36
vakblad met hgjb support voor iedereen die in de gemeente met of voor jongeren werkt nummer 3 |  winter 2009/2010 In dit nummer: tijd voor een teamonderzoek  |  HgjB-kernkwaliteiten: doelmatige structuur jongeren en geloofstwijfel  |  de kracht van kinderen met een ontwikkelingsstoornis

Generator - nummer 3

  • Upload
    hgjb

  • View
    240

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Vakblad: Generator een blad voor toegewijde werkers

Citation preview

Page 1: Generator - nummer 3

vakblad met hgjb support  voor iedereen die in de gemeente met of voor jongeren werkt

n umme r   3   |   w i n t e r   2 0 0 9 / 2 0 1 0In dit nummer:

tijd voor een teamonderzoek  |  HgjB-kernkwaliteiten: doelmatige structuurjongeren en geloofstwijfel  |  de kracht van kinderen met een ontwikkelingsstoornis

Page 2: Generator - nummer 3

2    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

De dubbele zegen van een oorwurm

In dit nummer

Je neemt het me vast niet kwalijk dat ik op dit moment tot over m’n oren in het thema gast-vrijheid zit. Natuurlijk heeft dat alles te maken met Gewoon gastvrij, het nieuwe diaconale HGJB-project dat inmiddels in veel gemeenten is gelanceerd. Sinds die tijd heb ik ook last van een ‘oorwurm’, een liedje dat niet meer uit je hoofd wil, zo hoorde ik on-langs op de radio vertellen. De oplossing voor mensen die last hebben van zo’n muzikale oorwurm is: het hele liedje in je hoofd uitzingen, dan gaat de ‘spanning’ eraf. Dus ik zing het nu uit...

Het einde van het liedje, om daar maar te beginnen, is in ieder geval dat gastvrijheid geen vrijblijvende optie is voor christenen. Zo van, je hebt een paar mensen die er goed in zijn en de rest kijkt toe. Gastvrijheid is namelijk een levensstijl en basishouding die bij iedere christen past én hoort. Omdat we een gastvrije God dienen, staan we open voor de ander die deze God vaak onverwachts op onze le-vensweg plaatst. Zo dicht bij huis begint gastvrijheid dus.

Nog een regel die iemand anders in dit verband inbracht en bij me bleef haken: ‘Voor een joodse gemeente in Pau-lus’ tijd was het heel normaal om zorgend met elkaar om te gaan. Toch geeft hij in Romeinen – nota bene geschre-ven aan maar een klein groepje christenen – de opdracht om gastvrij te zijn. Blijkbaar zijn er juist voor christenen in een minderheidspositie redenen om nog een stapje verder te gaan dan ‘gewoon gastvrij’.

Daarmee kom ik uit op de beginregel van gastvrijheid: al-les wat we hebben, zien als gekregen van God, om te delen met anderen. Als je zo leeft én doet, word je als mens een dubbele zegen: voor God én de ander. Ik hoop dat dit lied nog lang te horen zal zijn voor kinderen, tieners en jonge-ren in de gemeente. Een ‘oorwurm’ die blijft doorzingen.

Verdieping

6/7 Jongeren en geloofstwijfel

30/31 Bijbelstudie ‘Van jonge bomen tot stevige stammen´

De kern

17/20 De acht kernkwaliteiten van de HGJB, met bijzondere aandacht voor ‘doelmatige structuur´ in 

theorie en praktijk  

Schijf van vijf

8/9 jeugdwerk: Tijd voor een teamonderzoek

10/11 gezinnen: ‘Het is alsof ik even bijtank...’

21/23 gemeente en eredienst: De kinderoppasdienst: de eerste kennismaking

met de kerk

32/33 missionair werk Over het tienerwerk in de Tentweek van

Bleskensgraaf

Interview

12/13 Portret waarin Alinda (14) vertelt over God en de gemeente

26/28 Henny Bosman over haar werk als plaatselijk jongerenwerker van de HGJB

Rubrieken  2  wisselstroom: een leidinggevende geeft input  29  Column ‘maatwerk’ met cartoon   34/35  HgjB-producten en activiteiten in de etalage  36  de uitsmijter met wetenswaardigheden over jongeren 

Belangrijke info  14/16   Pastoraat – de kracht van kinderen met een 

ontwikkelingsstoornis  24/25  ‘van binnenuit’ in de praktijk 

Redactioneel

De dubbele zegen van een oorwurm

Diane PalmReageren? [email protected]

Page 3: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    3

reactie van johanneke op: ‘Het is alsof ik daar bijtank…’‘Stimulerende en meelevende ouders zijn heel erg waardevol in het tiener- en jongerenwerk! In het tienerwerk heb ik vaak ervaren dat ouders je kunnen bemoedigen voor het werk. Zij kennen hun tieners vaak het beste en weten dat het soms best lastig is om ze te motiveren. Ik merk zelf ook dat activi-teiten als een kamp of een conferentie de onderlinge band versterken. Juist in een andere omgeving kun je heel waardevolle momenten hebben met tieners en jongeren. Uiteraard is het wel belangrijk om juist na zo’n activiteit er rekening mee te houden dat tieners en jongeren onderdeel zijn van hun eigen gemeente.’

reactie van johanneke op: ‘De kinderoppasdienst: de eerste ontmoeting met de kerk’‘Dit is een thema waarover ik de afgelopen tijd, als moeder van twee jongere kinderen, veel heb nagedacht. Fijn om te lezen dat de HGJB concrete materialen gaat ontwikkelen voor de jonge kinderen op de kindercrèche. Ze zijn nog jong, maar je merkt dat ze heel veel dingen oppikken. Bij ons in de gemeente wordt er met de kinderen vanaf 3 jaar een bijbelverhaal gelezen en een kleurplaat gekleurd. Mijn zoon Jesse vertelt het verhaal thuis na en het verbaast mij altijd hoeveel hij ervan weet! Ik ben benieuwd naar het materiaal, vooral wat betreft het ingroeien van de kinderen in de gemeente!’

reactie van johanneke op: ‘Wanneer de tieners enthousiast zijn, is dat een olievlek in de gemeente’‘Wat mooi om te lezen dat er ook buitenkerkelijke jongeren komen naar de tentweek in Bleskensgraaf! Het is vaak best lastig om juist hen te bereiken. Heel herkenbaar om te lezen dat juist de afwisseling van gesprek en spel heel bindend werkt! Als tienerwerker vond ik het daarom ook fijn om tips vanuit de HGJB te krijgen om deze afwisseling te kunnen maken. Bijzonder om te lezen dat de activiteiten nu breed gedragen worden door de gemeente en dit als zegen ervaren wordt!’

Johanneke Kok:

‘Mijn drijfveer zijn de jongeren zelf’ In Wisselstroom leggen we contact met een lei-dinggevende op de werk-vloer van een gemeente. Hij of zij wisselt zijn persoonlijke drive en er-varingen uit en geeft een eerste reactie op de in-houd van Generator. Een wisselstroom dus...

Johanneke Kok-Klarenbeek (28) werkt sinds kort als fondswerver bij de HGJB. Jarenlang leidde ze de tienerclub in de hervormde gemeente van Polsbroek en Vlist. Sinds

september heeft ze een switch gemaakt in het jeugdwerk. Nu is ze samen met haar man Andreas één van de leidinggevenden van de jeugdvereniging.

Energie‘Ik krijg energie van een avond met tieners en jongeren waarin je ervaart dat je het niet alleen doet, maar Gods Geest je helpt. Ik merk dat het mij ook veel energie geeft wanneer je als jongeren-werkers met elkaar bidt en elkaar bemoedigt.’

Ondersteuning‘De HGJB betekent veel in de ondersteuning van tiener- en jonge-renwerkers. De bladen en de bijbehorende programma’s voor het tiener- en jongerenwerk helpen je om variatie in het programma aan te brengen en geven je veel goede ideeën om het thema te verwerken. De HGJB-Basiscursussen vind ik ook heel inspirerend. Ik heb zelf laatst de jongerenwerkcursus gevolgd. Het is leerzaam om je te verplaatsen in de leefwereld van jongeren en je positie als leidinggevende onder de loep te nemen.’

Drijfveer‘Mijn drijfveer in mijn werk als fondswer-ver voor de HGJB zijn de jongeren zelf. Het is van levensbelang dat het evangelie aan hen wordt doorgegeven. Zonder Gods genade kunnen ze niet! Ik word dankbaar als ik zie dat de HGJB al bijna 100 jaar voor jongeren en hun gemeenten mag werken. Ik hoop dat gemeenteleden zelf ook zien hoe belangrijk het is om er voor jongeren te zijn en hoeveel betekenis de HGJB heeft voor het plaatselijke jeugdwerk.’

Honderd jaar HGJB: op zoek naar donateurs voor de toekomstOm door te kunnen gaan met de geloofsopbouw van kinderen, tieners en jongeren, is de HGJB bijna geheel afhankelijk van donateurs. Graag willen we bij het 100-jarige jubileum van de HGJB in 2010 de betrokkenheid van gemeenteleden vergroten, want de plaatselijke gemeenten zijn de plek waar jongeren hun thuis hebben! Daarom start er in 2010 een grote donateursactie in de gemeenten.

32/33

10/11

21/23

Wisselstroom

Page 4: Generator - nummer 3

Hemelse creativiteitWe zijn aan elkaar gegeven om – tot het moment dat Jezus terugkomt - samen ons hart open te stellen om van Hem te laten (op)horen, juist aan kinderen die dit geluk nog niet ten deel is gevallen. Ik wens jullie daarbij voor het komende jaar zegen, liefde, bewogenheid en hemelse creativiteit met de psalmbede:

Laat, Heer, uw volk uw daden zien en levenen laat uw glans hun kinderen omgeven.Zie op ons neer met vriendelijke ogen.O God, bescherm ons in ons onvermogen.Bevestig wat de hand heeft opgevat,het werk van onze hand, bevestig dat.

Lucré van Putten, missionair kinderwerker

Ze vallen weer op de mat: de beste wensen voor 2010. Dit jaar ook een nieuwjaarsgroet van Generator. Lees wat verschillende HGJB’ers je graag willen zeggen...

Goede voornemensDe tijd van de goede voornemens is weer aangebroken. Typisch een moment om de balans op te maken. Welke goede voornemens heb ik voor 2010? Helaas worden de voornemens vaak bepaald door onze teleurstellingen van het vorige jaar. Hoe kunnen we nu voorkomen dat onze idealen niet vastlopen in dezelfde teleurstellingen als het afgelopen jaar? Misschien zit het geheim wel in het anno Domini; het jaar van onze Heere. Misschien moeten we wat minder willen ‘doen’ en ‘realiseren’ en meer leven in afhankelijkheid. Ik wens jullie toe: anno Domini 2010, een leven in afhankelijkheid.

Wout Schonewille, coördinator HGJB-Centrum voor Catechese

van de HGJB voor 2010!De beste wensen

Wout

Harmen

4    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Page 5: Generator - nummer 3

Blijven investerenEen nieuw jaar staat voor de deur! Hét moment van terugkijken en vooruitkijken... Terugkijkend wil ik je bedanken voor je betrokkenheid op jongeren. Hoewel het soms niet altijd makkelijk is, wil ik zeggen dat jij voor hen van enorme waarde bent!Vooruitkijkend wil ik je aanmoedigen om in jongeren te blijven investeren, om van binnenuit betrokken te zijn op hun leven. Zij hebben voorbeelden nodig van mensen zoals jij! Mensen die, in al hun gebrokenheid, iets van Christus weerspiegelen. Dat is mijn gebed voor 2010. Ik wens je veel zegen toe van onze hemelse Vader.

Jan van den Berg, plaatselijk jongerenwerker Nunspeet en Heerde

van de HGJB voor 2010!De beste wensen

LucréRick

BonnieHarry

Bijdrage aan groeiGeef je ogen en oren in 2010 de kost en ontdek wat de Heere God doet in de levens van jonge mensen! Dat bemoedigt, geeft vreugde en maakt dankbaar. En voor je het weet, mag je een stukje bijdrage aan hun groei. Dat wens ik je van harte toe! Be blessed.

Rick van Elk, jeugdwerkadviseur Zuid-West Nederland

Lege bladzijdenEen nieuw jaar, daar hoort een nieuwe agenda bij…(een leuke roze natuurlijk!). Als ik naar mijn agenda kijk, dan zijn er al heel wat data gevuld. Auto naar de garage, vergaderingen, vakantie, verjaardagen, leuke uitjes met vriendinnen, maar er zijn ook nog heel veel bladzijden leeg. Wat er op die lege bladzijde komt, dat is nog de vraag. Ik wens u toe dat de lege bladzijden gevuld mogen worden met mooie en bijzondere gebeurtenissen. Wat er ook gebeurt, ik wens dat 2010 een gezegend jaar mag worden.

Bonnie Rozendaal, abonnementenadministratie

JubeljaarHet nieuwe jaar staat op het punt te beginnen. Een bijzonder jaar voor de HGJB en dus ook voor jullie allemaal! De HGJB bestaat namelijk 100 jaar in 2010. Het mag letterlijk een Jubeljaar worden, waarin we God dankbaar zijn voor Zijn zegen en Zijn genade. Wij wensen jullie als lezers van Generator en als betrokkenen op de jongeren in de gemeente ook Gods zegen en Gods genade toe. Een Jubelrijk jaar 2010!

Harmen van Wijnen, directeur

Mijn wens voor jouMijn wens voor jou is,een jaar vol rijke zegen!Geef door van alles wat jevan God hebt gekregen!

Geniet, geef, dank en maak groot!Hou vol, zie uit, verlang en geloof!Dat Hij die komt, vandaag naar jou vraagt;je zorgen en lasten nog steeds voor je draagt!

Hij zegt: Ik geef je de kracht, de liefde, de moed!Je bent van Mij; gekocht door Mijn bloed!Hou daar aan vast, dan maakt Hij het goed!

Harry van der Kamp, jeugdwerkadviseur Noord-Oost Nederland

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    5

> Foto personeelsuitje 2009

Page 6: Generator - nummer 3

Verdieping

‘ Ik ben ervan overtuigd dat veel van onze

jongeren kunnen

6    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

er geen vuur uit de hemel. Maar ook, en dat ver-baast mij evenzeer, breekt er geen duistere stroom van liederlijkheid in mij los. Eigenlijk verandert er niets. Geen emotie – de somberheid daargelaten, de somberheid die bij mijn karakter hoort – geen tranen, geen wanhoop... Sterker nog: ik blijf onver-minderd gelukkig! Het lijkt warempel wel of de titel van Maarten ’t Harts boek waar is: Wie God verlaat heeft niets te vrezen.’ Ytsma spreekt van existentiële twijfel. Iets waar je niet naar hoeft te verlangen, want het gaat om fnui-kende vragen en brandende onrust. Tegelijkertijd noemt hij deze twijfel een onontkoombare werke-

Persoonlijk verhaalHet boek dat Ytsma scheef, Van de kaart, spreekt velen aan vanwege het persoonlijke, autobiografi-sche karakter. In het eerste hoofdstuk van zijn boek schrijft de auteur:‘In mijn twijfel ben ik mezelf ten enenmale kwijt-geraakt, ik weet niet meer waar ik sta en wie ik ben. Er zijn vlagen van zeker weten, zeker weten dat het allemaal – ik bedoel het totaal van het ‘christelijk geloofsconcept’ – niet waar is, en er zijn momen-ten van twijfel aan die twijfel. Er zijn tijden van hunkering naar de zekerheid en geborgenheid van voorheen en tijden van vlakke berusting, van ongemerkt verglijden van tijd. Op hun beurt geven vooral die berusting en mentale kleurloosheid weer aanleiding tot verbazing. Ik twijfel aan alles wat ik voorheen zeker wist – behalve, tot dusver, aan het kale bestaan van God – en toch word ik niet geslagen door de pest, stort de wereld niet in, komt

Je zou kunnen spreken van een nieuwe twijfelbewe-ging die momenteel door de kerken heengaat. Deze twijfel neemt verschillende vormen aan, bijvoor-beeld bij de radicaal vrijzinnige Middelburgse predikant Klaas Hendrikse en bij de meer gema-tigde ‘bruggenbouwer’ Boele P. Ytsma die zichzelf positioneert ‘tussen Andries (Knevel) en Klaas (Hendrikse)’. Wat Ytsma en Hendrikse met elkaar verbindt, is hun positieve aandacht voor de twijfel. Zonder twijfel geen geloof! Wie nooit twijfelt en dus geen vragen stelt, zal ook nooit iets nieuws leren. In het bastion van onaangetaste zekerheden is het een saaie en doodse boel. Maar wie leeft er eigenlijk nog in zo’n bastion? Wie wordt er nooit eens door de twijfel aangeraakt, al gebeurt dat bij de één in-grijpender dan bij de ander? Ik ben ervan overtuigd dat veel van onze jongeren kunnen meepraten over twijfel. En ik hoop van harte dat ze er in de gemeen-te openhartig over kunnen praten.

In kerkelijk Nederland staat het thema geloofstwijfel weer op de kaart. De inhoud van deze aloude discussie gaat een deel van onze jongeren voorbij, maar de thematiek op zichzelf is uitermate herkenbaar: hoe ga je om met twijfel als je toch van harte gelooft? Prof. dr. Jan Hoek schetst de huidige cultuur en komt met een eerste analyse.

Het is gevaarlijk die twijfel te willen overschreeuwen

meepraten over twijfel’

tekst: Prof. dr. jan Hoek

Page 7: Generator - nummer 3

‘ Ik ben ervan overtuigd dat veel van onze

jongeren kunnen

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/20109    7

lijkheid. Als het je overkomt, heeft het geen zin te proberen deze te ontkennen. Het is juist gevaarlijk die twijfel te willen overschreeuwen. Het effect zal dan averechts zijn. Je kunt ook niet door veel te bidden of door goede logische redeneringen om die twijfel heen. Je moet er dwars dóórheen. Dat is een pijnlijke tocht waarbij je de nodige kleerscheuren oploopt en je allerlei zaken kwijtraak die je van huis uit zijn meegegeven en die kostbaar voor je zijn geweest.

Leven na de twijfel Ytsma vertelt ook over leven ná de twijfel. Wie de Kathedraal van zeker weten heeft moeten verlaten en dwars door de twijfel heen gaat, komt uiteindelijk in het Betoverde land achter de twijfel. Daar heerst niet meer de stelligheid van overtuigingen (over allerlei dogma’s en over de Bijbel als het geïnspireerde Woord van God), maar de stelligheid van de passie: ‘Ik kies voor het Koninkrijk van God en voor Jezus om geen andere reden dan dat het mij raakt.’ Zo win je authenticiteit, zo word je echt, trouw aan waar je zelf voor kiest. Is dat niet veel beter dan de geharnaste zekerheid die alleen maar op overgele-verde waarheden en overtuigingen is gebaseerd? De Haarlemse predikant Jos Douma heeft op zijn weblog deze handschoen opgenomen. Ik citeer: ’En ik geloof niet alleen omdat het mij raakt, maar omdat ik er ook liefdevol aarzelend op vertrouw dat er een goddelijke werkelijkheid beantwoordt aan woorden als God en Jezus en Woord.’ Voor Douma is de grote ontdekking geweest dat hij het Huis van de angst mocht verlaten om te gaan leven in het Huis van de liefde. Door de werkelijkheid van Gods liefde in Christus te ervaren en tot zich te laten doordringen, kan een gelovig mens met een nieuwe onbevangenheid vele vragen onder ogen zien. Je kunt het uithouden met die vragen zonder de stelligheid van een wereldbeschouwing waarin elke vraag netjes beantwoord wordt. Je vindt je laatste

houvast niet in je eigen keuze of passie, maar in de omvattende realiteit van Gods liefde en trouw. In de gereformeerde spiritualiteit spreken we van Gods verbond, van de vriendschap die de Eeuwige onderhoudt met nietige en zondige mensen. Door de ontmoeting met de God van ontferming wijkt de twijfel. De Heilige Geest brengt ons vanuit de kilte van twijfel in de warmte van overgave en geborgenheid.

Tegenwicht tegen twijfelBoele zou volgens mij een beslissende stap moeten doen, weg van Klaas en richting Andries. Hendrikse vertelt in zijn boek Geloven in een God die niet bestaat - manifest van een atheïstische dominee dat hij zelf uit een gezin komt waar hem met de paplepel is inge-goten dat God niet bestaat. Hij heeft het dus van geen vreemde. Maar in zijn omgeving, op het dorp Groot-Ammers in de Alblasserwaard waar zijn vader dierenarts was, zag hij mensen die ervan overtuigd

waren dat God bestaat en die daar hun leven naar inrichtten. Ze leefden uit het geloof. Waarom? Omdat ze de levende God hadden ontmoet. God was voor hen niet langer een begrip, een overleve-ring, een idee. Geloven in de levende God betekent omgang hebben met God. Ga je ’s zondags naar de kerk, dan wil je Hem ontmoeten. Je gaat niet naar een museum van godsdienst om een interessante expositie te bekijken. Je gaat niet naar een religieuze vereniging om een lezing te horen over een boeiend onderwerp. Nee, je komt in Gods huis om je hart voor Hem uit te storten, om Hem te danken en groot te maken, om Hem beter te leren kennen, om de verbondenheid met God samen met de andere gelovigen intenser te ervaren. En van daaruit gaat God met ons mee, elke dag, zoals Hij wandelde met Henoch, dag in dag uit, totdat Hij hem voor eeuwig meenam in Zijn huis. Als het goed is, ‘bestaat’ God voor ons, even reëel als geliefde medemensen voor ons bestaan. Hij komt werkelijk ons leven binnen, we horen Zijn stem en ervaren Zijn leiding en nabij-heid. Verbonden met ChristusHet is een geweldige opdracht dit leven met God zichtbaar te maken voor onze jongeren. Hopelijk zijn er voor hen identificatiefiguren, mensen voor wie Jezus levende werkelijkheid is maar die jonge-ren ook willen meenemen in de ontmoeting met

de levende God. Hendrikse zegt: ’Om in God te geloven is Jezus niet per se nodig.’ Hiertegenover staat de christelijke overtuiging dat we over Jezus moeten spreken als over God. Dat is meer dan een dogma, het is een diepe ervaring. God is voor ons zichtbaar en tastbaar in Jezus Christus, onze Heere en Verlosser. Door het geloof kennen we een innige band met Hem. Hij leeft in ons en wij leven in Hem. God is niet een abstract idee, maar deze Mens in de kribbe en aan het kruis. In de overgave aan Hem komt geloven de twijfel te boven.

Praktische doorvertaling

In Generator nummer 4 gaan we in op de prakti-sche doorvertaling: hoe begeleid je jongeren die op hun tijd ook last hebben van geloofstwijfel? Hoe bied je zelf ruimte aan het gesprek hierover?

Je gaat niet naar een museum van godsdienst om een

interessante expositie te bekijken

Hopelijk zijn er voor jongeren identificatiefiguren, mensen voor wie Jezus

levende werkelijkheid is

Page 8: Generator - nummer 3

8    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r j b g e n e r a t o r

Schijf van vijf | Jeugdwerk‘Jongeren ontmoetings- en vormingsplaatsen bieden binnen de gemeente’

De spiegel wordt geleverd door dr. Belbin. Ik als Brononderzoeker dook op internet en kwam de volgende informatie tegen...

TeamrolIn de jaren zeventig introduceerde de Engelse dr. Meredith Belbin het be-grip ‘teamrol’. Jarenlang deed hij onderzoek naar de psychologische fac-toren die van invloed zijn op het succes van teams. De vraag was: hoe kan het dat sommige teams met zeer getalenteerde mensen falen, terwijl teams met veel minder kwaliteiten wel succes hebben? Daarmee lanceerde hij de theorie over teamrollen die nog steeds heel actueel is.

Drie principesIn zijn theorie gaat Belbin uit van drie principes die met elkaar samenhangen.

1. Leden van een team vervullen drie verschillende rollen: - een functionele of vakinhoudelijke rol – hieruit blijkt iemands bekwaam-

heid - een hiërarchische rol – is afhankelijk van de plek in de organisatie - een teamrol – een karakteristieke manier waarop iemand zijn persoon-

lijkheidskenmerken inzet.2. Ieder team heeft behoefte aan spreiding van en evenwicht tussen deze

teamrollen. Teamleden vullen elkaar dan aan en kunnen elkaar verster-ken.

3. Ieder mens heef twee of drie teamrollen die bij hem of haar passen. Wil een team succes hebben, dan moet de functionele rol van een individu zoveel mogelijk samenvallen met zijn teamrol.

Tijd voor eeneen teamonderzoekEén van de geheimen van goed jeugdwerk is een goed team! Met deze stelling zal iedereen het roerend eens zijn. Maar hoe komt het dat in de praktijk toch juist hier veel hapert? Tijd voor een teamonderzoek, een eerlijke kijk in de spiegel.

tekst: diane PalmDIanE Is bElEIDsmEDEWErKEr En concEptontWIKKElaar bIJ DE HGJb.

Page 9: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    9

• Durf elkaars rol te benoemen en in te schakelen. Daarmee zorg je ervoor dat iedereen zijn verantwoordelijkheid weet en oppakt. Bij een bepaalde rol horen trouwens ook ‘mindere’ kanten. Loop daarvoor niet weg, pak ook de minder populaire klusjes op. En een taak die minder bij je rol past, moet je durven loslaten.

• Het is goed als teamleden hun eigen rollen oppakken, dan weet tenminste wat je aan elkaar hebt en kom je niet voor onaangename verrassingen te staan. Maar tegelijkertijd kan het ook wat benauwend en te voorspelbaar worden. Het is goed om dan te bedenken dat er meerdere teamrollen zijn die je kunt oppakken.

• Zorg voor een heldere en passende taakverdeling, zodat iedereen tot zijn recht komt. Maak van een ‘Zorgdrager’ bijvoorbeeld geen voorzitter. Dan doet hij zeker weten geen oog meer dicht...

Over een goed team is natuurlijk nog veel meer te zeggen, niet in het minst over de geestelijke investering in elkaar. Van een team dat samen bid en bijbel-leest, gaat een geweldige zegen uit. Ook zo’n stelling die op ieders goedkeuring kan rekenen, maar wie heeft ‘m in de praktijk al uitgetest?

Praktische oefeningEn nu de praktijk. Het is goed om jezelf en je team in kaart te brengen. De theorie van Belbin geeft daarvoor veel inzicht. Op internet kun je vereenvoudigde testjes vinden om vast te stellen wat voor teamrollen jij hebt. Kijk bijvoorbeeld op www.123test.nl/belbin.• Doe voor jezelf de test en ontdek welke teamrollen jij hebt.• Schrijf de namen van je teamgenoten op en ga na welke rollen vol-

gens jou je teamgenoten hebben. Schrijf er twee op bij iedere per-soon.

• Spreek een moment af als team dat je met elkaar doorpraat over hoe jullie functioneren als team. Iedereen heeft bovenstaande opdrach-ten uitgevoerd. Iemand die de meeste gave heeft om een vertrouwe-lijk groepsgesprek te voeren, krijgt de leiding natuurlijk.

• Deel met elkaar jullie bevindingen, waarbij de persoon in kwestie als eerste de gelegenheid krijgt om zijn (gekozen) teamrollen toe te lich-ten. De andere teamleden bevragen hem daarop en vullen aan met hun eigen inzichten en praktijkervaringen. Het doel is dus: de ander laten ontdekken waar zijn kracht ligt!

Tips• Laat je als team aanvullen! Beschik je niet over bepaalde teamrollen,

zorg er dan voor dat je de kwaliteiten van dit soort mensen inscha-kelt. Missen jullie bijvoorbeeld een ‘Plant’, kijk dan of er iemand te vinden is die jullie af en toe met zijn creatieve input bijstaat. Dat kan een gemeentelid zijn of enkele jongeren met wie je werkt.

HGJB-BasiscursussenOok in de HGJB-Basiscursussen wordt ruim aandacht besteed aan het vormen van een goed en geestelijk team. Aan het begin van een seizoen worden ze gegeven op verschillende plekken in het land. Een waardevolle investering, als je al jaren meedraait of nog relatief nieuw bent in het werk.

• vlot, impulsief en ongeduldig• geniet van strijd en woordenwisseling, maar moet wel winnen• gericht op resultaat, weet anderen daarvoor in beweging te zetten• bij tegenslag snel gefrustreerd, geëmotioneerd en ongedurig• wordt vaak ervaren als dwingend en assertief

de voorzitter• de natuurlijke coördinator van de groep• geeft sturing aan processen• is zelf niet bijzonder creatief of intelligent, heeft neus voor talenten van

anderen• zet graag anderen aan het werk• extravert, positief en ruimdenkend, maar houdt zich aan protocollen• kan van nature goed delegeren• zoekt naar consensus, maar hakt ook zonder aarzelen de knoop door

de Zorgdrager• grote zorg voor mensen en zaken• aandacht gaat uit naar dingen die mis kunnen gaan• heeft oog voor detail en hang naar perfectie• controleert of alles in orde is• bewaakt de kwaliteit• niet gauw gerustgesteld, kan moeilijk iets aan anderen overlaten• hanteert strenge normen en is soms weinig toeschietelijk naar mensen die

makkelijk met hun taken omgaan• zijn uiterlijke zelfbeheersing en kalmte kunnen bedrieglijk zijn• zuigt de stress op die het werk met zich meebrengt

de groepswerker• meest gevoelige en ondersteunend lid van het team• vriendelijk van aard, meegaand• gericht op het creëren van sfeer en onderlinge harmonie• kan luisteren en moedigt anderen aan dat ook te doen• probeert met tact en diplomatie conflicten te voorkomen• bevordert de teamgeest en weet mensen tot elkaar te brengen• heeft een hekel aan conflicten• kan in kritieke momenten moeilijk een beslissing nemen

de specialist• toegewijd vakman • levert technische vaardigheid en gespecialiseerde kennis• stille en standvastige solist• waagt zich niet gauw buiten de grenzen van zijn eigen vak• concentreert zich het liefst op één zaak • gaat vanuit zijn kennis relaties met de buitenwereld aan

Negen teamrollen belbin onderscheidt negen teamrollen.

de brononderzoeker• extraverte en innemende persoon• altijd op zoek naar nieuwe informatie en interessante contactperso-

nen• nieuwsgierige verkenner met brede belangstelling• gericht op brainstormen, op vernieuwing en ontwikkeling• positief en enthousiast• houdt van improviseren• maakt niet altijd alles of

de bedrijfsman• organisator die besluiten omzet in concrete werkzaamheden• nuchter en ordelijk• werkt systematisch• harde werker: niet praten, maar doen• loyaal en vasthoudend• is soms niet zo flexibel• heeft behoefte aan regelmaat: vaste afspraken en stevige structuren

de plant• een vernieuwer en creatieve denker• zoekt ruimte om te fantaseren en tot nieuwe oplossingen te komen• introvert en eigenzinnig• werkt het liefst op enige afstand van het team• is druk bezig met zijn eigen ideeën en verliest wel eens de realiteit uit

het oog• gevoelig voor waardering en kritiek

de monitor• een bedachte nadenker en doordenker• analyseert: wil weten waarom, wil onderzoeken en begrijpen• ziet snel de zwakke plekken in een plan of argumentatie• houdt ervan te beschouwen en te verklaren• verstandig en voorzichtig• doet soms lang over het nemen van een beslissing• zijn oordeel is doordacht, maar zelden onjuist

de vormer• een gedreven en wilskrachtige persoon• grote dosis energie en sterke drang om te presteren• daagt uit en voelt zich snel uitgedaagd

Page 10: Generator - nummer 3

10    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Schijf van vijf | Gezinnen‘Gezinnen toerusten als basisgemeenschappen binnen de gemeente’

‘Blijf als HGJB ook steeds positief over de plaatselijke gemeente en verwijs jongeren daar altijd naar terug’

Wanneer je Liesbeth Oosterom (15), Jasper van de Kamp (16) en Geert Hartog (19) vraagt wat hen zo trekt aan activiteiten van de HGJB, dan hoeven

ze daar niet lang over na te denken. Geert bezocht de Kerst-conferentie en hoopt dit jaar opnieuw van de partij te zijn: ‘Waar ik het meest van heb genoten, is dat je zoveel samen met vrienden en onbekenden doet: gek doen, zingen, bijbelstudie, praten - eigenlijk alles dus gewoon. Je trekt constant met elkaar op en daardoor ontstaat een hechte band. Dat geeft echt een kick.’ Liesbeth, die afgelopen zomer met een HGJB-vakantie naar België ging, herkent dit: ‘Ik ervaar dat er ontzettend veel onderlinge liefde is. Deelnemers hebben veel voor elkaar over en doen er hun best voor om het iedereen naar de zin te maken. Ik ga mee voor een stuk gezelligheid én om God te ontmoeten.’

Impact op geloofsontwikkelingGod ontmoeten is voor de jongeren wezenlijk. Jasper: ‘Elke keer als ik naar Scholierenweekend (SW) ben geweest, krijg ik een boost om weer te gaan leven met God. Het is alsof ik daar bijtank, want je leert zoveel nieuwe dingen over God.’ Jaspers moeder, Rineke van de Kamp, vergelijkt het enthousi-asme van haar zoon met de ervaring die ouderen hebben na het Heilig Avondmaal: ‘Het valt mij op dat Jasper in de periode na SW méér uit de bijbel leest en bidt. Hij maakt een nieuwe start en wil er weer helemaal voor gaan. Met zijn vrienden spreekt hij dan af om bepaalde bijbelgedeelten te lezen. Wan-neer dat na een tijdje wegebt, merk je dat ze daar enorm van balen.’ Lenny Oosterom, moeder van Liesbeth, merkt ook aan haar dochter dat het meemaken van HGJB-activiteiten impact heeft. ‘Het zijn momenten waarop belangrijke keuzes gemaakt worden. Het geeft je veel mee voor je eigen geloof, dat zie ik bij onze kinderen. Ze zijn meer gewend om over geloofszaken te praten. Liesbeth doet bijvoorbeeld nu mee aan bijbelstudies op school. Ook merk ik dat ze stille tijd houdt en dat belangrijk vindt.’

Deel van de opvoedingGeerts ouders, Jan-Kees en Ellen Hartog zien aan hun zoon dat zijn deelname aan de Kerstconferentie hem een stuk enthousi-asme geeft voor alles wat met geloven te maken heeft. ‘We ho-pen als ouders dat het enthousiasme en de eigentijdse ‘aankle-ding’ ervoor zorgen dat het geloof niet iets is wat veraf staat of voor oude mensen is, maar dat het een levende werkelijkheid is voor elke dag. Dat onze kinderen deelnemen aan de activitei-ten van de HGJB, is voor ons een deel van de opvoeding die wij hen meegeven. We stimuleren hen dan ook om mee te doen, eventueel door een financiële bijdrage.’ Vanzelfsprekend is zoon Geert blij met die financiële ondersteuning: ‘Mijn ouders zien denk ik ook wel dat mijn geloof een stuk sterker wordt na elke HGJB-activiteit.‘

Dat kinderen, tieners en jongeren enthousiast zijn over HGJB-activiteiten, zal geen verrassing zijn. Of het nu gaat om de Jongerentour, Verspiedersdagen, Scholierenweek-end, Vakanties, Kerstconferentie of een andere activiteit – het zijn stuk voor stuk plekken waar jongeren groeien in geloof en genieten van het contact met leeftijdsgenoten. Maar welke betekenis hebben deze HGJB-activiteiten nu eigenlijk in de praktijk voor gezinnen? En hoe kun je als ouders je kinderen hierin begeleiden? In dit artikel vertel-len jongeren én hun ouders wat deelname aan HGJB-acti-viteiten voor hen betekent.

‘ Het is alsof ik even bijtank...’ouders en hun kinderen over de betekenis van HgjB-activitieten voor hun (geloofs)leven

Page 11: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    11

‘Een heel jaar SW zou ik trouwens ook niet volhouden’

‘Dat onze kinderen deelnemen aan de activiteiten van de HGJB, is voor ons een deel van de opvoeding die wij hen meegeven’

ouders en hun kinderen over de betekenis van HgjB-activitieten voor hun (geloofs)leven

Gesprekken Dat Jasper, Geert en Liesbeth enthousiast en ‘volgetankt’ thuiskomen na een activiteit, wil niet automatisch zeggen dat er thuis ook direct geloofsgesprekken ontstaan. Liesbeth: ‘Ik kom meestal heel erg moe thuis, maar probeer wel veel te vertellen over wat ik beleefd heb.’ Haar moeder geeft aan dat ze best graag wat meer inhoudelijk met haar dochter zou willen doorpraten, maar is ook nuchter: ‘Het zijn tieners, die zitten niet altijd te wachten om te praten. Maar soms ontstaat er zomaar een gesprek. Daar zijn we dan blij mee.’ Geerts ouders begeleiden hun zoon door naar zijn verhalen te luisteren en niet al te veel te sturen of gesprekken te forceren: ‘Je hoort dan verhalen over de sprekers, muzikanten en de bekenden die ze hebben gezien. De echt persoonlijke dingen hoor je als ouder wat minder - dat wordt eerder gedeeld met vrienden.’ Geert legt uit hoe dat komt: ‘Het is lastig om dat te vertellen, omdat mijn ouders het zelf niet hebben meegemaakt. Ik praat mak-kelijker met mijn vrienden of zussen, want die snappen het. Ik weet ook niet of mijn ouders doorhebben hoe gaaf het wel niet is...!’

Verschil in geloofsbelevingDe HGJB staat in haar doen en laten voluit voor het gerefor-meerd belijden en sluit van daaruit in haar activiteiten zo veel mogelijk inhoudelijk aan bij de gemeenten waaruit jongeren komen. Wél verpakt de HGJB dit in een aansprekend ‘jasje’,

zodat het zo concreet en dichtbij mogelijk is voor tieners en jongeren. Hoe kijken jongeren en hun ouders hier eigenlijk tegenaan? Ervaren zij een verschil in geloofsbeleving tus-sen de diensten en activiteiten van de eigen gemeente en de activiteiten van de HGJB? Daar wordt verschillend over gedacht. Jasper merkt wel dat er een verschil is tussen iets als

Scholierenweekend en het kerkelijk leven, maar vindt dat geen probleem: ‘Ik ervaar dat als iets wat erbij hoort. Eigenlijk vind ik het helemaal niet zo erg. Ook in mijn gemeente heb ik het naar mijn zin. Een heel jaar SW zou ik trouwens ook niet volhouden.’ Zijn moeder Rineke ziet behalve verschillen, toch ook raakvlakken: ‘Het wordt tijdens het Scholierenweekend allemaal wel veel concreter voor ze. De preek op zondag gaat helaas toch wel vaak een beetje over hun hoofd heen. Maar ik heb het idee dat het geestelijke klimaat op club en catechisatie wel hetzelfde is als op HGJB-activiteiten.’ Geerts ouders ervaren geen groot verschil in geloofsbeleving. ‘En als dat wel zo zou zijn, dan trekken we aan de bel.’ Toch geeft Geert aan dat hij het soms toch wel lastig vindt: ‘Want je komt vrolijk en blij thuis na een HGJB-activiteit, maar dan zit je vervolgens vaak weer in een wat saaie kerkdienst. Dat is toch best even wennen. Ergens ook wel logisch, want ik denk dat ouderen uit de gemeente niks hebben met de ‘HGJB-sfeer’ voor jongeren. Maar wat mij betreft mag onze kerk zich wel wat meer aanpassen.’

RespectLenny signaleert een verschil in geloofsbeleving: ‘In de eigen gemeente is men bijvoorbeeld minder gewend om over het geloof te praten, de kennis bij veel tieners is minder en er wordt minder gezongen. Ik zie de HGJB dan ook graag als een aanvulling op de kerkelijke gemeente. Soms levert dat thuis wel gesprekken op over hoe het er bij ons in de kerk aan toegaat. De kinderen zijn daar soms kritisch over. We leggen dan uit waarom mensen andere keuzes maken en waarom je daar ook respect voor kunt hebben. We begrijpen de bezwaren van onze kinderen, maar kiezen wel duidelijk voor onze eigen plaatselijke gemeente. Blijf als HGJB ook steeds positief over de plaatselijke gemeente en verwijs jongeren daar altijd naar terug. Maar dat doen jullie geloof ik al.’ Het is Jan-Kees en Ellen uit het hart gegrepen: ‘Zorg als HGJB dat je jongeren respect bijbrengt voor de eigen tradities van de plaatselijke gemeente, ook al zijn dat deels menselijke tradities. Jongeren moeten daar later toch ook zelf in gaan functioneren.’

tips van jan-kees, lenny en rineke voor andere ouders• Stimuleer je kinderen om mee

te doen met HGJB-activitei-ten.

• Betaal (de helft van) de deel-nameprijs van de activiteit. Het is het geld meer dan waard!

• Weet wat je kind beleeft op een HGJB-activiteit. Lees het programmaboekje en bezoek indien mogelijk de activiteit.

• Wees positief over je eigen kerkelijke gemeente, maar heb ook begrip voor de ma-nier waarop tieners hun ge-loof beleven.

liesBetH + moeder geert + vader jasPer + moeder

tekst: Harriëtte smit en anne-marie van Briemen tIEnEr- En JonGErEnWErKErs HGJb

Page 12: Generator - nummer 3

12    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

‘Geloven is voor mij heel belangrijk’, vertelt Alinda Pleijsier (14) uit Hasselt. ‘Als ik me alleen voel, bid ik en wordt alles veel makkelijker voor me. God is 24 uur per dag dezelfde. Als je gelooft, heb je niet een makkelijker leven, maar wel altijd een steun waarop je terug kunt vallen.’

Page 13: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    13

Bij aanbiddingsdans is het doel God groot maken door middel van dans. Alinda gebruikt dans voornamelijk als visuele ondersteuning van muziek. Denk ook aan gebaren die je maakt bij het zingen van bepaalde liederen. Aanbiddingsdans kan in allerlei stijlen. In evangelische gemeenten heeft aanbiddingsdans soms een plek in de diensten. Daarbuiten zien we aanbiddingsdans bijvoorbeeld op conferenties of bij concerten door speciale dansgroepen.

‘Als leidinggevenden alles al weten, heb je het idee dat wat jij zelf zegt, niet meer interessant is.’

interview en Foto’s: annemarie  de jong-eertink

in het leven van...De missie van de HGJB is jongeren in beweging zetten om Jezus te (gaan) volgen. De gemeente is een belangrijke plek om jongeren daarin te begeleiden. Daarom wil de HGJB gemeenten ondersteunen om een kring van verbondenheid om de kinderen, tieners en jongeren heen te vormen en voor hen een identificatiefiguur te zijn. Met ‘Portret’ stappen we in het leven van een kind, een tiener of een jongere en kijken we in de spiegel.

Soms vinden anderen mij een ‘heilig boontjethuis Bij Alinda thuis wordt er ook veel gesproken over het geloof. ‘Mijn ouders vragen bijvoorbeeld of we nog bezig zijn met stille tijd. Ik vind het wel fijn om met m’n ouders te praten, maar soms heb ik er geen zin in. Dan zeg ik gewoon dat ik er nu even niet over wil praten. Het liefst praat ik met m’n vader of moeder over God en geloven als ik alleen met één van hen ben, bijvoorbeeld in de auto als ik ergens naar toe wordt gebracht.’

tienerweekenden Alinda is altijd betrokken geweest bij de activiteiten die vanuit de hervormde gemeente van Hasselt worden georganiseerd. De (kinder)club, Vakantie Bijbel Week, zondagsschool, catechisatie, tienerweekenden... Heeft ze daar iets aan gehad? ‘Zeker wel! Het is altijd heel leuk om iets te doen met je vrienden en vriendinnen. Door het kinderwerk weet je ook al heel veel van de Bijbel. Je wordt er eigenlijk telkens weer aan herinnerd wat geloven is. Twee jaar geleden heb ik zelf de stap genomen. Door de tienerweekenden van de kerk en een christelijk theaterweekend sprak het geloof me eigenlijk steeds meer aan. Dat was denk ik wel echt een keuzemoment.’

aanbiddingsdans Alinda’s grote passie is aanbiddingsdans. Al vanaf haar kinderjaren is ze bezig met het uitbeelden van liederen en muziek. Nu is ze aangesloten bij een aanbiddingsdansgroep. ‘Mijn lerares daar is echt een voorbeeld voor mij en ik heb heel veel aan de andere mensen in de groep. We gaan elke keer samen in gesprek over wat er in ons leven aan de hand is, en daar bidden we dan ook voor. Daar kan ik echt mijn verhaal kwijt.‘

praten In de gemeente heeft Alinda ook wel plekken waar ze haar verhaal kwijt kan. Op de tienerweekenden vooral, en nu ook wat meer op de club. ‘Het is makkelijker om open over je geloof te praten als iedereen dat graag wil. Als sommige mensen alleen maar stomme grappen maken, vindt niemand het meer leuk om serieus te zijn. De laatste tijd durf ik zelf wel meer open te zijn. Je merkt dat het voor anderen dan ook makkelijker wordt om hetzelfde te doen.’

leidinggevenden Sommige leidinggevenden kunnen heel goed een open gesprek leiden, is de mening van Alinda. Ze vindt het vooral prettig om met jonge leidinggevenden op te trekken. ‘Zij weten vaak beter wat wij leuk vinden. Soms praten ze ook makkelijker over het geloof en dan vertel je zelf ook meer. Als leidinggevenden alles al weten, heb je het idee dat wat jij zegt, niet meer interessant is.’

kerk In de kerk voelt ze zich eigenlijk wel thuis, ook bij oudere mensen. ‘Ik heb steeds minder het gevoel dat er aparte groepen van jong en oud zijn. Ik kom steeds meer oudere mensen tegen die eigenlijk hetzelfde over dingen denken als ik. Natuurlijk zijn er ook mensen die voor mijn gevoel wat zwaarder denken en me tegenhouden om bepaalde dingen te doen. Maar toch bestaat onze kerk uit fijne mensen. Alleen de kerkdienst mag wel wat vlotter. Wanneer ik in een andere kerk kom, vind ik het zingen vaak fijner. Ik kan daar meer mijn hart inleggen en beleef de teksten meer. Maar er zijn ook kerken waar de preek een beetje leeg is, alleen maar gericht op de bekering en niet op het leven daarna. Ook in onze gemeenten zijn er preken die me niet aanspreken. Ik heb dan het gevoel dat ze meer op ouderen gericht zijn.’

inzetten Alinda wil zich graag ook zelf inzetten voor de kerk en de gemeente. Maar hoe of wat, dat weet ze nog niet precies. ‘Dit jaar ben ik begonnen met een groepje kinderen les te geven in aanbiddingsdans. Dan probeer ik ook altijd iets vanuit de Bijbel en mijn geloof mee te geven. Ik vind het gaaf om te merken dat de kinderen daar thuis weer iets van doorvertellen.’ Jammer vindt ze het wel dat er nog niet zoveel mogelijkheden in haar kerk zijn om iets met aanbiddingsdans te doen. Dat zou Alinda namelijk heel graag willen.

‘‘

’’

Page 14: Generator - nummer 3

14    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

In het jeugdwerk van de kerk, kom je steeds vaker kinde-ren met ontwikkelingsstoornissen tegen. Neem Diederik en de kinderen van Maaike bijvoorbeeld. Ze vertellen hun verhaal en welke betekenis de gemeente en haar activitei-ten voor deze groep kinderen heeft.

Pastoraat

Page 15: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    15

De kracht vankinderen met een ontwikkelingsstoornisDiederik: ‘Ik wil graag in discussie’

Diederik is een levendige jongen van 14 jaar. Zo op het eerste oog heel gewoon. Maar als je een tijdje met hem praat, merk je iets aan hem. Hij is erg intelligent en ad rem. Toch begrijpt hij niet alle vragen even goed, vooral vragen die wat dieper op hemzelf ingaan. Diederik heeft het syndroom van Asperger.

CatechisatieDiederik is net terug van catechisatie. Hij begint al snel over de catechisatie te praten: ‘De dominee is geen gespreksleider, hij lijkt meer op een schoolmeester. Hij preekt de hele tijd. Sommige autisten vinden dat fijn, dan hoeven ze niet veel te zeggen. Maar ik wil juist graag in discussie, want ik weet het vaak beter.’Diederik steekt zijn mening niet onder stoelen of ban-ken. ‘Hij vindt dat zijn mening de enige juiste is’, vertelt zijn moeder Suzanne. ‘Als andere mensen dus iets anders vinden of denken, dan zijn ze dom of doen ze het niet goed.’ ‘Diederik is vaak ergens tegen’, vertelt vader Johan. ‘Dat geeft hem duidelijkheid. Hij denkt heel zwart-wit en creëert zo zijn eigen veilige wereldje. De dingen moeten op zijn manier gaan. Als het op een andere manier gaat, maken mensen ‘domme fouten’, zoals Diederik het noemt.’

Niet andersDiederik is ook heel duidelijk over zichzelf. ‘Ik ervaar niet vaak dat ik anders ben. Dat ik weet dat ik autisme heb, betekent weinig voor me. Ik vind mezelf eigenlijk net als anderen.’ ‘Je kunt je erop verkijken’, vertelt Suzanne. ‘Hij komt heel intelligent over, maar op sociaal-emotioneel gebied is hij echt beperkt. En dát kun je hem ook niet bijbren-gen. Je moet je er bewust van zijn dat hij sommige din-gen echt niet kan.’

Diederik heeft minder behoefte aan contact dan an-deren. ‘Dat betekent niet dat ik eenzaam ben’, vertelt Diederik. Hij kan weinig met een vraag als: hoe gaat het met je? Zijn moeder vertelt dat hij zo’n vraag meestal ook niet serieus neemt. ‘Dat komt doordat hij zelf die interesse in anderen helemaal niet heeft of kent.’ In het verleden is Diederik naar de club van de kerk geweest, maar dat was geen succes. ‘Ik voel me twee keer zo oud dan ik ben’, vertelt Diederik. ‘Ik heb niet veel aansluiting met mijn leeftijdgenoten, ik vind het al snel te druk.’

GezinVoor het gezin van Johan en Suzanne is het heel in-tensief. Suzanne: ‘Het is fijn dat het benoemd wordt bij het huisbezoek en dat er in de kerk voor gebeden wordt – maar dan meer in algemenere zin, voor opvoe-dingsproblemen bijvoorbeeld. Het is goed dat mensen betrokken zijn bij wat er in je gezin gebeurt. Ook voor leidinggevenden vind ik het belangrijk dat ze weten wat er speelt. Meestal is dat niet het eerste wat ik vertel; ik laat Diederik altijd even ‘blanco’ beginnen. Maar na een tijdje is het goed om te vertellen wat er aan de hand is. En andersom vind ik het belangrijk dat wij weten wat er gebeurt in het kerkelijke jeugdwerk.’

Tips voor leidinggevenden• Wees betrokken bij de ouders en bij het kind. Verdiep

je in de situatie van het gezin en wees geïnteresseerd naar de ontwikkelingen.

• Overleg met de ouders wat wel of niet geschikt is voor een kind. Wil het kind liever in een kleine groep? Of juist in een groep met een hoger niveau?

• Voorbespreken wat er op club of catechisatie gaat gebeuren, is een handig hulpmiddel. Zo weet een kind wat er komt!

• Lees eens een boek over autisme of ADHD.

interview: CoCky drost ontWIKKElInGs- psycHolooG En bEtroKKEn bIJ HEt KInDErWErK van DE HGJb En HEt proGramma GEzInnEn

Page 16: Generator - nummer 3

16    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Om privacyredenen zijn de na-men in dit artikel gefingeerd.

Ontwikkelings-stoornissenHet syndroom van Asper-ger is een specifieke vorm van autisme, die gepaard gaat met een gemiddelde tot hoge intelligentie. Mensen met dit syndroom vinden sociale interactie moeilijk en kunnen zich niet in anderen inleven.

PDD-NOS wordt ook wel een ‘vergaarbak’ van aan autisme verwante stoornissen genoemd. Mensen met PDD-NOS vinden interactie tussen mensen ingewikkeld. Ze kunnen zich niet inleven in anderen en vinden het moeilijk als dingen anders gaan dan gepland.

ADHD is een concentratie-stoornis die gepaard gaat met hyperactiviteit. Mensen met ADHD kunnen niet lang met hetzelfde bezig zijn, worden snel afgeleid en zijn vaak druk.

Moeder Maaike: ‘Je moet kijken naar de mogelijkheden van een kind’

Maaike is moeder van vijf kinderen, van wie er drie ADHD hebben. ‘Mensen zeggen wel eens tegen me: ‘Wat lijkt me dat moeilijk!’ Maar je bent erin gegroeid. Ik ben gewend aan energieke kinderen. Het is gewoon mijn gezin.’

Positieve aandachtNiet alle drie kinderen hebben ze in even sterke mate ADHD. ‘Jasper van 15 heeft een vrij milde vorm. Hij draait overal gemakkelijk in mee. Tom van 10 heeft het in combi-natie met PDD-NOS. Dat maakt het veel zwaarder.’Kinderen met ADHD krijgen vaak negatieve feedback. ‘Je vervalt bij zulke kinderen heel vaak in negatieve communi-catie. ‘Hou je mond! Zit eens stil!’ Sommige kinderen leggen dat naast zich neer, maar Tom neemt het heel serieus. Hij heeft daardoor een negatief zelfbeeld. Kritiek kan hij niet relativeren. Alles komt erg hard binnen. Dat vind ik heel erg om te zien.’‘Positieve aandacht is ontzettend belangrijk’, vertelt Maaike. ‘Je moet kijken naar de mogelijkheden van een kind. Posi-tieve dingen kunnen zo helend zijn!’

GewoonMaaike heeft haar kinderen altijd gewoon meegenomen naar de kerk. ‘Ze horen erbij, dus ik heb nooit overwogen om ze thuis te laten. Ik heb ook nooit commentaar gehad op mijn kinderen. Ik ben heel open en soms ontstaat er een gesprek, waarbij ik uitleg dat het bij mijn kinderen hoort. Ik ervaar daarin dus geen problemen. Dat heeft, denk ik, ook te maken met een stuk acceptatie van jezelf: dit hoort er nu eenmaal bij.’De kinderen gaan ook naar catechisatie en club. ‘Ik vind dat mijn kinderen niet anders behandeld moeten worden om-dat ze nou eenmaal zo zijn. Zo van: het was wel fout, maar omdat jij ADHD hebt, krijg je geen straf. Fout gedrag, ook al heeft het te maken met concentratieproblemen, is gewoon fout gedrag.’Maaike gaat niet meteen naar leidinggevenden toe om te vertellen wat er met haar kinderen aan de hand is. ‘Ik laat het aan Jasper zelf over of hij er iets over vertelt.

Hij is er terughoudend in. Tom is heel anders. Als hij zich voorstelt, is het: ‘Hallo, ik ben Tom en ik heb PDD-NOS.”Met Tom is er onlangs een conflict geweest op club. ‘Tom was daarvan erg overstuur. Ik vraag me dan af of ik contact moet opnemen. Misschien is het handig dat ze weten wat er aan de hand is.’

HartverwarmendMaaike vertelt dat ze betrokkenheid erg op prijs stelt. ‘Een ouderling hoorde dat onze kinderen ADHD hebben en wilde met ons praten. Gewoon om te horen hoe het voor ons is, wat we moeilijk vinden. Dat was hartverwarmend!’Maaike ziet haar situatie niet als een heel zwaar geval. ‘Ik ken mensen die veel pittigere problemen hebben. Maar ik maak me wel eens zorgen over de toekomst van mijn kinde-ren. Zullen ze later kunnen studeren of trouwen? Het ís een zorg en daar mag best voor gebeden worden.’ Voor Maaike hoeft het niet expliciet van de kansel te worden afgekon-digd. Maar gebed en medeleven is altijd goed. ‘Uiteindelijk zijn het kinderen van de gemeente, je bent er samen verant-woordelijk voor.’

Tips voor leidinggevenden• Als je een kind met ADHD aanspreekt, moet je goed oplet-

ten of je echt contact hebt. Als je geen oogcontact hebt, komt contact vaak niet binnen.

• Kinderen met ontwikkelingsstoornissen zijn vatbaar voor plagerij. Ze kunnen op sociale situaties ‘knullig’ reageren, omdat ze nog niet geleerd hebben hoe ze ermee om moe-ten gaan. Houd dat in de gaten.

• Kinderen met autisme hebben vaak iets waar ze op dat moment helemaal in opgaan, een preoccupatie. Het nieuwe kippenhok bijvoorbeeld of een voetbalteam. Probeer te achterhalen wat het is en haak hierop in.

• Abstracte begrippen als ’een poosje’ en ‘even’ zijn te on-afgebakend voor kinderen met autisme. Geef liever een exacte tijd aan.

• Als je ziet dat een kind storend bezig is, is het handig om hem even uit te situatie te halen en dit gedrag op een andere plek te doorbreken.

• Humor is erg belangrijk. Lach gewoon eens om dingen die mis gaan.

• Geef positieve aandacht, kijk naar de mooie kanten van de kinderen. Schakel de kinderen in!

Pastoraat

Page 17: Generator - nummer 3

De kern

In de afgelopen jaren heeft de HGJB op verschillende manieren nagedacht over goed jeugdwerk. Er is veel tijd gestoken in het maken van materiaal. Er is veel contact geweest met mensen die in de gemeente met jongeren werken. Er wordt gezocht naar wat God in deze tijd en in de gemeente met jongeren wil. Hierdoor heeft de HGJB niet alleen een beeld gekregen van wat er aan jongeren doorgegeven kan worden, maar vooral ook op welke manier dat het beste kan. Deze manier waarop, het hoe, is bij de HGJB vastgelegd in acht kernkwaliteiten.

Na een basiscursus gingen twee leidinggevenden kritisch nadenken hoe ze met meer structuur kinderclub zouden kunnen doen. Ze maakten samen metde kinderen aan het begin van het seizoen regels over hoe het op clubmoet gaan. Het programma werd opgesplitst in duidelijke kleineonderdelen waarvoor ze zelfs symbolen maakten. Van de ouders van eenADHD-er kregen ze tips om een meer veilige structuur te bieden...

De kernkwaliteiten zijn ontwikkeld om iedereen die met en voor jongeren werkt, te helpen dat werk met kwaliteit te doen. Leidinggevenden krijgen handvatten om hun manier van werken met jongeren te toetsen en zich te ontwikkelen. Daarnaast kunnen beleidsmakers aan de hand van de kernkwaliteiten aandachtsgebieden voor de ontwikkeling van het jeugdwerk kiezen.De HGJB gebruikt de kernkwaliteiten ook als uitgangspunt voor de ontwikkeling van materiaal, in de advisering voor gemeenten en uiteraard in de eigen manier van werken. In de cursussen, de materialen en een gesprek met een jeugdwerkadviseur zul je deze HGJB-kernkwaliteiten steeds weer tegenkomen.

Kernkwaliteiten in GeneratorIn ieder nummer van Generator staat één van de kernkwaliteiten centraal. Er wordt beschreven wat die kernkwaliteit betekent voor de leidinggevenden zelf, voor het programma en de jongeren. In dit nummer is dit de kernkwaliteit doelmatige structuur.

HGJB-kernkwaliteiten

Werken met

deel 3: Doelmatige structuur

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    17

Page 18: Generator - nummer 3

De acht kernkwaliteiten zijn:1. Integrale visie - er wordt gewerkt vanuit een totaalvisie op alles wat er in de gemeente met en voor jongeren gebeurt.

2. Doorleefd geloof - al het werk vindt plaats voor het aan -gezicht van en tot eer van de drie-enige God.

3. Liefdevolle relaties - er wordt gewerkt vanuit de opdracht jongeren lief te hebben.

4. Wervende openheid - het werk is aantrekkelijk voor nieuwkomers, zowel van binnen de gemeente als daarbuiten.

5. Doelmatige structuur - het werk heeft een vaste structuur die dienstbaar is aan de doelstelling.

6. Dienstbaar leiderschap - degene die met jongeren werkt, ondersteunt, motiveert en begeleidt jongeren in hun navolging van Christus.

7. Herkenbare context - het werk neemt het leven en de leefwereld van jongeren als uitgangspunt.

8. Persoonlijke inschakeling - ieder wordt ingeschakeld met zijn of haar persoonlijke gaven en talenten.

HGJB-kernkwaliteiten, een paar redenen:• ‘Hart hebben voor jongeren’, komt niet

aanwaaien of is geen gemoedsgesteldheid, maar vraagt om een constante investering. Kernkwaliteiten dwingen je om na te denken over en bewust te investeren in het werken met jongeren.

• Veel leidinggevenden moeten zelf uitzoeken hoe ze aan de slag kunnen gaan met jongeren. Leidinggevenden, maar ook bijvoorbeeld predikanten en jeugdouderlingen krijgen hierin weinig begeleiding. Kernkwaliteiten maken inzichtelijk welke vaardigheden leidinggevenden nodig hebben en waarin ze kunnen groeien.

• Het werken met jongeren is een opdracht van God en net zo wezenlijk als al het andere werk in de gemeente. Van eredienst tot jeugdwerk – alles heeft betekenis voor Hem. Kwaliteiten geven kaders en helpen het werk dat met en voor jongeren wordt gedaan, te ontwikkelen en inhoudelijk te laten groeien.

• We willen jongeren vooral begeleiden in het leren leven als christen. Hoe zouden we dat beter kunnen doen dan dit zelf voor te leven? Kernkwaliteiten laten, wanneer ze toegepast worden in de praktijk, veel zien van wat we aan jongeren willen doorgeven. Kinderen leren bijvoorbeeld bidden doordat ze leidinggevenden met en voor elkaar zien bidden.

18    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Niets isKernkwaliteit: Doelmatige structuur

Page 19: Generator - nummer 3

De kern

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    19

Tot hun recht komenTen slotte zijn er de jongeren zelf. Ook zij hebben een heldere structuur nodig. Ze moeten weten waar ze aan toe zijn en wie welke taken en verant-woordelijkheden heeft. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen die struc-tuur hard nodig hebben om sowieso te kunnen functioneren. Juist het jeugdwerk - werk met hart voor jongeren - heeft te zorgen voor een zoda-nige structuur dat ieder kind, tiener of jongere tot zijn of haar recht komt. Zonder een heldere structuur, komt je programma niet uit de verf, bestaat het werk uit losse flodders en kun je nauwelijks werken aan de andere zeven kernkwaliteiten. Niet voor niets begint God eerst met deze aarde te ordenen voordat mens en dier een plek krijgen. Structuur, vastheid van dingen biedt basisveiligheid. Pas dan kan een mens zich echt ontplooien.

Precies genoegJeugdwerk heeft naast een inhoudelijke ook een organisatorische kant. Om te voorkomen dat je daar iedere keer opnieuw over moet nadenken, maak je bepaalde afspraken: over het gebouw, de frequentie, de werkwijze, de verantwoordelijkheden, enz. Zo krijgt het jeugdwerk een structuur die – als het goed is – houvast geeft. Het is de kunst om te werken met een structuur die precies genoeg regelt – niet teveel en niet te weinig. De struc-tuur is daarbij geen doel in zichzelf, maar middel. Het gaat erom dat de structuur dienstbaar is aan de doelstelling. Als dat niet meer of minder het geval is, moet de structuur dus aangepast worden. Daarom is het belangrijk om de structuur regelmatig te evalueren: werkt hij nog, waar en hoe kan hij verbeterd worden? Hierbij dient de manier van werken steeds getoetst te worden aan wat je met het onderdeel wilt bereiken (kernkwali-teit Integrale Visie).

Niets is vanzelfsprekendKernkwaliteit: Doelmatige structuur

tekst: kees zeelenBergKEEs Is JEuGDWErKEraDvIsEur bIJ DE HGJb En ontWIKKElt bElEID En matErIalEn voor vErscHIllEnDE plEKKEn In DE GEmEEntE

Dat het op de club van deze leidinggevenden goed gaat, is best mogelijk. Dat het goed zal blijven gaan, is zo goed als uitgesloten… Want een club heeft gewoon structuur nodig,

zeg maar: een duidelijke organisatie waarbinnen steeds weer nieu-we afspraken gemaakt kunnen worden. In bovenstaand voorbeeld gaat het goed zolang er zich geen problemen voordoen en zolang er geen nieuwe leidinggevenden bijkomen. Gebeurt zoiets wél, dan zal blijken: er is niet nagedacht over een structuur die voorziet in nieuwe situaties en het opvangen van acute problemen.

Onderdeel van het geheelVoortdurende bezinning op de doelmatigheid van de structuur is dus nodig! Daar komt nog bij dat een bepaalde vorm van jeugd-werk niet op zichzelf staat. Het maakt onderdeel uit van het gehéél aan jeugdwerk dat binnen de gemeente voor en met jongeren wordt gedaan. Misschien weet je als leiding inderdaad precies wat je doet en waarom. Maar zijn de andere leidinggevenden (van an-dere onderdelen) daarvan op de hoogte? Is er afstemming binnen de jeugdraad? Worden ervaringen en ontwikkelingen met elkaar gedeeld? Alleen dát al vraagt om een structuur die duidelijk maakt wie wat doet en waarom. Ook om het werk goed te kunnen evalue-ren, is structuur nodig.

‘We hebben een hekel aan vergaderen. Als het even kan, doen we dat dus ook niet en maken we gewoon afspraken tussendoor. Meestal gaat dat wel goed. Dat komt ook doordat we al jaren met z’n vieren een team zijn. We weten zo langzamerhand wel wat we moeten doen.’

Page 20: Generator - nummer 3

De kern

20    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Niet vanzelfNiets lijkt vanzelfsprekender aanwezig te zijn als structuur , maar niets is zo schadelijk voor het jeugdwerk als het ontbreekt. Structuur is de voorwaarde voor inhoudelijk werk, maar die structuur is er niet van-zelf. Je kent vast die programma’s wel op televisie over begeleiding van ouders met opvoedingsproblemen. Ouders doen hun uiterste best, maar heel vaak blijkt het ontbreken van een duidelijke structuur de bottleneck en oorzaak van problemen. Jongeren en ook ouderen zijn gebaat bij een heldere structuur, een heldere communicatie ervan en een consequente naleving. In het jeugdwerk is dat niet anders. Veel ordeproblemen zijn terug te leiden tot het ontbreken van duidelijk-heid en structuur.Zorg dat je met elkaar nadenkt over:• de verankering van het werk in het geheel van alles wat er met jon-

geren wordt gedaan,

Ergens in de la bij ons thuis ligt een zwart-wit notitieboekje. Als het zo af en toe eens ter sprake komt, zeggen onze kinderen: ‘Oh ja, het boekje!’ Meestal wordt er dan een stevige zucht geslaakt.

In dit boekje houden we al jaren anekdotes bij van wat we met de kinderen hebben meegemaakt. Leuke dingen, grappige uitspraken, verdrietige dingen en boze briefjes die wij van de kinderen kregen als ze het niet eens waren met onze beslissingen, noem maar op. Niet dat ik elke week zit te schrijven, maar er staat genoeg in om onze oudste dochter een beetje zenuwachtig te laten zijn. Zij gaat in mei trouwen en je weet het maar nooit met een moeder die niet veel vergeet, een vader die houdt van het maken van een leuke sketch, en een boekje waaruit naar believen geput kan worden.

Tegelijk is dit boekje voor ons een ondersteuning in de doelmatige structuur. Marja houdt al jaren bij welke afspraak we met de kinderen maken op welke leeftijd. Bijvoorbeeld over hoe laat ze thuis mogen komen, onder het mom van: gelijke monniken, gelijke kappen. Je begrijpt dat wanneer het boekje te voorschijn wordt gehaald tijdens een discussie over het tijdstip van thuiskomen, er niet blij

gekeken wordt. Iedereen is plotseling super uniek, net als de situatie op dat moment. Uiteraard is het boekje niet het einde van alle tegenspraak, maar het geeft ons en onze kinderen soms houvast in het nemen van beslissingen. Daarbij is de herhaling van de uitleg waarom de dingen in ons gezin gaan zoals ze gaan, uiteraard de kracht van de opvoeding.

Structuur, al of niet uit een boekje, heeft ieder mens nodig, zeker als je de neiging hebt om elke situatie weer als een nieuwe uitdaging te zien. Ik doorbreek graag structuren, maar tegelijkertijd weet ik dat ik zonder structuur om mij heen niet kan komen tot creativiteit en min of meer verval in chaos. Prachtig als anderen je helpen bij de meest elementaire ordening van de zaken om je heen!

Krabbels van een generalist

• de taken en verwachtingen die er voor en van iedereen zijn,• de opzet van de programma’s door het jaar heen,• de stappen die je tijdens een programma doet,• de (inrichting van de) ruimte waarin het werk wordt gedaan.

In dit nummer van Generator zijn een aantal artikelen (pagina 8/9, 14/16 en 30/31) die je al concreet helpen bij het nadenken. Voor de jeugdwerkers die met de map HGJB-Tienerwerk werken, is over doel-matige structuur een praktisch werkdocument verschenen (verschijnt ook bij de map HGJB-Jongerenwerk).Laat je bij de opzet van de structuur leiden door wat goed is voor de jongeren en door de andere kernkwaliteiten. Als je bijvoorbeeld wilt werken aan liefdevolle relaties, heeft dat iets te zeggen over de fre-quentie en programma van het werk.

Kees Zeelenberg

Page 21: Generator - nummer 3

De kinderoppasdienst* is in veel kerkelijke gemeenten al jaren geleden ontstaan. Door op elkaars kinderen te passen, ontstond er een handig roulatiesysteem waardoor ouders maar een enkele keer de ochtenddienst hoefden te missen en het mogelijk werd om samen als gezin naar de kerk te gaan. Op deze manier is de kinderoppasdienst een vast onderdeel van de kerkelijke gemeente geworden. De instelling van een kinderoppas heeft naast de praktische gemakken echter ook beleidsmatige gevolgen. De kerk draagt nu een verantwoordelijkheid voor de kinderen tijdens de dienst: voor het oppaszaaltje en het speelgoed, voor de verzorging van de kinderen, maar óók voor hun geloofsopvoeding. In dit artikel wordt toegelicht waarom de gemeente met die verantwoordelijkheden aan de slag zou moeten gaan en waar zij op moet letten.

de eerste kennismaking met de kerk

‘Jongeren een volwaardige plaats geven in de eredienst en andere ontmoetingen in de gemeente’

Schijf van vijf | Gemeente en eredienst

over mogelijkheden voor de geloofsoverdracht aan 0-4 jarigen

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    21

Page 22: Generator - nummer 3

Basis voor geloofsopvoedingBij veel kinderoppasdiensten wordt op dit moment alleen ‘verzorgd’ en ‘opgepast’. Veel mensen hebben er geen weet van dat zij op dat moment ook al bezig zijn met geloofsopvoeding. De basis voor de geloofsontwik-keling wordt namelijk al op heel jonge leeftijd gelegd. Het gaat dan om het ontwikkelen van een stukje ver-trouwen en veiligheid in anderen, met name anderen die gekoppeld worden aan ‘God’ (zie vorige alinea). Veel mensen denken dat je pas vanaf 4 of 5 jaar bezig kunt gaan met de activiteiten op het gebied van geloofsover-dracht. Maar dit is ook op veel jongere leeftijd al moge-lijk! Met een kind van 1 kun je al heel eenvoudige liedjes zingen of met hem/haar bidden. En met een kind van 2 kun je aan de hand van een prentenboekje al een kort en makkelijk bijbelverhaal vertellen. De kerk hoeft dus niet te wachten met de geloofsopvoeding tot het kind naar de zondagsschool, kindernevendienst of kerkdienst gaat. Geloofsopvoeding vindt ook al plaats op de kinder-oppasdienst en zou daar een nog veel explicietere plaats moeten krijgen.

Door de kinderoppasdienst gaan kinderen al op jonge leeftijd mee naar de kerk. Dat is een prachtige ervaring: ze horen er helemaal bij (zoals de doop ook zegt) en ze hebben hun eerste ontmoeting met de kerk en haar ge-meente. Deze eerste ontmoeting vormt ook hun eerste beeld van wat de kerk is en wat gemeente-zijn inhoudt.Doordat jonge kinderen associatief leren, koppelen zij alles wat ze tijdens de kinderoppasdienst horen, zien en ervaren aan het woordje ‘kerk’. De kerk... dat is: ‘die lieve juf’, ‘dat kapotte speelgoed’, ‘spelen met m’n vriendje’ of ‘dat nare donkere lokaaltje’. Als er een goede sfeer op de oppas is, zullen de kinderen zich een positief beeld van de kerk vormen. Is het vervelend op de kinderoppas, dan zal dit beeld negatief zijn. De kinderoppasdienst is dus veel meer dan een ‘simpele oppasvoorziening’. Het is bepalend voor het beeld dat kinderen zich vormen van de kerk en het gemeente-zijn!

Godsbeeld ontwikkelenZoals kinderen zich door ervaringen een beeld vormen van de kerk en de gemeente, ontwikkelen zij ook op associatieve wijze een beeld van wie God is en voor hen wil zijn. Of je tijdens de oppas nu uitgebreid praat over God of niet, de kinderen weten vaak al dat de oppas bij de kerk hoort en dat de kerk bij God hoort. Daardoor koppelen zij hun ervaringen met de kerk (en dus van de kinderoppasdienst) ook aan God. Wanneer er daarnaast tijdens de oppas ook gesproken, gezongen of verteld wordt over God, zal dit verband alleen maar versterkt worden.Voor kinderen is ‘God’ een abstract begrip. Zij kunnen God niet zien, niet voelen en niet horen. Maar ze kun-nen wel over God horen, bijvoorbeeld door bijbelverha-len en liedjes Jonge kinderen vormen zich dan ook een Godsbeeld door deze dingen, maar vooral ook door de mensen die met hen omgaan. Dat maakt dat ‘oppassen’ tijdens de kinderoppasdienst meer is dan aanwezig zijn. Dat wat de oppasser zegt, vertelt en doet, is medebepa-lend voor het Godsbeeld dat kinderen ontwikkelen.

Geloofsopvoeding vindt al plaats op de kinderoppasdienst en zou daar een nog veel explicietere plaats moeten krijgen

‘Jongeren een volwaardige plaats geven in de eredienst en andere ontmoetingen in de gemeente’

Schijf van vijf | Gemeente en eredienst

22    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Page 23: Generator - nummer 3

Ingroeien in de gemeenteTen slotte is de kinderoppasdienst dé plek om kinderen te laten ingroeien in de gemeente en haar tradities. In veel gemeenten wordt er verwacht dat kinderen vanaf 6 à 7 jaar ‘gewoon meegaan naar de kerk’ en daar volledig meedoen. Voor jonge kinderen is de stap van de oppas waar ze lekker vrij mogen spelen of waar op hun niveau een bijbelverhaal verteld wordt, naar een liturgische kerkdienst waar ze stil moeten zijn en stil moeten zitten, wel erg groot. Bovendien begrijpen ze vaak niet goed wat daar gebeurt.Natuurlijk is het een taak van de ouders om de kinderen op de kerkdienst voor te bereiden en hen te vertellen wat er gebeurt en waarom. Maar daarnaast is de kinderop-pasdienst een prachtige plek om kinderen op de kerk-gang voor te bereiden!Zo kun je bijvoorbeeld met de oudste kinderen mo-menten van voorbereiding organiseren. Je kunt dan de verschillende onderdelen van de liturgie en de sa-cramenten uitleggen. Je kunt hen dingen laten zien, horen en met hen over deze dingen spreken. Je kunt hen

eens meenemen naar een (gedeelte van de) dienst en er daarna samen over doorspreken. Kortom: er kan gewel-dig gebruik gemaakt worden van de kinderoppasdienst om de kinderen te begeleiden naar het ingroeien in de gemeente en haar tradities.

Niet zomaar oppasenDe kinderoppasdiensten zijn dus niet zomaar ‘kerkelijke oppasadresjes’. Kinderen hebben daar hun eerste ont-moeting met de kerk en de gemeente. Ze vormen zich door de kinderoppas een beeld van de kerk, de gemeente én van God. De kinderoppasdienst is een prachtige plek om al op jonge leeftijd bezig te zijn met geloofsopvoe-ding én de kinderoppasdienst biedt mooie gelegenhe-den om de kinderen te laten ingroeien in de gemeente en haar tradities. Al met al dus reden genoeg om de kinderoppasdienst niet zomaar te laten voortbestaan, maar als gemeente eens serieus na te denken over hoe de kinderoppas op dit moment ingevuld wordt en hoe ze in de toekomst ingevuld kan worden.

Door de HGJB wordt ook nagedacht over de geloofs-overdracht aan de allerklein-sten van de gemeente. Het is de bedoeling dat er in 2010 concrete materialen worden ontwikkeld.

*ook wel ‘crèche’ of kortweg ‘(kinder)oppas’ genoemd

jaColien Hoek-kruitHof

tekst: fenny den Boer - van der HeidenJEuGDWErKaDvIsEur HGJb En afGEstuDEErD op HEt onDErWErp DE GEloofsovErDracHt aan 0-4 JarIGEn

‘Jippie, we gaan naar de kerk!’, roept mijn jongste dochter van 3 als ik bij het wakker worden vertel dat

het vandaag zondag is. Ik realiseer me dat het op zich niet ‘de kerk’ is waar ze zo blij om is… In haar hoofd roept

het woordje ‘kerk’ de associatie op van ‘lekker spelen met mijn vriendinnetje’. Toch krijg ik een blij gevoel van haar spontane uitroep.

Ze heeft op deze manier toch maar een positief beeld van de kerk! Ik voeg er nog twee heel praktische ideeën aan toe... Idee 1Plan tijdens de kinderoppasdienst een kort bijbelmomentje in. Doe dit op een vast tijdstip en zorg ook voor een vaste plek om te zitten. Dit kan een knus ingericht plekje zijn in het oppaslokaal, bijvoorbeeld in een hoekje waar wat lekkere kus-sens liggen of een andere ruimte. Jonge kinderen hebben behoefte aan een veilige en overzichtelijk plek. Zorg tijdens het bijbelmoment voor een vaste structuur. Bijvoorbeeld: het voorlezen van een kort bijbelverhaal uit een geschikte kinder-bijbel of bijbelboekje, het zingen van een liedje, een kort gebed en tot slot nog een liedje. Neem de rust en de ruimte, zodat kinderen de gelegenheid hebben om een vraag te stellen, op hun eigen niveau. Daarna gaan de kinderen gewoon weer verder met hun spel.

Idee 2Neem de kinderen van de oppas mee naar de doopplechtigheid tijdens een doop-dienst. Zorg ervoor dat de kinderen niet te lang hoeven te zitten. Het gaat erom even te ervaren wat er gebeurt bij het dopen van een kindje. Temeer omdat zij er zelf als ‘gedoopte kinderen van de gemeente’ ook helemaal bij horen. Overleg van te voren met de predikant wat een geschikt moment is om even binnen te komen. Reserveer eventueel de voorste bank of laat de kinderen om het doopvont heen staan. Na het dopen gaan de kinderen weer de kerk uit. In de kinderoppasdienst houd je dan nog een kort gesprekje over wat er in de kerk gebeurd is. Wat is het mooi om zo hun eigen doop al heel voorzichtig handen en voeten geven: dit is ook met jou gebeurd!

Praktische ideeën

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    23

Page 24: Generator - nummer 3

24    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

‘ Van binnenuit’ in de praktijkHGJB-Jaarthema op de gemeentevloer

Hoe kun je als christen van binnenuit leven? Om die vraag draait het in missionaire jaarthema van de HGJB: ‘Van binnenuit’. Wat gebeurt er ondertussen in de gemeenten zelf? Drie verhalen uit Sommelsdijk, Molenaarsgraaf en Waddinxveen.

Verslag van een toerustingsavond ‘Van binnenuit’ (Sommelsdijk)

Naar goede gewoonte startten we het seizoen met een toerustingavond voor leidinggevenden. Rick van Elk - jeugdwerkadviseur van de HGJB - leidde ons door het jaarthema ‘Van binnenuit’.

We begonnen de avond met een binnenkomer; kaartjes met mooie eigenschappen zoals liefdevol, mild, vriendelijk, zachtmoedig en trouw lagen uitgestald op de tafel. Iedereen mocht een eigen-schap in de kraag van een ander ‘knijperen’, een eigenschap die we bij de persoon in kwestie vonden passen. Bemoedigend hoe anderen jou zien!Vervolgens dachten we na over onze netwerken: welke mensen komen we zoal tegen in ons leven? Sommigen vaak, anderen zelden; sommigen kennen we goed, anderen zien we alleen maar dagelijks op de fiets voorbij komen. Hoeveel van de mensen in je netwerk zijn geen christen? En wat kun jij als christen betekenen voor hun leven?

LezenWe lazen Mattheüs 4:18-5:2 en 5:13-18, het gedeelte waarin Jezus Zijn discipelen roept en toerust. We stelden ons bij het lezen de vraag hoe Jezus van deze mannen Zijn discipelen maakte. Een aantal dingen vielen ons op: • Jezus zoekt de mensen op in hun eigen leefomgeving en laat

hen ook bij hun nieuwe taak (Hem volgen) hun eigen identiteit houden (vissers).

• Daarnaast leerden ze Hem niet éérst kennen, maar werden éérst Zijn volgeling. Daarna kregen ze onderwijs door bij Hem te zijn.

• Verder heeft Jezus blijkbaar hoge verwachtingen van Zijn volge-lingen: er staat niet dat ze moeten probéren zout en licht te zijn, nee, ze zijn het al.

Lijnen doortrekkenWe trokken de lijnen door naar kinderen, tieners en jongeren. Ook zij zijn gezegend met hun eigenheid en talenten. Durven we hen te laten stralen en te benoemen wat we in hen van Jezus te-rugzien? Bijvoorbeeld hun vriendelijkheid of trouw? Gebruik die manier van kijken in het seizoen als uitgangspunt! Dat stelt wel als voorwaarde dat je investeert in relaties. Dan kun je kinderen, tieners en jongeren stimuleren met hún eigenschappen zout en licht te zijn in hun netwerk.

Concrete opdracht meegevenBelangrijk is dat kinderen, tieners en jongeren in het jeugdwerk met iets concreets naar huis gaan. Een opdracht die gerelateerd is aan het onderwerp: klein, haalbaar, concreet. Vervolgens moet je er de volgende clubavond even op teruggekomen; hoe is het ge-gaan met de opdracht? Bijvoorbeeld: is het gelukt om één keer iets positiefs te zeggen over iemand en niet mee te doen met kwaad-spreken? Ach… zijn we nu echt zo anders dan onze doelgroep?

Al met al een échte toerustingavond, waarbij we zelf het thema van binnenuit doorleefd hebben.

Page 25: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    25

De tienerclub ‘Van binnenuit’ (Molenaarsgraaf)

Wat doe je als tienerclub met het thema ‘Van binnenuit’? We nemen een kijkje in een gemeente waar tijdens het startweekend gewerkt is met het jaarthema en waar ze gedurende het hele jaar hier handen en voeten aan willen geven. Aan het woord is Marijke Koers, leidinggevende van de tienerclub ‘Immanuël’ in Molenaarsgraaf.

‘Tijdens het startweekend waren er op zaterdag laagdrempelige activiteiten; volleybaltoernooi, springkussen, barbecue. Uiter-aard wisten de tieners zich daarbij hartelijk welkom. Zondag na de dienst was er speciaal voor de tieners een programma. Hierbij is gebruik gemaakt van het door de HGJB aangereikte materiaal (Themamap). De tieners brachten hun eigen netwerk in kaart. Daarna was er de opdracht om één persoon uit hun netwerk te kiezen die geen christen is. De naam van deze persoon werd met

stift op een waxinelichtje geschreven. Die ging mee naar huis, met de opdracht voor deze persoon te bidden.’

Hechte vriendengroepen‘Tijdens de eerste clubavond was er een aanwas van 20 jonge tie-ners, zowel kerkelijk als rand- en buitenkerkelijken. Hoe dat komt? We zijn eigenlijk gewoon wie we zijn. De jongens en meiden hebben het naar hun zin. In Molenaarsgraaf zijn er hechte vrien-dengroepen onder de tieners. Als er één gaat, gaan ze allemaal mee. Voordeel is dat er maar één basisschool (christelijk) is in Molenaarsgraaf, dus ze kennen elkaar allemaal. Dit heeft wel con-sequenties voor het clubwerk. Als team zijn we bereid daar op in te spelen. Dit jaar hebben we de club gesplitst: een jongste groep die heel laagdrempelig van karakter is en waar we een stevige basis leggen voor het geloof, en een oudere groep waar we met elkaar meer diepgang zoeken. We zijn als leiding dankbaar dat zoveel tieners enthousiast en trouw komen en bidden dat deze avonden hen dichter bij God brengen.’

‘Van binnenuit’ gemeentebreed (Waddinxveen)

Het HGJB-jaarthema leent zich er bij uitstek voor om een jaar lang gemeentebreed mee aan de slag te gaan. ‘De Morgenster’ in Waddinxveen heeft gekozen alle activiteiten in het kader van ‘Van binnenuit’ te zetten. Hierbij wordt flink geput uit de HGJB-themamap. Hoe ziet de agenda er uit?

Juni 2009• Kinderen delen bloemen uit aan de buurtbewoners in de wijk.

September 2009• Startzaterdag – allerlei activiteiten voor de jeugd.• Startzondag – na de ochtenddienst een verwerkingsprogramma

voor jong en oud. Kinderen gaan aan de slag met een program-ma uit de themamap. Volwassenen spreken van hart tot hart wat er bij hen van binnen leeft.

• Start diverse clubs – de themanummers van Bouwsteen, Spirit en Cruciaal worden gebruikt.

Oktober 2009• Start bijbelkringen – in de Kolossenzenbrief geeft Paulus ons

handreikingen voor een leven ‘Van binnenuit’.

November 2009• Projectavond HGJB ‘Gewoon gastvrij’ – het diaconale project sluit

nauw aan bij het jaarthema.• Wijkavond – bijbelstudie en gesprek over een leven ‘van binnen-

uit’.

Januari 2010• Themadienst – opnieuw een dienst en een verwerkingsprogram-

ma rondom het jaarthema.• Gewoon gastvrij – kinderen, tieners en jongeren denken op clubs

en verenigingen na over gastvrij-zijn.

Februari 2010• Wijkavond – door jongeren die de uitdaging aangaan om de

gehele gemeente ‘Van binnenuit’ in beweging te zetten.• Actiemarkt voor Gewoon gastvrij – de hele gemeente is met gast-

vrijheid aan de slag.

April 2010• Wijkavond – heel praktisch: hoe leef jij ‘Van binnenuit’?

Juni 2010• Gemeentedag – afsluiter van het seizoen.

tekst: willemieke de Basen riCk van elkJEuGDWErKaDvIsEurs zuID-WEst

nEDErlanD

Page 26: Generator - nummer 3

Henny Bosman over haar werk als  plaatselijk jongerenwerker van de HgjB

26    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Interview

Page 27: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    27

interview: diane Palm

Ze staan in dienst van de plaatselijke gemeente en de HGJB: de plaatselijke HGJB-jongerenwerkers. Inmiddels zijn er acht jongerenwerkers van de HGJB actief in het land. Eén van hen is Henny Bosman (43). Zij vertelt over haar opdracht en verlangen voor het jeugdwerk van de Hervormde Gemeente Genemuiden.

Henny is zeker geen onbekende in het plaatselijke jeugd-werk van Genemuiden. Ze is er geboren en getogen en vanaf haar 16e draaide ze al mee in de zondagsschool, de club, het VBW en leidde ze een zanggroep. Toen haar vier opgroeiende kinderen alle aandacht vroegen, heeft ze wat meer op de achtergrond gewerkt, bijvoorbeeld door lessen godsdienstige vorming voor het openbaar onderwijs voor te bereiden.

Hoe ben je op het idee gekomen om zelf jongerenwerker te worden?‘Vóór mijn tijd waren er ook plaatselijke jongerenwerkers actief in Genemuiden. Ik heb hen vaak met raad en daad bij-gestaan. Daardoor ontdekte ik als vanzelf wat het betekent om jongerenwerker te zijn. Toen mijn voorganger wegging, was het een zoektocht naar een geschikte vervanger. Ergens in dat proces is toen de HGJB ingeschakeld. Op een gegeven moment stond er een advertentie in de krant: de HGJB vroeg een jongerenwerker voor Genemuiden. Ik weet nog dat het op een zaterdag was. Ik zat op de bank, mijn man en de kinderen waren ook in de kamer en ik riep: ‘Kijk hier dan! Ze vragen een HGJB-jongerenwerker in Genemuiden.’ De re-actie van m’n huisgenoten was direct: ‘Daar moet je op sol-liciteren, mam!’ Het was voor hen inmiddels al wel duidelijk wat mijn ambities waren... Maar ik durfde niet. Ik wist niet of ik er wel geschikt voor zou zijn. Ik dacht: ‘Moet ik dit wel willen in mijn eigen woonplaats? Thuis met vier kinderen is er toch genoeg te doen? En een theologische opleiding heb ik ook niet echt...’ Dus ik durfde niet, maar dat begrepen ze niet. Zij zeiden: ‘Nu heb je de kans en dan doe je het niet!’ Ik heb toen met mijn man en kinderen afgesproken dat we er samen voor zouden bidden. We spraken af dat als er voor de tweede keer een advertentie geplaatst zou worden, ik zou reageren.’

En wat gebeurde er vervolgens?‘In een gesprek met de jeugdouderling hoorde ik dat het met sollicitatiekandidaten geen storm liep. Er zou waarschijn-lijk opnieuw een advertentie geplaatst worden... Toen die advertentie kwam, heb ik geschreven, want dat had ik mijn huisgenoten beloofd. Een paar dagen nadat ik de sollicita-tiebrief had verstuurd, vroeg onze predikant op een receptie of ik misschien zin had om wat uren catechese te geven. Dat was voor mij weer een aanwijzing dat het goed was om deze stap te zetten. Na gesprekken met de HGJB en de gemeente werd ik op zondag 26 september 2008 tijdens de startdienst van het winterwerk bevestigd. En ik vind het nog steeds heerlijk om te doen. Thuis lukt het gelukkig ook, al is het wel eens improviseren. Vooral op maandag en dinsdag als ik catechisatie geef.’

Je bent aan de slag gegaan als plaatselijk jongerenwerker, hoe ervaar je het nu?‘Ik blijf het werk spannend vinden. Er zit in ieder geval beslist geen routine in. Tenminste, bij mij niet. Je werkt met mensen en dat pakt iedere keer weer anders uit. De catechi-satie vind ik soms best lastig. Jongeren kunnen heel moei-lijke vragen stellen waar je niet zomaar even antwoord op geeft. Aan de andere kant is het heel bijzonder om te mer-ken dat ze met wezenlijke onderwerpen bezig zijn. Hoe kan ik nu weten of ik een kind van God ben? Wat kan ik wel/niet doen als christen? Wat is bekering nu eigenlijk? Het is heel bijzonder als je daar met hen over kunt praten en hen kunt helpen om antwoorden te zoeken. Ik vind het mooi om hen te laten zien dat de Bijbel vaak antwoorden geeft.’

‘Ook het contact met leidinggevenden vind ik erg leuk. Ik luister naar hun verhalen uit de praktijk en situaties die ze moeilijk vinden. Meestal kan ik goed met hen meevoelen, omdat ik op catechisatie dezelfde dingen tegenkom. Ik wil hen graag verder helpen, ideeën aan de hand te doen hoe het anders zou kunnen, enzovoorts. Daarnaast ga ik het gesprek aan met ouders van de gemeente. Zo zijn we dit sei-zoen gestart met drie avonden over een onderwerp dat met de geloofsopvoeding te maken heeft. Ik vind het altijd een uitdaging om ouders aan het denken te zetten, soms maar door één enkele opmerking. Als je dan later van hen hoort dat ze het heel waardevolle avonden vinden, dan denk ik: ‘Fijn dat God mij daarvoor wil gebruiken.” Wat is volgens jou de meerwaarde van een professioneel jongerenwerker die in dienst is van de HGJB?‘De jongerenwerker kan in de gemeente een heel eenzame positie hebben. Je loopt de kans dat je nergens bij hoort, want je bent geen ambtsdrager en geen leidinggevende. Je zit er een beetje tussenin. Daarom vind ik het fijn dat ik een HGJB-jongerenwerker ben. Af en toe hebben we overleg met andere jongerenwerkers van de HGJB. Je kunt dan je verha-len en soms ook frustraties kwijt en je doet nieuwe ideeën op die je in je eigen gemeente kunt gebruiken. Ook vind ik het waardevol om op z’n tijd een gesprek te hebben met ie-mand van de HGJB die je coacht. In mijn geval is dat Harry van der Kamp van kantoor Putten. Als je volop aan het werk bent in de gemeente, ben je soms even het overzicht kwijt omdat je er zelf middenin zit. Ik zeg vaak dat Harry mij een spiegel voorhoudt waarin ik mezelf en mijn functioneren kan zien. Hij geeft mij ideeën en tips voor dingen waarmee ik bezig ben. Twee weten nog altijd meer dan één! Omdat ik verbonden ben met de HGJB, zit ik dicht bij het vuur als ik iets wil weten of nodig hebt. En dat werkt weer in het voor-deel van de gemeente.’

Page 28: Generator - nummer 3

28    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Kun je daar een concreet voorbeeld van geven?‘Wij hebben hier twee actieve jeugdouderlingen en een jeugddiaken. Zij krijgen ontzettend veel op hun bord. Soms ook dingen die niet direct met het jeugdwerk te maken hebben. Binnenkort gaan wij (Harry, de jeugdouderlingen en ik) om de tafel om eens te kijken wat nou echt de taak van een jeugdouderling is en of ze daar wel genoeg aan toe komen. Soms is het nodig om mensen te beschermen tegen al het werk dat op hen afkomt.’

Hoe ziet een gemiddelde werkdag er voor jou uit?‘Ik werk voor 24 uur per week in Genemuiden. Dat betekent niet dat elke week precies in dat schema past. De ene week werk ik 32 uur en de andere week zijn het bijvoorbeeld 21 uren. Ik begin elke morgen meestal om 8.15 uur. Mijn kan-toor is de huiskamer en mijn bureau is de eetkamertafel. Als mijn laptop is opgestart, begin ik met de mail. Dat neemt soms wel een uur in beslag, maar op die manier kan ik al heel wat regelen. Even overleggen met de jeugdouderlingen gaat via de mail heel gemakkelijk. Vervolgens moet ik vaak een vergadering voorbereiden of iets schrijven wat met beleid te maken heeft. Verder ben ik momenteel bezig met het opzetten van jeugdpastoraat. Ik heb daar een plan voor geschreven en nu zoek ik mensen die daaraan willen mee-werken.’

Waarom juist jeugdpastoraat?‘Er zijn nogal wat jongeren die het niet gemakkelijk heb-ben. Jongeren voelen zich vaak eenzaam, hebben thuis problemen of komen in aanraking met geweld. Wij vinden het belangrijk dat we als gemeente om jongeren heen staan: naar hen luisteren, aandacht geven en hen laten zien dat God hen belangrijk vindt. Zo belangrijk zelfs, dat de Heere Jezus Zijn leven voor hen gegeven heeft. Zeker in een grotere gemeente kunnen jongeren heel gemakkelijk verdwijnen. Dat willen we niet. Daarom proberen we door jongerenpas-toraat alle jongeren aandacht te geven.’

Wat staat er momenteel nog meer op de agenda?‘Naast jongerenpastoraat ben ik ook bezig om te kijken hoe we dingen integraal kunnen oppakken. Wij leggen bijvoorbeeld dit seizoen heel veel nadruk op persoonlijk bijbellezen. Jongeren vinden dat moeilijk, haken daardoor vaak af. En ook in gezinnen gaat de Bijbel lang niet altijd open, terwijl dat juist de momenten zijn waarop God tot ons spreekt. Daarom hebben we in de jeugdraad een aantal

dingen bedacht hoe we het persoonlijk bijbellezen kunnen stimuleren. Ook ouders wijzen we tijdens bijvoorbeeld een opvoedingsavond op hun rol daarin. Tijdens de opening van de bijbelkringen ging het over bijbellezen, op de cate-chisatie vraag ik aan catechisanten of ze het leesrooster uit het boekje thuis willen lezen. Ook tijdens het huisbezoek wordt er gepraat over het bijbellezen en in de Bijbelleesweek ging de kerkdienst en de preekbespreking over bijbellezen. Dat is, denk ik, een mooi voorbeeld van integraal iets aan-pakken. Zo sta je ook als gemeente op allerlei manieren om jongeren heen.’

Op welke momenten is het spannend om jongerenwer-ker te zijn?‘Ik ervaar zelf dat je als jongerenwerker vaak tussen gene-raties in staat. Jongeren vinden tradities minder belangrijk en willen vernieuwen. Ouderen willen graag vasthouden wat ze hebben. En zowel jongeren als ouderen vinden dat ze gelijk hebben. Ik probeer altijd te zoeken wat er in de Bijbel staat, want discussies over uiterlijkheden zijn soms gemak-kelijker te voeren dan een gesprek over wie God is en wat Hij wil. En dáár kunnen we elkaar juist in vinden. Dat is soms een hele zoektocht. Wat betekent het om gereformeerd te zijn? Ook best een lastige vraag waar menigeen geen ant-woord op weet. Maar wel goed om daar met elkaar over te praten, want dat raakt de kern van het geloof.’

Tot slot, wat stimuleert jou om door te gaan?‘Ik hoop echt dat ik door mijn werk een steentje bij kan dra-gen aan de geloofsopvoeding van jongeren. Dat ze de Heere Jezus ook echt gaan zien als hun Verlosser en Hem met hun leven daarvoor willen danken. Ik hoop ook dat ouderen en jongeren elkaar daarin vinden en elkaar bijstaan. Niet ieder-een op zijn eigen eilandje, maar samen als gemeente; als een (h)echte gemeenschap der heiligen.’

‘Voor mij persoonlijk is het belangrijk om verbonden te blijven met God. Je doet zo gemakkelijk je eigen dingen. Vorige week hadden we een vergadering waarop we met elkaar nadachten over ‘wandelen met God’. Ook als jonge-renwerker heb je dat nodig. Ik probeer elke dag voordat ik aan het werk ga, te bidden of God mij wil laten zien wat ik moet doen, welke beslissingen ik moet nemen. En of Hij het werk dat ik doe, wil zegenen. Alleen dan is het goed en kun je dit werk volhouden.’

‘We spraken af dat als er voor de tweede keer een advertentie geplaatst zou worden, ik zou reageren’

met kantoor Putten, omdat ik verantwoordelijk ben voor de uitzendpraktijk van de HGJB. Wij gaan dan intensief in gesprek, doen met elkaar een beleidsverkenning, stellen samen met de gemeente profielen op en starten een selectie-procedure. Samen komen we toteen werkplan waarin we afpreken wat we in ieder geval gaan doen. Vrijblijvend is het niet, ook niet voor ons. Er wordt ook achter de schermen door coaches en jeugdwerkadviseurs veel geïnvesteerd in de gemeenten waar een jongerenwerker is gestatio-neerd. Maar de vruchten zien we! Ik ben er heel enthousiast over en het raakt me ook persoonlijk als ik zie wat plaatselijke HGJB-jongerenwerkers bewerken.’

en predikanten ondersteunen. Er is grote vraag naar, omdat iedereen die zich bezighoudt met onze kinderen en jongeren goede profes-sionele ondersteuning nodig heeft. Wij bieden dat als HGJB en we hebben jarenlange ervaring. Eigenlijk zetten wij heel de HGJB in ten behoeve van een plaatselijke gemeente: materiaal, visie en beleid, sprekers of een specialist op het gebied van bijvoorbeeld missionair tienerwerk. Je krijgt het er feitelijk allemaal bij.’

Wat als gemeenten zelf willen nadenken over de mogelijkheden van een plaatselijk jonge-renwerker?Gewoon contact zoeken met ons, in dit geval

‘Je krijgt het er allemaal bij’Hans Maat is verantwoordelijk voor de plaatsing en aansturing van plaatselijke jongerenwerkers van de HGJB. Zijn reactie op de meerwaarde van zo’n werker in de gemeente.

Waarom geloven we als HGJB in professionale jongerenwerkers?‘HGJB-jongerenwerkers, catecheten of mis-sionaire jongerenwerkers zijn gedreven en zeer bekwame mensen die in plaatselijke gemeenten in deeltijd of voltijd de jeugdleiders, kerkenraden

Page 29: Generator - nummer 3

Column

Naar de film en thuis voor het slapen gaan nog een stevige roman van Kluun, een hedendaagse schrijver en volbloed atheïst. In het weekend naar een grote voetbalclub om het saamhorigheidsritueel in het stadion

te vieren. Onder het genot van onvervalste Nederpop tot laat in de avond met vrienden in een stampvol café... Wees gerust lezer, bovenstaand gedrag was niet bij mijn opvoeding inbegrepen. Maar ergens denk ik: heb ik niet wat gemist?

Veel van onze jongeren hebben met bovenstaande cultuuruitingen weinig pro-blemen. Daarnaast leiden zij ook - meer of minder actief - hun kerkelijk leven waarin zij de catechese, de jv en de kerkdienst bezoeken. Bij het ouder worden zie je vaak twee reacties. Jongeren die hun uitgaansleven en deelname aan de cultuur - al dan niet angstvallig - blijven combineren. Maar ook jongeren die zich erbij neerleggen dat zo’n stijl nou eenmaal in het christenleven niet past.

Beide reacties lijken me niet helemaal gezond. Brengt onze angstige cultuurmijding of juist ons gedogend gedrag, ons met onze kinderen niet in een onhoudbare spagaat? Een spagaat tussen wat sacraal (lees heilig) en seculier (lees werelds) is. Tussen zondag en maandag, tussen kerk en cultuur gaapt blijkbaar een onover-brugbare kloof. ‘Christenen lijden massaal aan culturele annorexia, aan angst om deel te nemen aan de cultuur’, dat is mijn stelling. Kort gezegd denk ik dat velen het als volgt voelen: ’Betrokken raken op de cultuur en daar ook deel van uitmaken, is zondig. Je raakt erdoor besmet.’

Dit jaar herdachten we Calvijn. Het zou makkelijk zijn om hem de schuld te geven van mijn schizofrenie, mijn dubbelleven of juist van mijn annorexia. Maar daarmee doen we Calvijn geen recht. Hij was juist de reformator die het leven van alle dag en het Woord bijeen wilde brengen. Calvijn had waardering voor de Schepper van de cultuur en op zondag ging hij heerlijk varen met zijn bootje over het meer van Genève.

Waar is de integratie als we geloven dat Gods heilsplan de hele schepping en alles wat daarin is - dus ook de cultuur - op het oog heeft? Mijn advies aan iedere gelovige is: luister naar de cultuur. Luister en begrijp de bedoeling van een televisieprogramma! Luister en begrijp de manier waarop een schrijver een dilemma bij ons neerlegt! Wat zegt die kunstenaar met dit aanstootgevende werk? Begrijpen wij welke levensvisie en welke denkbeelden deze mensen drijven en motiveren? Kan ik het begrijpen? Kan ik het goede ervan waar-deren? Vind ik er zelfs sporen van God, de Schepper van zoveel goede dingen, in terug?

Leer reflecteren bij een open Bijbel! Zulke oefeningen zijn nodig om onze kinderen en jongeren te leren om ‘van binnenuit’ te leven. Om weerbaar te zijn en vanuit een bijbels oriëntatiekader de cultuur te leren plaatsen. Laat onze jongeren betrokken raken op de gehele schepping: de wereld van muziek, kunst, architectuur, economie, relaties, film, literatuur of sport. Niet om hierin op te gaan, maar om deze als gelovige te beïnvloeden, door de verlossende kracht van Christus te presenteren. Misschien ont-staan juist op die plekken wel stukjes van het Koninkrijk van God. Ik vraag aan iedereen die met jongeren optrekt: leer dubbel luisteren. De bekende Anglicaanse predikant John Stott noemt dat kernachtig: listening to the Word and listening to the world.

Nog één keer die anorexia. Een gevaarlijke ziekte waardoor je uit-eindelijk niet meer tegen het leven bestand bent. Je weerstand raakt op. Misschien is het hoog tijd om wat aan te komen.

Maat werk

Hans is jeugdwerkadviseur bij de HGJB en stuurt de begeleiding en advisering van plaatselijke gemeenten en jongerenwerkers aan.

Hans Maat

Culturele anorexia

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    29

Page 30: Generator - nummer 3

Lees de tekst (zie kader)t nog een keer door en maak en lijst van alle tegenstellingen die in Galaten4:1-11 staan. Bijvoor-beeld: onmondige erfgenaam – eigenaar van de erfenis…

Bijbelstudie

30    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Bevrijd van...Galaten 4 is een vooruitblik op de werkelijke climax van Paulus’ betoog: Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een sla-venjuk opleggen. Christus heeft ons bevrijd; met Zijn lijden en sterven betaalde Hij de prijs, zodat wij vrij mogen zijn, kinderen van God.Waarvan zijn wij dan bevrijd? Paulus gebruikt een crypti-sche omschrijving in vers 3: de machten van de wereld (NBV), of: de eerste beginselen der wereld (SV). Het lijkt erop dat Paulus hiermee de wet bedoelt. Hij schrijft hierover in de volgende verzen en het past ook in de context van de brief: joodse christenen pleitten bij de Galaten voor invoering van de joodse wet. Toch doelt hij op wat anders als hij schrijft de machten van de wereld. Laten we zijn woorden daarom létter-lijk nemen. Paulus zegt ‘de elementen van de kosmos’ en hij bedoelt daarmee dát wat elementair is voor de de dienst aan en het leven met God.

Elementair is brandstof in een auto. Een auto zonder dak noem je cabriolet, een auto zonder uitlaat maakt veel her-rie, maar zonder brandstof komt de auto niet tot zijn doel: rijden. De bomen voor mijn huis worden vastgehouden door de palen die er naast staan. Deze palen zijn elementair, noodzakelijk om de bomen op hun plek te houden en de jonge boompjes te helpen overleven. Paulus is bang dat de Galaten hun houvast gaan zoeken in

Kort geleden ben ik verhuisd naar een nieuwbouwwijk. In de straat voor ons huis heeft de plantsoendienst om de paar meter een jonge boom in het gras geplant. Deze weg van jonge bomen omringt de hele wijk en maakt haar nu al mooi. Over enkele jaren zullen er stevige stammen staan, elk met een groene bladerdos. Wie weet staan er ooit enorme bomen, alsof ze er altijd zijn geweest. Maar… boompje groot, plantertje dood. Dus voorlopig staan er jonge boompjes, elk met twee palen ernaast en rubberbanden om de boom te ondersteunen. Over deze jonge boompjes schrijft Paulus in zijn brief aan de Galaten.

voor je team of persoonlijk

Page 31: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    31

joodse tradities, waarvan de besnijdenis het meest in het oog springend is , maar ook voorschriften over eten , en de joodse kalender met feesten en vasten . ‘Elementair’, zeggen joodse christenen, ‘om structuur te geven aan je geloofsle-ven!’ Tradities en gewoontes bieden zekerheid, houvast.

Tussendoor: Bedenk voor jezelf of met elkaar welke tradities of gewoontes er zijn in je geloof en/of in de gemeente die als elemen-tair of cruciaal worden beschouwd. Waarom vinden jullie die zo belangrijk? Welk doel hebben ze?

Structuur als hulpPaulus houdt zijn hart vast. Hij is bang dat deze elementaire zaken, de tradities als besnijdenis, het verbod op het eten van offervlees of andere joodse gewoontes, de boventoon gaan voeren. Voor je het weet, is de structuur het doel ge-worden.Ook bij de boompjes voor mijn huis is dat zo. Het gaat om de bomen, niet om de palen die er naast staan. Nu de bo-men er net staan, bevinden hun wortels zich slechts in de bovenlaag van de aarde, de stammetjes zijn dun en zwak. Een beetje wind en regen zou die doen omvallen of krom laten groeien. Maar dat is niet de bedoeling. Daarom zijn er de twee stutpaaltjes, diep ingegraven in de grond, die de boom in de eerstvolgende jaren rechtop houden. Deze structuur helpt de jonge boom om tot zijn doel te komen: een grote zelfstandige boom worden. Het komt

erop aan dat de boom zónder die stutpaaltjes kan – en dat gebeurt ook, want na verloop van tijd staan de paaltjes de boom zelfs in de weg.

In zijn jonge jaren laat de boom vooral zijn wortels groeien. Steeds langer wordende aders strekken zich uit naar het water in de grond, naar de voedingsstoffen. Steeds dieper en wijder groeien de wortels, zodat de boom een beetje storm goed kan doorstaan.Ons woord radicaal is afgeleid van radix – wortel. Radicale christenen hebben hun wortels uitgestrekt naar de Bron. Zij hebben hun ‘stutpaaltjes’ niet langer nodig. De structuren in ons geloof, in de gemeente, in het jeugdwerk zijn dan ook doelmatig als ze ons helpen ons wortelnetwerk te laten groeien. Stiekem kan het aantrekkelijk zijn om vast te houden aan structuren in je geloof. Dan weet je precies wat je moet doen en laten. Toch is het doel juist dat je zelfstandig wordt, of mondig zoals Paulus het hier ook noemt; een kind van God. Dan maak je aanspraak op de erfenis!

Tot slot: Hoe kunnen we de ‘kinderen’ van de gemeente helpen om uit te groeien tot ‘kinderen van God’? Kun je een voorbeeld van een structuur (stutpaal) bedenken die jullie aan kinderen kunnen geven waardoor ze juist geholpen worden om zelf te groeien? Lees ook het artikel over de kernkwaliteit ‘Doelmatige structuur’ (pa-gina 17-29) eens met die ogen.

tekst: leendert woltertsmIssIonaIr JonGErEnWErKEr HGJb

Radicale christenen hebben hun wortels uitgestrekt naar de Bron. Zij hebben hun ‘stutpaaltjes’ niet langer nodig

1 Galaten 5:12 Galaten 5:11, 12 (echt een fijne tekst)3 Galaten 24 Galaten 4:10

Galaten 4:1-11

1 Ik bedoel dit: zolang een erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets

van een slaaf, ook al is hij reeds de eigenaar van de hele erfenis. 2 Hij staat

onder voogdij en toezicht tot het door zijn vader vastgestelde tijdstip is

gekomen. 3 Op dezelfde manier waren ook wij, toen we nog onmondig

waren, onderworpen aan de machten van de wereld. 4 Maar toen de tijd

gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderwor-

pen aan de wet, 5 maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat

wij zijn kinderen zouden worden. 6 En omdat u zijn kinderen bent, heeft

God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die ‘Abba, Vader’ roept. 7 U

bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God en als zijn kinderen

bent u erfgenamen, door de wil van God. 8 Toen u God nog niet kende,

was u onderworpen aan goden die helemaal geen goden zijn. 9 Hoe is het

dan toch mogelijk dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God

gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u

daaraan als slaven onderwerpen wilt? 10 U houdt u werkelijk aan vaste

feestdagen, maanden, seizoenen en jaren? 11 Ik vrees dat al mijn inspan-

ningen voor u volkomen zinloos zijn geweest.

Page 32: Generator - nummer 3

Schijf van vijf |

32    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Schijf van vijf | Missionair werk‘Jongeren in de gemeente plekken bieden waar ze leren over het geloof’

‘ Wanneer de tieners enthousiast zijn

olievlekis dat een in de gemeente’

De laatste week van de zomervakantie staat er in Bleskensgraaf een grote tent en een tienertent op ’t Veld. Tijdens deze hele week vinden er evangelisatieactivitei-ten plaats voor jong en oud. Elsbeth Voets, secretaris van de tienerweekcommissie vertelt graag over de visie en opzet van het missionaire tienerwerk.

Elsbeth, kun je even kort zeggen welke taak je hebt bij de organisatie en uitvoering van het tienerwerk in de tentweek? ‘Ik ben dus secretaris van de tienerweekcommissie van de Hervormde Gemeente in Bleskensgraaf. Tijdens de tiener-week ben ik bezig met de organisatie van het programma en probeer ik een band op te bouwen met een paar tieners. Erg leuk om ze dan gedurende het hele jaar in het dorp tegen te komen en ze weer even te spreken!’

Kun je een schets geven wat voor een soort tieners jullie op het oog hebben? ‘Met de beschrijving van onze doelgroep hoop ik dat je een beeld krijgt. We organiseren de tienerweek in de eerste plaats voor buiten- en randkerkelijke tieners (12-15 jaar). Tijdens de tienerweek ligt de nadruk op het evangeliseren en hebben deze tieners onze speciale aandacht. Daarnaast willen wij kerkelijke tieners een herkenbaar en aantrekkelijk programma bieden, zodat de tieners van de gemeente God (beter) leren kennen in de Heere Jezus Christus. De tieners van de eigen gemeente zijn erg belangrijk in de relaties met rand- en buitenkerkelijken, omdat zij hun niet-gelovige vrienden en vriendinnen (kunnen) meenemen.’

En, hoeveel komen er uiteindelijk?‘Op de woensdag- en donderdagavond waren er ongeveer 80 tieners en op de vrijdag 100 tieners. Daarvan komen onge-veer 20 tieners weinig tot niet in de kerk.‘

Werk en de gemeenteWat willen jullie graag bereiken met de tieners, oftewel wat is jullie visie?‘Wij willen tieners in aanraking brengen met God en Chris-tus door het evangelie op een eenvoudige manier aan hen bekend te maken. Uiteraard met de hulp van de Heilige Geest. Als tienerweekcommissie willen wij tieners tot voor-beeld zijn en met hen een band opbouwen. Daarom willen wij dat de tienerweek plaatsvindt in een gezellige en veilige sfeer.’

In hoeverre ervaar je draagvlak voor het missionaire tienerwerk in de gemeente?‘Het eerste jaar hebben we vooraf sceptische reacties gehad. Men zag niet echt de meerwaarde van drie dagen tiener-werk. En dan moet er natuurlijk ook nog een extra tent ge-regeld worden…Na de eerste keer kregen we complimenten voor de geweldige week die we de tieners geboden hadden. Het was echt bijzonder! De commissie, kerkenraad en ge-meenteleden waren onder de indruk van de zegen van God. Het afgelopen jaar hebben we met iedereen goed kunnen samenwerken en werd er helemaal met ons meegedacht!’

over het tienerwerk in de tentweek van Bleskensgraaf

‘De tieners van de eigen gemeente zijn erg belangrijk in de relaties met

rand- en buitenkerkelijken’

Page 33: Generator - nummer 3

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    33

Hoe merk je dat in de praktijk?‘Tijdens de tienerweek komen er vaak gemeenteleden en/of ouders van tieners even kijken. We proberen altijd een praatje te maken. Het is leuk om reacties te horen van ande-ren. Vanuit die verhalen hoorde ik dat de tieners al weken helemaal zin hebben in de tienerweek. Vooral de aanko-mende tieners kijken verlangend uit naar volgend jaar, want dan… Dit is enorm goed voor je draagvlak. Wanneer de tieners enthousiast zijn, is dat een olievlek in de gemeente!’

ProgrammaKun je een korte schets geven van het programma dat jullie met de tieners doen? ‘Woensdag- en donderdagavond hebben we een korte bijbelstudie en daarna doen we verschillende spellen en creatieve opdrachten. Op vrijdagmiddag hebben we een uit-gebreide bijbelstudie en gaan de tieners in kleine gespreks-groepjes uiteen. De tieners blijven lekker eten in de tent en daarna staat er een groot spel op het programma. Dit jaar was het poldersporten met als hoogtepunt de rodeostier.‘

Welke rol speelt de map Missionair Tienerwerk van de HGJB daarin? ‘De map gebruiken we als leidraad en dat bevalt goed. We sluiten aan bij het overkoepelende thema en vanuit de vijf aangeboden dagthema’s kiezen we drie thema’s. We heb-ben een inloopspel, we chillen en zorgen dat de tieners zich

geen moment hoeven te vervelen. Het is niet zo dat we alles uit de tienermap één op één overnemen. Het gebruik van de map is afhankelijk van doelgroep, locatie en natuurlijk ook van de plaatselijke visie op missionair tienerwerk. Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld de bijbelstudies aangepast aan de context van onze tieners en niet alle activiteiten hebben we gebruikt zoals in de map beschreven.’

Jullie missionaire tienerwerk had eerst een andere opzet: wat is het afgelopen seizoen anders gedaan en waarom? ‘Voorheen werd er naast de VBW een tienerdag georgani-seerd. Deze werd door veel - ongeveer 80 - tieners bezocht. Omdat het maar één moment was, konden we geen band met ze opbouwen. Ze kwamen de grote tent binnenstormen

en aan het einde van de avond gingen we weer uit elkaar. De

tieners hadden een leuke dag gehad, maar echt met elkaar in gesprek zijn na de bijbelstudie, was moeilijk. Door de hec-tiek van het programma waren we als medewerkers druk met de activiteiten en niet met de tieners zelf. De afgelopen twee jaar is er een commissie gevormd en nu hebben we een tienerweek met meerdere contactmomenten. Op deze manier bouwen we een band op met de tieners.’

Wat betekent dat voor de organisatie zelf?‘We hebben voor de tienerweek een heldere doelstelling en doelgroep geformuleerd. Verder is er een draaiboek ontwik-keld waarin alles staat beschreven. En zonder een groep enthousiaste medewerkers die de hele tienerweek aanwezig zijn, red je het niet. Nu zijn we tijdens het programma niet meer bezig met de organisatie (want dat staat als een huis), maar hebben we tijd en aandacht voor de ontmoeting met de tieners zelf. Dat is echt geweldig!’

Jijzelf en het werkWaar heb jij zelf het meest van genoten in het werken met de tieners?‘Ik geniet enorm van het feit dat je super serieuze gesprek-ken kunt hebben, terwijl je daarna met elkaar helemaal uit je dak kunt gaan met een ludiek spel. Dit jaar deden we bij-voorbeeld een hilarisch zoenspel, maar daarvoor hadden we in kleine groepjes gesproken over de bijbelstudie. Op deze manier kan ik met tieners lekker gek doen, maar hen ook vertellen over het evangelie. Bijbelstudie en spel zijn geen twee werelden, het evangelie is onderdeel van het leven!’

Heb je nog een tip voor een gemeente die over missionair tienerwerk nadenkt? ‘Wij hebben als commissie gemerkt dat het belangrijk is om samen na te denken over je visie op missionair tienerwerk. Eerst moet je helder hebben waarom je iets doet en daarna pas nadenken over de uitwerking van het programma. Ook in de samenwerking met anderen in de gemeente en het verbreden van draagvlak hebben we gemerkt dat men hele-maal achter de visie kan staan, maar soms vraagtekens zet bij inzet van middelen en activiteiten. Door visie te hebben op missionair tienerwerk, kunnen we de keuzes verantwoor-den en is het niet zomaar een week vol organisatie en acti-viteiten. Je hebt namelijk een hoger doel; je wilt de tieners in aanraking brengen met het evangelie en Jezus Christus bekend maken!’

‘Bijbelstudie en spel zijn geen twee werelden, het evangelie is onderdeel

van het leven!’‘Eerst moet je helder hebben waarom je iets doet en daarna pas nadenken over de uitwerking van het programma’

Page 34: Generator - nummer 3

De etalage

-  product van de HgjB  -

-  product van de HgjB  --  product van de HgjB  -

Producten en activiteiten van de HGJb

34    winter 2009/2010    h g j b g e n e r a t o r

Kijk voor meer informatie over de producten van de HGJB op www.hgjb.nl. bestellen kan via de webshop op internet of de boekhandel van de HGJb (tel. 030-2285402).

-  activiteit van de HgjB  -

-  activiteit van de HgjB  -

-  product van de HgjB  -

Gewoon gastvrij – groot aan-bod van materialenIn november 2009 is op verschillende plekken in Nederland het nieuwe diaconale HGJB-project Gewoon gastvrij gepresenteerd. Dit project is dé kans om gemeentebreed te groeien in een gastvrije levensstijl en concreet met diaconaat aan de slag te gaan.

voor clubs, verenigingen en heeft de HgjB speciale programma’s ontwikkeld over de betekenis van gastvrijheid en praktische mogelijkheden om daad-werkelijk gastvrij te zijn. naast een breed aanbod van inhoudelijke en actiegerichte projectmaterialen, is er ook een preekschets en een bijbelstudie voor groepen beschik-baar. kijk op www.hgjb.nl/gewoongastvrij voor de informa-tie. Het is nog niet te laat om als gemeente aan te haken...!

Hart voor je huwelijkInvesteren in het huwelijk is meer dan ooit nodig. Niet alleen voor mannen en vrouwen persoonlijk, maar juist ook voor de gezinnen. Daarnaast is het huwelijk van groot belang voor een gezond gemeenteleven. Als HGJB willen we echtparen hierbij helpen door ‘Hart voor je huwelijk’.

‘Hart voor je huwelijk’ is een speciaal programma dat in zes gevarieerde avonden helpt je (opnieuw) te investeren in je huwelijk. of je nu 2, 10 of 20 jaar getrouwd bent...

Voor echtparen samen met je man of vrouw neem je deel aan deze cursus. let op: het is dus niet alleen voor getrouwde mensen met kinderen, de cursus is juist geschikt voor ieder echtpaar! aan de hand van zes thema’s praat je met elkaar over je huwelijk. de thema’s die behandeld worden, zijn: communicatie, groeien in je relatie, hoe je ooit begon, omgaan met verschillen, samen intimiteit delen en samen geloven. 

In de gemeente de cursus wordt georganiseerd en gegeven in de gemeente. vaak wordt er ook een oppasmogelijk-heid geboden. Het maximaal aantal echtparen dat mee kan doen aan de cursus, is ongeveer 15. zo heb je in elk geval genoeg privacy, maar kun je ook met elkaar klankborden.

Door toerusters de cursus wordt gegeven door een echtpaar uit de gemeente. we zijn hiervoor nog op zoek naar echtparen die het mooi vinden om deze cursus te geven. Ben je geïnteresseerd? neem dan contact op met de HgjB via [email protected] of bel 030-2285402.

Data instructie VBW 2010missionaire kinder- en tienerwerkers opgelet!  reserveer alvast in je agenda de nieuwe data van de instructiedagen voor het vBw-werk.•  16 januari: Barneveld (johannes fontanus College)• 30 januari: gouda (de driestar)•  6 februari: Barneveld, tiener vBw (johannes  fontanus College)• 13 februari: zwolle (greijdanus College)

opgeven kan via de site van de HgjB (www.hgjb.nl) bij HGJb-support, missonair werk.

Nieuw: HGJB-Alert, een digitale nieuwsbrief

Vanaf september zijn we gestart met een nieuwe service voor onze contactpersonen in het plaatse-lijke jeugdwerk: HGJB-Alert. Via e-mail willen we je het hele jaar door, steeds op het juiste moment, precies díe informatie doorgeven die voor jouw taak in het jeugdwerk van belang kan zijn. Daar-om selecteren we per nieuwsbericht een aantal contactpersonen op basis van hun functie in het kerkelijk (jeugd)werk.

je kunt je gegevens op elk gewenst moment zelf wijzigen via een linkje onderaan de digitale nieuws-brief. Heb je nog geen HgjB-alert ontvangen? meld je dan nu aan via www.hgjb.nl (kies voor HgjB  support, digitale nieuwsbrief).

Polsbandjes ‘Ik draag Gods watermerk’de HgjB wil graag dat kin-deren, tieners en jongeren met gepaste trots denken aan hun doop. als stimulans daartoe heeft ze hippe (siliconen) polsbandjes laten maken met daarop de tekst: ‘ik draag gods watermerk’. leuk om uit te delen op de club, de catechese of vereniging (en het er dan gelijk over te hebben!). ze zijn per tiental te bestel-len via www.hgjb.nl: 10 voor € 15 en 20 voor e 25. vanaf 30 exemplaren kosten ze e 10 per tien stuks. op de site staan ook teksten die je aan de jongeren kunt meegeven.

Make a difference 2010ook in 2010 kunnen tieners en jongeren in de lijdenstijd aan de slag met het project make a difference. uitgangspunt is een kleurig boekje met vijftig kleine acties die een groot verschil kunnen maken… de acties sluiten helemaal aan bij het HgjB-jaarthema ‘van binnenuit’ en het diaconale project ‘gewoon gastvrij’. jongeren kunnen er indi-vidueel mee aan de slag, maar het is leuker om  het als club of vereni-ging te doen. de boekjes zijn te koop in de boekhandel à € 2,50 (alleen per 10 stuks). op www.hgjb.nl komen bijbe-horende tienerpro-gramma’s te staan. 

Page 35: Generator - nummer 3

-  activiteit van de HgjB  -

h g j b g e n e r a t o r     winter 2009/2010    35

Voor opgave of informatie over de cursussen en acti-viteiten: kijk op www.hgjb.nl. ook kan er telefonisch contact worden opgenomen met de HGJb in schoon-hoven (tel. 0182-383122), in putten (0341-352553) of bilthoven (030-2285402).

ColofonGeneratorgenerator is een uitgave van de HgjB, een christelijke beweging van en voor jongeren. generator is een vakblad met HgjB-support voor iedereen die in de gemeente met of voor jongeren werkt. Het blad verschijnt met ingang van 2009/2010 drie keer per seizoen. 

RedactieHans maatdiane Palm (eindredactie)kees zeelenberg (eindredactie)

UitgaveHgjBPrins Bernhardlaan 13722 ae Bilthoventel. 030-2285402 (algemeen)email: [email protected]: www.hgjb.nlbankrekening 30 83 16 835

Contacttel. 030-2295840 (abonnementen)email: [email protected] (abonnementen)email : [email protected] (redactie)

Abonnementen•  1-4 ex. e 17,50 per abonnement•  5-9 ex. e 16,00 per abonnement•  10 ex. of meer e 15,00 per abonnementde kortingen voor groepsabonnementen gelden alleen voor aangesloten gemeenten of groepen bij de HgjB.Bij een groepsabonnement worden alle exemplaren naar één adres gestuurd. 

Opzeggingen•  abonnementen kunnen alleen aan het einde van een jaargang beëindigd worden. Het bericht van opzegging moet vóór 1 juli binnen zijn. 

•  vermindering van het aantal exemplaren kan tot uiterlijk 15 oktober.

Vormgevingreprovinci Bv, schoonhovenwww.reprovinci.nl

Drukdrukkerij vis offset, alphen a/d rijn

Overnameartikelen mogen overgenomen worden, maar alleen met bronvermelding: HgjB-vakblad  generator, nummer 3 winter 2009 | 2010

De HGJB-Basiscursussen voor het jeugdwerkOf je het nu voor het eerst doet of al jarenlang: leidinggeven aan een groep kinderen, tieners of jongeren is een avontuur! In het jeugdwerk heb je de geweldige, maar ook spannende taak om een nieuwe generatie te helpen (op)groeien in het geloof. De HGJB wil leidinggevenden in het jeugdwerk daarbij ondersteunen en biedt ook dit seizoen weer basiscursussen aan op diverse plaatsen in Nederland.

de cursus is geschikt voor zowel beginnende als ervaren leidinggevenden. Het effect is nóg groter als je samen met je team komt. de ervaring leert dat teams door het volgen van deze cursus een nieuwe kijk op elkaar en hun club of jeugdvereni-ging krijgen. voor alle doelgroepen wordt een eigen cursus aangeboden.

HGJB-Basiscursus Kinderwerk (6 avonden)•  gorinchem, start: 21 september•  rouveen, start: 24 september•  gouda, start: 24 september•  scherpenzeel, start: 30 september

HGJB-Basiscursus Tienerwerk (6 avonden)•  sommelsdijk, start: 21 september•  wezep, start: 22 september•  ede, start: 23 september•  meerkerk, start: 24 september•  Huizen, start: 5 januari

HGJB-Basiscursus Jongerenwerk (3 avonden)•  sommelsdijk, start: 5 oktober•  schoonhoven, start: 6 oktober•  wezep, start: 6 oktober•  ede, start: 7 oktober•  Bilthoven, start: 9 november

opgave is mogelijk via www.hgjb.nl (kies voor HgjB-support, jeugdwerk, cursussen).

Basiscursus Kinderwerk en Tienerwerk

Begin januari worden er door de HGJB nog twee steengoede basiscursussen aangeboden: Kinder-werk en Tienerwerk. Veel leidinggevenden hebben deze cursus al gevolg en geven aan dat het een investering waard is voor jezelf, de club en de gemeente.

• tholen, Basiscursus kinderwerk, start 7 januari• Huizen, Basiscursus tienerwerk, start 5 januari

Verdiepingscursus Kinderwerk in februari wordt de verdiepingscursus ‘in gesprek met kinderen’ aangeboden. een waardevolle diep-teinvestering in het kinderwerk!  • gouda,  start 1 februari 

kijk op www.hgjb.nl bij jeugdwerk voor meer infor-matie en opgave.

-  activiteit van de HgjB  -

Ook Voor jou

Voor kinderen, tieners en jongeren zelf organiseert de HGJB de komende periode ook diverse activi-teiten.

• 28-31 december: kerstconferentie Een vierdaagse conferentie voor jongeren (17-23 jaar) in stadskanaal. thema: ‘Expeditie ninevé’.• 29 januari, 5 en 12 februari: HgjB-jongerenspecial Belijden-is-doenEen avond met bijbelstudie, gebed, viering, keuze-programma’s, ontmoeting, bemoediging, delen & ontvangen. speciaal voor jongeren die hun geloof willen belijden.In respectievelijk barneveld, sleeuwijk en Gouda. thema: ‘van binnenuit’.• Voorjaar 2010: tov-avonden en jongerentoureen serie avonden voor tieners en jongeren met theaterproductie over het thema ‘Gewoon gastvrij’. • Voorjaar 2010: verspiederdagen  Een aantal zaterdagen voor kinderen uit groep 7 en 8. Een uitdagend programma rondom het thema ‘Gezocht:Held!’

-  activiteit van de HgjB  -

vakblad met HGJb-support voor iedereen die in de gemeente met of voor jongeren werkt

Page 36: Generator - nummer 3

Uitsmijter

vakblad met hgjb support voor iedereen die in de gemeente met of voor jongeren werkt www.hgjb.nl

Jongeren 2009

Regelmatig wordt er in Nederland onderzoek onder jongeren gedaan. De titel van de 10e editie van het Jongerenonderzoek www.hetjongerenonderzoek.nl is: ‘We laten ons niet gek maken’. Met deze typering wordt aangesloten bij 2007 waar de stemming overwegend positief en optimistisch was. Vanuit de titel ‘Alle opties open’ klonk de stemming van een tijd vol kansen en mogelijkheden. Sinds 2008 is hier echter een heel ander beeld ontstaan; de wereldwijde recessie die jongeren confronteert met toenemende werkeloosheid, bezuinigingen en afname van besteedbar budget. Hoe zou deze ‘verwende generatie’ hierop reageren? Het antwoord is: ‘We laten ons niet gek maken’, omdat jongeren redelijk nuchter reageren. Ze zitten nog steeds vol met plannen en ambities en kiezen bijvoorbeeld voor een vervolgopleiding als de arbeidskansen beperkt zijn.

SextingTieners doen tegenwoordig aan ‘sexting’ (een samentrekking van sex en texting), seksueel getinte boodschapjes versturen, zeg maar. Dat kunnen berichtjes zijn, maar ook foto’s. Jonge tieners fotograferen zichzelf naakt met hun gsm en sturen de foto’s door naar hun vriendje of vriendinnetje. Dit is niet alleen ongepast, maar ook nog gevaarlijk omdat bij het verbreken van een relatie, voor de lol of om de ander te pesten deze digitale beelden soms op grote schaal worden verspreid. En wat eenmaal op internet staat, is er nauwelijks meer af te krijgen.

Online kletsen is goed Uit Nederlands onderzoek blijkt dat eenzame tieners opknappen van online kletsen. Het online kletsen versterkt hun zelfvertrouwen en eigenwaarde. Internet werkt als een sociale training waarbij positieve ervaringen en sociale vaardigheden ingezet kunnen worden bij real life ontmoetingen. Daarbij blijkt ook dat het niet goed is wanneer tieners veel op internet zitten zonder dat ze online contacten hebben. Dit kan mogelijk leiden tot verslavend gedrag en sociaal isolement.

‘We laten ons niet gek maken’Is het nu generatie X, Y of Einstein?Bij onze zuiderburen is een boek verschenen met de titel ‘Is het nu generatie X, Y of Einstein? Met dit boek is geprobeerd om een nuancering te geven op de Nederlandse uitgave ‘Generatie Einstein’ (2006). Enkele mooie oneliners uit het boek…

• Het gevoel kan je bekruipen dat onze huidige media je dorst proberen te lessen met een brandslang: je krijgt veel water, maar drinken doe je niet (pag. 41).

• Wij vermoeden dat vooral de visie op de leefwereld van de jongeren veranderd is en slechts in mindere mate de leefwereld zelf (pag. 51).

• Het begrip jeugd slaat steeds minder op een leeftijdscategorie, maar is zowat een merknaam geworden (pag. 55).

• Jongeren lijken nu te winkelen in een ‘supermarkt’ van stijlen en lijken even makkelijk te veranderen van imago als van ondergoed (pag. 58).

• Eerlijkheid, gedeelde waarden en originaliteit zijn voor deze generatie belangrijker dan geschiedenis of oorsprong (pag. 81).

• Als leerkracht kan je niet anders dan toegeven dat je weinig weet over de leefwereld van de jongeren die in je klas zitten, zelfs al ben je amper tien jaar ouder (pag. 94).

• De verdraagzaamheid tussen verschillende jongerenculturen is door het gemeenschappelijk belang van authenticiteit zelden gezien (pag. 99).