Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Federale Overheidsdienst Justitie
jaarverslag 2009
1
vOOrWOOrDGeachte lezer,
Een jaarverslag van een organisatie als de FOD Justitie voorleggen, is
geen routineklus. Dit jaarverslag is een jaarlijkse momentopname die
wordt gepubliceerd, op papier en voornamelijk ook elektronisch, zodat
alle betrokkenen en belangstellenden kennis kunnen nemen van de
staat van onze organisatie. De doelstellingen die zijn vastgelegd in ons
managementplan / operationeel plan 2008 – 2014 zijn in 2009 dichterbij
gekomen. De evolutie staat nooit stil, maar onze organisatie gaat erop
vooruit.
Terwijl wij trachten de lijnen die uitgezet zijn door het managementplan goed
te handhaven, mag nooit uit het oog worden verloren dat onze organisatie in
dienst staat van de mensen, de medeburgers. Wij putten dagelijks motivatie
uit het besef dat alle medewerkers een nuttige bijdrage leveren voor hun
medeburgers.
Onze organisatie is er niet enkel voor de mensen, ze wordt ook door mensen
bemand. Ik besef dit maar al te goed als ik de eer heb nieuw aangeworven
medewerkers te mogen begroeten of wanneer ik medewerkers die met
pensioen gaan een welverdiende rust mag toewensen, na soms een hele
carrière in dienst van Justitie. Dat onze medewerkers zich goed zouden
voelen in onze organisatie blijft een zeer belangrijk aandachtspunt. U zult in
dit jaarverslag ook lezen over de initiatieven die op dat vlak zijn ontplooid.
Tot slot zou ik dit jaar uw aandacht willen vestigen op de Rechterlijke Orde
waar heel wat werd ondernomen. Speciaal te vernoemen valt het nieuwe
overlegmodel, met de creatie van een dienst met accountmanagers en
de uitwerking van een dienstencatalogus bestemd voor de leden van de
Rechterlijke Orde, of ook nog de informatisering van de vredegerechten en de
politierechtbanken.
Doorheen dit verslag zult u bemerken dat bepaalde diensten over de
grenzen zijn gaan kijken, om een vergelijking te maken met collega’s uit het
buitenland. Dit kan alleen maar leerrijk zijn en het zal u zeker boeien.
Ik wens u veel leesgenot toe.
Alain Bourlet
Voorzitter van het directiecomité
2
inhOuD
FOD Justitie: organisatie en opdrachten ............................4
DG Rechterlijke Organisatie .................................................................7
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en
Vrijheden ..................................................................................................................... 15
DG Penitentiaire Inrichtingen ........................................................ 35
DG Justitiehuizen............................................................................................. 43
SD Budget, Beheerscontrole en Logistiek ..................... 51
SD Personeel en Organisatie ........................................................... 59
SD ICT ............................................................................................................................... 71
Diensten van de Voorzitter ................................................................ 81
Belgisch Staatsblad ....................................................................................... 91
Veiligheid van de Staat ............................................................................ 97
Nationaal Instituut voor Criminalistiek
en Criminologie ...............................................................................................105
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid ..............................115
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers
van opzettelijke gewelddaden en aan de
occasionele redders ..................................................................................123
Kansspelcommissie....................................................................................129
Informatie- en Adviescentrum inzake de
Schadelijke Sektarische Organisaties ..............................137
Foto’s: FOD Justite
Regie der Gebouwen
Frank Vos
Image Source - Family emotions
Image Source - Gambling icons
Image Source - Learning Skills
Corbis - Just flags
Photo Alto - Professional Practices by Laurence Mouton
Photo Alto - Business details by Alix Minde
Photo Alto - Today crowds by Frédéric Cirou
Goodshot - Business & Euro
Image 100 - Money matters
3
FOd Justitie4
Dag na dag bouwt de FOD Justitie aan een vertrouwensband met de burger.
Door onze opdrachten met toewijding uit te voeren, willen wij bijdragen tot een rechtvaardigere samenleving.
De FOD Justitie staat op het kruispunt van de drie grondwettelijke machten en heeft als opdrachten:
› de voorbereiding en uitvoering van de wetgeving en de ondersteuning van de minister van Justitie binnen zijn competentiedomeinen;
› de omkadering en operationele ondersteuning van de rechterlijke macht, waarbij coördinatie en organisatieontwikkeling voorop staan;
› de effectieve uitvoering van rechterlijke en administratieve beslissingen, met behoud van rechtszekerheid en de gelijkheid van behandeling van alle betrokken
partijen.
De FOD Justitie voert zijn kernopdrachten uit rekening houdende met hun maatschappelijke en supranationale dimensie en draagt bij tot een toegankelijke, transparante,
geloofwaardige en verantwoordelijke justitie die is aangepast aan de vereisten van onze tijd. Door deze waarden te integreren binnen zijn eigen werking, engageert de
FOD Justitie zich tot een optimaal overleg met alle betrokken actoren binnen het justitiebeleid.
De directoraten-generaal worden verticale diensten genoemd. Ze zijn zo georganiseerd dat ze onafhankelijk fungeren binnen het hart van de FOD Justitie.
De stafdiensten noemen we dan weer horizontale diensten. Zij bepalen het beleid in hun specifieke domeinen en ondersteunen de andere diensten en directies met alles
wat binnen hun competenties valt (logistiek, personeel, budgettaire en juridische ondersteuning, informatica, …).
de FOd Justitie
FOd Justitie 5
Directoraat-generaalPenitentiaire Inrichtingen
Minister Commissies
Commissie hulp aanslachtoffers van opzettelijkegewelddaden enoccasionele redders
Kansspelcommissie
Informatie- enAdviescentrum inzakeSchadelijke SektarischeOrganisaties
Cel Beleidsvoorbereiding
Dienstenvan de Voorzitter
Belgisch Staatsblad
Auditcomité
Interne audit
Stafdienst Budget,Beheerscontrole en Logistiek
Stafdienst Personeelen Organisatie (P&O)
Stafdienst ICT
Directoraat-generaalRechterlijke Organisatie
Directoraat-generaalWetgeving en Fundamentele
Rechten en Vrijheden
Directoraat-generaalJustitiehuizen
Veiligheid van de Staat
NICC
Strafrechtelijk Beleid
Beleidsraad
Voorzitter&
Directiecomité
&
d
CCC
dd
at
C
ommCachtsl hlewegeweg
sanssKa
edvieAdSchadSchadScO
mnformIned ieAd
FOd Justitie6
Voorzitter en directiecomité
De FOD Justitie wordt geleid door een voorzitter
met een mandaat van zes jaar. Sinds 2002 bekleedt
Alain Bourlet het voorzitterschap. Hij staat aan het
hoofd van het directiecomité, waarin ook de
directeurs-generaal van elk directoraat-generaal en
de directeurs van elke stafdienst zetelen.
Het directiecomité definieert de strategie van de
› de werkzaamheden coördineren van de
verschillende diensten van de FOD;
› het managementplan uitvoeren van de FOD
Justitie.
Federale Overheidsdienst en ziet toe op de
uitvoering ervan. Concreet bestaan de taken van
het comité uit:
› voorstellen aanreiken om de werking van de
FOD te verbeteren;
› de begroting opmaken en de uitvoering
ervan controleren;
› het personeelsplan opstellen en toezien op
de implementatie ervan;
dG RechteRliJke ORGanisatie 7
dG Rechterlijke Organisatie
De missie van het directoraat-generaal Rechterlijke
Organisatie wordt rond twee polen omschreven:
› Doordat het DG RO ideeën en voorstellen
levert voor de modernisering van de
rechterlijke orde, werkt het mee aan en
ondersteunt het dit proces. Zo wordt het
nieuwe gerechtelijke landschap gedefinieerd
en ten uitvoer gelegd.
› Het DG RO ondersteunt de werkzaamheden
van de rechterlijke orde op alle gebieden
die noodzakelijk zijn voor de werking ervan:
de organieke wetgeving betreffende de
rechterlijke macht, personeel, ICT, informatica
en telecommunicatie, gebouwen, materiaal,
gerechtskosten en centraal strafregister.
dG RechteRliJke ORGanisatie8
COM
Task Force
Modernisering en veranderingsbeheer
MM
Strategische ondersteuning en modernisering
Directeur-generaalRechterlijke Organisatie
Dienst Account managementondersteuning enernisering Dienst Account mana
O
s
CCOOOCOCO
sTaTas
ooMMo
Staf en PMO aStSta
Dienst Infrastructuur
Dienst Centraal strafregister
Dienst Modernisering
enst I fnfrastructuur
Directie Infrastructuur en ondersteuningsdiensten Directie P&O
eDDieeDiDie
DD
Cel Gebouwen
enst IneDDie
DD
lCeC l
Cel Materiaal
eeeeDiD e a
ll
ennttrnnsttst C Ce
CeC
Dienst Gerechtskosten
e
ee
eeDDie
eDiD e
Cel Budget
Cel Vereffeningen Dienst Personeel
Cel Selectie
Dienst Modernisering en juridische ondersteuning
eeDDieDiD e
Cel RO I
enst PeeDDie
l CeC l
Cel RO II
l
lCeC
Dienst Competentieontwikkeling
eeiDDi
DD eeeeDiD e
l
p
CeCe
ommpenenstst C Co
dG RechteRliJke ORGanisatie 9
Het jaar 2009 was een scharnierjaar voor het DG RO.
Het kreeg een nieuw organogram waarbij de
zuivere operationele diensten opgedeeld werden in
twee zuilen: de directie Infrastructuur en ondersteu-
nende diensten (omvat de dienst Infrastructuur, de
dienst Centraal strafregister en de dienst Gerechts-
kosten) en de directie P&O Rechterlijke Orde (omvat
de personeelsdiensten voor magistratuur en
gerechtspersoneel, de cel Selectie RO, de dienst
Competentieontwikkeling en de dienst Modernise-
ring en juridische ondersteuning).
Daarnaast kwamen er twee horizontale diensten ter
ondersteuning van de directeur-generaal: de dienst
Strategische ondersteuning en modernisering RO
en de dienst Account management.
Dienst Account mAnAgement
Het DG RO is de ondersteuningsdienst voor de
hoven, rechtbanken en parketten. De dienst
Account management werd in 2009 gecreëerd om
die dienstverlening continu te verbeteren en het
overleg tussen het DG RO en de rechterlijke
organisatie te structureren. Zo werkt de dienst aan
een moderne en klantvriendelijke dienstverlening
vanwege het DG RO aan de rechterlijke organisatie.
Dienst strAtegische onDersteuning en moDernisering
Ludexnet
De dienst Strategische ondersteuning en moderni-
sering heeft meegewerkt aan het project Ludex-
net. Dit portaal is enkel toegankelijk voor de
zittende magistratuur. Het doel is om de toegang
tot de in elk gerechtelijk orgaan beschikbare
ongestructureerde informatie te beheren en te
vergemakkelijken. Het biedt de magistraten,
griffiers en medewerkers van het orgaan niet enkel
de mogelijkheid toegang te krijgen tot de
documenten en tot informatie, maar ook die
informatie te delen met andere organen. Er werd
bijzondere aandacht geschonken aan een gerichte
communicatie van de informatie. Daarvoor is
Ludexnet uitgewerkt op basis van gebruikersgroe-
pen en een hiërarchische communicatie van de
informatie. De verbinding met Ludexnet verloopt
via een beveiligde internettoegang. Het portaal is
ontwikkeld in synergie met Omptranet, het portaal
van het Openbaar Ministerie.
Verkennende reflectie over de gerechtelijke
hervorming
Tal van actoren treden op in het kader van de
reflectie over de modernisering van de werking van
de rechterlijke orde. De FOD Justitie heeft bijgedra-
gen tot deze verkenning, naar aanleiding van
gesprekken met de verschillende adviesorganen en
de belangrijkste gerechtelijke actoren, zoals
organisaties van de rechters, de korpschefs en het
Openbaar Ministerie. Er werd ook aandacht besteed
aan de specifieke situaties van Eupen, Brussel, het
Hof van Cassatie en het federaal parket.
dG RechteRliJke ORGanisatie10
Directie infrAstructuur en onDersteunenDe Diensten
Dienst infrastructuur
De dienst Infrastructuur kende twee grote projecten.
› Enerzijds zorgde de dienst voor de nodige
logistieke ondersteuning en materiële
middelen in twee geruchtmakende processen
y het assisenproces Habran;
y het proces over de gasramp van Gellingen.
› Anderzijds organiseerde de dienst de verhuis
van de burgerlijke afdeling van de rechtbank
van eerste aanleg van Brussel. De burgerlijke
rechtbank verhuisde van het justitiepaleis
(Poelaertplein 1) naar het nagelnieuwe
gebouw in de Quatre Brasstraat 13 (QB13).
Om alle betrokken partijen toe te laten deel te
nemen aan het proces, week het proces over de
gasramp van Gellingen uit naar een voldoende
grote accommodatie buiten de muren van het
gerechtsgebouw van Doornik. Justitie huurde
daarom de expositieruimte van ‘Tournai expo!’ voor
de duur van het proces. Voor het proces Habran
werd de assisenzaal van Luik omgebouwd om het
aantal beklaagden en betrokken partijen te kunnen
onderbrengen.
Met de verhuis van de burgerlijke rechtbank van
Brussel ruilden 227 mensen het justitiepaleis in voor
het gerenoveerde gebouw QB13, goed voor een
oppervlakte van ongeveer 8600m². In hetzelfde
complex zijn ook de diensten van het federaal
parket en het Centraal Orgaan voor Inbeslagname
en Verbeurdverklaring (COIV) ondergebracht. Zij
komen over van het gebouw op de Quatre
Brasstraat 19. Dat gebouw wordt volledig ontman-
teld en heropgebouwd. In de loop van 2011 zouden
er opnieuw diensten van justitie in worden
gehuisvest.
Dienst centraal strafregister
uittreksels uit het strafregister afgegeven door
de gemeenten
In 2009 heeft het centraal strafregister het probleem
opgelost van de opeenvolgende vernietigingen
door de Raad van State van de circulaires waarin tot
dan de afgifte werd geregeld van uittreksels uit het
strafregister afgegeven door de gemeentebesturen.
De wet van 31 juli 2009 heeft immers geleid tot de
inwerkingtreding van de artikelen 595 en 596 van
het Wetboek van Strafvordering, waarin de afgifte
van uittreksels uit het strafregister aan burgers
wordt geregeld.
Voortaan bestaat er een wettelijke grondslag, die al
jaren geëist wordt, om het beginsel van de bescher-
ming van de persoonlijke levenssfeer na te leven.
onderlinge koppeling van de strafregisters in
europa
In 2009 heeft het centraal strafregister actief
deelgenomen aan de concretisering van de
onderlinge koppeling van de strafregisters in
Europa. Hiervoor werden middelen uitgewerkt voor
het verzamelen van informatie eigen aan ieder
nationaal strafregister. Zo kan de werking van de
internationale uitwisselingen verbeteren en kan
gezorgd worden voor een betere wederzijdse
rechtshulp in strafzaken.
dG RechteRliJke ORGanisatie 11
Dienst gerechtskosten
De dienst Gerechtskosten heeft een dubbele
opdracht:
› het uitbetalen van de gerechtelijke
deskundigenonderzoeken uitgevoerd in het
kader van een strafrechtelijke procedure, van
de internationale rogatoire commissies, en
van de telefoniekosten in het kader van een
onderzoek;
› de terbeschikkingstelling van provisies aan de
griffies om uitgaven te regelen zoals de kosten
van vertalingen, getuigen en gezworenen (aan
de griffie betaalbare kosten).
Om deze dubbele opdracht te verwezenlijken,
controleert de dienst de overeenstemming met de
geldende regelgeving zowel op het niveau van de
betalingsprocedure en van de verantwoordings-
stukken, als van de bedragen. In 2009 bedroegen
de betalingen 94 389 076,43 euro.
Wat de controlewerkzaamheden betreft, zijn er
brieven inzake verminderingen opgesteld, wat een
aanzienlijke besparing van 1 527 257,47 euro
mogelijk heeft gemaakt. In 2009 waren de vijf
grootste uitgaven de telefonie, de vertalers en
tolken, de gerechtsdeurwaarders, de genetische
analyse en het herstellen en stallen van voertuigen.
In overleg met de commissie voor de Modernise-
ring van de rechterlijke orde, is het netwerk van
referentiemagistraten voor de gerechtskosten
gereactiveerd. Informatievergaderingen over de
beheersing van de gerechtskosten in strafzaken zijn
georganiseerd in ieder gerechtelijk arrondissement
en worden verder georganiseerd in 2010.
Directie P&o rechterLijke orDe
Dienst Personeel ro
syndicaal statuut voor de griffiers,
referendarissen en parketjuristen
De griffiers, de referendarissen bij het Hof van
Cassatie en de refendarissen en parketjuristen bij de
hoven en rechtbanken zijn niet onderworpen aan
het klassieke syndicaal statuut. Er bestond dan ook
geen formele structuur van sociaal overleg tussen
deze leden van de rechterlijke orde en de overheid.
Om die leemte op te vullen werd voor hen in 2009
een afzonderlijke personeelsvertegenwoordiging
gecreëerd. Naast de gekende syndicale organisaties
kunnen ook specifieke RO-organisaties als
representatief worden erkend. Het koninklijk besluit
dat de onderhandelings- en overlegcomités opricht
voor de griffiers, de referendarissen en de
parketjuristen, trad op 1 april 2009 in werking.
De leden van deze comités werden aangesteld, en
ook de vergaderingen werden opgestart.
Hiermee begonnen de discussies over de belangen
en rechten van deze personeelsgroep. Deze
discussies zullen zeker verrijkend zijn in de
verhouding tussen deze personeelsleden en de
overheid.
selectiedienst voor personeel in griffies en
parketten
Binnen het DG RO werd een selectiedienst opge-
richt. Die bestaat enerzijds uit een centrale
selectiedienst en anderzijds uit zes attachés human
resources management. Deze personen staan in
voor de selectie en de aanwerving van het lokaal
personeel. Tegelijk bouwen ze ter plaatse aan een
moderner personeelsbeleid zonder het contact met
de centrale dienst die coördineert te verliezen. De
inschakeling van de attachés HRM bij de selecties
voor de rechterlijke orde verhoogt de transparantie
en de objectiviteit en beoogt de professionalisering
van het wervings-en bevorderingsproces. In 2009
focusten de activiteiten van de attachés HRM op de
statutaire selecties van het niveau B, C en D. Er
vonden voor 665 betrekkingen vergelijkende
selecties plaats en er werden 387 personen
benoemd.
dG RechteRliJke ORGanisatie12
uitwerking van een specifieke opleiding voor de
leden van de griffies en de parketten
Alle rijksambtenaren, alsook de personeelsleden van
de rechterlijke orde, kunnen een gecertificeerde
opleiding volgen die de mogelijkheid biedt nieuwe
vaardigheden te verwerven. Na de opleiding wordt
een certificatietest afgenomen.
De opleiding ‘communicatie en dossierbeheer’ is
ontwikkeld door het OFO, de dienst Competentie-
ontwikkeling en leden van de rechterlijke orde.
In deze opleiding ligt de focus o.a. op de organisatie
en algemene bevoegdheden van de hoven en
rechtbanken, het belang en de rol van de onthaalbe-
ambte, de inhoud van een dossier, het beheer van
het werk en de relationele processen.
De eerste sessie van deze opleiding in 2009 wees uit
dat de opleiding levendig en interactief is. 164
personeelsleden hebben het certificaat van deze
opleiding al op zak.
Dienst modernisering en juridische ondersteuning
gerechtelijke opleiding
De dienst Modernisering en juridische ondersteu-
ning heeft toegezien op de goedkeuring van
verschillende koninklijke besluiten over gerechte-
lijke opleidingen om de werking van het Instituut
voor gerechtelijke opleiding mogelijk te maken. Het
gaat om het KB ‘tot vaststelling van de rechten en
plichten van het personeel van de griffies en
parketten voor opleiding en tot oprichting van een
begeleidingscomité over gerechtelijke opleiding’.
Het gaat ook om het besluit ‘tot regeling van het
taalexamen voor de directieleden van het Instituut
voor gerechtelijke opleiding’, die wettelijk tweetalig
moeten zijn. De dienst heeft ook de wettelijke
bepaling gewijzigd waarin de begroting van het
opleidingsinstituut wordt vastgesteld.
dG RechteRliJke ORGanisatie
contactDG Rechterlijke Organisatie
Waterloolaan 80
1000 Brussel
Tel.: 02 552 26 03
Fax: 02 552 27 68
E-mail: [email protected]
13
statuut van het personeel van de griffies en
parketten
Het koninklijk besluit betreffende het statuut, de
loopbaan en de bezoldigingsregeling van het
personeel van de griffies en parketten is aangepast.
De loopbanen van het personeel van de griffies en
parketsecretariaten zijn afgestemd op de loopba-
nen van de rijksambtenaren, meer bepaald wat de
gecertificeerde opleidingen en de selectie- en
mutatieprocedures betreft. Dit is van toepassing op
het gerechtspersoneel van niveau A en op de
griffiers en secretarissen van niveau B. De dienst
heeft eveneens het bedrag aangepast van de
tweetaligheidspremie, toegekend aan het perso-
neel van de griffies en parketsecretariaten. Het
koninklijk besluit tot regeling van het door Selor
georganiseerde taalexamen, waarvoor de referen-
darissen bij het Hof van Cassatie moeten slagen, is
goedgekeurd in 2009.
hof van assisen
De dienst heeft gezorgd voor de follow-up van de
aanpassingen van de bepalingen met betrekking tot
de hoven van assisen in verband met de rechterlijke
organisatie, meer bepaald de bepalingen met
betrekking tot de samenstelling van het hof en de
samenstelling van de lijst van gezworenen.
Verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
van een advocaat
De dienst heeft deelgenomen aan een in 2008
opgerichte werkgroep, die de wet van 21 april 2007
heeft onderzocht betreffende ‘de verhaalbaarheid
van de erelonen en de kosten verbonden aan de
bijstand van een advocaat’, alsmede het uitvoe-
ringsbesluit ervan (koninklijk besluit van 26 oktober
2007 ‘tot vaststelling van het tarief van de rechtsple-
gingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het
Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de
datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot
13 van de wet van 21 april 2007’). Het doel van de
werkgroep bestond erin oneerlijke situaties en
gebreken van de wet te verhelpen. Zo is er op 7
december 2009 een wetsontwerp ingediend in de
Kamer en op 12 januari 2010 is er een stemming
gehouden in de Commissie voor de Justitie.
modernisering van de rechterijke orde,
hervorming van het gerechtelijk landschap
De dienst Modernisering en juridische ondersteu-
ning speelt een actieve rol in de moderniserings-
projecten voor de rechterlijke organisatie. De dienst
ondersteunt de minister van Justitie bij zijn
hervormingsproject voor de hertekening van het
gerechtelijk landschap. Samen met de beleidscel
levert de dienst voorbereidend werk en advies,
coördineerde ze bijdrages van het DG RO en zal ze
desgevallend de wetgevende uitwerking mee
voorbereiden. De dienst nam namens de FOD
Justitie dan ook deel aan de werkzaamheden van
de Atomiumwerkgroep in het parlement. Daarnaast
vertegenwoordigt de dienst de FOD Justitie in het
begeleidingscomité voor de ontwikkeling van het
werklastmeetinstrument voor de zetel en het
Openbaar Ministerie.
dG RechteRliJke ORGanisatie14
Modernisering van het dG RO
Het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie
heeft in 2009 een belangrijk moderniseringspro-
gramma doorlopen. Doel van dit programma was
een klantgerichtere en volledig transparante werking
te realiseren. Binnen het directoraat-generaal werd
een geheel van initiatieven opgestart, gebundeld in
vier projecten die nauw met elkaar verbonden zijn:
› een interne procesverbetering;
› de realisatie van een dienstencatalogus;
› de oprichting van een dienst Account
management;
› de opstart van een overlegmodel.
Het nieuwe overlegmodel moet het mogelijk maken
om de dienstverlening naar de rechtelijke orde
blijvend te optimaliseren en de relatie tussen de
hoven, rechtbanken en parketten en het directoraat-
generaal Rechterlijke Organisatie te structuren.
Op strategisch niveau overleggen de strategische
vertegenwoordigers van de rechtelijke orde en de
directeur-generaal van het DG RO jaarlijks over de
inhoud en de prioriteiten binnen de geleverde
dienstverlening. Op basis van dit overleg legt het
directoraat-generaal krijtlijnen en vernieuwingen
vast voor de dienstverlening.
Onder dit niveau overleggen de correspondenten
van de rechtelijke orde en de accountmanagers van
het DG RO voortdurend over de kwaliteit van de
dienstverlening. De dagdagelijkse contacten tussen
de leden van de rechtscolleges en de administratie
bij de uitvoering van de diensten blijven gewoon
bestaan.
De introductie van dit model was het voorlopige
eindpunt van een moderniseringsproces dat begon
met de interne procesanalyse. Het DG RO onder-
zocht in het voorjaar van 2009 zijn taken en
werkprocessen en formuleerde verbetervoorstellen
op grond van die ervaring. De verbeterde dienstver-
lening vormde de basis voor de dienstencatalogus.
Dit document biedt een inventaris van de diensten
die de medewerkers van de hoven, rechtbanken en
parketten mogen verwachten van het DG RO.
Daarnaast staat ook te lezen hoe en onder welke
voorwaarden de gebruikers een bepaalde dienst
kunnen aanvragen. Doel van de dienstencatalogus
is om iedereen een gelijke en kwaliteitsvolle
dienstverlening aan te bieden en zo de dienstverle-
ning te uniformiseren.
Over het opstellen van de dienstencatalogus waakt
de dienst Account management. Deze dienst werd
in het najaar opgericht en treedt op als relatiebe-
heerder van de rechtelijke orde binnen het
directoraat-generaal. De accountmanagers
verzekeren de continue actualisering van de
catalogus en zoeken proactief naar verbeteringen
van de geleverde dienstverlening. Daarvoor staan
zij in contact met correspondenten in de hoven,
rechtbanken en parketten. De centrale correspon-
dent moet informatie, suggesties en klachten vanuit
zijn netwerk doen doorstromen naar de account-
manager. De concrete uitbouw van dit correspon-
dentennetwerk gebeurt in overleg met de rechter-
lijke orde. Op het einde van 2009 startte daarom
een proefproject bij het Hof van Cassatie, het
federaal parket en in de arrondissementen van
Charleroi en van Gent.
FOCus
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden 15
La direction générale des Établissements
pénitentiaires (EPI) est responsable de l’exécution
des peines et mesures privatives de liberté. Elle agit
dans le strict respect de la légalité, garantit la
sécurité de la société, du personnel et des détenus
en respectant la dignité humaine et agit dans un
esprit de justice réparatrice. En s’appuyant sur son
expertise, cette direction générale rend également
des avis dans le domaine pénitentiaire.
La direction générale EPI est composée d’une
administration centrale et de services extérieurs
comprenant l’ensemble des établissements
pénitentiaires. L’administration centrale assure
notamment le contrôle et l’encadrement des
services extérieurs, le traitement des dossiers
individuels des détenus et la gestion du personnel.
Les prisons assurent l’exécution des peines et des
mesures privatives de liberté.
Le corps de sécurité, qui est chargé du transfert des
détenus, fait également partie de cette direction
générale.
dG Wetgeving en Fundamentele Rechten en vrijheden
Het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele
Rechten en Vrijheden (DG WL) adviseert de minister
van Justitie inzake burgerlijk recht, strafrecht en
rechten van de mens.
Het DG WL is belast met:
› de voorbereiding van de wetgeving op vlak van
intern recht en de deelname aan internationale
en Europese onderhandelingen:
• in burgerlijke zaken, daaronder begrepen
burgerlijk recht, handelsrecht en gerechtelijk
recht;
• inzake strafrecht en strafprocesrecht;
• inzake rechten van de mens;
› de toepassing in de praktijk van het burgerlijk
recht (o.a. naams- en voornaamsverandering,
nationaliteit, internationale wederzijdse
rechtshulp in burgerlijke zaken, ontvoeringen
door ouders, voogdij over niet-begeleide
minderjarige vreemdelingen, internationale
adoptie, …) en het strafrecht (o.a. uitleveringen,
rogatoire commissies, overbrenging van
veroordeelde personen, wapenwet, …);
› de vertegenwoordiging van de Belgische staat
bij de internationale controleorganen inzake de
rechten van de mens, de uitoefening van de rol
van nationale autoriteit en verbindingsambtenaar
voor het Europees Comité inzake de voorkoming
van folteringen (CPT), de coördinatie van de
verslagen over de toepassing van de verdragen
inzake de rechten van de mens in België;
› de machtiging van giften en legaten aan
rechtspersonen - wanneer vereist - en de
erkenning van stichtingen van openbaar nut en
internationale verenigingen;
› de erkenning en het beheer van erediensten en
vrijzinnigheid.
Dit directoraat-generaal bestaat uit drie verticale
directies die elk instaan voor een bepaald rechtsdo-
mein en drie horizontale diensten die een coördine-
rende en een ondersteunende functie hebben.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden16
Directie IBurgerlijk Recht
Dienst Familierecht en Burgerlijke Stand
Dienst Burgerlijk Vermogensrecht
Dienst Nationaliteitsrecht
Dienst Rechten van de Mens
Dienst Economische Rechten
Dienst Naams- en Voornaamsverandering
Coördinatiedienst Internationaal Recht
Directeur-generaal
Directie IIFundamentele Rechten
Operationele Steundienst
Directie IIIStrafrecht
Dienst Kennis-, Processen- enInformatiemanagement
Dienst Internationale Samenwerking in Burgerlijke Zaken
Dienst Internationale Adoptie Dienst Erediensten en Vrijzinnigheid
Dienst Voogdij voor de Niet-begeleideMinderjarige Vreemdelingen
Dienst Beginselen van Strafrecht enStrafprocesrecht
Dienst Bijzondere Inbreuken en Procedures
Dienst Europees Strafrecht
Dienst Internationale Samenwerking in Strafzaken
Federale Wapendienst
Dienst Internationaal Humanitair Recht
nDienDDiD
nDienDi
nDiennDienDi
nDiennDienD
nDiennDienDi
nDienD nDienD
nDienDDiD
nDienD nDienDDiD
DienDMindMDienDDiD
DienDDienD
na
DieDiStra
nDienDieDi
n
na
DieStra
nDieDi
DieDieDi
nDieDieDi
deFeddeFedF d
Dienst Burgerlijk ProcesrechtnnDienDDienDDiD
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden 17
Directie i – BurgerLijk recht
Dienst familierecht en Burgerlijke stand
De voornaamste wetgevende activiteiten van deze
dienst waren gewijd aan:
› de wet van 12 juli 2009 tot wijziging van het
Burgerlijk Wetboek voor wat de plaats van het
huwelijk betreft: voornoemde wet, die op 24
augustus 2009 in het BS werd bekendgemaakt,
machtigt de gemeenteraad om op het
grondgebied van de gemeente andere openbare
plaatsen met een neutraal karakter, waarvan de
gemeente het uitsluitend gebruiksrecht heeft,
aan te wijzen om huwelijken te voltrekken;
› de wet van 30 december 2009 over diverse
bepalingen betreffende Justitie. Deze wet (de
artikelen 18 en 19 ervan) die op 15 januari 2010
in het BS werd bekendgemaakt, voegt een
nieuwe overgangsbepaling in in de wet van 1
juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van
het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het
vaststellen van de afstamming en de gevolgen
ervan. Dit houdt verband met de homologatie
van de erkenning door een gehuwde man
(vroegere artikel 319bis van het Burgerlijk
Wetboek);
› de wet van 17 november 2009 tot wijziging
van het Gerechtelijk Wetboek inzake de
kostenverdeling onder partijen bij een
echtscheidingsprocedure. De wet werd op 22
januari 2010 in het BS bekendgemaakt.
Bovendien werkte de dienst mee aan het opstellen van
het voorontwerp van wet dat de oprichting van een
nieuwe afdeling Jeugd en Familie (JEFA) bij de
rechtbank van eerste aanleg beoogt. Dit gebeurde in
samenwerking met de dienst Burgerlijk Procesrecht en
het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie.
Ten slotte heeft de dienst meegewerkt aan het
voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk
Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht
en de wet van 31 december 1851 met betrekking tot
de consulaten en de consulaire rechtsmacht ter
bestrijding van schijnhuwelijken. De dienst heeft
eveneens geparticipeerd aan het voorontwerp van
wet over levenloos geboren kinderen tot wijziging van
artikel 80bis van het Burgerlijk Wetboek en tot
invoeging van een artikel 80ter en een artikel 80quater
in het Burgerlijk Wetboek.
Dienst nationaliteitsrecht
Op wetgevend vlak heeft de dienst
Nationaliteitsrecht de hervorming van het Wetboek
van de Belgische nationaliteit (WBN) voortgezet. De
doelstellingen van die hervorming zijn enerzijds
gericht op de meer neutrale verwerving van
nationaliteit met betrekking tot het migratiebeleid
en anderzijds op het uitbreiden van de
mogelijkheden tot vervallenverklaring van de
Belgische nationaliteit.
De dienst behandelde ongeveer 250 individuele
dossiers i.v.m. de toekenning of het verlies van de
Belgische nationaliteit. Opvallende vaststellingen
daarbij zijn:
› een toename van het aantal dossiers tot
toekenning van de Belgische nationaliteit aan
kinderen ten gevolge van de verkrijging van
de Belgische nationaliteit door hun ouders
(art. 12 WBN). Hierbij ontstaan problemen
op het niveau van de vaststelling van de
afstammingsband en bij de uitoefening van
het ouderlijk gezag;
› een daling van de dossiers tot toekenning
van de Belgische nationaliteit aan staatloze
minderjarigen (art. 10 WBN). Dit komt omdat
hun ouders, die afkomstig zijn uit landen zoals
Brazilië of Kosovo, niet meer zoals voorheen
stelselmatig een aanvraag indienen.
› aangezien de bepalingen van het Wetboek
van internationaal privaatrecht worden
toegepast, moet de dienst steeds vaker de
buitenlandse wetgevingen over familie en
nationaliteit onderzoeken en interpreteren.
Hieruit blijkt de gebrekkige overeenstemming
tussen de specifieke wetgevingen.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden18
Wat de Belgen in het buitenland betreft, dient te
worden vermeld:
› dat sommige Belgen die hun nationaliteit in
het verleden hebben verloren, zich benadeeld
voelen tegenover zij die van een dubbele
nationaliteit genieten;
› dat er nog heel wat landen zijn die de dubbele
nationaliteit verbieden en die verplichten
om afstand te doen van de oorspronkelijke
nationaliteit of in een automatisch verlies
ervan voorzien;
› dat de dubbele nationaliteit problemen geeft
bij de inschrijving in de bevolkingsregisters.
Op internationaal vlak was de dienst betrokken bij
de uitwerking van de aanbeveling 2009/13 van 9
december 2009 van de Raad van Europa inzake de
nationaliteit van kinderen.
AAntAL AAnVrAgen tot wijziging VAn De nAAm en/of VoornAAm
2008 enkeL fAmiLienAAm enkeL VoornAAm nAAm en VoornAAm
n 325 360 45
f 347 373 93
totAAL 672 733 138
Algemeen totaal in 2008: 1543 dossiers
AAntAL AAnVrAgen tot wijziging VAn De nAAm en/of VoornAAm
2009 enkeL fAmiLienAAm enkeL VoornAAm nAAm en VoornAAm
n 365 371 46
f 415 374 99
totAAL 780 745 145
Algemeen totaal in 2009: 1670 dossiers
Dienst naams- en Voornaamsverandering
2009 kende een stijging met 7,6 % van het aantal ingediende aanvragen ten opzichte van 2008. Die stijging
duurt al jaren, aangezien 1108 aanvragen werden ingediend in 2001, 1242 in 2005, 1543 in 2008 en 1670 in
2009.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden 19
Dienst internationale Adoptie
op nationaal niveau
In de loop van dit jaar ontving de dienst Internatio-
nale Adoptie 356 geschiktheidsvonnissen in het
Nederlands, 304 in het Frans en 9 in het Duits. De
dienst stuurde de vonnissen naar de respectieve-
lijke bevoegde gemeenschappen. Er werden 481
adopties erkend of geregistreerd (412 door de
gemeenschappen begeleide adopties en 69
niet-begeleide adopties). De meeste begeleide
adopties gebeurden in Ethiopië (143), Kazachstan
(85) en China (77). De dienst weigerde de erkenning
van 94 (hoofdzakelijk niet-begeleide) adopties en
stond in voor de follow-up van 15 nieuwe beroepen
die in 2009 zijn ingediend tegen zijn beslissingen.
Ten slotte heeft de dienst Internationale Adoptie
532 overschrijvingen van adopties of vonnissen tot
omzetting van adopties ontvangen en toegezon-
den aan de gemeenschappen.
Op wetgevend vlak heeft de dienst een wijziging
van de wet houdende diverse bepalingen betref-
fende Justitie (doc. 50 216/3) opgesteld. De nieuwe
wetgeving stelt een procedure in tot verlenging van
de geschiktheid om te adopteren en heft de
bevoegdheid op van de dienst inzake de uitreiking
van attesten die de geldigheidsduur van geschikt-
heidsvonnissen verlengen. Op 17 december 2009
werd de wet door het parlement goedgekeurd.
op internationaal niveau
In het kader van een zending verbleef de dienst in
Kazachstan om meer inzicht te krijgen in de
problemen die verband houden met de dossiers
inzake erkenningsaanvragen en om de ethiek na te
gaan waarmee de adopties in dat land worden
verwezenlijkt.
De dienst heeft deelgenomen aan een werkgroep
van de ICBS (Internationale Commissie voor de
Burgerlijke Stand) in Straatsburg. Bedoeling was
een certificaat op te stellen dat de erkenning van
een adoptie in een lidstaat van de VCBS (Vaste Com-
missie van de Burgerlijke Stand) vergemakkelijkt
wanneer een andere lidstaat die adoptie reeds
heeft erkend.
De dienst heeft eveneens deelgenomen aan een
informele vergadering in Oslo tussen de centrale
autoriteiten bevoegd voor adoptie. Daarnaast was
er ook een conferentie over adoptie die in Straats-
burg plaatsvond en die gezamenlijk door de Raad
van Europa en de Europese Commissie werd
georganiseerd.
Dienst Burgerlijk Vermogensrecht
op nationaal niveau
De dienst was betrokken bij de uitwerking en
goedkeuring van de volgende wetten:
› wet van 30 december 2009 houdende diverse
bepalingen betreffende Justitie;
› wet van 28 juni 2009 tot wijziging van het
Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek
der successierechten wat betreft de
bevrijdende betaling bij een erfenis en de
terbeschikkingstelling van een bepaald
bedrag aan de langstlevende echtgenoot of
wettelijk samenwonende;
› wet van 18 juni 2009 tot aanvulling van
de woninghuurwet met betrekking tot de
aanrekening van bemiddelingskosten van een
derde aan de huurder;
› wet van 15 mei 2009 tot wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek voor wat betreft de
openbare verkoop van onroerende goederen.
Daarnaast heeft de dienst ook de activiteiten
gevolgd van de parlementaire commissie over de
grondige hervorming van het mede-eigendoms-
recht.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden20
op internationaal niveau
In 2009 stonden de volgende activiteiten op het
programma:
› de dienst heeft het voorzitterschap van
de Belgische delegatie voor zijn rekening
genomen tijdens de Diplomatic Conference
to adopt a Convention on Substantive Rules
regarding Intermediated Securities;
› de dienst heeft meegewerkt aan het
voorstel voor een verordening betreffende
de bevoegdheid, het toepasselijk recht,
de erkenning en de tenuitvoerlegging van
beslissingen en authentieke akten inzake
erfopvolging en de invoering van een
Europees erfopvolgingscertificaat;
› de dienst werd belast met de juridische
analyse van door de FIFA ingediende
verzoeken om juridische waarborgen in
het kader van de Belgisch-Nederlandse
kandidatuur voor de organisatie van de
wereldbeker voetbal;
› de dienst volgde de activiteiten m.b.t.
de ontwerpwijziging van de UNCITRAL-
arbitrageregels en de activiteiten m.b.t. een
bijlage bij de wetgevingsrichtlijnen voor
gegarandeerde operaties gewijd aan de
zakelijke zekerheden op roerende goederen
op het intellectuele eigendom;
› de dienst heeft deelgenomen aan diverse
vergaderingen over het verdrag van Kaapstad
van 16 november 2001 inzake internationale
zekerheden op mobiel materieel. Daarnaast
nam de dienst deel aan het protocol van
Luxemburg van 23 februari 2007 aangaande
specifieke aangelegenheden voor rijdend
spoorwegmaterieel en aan het voorontwerp
van protocol aangaande specifieke
aangelegenheden voor ruimteobjecten;
› de dienst heeft ook deelgenomen aan
verschillende Europese vergaderingen inzake
de bestrijding van handel in cultuurgoederen.
individuele dossiers: machtiging van schenkingen en legaten
totAAL neDerLAnDs frAns
Aantal ontvangen dossiers
in 2009259 116 (45 %) 143 (55 %)
Aantal machtigingen in
2009226 107 (47 %) 119 (53 %)
Vergelijking 2008 - 2009
2008 2009 tenDens
Aantal ontvangen dossiers 257 259 Stagnatie
Aantal machtigingen 236 226 Daling van 4 %
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden 21
Dienst internationale samenwerking in Burgerlijke zaken
internationale kinderontvoeringen
Het federale aanspreekpunt Internationale
Kinderontvoeringen (hierna FAP genoemd) heeft in
2009 zijn werkzaamheden voortgezet in het kader
van zijn opdracht:
› Centralisatie en verspreiding van alle
eerstelijnsinformatie
In dit kader is het FAP overgegaan tot de
verspreiding van zijn informatiebrochure
die in samenwerking met zijn partners
(gerechtelijke overheden, FOD Buitenlandse
Zaken en Child Focus) is herzien. Het FAP
heeft ook zijn website aangepast: het plaatste
specifieke links en documenten om te
downloaden. Daarnaast heeft het ook met een
telefonische permanentie geëxperimenteerd
naar aanleiding van de herziening van de
nieuwe werking (7 dagen op 7, 24 uur op 24,
inclusief weekends en feestdagen).
› Beheer van de individuele dossiers
Het aanspreekpunt behandelde 151 nieuwe
individuele dossiers inzake internationale
kinderontvoering en uitoefeningen van
grensoverschrijdend omgangsrecht: Frankrijk
(33 gevallen), Nederland (22), Duitsland
(15), Marokko (12), Spanje (10), het Verenigd
Koninkrijk en Turkije (7). Dat betekent
nogmaals een stijging in vergelijking met de
voorgaande jaren.
De dienst sloot 149 dossiers ‘’s-Gravenhage’
af op basis van dossiers die sinds 2001
geopend waren. Er werd ook aan 120 ouders
advies verleend via de telefoonlijn 6700 (120
gesprekken), via preventie (43 gesprekken) of
via mailbox (47).
› Psychologische steun aan families
In verscheidene nieuwe individuele
dossiers trad de psycholoog op. Dit
gebeurde via ondersteuning van de ouders-
slachtoffers, follow-up van de terugkeer
en daarna, voorbereiding van een ouder
op de uitoefening van het omgangsrecht,
deelname aan coördinatievergaderingen en
aan de organisatie van een internationale
bemiddeling, doorverwijzing van ouders naar
andere specifieke hulp, …
› Financiële steun
In 2009 zorgde het fonds weer voor financiële
bijstand. Zo steunde het bepaalde ouders
bij de repatriëring van hun kind, bij de
uitoefening van hun omgangsrecht, enz.
› Inhoudelijke werkzaamheden
Voorts belegde het FAP vergaderingen met
zijn partners (gerechtelijke overheden, FOD
Buitenlandse Zaken en Child Focus) met het
oog op de coördinatie van de verschillende
acties, waaronder het opstellen van
statistieken.
Op 28 april 2009 vond een nieuwe ontmoeting
plaats met een dertigtal ouders die slacht-
offer zijn van kinderontvoeringen. Zulke
ontmoetingen zullen regelmatig plaatsvinden.
Leden van het FAP hebben met de partners
samengewerkt in het kader van verschillende
studies:
y een door Child Focus opgestart project met
als doel een preventiegids op te stellen;
y een project ‘internationale gezins-
bemiddeling’ in het kader van internationale
kinderontvoeringen, gecoördineerd
door de FOD Buitenlandse Zaken en de
staatssecretaris voor Gezinsbeleid.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden22
› de instemming met het aanvullend protocol
bij het verdrag betreffende de instelling en het
statuut van een Beneluxgerechtshof inzake de
rechtsbescherming van personen in dienst van
de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele
Eigendom (merken en tekeningen of modellen),
opgemaakt te Brussel op 24 oktober 2008.
De dienst heeft een vademecum opgesteld waarin alle
vragen en moeilijkheden worden gegroepeerd die
verband houden met de toepassing van Europese
verordeningen inzake kleine geschillen, met de
Europese executoriale titel en met het betalingsbevel.
Ook de antwoorden en oplossingen voor die moeilijk-
heden zijn erin opgenomen.
op internationaal niveau
De dienst heeft deelgenomen aan verschillende
voorbereidende vergaderingen over de wijziging van
de verordening Brussel betreffende de rechterlijke
bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen
in burgerlijke en handelszaken. Daarnaast nam hij deel
aan het comité van het verdrag van Lugano en aan het
Europees justitieel netwerk in burgerlijke zaken.
De dienst heeft meegewerkt aan de Europese activitei-
ten tot oprichting van een Europees octrooigerecht.
Tot slot tekende hij ook present voor de denkronde over
de hervorming van het Beneluxgerechtshof.
internationale wederzijdse rechtshulp in
burgerlijke zaken
Enkele statistische gegevens:
› betekening en kennisgeving van burgerlijke
akten: 593 dossiers;
› burgerlijke rogatoire commissies: 92 dossiers;
› rechtshulp: 94 dossiers;
› inning van de onderhoudsverplichtingen: 209
dossiers;
› samenwerking van centrale autoriteiten: 30;
› plaatsing van kinderen in het buitenland: 5;
› Europees justitieel netwerk: 7 vergaderingen
bij de EU.
Dienst Burgerlijk Procesrecht
op nationaal niveau
De dienst heeft meegewerkt aan verschillende
voorontwerpen van wet die momenteel worden
aangenomen. Die voorontwerpen hebben betrek-
king op de volgende onderwerpen:
› de instelling van de familierechtbank;
› een collectieve rechtsvordering;
› de hervorming van de wet betreffende de
collectieve schuldenregeling;
› de tenuitvoerlegging van het centraal en
geïnformatiseerd bestand van berichten van
beslag;
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden 23
Directie ii – funDAmenteLe rechten
Dienst rechten van de mens
op nationaal niveau
Wat de verslaggeving betreft, heeft de dienst bij het
federale parlement het vijfde jaarverslag van de
regering over de toepassing van het verdrag van de
Verenigde Naties inzake de rechten van het kind
neergelegd.
Op wetgevend vlak heeft de dienst deelgenomen
aan de bekrachtigingsprocedure van het verdrag
inzake de rechten van personen met een handicap
(1 augustus 2009). Het heeft ook het administratief
dossier inzake de bekrachtiging van protocol 12 bij
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
voltooid.
Ook dossiers m.b.t. de bescherming van de persoon-
lijke levenssfeer kwamen aan bod. Zo heeft de dienst
deelgenomen aan het opstellen en goedkeuren van
de wet van 30 november 2009. De wet behandelt het
akkoord met de overeenkomst tussen de Europese
Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de
verwerking en overdracht van persoonsgegevens
van passagiers door luchtvaartmaatschappijen aan
het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de
Verenigde Staten van Amerika. De dienst heeft ook
het voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 44
van de wet op het politieambt opgemaakt.
op internationaal niveau
› Qua geschillen ontving de dienst Rechten
van de Mens 48 nieuwe individuele
verzoekschriften die voor het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens tegen de
Belgische staat zijn ingediend (in 2008 waren
dat er 33). Met 35 is er tegelijk sprake van een
groter aantal verzoekschriften ‘dringende en
voorlopige maatregelen’ (9 in 2008). In de loop
van datzelfde jaar heeft het Hof overigens
18 vonnissen tegen België gewezen (zoals in
2008).
› De dienst heeft deelgenomen aan de
activiteiten van verschillende werkgroepen in
verschillende fora:
y op het niveau van de Raad van Europa: de
stuurgroep Mensenrechten en de daaraan
verbonden werkgroepen. De gesprekken
gingen over seksuele discriminatie en
gender orientation (LGBT: Lesbian, Gay,
Bisexual and Transgendered people),
de mensenrechten van leden van de
krijgsmacht en de verbeteringsprocedure
voor de bescherming van de rechten van de
mens voor het Europees Hof van de Rechten
van de Mens;
y op het niveau van de Europese Unie:
multidisciplinaire groep rond de
georganiseerde criminaliteit (kaderbesluit
over de bescherming van de gegevens
binnen de derde pijler), de ad hoc-groep
Fundamentele Rechten, Working Party
Europol en het Europees Bureau voor de
Grondrechten;
y op het niveau van de Verenigde Naties:
werkgroep over de mogelijkheid om
een facultatief protocol bij het verdrag
inzake de rechten van het kind uit te
werken, gesteund op de creatie van een
communicatiemechanisme.
› Vermeldenswaard in het kader van de
verslaggeving is het vijfde periodieke rapport
over het internationaal verdrag inzake
burgerrechten en politieke rechten. Dit geldt
ook voor het verslag over de follow-up van
de geformuleerde aanbevelingen die het
Comité tegen foltering (van de Verenigde
Naties) heeft gemaakt naar aanleiding van
de voorstelling van het tweede rapport van
België in november 2008.
Bovendien heeft de dienst het verslag van
de Europese Commissie tegen racisme
en onverdraagzaamheid (ECRI) over haar
vierde bezoek aan België in september 2008
ontvangen en verspreid. Het verslag bevat
onder andere aanbevelingen aan de staat over
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
zijn antidiscriminatie- en antiracismebeleid.
› Op het vlak van de bescherming van
de persoonlijke levenssfeer en de
persoonsgegevens wordt binnen de Europese
Unie aan diverse dossiers gewerkt:
y het memorandum of understanding tussen
België en het secretariaat van de Raad over
de aanmaak van een expertisegegevensbank
voor het civiele crisisbeheer;
y de overeenkomst van 30 november 2009
tussen de Europese Unie en de Verenigde
Staten van Amerika over de verwerking en
doorgifte van gegevens betreffende het
betalingsberichtenverkeer van de Europese
Unie naar de Verenigde Staten, en dit ten
behoeve van het traceringsprogramma van
terrorismefinanciering (swift II);
y de overeenkomst met de Verenigde Staten
van Amerika over de aanpak/verwerking van
de gegevensuitwisseling in het kader van het
Terrorist screening assessment-programma;
y het programma van de troijka van het
beurtelingse voorzitterschap en het
programma van Stockholm.
› De andere voornaamste activiteiten van de
dienst in 2009 waren:
y de organisatie en follow-up van het vijfde
bezoek van het Europees Comité ter
voorkoming van foltering (CPT) aan België
in september-oktober 2009;
y de organisatie van en deelname aan de
selectieprocedure van Belgische kandidaat-
rechters voor het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens.
Dienst economische rechten
De afdeling wetgeving van de dienst pakt uit
met de volgende belangrijke realisaties:
› globale coördinatie van en bijdragen aan de
wetten betreffende diverse bepalingen inzake
Justitie I en II van 30 december 2009:
y inzake aanpassingen van diverse wetgeving
aan de wet van 16 januari 2003 betreffende
de kruispuntbankondernemingen;
y inzake de omzetting van de gewijzigde
derde; en zesde vennootschapsrichtlijnen
(fusie en splitsing van vennootschappen);
y inzake wijzigingen aan de vzw-wet van 20
juni 1921;
› verscheidene wijzigingen aan het
uitvoeringsbesluit van het Wetboek
vennootschappen van 30 januari 2001 en aan
de boekhoud-KB’s op de vzw-wet van 20 juni
1921;
24
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
› de wet over de invoering van de starters-BVBA;
› de uitvoeringsbesluiten op de wet van
31 januari 2009 op de continuïteit van de
ondernemingen met o.a. het KB betreffenden
de erelonen van gerechtsmandatarissen;
Prestaties van de afdeling ivzw’s-stichtingen van de dienst:
De terugval die voor 2006 voor de stichtingen was voorspeld, zet zich nog steeds door. Toch liggen de cijfers nog op een hoger niveau dan voor de wetswijziging
van 2005 (bv. aantal oprichtingen van stichtingen in 2004: 6, in 2008: 27, in 2009: 24; oprichtingen van ivzw’s in 2004: 100, in 2008: 123 en in 2009: 111). Desalniette-
min valt op dat de stichtingen zich op een zelfde hoger niveau als voor de wetswijziging gestabiliseerd hebben. Hetzelfde kan ook over de de ivzw’ s worden gezegd.
› wijzigingen aan de bijlagen bij de
insolventieverordening nr. 1346/2000;
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Totaal
Wijzigingenstichtingen
Oprichtingenstichtingen
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
50
100
150
200
250
300
350
Totaal
Wijzigingenivzw
Oprichtingenivzw
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
› nota’s en onderhandelingen binnen het raam
van de ontwerpverordening betreffende de
invoering van het statuut van de Europese
besloten vennootschap.
25
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
Dienst erediensten en Vrijzinnigheid
De dienst heeft naast zijn gebruikelijke opdrachten*
in het bijzonder meegewerkt aan:
› de follow-up van het dossier Executief van de
moslims van België (EMB): het ging om het
vanuit federaal oogpunt bekeken beheer van
de door het EMB geleverde inspanningen voor
een hernieuwing van de structuren van een
toekomstig nieuw executief als representatief
orgaan van de islamitische eredienst;
› het boeddhisme: op grond van de wet van 24
juli 2008 houdende diverse bepalingen, gaat
het om de ontwikkeling van de samenwerking
met de Boeddhistische Unie van België.
Die beoogt het structureringswerk van de
vertegenwoordigers van het boeddhisme in
België bij de openbare overheden voort te
zetten en de eventuele erkenning van die niet-
confessionele levensbeschouwing verder voor
te bereiden;
› materie m.b.t. de parochieassistenten van de
katho-lieke eredienst: praktische toepassing
van de wetswijzigingen ter zake en een
gesprek met de katholieke eredienst over de
verschillende toepassingswijzen;
Dienst Voogdij voor de niet-begeleide minderjarige Vreemdelingen
In 2009 heeft de dienst Voogdij 4094 meldingen
geregistreerd. Dat cijfer komt overeen met 2855 onder
de hoede genomen personen, waarvan er 2501 pas zijn
aangekomen. Er werden 455 medische tests uitgevoerd
om de leeftijd vast te stellen. Bij de Raad van State zijn
35 beroepen ingediend tegen de beslissingen over de
leeftijd. Er werden 1093 voogdijen toegekend. Bij de
dienst hadden 860 gesprekken plaats om de minderja-
rigen te informeren of om hun voogd te steunen. Op
het einde van het jaar waren er 1825 actieve voogdijen.
In de loop van dezelfde periode zijn 32 personen
toegevoegd aan de voogdenlijst. 211 van de 416
erkende voogden kunnen als actieve voogden worden
beschouwd.
Na vijf jaar werking heeft de dienst een wetsvooront-
werp tot wijziging van de wet betreffende de voogdij
over niet-begeleide minderjarigen uitgewerkt om de
verschillende fases en de follow-up van de voogdij te
verbeteren.
De dienst heeft zijn samenwerking met verschil-
lende partners versterkt:
› Fedasil (federaal agentschap voor de opvang
van asielzoekers) betreffende het tekort aan
opvangplaatsen;
› de Centrale dienst voor de bestrijding van
valsheden van de federale politie, de bevoegde
diensten van de FOD Buitenlandse Zaken en
het CEDOCA (documentatiecentrum voor
asieldiensten) van het CGVS voor wat de
authentificatie van buitenlandse akten van de
burgerlijke stand betreft;
› de Raad van Europa via deelname aan de in
Rome georganiseerde workshops over de
implementatie van een levensdoel voor de
niet-begeleide minderjarige migranten;
› het Europees netwerk van instellingen die
de voogdij van niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen organiseren (The European
Network of Guardianship Institutions): de dienst
heeft in die hoedanigheid deelgenomen
aan de European Conference on guardianship
for unaccompanied minors / Guardianship in
Europe (Amsterdam, 26 en 27 november 2009);
› de Internationale organisatie voor migratie,
en dit via een seminarie (Praag, van 7 tot
9 december 2009) dat niet-begeleide
minderjarige vreemdelingen bewust
trachtte te maken van hun rechten door
hen te betrekken bij de ontwikkeling
van een informatiecampagne over de
informatieuitwisseling en goede handelwijzen
bij het onthaal, de bescherming en de
behandeling van niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen.
26
* erkenning van erediensten en niet-confessionele levensbeschouwingen, sociaal secretariaat van de erediensten en de vrijzinnigheid voor meer dan 3300 bedienaars van de erediensten en afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad, wetgevende zaken van de dienst en financiële aspecten
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
› de oprichting van een reflectiegroep met het
oog op een hervorming van de wetgeving:
naar aanleiding van de werkzaamheden van
de ‘commissie van wijzen’ heeft de dienst zijn
hulp aangeboden bij de oprichting van een
reflectiegroep. Die reflectiegroep streeft via een
hervorming naar een homogene wetgeving
inzake erkenning, financiering van de erkende
erediensten en van de niet-confessionele
gemeenschap in België en opleiding van de
bedienaars van de eredienst en hun statuut.
De dienst is belast met het secretariaat van die
reflectiegroep;
› de follow-up van het samenwerkingsakkoord
tussen de federale overheid, het Vlaams
Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige
Gemeenschap. De dienst is belast met
het secretariaat en het voorzitterschap
van de informatie- en overlegcommissie
die werd opgericht in het kader van het
samenwerkingsakkoord van 27 april 2004.
Directie iii – strAfrecht
Dienst Beginselen van strafrecht en strafprocesrecht
op nationaal niveau
De uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van
de volgende teksten verdienen aandacht:
› de wet van 30 december 2009 houdende
diverse bepalingen betreffende Justitie;
› de hervorming van het hof van assisen (wet
van 21 december 2009);
› het Wetboek van sociaal strafrecht (in
bespreking in het parlement).
Bovendien heeft de dienst de volgende wetgeven-
de werkzaamheden verricht:
› het wetsontwerp tot wijziging van artikel
216bis Sv (schikking) en 216ter Sv;
› het wetsontwerp betreffende de strijd tegen
de uitbuiting door arbeid en tot invoering van
een stelsel van hoofdelijke aansprakelijkheid
tussen de opdrachtgever en de aannemer;
› het wetsontwerp betreffende de mogelijkheid
voor de raadkamer om als vonnisgerecht
uitspraak te doen in niet-betwiste zaken;
› het wetsontwerp tot wijziging van de DNA-
wet.
De dienst heeft ten slotte ook deelgenomen aan
het coördinatieteam van diverse expertisenetwer-
ken van het college van procureurs-generaal:
REN-slachtoffers, REN-bemiddeling, REN-straf-
procedure, samenwerking met de justitiehuizen en
met andere werkgroepen, zoals ‘informatie aan de
slachtoffers’ en ‘informatie omtrent bemiddeling’.
op internationaal niveau
De dienst heeft de werkzaamheden gevolgd
betreffende de volgende dossiers:
› het ontwerp van verdrag inzake de
voorkoming en bestrijding van geweld tegen
vrouwen en huiselijk geweld (Raad van
Europa);
› de onderhandeling over een protocol inzake
de clandestiene handel in tabaksproducten
(WHO);
› de follow-up van de werkzaamheden van
GRECO (Groep van Staten tegen Corruptie);
› verscheidene dossiers op het niveau van
de Europese Unie (recht op vertolking en
vertaling in strafrechtelijke procedures,
European protection order, procedurele rechten
in strafzaken enz.);
› partner van het CURE-project van de
EU – Children in the Union – Rights and
Empowerment.
27
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
Dienst Bijzondere inbreuken en Procedures
In 2009 was de dienst voornamelijk actief in het
kader van:
› het expertisenetwerk van het college van
procureurs-generaal: effectieve participatie
aan de verschillende expertisenetwerken
van het college van procureurs-generaal
(verdovende middelen, mensenhandel, jeugd,
corruptie);
› terrorisme: bekrachtiging van het verdrag van
de Raad van Europa inzake de financiering van
terrorisme;
› piraterij op zee: opmaak, parlementaire
werkzaamheden en stemming van de nieuwe
wet;
› gedwongen verdwijningen: bekrachtiging van
het verdrag over gedwongen verdwijningen;
› corruptie: opmaak van nieuwe aanbevelingen
van de OESO;
› jeugdbescherming: voorbereiding van een
herziening van de basiswet ter zake op basis
van een wetgevingstechnische hervorming en
van oplossingen voor de problemen die zich
voordoen. KB houdende de oprichting van
gesloten federale centra;
› mensenhandel: voltooiing van een wets-
ontwerp betreffende de opdrachtgevers;
› kansspelen: deelname aan de EU-werk-
zaamheden met betrekking tot de controle
op de kansspelen. Opmaak en parlementaire
follow-up van een wetsontwerp tot herziening
van de basiswet ter zake;
› bijzondere opsporingstechnieken: opmaak
van een ontwerp van herstelwet ingevolge
de arresten van het Grondwettelijk Hof en
oplossing van technische problemen bij de
uitwerking ervan. Eveneens: parlementaire
follow-up van het wetsontwerp betreffende
de bijzondere opsporingstechnieken voor de
inlichtingendiensten;
› DNA: opmaak van een wetsontwerp tot
herziening van de basiswetgeving ter zake;
› aftappen van telecommunicatie: opmaak van
een ontwerp van KB betreffende het aftappen
van telecommunicatie en de samenwerking
van de operatoren;
› informaticacriminaliteit: opmaak van een
ontwerp van wet en een KB inzake de
bewaring van gegevens door de operatoren
en de voorwaarden en duur van bewaring.
Dienst internationale samenwerking in strafzaken
Op conceptueel vlak waren de belangrijkste
activiteiten van de dienst de volgende:
› ondertekening te Tilburg op 31 oktober 2009
van het verdrag tussen het Koninkrijk België
en het Koninkrijk der Nederlanden over de
terbeschikkingstelling van een penitentiaire
inrichting in Nederland ten behoeve van
de tenuitvoerlegging van bij Belgische
veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen;
› bekrachtiging van de overeenkomst tussen de
regering van het Koninkrijk België en de regering
van de Speciale Administratieve Regio Hongkong
van de Volksrepubliek China betreffende
de overbrenging van gevonniste personen,
ondertekend te Brussel op 8 november 2006;
› bekrachtiging van het tweede aanvullend
protocol bij het Europees verdrag aangaande de
wederzijdse rechtshulp in strafzaken, opgemaakt
te Straatsburg op 8 november 2001;
› ondertekening te Brussel op 29 april 2009 van
de overeenkomst tussen het Koninkrijk België
en de Democratische Republiek Congo inzake
wederzijdse rechtshulp in strafzaken en van de
overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Democratische Republiek Congo betreffende de
overbrenging van gevonniste personen;
28
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
› ondertekening te Santo Domingo op 5 mei 2009
van de overeenkomst tussen de Dominicaanse
Republiek en het Koninkrijk België betreffende
de overbrenging van gevonniste personen;
› ondertekening te Brasilia op 7 mei 2009 van
de overeenkomst tussen de Federatieve
Republiek Brazilië en het Koninkrijk België inzake
wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
› ondertekening te Brussel op 4 oktober 2009
van de overeenkomst tussen het Koninkrijk
België en de Federatieve Republiek Brazilië
betreffende de overbrenging van gevonniste
personen.
AArD VAn De Dossiers 2007 2008 2009
Uitleveringen 130 100 112
Rogatoire commissies 3200 3667 4199
Vragen om inlichtingen 80 171 117
Verbeurdverklaringen 6 13 11
Overbrengingen zonder instemming 63 104 59
Europese aanhoudingsbevelen 637 588 565
Kennisgeving van stukken 286 618 330
Verkeer 19 865 23 378 20 404
Overnames van strafuitvoering 8 13 10
Meldingen met het oog op strafvervolging 128 108 147
Bewaking 3 6 14
Vrijwillige overbrengingen 133 165 180
Tijdelijke overbrengingen 10 13 6
totAAL 24 549 28 944 26 154
Op operationeel niveau neemt het aantal te behandelen dossiers in de basiscategorieën (rogatoire
commissies, aangiften met het oog op vervolging, vrijwillige verzoeken tot overbrenging en uitleverin-
gen) toe. De onderstaande tabel illustreert dit.
29
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
Dienst europees strafrecht
In de loop van 2009 heeft de dienst onderhandeld over
tal van wetgevingsinstrumenten binnen de verschil-
lende werkgroepen van de Raad van de Europese Unie,
in het bijzonder inzake de volgende aangelegenheden:
mensenhandel, seksuele uitbuiting van kinderen, het
recht op vertolking en vertaling, jurisdictiegeschillen,
overdracht van procedures, wederzijdse rechtshulp
met Japan, het wetenschappelijk bewijs en de
bestrijding van de financiering van het terrorisme.
De dienst was eveneens belast met de voorbereiding,
coördinatie en follow-up van de Europese werkzaam-
heden (vergaderingen, vragenlijsten enz.) tijdens de
opeenvolgende voorzitterschappen van de Tsjechische
Republiek (eerste semester 2009) en Zweden (tweede
semester 2009).
De dienst is ten slotte begonnen aan de voorbereiding
van het toekomstige Belgische EU-voorzitterschap dat
in het tweede semester van 2010 plaatsvindt.
Dienst internationaal humanitair recht
Op internationaal normatief vlak heeft de dienst met
het Internationaal Strafgerechtshof (ISG) een
bilateraal akkoord gesloten voor versterkte
samenwerking inzake de getuigenbescherming in
Afrika.
De dienst heeft bovendien de onderhandeling over
bilaterale akkoorden voor versterkte samenwerking met
verscheidene internationale straftribunalen voortgezet:
› akkoord inzake de tenuitvoerlegging in België
van veroordelingen uitgesproken door het
Internationaal Strafgerechtshof;
› uitbreiding van het akkoord met de diensten van
de aanklager van het ISG;
› akkoord inzake de getuigenbescherming met het
Speciaal Tribunaal voor Sierra Leone;
› akkoord inzake de tenuitvoerlegging in België van
veroordelingen uitgesproken door het Speciaal
Tribunaal voor Sierra Leone.
In het kader van de eerste conferentie tot herziening
van het Statuut van Rome van het ISG heeft de dienst
wijzigingen in de oorlogsmisdaden (die onder de
bevoegdheid van het ISG vallen) opgesteld en
besproken. België is als enige staat die partij is, erin
geslaagd om de nationale wijzigingen over te zenden
aan de eerste conferentie tot herziening die in juni 2010
zal plaatsvinden. België is een sleutelrol blijven spelen
wat de wijziging in de misdaad van agressie betreft. Een
speciale werkgroep van de vergadering van staten die
partij zijn, heeft over dit onderwerp besprekingen
gevoerd.
Op nationaal normatief vlak heeft de dienst de studie
van wetswijzigingen voortgezet of voltooid. Die
wetswijzigingen hebben meer bepaald betrekking op
de bestraffing van het negationisme (beëindigd project)
en van het oneigenlijk gebruik van beschermende
emblemen in geval van gewapende conflicten. Ze
behandelen eveneens bepaalde aspecten van de
samenwerking met de internationale straftribunalen, de
regels voor de bescherming van bedreigde getuigen,
de specialisatie van onderzoeksrechters inzake
internationaal humanitair recht of de aanwijzing van
Belgische kandidaten als rechter bij het Internationaal
Strafgerechtshof.
De justitiële samenwerking met de internationale
straftribunalen en de tussenstaatse rechtshulp wordt op
een zeer hoog niveau in stand gehouden (45 nieuwe
verzoeken tot justitiële samenwerking hadden
bijvoorbeeld betrekking op rechtshulp met het
Internationaal Strafgerechtshof, een cijfer dat sinds de
oprichting van het Hof in 2002 nog nooit werd gehaald).
De dienst zorgde voor de administratieve follow-up van
de Belgische gerechtelijke dossiers inzake internationaal
humanitair recht (71 dossiers in 2009 in plaats van 66 in
2008). Zo heeft de dienst in het bijzonder de opheffing
van de immuniteit van verhoorde getuigen georgani-
seerd in het kader van het assisenproces tegen Ephrem
Nkezabera. Dit proces hield verband met de bestraffing
van de in 1994 in Rwanda gepleegde genocide en
andere moordpartijen.
De dienst heeft als co-agent België vertegenwoordigd
voor het Internationaal Gerechtshof in het kader van de
door België ingeleide zaak tegen Senegal betreffende
de verplichting tot uitlevering of vervolging. Het hof
heeft zich uitgesproken over de bewarende maatrege-
len die België had gevraagd. De zaak houdt rechtstreeks
verband met het door België aan Senegal gerichte
uitleveringsverzoek ten aanzien van de voormalige
president van Tsjaad, Hissène Habré.
30
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
federale wapendienst
Op normatief vlak werden twee koninklijke besluiten
uitgewerkt en bekendgemaakt:
› het koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 24 april 1997 tot bepaling
van de veiligheidsvoorwaarden waaraan het
opslaan, het in bewaring geven en het verzamelen
van vuurwapens of munitie zijn onderworpen
(BS 24 april 2009);
› het koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 25 januari 2007 houdende de
benoeming van de leden van de adviesraad voor
wapens (BS 18 december 2009).
Inzake overleg heeft deze dienst voornamelijk deelgeno-
men aan de volgende vergaderingen:
› de werkgroep ‘omzettingen van de richtlijn
wapens’, samengesteld uit de afgevaardigden van
de Proefbank en het Centraal Wapenregister, de
wapendiensten van de gewesten en de Federale
Wapendienst. Het resultaat is een ontwerp van KB
over de traceerbaarheid van vuurwapens;
› de werkgroep ‘historische jachtwapens’, die bestaat
uit technische deskundigen en mensen die in het
veld werkzaam zijn. De groep moest nagaan in
welke mate de lijst van vrij verkrijgbare wapens
naar bepaalde jachtwapens zou kunnen worden
uitgebreid. Op subsidiaire wijze heeft de groep
zich als taak gesteld om de lijst van wapenrekken,
bekendgemaakt in het BS op 2 augustus 2007,
te corrigeren. Momenteel wordt de laatste hand
gelegd aan de werkzaamheden van de groep.
De dienst behandelde 187 dossiers.
Vergunning tot
het VoorhAnDen
heBBen
erkenning wAPenDrAcht mAchtiging VAn
VerkooP VAn wA-
Pens oP Beurzen
VoorAfgAAnDe
Vergunning
2008 69 6 2 38 24
2009 141 0 3 20 23
Wat de follow-up van de tenuitvoerlegging van de wet betreft, heeft de dienst in het kader van de toepassing van artikel
5 van de wapenwet en van het KB van 16 oktober 2008 tot regeling van het statuut van de wapenhandelaar de eerste
examens inzake beroepsbekwaamheid voor het beroep van wapenhandelaar georganiseerd.
2009ingeschreVen gesLAAgD niet gesLAAgD VrijgesteLD
Veront-
schuLDigDuitgesLoten
NL 23 10 7 3 2 1
FR 19 13 2 1 1 1
totAAL 42 23 9 5 3 2
De informatieverstrekking naar de burgers en naar de betrokken diensten werd versterkt. Zo antwoordde de dienst op
een groot aantal vragen via e-mail, post, de contactpunten of via de verspreiding van brochures. In 2009 wordt de nadruk
gelegd op twee informatiekanalen:
› de publicatie van het activiteitenverslag van de dienst: in de loop van het eerste trimester heeft de Federale
Wapendienst in zijn eerste verslag de balans van zijn activiteiten opgemaakt vanaf de oprichting in juni 2006 tot
eind 2008;
› de provincieronde: tijdens het eerste trimester van 2009 maakte de dienst een ronde langs alle provincies van het
land om onder andere de gouverneurs en hun wapendiensten, de procureurs des Konings, de dienst Wapens van
de federale politie, de korpschefs en hun inspecteurs die met de materie wapens zijn belast, te leren kennen. De
ontmoetingen hadden tot doel hen te informeren over de belangrijke wetswijzigingen van 8 juni 2006 en over de
praktische en dagelijkse toepassing van de wapenwet.
31
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
coörDinAtieDienst internAtionAAL recht
Deze dienst organiseerde tal van vergaderingen om
coherente en gecoördineerde standpunten te
ontwikkelen met het oog op de verschillende
internationale onderhandelingen.
De dienst was in het bijzonder belast met de
voorbereiding van werkgroepen van de Raad van
de Europese Unie, de raden van de ministers van
Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese
Unie, de Raad Algemene Zaken en de Haagse
Conferentie voor Internationaal Privaatrecht.
De coördinatiedienst vertegenwoordigde boven-
dien het departement in het kader van bepaalde
voornoemde onderhandelingen. De dienst
coördineerde de Belgische deelname aan bijeen-
komsten van deskundigen en andere seminars en
de antwoorden op de vragenlijst die werd verspreid
door internationale fora.
De coördinatiedienst vertegenwoordigde boven-
dien het departement in de groep ‘eurocoördinatie’
van de FOD Buitenlandse Zaken. Die groep ziet toe
op de omzetting van de Europese richtlijnen door
België, de follow-up van prejudiciële vragen en de
inbreukprocedures tegen België voor het Hof van
Justitie.
Ten slotte is de dienst begonnen aan de voorberei-
ding van het toekomstige Belgische EU-voorzitter-
schap dat onvermijdelijk een belangrijke coördina-
tie inhoudt en de personeelsleden van de dienst in
2009 behoorlijk wat werk heeft bezorgd.
Dienst kennis-, Processen- en informAtiemAnAgement (kPi) De dienst KPI zag op 1 juli 2009 officieel het
levenslicht. De dienst vervult niet enkel een
ondersteunende rol inzake kennis, processen en
informatie, maar verleent tevens managements-
ondersteuning aan de directeur-generaal.
De belangrijkste projecten en opdrachten die in
2009 werden aangevat of voortgezet, zijn:
› de follow-up van het managementplan. De
dienst KPI is de programmamanager voor het
DG Wetgeving. Gelet op de goede voortgang
van het managementplan heeft de dienst
het plan in 2009 bijgesteld en voor 2010
aanvullende projecten ingevoerd die beogen
de vastgelegde doelstellingen sneller te
bereiken;
› de start van de follow-up van de performantie
op het niveau van het directoraat-generaal.
Verschillende diensten van het directoraat-
generaal beschikten in 2009 al over een
gegevensbank om hun individuele dossiers
beter te kunnen volgen. De dienst KPI heeft
zijn instrumenten opnieuw bekeken en in
een uniek kader samengevoegd, zodat de
medewerkers in 2010 maandelijks over de
minimale performantie-indicatoren kunnen
beschikken;
› het beheer van het DG WL-portaal,
E-Leg en DG WL-News. Overigens wordt
het downloaden van informatie in het
E-Legprogramma en op het portaal (intranet
van het DG WL) voortgezet;
› de bewustmaking omtrent het uitleggen
en delen van kennis. Dat gebeurt via DG
WL-News, het portaal, de gedeelde servers
en de gegevensbank, door regelmatige
overlegvergaderingen, senior-juniorprojecten,
hulp bij archivering of door de ontwikkeling
van procedures en vademecums.
32
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
contactDG Wetgeving en Fundamentele Rechten
en Vrijheden
Waterloolaan 115
1000 Brussel
Tel.: 02 542 67 25
Fax: 02 538 83 75
E-mail: [email protected]
oPerAtioneLe steunDienst
Deze horizontale dienst, die rechtstreeks toegevoegd
is aan de directeur-generaal, heeft zijn activiteiten
voortgezet. Deze zijn:
› het personeelsbeheer van het DG WL: de dienst
heeft meegewerkt aan de behandeling van
wervingsaanvragen en aan tal van selecties van
personeelsleden. Dit niet alleen om nieuwe
behoeften in te vullen, maar vooral om het
tijdelijk of definitief vertrek van ambtenaren
op te vangen. Daardoor konden 27 nieuwe
ambtenaren bij verschillende diensten van het
DG WL worden geworven. Eind 2009 telde het
DG WL 174 ambtenaren:
y 36 % mannen en 64 % vrouwen;
y 61 % niveau A, 13 % niveau B, 18 % niveau C,
8 % niveau D;
y 58 % statutairen en 42 % contractuelen.
› het management: er werden verschillende
transversale projecten van het
managementplan uitgevoerd, met name de
permanente opleiding van de ambtenaren, de
rationalisatie van het archief, de toepassing
van de ontwikkelcirkels, de verhuizingen van
diensten, de logistieke voorbereiding van het
toekomstige Belgische EU-voorzitterschap enz.;
› de communicatie: de dienst was betrokken
bij de uitwerking van verschillende
nummers van het bedrijfsblad Just
News, evenals bij de publicatie van
verschillende informatiebrochures en andere
informatiedragers die betrekking hebben op
het directoraat-generaal in zijn geheel of op
bepaalde diensten in het bijzonder.
33
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden34
de verschillen qua bevoegdheden binnen de europese context
Er bestaan aanzienlijke verschillen wat de bevoegd-
heden van de ministeries van Justitie in onze
buurlanden betreft.
In de eerste plaats kunnen de verschillen inzake de
bevoegdheidsverdelingen tussen de ministeries
worden aangehaald. In sommige landen bijvoor-
beeld ressorteren de bevoegdheden inzake politie,
vreemdelingenbeleid enz. onder het ministerie van
Justitie, maar dat is niet overal zo.
Een ander element is het verschil in structuur tussen
de ministeries van Justitie. Ieder ministerie heeft
een eigen organogram met een interne werking en
een specifieke taakverdeling. Dat is zeker het geval
in staten die geen uniform rechtsstelsel, maar
meerdere rechtsstelsels en wetgevende stelsels
hebben. In dat geval zijn die elk van toepassing op
een deel van het gebied. In bepaalde gevallen is er
binnen de ministeries ook geen onderscheid tussen
de beleidscellen en de administratie.
FOCus
De internationale onderhandelingen vormen een
concreet voorbeeld om de verschillen tussen de
ministeries te bewijzen. De FOD Justitie neemt
volgens zijn bevoegdheden deel aan Europese en
internationale onderhandelingen. Binnen dat kader
moet een gecoördineerd nationaal standpunt met
de betrokken organen worden vastgesteld om een
uniform standpunt te verdedigen. De staten kennen
de eigen processen om hun standpunten te
bepalen die zijn beïnvloed door de specifieke
nationale situaties (bevoegde organen, manier en
tijdstip waarop de zaken bij de parlementen terecht
komen, procedures enz.).
Verschillende multilaterale internationale instru-
menten hebben in de oprichting voorzien van
centrale autoriteiten voor de coördinatie van de
justitiële samenwerking in burgerlijke zaken en
strafzaken. Dat geldt in het bijzonder voor interna-
tionale kinderontvoeringen via het verdrag van
‘s-Gravenhage van 25 oktober 1980. In de meeste
verdragsluitende staten is die centrale autoriteit bij
het ministerie van Justitie gevestigd. De twee
Belgische (burgerlijke en strafrechtelijke) centrale
autoriteiten die deel uitmaken van het DG Wetge-
ving, hebben daarom zeer regelmatig contact met
hun tegenhangers bij de ministeries van Justitie van
andere staten.
dG penitentiaiRe inRichtinGen 35
dG penitentiaire inrichtingen
Het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen
(EPI) is belast met de tenuitvoerlegging van de
straffen en de vrijheidsberovende maatregelen.
Daarbij leeft het DG wettelijkheid op strikte wijze
na, waarborgt het de bescherming van de
samenleving, het personeel en de gedetineerden
met oog voor de menselijke waardigheid en werkt
het herstelgericht. Het directoraat-generaal
verstrekt op grond van zijn deskundigheid advies
op penitentiair vlak.
Het directoraat-generaal EPI bestaat uit een centraal
bestuur en buitendiensten die alle penitentiaire
inrichtingen omvatten. Het centraal bestuur staat in
het bijzonder in voor de controle op en de
begeleiding van de individuele dossiers van de
gedetineerden en het personeelsbeheer.
De gevangenissen zijn belast met de
tenuitvoerlegging van de vrijheidsberovende
straffen en maatregelen.
Het Veiligheidskorps, dat instaat voor de
overbrenging van de gedetineerden, maakt ook
deel uit van dit directoraat-generaal.
dG penitentiaiRe inRichtinGen36
DOGV
Directeur-generaal
Management-ondersteuning
PMO & StrategischePlanning
Coördinatie &Kwaliteitsbewaking
Directie P&O
Directie ICT
Directie BB&L
Directie StrategischeOndersteuning
Antwerpen
Dendermonde
Hasselt
Ieper
LeuvenHulp
Merksplas
Ruiselede
Turnhout
GJ Everberg
Brugge
Gent
Hoogstraten
LeuvenCentraal
Mechelen
Oudenaarde
St-Gillis
Wortel
Andenne
Dinant
Huy
Jamioulx
Marneffe
Namur
Paifve
Tournai
Arlon
Forest
Ittre
Lantin
Mons
Nivelles
St-Hubert
Verviers
RegionaleDirectie Noord
Regionale Directie Zuid
OCPP - Brugge
GFC Tongeren OCPP - Merksplas
CFPP-Marneffe
A d
DirectieDetentiebeheer
Juridische OndersteuninggOndersteuning
Conceptuele VoorbereidinggVoorbereiding
R&D + DocumentatieDocumentatie
DGZG
PSD
Financiële Ondersteuning
LogistiekeOndersteuning
BAB
CDGRA
Veiligheidskorps
Centrale GarageGa ageGarage
Mobiele EquipeNCET
dG penitentiaiRe inRichtinGen 37
nieuwe loopbaan voor het bewakings- en technisch personeel
Het bewakings- en technisch personeel van de
gevangenissen is al geruime tijd vragende partij
voor betere werkomstandigheden. Op 14 mei 2009
resulteerde overleg tussen de minister en de
vakbonden in een akkoord dat voorziet in de
invoering van een arbeidsreglement voor het DG
EPI, een meer flexibele selectieprocedure én een
nieuw loopbaantraject. Dit nieuwe loopbaantraject
is een opmerkelijke nieuwigheid aangezien het de
integratie van bewakings- en technisch personeel
niveau D in het hogere niveau C inhoudt. Sinds
1 november 2009 volgen vele personeelsleden het
loopbaanpad in niveau C.
integratie van niveau D in niveau c
De nieuwe regeling zorgt ervoor dat de medewer-
kers van niveau D in niveau C terecht komen, met
bijhorend salaris. Statutaire personeelsleden met
een graad van penitentiair beambte of bewaarder
werden benoemd tot penitentiair bewakingsassis-
tent. Statutaire personeelsleden met een graad van
kwartierchef bewaking kregen de nieuwe bena-
ming van penitentiair bewakingsassistent ploeg-
chef en personeelsleden met een graad van
technisch kwartierchef werden penitentiair
technisch assistent ploegchef. Contractuele
personeelsleden met een diploma niveau C zijn
automatisch geïntegreerd, terwijl contractuele
personeelsleden zonder diploma niveau C dienen
te beschikken over een ‘instapkaart’ afgeleverd door
Selor en zich moeten inschrijven voor een vergelij-
kende selectie van penitentiair bewakingsassistent.
Voor personeelsleden die genieten van verlof
voorafgaand aan pensioen geldt deze integratie
niet.
Bevordering van niveau c naar niveau B
Voor niveau B zijn twee nieuwe graden in het leven
geroepen, nl. technisch deskundige bewaking en
technisch deskundige logistiek. De bevordering van
de personeelsleden niveau C naar niveau B gebeurt
via een bevorderingsexamen. Dit examen zal plaats-
vinden zodra de nieuwe functiebeschrijvingen op
punt staan en de te meten competenties bepaald
zijn. Wie nu al geslaagd is in het bevorderingsexa-
men van niveau B, is vrijgesteld van het algemeen
gedeelte van het examen voor technisch deskun-
dige.
dG penitentiaiRe inRichtinGen38
splitsing zorg en expertise in de inrichtingen
In 2009 hebben de centrale Psychosociale Dienst
(PSD) en de Dienst Gezondheidszorg Gevangenissen
(DGZG) bijkomende stappen gezet om de splitsing
tussen zorg en expertise in de inrichtingen verder uit
te bouwen. De basiswet van 2005 betreffende het
gevangeniswezen en de rechtspositie van de
gedetineerden legt de nadruk op de professionele
onafhankelijkheid van de zorgverlener. Met dit doel
voor ogen werd reeds in 2007 een ministeriële
omzendbrief1 verspreid waarin de onverenigbaarheid
van een functie als zorgverlener met een opdracht als
expert in de gevangenis werd verduidelijkt.
Inmiddels werden de kaders voor zorgverlening
verder opgevuld, hebben de aanwezige psychiaters
gekozen voor een zorg- of expertiseopdracht en werd
waar nodig het paramedisch personeel van de PSD
naar de DGZG overgedragen. Een evaluatie van de
splitsing tussen zorg- en expertiseactiviteiten in de
gevangenissen was aan de orde. Op basis van
opmerkingen van de betrokken actoren werd op
6 juni 2009 een bijlage bij de circulaire verspreid.
Daarin werden o.a. de opdrachten van de betrokken
diensten verder verduidelijkt, werd er een gemeen-
schappelijk informatiebundel voorgesteld en werd de
wijze van communicatie tussen beide teams
toegelicht.
Deze bijlage maakte eind 2009 het voorwerp uit
van besprekingen op de centrale administratie en in
de inrichtingen. Aangezien het om een dynamisch
proces gaat, zal ook in de toekomst de splitsing
tussen de expertise- en zorgverleningopdracht
verder opgevolgd en ondersteund worden.
PocorfAQ: de online referentie voor P&o-materies
Om de werking van de directie P&O en de lokale
P&O-diensten te ondersteunen, lanceerde het DG
EPI in 2009 de online P&O-dienst POCORFAQ. Het
gaat om een online referentie voor P&O-materies
waar personeelsleden o.a. concrete en gefundeerde
antwoorden op vele vragen terugvinden. Kortom,
een ‘FAQ’ voor P&O-medewerkers.
Personeelsleden van het DG EPI kunnen zich met
vragen nog steeds wenden tot de personeelsver-
antwoordelijken. POCORFAQ is een professioneel
hulpmiddel ontworpen om de kennis van de
P&O-medewerkers te ondersteunen en hen op een
dynamische manier te helpen bij het beantwoorden
van vragen. Meer dan een bron van informatie,
zorgt POCORFAQ ook voor een proactieve commu-
nicatie tussen de verschillende P&O-actoren door
een continue verbinding tussen de centrale en
lokale diensten te voorzien.
1 Ministeriële Omzendbrief nr. 1800 inzake zorgequipes in psychiatrische afdelingen van de gevangenissen, in afdelingen en inrichtingen tot bescherming van de maatschappij: doelstelling, samenstelling en werking
dG penitentiaiRe inRichtinGen 39
het gesloten federaal centrum in tongeren
Het Gesloten Federaal Centrum (GFC) in Tongeren
doet sinds november 2009 dienst als een centrum
voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven
feit hebben gepleegd. Toch heeft het centrum
voordien andere bestemmingen gekend. In 1844
deed het gebouw immers dienst als eerste Belgische
gevangenis. De gevangenis werd gesloten in 2005
en de gedetineerden werden overgeheveld naar de
nieuwe penitentiaire inrichting in Hasselt. De
gevangenis van Tongeren zelf werd ingericht als een
gevangenismuseum. In november 2008 besliste
toenmalig minister van Justitie, Jo Vandeurzen, de
infrastructuur opnieuw in gebruik te nemen als
federale inrichting.
Dankzij de samenwerking tussen de beleidscel van
de minister, een taskforce binnen het DG EPI en de
Regie der Gebouwen, werd het GFC in Tongeren in
2009 geopend.
Het centrum herbergt twee instellingen onder één
dak en biedt plaats aan 34 jongeren. Enerzijds
verblijven hier jongeren die strafbare feiten hebben
gepleegd en voor wie de jeugdrechter acht dat het
arsenaal aan beschermingsmaatregelen uitgeput is.
Gezien hun persoonlijkheid en leefsituatie moeten
zij voor hun daden berecht worden volgens dezelfde
strafrechtelijke procedures als meerderjarigen.
Ook voor de strafuitvoering vallen zij onder
toepassing van het volwassen strafrecht. Daarnaast
worden in het GFC ook jongeren opgevangen die
door de jeugdrechtbank worden toegewezen aan
een centrum van voorlopige plaatsing (de ‘Ever-
berg-wet’) maar enkel wanneer het centrum De
Grubbe in Everberg volzet is op het ogenblik van
plaatsing. De jongeren zijn minimum 16 jaar oud.
De bevoegde jeugdrechtbank heeft zetel in het
Nederlandstalig taalgebied of in het tweetalig
gebied Brussel volgens Nederlandstalige procedure.
Uit deze categorie kunnen ook maximum zes jonge-
ren worden opgevangen.
Het centrum functioneert conform internationale
verdragen, jeugddecreten en federale wetgeving.
De Vlaamse Gemeenschap (agentschap Jongeren-
welzijn) biedt algemeen onderwijs aan de jongeren
en begeleidt hen in hun sportieve en psychosociale
activiteiten. Ten slotte kadert de oprichting van dit
centrum binnen het maatschappelijk probleem van
de jeugddelinquentie en het tekort aan onmiddel-
lijk beschikbare gepaste opvangmogelijkheden
voor delinquente jongeren.
een afdeling beveiligde zorg in de straf-inrichting van merksplas
Op vrijdag 5 juni 2009 werd in de strafinrichting van
Merksplas de afdeling ‘De Haven’ officieel geopend.
Dankzij een succesvolle samenwerking tussen de
FOD Justitie, de Regie der Gebouwen en de Vlaamse
Gemeenschap werd de afdeling op korte termijn
gebouwd en werd er een aangepast leefklimaat
uitgewerkt.
Deze afdeling beveiligde zorg biedt plaats aan een
60-tal mentaal gehandicapte geïnterneerden die op
aangepaste manier begeleid worden. Hun behoef-
ten staan centraal zonder het veiligheidsaspect uit
het oog te verliezen. Deze groep vraagt bijzondere
aandacht omdat hun psychiatrisch toestandsbeeld
specifieke eisen stelt aan een verblijf in een
strafinrichting. ‘De Haven’ staat symbool voor de
veiligheid, de verzorging en de rust van kwetsbare
mensen en biedt hen een goede vertrekbasis voor
hun verdere ontwikkeling. Binnen de afdeling werkt
een zorgteam, de externe dienst ABAGG (Ambu-
lante Begeleiding aan Geïnterneerden met een
Verstandelijke Beperking in de Gevangenis) van de
vzw ’t Zwart Goor en penitentiair personeel.
dG penitentiaiRe inRichtinGen40
Voorbereidingen voor de ingebruik-name van de penitentiaire inrichting in tilburg
In afwachting van de bouw van nieuwe Belgische
gevangenissen zoals voorzien in het Masterplan bis,
zocht de minister van Justitie naar een meer
onmiddellijke oplossing om de meest ernstige
gevolgen van de overbevolking in de Belgische
strafinrichtingen op te vangen. De keuze viel daarbij
op het huren van detentieplaatsen in de penitenti-
aire inrichting Tilburg vlak over de grens in
Nederland. De projectleiding was in handen van het
DG EPI en verschillende diensten troffen in 2009 de
nodige voorbereidingen om dit project te realise-
ren.
Personeelsleden van de dienst Juridische Onder-
steuning en Conceptuele Voorbereiding en van de
dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid
maakten deel uit van een door de minister opge-
richte werkgroep om de budgettaire en juridische
aspecten van dit project uit te werken. Resultaat
was het ‘Verdrag over de terbeschikkingstelling van
een penitentiaire inrichting in Nederland ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische
veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen’. Het
verdrag werd ondertekend op 31 oktober 2009 en
bij wet goedgekeurd op 30 december 2009.
Het verdrag legt vast dat de penitentiaire inrichting
Tilburg een antenne is van de strafinrichting van
Wortel en dat België hier gedurende de volgende
drie jaar gedetineerden kan onderbrengen. De
Belgische wetgeving en penitentiaire regelgeving
zijn van toepassing.
Om de opening van de Belgische detentieplaatsen
in Tilburg te concretiseren en te coördineren werd
een taskforce opgericht. De werkprocedures
werden uitgeschreven en de praktische uitvoering
van de overplaatsing van de gedetineerden naar
Tilburg werd uitgewerkt.
Samen met de regionale directie Noord en Zuid
analyseerde de directie Detentiebeheer, die de
individuele detentiedossiers van gedetineerden
behandelt, de dossiers van de gedetineerden en
onderzocht het wie in aanmerking kwam om naar
de Nederlandse site te worden overgebracht.
Op 5 februari 2010 werd de penitentiaire inrichting
van Tilburg officieel overgedragen aan de Belgische
autoriteiten.
dG penitentiaiRe inRichtinGen
contact
DG Penitentiaire Inrichtingen
Waterloolaan 76
1000 Brussel
Tel.: 02 542 82 36
Fax: 02 542 82 85
E-mail: [email protected]
41
renovatiewerken in de gevangenissen
Het opknappen van de gevangenissen was en is
een prioriteit van het DG EPI om een humane
detentie te verzekeren. In oktober en november
2009 werden enkele belangrijke werken afgerond.
In het Penitentiair Schoolcentrum van Hoogstraten
werden 11 nieuwe cellen ingehuldigd met volledig
nieuw sanitair. De nodige veiligheidsmaatregelen
werden voorzien en alle cellen kregen een nieuwe
laag verf.
De B-vleugel in de gevangenis van Doornik werd
volledig gerenoveerd om de leef- en werkomstan-
digheden van de gebruikers van de gevangenis te
verbeteren en niet zozeer om bijkomende capaci-
teit te voorzien. Het personeel kan zich nu vrijer en
vlugger verplaatsen tussen de cellen. Bepaalde
delen van de gevangenis kunnen dankzij nieuwe
circulatieplatforms worden geïsoleerd. Bovendien
laat deze verdeling ook toe dat er bijzondere
leefregels worden uitgewerkt en dat de gevange-
nisstraffen zo goed mogelijk worden afgestemd op
iedere gedetineerde. Daarnaast werden alle
celdeuren vernieuwd en alle cellen voorzien van
nieuw meubilair en nieuwe elektrische installaties.
In de Etablissement de Défense Sociale (EDS) in Paifve
werd de wandeling gerenoveerd en beveiligd en
werden alle verdiepingen van het centrum A en de
celvleugel D vernieuwd. De EDS heeft sindsdien een
nieuw dak en ook de bestaande cellen werden
grondig aangepakt. Er werden nieuwe cellen
voorzien, maar ook isolatiecellen en een lokaal waar
gedetineerden opleiding kunnen volgen. Net zoals
in Doornik werden ook hier circulatieplatforms
voorzien.
De opening van de C-vleugel in de Mechelse
gevangenis draagt bij tot de uitvoering van het
Masterplan 2008-2012 waarbij het onder meer de
bedoeling is om verloren gevangeniscapaciteit
maximaal te benutten. Er werden tien cellen
opnieuw in gebruik genomen. De administratie
werkt nu in een nieuw en modern gebouw. De
nieuwe vleugel biedt aan de gedetineerden meer
tewerkstellingsmogelijkheden en dus ook een
aangepast regime.
sidis-suite
In 2009 heeft het DG EPI de directie Detentiebeheer
(DDB), die de individuele dossiers van de gedeti-
neerden behandelt en adviezen formuleert over de
toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten,
verder gemoderniseerd.
Omdat een update zich opdrong, stond de
verbetering van het Sidis-Griffieprogramma hierbij
centraal. De Sidis-toepassing laat een digitaal
beheer toe van de bewegingen (opsluitingen,
vrijlatingen, transfers, ...) van de gedetineerden en
hun detentiedossiers. Het is de belangrijkste
informatiebron voor de DDB.
In 2010 legt de directie ICT van het DG EPI zich toe
op de ontwikkeling van Sidis-Suite, een gecentrali-
seerde en meer performante toepassing op basis
van de bestaande databank.
In tegenstelling tot Sidis-Griffie is Sidis-Suite één
centrale applicatie die gegevensuitwisseling
mogelijk maakt en lokaal toegankelijk is.
Dankzij deze centralisatie verloopt het databeheer
vlotter, (kosten-)efficiënter, gebruiksvriendelijker en
stabieler.
Verschillende instanties maken gebruik van de
databank, waardoor dit project de hele dienstverle-
ning van de FOD Justitie ten goede komt.
FOCus
een efficiënte personeels-planning dankzij sp expert
De opmaak van een efficiënte personeelsplanning
is voor vele inrichtingen een hele uitdaging. De
softwaretoepassing SP Expert werd aangekocht om
de planners te ondersteunen zodat zij de
regelgeving uniform kunnen toepassen en zodat
het planningsproces en de dienstlijsten kunnen
worden geautomatiseerd. De implementatie van SP
Expert ging reeds in 2004 van start met de
gevangenis van Gent en Bergen als pilootsites.
Verschillende problemen maakten echter dat het
project in 2008 on hold werd gezet. Het project
vond in 2009 een nieuwe adem toen het DG EPI de
leiding in handen nam. In totaal maken nu 21
inrichtingen gebruik van deze toepassing. Er werd
een helpdesk met een ticketing systeem opgericht
waar de personeelsleden met vragen terecht
kunnen. Het doel is om tegen 2011 alle inrichtingen
met SP Expert te laten werken.
Modernisering en informatisering van het dG epi
Elke moderne organisatie investeert in
modernisering en informatisering. In dat kader
zette het DG EPI in 2009 belangrijke stappen op het
vlak van informatica.
dG penitentiaiRe inRichtinGen42
dG Justitiehuizen 43
dG Justitiehuizen
Het directoraat-generaal Justitiehuizen bestaat uit
een centraal bestuur te Brussel en 28 justitiehuizen
(één per gerechtelijk arrondissement).
Het directoraat-generaal Justitiehuizen (DG MJH)
staat in voor de justitiële begeleiding en het
toezicht van daders in opdracht van de
gerechtelijke en/of administratieve overheden,
gericht op het voorkomen van recidive. Het
verstrekt aan dezelfde overheden de informatie
nodig voor het nemen van een beslissing. Op
strafrechtelijk vlak gebeurt dit door middel van
maatschappelijke enquêtes en beknopte
voorlichtingsrapporten en op burgerrechtelijk vlak,
op basis van burgerrechtelijke sociale studies. Het
DG zorgt ook voor het onthaal, het informeren, de
bijstand en doorverwijzing van slachtoffers van
strafrechtelijke misdrijven en het informeren en
voorkomend doorverwijzen van personen die
geconfronteerd worden met vragen of problemen
die tot de bevoegdheid van de justitiehuizen
behoren.
Om zijn opdracht zo goed mogelijk uit te voeren,
werkt het DG MJH aan de ontwikkeling van een
duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde
methodologie en deontologie.
Het is de opzet van het DG MJH om actief bij te
dragen aan een humane en toegankelijke justitie,
waarin de responsabilisering van de justitiabele
centraal staat. In dat opzicht wenst het DG
alternatieve oplossingen inzake conflicthantering
en sanctionering te stimuleren en te ondersteunen.
Door zijn ruime ervaring en expertise is het een
bevoorrechte gesprekspartner van de minister en
van de verschillende actoren in zijn
bevoegdheidsdomein. Er wordt een krachtig beleid
gevoerd van gestructureerde partnerschappen met
alle andere betrokken partijen.
Het directoraat-generaal MJH beoogt een
vernieuwende, transparante en resultaatgerichte
organisatie te zijn en wenst daartoe een beroep te
doen op het professionalisme, de loyaliteit en het
hoge niveau van deskundigheid van zijn
medewerkers.
dG Justitiehuizen44
Dienst Communicatie - PMO
Dienst Logistieke middelen
Dienst Data-analyse en kwaliteit
Directeur-generaal
stst C Comommumuninicacatitiee - PMPMOO
Directie P&O Directie Management-ondersteuning
Directie Expertise
Dienst Groei en ontwikkeling
Dienst Personeelsbeheer
sDiDiDienee sDDD
sDiiDienee sDD
DiDiienene ssD
DiDiDienee sDD
sDiDiDieneDD
p
Juridische sectie
Dienst Nationaal centrumelektronisch toezicht
Dienst Overleg en samenwerking
Dienst Operationele ondersteuning
Dienst Conceptuele aansturing en beleidsondersteuning
Sectie Opleidingscentrum
Sectie Administratief beheervan de gesubsidieerde projecten
eeeectc ieSSeSe
dprojep
aannn dvarojep
edd
eeectc ieSeSe
Regionale Directie Noord Regionale Directie Zuid
Justitiehuizen NL Justitiehuizen FR
dG Justitiehuizen 45
Dienst Data-analyse en kwaliteit
De dienst Data-analyse en kwaliteit werd eind
december 2008 opgericht. Deze valt onder de
directie Managementondersteuning.
De belangrijkste taken van de dienst zijn:
› Enerzijds, een permanente ondersteuning
verzekeren aan alle gebruikers van de
computerapplicaties voor de registratie
en het beheer van mandaten (het
computerprogramma SIPAR), en de statistische
gegevens gebaseerd op deze registraties ter
beschikking stellen;
› Anderzijds, het ontwikkelen van instrumenten
voor de analyse, het beheer en de
ondersteuning van de besluitvorming (als
ondersteuning voor het management, voor
de uitwerking van het strafrechtelijk beleid ...),
gebaseerd op gefundeerde, consistente en
blijvend betrouwbare gegevens.
De dienst heeft in 2009, in nauwe samenwerking
met de stafdienst ICT, meegewerkt aan de
ontwikkeling, de implementatie en de follow-up
van de verschillende beheers- en statistische
instrumenten.
De dienst heeft in het bijzonder gewerkt aan een
instrument voor het ‘beheer van de achterstand’ van
de opdrachten, dat de mogelijkheid biedt de
evolutie van de dossiers die nog toegewezen
moeten worden binnen een justitiehuis te volgen.
Dit instrument is ter beschikking gesteld aan de
leidinggevende functies in de justitiehuizen, om
maand per maand, opdracht per opdracht, de
evolutie van de basisindicatoren te kunnen
controleren en anticiperend te kunnen corrigeren.
Zo kunnen zij al te grote vertragingen bij de
uitvoering van bepaalde taken voorkomen.
De dienst Data-analyse en kwaliteit heeft ook
gewerkt aan de invoering van een informatica-
programma resource planning, gebaseerd op de
gegevens van SIPAR. Hiermee moeten de directies
van de justitiehuizen de werklast voor de justitie-
assistenten bij elke opdracht beter kunnen
verdelen, en de plaatselijke personeelsbehoeften
beter en objectiever omschrijven. Verder wordt er
nog gewerkt aan een instrument dat de kwaliteit
evalueert van de mandaten die opgenomen
worden.
In 2009 werden twee belangrijke projecten
opgestart:
› de eerste stap naar een nieuw informatica-
systeem voor het beheer van de mandaten
(nieuw SIPAR-systeem). In deze context werd
een functionele behoeftenanalyse gemaakt
met de medewerking van een groot aantal
personeelsleden van de justitiehuizen;
› het tweede project bestaat uit de
ontwikkeling van een statistische
gegevensbank (datawarehouse) in
samenwerking met de stafdienst ICT. Deze
datawarehouse zou uiteindelijk alle statistische
tools en beheersinstrumenten van het DG
moeten voeden.
dG Justitiehuizen46
Directie expertise
juridische sectie
De juridische sectie biedt juridische ondersteuning
aan de verschillende diensten van de directie
Expertise. Deze juridische ondersteuning heeft
betrekking op de materies die behoren tot het
bevoegdheidsdomein van de justitiehuizen en
omvat verschillende aspecten, zoals bijvoorbeeld:
› op de hoogte blijven van de wetgeving,
reglementering en rechtspraak in domeinen
die relevant zijn voor de justitiehuizen;
› het opzoeken en analyseren van informatie uit
de vakliteratuur en andere informatiebronnen
om een volledig en gedocumenteerd advies
te kunnen verlenen op een vraag of bij een
probleem.
Daarenboven verschaft de juridische afdeling,
proactief of op verzoek, informatie van juridische en
reglementaire aard aan interne medewerkers
(collega’s, directie, …) of aan de justitiehuizen. Zij
verstrekt juridisch advies aan de diensten van de
directie Expertise op vragen die betrekking hebben
op de bevoegdheden van de justitiehuizen. Zij biedt
ook juridische ondersteuning door deel te nemen aan
werkgroepen (bijvoorbeeld de werkgroep Deontolo-
gie) en aan opleidingen in samenwerking met de
dienst Opleiding (bijvoorbeeld de nieuwe opdracht
van de justitiehuizen in het kader van adoptie).
Dienst conceptuele aansturing en
beleidsondersteuning
Door deel te nemen aan werkgroepen, projecten,
studiedagen en opleidingen ontwikkelt de dienst
Conceptuele aansturing en beleidsondersteuning een
visie en een methodologie. In samenwerking met de
dienst Opleiding, zorgt de dienst voor het aansturen
en inhoudelijk invullen van vorming. De dienst maakt
informatie over door middel van dienstorders, het
beheer van de portaalsite MJH, antwoorden op vragen
van de justitiehuizen, …
Kennis en praktijken worden geëvalueerd en indien
nodig door de dienst bijgestuurd. De dienst organi-
seert werkgroepen, zoals ‘visietekst daderbegeleiding’,
‘deontologie’, ‘adoptie’, …
De dienst staat de minister bij in de uitwerking van zijn
beleid (nota’s, antwoorden op parlementaire vragen, ...).
Hij ondersteunt ook het college van procureurs-
generaal bij de uitwerking van het strafrechtelijk
beleid inzake slachtofferonthaal, bemiddeling in
strafzaken en strafuitvoering (expertisenetwerken).
Op vraag van de minister werd in 2009 een werkgroep
‘adoptie’ opgericht. De bedoeling was om een
methodologie te ontwikkelen voor de justitiehuizen
betreffende het opnemen van de grondige burger-
rechtelijke sociale studies gebaseerd op artikel 348.11
van het Burgerlijk Wetboek (weigering van een ouder
om zijn kind te laten adopteren).
dG Justitiehuizen 47
Dienst operationele ondersteuning
De dienst Operationele ondersteuning bestaat uit twee
secties. Enerzijds is deze dienst belast met het
administratieve en financiële beheer van de
projecten gesubsidieerd door de FOD Justitie (globaal
plan en nationale projecten) ter uitvoering van
alternatieve straffen en maatregelen. Hij geeft advies
aan de minister inzake nieuwe subsidieaanvragen, stelt
de voorstellen tot overeenkomst op, zorgt voor een
regelmatig toezicht en voert een jaarlijkse evaluatie uit.
Hij informeert hen over wijzigingen in wetten en
regelgevingen en antwoordt op gestelde vragen.
De andere taken bestaan uit de opvolging van de
akkoorden met andere openbare diensten inzake
de uitvoering van werkstraffen en het antwoorden op
parlementaire vragen. Daarnaast geven zij de
praktische en organisatorische problemen die
aangekaart worden door de coördinatoren en de
gesubsidieerde diensten door aan de juiste personen
en verstrekken ze kwantitatieve en kwalitatieve
gegevens op vraag van het DG of de cel Beleidsvoorbe-
reiding.
Anderzijds fungeert de dienst ook als opleidingscen-
trum. In 2009 heeft de dienst, samen met Selor,
meegewerkt aan de uitwerking van de laatste
aanwervingsronde voor justitieassistenten en heeft hij
een basisopleiding georganiseerd vanaf hun indienst-
treding.
De opleiding ‘Psychopathologie’, die in 2008 gestart
is, werd in 2009 voortgezet (vijf groepen van 15
deelnemers, elke deelnemer ontvangt acht dagen
opleiding, vier dagen gesprekstechnieken met
gebruik van video inbegrepen).
Er werd bijzondere aandacht geschonken aan de
opleiding 'Connaissance de ses propres limites en
tant qu’intervenant', om een antwoord te bieden op
de vele vragen over deze problematiek.
De justitieassistenten kunnen zich bovendien
inschrijven voor diverse opleidingen: ‘Omgaan met
stress’, ‘Trauma’s’, ‘Interne of externe supervisie’, ...
Dienst overleg en samenwerking
De dienst bevordert de samenwerking en het
overleg met de externe partners (andere DG’s of
FOD’s, gewesten en gemeenschappen …), door de
reeds bestaande partnerschappen en de behoeften
van de justitiehuizen te inventariseren.
Hij organiseert de overlegstructuren1 en zorgt voor
het toezicht erop, zowel op federaal, regionaal als
lokaal niveau, teneinde de uitvoering van de
opdrachten van de justitiehuizen te uniformiseren en
te harmoniseren. Dit gebeurt in overleg met de
opdrachtgevende instanties.
De dienst ondersteunt de directeur-generaal en het
lijnmanagement bij hun opdracht om concreet vorm
te geven aan de op strategisch niveau genomen beslis-
singen en ontwikkelde samenwerkingsverbanden.
In 2009 heeft de dienst twee vergaderingen
georganiseerd voor de federale overlegstructuur
over de volgende opdrachten: probatie, werkstraf,
bemiddeling in strafzaken en vrijheid onder
voorwaarden. In overeenstemming met de opdracht-
gevende instanties werden werkthema’s bepaald en
vervolgens behandeld.
Deze thema’s zullen ook op regionaal en lokaal
niveau uitgediept worden met de bedoeling dat
iedere overlegstructuur inhoud aanbrengt aan de
andere.
1 Koninklijk Besluit van 1 oktober 2008 houdende de samenstelling en werking van de overlegstructuren inzake de harmonisering van de uitvoeringsmodaliteiten van de opdrachten toevertrouwd aan het directoraat-generaal Justitiehuizen van de FOD Justitie, B.S. 17 oktober 2008.
dG Justitiehuizen48
nationaal centrum voor elektronisch toezicht
(ncet)
Het NCET verzekert het administratieve beheer van
de dossiers elektronisch toezicht. De dienst is
eveneens verantwoordelijk voor de centralisatie en
coördinatie van de informatie inzake elektronisch
toezicht.
De personeelsleden van de monitoring van het
NCET ontvangen de door de justitieassistenten
opgestelde uurroosters en voeren een
administratieve controle door alvorens deze te
coderen. Ze verwerken ook de aanpassingen van de
uurroosters die gevraagd worden door de
justitieassistenten of, buiten de kantooruren, door
de justitiabelen onder elektronisch toezicht. Ten
slotte maken ze de aanvragen voor penitentiair
verlof over aan de bevoegde griffies.
Zij staan bovendien in voor de opvolging van het
technische beheer van de alarmsystemen: ze
analyseren de ontvangen alarmen, nemen contact
op met de justitiabele en maken alle inlichtingen
over aan de justitieassistenten die verantwoordelijk
zijn voor de begeleiding. Op basis van deze
informatie besluit de directie van het NCET om
adequaat te reageren op de niet-naleving van de
uurroosters (informatiebrief, verwittiging,
herberekening, melding).
De uitvoering van het actieplan, met als doelstelling
de vermindering van de wachtlijsten, heeft ertoe
geleid dat sinds mei 2009 dagelijks 1000
justitiabelen onder elektronisch toezicht staan. Om
dit aantal te bekomen en te behouden, coördineren
het NCET en de justitiehuizen het beheer van de
wachtlijsten. Het NCET maakt deze vervolgens over
aan de mobiele equipe voor de planning en
plaatsing van de enkelbanden en boxen.
In 2009 werd veel tijd besteed aan het opstellen van
een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met een
materiaal- (servers, bewakingsboxen, enkelbanden)
en softwareleverancier (alarmprogramma’s). Dit
gebeurde op basis van een openbare aanbesteding.
Bedoeling was de continuïteit van de dienst te
garanderen aangezien het huidig contract op 31
maart 2010 afloopt.
Om de werkdruk van de personeelsleden van de
monitoring op nauwkeurige wijze te meten, werd
een werkgroep opgericht. In een eerste fase, gestart
in het najaar van 2009, worden de administratieve
werkprocessen geanalyseerd. Zodra deze
omschreven zijn, zullen zij vertaald worden in
werkinstructies van het DG MJH. De werklast van
de administratieve personeelsleden van de
monitoring zal dan gemeten kunnen worden.
regionale directies en buitendiensten
Het jaar 2009 kenmerkt zich door de inwerking-
treding van het actieplan van de minister van
Justitie om de aanzienlijke achterstand inzake de
mandaten toevertrouwd aan de justitiehuizen weg
te werken. In dit actieplan staan vier welomschre-
ven opdrachten die voor de minister prioritair zijn:
de werkstraffen, het elektronisch toezicht, de proba-
tie en de burgerrechtelijke opdrachten.
De gehaalde resultaten zijn opmerkelijk. In het
begin van het jaar stonden (alle sectoren samen)
5838 dossiers op de wachtlijst. Een jaar later waren
er nog 3992, dit is een vermindering met 31,5 %.
Deze opvallende daling heeft zich vooral voorge-
daan bij de werkstraffen (-50 %), de probatie
(-41,5 %) en de burgerrechtelijke opdrachten
(-34 %). De wachtlijst voor het elektronisch toezicht
is stabiel gebleven.
Tegelijkertijd werd, doorheen het jaar 2009, een
globale stijging van de werkdruk voor de justitie-
huizen vastgesteld. Begin 2010 waren er 44 996
dossiers in behandeling, tegenover 42 824 aan de
start van 2009, wat neerkomt op een stijging van
5 %.
dG Justitiehuizen
contactDG Justitiehuizen
Leuvenseweg 38
1000 Brussel
Tel.: 02 557 51 42
Fax: 02 557 52 01
E-mail: [email protected]
49
Deze stijging is het grootst bij het elektronisch
toezicht (van 2892 nieuwe opdrachten in 2008 naar
3204 in 2009) en de probatie (van 6422 naar 6708
nieuwe opdrachten). In vergelijking met 2008 is het
aantal nieuwe werkstraffen en burgerrechtelijke
opdrachten in 2009 stabiel gebleven.
Een belangrijke uitdaging voor de justitiehuizen
was het verkleinen van de wachtlijst en tegelijk het
hoofd bieden aan een grotere werklast. Dit
gebeurde in 2009, dankzij een aanzienlijke inspan-
ning van alle personeelsleden. In 2009 werd
bovendien het personeelsbestand van de justitie-
huizen niet uitgebreid tegenover het jaar voorheen,
waardoor deze realisatie zeker de nodige aandacht
verdient.
Deze inspanning komt vooral tot uiting in het
groter aantal opdrachten dat in 2009 is afgewerkt,
in vergelijking met de voorgaande jaren (+10 %). De
beschikbare indicatoren geven op dezelfde wijze
aan dat het aantal correct uitgevoerde opdrachten
in 2009 hetzelfde gebleven is (bijvoorbeeld: 85 %
van de werkstraffen is correct uitgevoerd).
Dit is het resultaat van verschillende factoren. De
inspanningen van het personeel werden al
onderstreept, maar ook de ontwikkeling van
nieuwe beheersinstrumenten en een betere
algemene organisatie, zowel binnen de justitiehui-
zen als binnen het directoraat-generaal, hebben
hiertoe bijgedragen. Bovendien oogsten de
justitiehuizen de vruchten van de aanzienlijke
inspanningen die sinds jaren geleverd worden op
het vlak van opleiding aan al het personeel.
Het is ook essentieel eraan te herinneren dat de
strijd tegen de achterstand in bepaalde justitiehui-
zen bijdraagt tot het nastreven van de algemene
doelstelling van een humane en efficiënte justitie.
Het is onaanvaardbaar dat de achterstand bij het
uitvoeren van bepaalde opdrachten (bijvoorbeeld
een achterstand van verschillende maanden voor
burgerrechtelijke sociale studies bij moeilijke
familiale situaties) catastrofale gevolgen zouden
hebben voor de justitiabelen.
De justitiehuizen wensen voort te werken volgens
een eigen methodologie, gebaseerd op een
emancipatorische visie op de mens, maar evenzo
op een professioneel en strikt beheer van de
opdrachten die de overheden hen toevertrouwen.
Op dit elan willen ze in 2010 verderwerken.
Justitiehuis Huy
dG Justitiehuizen50
colloquium ter ere van 10 jaar justitiehuizen
In 2009 werd de 10de verjaardag van de justitiehui-
zen gevierd. Het is het uitgelezen moment om stil te
staan bij de ontwikkelingen die tot op vandaag
hebben plaatsgevonden en bij de uitdagingen die
zich aandienen. In deze geest organiseerde het DG
MJH op 2 en 3 december 2009 een colloquium.
Voor de organisatie van een dergelijke gebeurtenis
werd heel wat personeel van het DG ingezet. In een
korte tijdspanne – de voorbereiding is in mei 2009
gestart – moest er heel wat gebeuren: de inhoud
bepalen, zowel van de plenaire zittingen als van de
vijf ateliers, de praktische en logistieke aspecten
voorbereiden (de zoektocht naar een zaal voor 800
toehoorders en naar een traiteur, 44 sprekers
aanduiden, de brochure en de documentatiemap
voor de deelnemers opstellen en de inschrijvingen
verwerken).
Zowel op organisatorisch als op inhoudelijk vlak
was het colloquium een voltreffer. Meer dan 750
deelnemers daagden op: justitieassistenten,
directeurs van justitiehuizen, vertegenwoordigers
van andere DG’s, externe partners en opdrachtge-
vende instanties.
FOCus
De eerste dag maakte Annie Devos, directeur-
generaal van het DG MJH, de balans op van de groei
van het personeelsbestand, de toename van het
aantal mandaten en de uitbreiding van de opdrach-
ten, de infrastructuur, de invoering van werkproces-
sen en beheersinstrumenten, de samenwerking
met de partners, en de methodologie. Tijdens de
plenaire zitting en de verschillende ateliers hebben
tal van actoren uit de academische wereld en de
magistratuur, justitieassistenten en externe partners
deze balans aan een kritisch onderzoek onderwor-
pen.
De voormiddag van de tweede dag werd gewijd
aan de ontwikkeling van internationale perspectie-
ven en de raakpunten tussen samenleving en
strafrecht. Vervolgens zette Annie Devos haar visie
op de toekomst van de justitiehuizen uiteen en
onderstreepte ze het belang van een goed
evenwicht tussen kwantiteit en kwaliteit.
Sonja Snacken, gewoon hoogleraar aan de Vrije
Universiteit Brussel, besloot het colloquium met
een synthese van de twee dagen. Ze onderstreepte
dat het DG MJH, via de organisatie van dit collo-
quium, bewezen heeft open te staan voor de kritiek
op de werking van de justitiehuizen in de loop van
de laatste 10 jaar.
Deze twee dagen werden afgesloten met de
overtuiging dat alle standpunten die door de
verschillende sprekers werden geuit, de organisatie
de kans zullen bieden om verder na te denken en zo
haar specifieke eigenschappen te optimaliseren en
haar professionalisme te vergroten.
sd Budget, Beheerscontrole & logistiek
De taak van de stafdienst Budget, Beheerscontrole
en Logistiek bestaat erin de FOD Justitie het
algemeen kader en de methodologische steun te
verschaffen om:
› de behoeften aan budgettaire en logistieke
middelen optimaal uit te drukken en te
verantwoorden;
› de toegekende middelen zo goed mogelijk
aan te wenden;
› de aanwending van de middelen en de
resultaten te verantwoorden;
› de verwezenlijking van de doelstellingen te
volgen en de doelstellingen zo nodig aan te
passen.
Enerzijds is de stafdienst belast met de dagelijkse
werking van de FOD op het gebied van de finan-
ciën, het budget en de beheerscontrole.
Hij neemt dus het volledige beheer van het budget
van het departement waar, vanaf de opstelling tot
het toezicht op de uitvoering ervan, evenals het
financieel beheer en het toezicht op de financiële
stromen. Door monitoring van de uitgavencyclus
houdt hij toezicht op de financiële toestand en
onderzoekt of de aangewende financiële middelen
beantwoorden aan het operationeel plan.
Bovendien ontwikkelt de dienst een interne
controleomgeving en voorziet in procedures en
tools voor interne controle en beheerscontrole.
Anderzijds vervult de stafdienst ook een essentiële
rol op logistiek vlak.
De dienst Logistieke Ondersteuning beheert alle
dossiers van logistieke slag van het centrale bestuur
en de justitiehuizen, en stelt dus de nodige
logistieke en materiële middelen ter beschikking
voor hun goede werking.
De dienst Logistiek Beleid van de FOD is belast met:
› het uitstippelen van een gemeenschappelijk
en coherent aankoopbeleid voor heel de FOD;
› het uitwerken en implementeren van een
beleid voor het beheer van de gebouwen.
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek52
Directiesecretariaat
Beheersinformatie
Directeur
Beheerscontroleen reglementering
LogistiekBegroting
Secretariaat
Logistiek beleidFOD
Logistiekeondersteuning
centrale administratie
Opmaak enopvolging begroting
Uitvoering begroting Geschillen, subsidies,reglementering
Interne controleen beheerscontrole
Vastleggen / Opvolging betalingen
Buitengewone rekenplichtigen
Gewone rekenplichtigen
Vereffeningen
Ordonnanceringen
Materieel
Infra
> Aankooppolitiek + onderhoudspolitiek (incl. forum overheidsop- drachten en secrt. Duurzame Ontwikkeling)> Behoeftebepaling> Standaard lastenboeken> Gemeenschappelijke contracten voor de FOD
> SLA Regie der Gebouwen
> Politiek en Planning
> Forum Infra
Verwervingen
Gebouwenbeheer
Vereffening
Dir
BeBe
MaMa
Inf
>
>
Vere
Geb
eVere
Verw
Geb
e
w
Buite
e
oOrdo
Vast
Vere
Gew
BB
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
Begroting
Het definitieve initiële budget in vereffeningkredie-
ten voor het jaar 2009 bedraagt 1 702 711 000 euro,
een toename met 5,7 % (92 153 000 euro) in verge-
lijking met de aangepaste begroting van 2008.
De verhoging is vooral merkbaar in de personeels-
budgetten, die op hun eentje 74 702 000 euro extra
opslorpen, hetzij 81 % van de totale verhoging. Dit
is in de eerste plaats het resultaat van de inflatie en
de baremaverhogingen. Dit effect is in 2009 nog
versterkt door een derde indexering die niet opge-
nomen was in de aangepaste begroting.
Ook de indiensttreding van nieuwe medewerkers,
aangeworven in 2008 om de natuurlijke afvloei-
ingen op te vangen, de personeelsformatie in te
vullen of tegemoet te komen aan de initiatieven in
het personeelsplan, leidde tot deze toename.
De rechtscolleges slorpen zowat 40 % van de
verhoging van de personeelsbudgetten op.
De verhoging met 25 333 000 euro valt vooral toe te
schrijven aan het volume-effect, maar de aanbreng
van bijkomende middelen is ook bestemd voor:
› de hervorming van de loopbanen niveau A;
› de uitbreiding van het kader van
parketjuristen- en referendarissen;
› de oprichting van een steundienst van het
Openbaar Ministerie.
Het DG EPI slorpt een derde van de bijkomende
personeelsmiddelen op. Het budget is met 7,1 % of
25 100 000 euro gestegen. Deze stijging is voor-
namelijk het resultaat van de impact van de
initiatieven die in 2008 genomen zijn om garant te
staan voor de strafuitvoering, rekening houdend
met de geplande uitbreiding van de detentiecapa-
citeit. De bijkomende budgetten dienen ook voor:
› de uitbreiding van het personeelsbestand
van de gevangenissen van Sint-Hubert en
Tongeren voor de ingebruikname van centra
voor minderjarige delinquenten;
› de verbetering van de zorgen voor de
gedetineerden en de strijd tegen drugs in de
gevangenissen;
› de toepassing van de basiswet.
Het budget van het centrale bestuur stijgt met
9 159 000 euro. In dit bedrag zit de 2 677 349 euro
van de gedeeltelijke overdracht van de loonmassa
van het personeel van de buitendiensten van het
DG EPI naar het centrale bestuur. Ook worden
nieuwe initiatieven gedekt zoals:
› de uitbreiding van het kader van het DG MJH;
› de verhoging van het aantal
personeelsleden van de stafdienst P&O
om de tenuitvoerlegging van het federale
e-HR-project voor te bereiden, dat de
ingebruikname van een nieuw elektronisch
systeem voor het beheer van de human
resources beoogt.
53
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek54
Het DG MJH heeft 7 096 000 euro extra gekregen,
bestemd voor nieuwe initiatieven zoals:
› de verhoging van het aantal administratief
assistenten;
› de aanwerving van attachés en justitieel
technische deskundigen.
De toename met 11 829 000 euro bestemd voor de
aanschaf van al dan niet duurzame roerende
goederen en van diensten verklaart slechts 13 %
van de totale stijging, waar de personeelskost 81 %
van de totale budgettaire toename voor zijn
rekening neemt. De overige 6 % betreft diverse
budgetten, voornamelijk voor het Instituut voor
Gerechtelijke Opleiding, gerechtskosten, schade-
loosstellingen voor slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden, en het onderhoud en de medische
kosten voor gedetineerden en minderjarige
delinquenten.
De bijkomende kredieten in de werkingsmiddelen
vloeien voort uit de werkings-en investeringskosten
verbonden aan de rekrutering van nieuw personeel
alsmede voor de uitbreiding van gebouwen. Ze
dienden ook voor:
› het voortzetten van initiatieven uit 2008;
› het toepassen van wettelijke bepalingen zoals
de wet-Dupont;
› het dekken van de toenemende vraag
naar bijstandsuitkeringen ten bate van
gedetineerden onder elektronisch toezicht
(stijging met 519 000 euro);
› het op peil houden van de waarde van het
punt voor berekening van de terugbetaling
van advocaten die instaan voor de juridische
bijstand (vermeerdering met 977 000 euro).
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
Totaal andere DG’s
Totaal Justitiehuizen
Andere uitgaven EPI
Personeel EPI
Andere uitgaven RO
Personeel RO
2009 initieel2008 aangepast2007 aangepast
evolutie van het budget van 2007 tot 2009
55
Ook konden nieuwe initiatieven geconcretiseerd
worden, in hoofdzaak:
› de toelage voor het Instituut voor
Gerechtelijke Opleiding (5 220 000 euro);
› de werkingskosten voor de centra voor
minderjarige delinquenten (705 780 euro);
› de bekostiging van de eerste fasen in het
kader van de afdelingen noord en zuid van het
gerechtsgebouw te Luik (430 000 euro);
› de verbetering van het opleidingsaanbod van
het DG EPI (271 500 euro);
› de uitbreiding van het centrale
drugspreventieproject tot alle penitentiaire
inrichtingen van het land (207 000 euro);
› de modernisering van de informatica van het
DG MJH (258 540 euro);
› de voorbereiding van de uitvoering van
het e-HR-project (communicatie- en
opleidingskosten 138 000 euro);
› de ontwikkeling en omzetting van preventieve
maatregelen ter beperking van het risico op
virale infecties (67 500 euro).
De uiteindelijke aangepaste begroting voor 2009
bedraagt 1 730 496 727 euro.
orDonnAnceringskreDieten (in miLjoen euro)
2007 (AAngePAst) 2008 (AAngePAst) 2009 (initieeL)
Algemene begroting van de FOD Justitie 1534,0 1610,6 1702,7
DG Rechterlijke Organisatie 806,5 847,8 886,6
Waarvan personeel 579,0 580,3 594,5
DG Penitentiaire Inrichtingen 408,7 432,9 460,1
Waarvan personeel 351,8 351,6 376,7
Justitiehuizen 58,6 59,1 68,0
Waarvan personeel 39,6 41,1 48,2
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
informatie inzake begrotingssynthese en -monitoring
De nieuwe toepassing voor het computergestuurde
schuldvorderingenbeheer (CGAB), die reeds twee
jaar in de centrale diensten wordt gebruikt, is nu
ook in de buitendiensten van het departement
ingevoerd.
CGAB werd in het begin van het jaar in gebruik
genomen in proefprojecten in drie penitentiaire
inrichtingen en twee rechtbanken. Na een gunstige
evaluatie zijn de gebruikers in dichte drommen naar
Brussel afgezakt om in augustus en september 2009
opleidingen te volgen. Sinds oktober voeren de
rechtscolleges en de penitentiaire inrichtingen met
succes hun facturen in het systeem in, die dan
vereffend en betaald worden door het centrale
bestuur.
In december werden de eerste stappen voor de
justitiehuizen voorbereid.
Logistieke pijler
De dienst Logistiek beleid van de FOD geeft advies
en maakt analyses inzake aankopen en overheids-
opdrachten.
De dienst Logistieke ondersteuning is gereorgani-
seerd om de logistiek van de justitiehuizen te
beheren en de nodige steun te bieden aan het DG
MJH.
Wat het centrale bestuur betreft:
› er zijn aanpassingswerken verricht aan het
heringerichte gebouw Bordet A (Waterloolaan
115);
› de technische problemen met de
informaticazaal van ICT zijn aangepakt, en
er zal blijvend aan gewerkt worden om deze
ruimte in orde te krijgen;
› de problemen met de werkruimtes van het DG
EPI werden bestudeerd;
› er werd een centraal technisch beheer
ingevoerd om het personeel van het
Jan Jacobsgebouw middels aangepaste
technologie een beter arbeidscomfort te
bezorgen;
› in alle gebouwen van het centrale bestuur
werden kitchenettes geïnstalleerd;
› er werd werk gemaakt van de verhuizingen
naar aanleiding van de reorganisatie van
diensten.
Met het oog op de bekommernissen van zijn
klanten stelde de dienst het gevraagde materieel en
adequate werkruimtes ter beschikking. Hij neemt
het dagelijks beheer van de gebouwen en techni-
sche interventies voor zijn rekening, alsook de
controle van de onderhoudscontracten. Ook het
afsluiten van nieuwe, noodzakelijke contracten
gebeurde door de dienst.
56
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
contactSD Budget, Beheerscontrole en Logistiek
Waterloolaan 115
1000 Brussel
Tel.: 02 542 65 58
Fax: 02 542 68 58
E-mail: [email protected]
De stafdienst in cijfers
Vastlegging van kredieten
Een vastlegging is een rechtshandeling die een
verplichting schept ten laste van de begroting. Dit
veronderstelt een boekhoudkundige vastlegging,
de registratie van een bedrag waardoor een
begrotingskrediet ten belope van het bedrag van
de transactie wordt geblokkeerd.
In 2009 werden 1960 vastleggingen van kredieten
uitgevoerd, waarvan 1327 specifieke en 633
provisionele vastleggingen. Rekening houdend met
de wedden werd in 2009 een totaalbedrag van
ongeveer 1 688 410 470 euro vastgelegd.
Vereffeningen
In 2009 werden 193 585 betalingen (allerlei
schuldvorderingen) uitgevoerd.
ordonnanceringen
Een ordonnancering is het afgeven van het
betalingsmandaat en het geven van de opdracht
om de betaling uit te voeren.
In 2009 werden 5022 betalingsopdrachten
uitgevoerd voor een totaalbedrag van
1 664 727 557 euro.
subsidies
In 2009 heeft de stafdienst 12 koninklijke besluiten
en drie ministeriële besluiten opgesteld over
subsidies die in 2010 zullen worden gecontroleerd.
De dienst heeft eveneens de verdeling van de
subsidies over 2009 berekend en de subsidies
gecontroleerd die in 2008 zijn toegekend aan de 28
commissies voor juridische bijstand die eerstelijns-
bijstand verlenen.
overheidsopdrachten
746 overheidsopdrachten werden administratief en
budgettair gecontroleerd, waarvan 609 nieuwe en
137 bestaande opdrachten.
inkomstenfiches en btw-fiches
Vanaf 2009 zullen de fiches rechtstreeks via het
elektronische BELCOTAX-systeem verwerkt worden,
via de FOD.
57
een nieuwe federale boekhouding met het FeDCOM-project
De stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek
houdt zich bezig met het budget, de beheerscon-
trole en de logistiek. In andere Europese landen
gebeurt dit door een directoraat-generaal of door
het secretariaat-generaal van het ministerie van Jus-
titie, met eigen accenten in de bevoegdheidsverde-
lingen.
In het Duitse federale ministerie van Justitie zijn
begroting en logistiek enkele van de ongeveer 12
taken die het directoraat-generaal Administratie
voor zijn rekening neemt. Het departement
Rechterlijke Organisatie, Onroerende Goederen en
Diensten van het Italiaanse ministerie, verdeelt de
bevoegdheden over twee van de zeven directora-
ten-generaal: het directoraat-generaal Materiële
Middelen, Goederen en Diensten, en het directo-
raat-generaal Balans en Boekhouding.
In Nederland hangt het operationeel beheer af van
de adjunct secretaris-generaal, maar het zijn
verschillende directoraten die de financiële en
economische zaken of de zaken met betrekking tot
gebouwen en materieel afhandelen.
In Frankrijk vertolkt het secretariaat-generaal een
transversale rol van budgettaire planning en
controle, en verstrekt het logistieke steun aan het
ministerie. Drie van de vijf diensten van het
secretariaat-generaal zijn betrokken: de dienst van
het centrale bestuur, via het departement Budget-
taire Programmatie, Aankopen en Boekhouding; de
dienst Synthese, Strategie en Prestaties, via het
subdirectoraat Budget- en Boekhoudsynthese; de
dienst Ondersteuning en Middelen van het
ministerie via het subdirectoraat Onroerend Goed.
Met de nieuwe federale boekhouding die vanaf
2010 met het FEDCOM-project zal ingevoerd
worden, zal de FOD Justitie van een klassieke
kasboekhouding overschakelen op een transactie-
boekhouding, met een algemene boekhouding in
vastgestelde rechten. Een kasboekhouding is een
boekhoudkundig systeem dat transacties regis-
treert volgens inningen en uitgaven. Het maakt dus
geen onderscheid tussen de betaling van een
rekening en de verwerving van een investerings-
goed daar beide transacties als uitgaven worden
beschouwd. De transactieboekhouding daarente-
gen is gestoeld op de kennisname van het daartoe
aanleiding gevende feit.
Dat zorgt voor een volledig overzicht van het
patrimonium. Betere financiële informatie verhoogt
de transparantie en kan aangewend worden om het
beheer te verbeteren.
Volgens de OESO wordt een transactieboekhouding
reeds toegepast in Europese landen zoals Frankrijk,
het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Griekenland,
Finland, en in de Verenigde Staten, Australië en
Nieuw-Zeeland.
FOCus
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek58
59sd peRsOneel en ORGanisatie
sd personeel en Organisatie
Het hart van het HR-beleid en de organisatieontwik-
keling vindt u bij de stafdienst Personeel en
Organisatie (P&O). Van daaruit stroomt het bloed
dat nieuwe impulsen en zuurstof geeft aan de
strategische planning van de personeelsbehoefte
voor de centrale diensten. De stafdienst selecteert
en werft de juiste en vakbekwame personen. Hij
verzorgt bovendien het administratieve en
financiële beheer van de personeelsdossiers van de
centrale diensten.
Daarnaast treedt de stafdienst op als interne consul-
tant van de organisatie. Door de begeleiding van
verbeterprojecten, coaching en adviesverlening aan
projectteams en -leiders draagt hij zijn steentje bij
aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen.
Via verscheidene bouwstenen verhogen de
medewerkers de effectiviteit van de werking van de
organisatie en zijn ze een prima bewaker van de
kwaliteit.
De stafdienst P&O stimuleert ook de persoonlijke
levenskwaliteit op het werk via een degelijk
competentie- en kennismanagement en een
grensverleggende visie op welzijn en diversiteit. Dit
alles verloopt in permanente dialoog met de sociale
partners.
Bij de stafdienst P&O neemt de directie P&O van de
centrale diensten het beheer op zich van de
medewerkers van de centrale diensten, de cel
Beleidsvoorbereiding van de minister van Justitie,
het Belgisch Staatsblad, het Nationaal Instituut voor
Criminalistiek en Criminologie, de buitendiensten
van de Veiligheid van de Staat, het Elektronisch
Toezicht Monitoring Team en de onafhankelijke
commissies ingesteld bij de Federale Overheids-
dienst Justitie.
Naast deze directie telt de FOD Justitie nog drie
andere P&O diensten. Zij zijn bevoegd voor het
personeel van de buitendiensten van de directora-
ten-generaal Penitentiaire Inrichtingen, Rechterlijke
Organisatie en Justitiehuizen en vallen onder de
verantwoordelijkheid van hun directoraat-generaal.
60 sd peRsOneel en ORGanisatie
Cel Personeelsplanning van de centrale diensten en Financieel beheer
Cel Expertise bijzondere statuten NICC/VS
Cel Administratief beheer van carrière en competenties
Directeur P&OAssistent-manager P&O
l P l l d l d
Directie Competentie-
en Kennismanagement
Directie HR-harmonisatie en
Personeelsbewegingen
Directie Organisatie en Kwaliteit
Directie P&Ocentrale diensten
Cee
Ce
Ce
CeenC
C
Dienst Klantenbeheer Dienst Managementondersteuning
Accountmanager P&O centrale diensten
Accountmanager stafdienst P&OAccAcc
AccAcc PMO
Cel Interne communicatie P&OCeCe
PMPM
SecretariaatcSec
Staff P&O
Dienst Strategisch kennismanagement
Dienst CompetentiemanagementDie
D
Cel Personeelsontwikkeling en stages
Cel Strategisch competentiemanagementCe
enst StraDie
CeCe
Dienst Selectie en Personeelsbewegingen
Cel Strategische HR-planningCe
DieDie
Cel Selectie centrale diensten en Personeelsbewegingen
Cel Methodologische ondersteuningCel
CelPerCel
Cel Sociaal overlegCelCel
Cel HR-harmonisatielCe
Dienst eHRDieDie
Cel Implementatie eHRCel
Dienst Organisatieontwikkeling enKwaliteitszorgDDieKwK
Dienst DiversiteitsbeleidDieDie
Dienst WelzijnsbeleidDie
Dienst Individuele en sociale begeleidingeDie
Dienst Datawarehouse P&ODie
61sd peRsOneel en ORGanisatie
Directie orgAnisAtie en kwALiteit
ehr – een kind in volle groei
De dienst eHR is in 2009 tot volle ontwikkeling
gekomen. Enkele nieuwe mensen hebben het team
versterkt en hebben mee hun schouders gezet
onder de verdere uitbouw van het nieuwe perso-
neelsbeheerssysteem. eHR moet tegelijkertijd voor
en vàn de gebruikers zijn. Daarom lag het afgelo-
pen jaar vooral de nadruk op de nauwe samenwer-
king met de verschillende personeelsdiensten voor
de ontwikkeling en evaluatie van het systeem. Daar-
naast zijn ook de helpdesk-tools verder uitgebouwd
voor een gestructureerde gebruikersondersteuning.
In 2010 hoopt de dienst op deze manier verder te
werken om eHR letterlijk en figuurlijk dichter bij de
mensen te brengen.
op weg naar een kwaliteitsvolle organisatie
Het afgelopen jaar heeft de dienst Organisatieont-
wikkeling en Kwaliteitszorg met succes een
allereerste werklastmeting uitgevoerd bij de cel
Materieel van het DG Rechterlijke organisatie. Alle
processen werden beschreven en de resultaten
gaven de kans om de organisatie te optimaliseren.
De lijn wordt stilaan doorgetrokken, want binnen-
kort vinden op vraag van de voorzitter twee
bijkomende metingen plaats bij de dienst Gerechts-
kosten en het centraal strafregister.
Ook in het kader van de grieppandemie was het
nodig een business continuity plan op te stellen om
de continuïteit van onze dienstverlening in geval
van crisis te kunnen garanderen. In dit alles werden
de kritische processen beschreven volgens de
nieuwste methode van procesnotering BPM/BPMN.
Deze manier van procesnotatie zal in de toekomst
een prominente plaats innemen binnen onze FOD.
Daarom zijn hier ook al enkele opleidingen in
gegeven. Uiteindelijk wil men met de ganse FOD
evolueren naar een procesgerichte organisatie.
Nog veel uitdagingen voor de boeg dus.
wel-zijn bij justitie
De dienst Welzijnsbeleid heeft ook dit jaar zijn
specifieke acties voor de medewerkers verdergezet.
In het bijzonder springen twee acties in het oog: de
organisatie van de deelname van de FOD Justitie
aan de ‘20 kilometer door Brussel’ en deze van
informatiesessies over de tool ‘Tax-on-web’ voor de
centrale administratie. Deze acties vielen heel erg in
de smaak. Daarnaast is het project rond telewerk
geëvolueerd. In 2010 zal men op basis van een
pilootgroep een eerste evaluatie maken.
62 sd peRsOneel en ORGanisatie
een sociale en menselijke foD
De dienst Individuele en sociale begeleiding had de
wind in de zeilen. Voortaan zitten ze immers met
een complete en actieve bezetting, volle kracht
vooruit!
Omdat niet iedereen de psychologen van deze
dienst kende, werd er dit jaar heel wat gecommuni-
ceerd over wat ze concreet voor medewerkers
kunnen betekenen. De communicatieactie was een
succes, de respons was opmerkelijk. Het nut van de
psychologen is zeker bewezen. Tal van medewer-
kers hebben al beroep gedaan op hun ondersteu-
ning. De bezoekers van de psychologen zijn zeer
divers. Ze behoren tot uiteenlopende directies,
niveaus en functies van Justitie van over heel het
land.
In 2009 heeft de dienst 142 personen ontmoet die
zich op onderstaande manier verdelen tussen de
directies en de verschillende niveaus.
0
10
20
30
40
50
Veiligheid van de Staat (binnendiensten)
NICC
MJH (buitendiensten)
EPI (buitendiensten)
RO (buitendiensten)
Centrale diensten
Aanvragen per afdeling
4750
39
1 2 3
0
10
20
30
40
50
Niveau D
Niveau C
Niveau B
Niveau A
Aanvragen per niveau
3533
42
32
entiteit Directie/Dienst totAAL
centrALe Diensten
Commissies 69
Centraal bestuur 1374
Belgisch Staatsblad 155
Dienst voor Veiligheid inzake Kernenergie 5
Dienst voor het Strafrechtelijke beleid 54
NICC 156
totaal centrale diensten 1813
PenitentiAire insteLLingen
Penitentiaire instellingen 9307
Veiligheidskorps 361
totaal Penitentiaire instellingen 9668
rechterLijke orDe
Rechterlijke Orde 1 2580
Rechterlijke Orde 2 9375
justitiehuizen
Justitiehuizen 1172
totAAL effectieVen 2009[2] foD justitie 24 608
1 De gebruikte cijfers dateren van 1 december 2009. Het gaat om personeelseffectieven en niet om voltijdse equivalenten. Daardoor tonen deze een ‘optimistische versie’ van de reële aantallen. Over het algemeen is het verschil tussen de evolutie in voltijdse equivalenten en personeelseffectieven niet significant verschillend.
2 Excl. Veiligheid van de Staat (binnen- en buitendiensten)
63sd peRsOneel en ORGanisatie
goochelen met cijfers
De nieuwe dienst Datawarehouse P&O heeft als
missie correcte informatie te leveren over het
personeelsbeheer en stelt geregeld boordtabellen
op van het personeel voor heel de FOD Justitie.
Tijdens het jaar 2009 hebben de activiteiten van de
dienst zich vooral gericht op het absenteïsme en de
follow-up voor de crisiscel ‘griep’, op basis van o.a.
statistieken van Medex, de evolutie van de jaarlijkse
effectieven sinds 1995, de evolutie van de dage-
lijkse effectieven en de leeftijdspiramiden. De
dienst is ook actief in de ontwikkeling van ambiti-
euze projecten die P&O de kans geven om kwali-
teitsvolle informatie te beheren, via een gebruiks-
vriendelijke en interactieve interface die al de
HR-informatie integreert.
Hierna vindt u enkele tabellen die ontwikkeld zijn
door de dienst Datawarehouse P&O. Deze tonen
ons interessante cijfers over het personeel (1 ) dat
beheerd wordt door de vier P&O-diensten, de
arbeidsduur en de niveauverdeling van het
personeel binnen de FOD Justitie.
64 sd peRsOneel en ORGanisatie
Niveau D
Niveau C
Niveau B
Niveau A
FOD Justitie - Niveau - 2009Totaal FOD - [email protected]
18,83 %
15,56 %
37,98 %
27,63 %
Deze tabel geeft een globaal overzicht van de
niveauverdeling bij de FOD Justitie. Bij niveau A
horen ook de referendarissen, stagiaires, griffies en
zetels. In vergelijking met 2008 zijn er een groot
aantal niveaus C bijgekomen. Dit heeft vooral te
maken met de vele overschakelingen van niveau D
naar C bij EPI (een 7000-tal medewerkers).
100 %
80 % - 9
9 %
60 % - 7
9 %
50 % - 5
9 %
< 50 %
3,00 % 4,86 %
0,21 %
36,94 %
55,00 %FOD Justitie - Arbeidsduur - 2009Totaal FOD - [email protected]
Heel wat medewerkers van niveau C en D werken
bij EPI onder een regime van 36 uur, wat niet gelijk
staat met 100 % van de 38 uur die doorgaans
gepresteerd worden. Vandaar het grote aantal
medewerkers in de tube 80-99 %.
65sd peRsOneel en ORGanisatie
Directie comPetentie- en kennis-mAnAgement
Dienst competentiemanagement
De dienst Competentiemanagement heeft de
medewerkers van onze FOD heel wat kansen
geboden in 2009 om hun kennis bij te schaven via
allerlei opleidingen. Enkele daarvan zetten we even
in de spotlights: opleidingen in het kader van
organisatieontwikkeling, ter voorbereiding van de
overgangsexamens niveau D naar C en in het kader
van overheidsopdrachten.
een organisatie in volle ontwikkeling
Drie opleidingen vormden een belangrijke
ondersteuning bij de organisatieontwikkeling.
› BPM/BPMN
Het afgelopen jaar is er heel veel bewogen
rond processen en procesnotaties. In het
kader van deze activiteiten kregen een 50-
tal medewerkers een vierdaagse inleidende
opleiding in BPM/BPMN (Business Process
Management / Business Process Management
Notation).
Ook in het kader van de ‘Kritische
Kennisdomeinen’ (KKD) nemen processen de
meest markante plaats in.
Deze processen zullen door de diverse
directoraten-generaal en stafdiensten
beschreven en geoptimaliseerd worden.
Ze worden hierin ondersteund door de
diensten Kennismanagement, Organisatie
en Kwaliteit, ICT en PMO. Wij hopen dat
de deelnemers na afloop van de opleiding
methoden van BPM/BPR kunnen toepassen,
bruikbare procesbeschrijvingen kunnen
maken en overtuigd zijn van de noodzaak
van harmonisatie, standaardisatie en een
eenvormige aanpak.
› Opleiding ‘Kwaliteitsmanagement’
Het CAF (Common Assessment Framework)
is een gemeenschappelijk Europees
kwaliteitskader dat in heel de publieke sector
kan toegepast worden als een instrument
om een organisatorische zelfevaluatie uit te
voeren. Tijdens de opleiding ‘Inleiding tot
kwaliteitsmanagement’ werd dit uitgebreid
uit de doeken gedaan. De 144 cursisten
kregen ook de kans om dit in te oefenen.
Deze opleiding vond plaats in maart, mei en
september 2009 en werd gegeven door het
Instituut voor de Overheid in samenwerking
met EIPA Maastricht.
› Opleiding ‘Projectmanagement’
In 2009 kwam projectmanagement in volle
vaart. De testfase van het programma
‘ProjectMaster’ was definitief voorbij. Omdat
het toch een andere manier van werken is
dan we gewoon zijn en om de medewerkers
het programma beter te leren kennen, was
er de opleiding ’Projectmanagement’. Deze
bestond uit twee verschillende trajecten:
een basisopleiding van twee dagen of
een verkorte opleiding van een dag voor
ervaren projectmedewerkers/-leiders die
vooral rond ‘ProjectMaster’ zelf meer uitleg
kregen. In totaal hebben in mei, juni, oktober
en december 58 Nederlandstaligen en 39
Franstaligen deelgenomen.
Van D naar c met onze hulp
De dienst Competentiemanagement zette een
opleiding ter voorbereiding van het overgangsexa-
men van niveau D naar C op poten. In het totaal
namen 1694 medewerkers van onze FOD hieraan
deel. Deze blended-learning opleiding (twee dagen
klassikaal met daartussen drie maanden zelfstudie)
werd georganiseerd in samenwerking met OFO.
overheidsopdrachten onder de loep
De FOD Justitie wil het aankoopbeleid harmonise-
ren. Om dit te begeleiden werd een opleidingstra-
ject met acht modules rond specifieke thema’s
ontworpen in samenwerking met de dienst
CPA-ABA van de FOD P&O. In totaal konden 27
Franstalige en 36 Nederlandstalige medewerkers uit
verschillende aankoopdiensten deze zevendaagse
opleiding volgen. Het was bovendien een uitste-
kende kans om kennis te maken met andere spelers
in het domein en netwerken te smeden.
groeien binnenshuis
De dienst Competentiemanagement organiseert
ook heel wat opleidingen binnenshuis. In 2009
werden 31 verschillende opleidingen intern
georganiseerd. In totaal waren er 4306 deelnemers
verspreid over 324 groepen.
De tabel hiernaast biedt een overzicht van het
aantal interne opleidingen, georganiseerd door de
dienst Competentiemanagement (31 verschillende
opleidingen voor 4306 deelnemers).
Dienst strategisch kennismanagement
een feestelijke start
Op 26 maart 2009 lanceerde de dienst Strategisch
kennismanagement officieel zijn activiteiten tijdens
een feestelijke bijeenkomst in het auditorium in
Brussel. 90 vertegenwoordigers van heel de FOD
waren aanwezig om kennis te maken met de
strategie die de FOD Justitie zal volgen op vlak van
kennisbeheer en welke prioritaire projecten daaruit
voortkomen.
kmkern: een nieuw netwerk
Om de acties rond kennisbeheer in elk directoraat-
generaal of elke stafdienst te ondersteunen, werd in
januari een formeel netwerk van KM-
verantwoordelijken in het leven geroepen, de
KMKern. Dit netwerk bestaat uit 15 personen en
komt regelmatig samen om ervaringen en good
practices uit te wisselen. Tijdens een zevental
bijeenkomsten konden de KM-verantwoordelijken
hun kennis bijschaven en in samenspraak met de
dienst Strategisch kennismanagement de koers
naar de toekomst bepalen. 2010 wordt dus een
druk jaar voor KMKern.
66 sd peRsOneel en ORGanisatie
AAntAL
oPLeiDingen
AAntAL
DeeLnemers
AAntAL
groePen
Ontwikkelacties ter ondersteuning van
prioritaire doelstellingen15 1327 98
Ontwikkelacties ter ondersteuning van
specifieke competenties12 1210 129
Ontwikkelacties ter ondersteuning van
generieke competenties4 1769 97
kennis in handen houden
Eén van de prioritaire projecten van de dienst
Strategisch kennismanagement is dat van ‘Senior
Junior’, dat waakt over kennisoverdracht binnen de
FOD Justitie. Wanneer een medewerker onze
organisatie verlaat, mag ook zijn of haar waarde-
volle kennis immers niet verdwijnen.
De eerste acties rond dit project zagen in 2009 het
licht. Zo hebben medewerkers van EPI en ICT al de
kans gehad om begeleid te worden in een succes-
vol overdrachttraject ‘Senior Junior’.
De bovenste tabel geeft een globale verdeling van
de verschillende leeftijdscategorieën weer per
entiteit. Globaal is er een goede verdeling. De
meeste departementen zijn vrij jong. In enkele
specifieke entiteiten merken we wel een vergrijzing
op, waar specifieke acties moeten worden voorzien,
zoals het project ‘Senior Junior’.
Bij de magistratuur bijvoorbeeld is ongeveer de
helft van de medewerkers ouder dan 50. Ook de
griffies en parketten en de centrale diensten
kampen met vergrijzing en dus een mogelijk verlies
aan kennis en ervaring.
0 % 20 % 40 % 60 % 80 % 100 %
55+50-5445-4940-44
35-3930-3425-29<25
Totaal
Jusitiehuizen
NICC
Griffies en parketten
Magistratuur
Gevangenissen
Commissies
DSB
Centrale diensten
FOD Justitie - Leeftijdscategorieën - [email protected]
0 % 7 % 14 % 21 % 28 % 35 %
Totaal
Jusitiehuizen
NICC
Griffies en parketten
Magistratuur
Gevangenissen
Commissies
DSB
Centrale diensten
15,75 %
7,55 %
8,70 %
10,99 %
32,70 %
17,65 %
7,14 %
5,53 %
15,81 %
67sd peRsOneel en ORGanisatie
Directie hr-harmonisatie en Personeelsbewegingen
harmonie in het P&o-domein
De cel HR-harmonisatie zorgt o.a. voor de actualisa-
tie en opvolging van de verschillende arbeidsregle-
menten. Om de toepassing en de interpretatie van
de regelgeving door de verschillende P&O-diensten
te harmoniseren, ontstond in 2006 een harmonisa-
tieplatform. Dit platform krijgt steeds meer wortels.
Ook in 2009 werd in dat kader zeer nuttig werk
verricht op vlak van verloven en afwezigheden,
arbeidsongevallen, Medex/ziekte en verscheidene
ad hoc-materies.
sociaal overleg
2009 was een productief en kwaliteitsvol jaar in
termen van sociaal overleg en contacten met de
vakbonden. Er vonden enerzijds 14 formele
overlegvergaderingen plaats in het Sectorcomité en
Hoog Overlegcomité en anderzijds heel wat
informele of ad hoc-overlegmomenten. In totaal
werden 18 protocollen afgesloten met vakorganisa-
ties over de meest diverse materies. Het protocol
van 14 mei 2009 over het globaal eisendossier
2007-2011 voor de penitentiaire inrichtingen
springt het meest in het oog. De carrière bij EPI
wordt opgewaardeerd, alles wordt klantvriendelij-
ker, flexibeler en eenvormiger voor de medewer-
kers.
In 2009 werd eveneens Sypol aanvaard als erkende
vakorganisatie voor het personeel van de penitenti-
aire inrichtingen en voor het veiligheidskorps.
68 sd peRsOneel en ORGanisatie
contactSD Personeel en Organisatie
Waterloolaan 115
1000 Brussel
Tel.: 02 542 69 05
Fax: 02 542 70 90
E-mail: [email protected]
nieuw talent in zicht
Er waaide een vruchtbare wind door de dienst
Selectie en Personeelsbewegingen. In tijden van
crisis zoals in 2009 lijkt de overheid een zeer
populaire werkgever. Mensen komen nu meer dan
ooit af op de stabiliteit, het gewaarborgd inkomen
en de werkzekerheid die een job bij de overheid
biedt. De website van Selor ontving meer bezoekers
en de dienst Selectie kreeg ook meer spontane
sollicitaties in de bus. Daarnaast was tijdens de
selectieprocedure de respons op voorstellen groter
en reageerden vaak hogere profielen voor een job
bij Justitie. Kandidaten hebben bovendien minder
tijd nodig om te beslissen of ze de functie al dan
niet aanvaarden. Een selectieprocedure had het
voorbije jaar sneller resultaat dan anders, zelfs voor
bepaalde knelpuntberoepen zoals dat van boek-
houder. ICT-profielen blijven echter moeilijk in te
vullen.
Niet alleen de crisis, ook het Europees voorzitter-
schap zorgt ervoor dat de FOD Justitie een magneet
is geweest voor vers talent.
De 11 jobbeurzen waar de FOD Justitie in 2009 aan
deelgenomen heeft, waren dan ook zeer populair.
De respons was hoog en de reacties positief. Het is
bovendien niet alleen de bedoeling om met de
deelname aan deze jobbeurzen nieuw talent aan te
trekken en vacatures in te vullen. Justitie wil zich
ook positioneren binnen het overheidslandschap,
haar bekendheid vergroten, zich profileren als een
interessante werkgever en misvattingen uit de
wereld helpen.
Elk jaar neemt Justitie meer en meer deel aan
jobbeurzen en telkens leren we bij. De dienst
Selectie is een draaiboek aan het opstellen om dit
meer op punt te stellen en onze deelname kwalita-
tiever en professioneler te maken.
69sd peRsOneel en ORGanisatie
diversiteit op de werkvloer
De dienst Diversiteitsbeleid zag het levenslicht in
2007. Deze tekende een beleid uit dat de
diversiteit onder het personeel erkent en het
bovendien ook inzet op de werkvloer, wat zorgt
voor een optimalisering van de resultaten.
Een diversiteitsbeleid is steeds maatwerk, daarom
was vertrekken vanuit een vaststaand model geen
optie. In 2007 werd dan een diversiteitsnota met
een actieplan opgesteld, eigen aan de noden van
onze organisatie.
Ondertussen hebben ze bij de dienst allesbehalve
stil gezeten. Ze willen immers niet blijven steken in
het uitschrijven van een beleid, zoals maar al te
vaak gebeurt. Mensen moeten het ook kunnen
voelen en ervaren op de werkvloer. Daarom
werden er de afgelopen jaren heel wat acties
uitgewerkt.
Zo kan een heel divers publiek van functionele
chefs tot veiligheidsbeambten opleidingen volgen
met als thema diversiteit. Via deze opleidingen wil
de dienst Diversiteitsbeleid een cultuur creëren
waarin diversiteit kenbaar en bespreekbaar is.
FOCus
Een andere actie was het opstellen van een
gelijkekansenplan. De dienst Diversiteitsbeleid
vindt het belangrijk dat medewerkers zelf inspraak
hebben. Daarom werd er in 2009 een werkgroep
opgericht met meer dan 70 deelnemers. Samen
zochten ze naar acties die bestaande
ongelijkheden tussen mannelijke en vrouwelijke
medewerkers kunnen wegwerken. Het resultaat
mag er zijn, want op een 20-tal velden worden
concrete acties ondernomen om deze verschillen
beter te kunnen wegwerken.
Binnen het actieplan diversiteit ging er ook veel
aandacht uit naar sensibilisering van en
communicatie naar medewerkers. Het is een
uitdaging om hen bewust te maken dat de
verschillen tussen mensen net gewaardeerd
moeten worden, en dat men zo ieders eigenheid
kan aanvaarden.
Al deze acties hebben geleid tot een grotere
kenbaarheid van de dienst. Steeds meer
medewerkers contacteren de
diversiteitsverantwoordelijken met vragen en
klachten. Stilaan begint de dienst aan bekendheid
te winnen. Het is leuk om te bouwen aan een
betere wereld voor elk van ons, elke dag opnieuw.
En dat begint bij uzelf en hoe u de anderen ziet.
0
20
40
60
80
100
Vrouwen
Mannen
Tota
al
Justi
tiehuize
nNICC
Griffiers
& Parkette
n
Magist
ratu
ur
Gevangenissen
Comm
issies
DSB
Centrale dienste
n
FOD Justitie - Geslacht - [email protected]
Sinds 2008 telt Justitie een meerderheid aan
vrouwen. In 2009 is dit percentage nog gegroeid,
maar de verdeling over de entiteiten is
wat ongelijk. Wat opvalt, is dat in de justitiehuizen
vooral nog steeds vrouwen werken, terwijl de
diversiteitsobjectieven in de gevangenissen
wel zijn gehaald.
70 sd peRsOneel en ORGanisatie
sd ict 71
sd ict
De stafdienst ICT ondersteunt de FOD Justitie en de
Rechterlijke Organisatie door op hun vraag
adequate en hoge prestaties leverende
informatiesystemen en aangepaste hardware ter
beschikking te stellen.
De stafdienst ICT formuleert proactief
verbeteringsvoorstellen op basis van zijn kennis van
de kritische bedrijfsprocessen en van de
onderliggende informatiestromen, rekening
houdend met de eigenheid van elk van zijn klanten.
Zo wil de dienst de globale werking van de FOD
Justitie en de rechterlijke organisatie verder
optimaliseren en zijn klanten toelaten nieuwe
diensten te ontwikkelen.
Daarenboven waakt de stafdienst ICT over de
functionele en technologische samenhang van de
diverse projecten en van de aangewende ICT-
infrastructuur. Tegelijk doet de stafdienst
voorstellen om een maximale kostenefficiëntie voor
de aangeboden ICT-ondersteuning te bereiken en
de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen.
sd ict72
Dienst Management-ondersteuning
Directie Informatieveiligheid
Dienst PMI Dienst Personeel, Interne Vorming en Communicatie
Directeur ICT
Dienst Budget, Contracten en Logistiek
Directie Klantenbeheer Directie Dienstenbeheer
Directie Infrastructuur
Directie Applicaties
Directie Shared Services
sd ict 73
Directie informatieveiligheid
De directie Informatieveiligheid werd met de
reorganisatie van januari 2009 in het leven geroe-
pen als autonome entiteit die direct rapporteert
aan de directeur van stafdienst ICT.
strategisch
› Risk Assessment
Na een kennismaking met de methode
van risk assessment bij Fedict, is de staf-
dienst zelf een 25-tal toepassingen gaan
onderzoeken. De interviews met syteem- en
applicatieverantwoordelijken hebben geleid
tot een baselining van de risico’s van onze
actuele toepassingen.
› Business Continuity
Volgend op het eerste project is een
tweede opgestart om de continuïteit van
de huidige toepassingen te optimaliseren,
tegen de achtergrond van een aantal cata-
strofescenario’s. Voor één toepassing werden
alle risico’s al in kaart gebracht, alsook de
verbeteringsprojecten.
› Disaster Recovery Site
In 2009 werd meermaals globaal uitgetest
of de internetfunctionaliteiten en een aantal
high available toepassingen op de Bull-
infrastructuur (bv. Mach) beschikbaar blijven
op de site Financiën indien de computerzaal
Eversstraat uitvalt.
› Stuurcomité beveiliging
Er werd een werkgroep opgestart die de
arbitrage doet inzake prioritisering van security-
projecten met impact op de productiedirecties.
› Computerzaal
Het principieel fiat om een redesignstudie te
initiëren werd verleend. Het lastenboek voor
het uitschrijven van een masterplan over data-
center design kan geïnitieerd worden, nu de
stafdienst documentatie bezit van verschillende
hoofdrolspelers (zowel IT-constructeurs als grote
IT-eindklanten).
› Beveiligingsbeleid
Een informatieronde bij zowel de grote audit-
bedrijven als bij overheden die al actief zijn
op dit vlak (BRIB, KPMG, Fedict) laat toe om
een beleid uit te stippelen en met de ISO-
norm 27001-27005 in het achterhoofd een
information security beheerssysteem in het leven
te roepen. Het ontwerp van het lastenboek is in
voorbereiding.
› Back-up en archiveringsarchitectuur
Uit de eerste twee projecten kwamen de risico’s
naar voor die in het kader van een studie,
omtrent de back-up en archiveringsarchitectuur,
absoluut prioritair aangepakt moeten worden.
De krijtlijnen van de toekomstige centrale
netwerkdiensten (mail, file- en printservices,
LDAP ...) moeten wel gekend zijn alvorens deze
studie voldoende impact heeft.
› Computerzaalinfrastructuur
Nu er een overeenkomst is met FOD Financiën
over het gebruik van hun computerzaal, is het
mogelijk om een basis te leggen voor overleg
over wederzijds gebruik van IT-resources en
diensten.
sd ict74
tactisch
› Gedragscode
Er werd intensief meegewerkt aan de redactie
van de gedragscode voor mail en internet. In
overleg met de andere IT-directies werd een
concrete internetpolicy, paswoordpolicy en
richtlijn bestandsbeheer voor eindgebruikers
uitgeschreven. Er is een ontwerptekst
beschikbaar van een gedragscode voor IT-
beheerders.
› Computerzaal
Er is een reglement uitgewerkt voor beperkte
toegang tot de machinezaal (en aanliggende
ruimtes) en er is een nota gemaakt m.b.t.
de opslag van materiaal in de omringende
ruimtes. Ten slotte zijn een programma en
reglement uitgewerkt voor correcte opvolging
van leveringen.
› Nieuwe LDAP
Er is een voorstel gedaan om de bestaande
bronbestanden van de actuele personeelstoe-
passingen te remediëren in functie van een
voorlopige nieuwe centrale en algemene
userdatabase LDAP (Lightweight Directory
Access Protocol), die ons zou toelaten de
internetpolicy globaal te implementeren.
operationeel
› Antiviruspolicy
Na een massale virusbesmetting werd
opnieuw een gestructureerde opvolging van
antivirusincidenten en daaraan gekoppelde
problemen geactiveerd. Een zo compleet
mogelijke rapportering en beheer van
de antivirusproductsuite is het resultaat.
Verschillende audits hebben bijgedragen aan
verbeteringen van de efficiëntie van eerder
ingezette maatregelen. De basis is gelegd voor
de upgrade naar de nieuwe versie van het
beheersysteem.
› Nieuwe computerzaaltechnieken
Er is in overleg met de directie Logistiek
heel wat gerealiseerd in 2009. Zo zijn de
klimatisatiepompen vernieuwd, is er een audit
doorgevoerd van de computervloer, is de
branddetectiecentrale vernieuwd en worden
de onderhoudscontracten van de technieken
verlengd en beter opgevolgd.
› Centrale serverback-up
Een studie tot optimalisatie van de centrale
serverback-upinfrastructuur leidde in 2009
tot een eerste optimalisatieproject, onder
de verantwoordelijkheid van de directie
Infrastructuur.
› Vernietiging van gegevens
De FOD Justitie beschikt sinds 2009 over een
procedure om de gegevens op afgedankt
IT-materiaal op een gegarandeerde manier te
wissen, dit zowel voor het DG RO als voor de
centrale administratie.
› Paswoorden
Een nieuw programma voor de quasi
geautomatiseerde aanmaak van
internetpaswoorden werd in productie
genomen.
› Security
Een aantal incidenten in verband met
beveiliging werden bij de directie van ICT
gemeld. Daarbij leverde een auditing n.a.v.
een concreet incident belangrijke conclusies
op m.b.t. securitypolicy en –implementatie.
sd ict 75
Directie infrastructuur
De vernieuwing van onze basisinfrastructuur werd
gestart om tegen 2011 te kunnen beschikken over
robuuste, performante en toekomstgerichte
IT-fundamenten. De twee belangrijkste initiatieven
en projecten binnen dit kader met potentieel de
grootste zichtbaarheid zijn:
› de aanzienlijke upgrade van de WAN (Wide
Area Network) en haar verbindingen in
combinatie met een substantiële vernieuwing
van de lokale netwerken (bekabeling en
netwerkactief ) op een groot aantal locaties
binnen de FOD en de rechterlijke orde. Ook in
2010 worden deze acties verdergezet;
› de opstart van het ‘standaardiseringsproject
van de desktops’ met als doel het creëren
van een centraal beheerbare en beheersbare
gebruikersomgeving. Dit kadert ook
in de algemene overstap naar een
gestandaardiseerde Microsoft-omgeving.
Directie Applicaties
hoven van beroep burgelijke en correctionele
griffie
Voor de dienst Vast Bureau Statistiek en Werklast-
meting werd in 2009 verdergewerkt aan de module
voor correctionele statistieken. Deze module zal
toelaten om de input en output van zaken en de
gegevens van de akten van de rechter te beheren,
wat belangrijk is voor de werklastmeting.
Gezien de werklast door de opstart van de module
voor de arbeidshoven, is er voor de hoven van
beroep naast de dagelijkse ondersteuning weinig
extra uitgevoerd.
Arbeidshoven
In 2009 werd de nieuwe applicatie CTAH (gebaseerd
op de applicatie van de hoven van beroep) ter
beschikking gesteld van de arbeidshoven. Deze
ICT-applicatie CTAH automatiseert het administra-
tieve werk van de griffie en heeft tot doel de
productiviteit en de kwaliteit van de gerechtelijke
diensten te verbeteren. De pilootsite Gent gebruikt
de applicatie CTAH in productieversie vanaf mei
2009 en gaf groen licht voor de verdere rollout
vanaf eind juni 2009. Na het zomerverlof werd
voorzien om de rest van de inwerkingtreding in
goede banen te leiden in samenwerking met de
dienst Opleiding. De stafdienst ICT heeft een
gecentraliseerd codificatiesysteem ingevoerd ten
behoeve van deze jurisdictie (met bv. het beheer
van de gegevens van advocaten).
sidis (applicatie)
Het Sidis-systeem laat een elektronisch beheer toe
van de bewegingen van gedetineerden (opsluitin-
gen, transfers, ...) en hun detentiedossier. Het is
ontplooid in alle penitentiaire instellingen. Buiten
de penitentiaire instellingen en administratie
worden de gegevens geconsulteerd door talrijke
andere diensten zoals strafuitvoeringsrechtbanken,
parketten, justitiehuizen en politie.
In 2009 werden verschillende belangrijke stappen
gezet:
› Afronding van het lastenboek van het
toekomstig Sidis-systeem.
› Realisatie van de module ‘Sidisveiligheidsfiche’,
welke zal toelaten gedetailleerde
veiligheidsgegevens i.v.m. gedetineerden uit
te wisselen met de politie.
› Verdere ontwikkeling van een module voor
de psychosociale diensten, welke zal toelaten
de psychologische testen en bijhorende
resultaten elektronisch te beheren. Op basis
hiervan zal een aanzienlijke tijdswinst worden
gerealiseerd en kan datamining gebruikt
worden.
sd ict76
jeugdparketten
Door herhaaldelijke onbeschikbaarheid van de
database en door het vervangen van de infrastruc-
tuur was de applicatie JeCC (Jeugd Centrale
Consultatie) dringend toe aan hernieuwing. De
eindgebruikers beschikken dus nu over een
gebruiksvriendelijke applicatie die de laatste
gegevens van parketten en griffies in de verschil-
lende arrondissementen weergeeft.
De applicatie PJP wordt, naast verbeteringen voor
o.a. de uithandengeving en fixaties, gekenmerkt
door de invoering van een documentgenerator
voor de automatische aanmaak van OpenOffice
documenten als vervanging van Framemaker.
jeugdgriffies
2009 was voor een aantal griffies het jaar waarin de
tekstverwerker OpenOffice werd geïntroduceerd.
De cursussen voor het gebruik van de template
generator lieten de gebruikers toe hun eigen
specifieke sjablonen op een relatief vlotte manier
om te zetten of te herwerken.
De introductie van de nieuwe servers biedt vanaf
nu ook Dumbo (business applicatie voor het beheer
van jeugddossiers) aan voor de griffies die hierover
nog niet beschikten, zijnde Marche-en-Famenne,
Huy, Neufchâteau en Veurne.
Op de achtergrond werd er - in samenwerking met
het NICC, de stuurgroep en andere partners - onder-
zocht op welke manier Dumbo moet worden
aangepast om betekenisvolle statistieken uit de
ingevoerde gegevens te kunnen genereren. Dit
gebeurde zonder de werklast op de griffiers en de
bedienden nutteloos te verhogen.
Parketten-generaal
Het jaar 2009 betekende een keerpunt voor de
applicatie PaGe, die ontwikkeld is voor de parket-
ten-generaal.
De applicatie PaGe heeft voldoende maturiteit
verworven bij het in productie brengen, dankzij o.a.
de toevoeging van:
› een module voor het beheer van de
strafuitvoeringen;
› een module voor de opvolging van de
uitgaande documenten;
› een flexibel proces voor het genereren van
documenten.
De eerste versies die in productie werden gebracht
aan het einde van het eerste semester 2009, werden
bij de parketten-generaal van Mons en Gent met
succes geïnstalleerd. Het parket-generaal van
Antwerpen volgde in november 2009 en dat van
Brussel begin februari 2010.
Elke inproductiestelling werd vergezeld van een
overname van de beschikbare data van de parket-
ten-generaal. De medewerkers hebben een
voorafgaandelijke opleiding gekregen.
Het gebruik van een gemeenschappelijke applicatie
maakt dat alle toekomstige functies, die de
verwerking van dossiers versnellen, gemakkelijker
kunnen ingebracht worden.
sd ict 77
Vredegerechten
In april 2007 hebben de minister en de FOD Justitie
beslist om de applicatie Mammouth voor de
vredegerechten, de politieparketten en de politie-
rechtbanken te moderniseren en te centraliseren.
Het project heet MaCH (Mammouth at Central
hosting).
In 2009 werd deze modernisatie verdergezet en 196
van de 228 vredegerechten zijn met deze nieuwe
software uitgerust. Deze invoering werd begeleid
met een uitgebreide opleiding door opleiders van
de rechterlijke orde.
Gedurende 2009 heeft de stafdienst ICT vooral
gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van
deze software en aan de verhoging van de presta-
ties.
Parketten en politierechtbanken
In 2009 werd de MaCH-applicatie voor de politie-
parketten en politierechtbanken verder ontwikkeld.
De twee acceptatiesites Antwerpen en Luik hebben
de applicatie uitvoerig getest. De testen zijn echter
nog niet afgerond. De oude gegevens van de zes
andere pilootsites (Brugge, Dendermonde,
Turnhout, Tongeren, Neufchâteau en Nivelles) zijn
in 2009 omgezet naar het nieuwe systeem Mam-
mouth zodat de sites hun gegevens kunnen blijven
gebruiken.
Alle politierechtbanken en politieparketten hebben
in 2009 nieuwe pc’s gekregen.
epicure
Epicure is een applicatie binnen de gevangenissen
die een gedecentraliseerde toegang tot de
medische dossiers van de gevangenen toelaat.
Tijdens 2009 werd de applicatie geherstructureerd
met in het bijzonder de integratie van een centrale
medische agenda die een betere opvolging van de
patiënten toelaat bij de overbrenging van de ene
gevangenis naar een andere.
Deze nieuwe versie werd geïnstalleerd op de
centrale server en op de pilootsites Nivelles en
Gent. Zij omvat een module voor het gecentrali-
seerd beheer van het verzorgend personeel dat
behoefte heeft aan aanpassingen op het vlak van
tarifering van de medische prestaties. Deze
applicatie werkt parallel met de oude versie.
Gelijklopend met deze ontwikkeling werd een
werkgroep opgericht van geneesheren die actief
zijn in de gevangenissen. Zij hebben de verwachtin-
gen in het kader van het centraal medisch dossier in
kaart gebracht.
rechtbanken van koophandel
De belangrijkste realisaties voor de rechtbanken
van koophandel bestaan in de aanpassing van de
applicaties aan nieuwe wetten:
› er werd een nieuwe module ontwikkeld ten
behoeve van de griffies van de rechtbanken
van koophandel, in het verlengde van de wet
met betrekking tot de expertises;
› er vond een herziening plaats van de
applicaties die het beheer van de neerlegging
doen (bvba, …), om dubbele codering te
vermijden. Een opleiding werd voorzien
ter gelegenheid van de installatie van deze
applicatie;
› in april 2009 vervangt de wet op de
continuïteit van de ondernemingen de wet
op de concordaten. De module ‘concordaten’
werd herwerkt om de codering van
gegevens op de nieuwe fiches voor akkoord
voor regeling in der minne, en deze voor
gerechtelijke reorganisatie toe te laten;
› de invoering van een Europese procedure voor
het gerechtelijke bevel tot betaling heeft ertoe
geleid dat aanpassingen aan de applicatie
voor het beheer van het dossier door de
rechtbank van koophandel zich opdrongen.
sd ict78
elektronische neerlegging van notariële akten
van vennootschappen (e-da1)
In 2009 werd de applicatie, die het neerleggen van
vennootschapsakten op elektronische wijze
ondersteunt, gewijzigd op het vlak van de architec-
tuur om conform te zijn met de eisen van het
communicatieplatform UME3, dat door Fedict op
punt is gesteld ter vervanging van UME2.
Er werd ook gewerkt aan de verbetering van de
middelen voor monitoring om de uitzonderingen
en de fouten beter te kunnen beheren.
De raadplegingsinterface werd herwerkt en ter
beschikking gesteld van de griffies.
Een automatische verwittiging wordt verzonden
naar de bevoegde griffie in geval een papieren
dossier dient te worden behandeld.
elektronische neerlegging van
vennootschapsakten door burgers (e-da2)
In 2009 werd de ontwikkeling van de webinterface
verdergezet. Die is toegankelijk voor burgers en
griffiers en laat toe elektronische dossiers van
vennootschapsakten en bvba’s te raadplegen. De
procedures voor elektronische handtekeningen
werden verbeterd.
rechtbanken van eerste aanleg (burgerlijk)
De burgerlijke griffies van eerste aanleg werden
voorzien van een upgrade van de infrastructuur,
zowel op het niveau van de servers als van de
computers om standaarden te kunnen invoeren en
een optimale beschikbaarheid te verkrijgen.
Op het vlak van de applicatie BGC met betrekking tot
het beheer van de dossiers werden volgende
aanpassingen gerealiseerd in 2009:
› De ontwikkeling voor het verzenden van de
fiscale fiches naar de FOD Financiën (project
Belcotax) met betrekking tot de dringende
kosten.
› Aanpassing van de module voor aflevering
van gegevens in verband met de publicatie op
het internet van de rol van de zittingsdagen
(Juridat). De lijsten van de Kamer aan wie het
dossier toegewezen wordt en van advocaten
die op de vastgelegde data tussenkomen in het
dossier, werden beschikbaar voor consultatie.
sd ict
contact
SD ICT
Waterloolaan115
1000 Brussel
Tel.: 02 542 76 24
E-mail: [email protected]
79
Arbeidsrechtbanken
De stafdienst ICT heeft voor de arbeidsrechtbanken
een aantal aanpassingen gedaan aan de applicatie
voor het dossierbeheer ARTT (ArbeidsRechtbanken
Tribunaux du Travail).
Net zoals bij de rechtbanken van eerste aanleg werd
programmatie ontwikkeld ten behoeve van de
verzending van de fiscale fiches naar de FOD
Financiën (project Belcotax) met betrekking tot de
dringende gerechtskosten. Ook de module voor
extractie van data werd aangepast met betrekking
tot de publicatie op internet van de rol van
zittingen (Juridat). Ten slotte werd, in samenwer-
king met de Post, bij de arbeidsrechtbank in Brussel
een pilootproject opgestart in het kader van de
gecentraliseerde printing (click & post).
sipar en randapplicaties
In de applicatie Sipar (de applicatie die het
elektronisch dossier omvat van de justitiabelen)
werd een belangrijk aantal problemen opgelost. Dit
heeft tot gevolg dat de applicatie nu een hogere
beschikbaarheid kent en de gegevensinput
correcter verloopt. Met het oog op de vernieuwing
van de applicatie werd alvast gestart met het op
orde stellen van de achterliggende gegevens.
justscan
In 2009 werd Justscan effectief opgestart op vijf
pilootsites en werd de applicatie vooral zeer
intensief in Mons en Brussel gebruikt. In Mons
werden alle dossiers van het hof van assisen
gescand waardoor het mogelijk werd het elektro-
nisch dossier tijdens de zittingen te gebruiken,
evenals de politiek-financiële dossiers van Charleroi
en het dossier Ghislenghien. In Brussel wordt de
applicatie Justscan gebruikt door zeven kabinetten
van de onderzoeksrechters en omvat de gegevens-
bank bijna 800 dossiers. In Antwerpen, Luik en
Brugge is het gebruik minder groot. Er zal in die
sites echter een communicatieactie ondernomen
worden.
Er werden ook aanpassingen doorgevoerd om het
de gebruikers van Justscan gemakkelijker te maken
door bijvoorbeeld de creatie van een automatische
inventaris. Er werd ook een gecentraliseerde
back-up geïnstalleerd. De pilootfase eindigt in 2010.
Ondertussen wordt het systeem verder verspreid.
Dienst managementondersteuning
De dienst Managementondersteuning werd begin 2009
gevormd uit het algemeen secretariaat en de dienst
Budget en Logistiek. Het doel was de synergie tussen
beide diensten te vergroten.
In 2009 realiseerde de dienst Managementonder-
steuning activiteiten zoals het beheer en de opvolging
van het budget, het ontwerp van een informaticatool
voor budgetbeheer, de opstart van een procedure voor
en het ontwerp van een programma voor afwezigheids-
beheer, en de optimalisatie en het ontwerp van een
programma voor het beheer van dienstvoertuigen.
Daarnaast werkte de dienst aan een procedure en
aanpassing van het programma voor het maken van
dienstverplaatsingen met trein, tram of eigen voertuig,
het ontwerp van een programma voor het beheer en de
opvolging van het kilometercontingent en de centralisa-
tie en het beschikbaar stellen van nota’s en aanvraagfor-
mulieren op de shared drive.
internationale standaard als maatstaf
De stafdienst ICT legt in zijn dienstverlening de
nadruk op het gebruik van algemene standaarden.
Sinds begin 2009 gaat er veel aandacht uit naar
meer standaardisering in lijn met de internationale
norm op het vlak van informatica. De stafdienst
kiest voor een eenvormig internationaal erkend en
gewaardeerd informaticaplatform, nl. Microsoft.
Deze uniformisering laat toe om gebruik te maken
van schaalmeeropbrengsten ten gevolge van een
eenvormigheid die in de toekomst haar nut zal
bewijzen.
Tot op heden werd het informaticalandschap
binnen de FOD Justitie teveel gehinderd door het
naast elkaar leven van diverse
informaticaplatformen die elk hun voordelen
hebben, maar die ook heel veel specifieke eisen
hebben wat betreft onderhoud. Dit vergt nog
altijd teveel human resources die niet altijd te
vinden zijn in een markt van schaarste op het vlak
van competente profielen.
FOCus
sd ict80
diensten van de vOORzitteR 81
diensten van de voorzitter
Meer dan 200 personeelsleden werken voor de
Diensten van de Voorzitter. Daarbij worden
volgende activiteiten ontwikkeld:
› secretariaat van het directiecomité;
› juridische ondersteuning inzake geschillen;
› genadeverzoeken;
› interne communicatie;
› externe communicatie;
› informatieverstrekking;
› strategische ondersteuning voor de
operationele entiteiten;
› coördinatie van de internationale
betrekkingen;
› duurzame ontwikkeling;
› facilitaire diensten;
› coördinatie van de parlementaire vragen.
diensten van de vOORzitteR82
Cel Communicatieen Informatie aan de Burger
Cel Bibliotheek
Cel Vertalingen
Cel Legalisaties & Parlementaire vragen
Cel Restaurant & Personeelskantines
Cel Security & Huisbewaarders
Cel Ontvangst & Telefooncentrale
Cel Reprografie
Cel Zendingen en Vergaderzalen
Cel Expeditie
Communicatief d
Vert lalingen
Secretariaat van de Voorzitter
Secretariaat vanhet Directiecomité
Cel Hulp aan Slachtoffers van Rampen
Cel Duurzame Ontwikkeling
Cel Modernisering RO
IDPB
Directie Dienstenvan de Voorzitter
Staf van de Voorzitter en Protocol
Dienst Communicatie en Documentatie
Cel Geschillenen Juridische Adviezen
Cel Genade
DienstJuridische Zaken
DienstInternationale Betrekkingen
Dienst PMO &FacilitaireDiensten
Voorzitervan het Directiecomité
Cel
Cel Celen J
Cel
Hui
en InCel C
Cel B
Hui
Cel
Cel Tele
VergCel Tele
Verg
Cel
Secr
HCel H
Cel D
Cel M
l
CCell
Cel Parll
Pers
Cel
l
Cel
Parl
diensten van de vOORzitteR 83
interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (iDPB)
Dankzij de portaalsite van de IDPB is er sinds 2009
een doeltreffend beheersinstrument voor alle
preventieadviseurs van de FOD. Hierdoor kunnen
preventie en bescherming op het werk
daadwerkelijk dynamisch worden beheerd. Tegelijk
werd de samenwerking met de interne
gemeenschappelijke dienst (empreva) versterkt,
voornamelijk op het vlak van het toezicht op de
gezondheid van de werknemers.
In 2009 werd er tevens een interne cel opgericht
voor de preventie van brand. Interne regels zijn in
dit verband al opgesteld of worden opgesteld. In
2010 zal de portaalsite zich tot een communicatie-
en informatie-instrument ontpoppen, en dit voor
alle personeelsleden van de FOD.
Dienst Pmo
De continue hoofdopdracht bestaat erin
strategische ondersteuning te bieden aan het
directiecomité. Deze opdracht kwam in de loop van
2009 in verschillende activiteiten tot uiting:
› maandelijks verslag over de evolutie van de
transversale projecten;
› halfjaarlijkse stand van zaken m.b.t. de
uitvoering van het managementplan;
› naleving van de invoering van het
besturingsmodel en begeleiding van de
veranderingen binnen het DG RO.
Door maandelijks een PMO-platform te houden,
nam de dienst ook actief deel aan deze opdracht.
Dit platform bestaat uit de program managers van
de acht entiteiten van de FOD. Het bood ook op
dynamische en participerende wijze strategische
ondersteuning aan alle medewerkers.
De dienst PMO levert eveneens methodologische
steun aan het projectwerk via het ProjectMaster-
programma, waar het de beheerder van is.
Dienst communicatie en Documentatie
cel communicatie en informatie aan de Burger
› Afdeling Communicatie
In 2009 begeleidde de afdeling Communicatie
de invoering van het grafisch charter van
de FOD Justitie. Later op het jaar werd die
introductie ook geëvalueerd. Op die manier
konden verbeteringen worden aangebracht
die zo goed mogelijk aansloten op de wensen
van de gebruikers.
Daarnaast startte de afdeling Communicatie
met een gloednieuw project: de nieuwe
internetsite voor de FOD Justitie. Op dit
moment werkt de afdeling samen met Fedict
en Internet Architects volop aan de website
met de bedoeling die in de loop van 2010 te
kunnen lanceren.
De cel Communicatie en Informatie
aan de Burger heeft daarenboven ook
voorbereidingen getroffen voor een nieuw
intranet. Om de mening van de gebruikers
van dat intranet te achterhalen, heeft de cel
een vragenlijst laten rondgaan onder het
personeel van Justitie. Deze vragenlijst werd
ingevuld door 1335 personen.
diensten van de vOORzitteR84
De afdeling Communicatie ging eveneens
van start met de lancering van een reeks
vademecums voor alle diensten van de
FOD Justitie. Een eerste deel van deze reeks
ging over het aanmaken van elektronische
nieuwsbrieven. Tegelijk hield de afdeling
gidsen en brochures up-to-date: bepaalde
werken werden aangepast en de meest
populaire werden herdrukt.
Ten slotte bleef de dienst Communicatie en
Documentatie verschillende communicatie-
initiatieven steunen van de dienst Duurzame
Ontwikkeling, de Kansspelcommissie, de
Kanselarij van de Eerste Minister, enz.
› Afdeling Informatie aan de Burger
De afdeling Informatie aan de Burger heeft
weer talloze antwoorden geformuleerd op
vragen van burgers over zaken die verband
houden met de FOD Justitie. De vraagstellers
krijgen ofwel een direct inhoudelijk antwoord,
ofwel worden ze doorverwezen.
Er kwamen in 2009 meer dan 8000 vragen bij
de afdeling terecht. Dit is een stijging van
10 %. De cel beantwoordde de meeste
aanvragen per e-mail (4606) en per telefoon
(3135).
Een aanzienlijk aantal burgers (433) neemt
contact op met de afdeling Informatie aan
de Burger in de hoop een juridisch advies te
krijgen dat is toegespitst op hun persoonlijke
situatie. Door het principe van de scheiding
der machten kan de dienst niet beantwoorden
aan deze verwachting. Daarom werd in
samenwerking met het DG Justitiehuizen en
het DG Rechterlijke Organisatie de brochure
‘Een betere toegang tot justitie’ opgesteld.
Tot slot behandelde de cel ook de verdwaalde
post. Bijna 1000 stukken kwamen zo na
onderzoek bij de juiste dienst of persoon
terecht.
cel Bibliotheek
2009 stond in het teken van het grootse project
‘modernisering van de website en uitbreiding van
de databank’. Ter voorbereiding werd een
uitgebreide benchmarking gedaan bij een groot
aantal binnen- en buitenlandse universitaire
rechtsbibliotheken. Op basis van een vergelijking
van al deze websites, aangevuld met onze eigen
ervaring en rekening houdend met de specificiteit
van de bibliotheek, werd een ontwerp van
ontvangstpagina opgemaakt.
Daarbij stond de gebruiksvriendelijkheid voorop.
Naast de toevoeging van een aantal nieuwe
rubrieken, kreeg ook de lay-out van de
ontvangstpagina een opfrisbeurt. Dit gebeurde in
samenwerking met de cel Communicatie. Met
medewerking van de cel Duurzame Ontwikkeling
kwam er ook een bereikbaarheidsplannetje.
Het tweede luik van het project bestond erin een
nieuwe databank te creëren en de 100 000
gegevens van de oude databank te transfereren
naar de nieuwe. Ook voor de opmaak van de
nieuwe zoekpagina, de invoeringspagina en de
resultatenpagina deed de cel Bibliotheek een
voorafgaande uitgebreide studie in de genoemde
universitaire rechtsbibliotheken. Er werd getracht
zoveel mogelijk aan te sluiten bij het reeds voor de
rechtbanken ontworpen programma, zonder
evenwel af te wijken van wat de cel specifiek voor
ogen had. Zo laat de nieuwe databank toe om
opzoekingen te doen in één of meer bepaalde
tijdschriften, te zoeken op verschillende auteurs, of
op editor enz. Voortaan wordt eveneens het
ISBN-nummer van de handboeken opgenomen.
Voor dit luik werkte de cel Bibliotheek samen met
de stafdienst ICT. Het proces verliep door het grote
aantal gegevens zeer moeilijk. Momenteel zit het
project in een testfase. Begin 2010 kan het publiek
er dan mee kennismaken.
diensten van de vOORzitteR 85
Zoals elk jaar werd de bibliotheek van de FOD
Justitie ook in 2009 veelvuldig geconsulteerd, en dit
in hoofdzaak door een extern publiek (leden van de
rechterlijke orde, ambtenaren van diverse
overheidsinstellingen, academisch personeel,
studenten, kabinetsmedewerkers, …). Zoals ook
vorig jaar gesignaleerd werd, zet de trend tot
documentlevering op afstand zich verder door. Zo
behandelde de cel het afgelopen jaar circa 1800
vragen i.v.m. documentleveringen. De vragen
bereikten de cel Bibliotheek via het
gemeenschappelijk mailadres biblio.fod-spf@just.
fgov.be, of via telefoon of fax.
Tot slot breidde de collectie ook opnieuw uit: een
aanwinst van 507 handboeken (451 aangekochte
werken en 56 giften) en 1700 bijdragen in
tijdschriften en verzamelwerken. Er vonden ook
verschillende rondleidingen en opleidingssessies
plaats voor studenten.
Dienst internationale Betrekkingen (DiB)
In 2009 veranderde er veel in positieve zin voor de
dienst Internationale Betrekkingen (DIB). Het team
werd uitgebreid en kreeg steeds meer en diverse
dossiers toegeschoven.
Binnen de context van bilaterale dossiers nam de
DIB deel aan de tenuitvoerlegging van het actieplan
voor nauwere Belgisch-Marokkaanse
samenwerking. In het kader van de juridische
opleidingen mocht de dienst ook talrijke
buitenlandse delegaties ontvangen.
Vermeldenswaard is ook de deelname aan een
Europees ‘twinning light’-project, dat de uitbouw
van de probation and mediation service in de
Slowaakse republiek beoogt. Tegelijk tekende de
dienst voor veel voorbereidend werk aan dossiers
over versterkte samenwerking.
De dienst ziet nauwlettend toe op de dossiers i.v.m.
de uitbreiding van de EU en de integratie van het
acquis communautaire van de nieuwe lidstaten en
de kandidaat-lidstaten, in het bijzonder op het vlak
van justitie.
De DIB werkte mee aan de ontplooiing van EULEX
in Kosovo onder de paraplu van het veiligheids- en
defensiebeleid van de EU, en zond er door hen
geselecteerde magistraten heen.
Samen met de FOD Buitenlandse Zaken bepaalde
de DIB ook de nationale strategie voor de volgende
jaren. Zo is de dienst sinds 2009 bezig met de
voorbereidingen van het Belgisch voorzitterschap
van de Europese Unie. In samenwerking met andere
departementen zoals Binnenlandse Zaken en
Buitenlandse Zaken worden concepten ontwikkeld
in verband met de rechtstaat.
De dienst levert ook een bijdrage aan het
omvangrijke EUROMED JUSTICE II-project van de
EU. Daarbij wordt met 10 landen uit het
Middellandse Zeebekken samengewerkt. Zo zag de
dienst, net zoals in 2007, nog van nabij toe op
EUJUST-LEX, een project dat de opleiding van
politiemensen en magistraten in Irak beoogt.
Ten slotte werkt de dienst ook mee aan een groot
interdepartementeel project voor een
gegevensbank voor het burgerlijk beheer van
crises. Dit verloopt onder de hoede van de EU.
diensten van de vOORzitteR86
Dienst juridische zaken
cel genade
De cel onderzoekt de genadeverzoeken van
veroordeelden en legt de Vorst ook voorstellen voor
tot toekenning of afwijzing van kwijtschelding van
straffen die door de rechters werden uitgesproken.
In 2009 werden 1320 genadeverzoeken verstuurd
naar de Vorst; in de loop van ditzelfde jaar heeft de
genadedienst 1680 dossiers volledig afgewerkt.
cel geschillen en juridische Adviezen
De cel Geschillen en Juridische Adviezen houdt zich
met de volgende opdrachten bezig:
› behandelen van geschillen (gewone
rechtscolleges en hoven, Raad van State) en
precontentieuze vragen;
› opstellen van intern juridisch advies;
› behandelen van klachten over onwerkzame
voorlopige hechtenis;
› opvolgen van vragen om juridische bijstand
en vergoedingen voor schade aan de
goederen van de ambtenaren van de FOD;
› centraliseren van het beroep ingesteld bij het
Grondwettelijk Hof;
› opvolgen van klachten van burgers;
› als afgevaardigde van de minister advies
verstrekken in de dossiers beheerd door
de Commissie voor financiële hulp aan
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en
aan de occasionele redders;
› afhandelen van schadegevallen in verband
met verkeersongevallen waarbij voertuigen
van de FOD Justitie betrokken zijn;
› teruginnen bij derden die verantwoordelijk
zijn voor bedragen die aan onze ambtenaren
betaald moeten worden naar aanleiding van
een ongeval, al dan niet in dienst.
Enkele cijfers:
› in 2009 zijn 215 nieuwe dossiers gerechtelijke
geschillen geopend. Momenteel zijn er meer
dan 1000 dossiers in behandeling. Er werden
ook 47 precontentieuze dossiers geopend;
› in verband met dossiers van onwerkzame
voorlopige hechtenis werden 103
verzoekschriften ingediend;
› er zijn 150 nieuwe dossiers Raad van State.
Meer dan 400 dossiers worden behandeld;
› het Grondwettelijk Hof opende 58 nieuwe
dossiers;
› er werden 42 dossiers inzake adviezen of
studies geopend;
› 75 aanvragen voor gerechtelijke bijstand
werden ingediend;
› het aantal dossiers goederenschade bedraagt
43;
› er werden 1115 adviezen verstrekt inzake de
dossiers van de Commissie voor financiële
hulp aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden en aan de occasionele redders;
› de cel telde 74 nieuwe dossiers
verkeersongevallen;
› de kaap van 20 000 klachten van burgers werd
gerond.
Het aantal dossiers blijft toenemen en ook de
juridisering stijgt gestaag verder. Evenmin zijn het
aantal kortgedingen (gewone rechtscolleges) en/of
opschortingen (Raad van State) aan het afnemen.
facilitaire Diensten
cel expeditie
De cel Expeditie verwerkt zowel de inkomende als
uitgaande post van de centrale diensten van de
FOD. De dienst Verzendingen, die over een eigen
voertuig beschikt, zorgt voor de interne
correspondentie tussen deze diensten,
postzendingen naar het buitenland, vragen voor
vervoer door DHL, en het frankeren van stukken
voor verzending door De Post. De cel staat ook in
voor de administratieve afhandeling van de
aangetekende zendingen.
diensten van de vOORzitteR 87
cel Vertalingen
De cel Vertalingen zorgt voor de vertaling van
regelgevende, wetgevende en administratieve
teksten op vraag van de centrale diensten en is
belast met de uitvoering van en controle op de
raamovereenkomst externe vertalingen.
In 2009 werd veel en ook dringend werk verricht
voor de beleidscel van de minister van Justitie.
Intussen steeg de output van de vertalingen met
meer vertalingen Frans en Nederlands. Er waren
ook korte vertalingen uit en naar het Duits, Engels,
Spaans en sporadisch ook het Italiaans. Daarnaast
zat het aantal teksten uitgegeven aan het
vertaalbureau ferm in de lift. Steeds vaker worden
vertalingen gevraagd uit en naar niet alledaagse
talen, wat de prijs en dus de uitgaven opdrijft.
De verhuis naar de tiende verdieping van het Jan
Jacobsgebouw verliep vlekkeloos. Dankzij de
verdere statutarisering van het personeel wordt ook
meer ervaring, expertise en kennis van het
gerechtelijk apparaat in huis gehouden.
In 2009 zijn natuurlijk ook weer een aantal
projecten ontwikkeld en voortgezet. Aangezien het
Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek
gedeeltelijk via de kredieten van de FOD Justitie
wordt gefinancierd, is besloten dat alle externe
vertalingen zullen gebeuren via de cel Vertalingen.
Om zo correct en accuraat mogelijk te vertalen, zijn
de wetgeving inzake bio-ethiek, de verslagen en
adviezen van het comité en andere dienstige
teksten gealigneerd in het vertaalgeheugen van
Trados. Dat werk heeft om en bij een maand in
beslag genomen.
De cel raakte ook betrokken bij een IOF (Industrieel
Onderzoeksfonds)-project, goedgekeurd en
gefinancierd door de Vlaamse overheid en
ingediend door de Lessius Hogeschool en de KUL
(departement taalkunde). Het project omhelst een
grondig onderzoek over een periode van vier jaar
naar juridisch taalgebruik tot distillatie van een
eenduidige juridische terminologie.
De cel werkte eveneens mee aan de ontwikkeling
van taalkundige software over bestaande
overheidsterminologie. Dit gebeurt in het kader van
het Steunpunt voor Nederlandstalige Terminologie.
Tot slot werd ook de samenwerking opgevoerd met
de departementen voor toegepaste taalkunde
(ex-tolkenscholen), de Lessius Hogeschool aan
Nederlandstalige kant, en het Institut Libre Marie
Haps aan Franstalige kant. Die samenwerking
vertaalde zich in stagemogelijkheden en
tewerkstelling van jobstudenten.
diensten van de vOORzitteR88
cel Legalisaties & Parlementaire vragen
› Legalisatiedossiers
Zie focus
› Coördinatie van parlementaire vragen
y De cel ontving 870 nieuw ingediende,
schriftelijke vragen (totaal van Kamer en
Senaat). Dit betekent opnieuw een lichte
stijging met 9 % ten opzichte van 2008.
y De meest bevraagde entiteiten waren:
DG WL (23 %), DSB (20 %), DG EPI (16 %),
DG RO en het College PG (allebei 9 %).
y Een bijkomend, Nederlandstalig
dossierbehandelaar vervoegde het team
en er werd een project opgezet om in de
loop van 2010 digitale hulpmiddelen te
ontwikkelen.
Verder bracht de cel in opdracht van de minister
van Justitie in 2009 ‘s lands zegel aan op 179
perkamenten met de originele tekst van wetten en
op 155 geloofsbrieven van Belgische diplomaten
aangesteld in het buitenland.
Wat de archivering betreft, werden 316 nieuwe,
originele (koninklijke) besluiten aangeleverd. Naar
aanleiding van 27 aanvragen om inzage in het
centrale archief werden 59 afschriften bezorgd.
cel reprografie
De cel Reprografie is de centrale dienst voor het
fotokopiëren en het inbinden van documenten. Ze
houdt zich tegelijk bezig met fotoreportages.
cel zendingen & Vergaderzalen
De cel Zendingen en Vergaderzalen zorgt voor het
vervoer van personen in het kader van opdrachten.
Ze beheert de dossiers van de aanvragen voor
buitenlandse zendingen. Ook biedt ze logistieke
ondersteuning bij vergaderingen die georganiseerd
worden in de centrale diensten.
cel restaurant & Personeelskantines
De cel Restaurant en Personeelskantines zorgt voor
kwaliteitsmaaltijden voor het personeel en
toegelaten externe personen en voor de catering
tijdens allerhande vergaderingen georganiseerd
door de centrale diensten.
cel security & huisbewaarders
De cel Security en Huisbewaarders controleert en
bewaakt de toegang van de zeven hoofdgebouwen
van het centrale bestuur.
cel ontvangst & telefooncentrale
De cel Ontvangst en Telefooncentrale ontvangt,
informeert en wijst de bezoekers door.
Ze is ook belast met het telefonisch onthaal en de
doorschakeling van de oproepen.
diensten van de vOORzitteR
contact
Diensten van de Voorzitter
Waterloolaan 115
1000 Brussel
Tel.: 02 542 65 96
Fax: 02 542 65 80
E-mail : [email protected]
89
cel Protocol
Deze cel neemt de protocollaire formaliteiten van
de centrale diensten van het departement voor
haar rekening. Ze doet dit in samenwerking met de
gerechtelijke diensten en met de beleidscel van de
minister.
De cel Protocol heeft volgende gebeurtenissen in
goede banen geleid:
› de officiële bezoeken van de Congolese
minister van Justitie, de Turkse
vicestaatssecretaris van Justitie, en
een delegatie van 25 Indonesische
parlementsleden aan het directoraat-generaal
Rechterlijke Orde;
› de bijeenkomst van de Europese
afgevaardigden van de erediensten;
› de internationale vergadering van specialisten
van vezelonderzoekslaboratoria (15 personen);
› de nationale vergadering over de
wapenproblematiek (25 personen);
› het bezoek van de Chinese
gevangenisdirecteurs in het kader van het
gevangeniswezen;
› het tweedaagse colloquium ’10 jaar
justitiehuizen in België’ met buitenlandse
sprekers (750 personen);
› gebeurtenissen waarbij de werking van
het federaal parket betrokken werd op de
rechterlijke samenwerking met Roemenië,
Servië, Albanië, Slowakije en Nederland. Dit
gebeurde in samenwerking met bepaalde
diensten van de federale politie;
› de organisatie van het federaal parket in
het kader van de opleiding van Burundese
magistraten inzake anticorruptie;
› de raadgevende commissies (Marokko
en Tunesië) in samenwerking met het DG
Wetgeving;
› het onthaal van delegaties uit Nederland,
Frankrijk, Algerije, Marokko, Noorwegen,
Burundi, Roemenië, Turkije, Portugal, Finland,
Litouwen, Slowakije, Zweden, Denemarken,
Luxemburg, Estland, Boerkina Faso, Congo,
China, Equatoriaal Guinee, Indonesië, en
verscheidene Europese en internationale
afgevaardigden.
de dienst legalisaties ontvangt de wereld
Wie graag wat internationale sfeer opsnuift, moet
niet noodzakelijk naar de luchthaven of naar een
internationaal spoorwegstation. Wie even een
tijdje wacht in de hal van het hoofdgebouw van de
FOD Justitie op de Waterloolaan 115 zal opmerken
dat de hele dag lang een stoet van buitenlandse
bezoekers langskomt. De meeste van die
buitenlandse bezoekers komen zich aanmelden
voor de dienst Legalisaties, wiens lokalen zich ook
dicht bij de hal bevinden.
Onder legalisatie wordt verstaan de procedure
waarbij een ambtenaar de echtheid van een
handtekening op een document bevestigt. Door
handtekeningen te legaliseren, wordt aan
Belgische of vreemde documenten de nodige
bewijskracht verleend voor gebruik, hetzij in
België hetzij in het buitenland. Over deze
problematiek heeft de dienst Legalisaties in 2009
een boeiende brochure samengesteld die kan
gedownload worden via de website van de FOD
Justitie (www.just.fgov.be).
Vorig jaar werden door de dienst Legalisaties 8711
externe bezoekers begroet wat staat voor
gemiddeld 35 bezoekers en 105 dossiers per dag,
met pieken in de vakantieperiode juni-juli en
tijdens de regularisatieronde van september tot
november. In 2009 werden over het hele jaar in
totaal 26 027 legalisatiedossiers behandeld (wat
neerkomt op een status quo t.o.v. vorig jaar). Het
gros daarvan (25 008) werd voorgelegd door
externe bezoekers. Daarnaast werden ook 831
dossiers voorgelegd door interne diensten en
verder waren er 188 schriftelijke aanvragen.
FOCus
diensten van de vOORzitteR90
BelGisch staatsBlad 91
Belgisch staatsblad
Het Belgisch Staatsblad (BS) staat in voor de
productie en verspreiding van een brede waaier
officiële en overheidspublicaties, zowel via
traditionele (papier) als elektronische (internet)
kanalen. Voor de belangrijkste officiële publicaties
gebeurt de distributie enkel via elektronische weg.
Het BS biedt een aantal databanken aan waarvan
het Belgisch Staatsblad zelf, de Bijlage van de
Rechtspersonen, de openbare aanbestedingen en
de Justel-databanken (geconsolideerde wetgeving
en rechtspraak) de meest bekende zijn. Daarnaast
geven de diensten van het BS in beperkte mate
informatie over in de publicaties verschenen
gegevens.
Het BS staat ook in voor de logistieke
ondersteuning bij de distributie van een breed
gamma informatiebrochures uitgegeven door de
FOD Justitie en voor de aanmaak van traditioneel
drukwerk (kaartjes, brochures, omslagen, ....) voor
de diensten van Justitie.
BelGisch staatsBlad92
Op 31 december 2009 sloot het Belgisch Staatsblad
het jaar af met een derde editie die eindigde met
het paginanummer 83 000. Als we naar het aantal
bladzijden kijken, finisht deze jaargang op een
tweede plaats. In 2004 werden immers wel 87 430
bladzijden gepubliceerd, maar hierin zaten ook
14 000 blz. toetredingsverdragen van de nieuwe
Europese lidstaten. Wat nationale wetgeving
betreft, was 2009 dus een absoluut topjaar.
Dit record werd even overschaduwd door
commotie rond de nieuwe rookwetgeving voor de
horeca. Door een verkeerde taalcode verscheen er
een stukje Franse tekst in de Nederlandse tekst wat
volgens sommigen volstond om van een ongeldige
wetgeving te spreken. Gelukkig kon een eenvoudig
verbeteringsbericht de scheve situatie terug
rechttrekken. Dit incidentje toonde echter nog eens
aan hoe arbeidsintensief het correct publiceren van
wetgeving is. Tevens was het een waarschuwing
aan diegenen die van oordeel zijn dat
automatisering de controle door mensen helemaal
kan vervangen. Door het stijgende volume, de
steeds kortere verwerkingstermijnen, het
verwerkingsproces zelf en het groot aantal
wisselende actoren is het absoluut noodzakelijk om
voldoende tijd uit te kunnen trekken voor
voldoende controles. Daarbij moet elk niveau zijn
verantwoordelijkheden opnemen.
Ook het bulletin der aanbestedingen piekte in 2009
tot 37 342 bladzijden. Dit is een stijging met 10 %.
Dit werd echter overschaduwd door de beslissing
van de federale overheid om het bulletin der
aanbestedingen vanaf 1 januari 2011 over te
hevelen naar de Federale Overheidsdienst P&O,
waar zich reeds een belangrijke afdeling
overheidsopdrachten bevindt. Met pijn in het hart
zal het Staatsblad dus afscheid moeten nemen van
alweer een publicatie met een rijke geschiedenis.
Het aantal akten van rechtspersonen zakte met
10 000 wat zonder enige twijfel te verklaren is door
de moeilijke economische omstandigheden. Een
striktere opvolging van de neerleggingen voor
jaarrekeningen zorgde hier echter voor een stijging
met 14 000 publicaties waardoor het eindsaldo voor
de rechtspersonen toch positief werd. Dit vertaalde
zich dan weer in een stijging van de inkomsten van
het Staatsblad met bijna 2,7 miljoen euro. De
diensten van het Staatsblad stortten daardoor net
geen 58 000 000 euro (BTW inbegrepen) door aan
de federale Schatkist.
BelGisch staatsBlad 93
Ook de diensten van het Staatsblad die uitsluitend
voor de FOD Justitie werken deden het goed.
Het aantal bestellingen voor drukwerken allerhande
verdriedubbelde zodat er in een aantal gevallen
langere wachttijden waren voor leveringen. Hierbij
viel vooral op dat het Staatsblad meer bestellingen
kreeg voor kleinere oplagen die dan om de zoveel
tijd hernieuwd werden. Schijnbaar hebben de
diensten beslist om met minder eigen stocks te
werken, maar voor het Staatsblad betekent dit dat
de productie duurder wordt en minder efficiënt
verloopt. In samenwerking met het Hof van Cassatie
werd ook een belangrijke inspanning geleverd om
de achterstand in de publicatie van de
Nederlandstalige arresten van het Hof in te halen.
Wat betreft de opdracht om voor de Diensten van
de Voorzitter in te staan voor de logistieke
ondersteuning van het communicatiebeleid van de
FOD Justitie, werden er in 2009 net geen 315 000
gratis brochures verstuurd naar geïnteresseerden.
De vernieuwde toepassingen van Justel
(geconsolideerde wetgeving) zijn nu volledig
operationeel waardoor het mogelijk wordt om
sneller te actualiseren en om een aantal fouten uit
het verleden op te sporen en te verbeteren.
De regering besliste in 2009 ook om de diensten
van het Staatsblad in de loop van 2010 te verhuizen
naar de WTC-3 toren in de Noordwijk. Hier zullen de
14e, 15e en 16e verdieping en een deel van de
sokkel op het gelijkvloers ingenomen worden. Voor
het eerst sinds de Belgische Revolutie zal het
Staatsblad zich hierdoor niet meer in de
onmiddellijke nabijheid van het politieke centrum
van het land bevinden.
BelGisch staatsBlad
Bs h.V. meD. Vzw AAnB. totAAL totAAL
VerklaringBS+HV+VZW
+MED BULBS+VZW+BUL BS+BUL
1996 33 485 64 348 11 424 15 296 3444 127 998 52 226
1997 40 003 62 200 10 440 11 392 5831 129 866 57 226
1998 44 968 63 072 12 417 11 840 9316 141 613 66 124
1999 55 864 72 440 9704 10 416 10 340 158 764 76 620
2000 49 136 73 488 16 608 15 232 9896 164 360 74 264
2001 49 804 94 496 13 472 13 152 10 504 181 428 73 460
2002 63 464 * * 13 696 11 416 88 756
2003 62 830 * * * 12 888 75 718
2004 87 430 * * * 16 644 104 074
2005 57 756 * * * 19 688 77 444
2006 76 470 * * * 25 082 101 552
2007 66 290 * * * 28 104 94 394
2008 69 358 * * * 33 654 103 012
2009 83 000 * * * 37 342 120 342
statistieken
Aantal gepubliceerde pagina’s
* = pagina's niet meer genummerd
BS: Belgisch Staatsblad
H.V.: Handelsvennootschappen
Med.: Mededelingen jaarrekeningen
Aanb.: Bulletin der aanbestedingen
94
BelGisch staatsBlad
contact
Belgisch Staatsblad
Leuvenseweg 40 - 42
1000 Brussel
Tel.: 0800 98 809
E-mail: [email protected]
95
AAntAL Akten
rechtsPersonen*
AAntAL meDeDeLingen
jAArrekeningen
AAntAL Akten Vzw**
1996 119 469 218 800
1997 119 546 208 719
1998 120 575 248 719
1999 134 708 194 149
2000 135 481 309 120
2001 160 194 240 640
2002 155 803 324 800
2003 133 962 296 000 21 562
2004 184 781 311 342
2005 192 718 319 950
2006 191 852 320 983
2007 188 356 332 480
2008 195 636 345 118
2009 185 651 359 182
* tot 30 juni 2003 enkel ondernemingen - vanaf 1 juli 2003 zowel ondernemingen als verenigingen
(vzw's) samen.
** vanaf 1 juli 2003 samen met akten rechtspersonen.
1999 € 30 630 741,75
2000 € 32 171 154,49
2001 € 36 257 987,67
2002 € 37 009 304,05
2003 € 34 439 690,80
2004 € 40 107 435,79
2005 € 44 227 935,90
2006 € 42 905 353,86
2007 € 43 122 741,65
2008 € 45 174 044,65
2009 € 47 856 331,06
Aantal gepubliceerde akten rechtspersonen inkomsten (zonder Btw)
Het Belgisch Staatsblad is ook beperkt actief in een
internationale context. Zo maakt het deel uit van
het Forum van uitgevers van officiële publicaties.
Deze vereniging, die logistiek ondersteund wordt
door de Europese Unie, brengt instellingen die
belast zijn met officiële bekendmakingen samen
om ervaringen uit te wisselen. Om dit voor te
bereiden zijn er een aantal werkgroepen actief,
onder andere met betrekking tot archivering,
gestructureerde gegevensuitwisseling,
authentificatie van stukken en het ontwikkelen van
een gemeenschappelijke thesaurus. De focus is
hierbij echter niet beperkt tot wetgeving. Ook
andere officiële bekendmakingen zoals openbare
aanbestedingen, of akten van rechtspersonen
(commerciële en non-profit organisaties) komen
hierbij aan bod.
Daarnaast is het Staatsblad actief in de Europese
werkgroep juridische informatica, binnen de raad
van ministers van de Europese Unie. Daarin wordt
op Europees vlak actief gezocht naar oplossingen
voor het verkleinen van de kloof tussen de burger
en de wetgeving en de rechtspraak. Hier is het
uiteindelijk de bedoeling om de nationale
databanken ook op een eenvoudige wijze te
ontsluiten voor inwoners van andere lidstaten,
zonder dat ze hiervoor de plaatselijke nationale taal
moeten beheersen. Dit kan via een
gemeenschappelijke en uniforme interface of door
informatie in andere talen dan de nationale aan te
bieden.
FOCus
Belgisch staatsblad ook actief in internationale context
BelGisch staatsBlad96
97veiliGheid van de staat
veiligheid van de staat
De Veiligheid van de Staat, de burgerlijke inlichtin-
gen- en veiligheidsdienst van België, heeft vier
hoofdtaken:
› de fundamentele waarden en belangen
van de staat beschermen, meerbepaald de
inwendige en uitwendige veiligheid van de
staat, het voortbestaan van de democratische
en grondwettelijke orde en de bescherming
van het wetenschappelijk en economisch
potentieel;
› veiligheidsonderzoeken uitvoeren over
personen die wegens hun ambt in het bezit
moeten zijn van een veiligheidsmachtiging
om toegang te hebben tot geheime of
vertrouwelijke informatie;
› beschermingsopdrachten uitvoeren (bv. ten
behoeve van buitenlandse staatshoofden);
› de door de wet toevertrouwde opdrachten
uitvoeren, bv. de verwerking van aanvragen
voor het dragen van een vuurwapen door
personen die geen verblijfplaats in België
hebben.
De werking van de Veiligheid van de Staat wordt
bepaald door de wet houdende regeling van de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten van 30
november 1998 (BS 18 december 1998).
98 veiliGheid van de staat
Operaties
Persoonsbescherming
Inlichtingen
Veiligheid
Inlichtingen
Veiligheid
Analyse Diensten van algemeen belang
Ondersteuningscel Cel Informatie en Communicatieie en Commsteuningsc
Minister van Justitie
Directie-generaal
joiAdministrateur-generaal adnt Adjunct Administrateur-generaal
99veiliGheid van de staat
inlichtingenopdracht
De taken van de Veiligheid van de Staat bestaan
hoofdzakelijk uit het inwinnen, analyseren en
verwerken van informatie. Daarbij moet worden
opgemerkt dat ‘informatie’ geen synoniem is
van ‘inlichtingen’. Naarmate bepaalde informatie
wordt bevestigd door verschillende bronnen,
kan met meer zekerheid worden gezegd dat
het om inlichtingen gaat. Het is echter niet altijd
vanzelfsprekend om gegevens te bevestigen door
verschillende bronnen. Toch wordt ernaar gestreefd
om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en
zo een context te creëren waarin ze verwerkt kan
worden tot inlichtingen.
De Veiligheid van de Staat wint informatie in over
activiteiten van personen of groeperingen die de
fundamentele waarden en belangen van het land
bedreigen of zouden kunnen bedreigen. De wet
maakt een onderscheid in de waarden die
beschermd moeten worden:
a) De inwendige veiligheid van de staat en
het voortbestaan van de democratische en
grondwettelijke orde
De Belgische instellingen moeten in een veilig
klimaat kunnen functioneren opdat hun
voortbestaan gegarandeerd zou zijn. In de praktijk
betekent dit onder meer dat de Veiligheid van de
Staat inlichtingen inwint over gebeurlijke
dreigingen tegen overheidsinstanties, maar ook dat
er fysieke bescherming wordt geboden aan
Belgische regeringsleden en buitenlandse
gezagsdragers wanneer zij in België zijn voor
officiële activiteiten.
De democratische en grondwettelijke orde moet
naar de elementaire beginselen verwijzen die eigen
zijn aan een rechtsstaat, maar ook naar de
mensenrechten en de fundamentele vrijheden.
De inwendige veiligheid van de staat beoogt niet
alleen de Belgische instellingen maar ook de
inwoners van de Belgische staat. De Veiligheid van
de Staat waarborgt dus ook de veiligheid van
personen en goederen.
b) De uitwendige veiligheid van de staat en de
internationale betrekkingen
Dit betekent dat de Veiligheid van de Staat ervoor
verantwoordelijk is dat het nationaal erfgoed
ongeschonden blijft, en dat de staat soeverein en
onafhankelijk kan functioneren.
Daarenboven waakt ze over een goed verloop van
de relaties die België met vreemde mogendheden,
instellingen en internationale autoriteiten
onderhoudt.
100 veiliGheid van de staat
c) het wetenschappelijk en economisch
potentieel
De Veiligheid van de Staat heeft de taak om de
Belgische industrie en wetenschappelijke centra in
te lichten over eventuele pogingen uit het buiten-
land om hoogstaande technologie te kopiëren, die
België een economisch voordeel verleent tegenover
andere landen.
Deze opdeling geeft een beter idee van de waarden
die de Veiligheid van de Staat moet beschermen,
maar laat nog steeds interpretatieruimte over het
type dreiging waarop moet worden toegezien.
Daarom heeft de wet een aantal in het oog te
houden dreigingen opgesomd:
› spionage: het verkrijgen of het verstrekken
van inlichtingen die voor het publiek niet
toegankelijk zijn, en het onderhouden van
geheime verstandhoudingen die deze
handelingen kunnen voorbereiden of
vergemakkelijken.
› terrorisme: het gebruik van geweld tegen
personen of materiële belangen om
ideologische of politieke redenen met het doel
de doelstellingen door middel van terreur,
intimidatie of bedreigingen te bereiken.
› extremisme: racistische, xenofobe,
anarchistische, nationalistische, autoritaire
of totalitaire opvattingen of bedoelingen,
ongeacht of ze van politieke, ideologische,
confessionele of filosofische aard zijn, die
theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met
de beginselen van de democratie of de
mensenrechten, of met de goede werking
van de democratische instellingen of andere
grondvesten van de rechtsstaat.
› proliferatie: de handel of de transacties
betreffende materialen, producten, goederen
of knowhow die kunnen bijdragen tot de
productie of ontwikkeling van nucleaire,
chemische en biologische wapensystemen,
de daaraan verbonden transmissiesystemen,
alsook de personen, structuren of landen die
daarbij betrokken zijn.
› schadelijke sektarische organisatie: elke groep
met filosofische of religieuze missie, of die
voorwendt dat te zijn, die qua organisatie of in
de praktijk schadelijke, onwettige activiteiten
uitoefent, individuen of de maatschappij
nadeel berokkent of de menselijke
waardigheid schendt.
› criminele organisatie: iedere gestructureerde
vereniging van meer dan twee personen
die duurt in de tijd, met als oogmerk het
in onderling overleg plegen van misdaden
en wanbedrijven, om direct of indirect
vermogensvoordelen te verkrijgen, waarbij
gebruik wordt gemaakt van intimidatie,
bedreiging, geweld, listige kunstgrepen
of corruptie, of waarbij commerciële of
andere structuren worden aangewend om
het plegen van misdrijven te verbergen of
te vergemakkelijken. In dit kader worden
de vormen en structuren van de criminele
organisaties bedoeld die wezenlijk
betrekking hebben op spionage, terrorisme,
extremisme, proliferatie, schadelijke
sektarische organisaties en inmenging, of die
destabiliserende gevolgen kunnen hebben op
het politieke of sociaaleconomische vlak.
› inmenging: de poging om met ongeoorloofde,
bedrieglijke of heimelijke middelen
beslissingprocessen te beïnvloeden.
Binnen de context van deze inlichtingenopdracht
heeft de Veiligheid van de Staat 2806 nota’s
opgesteld voor de Belgische overheden (ministers,
administraties, parketten, enz.) en meer dan 1965
nota’s voor buitenlandse inlichtingendiensten. Deze
cijfers omvatten het aantal geregistreerde oor-
spronkelijke documenten. Bepaalde nota’s zijn tege-
lijkertijd naar verscheidene geadresseerden
gezonden. Deze cijfers houden dus geen rekening
met de kopieën.
101veiliGheid van de staat
Veiligheidsverificaties
Verschillende diensten hebben in 2009 een
aanvraag ingediend bij de Veiligheid van de Staat:
› de Nationale Veiligheidsoverheid (NVO);
› het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle;
› de NVO-afgevaardigden in de vijf
voornaamste luchthavens;
› de federale politie;
› de Kamer van volksvertegenwoordigers,
de gemeentebesturen, de verschillende
parketten in de context van de aanvragen tot
naturalisatie;
› de FOD Binnenlandse Zaken.
AAnVrAgenDe DienstVeiLigheiDsVerificAties Door De
VeiLigheiD VAn De stAAt in 2009
Nationale Veiligheidsoverheid (NVO):
Europese topbijeenkomsten4518
Nationale Veiligheidsoverheid (NVO):
andere (CGVS, parketten …)162
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle 9386
NVO in de luchthavens 15 505
Federale politie 823
Naturalisaties
(Kamer van volksvertegenwoordigers en parketten)37 143
FOD Binnenlandse Zaken:
erkenningen privédetectives55
FOD Binnenlandse Zaken: personeel van
bewakings- en beveiligingsondernemingen180
totAAL 67 772
102 veiliGheid van de staat
het Veiligheidsbureau
De hoofdopdracht van het Veiligheidsbureau is de
centralisatie van dossiers over veiligheids-
machtigingen van het personeel van de Veiligheid
van de Staat en de toepassing van de
veiligheidsvoorschriften bedoeld in de wet van
11 december 1998.
In 2009 heeft het Veiligheidsbureau de volgende
taken verricht:
› het beheer van dossiers inzake de toekenning
of verlenging van veiligheidsmachtigingen
voor leden van de Veiligheid van de Staat,
in nauwe samenwerking met de dienst
Veiligheidsonderzoek, en het verlenen van
advies aan de administrateur-generaal over de
aanvragen:
AAnVrAgen in 2009
AfgeLeVerDe VeiLig-
heiDsmAchtigingen
in 2009*
93 97
› het beheer van veiligheidsonderzoeken voor het
personeel van externe bedrijven die in de ruimten
van de Veiligheid van de Staat werken en andere
occasionele bezoekers (771 dossiers);
› de naleving binnen de dienst van de
veiligheidsvoorschriften omtrent geclassificeerde
documenten van de NAVO en de Europese Unie,
in overeenstemming met de regelgeving van
deze organisaties, en de bewaring van deze
originele documenten;
› het beheer van de formele aspecten van de
stukken geclassificeerd als ‘geheim’ en ‘zeer
geheim’, zoals de inschrijving (ongeveer 2000
verschillende documenten in een of meer
exemplaren) en het proces-verbaal van de
vernietiging van de geclassificeerde stukken;
› de bewaring van stukken geclassificeerd
als ‘zeer geheim’ (in samenwerking met de
archiefverantwoordelijke);
› veiligheidsbriefings geven aan alle nieuwe leden
van de dienst, alsook aan andere diensten;
› een nauwe samenwerking met de adviseur
belast met de informaticabeveiliging en de
verantwoordelijke van het transmissiecentrum in
overeenstemming met de bepalingen van artikel
18 van de wet van 11 december 1998;
› initiatieven nemen ter verbetering van de fysieke
beveiliging van de gebouwen van de dienst en
een betere aanpassing van de richtlijnen van het
ministerieel comité voor Inlichting en Veiligheid
van de wet van 11 december 1998.
opdrachten toevertrouwd door of krachtens de wet
Er kunnen ook volgens specifieke wetten opdrach-
ten worden toevertrouwd aan de Veiligheid van de
Staat. Zo wordt de dienst geraadpleegd wanneer
een persoon die niet in België verblijft, een
wapenvergunning aanvraagt.
In deze context heeft de Veiligheid van de Staat
2504 vergunningen toegekend in 2009, namelijk:
› 83 wapenvergunningen;
› 2 vergunningen tot het dragen van wapens;
› 2419 tijdelijke vergunningen tot het dragen
van wapens (lijfwachten van belangrijke
bezoekende personen).
Op vraag van de Federale Wapendienst heeft de
Veiligheid van de Staat 33 veiligheidsonderzoeken
uitgevoerd voor de gebeurlijke toekenning van een
bijzondere uitvoer- of doorvoervergunning voor
wapens of militair materieel door het ministerie van
Justitie (wet van 5 augustus 1991, KB van 16 mei
2003).
* In dit cijfer zitten ook de machtigingen die in 2009 afgeleverd zijn op basis van een aanvraag ingediend in 2008.
103veiliGheid van de staat
missies AAntAL uitgeVoerDe oPDrAchten in 2009
Staatshoofden 41
Eerste ministers 63
Ministers van Buitenlandse Zaken 16
Andere (regeringsleden of leden van instellingen,
ambassadeurs, VIP’s, …) 39
totAAL 159
oPDrAchten AAntAL gePresteerDe uren in 2009
Belangrijke personen (staatshoofden en ministers,
vertegenwoordigers van instellingen, …)21 792
Doorlopende opdrachten (ambassadeurs, … ) 46 050
totAAL 67 842
contact
Veiligheid van de Staat
Koning Albert II-laan 6, bus 2
1000 Brussel
Tel. : 02 205 62 11
Fax : 02 201 57 72
opdrachten tot bescherming van personen
Op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken
biedt de Veiligheid van de Staat bescherming aan:
› buitenlandse staatshoofden;
› buitenlandse regeringsleiders;
› familieleden van buitenlandse staatshoofden en
regeringsleiders;
› Belgische en buitenlandse regeringsleden;
› bepaalde belangrijke personen die worden
bedreigd.
De bescherming van personen gebeurt door een
afdeling van de operationele diensten. Bij het
uitoefenen van deze beschermingsopdracht
beschikken zij over beperkte en specifieke
bevoegdheden van administratieve politie. Dit
biedt hen de mogelijkheid in te grijpen wanneer
het leven of de fysieke integriteit van een te
beschermen persoon wordt bedreigd. Zij kunnen
bijvoorbeeld identiteitscontroles, veiligheidsfouilles,
administratieve inbeslagnemingen en maatregelen
van vrijheidsbeneming uitvoeren.
In welbepaalde wettelijke gevallen kunnen zij ook
geweld gebruiken, zoals bij de wettige
zelfverdediging.
veiliGheid van de staat104
BiM-wet: nieuwe inlichtingmethodes
De eerste wet houdende regeling van de Veiligheid van
de Staat dateert van 30 november 1998. In deze wet
wordt reeds aandacht geschonken aan enkele methodes
voor het vergaren van inlichtingen in de openbare sector,
de privésector maar ook in logiesverstrekkende
inrichtingen en bij menselijke bronnen. Dit biedt
bescherming voor de interne en externe veiligheid van
de staat, het wetenschappelijk of economisch potentieel
of elk ander fundamenteel belang van het land tegen
dreigingen die voortkomen uit spionage, inmenging,
terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke
sektarische organisaties en criminele organisaties.
De wet reikt echter geen voldoende juridisch raamwerk
aan voor een groot aantal methodes die de inlichtingen-
diensten regelmatig gebruiken op het vlak van hun
preventieve rol. Het was ondenkbaar geworden dat bij
gebrek aan betere technische middelen – waar de
buitenlandse collega’s van de Veiligheid van de Staat al
lang over beschikten – de Veiligheid haar opdrachten ter
bescherming van de fundamentele belangen van de
staat nog op doeltreffende wijze zou kunnen uitvoeren.
Het is daarom dat in 2009 werd begonnen met de
redactie van een wetsontwerp betreffende de methoden
voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten. Deze tekst introduceert, naast de
huidige methodes die als ‘gewone methodes’ worden
FOCus
omschreven, twee nieuwe soorten methodes van
gegevensvergaring:
› specifieke methodes:
y de observatie - met behulp van technische
middelen - in publieke plaatsen en in private
plaatsen die toegankelijk zijn voor het
publiek, ofwel de observatie - al dan niet met
behulp van technische middelen - van private
plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het
publiek;
y de doorzoeking - met behulp van technische
middelen - van publieke plaatsen, van private
plaatsen die toegankelijk zijn voor het
publiek en van de gesloten voorwerpen die
zich op deze plaatsen bevinden;
y de identificatie van postgegevens en
telefoonnummers;
y het opsporen van de oproepgegevens
van elektronische communicatiemiddelen
en de lokalisatie van de oorsprong of de
bestemming van elektronische communicatie.
› uitzonderlijke methodes:
y de observatie - al dan niet met behulp van
technische middelen - in private plaatsen
die niet toegankelijk zijn voor het publiek, in
woningen of in een lokaal aangewend voor
beroepsdoeleinden of als woonplaats door
een advocaat, een arts of een journalist;
y de doorzoeking - al dan niet met technische
middelen - van deze zelfde plaatsen en de
gesloten voorwerpen die er zich bevinden;
y de oprichting of het gebruik van een
rechtspersoon ter ondersteuning van
operationele activiteiten en het gebruik van
agenten van de dienst, onder de dekmantel van
een fictieve identiteit of hoedanigheid;
y het openmaken en het kennisnemen van de al
dan niet aan een postoperator toevertrouwde
post;
y het verzamelen van gegevens betreffende
bankrekeningen en bankverrichtingen;
y het binnendringen in een informaticasysteem, al
dan niet met behulp van technische middelen;
y het afluisteren.
Het verschil tussen de categorieën zit in de mate waarin
ze ingrijpen in het privéleven van de burger, wat
gevolgen heeft voor de te volgen procedure voor de
uitvoering van deze methodes en voor het uitgeoefend
toezicht. Drie beroepscategorieën worden bij de
toepassing van deze methodes verhoogd beschermd:
advocaten, geneesheren en journalisten. Enerzijds krijgt
de Veiligheid van de Staat met deze wet dezelfde armslag
als buitenlandse inlichtingendiensten, anderzijds zal de
implementatie van deze methodes een grote uitdaging
vorrmen voor de dienst.
105natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en
Criminologie (NICC) is een federale
wetenschappelijke instelling, rechtstreeks
afhankelijk van de minister van Justitie en met
afzonderlijk beheer.
Het doel is de centrale instantie van forensisch
onderzoek te worden in België. Dit door het
uitvoeren van deskundige en wetenschappelijke
onderzoeken op vraag van de justitiële partners.
In de operationele directie Criminalistiek worden
natuurwetenschappen toegepast om de daders van
strafbare feiten en hun modus operandi te
identificeren. De opdrachten zijn:
› het uitvoeren van wetenschappelijke
deskundigenonderzoeken, op verzoek van de
bevoegde gerechtelijke overheden;
› het aanleggen en onderhouden van
forensische gegevensbanken (genetische
profielen (DNA), kogels en hulzen, autolakken,
verdovende middelen en precursoren, …);
› het meewerken aan de wetenschappelijke
coördinatie van de laboratoria voor technische
en wetenschappelijke politie (federale politie);
› het verzorgen van de opleiding van de
gerechtelijke actoren;
› het verrichten van criminalistisch
wetenschappelijk onderzoek.
In de operationele directie Criminologie worden
voor een brede waaier aan opdrachtgevers
wetenschappelijke studies en onderzoeken gedaan
naar diverse criminele verschijnselen en de
antwoorden erop. De operationele directie verricht
onderzoeken die nuttig en nodig zijn voor het
strafrechtelijk beleid. Het betreft zowel het
preventief beleid als het strafbeleid, het beleid met
betrekking tot de uitvoering van straffen en
maatregelen en het slachtofferbeleid. Samengevat
verricht zij dus studies die betrekking hebben op de
verschillende niveaus waarop het strafrechtelijk
systeem functioneert.
106 natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
Kwaliteitszorg
OndersteuningDirecteur-generaal
Informatica
Technische dienst
P&O
Budget & Beheerscontrole
Zakenbeheer & Onthaal
Bibliotheek
Dienst Preventie
Directie Ondersteunendediensten
Operationele DirectieCriminalistiek
Operationele DirectieCriminologie
ndersteuensten
onele Direminologie
Minister van Justitie
Kit Management
Directeur-generaal NICC
Coördinatie Onderzoek KwKwKwalalalitititeieieitststszozozorgrgrg
Coördinatie Deskundigenonderzoek
Afdeling Drugs & Toxicologie
Labo Drugs
Labo Toxicologie
Afdeling Algemene Analytische Scheikunde
Labo Verf, Glas en Veiligheidsinkten
Labo Brand en Vluchtige Componenten
Labo Vezels en Textiel
Labo Kruitsporen
Afdeling Ballistiek en Digitale Informatie
Labo Mechanische en Nationale Ballistische Gegevensbank
Labo Digitale Informatie
Afdeling Biologie
Labo Genetische Identi�catie
Labo Microsporen
Nationale DNA-databanken
Opleggen en uitvoeren van stra�en en maatregelen
Beleid inzake jeugdbescherming en jeugddelinquentie
Slachto�erbeleid
Herstelrecht
Justitie en management
Opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek
Kwaliteitszorg
OP&P O
rInnfo
eZZake
gBBud
hTeTech
iBBibli
MMKit MKiK t M
rCoCoör
eAfAfdeede
boLaL b
o
egemng Alglng Alg
bLLab
oLaL b
oboLLabo
oLLabo
elalllistieng BBang Ba
oLLabo
eAfAfddeede
AfAfdddedde
boLaL b
o
iologng Bioing Bio
bLLab
eAfAfddeede
bLaL b
dDDNA-dnale DD
oLLab
oNaNattio
Vervolgingsbeleid
107natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
operationele directie criminalistiek
op het niveau van het personeel en van de
organisatie heeft die operationele directie
Criminalistiek haar dynamisch organisatiebeleid
voortgezet.
Een nieuwe cel Coördinatie deskundigenonderzoek
is opgericht. De belangrijkste opdracht van de
eenheid bestaat uit de coördinatie van de multidis-
ciplinaire dossiers. Zij is het bevoorrechte contact-
punt voor alle vragen over deskundigenonderzoe-
ken. De eenheid ondersteunt de deskundigen
tijdens de volledige duur van hun onderzoeken
(afstapping, pre-evaluatie, interpretatie, presentatie,
…).
Gelet op de belangrijke onderzoeken die worden
uitgevoerd in de verschillende afdelingen van het
instituut, is er een ‘onderzoekscoördinator’ aange-
wezen om de onderzoeksactiviteiten in het NICC te
vergemakkelijken. Hij faciliteert en superviseert de
samenwerking tot stand tussen de onderzoekers en
de interne, en eventueel externe wetenschappelijke
laboratoria.
Deze directie heeft ook een ‘Handboek forensisch
onderzoek’ gepubliceerd, een primeur in België!
Deze publicatie wil een referentie zijn in de
forensische wereld.
De wetenschappelijke research naar materiële
bewijzen speelt een belangrijke rol bij het politio-
neel en wetenschappelijk onderzoek. Denk maar
aan de recente misdrijven die werden opgehelderd
aan de hand van vezelonderzoek, DNA-vergelijking
en ballistisch onderzoek. Voor de redactie van dit
handboek heeft het NICC samengewerkt met de
federale politie, de academische wereld en de
magistratuur. Welgeteld 38 deskundigen hebben
elk voor hun vakgebied een overzicht gegeven van
de huidige wetenschappelijke mogelijkheden. Het
boek telt 574 bladzijden.
Enkele belangrijke cijfers:
› in 2009 heeft de operationele directie 129
presentaties en opleidingen gegeven voor een
(inter)nationaal publiek;
› de deskundigen ervan maken deel uit van 27
(inter)nationale commissies en werkgroepen;
› er zijn negen publicaties verschenen in peer-
reviewed journals.
Afdeling Biologie
› Aantal deskundigenonderzoeken
In 2009 heeft het laboratorium Genetische
Identificatie 836 dossiers en 120 aanvullingen
op reeds geopende of behandelde dossiers
ontvangen. Het laboratorium onderzocht 2582
stalen van deskundigenonderzoeken.
Voor het laboratorium Microsporen
bedraagt het aantal in 2009 uitgevoerde
deskundigenonderzoeken 75. Dat
vertegenwoordigt ongeveer 128
overtuigingsstukken en 2338 hoofdharen
en/of lichaamsharen geanalyseerd met
fluorescentie (DAPI-techniek). Voor het
deel entomologie van het laboratorium
Microsporen zijn er 8736 insecten verzameld,
geïdentificeerd en gecollectioneerd.
› Kwaliteit en technische vooruitgang
Het laboratorium Genetische Identificatie
pakt uit met een nieuwe extractiemethode.
Het gaat om een techniek van gelijktijdige
kwantificatie van het menselijke autosomale
DNA en Y-DNA (PlexorY) en om de verdere
uitwerking van een nieuwe methode
van DNA-extractie. Het laboratorium
kreeg in 2009 ook verschillende nieuwe
gerobotiseerde uitrustingen. Verschillende
laboratoriumtechnieken zijn uitgewerkt en/
of gevalideerd of opnieuw gevalideerd in de
loop van het voorbije jaar. De invoering van
de kwaliteit met het oog op de toekomstige
accreditatie van de DAPI-techniek heeft
voor het laboratorium Microsporen
geleid tot het opstellen van verschillende
methodes en procedures. Het laboratorium
is in 2009 uitgerust met een fluorescentie-
stereomicroscoop.
108 natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
› Onderzoeken
Op het niveau van het laboratorium
Genetische Identificatie zijn er in 2009
verschillende onderzoeken verricht:
y de oprichting van een gegevensbank van
mitochondriaal profiel van honden;
y het onderzoek naar de bewaring van het
DNA op kamertemperatuur;
y het onderzoek naar de aantasting van het
DNA.
Ook het laboratorium Microsporen heeft
onderzoeken verricht:
y de validatie van de DAPI-techniek;
y de voorstudie met het oog op de bepaling
van de microscopische kleur van de haren;
y de bepaling van het ADD van de Muscina
prolapsa;
y de testen inzake intraspecifieke competitie
voor Liopygia argyrostoma (Sarcophagidae);
y de uitwerking van een systeem voor
geautomatiseerde berekening van het post
mortem interval;
y de studie van de diversiteit van de
aasetende soorten op het wild in het
Zoniënwoud.
Afdeling Algemene Analytische scheikunde
› Aantal deskundigenonderzoeken
Het laboratorium Vezels en Textiel heeft in
2009 40 dossiers behandeld, wat overeenkomt
met de behandeling van 2097 vezels. Het
laboratorium Brand en Vluchtige Componenten
heeft 115 deskundigenonderzoeken
uitgevoerd, en dat komt neer op 446
behandelde overtuigingsstukken. Het
laboratorium Kruitsporen heeft 105 des-
kundigenonderzoeken uitgevoerd, wat
gelijk staat met ongeveer 250 onderzochte
overtuigingsstukken. Het laboratorium Verf,
Glas en Veiligheidsinkt ten slotte heeft aan 35
dossiers gewerkt, wat overeenkomt met de
behandeling van 264 overtuigingsstukken.
› Kwaliteit en technische vooruitgang
Tal van QA-procedures en -methodes zijn
verbeterd in verschillende laboratoria.
Sommige oude toestellen zijn vervangen
door nieuwe moderne analysetoestellen
(een rasterelektronenmicroscoop,
een vergelijkingsmicroscoop, een
Ramanspectrometer en een scanner voor TLC-
platen).
Bovendien zijn verschillende gegevensbanken
aangepast (Fibre Reference Collection) en
geïnstalleerd (gegevensbanken van rode
werktuigen). Ten slotte heeft het laboratorium
Textiel de ‘Mike Grieve award’ (beste presentatie)
ontvangen op de 17de EFG-meeting te Berlijn.
› Onderzoeken
Bij de laboratoria zijn niet minder dan acht
stages/onderzoeksprojecten aan de gang:
y een studie van de Ramanscopie op gekleurd
katoen;
y een project ‘fleece’;
y een project ‘dichroïsme’;
y een studie van de aard van deeltjes
geproduceerd door een nagelpistool;
y een validatie van de ‘chromofoormethode’;
y het project ‘slice’;
y de wetenschappelijke begeleiding inzake de
veiligheidsinktanalyse door de verschillende
technieken.
Afdeling Ballistiek
› Aantal deskundigenonderzoeken
Het laboratorium Ballistiek heeft in 2009 251
dossiers behandeld. Dit betekent een lichte
stijging in vergelijking met het vorige jaar,
wat overeenkomt met de behandeling van
2535 overtuigingsstukken. In de meeste van
deze dossiers is de nationale ballistische
gegevensbank geraadpleegd.
109natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
› Kwaliteit en technische vooruitgang
Het laboratorium Ballistiek heeft de ac-
creditatiescope uitgebreid tot de norm ISO
17025 met het oog op zijn accreditatie.
› Onderzoeken
Het laboratorium Digitale Informatie boekt
veel vooruitgang in de ontwikkeling van de
software voor de reconstructie van verscheurde
en versnipperde documenten. Een testfase
is begonnen. Als de resultaten meevallen,
zal de dienstencatalogus van het NICC
binnenkort worden aangevuld met dit soort
deskundigenonderzoek.
Afdeling Drugs en toxicologie
› Aantal deskundigenonderzoeken
Het laboratorium Toxicologie heeft in 2009
2800 dossiers ontvangen. Het laboratorium
Drugs heeft 529 dossiers ontvangen, wat
overeenkomt met de behandeling van 2217
overtuigingsstukken.
› Kwaliteit en technische vooruitgang
In 2009 werd de reeks geaccrediteerde
technieken uitgebreid met een
analysetechniek om op routineuze wijze
urinestalen te testen op drugs.
Bovendien werd een nieuw systeem om de
temperatuur te controleren geïnstalleerd en
geauditeerd tijdens de externe audit. Het
laboratorium Toxicologie nam succesvol
deel aan acht verschillende tests van externe
kwaliteitscontrole.
› Onderzoeken
Het laboratorium Drugs voerde een onderzoek
naar sporen van peperspray (capsaïcine)
verkregen op lichaamsprelevement.
De afdeling is ook partner in twee Europese
projecten:
y Portable system for rapid detection
of illicit Drugs and key precursors by
InfraRed Absorption spectroscopy and gas
Chromatography (DIRAC);
y European Drugs Profiling System (EDPS).
Afdeling nationale DnA-gegevensbanken
› Aantal deskundigenonderzoeken
In 2009 zijn er 6233 nieuwe dossiers
gecreëerd, en 3429 vorderingen ontvangen.
De magistratuur doet steeds meer een beroep
op de gegevensbanken. Er werden in totaal
ook 4352 brieven opgesteld.
› Kwaliteit en technische vooruitgang
Er is een statistische module gecreëerd
waarmee de verkregen resultaten beter
kunnen worden geanalyseerd en CODIS is
bijgewerkt.
contact
NICC
Operationele directie Criminalistiek
Vilvoordsesteenweg 100
1120 Brussel
Tel.: 02 240 05 00
E-mail: [email protected]
110 natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
forensisch deskundigenonderzoek in cijfers
AAntAL BehAnDeLDe Dossiers
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Mechanische
ballistiek 337 343 274 257 230 251
Brand 85 95 100 102 92 115
Kruitsporen 68 55 51 67 89 105
DNA-
gegevensbanken 3091 3662 5397 6080 6448 6233
Biologie 675 1063 1315 952 1138 956
Drugs 515 377 521 535 602 529
Materialen 42 94 55 48 47 71
Microsporen 140 102 85 73 46 75
Textiel 47 33 24 34 34 40
Toxicologie 2857 2666 2790 2690 2808 2800
111natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
operationele directie criminologie
De permanente onderzoeksprogramma’s die al
jaren worden ontwikkeld en de onderzoeksprojec-
ten van bepaalde duur zijn op succesvolle wijze
voortgezet in 2009. Zij hebben geleid tot verslagen
en publicaties in boeken en tijdschriften en tot tal
van mededelingen tijdens colloquia, opleidingen of
studiedagen.
Permanente onderzoeken
In het onderzoek met betrekking tot ‘de productie
en wetenschappelijke exploitatie van statistische
gegevens inzake jeugddelinquentie en jeugdbe-
scherming’, is er aanzienlijke vooruitgang geboekt
op drie vlakken:
› de analyse van de instroom van meldingen op
de jeugdparketten van 2005 tot 2008;
› de analyse van de beslissingen genomen op
het niveau van de parketten;
› de aanpassing van de registratie op het niveau
van de griffies van de jeugdrechtbanken.
Het onderzoek met betrekking tot ‘de wetenschap-
pelijke exploitatie van de penitentiaire gegevens-
banken’ heeft in 2009 geleid tot een belangrijke
controle van de gegevens geproduceerd in het
kader van de toepassing datawarehouse, zoals
eerder ontwikkeld in de vorm van vier modules
(opsluitingen, populatie, invrijheidstellingen en
ontvluchtingen).
112 natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
Het onderzoek met betrekking tot ‘de exploitatie
van gegevens betreffende de toepassing van de
wet houdende oprichting van strafuitvoeringsrecht-
banken en de wet betreffende de externe rechtspo-
sitie van de veroordeelden’ heeft actief bijgedragen
tot de conceptuele ontwikkeling van de nieuwe
versie van de computertoepassing SURTAP
(ingebruikname gepland in 2010). Dit werk is
uitgevoerd in nauwe samenwerking met de daartoe
opgerichte werkgroep en op basis van de voorstel-
len die zijn geformuleerd.
In het onderzoek met betrekking tot ‘de weten-
schappelijke exploitatie van de gegevensbanken in
de justitiehuizen (SIPAR)’ zijn er analyses gemaakt
van de profielen van personen die van een
alternatieve maatregel voor de voorlopige hechte-
nis genieten. Bovendien is er een verkennende
studie uitgevoerd m.b.t. het optreden van de
justitieassistenten bij de begeleiding en de
behandeling van daders van seksueel misbruik. Een
nieuw deel met betrekking tot de bemiddeling in
strafzaken is eveneens opgestart.
Na een eerste kwalitatieve fase is in 2009 het
onderzoek met betrekking tot ‘de evaluatie van de
voorzieningen voor slachtoffers van inbreuken’
begonnen aan een meer kwantitatieve fase. Het is
de bedoeling op termijn over kwantitatieve
evaluatie-elementen te beschikken, dit zowel voor
de tevredenheid van de slachtoffers, als voor de
doeltreffendheid en de kwaliteit van de bestaande
voorzieningen.
onderzoeken van bepaalde duur
Het in 2007 gestarte onderzoek betreffende ‘de
evaluatie van de plaatsing in het centrum ‘De
Grubbe’ te Everberg’ is afgerond. Het eindverslag
van dit onderzoek is beschikbaar op de site van het
NICC.
113natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
contactNICC
Operationele directie Criminologie
WTC III, Simon Bolivarlaan 30
1000 Brussel
Tel.: 02 208 40 53
E-mail: [email protected]
In het onderzoek inzake ‘de vraag naar de classifica-
tie van gedetineerden en regimes binnen de
strafinrichtingen’ is de fase van het onderzoek van
de bestaande kwantitatieve gegevens van start
gegaan. Dit volgt na een eerste fase van kwalita-
tieve gesprekken.
Er is een kortlopend onderzoek uitgevoerd met
betrekking tot ‘de toepassingsmogelijkheden van
het elektronisch toezicht in het kader van de
voorlopige hechtenis’. Dit onderzoek omvat een
analyse van de literatuur, een kwalitatieve bevra-
ging bij verschillende sleutelactoren, een screening
van dossiers en een kwantitatieve analyse van het
gebruik van de voorlopige hechtenis in 2008.
Ook het onderzoek met betrekking tot ‘de haalbaar-
heidsvoorwaarden van een koppeling van de
statistische gegevensbanken in de vorm van een
datawarehouse ging van start. Eerst werd een stand
van zaken gepresenteerd van de beschikbare
statistieken en van de problemen die de ontwikke-
ling van een datawarehouse op het gebied van het
strafrecht kunnen belemmeren. Dit leidde vervol-
gens tot de medeorganisatie van een internationaal
colloquium over de opmaak en de verspreiding van
strafrechtelijke statistieken.
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie 114
de werking van het nicc vergeleken met die van andere landen
Het NICC heeft als huidige voorzitter van het
Europees Netwerk van Forensische Instituten (www.
enfsi.eu) een goede kijk op het forensisch gebeuren
in Europa. Niet alleen hebben de zusterlaboratoria
een breed gamma aan structuren, statuten en
relaties tot de gerechtelijke en politionele wereld,
het forensisch onderzoek op zich is op zeer diverse
manieren georganiseerd.
Als federale wetenschappelijke instelling werft het
NICC hoog gekwalificeerde medewerkers aan. Dit
heeft tot gevolg dat de dienstverlening weten-
schappelijk sterk is onderbouwd. De voorbije jaren
werden er belangrijke investeringen gedaan om de
wetenschappelijke apparatuur te vernieuwen en
werd er gestaag gewerkt aan updates en verfijning
van procedures en werkwijzen. Dit maakt dat het
NICC sterk gewapend is om de uitdagingen van de
toekomst aan te gaan, vooral op het vlak van de
statistische interpretatie van de forensische analyse-
resultaten. Onderzoek naar en ontwikkeling van
nieuwe technieken zijn onlosmakelijk verbonden
met het goed functioneren van het instituut. Dit in
tegenstelling tot onze buurlanden, waar dit inzicht
pas tijdens de laatste jaren is gekomen.
Staan we dan sterker dan de ons omringende
landen? Neen, het NICC beschikt over veel beperktere
middelen dan de laboratoria in onze buurlanden. Zo
moeten we het met minder personeel doen en is het
aantal domeinen binnen de forensische wetenschap-
pen waarin we actief zijn, gelimiteerd. Het maakt
onze slagkracht en onze dienstverlening beperkter.
Meer nog, binnen het forensische gebeuren zijn er
heel wat private bedrijven en universiteitslaboratoria
die dergelijke dienstverlening aanbieden. Vandaag
de dag ligt de focus van het NICC op de additionele
waarde die het als openbare dienst kan verlenen.
Kijken en leren van onze buren zou in België tot een
nuttige herdefinitie van processen kunnen leiden.
Ook op het gebied van huisvesting staan we zeer ver
van de hypermoderne criminalistische laboratoria
opgericht in onze buurlanden. Zowel het Duitse BKA,
het Nederlandse NFI, het Engelse FSS als het Zweedse
SKL openden de voorbije jaren nieuwe laboratoria
die beantwoorden aan de hedendaagse noden op
het gebied van laboratoriumomgeving, toegangsbe-
veiliging en het zoeken naar zeer kleine sporen. Het
NICC hoopt dat deze essentiële wissel op de
toekomst ook binnenkort in België wordt genomen.
Op criminologisch vlak geldt een gelijkaardige
situatie. Het WODC in Nederland voert als onder-
zoeksinstelling binnen het ministerie van Justitie
niet enkel gelijkaardige activiteiten uit, maar levert
ook beleidsvoorbereidend onderzoek. Het onder-
zoeksgebied en de beschikbare middelen zijn
meerdere malen groter dan deze van het NICC.
Kortom, wanneer we kijken naar de buurlanden
zien we zowel gelijkenissen als verschillen, positieve
elementen en werkpunten. En als voorzitter van het
ENFSI zitten we in de ideale positie om kennisdeling
en -verspreiding te stimuleren en te bevorderen.
FOCus
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid 115
dienst voor het strafrechtelijk beleid
De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (DSB) is de
beleidsondersteunende en beleidscoördinerende
dienst van de minister van Justitie, die politiek
verantwoordelijk is voor het strafrechtelijk beleid in
België.
Het is de intentie van de DSB om samen met de
kernpartners een coherenter, efficiënter en
effectiever strafrechtelijk beleid te ontwikkelen en
te voeren door het implementeren van een
wetenschappelijk onderbouwde beleidscyclus
doorheen de gehele strafrechtsketen. Deze
doelstelling is gebaseerd op een integrale en
geïntegreerde visie op het veiligheidsbeleid.
De DSB heeft de ambitie om de motor, de facilitator
en de bewaker van dit beleidscyclisch proces te zijn,
in al zijn onderscheiden fasen en onderdelen:
› de beleidsvoorbereiding en -ontwikkeling,
waarin de actuele criminele veiligheidssituatie
wordt gescand en geanalyseerd en waarin
beleidsplannen worden voorbereid en
ontwikkeld;
› de beleidsbepaling, waarbij de minister
binnen de federale regering en in overleg met
de regionale regeringen het beleid planmatig
consolideert;
› de beleidsimplementatie en -uitvoering;
› de monitoring en evaluatie van het gevoerde
beleid.
De tweeledige structuur van de dienst, met
enerzijds een wetenschappelijke afdeling en
anderzijds een beleidsmatige afdeling, moet het
mogelijk maken om deze visie te realiseren.
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid116
Dienst Managementondersteuning
Algemene directieAdviseur-generaal voor het Strafrechtelijk beleid
Adjunct adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk beleid
Directie Managementondersteuningen Strategische planning
ementon
planning
Sectie Secretariaat
Administratieve sectie
Sectie Communicatie en Documentatie
cSec
dAdAdAd
SeSeS
Sectie VertalingcccSeSeSe
Directie Research & Development& Statistiek
Directie Beleidsontwikkeling, -vertaling, -uitvoering en -evaluatieStatistiek
Dienst Research &Development
Dienst Statistiek
voering e
Dienst Fenomenen: zware en georganiseerde criminaliteit
Dienst Fenomenen:jeugdproblematiek
Dienst Fenomenen: misdrijven tegen personen en goederen
Dienst Fenomenen: integrale werking en ketenbeheeerinteg
Sectie Opsporing en Vervolging
Sectie Victimologie en Penologie
Sectie Strafprocedure en Rechtsvraagstukken
g
Sectie Georganiseerde Criminaliteit
Sectie Witteboordencriminaliteit
Sectie Mensenhandel en Mensensmokkel
cSec
cSecSecS
SeSeS
cSeS
cSeccSec
cSecSeS
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid 117
Adviezen en evaluaties
rapport over de justitiële afhandeling van
verkeersongevallen
Het rapport bevat de resultaten van een kwalitatief
en exploratief onderzoek dat in 2007 door de DSB
werd opgestart over de justitiële afhandeling van
verkeersongevallen met zwaargewonde en/of
dodelijke verkeersslachtoffers en de aandacht die
hierbij wordt besteed aan de behandeling van de
slachtoffers en hun na(ast)bestaanden. De opzet
van het onderzoek was om de afhandelings-
praktijken van het openbaar ministerie in deze
materie in kaart te brengen en hun professionele
ervaringen aan bod te laten komen. Een uitgebreide
literatuurstudie en gesprekken met verenigingen
die verkeersslachtoffers en hun na(ast)bestaanden
vertegenwoordigen, brachten knelpunten inzake
de justitiële afhandeling aan het licht. De DSB ging
na of die knelpunten ook zo ervaren worden door
de bevraagde actoren. Dit rapport zal na valorisatie
op de website van de DSB verschijnen.
onderzoek nationale implementatie proefzorg
De DSB heeft, op vraag van de minister van Justitie,
in 2008-2009 de mogelijkheden onderzocht voor
een nationale implementatie van het pilootproject
proefzorg. In 2009 zijn interviews verricht met
verschillende actoren omtrent het statuut en de
bevoegdheden van de proefzorgmanager en de
financieringsmodaliteiten. Dit resulteerde in een
stappenplan waarin de verschillende opties zijn
opgelijst.
evaluatie van de samenwerkingsakkoorden
inzake begeleiding en behandeling van daders
van seksueel misbruik
In opdracht van de minister van Justitie is de DSB in
november 2009 gestart met de evaluatie van de
samenwerkingsakkoorden inzake de begeleiding
en de behandeling van daders van seksueel
misbruik. De evaluatie heeft tot doel om mogelijke
knelpunten in de opzet en de toepassing van de
samenwerkingsakkoorden te identificeren. In een
eerste fase wordt een literatuurstudie uitgevoerd.
nota bijstand advocaat
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
heeft in 2008 Turkije veroordeeld wegens het
ontbreken van de mogelijkheid om een advocaat te
raadplegen vanaf het moment van de eerste
ondervraging van een verdachte door de politie. De
DSB heeft een nota opgesteld die de Straatsburgse
rechtspraak analyseert en nagaat of de Belgische
regeling moet worden aangepast in functie van de
internationale eisen.
omzendbrief nr. coL 04/06 betreffende het
strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld
De COL 04/06 betreffende het strafrechtelijk beleid
inzake partnergeweld voorziet in een evaluatie
door het College van Procureurs-Generaal met
ondersteuning van de DSB. In 2009 werd in het
kader van deze evaluatie veel verwezenlijkt. De DSB
rondde de analyse betreffende de bevraging van
alle kernactoren uit de COL af en er werd een extra
bevraging betreffende de werkingsmiddelen ter
uitvoering van de COL 04/06 gerealiseerd. De
analyse werd verrijkt met conclusies uit (deel)-
evaluaties van andere diensten. De resultaten
werden neergeschreven in een syntheseverslag,
waarin de voornaamste knelpunten i.v.m. de COL
04/06 worden geschetst en een aantal
beleidsaanbevelingen worden aangereikt. Alle
rapporten zullen binnenkort op de website van de
DSB kunnen worden geraadpleegd. Op basis van
deze evaluatie zal de werkgroep intrafamiliaal
geweld van het College van Procureurs-Generaal
mogelijke concrete aanpassingen van de COL 04/06
voorstellen. De DSB zal, als lid van deze werkgroep,
hierin blijvend bijdragen.
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid118
omzendbrief nr. coL 01/07 inzake de opsporing
en vervolging van mensenhandel
De COL 01/07 inzake de opsporing en vervolging
van mensenhandel stelt dat de omzendbrief elk jaar
geëvalueerd moet worden. Op 30 oktober 2009
werden de resultaten van de eerste evaluatie van de
COL 01/07 voorgesteld op de tweejaarlijkse
studiedag van het expertisenetwerk mensenhandel
en mensensmokkel van het College van Procureurs-
Generaal, georganiseerd door de DSB en het
expertisenetwerk.
coördinatie en ondersteuning
goedkeuringsprocedure zonale
veiligheidsplannen
De nieuwe politionele beleidscyclus resulteerde in
de zonale veiligheidsplannen 2009-2012. Deze
plannen werden vooraf ter goedkeuring voorgelegd
aan de ministers van Binnenlandse Zaken en
Justitie. De DSB heeft de minister van Justitie voor
wat betreft het gerechtelijk luik ondersteund bij
deze goedkeuring. Na afronding van de
goedkeuringsprocedure werd een evaluatie ervan
verricht.
nationaal overlegplatform telecommunicatie
(not) en Permanent overlegplatform
Bedrijfsbeveiliging (PoB)
De DSB zit zowel het NOT als het POB voor. Beide
platformen maken periodiek overleg mogelijk
tussen de publieke en private actoren, wat als één
van de kritieke succesfactoren wordt beschouwd
om tot het beoogde integraal en geïntegreerd
veiligheidsbeleid te komen. In maart 2009 werd in
de schoot van het POB overgegaan tot de officiële
ondertekening van het protocol Early Warning
System.
interdepartementale coördinatiecel
mensenhandel en mensensmokkel
Daarnaast is de DSB ook voorzitter van het bureau
van de interdepartementale coördinatiecel
Mensenhandel en Mensensmokkel. In 2009 werd
verder uitvoering gegeven aan het Nationaal
Actieplan Mensenhandel. In het kader hiervan werd
overleg gepleegd over o.a. preventie, financiering
en erkenning van de gespecialiseerde
onthaalcentra.
schengen-evaluatie inzake mensenhandel
Op internationaal vlak heeft de DSB in 2009
meegewerkt aan de thematische Schengen-
evaluatie inzake mensenhandel van de Europese
Commissie.
werkgroep rond schijnhuwelijken
In opdracht van het College van Procureurs-
Generaal heeft de DSB het voorzitterschap van de
werkgroep rond schijnhuwelijken waargenomen.
Op 15 oktober 2009 traden twee documenten
inzake deze materie in werking, namelijk de
omzendbrief COL 10/09 inzake schijnhuwelijken en
het draaiboek schijnhuwelijken.
Ondertekening van het protocol Early Warning System
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid 119
interdepartementale werkgroep rond corruptie
De DSB zit eveneens de interdepartementale
werkgroep rond corruptie voor, die instaat voor de
opvolging van de aanbevelingen van de OESO
(Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling), de GRECO (Group of States against
Corruption) en de VN inzake corruptie. In deze
werkgroep komen de belangrijkste partners in het
Belgische anti-corruptiebeleid samen.
Actieplan van het college voor de strijd tegen de
fiscale en sociale fraude 2008-2009 (verlengd in
het plan 2009-2010)
Het Actieplan 2008-2009 betreffende de strijd tegen
de fiscale en sociale fraude voorziet in een nauwe
samenwerking tussen de FOD Financiën, de FOD
Justitie, de FOD Binnenlandse Zaken, de FOD
Werkgelegenheid, de FOD Economie en het kabinet
van de staatssecretaris voor de Coördinatie van de
Fiscale en Sociale Fraudebestrijding. Dit actieplan
werd verlengd voor de periode 2009-2010.
Naar aanleiding van een verzoek van de staats-
secretaris voor de Coördinatie van de Fiscale en
Sociale Fraudebestrijding Carl Devlies, werd de DSB
als projecthoofd aangesteld voor de
verwezenlijking van punt 26 van het actieplan
(misbruik van vennootschapsstructuren voor
frauduleuze doeleinden, waaronder slapende
vennootschappen).
Momenteel wordt binnen een beperkte
studiegroep (DSB, DG Wetgeving en FOD Financiën)
gezocht naar een definitie van de slapende
vennootschap. Deze definitie zal niet alleen
rekening houden met het geheel aan indicatoren
die door de werkgroep werden bepaald, maar ook
met de verschillende misbruikmechanismen van
slapende vennootschappen. Er wordt gestreefd
naar het opstellen van een tekst waarmee alle
administraties op de hoogte kunnen worden
gebracht over de waakstand of reactivering van een
slapende vennootschap. Dit om elke
wederrechtelijke handeling te voorkomen.
Bovendien heeft de DSB in 2009 een samenwerking
opgestart met de diensten van de
belastingsinspectie om punt 39 van het actieplan
(met betrekking tot de studie van de frauderisico’s
in de sector van de afvalverwerking) tot een goed
einde te brengen.
het expertisenetwerk inzake sociaal strafrecht
Tijdens de vergadering van 3 november 2009 kreeg
de DSB als opdracht om een werkgroep met
verschillende magistraten samen te stellen die
moet kijken of het mogelijk is een omzendbrief
inzake strafrechtelijk beleid voor het hele
grondgebied uit te werken.
het expertisenetwerk inzake milieu
De DSB werkt, samen met de FOD Economie en het
Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
aan het omzetten van de richtlijn 2008/99/EG
inzake de bescherming van het milieu.
Aansprakelijkheid van rechtspersonen
De studie van de rechtspraak is weer opgenomen
en dit met de bedoeling om een statistische analyse
uit te voeren van de vonnissen en arresten
uitgesproken van 2005 tot eind 2009.
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid120
wetenschappelijk onderzoek en statistiek
wetenschappelijk onderzoek
De DSB is verantwoordelijk voor de uitvoering van
intern wetenschappelijk onderzoek en de
opvolging en coördinatie van extern
wetenschappelijk onderzoek. In het kader van
intern wetenschappelijk onderzoek startte de DSB
een literatuurstudie naar de positie van de
onderzoeksrechter in de strafrechtsketen en werd
er gewerkt aan het kwantitatieve luik van het
pilootproject drugbehandelingskamer aan de
rechtbank van eerste aanleg te Gent.
uitbouw eigen publicatiereeks
In 2009 werden volgende publicaties gerealiseerd
binnen de eigen publicatiereeks:
› Devroe E., De Keulenaer S., Thomaes S. en
Reynders D., 'Beleidsinstrumenten voor het
openbaar ministerie', Brugge, Vanden Broele,
2009, 146 p.
› Depré R., Vervaet C., Hondeghem A. en
Bouckaert G., 'Managementconcepten voor
een kwaliteitsvol openbaar ministerie', Brussel,
Politeia, 2009, 184 p.
onderzoeksplatform justitie, Veiligheid en
samenleving (oPjVs)
In het kader van het OPJVS werd door de DSB
voorzien in een overzicht en analyse van al het
wetenschappelijk onderzoek dat in de periode
1995 - 2009 werd gefinancierd door de FOD Justitie,
de FOD Binnenlandse Zaken, de federale politie en
de POD Wetenschapsbeleid. Dit werk werd
gerealiseerd met het oog op de publicatie van een
nieuw vademecum ‘Criminologisch onderzoek in
kaart’.
statistiek
De DSB staat in voor de productie van
veroordelings-, opschortings- en
interneringsstatistieken op basis van gegevens
afkomstig van het centraal strafregister. Deze
gegevens maken het mogelijk om allerhande
statistische vragen te beantwoorden. Ook werd de
doorstroming in de gerechtelijke keten in kaart
gebracht en een overzicht gemaakt van alle
bestaande statistieken binnen de FOD Justitie.
organiseren van congressen
congres jeugddelinquentie 'op zoek naar
passende antwoorden' – 23 en 24 maart 2009
Het doel van dit congres bestond erin het
fenomeen jeugddelinquentie in kaart te brengen
en een dialoog tot stand te brengen tussen de
verschillende actoren (magistraten, academici en
het praktijkveld) om zo op zoek te gaan naar
mogelijke verbeteringen aan het bestaande
systeem.
Congres jeugddelinquentie
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
contactDienst voor het Strafrechelijk beleid
Hallepoortlaan 5-8
1060 Brussel
Tel.: 02 542 74 65
Fax: 02 542 74 44
E-mail: [email protected]
121
Het eerste deel van het congres was een meer
algemeen luik, waarin onder meer het profiel van
de jongere, de impact van jeugddelinquentie op de
maatschappij en een aantal cijfergegevens aan bod
kwamen. In het praktisch gedeelte van het congres
werden in verschillende workshops enkele actuele
thema’s onder de loep genomen, zoals veelplegers,
jongeren die zware geweldsdelicten plegen en
jeugdige plegers met ernstige psychiatrische
stoornissen. De focus lag echter niet alleen op de
jongere zelf. Er was ook een workshop voorzien die
de vraag stelde naar de gedeelde maatschappelijke
verantwoordelijkheid in de aanpak van
jeugddelinquentie.
Dit tweedaagse congres heeft vooral aangetoond
dat, hoe groot de inspanningen van de
verschillende partners ook mogen zijn, alleen een
geïntegreerde aanpak een adequaat antwoord op
jeugddelinquentie kan geven.
congres strafrechtelijk beleid 'Beleidsvoering:
evoluties en uitdagingen' – 27 november 2009
Tijdens dit congres, naar aanleiding van het 15-jarig
bestaan van de DSB, stond de dienst samen met de
200 genodigden stil bij de belangrijkste evoluties
en uitdagingen op het vlak van beleidsvoering in de
strafrechtsketen.
Eerst kwamen de verschillende actoren zoals de
federale politie, het openbaar ministerie, de zetel,
de FOD Justitie, het DG Justitiehuizen, het DG
Penitentiaire Inrichtingen en uiteraard de DSB aan
het woord. Deze stipten een aantal uitdagingen aan
voor de beleidsvoering. Daarna werd in de
workshops verder stil gestaan bij drie belangrijke
uitdagingen: evidence-based beleidsvoering,
afstemming van de beleidsplanning en een
participatief strafrechtelijk beleid.
Congres Strafrechtelijk beleid
de dsB kijkt over de landsgrenzen heen
De DSB streeft naar een integrale en geïntegreerde
aanpak van de veiligheidsproblematiek, alsook
naar een evidence based en knowledge based
benadering van het strafrechtelijk beleid. Zo
ondersteunt en stimuleert de DSB de beleidsplan-
ning bij de verschillende justitiële actoren en
wordt gestreefd naar een afstemming met de
initiatieven van actoren in het veiligheidsbeleid
over verschillende bestuursniveaus en diensten
heen (zowel federaal, regionaal als lokaal). Daarom
organiseert, coördineert of participeert de DSB aan
overlegstructuren en -fora van de partners van het
strafrechtelijk en veiligheidsbeleid. De DSB helpt
ook het strafrechtelijk beleid wetenschappelijk en
statistisch mee te onderbouwen. Daarnaast
verstrekt de DSB beleidsadviezen over de moge-
lijkheden van nieuwe maatregelen, begeleidt hij
beleidsimplementatie van besliste maatregelen en
verricht hij beleidsevaluaties over de effectiviteit
van uitgevoerde maatregelen. Vanuit deze
kerntaken is het inspirerend om buitenlandse
praktijken, beleidsmaatregelen en wetenschappe-
lijk onderzoek op te volgen.
Zo gaat de DSB in de behandelde dossiers
regelmatig na welke nieuwe initiatieven en
beleidslijnen in het buitenland worden ontwikkeld
in het strafrechtelijk en in het veiligheidsbeleid.
Daarom kunnen rechtstreekse uitwisselingen met
buitenlandse beleidsdiensten plaatsvinden, zoals
met het Nederlandse ministerie van Justitie, de
Office for Criminal Justice Reform van het Verenigd
Koninkrijk (een interdepartementale dienst van de
Ministry of Justice, de Home Office en de Office of the
Attorney General) en het ministerie van Binnen-
landse Zaken van Finland.
De DSB neemt ook deel aan allerlei overlegfora en
werkgroepen van internationale instanties en
organisaties, zoals de Europese Unie, de Raad van
Europa of de Verenigde Naties. De DSB volgt deze
internationale fora op om enerzijds permanent het
eigen gezichtsveld te verruimen en anderzijds bij
te dragen tot een uitwisseling betreffende het
Belgische beleid. Vele goede praktijken, aanbeve-
lingen of beleidsrichtlijnen vinden hun oorsprong
in deze fora. Steeds meer is het beleid van de
Europese Unie ook richtinggevend voor het
Belgische beleid.
Bovendien kunnen buitenlandse evaluaties en
buitenlands onderzoek nuttige pistes opleveren
voor het Belgische beleid. De DSB volgt vooral het
wetenschappelijk beleidsrelevant onderzoek op
van onderzoeksinstanties uit onze buurlanden,
zoals het Nederlandse Wetenschappelijk Onder-
zoek- en Documentatiecentrum en het Franse
Centre de Recherches Sociologiques sur le Droit et les
Institutions Pénales.
FOCus
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid122
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs 123
commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
De Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers
van opzettelijke gewelddaden en aan de
occasionele redders onderzoekt de aanvragen voor
financiële bijstand van slachtoffers van een
opzettelijke gewelddaad of hun naasten. Daarnaast
behandelt ze ook de aanvragen voor financiële
bijstand van personen die vrijwillig hulp bieden aan
slachtoffers of in geval van overlijden, hun
rechthebbenden.
Voorwaarde is dat deze personen dat noch deden
voor een professionele activiteit in verband met de
veiligheid, noch in het kader van een deelname aan
een gestructureerde vereniging die hulp en bijstand
verleent aan derden.
De commissie oordeelt zowel over de opportuniteit
van de toekenning van een hulp als over het bedrag
ervan.
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs124
De Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders heeft in 2009 haar taken verder uitgevoerd.
Verzoek-
schriften
BesLis-
singensommen * BeroePen
2001 645 541 5,17 4
2002 804 762 7,77 4
2003 900 994 10,58 14
2004 1298 1095 10,94 5
2005 1191 1176 10,60 17
2006 1312 1262 10,56 12
2007 1202 1520 12,57 8
2008 1237 1343 10,30 10
2009 1235 1164 9,38 3
* bedragen in miljoen euro
0
300
600
900
1200
1500
Verzoeken
Beslissingen
2001 20092008200720062005200420032002
0
500
1000
1500
2000
Beslissingen
3
6
9
12
15
Bedragen
2001 20092008200720062005200420032002
inkomsten 2009 € 11 589 749,57
Ontvangen budget € 11 000 000,00
Saldo 31/12/2008 € 508 763,70
Terugstortingen € 80 985,87
uitgAVen 2009 € 9 605 977,25
Betalingen € 9 605 904,14
Stortingen aan schatkist € 73,11
sALDo oP 31/12/2009 € 1 983 772,32
Nog te betalen beslissingen
2009€ 936 618,16
Nog te betalen beslissingen
2008 en ouder€ 122 088,46
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs 125
ontwikkelingen op wetgevend en reglementair vlak
In het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2010
verscheen de wet van 30 december 2009 houdende
diverse bepalingen betreffende Justitie (II).
De artikelen 9 tot 12 van deze wet houden volgen-
de wijzigingen in:
› vrije keuze voor het slachtoffer tussen een
burgerlijke procedure voor de strafrechtbank
en een burgerlijke procedure gevoerd voor de
burgerlijke rechtbank, zoals gewenst door het
Grondwettelijk Hof in 2006;
› een gelijkschakeling van de categorieën van
onrechtstreekse slachtoffers;
› de mogelijkheid om rekening te houden
met het (laakbaar) gedrag van overleden
slachtoffers;
› de mogelijkheid voor personen die illegaal
op het grondgebied verblijven om beroep te
doen op het stelsel van financiële hulp;
› de vereenvoudiging van de voorwaarden
waaraan de ouders van minderjarige kinderen
moeten voldoen.
Belangrijke ontwikkelingen op juris-prudentieel vlak
De termijn voor het indienen van een verzoek
begint op de dag van de uitspraak en niet op de
dag waarop deze uitspraak definitief geworden is -
Raad van State, beschikkingen nr. 3713 tot 3715 van
6 januari 2009, arrest nr. 192 858 d.d. 30 april 2009.
Het aanvaarden van de betaling van de door de
commissie toegekende som houdt geen berusting
in en verhindert niet dat alsnog een cassatieberoep
bij de Raad van State ingesteld wordt – Raad van
State (F.), arrest nr. 189 843 d.d. 27 januari 2009.
Artikel 6 van het e.V.r.m. is niet van toepassing
in de procedure voor de commissie – Raad van
State (F.), arrest nr. 193 340 d.d. 15 mei 2009.
Er is geen inherente tegenstrijdigheid tussen de
bepalingen van artikel 31bis, § 1, 4°en 5°. Er zijn
noch juridische noch praktische gronden die een
slachtoffer zouden beletten om een verzoekschrift
neer te leggen vooraleer er uitsluitsel is over de
vergoeding van zijn schade via een andere weg
– Raad van State, beschikking nr. 4435 d.d.
15 mei 2009.
In het Belgisch Staatsblad van 28 oktober 2009
werd het arrest nr. 137/2009 van het grondwet-
telijk hof van 17 september 2009 gepubliceerd.
Daarin zegt het Hof voor recht dat artikel 31bis,
§ 1, 4°, van de wet van 1 augustus 1985 de artikelen
10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het
artikel het slachtoffer van opzettelijke gewelddaden
niet toelaat een verzoek om financiële hulp in te
dienen binnen een termijn van drie jaar vanaf het
ogenblik dat het kennis heeft van het overlijden van
de dader en van de verwerping van diens nalaten-
schap door zijn erfgenamen. En dat terwijl definitief
uitspraak is gedaan over de strafvordering en een
provisionele schadevergoeding op burgerlijk vlak is
toegekend en terwijl later geen uitspraak is gedaan
over de burgerlijke belangen.
Voor meer uitgebreide informatie over de commis-
sie en haar rechtspraak kunt u terecht op de
website van de FOD Justitie. Voor een samenvatting
van een groot aantal beslissingen (meer dan 4000)
kunt u terecht op www.juridat.be. Deze pagina’s
kunt u ook via de website van de FOD Justitie
bereiken.
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
Dossiers met een grensoverschrijdend karakter
In de vorige jaarverslagen verwezen we reeds naar
de artikelen 40 tot 40quater van de wet van
1 augustus 1985 genomen ter uitvoering van de
richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004
betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers
van misdrijven.
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen
de volgende twee hypotheses: (1) de commissie
heeft een assisterende functie, (2) de commissie
heeft een beslissende functie.
Assisterende functie (artikel 40 van de wet)
Een Belg of een persoon die in België woont, maar
die het slachtoffer werd van feiten gepleegd in het
buitenland, vraagt de Belgische commissie te
helpen bij het indienen van een verzoek bij een
daartoe bevoegde buitenlandse instantie.
Er zijn in dat verband in 2009 geen dossiers
ingediend.
Beslissende functie (artikel 40bis van de wet)
Een persoon die niet in België woont, wordt het
slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad in
België en dient een verzoek in met behulp van een
daartoe aangewezen instantie van het land waar hij
woont.
Wanneer een opzettelijke gewelddaad is gepleegd
op het grondgebied van België en de verzoeker zijn
gewone verblijfplaats in een andere lidstaat van de
Europese Unie heeft, kan de verzoeker zijn
verzoekschrift, met de vraag om financiële hulp,
noodhulp of aanvullende hulp, aan de commissie
richten. Dit gebeurt via de instantie die door de
betrokken lidstaat specifiek is belast om het
slachtoffer bij te staan in zijn aanvraag bij de
bevoegde instantie. Dit kan door middel van een
standaardformulier opgesteld door de Europese
Commissie.
126
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
contactCommissie voor financiële hulp aan
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en
aan de occasionele redders
Hallepoortlaan 5-8
1060 Brussel
Tel.: 02 542 65 11
Fax: 02 542 72 40
E-mail: [email protected]
De commissie hielp ook bij het opstellen van het
‘Verslag van de (Europese) Commissie aan de Raad,
het Europees Parlement en het Europees
Economisch en Sociaal Comité over de toepassing
van de Richtlijn 2004/80/EG van de Raad
betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers
van misdrijven’.
Tot slot nam de commissie op 16 september 2009 in
Brussel deel aan de tweede bijeenkomst van de in
artikel 16 van de Richtlijn voorziene centrale
contactpunten. Er werd van gedachten gewisseld
over het in vorig punt vermelde verslag en
onderzocht hoe de samenwerking kon worden
verbeterd.
In 2009 werden 15 dossiers geopend. Twee daarvan
zijn al afgesloten. De dossiers kwamen uit volgende
landen: Bulgarije (1), Duitsland (1), Finland (1), het
Verenigd Koninkrijk (1), Letland (1), Nederland (7)
en Polen (3).
Verder nam de commissie in 2009 13 beslissingen
(twee over dossiers ingediend in 2007, acht over
dossiers ingediend in 2008 en drie over dossiers
ingediend in 2009). Van deze 13 beslissingen
werden er vijf positief gehonoreerd: in totaal werd
18 710 euro toegekend.
127
BesLissingen VAn De commissie in 2009 oVer Dossiers ingeDienD in:
LAnD VAn herkomst 2007 2008 2009
Duitsland 1
Het Verenigd Koninkrijk 4
Nederland 2 4 2
Bestemming VAn De toegekenDe huLP in 2009
DuitsLAnD het VerenigD koninkrijk neDerLAnD
€ 3000 € 12 000 € 3710
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs128
FOCus
Dankzij het Europees verdrag inzake de
schadeloosstelling van slachtoffers van
geweldmisdrijven (Straatsburg, 24 november 1983)
en de Richtlijn 2004/80/EG (29 april 2004) van de
Raad betreffende de schadeloosstelling van
slachtoffers van misdrijven ontstond binnen Europa
harmonisatie aangaande financiële hulp van de
staat aan slachtoffers van geweldmisdrijven. Toch
bestaan in de praktijk nog aardig wat verschillen.
Dankzij de toepassing van de artikelen 40 en 40bis
van de wet van 1 augustus 1985 verkreeg de
commissie een beter inzicht in de werkwijze van
haar buitenlandse evenknieën.
In Nederland bijvoorbeeld worden de aanvragen
voor financiële hulp behandeld door het
Schadefonds Geweldsmisdrijven dat een onderdeel
is van het ministerie van Justitie. Dit wordt in
tegenstelling tot België gefinancierd uit de
algemene middelen. In vergelijking met België
worden er jaarlijks meer dossiers ingeleid en
beslissingen genomen, maar de totaal uitbetaalde
som per jaar is niet veel groter dan hetgeen in
België wordt uitgekeerd. Het bureau dat het
Schadefonds bijstaat, telt in tegenstelling tot het
secretariaat van de commissie 59 medewerkers (dit
zijn VTE, het aantal effectieven bedraagt 53).
de nederlandse en Franse evenknie onder de loep
In Frankrijk werd het Fonds de Garantie des victimes
d'actes de Terrorisme et d'autres Infractions (FGTI)
opgericht. Slachtoffers van terrorisme en van
andere misdrijven kunnen beroep doen op dit
orgaan. In tegenstelling tot België en Nederland
werd er niet geopteerd voor een centraal orgaan,
maar kunnen de slachtoffers zich wenden tot
Commissies voor de schadevergoeding van
slachtoffers van misdrijven (Commission
d’Indemnisation des Victimes d’Infractions) die
werden opgericht bij elk Tribunal de Grande
Instance. Nog in tegenstelling tot België en
Nederland kunnen zowel slachtoffers van
opzettelijke misdrijven als van onopzettelijke
misdrijven aanspraak maken op financiële hulp.
Daarenboven komt het FGTI ook tussen voor feiten
die op Franse onderdanen gepleegd werden in het
buitenland. Het FGTI wordt gevoed door een
heffing van 3,30 euro op verzekerings-
overeenkomsten van goederen (cijfer 2005).
BeLgië neDerLAnD
2007 2008 2007 2008
Aanvragen 1197 1237 6877 7059
Beslissingen 1525 1343 7776 7170
Som 12,5 10,3 13,1 12,5
kansspelcOMMissie 129
kansspelcommissie
De Kansspelcommissie is opgericht bij de wet van 7
mei 1999. De taak van de commissie is drieledig.
Ten eerste verstrekt ze advies aan de regering en
het parlement. Daarnaast is haar voornaamste taak
te beslissen over het toekennen van vergunningen
voor casino’s, speelautomatenhallen,
drankgelegenheden, leveranciers, spelen en
personeel. Ten slotte treedt de Kansspelcommissie
ook op als controle- en tuchtorgaan.
De kern van de kansspelwet bestaat erin dat
kansspelen verboden zijn, behalve voor
uitzonderingen die in de wet vervat liggen. Deze
uitzonderingen worden geregeld via een systeem
van vergunningen. In geval van overtreding van de
kansspelwet van 7 mei 1999 kan men
strafrechterlijk worden vervolgd. De commissie is
bevoegd om een gepaste sanctie op te leggen.
Sancties kunnen gaan van een waarschuwing, over
de schorsing van de exploitatie van enkele
machines, tot het intrekken van de vergunning.
De Kansspelcommissie wordt voorgezeten door een
magistraat, Etienne Marique. De voorzitter zit
samen met vertegenwoordigers van zes ministers.
kansspelcOMMissie130
Gri�e Secretariaat
Politie-experten
Secretaris van de voorzitter
Externe communicatie
Relaties CE internationaal
Administrateur
Receptie
Juridische cel
Vergadering
Vergunningen A Vergunningen B Vergunningen C Vergunningen D InbelspelletjesDossiers XVergunningen E Controle
Voorzitter van de KSC Secretaris van de voorzitter
Politie-expertenPolitie-experten
Externe communicatie
Relaties CE internationaalRelaties CE internationaal
Externe communicatie
Receptie
Vergadering
Juridische cel
Vergadering
Juridische cel
P&O
ICT
B&CG
P&O
B&CGB&CG
ICT
Kansspelcommissie
12 vervangende leden
12 leden
12 vervangende leden
12 leden
12 vervangende leden
KANSSPELCOMMISSIE_NL.pdf 1 14/07/10 15:59
kansspelcOMMissie 131
wetswijziging
De kansspelwet van 7 mei 1999 werd in december
2009 herzien om beter aan te sluiten op de
technologische evolutie die de voorbije jaren
plaatsvond. Zo drong een betere controle van de
weddenschappen in wedkantoren zich op.
Daarnaast was er de opmars van kansspelen via het
internet. Er was ook nood aan een goede regulering
van de mediaspelen. Door de wetswijziging kan de
Kansspelcommissie naast administratieve sancties
ook geldboetes opleggen wanneer het parket
beslist om niet te vervolgen. Hierdoor kunnen niet
langer enkel de vergunninghouders maar ook de
spelers op het matje worden geroepen. De
geldboetes geven aan de commissie heel wat meer
slagkracht, wat leidt tot een efficiënter toezicht. De
wijziging van de kansspelwet werd gestemd in de
plenaire zitting van het parlement op 4 december
2009. De vernieuwde kansspelwet treedt in werking
op 1 januari 2011.
weddenschappen
Er was nood aan een vergunningssysteem voor de
wedkantoren. Onder de nieuwe kansspelwet is voor
de organisatie van weddenschappen een
vergunning F1 van de Kansspelcommissie vereist.
Vaste of mobiele weddenschapskantoren worden
beschouwd als kansspelinrichtingen klasse IV. Voor
het aannemen van weddenschappen heeft men
een vergunning F2 nodig. Dit vergunningssysteem
kan de wildgroei aan malafide wedkantoren
stopzetten. Door de nieuwe wet neemt de
Kansspelcommissie zowel de weddenschappen op
sportuitslagen, paardenrennen, evenementen als
de verboden weddenschappen onder haar hoede.
De nood aan een duidelijke reglementering van de
weddenschapskantoren drong zich reeds geruime
tijd op. Bij gebrek aan een wettelijke controle door
de Kansspelcommissie maakten
weddenschapskantoren zich maar al te vaak
schuldig aan fiscale inbreuken en werd de
bescherming van de spelers verwaarloosd.
informatiemaatschappij-instrumenten
De nieuwe kansspelwet regelt deze spelen en
plaatst ze onder de bevoegdheid van de
Kansspelcommissie. Concreet werden de
aanvullende vergunningen A+, B+ en F1+ in het
leven geroepen die vergunninghouders klasse A, B
en F1 toelaten de reële kansspelen ook uit te baten
via het internet.
mediaspelen
Ondanks het nieuwe KB van 12 mei 2009 leek het
opportuun om deze spelen op te nemen in de
kansspelwet om zo een efficiënte controle te
garanderen. Voor de uitbating van kansspelen in
televisieprogramma’s (die een totaalprogramma
inhouden) die verlopen via nummerreeksen van het
Belgische nummerplan, is een vergunning G1
nodig. Voor de uitbating van andere kansspelen via
de media, is een vergunning G2 nodig.
kansspelcOMMissie132
casino’s
Op 31 december 2009 werden er in de negen
Belgische casino’s 1238 automaten uitgebaat, wat
een stijging betekent van 106 automaten in
vergelijking met 31 december 2008.
Het casino van Namen biedt sedert mei 2009 het
spel Mini Punto Banco aan. Het is na Brussel het
tweede casino dat dit spel aanbiedt. Een aanvraag
om ook Backgammon uit te baten, werd aanvaard.
De koninklijke besluiten moeten bijgevolg worden
aangepast.
Artikel 59 van de wet van 7 mei 1999 bepaalt dat
aan de kansspelen enkel mag worden
deelgenomen met muntstukken of met contant
betaalde speelpenningen en -fiches, die eigen zijn
aan de spelinrichting en uitsluitend binnen haar
muren en door haar personeel worden uitgereikt.
Het gebruik van cheques wordt niet aanvaard door
de Kansspelcommissie omdat dit een vorm van
kredietlening betreft.
Op het vlak van controle werd zoals gewoonlijk
bijzondere aandacht geschonken aan de volgende
elementen: de inschrijving van de klanten in het
register, de controle ervan op grond van de
EPIS-gegevens en de procedure wanneer de
verbinding met EPIS tijdelijk zou zijn verbroken.
Ook de ontvangst van de ftps-bestanden vormde
weer onderwerp van controle. Die worden soms
met vertraging overgezonden of stemmen qua
vorm niet overeen met de bepalingen vermeld in
het protocol.
De nota waarin om bijdragen wordt gevraagd, is
bijgewerkt. De jaarlijkse bijdrage tot de
oprichtings-, personeels- en werkingskosten van de
Kansspelcommissie, verschuldigd door de houders
van een vergunning klasse A, wordt berekend op
grond van de sokkels van de automaten.
kansspelcOMMissie 133
speelzalen
In 2009 heeft de Kansspelcommissie geen
vergunning klasse B toegekend aangezien het
wettelijke maximum van 180 speelautomatenhallen
bereikt werd. In december 2009 zette ze wel één
vergunning klasse B stop, waardoor ze in 2010
opnieuw een vergunning zal toekennen. In de loop
van 2009 werd er één nieuw dossier toegevoegd
aan de wachtlijst. Omwille van de hieronder
besproken nieuwe verhuisregeling werden er
echter ook vijf dossiers van de wachtlijst geschrapt,
zodat deze wachtlijst 2009 beëindigt met een totaal
van 27 dossiers. Vanaf 1 januari 2009 trad de
gewijzigde verhuisregeling in werking, waardoor
vergunninghouders B, mits goedkeuring door de
Kansspelcommissie, voortaan ook kunnen
verhuizen naar een plaats buiten de gemeente waar
de vergunde kansspelinrichting gelegen is. De
goedkeuring tot verhuis staat in geen geval gelijk
aan de toekenning van een nieuwe vergunning,
maar betreft louter een wijziging van één van de
modaliteiten van de vergunning, met name de
plaats van uitbating. In de loop van 2009 keurde de
Kansspelcommissie in totaal 12 verhuisaanvragen
goed. In vijf gevallen verhuisde men naar een plaats
van een vergunningsaanvraag op de wachtlijst. Zo
verdwenen er vijf dossiers van de wachtlijst.
Drankgelegenheden
De behandeling van de dossiers C in 2009 verliep
heel vlot. Het secretariaat behandelde alle nieuwe
aanvragen voor vergunningen binnen een redelijke
termijn. Aanvragen die per post werden ontvangen
en meteen aan alle voorwaarden voldeden, werden
de eerstvolgende commissievergadering
goedgekeurd. Bij onvolledige aanvragen
contacteerde het secretariaat de aanvrager van de
kansspelen om het dossier zo snel mogelijk te
vervolledigen. Ook de procedure via het loket was
in 2009 opnieuw een groot succes. Eind 2008 werd
deze procedure geëvalueerd en werden een aantal
zaken aangepast. In 2009 is gebleken dat deze
aanpassingen succesvol zijn. Sinds 2009 kunnen
ook heropeningen van dossiers C via de procedure
van het loket worden afgehandeld. Voor elk dossier
dat werd ingediend via het loket moesten de
documenten vooraf aan de commissie overgemaakt
worden. Sinds 2009 kan dit ook via specifiek
daartoe gecreëerde e-mailadressen, waar voorheen
enkel de fax ter beschikking stond. Vanaf september
2009 worden alle aanvragen vooraf via het internet
ingevoerd. Dit versnelt de behandeling van de
dossiers voor het secretariaat aanzienlijk. Het is
sindsdien ook niet langer nodig het bewijs van
goed gedrag en zeden van de aanvrager of van de
zaakvoerders/bestuurders bij te voegen.
Het secretariaat kan deze documenten immers zelf
aanvragen, behalve voor personen die in het
buitenland gedomicilieerd zijn. Deze maatregel
sluit aan bij de tendens naar administratieve
vereenvoudiging bij de overheid.
Vergunning D
Een vergunning D is vereist om te werken tijdens de
openingsuren in de speelautomatenhallen of in de
casino’s. Ook in 2009 kreeg de Kansspelcommissie
veel aanvragen voor een vergunning D. Aanvragers
moeten eerst een opleiding volgen waarin zij
ondermeer gewezen worden op de vereisten van
de functie. Op 31 december 2009 waren er in totaal
4913 vergunningen toegekend, waarvan 401 in
datzelfde jaar.
kansspelcOMMissie134
Bescherming van de speler
De Kansspelcommissie kreeg de bevoegdheid om
spelers de toegang te ontzeggen tot alle
speelautomatenhallen en casino’s van het land.
Zonder twijfel is dit het meest slagkrachtige
instrument in de strijd tegen de gokverslaving. Het
secretariaat telde eind december 3340 nieuwe
uitsluitingen die het voorbije jaar werden
aangevraagd. Eind 2009 bleek dat sinds de
invoering van EPIS in 2004 maar liefst 9650 mensen
vrijwillig een uitsluiting aanvroegen bij de
commissie.
Ook op vlak van informatieverstrekking naar de
burger nam de commissie initiatieven. Zo werd in
de loop van 2009 werk gemaakt van een grote
preventiecampagne rond gokverslaving. De
doelgroep bestaat uit jongeren van 14 tot 18 jaar.
De filmpremière vindt plaats in 2010. Hoewel de
Kansspelcommissie niet bevoegd is voor
hulpverlening op zich, onderhoudt zij nauwe
contacten met verscheidene organisaties die hierin
wel actief zijn. Een goede samenwerking en
uitwisseling van ideeën is de basis voor een
gefundeerd en coherent beleid. Daarnaast
verleende de commissie ook in 2009 haar
medewerking aan initiatieven waarbij de
bescherming van de speler voorop staat.
herstellers en installateurs van spelen
Eind 2009 waren 188 vergunningen klasse E actief.
Hiervan waren negen vergunningen toegekend aan
buitenlandse ondernemingen. Uit een vergelijking
met de situatie eind 2008 blijkt dat vijf nieuwe
vergunningen E werden toegekend, waarvan drie
vergunningen voor fabrikanten van kansspelen. Zes
vergunningen klasse E werden stopgezet,
waaronder drie fabrikanten. Eén vergunninghouder
veranderde in de loop van 2009 zijn activiteiten
door niet langer diensten te leveren die betrekking
hebben op de fabricatie van kansspelen, maar wel
op de terbeschikkingstelling van kansspelen. Eén
aanvraag voor een vergunning E is nog in
behandeling. Eén leverancier van kansspelen
veranderde zijn onderneming van een
eenmanszaak in een vennootschap.
controles
Deze controletaak van de Kansspelcommissie werd
net als in de voorbijgaande jaren ook in 2009 weer
ingevuld door een aantal gedetacheerde leden van
de federale gerechtelijke en lokale politie, door
attaché’s en door financieel deskundigen. Er werden
301 controledossiers opgesteld, waarvan vijf met
betrekking tot loterijen, 18 omwille van illegale
automaten, vijf met betrekking tot internet, 80
aangaande informatie van politiediensten en 37
met betrekking tot illegale gokhuizen. Er waren ook
56 dossiers over vergunningen C, 47 over
vergunningen B, 13 over vergunningen A, 11
dossier met betrekking tot een D
vergunninghouder, één met betrekking tot dossiers
aangaande vrijwillige uitsluitingen en tenslotte één
dossier omwille van diverse redenen. Deze
controledossiers werden in 339 rapporten gegoten
en er werden 487 processen-verbaal overgemaakt
aan het parket.
kansspelcOMMissie
contactKansspelcommissie
Kantersteen 47
1000 Brussel
Tel.: 02 504 00 54
Fax: 02 504 00 66
E-mail: [email protected]
135
samenwerking met andere diensten
De Kansspelcommissie werkt regelmatig samen
met andere diensten. Zo is er de samenwerking met
de dienst Strafrechtelijk beleid, met het parket en
de politiediensten, onder andere in de controle en
beteugeling van illegale automatische toestellen of
toestellen die opgesteld waren zonder geldige
vergunning. Door de blijvende pokerhype
investeerde de Kansspelcommissie ook in 2009 veel
in preventie, maar ze was ook actief op het terrein.
Daarnaast is er ook de samenwerking met de cel
voor Financiële Informatieverwerking inzake de
werking in de casino’s. Met betrekking tot
witwassen dient opgemerkt dat de
Kansspelcommissie een toezichthoudende functie
heeft voor de toepassing van de witwaswet van
11 januari 1993. Bij controles in casino’s kreeg dit
onderwerp verscherpte aandacht. Gezien het grote
belang van techniek binnen het domein van de
kansspelen werkt de commissie quasi dagelijks
samen met de FOD Economie, afdeling Metrologie.
Zowel op het gebied van advisering als controle
werden in 2009 diverse acties gehouden. In 2009
werd ook geïnvesteerd in de samenwerking met
diverse geledingen van de FOD Financiën en dat op
verscheidene domeinen.
secretariaat
Het secretariaat, dat de Kansspelcommissie
administratief ondersteunt, kende het afgelopen
jaar een forse uitbreiding. Met een team van 35
werknemers tracht de commissie het delicate
evenwicht tussen de bescherming van de speler en
de belangen van de sector in goede banen te
leiden.
kansspelcOMMissie
In 2009 vonden de twee laatste seminaries plaats
in een reeks van ‘Vier seminaries over kansspelen’.
De eerste twee stonden in 2008 geprogrammeerd.
Beide seminaries vonden plaats in het
Provinciehuis te Leuven. Het laatste seminarie was
een internationale samenwerking tussen de
Kansspelcommissie en de universiteiten van
Leuven en Tilburg. Onder de aanwezigen waren
dan ook vertegenwoordigers van tal van Europese
landen, zoals Bulgarije, Frankrijk, Denemarken,
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Malta,
Slovenië, Estland, Portugal, Zwitserland en Ierland.
De grote interesse vanuit Europa onderstreept het
groeiende belang dat overheden hechten aan de
regulering van kansspelen. Ook onder de sprekers
bevonden zich mensen van verschillende
nationaliteiten om het kansspelbeleid in hun
jurisdictie te verduidelijken. De studiedag werd
geopend door de staatssecretaris voor de
Coördinatie van de fraudebestrijding Carl Devlies
die zijn visie op de toekomst van het Belgische
kansspelbeleid toelichtte.
Daarna lag de focus op Europa waarbij een
overzicht werd gegeven van de recente
ontwikkelingen op het gebied van kansspelbeleid
in de EU. Daarnaast kwamen de visies op de
regulering van kansspelen van verschillende
Europese Lidstaten aan bod, ondermeer het
perspectief van Zweden dat momenteel voorzitter
is van de Europese Unie. Onder de sprekers waren
ook vertegenwoordigers van de buurlanden van
België. Zo gaven Groot-Brittannië en Nederland
hun kijk op de regulering van kansspelen in hun
land en werden de recente ontwikkelingen op het
vlak van de Duitse en Franse kansspelwetgeving
besproken. De slotrede werd gehouden door de
voorzitter van de Kansspelcommissie. De
organisatoren kunnen alvast terugblikken op een
geslaagde reeks van seminaries.
FOCus
kansspelen in een europese context
136
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties 137
informatie- en adviescentrum inzake de schadelijke sektarische Organisaties
Het Informatie- en Adviescentrum inzake de
Schadelijke Sektarische Organisaties (IACSSO) is een
onafhankelijk centrum dat behoort tot de FOD
Justitie. Bij wet van 2 juni 1998, gewijzigd bij wet
van 12 april 2004, werd het belast met het
onderzoeken van het verschijnsel van schadelijke
sektarische organisaties in België en hun
internationale bindingen.
Dit onderzoek dient als basis voor de uitvoering van
de andere opdrachten:
› burgers en autoriteiten informeren;
› adviezen en aanbevelingen formuleren voor
de autoriteiten;
› een documentatiecentrum ter beschikking
stellen van het publiek;
› het publiek ontvangen;
› iedere persoon informeren die inlichtingen
vraagt over zijn rechten en plichten en over de
middelen om zijn rechten te doen gelden.
Voor het vervullen van zijn opdrachten is het
centrum gemachtigd om:
› alle beschikbare informatie te verzamelen;
› alle studies of wetenschappelijke onderzoeken
uit te voeren die noodzakelijk zijn om zijn
opdrachten concreet te kunnen uitvoeren;
› elk archief- of documentatiefonds over te
nemen waarvan het onderwerp overeenstemt
met één van zijn opdrachten;
› steun en begeleiding te geven aan
instellingen, organisaties en juridische
hulpverstrekkers;
› vakbekwame verenigingen en personen
te raadplegen of uit te nodigen op een
bijeenkomst.
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties138
Het leidt geen twijfel dat het noodzakelijk is de
evolutie van het sektarische fenomeen te observe-
ren. Dit is meteen één van de bestaansredenen van
het centrum. Sinds zijn oprichting kent het centrum
toenemend succes bij publiek, pers en bij de
instellingen. De wet die aan de basis van het
ontstaan van het centrum lag, werd, door de
waardering voor het gedane werk, meer dan eens
aangehaald als voorbeeld voor de landen die nog
niet over een openbaar informatieorgaan voor
sektarische ontsporingen beschikten.
Het observeren van een controversieel fenomeen
binnen een wettelijk kader dat onafhankelijke,
objectieve en onpartijdige vereisten kent, kan niet
op unanieme goedkeuring rekenen. De kritiek mag
niet gesust worden door een toegeeflijke houding
die zou botsen met de plicht tot onpartijdigheid. Zij
mag ook niet genegeerd worden op het gevaar af
niet meer objectief te zijn.
In zijn bijna tienjarig bestaan heeft het centrum op
zijn niveau en met zijn middelen, mee ertoe
bijgedragen dat de fundamentele vrijheden niet
ingeperkt werden door misbruiken begaan in hun
naam.
Dit houdt de tegenstanders van een onafhankelijk
federaal centrum voor de burger evenwel niet
tegen zijn bestaan ter discussie te stellen.
Sommige tegenstanders gebruiken de mythe van
‘de zwarte lijst van gevaarlijke sekten’ om het idee
te verspreiden dat levensbeschouwelijke of
religieuze minderheden gediscrimineerd zouden
worden door het bestaan van de wet zelf.
Er moet worden onderstreept dat er geen officiële
lijst van sekten in België bestaat of bestaan heeft.
Het document dat om de haverklap en ten onrechte
als een lijst van sekten wordt beschouwd, is in feite
de synoptische tabel van het verslag van de
parlementaire onderzoekscommissie uit 1997. Om
deze synoptische tabel in zijn context te plaatsen,
wordt er verwezen naar de tekst van de presentatie.
Die tekst vindt u in het kader hiernaast.
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
Na lezing van deze inleiding blijkt duidelijk dat deze
synoptische tabel geen ‘lijst van sekten’ is, en a
fortiori evenmin een ‘lijst van gevaarlijke sekten’.
Deze tabel zit zoals een boekindex in elkaar: een
alfabetische lijst van alle groeperingen of bewegin-
gen die tijdens de activiteiten van de commissie
vermeld zijn, wat ook de inhoud van de discussie
moge geweest zijn.
Het centrum stelt een bibliotheek open met diverse
universitaire, juridische en sociologische werken,
stukken over de sociologie van de religies, kritische
werken, monografieën over de bewegingen,
publicaties ervan, enz. Het is de bedoeling het
publiek te helpen in de zoektocht naar kennis over
de bewegingen waarin het zich wenst te verdiepen,
en in het vormen van een eigen mening over deze
bewegingen. Op dit ogenblik bevat de bibliotheek
6250 werken, zonder de enkele honderden boeken
mee te tellen die van de bewegingen zelf komen.
Indien het dat wil kan het publiek hulp krijgen
wanneer het zoekt naar informatie over zijn rechten
en plichten, en de middelen om ze te doen gelden.
Voor de uitvoering van de dagelijkse opdrachten
van het IACSSO heeft de wet voor het centrum acht
personen voorzien, met aan het hoofd een
directeur. De leden van de dienst worden ter
beschikking gesteld door de minister van Justitie,
die vooraf advies inwint bij het centrum. Dat
selectieproces versterkt de onafhankelijkheid van
het centrum zoals bedoeld in de wet. De dienst
regelt de ontvangst en informatieverstrekking.
De leden (van de raad van bestuur) oefenen voorna-
melijk de adviesbevoegdheid uit. De raad van
bestuur van het centrum telt 16 leden (vaste en
plaatsvervangende). Zij zijn aangewezen door de
Kamer van volksvertegenwoordigers die uit haar
leden een voorzitter en een plaatsvervangende
voorzitter heeft gekozen.
139
“Deze tabel werd opgesteld op basis van de informatie die de
commissie gedurende het hele verloop van haar werkzaam-
heden heeft ingezameld. De namen die erin voorkomen
werden onder uitsluitend eigen verantwoordelijkheid
verstrekt door ofwel officiële instanties (rijkswacht, gerechte-
lijke politie, Veiligheid van de Staat, Algemene Dienst
Inlichtingen en Veiligheid, parketten) die daaromtrent werden
ondervraagd, ofwel door directe of indirecte getuigen die
onder ede werden gehoord.
Die opsomming kan dus hoegenaamd geen standpunt, noch
een waardeoordeel van de commissie inhouden. Zo betekent
het feit dat een bepaalde beweging op die lijst voorkomt, ook
al is dat op initiatief van een officiële instantie, niet dat de
commissie ervan uitgaat dat het om een sekte gaat en a
fortiori dat ze gevaarlijk is.
Zoals de tabel aangeeft, kon de commissie niet alle ingewon-
nen informatie natrekken, noch nagaan of die correct is.
Aangezien de lijst niet exhaustief is, houdt het feit er niet te
zijn in opgenomen dus evenmin een oordeel in over de
onschadelijkheid van een beweging.
Het onderzoek naar deze bewegingen moet grondig worden
uitgediept en de tabel moet permanent worden bijgewerkt.
Wat de analyse van bijgaande tabel betreft, verwijzen wij de
lezer naar het deel van het verslag dat gewijd is aan de
definities, evenals naar de elementen van de getuigenissen
die in openbare vergaderingen of tijdens vergaderingen met
gesloten deuren werden ingewonnen.”
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
Om een duidelijker inzicht te krijgen in de werk-
wijze van het IACSSO, is het belangrijk te weten dat
het centrum zich uitsluitend baseert op informatie
uit open bronnen die op dat moment beschikbaar
zijn. Onder open bronnen vallen publicaties over en
van de beweging, literatuur, persberichten,
parlementaire verslagen, internetsites, …
Personen die een vraag stellen over een groepering
van religieuze of levensbeschouwelijke aard (of zich
zo voordoet), krijgen ofwel kopieën toegezonden
van de beschikbare documenten, ofwel een zo
objectief mogelijke synthese van de beschikbare
informatie. Daarbij is een inhoudelijke mening over
de groepering niet aan de orde.
Na deze samenvatting volgt een bronnenlijst en
een lijst met bijzondere aandachtspunten (of de
folder ‘Is het een sekte?’ die op de internetsite
beschikbaar is) die de belangstellenden kunnen
helpen bepalen of er gegronde redenen tot
ongerustheid bestaan. Deze documenten zullen
hen ook helpen bij het vormen van een eigen
kritische mening over het onderwerp. Het centrum
is binnen zijn informatieopdracht niet gemachtigd
om een groepering als ‘sekte’ of als ‘schadelijke
sekte’ te bestempelen. Psychologische bijstand
wordt niet verstrekt.
Aan de andere kant zijn de adviezen van het
centrum, naast zijn informatieopdracht en zoals
bepaald in de wet, voorbehouden voor de open-
bare overheden.
140
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
contactInformatie- en Adviescentrum inzake de
Schadelijke Sektarische Organisaties
Hoogstraat 139
1000 Brussel
Tel.: 02 504 91 68
Fax: 02 513 83 94
E-mail: [email protected]
wie zijn de informatieaanvragers in 2009?
In 2009 ontving het centrum weer vragen van
organisaties van het maatschappelijk middenveld,
van overheden, de pers en vooral van burgers.
Het aantal bezoekers die zich naar het centrum
begeven om er werken en documenten te raadple-
gen, of om dossierverantwoordelijken te ontmoe-
ten, blijft stijgen. Onder hen ook personen die
inlichtingen verzamelen over juridische aspecten,
zoals hun rechten en plichten.
79,6 % van de antwoorden zijn bestemd voor het
grote publiek (73 % publiek, 10 % pers en 17 %
studenten). De noemer ‘publiek’ dekt leden en
leiders van bewegingen, advocaten, verenigingen
uit het maatschappelijk middenveld, leerkrachten
en leden van verenigingen voor slachtofferhulp.
20,4 % van de antwoorden gaan naar de overheden
(43,64 % politie, 13,64 % justitie, 42,72 % plaatse-
lijke, gewestelijke en andere overheden). Het
belang dat de overheid aan het verschijnsel van
schadelijke sektarische organisaties en aan de
dienstverlening van het centrum hecht, blijkt uit de
praktijk. Een deel van de aanvragen van de
politiediensten komt eigenlijk van kantschriften van
magistraten die bedoeld zijn voor het IACSSO.
Het aantal websitebezoekers blijft constant
(83 924).
141
studie van de sekten op europees niveau
In Europa zijn er weinig landen waar de openbare
dienst over een dergelijk orgaan beschikt
(veiligheids- en inlichtingendiensten buiten
beschouwing gelaten). In België is er dus het
IACSSO, Frankrijk heeft de MIVILUDES, en ook
Oostenrijk (Bundesstelle für Sektenfragen) en
Duitsland hebben dergelijke diensten. Zwitserland
richtte het CIC op (Centre Intercantonal
d’Information sur les Croyances), maar dat omvat
slechts enkele kantons.
De MIVILUDES (Mission interministérielle de vigilance
et de lutte contre les dérives sectaires) is een intermi-
nisteriële opdracht verbonden aan de eerste
minister (presidentieel decreet van 28 november
2002). De organisatie observeert en analyseert het
verschijnsel en doet dit op basis van die handelin-
gen die de rechten van de mens en de fundamen-
tele vrijheden in het gedrang brengen en via
andere strafbare feiten. De organisatie coördineert
preventieve en repressieve acties van de openbare
overheden tegen de ontsporingen en neemt deel
aan de opleiding van openbare ambtenaren. Zij
verstrekt inlichtingen over risico’s en gevaren en
vergemakkelijkt de hulp aan de slachtoffers. Het
IACSSO onderhoudt ononderbroken contact met
deze dienst.
FOCus
Het CIC is een informatiedienst over religie,
spiritualiteit en esoterie ten dienste van de
bevolking, de overheid, scholen, private organisa-
ties en media. De dienst stelt documentatie ter
beschikking van het publiek. De geleverde
inlichtingen zijn van preventieve aard wanneer er
twijfel bestaat over de handelingen van een groep
of organisatie. Ze vergemakkelijken de dialoog
tussen de persoon die zich in zo’n groep engageert
en diens verwanten. De dienst is niet bevoegd voor
psychologische opvang. Het IACSSO onderhoudt
doorlopend contact met deze dienst.
In Duitsland is voornamelijk het ministerie van
Binnenlandse Zaken van de deelstaat Hamburg
actief (Behörde für Inneres, Oberste Landesjugendbeh-
orde für den Jugendschutz bzgl. neuer religiöser und
ideologischer Gemeinschaften und Psychogruppen).
Het IACSSO onderhoudt voortdurend contact met
deze dienst en wil ook contacten aanknopen met
de bevoegde federale overheid in Duitsland.
In 1998 werd bij wet het Oostenrijkse Bundesstelle
für Sektenfragen opgericht (Bundgesetz über die
Einrichtung einer Bundestelle für Sektenfragen, BGBl I
150/1998, par. 4). Hun taak bestaat erin documenta-
tie en inlichtingen te presenteren over gevaren die
kunnen verbonden zijn aan ideologieën of
activiteiten van sekten. Zij worden door de
Oostenrijkse autoriteiten omschreven als gemeen-
schappen die stoelen op religieuze of levens-
beschouwelijke overtuigingen die het leven, de
gezondheid, de bezittingen enz. van personen in
gevaar kunnen brengen. Het IACSSO heeft heel
frequent contact met deze dienst.
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties142
verdere inlichtingen
Voor meer informatie zal onze informatieambtenaar u graag te woord staan:
Tel.: 02 542 65 11
E-mail: [email protected]
U kunt ook de website van de FOD Justitie raadplegen op:
www.just.fgov.be
Daar vindt u meer informatie over onze FOD en de werking ervan. U kunt er ook
onze publicaties raadplegen.
143
144
hebben meegewerkt aan dit verslag:
Tinneke Albrecht, Simon Albuixech, Sharon Beavis, Eric Brasseur,
Fabienne Bultot, Inge Buys, Martine Cacheux, Roland Carlier, Evy De Bleeckere,
Adriaan De Boeck, Marjolein De Paepe, Dietger Geeraert, Nathalie Gerits,
Jan Heuker, Olivier Hullaert, Philippe Liévin, Wendy Matarasso, Inge Nagels,
Martine Perpet en de voltallige dienst Vertalingen, Koen Peumans, Nika Spriet,
Johan Van De Winkel, Cedric Vangottom, Virginie Vanholme,
Frederik Vercaempst, Philip Verhoeven, Wilfried Verrezen
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
145
nOTa’s
146
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
nOTa’s
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
nOTa’s
147
Dienst CommunicatieWaterloolaan 1151000 BrusselTel.: 02 542 65 11www.just.fgov.be V
ERA
NTW
OO
RDEL
IJK
UIT
GEV
ER: A
. BO
URL
ET
WAT
ERLO
OLA
AN
115
-100
0 BR
USS
EL
D/2
010/
7951
/NL/
806