Geschiedenis havo 4 - een introductie

Historische kennis en vaardigheden

• Kennis– Weten wat de betekenis van een begrip is– Feiten, gebeurtenissen, personen, ontwikkelingen,

jaartallen

• Vaardigheden toepassen– Bron beoordelen (soort bron: primair of secundair) en

interpreteren– Bron toepassen (gebruiken)– Onderscheid maken tussen feit en mening– Dateren (bij welke periode past de bron)

Bronnen

Geschreven Ongeschreven

Feit en mening

Feit• Feyenoord heeft 7 punten

uit 3 wedstrijden

Mening• Dit shirt is het mooiste shirt

van Nederland

Oorzaak, gevolg en aanleiding

• Gebeurtenissen 1 en 2 (oorzaken) leiden tot gebeurtenis 3 (gevolg)

• Gebeurtenis op kortste termijn is de aanleiding (waardoor iets gebeurt, de laatste druppel)

• Voorbeeld– Oorzaken Wereld Oorlog I:

• wapenwedloop, nationalisme, imperialisme, bondgenootschappen. Hebben als groot gevolg spanningen in Europa.

– Aanleiding voor het uitbarsten van de strijd: moord op Frans Ferdinand in Sarajevo

Continuïteit vs discontinuïteit

• Continuïteit en discontinuïteit breuk met het verleden of doorlopende lijn– Geleidelijk of schoksgewijs

– Verschillende soorten ontwikkelingen bestuurlijk (politiek), sociaal, economisch en culturele ontwikkelingen (Maatschappijmodel).

Standplaatsgebondenheid

• Standplaatsgebondenheid houdt in dat het denken en handelen van een persoon wordt bepaald door de plaats (land, cultuur, sociale laag, godsdienst) en de tijd (eeuw, gedachten die toen normaal waren) waarin hij leeft

Voorbeeld:In de Middeleeuwen was het heel normaal om iemands hand eraf te hakken

als hij wat had gestolen. Wij vinden dit nu wel een hele zware straf, je kunt immers toch niet zomaar over iemands lichaam beslissen? Dit is onze

standplaatsgebondenheid. In de Middeleeuwen dachten ze hier echter heel anders over: met die hand was er gestolen en zonder hand zou het

stelen moeilijk worden. Dit is hun standplaatsgebondenheid.

Even een heel ander voorbeeld

Standplaatsgebondenheid

• Wie zijn dit?

Historisch overzicht

• Boek

• Tijdvakkendossier– Waarom maken we een dossier?• Hoe werkt dat?

Het tijdvakkendossier

• Per tijdvak – jaartallen, kenmerken, toetsvraag maken en extra opdrachten

maken– Wat zijn Tijdvakken, kenmerken en structuurbegrippen?

• Je bewaart alles wat je doet in de periode bij het juiste tijdvak en levert het dossier met de opdrachten in.

• Waarom maken we een dossier?

• In de les krijg je de tijd om aan het dossier te werken

Huiswerk

• Lezen – blz. 3 t/m 10– Oriëntatie hfd 1, blz. 16

• Maken– opdracht 8, blz. 11