Upload
trankhanh
View
215
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
FILMMUZIEKMAGAZINE
ENNIO MORRICONE - Eindelijk
NUMMER 186 – 45ste
JAARGANG – MAART 2016
2
Score 186
Maart 2016
45ste
jaargang
ISSN-nummer: 0921-
2612
Het e-zine Score is een
uitgave van de stichting
Cinemusica, het
Nederlands Centrum
voor Filmmuziek
Informatienummer:
+31 050-5251991
E-mail:
Kernredactie: Paul
Stevelmans en Sijbold
Tonkens
Aan Score 186 werkten
mee: Paul Stevelmans,
Sijbold Tonkens en
Julius Wolthuis
Eindredactie: Paul
Stevelmans
Vormgeving: Paul
Stevelmans
Met dank aan: AMPAS,
Alex Simu
FILMMUZIEKMAGAZINE
REDACTIONEEL
Vorige week werden voor de 88ste keer de Oscars uitgereikt.
Het werd een gedenkwaardige editie omdat onder de vijf kan-
didaten twee oudgedienden uit de rijke wereld van de filmmu-
ziek tegen elkaar in het strijdperk traden: John Williams ver-
sus Ennio Morricone. De laatste won en kan zich nu ook
scharen onder een lange reeks winnaars van deze volgens
velen nog steeds belangrijkste filmprijs ter wereld. Over de
score waarmee de Maestro dan eindelijk een Oscar won, leest
u helemaal aan het einde van deze nieuwe editie van Score.
Een Oscar winnende score van Morricone is een gebeurtenis
waarbij flink wordt uitgepakt.
Wat velen in Nederland niet weten is dat ooit, in een grijs
verleden - om precies te zijn vlak vóór de donkere bezet-
tingsjaren - een van oorsprong Nederlandse filmcomponist
een Oscar won als beste filmcomponist van het jaar. Score
was aanwezig bij de onthulling van een plaquette voor deze
vergeten componist in zijn geboorteplaats Leeuwarden. In een
portret over deze Richard Hageman komt u meer te weten
over een componist die een rijk leven heeft geleid.
INHOUDSOPGAVE
3 Oscar 2016: Dat oude mannetje
9 Richard Hageman - Portret
13 Interview met Alex Simu
16 Georges Delerue versus Disney
18 Boekbespreking 19 Recensies
3
OSCAR 2016 DAT OUDE MANNETJE
En daar zaten ze weer in die zijloge van het Dolby Theatre in Hollywood: de genomineerde
filmcomponisten en hun entourage. Ver weg van de glamour en de grote sterren die recht
vóór het podium zaten. In de loge zaten links vooraan twee oude mannen en rechts naast hen
vertegenwoordigers van de jongere garde filmcomponisten. Alle filmmuziekogen waren dit
jaar gericht op de strijd tussen de oudjes John Williams en Ennio Morricone. Maar verge-
leken met andere verhitte controverses rondom de Oscaruitreiking was het titanengevecht
tussen Williams en Morricone bijkans een verademing.
Om met die grote controverse te beginnen:
alle vijf de genomineerde componisten waren
blanke mannen met een gemiddelde leeftijd
van 67,4 jaar en afkomstig uit Noord-Ameri-
ka en Europa. Nou zijn filmcomponisten voor
het grote publiek in de regel vrij anoniem.
Slechts enkele grote namen worden door een
toevallige voorbijganger herkend zoals Wil-
liams, Morricone en Hans Zimmer, maar dan
houdt het wel op. Wie denkt aan filmcompo-
nisten zal al gauw aan blanke mannen van
middelbare leeftijd denken zoals medegeno-
mineerden Thomas Newman en Carter Bur-
well. Zouden zij ook herkend worden op
straat? Vast niet. En Jóhann Jóhannsson dan,
de vijfde genomineerde? In kleine kringen
van muziekliefhebbers is hij een tamelijk
bekende artiest vanwege zijn vele optredens,
maar de gemiddelde bioscoopganger heeft
geen idee over wie we het hier hebben.
En hoe zit het dan met zwarte filmcomponisten? Zijn die er en hebben ze - als ze al bestaan -
ooit wel eens een Oscarnominatie, laat staan een Oscar gewonnen? Zwarte filmcomponisten
zijn er wel en meestal zijn ze afkomstig uit de jazz- of hiphopwereld zoals Stanley Clarke,
Terence Blanchard en RZA. Enkele decennia geleden wonnen zelfs enkele zwarte artiesten
muziekoscars, te beginnen met Prince (Purple Rain (1984), beste song score) en daarna Her-
bie Hancock ('Round Midnight (1986), beste score). En dan was er twee decennia eerder na-
tuurlijk Quincy Jones. Liefst zeven Oscarnominaties vielen hem door de jaren ten deel, be-
ginnend met In Cold Blood (1967) tot en met The Color Purple (1985). Is het toeval dat uit-
gerekend deze Jones dit jaar de Oscar voor de beste score mocht uitreiken? Anders dan de
twintig genomineerde witte acteurs was het aandeel zwarte prijsuitreikers aan de hoge kant.
Over diversiteit gesproken: sinds de millenniumwisseling hebben Tan Dun uit China (Crou-
ching Tiger, Hidden Dragon (2000)) en A.R. Rahman uit India (Slumdog Millionaire (2008))
Oscars voor de beste muziek gewonnen.
Dan de leeftijd, die in de stroom kritiek op de Academy of Motion Picture Arts and Sciences
en haar prijzenbeleid ook een - weliswaar kleine - doorn in het oog van velen was. De gemid-
delde leeftijd van de vijf componisten lag dit jaar op 67,4 jaar. Naast twee hoogbejaarden
(Williams is 84 en Morricone 87 jaar) waren er twee 60-jarigen (Newman en Burwell) en de
4
jongste van het kwintet is toch ook al weer 46 (Jóhannsson). Wat zegt leeftijd in dit verband?
Wellicht moet een componist rijpen voordat hij zijn eerste nominatie krijgt en daarna is het
soms lang wachten op een eerste prijs. Toch was Steven Price relatief jong (36) toen hij in
2014 won met zijn score voor Gravity. Quincy Jones is trouwens ook niet meer de jongste -
hij wordt binnenkort 83. Vandaar dat hij bij de uitreiking gezelschap kreeg van een zwarte
artiest van de jongere garde, hoewel deze Pharrell Williams ook alweer 42 jaar oud is. Hij
kreeg twee jaar geleden in de muziekcategorie Beste liedje een nominatie voor Happy uit
Despicable Me 2.
Tot slot nog het geslacht. Het tijdperk van vrouwelijke filmcomponisten die een Oscar winnen
ligt alweer ver achter ons. Rachel Portman en Anne Dudley wonnen respectievelijk met Em-
ma (1996) en The Full Monty (1997) een Oscar en Portman werd daarna nog genomineerd
voor The Cider House Rules (1999) en Chocolat (2000). En daarna was het verdacht stil aan
het vrouwenfront. Dat oude blanke mannen Oscars winnen in de categorie Beste score is al
langere tijd een feit. Maar gaat er iets significant veranderen in de komende jaren? Zal het
bolwerk van de mannelijke filmcomponisten worden aangevallen door een leger jonge, vrou-
welijke, zwarte componisten? Er zijn nog geen tekenen die op een dergelijke revolutie duiden.
James Napier en Sam Smith wonnen met het liedje Writing's on The Wall uit Spectre.
Voor de rest bleef dit jaar alles bij het oude bekende. Zo waren er weer de gebruikelijke sco-
res die het om uiteenlopende redenen niet haalden zoals The Revenant van Ryûichi Sakamoto
en Alva Noto en Bryce Dessner (teveel componisten), Mad Max: Fury Road van onze eigen
Tom Holkenborg, Beasts of No Nation van Dan Romer en vele andere. En waar waren Alex-
5
andre Desplat (met The Danish Girl) en Daniel Pemberton (met The Man From U.N.C.L.E. en
Steve Jobs), en vooral: waar was Michael Giacchino voor wie 2015 een topjaar was met vier
scores die goed in de smaak vielen? Ook afwezig was de score van Thomas Newman voor
Spectre. Die film won wel de Oscar voor het niet onverdeeld positief ontvangen liedje Wri-
ting's on the Wall, geschreven door Sam Smith en James Napier. En waar was Londen, de
opnamestad die vorig jaar nog alle genomineerde scores welkom mocht heten? Trends komen
en gaan, zo blijkt maar weer in Hollywood.
Dat Ennio Morricone er uiteindelijk met de hoofdprijs vandoor zou gaan, werd steeds meer
duidelijk toen het prijzengala eind februari naderbij kwam. Hij had al twee prestigieuze tro-
feeën - een Golden Globe en een BAFTA Award - in de wacht gesleept toen hij het Dolby
Theatre vorige week zondag betrad. Hier triomfeerde hij luttele uren later met zijn eerste
"echte" Oscar. Was die terecht of had een van de andere genomineerde filmcomponisten het
beeldje moeten winnen? Let's take a look at the five nominees for the best original score ......
DE GENOMINEERDE SCORES
BRIDGE OF SPIES - THOMAS
NEWMAN
Verleden jaar keerde Steven Spielberg te-
rug in de bioscoop met een nieuwe film,
zijn eerste sinds Lincoln uit 2012. Bridge
of Spies was een ouderwetse Koude-Oor-
log-thriller met Tom Hanks in de hoofdrol
en zonder een score van John Williams.
Dat was even schrikken, maar als excuus
werd al snel aangevoerd dat de nestor on-
der de filmcomponisten druk bezig was
met de nieuwe Star Wars. Dat was dan
toch weer een kleine geruststelling, maar
wie moest de nieuwe Spielberg dan doen?
Dat werd Thomas Newman die met vier
scores vorig jaar een drukbezet man was en
tussen de bedrijven door ook nog eens zes-
tig werd. Zijn score voor Bridge of Spies is
een geroutineerd werk geworden dat de
film allerwegen doelmatig ondersteunt en
het midden houdt tussen enerzijds stoere
marsmuziek à la Williams en anderzijds
Newmans eigen stijl van ijle, licht exoti-
sche muziek. Na een dozijn korte stukjes
volgt een drietal langere tracks op de cd
waar de suspense beter tot zijn recht komt
dan in de film, met name in Glienicke
Bridge, het hart van de film. Newman le-
vert vakmanschap af met deze score, maar
tegelijkertijd ontbeert deze muziek zijn
verfrissende, experimentele handelwijze
van weleer. We kennen het onderhand
allemaal wel.
Oscarhistorie: Newman werd twaalfmaal
eerder genomineerd, voor Little Women
(1994), The Shawshank Redemption
(1994), Unstrung Heroes (1995), American
Beauty (1999), Road to Perdition (2002),
Finding Nemo (2003), Lemony Snicket's A
Series of Unfortunate Events (2004), The
Good German (2006), Wall-E (score en
liedje Down to Earth, liedje met Peter
Gabriel), Skyfall (2012) en Saving Mr.
Banks (2014).
6
CAROL - CARTER BURWELL
Ook Carter Burwell heeft een goedgevuld
jaar achter de rug. Vijf films met zijn mu-
ziek zagen het licht, waaronder Mr. Hol-
mes, Anomalisa en Carol, de film die hem
definitief promoveerde naar de eredivisie
van de filmmuziek in Hollywood, ook al is
deze huiscomponist van de gebroeders
Coen eigenlijk al langere tijd een begrip.
Voor het liefdesdrama van Todd Haynes
schiep Burwell een intieme score die veel
van de ingehouden gevoelens en gedachten
van de twee verliefde vrouwen richting gaf
en die wordt gedreven door een aan Philip
Glass herinnerend hoofdthema dat zowel
weelderig als melancholiek klonk en zo de
gedoemd lijkende liefdesrelatie tussen de
twee dames verlevendigde. De door een
klein gezelschap uitgevoerde score ging
zich behalve dat hoofdthema nooit te
buiten aan overdaad of overdreven pathos,
hetgeen de vele intieme scènes zeker ten
goede kwam. Burwell bracht een enorme
zeggingskracht teweeg met bescheiden
muzikale middelen en deze benadering
past uitstekend bij dit in velerlei opzicht
uitmuntend aangeklede melodrama. Oog
en oor werden rijkelijk beloond.
Oscarhistorie: dit is de eerste nominatie
ooit voor Carter Burwell.
THE HATEFUL EIGHT - ENNIO
MORRICONE
En opeens was daar Ennio Morricone weer
aan het Oscarfront. Negen jaar na zijn ere-
Oscar stond hij op uit de vergetelheid, al-
thans in Hollywood. Voor het western-
achtige Kammerspiel van Quentin Taran-
tino schreef hij muziek, aldus vertelde hij
in september vorig jaar op de Nederlandse
televisie, die al het voorgaande in de
schaduw zou zetten. De verwachtingen
werden onhoudbaar hooggespannen en
toen we de drie uur durende film dan
eindelijk konden zien was iedereen het
erover eens dat dit een prachtige, soms
overweldigende score van de Italiaanse
meester was die nog lang niet uitgeschre-
ven bleek te zijn. Het lange L'ultima dili-
genza di Red Rock mag met recht een hu-
zarenstuk worden genoemd en ook de
Overture ging onder de huid van de kijker.
Samen met de andere stukken gaf Morri-
cone de vuilbekkende film een dynamiek
die het statische gebeuren in de inge-
sneeuwde blokhut acceptabel wist te ma-
ken. Dat de Italiaan enkele oude nummers
recyclede werd hem blijkbaar door de Aca-
demy vergeven; de strenge regels zijn ken-
nelijk voor een onaantastbaar icoon iets
minder rigide. Enfin, de Maestro was weer
terug van weggeweest en the talk of the
town.
7
Oscarhistorie: Morricone werd de afgelo-
pen veertig jaar genomineerd voor Days of
Heaven (1978), The Mission (1986), The
Untouchables (1987), Bugsy (1991) en
Malèna (2000). In 2007 ontving hij een
ere-Oscar voor zijn gehele œuvre.
SICARIO - JÓHANN JÓHANNSSON
Geen genomineerde score was dit jaar zo
donker en macaber als Sicario van de IJs-
landse componist Jóhann Jóhannsson. Dat
zal niemand verbazen die de film heeft ge-
zien, want die was net zo gitzwart als de
muziek. De ongemakkelijke en praktisch
onophoudelijk dreigende score leek met
elektronica te zijn opgenomen, maar dat
bleek niet te kloppen aangezien Jóhann-
sson de muziek grotendeels door een heus
symfonieorkest had laten uitvoeren. Naast
enkele toegankelijke stukken die van begin
tot eind een melodie kenden bestond het
merendeel van de score uit vaak lang aan-
gehouden droneachtige tonen die bij de
kijker gevoelens van desolaatheid, uitzicht-
loosheid en een bijna ondraaglijke dreiging
teweegbrachten. Deze uiterst grimmige
muziek moest ook als het ware door de
kijker worden gevoeld door zijn trillende
tonen en beats. Sicario werd mede door
Jóhannssons verpletterende score een ont-
hutsende kijkervaring die zijn gelijke niet
kende afgelopen jaar. Voor menigeen was
zijn muziek niet bepaald een aangename
luisterervaring, een oordeel dat het gelijk
van zowel componist als regisseur alleen
maar bekrachtigde.
Oscarhistorie: Jóhannsson ontving vorig
jaar voor The Theory of Everything zijn
eerste nominatie.
STAR WARS: THE FORCE
AWAKENS - JOHN WILLIAMS
Als John Williams een score schrijft, krijgt
hij automatisch een Oscarnominatie. Dit is
zijn eerste score die hij sinds The Book
Thief - zijn laatste nominatie - schreef en
ziedaar, de nestor onder de Amerikaanse
filmcomponisten ontvangt zijn vijftigste
nominatie. Dat hij die voor een aflevering
uit de populaire Star Wars-serie kreeg,
bevestigt zijn reputatie nog eens ten over-
vloede. Hoe je het ook keert of wendt, Wil-
liams weet ondanks zijn hoge leeftijd nog
steeds hoe je een avonturenfilm in de verre
toekomst muzikaal moet begeleiden. Vanaf
de eerste tonen van het alom bekende Star
Wars thema voert hij ons in volle vaart
langs wervelende actiescènes, tovert hij
enkele prachtige nieuwe thema's uit de
hoed waaronder dat voor hoofdrolspeelster
Rey, slaat hij her en der een poëtische zij-
weg in, schuwt hij een fiere mars niet en
sluit hij met het inventieve en afwisselende
Jedi Steps and Finale film en score waar-
dig af. Voor elk wat wils dus en zo ont-
8
stond onder zijn vakkundige handen een
complete score voor het gehele gezin. Wie
sentimenteel aangelegd is, zou de sympa-
thieke octogenarius zonder nadenken de
Oscar gunnen.
Oscarhistorie: dit is inmiddels de 50ste
nominatie voor Williams. In totaal vijf
Oscars heeft hij ontvangen: Fiddler on the
Roof (1971), Jaws (1975), Star Wars
(1977), E.T.: The Extra-Terrestrial (1982)
en Schindler's List (1993).
DE WINNAAR .....
Ennio Morricone wordt omhelsd door Quincy Jones, Pharrell Williams kijkt erlangs.
In de categorie Beste score ging dit jaar de strijd uiteindelijk tussen de twee oudsten die mis-
schien beiden recht hadden op een Oscar, Williams omdat het hier een nieuwe Star Wars be-
trof en hij deze records brekende film voorzag van trefzekere muziek en Morricone omdat hij
na zijn ere-Oscar negen jaar geleden een waarachtige comeback maakte met de eerste volledi-
ge score voor een film van Quentin Tarantino, en wat voor een. De verwachtingen die hij
vooraf creëerde werden grotendeels waargemaakt met zijn aanzwellende muzikale ontlading
in de score voor The Hateful Eight. Maar was dit nu een echte mijlpaal in zijn inmiddels meer
dan 500 scores tellende werk? Daarover valt te twisten, feit is dat zijn score zijn werk goed
deed en het epos van Q alleen maar beter maakte. Kijken we naar vernieuwende aspecten in
zijn score, dan is wellicht Sicario van Jóhannsson een betere kandidaat. Bij de IJslandse com-
ponist wordt de kijk- en luisterervaring welhaast ondraaglijk door de pompende en niets ont-
ziende muziek, precies zoals zijn regisseur dat wenste. In het licht van deze voor menigeen
ongemakkelijke belevenis valt de tocht naar Red Rock met de naar een climax toewerkende
muziek van de Maestro mogelijk net iets meer te prefereren en is de ultieme bekroning op 87-
jarige leeftijd terecht, ook gezien het feit dat Morricone nooit een volwaardige Oscar heeft
gewonnen in zijn meer dan vijftig jaar durende illustere en vaak baanbrekende carrière. Dit is
niet de eerste keer dat de Academy een omissie uit vroeger jaren probeert goed te maken. Ook
Hollywood had iets recht te zetten. Twee dagen vóór de uitreiking kreeg Morricone eindelijk
een welverdiende ster op de befaamde Walk of Fame. Wie de hoogbejaarde Italiaan in een op
internet roulerend filmpje haast bewegingloos het orkest bij de opnamen van die laatste post-
koets naar Red Rock ziet dirigeren, moet vast hebben gedacht: dat oude mannetje dat daar zit
te zwaaien met een stok heeft toch maar weer een krachtig stuk muziek geschreven voor die
f**cking western van Tarantino en dat klinkt allemaal hartstikke cool.
PS
9
DE HUISCOMPONIST VAN JOHN FORD
De eerste Nederlander die een Oscar won
Van de minder dan tien Nederlanders die de afgelopen vijftig jaar een Oscar hebben gewon-
nen zijn Bert Haanstra, Fons Rademakers, Marleen Gorris, Mike van Diem en Michael Du-
dok de Wit het bekendst. Zij wonnen deze prijs steeds als regisseur van een lange of korte
film. Heeft ooit een Nederlandse filmcomponist een Oscar gewonnen? Op 29 februari 1940
won Richard Hageman als eerste Nederlander het toen al felbegeerde beeldje voor de beste
score. Hij deelde de prijs met drie andere componisten voor hun bewerking van Amerikaanse
folk songs voor de western Stagecoach van John Ford. Op de kop af vijftig jaar geleden
overleed Hageman op 84-jarige leeftijd in Beverly Hills.
Richard Hageman.
Richard Hageman is afkomstig uit Leeu-
warden waar hij in 1881 werd geboren in
een bijzonder muzikale familie. Als won-
derkind op de piano volgde hij een muzika-
le opleiding zowel in Brussel als in Am-
sterdam. In de laatste stad debuteerde hij
op 18-jarige leeftijd als dirigent van de Ko-
ninklijke Opera. Via Parijs belandde hij in
1908 bij het Metropolitan Opera House in
New York, waar hij van 1908 tot 1922
eerst als assistentdirigent en vanaf 1914 als
eerste dirigent werkzaam was. In die hoe-
danigheid werkte de inmiddels tot Ameri-
kaan genaturaliseerde Nederlander met de
groten uit de wereld van opera en klassieke
muziek. In de jaren '20 dirigeerde hij ook
voor andere Amerikaanse orkesten en
richtte hij zijn pijlen voorts op het schrij-
ven van muziek zoals een verzameling
liederen (waarvan Do Not Go, My Love op
tekst van Rabindranath Tagore het be-
kendst is) en de opera Caponsacchi die in
1932 zijn première beleefde in Freiburg en
in 1937 in New York werd opgevoerd. Een
jaar later besloot Hageman zijn geluk aan
de Amerikaanse westkust te beproeven. In
Hollywood kon hij meten aan de slag voor
de film If I Were King (1938) van Frank
Lloyd.
John Ford
De score voor deze avonturenfilm over
François Villon leverde de Fries meteen
een Oscarnominatie op. Van de iets minder
dan twintig scores die hij in de volgende
vijftien jaar zou schrijven zijn die voor
John Ford beslist het belangrijkst. Meteen
voor Stagecoach (1939), zijn eerste samen-
werking met Ford, ontving hij een Oscar
voor de beste muziek. Die moest hij overi-
gens delen met drie andere componisten:
W. Franke Harling, John Leipold en Leo
10
Richard Hageman achter de piano in de saloonscène uit 3 Godfathers (1948) van John Ford.
Shuken. Ook Gerard Carbonara, Stephan
Pasternacki en Louis Gruenberg waren be-
trokken bij het bewerken van Amerikaanse
folk songs voor de film, maar behalve de
vier winnaars kwam alleen Gruenberg op
de aftiteling te staan.
Na het succes van Stagecoach vervolgde
Hageman de samenwerking met Ford.
Voor diens maritieme drama The Long
Voyage Home (1940) kreeg hij opnieuw
een Oscarnominatie. Ook voor het histo-
rische drama The Howards of Virginia van
Frank Lloyd uit hetzelfde jaar werd hij ge-
nomineerd en een jaar later voor This
Woman Is Mine (1941) van dezelfde
regisseur. Opmerkelijk was zijn muziek
voor The Shanghai Gesture (1941) van
Josef von Sternberg. Hier stelde hij een
score samen die zowel de sfeer als de
onrust van het hoofdpersonage treffend
wist te raken. Deze score leverde hem zijn
zesde en laatste Oscarnominatie op. In de
jaren 1942-1947 schreef Hageman veel
zogeheten stock music (naar believen te
gebruiken achtergrondmuziek) voor over-
wegend kleine films. Ook dirigeerde hij in
de jaren 1938-1943 gedurende de zomer
opera-uitvoeringen in de Hollywood Bowl.
Na de Tweede Wereldoorlog dacht hij
eraan om terug te keren naar Europa en
Hollywood de rug toe te keren. Terwijl hij
bezig was met de muziek voor de western
Angel and the Badman (1947) van James
Edward Grant schreef hij aan Ford dat
enkel een film voor hem zijn verhuisplan-
nen kon veranderen. ¹
Ford startte in die dagen zijn eigen produc-
tiemaatschappij Argosy Pictures en voor
zijn eerste film - The Fugitive (1947) -
werd de componist aangesteld. Na deze
volgens Hageman in Mexico onder ideale
omstandigheden tot stand gekomen score
voor de verfilming van de roman van Gra-
ham Greene volgden vier westerns met
11
Ford. ² Fort Apache (1948), 3 Godfathers
(1948), She Wore a Yellow Ribbon (1949)
en Wagon Master (1950) werden alle door
Argosy geproduceerd en bevatten het beste
van de componist. Hageman schreef in de
heersende traditie van Max Steiner wes-
ternmuziek die voor zowel de cowboys en
de infanteristen als voor de indianen pas-
sende muzikale klanken voortbracht. Daar-
bij moest hij wedijveren met hymnen, tra-
ditionals en Ierse volksliedjes die Ford
graag gebruikte in zijn films. Hageman
arrangeerde deze bestaande liedjes vaak en
zorgde daarnaast voor korte, effectieve
muziek van eigen hand. Zijn verleden in de
opera was nog het meest herkenbaar in zijn
score voor 3 Godfathers. Waarschijnlijk
met geen andere componist heeft Ford zo
intensief samengewerkt als met Hageman:
in totaal zes films deden zij samen en dat
waren zeker niet de minste films binnen
het meer dan 140 films tellende œuvre van
de vooraanstaande filmmaker. Tijdens de
Argosy-jaren was Hageman zelfs de huis-
componist van Ford.
Acteur
Na Wagon Master was het praktisch ge-
daan met Hagemans carrière als filmcom-
ponist. In Oostenrijk deed hij een kleine
thriller, Abenteuer in Wien (1952) van
Emil E. Reinert en met Stolen Identity
(1953), een in Wenen opgenomen Ame-
rikaans-Oostenrijkse B-film van Gunther
von Fritsch, zette hij een definitieve streep
onder zijn werk als filmcomponist. In die
jaren was hij evenwel als acteur in een
handvol kleine rolletjes te zien zoals die
van dirigent in The Great Caruso (1951)
over het leven van de legendarische zanger
Enrico Caruso met wie hij ooit in zijn New
Yorkse jaren had gewerkt. In Rhapsody
(1954), een film boordevol muziek,
speelde hij naast Elizabeth Taylor en
Vittorio Gassman een belangrijke rol.
Begin jaren '50 waren er plannen om in
Nederland, om precies te zijn Friesland,
met het Frysk Orkest op te treden, maar
van deze plannen kwam niets terecht. In
een interview met de Leeuwarder Courant
in 1951 merkte hij op: ‘Ik schrijf meer mu-
ziek voor koeien en paarden dan voor men-
sen!’ Enkele jaren later ging hij met pen-
sioen en leidde hij een teruggetrokken be-
staan in Beverly Hills, waar hij op 6 maart
1966 kwam te overlijden. Zijn heengaan
ging haast ongemerkt aan Nederland en
Friesland voorbij. In later jaren kwam er
meer interesse voor de gevierde Fries in
Amerika. Journalist Asing Walthaus
schreef een korte biografie over hem ³ en
in 2014 werd een naar de componist ver-
noemd aquaduct geopend in de Haak om
Leeuwarden. En op zijn vijftigste sterfdag
werd aan de gevel van zijn geboortehuis in
de Sint Jacobsstraat 35 te Leeuwarden een
plaquette ter nagedachtenis aan deze Fries
onthuld. Ook zal de Nederlandse vertaling
van de biografie Making the Tailcoats Fit
die Walthaus met pianist en onderzoeker
Nico de Villiers heeft geschreven deze
maand verschijnen.
¹ How the West Was Sung: Music in the
Westerns of John Ford. Kathryn Kalinak.
P. 101.
² Idem, p. 102.
³ Die biografie verscheen in Gevierde
Friezen in Amerika (Friese Pers Boekerij
bv, Leeuwarden, 2009). Voor dit artikel is
geput uit deze biografie. PS
12
Leeuwarden, 6 maart 2016. Nico de Villiers en Sjoerd Feitsma, wethouder van cultuur van Leeuwar-
den, bij de onthulling van de plaquette aan de voorgevel van het geboortehuis van Richard Hageman.
13
MUZIEK VOOR HET ONVERFILMBARE
Interview met Alex Simu
Willem Frederik Hermans' roman Nooit meer slapen uit 1966 werd bijna vijftig jaar lang als
niet te verfilmen beschouwd. Regisseur Boudewijn Koole lukte het uiteindelijk wel. Na zijn
succesvolle filmdebuut Kauwboy (2012) ging hij aan de slag met de verfilming van dit in
literaire kringen gelauwerde werk van een van de grote drie van de naoorlogse Nederlandse
literatuur. Een extra uitdaging vormde de muzikale omlijsting van deze film over een jonge
wetenschapper die een zoektocht naar een steen onderneemt, maar evenzeer op zoek is naar
zichzelf. Klarinettist Alex Simu vertelde Score hoe hij deze klus klaarde.
Alex Simu.
Alex Simu (Boekarest, 1981) heeft na mu-
ziekstudies in Nederland en New York een
carrière als klarinetspeler opgebouwd.
Door de jaren heen heeft hij gespeeld in
tientallen landen over praktisch de gehele
wereld, met de nadruk op jazz en wereld-
muziek. Boudewijn Koole leerde hij in
2012 kennen toen hij werd gevraagd de
muziek te doen voor de documentaire
Happily Ever After van Tatjana Bozic.
Simu: ‘Men wilde bestaande muziek van
mij voor de film gebruiken, maar uitein-
delijk deed ik de hele score. Hier begon
mijn samenwerking met Boudewijn die co-
editor en producer was van deze film die
twee jaar later een prijs zou winnen op het
Filmfestival van Rotterdam. Vervolgens
vroeg hij me voor een korte film, waarna
andere projecten volgden resulterend in
Nooit meer slapen.’
Nooit meer slapen, ook wel bekend onder
de Engelse titel Beyond Sleep, is een Ne-
derlands-Noorse coproductie. De film werd
grotendeels opgenomen op locatie, in het
onherbergzame noorden van Noorwegen.
Hoort er eigenlijk wel muziek bij een film
over een jonge wetenschapper (Alfred,
gespeeld door Reinout Scholten van
Aschat) die worstelt met vragen over zich-
zelf en de wetenschap? En als je al muziek
schrijft, wat voor muziek moet dat dan zijn
en hoe wil je die dan gebruiken op de ach-
tergrond? Simu vertelt over de aanpak van
dit prestigeproject: ‘Het allerbelangrijkste
was dat de muziek niet diende voor te
schrijven wat het publiek moest voelen. De
kijker moet één worden met het verhaal
van de hoofdfiguur. Dit was ons grootste
punt van zorg en vanuit dit vertrekpunt be-
gonnen we onze zoektocht naar de juiste
wijze van componeren alsmede het bespe-
len van de juiste instrumenten tijdens de
opnamen.’
Aanvankelijk is de muzikale begeleiding
spaarzaam; we horen enkel korte sound-
scapeachtige stukken. ‘Middels de muziek
wilden we de kijker voeling laten krijgen
met het overweldigende van de natuur.
Naarmate Alfred steeds meer op zoek gaat
naar zijn innerlijke psyche, geraakt hij
steeds meer verwijderd van de natuur en
keert hij in zichzelf. Hier is muziek zeker
op zijn plaats aangezien iedere mens wordt
14
omringd door muziek en gezang, ook van
hemzelf. Al deze muzikale uitingen geven
hem de kracht zijn tocht voort te zetten.’
Muggen
Een opmerkelijk geluid is dat van zoemen-
de muggen. De veelvuldig voorkomende
insecten in het land van de Samen (Lap-
pen) in noordelijk Scandinavië vonden op
subtiele wijze hun weg naar de muziek in
de vorm van natuurgeluiden gespeeld door
uiteenlopende instrumenten, waardoor het
niet altijd duidelijk is of je de wind hoort
Reinout Scholten van Aschat (vooraan) in
Nooit meer slapen.
of toch een trombone of een viool. De mu-
ziek groeit uit tot een geluid dat je kunt te-
rughoren in de natuur. Tegen het einde van
de film, wanneer Alfred het spoor zowat
bijster is, horen we langere composities
met zowaar een melodie en ook gezang.
Wie zingt daar zo wonderschoon? ‘Dat is
de stem van zangeres Mari Boine. Zij was
gekozen door de Noorse producenten
teneinde de film een artistieke meerwaarde
te geven. Zij belichaamt de spirituele kant
van de Samen-cultuur die kenmerkend is
voor de locatie van het filmgebeuren. Toen
ik haar vertelde over het verhaal van de
film zei ze: ‘Dat is mijn verhaal, ik ken
deze wereld.’ Zij is als het ware de ziel van
de protagonist, de vrouwenstem die tegen
hem praat en probeert de relatie met zijn
overleden vader te helpen verwerken.’
Het door Simu en de zangeres geschreven
liedje ontstond nogal spontaan toen ze el-
kaar in Noorwegen ontmoetten. ‘Eerst
zingt ze het in het Samisch en daarna in het
Engels, maar ze zingt wel over hetzelfde,
namelijk dat alles waarnaar ze op zoek was
hier recht onder haar ogen te vinden was.
Datzelfde ervaart ook de lezer van het boek
en de toeschouwer van de film, namelijk
dat je soms een lange reis naar je innerlijke
zelf moet maken, waar je altijd al was maar
je had niet de moed om diep te graven.
Toen Boudewijn dit hoorde, was het voor
hem zonneklaar dat de film zo diende te
eindigen. Eerst wilden we het liedje geheel
in het Engels laten zingen, maar toen dach-
ten we dat het beter was als we de tekst
niet meteen zouden prijsgeven. We wilden
de mensen laten nadenken over wat de
woorden in het Samisch betekenden en
daarna hoor je alles in het Engels.’
Reinout Scholten van Aschat in Nooit meer
slapen.
De zang van Mari Boine werd opgenomen
in Tromsø, dichtbij de plaats van handeling
van de film. De muziek werd in Amster-
dam opgenomen met zes muzikanten,
waaronder Simu zelf. Voor de spaarzame
score werd een scala aan instrumenten ge-
bruikt, zoals de tuba, de cello, de viool, de
gitaar, diverse klarinetten en veel meer.
Van synthesizers of andere elektronische
instrumenten werd geen gebruik gemaakt,
ook niet voor de soundscapeachtige stuk-
ken. ‘De opnamen duurden iets meer dan
drie dagen. We begonnen met muzikale
stukken en langzaamaan groeide het ge-
zelschap naar elkaar toe en raakte het op
elkaar ingespeeld. Vervolgens kwamen
meer abstracte stukken aan de beurt.’
Betrokken
Boudewijn Koole was van begin af aan
actief betrokken bij het ontstaan van de
15
Reinout Scholten van Aschat en Alex Simu tijdens de voorbereidingen van Nooit meer slapen.
muziek. Hij kwam naar de opnamen en de
eindmix. Die nam Koole vervolgens mee
naar de set zodat de muziek van invloed
kon zijn op de opnamen. ‘Ik zag hoe Bou-
dewijn in de studio keuzes ten aanzien van
de muziek maakte. Ik schreef de muziek
steeds met in het achterhoofd de plekken in
het script waarvan we zeiden: hier moet
muziek komen, hier moet nog meer muziek
komen en hier laten we het open. En heel
veel plekken in de film bleven zoals we dat
van tevoren hadden verwacht. Nadat de
montage gereed was voegden we de stem
van Mari Boine bij de beelden.’ Ook
hoofdrolspeler Reinout Scholten van
Aschat was bij het scheppingsproces van
de partij. ‘Reinout is erg muzikaal en ik
heb getracht zijn energie en zijn muzika-
liteit flink te stimuleren. Hij speelt zelf een
beetje trompet en hij kwam bij mij thuis en
speelde toen op de accordeon. We speelden
een uur of twee, drie samen zodat hij zou
wennen aan de muziek. De muziek schreef
ik deels gericht op hem waardoor deze op
een geheel natuurlijke wijze deel van hem
kon worden.’
Momenteel bevindt Simu zich alweer in
het productieproces van de volgende film
van Boudewijn Koole. Verdwijnen is de
titel. ‘Het is een muzikale film die zich
opnieuw in Noorwegen afspeelt, dit keer in
de wintermaanden. Ik voel me erg betrok-
ken bij het verhaal dat gaat over een pro-
fessionele pianiste die haar carrière beëin-
digt. Zelf ben ik opgegroeid in een soort-
gelijke omgeving. Mijn beide ouders wa-
ren pianist en daardoor weet ik wat voor
gevoelens deze mensen kunnen hebben.’
Behalve deze film werkt Simu nog voor
een documentaire die zal worden opgeno-
men in India. Twee andere documentaires
met zijn muziek waren onlangs op het
Filmfestival van Berlijn te zien.
PS
16
VEEL TE SOMBER, VEEL TE DUISTER
Hoe Georges Delerues muziek door Disney werd afgewezen
Het Amerikaanse label Intrada heeft een succesvol jaar achter de rug. Het genootschap van
internationale filmmuziekcritici, The International Film Music Critics Association, verkoos
het label uit Oakland, Californië, tot beste van 2015. Een van de laatste releases verleden
jaar was de complete score die Georges Delerue begin jaren '80 schreef voor Something
Wicked This Way Comes van Jack Clayton. Deze score werd te elfder ure afgewezen en
vervangen door een inderhaast gecomponeerde score van de destijds nog jonge James
Horner.
Toen de Britse regisseur Jack Clayton
werd gevraagd om de roman Something
Wicked This Way Comes van Ray Bradbu-
ry te verfilmen viel de keuze voor een ge-
schikte componist wat hem betreft al snel
op Georges Delerue. Hun voorspoedige
samenwerking reikte terug tot The Pump-
kin Eater (1964) en Our Mother's House
(1967) en kwam andermaal tot bloei bij
deze nieuwe productie. Althans, zo leek
het op het eerste oog. Delerue was vlak
voordat hij aan deze score begon verhuisd
naar Los Angeles nadat hij een Oscar had
gewonnen voor zijn score voor A Little
Romance (1979). De aanbiedingen uit
Hollywood stroomden binnen en deze
opdracht was een van de eerste in zijn
nieuwe omgeving.
Mr. Dark
Something Wicked This Way Comes speelt
zich af in een Amerikaans plattelandsstadje
waar twee kleine jongens in de ban raken
van de rondtrekkende kermis van de dui-
stere Mr. Dark. Delerue schreef muziek die
een breed palet aan stemmingen en emoties
weergaf. Hij begon met lage, sombere
klanken op koper met koorgezang en dui-
velse tonen om het onheil van Mr. Dark
aan te kondigen. Het thema van Mr. Dark
werd uitgevoerd op een draaiorgel dat
prachtig paste in de entourage van de si-
nistere kermisexploitant. Vervolgens wa-
ren er andere thema's die vol suspense
zaten en het boze vertegenwoordigden,
steeds op niet al te nadrukkelijke wijze,
met eerst een dodenmars en tegen het einde
wilde en onstuimige stukken. Voor de wat
opgewektere en serieuze passages in de
film - waaronder de relatie van een van de
jongens met zijn vader - schiep Delerue
muziek die meer aansloot bij de van hem
bekende lyrische klanken, vertolkt door
onder meer de dwarsfluit en een woud aan
violen. Gergely Hubai kenschetst Delerues
score in zijn boek over afgewezen scores -
Torn Music (2012) - als volgt: ‘Het naast
elkaar gebruiken van vrolijke muziek en
nogal onheilspellende muziek leidde tot
een dissonant geheel dat past bij een
kermis van het kwaad.’
17
De filmopnamen werden na drie maanden
voltooid in december 1981. Regisseur
Clayton toonde zich in eerste instantie te-
vreden over de score. De componist was er
zelf eveneens zeer ingenomen mee. En
toen sloeg het noodlot toe. De producent
van de film, Walt Disney Productions, had
het plan gevat om ook films voor de vol-
wassen markt te produceren en niet alleen
maar animatie- en familiefilms te maken.
Desondanks keurde de directie evenals het
publiek bij een test-screening de film af.
Delen van de film dienden opnieuw te wor-
den opgenomen en aan de montage moest
ook het nodige worden veranderd. En tot
Delerues ontzetting werd zijn score geheel
overboord gegooid om plaats te maken
voor een nieuwe. Zijn originele muziek
werd als veel te somber dan wel duister
bestempeld. Ongeschikt dus voor een kin-
derfilm, terwijl Disney juist een meer vol-
wassen richting op wilde gaan. Ondanks
Claytons bemoeienis betekende dit oordeel
het vertrek van Georges Delerue, de grote
Franse filmcomponist die geschiedenis had
geschreven in eigen land, maar hier in
Hollywood het onderspit moest delven.
Dienstbaar
Om de film muzikaal van de ondergang te
redden werd het indertijd nog jonge mu-
ziektalent James Horner ingevlogen. Hij
schreef binnen korte tijd een vervangende
score die ijlings onder de opnieuw gemon-
teerde film werd geplaatst. In tegenstelling
tot Delerues muziek die vooral het angst-
aanjagende van Mr. Dark's personage be-
nadrukte, bleef Horners muziek qua span-
ning veel meer binnen de perken. Ook hij
kwam met enge klanken, maar die werden
door muzikale effecten als de razende wind
en een snelle afwisseling met luchtige, re-
gelrecht opgewekte muzikale passages gro-
tendeels getemperd. Ook bij Horner horen
we een prachtig hoofdthema en een draai-
orgel, nu een wals van Johann Strauss spe-
lend, maar het klonk allemaal zorgelozer
en daardoor heel wat geschikter voor een
jong publiek. Horners dienstbare en over-
wegend effectieve score eindigde met een
happy end, gespeeld door onder meer de
mondharmonica. In 2009 bracht Intrada de
score uit als Special Collection, net zoals
de versie van Delerue ook als Special
Collection het licht zag.
Something Wicked This Way Comes zou
uiteindelijk op 29 april 1983 in roulatie
gaan. De film was geen groot succes in de
Amerikaanse bioscopen. Ray Bradbury
was gematigd tevreden over het eindpro-
duct. In Nederland is de film nooit officieel
uitgebracht. Met James Horners carrière
ging het na deze goed ontvangen score al-
leen maar bergop. Georges Delerue zou
nog tien jaar voornamelijk in Hollywood
werkzaam blijven, evenwel zonder echt
baanbrekende, vernieuwende scores voort
te brengen. Met Clayton werkte hij nog
twee keer samen voor Britse films: The
Lonely Passion of Judith Hearne (1987) en
Memento Mori, een televisiefilm uit 1992,
het jaar waarin hij overleed. In Georges
Delerue: Une vie (1998), de biografie die
Frédéric Gimello Mesplomb over de
componist schreef, kunnen we lezen wat
hij na zijn afwijzing te horen kreeg van
zijn collega's: ‘Kijk, je bent nu een echte
Hollywoodcomponist geworden. Van alle
leden uit deze club is ooit een score
afgewezen.’
PS
18
BOEKBESPREKING: Op de vlucht naar Hollywood
Doorgaans wordt een boek over filmmuziek geschreven door een wetenschapper, een
journalist of een filmcomponist. Sounds of Hollywood is een vorig jaar in Duitsland
verschenen boek van de in Zuid-Afrika geboren violist Daniel Hope. Getrouw aan de
ondertitel onderzocht hij de rol van gevluchte Duitse en Oostenrijkse componisten en
muzikanten bij het ontstaan van de klassieke filmmuziek in Hollywood in de jaren '30.
Daniel Hope (Durban, 1973) kreeg bij het
schrijven van dit werk hulp van Wolfgang
Knauer die als radiomaker en auteur werk-
zaam is geweest. Uitgangspunt voor zijn
zoektocht is een concert dat in november
2013 - precies 75 jaar na de Kristallnacht -
bij de Brandenburger Tor in Berlijn plaats-
vond. Muziek van gevluchte, veelal joodse
componisten werd bij die gelegenheid uit-
gevoerd en de eveneens joodse Hope was
een van de optredende artiesten. Sommige
van hen maakten een diepe indruk op hem
en wakkerden zijn nieuwsgierigheid naar
de beginjaren van de klassieke filmmuziek
in Hollywood aan.
Hope heeft zelf in de Hollywood Bowl ge-
speeld en rondom dit optreden deed hij on-
derzoek naar filmcomponisten als Franz
Waxman, Erich Wolfgang Korngold, Frie-
drich Hollaender, Max Steiner en bezocht
hij de zoon van Arnold Schönberg die ver-
telde over de mislukte poging van zijn va-
der om een heuse filmscore te componeren.
Het cruciale aandeel van deze componisten
in het ontstaan van de klassieke Holly-
woodscore doet Hope uit de doeken. Dat
doet hij niet altijd even overtuigend, maar
zijn enthousiasme en gedrevenheid deze en
ook minder bekende filmcomponisten als
Werner Richard Heymann en Hanns Eisler
een plek te geven in de filmgeschiedenis is
meer dan terecht. Met een bezoek aan de
bejaarde André Previn, ook gevlucht voor
de Nazis, besluit hij zijn missie.
Juist zijn klassieke achtergrond als violist
die ook open staat voor filmmuziek - Korn-
golds vioolconcert is een van zijn favoriete
stukken - verklaart zijn sterke betrokken-
heid bij de tragische levensverhalen van de
naar Hollywood gevluchte componisten.
Het vlot geschreven, Duitstalige boek le-
vert niet echt nieuwe inzichten op omtrent
de gouden jaren '30 en het belang van de
besproken componisten, maar is als ken-
nismaking met een fascinerend stuk film-
muziekgeschiedenis toch de moeite waard.
Sounds of Hollywood: Wie Emigranten aus
Europa die amerikanische Filmmusik er-
fanden. Daniel Hope, Wolfgang Knauer.
Rowohlt Verlag GmbH, Reinbek bij Ham-
burg, 2015. ISBN 978-3-498-03023-0, 320
blz. Prijs: € 19,99.
PS
19
RECENSIES
ROOM
Lakeshore Records LKS
21 tracks, 44:14
De Ierse componist Stephen Rennicks werkt al sinds begin
jaren '90 voor films. Bekend werd hij door zijn samenwer-
king met regisseur Lenny Abrahamson. Vorig jaar draaide
hun film Frank met Michael Fassbender in de Nederlandse
bioscopen. Nu is er Room, hun nieuwste film waarvoor ac-
trice Brie Larson vorige week een Oscar als beste actrice
won. Room is een kleinschalige film die zich gedurende de
eerste helft in een kleine ruimte afspeelt. Rennicks schreef korte stukjes muziek die door deze
beslotenheid aanvankelijk intiem en onopgesmukt aandoen. De nummers klinken soms als
slaapliedjes, zoals Wardrobe en Out of Wardrobe, wanneer de kleine Jack in bed ligt. Ren-
nicks gebruikt zijn muziek allengs om ook de veranderingen die moeder en vooral zoon in-
nerlijk doormaken tastbaar te maken. Hebben de composities in dit eerste claustrofobisch
aandoende deel amper een melodie, halverwege de film krijgt de muziek zo nu en dan een
vollere klank zoals in het aangrijpende, melodieuze Cops. Het hoofdthema blijft gedurende de
film terugkeren in een eenvoudig arrangement, dat gaandeweg met orkestrale begeleiding tot
volle wasdom geraakt. Rennicks sluit de film en de cd af met twee langere stukken die door
hun kalme spel de rust uitstralen die beide filmpersonages ertoe brengt hun beladen verleden
af te sluiten. In zijn bescheiden aanpak heeft Rennicks de gepaste muzikale begeleiding voor
deze aangrijpende film gevonden.
PS
THE BIG SHORT
Download via iTunes
23 tracks, 38:34
Past er eigenlijk wel muziek in een twee uur durende film
over de beurscrisis waarin ook nog honderduit wordt gepraat?
In The Big Short van Adam McKay weerklinkt op gezette tij-
den een kort deuntje of een handvol akkoorden, nu weer in de
vorm van een walsje, dan weer een plukje bigbandjazz en dan
weer ritmische stukken die klinken als getik op een toetsen-
bord of nerveuze elektrische pianoklanken die de sfeer die
veelal om te snijden is, op gemene wijze kleuren. Inderdaad, praktisch alle tracks op deze
download zijn aan de korte kant, slechts twee tracks duren langer dan twee minuten. En daar-
in ontwikkelt zich heel voorzichtig een melodie, meer niet. Sluitstuk is een lange suite (11:55)
die door piano wordt uitgevoerd: somber, ernstig en melodisch. De componist van deze op-
merkelijke score is de nog vrij onbekende Nicholas Britell die vervreemdende, soms gejaagde
muziek schreef voor een hilarische komedie die soms ronduit verbijsterend is. Mede dankzij
het soms ironische muzikale commentaar van de veelbelovende Britell valt alles toch te vol-
gen in deze film.
PS
20
VICTOR FRANKENSTEIN
La-La Land Records LLLCD 1368
32 tracks, 68:27
Mary Shelley's Frankenstein is al vaak verfilmd, en nu is er
een nieuwe versie, geregisseerd door Paul McGuigan, waarbij
het verhaal vanuit het perspectief van Igor (Daniel Radcliffe),
de assistent van Victor Frankenstein (James McAvoy), wordt
belicht. De muziek voor deze film is van Craig Armstrong. De
componist geeft de film hier en daar een bombastische symfo-
nische score met toevoeging van elektronica. Ook kan hij heel
subtiel zijn met rustige thema's die het aanhoren zeker waard zijn. Zoals het hoort geeft ook
hier de muziek de sfeer van de film aan. De score is gevarieerd met spanning en actie tot dra-
matiek en geweld. Ook is er prachtige muziek voor de rustige delen in de film. Toch is het
ondanks het hoge symfonische gehalte niet een score die eruit springt. Wat wel weer jammer
is, want een pakkend thema dat je na de film nog meefluit heeft een meerwaarde. Dit komt
helaas bijna nooit meer voor. Ondanks dat is de muziek voor Victor Frankenstein een dege-
lijke score die zijn werk in de film goed doet. En ook als soundtrack is het een interessant
geheel met veel variatie en koorwerk dat de score extra dimensie geeft. Al is niet duidelijk of
het koor uit een computer komt of echt is. Bij iTunes zit er helaas geen boekje bij met die
informatie …
ST
MUSIC FOR A SMALL ORCHESTRA
Bolli Records 0006
18 tracks, 43:04
Onlangs verscheen deze cd van de Belgische componist Guy
van Nueten. Op het eerste oog lijkt het om zijn nieuwste al-
bum te gaan, maar wie goed kijkt ziet dat we hier van doen
hebben met de muziek voor de film Milo van Berend en Roel
Boomsma uit 2012. Indertijd was deze film over de jonge Mi-
lo die lijdt aan een nare huidziekte een bescheiden succes in
de Nederlandse filmtheaters. De originele score werd geschre-
ven door Guy Van Nueten die eerder al naam had gemaakt met zijn muziek voor films als Ex
Drummer (2007) en Pulsar (2011). Van Nueten opent film en cd met het overrompelende
hoofdthema, getiteld Milo's Theme. Het zowel lyrische als droefgeestige thema wordt op
piano gespeeld en dat instrument zal in nagenoeg alle volgende composities de hoofdrol
spelen. Veel van die pianostukken kennen een strak ritme dat nu eens de ongedurigheid van
Milo uitdrukt en dan weer heftige emoties oproept zoals in Dysfunctional Family Climax waar
fluit en piano op elkaar botsen, zo lijkt het. In een enkele track (Mixed Celtic Emotions) is de
piano afwezig en nemen enkele strijkers en vooral de fluit de leidende rol over. Van Nueten
heeft een reeks veelzijdige composities geschreven die ook buiten de film keer op keer weet te
boeien. In 2012 viel de muziek al op door zijn integere inbreng zonder de film naar de achter-
grond te drukken. Voorwaar, een prestatie van formaat van componist Guy van Nueten.
PS
21
THE LADY IN THE VAN
Sony Classical 88875093632
23 tracks, 57:53
Een Britse komedie van Nicholas Hytner met in de hoofdrol
Maggie Smith die we allemaal kennen uit de tv-serie Down-
ton Abbey en uit de Harry Potter films. De muziek voor The
Lady in the Van is van George Fenton, een Britse componist
die al veel mooie muziek op zijn naam heeft staan maar toch
altijd wat op de achtergrond blijft. Zijn grootste films waren
Gandhi (1982), Dangerous Liaisons (1988) en Groundhog
Day (1993). Voor The Lady in the Van schreef Fenton een prachtige wals in de stijl van de
Tweede Wals van Sjostakovitsj. Let wel, de wals voor de score is geheel van Fenton en geeft
de film direct een vrolijke sfeer. Fenton is een componist die voor een symfonische score gaat
zonder elektronica. De mooie wals keert gelukkig nog een paar keer terug in andere variaties.
Ook schreef Fenton een tango die rustig wordt opgebouwd in een mooie orkestratie met als
titel Two Women. Het geheel is een gevarieerde score geworden met rustige, spannende,
grappige maar vooral mooie thema's. De soundtrack bevat als bonus ook nog enkele stukken
van Franz Schubert en Frédéric Chopin die ook in de film voorbijkomen. Een heerlijke score
bij een biografische film vol Engelse humor. Om een indruk van de muziek te krijgen kun je
op IMDB de trailer bekijken waar de score ook in zit.
ST
GODS OF EGYPT
Varèse Sarabande 3020674018
26 tracks, 75:04
Gods of Egypt is een grootscheepse productie van de in
Egypte geboren regisseur Alex Proyas. Marco Beltrami
schreef een breed opgezette score die volgens hemzelf zijn
omvangrijkste project ooit was. Na een rustig begin waarin
we eerst het pakkende hoofdthema horen en direct daarna het
thema voor de jonge geliefden volgen al snel de fanfares en
de woeste orkestrale actiestukken die het grootste gedeelte
van deze cd beslaan. Die actiemuziek is goed gemixt op de soundtrack en komt nog beter tot
zijn recht op deze geluidsdrager. Hoogtepunt zijn twee tracks - getiteld Obelisk Fight Part 1
en Part 2 - die de climax van de film begeleiden. Veel koorzang, muzikaal geweld en de on-
vermijdelijke etnische instrumenten (veel Egyptische houtblazers en oosterse percussie) pas-
seren de revue en zorgen voor een opzwepende, soms zelfs zinderende muzikale omlijsting
van dit van-dik-hout epos dat helaas niet altijd weet te overtuigen. Gelukkig staat Beltrami
altijd garant voor vakmanschap en daar is bij deze score ook overwegend sprake van: zowel
voor de gespierde actiemomenten als voor de intieme liefdesscènes, getuige het poëtische
thema voor de zegevierende Bek en Zaya. Beltrami's volgende klus is Ben-Hur.
PS
22
HOLLAND: NATUUR IN DE DELTA
EMS Films 9 7809079 703210
21 tracks, 59:05
Weer een cd van Bob Zimmerman (67)! Konden we nog niet
zo lang geleden genieten van zijn muziek voor De nieuwe wil-
dernis, nu is er de muziek voor de nieuwe natuurfilm Hol-
land: Natuur in de Delta van de makers van De nieuwe wil-
dernis. Zimmerman behoeft hier al lang geen introductie
meer. Als zeer veelzijdig componist en vooral arrangeur heeft
hij een enorme staat van dienst, ook als filmcomponist. Wie
herinnert zich niet de muziek van An Bloem, De avonden, For My Baby, Snapshots, Tirza of
Süskind? Onlangs hoorde ik uit die laatste film weer het mooie, melodieuze thema Summer
1945 met Janine Jansen op viool. Een thema dat zo gebruikt had kunnen worden in Spielbergs
Schindler’s List. Holland: Natuur in de Delta, helaas veel minder bioscoopbezoekers dan zijn
voorganger De nieuwe wildernis, is een ode aan onze rivieren en kustgebieden. We genieten
van de rijke natuur in de delta, waarbij de focus ligt op de Biesbosch. Hoofdrolspelers zijn een
zeearend, stekelbaarsjes, hazen, bevers en vlinders. Zimmerman weet dat muzikaal weer rijk
te ondersteunen. The Delta Prologue en The Delta Finale zijn weer van die mooie, lange or-
kestrale thema’s die ons een muzikaal beeld laten horen van het kustgebied, aan het eind weer
langzaam aanzwellend tot een climax. Zimmerman gebruikt de stem van onze meest bekende
mezzosopraan Tania Kross als een instrument, net als Morricone dat vroeger deed bij zijn mu-
ziek voor een aantal spaghettiwesterns. Het geeft een extra gevoelige dimensie. De epische
reis die een stekelbaars onderneemt naar zijn paaigronden wordt meesterlijk ondersteund met
lange thema’s als The Stickleback Journey en The Arrival of the Sticklebacks; je hoort ze
zwemmen door het mooie arrangement. Daarnaast zijn er talrijke andere hoogtepunten die
meestal wat korter duren. Muzikaal gezien sluit deze cd weer mooi aan bij Zimmerman's
eerdere werk. De cd is helemaal “af” dankzij de zoveelste medewerking van het Metropole
Orkest, nu onder leiding van Dick Bakker. De cd is onder meer verkrijgbaar via de site van
EMS Films en kost € 12,99.
JW
ANOMALISA
Lakeshore Records LKS
14 tracks, 43:54
De Amerikaanse filmcomponist Carter Burwell werd door de
filmcritici van Los Angeles uitgeroepen tot beste componist
van 2015. Hij kreeg deze onderscheiding voor zijn muziek
voor Carol en Anomalisa. Deze laatste film is een geestige
stop-motion animatiefilm van Charlie Kaufman waarvoor
Burwell een speelse, zo nu en dan inventieve score schreef.
Naast een flinke dosis tintelende, sprookjesachtige klanken
schotelt de componist ons ook minimalistische, droefgeestige stukjes voor teneinde betrokken
te raken bij de belevenissen van de hoofdfiguren. Die serieuze stukjes worden op deze cd
afgewisseld door stukken dialoog, maar soms worden dialoog en muziek ook door elkaar
gepresenteerd en dat is even wennen. Leuk is het door de componist geschreven liedje None
of Them Are You op tekst van Kaufman. Burwells veelal door snaarinstrumenten gedomineer-
de score draagt zijn steentje bij aan de onwerkelijke, vaak malle gebeurtenissen in de film.
PS
23
IL TERRIBILE ISPETTORE
Digitmovies DGST008
15 tracks, 45:27
Il terribile ispettore (1969) is een Italiaanse komedie geregis-
seerd door Mario Amendola. De hoofdrol wordt gespeeld
door Paolo Villaggio die een paar jaar later zou doorbreken
met zijn rol als Fantozzi. De muziek is van Carlo Rustichelli
en werd gedirigeerd door Roberto Pregadio. De eerste track
is een vocaal nummer door onder andere Paolo Villaggio en
had destijds een carnavalskraker geweest kunnen zijn. Dit
thema doet een beetje aan Brancaleone denken en staat er aan het eind van de cd nogmaals in
een mono alternatieve versie op. Opmerkelijk en grappig is track 7: Funerale buffo, een be-
grafenismars die omslaat in een bruiloftsmars. Carlo Rustichelli heeft de reputatie om alle
filmgenres van muziek te kunnen voorzien. Toch is zijn stijl herkenbaar. Een Hammondorgel
met klein orkest laat allerlei variaties in diverse orkestraties van thema's horen. Leuk is dat het
ongebruikelijk van tuba tot klarinet gaat en van elektrische gitaar tot piano. Deze vrolijke
score verschijnt, compleet met alle tracks uit de mastertape in stereo, nu eindelijk op cd. Van
deze score bestond nooit eerder muziek op plaat of cd. Voor de fans van Rustichelli een leuke
aanvulling op de verzameling. Jammer dat de film buiten Italië onbekend is gebleven. Het
geïllustreerde boekje heeft tekst en uitleg door Claudio Fuiano in het Italiaans en Engels.
ST
SPOTLIGHT
Howe Records HWR-1021
18 tracks, 33:13
Welke muziek zou goed passen bij een film over de ont-
hulling van seksuele misstanden in de katholieke kerk?
Howard Shore schreef een relatief korte, sobere score voor
Spotlight, de film van Tom McCarthy over deze netelige
kwestie in Boston aan het begin van deze eeuw. Tegen een
elektronische achtergrond worden de verschillende compo-
sities op piano uitgevoerd, even bescheiden als sober. Het
veelal haastige ritme waarin Shore ons muzikaal voorgaat, ondersteunt het verbijsterende
verhaal evenals de jachtige montage waardoor de film met vaart naar een onontkoombare
climax leidt. Meteen in Spotlight, de eerste track op de cd, voelen we dat ongemakkelijke dat
grote delen van de score kenmerkt, waarna er in de tweede track - Deference and Complicity -
geen houden meer aan is: de onthullingsmachinerie komt in beweging om niet meer te stop-
pen. In een handvol stukken, zoals The Children en Pain and Anguish, voltrekt de muziek
zich in een rustig tempo met onthutsend pianospel. Kort, maar krachtig, zo zou deze score van
de Canadese meester kernachtig kunnen worden gekarakteriseerd. Maar evenzeer: gepast en
allerwegen overtuigend.
PS
24
FILM NOIR AT PARAMOUNT
Intrada Special Collection ISC 335
Cd 1: 34 tracks, 75:18
Cd 2: 30 tracks, 75:42
Intrada bracht op de valreep van vorig jaar deze dubbel-cd uit
met muziek uit film noirs van Paramount uit de jaren '40 en
'50 van de vorige eeuw. Deze verzameling is een staalkaart
aan donkere, onheilspellende en soms bitterromantische
filmmuziek die destijds in veel studio's werd geschreven voor
films die zich in een sombere, schaduwrijke wereld
afspeelden, bevolkt door helden met scheurtjes en vrouwen als femmes fatales. Doem,
noodlot en een zwart randje kenmerken ook de muziek in dit filmgenre. Zeven scores bevat
deze dubbel-cd en de samenstellers pakken meteen uit met een van de eerste exemplaren van
deze stroming, het nog altijd heftige Double Indemnity (1944) van Billy Wilder. De regisseur
kon zich geen betere componist wensen dan Miklós Rózsa die meteen met zijn eerste film-
noir-muziek liet horen hoe je dit soort klussen diende aan te pakken. Direct in de eerste track
horen we een omineuze paukenslag die het noodlotsthema aankondigt gevolgd door het
motief met de nerveuze strijkers die het ongemak en het slechte karakter van de hoofdfiguren
aanduidt. Zelfs het liefdesthema voor dit inslechte duo kent naast heftige romantiek iets
tragisch. Met deze drie muzikale bouwstenen creëerde Rózsa een ijzingwekkende score die
als referentiepunt zou dienen voor komende generaties filmcomponisten. De tweede score is
opnieuw voor een film van Billy Wilder. Hugo Friedhofer schreef voor diens Ace in the Hole
(1951) een score waarin de sporen van Rózsa hoorbaar zijn, maar die ook minder heftige
momenten kent naast enkele jazzstukken. In Grand Finale werkt Friedhofer het hoofdthema
grandioos uit. Ook Franz Waxman maakt zijn opwachting en wel met zijn huiveringwekkende
score voor Sorry, Wrong Number (1948) van Anatale Litvak. Met weinig bombarie kneedt
Waxman suspensemuziek die soms inventief (telefoongeluiden in het hoofdthema) en
meestentijds op fluistertoon toch een maximaal effect weet te sorteren. De vier resterende
scores volgen op de tweede cd, met als eerste de muziek van de vrij onbekende Amerikaan
Gail Kubik die voor The Desperate Hours, een gijzeldrama van William Wyler uit 1955, een
kleine score schreef die uiteindelijk nauwelijks werd gebruikt. Dat is jammer, want het stacca-
toritme en de pointillistische klanken vergroten de spanning prima. The Scarlet Hour (1956)
van Michael Curtiz kent een score van Leith Stevens vol doem en noodlot, Union Station
(1950) van Rudolph Maté heeft een krap zeven minuten durende tamelijk milde noirscore
van Heinz Roemheld en als afsluiter duikt Victor Young op. Die schreef voor I Walk Alone
(1948) van Byron Haskin een meeslepend liefdesthema dat alle doemmuziek overschaduwt.
Deze verzamel-cd van Intrada zorgt voor een welkome kennismaking met minder bekend
werk, maar ook de wellicht bekende scores zijn nog altijd het beluisteren waard.
PS
25
THE HATEFUL EIGHT
Quentin Tarantino kwam onlangs met zijn achtste speelfilm
The Hateful Eight spectaculair in de bioscopen met enkele
kopieën in 70mm grootbeeld. De film wordt wel een western
genoemd, maar is in feite een mysterieus misdaaddrama
geschreven door de regisseur zelf. Tarantino is al jaren fan
van Ennio Morricone. Het mag welhaast een wonder heten dat
hij de Maestro heeft weten over te halen om zijn film van
muziek te voorzien. Vincent Ward heeft in 1998 door Ennio
Morricone een score laten schrijven voor zijn film What
Dreams May Come. Ward vond de muziek niet goed genoeg en ging achter Morricone's rug
om met Michael Kamen in zee die de uiteindelijke score voor de film heeft gecomponeerd.
Morricone was van mening dat als een regisseur de muziek niet mooi vindt, je daarover in
discussie gaat met de componist en die schrijft dan in overleg iets nieuws. Hij was dan ook
furieus toen achter zijn rug om een ander het werk overnam. Toen hem in 2009 voor de film
Nine van Rob Marshall hetzelfde overkwam (Andrea Guerra nam het over), zwoer Morricone
nooit meer voor een Amerikaanse film te componeren. Tarantino heeft dus wat moeten
inpraten op Morricone en hij heeft de componist de vrije hand gegeven voor de muziek.
Morricone was onder de indruk van het script en heeft een pakkende score geschreven. Het
hoofdthema is zo aangrijpend dat je het nooit meer vergeet. De score is in Praag opgenomen
met het Czech National Symphony Orchestra. Toen de muziek bij de film gemonteerd werd
kwam Tarantino tot de conclusie dat er nog een thema ontbrak bij een scène waarin een
belangrijke brief wordt voorgelezen. Morricone was not amused dat hij nogmaals aan de slag
moest. Maar na flink aandringen en de mogelijkheid om het in de beste studio op te nemen,
Abbey Road in Londen, ging Morricone aan de slag. In deze studio zijn ook nog thema's
opnieuw ingespeeld die Tarantino uit andere scores wilde gebruiken. Zo is er in de film het
indringende thema Bestiality te horen uit de film The Thing (1982) van John Carpenter. Deze
track staat niet op de reguliere soundtrack wegens rechten. Dit geldt ook voor muziek uit
Exorcist II: The Heretic (1977) van John Boorman. Dat de muziek aanslaat blijkt wel uit de
Oscar die de Maestro onlangs ontving voor deze score. Wel verdiend, hij had er naast zijn
Honorary Award meer moeten hebben, maar door ongelukkige omstandigheden liep hij een
paar keer het gouden beeldje mis. Zo heeft hij ooit voor Once Upon a Time in America (1984)
van Sergio Leone een aanvraagformulier toegestuurd gekregen door de Academy om
genomineerd te worden. Maar omdat Ennio geen Engels spreekt, heeft hij deze aanvraag aan
de kant gelegd en toen hij een tijd later iemand had om het te vertalen, was de deadline ruim
verstreken en waren de nominaties reeds verdeeld … Ook voor The Mission (1986) van
Roland Joffé zou hij de Oscar winnen, ware het niet dat (ook toen al) de Academy een brief
kreeg namens de zwarte gemeenschap in Hollywood dat het al weer een tijd geleden was dat
een kleurling een gouden beeldje had gewonnen en dat het nu wel weer eens tijd werd voor
een prijs. Toen nam de politiek het over en werd naarstig gezocht naar een genomineerde met
een donkere huidskleur. Er was er één, Herbie Hancock, met zijn score voor 'Round Midnight.
En zo liep Morricone weer een beeldje mis.
De soundtrack van The Hateful Eight is uitgebracht op diverse formaten:
1. De reguliere cd met standaard boekje. Decca 00602547694898.
2. Een dubbel-lp op Decca met een uitklaphoes, met de binnenhoezen bedrukt en een
mooie poster bijgesloten. Deze twee zijn gewoon in Nederland verkrijgbaar. Decca
4769494 + Abbey Road lp.
26
3. Het Amerikaanse label Third Man Records heeft in de Verenigde Staten een luxe
uitgave gemaakt met een 3x uitvouwbare hoes voorzien van mat laminaat en spotlak
waardoor het lijkt of de bloedspetters er echt op liggen. Deze uitvoering heeft twee
uitvouwbare posters waarvan er één met een lengte van 1,52 meter en een 30x30 cm
boekwerk met foto’s uit de film. Third Man Records TMR 364.
4. In verband met de Oscaruitreiking werd er in Amerika ook een For Your Considera-
tion cd geperst voor de leden van de Academy om Morricone's muziek te promoten
voor een Oscar. Deze cd is niet in de winkels te koop maar heeft wel wat extra muziek
die niet op de reguliere persingen staat. The Weinstein Company, For Your Considera-
tion, 14 tracks, 30:02.
5. In Engeland heeft Decca een 3 dubbele lp uitgebracht met op de derde plaat (los bijge-
leverd in aparte hoes) de Abbey Road opnamen die allemaal afwijken van wat er op de
reguliere uitgaven staat. Inclusief de opnieuw ingespeelde muziek uit The Thing en
Exorcist II: The Heretic en als bonus The Battle of Algiers en Allonsanfàn. Deze per-
sing heeft geen labelmerk en is hand genummerd in een oplage van 1000 exemplaren.
Abbey Road lp, 10 tracks, 39:27.
6. In de Verenigde Staten had Third Man Records na de luxe lp en ter gelegenheid van de
Golden Globe Awards voor Morricone ook nog een munitiekistje uitgebracht met
echte kogelgaten en voorzien van een gegraveerd deksel met het logo van The Hateful
Eight. Daarin bevinden zich acht singles met op elke hoes één van The Hateful Eight
en de soundtrack van Morricone verdeeld over de acht schijven op rood vinyl. Ook
nog een kopie van de eerder genoemde brief, met bloedvlekken en al. Tevens de
dubbel-lp met alweer een andere hoes. De soundtrack heeft, net als alle Tarantino
soundtracks, ook een paar dialoog-hoogtepunten uit de film en tevens een paar oude
songs van onder andere Roy Orbison. De soundtrack is een echte aanrader, de cd is het
goedkoopst, de hoezen van het vinyl het mooist. Box + 2 lp's, USA: Third Man
Records TMR 365, 28 tracks, 78:19.
ST