65
Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, afstudeerrichting Experimentele en Theoretische Psychologie door Elien Heleven Promotor: Prof. Dr. J. Fontaine

Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Universiteit Gent

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Academiejaar 2011-2012

Tweede Examenperiode

Facetten van Acculturatie

Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie,

afstudeerrichting Experimentele en Theoretische Psychologie

door

Elien Heleven

Promotor: Prof. Dr. J. Fontaine

Page 2: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 2

Voorwoord

Deze masterproef had ik niet tot stand kunnen brengen zonder de hulp van heel wat

mensen. Speciale dank gaat uit naar mijn promotor en begeleider, professor dr. Fontaine voor

de goede raad en sturing. Ik dank al mijn vrienden en familieleden die hebben geholpen aan

mijn zoektocht naar participanten. In het bijzonder mijn vader. Speciale dank gaat uit naar

Martje voor het geven van nuttige informatie en Amaury voor het nalezen en ondersteuning.

Page 3: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 3

Inhoudstabel

Abstract…………………………………….…..................................................................…..5

Inleiding ....................................................................................................................................6

Verlies van de oorspronkelijke cultuur? ....................................................................7

Problemen in het acculturatieonderzoek ...................................................................8

Het huidige onderzoek ...............................................................................................10

Studie 1 ......................................................................................................,.............................11

Methode .......................................................................................................................13

Materiaal .........................................................................................................13

Procedure ........................................................................................................15

Resultaten ....................................................................................................................15

Cultuur op het individuele niveau .................................................................15

Het acculturatieconcept .................................................................................18

Facetten van acculturatie ...............................................................................21

Cultuur .................................................................................................22

Psychologie ..........................................................................................23

Context ................................................................................................24

Domein ................................................................................................26

Karteringszin ......................................................................................29

De nieuwe acculturatieschaal ............................................................30

Bespreking en Conclusie ............................................................................................32

Studie 2………………………………………………………………......………..................35

Methode ......................................................................................................................38

Participanten...................................................................................................38

Meting .............................................................................................................38

Procedure ........................................................................................................38

Resultaten ....................................................................................................................39

Multidimentioneleschalinganalyse ...............................................................39

Factoranalyse .................................................................................................42

Schaalscores ....................................................................................................43

Covariantie-analyses ......................................................................................44

Herhaalde metingen covariantie-analyse .....................................................46

Betrouwbaarheid ............................................................................................49

Bespreking en Conclusie ............................................................................................50

Page 4: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 4

Algemene bespreking en Conclusie .....................................................................................54

Referenties…………………………….…………………………………………………......56

Bijlage 1…………………………………………………………………….……………......66

Bijlage 2………………..…………………………………….………………….……….......88

Bijlage 3…………………………………………………………………………………......131

Bijlage 4 ………………………………………………………………………………….....140

Bijlage 5…………………………………………………………………………………......144

Bijlage 6…………………………………………………………………………………......152

Bijlage 7 ………………………………………………………………………………….....156

Bijlage 8…………………………………………………………………………………......159

Bijlage 9…………………………………………………………………………………......163

Bijlage 10…………………………………………………………………………………....164

Page 5: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 5

Abstract

Het begrip acculturatie wordt niet steeds op dezelfde manier geconceptualiseerd. Hierdoor

zijn auteurs het er niet over eens hoe acculturatie moet worden gemeten. Op basis van

literatuur omtrent acculturatie en bestaande acculturatieschalen brengen we met behulp van de

facet theorie van Guttman (1954) in studie één de facetten van acculturatie in kaart en wordt

een nieuwe acculturatieschaal ontworpen. In studie twee valideren we deze vragenlijst door

ze af te nemen bij Nederlandstalige, Belgische personen van Turkse en Marokkaanse afkomst.

De facetten van acculturatie die we voorstellen zijn cultuur, psychologie, context en domein.

Door een multidimensionale schalinganalyse en een factoranalyse uit te voeren, worden enkel

de elementen van het facet cultuur duidelijk zichtbaar in de data. Voor elk element wordt een

schaalscore berekend. De betrouwbaarheid van de schaal is goed. We menen dat de

ontwikkelde karteringszin een theoretisch kader biedt waarin alle onderdelen van acculturatie

in worden weergegeven. We denken dat onze karteringszin als basis kan dienen voor

toekomstig onderzoek naar acculturatie.

Page 6: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 6

Inleiding

Wanneer personen met een verschillende culturele achtergrond voor een lange tijd met

elkaar in contact komen, treedt er een proces op dat acculturatie wordt genoemd. Door het

toenemend globale en multiculturele karakter van de samenleving, gebeurt dit steeds vaker.

Hierdoor wordt en is acculturatie zeer aanwezig in onze samenleving (Arnett, 2002). Onder

andere Chirkov (2009) en Rudmin (2010) merkten op dat een vaak gebruikte definitie voor

acculturatie deze van Redfield, Linton en Herskovits (1936) is. Deze definitie stelt:

''Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals

having different cultures come into continuous first-hand contact, with subsequent changes in

the original cultural patterns of either or both groups'' (Redfield et al., p. 152). Deze definitie

kan echter niet worden gebruikt wanneer we acculturatie op het individuele niveau willen

onderzoeken aangezien ze verwijst naar acculturatie op het niveau van de samenleving (Berry,

1997; Rudmin, 2010).

Acculturatie van een samenleving betekent dat de dominante cultuur van de

samenleving verandert. Alle personen uit de samenleving ondergaan een gelijkaardige

verandering (Rudmin, 2010). Een voorbeeld daarvan zijn Vlamingen met hun Vlaamse

cultuur. Vlamingen zijn in contact gekomen met verschillende andere culturen waaronder de

Italiaanse. Dit heeft geleid tot nieuwe eetgewoontes. Vlamingen eten over het algemeen vaak

pizza of spaghetti. Wat betreft eetgewoontes is de Vlaamse cultuur dus geaccultureerd.

Personen die behoren tot dezelfde culturele groep kunnen echter uiteenlopend reageren

wanneer ze met een nieuwe cultuur in contact komen (Nauck, 2008). Deze verschillende

manieren waarop mensen reageren, onderzoeken we wanneer we acculturatie bestuderen op

het individuele niveau. Een voorbeeld van acculturatie op het individuele niveau is een

Vlaming die vaak in contact komt met personen die behoren tot de Italiaanse cultuur en

daardoor zijn handgebaren tijdens het spreken heeft aangepast. Dit is een verandering voor het

individu en staat los van gedrag dat andere personen die behoren tot de Vlaamse cultuur

stellen.

Het is belangrijk om te focussen op het individuele niveau wanneer we acculturatie

willen bestuderen. Informatie over de variabiliteit binnen een culturele groep gaat dan niet

verloren (Ridley, Li, & Hill, 1998). In het huidige onderzoek zullen we acculturatie op het

individuele niveau bestuderen.

Page 7: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 7

Verlies van de Oorspronkelijke Cultuur

Wanneer personen met een nieuwe cultuur in contact komen, kan hun oorspronkelijke

cultuur veranderen (Berry, 1980; Gans, 1979). Deze oorspronkelijke cultuur wordt in de

literatuur de erfcultuur genoemd. De nieuwe cultuur waarmee individuen in contact komen,

wordt de gastcultuur genoemd. Een belangrijk punt dat reeds uitvoerig werd besproken in de

literatuur is of een verandering in de cultuur van een individu noodzakelijk het verlies van de

oorspronkelijke cultuur inhoudt. Hierover bestaan twee verschillende visies.

Een eerste visie op acculturatie is de uni-dimensionele visie. Deze visie gaat ervan uit

dat de erfcultuur volledig wordt verlaten en de gastcultuur wordt overgenomen wanneer een

persoon voor een lange tijd en continu met deze nieuwe cultuur in contact komt (Gordon,

1964). Wanneer een persoon zich oriënteert naar en elementen overneemt van de gastcultuur,

zal deze de erfcultuur verliezen (Gans, 1979; LaFromboise, Coleman, & Gerton, 1993).

Twee profielen die voorkomen in de realiteit kunnen echter niet worden gevat door

deze uni-dimensionele visie (Arends-Tóth, van de Vijver, & Poortinga, 2006; Mavreas,

Bebbington, & Der, 1989). Aan het eerste profiel beantwoorden individuen die de erfcultuur

in sterke mate behouden en daarnaast de nieuwe cultuur in grote mate overnemen. Beide

culturen kunnen volgens de uni-dimensionele visie niet blijvend gecombineerd worden. Enkel

wanneer een individu zich midden in het proces bevindt waarbij de erfcultuur wordt verlaten

en de nieuwe cultuur wordt overgenomen, is er sprake van een combinatie van beide culturen.

Het combineren van de culturen is dus slechts tijdelijk volgens de uni-dimensionele visie en

een deel van de erfcultuur werd reeds verworpen.

Aan het tweede profiel beantwoorden individuen die beide culturen verwerpen. Ook

deze kunnen volgens de uni-dimensionele niet voorkomen. De visie neemt aan dat de

erfcultuur wordt behouden en indien dit niet het geval is, wordt de gastcultuur overgenomen.

Een tweede visie op acculturatie is de bi-dimensionele visie. Steeds meer auteurs zijn

het erover eens dat acculturatie een bi-dimensioneel proces is (bv. Celano & Tyler, 1990;

Cortés, Rogler, & Malgady, 1994; Jang, Kim, Chiriboga, & King-kallimanis, 2007; Miranda

& Umhoefer, 1998). De profielen die niet kunnen worden gevat door de uni-dimensionele

visie kunnen namelijk wel worden gevat door de bi-dimensionele (Ryder, Alden, & Paulhus,

2000). Dit komt doordat het behouden van de erfcultuur en het overnemen van de gastcultuur

in deze visie als twee onafhankelijke processen worden beschouwd. Een persoon kan dus een

blijvende voorkeur hebben voor beide, één van beide of geen van beide culturen (Zak, 1973).

Personen kunnen volgens de visie behoren tot meerdere culturen zonder de ene boven de

Page 8: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 8

andere te verkiezen (Lafromboise et al., 1993). Ook kan een persoon zowel de erf- als

gastcultuur verwerpen volgens deze visie (Arends-Tóth et al., 2006).

Een van de meest bekende bi-dimensionele acculturatiemodellen is het model van

Berry (1974, 1980, 1997). Berry stelt dat personen die voor een lange tijd in contact komen

met een nieuwe cultuur, al dan niet bewust, moeten bepalen in welke mate ze de erfcultuur of

kenmerken ervan willen behouden. Hij stelt dit voor als het hoog of laag scoren van een

persoon op de behoudsdimensie. Ook zullen deze personen moeten beslissen in welke mate de

nieuwe cultuur of kenmerken ervan worden overgenomen. Dit stelt Berry voor als het hoog of

laag scoren op de adaptatiedimensie. De scores van een persoon op de verschillende

dimensies worden onafhankelijk van elkaar bepaald.

Door de twee onafhankelijke dimensies, behoud en adaptatie, te combineren worden

vier verschillende acculturatiestrategieën verkregen. Volgens het model wordt een

integratiestrategie gevolgd wanneer een persoon besluit zijn oorspronkelijke cultuur te

behouden en daarnaast de nieuwe cultuur over te nemen. Een andere strategie is separatie.

Hierbij wordt de erfcultuur behouden maar de nieuwe cultuur verworpen. Bij een

assimilatiestrategie wordt de erfcultuur verworpen en de nieuwe cultuur overgenomen. De

vierde mogelijkheid is een persoon die zijn oorspronkelijke cultuur en de nieuwe cultuur

verwerpt. Dit is de marginalisatiestrategie.

Verscheidene auteurs merken op dat de oorspronkelijke cultuur nooit kan worden

vergeten wanneer een nieuwe cultuur wordt overgenomen (Hofstede, 2001; Rudmin, 2010).

Een individu kan zijn kennis over de oorspronkelijke cultuur wel verbergen (Ichheiser, 1949).

Een adaptatiestrategie kan volgens deze opvatting worden waargenomen wanneer een

individu de nieuwe cultuur overneemt en de erfcultuur onderdrukt. Een marginalisatiestrategie

kan worden waargenomen wanneer een individu de erfcultuur en de nieuwe cultuur, als deze

werd aangeleerd, onderdrukt.

Samengevat kunnen we besluiten dat het al dan niet overnemen van een nieuwe

cultuur onafhankelijk gebeurt van het behouden van de oude cultuur. Dit is een bi-

dimensionele visie op acculturatie. De erfcultuur kan onderdrukt worden zodat deze niet meer

tot uiting komt in het gedrag van een individu maar zal echter niet verloren gaan. De

erfcultuur blijft steeds aanwezig in het individu.

Problemen in het Acculturatieonderzoek

Er is al veel onderzoek naar acculturatie gebeurd (Mariño, Stuart, Klimidis, & Minas,

2001). In studies werd reeds aangetoond dat de mate waarin een individu zich

Page 9: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 9

gediscrimineerd voelt, gerelateerd is aan het standpunt dat dit individu inneemt ten opzichte

van de nieuwe en oorspronkelijke cultuur waarmee deze in contact komt (Jasinskaja-Lahti,

Liebkind, Horenczyk, & Schmitz, 2003). Ook zou het standpunt van een persoon ten opzichte

van de verschillende culturen onder andere mee de mentale en fysieke gezondheid bepalen

(Cislo, Spence, & Gayman, 2010; Miranda & Umhoefer, 1998), de kans op druggebruik

(Makimoto, 1998) en de kans op het krijgen van een job (Veenman, 1998).

Acculturatie werd dus al meermaals onderzocht en gelinkt aan de levenskwaliteit van

individuen (Mariño et al. 2001). Het in kaart brengen van acculturatie als een proces met

oorzaken en gevolgen is belangrijk. Als we kennis over het proces hebben, weten we waar we

kunnen ingrijpen wanneer een persoon ongemakken ervaart die verband houden met

acculturatie (Benson, 2001). Er zijn echter enkele problemen met het onderzoek naar

acculturatie.

Een eerste probleem in onderzoek naar acculturatie is dat er nooit wordt verduidelijkt

wat bedoeld wordt met cultuur op het individuele niveau (Rudmin, 2009, 2010). Zelfs de

definitie die men gebruikt voor acculturatie wanneer het wordt onderzocht op het individuele

niveau beschrijft acculturatie en dus cultuur op het niveau van de samenleving. Dit is de

definitie van Redfield et al. (1936) waarover we het eerder hadden. Wanneer we acculturatie

op het individuele niveau willen onderzoeken, is het nodig om te focussen op de manifestatie

van cultuur in het individu (Chirkov, 2009). We kunnen namelijk pas nagaan wat er kan

veranderen in de cultuur van een persoon wanneer we weten wat cultuur op het individuele

niveau inhoudt (Rudmin, 2009).

Een ander probleempunt in de literatuur omtrent acculturatie is dat onderzoekers het er

niet over eens zijn wat tot het concept acculturatie hoort (Zane & Mak, 2003). Doordat er

uiteenlopende meningen zijn over wat het acculturatieconcept omvat, varieert hetgeen dat

wordt bevraagd in acculturatieschalen sterk (Snauwaert, Soenens, Vanbeselaere, & Boen,

2003). Volgens Norris, Ford en Bova (1996) is het bijvoorbeeld voldoende om enkel taal te

bevragen terwijl Salgado de Snyder (1987) het enkel nodig vindt om te achterhalen of

personen met stressvolle situaties worden geconfronteerd. Escobar en Vega (2000)

onderzochten de verschillende manieren waarop acculturatie wordt bevraagd. Ze

concludeerden dat uiteenlopende en soms overlappende aspecten als onderdelen van

acculturatie worden beschouwd. De verschillende aspecten die ze vonden, waren onder andere

etnische identiteit, psychosomatische gezondheidsproblemen door het ondergaan van

acculturatie, kennis van de cultuur, culturele gedragingen, taalgebruik en gepercipieerde

Page 10: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 10

discriminatie. De auteurs stellen dat er een gebrek is aan een theorie die een limiet stelt op het

aantal aspecten die we moeten bekijken wanneer we acculturatie meten.

Escobar en Vega (2000) merken ook op dat acculturatie vaak als een negatieve

ervaring wordt beschouwd die veel stress veroorzaakt bij het individu. Acculturatie hoeft

echter niet noodzakelijk een stressvolle gebeurtenis te zijn (Rudmin, 2010). Vooral de

marginalisatiestrategie wordt vaak gelinkt aan negatieve ervaringen (Rudmin, 2006). Rudmin

(2006) merkt op dat deze strategie vaak wordt gemeten door het individu te vragen naar

psychosomatische gezondheidsproblemen. Als gevolg hiervan worden hoge scores voor

schalen die psychosomatische problemen meten en een hoge score voor de

marginalisatiestrategie vaak samen bekomen. De relatie tussen deze scores doet onderzoekers

besluiten dat een marginalisatiestrategie negatieve gevolgen heeft. Deze geobserveerde relatie

kan echter ontstaan zijn door een verkeerde conceptualisering en meting van de

marginalisatiestrategie (Rudmin, 2006).

Verscheidene auteurs hebben al gepleit voor een betere conceptualisering en

operationalisering van het acculturatieconcept (o.a. Satia-Abouta, Patterson, Neuhouser, &

Elder, 2002; Chirkov, 2009). De afbakening van het concept is nodig zodat een goede

methode kan worden ontwikkeld om de mate van acculturatie te meten. Wanneer een

construct goed geconceptualiseerd en gedefinieerd is, kunnen namelijk goede items worden

gekozen om het construct te meten (Canter, 1985).

Het Huidige Onderzoek

In het huidige onderzoek zullen we in studie één proberen om het concept acculturatie

beter af te bakenen. Dit doen we door eerst te bepalen wat we bedoelen met cultuur en hoe

cultuur zich manifesteert op het individuele niveau. Wanneer dit duidelijk is, kunnen we

bekijken wat er kan veranderen in cultuur op dit niveau wanneer een persoon met meer dan

één cultuur in contact komt. Hierna onderscheiden we wat hoort tot acculturatie van andere

aspecten die er niet toe kunnen worden gerekend maar er mogelijk aan gerelateerd zijn. De

verschillende componenten van acculturatie zullen we proberen in kaart te brengen. We doen

hiervoor een beroep op literatuur omtrent acculturatie en bestaande acculturatieschalen. We

zullen een nieuwe acculturatieschaal ontwerpen die aansluit bij onze conceptualisering van

acculturatie. Door de items te ontwikkelen op basis van onze conceptualisering hopen we een

goede, valide acculturatieschaal te bekomen. In studie twee zullen we het nieuwe

meetinstrument valideren en nagaan of de verschillende componenten van acculturatie die we

van elkaar onderscheiden ook werkelijk te observeren zijn.

Page 11: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 11

Studie 1

In de inleiding werd duidelijk dat het nodig is om te bekijken hoe cultuur zich

manifesteert op het individuele niveau alvorens kan worden bestudeerd wat er kan veranderen

in een cultuur van een individu (Rudmin, 2009). Ook werd het duidelijk dat er in het

acculturatieonderzoek nood is aan een betere conceptualisatie en een hierbij aansluitende

meetmethode. In deze studie zullen we eerst bekijken hoe cultuur zich reveleert op het

individuele niveau. Hierna proberen we om het concept acculturatie af te bakenen zodat meer

duidelijk wordt waarop we ons kunnen baseren wanneer we de mate van acculturatie van een

individu willen meten. Nadat we het concept acculturatie hebben afgebakend, zullen we een

nieuwe acculturatieschaal ontwerpen die gebaseerd is op onze afbakening van het concept.

Wanneer de meetmethode goed is afgestemd op de conceptualisatie van hetgeen dat we willen

meten, is dit namelijk goed voor de validiteit van het meetinstrument (Haynes, Richard, &

Kubany, 1995).

Om de ontwikkeling van de nieuwe acculturatieschaal gemakkelijk te kunnen baseren

op onze afbakening van het concept doen we een beroep op de facet theorie van Guttman

(1954). Deze facet theorie zorgt voor een link tussen theorievorming, het verwoorden van

hypotheses, het opzetten van een design en de analyse van de verkregen data (Guttman &

Greenbaum, 1998). De verschillende aspecten van onderzoek worden dus geïntegreerd. Het

afbakenen van een concept gebeurt volgens de facet theorie door de verschillende facetten van

het concept in kaart te brengen. Facetten zijn de verschillende componenten van een construct

die eenduidig van elkaar te onderscheiden zijn. Wat we willen observeren wordt dus, door het

systematisch in kaart brengen van de verschillende facetten, conceptueel gestructureerd (Borg

& Groenen, 2005). Elk facet bevat verschillende elementen die de variatie in het facet

aangeven (Brown & Barnett, 1982). Een voorbeeld is het facet geslacht dat een component

van het construct 'persoon' kan zijn. De elementen van dit facet zijn vrouwelijk en mannelijk.

Guttman (1954) beschrijft drie soorten facetten. De eerste soort zijn populatiefacetten.

Hiermee wordt de populatie die we onderzoeken, beschreven. De tweede soort zijn

inhoudsfacetten. Dit zijn de verschillende variabelen waarmee we rekening moeten houden

als we het concept bestuderen. De elementen uit de verschillende inhoudsfacetten kunnen we

combineren. Deze combinaties kunnen we gebruiken om stimuli te ontwikkelen. De derde

soort zijn de bereikfacetten. Deze bevatten de verschillende antwoordalternatieven. Alle

onderdelen die we nodig hebben voor een onderzoek worden dus gevat in deze verschillende

soorten facetten. Deze onderdelen zijn de respondenten, de stimuli en de antwoordopties.

Page 12: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 12

Wanneer de facetten en hun elementen in kaart gebracht zijn, kunnen we een

karteringszin formuleren. In deze zin worden de verschillende facetten van het construct en

hun elementen met behulp van relatief simpele taal aan elkaar gelinkt zodat hun onderlinge

relatie duidelijk wordt. In de facet theorie van Guttman (1954) staat het verwoorden van een

karteringszin centraal (Guttman & Greenbaum, 1998). Een goede karteringszin kan namelijk

een basis zijn voor hypotheses, een design en items voor het onderzoek.

In de huidige studie is het concept dat we willen bekijken acculturatie. We doen een

beroep op de literatuur omtrent acculturatie om te bepalen wat we bedoelen met het

acculturatieconcept en welke gevolgen dit heeft voor het meten van acculturatie. Wat we uit

de literatuur afleiden, zullen we vergelijken met items uit bestaande acculturatieschalen. We

bepalen voor elk item of acculturatie wordt gemeten of niet. We doen dit zonder rekening te

houden met hetgeen de ontwerpers van de schalen pretenderen te meten. Op deze manier zijn

de items van alle instrumenten gecategoriseerd op basis van dezelfde redenering.

Hierna bekijken we welke facetten en elementen van acculturatie we uit de literatuur

kunnen afleiden. We kunnen de facetten en hun elementen als een classificatiesysteem

beschouwen. Als een item volgens ons acculturatie meet, zullen we bekijken welke facetten

en facetelementen we kunnen terugvinden in het item. Objecten, in ons geval items uit de

acculturatieschalen, kunnen gemakkelijk en eenduidig gecategoriseerd worden in een goed

classificatiesysteem (Borg & Groenen, 2005).

Uiteindelijk zullen we een karteringszin formuleren die het concept acculturatie

beschrijft. Deze zin is ons conceptueel kader waarop we ons baseren om een nieuwe

acculturatieschaal te ontwikkelen. De facetten van een construct kan men beschouwen als de

verschillende design variabelen waarop men zich baseert om een construct te meten (Borg &

Groenen, 2005). Elk item dat een construct meet, omvat volgens Borg en Groenen (2005)

idealiter een element uit elk facet van het construct. Wanneer de verschillende facetten van

een construct goed in kaart zijn gebracht, voegt het opnemen van een element van een facet in

een item namelijk nieuwe informatie toe over het construct aan het item. Als alle facetten van

een construct opgenomen zijn in het item, omvat het item alle componenten die noodzakelijk

zijn om het construct te vatten. We zullen daarom elementen van de verschillende facetten uit

onze karteringszin voor acculturatie combineren en gebruiken als basis om items te ontwerpen

voor de nieuwe acculturatieschaal. De elementencombinatie voor elk item zal dus

overeenkomen met een bepaalde manier waarop we de karteringszin kunnen lezen. Met

behulp van deze methode bevatten alle items één element uit elk facet. Het nieuwe instrument

Page 13: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 13

is dus direct gebaseerd op onze afbakening van het acculturatieconcept. Hierdoor hopen we

een valide meetmethode voor acculturatie te bekomen.

Onderzoek omtrent acculturatie focust vaak op individuen uit de niet-dominante

cultuur (Schwartz, Unger, Zamboanga, & Zsapocznik, 2010). Dit is ook het geval in de

huidige studie. De acculturatieschalen die we bekijken, zijn allen ontworpen om de mate van

acculturatie voor personen uit niet-dominante groepen in de samenleving te bepalen. We

willen echter opmerken dat niet enkel leden met de niet-dominante cultuur, maar ook deze

met de dominante cultuur in de samenleving als oorspronkelijke cultuur acculturatie kunnen

ondergaan. De enige vereiste is dat een persoon voor een lange tijd en bijna continu met een

andere cultuur in contact komt. Over elke groep kan gezegd worden dat ze een eigen cultuur

heeft (Hofstede, 2001). Voorbeelden van groepen zijn personen uit dezelfde leeftijdscategorie,

een familie en werknemers uit hetzelfde bedrijf. Omdat al deze groepen een eigen cultuur

hebben, is het mogelijk om het acculturatieproces te onderzoeken van personen uit al deze

groepen wanneer ze met een nieuwe cultuur in contact komen.

Samengevat zullen we eerst bekijken wat cultuur op het individuele niveau omvat en

hoe het zich manifesteert in het individu. Hierna willen we nagaan wat acculturatie omvat. We

zullen het concept afbakenen en nagaan welke facetten en facetelementen van acculturatie te

identificeren zijn. We vergelijken dit met items uit bestaande acculturatieschalen. We

formuleren een karteringszin voor het acculturatieconcept en ontwerpen een nieuwe

acculturatieschaal op basis van deze zin. Ons doel is om te komen tot een betere

conceptualisatie voor het begrip acculturatie en een hierbij aansluitende meetmethode

waarmee we de mate van acculturatie voor een individu kunnen achterhalen.

Methode

Materiaal. De literatuur omtrent cultuur en acculturatie werd gevonden via de

database web of sciences, google scholar, de bibliotheek van de Universiteit Gent en de

bibliotheek van de Hogeschool-Universiteit Brussel. Bestaande acculturatieschalen die we

bekijken, werden gevonden via de database web of sciences en google scholar.

We bekijken de items van 30 acculturatieschalen. De lijst van schalen kan

teruggevonden worden in tabel 1. De schalen die we bekijken zijn niet alle bestaande

acculturatieschalen. Een oorzaak hiervan is dat niet alle auteurs hun vragenlijst vrij ter

beschikking stellen. Enkel vragenlijsten die zich richten op de niet-dominante groep in de

samenleving werden geraadpleegd.

Page 14: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 14

Tabel 1

Lijst van acculturatieschalen en hun ontwerper(s) die worden bekeken in studie 1.

Schaal Auteur(s)Short Acculturation Scale for Hispanic Youth Barona & Miller (1994)Benet- Martinez Acculturation Scale Benet-Martinez (2006)Asian American Multidimensional Acculturation Scale

Chung, Kim, & Abreu (2004)

American Puerto Rican Acculturation Scale Cortes, Deren, Andia, Colon, Robles, & Kang (2003)

Children's Acculturation Scale Franco (1983)Native American Acculturation Scale Garrett & Pichette (2000)Acculturation Scale Ghuman (1997)Behavioral acculturation questionnaire Groenvynck, Beirens, Arends-Toth, &

Fontaine (2006) Multidimensional Acculturative Stress Scale Jibeen & Khalid (2010)Brief Acculturation Scale Meredith, Wenger, Liu, Harada & Kahn

(2000)Culture Shock Questionnaire Mumford (1998)Acculturation Scale for Vietnamese Adolescents

Nguyen, Messé, & Stollak (1999)

Brief Acculturation Scale for Hispanic Youth Norris, Ford, & Bova (1996)Multigroup Ethnic Identity Measure Phinney (1992)Media Acculturation Scale Ramirez, Cousins, Santos, & Supik (1986)Scale of Acculturation Rissel (1997)Multidimensional Acculturative Stress Inventory

Rodriguez, Myers, Mira, Flores, & Garcia-Hernandez (2002)

Vancouver Index of Acculturation Ryder, Alden, & Paulhus (2000)Acculturative Stress Scale Salgado de Snyder (1987)Stephenson Multigroup Acculturation Scale Stephenson (2000)Acculturative Stress Inventory for Children (ASIC)

Suarez-Morales, Dillon, & Szapocznik (2007)

Items van oudere instrumenten werden gebruikt

Reis (2011)

Bicultural Involvement Questionnaire (short version)

Guo, Suarez-Morales, Schwartz, & Szapocznik (2009)

Psychological Acculturation Scale Tropp, Erkut, Coll, Alarcón, & García (1999)

General Ethnicity Questionnaire Tsai, Ying, & Lee (2000)Acculturation, Habits and Interests Multicultural Scale for Adolescents

Unger, Gallaher, Shakib, Ritt-Olson, Palmer, & Johnson (2002)

Acculturative Hassles Vinokurov, Trickett, & Birman (2002)Short Acculturation Scale Wallen, Feldman, & Anliker (2002)Revised Sociocultural Adaptation Scale Wilson & Ward (2010)Abbreviated Multidimensional Acculturation Scale

Zea, Asner - Self, Birman, & Bbuki (2003)

Page 15: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 15

De instrumenten zijn vaak gebruikte acculturatieschalen zoals de Short Acculturation

Scale for Hispanic Youth van Barona en Miller (1994), herziende versies van oudere

instrumenten zoals de Revised sociocultural adaptation scale van Wilson en Ward (2010) of

nieuwe instrument waarin items van oudere instrumenten werden opgenomen zoals het

instrument dat werd voorgesteld door Reis (2010).

Procedure. We volgen de werkmethode zoals werd voorgesteld in de facet theorie van

Guttman(1954). We gaan eerst na wat tot ons concept hoort en onderscheiden de verschillende

facetten van het construct en hun elementen. Hierna formuleren we een karteringszin. Deze

gebruiken we als basis om nieuwe items te ontwerpen. Dit kan door de elementen van de

facetten in de zin te combineren en items te ontwerpen die alle elementen uit een combinatie

omvatten.

Om het concept acculturatie te kunnen afbakenen, bestuderen we eerst de literatuur om

na te gaan wat cultuur omvat op het individuele niveau en hoe het zich manifesteert in het

individu. We bekijken wat er in de cultuur van een individu kan veranderen wanneer deze met

een nieuwe cultuur in contact komt. We bepalen hierna wat we tot het acculturatieconcept

rekenen en welke gevolgen dit heeft voor het meten van acculturatie. Voor elk item uit de

instrumenten oordelen we of acculturatie wordt bevraagd.

Wanneer duidelijk is wat acculturatie omvat, bepalen we welke facetten en

facetelementen van acculturatie we van elkaar kunnen onderscheiden. We bekijken hiervoor

weer de literatuur. Voor alle items uit de instrumenten die we als een bevraging van

acculturatie hebben beschouwd, oordelen we welke facetten en facetelementen worden

gemeten met het item. De facetten en hun facetelementen vatten we in een karteringszin. Op

basis van deze zin wordt een nieuwe acculturatieschaal ontwikkeld.

Resultaten

Cultuur op het individuele niveau. We willen acculturatie bestuderen op het

individuele niveau. Om dit te kunnen doen, is het nodig om te weten hoe cultuur zich

manifesteert in het individu (Chirkov, 2009). Hiervoor kunnen we het onderzoek van

Hofstede (2001) bekijken (Mascarenhas, Dias, Prada, & Paiva, 2010). Volgens Hofstede

wordt wat mensen doen, kunnen, hun overtuigingen en attitudes bepaald door hun mentale

programmatie. Deze mentale programma's zijn patronen van gedragingen, gedachten en

gevoelens (Hofstede, 2001; Mascarenhas et al., 2010). Door deze mentale programma's zal

een individu zich volgen Hofstede ongeveer hetzelfde gedragen in gelijkaardige situaties. Ze

Page 16: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 16

zorgen er dus voor dat het gedrag van personen voorspelbaar is. De mentale programma's op

zich zijn niet te observeren maar wel de gedragingen, attitudes en gevoelens die eruit volgen.

Hofstede (2001) onderscheidt drie soorten mentale programma's. Een eerste groep zijn

hetzelfde voor alle personen, ze zijn universeel. Ze worden overgeërfd via de genen. Een

voorbeeld zijn universele gelaatsexpressies. Een tweede groep mentale programma's zijn

uniek voor elk individu. Ze zorgen ervoor dat geen twee personen exact hetzelfde zijn of

hetzelfde reageren in een specifieke situatie. Deze patronen zijn deels overgeërfd via de genen

en deels aangeleerd tijdens de ontwikkeling van het individu doordat deze in interactie treedt

met zijn omgeving. Een derde groep mentale programma's zijn patronen die hetzelfde zijn

voor personen uit dezelfde groep maar verschillend voor personen uit verschillende groepen.

Ze zijn aangeleerd tijdens de ontwikkeling van individuen. Alle personen uit dezelfde groep

hebben een gelijkaardig leerproces ondergaan waardoor dezelfde patronen zijn ontstaan. Als

gevolg hiervan zullen personen die behoren tot dezelfde groep gelijkenissen vertonen in hun

gedragingen, gevoelens, overtuigingen en attitudes. Een voorbeeld is de manier waarop

mensen elkaar begroeten.

Deze laatste groep mentale programma's is volgens Hofstede (2001) wat cultuur is.

We kunnen volgens Hofstede personen uit verschillende culturele groepen van elkaar

onderscheiden op basis van deze groep patronen van gedragingen, gedachten en gevoelens.

Wat personen doen, kunnen en welke overtuigingen of attitudes ze hebben, zal dus zeer

gelijkaardig zijn wanneer ze tot dezelfde culturele groep behoren, maar verschillen wanneer

ze tot verschillende culturele groepen behoren. Het is deze groep mentale programma's die

interessant is wanneer we willen bekijken hoe cultuur zich manifesteert op het individuele

niveau zoals in het huidige onderzoek. We zullen meer concreet bekijken wat cultuur omvat

wanneer we het als een mentale programmering bekijken.

Het idee om cultuur te bekijken als een mentale programmering is afgeleid uit de

definitie voor cultuur van Kluckhohn (1951) (Hofstede 2001). Net zoals Kluckhohn stelt

Hofstede dat cultuur, wanneer we het op deze manier definiëren, de waarden van een individu

omvat. Waarden zijn abstracte, stabiele overtuigingen over wat goed en verkiesbaar is

(Rockeach, 1972). In vergelijking met attitudes of specifieke overtuigingen zijn waarden meer

abstract, irrationeel en hun mentale programma's zijn eerder ontwikkeld tijdens het leven van

een individu (Hofstede, 2001). Waarden zijn enkel indirect te observeren maar kunnen worden

afgeleid uit het gedrag van een persoon. De waarden die een persoon heeft, leiden namelijk tot

een algemene gedragstendens (Mascarenhas et al., 2010). We kunnen dus de uiting van

waarden bestuderen wanneer we de cultuur van een individu willen achterhalen.

Page 17: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 17

Wanneer we cultuur bekijken als patronen van gedragingen, gedachten en gevoelens

kunnen we stellen dat cultuur naast waarden ook culturele gebruiken omvat (Hofstede, 2001).

Hofstede beschrijft drie types culturele gebruiken. Een eerste type zijn symbolen. Dit zijn

tekens, woorden, gebaren en objecten. Specifieke voorbeelden zijn kledingstijl, vlaggen of

logo's. Een tweede type zijn helden. Dit zijn levende, dode of fictieve personen die bepaalde

eigenschappen bezitten die sterk gewaardeerd worden in de cultuur. Voorbeelden zijn

Shahrukh Khan in India, Albert Einstein voor de wetenschap en Harry Potter. Een derde type

culturele gebruiken die Hofstede beschrijft, zijn rituelen. Dit zijn handelingen die op zich niet

noodzakelijk zijn maar worden uitgevoerd omdat ze een sociale functie hebben. Voorbeelden

zijn manieren om dankbaarheid te tonen, religieuze ceremoniën en het geven van cadeaus

voor iemands verjaardag. Culturele gebruiken zijn direct observeerbaar. We kunnen door de

culturele gebruiken van een persoon te bestuderen dus afleiden tot welke culturele groep deze

hoort. De achterliggende betekenis van de culturele gebruiken is echter moeilijker te

achterhalen (Hofstede, 2001). De achterliggende betekenis is de manier waarop leden van de

cultuur het cultureel gebruik interpreteren. Deze betekenis kan enkel worden afgeleid uit wat

een lid van de cultuur ons vertelt over het gebruik.

In andere visies op cultuur worden waarden en culturele gebruiken ook als onderdelen

van cultuur beschouwd. Een voorbeeld is de visie van Hollis (2002) waarin wordt gesteld dat

alle personen bepaalde ideeën, over wat juist of goed is en over hoe men zich hoort te

gedragen, intern hebben opgeslagen. Deze ideeën hebben zich volgens Hollis ontwikkeld

doorat personen interageren. Ze worden via leerprocessen doorgegeven aan nieuwe

generaties. Gedragingen en symbolen krijgen een betekenis doordat ze een uiting zijn van de

intern opgeslagen ideeën die personen gemeenschappelijk hebben. Personen uit dezelfde

culturele groep hebben dezelfde ideeën over wat goed of juist is en over hoe men zich hoort te

gedragen. Als gevolg hiervan geven ze dezelfde betekenis aan bepaalde symbolen of

gedragingen. Ook Chirkov (2009) omschrijft cultuur als verworven ideeën. Deze ideeën gaan

volgens hem over wat goed, juist, moreel en mooi is. Chirkov noemt deze ideeën de culturele

realiteit van een individu. De culturele realiteit wordt volgens hem geuit in gedrag, cognities,

emoties en de motivaties die men heeft om een doel te bereiken.

In deze visies op cultuur kunnen we de ideeën over wat juist of goed is en hoe men

zich hoort te gedragen gelijk stellen aan wat Hofstede (2001) waarden noemt. De uiting van

deze ideeën kan men als culturele gebruiken beschouwen. We concluderen dat cultuur de

waarden en culturele gebruiken van een individu omvat. De visies verschillen op specifieke

punten. We zullen echter niet ingaan op de verschilpunten aangezien ze niet relevant zijn voor

Page 18: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 18

het huidige onderzoek. Wat belangrijk is, is dat alle visies het er over eens zijn dat cultuur op

het individuele niveau ontstaat doordat een individu opgroeit in een specifieke context. Dit

zorgt er voor dat het individu zich bepaalde waarden eigen maakt. Deze waarden uiten zich in

en geven betekenis aan gedragingen, cognities, symbolen, attitudes, overtuigingen etc. Deze

uitingen zijn dus de manifestaties van cultuur op het individuele niveau. Het is wat we kunnen

bestuderen wanneer we cultuur op dit niveau willen bekijken.

Het acculturatieconcept. We kunnen cultuur dus op het individuele niveau

onderzoeken door de uitingen van waarden te bestuderen in het gedrag, attitudes en culturele

gebruiken van een persoon. Nu dit duidelijk is, is het mogelijk om na te gaan wat er verandert

in de cultuur op dit niveau wanneer een persoon met een nieuwe cultuur in contact komt. Dit

laatste is wat we bestuderen als we meer te weten willen komen over acculturatie en het

acculturatieproces op het individuele niveau.

De meningen over wat kan veranderen in de cultuur van een individu zijn verdeeld.

Volgens Hofstede (2001) zullen de waarden van een individu hetzelfde blijven nadat ze

ontwikkeld zijn. Dit komt volgens hem doordat ze zeer vroeg tijdens het leven van het

individu gevormd zijn. Voor het individu zijn ze rationeel en onbetwistbaar. Wat volgens

Hofstede wel kan veranderen tijdens het acculturatieproces zijn de uitingen van waarden,

namelijk de culturele gebruiken. Een voorbeeld zijn migranten uit India in Europa die de

kledingstijl van de westerse samenleving overnemen maar toch de waarden van hun

oorspronkelijke cultuur behouden. Andere auteurs zoals Perez en Padilla (2003) en Schwartz,

Montgomery en Briones (2006) menen dat waarden net zoals culturele gebruiken kunnen

veranderen wanneer een individu met een nieuwe cultuur in contact komt.

Uit de literatuur kunnen we dus niet met zekerheid afleiden of de waarden van een

individu kunnen veranderen nadat ze ontwikkeld zijn. Ongeacht of auteurs menen dat

waarden kunnen veranderen, stellen ze allen dat de uitingen van waarden kunnen veranderen.

Het zijn daarom de uitingen van waarden die we kunnen bestuderen wanneer we acculturatie

op het individuele niveau willen onderzoeken. Wanneer men het er in de toekomst misschien

over eens zal zijn dat waarden kunnen veranderen, geeft dit geen problemen voor conclusies

die gebaseerd zijn op onderzoek waarin waarden indirect worden gemeten door de uitingen

van waarden te bestuderen.

In de inleiding vermelden we het bi-dimensionele acculturatiemodel van Berry (1980)

waarin acculturatie de mate is waarin een individu de culturen waarmee deze in contact komt,

overneemt of verwerpt. Op basis van wat we net als cultuur op het individuele niveau hebben

beschouwd, kunnen we stellen dat het uitingen van waarden en de culturele gebruiken van een

Page 19: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 19

cultuur zijn die een persoon kan overnemen of verwerpen. Wanneer we acculturatie als een

breed concept bekijken, omvat het naast de mate waarin een persoon de culturen verwerp of

overneemt ook de veranderingen in de mate van het overnemen of verwerpen van de culturen

en de oorzaken of gevolgen van deze veranderingen (Berry, 2003). De mate waarin een

persoon een bepaalde cultuur overneemt of verwerpt, kunnen we de positie van een persoon

ten opzichte van de cultuur noemen. Volgens de brede visie op acculturatie behelst het

acculturatieconcept een volledig proces dat bestaat uit alle posities van een persoon ten

opzichte van de verschillende culturen overheen de tijd en de oorzaken of gevolgen van deze

posities. Om acculturatie te bestuderen volgens deze brede visie, is het nodig om na te gaan

hoe sterk een persoon de erfcultuur behoudt overheen de tijd, de nieuwe cultuur overneemt

overheen de tijd, de reden waarom de erfcultuur wel of niet wordt behouden en de nieuwe

cultuur wel of niet wordt overgenomen (Ward, Bochner, & Furnham, 2001).

Wij beschouwen het concept echter minder uitgebreid. We maken een onderscheid

tussen het volledige acculturatieproces en acculturatie. Met acculturatie bedoelen we de

huidige positie die een persoon inneemt ten opzichte van de erf- en gastcultuur. Om

acculturatie te kunnen meten, is het dan nodig om te bepalen hoe sterk het individu de

erfcultuur behoudt en de nieuwe cultuur overneemt. De oorzaken en gevolgen van deze

positie ten opzichte van de verschillende culturen behoren volgens ons wel tot het

acculturatieproces maar niet tot acculturatie op zich.

Doordat we focussen op de huidige mate van acculturatie, kunnen we stellen dat we

acculturatie bekijken als een momentopname. Verschillende auteurs waaronder Chirkov

(2009) hebben reeds aangeraden dat het goed is om te focussen op een specifiek moment

wanneer we de mate van acculturatie van een individu onderzoeken (Chirkov, 2009). De

positie van een persoon ten opzichte van de erf- en gastcultuur kan namelijk veranderen.

Wanneer meermaals de huidige mate van acculturatie wordt gemeten, kunnen we in kaart

brengen hoe het standpunt van het individu ten opzichte van de verschillende culturen

evolueert (Rudmin, 2006). Het dynamische acculturatieproces kunnen we dus met behulp van

herhaalde acculturatiemetingen bestuderen. Mogelijke oorzaken of gevolgen van

veranderingen in de mate van acculturatie kunnen er eventueel aan worden gelinkt (Chirkov,

2009).

We bekijken acculturatie dus als de huidige positie van een persoon ten opzichte van

de erf- en gastcultuur. We bepalen voor alle items uit de gevonden acculturatieschalen of ze

acculturatie bevragen volgens onze visie. In bijlage 1 bevindt zich een tabel met items uit de

bestaande acculturatieschalen die volgens ons niet de mate van acculturatie van een individu

Page 20: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 20

meten. De items zijn onderverdeeld in categorieën. Elke categorie komt overeen met een

reden waarom items niet als een acculturatiemeting worden beschouwd. We bespreken elke

categorie. In de eerste kolom wordt het item weergegeven. In de tweede kolom staan de

mogelijke antwoordalternatieven. In de laatste kolom wordt aangegeven wat volgens ons het

meer specifieke onderwerp van de vraag is.

We beschouwen acculturatie als een specifiek moment in het dynamisch

acculturatieproces. Volgens onze visie onderscheidt een goede meting dus de huidige van de

vroegere en toekomstige mate van acculturatie. Dit heeft als gevolg dat een acculturatieschaal

volgens ons enkel het heden moet bevragen. In de tabel worden items die niet aan deze

voorwaarde voldoen in de categorie 'het verleden wordt bevraagd' geplaatst.

Volgens onze visie op acculturatie moet er ook een onderscheid gemaakt worden

tussen de huidige mate van acculturatie en mogelijke oorzaken of gevolgen er van. Een vraag

meet volgens ons enkel acculturatie wanneer ze ons iets bijbrengt over de positie van het

individu ten opzichte van de erf- of gastcultuur. We onderscheiden verschillende categorieën

van items die hier niet aan voldoen. Een eerste categorie is 'informatie over een andere

persoon wordt gevraagd'. Hierin plaatsen we items waarmee informatie wordt vergaard over

een andere persoon dan het individu waarvan we de mate van acculturatie willen kennen.

Onder andere items die naar informatie over familieleden peilen, komen er in voor. Een

tweede categorie is 'algemene informatie en demografische gegevens worden bevraagd'.

Onder andere items die vragen naar het geslacht, opleidingsniveau en de etniciteit van een

individu worden hierin geplaatst. Een derde categorie is 'algemene vaardigheden, problemen,

attitudes of emoties'. Hierin hebben we items geplaatst die peilen naar vaardigheden,

problemen, attitudes en emoties van een persoon die ook kunnen voorkomen zonder dat een

individu zich in het acculturatieproces bevindt. Voorbeelden zijn vragen die nagaan of een

persoon geldproblemen heeft en wat de persoon vindt van de levenskwaliteit van personen die

behoren tot een bepaalde cultuur.

We merkten eerder op dat acculturatie vaak als een negatieve ervaring wordt

beschouwd die veel stress veroorzaakt bij het individu. We willen duidelijk stellen dat we

vragen over psychosomatische gezondheidsproblemen niet tot een bevraging van acculturatie

rekenen. Ze brengen ons namelijk niets bij over de positie die het individu inneemt ten

opzichte van de verschillende culturen. We ontkennen niet dat acculturatie negatieve gevolgen

kan hebben voor een persoon. Berry (1989) stelt dat een persoon die zich in het

acculutratieproces bevindt, gevoelens van ongemak kan ervaren zoals angst, bevreemding en

verlies van identiteit. Deze gevoelens van ongemak worden door Berry acculturatieve stress

Page 21: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 21

genoemd. We beschouwen acculturatieve stress niet als een onderdeel van het concept

acculturatie maar wel als een onderdeel van het acculturatieproces. We plaatsen daarom items

die het psychologisch welzijn van een persoon in het acculturatieproces meten in de categorie

'acculturatieve stress'.

In de categorie 'reacties van anderen' plaatsen we items die peilen naar de

gepercipieerde discriminatie van een individu, welke vooroordelen anderen hebben volgens

het individu en hoe sterk het individu zich geaccepteerd voelt door anderen. Deze items

worden vaak gebruikt om acculturatieve stress te bevragen (Rudmin, 2009).Verscheidene

auteurs waaronder Gomez, Miranda en Polanco (2011) maken toch een onderscheid tussen

gepercipieerde discriminatie en acculturatieve stress. Dit is nodig omdat ze een andere invloed

kunnen hebben op een derde variabele. Kulis, Marsiglia en Nieri (2009) toonden bijvoorbeeld

aan dat de gepercipieerde discriminatie een invloed heeft op het druggebruik van een

individu, maar acculturatieve stress niet. Andere auteurs waaronder Vega, Zimmerman,

Khoury, Gil en Warheit (1995) en Barrett (2010) beschouwen discriminatie als een oorzaak

van acculturatieve stress. Het is dus goed om items die acculturatieve stress of gepercipieerde

discriminatie bevragen van elkaar te onderscheiden. We plaatsen ze daarom in verschillende

categorieën.

Wanneer we de mate van acculturatie van een individu willen bepalen, moeten we de

info waarop we onze conclusie baseren bij het individu zelf verkrijgen (Chirkov, 2009). De

perceptie van het individu is belangrijk en niet hoe anderen over het individu denken. Andere

personen hebben maar een beperkt beeld van het individu. Enkel het individu zelf kan ons

vertellen hoe deze zich werkelijk voelt en welke gedragingen deze het meeste stelt over alle

situaties heen. Wanneer we dus meer willen weten over de huidige positie van een individu

ten opzichte van de verschillende culturen moeten we onze informatie bij het individu zelf

verkrijgen. Items waarop een andere persoon dan het individu dat we willen onderzoeken

moet antwoorden, worden in de categorie 'andere persoon beantwoordt de vraag' geplaatst.

Facetten van acculturatie. We bekijken acculturatie als de huidige positie die een

individu inneemt ten opzichte van de gast- en erfcultuur. Dit heeft als gevolg dat volgens ons

acculturatie enkel wordt gemeten wanneer we vragen stellen die ons iets vertellen over de

positie van een individu ten opzichte van de verschillende culturen, het heden bevragen en

door het individu zelf worden beantwoord. Nu het duidelijk is wat we met het concept

acculturatie bedoelen en welke gevolgen dit heeft voor het meten van acculturatie, proberen

we om de verschillende facetten van acculturatie en hun elementen uit de literatuur af te

leiden. We vergelijken de informatie die we in de literatuur vinden met items uit de bestaande

Page 22: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 22

acculturatieschalen. Items uit bestaande acculturatieschalen die volgens ons acculturatie

meten, kunnen worden gevonden in bijlage 2.

Cultuur. Rudmin (2006) merkt op dat auteurs vaak gebruik maken van tweeledige

vragen. Bij dit soort vragen wordt met één stelling zowel iets over de erf- als over de

gastcultuur gevraagd (bv. Ik ga vaak om met personen uit mijn erfcultuur want ik vind

personen uit mijn gastcultuur niet leuk). Een participant moet aangeven hoe sterk deze het

eens is met de stelling. Wanneer de participant aangeeft dat de stelling matig van toepassing

is, kunnen verschillende conclusies worden getrokken. Men kan besluiten dat de participant

beide delen van de stelling matig van toepassing vindt of dat de participant het met een deel

van de stelling eens is. Ondanks het feit dat uit dezelfde resultaten verschillende conclusies

kunnen worden getrokken, maakt men volgens Rudmin (2010) toch gebruik van dit soort

vragen omdat ze leiden tot gewenste onderzoeksresultaten.

Om tot betere conclusies te komen, is het nodig om de bevraging van de gast- en

erfcultuur gescheiden te houden. Dit is in overeenstemming met een bi-dimensionele visie op

acculturatie die, zoals we eerder hebben aangehaald, algemeen aanvaard wordt in de literatuur

omtrent acculturatie. Het behouden van erfcultuur en het overnemen van de gastcultuur zijn

niet noodzakelijk gerelateerd aan elkaar. Ze moeten dus onafhankelijk van elkaar worden

bepaald. De positie van een individu ten opzichte van de gast- en erfcultuur moeten we dus

van elkaar onderscheiden.

Het eerste acculturatiefacet dat we voorstellen is daarom 'cultuur' met als elementen de

erf- en gastcultuur. Voor elk item hebben we bepaald ten opzichte van welke cultuur de positie

van het individu wordt bevraagd. Dit kan in de derde kolom van de itemlijst in bijlage 2

worden teruggevonden. Wanneer een item de positie ten opzichte van de erfcultuur bevraagt,

wordt dit aangeduid met 'erf'. Wanneer een item de positie van het individu ten opzichte van

de gastcultuur bevraagt, wordt dit aangeduid met 'gast'. Als het item informatie over beide

culturen bevraagt en dus een tweeledige vraag is, wordt dit aangeduid met 'G en E'. In tabel 2

wordt weergegeven hoeveel items er elke cultuur of beide culturen bevragen.

Tabel 2Aantal en percentage items dat de gast- of

erfcultuur of beide culturen bevragen.Erfcultuur 193 48%

gastcultuur 108 28%

Erf – en gastcultuur 97 24%

Page 23: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 23

Psychologie. Berry (1974) stelt dat de mate waarin een persoon de erfcultuur behoudt

en de nieuwe cultuur overneemt zich manifesteren in de attitudes die een persoon heeft en de

gedragingen die een persoon stelt. De positie die een persoon inneemt ten opzichte van de

verschillende culturen kan volgens Berry dus zowel een attitude als een uiting van deze

attitude in gedrag zijn. Dit komt overeen met wat we eerder de uitingen van waarden

noemden. We leidden uit de literatuur af dat de uitingen van waarden niet enkel gedragingen

zijn maar ook attitudes en overtuigingen die een persoon heeft.

Vele auteurs onderscheiden psychologie van gedrag wanneer ze acculturatie

onderzoeken (o.a. Graves, 1967; Kim & Abrue, 2001; Mariño et al. 2001). Met psychologie

bedoelen ze attitudes, overtuigingen en voorkeuren die een persoon heeft met betrekking tot

een cultuur. Met gedrag worden de culturele gedragingen die een persoon stelt, bedoeld.

Gedrag omvat ook de vaardigheden die een persoon nodig heeft om in een cultuur te

functioneren zoals kennis over de culturele gebruiken, normen en taal (Mariño et al. 2001).

Het onderscheid tussen psychologie en gedrag komt sterk overeen met wat Keefe en

Padilla (1987) bedoelen met cultureel bewustzijn van etnische trouw. Cultureel bewustzijn

omvat volgens hen de kennis die een persoon heeft over de culturen waarmee deze in contact

komt. Met etnische trouw bedoelen ze de mate waarin de persoon zich identificeert met een

culturele groep en de voorkeuren van aan persoon betreffende culturele gedragingen. Ook

Schaafsma, Nezlek, Krejtz en Safron (2010) maken een gelijkaardig onderscheid. Zij

benoemen de kennis over een cultuur en culturele gedragingen van een persoon

'betrokkenheid'. Met de term 'hechting' bedoelen ze de mate waarin een persoon zich

identificeert en verbonden voelt met de culturen waarmee deze in contact komt.

Het is nodig om een onderscheid te maken tussen de culturele gedragingen die een

persoon stelt en de attitudes, overtuigingen en waarden die deze heeft (Mariño et al., 2001;

Ramírez, 1980). Mariño et al. (2001) argumenteren dat de culturele gedragingen die een

persoon stelt namelijk niet steeds deze zijn die behoren tot de cultuur waarvan een individu de

overtuigingen en attitudes heeft overgenomen.

De acculturatiestrategie die een persoon verkiest, is niet altijd degene die deze volgt

(Navas, garcía, Sánchez, Rojas, Pumares, & Fernández, 2005). De mate waarin een persoon

de erfcultuur behoudt en de nieuwe cultuur overneemt is namelijk niet altijd een vrije keuze

(Berry, 1974). Hieruit kunnen we weer afleiden dat de cultuur waarmee de attitudes,

voorkeuren en overtuigingen van een persoon overeenkomen niet steeds wordt geuit in het

gedrag van deze persoon. Externe factoren kunnen mee bepalen of de verkozen strategie

wordt gevolgd. Wanneer een individu bijvoorbeeld woont in een buurt waarin enkel personen

Page 24: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 24

van de erfcultuur wonen en al deze personen verwachten dat de gebruiken van de erfcultuur

worden gevolgd, zal het niet steeds gemakkelijk zijn om tegen deze verwachtingen in te gaan.

De persoon kan in dit geval een voorkeur hebben voor de gastcultuur maar zich toch gedragen

zoals het hoort volgens de erfcultuur.

Wat een individu wilt, voelt en belangrijk vindt, moeten we dus onafhankelijk

bekijken van wat een individu werkelijk doet. Wanneer we de mate van acculturatie van een

individu willen bepalen moeten we beide elementen dus apart bestuderen (Cheung, 1995;

Duan & Vu, 2000). We kiezen er voor om 'uiting' als term te gebruiken om de culturele

gedragingen die een persoon stelt aan te duiden. Met 'oriëntatie' bedoelen we de attitudes,

voorkeuren en overtuigingen die een persoon heeft. We beschouwen uiting en oriëntatie als de

elementen van het acculturatiefacet 'psychologie'. We kiezen er voor om dit facet van

acculturatie 'psychologie' te noemen. In de psychologie als wetenschap wordt namelijk niet

enkel het gedrag van individuen bestudeerd maar ook het innerlijke leven van individuen

(Schouppe, 2006). De oriëntatie van een individu ten opzichte van de verschillende culturen

behoort tot het innerlijke leven van het individu.

We hebben voor alle items van de acculturatieschalen bepaald of ze de oriëntatie of

uiting van een cultuur nagaan. Dit kan in de vierde kolom van de itemlijst in bijlage 2 worden

teruggevonden. In tabel 3 wordt weergegeven hoeveel items uit de bestaande

acculturatieschalen de oriëntatie of uiting van een individu bevragen betreffende een cultuur.

Ongeveer evenveel vragen gaan de oriëntatie en uiting van het individu na.

Tabel 3 Aantal en percentage items dat de oriëntatie of uiting van een individu bevragen.

Oriëntatie 179 45%

Uiting 219 55%

Context. Verscheidene auteurs hebben er al op gewezen dat het acculturatieproces en

de gekozen acculturatiestrategie kunnen verschillen per levensdomeinen (o.a. Arends-Tóth &

Van de Vijver, 2003; Phalet & Swyngedouw, 2003). Om dit te illustreren bekijken we als

voorbeeld de taal die een individu kan spreken. Een individu kan de taal van de gastcultuur

leren om goed te kunnen communiceren op het werk. Het is echter mogelijk dat deze thuis de

taal van de erfcultuur blijft spreken omdat familieleden de taal van de gastcultuur niet kennen.

In een werkcontext volgt het individu wat betreft taal een adaptatiestrategie. Thuis volgt dit

Page 25: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 25

individu wat betreft taal echter een separatiestrategie. We willen opmerken dat er andere

oorzaken voor het kiezen van een bepaalde acculturatiestrategie zijn dan degene die we

aanhalen in dit voorbeeld.

Personen kunnen wisselen van context en zich anders gedragen in verschillende

contexten (Mars, 2008). Personen hebben als doel om goed te functioneren in alle contexten

(Fiske, 1993). Een persoon kan een context vermijden, aanpassen of zichzelf aanpassen zodat

het gemakkelijker wordt om er in te functioneren (Thompson, 1990). Perez en Padilla (2003)

stellen dat dit de reden is waarom een individu dat zich in het acculturatieproces bevindt

bepaalde vaardigheden betreffende een cultuur leert. Het individu kan onder andere de

waarden, taal en culturele gebruiken van de cultuur leren. Een individu kan dus leren hoe men

zich moet gedragen conform een bepaalde cultuur. Of deze het gedrag werkelijk zal stellen,

kan verschillen per context.

Naast de uiting van cultuur kan ook de culturele oriëntatie van een individu verschillen

per context. Hiller en Chow (2005) onderzochten Chinese migranten in Canada. Ze

concludeerden dat de participanten zich meer identificeren met de Chinese cultuur bij

familieleden in vergelijking met publieke situaties. Net zoals een individu bepaalde culturele

gedragingen selecteert, kiest deze bepaalde attitudes en een identiteit om goed te kunnen

functioneren in elke context (Costignan, Su & Hua, 2009).

In een acculturatiemeting kunnen we de verschillende contexten waarin een persoon

terecht komt dus best van elkaar onderscheiden. We nemen daarom het acculturatiefacet

'context' op in onze afbakening. De elementen van het facet zijn 'in het algemeen', 'bij familie',

'in vrije tijd' en 'op het werk of school'. We hebben voor alle items die acculturatie bevragen,

geoordeeld welke context ze bevragen. Dit kan in de vijfde kolom van de itemlijst in bijlage 2

worden teruggevonden.

Tabel 4 Aantal en percentage items die acculturatie bevragen per context die we beschouwen.

In het algemeen 246 62%

Bij familie 46 12%

Vrije tijd 90 23%

Op het werk/school 16 4%

Page 26: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 26

In tabel 4 wordt weergegeven hoeveel items uit de bestaande acculturatieschalen de

oriëntatie of uiting van een individu bevragen betreffende een cultuur. We merken op dat er

vooral algemene vragen worden gesteld. De verschillende contexten worden dus niet vaak van

elkaar onderscheiden. Vooral specifiek voor de werkcontext wordt de positie van een persoon

ten opzichte van de verschillende culturen weinig bevraagd.

Domeinen. Een laatste facet van acculturatie dat we voorstellen is 'domein'. Het

domein van acculturatie is wat specifiek bevraagd wordt. De mate waarin een individu de

erfcultuur behoudt en de nieuwe cultuur overneemt kan anders zijn wanneer we verschillende

domeinen van acculturatie bekijken (Navas et al. 2005). Het kan bijvoorbeeld dat een individu

de taal van de gastcultuur leert maar enkel met personen uit de erfcultuur wil omgaan. Wat

betreft het domein taal wordt dan de nieuwe cultuur overgenomen maar voor het domein

sociale relaties wordt de erfcultuur behouden. Het is dus nodig om de verschillende domeinen

van acculturatie te onderscheiden zodat voor elk domein afzonderlijk kan worden nagegaan in

welke mate de persoon de erfcultuur behoudt en de nieuwe cultuur overneemt. Zoals werd

aangegeven in de inleiding verschillen de domeinen van acculturatie die men bekijkt erg per

acculturatie-instrument (Zane & Mak, 2003).

We hebben alle items uit de acculturatieschalen ingedeeld in verschillende categorieën.

In tabel 5 wordt weergegeven hoeveel items in elke categorie worden geplaatst. In bijlage 2

zijn de verschillende items in groepen onderverdeeld conform de categorie waartoe ze

behoren. De categorienaam wordt aangegeven boven elke groep. In de zesde kolom van de

tabel in bijlage 2 wordt meer specifiek omschreven waarover de inhoud van het item gaat.

Tabel 5 Aantal en percentage items per categorie.

Waarden 9 2%

Cultuur en identiteit 52 13%

Culturele gebruiken 120 30%

Sociale relaties 86 22%

Taal 131 33%

Page 27: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 27

Een eerste categorie is 'waarden'. Hierin plaatsen we items die naar de waarden van

een individu peilen en het belang dat het individu aan deze waarden hecht. We vermeldden

reeds dat auteurs het er niet over eens zijn of de waarden van een individu kunnen veranderen

wanneer deze met een nieuwe cultuur in contact komt. Om deze reden zullen we waarden niet

opnemen als facet of facetelement van acculturatie. We focussen op de uitingen van waarden

in het gedrag, de voorkeuren, overtuigingen en attitudes van een individu.

In de categorie 'cultuur en identiteit' plaatsen we items die nagaan met welke cultuur,

nationaliteit of etniciteit een individu zich identificeert en de mate van belang dat een individu

hieraan hecht. Betancourt en Lopez (1993) merken op dat de termen etniciteit, nationaliteit en

cultuur vaak als synoniemen worden gebruikt. Het is echter nodig om ze van elkaar te

onderscheiden (Zagefka, 2008). Iemand met de Belgische nationaliteit kan bijvoorbeeld

behoren tot de Vlaamse cultuur of tot Turkse etnische groep behoren. Onze voorkeur gaat uit

naar de term cultuur omdat deze alle groepen, waaronder etnische groepen en personen met

dezelfde nationaliteit, van toepassing kan zijn.

Een andere categorie items die we onderscheiden, noemen we culturele gebruiken.

Zoals in de inleiding werd vermeld, bedoelde Hofstede (2001) met culturele gebruiken de

symbolen, helden en rituelen van een cultuur. De categorie omvat items die de kennis en

uiting van culturele gebruiken nagaan. Voorbeelden hiervan zijn items die peilen naar de

feesten die een individu viert, de kennis van bekende personen uit een cultuur van een

individu en naar welke muziek een individu luistert. De categorie bevat ook items die de

oriëntatie van een individu betreffende de culturele gebruiken nagaan. Voorbeelden hiervan

zijn items die bevragen uit welke cultuur een persoon de kledij verkiest, het eten het lekkerste

vindt en hoe belangrijk deze het vindt om gedrag te stellen dat typisch is voor een bepaalde

cultuur.

We merken op dat de categorie culturele gebruiken volgens ons ook items bevat die

nagaan of het individu de actualiteit van een cultuur volgt en de geschiedenis er van kent. We

beschouwen het begrip 'helden' van Hofstede (2001) namelijk zeer breed. We redeneren dat

niet enkel bekende figuren een inspiratie kunnen zijn om te weten hoe men zich moet

gedragen in een bepaalde cultuur. Belangrijke gebeurtenissen kunnen personen ook iets leren

over wat gepast en gewenst is in een cultuur. Keefe en Padilla (1987) stellen dat het nodig is

om na te gaan of een persoon de geschiedenis en actualiteit van een cultuur kent wanneer we

de mate van acculturatie voor het individu bepalen.

De categorieën 'cultuur en identiteit' en 'culturele gebruiken' omvatten dus samen

vragen die nagaan met welke culturele groep een persoon zich identificeert en de

Page 28: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 28

gedragingen, kennis of attitudes die deze heeft betreffende culturen en culturele gebruiken. Op

basis van deze twee categorieën stellen we een eerste element van het domeinfacet van

acculturatie voor. Dit element noemen we 'culturele identiteit'. Items die we hebben ingedeeld

in de twee categorieën omvatten volgens ons dus het element culturele identiteit van het

domeinfacet van acculturatie.

We noemen het element culturele identiteit omdat we er hetzelfde mee bedoelen als

Schwartz et al. (2006). Schwartz et al., en wij dus ook, bedoelen met de term culturele

identiteit de affiniteit die een persoon heeft met de idealen van een cultuur. Ook omvat het

begrip het label dat een persoon zichzelf wil geven. Dit label kan bijvoorbeeld een bepaalde

etniciteit zijn. De mate waarin een persoon de idealen van een cultuur overneemt, uit zich

volgens Schwartz et al. in de attitudes, overtuigingen en gedragingen van een persoon.

In het acculturatieonderzoek wordt vaak benadrukt dat het belangrijk is om na te gaan

hoe een individu het contact met personen uit de verschillende culturen ervaart (Padilla &

Perez, 2003). We stellen daarom een volgend element voor het domeinfacet van acculturatie

voor dat we 'sociale relaties' noemen. Om te kunnen vatten hoe een individu het contact met

de verschillende culturen ervaart, is het niet enkel nodig om de kwantiteit van het contact na

te gaan (Chirkov, 209). Chirkov stelt dat het ook nodig is om de kwaliteit van het contact te

bestuderen. Het facetelement sociale relaties omvat voor ons daarom niet enkel of een

individu met personen die behoren tot een bepaalde cultuur omgaat, maar ook of het individu

deze personen leuk vindt, er mee wil omgaan en zich met hen identificeert. Het is nodig om

de kwaliteit en kwantiteit van het contact van elkaar te onderscheiden (Schaafsma et al.,

2010). Wanneer een individu met personen uit een bepaalde cultuur omgaat, betekent dit

namelijk niet noodzakelijk dat deze zich met de culturele groep identificeert (Schaafsma et al.,

2010).

Naast de elementen culturele identiteit en sociale relaties onderscheiden we nog een

laatste element voor het domeinfacet van acculturatie. Dit element noemen we taal. Taal

wordt in de literatuur als een belangrijk aspect van cultuur en dus acculturatie beschouwd

(Chirkov, 2009; Mariño et al., 2001). Zane en Mak (2003) onderzochten verschillende

acculturatieschalen en concludeerden dat taal het meest bevraagde domein is.

Fishman (1974) argumenteert dat personen enkel op dezelfde manier naar de wereld

kijken wanneer hun taal hetzelfde is of op elkaar is afgestemd. Mariño et al. (2001) stellen dat

het communiceren in een bepaalde taal meer omvat dan spreken, lezen en begrijpen. De taal

van een persoon zorgt er volgens hen voor dat de persoon een specifieke redeneermethode

ontwikkeld. Ook Hofstede (2001) stelt dat taal meer inhoudt dan het verwerven van woorden.

Page 29: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 29

Om een taal echt te leren is het volgens hem nodig om een nieuw referentiekader te

gebruiken. Dit heeft als gevolg dat het onmogelijk is voor een persoon om alle aspecten van

een cultuur te begrijpen wanneer deze de taal die wordt gesproken in de cultuur niet volledig

beheerst.

Het idee dat personen die een verschillende taal spreken verschillende gedachten

hebben, staat bekend als linguïstische relativiteit of de Whorf hypothese (Casasanto, 2008).

Casasanto (2008) merkt op dat er veel kritiek is gekomen op deze benadering van taal. Dit

komt volgens hem doordat vaak wordt gedacht dat linguïstische relativiteit betekent dat onze

gedachten volledig gedetermineerd worden door onze taal. Dit is echter een onterechte

interpretatie. Om aan te tonen dat ons denken niet volledig gedetermineerd wordt door taal,

verwijst casasanto (2008) naar Pinker (1994). Deze auteur stelt dat baby's en afasiepatiënten

kunnen denken zonder dat ze taal kunnen gebruiken. Linguïstische relativiteit houdt in dat ons

denken gevormd wordt door de taal die we spreken (casasanto, 2008).

Volgens een studie van Roysircar en Maestas (2002) verklaart taalgebruik bijna de

helft van de variantie in de mate waarin personen accultureren. Volgens Rogler, Cortés &

Malgady (1991) zou enkel taal mogen worden gemeten omdat anders onbetrouwbare

metingen worden verkregen. Andere studies spreken dit echter tegen (e.g. Cortés, Deren,

Andiá, Colón, Robles & Kang 2003).

Hoewel we alle items omtrent taal tot de categorie culturele gebruiken kunnen

rekenen, lijkt het ons toch zinvol om het als een apart element van het domeinfacet te

beschouwen. Dit doen we omdat het in de literatuur als een belangrijk aspect van cultuur en

acculturatie wordt beschouwd. Wanneer we de items uit de instrumenten bestuderen, zien we

dat taal inderdaad vaak bevraagd wordt. Deze items zijn in bijlage 2 geplaatst in de categorie

'taal'.

Karteringszin. Op basis van literatuur omtrent acculturatie en bestaande

acculturatieschalen hebben we de facetten en facetelement van acculturatie in kaart gebracht.

Een eerste facet is cultuur. Dit facet heeft als elementen erfcultuur en gastcultuur. Een tweede

facet is psychologie en heeft als elementen uiting en oriëntatie. Een derde facet van

acculturatie is context. Deze heeft als elementen in het algemeen, bij familie, in vrije tijd en

op het werk of school. Een vierde en laatste facet dat we onderscheiden is het facet domein.

Dit facet bevat de elementen culturele identiteit, sociale relaties en taal.

Deze facetten en hun elementen vatten we in een karteringszin. Deze wordt afgebeeld

in figuur 1. Wanneer we uit elk facet een element nemen en deze combineren, zijn er

achtenveertig manieren om de karteringszin te lezen (bv. Een allochtoon oriënteert zich over

Page 30: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 30

het algemeen met betrekking tot de culturele identiteit overeenkomstig de gastcultuur). We

zijn voor elke elementencombinatie nagegaan hoeveel items uit de bestaande vragenlijsten

deze elementencombinatie omvatten. De aantallen zijn terug te vinden in bijlage 4. We

hebben reeds opgemerkt dat er veel tweeledige vragen zijn. Voor deze items hebben we apart

bepaald welke elementencombinatie wordt bevraagd zonder rekening te houden met het

cultuurfacet. Doordat we items die de waarden van een individu bevragen niet hebben

beschouwd als een bevraging van een specifiek domein, hebben we deze niet opgenomen in

deze beoordeling.

Populatie Psychologie Context

Een persoon (a) oriënteert zich over het algemeen met betrekking tot uit bij familie

in zijn vrije tijd op het werk/school

Domein Cultuur

de culturele identiteit overeenkomstig de gastcultuur taal erfcultuur sociale relaties

Bereik

―――――――> Helemaal mee eens Mee eens Een beetje mee eens Een beetje niet mee eens Niet mee eens Helemaal niet mee eens

Figuur 1. Karteringszin voor het concept acculturatie.

Nieuwe acculturatieschaal. Op basis van de bekomen karteringszin ontwikkelen we

een nieuwe acculturatieschaal. Voor onze nieuwe vragenlijst ontwikkelen we per leesmethode

van de karteringszin drie items die alle elementen uit de leesmethode omvatten. We kiezen

eerst de inhoud van de items. De inhoud is wat we specifiek vragen betreffende een

acculturatiedomein. Doordat we voor elke elementencombinatie hetzelfde aantal items

ontwikkelen, ontwerpen we evenveel items die de uiting of oriëntatie ten opzichte van de

Page 31: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 31

cultuur bevragen. Om de specifieke inhoud van de nieuwe items te kiezen, bestuderen we wat

voor elk domein bevraagd wordt in items uit de bestaande acculturatieschalen. In bijlage 2

hebben we in de zesde kolom aangegeven wat specifiek wordt bevraagd. Wat opvalt is dat

vaak dezelfde of overlappende vragen worden gesteld. De vraag waarin wordt nagegaan

welke taal een individu spreekt, komt bijvoorbeeld tweeënvijftig keer voor.

We ontwerpen een acculturatieschaal die kan worden gebruikt om de mate van

acculturatie te bepalen voor personen uit alle culturen. Een pluspunt van een algemeen

toepasbare acculturatieschaal is dat we niet voor elke cultuur afzonderlijk moeten nagaan wat

specifiek en belangrijk aan de cultuur is alvorens een schaal kan worden ontwikkeld (Mariño

et al., 2001). We kiezen dus inhouden voor items die van toepassing kunnen zijn voor elke

cultuur. Concrete vragen waaronder deze betreffende religie, traditionele dansen of

kledingstijl hebben we dus vermeden. Het is namelijk niet zeker of de verschillende culturen

waarmee een persoon in contact komt, verschillen op deze punten. We hebben wel enkele

specifieke verwijzingen als voorbeelden toegevoegd bij items die nagaan of een individu

volgens de culturele gebruiken van een cultuur leeft, of deze het belangrijk vindt om de

culturele gebruiken te kennen en of deze volgt wat er gebeurt in een cultuur. Deze

toevoegingen leiden ertoe dat de vraag meer duidelijk wordt voor een individu, maar het

individu kan toch nog een persoonlijke invulling geven aan het item. Op deze manier vatten

we in de meting wat voor het individu belangrijk is en hoe deze de cultuur ervaart. In onze

afbakening van het acculturatieconcept hebben we reeds aangehaald dat het belangrijk is om

op de perceptie van het individu te focussen.

We willen de positie van een persoon ten opzichte van de culturen in de verschillende

contexten kunnen vergelijken. Daarom stellen we vier keer dezelfde vraag maar toegepast op

elke context. Dit heeft als gevolg dat we een inhoud voor de items kiezen die relevant kan zijn

in alle contexten. Items die nagaan welke muziek een persoon luistert of waar een persoon

naartoe gaat om te ontspannen, zijn bijvoorbeeld enkel van toepassing in een vrijetijdscontext.

Deze hebben we dus vermeden.

Na het kiezen van de inhoud voor de vragen hebben we de items ontwikkeld. Elke

inhoud hebben we in acht items gebruikt. Vier keer wordt hetzelfde gevraagd voor elke

context. De items voor elke context worden aangepast zodat ze eenmaal informatie

betreffende de gastcultuur en eenmaal informatie betreffende de erfcultuur bevragen. Een lijst

met de ontwikkelde items kan worden teruggevonden in bijlage 3. Achter elke vraag wordt

aangegeven welke facetelementen worden bevraagd.

Page 32: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 32

Bespreking en Conclusies.

Als gevolg van een slechte conceptualisatie van acculturatie wordt acculturatie niet

steeds op dezelfde manier gemeten (Snauwaerts et al., 2003). In de huidige studie hebben we

geprobeerd om het concept acculturatie beter af te bakenen en een hierbij aansluitende

meetmethode te ontwerpen. Op aanraden van verscheidene auteurs waaronder Rudmin (2009)

hebben we eerst bekeken hoe een cultuur zich op het individuele niveau manifesteert alvorens

acculturatie te bestuderen. Hierna hebben we bepaald wat tot het acculturatieconcept hoort en

welke gevolgen dit heeft voor het meten van acculturatie. Om het mogelijk te maken om de

nieuwe acculturatieschaal goed af te stemmen op onze afbakening van het

acculturatieconcept, hebben we een beroep gedaan op de facet theorie van Guttman (1954).

De facetten en facetelement van acculturatie hebben we met behulp van de literatuur omtrent

acculturatie en bestaande acculturatieschalen in kaart gebracht. Voor elk item uit de bekeken

acculturatieschalen hebben we bepaald of acculturatie wordt bevraagd. Indien acculturatie

volgens ons werd bevraagd, hebben we bepaald welke facetten en facetelementen in het item

worden gevat. We hebben de facetten van acculturatie en hun elementen uitgedrukt in een

karteringszin. Op basis van deze karteringszin hebben we een nieuwe acculturatieschaal

ontwikkeld.

Wat betreft de manifestatie van cultuur op het individuele niveau kunnen we op basis

van de literatuur het volgende concluderen. Elk individu maakt zich bepaalde waarden eigen

doordat deze opgroeit in een specifieke context. Deze waarden uiten zich in en geven

betekenis aan gedragingen, cognities, culturele gebruiken, attitudes en overtuigingen. De

waarden of uitingen van waarden zijn dus wat we kunnen bestuderen wanneer we de cultuur

van een individu willen onderzoeken. Het is dus ook hetgeen waar we naar kunnen kijken

wanneer we willen nagaan hoe de cultuur van een persoon kan veranderen wanneer deze met

een nieuwe cultuur in contact komt.

Bij onze afbakening van acculturatie hebben we een onderscheid gemaakt tussen

acculturatie en het volledige acculturatieproces. Het acculturatieproces omvat volgens ons alle

posities die een persoon inneemt ten opzichte van de gast- en erfcultuur overheen de tijd. Ook

omvat het de oorzaken en gevolgen van deze positie-innames. Acculturatie daarentegen is

volgens ons enkel de huidige positie van een individu ten opzichte van de verschillende

culturen. Dit heeft als gevolg dat we items enkel als een acculturatiemeting beschouwen

wanneer het heden wordt bevraagd, de informatie wordt vergaard bij het individu dat we

willen onderzoeken en er enkel vragen worden gesteld die ons iets bijbrengen over de positie

van een individu ten opzichte van de verschillende culturen waarmee deze in contact komt.

Page 33: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 33

Items uit de bestaande acculturatieschalen die volgens ons acculturatie niet meten,

bevragen demografische gegevens, algemene vaardigheden, problemen en attitudes, het

verleden, acculturatieve stress, de gepercipieerde discriminatie of geven ons informatie over

een individu dat we niet willen onderzoeken. Informatie die vergaard wordt met behulp van

deze vragen kan mogelijk gelinkt worden aan acculturatie. Het zijn namelijk mogelijke

oorzaken of gevolgen van de huidige mate van acculturatie en kunnen gemeten worden om

het acculturatieproces in kaart te brengen.

Onze afbakening van het acculturatieconcept heeft ertoe geleid dat items die we als

metingen van acculturatie beschouwen inderdaad allemaal waarden of uitingen van waarden

bevragen. We hebben verschillende groepen items van elkaar onderscheiden die een andere

inhoud hebben. Op basis van al deze groepen, behalve de groep waarden, hebben we de

elementen van het facet domein van acculturatie gekozen. Door de categorie waarden niet op

te nemen in een facetelement van het facet domein focussen we in onze afbakening en nieuwe

acculturatieschaal op de uitingen van waarden. Dit hebben we gedaan omdat de waarden van

een persoon enkel indirect te observeren zijn. Indien zal blijken dat waarden kunnen

veranderen, worden ze gevat in onze afbakening en vragenlijst doordat de uitingen van

waarden worden gemeten.

De categorie waarden is een domeinoverschrijdende categorie. Alle domeinen van

acculturatie omvatten namelijk uitingen van waarden. Dat items in al deze elementen de

uitingen van waarden meten, is vanzelfsprekend voor items die tot de elementen culturele

identiteit of taal worden gerekend. We hebben eerder aangegeven dat verscheidene auteurs

waaronder Hofstede (2001) de taal die een persoon spreekt als een cultureel gebruik

beschouwen en dat deze culturele gebruiken uitingen van waarden zijn. We kunnen echter ook

stellen dat items in de categorie sociale relaties uitingen van waarden bevragen. Volgens

Schwartz et al. (2006) gaat een individu namelijk om met personen of vindt een individu

personen leuk omdat ze dezelfde waarden delen. We kunnen items die behoren tot de

categorie sociale relaties dus beschouwen als een indirecte meting van de waarden van een

individu. Het is echter nodig om op te merken dat een individu ook met personen kan omgaan

uit praktische overwegingen. We haalden eerder aan dat auteurs zoals Thompson (1990)

stellen dat individuen contexten kunnen vermijden, aanpassen of zichzelf aanpassen zodat ze

optimaal blijven functioneren. We kunnen personen als een onderdeel van deze contexten

beschouwen. Deze personen kunnen dus iets zijn dat een individu, die zich in het

acculturatieproces bevindt, wilt vermijden of veranderen. Ook is het mogelijk dat een individu

zichzelf aanpast wanneer deze met bepaalde personen omgaat. Om dit te illustreren,

Page 34: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 34

beschouwen we als voorbeeld een individu die met een persoon samenwerkt zodat een doel

kan worden bereikt. Het is in dit geval uit praktische overwegingen dat de individuen met

elkaar omgaan en niet omdat hun waarden overeen komen. Deze opmerking illustreert

nogmaals hoe belangrijk het is dat we hetgeen een persoon wil en wat deze persoon doet van

elkaar moeten onderscheiden.

We hebben in onze acculturatieafbakening rekening gehouden met het onderscheid

tussen wat mensen willen en doen. Dit wordt gevat in het facet dat we psychologie noemen

met de elementen uiting en oriëntatie.

Een persoon kan zich anders uiten of oriënteren in verschillende contexten. Dit hebben

we gevat door context als een acculturatiefacet te beschouwen met als elementen in het

algemeen, bij familie, in vrije tijd en op het werk of school. We hebben er voor gekozen om

dezelfde vraag te stellen betreffende elke context. Hierdoor hebben we ons beperkt tot meer

algemene vragen. We willen opmerken dat het wel mogelijk is om op basis van onze

karteringszin zeer specifieke vragen te ontwikkelen. We merken op de bestaande

acculturatieschalen niet vaak een onderscheid maken tussen de verschillende contexten

waarin een persoon functioneert. Meer dan de helft van de items bevragen informatie over het

behouden van de erfcultuur en het overnemen van de gastcultuur over alle contexten heen.

In het cultuurfacet van acculturatie maken we een onderscheid tussen de gast- en

erfcultuur van een individu. We hebben dus een bi-dimensionale visie op acculturatie. Bij het

ontwerpen van de items hebben we dezelfde inhoud gebruikt om een vraag te ontwerpen die

gericht is op de erf- en gastcultuur. Dit heeft als gevolg dat alle vragen twee keer worden

gesteld maar de ene keer gericht op de erfcultuur en de andere keer gericht op de nieuwe

cultuur. Uit onderzoek blijkt dit de beste methode om acculturatie te bevragen (Kim & Abreu,

2001; Matsudaira, 2006). Dit wordt de bilineale bevragingsmethode genoemd.

We merken op dat er enkel vragen ontworpen zijn die nagaan of een cultuur wordt

behouden of overgenomen. Het is mogelijk om op basis van onze karteringszin items te

ontwerpen die het verwerpen van een cultuur bevragen. Dit hebben we echter niet gedaan

omdat deze vragen een vrij negatieve connotatie hebben en dus misschien negatieve emoties

of reacties uitlokken bij een persoon die de vragenlijst invult. Ook kan het bevragen van het

verwerpen van de cultuur ertoe leiden dat personen meer de neiging krijgen om sociaal

wenselijke antwoorden te geven.

Samengevat hebben we in deze studie het acculturatieconcept afgebakend. Door de

facetten van acculturatie te beschrijven, hebben we de verschillende onderdelen van het

acculturatieconcept proberen te vatten. Hoe deze onderdelen gerelateerd zijn aan elkaar werd

Page 35: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 35

verwoord in een karteringszin. Op basis van de karteringszin hebben we een nieuwe

acculturatieschaal ontworpen. Omdat alle items een element bevatten uit elke facet en er

evenveel items zijn ontworpen voor elke facetcombinatie denken we de mate van acculturatie

voor een individu volledig te kunnen vatten met behulp van onze schaal. Of dit het geval is,

zullen we bekijken in de tweede studie.

Studie 2

We hebben in de eerste studie geprobeerd om de onderdelen van het

acculturatieconcept in kaart te brengen door de verschillende facetten van acculturatie en hun

elementen te achterhalen. De relatie tussen de facetten hebben we verwoord in een

karteringszin. De elementencombinaties van de verschillende facetten kunnen we als

verschillende categorieën beschouwen. In totaal bekomen we achtenveertig categorieën. We

hebben items uit bestaande acculturatieschalen in de verschillende categorieën onderverdeeld.

Omdat zoveel items die acculturatie meten geclassificeerd kunnen worden in de categorieën,

kunnen we stellen dat we alle delen van het acculturatieconcept vatten in ons

classificatiesysteem (Borg & Groenen, 2005).

Het hebben van een goed classificatiesysteem is een belangrijk begin voor de

afbakening van een construct. Op basis van een een goed classificatiesysteem kunnen

namelijk gemakkelijk items worden ontwikkeld. De schaal die werd ontwikkeld in de eerste

studie is gebaseerd op onze afbakening van het acculturatieconcept. Het is echter nodig om na

te gaan of de voorgestelde onderdelen van een concept werkelijk te observeren zijn (Borg &

Groenen, 2005). We moeten nagaan of we werkelijk meten wat we pretenderen te meten.

Daarom zullen we in deze studie onze acculturatieschaal valideren. We zullen nagaan of we

de voorgestelde onderdelen kunnen terugvinden in de data die we verkrijgen door onze schaal

bij verschillende personen af te nemen.

We doen dit bij allochtonen die in België wonen, Nederlands spreken en van Turkse of

Marokkaanse afkomst zijn. Volgens de dienst emancipatie van de Vlaamse overheid is een

allochtoon een persoon met een niet-Europese nationaliteit of een persoon waarvan minstens

een ouder of twee grootouders de nationaliteit van een land buiten Europa hebben

(http://www.Vlaanderen.be/emancipatiezaken). We kiezen als doelgroep personen van Turkse

of Marokkaanse afkomst omdat ze de meest voorkomende niet-dominante culturele groepen

in Vlaanderen zijn. Alle generaties migranten komen in aanmerking om de vragenlijst in te

vullen. Om de generatie van een persoon te bepalen, doen we een beroep op het onderscheid

dat Leman (2001) maakt. Eerste generatiemigranten in Vlaanderen zijn volgens hem personen

die niet in Vlaanderen geboren zijn. Tweede generatiemigranten zijn personen waarvan een of

Page 36: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 36

beide ouders niet in Vlaanderen geboren zijn. Migranten van de derde generatie zijn volgens

hem personen waarvan een of meerdere grootouders niet in Vlaanderen geboren zijn. Hoewel

we een specifieke doelgroep hebben, merken we op dat de ontworpen schaal kan worden

voorgelegd aan alle personen die met meer dan één cultuur in contact komen, ongeacht de

reden waarom ze met elkaar in contact komen of de cultuur waartoe ze oorspronkelijk

behoren.

Om na te gaan of we de voorgestelde aspecten kunnen terugvinden in onze data doen

we weer een beroep op de facet theorie van Guttman (1954). Wanneer items zijn ontwikkeld

op basis van combinaties van elementen uit de verschillende onderdelen van een construct,

stelt hij voor om een multidimensionale schalinganalyse uit te voeren. De analysemethode

geeft in een multidimensionale ruimte visueel weer hoe verschillend wordt geantwoord op de

verschillende items. Elk item komt overeen met een punt in de ruimte. De relatieve afstanden

tussen de punten geven weer hoe verschillend de antwoorden op de items waren.

We hebben onze items ontworpen op basis van de verschillende categorieën die

ontstaan door de elementencombinaties van de facetten van acculturatie te combineren. We

verwachten dat elke categorie een ander onderdeel van acculturatie omvat. Participanten

kunnen dus verschillende antwoorden geven op items uit verschillende categorieën. Wanneer

onze voorgestelde structuur voor het acculturatieconcept zeer duidelijk terug te vinden is in de

data voorspellen we dat items uit dezelfde categorieën kort bij elkaar worden afgebeeld in de

ruimte. Items uit verschillende categorieën zullen ver van elkaar liggen in de ruimte. Wanneer

de structuur minder duidelijk tot uiting komt verwachten we dat de verschillende regio's in de

ruimte overeenkomen met de verschillende elementen die we van elkaar onderscheiden in de

facetten.

De multidimensionale schalinganalyse stelt de items in een ruimte voor met een

bepaald aantal dimensies. We zullen bekijken uit hoeveel dimensies deze ruimte moet bestaan

om de verschillen tussen de datapunten het best te kunnen weergeven. Wanneer de onderdelen

van acculturatie die we hebben voorgesteld terug te vinden zijn in de data, voorspellen we dat

de dimensies en hun aantal overeenkomen met de facetten van acculturatie of hun elementen

die we hebben voorgesteld.

Naast de multidimensionale schalinganalyse zullen we ook een factoranalyse

uitvoeren. Dit is een tweede methode om de verschillende aspecten van de verkregen data in

kaart te brengen. We verwachten dat uit deze analyse dezelfde structuur naar voren zal komen.

De dimensies die naar voren komen in een multidimensionale schalinganalyse lijken namelijk

op factoren uit een factoranalyse (Kruskal & Wish, 1978). Een factoranalyse geeft echter vaak

Page 37: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 37

meerdere dimensies als oplossing in vergelijking met een multidimensionale schalinganalyse

(Brazil & Grofman, 2002).

We zullen geen totaalscore voor de mate van acculturatie voor de participanten

berekenen. We hebben duidelijk gemaakt dat het concept acculturatie volgens ons uit

verschillende onderdelen bestaat. De scores op de verschillende onderdelen van acculturatie

worden in onderzoek vaak samengeteld tot één totaalscore die de mate van acculturatie

aangeeft (Arends-Tóth & Van de Vijver, 2007). Arends-Tóth en Van de Vijver (2007) wijzen

erop dat het niet correct is om dit te doen. We zullen ons baseren op de dimensies die naar

voren komen uit de structurele analyses om te bepalen welke totaalscores berekend kunnen

worden. We zullen nagaan hoe deze totaalscores variëren over proefpersonen en met elkaar

vergelijken.

Specifiek verwachten we dat de verschillende dimensies die naar voren komen uit de

structurele analyse overeenkomen met de facetten van acculturatie en hun elementen die we in

de eerste studie hebben beschreven. Ten eerste verwachten we dat het facet cultuur zichtbaar

wordt. In de multidimensionale ruimte zal dit naar voren komen doordat een regio items bevat

die de mate meten waarin de erfcultuur wordt behouden. Een andere regio zal items bevatten

die nagaan in welke mate de gastcultuur wordt overgenomen. In de factoranalyse verwachten

we dat dit naar voren zal komen in een factor voor adaptatie en een behoud.

Ten tweede verwachten we dat het facet psychologie zichtbaar wordt. In de

multidimensionale ruimte zal dit naar voren komen doordat een regio items bevat die uitingen

van een cultuur in het gedrag meten. Een andere regio zal items bevatten die de oriëntatie van

een persoon ten opzichte van een cultuur meten. In de factoranalyse verwachten we dat dit

naar voren zal komen in een uiting- en oriëntatiefactor.

Ten derde verwachten we dat we per context verschillende regio's in de ruimte kunnen

onderscheiden en er verschillende factoren naar voren komen die overeenkomen met de

verschillende contexten waarvoor acculturatie wordt gemeten.

Het laatste dat we kunnen verwachten is dat verschillende regio's in de ruimte

overeenkomen met de verschillende domeinen van acculturatie die worden bevraagd. In de

factoranalyse kunnen verschillende factoren die overeenkomen met de domeinen naar voren

komen.

Voor de dimensies die zichtbaar worden, berekenen we een totaalscore. We zullen

bekijken hoe de variatie in de scores kan worden verklaard. Dit doen we door ze te linken aan

kenmerken van de participanten. Indien een facet niet kan teruggevonden worden in de

structuur van de data zullen we nagaan of de berekende schaalscores verschillen per element

Page 38: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 38

van het facet. Hoewel deze elementen niet teruggevonden kunnen worden in de structuur van

de datapunten kunnen ze mogelijk wel variatie in de scores verklaren.

De items van de test zijn ontwikkeld op basis van de verschillende

elementencombinaties van de facetten van acculturatie die we in kaart hebben gebracht. Items

die eenzelfde elementencombinatie omvatten, meten volgens ons hetzelfde. We zullen dit

nagaan door de interne consistentie van items uit dezelfde elementencombinatie te bekijken.

Methode

Participanten. Alle deelnemers wonen in België en kunnen Nederlands lezen. 171

personen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Negen hiervan hebben de vragenlijst niet

volledig ingevuld. De overgebleven participanten zijn 72 mannen en 90 vrouwen. 80

deelnemers zijn student en de overige 82 werken. Hun leeftijd varieert van 18 tot 48 jaar en

hun gemiddelde leeftijd is 24.

Twee personen zijn eerste generatiemigranten met een Turkse erfcultuur. Drie

personen zijn derde generatiemigranten met een Turkse erfcultuur. De rest van de deelnemers

zijn tweede generatiemigranten. Hiervan hebben er 93 een Turkse erfcultuur, 23 een

Arabische, 18 een Berberse en 3 een Koerdische.

Meting. We meten de mate van acculturatie met de acculturatieschaal die werd

ontwikkeld in de eerste studie. De vragen worden aangepast zodat in plaats van de

gastcultuur, specifiek de Belgische/Vlaamse cultuur wordt bevraagd. In plaats van de taal van

de gastcultuur, wordt specifiek het Nederlands bevraagd. De volgorde van de vragen werd

aangepast zodat alle vragen omtrent uiting eerst werden gesteld. Afgewisseld werden twee

vragen gericht op de gastcultuur en twee vragen gericht op de erfcultuur gesteld. Om beurt

volgden vragen omtrent de culturele identiteit, sociale relaties en taal elkaar op. De

antwoordalternatieven zijn helemaal eens, eens, een beetje eens, een beetje oneens, oneens,

helemaal oneens. We hebben een oneven aantal antwoordalternatieven gebruikt zodat een

persoon geen neutraal antwoord kan geven. Deze neutrale antwoorden zijn namelijk niet

eenduidig te interpreteren (Garland, 1991).

Procedure. De vragenlijst moet online worden ingevuld. Participanten konden deze

vragenlijst bereiken via een internetlink. Om personen te vinden die in aanmerking kwamen

om deel te nemen aan het onderzoek, werd een internetlink naar de vragenlijst doorgestuurd

met een vermelding waarin werd beschreven welke personen in aanmerking kwamen om deel

te nemen en een korte uitleg over het onderzoek. De link werd doorgestuurd naar het

persoonlijk netwerk van de onderzoekers via e-mail of de sociale netwerksite facebook. De

Page 39: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 39

link werd gepost op internetpagina's die mogelijk vaak bezocht worden door de doelgroep.

Verenigingen waarnaar de internetlink werd doorgestuurd zijn studentenorganisatie AIESEC,

Verbal vision en het minderhedenforum. De gecontacteerde personen werden aangemaand om

de link naar zoveel mogelijk personen door te sturen die in aanmerking kwamen om deel te

nemen.

Alvorens dat personen de vragenlijst konden invullen, werd hen een korte uitleg over

het onderzoek en de vragenlijst gegeven. Hierna werd hen gevraagd om een informed consent

in te vullen. Eerst werden enkele algemene vragen gesteld. Hierna werd de acculturatieschaal

aangeboden. De participant kreeg de opdracht om aan te geven hoe sterk deze het eens was

met elk item. De vragen stonden verspreid over verschillende pagina's. De participant werd

verplicht alle vragen op een pagina in te vullen alvorens deze naar de volgende pagina kon.

Op het einde van de vragenlijst bedankten we de participant voor hun deelname aan het

onderzoek. Een voorbeeld van de volledige vragenlijst en bijkomende informatie die aan de

deelnemers werd gegeven en gevraagd, kan worden teruggevonden in bijlage 5.

Resultaten

De negen personen die de vragenlijst niet volledig hadden ingevuld, werden

verwijderd voor verdere analyse. De antwoorden werden gecodeerd als volgt. Het antwoord

helemaal oneens kreeg een score 1, het antwoord oneens een score 2, het antwoord beetje

oneens een score 3, het antwoord beetje eens een score 4, het antwoord eens een score 5, het

antwoord helemaal eens een score 6. Alle analyses werden uitgevoerd op basis van deze

scores met behulp van SPSS Statistics 19.

Multidimensionale schalinganalyse. We hebben een multidimensionale ALSCAL

schalinganalyse uitgevoerd op de dissimilariteitsmatrix van de data. Uit deze analyse komt

naar voren dat een tweedimensionale oplossing het best de datapunten voorstelt in de ruimte

(Dispersion accounted for = .97; Tuckers' Coefiicient of congruence = .98). We kunnen uit de

scree-grafiek die wordt afgebeeld in figuur 2 afleiden dat de stress sterk daalt wanneer men de

data voorstelt in een tweedimensionale in plaats vaan een eendimensionale ruimte. Bij een

tweedimensionale oplossing is de stresswaarde zeer laag (Stress = 0.04). Dit betekent dat

euclidische afstanden tussen de punten in de ruimte sterk overeenkomen met de

dissimilariteiten tussen de verschillende scores in de dissimilariteitsmatrix.

Page 40: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 40

Figuur 2. Stress-waarde voor verschillende aantallen dimensies waarin de datapunten kunnen

worden voorgesteld.

Figuur 3. Datapunten in een tweedimensionale ruimte

Page 41: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 41

Figuur 3 geeft de verschillende datapunten ten opzichte van elkaar weer in een

tweedimensionale ruimte. Items die dezelfde elementencombinatie omvatten, krijgen dezelfde

lettercombinatie als label. Items met dezelfde lettercombinatie krijgen geen cijfer achter hun

label, het cijfer 1 of 2 zodat kan worden achterhaald welk item het is.

In de ruimte kunnen we twee itemclusters duidelijk van elkaar onderscheiden die

overeenkomen met de elementen van het facet cultuur. Een eerste groep bevat allemaal items

die de mate van overname van de gastcultuur bevragen en bevinden zich bovenaan in de

ruimte. Deze items hebben de letter G in hun omschrijving. Binnen deze clusters zijn de

verschillende elementen van het domeinfacet van elkaar te onderscheiden. We zien in de

onderste regio's van deze cluster vooral items die culturele identiteit bevragen. Dit zijn de

punten die als voorlaatste letter in hun omschrijving de letter C hebben. Meer bovenaan,

beginnend in het midden en uitwijkend naar rechts, komen vooral items voor die taal

bevragen. Dit zijn de punten die als voorlaatste letter in hun omschrijving de letter T hebben.

Ook meer bovenaan, beginnend in het midden maar uitwijkend naar links, komen vooral

items voor die sociale relaties bevragen. Dit zijn de punten die als voorlaatste letter in hun

omschrijving de letter S hebben.

Regio's waarin items vallen die verschillende contexten bevragen zijn minder goed te

onderscheiden. Items die de mate van culturele adaptatie nagaan op het werk of school komen

vooral voor vanaf het midden en uitwijkend naar rechts. Dit zijn de punten die als laatste letter

in hun omschrijving de letter W hebben. Vanaf het midden en uitwijkend naar de linkerkant

komen vooral items voor die de mate van culturele adaptatie nagaan wanneer een persoon bij

familie is. Dit zijn de punten die als laatste letter in hun omschrijving de letter F hebben.

Items die adaptatie in de vrije tijdscontext en in het algemeen bevragen, komen vooral in het

midden voor. Deze hebben als laatste letter in hun omschrijving de letter V en A.

We merken op dat de items die de elementen oriëntatie en uiting van het

psychologiefacet van acculturatie bevragen niet in een specifieke regio voorkomen. Deze

items zijn te herkennen doordat hun omschrijving begint met Or of U. Wanneer we de

correlatie tussen de antwoorden op deze items berekenen, zien we dat deze hoog is (r = .764;

p < .01). De items worden dus gelijkaardig beantwoord.

Een andere groep items bevragen de mate van het behouden van de erfcultuur. Deze

items hebben de letter E in hun omschrijving. Hierin zijn de verschillende elementen van

andere facetten echter niet goed in te onderscheiden. Enkel vanaf het midden uitwijkend naar

links zien we vooral items die de mate van cultuurbehoud nagaan op het werk of school. We

merken op dat dit de tegenovergestelde regio is in vergelijking met items die de mate van

Page 42: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 42

cultuuradaptatie nagaan op het werk of school. Hier wijkt het item met als label UETW2 sterk

vanaf. Dit item gaat na hoe belangrijk het individu het vindt om de taal van de erfcultuur te

begrijpen op het werk. Ook het item met label OrECW1 wijkt hiervan af. Dit item bevraagt of

een persoon zich gedraagt zoals het hoort volgens de erfcultuur op het werk. Over het

algemeen kunnen we stellen dat de items die cultuurbehoud en culturele adaptatie op het werk

bevragen zeer verschillend worden beantwoord. De overige elementen zijn niet echt terug te

vinden in een specifieke regio.

Factoranalyse. We voeren eerst een scree-test uit om na te gaan hoeveel factoren we

best van elkaar kunnen onderscheiden. Het resultaat van deze test wordt afgebeeld in figuur 5.

We zien dat de lijn in de grafiek vrij horizontaal begint te lopen vanaf dat er drie factoren de

data omschrijven. We concluderen dat de data het best kunnen worden gevat door drie

factoren.

Figuur 5. Scree plot die naar voren komt uit de factoranalyse.

We voeren een factoranalyse met varimaxrotatie uit. Wanneer drie factoren uit de data

naar voren komen wordt 60% van de variantie in de data verklaard. De eerste factor verklaart

24% van de variantie, de tweede 22% en de derde 14%. Hoe sterk alle items op de

verschillende factoren laden, kan worden gevonden in bijlage 6. Alle items die hoog laden op

de eerste factor bevragen de culturele adaptatie van een individu. We hebben de items

Page 43: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 43

aangeduid. In de bijlage 6 zijn dit items waarin een G voorkomt in het itemlabel. We noemen

deze eerste factor de adaptatie.

De tweede factor noemen we behoud. Alle items die hoog laden op deze factor

bevragen het behoud van de erfcultuur van een individu. Ook deze items hebben we

aangeduid in de factorladingmatrix in bijlage 6. De items die hoog laden op de factor hebben

we aangeduid.

Wat de derde factor inhoudt, is moeilijker te achterhalen. In bijlage 7 worden de items

opgesomd die hoog of zeer laag laden op deze factor en hun ladingen worden er bij vermeld.

We zien dat items die hoog laden op deze derde factor allen de mate van culturele adaptatie

nagaan, voornamelijk over culturele identiteit en sociale relaties gaan, alle contexten bevragen

en zowel de culturele oriëntatie als uiting van een persoon bevragen. Items die laag laden op

de factor bevragen allen het behoud van de erfcultuur, voor alle contexten, geen specifiek

domein en zowel de culturele oriëntatie als uiting van een persoon. We concluderen dat deze

factor net als de eerste factor het element adaptatie omvat en deels de domeinenelementen

sociale relaties en culturele identiteit.

Schaalscores.

Uit de multidimensionale schaling en factoranalyse komt naar voren dat we de

facetelementen van het facet cultuur duidelijk kunnen terugvinden in de structuur van de data.

We beschouwen de gemiddelde score voor items die het facetelement erfcultuur omvatten als

een score voor de behoudschaal. We beschouwen de gemiddelde score voor items die het

facetelement gastcultuur omvatten als een score voor de adaptatieschaal. Zowel de adaptatie

(a = .98) als behoudschaal (a = .98) zijn betrouwbaar. De gemiddelde totaalscores en

standaardafwijking voor het behouden van de erfcultuur en het overnemen van de gastcultuur

voor de participanten is terug te vinden in tabel 6. Er kan maximum een score van zes worden

behaald. De behaalde scores op de adaptatie- en behoudschaal correleren sterk negatief (r =

-.621; p < .01).

We hebben bepaald of er participanten zijn die zeer hoog of zeer laag scoren op de

behoud- of adaptatieschaal. We hebben een score als hoog beschouwd wanneer meer dan twee

standaardafwijkingen boven het gemiddelde wordt gescoord. We hebben een score als laag

beschouwd wanneer meer dan twee standaardafwijkingen onder het gemiddelde wordt

gescoord. Vier personen scoren laag op behoud, tien personen hoog op adaptatie en 2

personen scoren hoog op adaptatie en laag op behoud. Meer informatie over de eigenschappen

van deze personen kan teruggevonden worden in bijlage 9.

Page 44: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 44

Tabel 6

Gemiddelde scores en standaardafwijkingen afzonderlijk voor adaptatie en behoud en per

facetelement afzonderlijk voor adaptatie en behoud.

Adaptatie Behoud

Gemiddelde Standaarddeviatie Gemiddelde Standaarddeviatie

4,39 0.70 4,45 0.67

Oriëntatie 4,33 0.69 4,50 0.64

Uiting 4,44 0.73 4,41 0.74

Culturele identiteit 4,01 0.67 4,43 0.02

Sociale relaties 4,24 0.76 4,47 0.72

Taal 4,88 0.76 4,40 0.77

Algemeen 4,61 0.67 4,67 0.81

Bij familie 3,74 0.84 4,95 0.69

Vrije tijd 4,41 0.75 4,46 0.73

Werk/school 4,75 0.67 3,74 0.74

Covariantie-analyse. Om na te gaan of de score op de behoudschaal kan worden

verklaard door verschillen tussen de participanten voeren we een 2(student) x 2 (erfcultuur)

univariate tussen subjecten covariantie-analyse uit gecontroleerd voor leeftijd met als

afhankelijke variabele de score die de participanten halen op de behoudschaal. Omdat er maar

drie personen met de Koerdische cultuur als erfcultuur deelnemen aan het onderzoek werden

ze uit de analyse weerhouden. De proportie verklaarde variantie in de data is 35%. We

observeren een hoofdeffect van de variabele student (F (1,152) = 38,4; p < .001). Studenten

scoren significant hoger op de adaptatieschaal in vergelijking met niet-studenten. Er is geen

effect van de erfcultuur waartoe een persoon behoort (F (2,152) = 1,6; p = .2). We observeren

een interactie-effect tussen de factoren student en erfcultuur (F (2,152) = 4,4; p < .05). Het

verschil tussen de score op de behoudschaal voor studenten en niet-studenten is groter

wanneer deze personen de Turkse cultuur als erfcultuur hebben. Dit wordt grafisch

voorgesteld in figuur 6.

Page 45: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 45

Figuur 6. Interactie tussen de variabele student en erfcultuur in de scores voor cultureel

behoud bij een leeftijd van 24 jaar. In het blauw de gemiddelde scores voor participanten met

een Turkse erfcultuur, het geel deze met een Arabische en groen deze met een Berberse.

Om na te gaan of de score op de adaptatieschaal kan worden verklaard door

verschillen tussen de participanten voeren we een 2(student) x 2 (erfcultuur) univariate tussen

subjecten covariantie-analyse uit gecontroleerd voor leeftijd met als afhankelijke variabele de

score op de adaptatieschaal. Weer werden personen met de Koerdische cultuur als erfcultuur

uit de analyse weerhouden. De proportie verklaarde variantie in de data is 12%. We

observeren een hoofdeffect van de variabele student (F (1,152) = 5,9; p < .05). Studenten

scoren significant lager op de behoudschaal in vergelijking met niet-studenten. Er is geen

effect van de erfcultuur waartoe een persoon behoort (F (2,152) = 0,5; p = .6). We observeren

een interactie-effect tussen de factoren student en erfcultuur (F (2,152) = 7,3; p < .05). Het

verschil tussen de score op de adaptatieschaal voor studenten en niet-studenten is groter

Page 46: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 46

wanneer deze personen de Turkse cultuur als erfcultuur hebben. Dit wordt grafisch

voorgesteld in figuur 7.

Figuur 7. Interactie tussen de variabelen student en erfcultuur bij een leeftijd van 24 jaar in de

scores voor culturele adaptatie. In het blauw de gemiddelde scores voor participanten met een

Turkse erfcultuur, het geel deze met een Arabische en groen deze met een Berberse.

Herhaalde metingen covariantie-analyse. Omdat we op basis van onze afbakening

van acculturatie verwachten dat de verschillende facetelementen van elkaar te onderscheiden

zijn, bekijken we of de scores voor het behouden van de erfcultuur en het overnemen van de

gastcultuur verschillen afhankelijk van het element dat wordt bevraagd per facet. Om de

resultaten interpreteerbaar te houden, hebben we dit voor alle facetten afzonderlijk gedaan.

Enkel relevante resultaten worden verwoord. Voor elk element uit de facetten psychologie,

domein en context hebben we de gemiddelde adaptatie- en behoudscore berekend. De

gemiddelden en hun standaardafwijkingen kunnen teruggevonden worden in tabel 6.

Page 47: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 47

We hebben een een 2 (cultuur) x 2 (psychologie) x 2 (student) gemixte herhaalde

metingen variantie-analyse uitgevoerd, gecontroleerd voor leeftijd. Er werd een hoofdeffect

gevonden voor cultuur (F (1,159) = 16,9; p < .001). De participanten scoren hoger op

adaptatie dan op de behoudschaal. We observeren een interactie tussen cultuur en student (F

(1,159) = 16,9; p < .001). Studenten scoren hoog op de adaptatieschaal en laag op de

behoudschaal. Niet-studenten scoren lager op de adaptatieschaal en hoger op de

behoudschaal. Er is geen interactie tussen cultuur en psychologie (F (1,159) = 1,98; p = .16).

We hebben een een 2 (cultuur) x 3 (domein) x 2 (student) gemixte herhaalde metingen

variantie-analyse uitgevoerd, gecontroleerd voor leeftijd. Er werd weer een hoofdeffect

gevonden voor cultuur (F (1,159) = 19,9; p < .001). De participanten scoren hoger op

adaptatie dan op de behoudschaal. We observeren weer een interactie tussen cultuur en

student (F (1,159) = 26,0; p < .001). Studenten scoren hoog op de adaptatieschaal en laag op

de behoudschaal. Niet-studenten scoren lager op de adaptatieschaal en hoger op de

behoudschaal. Er is een interactie tussen cultuur en domein (F (1,159) = 7,49; p < .05). Uit de

grafiek in figuur 8 zien we dat de adaptatiescore voor het domein taal veel hoger is dan de

andere scores.

Page 48: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 48

Figuur 8. Het interactie-effect tussen domein en cultuur. Met taal als domein 1, sociale

relaties als domein 2 en culturele identiteit als domein 3. De blauwe lijn is de gemiddelde

adaptatiescore en de groene de gemiddelde behoudschore.

We hebben een een 2 (cultuur) x 4 (context) x 2 (student) gemixte herhaalde metingen

variantie-analyse uitgevoerd, gecontroleerd voor leeftijd. Er werd weer een hoofdeffect

gevonden voor cultuur (F (1,159) = 5,3; p < .05). De participanten scoren hoger op adaptatie

dan op de behoudschaal. We observeren weer een interactie tussen cultuur en student (F

(1,159) = 11,5; p < .05). Studenten scoren hoog op de adaptatieschaal en laag op de

behoudschaal. Niet-studenten scoren lager op de adaptatieschaal en hoger op de

behoudschaal. Er is een interactie tussen cultuur en context (F (1,159) = 237,2; p < .001). Uit

de grafiek in figuur 9 leiden we af dat personen hoog scoren op behoud en laag scoren op

adaptatie wanneer ze bij hun familie zijn. Ze scoren hoog op adaptatie en laag op behoud

wanneer ze op hun werk of school zijn.

We hebben de correlatie tussen de algemene contextscore en het gemiddelde over de

andere contexten berekend per item. Het resultaat per item kan worden gevonden in Bijlage

Page 49: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 49

10. Deze correlaties zijn allemaal zeer hoog (min r = .67; p < .01). We leiden hieruit af dat een

persoon in het antwoord op de algemene score zijn gedragspatroon over alle contexten heen in

acht neemt.

Figuur 9. Het interactie-effect tussen context en cultuur. Met de algemene context als 1, de

familiecontext als 2, de vrije tijdscontext als 3 en de werk/schoolcontext als 4. De blauwe lijn

is de gemiddelde adaptatiescore en de groene de gemiddelde behoudscore.

Betrouwbaarheid. We hebben de items ontwikkeld op basis van de verschillende

elementencombinaties. Voor elke elementencombinatie zijn we de interne consistentie

nagegaan. De resultaten per elementencombinatie kunnen worden gevonden in bijlage 8. Voor

itemgroepen waarbij de betrouwbaarheid zeer laag is (a < .7) wordt een omschrijving van de

elementencombinatie gegeven. Vier itemgroepen van de achtenveertig hebben een lage

interne consistentie. Het item met de meest lage item-test correlatie uit de itemgroep wordt

gegeven. De item-test correlatie van het item wordt vermeld.

Page 50: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 50

Items die nagaan of personen de taal van de erfcultuur spreken, lezen en begrijpen

worden gevat in deze itemgroepen. Voor de twee itemgroepen die taal bevragen is deze lage

betrouwbaarheid mogelijk veroorzaakt doordat de vragen ook beantwoord zijn door personen

met een Berberse erfcultuur. We hebben daarom opnieuw de betrouwbaarheid van deze

itemgroep gemeten zonder de scores van personen met een Berberse afkomst er in op te

nemen. In bijlage 8 worden de resultaten van deze analyse gegeven. We kunnen concluderen

dat de betrouwbaarheid van de itemgroepen zonder de personen van Berberse afkomst hoog

genoeg is (a >.83).

We hebben alle analyses opnieuw uitgevoerd zonder deze vier items op te nemen in

onze analyse. We bekwamen in deze analyses echter dezelfde resultaten.

Bespreking en Conclusies

In deze studie hebben we geprobeerd om de acculturatieschaal die werd ontwikkeld in

de eerste studie te valideren. De schaal is gebaseerd op onze afbakening van het

acculturatieconcept. We zijn nagegaan of de voorgestelde onderdelen van het concept

werkelijk te observeren zijn. Dit hebben we gedaan door te bekijken of deze onderdelen van

acculturatie naar voren komen in de data die verkregen werden door het afnemen van de

acculturatieschaal.

Naar aanleiding van de facet theorie van Guttman (1954) hebben we ervoor gekozen

om een multidimensionale schalinganalyse uit te voeren. We kunnen besluiten dat de

voorgestelde onderdelen van acculturatie maar gedeeltelijk in de data te observeren zijn.

Enkel de elementen van het cultuurfacet komen duidelijk naar voren in de structuur van de

data. De andere facetten en hun elementen zijn moeilijker terug te vinden.

In de ruimte waarin de datapunten worden voorgesteld door de multidimensionale

schalinganalyse kunnen we een eerste cluster onderscheiden die enkel items bevat die het

overnemen van de gastcultuur meten. In deze cluster kunnen we redelijk goed regio's

onderscheiden die overeenkomen met de domeinenelementen. We kunnen er ook regio's in

onderscheiden die vooral items bevatten die de werk/school- of familiecontext bevragen. De

andere elementen zijn niet terug te vinden in specifieke regio's.

Een tweede cluster die we kunnen onderscheiden, bevat enkel items die het behoud

van de erfcultuur nagaan. In deze cluster is er enkel een regio te identificeren die vooral items

bevat die de werk/schoolcontext bevragen. Deze items liggen met enkele uitzonderingen allen

ver verwijderd van de items die het overnemen van de gastcultuur op het werk bevragen.

Page 51: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 51

Items die het overnemen van de gascultuur en behouden van de erfcultuur op het werk

bevragen, worden dus zeer verschillende beantwoord.

Op basis van de factoranalyse kunnen we ook concluderen dat de elementen van het

cultuurfacet het meest duidelijk naar voren komen in de structuur van de items. De factoren

met items die het behoud van de erfcultuur nagaan en het overnemen van de gastcultuur,

kunnen we duidelijk identificeren. Op basis van onze conceptafbakening is het moeilijk om te

beslissen wat gevat wordt in de derde factor. Brazil en Grofman (2002) wijzen er op dat een

factoranalyse meestal een meer complexe structuur voorstelt in vergelijking met een

multidimensionale schalinganalyse.

Voor de items die de mate van het behouden van de erfcultuur meten, hebben we een

behoudscore berekend. Voor items die het overnemen van de gastcultuur meten, hebben we

een adaptatiescore berekend. Beide schalen zijn betrouwbaar. Geen enkele deelnemer scoort

laag op de adaptatieschaal of hoog op de behoudschaal. Enkele persoom scoren hoog op de

adaptatieschaal in vergelijking met de andere participanten. Enkele personen scoren laag op

de adaptatieschaal in vergelijking met de rest van de deelnemers. Studenten scoorden lager op

de behoudschaal en hoger op de adaptatieschaal in vergelijking met niet-studenten. Dit

verschil tussen studenten en niet-studenten is het meest uitgesproken voor personen met de

Turkse cultuur als erfcultuur.

We merken op dat in onze covariantie-analyses niet veel variantie in de data wordt

verklaard. We hebben in onze afbakening van het acculturatieconcept verschillende soorten

items geïdentificeerd die acculturatie niet bevragen maar er mogelijk aan gerelateerd zijn.

Zoals eerder werd vermeld hebben verscheidene onderzoekers voor verschillende variabelen

aangetoond dat ze de mate van het behouden van de erfcultuur en het overnemen van de

gastcultuur verklaren. Een voorbeeld is de mate van acculturatieve stress voor een persoon die

al meermaals als een verklarende factor voor het behouden van de erfcultuur en overnemen

van de gastcultuur werd aangewezen (o.a. Cislo, Spence, & Gayman, 2010; Miranda &

Umhoefer, 1998). Om meer variantie in de data te kunnen verklaren, is het dus nodig om meer

variabelen te meten.

We hebben aangetoond dat de mate van adaptatie- en behoud variëren overheen de

verschillende contexten waarin een persoon terecht komt. Dit is reeds vaak aangetoond in

onderzoek naar acculturatie (o.a. Arends-Tóth & Van de Vijver, 2003; Phalet & Swyngedouw,

2003). Ook werd duidelijk dat de mate van adaptatie en behoud kunnen variëren overheem de

verschillende domeinen van acculturatie. Het werd duidelijk dat een adaptatiestrategie vooral

werd gevolg wat betreft het domein taal. We hebben eerder vermeld dat personen zichzelf

Page 52: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 52

kunnen aanpassen om goed te kunnen functioneren in een context. Het spreken van dezelfde

taal als de meeste personen in het land waar je woont, lijkt ons vrij essentieel.

We zijn nagegaan of de items die dezelfde elementencombinatie omvatten en dus

hetzelfde zouden moeten meten ook werkelijk hetzelfde meten. We zijn daarom de interne

consistentie nagegaan voor alle groepen items die ontwikkeld zijn op basis van verschillende

elementencombinatie. Vier elementencombinaties hadden een lage interne consistentie. Items

met de meest lage item-test correlatie uit twee van deze groepen kunnen we als afwijkende

vragen in de itemgroepen beschouwen. Een eerste vraag is degene die nagaat of een persoon

thuis Nederlands spreekt. De vraag hoort tot dezelfde groep als items die nagaan of een

persoon thuis Nederlands leest of begrijpt. Of een persoon Nederlands spreekt is een

afwijkende vraag in de groep omdat deze de enige is waarbij ook de andere personen die thuis

aanwezig zijn een invloed hebben op het antwoord dat een persoon zal geven op de vraag.

Een tweede item met een lage item-rest correlatie die we als een afwijkende vraag

kunnen beschouwen, gaat na of de taal van de erfcultuur wordt begrepen op het werk of

school. Ze behoort tot een groep waarin items voorkomen die nagaan of de taal van de

erfcultuur wordt gelezen of gesproken op het werk of school. De vraag is volgens ons ook

afwijkend omdat andere personen, deze keer personen van de school of het werk, bepalen of

de taal kan worden gebruikt.

Voor de twee itemgroepen die taal bevragen en een lage betrouwbaarheid hebben,

hebben we de analyse opnieuw uitgevoerd zonder personen met de Berberse cultuur als

erfcultuur er in op te nemen. De interne consistentie bleek in deze nieuwe analyse zeer goed te

zijn. Items in deze itemgroepen gaan na of personen de taal van de erfcultuur spreken, lezen

en begrijpen. Door het onderzoek van Goddens (2002) kregen we het idee dat de lage interne

consistentie veroorzaakt werd doordat personen die vragen beantwoord ook personen zijn met

een Berberse erfcultuur. Goddens stelt dat het Berberse schrift niet goed gekend is door

personen uit de Berberse cultuur doordat het vroeger voor de Berberbevolking in de

bergdorpen verboden was om Berberse geschriften te bezitten. De personen kunnen over het

algemeen de Berberse taal nog goed spreken en begrijpen maar niet meer lezen. Voor de

personen met een Berberse cultuur als de erfcultuur is de vraag die het lezen van de taal

nagaat dus een afwijkende vraag. Hierdoor werd de interne consistentie laag voor de

itemgroep over alle proefpersonen heen.

Een pluspunt van een algemeen toepasbare acculturatieschaal is dat we niet voor elke

cultuur afzonderlijk moeten nagaan wat specifiek en belangrijk aan de cultuur is alvorens een

schaal kan worden ontwikkeld (Mariño et al., 2001). Het probleem in de data omtrent

Page 53: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 53

personen met de Berberse erfcultuur illustreert echter het nadeel van een algemeen toepasbare

acculturatieschaal. Een algemeen toepasbare schaal kan er voor zorgen dat specifieke

kenmerken van een cultuur niet in rekening worden gebracht met als resultaat afwijkende data

(Mariño et al., 2001). Schwartz et al. (2006) geeft als raad om de kenmerken van de doelgroep

goed te observeren alvorens hun mate van acculturatie te bepalen. Deze kenmerken kunnen

naar voren gebracht worden als verklarende factoren voor de schaalscores en verklaren

waarom de interne consistentie van een schaal laag kan zijn.

We concluderen dat de items die ontwikkeld zijn op basis van dezelfde itemcombinatie

bijna allemaal hetzelfde meten. Bij alle groepen items waarvoor we een lage interne

consistentie zijn bekomen, kunnen we een oorzaak voor de lage interne consistentie

aanduiden. De items die voor een lage interne consistentie zorgden in onze studie hadden

geen effect op de algemene analyses.

We denken dat het voor elk onderzoek mogelijk is om op basis van de voorgestelde

karteringszin geschikte items te ontwikkelen. Uit onze betrouwbaarheidsanalyses blijkt dat

items die dezelfde elementencombinaties omvatten ongeveer hetzelfde bevragen. Het is

mogelijk om uit de items die we hebben ontwikkeld een selectie te kiezen die geschikt is voor

een specifieke doelgroep. We illustreren dit door als voorbeeld personen met de Berberse

cultuur als de erfcultuur te nemen. We raden aan om geen items te kiezen die het lezen van de

erfcultuur nagaan wanneer we de mate van acculturatie voor personen uit deze groep willen

meten. We merken op dat men bij het selecteren van items best uit alle groepen items een item

kiest zodat alle elementencombinaties van de facetten aan bod komen. Volgens ons wordt

acculturatie namelijk het best gemeten wanneer alle elementencombinaties worden gevat in de

schaal.

We concluderen dat we de voorgestelde itemstructuur maar gedeeltelijk kunnen

terugvinden in de data. De elementen van het facet erfcultuur kwamen zeer duidelijk naar

voren. Voor elk element hebben we een schaalscore berekend en de variatie in deze score

proberen te verklaren op basis van participantkenmerken en de andere facetelementen. De

scores varieerden over de verschillende elementen van het facet domein en het facet context.

Ze varieerden echter niet overheen de elementen van het facet psychologie hoewel we dit wel

verwachtten.

We merken op dat de conclusies in het huidige onderzoek niet kunnen veralgemeend

worden naar personen met een ander profiel. De meeste participanten waren studenten. Dit is

waarschijnlijk veroorzaakt door de methode waarop participanten werden gezocht. Door een

vragenlijst online af te nemen, wordt het voor veel personen en zeker voor degene die behoren

Page 54: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 54

tot een minderheidsgroep minder waarschijnlijk dat ze kunnen deelnemen aan een studie (Van

Ingen, de Haan, & Duimel, 2007). Uit praktische overwegingen hebben we er echter voor

gekozen om de vragenlijst online te laten invullen. Het kan dat een andere structuur in de data

naar voren komt wanneer personen met een ander profiel worden bevraagd.

Algemene bespreking en conclusie

We maakten duidelijk dat er in onderzoek naar acculturatie nood is aan een goede

conceptualisatie en een hierbij aansluitende meetmethode. In het huidige onderzoek hebben

we geprobeerd om dit te bereiken. Op aanraden van Rudmin (2010) hebben we acculturatie

benaderd door eerst te bekijken hoe cultuur zich manifesteert op het individuele niveau. We

nemen het idee van Hofstede (2001) over die stelt dat cultuur zich manifesteert op dit niveau

in de uitingen van waarden en culturele gebruiken. De uitingen van waarden en culturele

gebruiken zijn dus waarop we hebben gefocust in onze afbakening van het

acculturatieconcept.

We menen dat de voorgestelde facetten van acculturatie en hun elementen die we

hebben verwoord in een karteringszin alle onderdelen van het acculturatieconcept bevatten.

Deze overtuiging hebben we gekregen doordat we er alle items uit bestaande

acculturatieschalen in konden categoriseren. We beschouwen onze karteringszin als

theoretisch kader dat als basis kan dienen voor verdere studies.

Doordat we de verwoorde karteringszin als basis voor onze acculturatieschaal hebben

gebruikt denken we het concept volledig te vatten in onze schaal. De verschillende facetten

zijn echter niet allen naar voren gekomen in de structurele analyses. Het is mogelijk dat de

structuur wel zichtbaar wordt wanneer we de vragenlijst afnemen bij personen met een ander

profiel. We hebben de facetten in kaart gebracht op basis van literatuur omtrent acculturatie

die uiteenlopende groepen onderzoekt. Deze groepen komen vaak niet overeen met de

doelgroep in de huidige studie. Voor elke groep kunnen we testen welke acculturatiestructuur

het beste hun mate van acculturatie vat.

We hebben zelf items voorgesteld en menen dat het mogelijk is om hieruit items te

kiezen die geschikt zijn voor een bepaalde studie. Het mogelijk is volgens ons ook mogelijk

om de karteringszin als basis te gebruiken voor het ontwikkelen van andere stimuli.

In het acculturatieonderzoek is het volgens ons nodig om de mate van acculturatie te

onderscheiden van het volledige acculturatieproces. Door te focussen op de huidige mate van

acculturatie hopen we andere onderzoekers aan te moedigen om de mate van acculturatie

overheen de tijd te bestuderen. Chirkov (2009) deed eerder al een oproep om meer

Page 55: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 55

longitudinale studies uit te voeren in het acculturatieonderzoek. Het wordt dan mogelijk om

de evolutie in de mate van acculturatie overheen de tijd in kaart te brengen (Rudmin, 2010).

Wanneer we de oorzaken en gevolgen van acculturatie kennen, kunnen we ingrijpen wanneer

een persoon ongemakken ervaart die verband houden met acculturatie (Benson, 2001).

Page 56: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 56

Referenties

Arends-Tóth, J., & van de Vijver, F. J. R. (2003). Multiculturalism and acculturation: Views of

Dutch and Turkish-Dutch, European Journal of Social Psychology, 33, 249-266.

Arends-Tóth, J., & van de Vijver, F. J. R. (2007). Acculturation attitudes: A comparison of

measurement methods. Journal of Applied Social Psychology, 37(7), 1462-1488.

Arends-Tóth, J., van de Vijver, F. J. R., & Poortinga, Y. H. (2006). The influence of method

factors on the relation between behaviors in the assessment of acculturation. European

Journal of Psychological Assessment, 22, 4-12.

Arnett, J. J. (2002). The psychology of globalization. American Psychologist, 57, 774 –783.

Barona, A., & Miller, J. A. (1994). Short acculturation scale for Hispanic youth (SASH-Y):

A preliminary report. Hispanic Journal of Behavioral Sciences, 16, 155-162.

Barrett, A. N. (2010). Acculturative stress and gang involvement among Latinos: U.S.-born

versus immigrant youth (Unpublished master's thesis) Georgia State University, United

states.

Benet-Martinez. (2006). Benet-Martinez Acculturation Scale, http://www.ocf.berkeley.edu/~

psych/bmas.html

Benson, C. (2001). Cultural psychology of the self: Place, morality and art in human worlds.

London: Routledge.

Berry, J. W. (1974). Psychological aspects of acculturation pluralism. Topics in Culture

Learning, 2, 17-22.

Berry, J. W. (1980). Acculturation as varieties of adaptation. In A. Padilla (Eds.),

Acculturation: Theory, models and some new findings (pp. 9-25). Boulder, CO:

Westview.

Berry, J. W. (1997). Immigration, acculturation and adaptation. Applied Psychology: An

international review, 46, I5-68.

Berry, J. W. (2003). Conceptual Approaches to acculturation. In K. Chun, P. Balls Organista

& G. Marín (Eds.), Acculturation: advances in theory, measurement and applied

research (pp. 17-37). Washingtn DC: APA Press.

Berry, J. W. (2006). Stress perspectives on acculturation. In D.L. Sam en J.W. Berry (Eds.),

The Cambridge handbook of acculturation psychology, (pp.43-47). Cambridge:

Cambridge University Press .

Berry, J. W., Kim, U., Power, S., Young, M. & Bujaki, M. (1989). Acculturation attitudes in

plural societies. Applied psychology: An International Review, 38, 2185-206.

Page 57: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 57

Berry, J. W., Poortinga,Y. H., Breugelmans, S.M., Chasiotis, A. & Sam, D.L. (2011).

Acculturation. Cross-Cultural Psychology: Research and Application (3th ed).

(pp.307-335) New York: Cambridge University press.

Berry, J. W. & Sam, D. L. (1997). Acculturation and adaptation. In J.W. Berry, M.H. Segall,

& C. Kagitcibasi (Eds.). Handbook of cross-cultural psychology, Vol.3, (pp. 291

-326). Boston: Allyn & Bacon.

Betancourt, H., & Lopez, S. R. (1993). The study of culture, race and ethnicity in American

psychology. American Psychologist, 48, 629–637.

Borg, I., & Groenen, P.J.F. (2005). Modern Multidimensional Scaling (2nd ed.). New York:

Springer.

Brazil, T. J., & Grofman, B. (2002). Factor analysis and multi-dimensional scaling: binary

choice roll-call voting and the US supreme court. Social Networks, 24, 201-229.

Brown, J., & Barnett, J. (1982). Facet theory: an approach to research. In G. M. Breakwell, S.

Hammond & C. Five-Shaw (2nd ed.), Research methods in psychology (pp. 105-118).

London: Sage Publications.

Canter, D.H. (1985). Editor's introduction: The road to Jerusalem. In D. Canter (Ed.), Facet

Theory: Approaches to social research (pp. 1-13). New York: Springer-Verlag.

Casasanto, D. (2008). Who's afraid of the big bad Whorf? Crosslinguistic differences in

temporal language and thought. Language Learning, 58, 63-79.

Celano, M., & Tyler, F. (1990). Behavioral acculturation among Vietnamese refugees in the

United states. Journal of social psychology, 131, 373-385.

Cheung, P. (1995). Acculturation and psychiatric morbidity among Cambodian refugees in

New Zealand. International Journal of Social Psychiatry, 41, 108-119.

Chirkov, V. (2009). Critical psychology of acculturation: What do we study and how do we

study it, when we investigate acculturation? International Journal of Intercultural

Relations, 33, 94-105.

Chung, G. R.H., Kim, B.S.K., & Abreu, J.M. (2004). Asian American Multidimensional

Acculturation Scale: Development, Factor Analysis, Reliability, and Validity.

Cultural Diversity and Ethnic Minority Psychology,10, 66-80.

Cislo, A. M., Spence, M. J., & Gayman, M. D. (2010). The mental health and psychological

adjustment of Cuban immigrants in south Florida. Social Science & Medicine, 71,

1173-1181.

Page 58: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 58

Cortés, D.E, Deren, S., Andia, J. Colon, H., Robles, R. & Kang, S.Y. (2003). The use of the

Puerto Rican bicultural schale with Puerto Rican drug users in New York and Puerto

Rico. Journal of Psychoactive Drugs, 35, 197-207.

Cortés, D. E., Rogler, L. H., & Malgady, R. G. (1994). Biculturality among Puerto Rican

adults in the United States. American Journal of Community Psychology, 22, 707-721.

Costignan, C., Su, T. F., & Hua, J. M. (2009). Ethnic identity among Chinese Canadian youth:

A review of the Canadian literature. Canadian Psychology, 50, 261-272.

Duan, C., & Vu, P. (2000). Acculturation of Vietnamese students living in or way form

Vietnamese communities. Journal of Multicultural Counseling and Development, 28,

225-243.

Escobar, J. I., & Vega, W. A. (2000). Mental health and immigration's AAAs: Where are we

and where do we go from here? The Journal of Nervous and Mental Disease, 188,

736-740.

Fiske, A. P. (1993). Social errors in four cultures: Evidence about universal forms of social

relations. Journal of Cross-Cultural Psychology, 24, 463–494.

Eshel, Y., & Rosenthal-Sokolov, M. (2000). Acculturation attitudes and sociocultural

adjustment of Sojourner youth in Israel. Journal of Social Psychology, 140, 677-691.

Franco, J. N. (1983). An acculturation scale for Mexican-American children. The journal of

general psychology, 108, 175-181.

Gans, H. (1979). Symbolic ethnicity: The future of ethnic groups and culture in America.

Ethnic and Racial Studies, 2, 1-20.

Garland, R (1991). The mid-point on a rating scale: Is it desirable? Marketing Bulleting, 2,

66-70.

Garrett, M. T., & Pichette, E. F. (2000). Red as an apple: Native American acculturation and

counseling with or without reservation. Journal of counseling & development, 78,

3-13.

Ghuman, P. A. S . (1997). Acculturation of South Asian adolescents in Australia. British

journal of Educational Psychology, 70, 305-316.

Godderis, M. (2006). Schouders om op te steunen: Een kwalitatief onderzoek naar de

belemmerende dan wel stimulerende factoren voor allochtone ouderparticipatie in het

Vlaamse onderwijs (Ongepubliceerde masterproef). Universiteit Antwerpen, België.

Gomez, J., Miranda, R., & Polanco, L. (2011). Acculturative stress, perceived discrimination,

and vulnerability to suicide attempts among emerging adults. Journal of Youth and

Adolescence, 40, 1465-1476.

Page 59: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 59

Gordon, M. M. (1964). Assimilation in American life. New York: Oxford University Press.

Graves, T. D. (1967). Psychological acculturation in a tri-ethic community. South-western

journal of Antropology, 23, 337-350.

Groenvynck, H., Beirens, K., Arends-Toth, J. R., & Fontaine, J. R. (2006). The factorial

validity of a behavioral acculturation questionnaire : evidence for the Bi-dimensional

model. Paper presented at the 18th biennial meeting of the international association

for cross-cultural psychology, Spetses, Greece.

Guo, X., Suarez-Morales, L., Schwartz, S. J., & Szapocznik, J. (2009). Some evidence for

multidimensional biculturalism: Confirmatory factor analysis and measurement

invariance analysis on the Bicultural Involvement Questionnaire-Short Version.

Psychological Assessment, 21, 22-31

Guttman, L. (1954). An outline of some new methodology for social research. Public Opinion

Quarterly, 18, 395-404.

Guttman, L., & Greenbaum, C. W. (1998). Facet theory: Its development and current status.

European Psychologist, 3, 13-36.

Haynes, S. N., Richard, D. C. S., & Kubany, E. S. (1995). Content validity in psychological

assessment: A functional approach to concepts and methods. Psychological

Assessment, 7, 238-247.

Hiller, H. H., & Chow, V. (2005). Ethnic identity and segmented assimilation among second

generation Chinese youth. Sociological Studies of Children and Youth, 10, 75-99.

Hofstede, G. (2001). Culture's consequences: comparing values, behaviors, institutions and

organizations across nations (2nd ed.). Thousand Oaks: Sage.

Hollis, M. (2002). The philosophy of social science: An introduction. Cambridge: Cambridge

University Press.

Ichheiser, G. (1949). Misunderstandings in human relations: A study in false social

perception. Chicago, IL: University of Chicago Press.

Jang, Y., Kim, G., Chiriboga, D., & King-Kallimanis, B. (2007). A bidimensional model

of acculturation for Korean American older adults. Journal of aging studies, 21, 267-

275.

Jasinskaja-Lahiti, I., Liebkind, K., Horenczyk, G., & Schmitz, P. (2003). The interactive

nature of acculturation: Perceived discrimination, acculturation attitudes and stress

among young ethnic repatriates in Finland, Israel and Germany. International Journal

of Intercultural Relations, 27 79-97.

Page 60: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 60

Jibeen, T., & Khalid, R. (2010). Development and preliminary validation of multidimensional

acculturative stress scale for Pakistani immigrants in Toronto, Canada. International

journal of intercultural relations, 34, 233-243.

Keefe, S., & Padilla, A. M. (1987). Chicano ethnicity. Albuquerque: University of

NewMexico Press.

Kim, B. S. K., & Abreu, J. M. (2001). Acculturation measurement: Theory, current

instruments, and future directions. In J. G. Ponterotto, J. M. Casas, L. A. Suzuki, & C.

M. Alexander (Eds.), Handbook of multicultural counseling (2nd ed.) (pp. 394–424).

Thousand Oaks, CA: Sage.

Kim, C., Laroche, M., & Tomiuk, M. A. (2001). A measure of acculturation for Italian

Canadians: Scale development and construct validation. International Journal of

Intercultural Relations, 25, 607–637.

Kluckhohn, C. (1951). The study of culture. In D. Lerner & H. D. Lasswell (Eds.), The policy

sciences. (pp. 86-101). Stanford, CA: Stanford University Press.

Kosic, A. (2002). Acculturation attitudes, need for cognitive closure, and adaptation of

immigrants. Journal of Social Psychology, 142, 179-201.

Kruskal, J. B., & Wish, M. (1978). Multidimensional scaling. Beverly Hills, CA: Sage.

Kulis, S., Marsiglia, F. F., & Nieri, T. (2009). Perceived ethnic discrimination versus

acculturation stress: Influences on substance use among Latino youth in the

Southwest. The Journal of Health and Social Behavior, 50, 443-459.

Lafromboise, T., Coleman, H. L. K., & Gerton, J. (1993). Psychological Impact of

Biculturalism: Evidence and Theory. Psychological Bulletin, 114, 395-412.

Leman, J. (2001). Samenvattende Ideeën over migratie (beleid) ter oriëntatie. Colloqium

internationale migraties, 23 maart 2001. Opgehaald 7 augustus, 2012 van

http://www.antiracisme.be

Makimoto, K. (1998). Drinking patterns and drinking problems among Asian-Americans and

Pacific Islanders. Alcohol, Health and Research World, 22, 270-275.

Mariño, R., Stuart, G. W., Klimidis, S., & Minas, H. (2001). Quantitative measures of

acculturation: A review. Http://www.dent.unimelb.edu.au/dsweb/about_school/staff_

profiles/marino_accpaper11_1_10.pdf

Mars, G. (2008). Corporate cultures and the use of space: an approach from Cultural Theory.

Innovation: The European Journal of Social Science Research, 21, 185-204.

Mascarenhas, S., Dias, J., Prada, R., & Paiva, A. (2010). A dimensional model for cultural

behavior in virtual agents. Applied Articifial Intelligence, 24, 552-574.

Page 61: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 61

Matsudaira, T. (2006). Measures of psychological acculturation: A review. Transcultural

Psychiatry,43, 462–487.

Mavreas, V., Bebbington, P., & Der, G. (1989). The structure and validity of acculturation:

Analysis of an acculturation scale. Social psychiatry and psychiatric epidemiology, 24,

233-240.

Meredith, L. S., Wenger, N., Liu, H., Harada, N., & Kahn, K. (2000). Development of a brief

scale to measure acculturation among Japanese Americans. Journal of community

Psychology, 28,103–113.

Miranda, A. O., & Umhoefer, D. L. (1998). Depression and social interest differences between

Latinos in dissimilar acculturation stages. Journal of Mental Health Counseling, 20,

159–171.

Mumford, D. B. (1998). The measurement of culture shock. Social psychiatry and

psychiatric epidemiology, 33, 149-154.

Nauck, B. (2008). Acculturation. In F. J. R. Van de Vijver, D. A. Van Hemert & Y. H.

Poortinga (Eds). Multilevel analysis of individuals and culture, (pp. 370-410).

Mahwah, N. J.: Erlbaum.

Navas, M., garcía, M. C., Sánchez, J., Rojas, A. J., Pumares, P., & Fernández, J. S. (2005).

Relative Acculturation Extended Model: New contributions with regard to the study of

acculturation. International Journal of Intercultural Relations, 29, 21-37.

Nguyen, H. M., Messé, L. A., & Stollak, G. E. (1999). Toward a more complex understanding

of acculturation and adjustment : Cultural involvements and psychosocial functioning

in Vietnamese Youth. Journal of Cross-Cultural Psychology, 30, 5-31.

Norris, A. E., Ford, K., & Bova, C. A. (1996). Psychometrics of a Brief Acculturation Scale

for Hispanics in a Probability Sample of Urban Hispanic Adolescents and Youth

Adults. Hispanic Journal of Behavioral Sciences, 18, 29-38.

Padilla, A. M., & Perez, W. (2003). Acculturation, social identity, and social cognition: A new

perspecitive. Hispanic Journal of Behavioral Sciences, 25, 35-55.

Phalet, K., & Swyngedouw, M. (2003). A cross-cultural analysis of immigrant and host values

and acculturation orientations. In H. Vinken, & P. Ester (Eds.), Comparing

cultures (pp. 185–212). Leiden: Brill.

Phalet, K., & Verkuyten, M. (2000). Acculturatiemetingen bij allochtonen. In N. Bleichrodt &

F. van de Vijver (Red.). Diagnostiek bij allochtonen. (pp. 177-198). Lisse: Swets &

Zeitlinger.

Page 62: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 62

Phinney, J. S. (1992). The multigroup ethnic identity measure: A new scale for use with

diverse groups. Journal of Adolescent Research, 7, 156-176.

Pinker, S. (1994). The language instinct: How the mind creates language. New York: Viking.

Ramírez, M. (1980). Recognizing and understanding diversity: multiculturalism and the

Chicano movement in psychology. In Martínez J. L. & Mendoza R. H. Chicano

psychology. (pp. 343-353). New York: Academic Press.

Ramírez, A. G., Cousins, J. H., Santos,Y., & Supik, J. D. (1986). A media-based acculturation

scale for Mexican-American: application to public health education programs. Family

& community health, 9, 63-71.

Redfield, R., Linton, R., & Herskovits, M. J. (1936). Memorandum on the study of

acculturation. American anthropologist, 38, 149-152.

Reis, R (2010). Uses of Mass Media for Adaptation Purpose: A quantitative study of Brazilian

immigrants in Los Angeles. Journal of Intercultural Communication, 24

Ridley, C. R., Li, L. C., & Hill, C. L. (1998). Multicultural assessment: reexamination,

reconceptualization, and practical application. Counseling Psychologist, 26, 827-911.

Rissel, C. (1997). The development and application of a scale of acculturation. Australian and

New Zealand journal of public health, 21, 606-613.

Rodriguez, N., Myers, H. F., Mira, C. B., Flores, T., & Garcia-Hernandez, L. (2002).

Development of the Multidimensional Acculturative Stress Inventory for adults of

Mexican origin. Psychological Assessment, 14, 451-461

Rockeach, M. (1972). Beliefs, attitudes and values: The theory of organization and change

(4th ed.). San Francisco, CA: Jossey-Bass, inc.

Rogler, L.H., Cortés, D. A., & Malgady, R. G. (1991). Acculturation and metal health status

among Hispanics: Convergence and new directions for research. American

Psychologist, 46, 585-597.

Roysircar, G., & Maestas, L. M. (2002). Assessing acculturation and cultural variables. In K.

S. Kurasaki, S. Okazaki & S. Sue (Eds.). Asian American mental health: Assessment

theories and methods, (pp. 77–94). Moscow: Kluwer Academic/Plenum.

Rudmin, F. W. (2006). Debate in science: The case of acculturation. http://anthroglobe.org/

docs/rudminf_acculturation_061204.pdf

Rudmin, F.W. (2009). Constructs, measurements and models of acculturation and

acculturative stress. International Journal of Intercultural Relations, 33, 106-123.

Page 63: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 63

Rudmin, F. W. (2010). Steps towards the Renovation of Acculturation Research Paradigms:

What scientists' personal experiences of migration might tell science. Culture &

Psychology, 16, 299-312.

Ryder, A. G., Alden, L. E., & Paulhus, D. L. (2000). Is Acculturation Unidimensional or

unidimensional? A Head-to-Head Comparison in the Prediction of Personality, Self

Identity, and Adjustment. Journal of Personality and Social Psychology, 79, 49-65.

Salgado de Snyder, V. N. (1987). Factors associated with acculturative stress and depressive

symptomatology among married Mexican immigrant women. Psychology of women

quarterly, 11, 475-488.

Satia-Abouta, J., Patterson, R. E., Neuhouser, M. L, & Elder, J. (2002). Dietary acculturation:

Implications to nutrition research and dietetics. Journal of the American dietetic

association, 102, 1105-1118.

Schaafsma, J., Nezlek, J. B., Krejtz, I., & Safron, M. (2010). Ethnocultural identification and

naturally occuring interethic-social interactions: Muslim minorities in Europe.

European Journal of Social Psychology, 40, 1010-1028.

Schouppe, H. (2006). Algemene psychologie: een inleiding in de functieleer. Assen: Van

Gorcum.

Schwartz, S. J. , Montgomery, M. J., & Briones, E. (2006). The role of identity in

acculturation among immigrant people: Theoretical Propositions, Empirical Questions,

and Applied Recommendations. Human Development, 49, 1-30.

Schwartz, S. J., Unger, J. B., Zamboanga, B. K., & Zsapocznik, J. (2010). Rethinking the

concept of acculturation: Implications for theory and research. American Psychologist,

65, 237-251.

Skinner, J.H. (2002). Acculturation: Measures of ethnic accommodation to the dominant

American culture. In J. H. Skinner, J. A. Teresi, H. Douglas, S. M. Stahl &

A.L.Stewart. (Eds.), Multicultural measurement in older populations (pp. 37-51). New

York: Springer.

Snauwaert, B., Soenens, B., Vanbeselaere, N., & Boen, F. (2003). When integration does not

necessarily imply integration: Different conceptualizations of acculturation

orientations lead to different classifications. Journal of Cross-Cultural Psychology, 34,

231-239.

Stephenson, M. (2000). Development and validation of the Stephenson Multigroup

Acculturation Scale (SMAS). Psychological Assessment, 12, 77-88.

Page 64: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 64

Suarez-Morales, L., Dillon, F.R., & Szapocznik, J. (2007). Validation of the acculturative

stress inventory for children, Cultural diversity and ethnic minority psychology, 13,

216-224.

Thompson, R. A. (1990). Emotion and self-regulation. In R. A. Thompson (Ed.),

Socioemotional development. Nebraska symposium on motivation. (Vol. 36, pp. 367-

467). Lincoln: University of Nebraska Press.

Tropp, L. R., Erkut, S., García Coll, S., Alarcón, O., & Vázquez García, H.A. (1999)

Psychological Acculturation: Development of A New Measure for Puerto Ricans on

the U.S. Mainland. Educational and Psychological Measurement, 59, 351-367.

Tsai, J. L., Ying, Y., & Lee, P. A. (2000). The meaning of ”being Chinese” an “being

American”: Variation among Chinese American young adults. Journal of cross

cultural psychology, 31, 302-332

Unger, J. B., Gallaher, P., Shakib, S., Ritt-Olson, A., Palmer, P. H. & Johnson, A. (2002). The

AHIMSA Acculturation scale: A new measure of acculturation for adolescents in a

multicultural society. The journal of early adolescentce, 22, 225-251.

Van Ingen, E, de Haan, J., & Duimel, M. (2007). Achterstand en afstand. Digitale

vaardigheden van opgeleiden, ouderen, allochtonen en inactieven. Den Haag: Sociaal

en cultureel planbureau.

Veenman, J. (1998), Minderheden in het arbeidsbestel. In R. Penninx, H. Münstermann & H.

Entzinger (Red.), Etnische minderheden en de multiculturele samenleving, (pp. 261-

296). Groningen: Wolters-Noordhoff.

Vega, W. A., Zimmerman, R. S., Khoury, E. L., Gil, A. G., & Warheit, G. J. (1995). Cultural-

conflicts and problem behaviors of Latino adolescents in home and school

environments Journal of Community Psychology, 23, 167-179.

Vinokurov, A., Trickett, E. J. & Birman, D. (2002). Acculturative hassles and immigrant

adolescents: A life-domain assessment for Soviet jewish refugees. The journal of

social psychology, 142, 425-445.

Wallen, G. R., Feldman, R. H., & Anliker, J. (2002). Measuring acculturation among Central

American women with the use of a brief language scale. Journal of Immigrant Health,

4,95-102.

Ward, C., Bochner, S., & Furnham, A. (2001) The psychology of culture shock. Hove:

Routledge.

Wilson, J., & Ward, C. (2010). Revision and Expansion of the Sociocultural Adaptation

Scale. Unpublished manuscript.

Page 65: Facetten van Acculturatie - Universiteit Gent · 2012. 12. 5. · Academiejaar 2011-2012 Tweede Examenperiode Facetten van Acculturatie Masterproef neergelegd tot het behalen van

Facetten van Acculturatie 65

Zagefka, H. (2008). The concept of ethnicity in social psychological research: Definitional

issues. International Journal of Intercultural Relations, 33, 228–241.

Zak, I. (1973). Dimensions of Jewish-American identity. Psychological Reports, 33, 891-900.

Zane, N., & Mak, W. (2003). Major approaches to the measurement of acculturation among

ethnic minority populations: A content analysis and an alternative empirical strategy.

In K. M. Chun, P. B. Organista, & G. Marín (Eds.). Acculturation: Advances in theory,

measurement, and applied research, (pp. 39–60). Washington, DC: American

Psychological Association.

Zea, M. C., Asner-Self, K. K., Birman, D., & Buki, L. P. (2003). The Abbreviated

Multidimensional Acculturation Scale: Empirical validation with two Latino/Latina

samples. Cultural Diversity and Ethnic Minority Psychology, 9, 107–126.