcijfers gegeven. Het gemiddelde van deze deelcijfers is het cijfer voor het commissie-examen Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het commissie-examen) : 2. Het sectorwerkstuk Voor de kandidaten van de theoretische leerweg kan het sectorwerkstuk mede vanuit het vak economie worden ingevuld. Door het sectorwerkstuk vindt dan toetsing plaats van de exameneenheid: verwerven, verwerken en verstrekken van informatie.

Page 15: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

15

BIOLOGIE VMBO TL Opzet Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de scholen. Het college-examen bestaat uit een examen dat mondeling wordt afgenomen. Examenstof

Het examenprogramma bestaat uit de volgende exameneenheden:

Thema’s gebruikte methode Biologie voor jou

cs ce

K1 Oriëntatie op leren en werken X K2 Basisvaardigheden X K3 Leervaardigheden in het vak

biologie X X

K4 Cellen staan aan de basis 1 Cellen X X K5 Schimmels en bacteriën: nuttig en

soms schadelijk 2 Ordening X

K6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend

11 Planten 12 Ecologie

X X

K7 Mensen beïnvloeden hun omgeving

13 Mens en milieu X

K8 Houding, beweging en conditie 8 Stevigheid en beweging X K9 Het lichaam in stand houden:

voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding

10 Stofwisseling 14 Voeding en vertering 15 Gaswisseling 16 Transport 17 Opslag, uitscheiding en bescherming

X X

K10

Bescherming 17 Opslag, uitscheiding en bescherming

X

K11

Reageren op waarnemingen 6 Regeling 7 Zintuiglijke waarneming

X X

K12

Van generatie op generatie 3 Voortplanting en ontwikkeling 4 Erfelijkheid

X X

K13

Erfelijkheid en evolutie 4 Erfelijkheid 5 Evolutie

X X

V1 Bescherming en antistoffen 17 Opslag, uitscheiding en bescherming

X X

V2 Gedrag bij mens en dier 9 Gedrag X X V3 Verwerven, verwerken en

verstrekken van informatie X

V4 Vaardigheden in samenhang. X X

Centraalexamen (cs), Collegeexamen (ce) Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 120 minuten. Het gebruik van het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Het college-examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Het college-examen heeft betrekking op alle exameneenheden.

Page 16: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

16

Tijdens het college-examen kan gebruik gemaakt worden van modellen en/of afbeeldingen. De beoordeling van het college-examen Bij het mondelinge college-examen worden tenminste drie onderwerpen, ter keuze van de examinator uit de mondelinge examenstof geëxamineerd, waarvoor aparte deelcijfers worden gegeven. Het cijfer voor het college-examen is het gemiddelde van de deelcijfers, afgerond op 1 decimaal nauwkeurig. Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheel getal. Het sectorwerkstuk Voor de kandidaten van de theoretische leerweg kan het sectorwerkstuk mede vanuit het vak biologie worden ingevuld. Door het sectorwerkstuk vindt dan toetsing plaats van de exameneenheid: verwerven, verwerken en verstrekken van informatie: In de voorbereidingsfase . onderwerp, doel en publiek van het sectorwerkstuk bepalen . relevante vragen formuleren, die hij/zij met het sectorwerkstuk wil beantwoorden In de uitvoeringsfase . informatie verwerven uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen, mede met behulp van informatie- en communicatietechnologie . uit deze informatiebronnen relevante inhoudselementen kiezen en deze passend ordenen en verwoorden . strategieën hanteren, die op het bereiken van de benodigde lees-, schrijf- en luister-/ kijkdoelen zijn afgestemd In de afsluitingsfase . de bewerkte informatie presenteren op een doel- en publiekgerichte wijze In de evaluatiefase . reflecteren op het proces van het werken aan het sectorwerkstuk en het product: het sectorwerkstuk . het belang aangeven van het gemaakte sectorwerkstuk voor vervolgstudie, toekomstige beroepspraktijk of algemene vorming. Eindcijfer Het cijfer voor het college examen is het gemiddelde van de aparte deelcijfers, afgerond op 1 decimaal. Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2 = eindcijfer afgerond op een geheel getal.

Page 17: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

17

GESCHIEDENIS en STAATSINRICHTING VMBO TL Opzet van het examen Het examen bestaat uit een centraal schriftelijk examen en een college-examen. Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de scholen. Het college-examen bestaat uit een examen dat mondeling wordt afgenomen. De examenstof Centraal examen

- Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting - Staatsinrichting van Nederland - Vaardigheden in samenhang - Historisch overzicht vanaf 1900 - Drie thema’s bij het Historisch Overzicht vanaf 1900

De kandidaat kan de volgende thema’s herkennen, beschrijven, verklaren en plaatsen in het kader van het Historisch Overzicht vanaf 1900:

o De opkomst en de gevolgen van het communisme in de Sovjet-Unie, als voorbeeld van extreemlinkse dictatuur, herkennen en beschrijven; Lenin en Stalin herkennen, noemen en deze in de tijd plaatsen.

o De gevolgen van het nationalisme in Indonesië, als voorbeeld van nationalisme, herkennen en beschrijven ; Soekarno herkennen, noemen en deze in de tijd plaatsen.

o Het ontstaan en de gevolgen van de brandhaard Israël/ Palestina herkennen en beschrijven Ben Goerion, Sadat, Begin, Carter, Arafat herkennen, noemen en deze in de tijd plaatsen.

College-examen Tijdens het college-examen worden alle onderwerpen van het Centraal Examen opnieuw getoetst, tezamen met de volgende onderwerpen:

- Oriëntatie op leren en werken - Basisvaardigheden - De industriële samenleving in Nederland - Cultureel – mentale ontwikkelingen in Nederland na 1945 - De Koude Oorlog - Het Indonesisch – Nederlands conflict 1945 - 1949 - Nederland en Europa - De verhouding mens – milieu - Ontwikkeling van de gezondheidszorg in Nederland - Verzuiling en ontzuiling in Nederland - Nederland en de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog - Verwerven en verwerken en verstrekken van informatie

Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 120 minuten. Het college-examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Bij het mondeling examen worden tenminste drie onderwerpen uit de mondelinge examenstof geëxamineerd, waaronder in ieder geval Staatsinrichting en de overige onderwerpen is de keuze van de examinator. Per onderwerp worden aparte deelcijfers gegeven. Het cijfer voor het college-examen is het gemiddelde van de aparte deelcijfers, afgerond op 1 decimaal.

Page 18: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

18

Eindcijfer Het cijfer voor het college examen is het gemiddelde van de aparte deelcijfers, afgerond op 1 decimaal. Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2 = eindcijfer afgerond op een geheel getal. Maatschappijleer 2 Examenjaar 2015 - 2016 Beschrijving examenprogramma Eindtermen schriftelijk examen(CE) -Leervaardigheden in het vak maatschappijleer, -Politiek en beleid, -Criminaliteit en rechtsstaat,, -Analyse maatschappelijk vraagstuk, -Vaardigheden in samenhang Eindtermen voor het mondeling examen(CIE) -Werk -Multiculturele samenleving, -Massamedia, -Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie. Het centraal examen Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 120 minuten (zie examenrooster). Het college-examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Het examen vindt plaats in de maand juli (op scholen voor VSO begin juli) . Het college-examen heeft betrekking op alle exameneenheden. Het zwaartepunt van het examen zal liggen op de eenheden: Arbeid, Multiculturele samenleving, Massamedia, De beoordeling van het college-examen Bij het mondeling examen worden tenminste drie onderwerpen, ter keuze van de examinator uit de mondelinge examenstof geëxamineerd, waarvoor aparte deelcijfers worden gegeven. Het cijfer voor het college-examen is het gemiddelde van de aparte deelcijfers, afgerond op 1 decimaal nauwkeurig. Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond op een geheelgetal.

Page 19: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

19

Maatschappijleer 1 Examenjaar 2015 - 2016 Opzet van het examen Het examen bestaat alleen uit een commissie-examen begin juli 2016(zie examenrooster). Het commissie-examen bestaat uit een mondeling examen van 25 minuten. Het mondeling examen: A een mondeling examen dat betrekking heeft op de leerstof. Leerstof: Thema’s, vmbo, Essener De leerstof bevat de volgende examenonderdelen: -Oriëntatie op leren en werken -Basisvaardigheden -Leervaardigheden in het vak maatschappijleer -Cultuur en socialisatie, -Sociale verschillen, -Macht en zeggenschap, Beeldvorming en stereotypering B Zelfstandig bestudeerde onderwerpen 1. de leerling dient een praktische opdracht te maken over twee maatschappelijk relevante onderwerpen; 2. van ieder onderwerp dient de leerling drie artikelen te verzamelen passend bij het onderwerp; 3. deze artikelen mogen afkomstig zijn uit kranten, tijdschriften, internet, enz.; 4. de artikelen per onderwerp mogen echter niet uit één krant of één tijdschrift komen en er mag per onderwerp maximaal één artikel van internet worden overgenomen; 5. van ieder artikel moet de bron vermeld worden: naam van de schrijver, de titel van het artikel, datum van publicatie, naam van krant of blad. Vermeld bij een artikel van internet de site, de titel van het artikel en de datum van verschijnen; 6. de artikelen moeten afkomstig zijn uit de periode vanaf de maand september voorafgaand aan het examenjaar tot het examen; 7. over of bij ieder onderwerp dient de leerling een eigen mening te schrijven, onderbouwd met argumenten; 8. de drie artikelen moeten betrokken worden bij het schrijven van de eigen mening; 9. de artikelen uit kranten, tijdschriften, enz. dienen goed leesbaar (bij aanvang van het examen) in een mapje te worden aangeboden; de eigen mening moet worden getypt in het formaat A4 met standaard regelafstand en met lettergrootte 11. De eigen mening per onderwerp dient een omvang te hebben van 150 - 200 woorden; het aantal woorden is niet bindend maar richtinggevend!; 10. tijdens het commissie-examen kiezen de examinatoren tenminste één van de onderwerpen; de kandidaat geeft een korte presentatie met een poster/powerpoint over het gekozen onderwerp; tijdens de presentatie moet aan de orde komen: - de mening van de schrijvers van de artikelen; - de eigen mening over het onderwerp; daarna zullen de examinatoren vragen stellen over het onderwerp/de onderwerpen. Vóór 1april van het examenjaar dient de kandidaat in tweevoud een werkstuk/verslag over een zelfstandig bestudeerd onderwerp klaar te hebben. De stukken dienen op papier te worden aangeleverd. In digitale vorm aangeboden werkstukken e.d. worden niet geaccepteerd. Ook zal dan de poster/powerpoint klaar moeten zijn.

Page 20: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

20

Rekentoets Examenjaar 2016 De rekentoets is bestemd voor alle leerlingen, dus ook voor de leerlingen die geen wiskunde in hun pakket hebben. Uitgangspunt voor de rekentoets voor vmbo is referentieniveau 2F, voor havo/vwo is dat 3F. Vanaf 2013-2014 is de rekentoets een verplicht examenonderdeel. De rekentoets maakt echter nog geen deel uit van de slaag-/zakregeling. Het cijfer komt voorlopig niet op de cijferlijst, maar op een bijlage. Vanaf 2016-2017 is de rekentoets voor alle examenkandidaten verplicht en telt mee voor de uitslag van het examen. Opzet van het examen Het maken van een proeftoets op niveau 2F of 3F. Het maken van de rekentoets op niveau 2F of 3F, in maart of mei 2016, afhankelijk van de visuele beperking. De examenstof Binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken:

Getallen

Verhoudingen

Meten en Meetkunde

Verbanden Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen:

notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal;

met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik;

gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.

Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren:

paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken;

functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak;

weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.

Herkansing Leerlingen hebben ieder examenjaar twee kansen om de rekentoets te halen. De herkansing voor de rekentoets staat geheel los van de herkansingsregeling voor de CE-vakken. Hoogste cijfer telt Voor leerlingen die in het voorexamenjaar hebben meegedaan aan de rekentoets 2015 en die in 2016 opnieuw de rekentoets maken, geldt dat het hoogste cijfer geldt. Leerlingen die een 5 of hoger hebben gehaald hoeven de rekentoets niet meer te maken. Ze mogen het wel als ze hun cijfer willen verhogen of een hoger referentieniveau willen halen.

Page 21: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

21

Page 22: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

22

Authenticiteitsverklaring 2016

Staatsexamen vmbo

(deze verklaring bij het werkstuk/de werkstukken voegen)

Hierbij verklaar ik dat alle werkstukken door mijzelf zijn gemaakt.

Datum: Handtekening:

………………………………………………………………………………………

Gegevens kandidaat:

ED-nummer:………………………………………………………………………………………

(meisjes)naam en voorletters:…………………………………………………………………………………

Woonplaats:……………………………………………………………………………………

Page 23: Examenprogramma vmbo 2016

Examenprogramma vmbo 2016

23

Rooster eerste tijdvak VMBO-GL/TL 2016 vrijdag 13 mei middag Frans dinsdag 17 mei middag Nederlands woensdag 18 mei ochtend geschiedenis middag Engels donderdag 19 mei ochtend Duits . middag wiskunde vrijdag 20 mei middag economie . maandag 23 mei middag nask 1 dinsdag 24 mei middag biologie woensdag 25 mei ochtend Duits schrijfvaardigheid . middag maatschappijleer 2 . donderdag 26 mei ochtend rekentoets- braille-leerlingen middag nask 2 vrijdag 27 mei ochtend Frans schrijfvaardigheid Het onderdeel schrijfvaardigheid bij de talen is een verplichte schrijfopdracht voor staatsexamenkandidaten. Staatsexamenkandidaten leggen deze schrijfopdracht naast hun centrale examen voor de talen af.