7
XX BIKE & TREKKING Fotostory C Y P R U S FOTO’S: ARTHUR WIEFFERING/ON26.EU

Fietsreis door Cyprus

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Ook zo’n zin in zomer? Op Cyprus is het altijd zomer! Nou ja, in ieder geval minimaal tien maanden per jaar. En in voor- en najaar zijn de temperaturen niet te hoog. Dat maakt van dit mediterrane eiland een perfecte fietsbestemming. Een fotoverslag.

Citation preview

Page 1: Fietsreis door Cyprus

XX BIKE & TREKKING

Fotostory

C Y P R U SFOTO’S: ARTHUR WIEFFERING/ON26.EU

Page 2: Fietsreis door Cyprus

BIKE & TREKKING XX

Ook zo’n zin in zomer? Op Cyprus is het altijd zomer! Nou ja, in ieder geval minimaal tien

maanden per jaar. En in voor- en najaar zijn de temperaturen niet te hoog. Dat maakt van dit

mediterrane eiland een perfecte fietsbestemming. Een fotoverslag.

Mooier wordt het niet. Als in Nederland de winter nog volop tekeer gaat, is het op Cyprus alweer lente.

Page 3: Fietsreis door Cyprus

XX BIKE & TREKKING

H O O G T E M E T E R S

Page 4: Fietsreis door Cyprus

BIKE & TREKKING XXDe hoogste toppen van het Troodosgebergte in centraal Cyprus gaan tot bijna 2.000 meter. Lekker koel en een fijne uitdaging voor liefhebbers van het betere klimwerk.

Page 5: Fietsreis door Cyprus

V E R R A S S E N D G R O E N

XX BIKE & TREKKING Het mooie van eilanden? Dat er altijd een zee in de buurt is! En op Cyprus laat ’ ie zich van z’n mooiste kant zien.

Warm op Cyprus? Wie het eiland in april of mei bezoekt heeft daar geen last van. Het is er dan heerlijk fietsweer.

Page 6: Fietsreis door Cyprus

BIKE & TREKKING XX

M É D I T E R R A N É E

Page 7: Fietsreis door Cyprus

XX BIKE & TREKKING

O E R K R A C H T

Barbara van der Keur: ‘Cyprus is echt een fietsparadijs! Niet alleen vanwege het prachtige en gevarieerde landschap, maar ook vanwege de mensen. Als fietser word je steevast verwelkomd met een warme glimlach en wat onverstaanbare aanmoedigingen.’

Toeristen komen naar Cyprus voor zon, strand en een kalme zee. Kalm? Niet aan de westkust, waar de golven met veel geweld stukslaan op een stenige kust.

Ons avontuur begint in Larnaca, waar ons vliegtuig landt op de enige landings-baan die het vliegveld rijk is. Vanuit de lucht lijkt Cyprus uitsluitend uit bergen en strand te bestaan. Een vredig gebergte in een blauwe zee. Aan de grond blijkt het een stuk vlakker en vooral drukker te zijn. Er is veel verkeer. Onze reis speelt zich af in april, wat de groenste periode van Cyprus zou moeten zijn. In de binnenstad is daar weinig van te merken, maar hoe verder je daarvandaan rijdt, hoe groener het inderdaad wordt. En wat heet groen? Op Cyprus groeit een diversiteit aan bloemen en grassen waarop onze Hollandse koeien jaloers kunnen zijn! We treffen echter geen koeien op onze route. Wel schapen. Als een clichébeeld uit een Griekse film zien we voor onze ogen een paar luid roepende Cyprioten een flinke kudde schapen de weg over drijven. Daar wachten we graag even op. Nog gecharmeerd van het schapenschouwspel leidt Andreas, onze gids, ons per fiets verder het Larnaca gebied in. Andreas organiseert verschillende tours met diverse afstanden en moeilijkheidsgraden. Je kunt op je eigen fiets springen, maar als je die thuis hebt gelaten kun je ook goede fietsen huren. De route die wij met Andreas volgen is niet uitgepijld. De Cyprus Tourism Organisation heeft meerdere fietsroutes in dit gebied uitgestippeld, met de bezienswaardigheden daarin opgenomen. Met deze heldere documentatie en een gedetailleerde kaart van de omgeving kun je ook prima zelf je plan trekken. Zolang je de grote plaatsen vermijdt is het mooi fietsen. Wij rijden over onverharde landweggetjes, karrensporen, af en toe over asfalt en veel over gravel. Het Stavrovouni-klooster op de gelijknamige bergtop is bijna continu in zicht. Het ligt op zo’n veertig kilometer van Larnaca. Je kunt erheen fietsen, maar het is een pittige klim en vrouwen, zoals ondergetekende, worden er niet binnengelaten. Het uitzicht schijnt wel prachtig te zijn. Wij kiezen ervoor dichter bij de kust te blijven. Er zijn in dit gebied lichte hoogteverschillen, met hier en daar een korte steile klim, waarbij je dankbaar je kleinste versnelling inschakelt. De bermen moet je zien te vermijden, daar kun je gemene prikkelbosjes treffen. Hoe ik dat weet? De krassen op mijn benen zijn het pijnlijke bewijs dat mijn techniek voor deze tour nog te wensen overliet. Gelukkig volgt er na iedere klim vroeg of laat een

afdaling, waarbij je even kunt genieten van de wind door je haren. Op Cyprus kun je in april al rekenen op temperaturen rond 20º C en dan is die frisse rijwind heerlijk.

Tijdens onze tocht passeren we een aantal pittoreske dorpjes, zo klein dat ze bijna niet op de kaart te vinden zijn. Verwacht daar ook geen toeristenhoreca. In het enkele cafeetje dat zo’n dorpje rijk is vind je de plaatselijke (mannelijke) bevolking. Als ze niets belangrijkers te doen hebben zitten ze daar de hele dag, op de lunch na, met elkaar te praten en de krant te lezen. In die kleine cafés hebben ze geen menukaart en zo wordt lunchen daar een avontuur. Wij kregen bijvoorbeeld een omelet voorgeschoteld, gemaakt van de eieren van stamgast ‘Christos’, die spontaan aanbood ze te gaan halen voor ons. “Ik moet mijn kippen toch nog gaan voeren.” Handen en voeten heb je doorgaans niet nodig om te communiceren op Cyprus. Bijna alle Cyprioten spreken prima Engels. Het eiland is een Britse kroonkolonie geweest en dat is nog goed te merken. Met een volle maag stappen we weer op de fiets. Achter de heuvels komt de kust in zicht. Het landschap is verdeeld in kleine lapjes. Cyprioten hebben soms wel vijf stukken grond her en der. Op het ene lapje houden ze bijvoorbeeld kippen, op het andere verbouwen ze groenten en dan bewonen ze ook nog een stukje. We fietsen tussen kleine olijfboomgaarden en akkers door. Hier en daar treffen we kassen met veel vrolijk flapperend plastic. De vrolijk gekleurde vlekjes in het landschap blijken van dichtbij bijenkorven te zijn. Ze bestaan uit opgestapelde gekleurde houten ‘laatjes’ die schijnbaar achteloos in de berm zijn gezet. De bijen blijven bij de korf en besteden geen aandacht aan ons. Zij hebben belangrijker werk te doen. Cyprioten zijn gek op zoet, dus honing is er nooit te veel.De laatste paar kilometer lopen steil langs de rotsige kust. We fietsen zo’n zes meter boven de zeespiegel over steile klippen. Niet te dicht bij de rand fietsen dus. Hier geen witte zandstranden, maar een ruwe zee en puntige rotsen. Je wordt bijna verblind door de prachtige witte schuimkoppen die hoog uiteen-spatten in de felle zon. Volgens Andreas niet wat de toeristen willen zien. ‘Die willen een kalme zee.’ Maar wij vinden dit natuurgeweld veel mooier.