Upload
jgzkennemerland
View
227
Download
3
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
0060
62
Voortaan krijgen baby’s 3 prikken tegen pneumokokken in plaats van 4. Dit heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten op advies van de Gezondheidsraad.
Sinds de invoering van de prik in 2006 kregen kinderen 4 keer een prik tegen pneumo-kokken. Uit onderzoek blijkt dat het vaccin zó effectief is dat 1 prik minder ook voldoende beschermt. De ziekte komt nu ook minder voor, omdat er een aantal jaren is ingeënt tegen de 10 veel voorkomende typen pneumokokken. Er is groepsbescherming opgebouwd. Daarom zijn 3 prikken voldoende.
Wat verandert er?De prikken worden voortaan gegeven op de leeftijd van 6-9 weken, 4 en 11 maanden. De prik tegen pneumokokken die baby’s kregen als ze 3 maanden oud waren, vervalt.
Komt uw kindje in aanmerking voor 4 of 3 prikken?Als uw kindje nog geen, of 1 prik tegen pneumokokken heeft gehad, komt het in aanmerking voor het nieuwe schema. Heeft uw kindje 2 of meer prikken gehad, dan is de tijd die tussen de prikken zit belangrijk. De jeugdarts of jeugdverpleegkundige bekijkt samen met u of uw kindje voor dit nieuwe schema in aanmerking komt. Er verandert niets aan het aantal bezoeken dat u aan het consultatiebureau brengt.
Pneumokokken: 1 prik minder
Informatie voor ouders
Rijksvaccinatieprogramma | 3
Wanneer wordt uw kind ingeënt?Uw kind krijgt de inentingen volgens het schema hierboven op de volgende momenten:Fase 1 Als uw kind 6-9 weken, 3, 4, 11 en 14 maanden oud is.Fase 2 Als uw kind 4 jaar oud is.Fase 3 Als uw kind 9 jaar oud is.Fase 4 Als uw dochter 12 jaar oud is.
Waar moet u naar toe voor de inentingen?Met uw baby of peuter gaat u voor de inentingen naar het consultatiebureau. Kinderen die naar school gaan, krijgen de inentingen ergens anders, zoals in een sporthal. Uw regionale organisatie voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ), bijvoorbeeld de GGD of het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), zorgt ervoor dat dit gebeurt. Neemt u de oproepkaart(en) en het vaccinatiebewijs van uw kind mee naar de inenting. Dan kan de inenting geregistreerd worden.
Is uw kind ziek geweest of gebruikt het medicijnen?Is uw kind ernstig ziek geweest of gebruikt het medicijnen? Of is uw kind de afgelopen drie maanden behandeld door een arts? Denkt u dat uw kind misschien ziek is? Vertel dit dan vooraf aan de arts of verpleegkundige die de inenting geeft. Doe dit voordat uw kind de inenting krijgt. Samen bekijkt u wat een goed moment is voor de inenting.
VaccinatieschemaFase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4
6-9 weken
3 maanden
4 maanden
11 maanden
14 maanden 4 jaar 9 jaar 12 jaar
Prik 1DKTPHibHepB
DKTPHibHepB
DKTPHibHepB
DKTPHibHepB
BMR DKTP DTPHPV
(3 keer 1 prik)
Prik 2 Pneu Pneu Pneu MenC BMR
D DifterieK KinkhoestT TetanusP PolioHib HaemophilusinfluenzaetypebHepB Hepatitis B
Pneu PneumokokkenB BofM MazelenR RodehondMenC Meningokokken C HPV Humaan Papillomavirus
Wat zijn pneumokokken?Een ziekte tengevolge van pneumokokkeninfectie komt regelmatig voor. Maar weinig van de besmette personen worden ernstig ziek. Als dat wel gebeurt, kunnen pneumokokken leiden tot levensbedreigende ziekten als hersenvliesonsteking, bloedvergiftiging en ernstige longontsteking.
Meer informatie: Wilt u meer informatie over het Rijksvaccinatieprogramma? Kijk dan op www.rivm.nl/rijksvaccinatieprogramma. Hier vindt u ook de bijsluiters van de vaccins. In de bijsluiter staat waarom uw kind de inenting krijgt en welke bijwerkingen uw kind daarvan kan hebben. U kunt de bijsluiter ook krijgen bij de arts of verpleegkundige die de inenting geeft.
0060
62
Dit is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en MilieuPostbus 1 | 3720 BA Bilthovenwww.rivm.nl
december 2013