-
RECHTSPRAAK
26 NR. 314 | 14 JANUARI 2015
rechte houdt Foximo voor dat het haar onmogelijk was om
publiciteit te voeren, zonder de voormelde gegevens daarin op te
nemen. Vanzelfsprekend dient in de publiciteit concrete (en
wervende) informatie te worden opgenomen over het onroerend goed,
doch de discrete behandeling houdt in dat deze gegevens op zich
niet toelaten het goed te identi-ficeren zonder bijkomende
informatie in te winnen bij Foximo, die deze infor-matie dan kon
meedelen aan personen, waarvan zij vaststelde dat de interesse
voldoende ernstig en concreet was.
4. Gelet op hetgeen voorafgaat, kan Foximo zich niet beroepen op
de be-paling van de overeenkomst, waarin bedongen is dat een
vergoeding, gelijk aan 50% van het ereloon, verschuldigd is wanneer
de opdrachtgever de over-eenkomst verbreekt, zonder daar enige
reden voor te moeten opgeven. In het voorliggende geval hebben M.
en V.P. geen gebruik gemaakt van hun recht om de overeenkomst te
annuleren mits betaling van de voormelde vergoeding. Zij hebben
integendeel de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden verklaard
ten nadele van Foximo, die een onher-roepelijke ernstige
tekortkoming had begaan.Aangezien hen geen fout kan verweten
worden, kunnen M. en V.P. geen scha-devergoeding verschuldigd zijn
aan Foximo. Zij toont overigens ook niet aan schade te hebben
geleden door de vroegtijdige beindiging van de over-eenkomst. Uit
de evaluatieformulieren met de contacten die zij had en die zij op
30 juli 2009, 2september 2009, 1okto-ber 2009, 1december 2009 en
4februari 2010 richtte aan M. blijkt dat zij, tot na het einde van
de oorspronkelijk voorzie-ne duur van de bemiddelingsopdracht,
verder gepoogd heeft het onroerend goed te verkopen. Deze pogingen
ken-den blijkbaar geen succes.Uit de voorafgaande overwegingen
dient besloten te worden tot de ongegrondheid van de vordering van
Foximo.
5. M. en V.P. verklaren schadevergoe-ding te vorderen en
begroten ze, voor het eerst in hoger beroep, op 4.174,50 te
vermeerderen met de kosten, interesten en schade vergoeding voor
Emotionele leed.Zij verduidelijken de rechtsgrond voor hun
schadevergoeding, waarvan het be-drag gelijk is aan hetgeen door
Foximo wordt gevorderd, niet en bewijzen geen schade die in
oorzakelijk verband staat met de door Foximo begane fout. Deze
tegeneis dient ook in beroep ongegrond verklaard te worden.
[]
OP DEZE GRONDEN,HET HOF,
[]
Verklaart het hoger beroep van nv Foxi-mo en het incidenteel
beroep van W.M. en A.V.P. ontvankelijk, doch wijst beide af als
ongegrond;Bevestigt het bestreden vonnis in zijn beschikkingen;
[]
STILLE VERKOOP ONROE-REND GOEDDit arrest is vooral interessant
waar het de vermelding in een bemid-delingsovereenkomst tot verkoop
van een onroerend goed discreet behandelen: adres niet publiceren
interpreteert. Het hof is van oordeel dat het beding in deze zaak
in die zin moet worden genterpreteerd dat de discrete behandeling
onder meer, maar niet uitsluitend inhoudt dat het adres niet wordt
gepubli-ceerd (het feit dat de opdrachtgever een discrete
behandeling wenste, kon overigens ook blijken uit het feit dat er
geen publiciteitspaneel aan het onroerend goed geplaatst mocht
worden). Door een adver-tentie te publiceren waarin naast de foto
van het onroerend goed wordt vermeld dat het goed centraal en
rustig gelegen is te Gistel, in de na-bijheid van winkels en het
markt-plein, wordt de gemiddelde lezer de mogelijkheid geboden om
het
goed eenvoudig te identificeren. Dit houdt een miskenning van de
door de vastgoedmakelaar opgenomen verbintenis om het onroerend
goed discreet te koop aan te bieden en rechtvaardigt de
buitengerechtelij-ke ontbinding van de overeenkomst wegens een
onherroepelijke ernsti-ge tekortkoming. De vastgoedma-kelaar kan
dan ook geen aanspraak maken op een opzegvergoeding, die slechts
verschuldigd is wanneer de opdrachtgever de overeenkomst opzegt
zonder dat er sprake is van een wanprestatie die de ontbinding van
de overeenkomst kan recht-vaardigen.
Reinhard Steennot
HOF VAN BEROEP TE LUIK
25SEPTEMBER 2014
Voorzitter: Evelyne DehantRaadsheren: Martine Burton en
Brigitte WauthyOM: Frdric Henrion
Elektronisch archief recht op verge-telheid anonimisering
Het hof van beroep te Luik oordeelt dat de arts O.G. het recht
heeft de anonimisering te verkrijgen van een artikel uit het online
archief van Le Soir in verband met een dodelijk verkeersongeval dat
hij twintig jaar geleden in dronken toestand veroorzaakte. Het hof
be-vestigt hiermee een uitspraak van de burgerlijke rechtbank te
Neuf-chteau van 25januari 2013.
Luik 25september 2014, NjW 2015, 26.
Vu la requte du 08.03.2013 par laquelle P.H. interjette appel du
jugement pro-nonc par le tribunal de premire ins-tance de
Neufchteau le 25.01.2013 et intime O.G., lequel forme appel
incident par voie de conclusions.
-
RECHTSPRAAK
27NR. 314 | 14 JANUARI 2015
[]
I. RAPPEL DES FAITS, ANTECE-DENTS DE LA PROCEDURE ET OBJET DES
APPELS.
[]
Il suffit de rappeler que le 06.11.1994, al-ors quil se trouvait
en tat divresse au volant de son vhicule, lintim, mde-cin de
profession, a provoqu un grave accident de la route, causant la
mort de deux personnes et en blessant dautres.Cet accident tragique
a t, linstar dautres accidents stant produits dans la mme rgion,
relat dans ldition du 10.11.1994 du quotidien Le Soir sous lintitul
Srie noire dans le Tournai-sis: cinq morts en quatre jours. Le nom
de lintim y tait expressment menti-onn.Lintim a t condamn pour ces
faits par jugement du tribunal de police de Tournai, confirm en
appel par juge-ment du tribunal de premire instance de Tournai
prononc le 11.02.2000 (pi-ces 2 et 3 du dossier de lintim).En date
du 23.11.2006, lintim a fait lobjet dune dcision de rhabilitation
(pice 4 du dossier de lintim).En juin 2008, Le Soir a mis en place,
via son site internet, un accs gratuit lensemble de ses articles
publis depuis 1989 (pice 5 du dossier de lintim).Sestimant prjudici
par cette mise en ligne darchives sur internet, laquelle permet par
le biais dune requte lan-ce partir de ses nom et prnom, non
seulement via le moteur de recherche des archives du Soir mais
galement via dautres moteurs de recherche tels que Google, une
prise de connaissance de larticle de presse le concernant paru le
10.11.1994, lintim a sollicit la sup-pression de larticle litigieux
(voir cour-rier adress par le conseil de lintim le 15.06.2010 au
directeur juridique du Soir pice 8 du dossier de lintim) ou tout le
moins son anonymisation (courriel adress le 07.07.2010 au
direc-teur gnral du Soir pice 10 du dossier de lintim).Aucune suite
favorable nayant t don-ne ses requtes, lintim a adress le
30.03.2012 une plainte au conseil de dontologie journalistique
au terme de laquelle il sollicitait lanonymisation de son nom dans
la version en ligne de larticle litigieux, plainte qui sera d-clare
irrecevable (pices 14 et 17 du dos-sier de lintim).Lintim a alors
introduit la prsente ac-tion, laquelle est fonde sur larticle1382
du Code civil.En instance, lintim a sollicit ti-tre principal la
condamnation de P.H., en sa qualit dditeur responsable du journal
Le Soir, anonymiser larticle Srie noire dans le Tournaisis paru le
10.11.1994 figurant sur le site www.lesoir.be et toute autre banque
de don-nes place sous sa responsabilit et lui payer la somme de
1euro titre de dommages et intrts outre les dpens de linstance.
Lintim a par ailleurs sol-licit que le jugement intervenir soit
dclar excutoire par provision et que ne soit communique aux
parties, et le cas chant tout tiers, quune copie anonymise du
jugement.Par jugement du 25.01.2013, le tribunal de premire
instance de Neufchteau a fait droit, pour lessentiel, aux deman-des
de lintim en condamnant le d-fendeur remplacer, dans la version de
larticle Srie noire dans le Tournaisis paru le 10.11.1994 figurant
sur le site www.lesoir.be et toute autre banque de donnes place
sous sa responsabilit, les mots O.G. et G. par la lettre X, en
condamnant le dfendeur payer au demandeur 1 euro titre de dommage
moral et en condamnant le dfendeur aux dpens liquids dans le chef
du de-mandeur la somme de 1.320euro.Les premiers juges nont par
contre pas fait droit aux demandes relatives lexcution provisoire
du jugement et la communication dune version anony-mise de
celui-ci.Par son appel, P.H. critique ce jugement et en postule la
rformation, sollicitant que lintim soit dbout de son action et soit
condamn aux dpens des deux instances.Lintim forme quant lui appel
inci-dent, critiquant le jugement a quo en ce quil na pas fait
droit sa demande de communication aux parties, et le cas
chant tout tiers, dune copie anony-mise du jugement. Pour le
surplus, il postule la confirmation du jugement a quo.
II. DISCUSSION.
II.1) Quant la procdure.
1. A laudience de plaidoiries du 22.05.2014, a t souleve la
question du caractre communicable ou non de la prsente cause au
ministre public et des consquences en rsultant quant une ventuelle
nullit du jugement a quo en application de larticle764 alina 1, 4
du Code judiciaire ds lors que celuici ne contient nullement la
mention de la pr-sence du ministre public laudience de plaidoiries
pas plus que la mention dun avis rendu par celuici.Aux termes de
larticle764 alina 1 du Code judiciaire, sauf devant le juge de
paix, le juge des rfrs et le juge des sai-sies, sont, peine de
nullit, communi-ques au ministre public:()4) Les demandes en matire
civile, mues en raison dun dlit de presse (...).Le dlit de presse
requiert diffrents l-ments constitutifs tant une infraction de
droit commun, lexpression dune pense ou dune opinion illicite, la
publi-cit y donne ainsi quun crit reproduit (H. BOSLY, D.
VANDERMEERSCH et M-A BEERNAERT, Droit de la proc-dure pnale, 2010,
6me Edition, Bruges, La Charte, p.963).Le dlit de presse est une
infraction de droit commun qui se caractrise par son mode dexcution
(par la voie de la presse) (ibid).Ainsi, pour quil y ait dlit de
presse, il faut notamment que puisse tre repro-ch un comportement
incrimin par la loi pnale tel que par exemple la calom-nie, la
diffamation, la provocation publi-que commettre des crimes,...En
lespce, aux termes de la citation in-troductive dinstance, il tait
fait grief lappelant davoir mis en ligne larticle litigieux partir
de lanne 2008 et sur-tout davoir maintenu en ligne en tat ledit
article alors que lintim avait ex-pressment sollicit son retrait ou
tout
-
RECHTSPRAAK
28 NR. 314 | 14 JANUARI 2015
le moins son anonymisation. En termes de conclusions dinstance,
seul ce deuxi-me grief a t maintenu.Contrairement ce que soutient
lappelant, le grief tir du maintien en ligne non anynomis de
larticle litigi-eux nquivaut pas une mise en cause du contenu mme
de larticle publi.A aucun moment, lintim na mis en cause le contenu
de larticle publi dans le quotidien Le Soir en novembre 1994.Lintim
relve au contraire express-ment que larticle publi en 1994 en
luimme ne revtait aucun caractre fautif (page 29, n52 de ses
conclusions de synthse dappel). Pour le surplus, le contenu de cet
article ne rvle aucune infraction pnale.Comme le relve bon droit le
ministre public dans son avis, le comportement fautif imput
lappelant, savoir la mise en ligne de larticle partir de lanne 2008
et son maintien en ligne en ltat ds lanne 2010, nest pas
constitu-tif dinfraction pnale.Il en rsulte que la demande forme
par lintim nest aucunement mue en raison dun dlit de presse, de
sorte que la pr-sente cause ne devait pas obligatoirement tre
communique au ministre public. Cette communication tait
facultative.Il ny a en consquence pas lieu annu-lation du jugement
entrepris sur base de larticle764 alina 1, 4 du Code
judici-aire.
2. Lappelant soutient, pour la premire fois en termes de
rpliques lavis du ministre public, que la prsente action, non fonde
sur un dlit de presse, serait irrecevable son encontre, seule la SA
ROSSEL & Cie, en sa qualit de propri-taire du site internet sur
lequel larticle est publi, tant responsable des dcisi-ons de
publication, archivages et autres.Il ne peut tre suivi.Certes, les
rgles de la responsabilit en cascade de la presse, telles que
prvues par larticle 25 de la Constitution, ne trouvent pas
sappliquer en lespce ds lors quil ne sagit pas dun problme de
rdaction darticle.Par contre, lintim est recevable mettre en cause
la responsabilit de lappelant, en sa qualit dditeur res-
ponsable du quotidien Le Soir, ds lors que le maintien ou non
dun article en ligne relve dun choix ditorial.Laction dirige
lencontre de lappelant, qualitate qua, est en consquence rece-vable
comme en convenait du reste ce-luici au terme du dispositif de ses
con-clusions de synthse dappel, sollicitant que laction mue son
encontre soit d-clare recevable mais non fonde (page 31 des
conclusions additionnelles et de synthse dappel de P.H. pice 13 du
dossier de la procdure).
II.2) Quant au fond.
1. Lintim fonde son action sur pied de larticle1382 du Code
civil.Sur cette base, il lui appartient, confor-mment aux
articles870 du Code judici-aire et 1315 du Code civil, dapporter la
preuve dune faute imputable lappelant en relation causale avec le
prjudice dont il postule indemnisation.
2. Dans ses derniers crits de procdure, lintim prcise la faute
quil reproche lappelant: cette faute consiste dans le maintien en
ltat, depuis 2010, de la version lectronique de larticle litigieux
du 10.11.1994, sans lanonymiser ou le pourvoir de balise de non
indexation, alors quune demande raisonnable et motive lui avait t
adresse en ce sens (page 29 des conclusions de synthse de
lintim).Selon lintim, en refusant danonymiser la version
lectronique de cet article, lappelant porte atteinte son droit au
respect de la vie prive et plus particuli-rement son droit loubli,
lui causant de la sorte un dommage moral certain (page 12 des
conclusions de synthse de lintim).La responsabilit de lappelant
doit en consquence sapprcier non pas, com-me soutenu par celuici,
au moment de la diffusion de larticle lpoque des faits en 1994
diffusion dont il nest pas contest quelle tait licite mais au
mo-ment o lintim a formul sa demande danonymisation.
3. Les parties concernes par le prsent litige bnficient chacune
de droits fon-
damentaux tant pour lappelant le droit la libert dexpression et
pour lintim le droit au respect de la vie priv et fa-miliale.Ces
deux droits, garantis par des normes nationales et internationales
(articles19 et 25 de la Constitution, article 10 de la Convention
Europenne des Droits de lHomme et article 19 du Pacte
In-ternational relatif aux droits civils et politiques pour la
libert dexpression; article22 de la Constitution, article8 de la
Convention Europenne des Droits de lHomme et article 17 du Pacte
In-ternational relatif aux droits civils et politiques pour le
respect au droit de la vie prive), constituent les fondements de
toute socit dmocratique et ne sont ni absolus ni hirarchiss, tant
dgale valeur (CJUE, 07.02.2012, VAN HAN-NOVER contre
Allemagne).Larticle 10 alina 2 de la Convention Europenne des
Droits de lHomme autorise des limitations la libert dexpression si
elles sont prvues par la loi, si elles poursuivent un but lgitime
et si elles rpondent un impratif de pro-portionnalit (Cass.,
01.12.2004, Larcier Cass., 2005, n80).Lappelant soutient que le
critre de l-galit requis pour pouvoir droger au principe de la
libert dexpression nest en lespce pas rencontr ds lors que le droit
loubli, invoqu par lintim, nest reconnu par aucune loi de manire
ex-presse ou prcise.Il ne peut tre suivi.Le droit loubli est
considr par la doctrine et la jurisprudence comme faisant partie
intgrante du droit au respect de la vie prive tel quil est con-sacr
par larticle 8 de la Convention Europenne des Droits de lHomme et
par les articles22 de la Constitution et 17 du Pacte International
relatif au droit civil et politique (cfr en sens Civ. Na-mur,
17.11.1997, J.L.M.B., 1998, page 781; Civ. Bruxelles, 20.09.2001,
Auteurs et mdias, I/2002, p.77; Bruxelles, (rf), 21.12.1995, J.T.,
1996, p.47; Civ. Bruxel-les, 30.06.1997, J.T., 1997, p.710; Azeene
ARAMAZANI, Le droit loubli et internet, Revue de droit des
technolo-gies de linformation, numro 43, p.36; A. STROWEL, Libert
de rappeler des
-
RECHTSPRAAK
29NR. 314 | 14 JANUARI 2015
faits contre le droit au silence: les contre-temps de la presse
, obs. sous Namur, 17.11.1997, J.L.M.B., 1998, pp. 785 et
sui-vantes; C. de TERWAGNE, Diffusion de la jurisprudence via
internet dans les pays de lUnion europenne et rgles applicables aux
donnes personnelles, Petites Affiches, 2005, n 194, pp. 4 et
suivantes).Le critre de lgalit requis pour pou-voir droger au
principe de la libert dexpression est ainsi rencontr.Cest par
ailleurs vainement que lappelant soutient que larticle1382 du Code
civil ne serait pas une base claire et prvisible pour trancher le
litige.Larticle1382 du Code civil constitue le droit commun de la
responsabilit et est applicable aux organes de presse qui ne
peuvent ignorer que leur responsabilit est susceptible dtre engage
si lexercice de la libert de la presse cause un prju-dice dcoulant
de latteinte des droits dautrui (terminologie utilise par
larticle10 2 de la Convention Euro-penne des Droits de lHomme)
parmi lesquels figure le droit la vie prive. Comme lont rappel les
premiers juges, les articles1382 et suivants du Code civil tels
quinterprts par la doctrine et la jurisprudence belges constituent
une loi suffisamment accessible, claire, prcise et prvisible au
sens de larticle10 2 de la Convention Europenne des Droits de
lHomme pour justifier dventuelles restrictions la libert
dexpression.Lappelant soutient que lintim ne serait pas fond
invoquer un droit loubli ds lors que fait dfaut en lespce une des
conditions de reconnaissance de ce droit requise par la
jurisprudence quil cite, tant une redivulgation des faits
judiciai-res par une nouvelle publication, donnant de la sorte une
nouvelle actualit des faits anciens. Selon lappelant, cette
con-dition nest pas remplie ds lors quil sagit en lespce uniquement
dun archivage de larticle dorigine mis en ligne sur internet.Son
raisonnement ne peut tre suivi.A ct de la traditionnelle facette du
droit loubli, lie la redivulgation par la presse dun pass
judiciaire dune per-sonne, existe une seconde facette lie
leffacement des donnes numriques et,
en particulier, des donnes disponibles sur internet.Le prsent
litige, qui concerne la nu-mrisation darchives journalistiques, est
une problmatique qui relve de la seconde facette du droit loubli,
tant le droit loubli numrique. Ce droit loubli numrique vise la
possibilit pour une personne de demander leffacement des donnes qui
la concernent, et plus spcifiquement des donnes mises en ligne,
aprs une priode donne. Lenjeu nest donc plus dempcher ou de
sanc-tionner la mise en lumire de faits an-ciens, mais dobtenir la
suppression dinformations disponibles sur internet (E. DEFREYNE, Le
droit loubli et les archives journalistiques , R.D.T.I., 51/2013,
p.82).Le droit loubli numrique a tout r-cemment t consacr par la
Cour de Justice de lUnion Europenne (C.J.U.E. (gr.ch.), 13.05.2014,
aff. C131/12).Dans cet arrt, la cour a considr que la condition lie
la redivulgation de linformation se dduisait de leffet de loutil de
recherche qui met en une une information qui, sinon, serait
invi-sible sur la Toile (E. CRUYSMANS et A. STROWEL, Un droit
loubli face aux moteurs de recherche: droit applicable et
responsabilit pour le rfrencement de donnes inadquates, non
perti-nentes ou excessives, observations sous C.J.U.E., 13.05.2014,
J.T., p.458).Certes, cet arrt concernait un litige op-posant un
citoyen espagnol lexploitant dun moteur de recherche (Google). Les
principes dgags par cet arrt peuvent toutefois tre transposs en
lespce dans la mesure o lditeur permet galement une mise en une de
larticle litigieux via le moteur de recherche de son site
con-sultable gratuitement, mise en une qui est par ailleurs
multiplie considrable-ment par le dveloppement des logiciels
dexploration des moteurs de recherche du type Google.Cest vainement
que lappelant soutient que seuls auraient qualit pour rpondre de la
demande les moteurs de recherche tels que Google et que laction a t
diri-ge erronment son encontre.Lindexation de larticle litigieux
sur les moteurs de recherche nest en effet
possible que parce quil se trouve sur la banque de donnes du
Soir de manire non anonymise et sans aucune balise de dsindexation.
Comme dj prcis ci-avant, lintim est recevable introduire son action
lencontre de lditeur de presse en vue dobtenir lanonymisation de
larticle le concernant, solution de na-ture le faire disparatre des
rsultats des moteurs de recherche obtenus sur base de lindication
de ses nom et prnom.Le droit loubli numrique nest, linstar du droit
loubli traditionnel, pas sans limite et doit tre strictement encadr
dans la mesure o il est suscep-tible dentrer en conflit avec la
libert dexpression dont bnficie la presse.La jurisprudence,
notamment celle de la Cour de Justice de lUnion Europenne, a dfini
plusieurs critres et conditions destins clairer lapprciation du
juge appel se pencher sur le maintien dun quilibre entre les droits
fondamentaux consacrs notamment aux articles8 et 10 de la
Convention Europenne des Droits de lHomme (cfr notamment C.J.U.E.,
07.02.2012, VAN HANNOVER contre Allemagne; C.J.U.E. (gr.ch),
13.05.2014, Google contre Mario COSTEJA GON-ZALES; civ. Namur,
17.11.1997, J.L.M.B., 1998, p.781).Ainsi, pour reconnatre un droit
loubli, il faut quil y ait une divulgation initiale licite des
faits, que les faits soi-ent dordre judiciaire, quil nexiste pas
dintrt contemporain la divulgation, quil y ait absence dintrt
historique des faits, quil y ait un certain laps de temps entre les
deux divulgations, que la personne concerne nait pas de vie
pu-blique, quelle ait un intrt la resocia-lisation et quelle ait
apur sa dette.Il convient de vrifier si, en lespce, laune de ces
diffrents critres, la limi-tation la libert de la presse, dcoulant
de la demande formule par lintim, poursuit un but lgitime et rpond
un impratif de proportionnalit confor-mment larticle10 2 de la
Conventi-on Europenne des Droits de lHomme.Il nest pas contest que
la divulgation initiale de larticle litigieux dans le quo-tidien Le
Soir du 10.11.1994 tait licite et que les faits y relats taient
dordre judiciaire.
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef AusloosWrong citation! Von Hannover is EcTHR
Jef AusloosCourt sums up list of criteria that are not mentioned
by the CJEU at all. They are derived from a couple of articles of
Alain Strowel (Belgian lawyer)
-
RECHTSPRAAK
30 NR. 314 | 14 JANUARI 2015
La redivulgation des faits, entendue dans le sens prcis
ci-avant, ne revt aucune valeur dactualit.Lintim nexerce aucune
fonction publi-que; sa seule qualit de mdecin ne jus-tifie
nullement le maintien, quelques 20 ans aprs les faits, de son
identit dans larticle mis en ligne; un tel maintien ap-parat
illgitime et disproportionn, ds lors quil napporte aucune
plus-value larticle et est de nature porter indfi-niment et
gravement atteinte la rpu-tation de lintim, lui crant un casier
judiciaire virtuel, alors quil a non seule-ment t dfinitivement
condamn pour les faits litigieux et a purg sa peine mais quen
outre, il a t rhabilit.Vingt ans aprs les faits, lidentit dune
personne qui nest pas une personne publique napporte aucune valeur
ajou-te dintrt gnral larticle litigieux, lequel ne contribue que de
faon statis-tique un dbat public sur la scurit
routire.Contrairement ce que soutient lappelant, supprimer les nom
et prnom de lintim ne rend pas linformation sans intrt ds lors que
cette suppres-sion naura aucun impact sur lessence mme de
linformation livre, laquelle concerne un tragique accident de
roula-ge d notamment aux mfaits de lalcool.Les arguments dvelopps
par lappelant, tirs du devoir de mmoire et de la nces-sit de
prserver le caractre complet et fidle des archives, ne sont pas
pertinents. En effet, il nest nullement demand de supprimer les
archives mais uniquement danonymiser la version lectronique de
larticle litigieux; les archives papier de-meurent intactes tandis
que lappelant con-serve la possibilit de garantir lintgrit de la
version originale numrique.Les faits divulgus dans larticle
liti-gieux ne font assurment pas partie de lhistoire, sagissant dun
banal, quoique tragique, fait divers dont il nest nulle-ment
prtendu, ni a fortiori dmontr, quil aurait reu un retentissement
par-ticulier dans lopinion publique.Enfin, un laps de temps
important (16 ans) sest coul entre la premire publication de
larticle dans le quotidien Le Soir en novembre 1994 et la premi-re
demande danonymisation, formali-
se dans un courrier dat du 15.06.2010, ce laps de temps
totalisant ce jour, de-puis la premire publication, quelques 20
annes...Comme dj prcis ci-avant, il ny a au-cun intrt public
connatre lidentit du responsable dun accident de la route survenu
voici prs de 20 ans.Il apparat des dveloppements qui prcdent que:
lintim remplit les conditions pour
bnficier dun droit loubli et que le maintien en ligne de
larticle litigieux non anonymis, de trs nombreuses annes aprs les
faits quil relate, est de nature lui causer un prjudice
disproportionn par rapport aux avantages lis au respect strict de
la libert dexpression de lappelant.
les conditions de lgalit, de lgitimit et de proportionnalit
imposes par larticle10 2 de la Convention Euro-penne des Droits de
lHomme tou-te limitation de la libert dexpression sont en lespce
runies.
4. La demande danonymisation for-mule par lintim dabord par
courriers adresss au Soir et ensuite dans le cadre de la prsente
procdure est de nature assurer un bon quilibre entre les droits en
prsence.Un tel quilibre ne serait pas atteint par la mise en place
dun droit de rectifica-tion ou de communication numriques proposes
par lappelant, de tels proc-ds ntant pas adquats, sagissant de la
problmatique dun article relatant une information devenue
prjudiciable par lcoulement du temps. Les procds proposs par
lappelant laisseraient en effet perdurer indfiniment leffet
stig-matisant des infractions graves commi-ses par lintim et de la
condamnation dj purge et rendraient vaine la dci-sion de
rhabilitation dont il a bnfici.La manire la plus efficace de
prserver la vie prive de lintim sans porter at-teinte de manire
disproportionne la libert dexpression de lappelant est danonymiser
larticle litigieux figurant sur le site internet du Soir en
remplaant les nom et prnom de lintim par la let-tre X (en ce sens,
E. DEFREYNE, op.cit., p.92).
5. En refusant, dans le contexte propre la cause et sans motif
raisonnable, daccder la demande danonymisation de larticle
litigieux, alors que cette de-mande dment motive par la situation
professionnelle et familiale de lintim avait t formule plusieurs
reprises par crit (cfr courriers des 15.06.2010, 07.07.2010 et
19.08.2010 pices 8, 10 et 11 du dossier de lintim), quelle
sinscrivait dans le cadre dune revendication lgi-time du droit
loubli, composante in-trinsque du droit au respect de la vie prive,
et quelle ne constituait pas une ingrence disproportionne dans la
li-bert dexpression de la presse, lappelant na pas agi comme aurait
agi tout diteur normalement prudent et diligent plac dans les mmes
circonstances.Ce refus est constitutif de faute.Cest vainement que
lappelant sou-tient que lintim resterait en dfaut de prouver la
ralit dun dommage que lui causerait le maintien en ligne de
larticle litigieux non anonymis. Une simple re-cherche partir des
nom et prnom de lintim sur le moteur du site internet du Soir ou
sur Google fait immdiate-ment apparatre larticle litigieux, ce qui
assurment est source dun prjudice, tout le moins moral, dans le
chef de lintim. Une telle situation permet en effet un large
public, dont font nces-sairement partie les patients, les col-lgues
et les connaissances de lintim, davoir facilement connaissance de
son pass judiciaire et est ainsi de nature le stigmatiser, nuire
gravement sa rpu-tation et le priver de la possibilit de se
resocialiser normalement alors quil a, depuis de nombreuses annes,
purg sa peine et t rhabilit par la justice.Les demandes
danonymisation de larticle litigieux et dallocation de la somme de
1euro titre de dommages et intrts sont entirement justifies et
r-pareront adquatement le prjudice subi par lintim.Lappelant
soutient que le prjudice subi par lintim trouverait uniquement sa
cause dans les faits infractionnels com-mis en 1994 ainsi que dans
lindexation que fait Google des articles du journal Le Soir. Selon
lui, aucun lien causal ne serait par contre tabli entre le
compor-
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
-
RECHTSPRAAK
31NR. 314 | 14 JANUARI 2015
tement fautif lui imput et le dommage dont il est postul
indemnisation.Son raisonnement ne peut tre suivi.La dcision fautive
de lappelant de maintenir en ligne, de manire non ano-nymise,
larticle du 10.11.1994 est en lien causal ncessaire avec le
prjudice dcrit ci-dessus. Sans cette dcision, les moteurs de
recherche tels que Google ne renseigneraient pas lexistence de
larticle litigieux et aucune atteinte quel-conque au droit loubli
et la rputa-tion de lintim ne serait dplorer.Le comportement fautif
de lappelant est bien la condition sine qua non du pr-judice rclam,
de sorte quil est tenu la rparation intgrale de ce prjudice,
indpendamment de la circonstance quexisteraient dautres causes
concur-rentes lorigine de ce prjudice.
6. La jurisprudence ainsi que les rgles de dontologie
journalistique dont fait tat lappelant ne sont pas de nature
re-mettre en cause les dveloppements qui prcdent.Lquilibre entre la
libert de la presse et le respect de la vie prive ncessite une
appro-che au cas par cas, engendrant ncessaire-ment des dcisions
divergentes notamment en fonction du fondement juridique choisi et
des particularits de lespce.Par ailleurs, contrairement ce que
sou-tient lappelant, le fait daccueillir la de-mande formule par
lintim na pas pour effet de confrer chaque individu un droit
subjectif de rcrire lhistoire ni de permettre une falsification de
lhistoire ni de crer dans le chef de lappelant une responsabilit
exorbitante.La cour de cans, linstar des premiers juges, statue
dans un litige prcis oppo-sant deux parties dans le cadre dune
ac-tion en responsabilit ponctuelle fonde sur larticle1382 du Code
civil, en veil-lant tendre un quilibre entre deux droits
fondamentaux divergents que chacune de ces deux parties
revendique.
7. Lappelant soutient que le fonction-nement de la base de
donnes de son journal ne permettrait pas de modi-fier les articles
qui sont archivs. Le systme dexploitation de la base de don-nes ne
permettrait ainsi pas, selon lui,
de remplacer le nom de lintim par la lettre X dans larchive
lectronique du journal.A lappui de ses prtentions, il dpose un
rapport technique tabli le 21.06.2013 par son service technique
(pice 12 du dossier de lappelant).Un tel rapport, qui a t tabli in
tempore suspecto et qui mane de techniciens qui sont dans un
rapport de dpendance vis--vis de lappelant, ne prsente aucune
garantie dimpartialit et na aucune va-leur probante. Un tel rapport
ne saurait, en tant que tel, suffire constituer un dbut de preuve
de limpossibilit invo-que susceptible de justifier le recours une
expertise judiciaire.De plus, la lecture de ce rapport, il nest
aucunement fait tat dune relle impos-sibilit dexcuter la mesure
sollicite (anonymisation de larticle litigieux) mais uniquement de
risques et de cots.La seule impossibilit dont il est fait tat est
limpossibilit matrielle de suppri-mer les journaux vendus, leurs
collecti-ons dissmines, les multiples copies des contenus sur tous
supports matriels ou numriques qui se trouvent dans le do-maine
public (page 3 du rapport), sup-pressions qui ne sont nullement
sollici-tes dans le cadre de la prsente action.Largument technique
avanc par lappelant pour conclure au non fonde-ment de la demande
dirige son encon-tre ne sera en consquence pas retenu.
8. Lappelant fait enfin valoir que, larticle litigieux ntant pas
sign, cest lui, en sa qualit dditeur, qui est rput en tre lauteur
lgard des tiers (article6 ali-na 3 de la loi du 30.06.1994 relative
aux droits dauteurs).Il soutient que lanonymisation de larticle
sollicite par lintim constitue une modification dudit article, et
quen lui imposant cette modification, on por-te atteinte son droit
dauteur, lequel est protg par larticle1 du protocole nu-mro 1 de la
Convention Europenne de sauvegarde des Droits de lHomme.Sil est
incontestable que le droit dauteur revendiqu par lappelant mrite
protec-tion, il y a nanmoins lieu, sagissant dun conflit avec un
autre droit fonda-mental que constitue le droit au respect
de la vie prive, dtablir une balance des intrts en prsence.Comme
la bon droit relev le ministre public aux termes de son avis,
lavantage du maintien intgral du contenu de larticle litigieux est
manifestement dis-proportionn par rapport latteinte au droit de
lintim au respect de sa vie prive et familiale et sa rputation,
dautant que lintim poursuit titre principal uniquement
lanonymisation de larticle litigieux.
9. Lintim, formant appel incident, sollici-te que la version de
larrt communiquer aux parties, et le cas chant, tous tiers, soit
anonymise ou tout le moins de ne communiquer que des versions
traables.Lintim fonde cette demande sur la crainte quil nourrit
dune diffusion par lappelant de larrt intervenir, diffusion de
nature lui causer un pr-judice similaire celui dont il postule
lindemnisation dans le cadre de la pr-sente procdure.Cette demande
demeure non fonde.En effet, elle apparat dpourvue dintrt n et
actuel ds lors quelle ne se base que sur la crainte dun prjudice
ventuel, laquelle napparat pas ce stade suffisamment srieuse. En
outre, lappelant aurait toujours la possibilit de contrecarrer les
effets de cette de-mande en sollicitant une expdition de larrt,
laquelle doit, peine de nullit, contenir la copie intgrale de
celuici (article790 du Code judiciaire).Il rsulte de lensemble des
considrati-ons qui prcdent que le jugement a quo doit tre confirm
dans son intgralit.
[]
PAR CES MOTIFS, LA COUR STATUANT CONTRADIC-TOIREMENT:
[]
Reoit les appels principal et incident et les dit non
fonds.Confirme le jugement entrepris dans toutes ses
dispositions.
[]
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
Jef Ausloos
