31

GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Embed Size (px)

DESCRIPTION

GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Citation preview

Page 1: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO
Page 2: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 2

INHOUDSTAFEL 1. Visie.................................................................................................................................................................4 2. Beginsituatie....................................................................................................................................................5 3. Algemene Doelstellingen................................................................................................................................6

3.1 Algemene Doelstellingen m.b.t. het vak Audiovisuele Vorming ...................................................7 3.2 Algemene Doelstellingen m.b.t. het vak Waarnemingstekenen...................................................9 3.3 Algemene Doelstellingen m.b.t. het vak Beeldende Vorming.....................................................10 3.4 Einddoelstellingen.........................................................................................................................11

4. Leerplandoelstellingen..................................................................................................................................12

4.1. Basisdoelstellingen 4.2. Uitbreidingsdoelstellingen 4.3. Vakoverschrijdende doelstellingen

5. Leerinhouden................................................................................................................................................15

5.1 Foto................................................................................................................................................15 5.2 Video – Film ..................................................................................................................................15 5.3 Audio..............................................................................................................................................15 5.4 Multimedia .....................................................................................................................................16 5.5 Waarnemingstekenen...................................................................................................................16 5.6 Beeldende Vorming ......................................................................................................................18

6. Pedagogische en didactische wenken ........................................................................................................19

6.1. Algemene pedagogische en didactische wenken 6.2. Specifieke pedagogische en didactische wenken 6.3. Aan te bevelen tijdsgebruik – jaarplanning

7. Minimale materiële vereisten .......................................................................................................................21 8. Evaluatie........................................................................................................................................................23

8.1. Doel 8.2 Taxonomie 8.3 Aard en frequentie van de evaluatie

Page 3: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 3

9. Bibliografie.....................................................................................................................................................25 9.1. Algemeen .....................................................................................................................................25 9.2. Bibliografie audiovisuele vorming................................................................................................26 9.3. Bibliografie waarnemingstekenen...............................................................................................27 9.4. Bibliografie Beeldende Vorming..................................................................................................27 9.5. Bibliografie per deelvak ...............................................................................................................31

Page 4: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 4

1. VISIE Kunstvakken (KV) in de studierichtingen Vorming en Kunsten in de tweede graad zijn niet beroepsgericht maar leggen de basis voor doorstroming naar de derde graad KSO. Uitgangspunten DOELEINDEN VAN HET KSO (VLOR, cahier 6) Het kunstsecundair onderwijs heeft tot taak een basis aan te bieden voor doorstroming naar de artistieke gebieden van het Hoger Onderwijs. Deze basis is niet vrijblijvend maar stelt vereisten in functie van verde-re professionele ontwikkelingen. Deze onderwijsvorm (met of zonder een specialisatiejaar) sluit echter een beroepsuitoefening onmiddellijk na het afstuderen niet uit (finaliteit) en evenmin verdere studies in niet-artistieke gebieden van het Hoger Onderwijs. Daarom is het vormingsproces van het kunstsecundair onderwijs fundamenteel gebaseerd op de integra-tie van de algemene vorming met de artistieke componenten. Van het KSO mag worden verwacht dat het via algemene vorming en de verwezenlijking van zijn specifie-ke opdracht bijdraagt tot de ontwikkeling van:

• het zelfstandig-kritisch denken en handelen; • het ethisch, affectief-esthetisch en sociaal besef; • de kennis van en de participatie aan cultuur in de ruimste zin van het woord; • de zelfwerkzaamheid

door het leren beheersen van de vaardigheden die eigen zijn aan de gekozen discipline, in het domein van de waarneming, de cognitie en de motoriek.

Page 5: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 5

2. BEGINSITUATIE De leerlingen 1° jaar 2° graad in de optie “audiovisuele vorming” komen uit het 2° jaar 1° graad ge-meenschappelijk leerjaar. Andere instromingsmogelijkheid is: 2° jaar 2° graad.

Page 6: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 6

3. ALGEMENE DOELSTELLINGEN taxonomisch model: cognitief 1 • Kennis van

− feiten; − termen; − conventies, categorieën, criteria.

• Begrip

− interpretatie • Toepassing • Analyse

− verklarings-, inductie- en deductievragen • Synthese

− predictie-, problem-solving-, originaliteitsvragen en creatieve opdrachten… • Waardebepaling

− eigen gefundeerde mening geven; − een opvatting beoordelen; − een oplossingsmethode beoordelen; − kwaliteit beoordelen.

Taxonomisch model: affectief 2 1. receptiviteit: de leerling vertoont een gedrag, aangepast aan de klassikale omstandigheden. 2. respons: de leerling toont belangstelling voor het aangebodene 3. aanvoelen van de waarde van het aangebodene in de les 4. begripsmatige verwerking van de waarden uit het aanbod 5. integratie van deze waarden in de levens- en wereldbeschouwing

1 BLOOM, Benjamin, S., Taxonomie van een aantal in het onderwijs en de vorming gestelde doelen. I Het cognitieve

gebied, DS, Antwerpen, 1971 2 Krathwohl, David, R., Taxonomie van een aantal in het onderwijs en de vorming gestelde doelen. II Het affectieve

gebied, DS, Antwerpen, 1971

Page 7: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 7

3.1. Algemene doelstelling met betrekking tot het vak "audiovisuele vorming" 3.1.1 Algemeen De Audiovisuele Vorming heeft als doel de leerlingen te sensibiliseren en vertrouwd te maken met de verschillende audiovisuele media, de technieken ervan die aan de grondslag liggen, hetgeen ermee gedaan wordt, de creaties die hiermee ontstaan. Onder "audiovisuele media" verstaan we: fotografie, video, televisie, audio, film, animatietechnieken, multimedia, grafische technieken (DTP) enz... De leerlingen leren: 1. bewust om te gaan met de audiovisuele media (fotografie, film, televisie, multimedia...) 2. via het verwerven van technische basisvaardigheden deze te leren hanteren teneinde hun

creativiteit aan te spreken en te ontwikkelen.

A. Bewust omgang met de audiovisuele middelen betekent voornamelijk leren kritisch kijken en inzicht krijgen in de beginselen van de audiovisuele "vormgeving". Het is de bedoeling de gevoeligheid voor de audiovisuele vormgeving aan te wakkeren en aan te scherpen. De tweede graad Audiovisuele vorming” biedt hiervoor de geschikte ruimte. Via de ken-nismaking met werken uit het verleden (foto's, films) worden de leerlingen in contact ge-bracht met o.a. technische termen, met het vakjargon en met de beginselen van de audi-ovisuele taal. Die kennis kunnen de leerlingen dan concreet toepassen in eigen werk. De leerling gaat van een passieve rol (als toeschouwer) naar een actievere deelname (als participant) in het waarnemingsproces. Zijn opgedane ervaring vertaalt hij dan naar zijn werk.

B. Het verwerven van technische basisvaardigheden heeft niet de bedoeling om “beroeps-

mensen” af te leveren maar wel om jonge mensen de kans te geven kennis te maken met moderne communicatietechnieken. De nadruk wordt zoveel mogelijk gelegd op een bewust omgaan met die middelen.

Page 8: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 8

3.1.2. Procesgericht en niet productgericht Het proces dat een leerling doorloopt (de problemen die hij hierbij ondervindt, de keuzes die hij moet maken enz.) is hierin even belangrijk, zoniet belangrijker dan het eindproduct zelf. Het is niet de bedoeling om de perfectie na te streven die de leerlingen nu nog niet kunnen hebben, dan wel om ze heel het productieproces te laten doorlopen (van het uitwerken van een idee - bv. een scenario - tot de concrete realisatie) en door de opgedane ervaring inzicht te krijgen in de gebruikte technieken. Leren omgaan met audiovisuele technieken is fundamenteel leren de informatie te structureren tot een geheel dat mededeelbaar is. Hoe leren omgaan met het toenemend (over)aanbod aan informatie? is daarom één van de be-langrijkste vragen waarmee men vandaag i.v.m. de audiovisuele technieken te maken heeft. De Audiovisuele vorming wil de leerling hiermee confronteren. Om van hen bewuste volwassenen te maken die op kritische manier in interactie staan met het multimediaal fenomeen is het van primair belang dat de leerling nu reeds kennis maakt met de audiovisuele technieken om zich beter te kunnen oriënteren in de complexiteit hiervan, om inzicht te verwerven in de werkwijze en de organisatie er-van. Maar vooral om hun eigen plaats hierin te vinden. Bovenal is het de bedoeling om een instrument aan te bieden aan jonge mensen waarmee ze hun eigen creatief-kritisch vermogen op de proef kunnen stellen.

Page 9: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 9

3.2. Algemene doelstelling met betrekking tot het vak waarnemingstekenen In het kunstvak Waarnemingstekenen, het basisvak van de creatieve ontwikkeling, vindt men de schoolcultuur, in al zijn facetten, weerspiegeld. Dit kunstvak waarin de visuele wereld geobserveerd, geanalyseerd en geconcretiseerd wordt in spon-taan schetsen én overwogen tekenen, is niet alleen onmisbaar in het kader van een beeldende- artis-tieke vorming, maar stimuleert tevens de intellectuele vermogens in het algemeen én richt zich naar de ontplooiing van de mens in zijn totaliteit. Het belang van het KV/WT kan niet genoeg onderstreept worden. Het vormt de onderbouw van de verdere opleiding. Toch mag het geen doel op zich zijn. Het moet steeds in wisselwerking staan met het ateliergebeuren en/of de deelvakgebieden. Op deze manier voedt de waarneming de creatie en omgekeerd. Het waarnemingstekenen leert exact observeren, traint het visuele geheugen en ontwikkelt het gevoel voor constructie en verhouding. Dit gebeurt door het tekenen met de vrije hand naar geordende modellen, die evolueren van vlakke basisvormen en objecten, over driedimensionale (basis-)volumes, gebruiksvoorwerpen en bouwkun-dige fragmenten tot complexe composities. Door natuurstudie verwerkt men deze objectieve vormkennis en exacte tekentaal tot artistieke inter-pretatie van de inhoud en persoonlijke expressie van de vorm: het waarnemingstekenen als medium. Bij de studie van elementen uit de natuur wordt het karakter van de opbouw (structuur), de textuur van het oppervlak en de stemming van kleur en licht intuïtief benaderd. In dit evenwicht van kennis en aanvoelen, van weergave en suggestie wordt de eigenheid van dit vak beklemtoond.

Page 10: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 10

3.3. Algemene doelstelling met betrekking tot het vak beeldende vorming. Het kunstvak Beeldende Vorming is onlosmakelijk verbonden met het Waarnemingstekenen. Bij zekere opdrachten Beeldende Vorming vertrekt men immers van de waarneming om tot een eigen interpretatie te komen, uiteindelijk in min of meerdere mate los van het waargenomene. De Beeldende Vorming, is de ontwikkeling van een ontwerpstrategie die niet zozeer gekenmerkt wordt door de probleemstelling welke vorm gekozen moet worden als oplossing voor het gestelde probleem, antwoord op het gevraagde of realisatie van het beoogde doel, maar die zich bezig houdt met de re-denen die een ontwerpbeslissing verantwoorden. Zij heeft meer te maken met het onderzoek naar beslissingsprocedures binnen het ontwerp(-en) of scheppen dan met het formuleren van verschillende ontwerpbeslissingen zelf. Geen verklaring of omschrijving van het ontwerpproces of resultaat, maar 'de legitimatie' ervan, niet het " hoe " maar wel het " waarom " primeert. Vandaar het grote belang gehecht aan het individuele onderzoek:

- de documentatie, - de schetsen, - voorstudies

en het eigenlijke voorontwerp, dat als weerspiegeling hiervan, als synthese, een antwoord geeft op de gestelde vraag (probleem of doel) en slechts hoeft te worden vertaald naar een definitief resultaat. Deze vertaling of uitvoering stelt hoge eisen aan het inzicht maar tevens aan de technische onder-legdheid en faalt vaak door gebrek aan ervaring, wat geenszins een afwijzing of veroordeling van het onderzoek impliceert. M.a.w. het is een procesmatig onderricht i.p.v. productgericht. Coördinatie met andere vakken is eveneens noodzakelijk en kan het ganse vormingsproces verster-ken door de verschillende invalshoeken van waaruit de leerling/leraar een artistiek gebeuren bena-dert. De leerling leert hierdoor ruimer te kijken, leert dat er ook andere dan beeldende uitingsmogelijkheden bestaan, leert het belang van vakken uit de algemene vorming ervaren in functie van zijn eigen kun-nen en dit in het ruimst mogelijke referentiekader. KV/BV is niet te beschouwen als een vakgerichte opleiding of initiatie, maar spreekt de leerling in zijn totaliteit aan. Essentieel is dus dat de leraars als 'team' samenwerken en er op deze wijze borg voor staan dat alle deelaspecten van het beeldende domein als één geheel worden benaderd en er dus een constante wisselwerking tussen de verscheidene disciplines ontstaat.

Page 11: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 11

3.4. Einddoelstellingen KSO is per definitie gericht op de totale ontwikkeling van de mens. De vakken Audiovisuele Vorming samen met het Waarnemingstekenen en de Beeldende Vorming kunnen hierin een specifieke bijdrage leveren, daar zij de basis vormen voor de studie van de beeld-taal om zo, via de ontwikkeling van een persoonlijke interpretatie ervan, te komen tot een eigen idi-oom. Bij wijze van synthese zouden wij kunnen stellen: • De leerlingen kunnen informatie inwinnen en door middel van creatieve inbreng tot een beelden-

de/auditieve vormgeving komen (onafhankelijk van de techniek). • De leerlingen moeten hierbij de gekozen technieken zelfstandig, oordeelkundig en esthetisch

verantwoord kunnen toepassen. • Tevens moeten ze hun ideeën kunnen verwoorden en hun resultaat verantwoorden en evalue-

ren. • De hoofddoelstelling van het beeldend proces zoals geformuleerd in de algemene uitgangspunten

van de einddoelstellingen, is: - het artistiek verstandelijke - de ontwikkeling van het intuïtief esthetische, - en het manueel technische, als opties van een harmonische, artistieke vorming.

Het doel van de beeldende vorming is o.m.: (volgens H. Read in: De Kunst in haar Educatieve Functie) 1. het instandhouden van de natuurlijke intensiteit van alle manieren van waarneming en gewaar-

wording; 2. de coördinatie van de verschillende manieren van waarneming en gewaarwording met elkaar en

met de omgeving; 3. het uitdrukken van gevoelens in mededeelbare vorm; 4. het uitdrukken in mededeelbare vorm van wijzen van psychische ervaring welke anders geheel of

gedeeltelijk onbewust zou blijven; 5. het uitdrukken van gedachten.

Page 12: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 12

4. LEERPLANDOELSTELLINGEN 4.1. Basisdoelstellingen Leerplandoelstellingen zijn concretiseringen van de doelstellingen uit het taxonomisch model waaraan concrete items uit de leerinhouden gelinkt kunnen worden. De hier opgesomde leerplandoelstellingen zijn slechts ten titel van voorbeeld gegeven. De leraar tracht zoveel mogelijk alle categorieën van het denken aan bod te laten komen in zijn doelstellingen, zijn toetsen en examenvragen. Hij kan wellicht nog ander formuleringen bedenken om de categorieën van het taxonomisch model te verwoorden. 1. Kennis

• Kennis van de terminologie eigen aan de audiovisuele middelen en aan de fotografie. • Kennis van de oude en nieuwe technieken in de audiovisuele sector en in de fotografie. • Kennis van elementaire filmtaal en beeldcommunicatie • Kennis van opnametechnieken van fotografie, film en video. • Kennis van de principes van klankopnamen • Kennis van geschiedenis van de foto, film, video, televisie, multimedia. • Kennis van basisbegrippen van dramaturgie en scenarioschrijven • Kennis van de basistechnieken van de fotografie • Kennis van basisprincipe van perspectief

2. Begrip

• De leerling begrijpt wat bedoeld wordt met de voornaamste termen uit het vakjargon. • De leerling begrijpt de werking van de foto- en videoapparatuur • De leerling begrijpt het verschil tussen verschillende belichtingen • De leerling begrijpt de keuze van specifiek materiaal

3. Toepassingen…

• De leerling kan technieken over beeld en geluid die hij geleerd heeft, toepassen. • De leerling kan documentatiemateriaal inzake film/video/foto en audio verzamelen. • De leerling kan en foto, video-opname, filmbeelden maken en de apparatuur daarvoor bedie-

nen. • De leerling kan, juist belichten, een film ontwikkelen, een foto afdrukken, beelden manipuleren,

een verzorgde en zinvolle presentatie verwezenlijken. • De leerling kan basisvormen herkennen en construeren met behulp van vlakke, ruimtelijke en

geometrische middelen.

Page 13: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 13

• De leerling kan hulpmiddelen hanteren om tot analyse en inzicht te komen van het waargeno-mene.

• De leerling kan van algemeen naar gericht kijken. • De leerling kan richtingen, verhoudingen zien en noteren. Hij kan hoeken bepalen, maten ver-

gelijken. 4. Analyse

• De leerling kan verschillende camera's bedienen en de onderdelen benoemen. • De leerling kan voor een mixage en montage uitleggen waarom ze zo gemaakt is. • De leerling kan uitleggen waarom in het nieuws (gesproken, gefilmd) bepaalde elementen wel

of niet aanwezig zijn. • De leerling kan een opdracht analyseren. • De leerling kan een opname plannen en mogelijke problemen inschatten. • De leerling kan de kwaliteit van een beeld herkennen en vertalen (verhouding inhoud/techniek) • De leerling kan complexere gegevens analyseren en vanuit het inzicht oplossen gebruik ma-

kend van beeldende hulpmiddelen. 5. Synthese

• De parameters vastleggen om bepaalde opdrachten nauwkeurig uit te voeren. • De nodige technische documentatie kunnen verzamelen over materiaal. • Een synthese maken van het materiaal dat nodig is om bepaalde opdrachten uit te voeren. • Een foto-, dia-, video- of filmbespreking maken. • Korte foto-, camera- of geluidsmontages kunnen maken. • Een creativiteitsopdracht tot een goed einde brengen. • Onderzoek van materialen en hun geëigende technieken. • Efficiënte werkmethodes ontwikkelen.

6. Evaluatie

• De kwaliteit van een interview, reportage kunnen beoordelen. • De optimale werkwijze bij opdrachten kunnen geven. • Een foto, een video of audio, een plastische compositie kunnen beoordelen naar zijn inhoud

en/of technische kwaliteit. • Positieve of negatieve punten in eigen werk of dat van anderen kunnen herkennen en bespre-

ken. • Beeld en klanktaal kunnen beoordelen. • Eigen werk kunnen evalueren. • Uitgebreide evaluatie in functie van de esthetische kwaliteiten.

Page 14: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 14

4.2. Uitbreidingsdoelstellingen Vermits de individuele uitwerking van het/een onderzoek en de uitvoering van de opdracht(-en) zoals geformuleerd door de leraar van het desbetreffende KV. • binnen de in dit vakleerplan geformuleerde leerinhouden • volgens de bovengenoemde algemene en basisdoelstellingen de leerling steeds dwingt/vraagt een standpunt in te nemen dat op dat ogenblik zijn hoogste “kunnen” weergeeft, en de individuele begeleiding binnen de KV. van die aard is dat deze hem helpt/stimuleert voortdurend zijn grenzen af te tasten en te overschrijden, resp. te verleggen, zijn in deze zin uitbrei-dingsdoelstellingen initieel en onlosmakelijk verankerd in de basisdoelstellingen. 4. 3. Vakoverschrijdende doelstellingen Het is de betrokken leraar die, binnen het structuuronderdeel AuV waar hij het KV/WT, KV/BV en/of het KV/AuV geeft, de opdrachten en oefeningen dermate formuleert dat ze kaderen binnen dat be-paald structuuronderdeel en het bepaald niveau, • binnen de in dit vakleerplan geformuleerde leerinhouden en • volgens de bovengenoemde algemene en basisdoelstellingen Hij zal hierbij daarenboven ook rekening houden met de vakoverschrijdende thema’s zoals vastgelegd in de eindtermen 2e graad: • leren leren • sociale vaardigheden • opvoeden tot burgerzin • gezondheidsopvoeding • milieu-educatie en ze, waar mogelijk, accentueren en duiden, en dit in optimaal overleg met de leraars algemene vak-ken, zodat een coherente visie en uitwerking garant staat voor de realisatie.

Page 15: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 15

5. LEERINHOUDEN 5.1. Foto

• Esthetiek (beeldvorming) • Compositie • Concept (idee bedenken en uitvoeren) • Coderen en decoderen van een boodschap • Verschillende beeldstijlen en genres (reportage, landschap, stilleven....) • Fotogeschiedenis • Didactisch materiaal (dia's + projector, videofilm, VCR, boeken, tentoonstellingen) • Cameratechniek (van gaatjescamera tot ....) • Ontwikkeltechniek (van negatief tot positief) • Afwerking en presentatie (retouche, passe-partout,…) • Materialenkennis (verlichting, vergroter) • Verhouding fotografie en andere media (film, theater, performance, land-art etc.) • Licht en verlichting: kunst- en daglicht: materiaal en technieken.

5.2. VIDEO/FILM

• Film en videocamera's en toebehoren voor opnamen. • Analoge en digitale montage van beeldmateriaal. • Beeldtaal en dramaturgie • Aanwezigheid van een boodschap; verdoken reclame, manipulatie, invloed van ideologie op

makers en kijkers • Reportage, interviewtechnieken

5.3. AUDIO

• Bandopnemer, audiocassette • Microfoons • Geluidsapparatuur bedienen • Geluiden registreren • Zelf geluiden creëren • Stilte en haar functie • Geluidsversterking

Page 16: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 16

5.4. MULTIMEDIA

• Computerkennis • overzetten van klassieke media naar digitale media • belangrijkste applicaties (tesktverwerking, lay-out programma's, grafische programma's enz...) • initiatie in Internet, WWW, DVD's, virtual reality, CD-Rom's, 3D...

5.5. WAARNEMINGSTEKENEN De waarneming in al zijn ruime betekenis, ligt aan de basis van elke opleiding binnen het beeldend terrein. Het gaat om:

• een actieve vorm van zien; • in zich opnemen; • het zichtbaar maken van waargenomen werkelijkheid; • het gestalte geven in eigen beeldtaal.

Hierbij telkens weer rekening houdend met volgende begrippen:

• grootte - plaatsing - richting - achtergrond, • ruimte - ruimtewerking - volume, • beweging, • contrast - herhaling - ritme, • organisatie - ordening - compositie, • evenwicht - harmonie, • vorm - kleur, • diepte, • lichtwerking - clair-obscur, • tonaliteiten - grijswaarden, • sfeer – stemming.

Het is de betrokken leraar die, binnen het structuuronderdeel AuV 2de graad, het kunstvak “waarne-mingstekenen” geeft, de opdrachten en oefeningen dermate formuleert dat ze kaderen binnen dit be-paald structuuronderdeel en het bepaald niveau. Zo o.a.: 1. eenvoudige geometrische volumes & organische objecten.

Inzichtelijk en methodisch een waarnemingstekening van eenvoudige objecten in rechte en lig-gende stand in gemakkelijk uitvoerbare technieken kunnen maken. Bij de realisatie van voorgenoemde doelstelling blijk geven van observatievermogen en teken-vaardigheid. Incl. documentatietekenen: fotografisch nauwkeurige weergave door middel van ge-detailleerde tekeningen van objecten en elementen uit o.a. fauna & flora, door middel van een-voudige technieken.

2. stillevens, samengesteld uit voorgaande.

Page 17: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 17

3. schetsen naar levend model, ook in beweging. Verhoudingen en karakteristieken zien en deze leren weergeven door middel van schetsen

4. schetsen van dieren, huis- tuin- & hoevedieren, als uitbreiding voorgaand thema.

5. schetsen naar landschap & architectuur, binnen & buiten. 6. meer ingewikkelde geometrische volumes en complexere organische vormen.

Page 18: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 18

5.6. Beeldende Vorming De aangeboden basis is ruim en kan nooit in vaste leerstof afgebakend worden. De leerinhoud is zeer omvangrijk, de tijd beperkt. Alleen een weldoordacht en afgewogen programma, getoetst aan de praktijk, staat borg voor het realiseren van de geformuleerde doelstellingen. Daarom zal men de opdrachten dermate formuleren dat de essentiële leerinhouden voldoende aan bod komen en uitgediept worden. Volgende leerinhouden komen o.m. aan bod:

• Beeldende Vorming: twee dimensionaal. (Alle leerinhouden met betrekking tot het platte vlak). • Beeldende Vorming: drie dimensionaal. (Alle leerinhouden met betrekking tot de ruimte, incl.

het reliëf) Een andere indeling is mogelijk. A. Figuratie:

- registratie van de werkelijkheid: fotografisch nauwkeurig - schetsmatig - analyse van de werkelijkheid: ontleding, opbouw (geledingen) synthese - interpretatie van de werkelijkheid: selectie: elimineren - invoeren stileren - materiaal weergave, materiaalstudie

B. Formeel: abstract - geometrisch:

- de richtingen - structuur - lijn, vlak, lijn & vlak, volume - de basisvormen en basisvolumes inzonderheid grondige studie van vierkant & kubus - geometrische composities, afgeleid van basisvormen & -volumes - contrasten wit-zwart, studie grijswaarden - kleurstudie: Itten, Gerritsen, ... kleurstudie met betrekking tot de ruimte - begrippen: - schaal, verhouding, grootte, - relatie toonwaarde - kleurwaarde - identisch - analoog - congruent - krachtlijnen basisvormen & -volumes - van plat vlak, via reliëf tot ruimtelijkheid - contrasten qua kleur, vorm & materiaal

Page 19: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 19

6. PEDAGOGISCHE EN DIDACTISCHE WENKEN 6.1. Algemene pedagogische en didactische wenken Werkschriften, werkmappen, handboeken en didactisch materiaal moeten in redelijke mate beschik-baar zijn. De agenda's van de leerlingen worden bij voorkeur ingevuld voor de dag dat de les moet gekend of het werk moet gemaakt zijn en niet op de dag dat de les gegeven is. Zijn eigen agenda vult de leer-kracht bij voorkeur in op de dag dat hij de les geeft. De leraar houdt ook een evaluatieschrift bij, waar-in hij de vordering van zijn leerlingen noteert, hun tekorten en eventuele remediering. Bij evt. betwistingen over beoordeling of sanctionering van een leerling (en niet alleen dan) kan hij steeds een beroep doen op administratieve documenten die hij heeft (laten) bij(ge)houden, o.m.:

• zijn agenda en die van de leerlingen; • de gecorrigeerde taken en opvragingen; • de examenkopijen; • de examenvragen en de modelantwoorden; • eventuele schriftelijke verwittigingen van de leerling; • de werkschriften, werkmappen, kaften of de documentatiemappen van de leerlingen; • de schetsboeken van de leerlingen; • de gerealiseerde werken, opdrachten, schetsen, voorstudies…. • contactafdrukken, foto's, video's, films, geluidsopnames, diskettes…

Bij een inspectie of begeleiding zal de leraar spontaan de lesdocumenten voorleggen. De leraar zal regelmatig bij wijze van steekproef de agenda's en schriften (mappen) van de leerlingen controleren. Het handboek is niet meer dan een hulpmiddel om het leerplan af te werken. Audiovisueel materiaal is vanzelfsprekend een niet te versmaden hulpmiddel. Het mag echter geen lesvullend programma zijn, maar blijft een ondersteuningsmiddel dat aanleiding is tot andere activiteiten. Tenzij het natuurlijk de studie van audiovisuele middelen zelf betreft. De leerkracht kan daarbij persoonlijke nota's maken voor zijn leerlingen, en die laten verzamelen in een documentatiemap, zodat voor de leerlingen een handige cursus ontstaat. Het is aangewezen regelmatig de leerlingen individueel en/of collectief te overhoren en de reële les-tijd optimaal te benutten.

Page 20: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 20

6.2. Specifieke pedagogische en didactische wenken Voor de leraar is een leerplan de leidraad. In zijn jaarplanning zet hij uiteen hoe hij de leerstof van het hele leerplan over het hele leerjaar zal verdelen en op het vorderingschema (zelfde document als jaarplan, waarvan hij een copie in de school laat) duidt hij aan hoe zijn jaarplan is afgewerkt. Dit document kan de behandelde leerstof vervangen. Hij zal de leerstof van het leerplan zodanig spreiden over zijn jaarplanning dat ongeveer 1/6 van de beschikbare lestijd overblijft voor eigen, vakgebonden inbreng (tijd- en/of plaatsgebonden activiteiten). Ook deze activiteiten vult hij achteraf in als behandelde leerstof. In zijn lesvoorbereiding noteert hij welke zijn doelstelling(en) is (zijn), hoe hij deze didactisch zal ver-wezenlijken en hoe hij de onderwezen leerstof zal evalueren. De lesstrategie omvat de voorziene didactische werkvorm (doceren, vraaggesprek, zelfwerkzaam-hulpmiddelen zoals bordplan, evt. audio- of videomateriaal, cd-rom) activiteitsprincipe, interesse, her-haling, geleidelijkheid. Hij tracht van zijn les een afgerond geheel te maken, opgebouwd rond lesfases (herhalings- sensibili-seringsmoment, aanbrengen van nieuwe kennis, evaluatiemoment). 6.3. Aan te bevelen tijdsgebruik – jaarplanning De tijd om dit leerplan te realiseren werd berekend op 25 lesweken. Hierin is ook ruimte voorzien voor de persoonlijke inbreng van de leerkracht inzake onderwerpen en accenten. Timing Leerinhouden Vorderingschema +/- Verklaring (als -, waarom)

september

oktober

november

...

Page 21: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 21

7. MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Elk middel of materiaal dat tot "beeldvorming" leidt is bruikbaar. Volgende opsomming is dus niet limitatief. FOTOGRAFIE

A. Doka • Vergroters, timers, korrelzoekers, instelramen, filters… • Baden, maatbekers, opbergflessen… • Ontwikkeltanken, spoelen, filmklemmen, thermometers… • Ontwikkel- en fixeerproducten…

B. Atelier

• Barytpers, droogmachine, snijmachine, diaprojector, werktafels… C. Studio

• Fototoestellen, flitsinstallatie, lichtmeter, achtergrondpapier, statief, verlichting… VIDEO

• Camera (vb. Handycam) • Eenvoudige montagetafel (minimaal is een videospeler en een videorecorder) uitgerust met

"monitoren" (eenvoudige tv-toestellen kunnen ook aangewend worden). • Afspeelapparatuur (bv. VHS-player + tv)

AUDIO

• Bandopnemer of cassetterecorder (liefst draagbaar bv. "Walkman"-type) • Microfonen • Mixagetafel • Klankinstallatie (versterker, luidspreker)

MULTIMEDIA

• Computers (hardware + randapparatuur; software…)

Page 22: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 22

WAARNEMINGSTEKENEN & BEELDENDE VORMING

• geschikte atelieraccomodatie qua ruimte, licht en belichting, bruikbaarheid, toegankelijkheid; • bergkasten en ladenkasten; • schildersezels, tekenplanken, stromend water met aangepaste wasbak, materiaal voor het

samenstellen van stillevens, ... voor het atelier WT; • tekentafels, werktafels met kunststofblad en aangepaste stoelen, lichtbak, papiersnijmachine,

snijmat, ..... voor het atelier BV; • de beschikbaarheid van een copieerapparaat, met mogelijkheid van vergroten en verkleinen,

copiëren op transparant materiaal, event. kleurfotocopy, ....... voor het atelier BV; Elk middel of materiaal dat tot 'beeldvorming' leidt is bruikbaar, maar ook niet steeds noodzakelijk. Volgende opsomming is dus geen beperking, maar ook niet steeds noodzakelijk:

• potlood, negro, pastel, krijt (vet-droog), conté, kleurpotlood, • houtskool, • profielpen, rietpen, balpen, ballonpen, ( en alle andere pennen), • inkten, o.a. Oost-Indische Inkt, bisters, ecoline, ...... • stiften, penselen, borstels, ... • aquarel, gouache, acrylverf (en alle andere verven), • diverse dragers en hun texturen, formaten: papier (blinddruk, collage, decollage, ...),

tekenkarton, linnen, hout, ....... • afdruk (lino, monotype, ets),

Alle technieken kunnen in principe worden gebruikt, in zoverre zij geen al te omslachtige ambachtelijke voorkennis vereisen.

Page 23: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 23

8. EVALUATIE 8.1. Doel Door evaluatie bepaalt de leraar in hoever de concreet gestelde doelstellingen bereikt zijn. Een posi-tieve evaluatie gaat uit van hetgeen de leerling heeft bijgeleerd, niet van de tekorten omdat hij bepaal-de zaken nog niet heeft bijgeleerd. 8.2. Taxonomie Door classificatie van de toets- en examenvragen of taken en opdrachten volgens een taxonomie (kennen, kunnen, zijn) zal de leraar in staat zijn het doel van de evaluatie te bereiken. Examenvragen of - opdrachten zijn éénduidig, valide en betrouwbaar. Door vragen van gelijke aard in de loop van het jaar speelt voor de leerlingen het verrassingseffect niet meer. Aan de hand van modelantwoorden of criteria (voor beoordelingsvragen) zijn de correcties secuur en op de gebruikelijke manier aangeduid (bv. Met rode inkt of balpen). Bij mondeling examens -vooraf vastgelegd in het studiereglement - worden reeksen gelijk(w)aardige vragen voorzien en van het verloop van de examens worden notulen aangelegd. Iedere leerling heeft door trekking van zijn vragen gelijke kansen. Een tweede examinator, liefst competent in dezelfde discipline, wordt zo mogelijk toegevoegd. Bovendien worden van hetzelfde vak per jaar liefst niet in meer dan in één reeks mondelinge exa-mens afgenomen. 8.3. Aard en frequentie van de evaluatie Voor dagelijks werk is het aangewezen te kunnen steunen op minstens één schriftelijke herhalings-beurt per rapportperiode. Dit belet niet dat deze punten voor DW kunnen aangevuld worden met korte, schriftelijke overhoringen en opdrachten, mondelinge beurten, punten voor observatiegegevens, orde, medewerking zoals vooraf afgesproken in het studiereglement. Hierbij is het ook nuttig voldoende aandacht te besteden aan zelfevaluatie van de leerlingen. Observa-ties over het affectief gedrag van de leerlingen kunnen soms aanleiding geven tot lichte aanpassing van een cijfer voor DW. Voor examens speelt de klasattitude natuurlijk niet mee.

Page 24: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 24

De examens Examen 1

• individuele opdracht waarbij theoretische basiskennis toegepast wordt in een praktische oefe-ning;

• schriftelijk deel i.v.m. theoretische kennis. Examen 2

• praktische realisatie van een individuele opdracht, waarin de basiskennis en -vaardigheden geïntegreerd worden;

• zowel het klank- als beeldaspect komen aan bod; • aan dit praktisch gericht "eindwerk" wordt een schriftelijke proef gekoppeld waarmee de geïn-

tegreerde basiskennis geëvalueerd wordt.

Page 25: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 25

9. BIBLIOGRAFIE 9.1. Algemeen Education of an Architect, Cooper Union, Rizzoli, New York, 1988. Handbüch der Kunst und Werkerziehung, 13 dln, Rembrandt Verlag, Berlin, 1967-74. ARNHEIM, K., Art and Visual Perception, Univ. of California Press, New Haven,1986 BLOOMER, C. M., Principles of Visual Perception, Van Nostrand Reinhold, New York, 1976 BROTHWELL, D., Beyond Aesthetics, Thames and Hudson, London, 1976 BURNHAM, J., The Structure of art, George Braziller, New York, 1971 CARPENTER, P., en GRAHAM, W., Art & Ideas, Mills and Boon, London, 1971 DE LUCIO J.J., -MEYER, Visual Aesthetics, Lund Humphries publishers Ltd, London,1973 DE VISSER A,., Hardop kijken, SUN, Nijmegem, 1986 DE VISSER A,., Kunst met voetnoten, SUN, Nijmegen 1989 FELDMAN, E.B., Varieties of Visual Experience, Abrams, New York, 1987 FELDMAN, E.B., Thinking about Art, Univ. of Georgia, Prentice-Hall Inc., New Jersey, 1985 FISCHER, E., The Necessity of Art, Penguin Books, London, 1963 FRUTIGER, A., Signs and symbols, Weiss Verlag, Dreieich, 1989 GERRITSE, A., Geschiedenis van de beeldende vorming, Cantecleer, De Bilt, 1973 GOMBRICH, E.H., Art & Illusion, Princeton University Press, New Jersey, 1960 GOMBRICH, E.H., The Sense of Order, Phaidon Press, Oxford, 1979 GRIAULE, M., Conversations with Ogotemméli, Intro. to Dogon Religious Ideas, Oxford 65 HADJINICOLAOU, N., Kunstgeschiedenis en ideologie, SUN, Nijmegem, 1977 HOBBS, J.A., Art in Context, Harcourt Brace Jovanovich, New York, 1980 HUDSON, W., en VAN REIJEN W,.Modernen versus postmodernen, Hes Uitg,Utrecht, 1986 HUYGHE, R., L'art et l'âme, Flammarion, Paris, 1960 HUYGHE, R., Dialogue avec le visible, Flammarion, Paris, 1955 HUYGHE, R., Formes et forces, Flammarion, Paris, 1971 HUYGHE, R., Sens et destin de l'art, 2 dln, Flammarion, Paris, 1967 LUTZELER, H., De kunst, Het Spectrum, Utrecht, 1966 MAQUET, J., The Aesthetic Experience, Yale Univ. Press, New Haven, 1986 MITCHELL, W.J., The Language of Images, The Univ. of Chicago Press, Chicago 1974 PAWLIK J., en STRASSNER, Beeldende kunst,. Begrippen en lexicon, Orion, Brugge,1978 PIRSIG, R.M., Zen and the Art of Motorcycle Maintenance, Nl.: Contact, Amsterdam, 1976 READ, H., Kunst zien en begrijpen, Prisma, Antwerpen, 1961 RYKWERT, J., The Necessity of Artifice, Academy Editions, London, 1982 VANBERGEN, J., Voorstelling en betekenis, Van Gorcum, Assen, 1986

Page 26: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 26

9.2. Bibliografie audiovisuele vorming ARNHEIM, R., Film as art - University of California Press 1957 AUMONT, J., BERGALA, A., MARIE, M., VERNET M., Esthétique du film - Nathan Université 1994 BAKKER P., Mediageschiedenis: een inleiding Wolters-Noordhoff 1991 BARTHES R., De lichtende kamer - Synopsis 1988 BAZIN A., Wat is film? - Standaard Uitgeverij Antwerpen 1984 BECKERMAN B., Dynamics of drama - Drama Book Specialists 1979 BONE, J., JOHNSON R., Understanding the film - National Texbook Company 1991 BORDWELL, D., THOMPSON Film K., Art - an introduction - McGraw-Hill, Inc 1993 R. BRESSON, Notes sur le cinématographe - Gallimard 1975 N. BURCH, Praxis du cinéma - Gallimard 1969 CAHIERS INTERNATIONAUX DE SOCIOLOGIE Nouvelles images nouveau réel volume LXXXII - Presses Universitaires de France 1987 CHION, M., La voix au cinéma - Editions de l'Etoile 1982 CHION, M., Le son au cinéma - Editions de l'Etoile 1992 CHEVANU, F., L’Expression cinématographique (les éléments du film et leur fonction) - Lherminier

1977 COOK, D.A., A History of Narrative Film DELEUZE, G., L’image-mouvement en L’image-temps - Les Editions de Minuit 1983-1985 DEVOS, J., Nogal ontfatsoenlijk maar zeker verleidelijk - Kritak 1994 EISENSTEIN, S.M., La non-indifférente nature Union générale d'édition 10/18 1976 FIELD, S., Hoe schrijf ik een scenario? - Het Wereldvenster/Unieboek 1988 GAUDREAULT, A., JOST, F., Récit écrit, récit filmique II - Nathan 1990 GODARD, J-L., Introduction à une véritable histoire du cinéma - Albatros 1980 HAVERMAN, M., Over fotografen, koorddansers een gat in de markt - Uitgeverij Bert Bakker 1992 HELLER, E., Kleur, symboliek, psychologische toepassing - Uitgererij Aula HOLTHOF, M., De digitale badplaats - over media en cultuur - Uitgeverij Van Halewyck 1995 JARVIE, I., Philosophy of film - Routledge & Kegan Paul 1987 JEFFREY, I., Photography - World of Art - 1993 LABRO, H., JACOBS, M., Je ziet niet wat je ziet - Uitgeverij Kunstbank 1993 LANGLOIS, H., Trois cent ans de cinéma - Cahiers du cinéma/Cinémathèque Française 1986 LAVANDIER, Y., La Dramaturgie - Le Clown & l’enfant 1994 MAST, G., MARSHALL, C., Film Theory and Criticism - Oxford University Press 1979 MITRY, J., Histoire du cinéma - Editions Universitaires 1967 MONACO, J., Film (taal, techniek, geschiedenis) - Het Wereldvenster/Unieboek 1991 MORRISROE, P., Robert Mapplethorpe, de biografie - Contact 1995 PEETERS, B., Autour du scénario - Revue de l’Université de Bruxelles - 1986 ROSSELLINI, R., Un esprit libre ne doit rien apprendre en esclave - Fayard 1977 ROUD, R., Cinema a critical dictionary Secker & Warburg 1980 SADOUL, G., Histoire générale du cinéma - Editions Denoël SADOUL, G., Rencontres 1 - Chroniques et entretiens Editions Denoël 1984 SCHOBER, H., RENTSCHLER, I., Waarneming en werkelijkheid; Optische misleidingen in weten-

schap en kunst - Uitgeverij Hollandia SKLAR, R., An International History of the Medium - Thames & Hudson

Page 27: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 27

SONTAG, S., Over fotografie - Uitgeverij Diogenes 1994 SWINNEN, J. M., De paradox van de fotografie, een kritische geschiedenis - Uitgeverij Hadewijch,

Cantecleer 1992 VALE, E., The Technique of screenplaywriting - Souvenir Press 1972 VANOYE, F., Récit écrit, récit filmique I - Nathan 1989 VOS, C., Het verleden in bewegend beeld: een inleiding in de analyse van audiovisueel materiaal - De

Haan 1991 9.3. Bibliografie waarnemingstekenen Identity and Alternity. Figures of the body. Marsilio Editori, Venice, 1995 Meisterzeichnungen. (7-delig) Schuller verlagsgesellschaft, München 1976 Tekenen 87. Cat. Mus. Boymans-Van Beunigen, Rotterdam 1987 BAMMES, G., Die Gestalt des Menschen, Otto Maier, Ravensburg, 1982 BAMMES, G., Studien zur Gestalt des Menschen, Otto Maier , Ravensburg 1990 BAMMES, G., Wir Zeichnen den Menschen, Volkseigener Verlag, Berlin 1989 BAMMES, G., Sehen und Verstehen, Volkseigener Verlag, Berlin 1985 BAMMES, G., Die Gestalt des Tieres, Otto Maier Verlag, Ravensburg, 1986 BARCSAY, J., Anatomie voor de kunstenaar, Cantecleer De Bilt,1978 BEAUCAMP, E., Neue Tendenzen der Zeichnung, Prestell Verlag, Muunchen, 1981 BEDONI, C., I Luoghi del disegno, Laboratorio del Disegno, Città Studi, 1996 EDWARDS, B., Leer Tekenen, uitg. Baart, Deurne, 1983 EISLER, G., From Naked to Nude. Live drawing in the 20 century. Thames & Hudson, '77 EISLER, G., Hoogtepunten van de Tekenkunst, Agon, Elsevier, 1976 EISSEN, K., Architectuur Presentatie. Technieken voor ruimtelijk Visualiseren. Waltman, Delft 1988 FAIRBROTHER, T.J., Sargent Portret Drawings, Dover Publications, N.Y. 1983 GLENN, C.W., Jim Dine, Figure Drawings. Harper & Row, N.Y. 1979 LEVY, M., The Artist & the Nude. An Anthology of Drawings, Corgi Books, Norwich 1965 LEYMARIE, J., Le Dessin, SKIRA, 1979 PILLSBURY, E., David Hockney. Travels with pen, pencil & inkt, Petersburg Press, London 1978 RAYES, J., Anatomie van de Mens, Letteren & Kunst, A'dam 1990 SMITH, S., Anatomie, Perspectief & Compositie. Cantecleer De Bilt, 1986 STRATZ, C.H., Die Darstellung des Menschlichen Körpers in der Kunst, Verlag Julius Springer, Berlin 1914 WAY, M., Perspectieftekenen, Kluwer, Deventer, 1992 9.4. Bibliografie beeldende vorming Josef ALBERS, A retrospective. Cat. Solomon R. Guggenheim Foundation, N.Y. 1988 Architecture and Body, Columbia Univ. Rizzoli, New York, 1988

Page 28: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 28

Le Corps en Morceaux. Mus. d'Orsay. Paris 1990 Forma e verita, Marchi Editore, Firenze, 1966 MALEVICH. Cat. Stedelijk Mus. A'dam Mesure pour mesure. Architecture & philosophie. Cahiers du CCI.Centre Pompidou, Paris 1987 La Sculpture. Méthode et vocabulaire. Principes d'analyse scientifique. Paris 1978 Reliefs. Formprobleme zwischen malerie und skulptur im 20 jahrhundert Benteli verlag, Bern 1981 Vorm. Nederlandse ambachts- en nijverheidskunst, Amsterdam, 1931 ABERCROMBIE, S., Architecture as Art. Icon Editions, N.Y. 1984 ADAM, R., Classical Architecture. A Complete Handbook, Viking, London, 1992 ALBERS. J., Interaction of Color. Yale University Press, New Haven & London, 1963 ANDREWS, W.S., Magic Squaires & Cubes, (1917) repr. Dover, N.Y. 1960 ARNHEIM, R., Dynamique de la Forme Architecturale, P.Mardaga, Luik, 1977 BAGLIVO, J.A., en GRAVER, E. J,.Incidence & Symmetry in Design & Architecture, Cambridge

University Press, Cambridge, 1983 BELJON, J.J., Bouwmeesters van morgen, Pantoskoop, Amsterdam 1966 BELJON, J.J., Zo doe je dat, Wet. Uitg., Amsterdam, 1980 BELJON, J.J., Ogen Open, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1987 BELLOUR, R,.e.a., Le Temps d'un Mouvement, Centre.Nat. de la Photographie, Paris '86 BONTA, J.P., Architecture and its Interpretation, Lund Humphries, London, 1979 BRAND, J., en JANSELIJN, H., Architecture & Imagination, Uitg. Waanders, Zwolle 1989 BREDEROO, N.J,.e.a., Oog in Oog met de Spiegel. Aramith, Amsterdam, 1988 BROLIN, B.C., Flight of Fancy. The banishment & return of Ornament, St.Martin's Press, N.Y., 1985 BUFFINGA, A., Vorm & Ruimte, Uitg. Waltman, Delft BURCHARTZ, Gleichnis der Harmonie, Prestel Verlag, München, 1949 CHING, F.D.K., Architecture: Form, Space & Order, Van Nostrand Reinhold C., N.Y., '79 CHRISTIE, A.H., Pattern Design, (1910) repr. Dover, N.Y. 1969 CIANCHI, M., Leonardo's Machines, Becocci Ed., Florence, CLAES, J., De dingen en hun Ruimte. Een metabletische studie van de perspectivische en van de

niet-perspectivische Ruimte. De Ned. Boekhandel, Antwerpen 1970 COUTY, E., Le dessin et la composition décorative, H. Dunod & E. Pinat, Paris, 1913 DAGOGNET. F., Etienne-Jules Marey, Hazan, Paris, 1987 DAVIS, P.J., en HERSH, R., Descartes Dream, The World according to Mathematics, Penguin Books,

London, 1986 DE JONG, T, De structurele samenhang van Architectuurbegrippen, D.U.P., Delft, 1987 DOLMETSCH, H., The Treasury of Ornament, (1887) repr.Studio Ed., London 1989 DORCHY, H., Langages des arts plastiques, ed. Universitaires, Bruxelles, 1968 DURER. A., The Painters Manuel. transl. W.L. Strauss. Abaris Books, Inc. N.Y. 1977 EVANS, J., Pattern, a study of Ornament in W.Europe (dl. I & II., 1931),Da Capo, N.Y. '76 FELTKAMP, C.W., Zien en verstaan, Van Mantgen & De Does, Amsterdam, '52 FONATI, F., Elementäre Gestaltungsprinzipien in der Architectur, Akademie der Bildende Kunste,

Wien, Tusch, Wien, 1982 GANSWEID, J., Symmetrie und Gestaltung. Callwey, München,1987 GAUTHIER, J.,en CAPELLE, L., Traité de composition décorative, Libraire Plon, Paris GERSTNER. K., Les Formes des Couleurs. Biblio. des Arts, Paris 1986

Page 29: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 29

GICKLER, A., Ornament mit System, Callwey, München, 1986 GIEDION. S., Die Herrschaft der Mechanisierung, Athenäum, Frankfurt, 1982 GIEDION, S., Architektur und Gemeinschaft. Rowohlt, Hamburg, 1956 GRAAFLAND, A., Esthetisch Vertoog & Ontwerp, SUN, Nijmegen, 1986 GRAAFLAND, A.,en DETHIER, H., e.a., De Bevrijding van de Moderne Beweging. Een dialoog met de

Modernen. SUN, Nijmegen, 1988 GRAAFLAND, A., en MAASKANT, M., Conceptuele Beelden voor een Museum, T.U.-Delft, 1989 GRILLO, P. J., Form, Function and Design, Dover, New York, 1960 HENDRICKS. G., Eadweard Muybridge.Viking Press, N.Y., 1975 HERSEY, G., The Lost Meaning of Classical Architecture, The MIT Press, Cambridge,'88 HORNUNG, C.P., Design's and Devices, Dover, New York, 1932 ITTEN, J., Mein Vorkurs am Bauhaus. Gestaltung und Formenlehre, Otto Maier Verlag, Ravensburg,

1963 / Cantecleer De Bilt, 1989 ITTEN, J., Kunst en Kleur, Otto Maier Verlag, Ravensburg, 1961/ Cantecleer DeBilt, 1973 JONES, O., The Grammar of Ornament, (1856) repr. Sudio Ed., London 1986 JENSEN, R., en CONWAY, P., Ornamentalism, Clarkson N. Potter Inc., N.Y. 1982 KANDINSKY, W., Lessen aan het Bauhaus, Cantecleer De Bilt, 1983 KANDINSKY, W., Point and Line to Plane, Dover, New York, 1979 KEPES, G., L'objet créé par l'homme, La Connaissance, Bruxelles, 1968 KEPES, G., The Nature and Art of Motion. Studio Vista, London, 1965 KLEE, P., Notebooks. 1. The Thinking Eye, Lund Humphries, London,1961 KLEE, P., Notebooks. 2. The Nature of Nature, L. Humphries, London, 1961 KLEINT, Bildlehre, Schwabe & Co. Verlag, Basel, 1969 KRANZ, K., Sehen, Verstehen, Lieben, Mensch und Arbeit, München, 1963 KUHNE, L., Gegenstand und raum, Veb Verlag der Kunst, Dresden, 1981 LEWIS, P., en DARLEY, G., Dictionary of Ornament, Pantheon Books, N.Y. 1986 LINAZASORA, J.I., Le Projet Classique en Architecture, A.A.M., Brussel, 1984 LOUPE, L,.e.a., Danses Tracées. Dessins & notations des Choréographes, Ed. Dis Voir, Paris, 1991 MEYER, F.S., Handbook of Ornament, (1988) repr. Dover, N.Y., 1957 MAJORICK (B., BELJON), Ontwerpen & Verwerpen, Querido, Amsterdam, 1959 MIDGLEY. B., Handboek Beeldhouwtechnieken. uitg. Rostrum B.V., Haarlem 1988 MILLON, H.A., Italian Renaissance Architecture.Thames & Hudson, London 1994 MOHOLY-NAGY, L., Vision in Motion, Paul Theobald and Company, Chicago, 1947 MOORE, CH., & ALLEN, G., L'architecture sensible. Espace, échelle et forme, Dunod, Paris 1981 NORBERG-SCHULZ, C., Architecture: meaning & place, Electa/Rizzoli, N.Y., 1986 NORBERG-SCHULZ, C., Existentie, Ruime & Architectuur. Masereelfonds, Gent, 1981 NORBERG-SCHULZ, C., Architectuur, een logisch systeem. Masereelfonds, Gent, 1979 NORBERG-SCHULZ, C., Habiter. Vers une architecture Figurative, Electa, Milaan 1985 OCVIERK, e.a., Art Fundamentals. Theory and Practice, WM.C. Brown Publishers, Dubuque, 1975 ONIANS. J., Bearers of meaning. The Classical Orders, Cambridge University Press, '88 OOSTRA, B., Beeldende vorming in theorie en praktijk, Nelissen, Bloemendaal, 1980 PARSONS, W.B., Engineers & Engineerig in the Renaissance, The M.I.T. Press, Cambridge 1976 PEDOE, D., Perspectieven Doorzien, Meetkunde als thema in de kunst, Aramith, Amsterdam 1988 PEVSNER, N., Pioneers of Modern design, Penguin Books, London, 1983 RACINET, A., The Encyclopedia of Ornament. (1873) reprint: Studio Ed. London 1988

Page 30: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 30

READ. H., Moderne Beeldhouwkunst. Gaade, Veenendaal, 1987 ROWELL, M., The Planar Dimension. The Solomon R. Guggenheim mus., N.Y. 1979 ROWLAND, K., Pattern and Shape, Ginn & Company Ltd., London, 1967 RYKWERT, J., The Necessity of Artifice, Academy Editions, London, 1982 SAARINEN, E., The Search for Form in Art and Architecture, Dover, New york, 1985 SMETS, G., Vormleer. De Paradox van de vorm, Bert Bakker, Am'dam, '86 SPELTZ, A., The History of Ornament, (1915) repr. Studio Ed., London, 1989 SPELTZ, A., Ornamenten, (1904) repr. Gaade-Amerongen, 1980 SPENCER, H., The Image Maker, Charles Scribner's Sons, New York, 1975 STEVENS, P.S., Handbook of Regular Patterns. An introduction to Symmetry in Two Dimensions, The

MIT Press, London, 1984 STURM, H., e.a., Der Verzeichnete Prometheus. Kunst, Design & Technik, Nischen, Berlin, 1988 SUMMERSON, J., The Classical Language of Architecture, Thames & Hudson, N.Y. 1980 TAINMONT, E., Esthétique positive, C.E.D.E.P., Bruxelles, 1967 TAFURI, M., The Sphere & the Labyrinth. Avant-Garde & Architecture from Piranesi to the 1970s, MIT Press, Massachusetts Institute of Technology, 1990 TAFURI, M., Ontwerp & Utopie. Architectuur en Ontwikkeling van het Kapitalisme, Sun, Nijmegen,

1978 TAYLOR, L., Housing: Symbol, Structure, Site, Rizzoli, N.Y. 1982 TZONIS, A., Het Architektonies Denken, Ontwerp, Rationalisering van de Architectuur en

Maatschappelijke Macht,Sun, Nijmegen,1982 TZONIS, A., en LEFAIVRE, L., De Ooorsprong van de Moderne Architectuur, Sun, Nijmegen, 1984,

1990 TZONIS, A., LEFAIVRE, L., en BILODEAU, D., De Taal van de Klassicistiese Architectuur, Sun,

Nijmegen, 1983 ULRICH, G., De wereld van de schilderkunst, Elsevier, Amsterdam, 1965 VAN RHEEDEN H,., Om de vorm, SUA, Amsterdam, 1989 VAN RINGELSTEIN, W, Beeld & Werkelijkheid. Meulenhoff Educatief, A'dam 1964 VENTURI, R., Complexity & Contradiction in Architecture. MOMA. Papers on Architecture, N.Y. 1966,

1977 VON FRANZ, M.-L, Tijd. Ritme & Rust.De Haan, Haarlem, 1979 VON WERSIN, W., Das Elementare Ornament, Otto Maier Verlag, Ravensburg 1940 WADE, D., Chrystal & Dragon. The cosmic two-step, Green Books, Hartland,1991 WOODHAM, J.M., Twentieth-Century Ornament, Sudio Vista, London, 1990 WITTGENSTEIN. Opmerkingen over de kleuren. G.E.M. Anscombe, Oxford 1977, Boom,

Meppel/A'dam 1989

Page 31: GO Audiovisuele Vorming 2de Graad KSO

Audiovisuele Vorming – BK 2e graad 31

9.5. Bibliografie per deelvak Deze zeer specifieke literatuur is eventueel terug te vinden in de programma’s of lesvoorbereidingen van de betrokken leerkracht. Fotografie MUSEUM VOOR FOTOGRAFIE, Een wereld in beeld MUSEUM VOOR FOTOGRAFIE, Fotografie vroeger en nu PRAKTISCHE POCKET ENCYCLOPEDIE Creatief fotograferen - Lannoo 1993 LABRO, H., JACOBS, M., Je ziet niet wat je ziet - Uitgeverij Kunstbank 1993 SWINNEN, J. M., De paradox van de fotografie, een kritische geschiedenis - Uitgeverij Hadewijch,

Cantecleer 1992 Video BOM, M., CALLENS, H., en V.d. BRANDEN W. , Werken met audiovisuele middelen - BRT 1984 V.d. BRANDEN, W., Audiovisuele media: praktijkboek - Moderne Instructie Methoden, 1983 Audio BRTN Werken met audiovisuele middelen - leerboek - Instructieve omroep BRTN LINKENS, A., Creatief met audio-apparatuur - 1988 MEULENBERG, M., Begeleiden van audiovisuele producties - Alpen aan de Rijn: Samson Bedrijfsin-

formatie 1994 Animatie CULHANE, S., Animation: from script to screen - St-Martin Press 1990 DEKKER, B., Tekenfilm maken (handleiding & werkboek) - Uitgeverij Visioen 1985 NOAK, R., Animatie: een wegwijzer voor animatietechniek - Gaader corp. 1989 Multimedia ELLERMAN, H., 380 Internet Tips & Trucs - Uitgeverij Pim Oets 1995 HERRELIES, J.M., Het complete multimediaboek - Sybex 1994 HASKIN, D., Beginnen met multimedia - Schoonhoven: Academic Service 1995 RAGGETT, D., LAM, J,. ALEXANDER, I., HTML 3 Electronic Publishing on the World Wide Web -

Addison Wesley Longman 1996 WINSTON, P. H., On to Java - Addison Wesley Longman 1996 Multimedia, Het complete, gebruiksvriendelijke handboek - Image Book Publishers, Eindhoven 1999