Upload
nvrd-nvrd
View
240
Download
17
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
GRAMGastheer NVRD Jaarcongres Alphen aan den Rijn trots op duurzaam Ecopark
JAA
RGA
NG
107 | NU
MM
ER Mei 2016
VAKBLAD VAN DE 4
GRAM | mei 2016 3
Vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
4
16
18
22
Special NVRD JaarcongresVoorwoord,
Congresprogramma,
introductie van de sprekers
Hoe zien zij dat? Dion Steensel (HVC), Carla van Ommen (Stadswerken Utrecht) en Olaf Prinsen (NVRD)
geven hun visie over de toekomst van afvalinzameling in deze nieuwe rubriek.
Afvalsector schakelt naar biobased economyDe overgang van oil-based naar plantaardige grondstoffen is in volle gang. Met gft- en
groenafval beschikt de afvalsector over veelbelovende ‘kandidaten’ voor hoogwaardige
biobased toepassingen. Initiatieven zijn talrijk, de technologie is in ontwikkeling.
Rijksbrede inkoopspecialist wil recycling aanjagenAls ‘categoriemanager bedrijfskleding Rijk’ zet luitenant-kolonel Rob van Arnhem
zich op twee fronten in voor duurzaamheid. Niet alleen bij de Rijksbrede inkoop van
bedrijfskleding, maar ook bij het verwerken van retourstromen.
Foto voorplaat: Monique van Vliet
13 Bezem
14 Hoe doen zij dat? Deze maand: afval
scheiden in de openbare ruimte
24 Interview met Isabelle Diks, wethouder
duurzame ontwikkeling in Leeuwarden
en portefeuillehouder afval binnen de
commissie Milieu, Energie en Mobiliteit
van de VNG
28 De kracht van 100-100-100
30 Afval the Game Xtra
32 Samenwerken in afvalbeleid
34 NVRD Nieuws
35 Column Olaf Prinsen
36 Innovatief aanbesteden in de afvalsector
38 Branchenieuws
42 Agenda en colofon
43 CloseUp
Lees verder op pag. 18
www.gmt.nl [email protected] @gmteurope
“Waste management
software van de meest
succesvolle afval- en
recyclingbedrijven”
Compleet,
modern, robuust,
op locatie of in ‘de cloud’
imaginea cleanerplanet
Vraag de WasteB demo aan via [email protected] of 0570-600281
WasteB® is een sensor die in afvalcontainers geplaatst wordt waardoor het mogelijk is te meten hoe vol een afvalcontainer is. Deze informatie wordt vervolgens doorgegeven aan de centrale en vertaald naar een routeplan dat de ophaalwagens alleen langs containers leidt die geleegd moeten gaan worden.
Met WasteB® wordt dynamic waste picking een fl uitje van een cent.
Behaalde besparingen:• 34% minder ledigingen• 29% tijdsbesparing• 24% minder CO2 uitstoot
Behaalde besparingen:Behaalde
www.bwaste.nl/producten/wasteb
Vraag de WasteB-Demo
aan
C O N G R E S S P E C I A L
GRAM | mei 2016 5
Wij zijn er trots op dat de NVRD dit jaar Alphen aan den Rijn heeft gekozen als locatie voor haar
jaarcongres. Het thema ‘100% circulair’ houdt mij als verantwoordelijk wethouder meer dan ooit bezig.
Alphen aan den Rijn wil een belangrijke bijdrage leveren aan het hergebruik en recycling van afval.
C O N G R E S S P E C I A L
NVRD Jaarcongres 100% Circulair
Steeds meer spreken wij van grondstof in plaats
van afval. Het streven is natuurlijk 100% circulair. Ik
verwacht dat het optimaliseren van bronscheiding
en een prijsprikkel in combinatie met maatwerk
en nascheiding, kan leiden tot 100% hergebruik
van grondstoffen in 2025, als ook producenten
verstandige keuzes maken.
Een belangrijk onderdeel van het congres is
natuurlijk de algemene ledenvergadering op de
eerste dag. Het is de opmaat naar de tweede dag
van het congres waar een keur aan prominente
sprekers op het programma staat. Onder leiding
van dagvoorzitter Helga van Leur nemen onder
andere Jan Peter Balkenende, Taco Kingma, Toine
Timmermans, Marco Mattiello en Marius Smit u mee
in de interessante wereld van 100% circulair. Het is
mijn wens dat wij in 2025 alleen nog maar producten
ontwerpen en maken, die aan het eind van de
gebruiksfase gemakkelijk te demonteren zijn en ook
dat materiaalstromen gemakkelijk gescheiden kunnen
worden. Bovendien zie ik voor me dat onderdelen
en grondstoffen zoveel mogelijk worden hergebruikt
zonder kwaliteitsverlies. En dat grondstoffen van
producten zoals tandpasta en dergelijke biologisch
afbreekbaar zijn en zo teruggegeven kunnen worden
aan de natuur.
Met het oog op het programma en de bevlogen
sprekers kan het niet anders dan dat alle aanwezigen
Alphen aan den Rijn na dit congres met nieuwe kennis
en ideeën zullen verlaten. En met grote inspiratie om
met elkaar als belangrijkste ambassadeurs van 100%
circulair weer aan de slag te gaan.
Tseard Hoekstra
Wethouder gemeente Alphen aan den Rijn
C O N G R E S S P E C I A L
6 GRAM | mei 2016
De toekomst van mobiliteit, Davide Ghione, Tesla Motors
GRAM | mei 2016 7
C O N G R E S S P E C I A L
Dagvoorzitter Helga van Leur
Helga is bekend van de weerberichten op RTL. Daarnaast geeft zij
veel lezingen over weer, klimaat, duurzaamheid en gedrag. ''Als
dagvoorzitter begeleid ik bedrijven en hun relaties tijdens congressen
en inspiratiebijeenkomsten. Het is heerlijk om te zien hoe bedrijven
en mensen daardoor weer een stapje verder kunnen zetten naar een
zonnige, duurzame toekomst. En ook ik leer elke keer weer wat bij.
Er valt veel te vertellen over de (on)zekerheden van verwachtingen,
of het nu gaat om het weer, de economie, je eigen leven of het
klimaat. Over 30 jaar moet deze aarde nog steeds leuk, leefbaar
en betaalbaar zijn! Hoe krijg je mensen zover dat ze erover gaan
nadenken en ernaar gaan handelen? Veel uitdagingen dus
omtrent het thema duurzaamheid: een balans tussen
People, Planet, Profit ... én Passie. Als dát kan met Plezier,
dan gaat de zon spontaan schijnen!"
Jan Peter Balkenende
Samenwerking cruciaal
De omslag naar een circulaire economie vormt een cruciale
volgende stap in de verduurzaming van bedrijfsmodellen.
Verschillende berekeningen tonen bovendien aan dat een
circulaire economie voor Nederland en Europa enorme
economische kansen biedt. Ik zie ook veel kansrijke initiatieven
in ons land ontstaan. We lopen internationaal voorop in deze
uitdagende transitie die alle schakels van ketens zal raken.
Deze koploperspositie zal Nederland in de toekomst een
voorsprong bieden in kennis, in ervaring en in het ontwikkelen
van innovatieve schaalbare producten die we internationaal
kunnen inzetten. Samenwerking - met meer en minder voor
de hand liggende partners - is hierbij een cruciale factor voor
succes. En ook hier beschikt Nederland over een uniek DNA,
van samenwerking en polderen - waardoor de omslag naar de
circulaire economie zeker gaat komen.
Met veel interesse ga ik met uw sector in gesprek tijdens het
jaarcongres. Hoe kunnen we de goede voorbeelden opschalen
en onze kennis en ervaring in de afval- en reinigingssector
nationaal en internationaal benutten om de transitie naar
circulaire economie te versnellen?
Prof. Dr. Jan Peter Balkenende (1956) is voormalig minister-
president van Nederland. Nu is hij partner Corporate
Responsibility bij Accountants- en Adviesbureau EY, mede
oprichter van de Dutch Sustainable Growth Coalition en
hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Foto: William Rutte
8 GRAM | mei 2016
C O N G R E S S P E C I A L
Marius Smit
Geen woorden maar daden
Dat je met bevlogenheid ver kunt komen, bewijst Marius Smit. Deze
jonge ondernemer richtte vijf jaar geleden Plastic Whale op, een
organisatie die de Amsterdamse grachten probeert schoon te houden.
Mensen kunnen boten huren die van opgevist plastic zijn gemaakt,
om daarmee nóg meer rommel uit de grachten te vissen. Smit bouwde
zijn bedrijf op vanuit het niets. Op een vakantie zag hij hoeveel plastic
er aanspoelde op een tropisch strand en daarmee was voor hem de
maat vol. Hij riep burgers, bedrijven en overheidsinstanties op hem te
helpen een boot te bouwen van plastic afval. Aan die oproep is massaal
gehoor gegeven. In vijf jaar tijd is Plastic Whale uitgegroeid tot een
social enterprise met investeerders, sponsoren, partners en vele klanten.
Het bijzondere is dat Smit nog nooit aan marketing of acquisitie heeft
gedaan. Het verhaal verkoopt blijkbaar zichzelf.
Inmiddels wordt Marius Smit gezien als het voorbeeld van een moderne
duurzame ondernemer. Hij is erin geslaagd zijn droom om te zetten in
daden. Dat kostte bloed, zweet en tranen, maar "de gloeilamp van Edison
kwam er ook pas na vele mislukte pogingen", aldus Smit. Ook bewijst hij dat het goed mogelijk is om geld te
verdienen met het mooier en beter maken van de wereld. Marius Smit is een inspirerende spreker die met passie
vertelt over zijn onderneming. Over het belang van een prikkelende missie, over vertrouwen in je idee, in jezelf en
in anderen. Over de persoonlijke tegenslagen en overwinningen. Over vernieuwende businessmodellen en nieuwe
media. "Het gaat niet om wat je zegt, maar om wat je doet", luidt zijn onwrikbare motto.
Taco Kingma
Duurzaamheid als missie
Zuivelgigant Friesland Campina is een coöperatie van 19.000 boeren. “Als zij
het hebben over lange termijn, dan denken ze niet aan vijf of tien jaar, maar
aan de volgende generatie”, zegt Taco Kingma. “Duurzaamheid is voor ons dus
een missie. Onze boeren zitten verspreid over ca. 14.000 boerderijen, dat zijn
bedrijven die overgaan van vader op zoon.”
Taco Kingma (1961) is manager duurzaam ondernemen bij Friesland Campina
Nederland. Op het NVRD-congres gaat hij vooral spreken over de stappen die
er worden gemaakt op het gebied van duurzaam verpakken. “Onze zuivel zit
verpakt in honderden miljoenen drankkartons, bekers, cans en andere soorten
verpakkingen”, zegt hij. “Ongeveer de helft daarvan zijn drankenkartons voor
verse producten, zoals melk, yoghurt en vla. De afgelopen dertig jaar zijn
die pakken al twintig procent lichter geworden. Sinds zes jaar gebruiken we
uitsluitend FSC-gecertificeerd karton en afgelopen jaar gingen we weer een
stapje verder. Voor de coating en de doppen investeren we nu in biobased
kunststof, zodat er geen fossiele brandstoffen voor nodig zijn. Maar de
ontwikkelingen staan nooit stil. Samen met verpakkingsproducenten, onze
leveranciers, blijven we continu zoeken naar verbeteringen.”
De inzameling van drankenkartons juicht Kingma uiteraard toe. Maar het kan
beter, meent hij. “Gemeenten werken nu met verschillende inzamelmethodes.
De consument wordt naar de website van zijn gemeente verwezen als hij vragen
heeft over de juiste manier van wegwerpen. Daar zou veel meer eenduidigheid
moeten komen. De NVRD kan daar een positieve rol in spelen.”
GRAM | mei 2016 9
C O N G R E S S P E C I A LC O N G R E S S P E C I A L
Marco Mattiello
Koploper in Italië
In de Italiaanse regio Treviso, boven Venetië, produceren de half miljoen
inwoners slechts 55 kilo restafval per jaar. Het recyclingpercentage is
er ruim 85 procent. Omdat de gescheiden stromen van hoge kwaliteit
zijn, leveren ze veel geld op en kunnen de kosten laag blijven. “Onze
afvalstoffenheffing voor een gezin van drie personen is 185 euro per
jaar. Op Sicilië betaalt men twee keer zo veel, terwijl de resultaten daar
veel minder zijn.” Marco Mattiello (43), manager internationale relaties van afvalbedrijf Contarina, vertelt op het
NRVD-congres hoe zijn publieke organisatie dergelijke opvallende resultaten voor elkaar krijgt.
“Toen enkele stortplaatsen in ons gebied gesloten werden, moesten we inventief zijn. Wij hebben geen
verbrandingsovens, dus konden we met ons restafval eigenlijk nergens meer naar toe”, aldus Mattiello. Contarina
besloot in te zetten op zo veel mogelijk recycling en zo min mogelijk restafval. Met succes. Mattiello: “We
introduceerden gedifferentieerde tarieven en schakelden over op huis-aan-huisinzameling met containers voor
onder meer papier en plastic. Maar wat we vooral doen, is voortdurend de aandacht van de bewoners vasthouden.
We zijn onder meer heel actief op social media en organiseren regelmatig open dagen op onze recyclingfabrieken.
Zodat de inwoners zien wat het nut is van hun ‘huiswerk’, het actief scheiden van afval, en wat er met hun
recyclebare stromen gebeurt.”
Contarina is al koploper in Italië, met de huidige resultaten, maar de ambities gaan nog verder. Mattiello: “Ons doel
is zero waste in 2022. De manier waarop wij werken kost veel inspanning, maar de effecten zijn duidelijk positief.”
10 GRAM | mei 2016
C O N G R E S S P E C I A L
Toine Timmermans
Pak yoghurt blijft nog weken goed
“Iedere Nederlander gooit jaarlijks zo’n 47 kilo eetbaar voedsel weg”, weet
Toine Timmermans. “Dat is ongeveer de helft van de totale hoeveelheid
voedsel die we verspillen. De rest komt voor rekening van de industrie,
horeca, supermarkten en andere partijen.” Timmermans (1965) is
programmamanager duurzame voedselketens bij Wageningen UR Food &
Biobased Research. “Het voorkomen van voedselverspilling is op zich niet
moeilijk”, benadrukt hij. “Het is een kwestie van gedragsverandering. En die
bereik je door oplossingsgericht te denken.”
Wageningen UR heeft zelf een actie bedacht, de Food Battle, die goede
resultaten laat zien. Timmermans: “De Food Battle is een wedstrijd die
bestaat uit een ontmoetingsdag, een app, een website en de nodige
voorlichting. De deelnemers gaan samen drie weken lang bijhouden hoeveel
voedsel ze weggooien. Na afloop blijkt dat ze 30 tot 40 procent minder
verspillen. Ze gaan het normaal vinden om bewuster met hun voedsel om
te gaan, ook al is het over de datum.” Die houdbaarheidsdatum is volgens
Timmermans een belangrijke veroorzaker van voedselverspilling. “De
aanduiding ‘ten minste houdbaar tot’ is niets anders dan een kwaliteitsgarantie. Onzin om een pak yoghurt na de
tht-datum weg te gooien. Dat is een zuur product, dat blijft nog weken goed.”
Afvalinzamelaars en gemeenten kunnen volgens Timmermans ook een steentje bijdragen aan het voorkomen van
voedselverspilling. “Opvallend is dat de helft van het door consumenten verspilde voedsel bij het restafval terecht
komt. Met meer preventie, pilots en beleidsmaatregelen valt ook daar nog veel te winnen.”
Foto: Monique van Vliet
Teksten: Hetty Dekkers
GRAM | mei 2016 11
C O N G R E S S P E C I A L
HOE COMPLEX INZAMELEN OOK WORDT...
Recycling vormt een enorme uitdaging. Datzelfde geldt voor het onderhoud van uw inzamelvoertuigen. FleetCareXL is gespecialiseerd in het beheer van complexe wagenparken. Met FleetCareXL bespaart u gegarandeerd op onderhoudskosten, verhoogt u de beschikbaarheid van uw vloot en houdt u de focus op recycling. We take care.
www.fleetcarexl.com
UW WAGENPARK IS BIJ ONS IN GOEDE HANDEN
Het NVRD Jaarcongres 2016 wordt
mede mogelijk gemaakt door:
Helft Nederlanders zamelt al drankenkartons in
(advertorial)
De helft van de Nederlanders zamelt naast glas, papier en plastic nu ook drankenkartons in en twee derde wil dit graag doen als het in hun gemeente kan. Dit blijkt uit onderzoek van researchbureau SAMR in opdracht van Stichting HEDRA. Inmiddels zamelt zo’n 85% van de gemeenten de pakken in.
Veel mensen willen drankenkartons inzamelen. Vier op de tien inwoners van gemeenten die inzamelen weten echter nog niet dat dit kan.
Bemind maar onbekend
“Ongelofelijk dat zoveel mensen al van de inzameling weten en hier aan meedoen. Een groot compliment voor al die gemeenten die de inzameling hebben opgezet”, aldus Inge Eggermont van Stichting HEDRA. “Het is nu tijd om door te pakken en daar kunnen we de hulp van gemeenten bij gebruiken.”
Volg ons op Facebook, deel de promotiefi lm via de gemeentelijke website en jullie sociale media kanalen. Of plaats de kant-en-klare advertorial in regionale dagbladen. Deze vindt u net als alle andere middelen en de resultaten van het consumentenonderzoek op: www.hedra.nl.
In paar jaar veel bereikt
Kun je drankenkartons scheiden in jouw gemeente?
62% van de inwoners in gemeenten diedrankenkartons inzamelen weet dat dit kan
Weet ik nietJa Nee
13%62%
25%
Mensen zijn zich bewust van de milieuvoordelen van het scheiden en recyclen van huishoudelijk afval. Dit geldt voor vrijwel alle materialen.
Milieuvoordelen zijn bekend
Van welke verpakkingsmaterialen vind je het belangrijk dat ze gescheiden worden?
0%
100%
Glas Papier & karton
Plastic Blik Dranken-kartons
Belangrijk Onbelangrijk
93%
7% 9% 10% 17% 20%
91% 90%83% 80%
Helft Nederlanders zamelt al drankenkartons in
(advertorial)
De helft van de Nederlanders zamelt naast glas, papier en plastic nu ook drankenkartons in en twee derde wil dit graag doen als het in hun gemeente kan. Dit blijkt uit onderzoek van researchbureau SAMR in opdracht van Stichting HEDRA. Inmiddels zamelt zo’n 85% van de gemeenten de pakken in.
Veel mensen willen drankenkartons inzamelen. Vier op de tien inwoners van gemeenten die inzamelen weten echter nog niet dat dit kan.
Bemind maar onbekend
“Ongelofelijk dat zoveel mensen al van de inzameling weten en hier aan meedoen. Een groot compliment voor al die gemeenten die de inzameling hebben opgezet”, aldus Inge Eggermont van Stichting HEDRA. “Het is nu tijd om door te pakken en daar kunnen we de hulp van gemeenten bij gebruiken.”
Volg ons op Facebook, deel de promotiefi lm via de gemeentelijke website en jullie sociale media kanalen. Of plaats de kant-en-klare advertorial in regionale dagbladen. Deze vindt u net als alle andere middelen en de resultaten van het consumentenonderzoek op: www.hedra.nl.
In paar jaar veel bereikt
Kun je drankenkartons scheiden in jouw gemeente?
62% van de inwoners in gemeenten diedrankenkartons inzamelen weet dat dit kan
Weet ik nietJa Nee
13%62%
25%
Mensen zijn zich bewust van de milieuvoordelen van het scheiden en recyclen van huishoudelijk afval. Dit geldt voor vrijwel alle materialen.
Milieuvoordelen zijn bekend
Van welke verpakkingsmaterialen vind je het belangrijk dat ze gescheiden worden?
0%
100%
Glas Papier & karton
Plastic Blik Dranken-kartons
Belangrijk Onbelangrijk
93%
7% 9% 10% 17% 20%
91% 90%83% 80%
GRAM | mei 2016 13
BEZEMOverspoeld
Het is zo maar een paar dagen mooi weer. Op Twitter branden de discus-sies los of het wel of niet rokjesdag is. Feit is gewoon dat het lekker weer is en iedereen graag naar buiten gaat. Wandelen, picknicken, fietsen en zwerfafval produceren. Het is niet anders. Helaas, en ach, het is mijn werk als Bezem om het weer op te ruimen. Ik ervaar het niet als dweilen met de kraan open. Als er gedweild is, en nee ik bedoel niet kroeg-in-kroeg uit, dan is het toch gewoon weer heerlijk schoon. Schoon voelt lekker, voelt fijn, als mooi lenteweer. Mooi weer is hopelijk de aankondiging van meer mooi weer en dan hebben we het ineens zo maar over de vakantie. De zomervariant uiteraard. We participeren ons dan te pletter all over the world. All inclusive of niet. Vooral de kleine bezempjes participeren volop in het animatiepro-gramma van de camping. De belegen bezems in het bingoprogramma in de resorts. Anderen participeren in een reisprogramma door Antarc-tica en weer anderen in grote festivals met duizenden bezoekers. Om-
GRAM | mei 2016 13
gekeerd gebeurt dit ook. Participerend kuilengraven op het strand of participerend in de rij staan voor het Rijksmuseum. Mijn collega bezems op de Waddeneilanden weten al helemaal hoe dat gaat. Vegen, reinigingen en ophalen van afval kent daar een hele andere dimensie. Alhoe-wel de zeespiegel met rasse schreden stijgt, worden zij nog niet overspoeld door water maar wel door toeristen. 375 kilo afval per persoon is het gevolg. Een duidelijke non-participatie in het Nederlandse afvalbeleid. Alhoe-wel. Zij zorgen er participerend voor dat onze afvalovens kunnen blijven draaien, sorry, energie leveren. Nog sociaal ook. Als ik er zo over nadenk, we zijn al aardig op weg naar een participatiemaatschappij. Of heb ik het nu verkeerd begrepen?
14 GRAM | mei 2016
Peter Posthuma, teamleider wijkbeheer en service
gemeente Huizen.
Contact: [email protected]
ren we, reinigen we en laten we op-
nieuw beletteren. Het zwerfafval uit de
openbare prullenbakken wordt ook zo
veel mogelijk gescheiden.
Waarom deze werkwijze?
Omdat we zo duurzaam mogelijk willen
werken, met oog voor de circulaire eco-
nomie. We doen dat deels vanuit onze
eigen bedrijfsfilosofie en deels omdat
de aangesloten gemeenten dat van
ons vragen. Hergebruik is goed van-
uit milieuoogpunt, maar het zorgt ook
voor kostenreductie. Een verkeersbord
opnieuw beletteren is goedkoper dan
weggooien. En het water uit de com-
postinstallatie benutten we als waswa-
ter voor de voertuigen en in de winter
voor nat strooien. Zo zoeken we steeds
naar nieuwe hergebruikmogelijkheden.
Voor-/nadelen van dit systeem?
Ik kan eigenlijk geen nadelen beden-
ken. Je moet wel zorgen dat je de boel
Welke afvalstoffen worden apart
ingezameld in de openbare ruimte?
Heel veel. Het snoeiafval uit parken en
ander openbaar groen houden we apart
en gaat naar onze composteerafdelin-
gen. Onze bedrijfsauto’s rijden bijvoor-
beeld op het biogas dat daaruit gepro-
duceerd wordt.
Verder gaat het puin dat vrijkomt bij
bestratingswerkzaamheden naar een
puinbreker, het asfalt naar een speciale
verwerker, net als het plastic en pvc dat
vrijkomt bij rioleringswerkzaamheden.
Ook het metaal houden we apart, denk
aan kapot straatmeubilair zoals bank-
jes, hekjes, fietsenrekken, speeltoe-
stellen, lichtmasten. Verkeersborden
waarvan de teksten niet meer kloppen,
bijvoorbeeld omleidingsborden, bewa-
Deze maand:
afval scheiden in de openbare ruimte
Hoe doen zij dat?Tekst: Hetty Dekkers
Martin Napinterim teamleider openbare ruimte
Aalsmeer, Meerlanden.
Contact: [email protected]
Welke afvalstoffen worden apart
ingezameld in de openbare ruimte?
Dat gaat bij ons heel ver, we scheiden
zo’n beetje alles in de buitenruimte. En
proberen tevens een zo nuttig mogelijke
toepassing te zoeken. Zo gebruiken we
het vrijkomende puin voor aanleg van
onze nieuwe wegen en gaat een deel
van het apart gehouden stamhout naar
onze botterwerf voor scheepsbouw.
We houden dus alles apart, zoals metaal,
kca, pmd in de openbare prullenbakken,
pvc, kolkenvuil, kadavers. Een apart ver-
haal is het groenafval. Dat splitsen we
op in allerlei soorten, zoals meerdere
soorten grassen, gewoon hout, blad,
stamhout. Je hebt bijvoorbeeld natte en
droge bermgrassen, waterplanten, bol-
lenafval, dat scheiden we ook. De ene
soort is namelijk geschikt als vezel voor
kleding en de andere soort als biomas-
sa. We zijn voortdurend op zoek naar
nieuwe toepassingen, zolang we die
nog niet gevonden hebben, houden we
de stroom toch alvast apart. Onkruid uit
het openbaar groen laten we zeven door
een bedrijf dat toevallig naast ons eigen
gronddepot zit. Het grootste deel van
het onkruid is zand, dat storten we na
de zeving terug op locatie.
Onze openbare prullenbakken hebben
twee compartimenten, een voor rest en
een voor pmd. Eerst hadden we ook nog
een vak voor papier, maar dat was geen
succes. Het papier was te veel vervuild
en daardoor waardeloos als grondstof.
Waarom deze werkwijze?
Milieu moet je bedrijfsfilosofie zijn, vin-
den wij. Ons principe is zo min mogelijk
goed faciliteert. Op onze werklocatie
hebben we bijvoorbeeld voldoende
bakken staan voor alle stromen. Doe je
dat niet, dan wordt dat ene fietsenrek
al snel bij het restafval gegooid. De bak
voor snoeiafval is veel sneller vol dan
die voor metaal, dus moet je zorgen dat
die ook vaker geleegd wordt. Dat soort
zaken moet je goed regelen, maak het
je werknemers zo gemakkelijk moge-
lijk.
Tips voor andere gemeenten?
Ga zo duurzaam mogelijk om met alles
wat je tegenkomt. Weggooien is zonde,
je bent met goede grondstoffen bezig,
benut die voor een circulaire economie.
Als je denkt in oplossingen, in plaats
van problemen, dan is er veel meer mo-
gelijk dan je op het eerste gezicht zou
verwachten.
GRAM | mei 2016 15
Op dinsdag 5 april hebben de wethouders Hamerslag (recreatie, rechts) en
Mijnans (beheer, links) de eerste twee natuurbanken van stadshout in Nis-
sewaard in gebruik genomen.
Elke gemeente moet wel eens bomen
kappen. Met dat hout kun je leukere
dingen doen dan afvoeren naar een bio-
massacentrale, bedacht de gemeente
Nissewaard. Ruim twintig platanen die
neer moesten vanwege overlast, kregen
een nieuw leven als picknickset en buurt-
bankjes.
“In een bepaalde woonwijk moesten we
platanen kappen omdat de bewoners
overlast ervoeren”, vertelt senior opzich-
ter Jan Pluim van Nissewaard. “Na overleg
met de bewoners besloten we 21 van de
61 bomen te kappen. Het hout hebben
we op locatie verzaagd en het kapbedrijf
heeft er fraaie bankjes en een picknickset
van gemaakt. De houten meubelen ko-
men vooral in parken in de wijk te staan.”
Het experiment is Nissewaard goed be-
vallen. “We moeten natuurlijk regelmatig
bomen kappen, vanwege ziekte, overlast
Bankjes van gekapte platanen
of omdat ze ergens in de weg staan. Tot
nu toe gaven we dat hout mee aan de
aannemer, die het waarschijnlijk als bio-
massa afvoerde. In het kader van een
circulaire economie vinden wij dat jam-
mer. Daarom willen we het hergebruik
van kaphout breder trekken. Op een
begraafplaats hebben we ook al eens
banken geplaatst die van eikenhout uit
de eigen gemeente zijn gemaakt. Maar
je kunt ook denken aan meer bankjes in
het buitengebied, plantsoenafzettingen
en andere toepassingen. Voor de pro-
ductie kun je eventueel mensen van de
sociale werkvoorziening erbij betrekken.
Er zijn volop mogelijkheden om kaphout
een tweede leven te geven. Als gemeen-
te Nissewaard gaan we daar beslist mee
verder.”
afval scheiden in de openbare ruimteafval. Alles wat er toch geproduceerd
wordt, willen we terugbrengen in de
circulaire economie. Aannemers krijgen
bij ons het afval nooit mee, dat staat
in de bestekken. We willen zelf de re-
gie over de stromen in handen houden,
dat is vast beleid. Dat beleid is vijftien
jaar geleden ontstaan vanuit wijkbe-
heer, de gemeentelijke politiek staat er
inmiddels helemaal achter. We werken
op deze manier kostenneutraal en creë-
ren tevens werkgelegenheid voor social
return. De gevonden fietsen worden
bijvoorbeeld ontmanteld door mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Onze gemotiveerdheid werkt kennelijk
aanstekelijk, inmiddels houden ze in
het gemeentehuis ook het pmd apart.
Voor-/nadelen van dit systeem?
We zoeken nog even naar goede afzet-
mogelijkheden voor het pmd uit de prul-
lenbakken. Omdat het om relatief kleine
hoeveelheden gaat, is het lastig af te
zetten. We zoeken nu de samenwerking
met gemeenten uit de regio, het mooi-
ste zou zijn als het bij het huishoudelijk
pmd gevoegd kan worden.
Waar je ook op moet letten, is dat je
nieuwe medewerkers goed aanstuurt
en motiveert. De oudere weten het wel,
want we werken zo al vijftien jaar. Maar
de nieuwere denken soms dat ze het
wel een in één bak bij elkaar mogen
gooien. Daar moet je goed toezicht op
houden.
Tips voor andere gemeenten?
Kijk met andere ogen naar alles wat er
vrijkomt in de openbare ruimte, zie het
niet als rotzooi maar als kans. Begin er
gewoon aan, zoek de samenwerking op
en kijk ook over de schutting hoe an-
deren het doen. Alles tegelijk invoeren
lukt nooit, maar als je gewoon ergens
begint, groeit het vanzelf.
16 GRAM | mei 2016
Vandaag melden, is morgen halen
“Hoe de afvalinzameling er over vijftien jaar uitziet? Geen idee. Hebben we
dan nog wel afvalinzameling?” Dion van Steensel, een van de directeuren
van HVC, vindt het lastig om in de toekomst te kijken. “Er zal zeker minder
afval zijn, want de circulaire economie is dan verder gevorderd, vooral
dankzij de dominante trend van de klimaatambities.” Ook Olaf Prinsen
vindt het ‘giswerk’. De directeur van de NVRD heeft verschillende beel-
den gekregen over de toekomst van de afvalinzameling tijdens de sessies
die hij organiseerde over de nieuwe strategie van de NVRD. “De wereld
verandert snel”, zegt hij. “Vast staat dat de afvalwereld ‘vraaggestuurder’
zal worden. Bewoners zullen ons bellen of we hun afval komen ophalen
in plaats dat wij voorschrijven op welke dag ze eens in de twee weken
hun plastic verpakkingsafval aan de straat zetten”, aldus Prinsen. “Of mis-
schien belt niet de burger, maar belt de container zelf dat
hij vol zit en het afval niet verder kan verdichten, waarna
een min of meer zelfrijdend voertuig terstond komt voor-
rijden”, valt Carla van Ommen bij. Het hoofd inzameling
van het stadsbedrijf in Utrecht voorziet een verregaande
automatisering van de afvalinzameling. "In 2030 is het
parool: vandaag melden, is morgen halen en per keer be-
talen", zegt Van Ommen, die een toekomst voorziet met
ongeveer tien kilogram restafval per persoon per jaar.
Leren verleiden
Alle drie zijn ze het er over eens dat de hoeveelheid in
te zamelen restafval rond 2030 flink zal zijn afgenomen
en tot ver onder de huidige 200 kilogram per persoon
per jaar ligt. De circulaire economie zal ervoor zorgen dat
initiatieven als omgekeerd inzamelen zullen doorzetten.
Gemeenten halen de waardevolle secundaire grondstof-
fen als plastic, papier en gft op terwijl de inwoners zelf
hun restafval wegbrengen naar (ondergrondse) contai-
ners in de openbare ruimte.
Vooral kunststof hergebruik zal toenemen”, denkt Van
Steensel van HVC. “Secundair plastic scheelt olie. Mate-
riaal recyclen is energetisch veel efficiënter dan verbran-
den met energieterugwinning.”
Vuilnismannen van de toekomst
hebben meer aandacht voor
klantcontact en weten om te gaan met
een steeds verder geautomatiseerde
manier van inzameling.
Min of meer zelfrijdende vuilnisauto’s komen afval ophalen wanneer de inwoner belt. Of een volle container belt zelf.
In 2030 slaat high-tech de klok bij de inzameling van afval. De afvalinzamelaars kunnen wel veel leren van de verlei-
dingstechnieken in de supermarkt. En de informatie-voorziening kan verbeteren. Op naar het ‘beter tweede leven’-label.
Foto: Stock Images Zeeland, Nationale Beeldbank
HOE ZIEN ZIJ DAT? DE TOEKOMST VAN AFVALINZAMELING
GRAM | mei 2016 17
Hij meent dat de afvalsector bij retailers als Albert Heijn
te rade moet gaan. “De kennis die zij hebben over metho-
den om consumenten verleiden om producten te kopen,
kunnen wij gebruiken om hun gedrag te beïnvloeden om
de afgedankte producten beter te scheiden.” Tegelijkertijd
moet de afvalsector zich realiseren dat afval nu eenmaal
een onderwerp van ‘low interest’ zal blijven voor de bur-
ger. “Kijk, wij zijn zelf allemaal heel fanatiek, maar voor
een modale burger moet je het zo gemakkelijk mogelijk
maken. En het mooie is dat we uit de psychologie weten
dat als het afvalgedrag eenmaal tot routine is geworden
in het dagelijks leven, de burger nauwelijks terugval in
het oude gedrag vertoont.” Techniek kan een rol spelen
in het gemakkelijker maken van het afvalgedrag. Chips
in de afvalcontainers kunnen informatie geven hoeveel
bruikbare grondstoffen er nog in het restafval zitten. “Een
beetje zoals je bagage op Schiphol wordt gecheckt. Met
die informatie kunnen afvalcoaches mensen uitleggen
hoe het nog beter kan.” Voor privacy-belemmeringen is
Van Steensel niet bang. “Consumenten geven nu via air-
miles en bonuskaarten toch ook geheel vrijwillig infor-
matie over de aanschaf van de meest intieme producten?
We kunnen ervan leren en moeten misschien ook toe naar
een slim beloningssysteem.”
Vloerverwarming
Ook Olaf Prinsen gelooft in een drastische toename van
de inzet van secundair materiaal. “Mensen zetten nu al
geen afval maar grondstoffen aan de straat. Sorteertech-
nieken zullen steeds slimmer worden, en we zullen al dat
plastic niet naar een centrale plaats brengen, maar steeds
meer lokaal verwerken. Lokale plastic fabrieken zullen
nieuwe plastics gaan printen uit oud materiaal.” Lokale
of regionale afzet van secundaire grondstoffen betekent
waarschijnlijk ook een veranderende rol voor de inzamel-
diensten, denkt Prinsen. “Mogelijk ligt er een rol voor een
combinatie van afvalinzameling met de distributie van
goederen in de binnensteden. In de retourvracht van de
distributie kunnen secundaire grondstoffen worden mee-
genomen.”
Afvalinzameling blijft een rol spelen in het sluiten van de
keten. Prinsen waarschuwt echter dat er een taak voor
afvalinzameling blijft wanneer die keten is gesloten en
bijvoorbeeld kunststof verpakkingen zijn geïntegreerd
in een circulaire economie. “Gemeenten houden een taak
voor een hygiënische openbare ruimte en zullen dus bij-
voorbeeld zwerfafval moeten verwijderen.” Bovendien
fluctueren markten, aldus Prinsen. “Zo was koper tot voor
kort erg gewild en liep de inzameling zelfs zo goed dat
de spoorstaven werden gestolen. Nu is die markt ingezakt. Dat kan met
kunststoffen ook (tijdelijk) gebeuren en dan moeten publieke diensten
paraat zijn.” Ook Carla Van Ommen ziet een grotere lokale en regionale
afzet van secundair materiaal. “Grondstoffen kunnen in de buurt of in de
wijk worden afgezet. Het is zelfs denkbaar dat gf-afval in flatgebouwen
ter plaatse worden verdicht en vergist, waarna het biogas de vloerverwar-
ming in het appartementencomplex van voldoende warm water voorziet”,
aldus Van Ommen. Ook voor andere ondergrondse inzamelpunten komen
steeds intelligentere systemen en wordt het afval steeds meer ter plekke
verdicht zodat er minder lucht wordt getransporteerd.
Mensen opleiden
Alle ontwikkelingen vragen wel meer van ‘de vuilnisman’, denken de drie
insiders. De huidige populatie van 115 medewerkers op de afdeling inza-
meling bij de afvaldienst Utrecht is gemiddeld 44 jaar en werkt al zestien
jaar en moet dus nog 25 jaar werken. “Ze hebben amper een opleiding
genoten en ik denk dat we daarin meer moeten gaan investeren”, vindt
Carla van Ommen. “De medewerkers van de afvaldienst moeten leren om
te gaan met een steeds meer geautomatiseerde en gedigitaliseerde manier
van inzameling.” Ze denkt bovendien dat de gemeenten de vuilnismannen
meer sociale vaardigheden en meer aandacht voor klantcontact moeten
bijbrengen. “De relatie met het publiek en klantgericht zal veel meer cen-
traal komen te staan dan nu al het geval is.” Dat vindt Olaf Prinsen ook.
“Vuilnismannen worden secundaire grondstofmanagers en daar moeten
wij ze in begeleiden.” Maar Prinsen zet ook een kanttekening. “Fijn als
mensen met een MBO-diploma bij de afvaldiensten komen werken, maar
ik wil toch ook een lans breken voor de geuzennaam ‘vuilnisman’. Wij
moeten mensen zonder enige vooropleiding ook een plek blijven bieden.
Dan leiden wij ze wel verder op.”
Over opleiden van werknemers en opvoeden van burgers en consumen-
ten gesproken, Dion van Steensel denkt dat ook de producenten nog wel
aan verdere bewustwording kunnen doen. “We moeten ze veel meer aan-
sporen om secundair materiaal in te zetten in nieuwe producten. En dit
moet via een label ook terug worden gecommuniceerd naar de burger,
zodat die ziet waarvoor hij al die scheidingsactiviteiten verricht. Ja, mis-
schien moeten we ook hier beter kijken hoe dit te werk gaat in de su-
permarkt, bijvoorbeeld met zo’n labelsysteem als voor vlees.” Dat ‘Beter
Leven’-systeem met twee of drie sterren zou dan voor de afvalbranche
gemakkelijk ‘Beter Tweede Leven’-systeem kunnen heten.
Tekst: René Didde
Olaf Prinsen: “Mogelijk ligt er
een rol voor een combinatie van
afvalinzameling met de distributie
van goederen”
Dion van Steensel: “We moeten leren
van de verleidingstechnieken van
retailers als Albert Heijn”
Carla van Ommen: “Vandaag
melden, is morgen halen en
per keer betalen”
HOE ZIEN ZIJ DAT? DE TOEKOMST VAN AFVALINZAMELING
18 GRAM | mei 2016
Gft-afval als chemiebouwsteen
HOE ZIEN ZIJ DAT?
Het Kennisplatform Duurzaam Grondstoffenbeheer voerde onlangs in
opdracht van de provincie Noord-Holland een studie uit naar de kansen
bij organische reststromen uit de voedings- en genotsmiddelenindustrie
in de provincie (geschatte jaarlijkse omvang: ruim een miljoen ton). “Die
kansen zijn legio”, zegt secretaris Jan-Henk Welink van het kennisplat-
form bij de TU Delft. “Tachtig tot negentig procent van deze reststromen
gaat naar de vergisting en compostering of wordt als veevoer ingezet. Er
zijn tal van hoogwaardigere toepassingen denkbaar, die niet alleen voor
minder afval zorgen maar ook economisch veel te bieden hebben. Een
deel kan zeker weer terug naar de food zelf, omdat het naar dat niveau
opgewerkt kan worden. Je kunt smaakstoffen in reststromen zo bewer-
ken dat ze voor menselijke voeding geschikt zijn.” Een ander voorbeeld
is bleekaarde, dat veel foodproducenten gebruiken voor het zuiveren en
filteren van oliën, vetten en aroma´s. Na gebruik is dit kleiachtige mate-
riaal verzadigd en wordt het als afval verwerkt. Hiervoor dienen zich al-
ternatieven aan, zoals het terugwinnen van oliën of de cementproductie.
In de lift
Met gft en groenafval beschikt ook de afvalsector over veelbelovende
‘kandidaten’ voor hoogwaardige biobased toepassingen, weet Welink.
“Groente- en fruitresten zijn een bron van suikers, die je tot basisstoffen
voor de chemie kunt verwerken. In houtachtige stromen zitten cellulose-
vezels, waar je weer papier en karton mee kunt maken.”
Gunstig, aldus Welink, is dat de recente statistieken la-
ten zien dat de inzameling van gft-afval in de lift zit.
“Dat is vast toe te schrijven aan de inspanningen bij veel
gemeenten om afval omgekeerd en servicegericht in te
zamelen. De resultaten zijn goed, omdat dit al snel leidt
tot een flinke reductie van het restafval. Ga daar vooral
mee door, zou ik zeggen. Als er meer gft vrijkomt, ver-
groot dat het volume, en dat is van belang voor nieuwe
toepassingen. Anders kun je geen investeerders interes-
seren om nieuwe verwerkingstechnologie en -fabrieken
te bouwen en krijg je geen gezonde businesscase.”
Verdere scheiding van het gft-afval zelf is gewenst,
betoogt de Delftse wetenschapper. “De suikers zitten
vooral in de groente- en fruitfractie van gft. De takken
uit de tuin zijn in dat opzicht minder interessant.” Het
lichtende voorbeeld in zijn ogen is de gemeente Horst
aan de Maas, dat al een aantal jaren het tuin- en keuken-
afval apart inzamelt. “De gf-fractie wordt nu nog vergist,
maar er zijn meer mogelijkheden”, stelt Welink, die vindt
dat andere gemeenten de Limburgse aanpak zouden
moeten volgen door deze waardevolle fractie apart te
houden. “Dat zou geweldig zijn. Afnemers zullen straks
speciaal in deze stroom geïnteresseerd zijn vanwege de
suikers. Het mooie van gft is dat je de samenstelling
ervan zelf kunt sturen. Verwerkende bedrijven verderop
in de keten willen het immers op die wijze aangeleverd
krijgen dat ze het direct kunnen toepassen in hun eigen
systeem. Er zullen ook toepassingen zijn waar de gft
weer in zijn geheel verwerkt kan worden.”
Jan Henk Welink: “Groente- en
fruitresten zijn een bron van suikers,
die je tot basisstoffen voor de chemie
kunt verwerken.”
De overgang van oil-based naar plantaardige grondstoffen is in volle gang. Met gft- en groenafval beschikt de afval-
sector over veelbelovende ‘kandidaten’ voor hoogwaardige biobased toepassingen. Initiatieven zijn talrijk, de tech-
nologie is in ontwikkeling. Maar hoe realistisch is deze route en wanneer levert het commercieel haalbare producten
op? Een impressie.
AFVALSECTOR SCHAKELT NAAR BIOBASED ECONOMY
GRAM | mei 2016 19
Bio-aromaten
Een van de partijen die ketenbreed de daad bij het
woord wil voegen, is TNO. Als ketenregisseur tussen
de chemie en de afvalsector heeft het kennisinstituut
samen met een aantal bedrijven vergevorderde plannen
om uit tweede-generatie biomassastromen die niet met
voedsel concurreren, zoals gft-afval, bio-aromaten te
produceren. Dat gebeurt onder de vlag van het Shared
Research Center Biorizon in een consortium waaraan on-
der meer Afval Energie Bedrijf Amsterdam (AEB), Orga-
world en Twence deelnemen. TNO heeft de technologie
in huis voor een directe omzetting van organische afval-
stromen, waarin suikers zitten, naar zogeheten furanen.
Dit is een specifieke groep chemische bouwstenen voor
tal van toepassingen. Een daarvan zijn bio-aromaten,
de biobased variant van de aromatische verbindingen
in aardolie, die de chemische industrie onder meer inzet voor de pro-
ductie van plastics en coatings. “Deze route zien wij als zeer kansrijk”,
zegt senior businessdeveloper biobased economy Monique Wekking
van TNO. “Met minder processtappen maken we van biomassa dezelfde
bouwsteen als die van aardolie. Competitief gezien staan we dus sterk.
Er is volop vraag naar bio-aromaten. Mits we furanen voor een goede
prijs kunnen produceren, zijn we verzekerd van een afzetkanaal. Ook
maken we drop-in-chemicaliën. We maken een chemische bouwsteen die
qua moleculaire structuur en samenstelling identiek is aan de fossiele
bouwsteen die de chemie nu gebruikt, alleen dan biobased. Onze bio-
aromaten kunnen in een bestaande infrastructuur worden toegepast. Dat
biedt dus al op de korte termijn enorme kansen. Verder zijn schone sui-
kers relatief duur, aan organische afvalstromen hangt geen prijs. Daarom
is de businesscase veelbelovend. We kunnen straks het verschil maken
en samen wereldwijd een leidende rol in bio-aromaten pakken. Zaak is
zo snel mogelijk naar opschaling en marktintroductie te komen.”
Als alles meezit, geeft Wekking aan, kan er al in 2018 een pilotfabriek
draaien voor de productie van furanen bij een van de deelnemende afval-
bedrijven. Concrete plannen daartoe worden op dit moment gesmeed.
Een commerciële route naar bio-aromaten is volgens haar vanaf 2020
haalbaar. “We onderzoeken ook hoe de afnemers het product aangele-
verd willen krijgen. Dat soort vraagstukken gaan de ketenpartners sa-
men met elkaar oplossen, zodat er een goede onderbouwing ligt om
een later investeringsbesluit op te baseren. We streven alleen naar een
businesscase die voor de hele waardeketen valide is.”
Monique Wekking:
“De afvalsector is beslist nog lang geen
echte grondstofleverancier. Daarvoor moet
ze anders naar afval gaan kijken.”
>>
Netwerkinfo:
• TU Delft, Jan Henk Welink,
www.duurzaamgrondstoffenbeheer.nl,
www.afvalkring.nl,
www.linkedin.com/janhenkwelink,
@JanHenkWelink.
• TNO Sustainable Chemical Industry,
Monique Wekking, [email protected],
www.tno.nl,
www.linkedin.com/moniquewekking,
@monique_wekking.
Overtollig materieel ?
• Al sinds 1930 verzorgen wij industriële veilingen en taxaties in heel Europa
• Wereldwijd hebben wij relevante kopers voor uw goederen
• Eigen kantoren en specialisten met uitgebreide marktkennis in Europese landen
• Veilen is een transparante verkoopmethode voor het succesvol verkopen van uw materieel
• We verzorgen vrijwillige veilingen op locatie en er zijn altijd mogelijkheden voor inbreng
• Diverse gemeenten, provincies en bedrijven maken inmiddels gebruik van onze diensten
Herindelingen hebben vaak gevolgen voor het onderhoud van de openbare ruimte en de inzet van uw materieel.
Meer informatie over de mogelijkheden ?
www.TroostwijkAuctions.com
Stef HooijmanHoofd Agrarische, Groen-, Grondverzet- en GWW (infra) sector
Register Veilinghouder / Beëdigd Register Taxateur06 53541631 - [email protected]
Rob SandVerkoop materieel en inventaris020 66 66 581 - [email protected]
Containerwielen van Haco...
Protempo bvPostbus 21, 6500 AA NIJMEGEN NederlandTel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)[email protected] www.protempo.eu
103
Bel voor informatie:
... besparen u mankracht!Haco wielen maken uw containers écht mobiel.De garantie voor uitstekende rijeigenschappen.
adv. 103 190x130 mm.indd 1 11-02-2010 13:55:19
GRAM | mei 2016 21
Afzet
De afvalbranche moet nog wel een omslag in denken
maken, vindt Welink. “De afvalsector is beslist nog lang
geen echte grondstofleverancier. Daarvoor moet ze an-
ders naar afval gaan kijken. Dat is gemakkelijk gezegd,
maar moeilijk gedaan. Je moet niet langer vanuit het
afval denken, maar ook kijken naar de mogelijke afne-
mers aan wie je producten wilt gaan leveren. Dus moet
je goed nadenken over de specificaties waar producten
aan moeten voldoen. De markt moet uiteindelijk beslis-
sen met jouw product of halffabrikaat iets te gaan doen.
Je moet kwaliteit en duurzaamheid aantonen. Ook moet
het prijstechnisch en juridisch kloppen. Veel reststro-
men hebben nog niet de einde-afvalstatus. Gemeenten
zouden samen met andere partijen in de keten business-
cases moeten maken en afzetmarkten creëren.”
Wekking van TNO voegt hieraan toe dat de weg naar de
biobased economy lang is, maar dat ze duidelijk ziet dat
de afvalbranche de ambitie koestert om grondstofleve-
rancier te worden. “Dat het langzaam gaat, komt door
de vele opties die zich aandienen. Afvalbedrijven heb-
ben nog niet de ervaring met afnemers, zoals de che-
mie, met echte businesscases. Wat we nu doen is een
eerste veelbelovend voorbeeld.”
Welink voorziet een scala van toepassingen uit organi-
sche afvalstromen met een hele range van afnemers,
die ieder hun eigen focus hebben. De papierfabriek zal
vezels afnemen om er papier van te maken. Andere
partijen gaan stromen verwerken om suikers, eiwitten
en vetzuren te winnen voor allerlei toepassingen, van
hoogwaardig veevoer tot bioplastics. “Hoe meer nuttige
bestanddelen een steeds hoogwaardiger toepassing
krijgen, hoe beter. Dan krijg je er ook een betere prijs
voor. Dat zal de businesscase alleen maar sterker ma-
ken. Als laatste stap kun je het restant vergisten voor
groene energie en compost.”
Volgens Wekking van TNO is het onwaarschijnlijk dat we
organische reststromen volledig kunnen omzetten tot
chemiebouwsteen. “In de praktijk zal altijd een deel van
het materiaal overblijven voor robuuste vormen van ver-
werken, zoals de productie van compost of brandstof-
fen. De traditionele opwerking van organische reststro-
men tot compostproducten blijft daarmee belangrijk.
Ook dienen zich nieuwe stromen voor de compostpro-
ductie aan, denk aan verpakkingen van composteerbaar
bioplastic. De drijfveer is uiteindelijk de businesscase
tussen grondstofleverancier en afzetkanaal. Duurzaam-
heid is uiteraard belangrijk, maar er moet ook gewoon
geld worden verdiend. Het heet niet voor niets de bio-
based economy. Die draait tenslotte om het verwaarden
van biobased producten.”
Tekst: Pieter van den Brand
De potentie van gft- en groenafvalOrganische reststromen worden al decennia lang verwerkt tot com-
post. Maar er is meer. In gft en groenafval zitten tal van nuttige
grondstoffen. Gras is een bron van vezels, suikers, vetzuren en eiwit-
ten. Een van de mogelijkheden is bioraffinage. In de reactoren van de
grasraffinaderij worden de grassprietjes gekraakt om deze stoffen te
oogsten. Eiwitten zijn een voedzaam en hoogwaardig ingrediënt in
veevoer. Gras wordt eveneens onderzocht op het terugwinnen van
zouten voor de gladheidsbestrijding. Vetzuren zijn een grondstof
voor bioplastic. De TU Delft heeft de bacteriën gevonden die vetzu-
ren om kunnen zetten in wat in chemietaal PHA (polyhydroxyalka-
noaat) heet. PHA is een zeer goed biologisch afbreekbaar polymeer
(ook bij lage temperaturen en in zeewater, denk aan de plastic soup!)
en prima te verwerken door de relatief hoge smelttemperatuur. De
Delftse wetenschappers hebben de bacteriën vorig jaar getest met
het afvalwater van de chocoladefabriek van Mars in Veghel. De goe-
de opbrengsten van bioplastic stemden de gemoederen erg positief.
Vetzuren bevinden zich ook in het afvalwater van de gft-vergister en
in rioolwater. Een drietal waterschappen had eind vorig jaar volgens
eigen zeggen een wereldprimeur met het maken van de eerste kilo
bioplastic uit het afvalwater van de rioolwaterzuivering in Bath. In
gras en in meerdere mate plantenstengels en hout zit verder nog lig-
nocellulose, dat met een aantal technieken is te scheiden in cellulose
en lignine. De cellulosevezels zijn geschikt om papier van te maken.
Papierproducent Huhtamaki maakt een eierdoosje dat voor de helft
uit natuurgras bestaat. Ook is er een prototype van een tulpendoos
uit de helft natuurgras en de andere helft tulpafval. Lignine wordt
reeds toegepast in composietmaterialen voor designtoepassingen en
verpakkingen, samen met onder meer hout- en hennepvezels. Lig-
nine kan zich tot nieuwe grondstof van de chemie ontpoppen. Zo
onderzoekt TNO met een aantal partners de toepassing van lignine
in asfalt als ‘groene’ vervanger van bitumen en polymeren uit de olie-
industrie. De verwachting is dat dit soort toepassingen niet eens zo
ver weg is.
22 GRAM | mei 2016
De categorie van Van Arnhem heeft eveneens de ver-
antwoording voor de bedrijfskleding en uitrusting die
na bewezen diensten wordt afgedankt, al dan niet
versleten. ‘Gecontroleerde’ retourstromen noemt hij
ze. Veiligheid is hierbij namelijk aandachtspunt num-
mer 1. “We willen te allen tijde voorkomen dat deze
bedrijfskleding wordt misbruikt. Ze mag dus niet zo-
maar op de particuliere markt terechtkomen”, vertelt
Van Arnhem in zijn kantoor op de Frederikskazerne in
Den Haag. De ingezamelde kleding gaat met militair
transport naar een sociale werkvoorziening in Zeist,
waar de spullen worden gesorteerd. “De kleding wordt
zorgvuldig met de hand nagekeken of er misschien
niets in de broekzakken is blijven zitten. Onze kleding
is rijkelijk voorzien van zakken. We vinden nog wel-
eens een achtergebleven toegangspas of een rijbewijs
en zelfs autosleutels.”
Als ‘categoriemanager bedrijfskleding Rijk’ zet overste Rob van Arnhem zich op twee fronten in voor duurzaamheid.
Niet alleen bij de Rijksbrede inkoop van bedrijfskleding, maar ook bij het verwerken van retourstromen. De gedreven
militair wil aanjager van hoogwaardige textielrecycling zijn. Om zo de duurzaamheidsambities van de Rijksoverheid
in praktijk te brengen.
Strijder voor de schone zaak
De toga’s van rechters en officieren van justitie, de witte jassen van de
onderzoekers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de groene
outfit van de medewerkers van Staatsbosbeheer en ook de werkkleding
van het recent opgerichte Rijksschoonmaakbedrijf. Allemaal voorbeel-
den van bedrijfskleding waar één man de hand in heeft: luitenant-kolo-
nel Rob van Arnhem. De ervaren manager bij Defensie is verantwoor-
delijk voor de Rijksbrede inkoop van niet alleen de werkkleding van
de 60 duizend medewerkers van Defensie zelf, maar ook voor die van
de andere ministeries en de uitvoeringsorganisaties. Op de operatio-
nele gevechtskleding na. Die wordt door Defensie zelf aangeschaft.
Functioneel valt Van Arnhem onder coördinerend minister Stef Blok,
die de Rijksbrede inkoop in zijn portefeuille heeft. In totaal beheert
het ‘KPU-bedrijf’ (Kleding, Persoonsgebonden Uitrustingen) zo’n 1200
kledingpakketten, van de uitrusting voor piloten en duikers tot die van
monteurs en Koninklijke Marechaussee. Elke functie heeft zijn eigen
werkkleding en persoonlijke uitrusting, zoals een pioniersschep, een
tenthelft en een rugzak en slaapzak.
RIJKSBREDE INKOOPSPECIALIST WIL RECYCLING AANJAGEN
Alle ingezamelde bedrijfskleding gaat met militair transport naar een sociale werkvoorziening
in Zeist, waar de spullen worden gesorteerd.
GRAM | mei 2016 23
Ambities
Het scherpe toezicht op de inzameling van gebruikte
bedrijfskleding biedt een prima kans om de ambities
van de Rijksoverheid op het gebied van duurzaamheid
in praktijk te brengen. Tijdens de controle worden kle-
ding en toebehoren ook beoordeeld op herbruikbaar-
heid. Defensie heeft namelijk de traditie van gecerti-
ficeerd verbranden opzijgezet. Niet alleen omdat daar
een jaarlijks prijskaartje van 500 duizend euro aan
hing, maar vanwege het hogere doel van hergebruik.
“Sinds 2014 bieden we de onherkenbaar gemaakte
kleding aan een textielrecycler aan, die de reststro-
men laat vervezelen voor hergebruik als onder meer
poetslap of in muurisolatie en in autodeurbekleding.”
Maar Van Arnhem wil meer. Samen met kennis- en net-
werkorganisatie MVO Nederland schreef hij een ‘chal-
lenge’ uit, om een dertigtal ontwerpers uit te dagen
met hoogwaardigere toepassingen te komen. “Deze
grondstoffen zijn van dermate hoge kwaliteit, dat het
zonde is ze in muren weg te stoppen.” De gepresen-
teerde oplossingen bestonden onder meer uit truien
uit kleingemaakte vezels van polyester of katoen en
de fabricage van boodschappentassen en hoezen. Zelf
was Van Arnhem onder de indruk van de met laser- en
stanstechnieken bewerkte legerjassen. Lasers werken
het camouflagepatroon op de jas weg tot een uiterst
modieuze uitvoering. “Ik vind dat geweldig inspire-
rend. Wat ik wil is hoogwaardige recycling aanjagen
door zoveel mogelijk partijen te enthousiasmeren om
meer te doen met onze materialen en dit soort technie-
ken verder te ontwikkelen.”
Van Arnhem vindt het een ijzersterk verhaal: “Wij kun-
nen jaarlijks een miljoen kilo aan zuivere, met de hand
gesorteerde grondstoffen leveren. Zo kunnen we de
berg textielafval verminderen. De logistiek is gratis,
want het transport en de sortering betalen we zelf van-
wege het veiligheidsrisico. En de kopers van zo’n voor
Defensie onherkenbaar gemaakte jas lopen straks in
kleding die door de mensen is gedragen die voor onze
veiligheid zorgen. Dat moet toch een geweldig goed
gevoel geven.”
Duurzaam inkopen
Ook aan de inkoopkant staan de duurzaamheidsin-
spanningen niet stil. Twee jaar lang heeft Van Arnhem
een grondige consultatie van de markt uit laten voeren
en uiteindelijk is hij tot de conclusie gekomen dat hij
een zeker percentage aan gerecyclede materialen in
nieuwe producten kan eisen. “We vinden dat een mi-
nimum van tien procent realistisch is en dat gaan we
in een pilot uitproberen met de aanbesteding voor 50 duizend hand-
doeken en overalls. We hebben dit voornemen inmiddels aan de markt
gecommuniceerd. De eerste gunning wordt op korte termijn verwacht.
Aanbieders die bij de aanbesteding onder dat percentage zitten, weten
dat ze geen kans maken. De prijs is hieraan ondergeschikt. Zit je boven
die tien procent, dan verzamel je als leverancier extra punten voor de
uiteindelijke beoordeling. Als deze proef succesvol is, dan hebben we
een beweging in gang gezet. Een duurzame beweging, waarop geen
weg terug meer is, wat mij betreft.”
Ook aan de inkoopkant verwacht Van Arnhem zo een duurzame vuist
te kunnen maken. “De komende vijf jaar hebben wij voor zo’n honderd
miljoen euro aan contracten te vergeven. Daarmee kunnen we substan-
tieel iets voor elkaar krijgen. We kunnen het verschil maken. Ik wil de
markt prikkelen met duurzame producten te komen. Je ziet nu al dat er
andere netwerken ontstaan. Partijen die elkaar eerder niet zagen staan,
omdat alles zo verkokerd was, vinden elkaar nu wel. Het zou een frisse
wind geven als afvalbedrijven eens met ontwerpers om de tafel zou-
den gaan, om de kansen op een rij te zetten wat er met hoogwaardige
grondstoffen mogelijk is. Bedrijven die nietsdoen en stil blijven staan,
hebben straks gewoon geen business meer.”
Ook hoopt hij dat het initiatief navolging gaat krijgen bij andere secto-
ren met veel bedrijfskleding. Van Arnhem denkt onder meer aan super-
markten, beveiligingsbedrijven, ziekenhuizen en ook gemeenten die
bijvoorbeeld duurzame werkkleding en gereedschappen voor de mede-
werkers van de plantsoenendienst kunnen eisen. “Afval biedt veel kan-
sen vanwege de grondstoffen die erin zitten. Daar is kennis voor nodig,
kennis van wat je met al die grondstoffen voor nuttigs kunt doen. Daar
moeten we in investeren. Als we laten zien wat er allemaal mogelijk is,
ontstaat er vanzelf meer interesse in retourstromen. Zelf geven wij als
Rijksoverheid het goede voorbeeld. Er is niets mooiers dan dat we zelf
de launching customer zijn.”
Tekst: Pieter van den Brand
Netwerkinfo
Ministerie van Defensie, Luitenant-kolonel Rob van Arnhem,
[email protected], www.linkedin.com/robvanarnhem en
www.mindef.nl.
Rob van Arnhem: “Wij kunnen jaarlijks
een miljoen kilo aan zuivere, met de
hand gesorteerde grondstoffen leveren.”
24 GRAM | mei 2016
Bent u trots op wat er de afgelopen 5 jaar met
de Raamovereenkomst Verpakkingen is bereikt
en waarom?
Zeker. Er worden tonnen meer kunststof ingezameld
en hergebruikt dan verwacht en dat tegen een redelijke
vergoeding. In die zin werkt de ondersteuning die de
Raamovereenkomst biedt om een markt voor kunststof
aan te jagen goed. Al is helder dat we er, wat die markt
betreft, nog niet zijn. Duidelijk is ook dat samenwer-
king tussen VNG en verpakkend bedrijfsleven produc-
tief is en beide partijen meer oplevert. Hiervan is het
lectoraat Circular Plastics bij de Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden een goed voorbeeld. Daarmee stimuleren
we innovaties in hernieuwd gebruik van kunststof.
Isabelle Diks is wethouder duurzame ontwikkeling in Leeuwarden en portefeuillehouder afval binnen de commissie
Milieu, Energie en Mobiliteit van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Verder is ze lid van de begeleidingscom-
missie Raamovereenkomst Verpakkingen en daarmee een van de drijvende krachten achter het versimpelen van het
inzamelen van verpakkingsmateriaal. Die Raamovereenkomst werd bijna vijf jaar geleden afgesloten. “Sindsdien is er
veel bereikt. Maar”, zo waarschuwt wethouder Diks: “we zijn er nog niet”.
“Er worden tonnen meer kunststof ingezameld dan verwacht”
U volgt nu al een aantal jaar het dossier afval. Wat valt u hierbij
het meeste op als wethouder en als portefeuillehouder bij de
VNG?
Waar we jaren geleden in de relatie tussen VNG en het verpakkend be-
drijfsleven in een soort vechtstand stonden, werken we al tijden veel
meer samen. Op die manier zijn we meer in gesprek over de te behalen
doelen, waaronder milieudoelen. We streven samen onder andere naar
meer hergebruik van verpakkingsmaterialen, een groter percentage van
gerecyclede materialen in producten en verpakkingen, een veel grotere
inzet op het ‘oogsten’ van grondstoffen uit afval, slimmere product-ver-
pakkingscombinaties en de ontwikkeling naar een circulaire economie.
Wat zijn in de afgelopen 5 jaar volgens u de belangrijkste hoogte-
en dieptepunten in het afval- of verpakkingendossier geweest?
In mijn werk kijk ik eigenlijk niet op die manier terug op dossiers waar
ik mee bezig ben of ben geweest. Elke onderhandeling en samenwer-
king kent ups en downs. Uiteindelijk telt het resultaat en daarover ben
ik tevreden. Het afval- en verpakkingendossier is ontzettend complex
en kent vele ingewikkelde details.
Natuurlijk gaat de discussie naast milieudoelen ook over geld en de ver-
goedingen aan de gemeente, die juist in het kunststofdossier onder het
vergrootglas liggen. Dat is een gesprek waarin voor ons uitgangspunt
is dat gemeenten niet aan de inzameling en verwerking van verpak-
kingsmaterialen hoeven te verdienen. Maar wij hoeven het bedrijfsleven
ook niet te subsidiëren met de afvalstoffenheffing. Als dat zo zou zijn,
betaalt de burger het gelag drie keer en dat is onacceptabel. Kortom,
de discussie gaat over de fine line tussen gemeentelijke zorgplicht en
producentenverantwoordelijkheid.
“Wij hoeven het bedrijfsleven niet te
subsidiëren met de afvalstoffenheffing.
Als dat zo zou zijn, betaalt de
burger het gelag drie keer en dat is
onacceptabel.”
Isabelle Diks
GRAM | mei 2016 25
“Er worden tonnen meer kunststof ingezameld dan verwacht”Het oprichten van het onafhankelijke Kennisinstituut
Duurzaam Verpakken leidde ertoe, dat het verpakkend
bedrijfsleven nu brancheverduurzamingsplannen heeft
gemaakt. Daarin werken zij aan de hoogst haalbare
duurzame doelen die binnen hun branche mogelijk zijn
en deze kennen natuurlijk een onafhankelijke review.
Een ander mooi voorbeeld is de pilot Schoon Belonen,
het retourpremiesysteem voor kleine petflesjes en dran-
kenblikjes die is gestart in meer dan 80 gemeenten en
waarin we er samen met het verpakkend bedrijfsleven
en Natuur & Milieu aan werken om ook zoveel mogelijk
grondstoffen die nu in de openbare ruimte zwerven op
te ruimen en te hergebruiken. Daarnaast werken we zo
aan het verminderen van zwerfafval.
Wat is uw grootste frustratie op dit dossier?
Dat soms wet- en regelgeving een snelle(re) ontwikke-
ling in de weg staat. Bijvoorbeeld het feit dat een groter
gebruik van recyclede PET voor de verpakking van voe-
dingsmiddelen vanwege voedselveiligheid - op zichzelf
een belangrijke voorwaarde - lastig is. Tegenwoordig
kunnen gerecyclede kunststoffen zo goed en veilig ver-
werkt worden, dat we duidelijk zien dat de innovatie
veel sneller gaat dan (Europese) wet- en regelgeving.
Daarmee vertraagt versnelling die mogelijk zou zijn en
dat frustreert de vooruitgang en mij.
Wat ziet u als de belangrijkste uitdaging op de korte termijn?
We zien dat het onderscheid tussen huishoudelijk en bedrijfsafval lastig
te maken is. Om dit te verduidelijken een voorbeeld. Stel je koopt op
het station een flesje frisdrank, je drinkt het leeg en laat het achter in de
trein. Dan is het daarmee bedrijfsafval van NS. Maar als je het in de trein
nog niet leeg hebt, je neemt het mee naar huis en je gooit het daar weg,
dan is het huishoudelijk afval geworden. Dat verschil is in de praktijk
voor een afvalverwerker natuurlijk niet te duiden.
Een ander punt is het onderscheid tussen verpakkingen en niet-verpak-
kingen. Een beroemd voorbeeld hiervan is het badeendje. Als dit speel-
goed is, dan is het geen verpakking, maar soms zit er douchegel in en
dan is het wel een verpakking.
De gesprekken daarover zullen zeker een rol gaan spelen in de tussen-
tijdse evaluatie en benchmark over de Raamovereenkomst II in 2017.
Hoe ziet u zelf de afvalinzameling en -recycling over 15 tot 20
jaar?
Door samen met andere partijen te werken aan het nationale program-
ma VANG werken we hard aan de ontwikkeling van een circulaire eco-
nomie. Daarvoor is nodig dat we allemaal veel slimmer worden in het
gebruik van herbruikbare grondstoffen. Nog altijd is in veel gemeenten
ongeveer een derde van de inhoud van een grijze container feitelijk
groen- en keukenafval. Zo zijn burgers dief van hun eigen portemonnee,
ze gooien composteerbaar afval weg en moeten daarna fors betalen
voor de verbranding van een grotere hoeveelheid restafval. Zo gooien
we cash geld rechtstreeks in de prullenbak!
Wat wilt u gemeenten nog meegeven ter overdenking van hun
toekomstig beleid?
Communicatie over afval is volgens mij key. Hoeveel we ook over afval
en wat er in de containers mag, communiceren, voor veel mensen is
het toch ingewikkeld en dan veranderen de regels ook nog weleens. Zo
mag glas nu vuil en met deksel in de glasbak. En mag je composteerbare
zakjes nu ook in het groenafval doen. Het is dus ontzettend belangrijk
dat wij met z’n allen, gemeenten, NVRD, bedrijfsleven enzovoort goed
communiceren wat waarin mag en waarom. Nog altijd hoor ik mensen
die denken, dat je wel thuis alles apart kunt houden, maar het bij de
afvalverwerking toch weer op één hoop terecht komt. Dat is echt niet
waar, maar zulke mythes zijn schijnbaar onuitroeibaar.
Wat ik in Leeuwarden merk, is dat er ook tussen wijken en buurten grote
verschillen bestaan. Daar zouden we in ons beleid ook meer aandacht
voor moeten hebben. Differentiëren van afvalbeleid is nu nog niet voor
de hand liggend, maar in een nieuwe circulaire en burgerparticiperende
samenleving moeten we tot veel meer maatwerk kunnen komen. Om
dienstverlenend te zijn en daarmee tegelijkertijd hogere milieudoelen
te halen.
Tekst: Sander Wageman
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
zet stevig in op het streven naar een circulaire
economie. Als schakel tussen Rijk en bedrijfs-
leven brengen gemeenten bijvoorbeeld grond-
stofketens tot stand. En ook als het om gedrags-
verandering van inwoners gaat, zijn gemeenten
goed in staat om die transitie in gang te zetten.
Het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG)
is een voorbeeld van hoe alle partijen samen-
werken om die duurzame veranderingen breed
door te voeren. Doel van VANG is om het aantal
kilo’s restafval per persoon in 2020 te vermin-
deren van 250 kilo naar 100 kilo en om er voor
te zorgen dat 75 procent van het huishoude-
lijk afval wordt gescheiden. In het programma
werken ministerie, VNG, de NVRD en Rijkswater-
staat samen. De gemeenten zijn een belangrijke
partner, omdat zij verantwoordelijk zijn voor de
inzameling van huishoudelijk afval en hun eigen
ambitieuze beleidsdoelen opstellen.
3182
788140
8380
79
76
74 66
7273
3730
39 36
27
10
8
35
20
21
26
22
19
4
65
7
23
4243
41
45
44
77
4963
50
47
5148 46
25
1
2
3
14
12
11
15
1617
33
29 32 38
28 13
934
52
54
53
5658
60
62
61
59
55
57
65
67
68
64
24
69
70
71
75
18
Drenthe41 Borger-Odoorn42 Hoogeveen43 Westerveld Friesland2 Leeuwarden3 Opsterland45 De Fryske Marren Gelderland4 Arnhem5 Apeldoorn6 Bronckhorst7 Doesburg8 Ermelo9 Heumen10 Lochem11 Nijmegen12 Westervoort13 Zutphen46 Aalten47 Berkelland48 Doetinchem49 Hattem50 Heerde51 Oostgelre52 Rheden
Groningen14 Haren53 Delfzijl
Limburg15 Roermond54 Maastricht Noord-Brabant16 Alphen-Chaam17 Bergen op Zoom18 Moerdijk19 Oosterhout55 Baarle-Nassau56 Den Bosch57 Gilze en Rijen58 Oss59 Tilburg
Noord-Holland20 Haarlem21 Huizen22 Zaanstad60 Bergen61 Edam-Volendam62 Den Helder
Overijssel23 Almelo24 Deventer25 Hengelo63 Dalfsen64 Dinkelland65 Enschede66 Hardenberg67 Olst-Wijhe68 Ommen69 Raalte
70 Steenwijkerland71 Staphorst72 Tubbergen73 Twenterand74 Zwartewaterland75 Zwolle
Utrecht26 Soest76 Bunschoten77 Utrecht
Zuid-Holland27 Albrandswaard28 Alphen aan den Rijn29 Barendrecht30 Delft31 Den Haag32 Dordrecht33 Goeree- Overflakkee34 Nissewaard35 Ridderkerk36 Rotterdam37 Schiedam38 Sliedrecht39 Vlaardingen40 Zoetermeer78 Katwijk79 Lansingerland80 Rijswijk81 Voorschoten82 Wassenaar83 Westland
Flevoland1 Noordoostpolder44 Zeewolde
Ronde #1Ronde #2*
*De plannen van circa 10 gemeenten in ronde 2 dienen nog compleet gemaakt te worden voor definitieve goedkeuring tot deelname.
De initi ati efnemers hadden een minimale verwachti ng van 40 deelnemers. Het resultaat tot nu toe is meer dan het dubbele aantal. Projectleider Kees Kerstens: “Gemeenten hebben veel animo om zwerfafval verder terug te dringen en afval
scheiden te bevorderen. Ook kunnen ze op deze manier maatschappelijke betrokken-heid voor zwerfafval en afvalscheiding sti muleren.”
Die moti vati e heeft geleid tot veel enthousiasme en creati eve plannen met scholen, sportclubs, buurtverenigingen, kerken, kinderboerderijen en andere maatschappelijke organisati es. “Het is een mooie mix van grote en kleine gemeenten door Nederland. Met plannen die niet alleen goed doordacht zijn, maar ook een interessante diversiteit laten zien.” Een overzicht met een kleine greep uit de plannen:
In twee ronden hebben zich 83 gemeenten als deelnemer aangemeld voor de pilot Schoon Belonen. Hiermee zijn de verwachti ngen van initi ati efnemers VNG, het Afvalfonds Verpakkingen en Natuur & Milieu ruim overtroff en. De deelnemende gemeenten willen rond de 3 miljoen inwoners en 2600 maatschappelijke organisati es bij de pilot betrekken om zwerfafval tegen te gaan en afvalschei-ding te bevorderen.
83 deelnemers voor Pilot Schoon Belonen
Meer weten?Kijk voor mee informati e over de pilot op www.nederlandschoon.nl of op www.vng.nl. Mail vragen of opmerkingen over de pilot naar [email protected].
Plan ROVAEen Schone Avond4daagse
Afvalinzamelaar ROVA wil (ook) als deelnemer aan de pilot Schoon Belonen goed afvalgedrag zo jong mogelijk sti muleren. Een van de initi ati even is een schone Avond4daagse.Dit jaar biedt ROVA zo’n 300 scholen in 15 gemeenten een kort lesprogramma inclusief handleiding en presentati e voor het digibord aan, om een schone Avond4daagse te lopen. Ook stelt de organisati e informati e beschikbaar om ouders en andere betrokkenen in te lichten. Voor op de afvalbakken bij start en fi nish regelt ROVA opvallende sti ckers en langs de routes komen spandoeken met de tekst: ‘Wij zijn trots op onze schone straten!’ Met de organisator(en) wordt nauw contact gehouden over de coördinati e.
Plan Gilze en Rijen Bakfi etsen en top 10-locati es
De gemeente Gilze en Rijen moti veert maatschappelijke organisati es om hun top 10-zwerfafvallocati es te helpen opruimen. Met twee rode bakfi etsen en allerlei opruimmaterialen kunnen ze op pad.Gilze en Rijen heeft zelf een top ti en gemaakt van de meest vervuilde locati es (vaak in het buitengebied). Wie de uitdaging aangaat krijgt een vergoeding van rond de € 150, afh an-kelijk van hoe groot het gebied is. De gemeente wil de bakfi etsen ook uitlenen aan maatschappelijke orga-nisati es die op eigen initi ati ef ergens een schoonmaakacti e willen organi-seren. Gilze en Rijen sti muleert ze ook om een top 10-locati e te adopteren. In ruil daarvoor krijgen ze jaarlijks een vergoeding.
Plan SliedrechtAfvallessen en shirtsponsoring
Alle scholen en andere maatschappelijke organisati es verzamelen plasti c fl esjes, blikjes en drinkpakjes in oranje containers. Sliedrecht beloont de organisati es op verschillende manieren. Zo stelt de gemeente containers beschikbaar voor buiten en binnen heeft ze speciale PET-fl esbakken (PET-mans) aangeschaft voor een aantal sportclubs. Verder verzorgt Sliedrecht de pmd-inzameling ti jdens de reguliere rondes, maar ook educati elessen op scholen. De gemeente sponsort tot slot de shirts van verschillende sportclubs voor een (zwerf)afvalvrij Sliedrecht.
Ingezonden mededeling
99278_Ned. Schoon.indd 14-15 4/11/2016 3:51:45 PM
3182
788140
8380
79
76
74 66
7273
3730
39 36
27
10
8
35
20
21
26
22
19
4
65
7
23
4243
41
45
44
77
4963
50
47
5148 46
25
1
2
3
14
12
11
15
1617
33
29 32 38
28 13
934
52
54
53
5658
60
62
61
59
55
57
65
67
68
64
24
69
70
71
75
18
Drenthe41 Borger-Odoorn42 Hoogeveen43 Westerveld Friesland2 Leeuwarden3 Opsterland45 De Fryske Marren Gelderland4 Arnhem5 Apeldoorn6 Bronckhorst7 Doesburg8 Ermelo9 Heumen10 Lochem11 Nijmegen12 Westervoort13 Zutphen46 Aalten47 Berkelland48 Doetinchem49 Hattem50 Heerde51 Oostgelre52 Rheden
Groningen14 Haren53 Delfzijl
Limburg15 Roermond54 Maastricht Noord-Brabant16 Alphen-Chaam17 Bergen op Zoom18 Moerdijk19 Oosterhout55 Baarle-Nassau56 Den Bosch57 Gilze en Rijen58 Oss59 Tilburg
Noord-Holland20 Haarlem21 Huizen22 Zaanstad60 Bergen61 Edam-Volendam62 Den Helder
Overijssel23 Almelo24 Deventer25 Hengelo63 Dalfsen64 Dinkelland65 Enschede66 Hardenberg67 Olst-Wijhe68 Ommen69 Raalte
70 Steenwijkerland71 Staphorst72 Tubbergen73 Twenterand74 Zwartewaterland75 Zwolle
Utrecht26 Soest76 Bunschoten77 Utrecht
Zuid-Holland27 Albrandswaard28 Alphen aan den Rijn29 Barendrecht30 Delft31 Den Haag32 Dordrecht33 Goeree- Overflakkee34 Nissewaard35 Ridderkerk36 Rotterdam37 Schiedam38 Sliedrecht39 Vlaardingen40 Zoetermeer78 Katwijk79 Lansingerland80 Rijswijk81 Voorschoten82 Wassenaar83 Westland
Flevoland1 Noordoostpolder44 Zeewolde
Ronde #1Ronde #2*
*De plannen van circa 10 gemeenten in ronde 2 dienen nog compleet gemaakt te worden voor definitieve goedkeuring tot deelname.
De initi ati efnemers hadden een minimale verwachti ng van 40 deelnemers. Het resultaat tot nu toe is meer dan het dubbele aantal. Projectleider Kees Kerstens: “Gemeenten hebben veel animo om zwerfafval verder terug te dringen en afval
scheiden te bevorderen. Ook kunnen ze op deze manier maatschappelijke betrokken-heid voor zwerfafval en afvalscheiding sti muleren.”
Die moti vati e heeft geleid tot veel enthousiasme en creati eve plannen met scholen, sportclubs, buurtverenigingen, kerken, kinderboerderijen en andere maatschappelijke organisati es. “Het is een mooie mix van grote en kleine gemeenten door Nederland. Met plannen die niet alleen goed doordacht zijn, maar ook een interessante diversiteit laten zien.” Een overzicht met een kleine greep uit de plannen:
In twee ronden hebben zich 83 gemeenten als deelnemer aangemeld voor de pilot Schoon Belonen. Hiermee zijn de verwachti ngen van initi ati efnemers VNG, het Afvalfonds Verpakkingen en Natuur & Milieu ruim overtroff en. De deelnemende gemeenten willen rond de 3 miljoen inwoners en 2600 maatschappelijke organisati es bij de pilot betrekken om zwerfafval tegen te gaan en afvalschei-ding te bevorderen.
83 deelnemers voor Pilot Schoon Belonen
Meer weten?Kijk voor mee informati e over de pilot op www.nederlandschoon.nl of op www.vng.nl. Mail vragen of opmerkingen over de pilot naar [email protected].
Plan ROVAEen Schone Avond4daagse
Afvalinzamelaar ROVA wil (ook) als deelnemer aan de pilot Schoon Belonen goed afvalgedrag zo jong mogelijk sti muleren. Een van de initi ati even is een schone Avond4daagse.Dit jaar biedt ROVA zo’n 300 scholen in 15 gemeenten een kort lesprogramma inclusief handleiding en presentati e voor het digibord aan, om een schone Avond4daagse te lopen. Ook stelt de organisati e informati e beschikbaar om ouders en andere betrokkenen in te lichten. Voor op de afvalbakken bij start en fi nish regelt ROVA opvallende sti ckers en langs de routes komen spandoeken met de tekst: ‘Wij zijn trots op onze schone straten!’ Met de organisator(en) wordt nauw contact gehouden over de coördinati e.
Plan Gilze en Rijen Bakfi etsen en top 10-locati es
De gemeente Gilze en Rijen moti veert maatschappelijke organisati es om hun top 10-zwerfafvallocati es te helpen opruimen. Met twee rode bakfi etsen en allerlei opruimmaterialen kunnen ze op pad.Gilze en Rijen heeft zelf een top ti en gemaakt van de meest vervuilde locati es (vaak in het buitengebied). Wie de uitdaging aangaat krijgt een vergoeding van rond de € 150, afh an-kelijk van hoe groot het gebied is. De gemeente wil de bakfi etsen ook uitlenen aan maatschappelijke orga-nisati es die op eigen initi ati ef ergens een schoonmaakacti e willen organi-seren. Gilze en Rijen sti muleert ze ook om een top 10-locati e te adopteren. In ruil daarvoor krijgen ze jaarlijks een vergoeding.
Plan SliedrechtAfvallessen en shirtsponsoring
Alle scholen en andere maatschappelijke organisati es verzamelen plasti c fl esjes, blikjes en drinkpakjes in oranje containers. Sliedrecht beloont de organisati es op verschillende manieren. Zo stelt de gemeente containers beschikbaar voor buiten en binnen heeft ze speciale PET-fl esbakken (PET-mans) aangeschaft voor een aantal sportclubs. Verder verzorgt Sliedrecht de pmd-inzameling ti jdens de reguliere rondes, maar ook educati elessen op scholen. De gemeente sponsort tot slot de shirts van verschillende sportclubs voor een (zwerf)afvalvrij Sliedrecht.
Ingezonden mededeling
99278_Ned. Schoon.indd 14-15 4/11/2016 3:51:45 PM
28 GRAM | mei 2016
Er is geen ontkomen aan, de nieuwsberichten over nieuwe edities van 100-100-100 vliegen ons om de oren. 100-100-100
gaat in de basis over de uitdaging voor 100 huishoudens om 100 dagen 100% afvalvrij te leven. Deze uitdaging spreekt
mensen aan en heeft een positieve boodschap. Hoe kunnen we samen naar een afvalvrije samenleving? Verspreid over
Nederland zijn er al 84 gemeenten die deze uitdaging hebben omarmd. Wat is nu de kracht van 100-100-100?
De kracht van 100-100-100
“Ik vond dit echt een uitdaging en had er een hard hoofd in. Wat blijkt,
als je bewust bent en goed op let, is het best gemakkelijk.” Berichten
als van deze deelnemer uit Zuid-Holland worden regelmatig geplaatst
op de online platforms die een belangrijke rol spelen bij 100-100-100.
Op deze platforms delen de deelnemende huishoudens hun ervarin-
gen en vragen tijdens de uitdaging om 100 dagen lang zo min mo-
gelijk (rest)afval te produceren. Wat spreekt gezinnen aan om mee te
doen? Met hoeveel kilo’s kunnen zij de afvalberg verminderen in hun
eigen huis? Helemaal afvalvrij zal niet voor iedereen haalbaar zijn, er
is immers nog steeds een aantal afvalstromen die niet te recyclen valt.
Juist een project als 100-100-100 weet de punten in de afvalketen aan
te wijzen waar nog ontwikkelingen wenselijk zijn. Het project levert
daarmee input voor vervolgacties, en door deelnemers een platform
te bieden voor hun vragen en ervaringen, is het ook een goed middel
om mensen bewuster met hun afval om te laten gaan.
Bewustwording en gedragsverandering
Als gemeenten de doelstellingen uit het VANG-programma voor 2020
willen halen (75% afvalscheiding en 100 kg restafval per inwoner per
jaar), is in de meeste gevallen actie nodig. Een keuze kan zijn om
de inzamelsystemen voor huishoudens te optimalise-
ren. Wanneer een huishouden goede mogelijkheden
krijgt aangeboden om afval gescheiden aan te bieden,
maakt dit het afval scheiden gemakkelijker en aan-
trekkelijker. Maar dan moeten de mensen dit wel gaan
doen. Hoe kunnen individuele huishoudens gestimu-
leerd en gemotiveerd worden om hun afvalgedrag aan
te passen en te optimaliseren? Dit is precies waar 100-
100-100 op inspeelt. Mensen worden uitgedaagd om
100 dagen lang bewust bezig te zijn met afval vermin-
deren. Op deze manier geef je ze de mogelijkheid om
zelf op onderzoek uit te gaan en te laten ervaren hoe
ze dit kunnen aanpakken.
De huishoudens die meedoen aan de uitdaging wor-
den natuurlijk ondersteund tijdens de 100 dagen. Om
de bewustwording over het huishoudelijk afval te ver-
groten, worden de huishoudens elke week uitgedaagd
met een inspirerende opdracht. Zo kan bijvoorbeeld
gevraagd worden om op 1 dag bij te houden hoeveel
nieuwe verpakkingen worden opengemaakt in het
huishouden. Deze opdracht lijkt voor veel mensen
een echte eyeopener te zijn. Als het gaat om ons huis-
houdelijk afval, hebben we ogenschijnlijk toch veel
onbewuste gewoontes. Juist door kleine opdrachten
zoals het tellen van verpakkingen, gaan mensen be-
wust stil staan en nadenken over hun afval. Vooral het
restafval krijgt binnen 100-100-100 veel aandacht, dit
omdat de landelijke doelstelling spreekt over 100 kg
restafval per inwoner per jaar. Hoe ver kan een indivi-
dueel huishouden het restafval terugdringen?
Positieve feedback
Om de deelnemende huishoudens extra te stimuleren
in de uitdaging wordt gewerkt met een afvalmeter op
de platforms. 100-100-100 werkt niet met winnaars,
maar toch zit er met de afvalmeter een competitief
element in voor de deelnemers. In een persoonlijke
afvalmeter kunnen zij bijhouden hoeveel restafval zij
per week nog over houden. Hierin is precies te zien
hoe zij het doen ten opzichte van de andere deelne-
mers. Een sterk staaltje positieve feedback. Uit deze
afvalmeter is duidelijk te zien wat haalbaar is voor
een individueel huishouden en dat is veel minder dan
de doelstelling van 100 kg per inwoner per jaar. De
eerste twee afgeronde edities van 100-100-100 laten
zien dat slechts 22 kg restafval per inwoner per jaar Staatssecretaris Sharon Dijksma geeft het startsein
voor een nieuwe editie van 100-100-100.
Foto
: Er
ic B
rinkh
ors
t
GRAM | mei 2016 29
De kracht van 100-100-100haalbaar is. Om zo min mogelijk restafval over te hou-
den, kijken de deelnemers al hun afval na of het niet
toch op de één of andere manier herbruikbaar is. De
vragen die worden gesteld op de platforms laten zien
dat het voor huishoudens nog lang niet altijd duidelijk
is, bij welke afvalstroom sommige items na gebruik
horen. Het wordt ons ook niet gemakkelijk gemaakt
door de combinatie van allerlei materialen in één
verpakking. Door de mensen een podium te bieden
waarop zij hun vragen kunnen stellen, krijg je inzicht
in welke kennis zij nodig hebben om meer afval te
scheiden en zelfs te verminderen.
De kracht
Bij 100-100-100 draait het echt om de deelnemers.
Door ze voor de uitdaging te stellen om afvalvrij te
leven, worden ze bewust betrokken bij het omgaan
met hun afval. Door de prikkelende opdrachten staan
ze stil bij hun eigen gedrag en passen dit vervolgens
aan om aan de uitdaging te kunnen voldoen. Deelne-
mende huishoudens geven aan dat het eigenlijk niet
eens zo heel moeilijk is bewust met afval om te gaan.
100-100-100 is hiermee een goed middel voor meer
afvalscheiding en –preventie bij de burger. Daarnaast
geeft elke editie van 100-100-100 een enorme input
voor vervolgacties. Communicatie over afvalschei-
ding kan lokaal aangescherpt worden, maar het geeft
ook aan dat er nog veel te winnen is bij producenten
aan de voorkant, maar ook bij de verwerking aan de
achterkant. Het laat eens te meer zien dat nog ge-
werkt moet worden aan het sluiten van grondstoffen-
ketens.
Tekst: Anne Telman
Het concept 100-100-100 is bedacht door ROVA en is nu opgenomen
in het VANG-HHA uitvoeringsprogramma. Het concept wordt aan-
geboden aan gemeenten en afvalbedrijven zodat nieuwe edities van
100-100-100 gestart kunnen worden. Voor meer informatie kunt u
kijken op www.100-100-100.nl of mailen naar [email protected].
Initiatiefnemer Locatie Looptijd 100 dagen
ROVA Noord-west Overijssel, Achterhoek 1 januari – 10 april 2015
Circulus-Berkel Regio Apeldoorn, Deventer en Zutphen 9 oktober 2015 – 18 januari 2016
Spaarnelanden Haarlem 15 februari - 24 mei 2016
Cyclus Zuid-Holland, regio Gouda 15 maart – 21 juni 2016
Twente Milieu Twente 18 maart – 26 juni 2016
HVC Noord-Holland, Flevoland 1 april - 9 juli 2016
Avalex Zuid-Holland, regio Delft 1 april - 9 juli 2016
Gemeente Kapelle Kapelle 4 april - 11 juli 2016
Gemeente Assen Assen 4 april – 4 juli 2016
De verspreiding van 100-100-100 in Nederland.
Alle edities van 100-100-100
30 GRAM | mei 2016
Waar wijkprofessionals bij de start pessimistisch waren over de slagings-
kans - de bevolking van de wijk had volgens sommigen wel iets anders
aan het hoofd gezien het hoge percentage laaggeletterdheid, werkloos-
heid en lage sociale cohesie - lijkt het tij nu te keren. Van de vijftien flats
die meededen aan de pilot van Afval the Game Xtra, scheidt nu bijna de
helft van de huishoudens plastic. Wat is het geheim achter deze veran-
dering?
Projectopzet
Afval the Game Xtra is opgezet als wedstrijd. Vijftien flats in Groenoord
gaan de strijd met elkaar aan. Per flat bundelen huishoudens de krachten
om plastic afval zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen. Voor ieder
huishouden dat meedoet, verdient de flat punten. Daarnaast doen alle
deelnemers mee aan de Afval the Game-bingo. In de centrale hal van
iedere flat hangt een bingokaart. Van elk huishouden dat meedoet met
de wedstrijd en haar plastic afval gescheiden inzamelt, wordt het huis-
nummer op de bingokaart afgestreept. Is er een volle rij of kaart, dan
verdienen deelnemers niet alleen punten, maar ook prijzen; zowel voor
zichzelf als voor de galerij of flat. De punten die worden gespaard, zijn
voor de inrichting van een nieuw wijkplein. Een prijs waar iedereen in de
wijk profijt van heeft.
Ambassadeurs
Per deelnemende flat benadert bedenker en organisator van Afval the
Game, de Kleine Ambassade betrokken flatbewoners die zich in willen
zetten voor het project. Als flatambassadeur zijn zij het gezicht van de
wedstrijd, een rolmodel en aanspreekpunt voor andere
flat- en wijkbewoners. Samen met deze ambassadeurs
wordt bekeken hoe er meer bewoners betrokken kun-
nen worden. Die aanpak verschilt daardoor sterk per flat:
soms gaat een ambassadeur zelf langs deuren om buren
over te halen om plastic te scheiden en mee te doen, een
andere keer wordt er gezamenlijk wijkactiviteiten geor-
ganiseerd.
Bij die uiteenlopende activiteiten wordt jong en oud
betrokken. Voorbeelden zijn schoonmaakacties, lessen
op scholen, soepbijeenkomsten, knutselclubs of sport-
activiteiten. Bij al deze activiteiten staan het doel (afval
gescheiden inzamelen) en de wedstrijd centraal. Deelne-
mers blijven daarnaast op de hoogte via de maandelijkse
nieuwsbrief, persberichten in huis-aan-huisbladen en de
facebook-pagina.
Nudging
Ieder huishouden is anders en heeft andere beweegrede-
nen om afval te scheiden. Op die intrinsieke motivaties
wordt ingespeeld. Dat afval scheiden beter is voor het
milieu of de portemonnee, is niet voor iedereen een re-
den voor gedragsverandering. Door gebruik te maken
van verschillende manieren van ´nudging´, het beïn-
vloeden van gedrag door een zetje in de goede richting
te geven, bewegen steeds meer bewoners de goede
Afval the Game Xtra
Schiedam staat met een gemiddelde van 283 kilo restafval per persoon per jaar voor een grote uitdaging om de
milieudoelstelling van 2020 te behalen. Een van de hobbels die de stad moet nemen is het motiveren van flatbewo-
ners om het afval vaker en beter te scheiden. In een stad die wordt gekenmerkt door een grote hoeveelheid hoogbouw
en stapelbouw, vraagt dat om creatieve oplossingen. In één van de hoogbouwwijken startten de gemeente en afvalin-
zamelingsbedrijf Irado onlangs een vernieuwende pilot: een wedstrijd, Afval the Game Xtra, waarvoor vijftien flats
de strijd met elkaar aangaan. Het doel van deze aanpak is dat flatbewoners elkaar motiveren om gezamenlijk zoveel
mogelijk plastic huishoudelijk verpakkingsafval te scheiden.
FLATBEWONERS MOTIVEREN ELKAAR OM PLASTIC HUISHOUDELIJK AFVAL TE SCHEIDEN
Wethouder Alexander van Steenderen en Nicole Cup, procesmanager afval en reiniging,
brengen een bezoek aan winnende flatbewoners van Afval the Game Xtra.
GRAM | mei 2016 31
Aanpak op maat
Schiedam is een middelgrote stad met zo’n 77.000 inwoners, grenzend aan
Rotterdam en onderdeel van de metropool-regio Rotterdam-Den Haag. Door
de grote hoeveelheid hoogbouw en stapelbouw, zijn de mogelijkheden voor
gescheiden afvalinzameling beperkt. Ook invoering van een diftar-systeem
lijkt politiek gezien ver weg. Om een gelijke inzameling te bereiken, wordt
het aantal Afval Apart Punten (AAP) in de stad verhoogd. Daarnaast worden
er bij iedere nieuwe AAP ondersteunende campagnes ingezet als extra
stimulans voor bewoners om ook echt hun afval te gaan scheiden.
Afval the Game Xtra is daar een voorbeeld van. De wedstrijd komt voort
uit een eerder succesvol project in Schiedam, Afval the Game, waarvoor
basisschoolleerlingen door middel van een grote stedelijke wedstrijd wer-
den aangezet om met zoveel mogelijk mensen uit hun omgeving plastic
huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. Deze wedstrijd resulteerde
in een verhoging van de hoeveelheid ingezameld plastic van 3 kilo per
persoon per jaar in 2014 naar 4,5 kilo in 2015. Afval the Game Xtra is een
variant van het project, speciaal op maat gemaakt voor de hoogbouw in
de wijk Groenoord.
Beide projecten zijn concepten van de Kleine Ambassade, een stichting
die zich richt op het ontwikkelen van participatieprojecten en bijpassende
communicatiecampagnes. Volgens de organisatie zijn een aantal factoren
van groot belang voor het slagen van het project: het wedstrijdelement,
de wijkbetrokkenheid en ‘nudging’.
kant op. Nicole Cup, Procesmanager Afval en Reiniging
Gemeente Schiedam: “Ik ben blij dat we als gemeente
en Irado samenwerken met een lokale partij die precies
aanvoelt met welke benadering ze mensen kan bewe-
gen om afval te gaan scheiden. Waar de één is gebaat bij
praktisch advies over afvalscheiding thuis, doet de ander
mee voor een bingoprijs. Ook het meesparen voor een
nieuw wijkplein of het feit dat de buren meedoen, blij-
ken goede stimulansen zijn. De Kleine Ambassade speelt
daar continu op in.”
Kracht van het project
Die persoonlijke positieve aanpak waarin de wijkbewo-
ners zelf centraal staan en een belangrijke rol vervullen,
werpt in Schiedam zijn vruchten af. Juist bij moeilijk be-
reikbare groepen kunnen de genoemde instrumenten
helpen om bewoners afval te laten scheiden. De kracht
van Afval the Game Xtra is bovenal dat het een aan-
trekkelijk project is om aan mee te doen. Steeds meer
buurtbewoners staan positief tegenover het scheiden
van afval. Ook hebben zij hebben het gevoel gehoord
te worden. Hierdoor hebben ze het vertrouwen dat ze
samen echt iets kunnen betekenen voor hun eigen leef-
omgeving.
Tekst: De Kleine Ambassade
100
150
200
250
300
350
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%
Afva
lpre
stat
ie (r
esta
fval
kg.
p.i.
p.j.
incl
. gro
f
Hoogbouw %
Relatie afvalprestatie en beleidssamenwerking
Kennis delen
Kennis ontwikkelen
Gezamenlijke visie
Samenwerken op (delen van) beleid
Regionaal beleid en uitvoering
Kennis delen (gemiddeld)
Kennis ontwikkelen (gemiddeld)
Gezamenlijke visie (gemiddeld)
Samenwerken beleid (gemiddeld)
Regionaal beleid en uitvoering (gemiddeld)
Lineair (Correlatie algemeen)
32 GRAM | mei 2016
kennis delen en ontwikkelen tot en met gezamenlijk beleid formuleren
en uitvoeren hiervan. In opdracht van het VANG-programma heeft IPR
Normag de verschijningsvormen, ervaringen en mogelijkheden van in-
tergemeentelijke beleidssamenwerking onderzocht. Opvallend is aller-
eerst dat Nederlandse gemeenten beperkt samenwerken in afvalbeleid.
Intergemeentelijke samenwerking op inzameling komt veel vaker voor.
Samenwerking loont
Het onderzoek toont aan dat samenwerking als positief en nuttig wordt
ervaren en kan helpen bij de realisatie van beleidsdoelstellingen. Maar
leidt het ook tot betere resultaten? Aanvullend op het onderzoek naar
de ervaringen bij gemeenten hebben we ook de afvalprestaties van
gemeenten onderling vergeleken. Een lastige opgaaf, want er zijn veel
Gemeenten kijken bij samenwerking vaak naar directe kostenefficiëntie. Maar de echte kansen liggen op het
gebied van intergemeentelijke samenwerking. Dat blijkt uit het onderzoek dat IPR Normag in opdracht van het
uitvoeringsprogramma VANG heeft gedaan naar de verschijningsvormen, ervaringen en mogelijkheden van
intergemeentelijke beleidssamenwerking.
Samenwerken in afvalbeleid
Het afgelopen decennium was het gemeentelijk afval-
beheer vooral gericht op het efficiënt ophalen van - het
liefst - zo veel mogelijk huisvuil. Daarbij ging het vaak
over de kosten van inzameling. Dit heeft tot gevolg ge-
had dat gemeenten de inzameling succesvol zijn gaan
optimaliseren. Veel gemeenten hebben, versterkt door
schaalgrootte en concurrentiedruk, uiteindelijk geko-
zen voor samenwerking of uitbesteding. Met een hy-
bride sector als gevolg: deels privaat en deels publiek.
Anders kijken
Inmiddels is duurzaamheid belangrijk geworden. De
gemeenten hebben de doelstellingen voor VANG-huis-
houdelijk afval onderschreven: 30 kg restafval per in-
woner in 2025 (nu nog gemiddeld 238 kg per inwoner).
Het veranderen van ‘afvalaanbiedgedrag’ van inwoners
én het ontwikkelen van grondstoffenmanagement blijkt
nodig. Sturen op gedrag vergt andere kennis en vaar-
digheden dan sturen op efficiënte inzameling. Dat be-
tekent ook dat gemeenten anders moeten gaan kijken
naar prestaties. Gemeenten worden meer beoordeeld
op de effectiviteit van afvalbeheer. De juiste beleids-
keuzes én inzet van beleidsinstrumenten zijn bepalend
geworden. Efficiëntie is nog slechts een voorwaarde.
Dit stelt andere, hoge eisen aan de gemeentelijke or-
ganisatie. Zij moet dan in staat zijn ambitie en wil om
te zetten in planvorming en realisatie. Dit blijkt voor
veel gemeenten een lastige
opgaaf, waarbij gemeenten
vaak het wiel opnieuw uit-
vinden. Niet elke gemeente
is op de hoogte van de mo-
gelijkheden in de afval- en
grondstoffenketen.
Samenwerken in afval-
beleid
Omdat elke gemeente voor
een vergelijkbare uitdaging
staat, ligt samenwerking
voor de hand. Met samen-
werking kunnen gemeen-
ten elkaar (en zichzelf)
helpen. Zoals altijd kent
samenwerking vele vor-
men. Dit kan variëren van
Vergelijking afvalprestatie en afvalstoffenheffing
Een betere afvalprestatie (minder restafval, meer herbruikbare
grondstoffen) leidt tot significant lagere kosten. Dit blijkt ook uit
analyse van de afvalprestatie en de afvalstoffenheffing.
Ondanks dat de afvalstoffenheffing veel ruis bevat (o.a. door ver-
schillen in toerekening) en de regionale context ook sterk van in-
vloed is (bijvoorbeeld door hoogte van het verwerkingstarief voor
restafval), is sprake van een sterke correlatie (R²=0,87).
Deze relatie onderstreept dat reductie van restafval – uiteindelijk –
kan leiden tot financieel voordeel voor de burger. Deze relatie staat
los van de gemeentelijke keuze voor zelf doen, samenwerken of
uitbesteden van de logistiek.
Vergelijking afvalprestatie en beleidssamenwerking
Door de afvalprestaties af te zetten tegen de mate van gemeente-
lijke samenwerking is meer zicht gekregen in de correlatie. Daarbij
is onderscheid gemaakt naar de volgende niveaus:
1. Kennis delen. Het delen van kennis en het uitwisselen van
ervaringen.
2. Gezamenlijk kennis ontwikkelen.
3. Samen een (regionale) visie op afvalbeheer ontwikkelen.
4. Samenwerken bij de uitvoering van (specifieke) onderdelen
van het afvalbeleid.
5. Regionaal beleid.
Uit de analyse blijkt dat gemeenten die intensiever samenwerken
op het gebied van afvalbeleid relatief betere afvalprestaties beha-
len (R²=0,65). Daarbij is rekening gehouden met de impact van
meer of minder hoogbouw in de gemeente. Nota bene: Bij de ana-
lyse is de mogelijke impact van andere mogelijk verklarende facto-
ren voor de gemeentelijke afvalprestaties getoetst. Zoals schaal-
grootte, diftarkeuze en organisatievorm en regio. Daaruit blijkt dat
intergemeentelijke samenwerking op het gebied van afvalbeleid –
rekening houdend met de bebouwingskenmerken zoals hoogbouw
en de hier genoemde factoren - bijdraagt aan de gemeentelijke
afvalprestaties.
GRAM | mei 2016 33
factoren van invloed op de afvalprestatie. Uit vergelijking blijkt dat –
rekening houdend met de omgevingskenmerken, zoals het aandeel
hoogbouw binnen een gemeente – samenwerkende gemeenten een
beter scheidingsresultaat en minder restafval per inwoner hebben. Hoe
intensiever de beleidssamenwerking, des te beter de afvalprestatie!
Het is overigens bijzonder dat dit verband zo duidelijk zichtbaar is (zie
kader). Een gezamenlijke visie vertalen naar gezamenlijke maatregelen
draagt blijkbaar significant bij aan de afvalprestatie.
Ook andere zaken vallen op:
• Alle gemeenten hebben nog een enorme opgaaf. Ook de best preste-
rende gemeenten staan in 2014 nog ver af van de VANG-ambitie. De
voorloper-groep (cijfers 2014) wordt bepaald door diftar-gemeenten.
Dit is echter nog onvoldoende voor de VANG-doelstelling.
• Beleidssamenwerking tussen gemeenten komt vaak tot stand via al
beschikbare samenwerkingsstructuren. De huidige samenwerkings-
verbanden bieden een platform voor beleidssamenwerking.
• Vooral in de hoogbouw-gebieden ligt een uitdaging. Lastig maar niet
onmogelijk. Internationaal onderzoek toont aan dat ook in hoogbouw
méér afvalscheiding mogelijk is.
• Binnen de groep ‘niet-samenwerkende gemeenten’ doen de gemeen-
ten die inzameling uitbesteden, het goed. Deze gemeenten kiezen
relatief vaak voor (een vorm van) diftar.
Keuze: sneller of verder?
Ondanks de voordelen, werken veel gemeenten slechts beperkt samen
op afvalbeleid. Samenwerken blijkt in de praktijk vaak
lastig. Veel gehoord bezwaar is de stroperigheid en
onderlinge afhankelijkheid. Een gemeente alleen werkt
toch sneller… Maar snelheid is slechts betrekkelijk:
de ambities zijn dermate hoog dat alle gemeenten op
zoek moeten naar het meest effectieve afvalbeleid. Sa-
menwerken helpt daarbij. En daarom zal de komende
jaren blijken: alleen ga je sneller, samen kom je verder.
Hoe verder?
Sinds de start van het uitvoeringsprogramma VANG is
een toenemende bestuurlijke urgentie te zien. Soms
is het lastig om dit vast te houden en om te zetten in
daden. Bijkomend voordeel is echter: effectief afval-
beheer is goed voor de portemonnee. Landelijk blijkt
dat gemeenten met het minste restafval de laagste af-
valstoffenheffing hebben. De door het Rijk ingevoerde
verbrandingsbelasting versterkt dit nog meer. Daar-
mee is afvalbeheer één van de weinige beleidsterrei-
nen waarin hogere ambities gepaard kunnen gaan met
lagere kosten!
En omdat (meer) samenwerking hieraan bijdraagt, ver-
wachten wij dat de komende twee jaren beleidssamen-
werking nadrukkelijk op de agenda komt. Gemeenten
kunnen immers niet langer stilzitten.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Robert Schouten: [email protected]
Paul de Bruin: [email protected]
Tekst: Robert Schouten en Paul de Bruin,
IPR Normag
Reactie Bas Peeters (NVRD)
Het VANG-programma heeft IPR Normag onderzoek
laten doen naar samenwerking op afvalbeleid. Doel
was om inzicht te bieden in de verschijningsvor-
men, ervaringen en mogelijkheden van interge-
meentelijke samenwerking. Met dit artikel geven de
onderzoekers aan dat er een verband is tussen de
afvalprestatie en de mate van samenwerking. En dit
heeft tot een inspirerende handreiking geleid met
vele voorbeelden.
Samenwerking tussen gemeenten op beleid kan hel-
pen om de VANG-doelstellingen te bereiken en te
versterken! Samenwerking biedt vele kansen. Van-
daar dat we als NVRD vanuit het VANG-programma
verder aan de slag gaan met de opgedane inzichten
en tips uit het onderzoek. We ondersteunen de ge-
meenten en regio’s bij het verder nadenken over en
vormgeven van een intensievere beleidssamenwer-
king. Waarom zou je het alleen doen als het samen
beter kan?
nieuws
NVRD agenda
13 mei Young Professionals in Biddinghuizen
19 mei VANG Training Omgekeerd Inzamelen
25 mei Algemene Ledenvergadering in Alphen aan den Rijn
26 mei NVRD Jaarcongres, Avifauna Alphen aan den Rijn
31 mei Redactiecommissie GRAM in Arnhem
2 juni VANG Training Omgekeerd Inzamelen
7 juni VANG Programmabureau
9 juni Commissie Gladheidbestrijding
10 juni Commissie Opleiden & Professionaliseren
16 juni NVRD Bestuursvergadering
16 juni VANG Workshop PMD
21 juni Redactiecommissie GRAM in Soest
21 juni Commissie BOR
24 juni Commissie Markt & Overheid
34 GRAM | mei 2016
slag 2015 en de benoeming van nieuwe
bestuursleden op de agenda. Aanmelden
voor de ALV kan via www.nvrd.nl
Verbod chemische onkruidbestrij-
ding definitief
Het professioneel gebruik van gewasbe-
schermingsmiddelen op verhardingen
is sinds 31 maart 2016 niet meer toe-
gestaan. Vanaf 1 november 2017 geldt
het verbod ook voor het professioneel
gebruik op onverharde oppervlakten
buiten de landbouw. Dit volgt uit het
wijzigingsbesluit ‘Gewasbeschermings-
middelen en biociden’ dat op 30 maart
is gepubliceerd. Het verbod geldt (nog)
niet voor het particulier gebruik van ge-
wasbeschermingsmiddelen. Volgens een
brief aan de Tweede Kamer blijft het stre-
ven dat ook het particulier gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen binnenkort
niet meer is toegestaan.
Redactie GRAM zoekt versterking
De redactie van GRAM is op zoek naar
een enthousiast nieuw lid die wil mee-
werken aan de totstandkoming van dit
vakblad. De redactie vergadert 10 keer
per jaar (in Soest en Arnhem) en be-
spreekt de inhoudelijke invulling van het
vakblad. Zelf artikelen schrijven mag,
maar hoeft niet. Ben je werkzaam bij een
gemeente, tevens NVRD-lid, heb je affini-
teit met beheer openbare ruimte en oog
voor nieuwe ontwikkelingen in de bran-
Inspirerende matrasketenbijeen-
komst
In navolging op het Circulair Economy
Lab Matrassen in januari organiseerde
de NVRD op 5 april een bijeenkomst
voor de partijen uit de matrasketen. Van
producent tot verwerker, een groot deel
van de keten was vertegenwoordigd tij-
dens deze bijeenkomst. Hoe kunnen we
het deficit in de matrasketen oplossen?
Welke obstakels zorgen ervoor dat de
matrasketen nog niet circulair is? Waar
liggen de kansen voor de matrasketen?
Deze vragen stonden centraal tijdens de
bijeenkomst. Het gezamenlijke doel om
de matrasketen op te pakken en het com-
mitment van partijen hiervoor zorgden
voor een open en goede setting. Tijdens
de bijeenkomst was er voldoende ruimte
voor discussie en stelden de aanwezigen
een SWOT analyse van de matrasketen
op. De bijeenkomst resulteert in een aan-
tal actiepunten. Zo hebben alle partijen
toegezegd mee te werken om de keten
beter in kaart te brengen, is er een pilot-
groep gevormd die mogelijkheden gaat
onderzoeken om een pilot op te zetten
voor de matrassen en wordt er vanuit
de producenten de mogelijkheid onder-
zocht om een soort innovatiefonds voor
matrassen op te zetten. In juni zal een
volgende bijeenkomst van de matraske-
ten worden georganiseerd. Meer infor-
matie: Frank Donkers, [email protected]
Algemene ledenvergadering
Het bestuur nodigt alle leden uit voor de
algemene ledenvergadering van 25 mei
bij Avifauna. Belangrijk bespreekpunt tij-
dens deze ALV is de Meerjarenstrategie
2016-2020. Daarnaast staan onder meer
de financiële jaarrekening, het jaarver-
Foto: Jan de Vries
column
Cirkel
Het thema van ons congres is dit jaar ‘100% circulair’. Niet gek natuurlijk, de circulaire economie is een hot topic in onze sector. Iedereen is ermee bezig, iedereen heeft er eigen ideeën bij. Het is de moeite waard om te kijken in hoeverre die ideeën met elkaar stroken. Maar het loont ook zeker om te kijken buiten onze eigen groep, aangezien wij natuurlijk wel de ‘believers’ zijn.
Daarom hebben we het programma van het jaarcongres ook gebouwd rond elke stap in de cirkel. Van producent en consument tot wetenschapper en alternatieve verwerker. Niet zo heel lang geleden, bleek al hoe belangrijk het is om alle partijen in de keten aan elkaar te binden.Naar aanleiding van de uitkomst van een avond georganiseerd door oud VROM-minister Jacqueline Cramer rond de matrasketen, heeft de NVRD de uitdaging opgepakt om de ketenpartners weer bij elkaar te brengen. Het is immers één van de ketens waarbij we van onze leden horen dat die een probleem vormt naast bijvoorbeeld luiers.
Voor mij was de bijeenkomst opnieuw een bewijs dat het bij elkaar brengen van alle partijen in een keten heel zinvol is. Niet alleen zeiden producenten meteen al iets te kunnen leren van verwerkers. Ook gaven alle partijen in de keten aan maximaal hergebruik en minimale milieudruk een belangrijk thema te vinden. En men wees niet naar elkaar, iedereen aan tafel nam een taak op zich. Natuurlijk zijn we er nog niet. Maar de eerste, en niet minste acties zijn nu wel geformuleerd.De circulaire economie is niet morgen gerealiseerd, maar we pakken het met onze partners wel vandaag al op!
GRAM | mei 2016 35
che? Dan nodigen we je graag uit de re-
dactie te versterken. Wil je meer weten
of heb je interesse? Stuur een e-mail naar
Karin Hegeman [email protected]
Studiereis wenen
De jaarlijkse studiereis van de NVRD
ging dit jaar naar Wenen en omstreken.
Hoewel Oostenrijk qua prestaties op het
gebied van afvalscheiding redelijk te ver-
gelijken is met Nederland, zijn er wezen-
lijke verschillen in het afvalbeleid. Zo is
er een landelijk vastgelegde inzamelme-
thodiek. Zonder onderscheid te maken
tussen stad of dorp kunnen inwoners
overal dezelfde deelstromen kwijt. Hier-
voor gebruikt men zakken, rolcontainers
en minicontainers. Ondergrondse syste-
men kennen ze niet. Genoeg reden om
meer te weten te komen over de werking
van het Oostenrijkse systeem. De groep
van elf NVRD-ers werd in de ochtend van
7 april ontvangen op het kantoor van
ARA AG, de Oostenrijkse producenten-
organisatie voor verpakkingen. Tijdens
deze ochtend stonden afvalbeleid in Oos-
tenrijk, afvalinzameling in de stad Wenen
en afvalwaterbeheer centraal. In de mid-
dag werd de tot kunstwerk omgetover-
de AEC Spittelau bezocht en een re-use
store. De volgende dag bezocht de groep
kunststofsortering- en recyclinginstalla-
ties. Overigens is het systeem voor de in-
zameling van kunststoffen in Oostenrijk
tweedeling. Er is een gele zak voor de
zogenaamde lichte verpakkingsmateria-
len (waar de kunststoffen onder vallen)
én een systeem van containers voor al-
leen flessen (PET, PP en PE). Er is dan ook
geen statiegeldsysteem. De deelnemers
kijken terug op een geslaagde, leerzame
én gezellige studiereis waarin een goede
balans is gevonden tussen excursies, in-
formatieoverdracht en cultuur.
36 GRAM | mei 2016
Met het voorzitterschap van de EU van Nederland en het Rijksbrede plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen wordt
een nieuwe impuls gegeven aan de ontwikkelingen binnen de afvalsector. Dit geeft mogelijk ook nieuwe kansen voor
de manier waarop gemeenten de inzameling, sortering en vermarkting van het huishoudelijk afval aanbesteden.
Innovatief aanbesteden in de afvalsector
Gemeenten besteden de inzameling, sortering en vaak de vermarkt-
ing van huishoudelijk afval veelal aan en hebben dus als opdracht-
gever grote invloed op een duurzaam afvalbeheer. De overheid is
’s lands grootste inkoper. Jaarlijks koopt de overheid voor ongeveer
60 miljard Euro in, waarvan circa 10 miljard door de Rijksoverheid en
50 miljard door andere overheden, waaronder gemeenten. Met ‘in-
koop’ heeft de gemeente dus een zeer krachtig instrument in handen
om invloed uit te oefenen, ook op haar afvalbeheer. Maatschappelijke
ontwikkelingen en nieuwe businessmodellen bieden ook kansen voor
gemeenten om milieu-, economische- en sociale waarde toe te voegen
aan wat we nu nog afval noemen. Kansen voor nieuw opdrachtgever-
en opdrachtnemerschap dus!
Europees project
PPI4Waste is een Europees kennisdelingsproject in het kader van Hori-
zon2020. Hierin nemen partners uit diverse lidstaten deel en werken
aan innovatieve oplossingen voor duurzaam afval-en grondstoffen-
beheer in heel Europa door toepassing van innovatieve overheidsop-
drachten. PPI4Waste staat voor Promotion of Public Procurement of In-
novation for Resource Efficiency and Waste Treatment. Rijkswaterstaat
is namens het ministerie van IenM de Nederlandse deelnemer aan dat
project. De overige zeven Europese partners zijn vooral samenwer-
kingsverbanden van lokale overheden op het gebied van duurzaam-
heid zoals ACR+ en de steden Zagreb en Madrid.
De algemene doelstelling van het project is het bereiken van een ef-
ficiënt gebruik van hulpbronnen, duurzaam afvalbeheer en duurzame
consumptie in Europa door gemeentelijke overheden en samenwer-
kingsverbanden van gemeenten te stimuleren om opdrachten voor
afvalbeheer innovatief aan te besteden. Het uitgangspunt daarbij is
het behoud van materialen in de keten en het gebruik hiervan als
secundaire grondstof voor nieuwe producten richting een circulaire
economie. De partners van het project willen dit bereiken door een
(inter)nationaal inkopersnetwerk van gemeenten en
samenwerkingsverbanden van gemeenten te creëren.
Dat netwerk moet de interactie tussen vraag (inko-
pers) en aanbod (markt) bevorderen. Het project moet
uiteindelijk gaan leiden tot het:
• Ontwikkelen van nieuwe businessmodellen voor ge-
meenten voor grondstoffenmanagement;
• Creëren van een kritische massa van inkopers voor
de inkoop van innovatieve oplossingen voor grond-
stoffenmanagement;
• Stimuleren van nieuwe innovatieve markten en net-
werken op het gebied van efficiënt gebruik van (se-
cundaire) grondstoffen op de korte en middellange
termijn.
Binnen het project is een internationaal netwerk ac-
tief dat bestaat uit experts op het gebied van afvalbe-
heer en innovatieve aanbesteding. Op projectwebsite
www.procurement-forum.eu is een forum ingericht
met een interestgroup en een purchasing community.
Deze laatste is specifiek bedoeld voor (gemeentelijke)
inkopers en beleidsmedewerkers om hun ervaringen
te delen.
Vraag en aanbod
Bij vier projectpartners (Zagreb, Madrid, ACR+ en
Rijkswaterstaat) zijn of worden bijeenkomsten geor-
ganiseerd met inkopers en marktpartijen om meer
kennis te genereren die innovaties in het afval- en
grondstoffenbeheer moeten aanjagen. Het Neder-
landse ‘Meet the market event’ vond plaats tijdens
het Gemeentelijk Afvalcongres afgelopen maart. Als
voorbeeld hoe innovatief kan worden omgegaan met
de aanbesteding van afvalbeheer gingen Marc Veen-
huizen van de gemeente Apeldoorn en Michiel Wes-
terhoff van Circulus-Berkel BV met de zaal in discus-
sie over de veranderende rol van en de relatie tussen
opdrachtgever en opdrachtnemer.
Circulus-Berkel is (middels inbesteding) de aanbeste-
dende dienst voor afvalbeheer van acht gemeenten,
waaronder Apeldoorn. Zij hebben de afgelopen jaren
veel ervaring opgedaan met innovatieve aanbeste-
ding. De kern van het succes ligt daarbij in het ge-
ven van voldoende ruimte aan elkaar. De ervaring van
Apeldoorn is dat zij als gemeente goed heeft moeten
nadenken wat zij duurzaam en belangrijk vindt om
S O F T W A R E S O L U T I O N S
Software voor gemeenten, reinigingsdiensten en afvalinzamelaarsfixion.nl
GRAM | mei 2016 37
Innovatief aanbesteden in de afvalsectordaar vervolgens vanuit de lokale overheid de juiste
kaders voor te scheppen. Denk daarbij aan milieuka-
ders zoals een reductie van de CO2-emissies of ARBO-
kaders zoals het inzetten van mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt. Voorafgaand hebben de acht ge-
meenten bestuurlijke overeenstemming bereikt over
hun gezamenlijke duurzaamheidsambities. De invul-
ling van deze kaders hebben de gemeenten vervol-
gens overgelaten aan Circulus-Berkel.
Ambities
Marc Veenhuizen: “Wat het spel leuk maakt, is dat je
als gemeente goed moet nadenken wat je belangrijk
vindt. We hebben eerst samen met bestuurders van
de deelnemende gemeenten ambities bepaald en zijn
daarna met Circulus-Berkel in gesprek gegaan of deze
ambities ook realiseerbaar zijn. Het is een spel van
geven en nemen, waarbij we elkaar soms gek maken,
maar met het doel om uiteindelijk voor alle partijen
een mooi resultaat te krijgen”.
Recentelijk heeft Circulus-Berkel in opdracht van hun
deelnemende gemeenten per 1 juli 2016 het contract
voor de verwerking van restafval gegund. Het con-
tract voorziet niet alleen in een aanzienlijke reductie
van het tarief, maar is daarnaast vernieuwend van-
wege de afspraken over milieugevolgen en sociale
werkgelegenheid. Circulus-Berkel hanteerde op basis
van de kaders die de gemeenten gezamenlijk hebben
bepaald, vier criteria bij de beoordeling: prijs, CO2-
prestaties, energetische efficiëntie van de installaties
en de transportafstand. Het criterium ‘prijs’ alleen is
dus niet allesbepalend. Door verder in te spelen op de
veranderde omstandigheden in de markt, ligt het ta-
rief ruim de helft lager dan de prijzen in de huidige
contracten. Dit levert aanzienlijke besparing voor de deelnemende
gemeenten!
Een ander voorbeeld betreft de aanbesteding van inzameling, sorte-
ring en vermarkting van kunststof verpakkingsafval in 2014. Deze
aanbesteding heeft Circulus-Berkel gedaan samen met vier partners
(Rova, Area, GAD en AVU). Door enerzijds de schaal van de inkoop te
vergroten en anderzijds de focus in gunning te leggen op hergebruik,
kon het hergebruikspercentage substantieel stijgen naar 90%. Deze
inkoopstrategie leverde Suez de basis om investeringen in verbeterde
sortering ook bedrijfseconomisch mogelijk te maken. Dit is daarmee
vanuit duurzaamheid en innovatie bezien een interessante casus ge-
worden.
En dan is er nog een voorbeeld rondom de aanbesteding van de in-
zameling en verwerking van gft-afval. De gemeente Apeldoorn heeft
daarbij de wens geuit om bij de eerstvolgende aanbesteding de GF
en de T-component apart aan te besteden. Michiel Westerhoff: “een
nobele wens van Apeldoorn, maar wij hebben hen geadviseerd om dit
over circa twee jaar op deze wijze aan te besteden omdat de tijd er op
dit moment nog niet rijp voor is”.
Vervolgbijeenkomst
De Nederlandse ‘Meet the market’ tijdens het Gemeentelijk Afvalcon-
gres was een eerste kennismaking met innovatief aanbesteden van
afval- en grondstoffenbeheer. Als vervolg vindt een verdiepingsbij-
eenkomst met marktpartijen plaats. Doel van deze bijeenkomst is om
met de afval branche te zoeken naar circulaire modellen om de herge-
bruikswaarde van de reststromen zichtbaar te maken. Hoogwaardig
hergebruik van reststromen zou niet moeten leiden tot hogere kosten
voor de klant. Als u hier een inhoudelijke bijdrage wilt leveren of meer
wilt weten over PPI4Waste, neem dan contact op met projectleider
Simone Houtman: [email protected] Meer informatie vindt u
ook op de website www.ppi4waste.eu
Tekst: Simone Houtman en Fons van de Sande
38 GRAM | mei 2016
Donderdag 7 april startte de gemeente
Purmerend met het plaatsen van ‘Bub-
bles’ in de binnenstad. Purmerend is
daarmee, naast Berlijn, de enige stad in
Europa waar deze moderne, ronde afval-
bakken te bewonderen zijn. De Bubbles
komen in plaats van afvalbakken die nu
in de binnenstad staan. De nieuwe bak-
ken zijn groter, efficiënter en flexibel en
worden leeggehaald met een zuigsys-
teem waardoor ze ook nog eens arbo-
technisch verantwoord zijn. De locaties
zijn bepaald na overleg met onderne-
mers uit de binnenstad.
De Bubble is winnaar van de ‘Red Dot
Product Design Award’, een internati-
onale prijs voor het meest inventieve
product beoordeeld op design en func-
tie. Winnende producten worden een
jaar lang tentoongesteld in de ‘Red Dot’
Musea van Essen en Taipei. De Bubble
heeft een grotere inhoud dan de huidige
prullenbakken. In totaal worden er in de
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Purmerend uniek met moderne Bubbles in de binnenstad
binnenstad 46 prullenbakken met een in-
houd van 3,2 m3 verwijderd. Er komen
23 Bubbles met een inhoud van 8,2 m3
voor terug. Dat betekent meer capaci-
teit met minder bakken. De Bubbles zijn
flexibel: ze staan los op de grond, zodat
ze bijvoorbeeld bij evenementen of per
seizoen verplaatst kunnen worden.
GRAM | mei 2016 39
daver verwerkt gft-afval tot biomassa,
vloeibare CO2, Groengas en compost. Het
bedrijf is inmiddels in staat om de gehele
inhoud van een groene kliko te benutten.
Er gaat in dit proces geen grondstof meer
verloren.
Toch is een circulaire economie hiermee
nog niet binnen handbereik. Peter Louw-
man: “In een circulaire economie gaan
we uit van hergebruik van materialen.
Dat betekent dat nieuwe grondstoffen
na verwerking eenzelfde kwaliteit moe-
ten hebben als grondstoffen van zuivere
en natuurlijke bronnen. Dat is geen ge-
Natuurlijke grondstoffen worden schaars.
Een groeiende wereldbevolking en toene-
mende welvaart dragen hieraan bij. Een
circulaire economie biedt antwoord op
dit probleem, het is een kringloopecono-
mie waarbij materialen na gebruik weer
een nieuw leven krijgen. Indaver omarmt
deze filosofie om uit afvalstromen zoveel
mogelijk grondstoffen te halen. “Afval
speelt zelfs een sleutelrol in een circulai-
re economie”, stelt Peter Louwman, alge-
meen directeur van Indaver Nederland.
“Nu al is het onze doelstelling om zoveel
mogelijk nieuwe producten te halen uit
het ingezamelde afval en deze terug te
brengen in de kringloop. Als dat niet mo-
gelijk is, benutten we het afval door er
energie uit te halen. Daar voegen we als
afvalverwerker echt waarde toe.”
Indaver Relight, een bedrijfsonderdeel
van Indaver, laat zien hoe de afvaldienst-
verlener de keten steeds beter weten te
sluiten. Hier worden TL-lampen, spaar-
lampen en andere gasontladingslampen
gerecycled. Maar liefst 50% van alle inge-
zamelde lampen in Nederland wordt hier
verwerkt. Dankzij investeringen in de
installatie kunnen er nu zelfs 95% van de
ingezamelde lampen worden verwerkt
tot nieuwe grondstoffen. Het glas, de
metalen kapjes van de lamp en het fluo-
rescentiepoeder zijn opnieuw bruikbaar.
Een ander goed voorbeeld van een vol-
ledig gesloten kringloop is gft-afval. In-
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Circulaire economie is meer dan zoveel mogelijk recyclen
DoorleerAward 2016 voor inspirerende afvalwijzers
Purmerend uniek met moderne Bubbles in de binnenstad
makkelijke opgave. Dat stelt eisen aan
de technieken van verwerking en vraagt
om innovatie. Het stelt óók eisen aan de
afvalstromen die gemeenten inzamelen.
Hoe zuiverder die afvalstroom, hoe ho-
ger de kwaliteit van het eindproduct. Ik
ben ervan overtuigd dat als we in iedere
stap van de keten kwaliteit centraal zet-
ten, we flinke vooruitgang kunnen boe-
ken om een circulaire economie te rea-
liseren.”
Meer informatie: www.indaver.nl of neem
contact op met Robert Jansen via robert.
[email protected] of 078 – 6306 726.
De gemeenten Son en Breugel, Oldenzaal
en Schiedam hebben de DoorleerAward
2016 gewonnen. De gemeenten ontvin-
gen deze prijs voor hun inspirerende
afvalwijzer uit handen van de Dalfense
wethouder Klaas Agricola tijdens een
VNG-bijeenkomst over huishoudelijk af-
val in Eindhoven.
De DoorleerAward is in het leven geroe-
pen door het Learning Center Kunststof
VerpakkingsAfval (LCKVA) van Rijkswa-
terstaat. De prijs is bedoeld om kennis-
deling en goede lokale initiatieven te sti-
muleren. Dit jaar gaat de DoorleerAward
naar de gemeenten die volgens een des-
kundige jury de beste afvalwijzer hebben
voor de inzameling van kunststofverpak-
kingsafval. De afvalwijzer informeert
mensen over hoe afval gescheiden moet
worden en zet idealiter aan tot positieve
gedragsverandering.
De drie prijswinnaars van de Doorleer-
Award 2016 zijn volgens de jury effectief
in hun communicatie. Goede afvalwijzers
gebruiken taal die eenvoudig te begrij-
pen is, de informatie is juist en voor één
uitleg vatbaar, ze zijn visueel aantrekke-
lijk en in woord- en beeldgebruik stimu-
leren ze op een effectieve manier de
afvalscheiding.
De initiatiefnemer van de Doorleer-
Award, het Learning Center Kunststof
VerpakkingsAfval van Rijkswaterstaat,
helpt gemeenten bij een effectieve en ef-
ficiënte inzameling van kunststofverpak-
kingsafval. Het LCKVA is een gezamenlijk
initiatief van de VNG, het Afvalfonds en
het ministerie van IenM. De ondersteu-
ning van het LCKVA richt zich op kennis-
deling en -ontwikkeling en advisering op
maat.
40 GRAM | mei 2016
altijd in het zicht van de chauffeur blijft?
Met voorbeelden uit de praktijk is de cur-
sus voor de vrijwilligers herkenbaar en
direct toepasbaar.
vrijwilligers “fictief” verschillende routes
en beantwoorden ze onderweg vragen.
Wat doe je bijvoorbeeld als er spelende
kinderen zijn? Hoe zorg je ervoor dat je
Dar heeft als initiatiefnemer samen met
het O&O-fonds (Opleidings- en Ontwik-
kelingsfonds van WENb) een interactieve,
online veiligheidstraining ontwikkeld.
Met deze training leren vrijwilligers van
verenigingen hoe ze op een veilige ma-
nier papier inzamelen. Samen met Dar
zamelen circa 90 verenigingen uit de
regio oud papier en karton in. Gelukkig
verloopt deze inzameling in de meeste
gevallen zonder problemen. Helaas blijkt
uit cijfers van de Afvalsector dat in deze
sector jaarlijks nog steeds de meeste on-
gevallen plaatsvinden. Van letselschade
door vallen (van treeplank) tot aan ver-
keersongevallen. Dar wil ongevallen juist
voorkomen en vindt het daarom belang-
rijk samen met verenigingen extra aan-
dacht te besteden aan veiligheid.
De training bestaat uit een theoriecursus,
waarin de veiligheidsinstructies voor pa-
pierinzameling middels de online trai-
ning worden toegelicht en getoetst. Tij-
dens de online veiligheidstraining volgen
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Extra aandacht vanuit Dar voor veilige papierinzameling door verenigingen
Professionele textielinzamelingwww.sympany.nl
ISO 9001 ISO 14001 ISO 18001
3315015 SYM adv Professioneel_190x62.indd 1 14-12-15 17:13
Amstelveen start proef tegen illegaal plaatsen van afvalVorige maand startte de gemeente Am-
stelveen in de buurt Eyckenstein in West-
wijk een proefcampagne om het illegaal
plaatsen van afval bij ondergrondse con-
tainers tegen te gaan. De meeste Am-
stelveners bieden hun afval op de juiste
manier aan. Toch komt het regelmatig
voor, dat grof huishoudelijk afval, of vuil-
niszakken met restafval naast de contai-
ner worden gezet. Met het plaatsen van
borden bij ondergrondse containers wil
de gemeente dit tegengaan. De borden
roepen buurtbewoners op containerlo-
caties schoon te houden. Uit onderzoek
bij andere gemeenten blijkt, dat het aan-
spreken van bewoners op deze manier
werkt. De gemeente wil daarnaast inwo-
ners betrekken bij een structurele op-
lossing en overweegt om containers te
laten adopteren door een buurtbewoner.
GRAM | mei 2016 41
samen met SPA Groep ontwikkeld om
medewerkers in de buitendienst voor te
bereiden op de moderne eisen die aan
hun functies worden gesteld. Ze zijn
werkzaam in afvalinzameling, het be-
heer van de openbare ruimte of op de
milieustraat. Tijdens de opleiding kon-
den ze daardoor niet alleen van elkaars
vakgebied leren maar ook van elkaars
Onlangs hing op alle locaties van Meer-
landen de vlag uit. Maar liefst vijftien
medewerkers slaagden namelijk voor
hun beroepsopleiding MBO1 Afval- en
Milieubeheer en Beheer Openbare Ruim-
te (AMBOR). Zij ontvingen in de raadszaal
van het gemeentehuis Hillegom uit han-
den van Ronald Ravesteijn van opleider
SPA Groep hun diploma. John de Nijs,
chauffeur op een inzamelwagen, is trots
op zijn diploma: “Een mooie erkenning!
Vroeger lagen mijn prioriteiten vaak niet
helemaal bij school, maar door deze op-
leiding heb ik nieuwe kennis opgedaan
die ik goed in mijn dagelijkse werk kan
toepassen.” Onder luid applaus van fa-
milieleden, leidinggevenden én burge-
meester Van Erk en wethouder De Jong
mochten de studenten hun diploma in
ontvangst nemen.
Angeline Kierkels, algemeen directeur,
was niet alleen trots op de studenten,
maar ook op hun leidinggevenden en fa-
milieleden: “Omdat het zo belangrijk is
om je te blijven ontwikkelen, stimuleert
Meerlanden onder medewerkers al jaren
het volgen van opleidingen. ”
De medewerkers van Meerlanden volg-
den de erkende beroepsopleiding Afval-
en Milieubeheer en Beheer Openbare
Ruimte (AMBOR). Meerlanden heeft deze
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Vlag uit bij Meerlanden voor geslaagde medewerkersExtra aandacht vanuit Dar voor veilige papierinzameling door verenigingen
VANG-kennisbibliotheekOp de kennisbibliotheek van VANG www.vang-hha.nl/kennisbibliotheek zijn
de volgende nieuwe documenten te vinden:
• Factcheck plastic recycling - Kennisinstituut Duurzaam Verpakken
• Afvalscheiding in de hoogbouw, Pilot T-buurt Amsterdam Zuidoost - CREM BV
• Eindevaluatie inzamelpilot stapelbouw T- buurt Amsterdam Zuidoost - CREM BV
• Grondstoffen scheiden aan de bron of nascheiden huishoudelijk restafval? - IPR
Normag
• Innovative waste management for a circular Economy in the Netherlands -
Hochschule Trier
• Beleidsplan inzameling huishoudelijke afvalvalstoffen Drimmelen 2016-2020 -
Gemeente Drimmelen
• Amsterdam Circulair: een visie en routekaart voor de stad en regio - Gemeente
Amsterdam
• Betere productbenutting: een overzicht van 14 inspirerende voorbeelden van
delen en lenen, hergebruik en reparatie - Natuur & Milieu, Milieu Centraal
vaardigheden. Tijdens theoretische en
praktijkuren kwamen naast Nederlands
en wiskunde specifieke vakken aan bod
waaronder veilig werken langs de weg,
omgaan met gevaarlijk afval, resultaat-
gericht werken in de openbare ruimte,
verwerken van afval en omgaan met ver-
bale agressie.
42 GRAM | mei 2016
Agenda25 mei
ALV NVRD, Avifauna Alphen aan den Rijn
26 mei
NVRD Jaarcongres 2016 ‘100% circulair’, Avifauna Alphen aan den Rijn,
www.100-procent-circulair.nl
2 juni
Jaarcongres Afval & Recycling Industrie 2016, Schiedam
13 september
Themadag Beheer Openbare Ruimte
28 – 29 september
Dag van de openbare ruimte, Jaarbeurs Utrecht
5 oktober
Afvalconferentie, Stadion Galgenwaard Utrecht
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenFabienne Mantes, AvalexDico Kuiper, gemeente Alphen aan den RijnMarianne Zegwaard, MWH GlobalIlse van der Grift, NVRD
EindredactieKarin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]
Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl
Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de
AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad €106,04 ex btw. België €124,95 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
of de kinderen hem daarbij kunnen helpen. Onder het beeldscherm
hangen drie bakken, een oranje voor pmd, een blauwe voor papier en
een groene voor gft. In de bakken zit een sensor, die reageert als er iets
ingeworpen wordt. Bij elke inworp verandert het filmpje. Als een kind
een bananenschil in de groene bak gooit bijvoorbeeld, meldt het film-
pje dat dankzij compost weer bomen kunnen groeien op de planeet.”
Met plastic kan Kosmo onderdelen maken voor zijn ruimteschip, en zo
gaat het verder. Stapje voor stapje wordt de planeet weer leefbaar en
kan Kosmo zijn ruimteschip repareren.
In het bloed
Het lesprogramma Kosmo de Recyclenaut is sinds kort verkrijgbaar.
Enkele scholen zijn er al mee gestart. Volgens Janssen zijn de eerste
ervaringen positief. “Veel gemeenten hebben behoefte aan een aan-
sprekend educatief project voor basisscholen. Dat is niet zo vreemd.
Bij volwassenen hamer je meestal op beloning, in de vorm van een
lagere afvalstoffenheffing. Als je kinderen op kunt voeden met het idee
dat afvalscheiding normaal is, dan zit dat voor altijd in hun bloed. De
verwachting is dat kinderen hun ouders gaan corrigeren: nee pap, dat
papier moet je apart weggooien. Ouders zullen zich aangesproken voe-
len door de reacties van hun kinderen en dat is precies wat we willen
bereiken met dit complete lesprogramma.”
Volgens Janssen is Kosmo de Recyclenaut uitstekend geschikt om te
combineren met andere zaken. “Je kunt het als gemeente gebruiken
om wijzigingen in je afvalbeleid te ondersteunen. Bijvoorbeeld als je
pmd-containers in gaat voeren, of diftar.” Met het lespakket werkt Plas-
tic Omnium aan zijn visie, een brede kijk op afval. Janssen: ”In België
is afvalscheiding veel gebruikelijker dan hier. Nederland kan nog veel
stappen maken. Daar dragen wij graag ons steentje aan bij.”
Tekst: Hetty Dekkers
Kosmo helpt kinderen afval te scheidenAfval scheiden is kinderspel. Met deze leus gaat Plastic Omnium de basisschooljeugd bewegen, bewuster met afval
om te gaan. De containerproducent heeft een interactief lesprogramma ontwikkeld, met het figuurtje Kosmo de
Recyclenaut in de hoofdrol. “Als kinderen het goede voorbeeld geven, nemen ouders het al snel over”, verklaart
Vincent Janssen, accountmanager van Plastic Omnium, het initiatief.
Close-Up
Plastic Omnium is een van oorsprong Frans bedrijf met
een wereldwijde omzet van 6 miljard. Het overgrote deel
van die omzet komt uit de automotive-branche, zoals
brandstoftanks, bumpers en andere onderdelen. Janssen
is van de Plastic Omnium-tak Environment. “Wij produ-
ceren 2- en 4-wielcontainers, ondergrondse containers,
straatmeubilair, kortom allemaal oplossingen voor af-
val”, verklaart hij. “Maar wij hebben een brede kijk op
afval en doen veel meer op dat gebied. Gemeenten kun-
nen bij ons terecht voor onder meer fysiek onderhoud
en voorraadbeheer van de containers, registratie, klan-
tenservice, noem het maar op. Eigenlijk doen we alles op
het gebied van afval, behalve het inzamelen zelf.”
Kosmo de Recyclenaut
Omdat de ontwikkelingen snel gaan, breidt ook Plastic
Omnium zijn dienstenaanbod steeds uit. De nieuwste
service is het lesprogramma Kosmo de Recyclenaut
voor kinderen van 6 tot en met 12 jaar. Janssen: “Dat
programma is een afstudeerproject van studenten aan
de Hogeschool in Utrecht. We bieden het aan samen
met een adviesbureau dat thuis is in de educatieve sec-
tor en de stichting Technotrend. Gemeenten kunnen dit
lesprogramma verspreiden onder hun basisscholen.”
Volgens Janssen is het lespakket onderscheidend door
zijn interactiviteit. “De meeste educatieve programma’s
zijn vrij theoretisch. Ons pakket is gebaseerd op prak-
tische prikkels. Kinderen krijgen in de klas een teken-
filmpje te zien van Kosmo de Recyclenaut. Dit jongetje
strandt met zijn ruimteschip op een onbewoonbare
planeet. Hij wil het liefst terug naar de aarde en vraagt
Het is een feit: natuurlijke grondstoffen worden schaars. Daarom is het nodig om de stap te maken
naar een circulaire economie, waar deze kostbare materialen na gebruik weer een nieuw leven
krijgen.
Afval krijgt in een circulaire economie een sleutelrol, door er nieuwe grondstoffen van te maken.
Hét aandachtspunt is de kwaliteit van de grondstoffen uit afval. Die moet net zo goed worden
als die van de natuurlijke grondstoffen. Dat stelt eisen aan de verwerking van afval. Vandaar dat
Indaver investeert in nieuwe verwerkingstechnieken en innovatieve oplossingen. Maar de keten
begint bij het inzamelen van schone, herbruikbare afvalstromen. Deze uitdaging van formaat wil
Indaver samen met u aangaan, zodat de circulaire economie stapje voor stapje dichterbij komt.
Meer weten? Zie www.indaver.nl of neem contact op met Robert Jansen via
[email protected] of 078 – 6306 726.
www.indaver.nl
Circulaire economie is meer dan zoveel mogelijk recyclen
advertentie_GRAM_kwaliteit_kwantiteit_v1.indd 1 05-04-16 12:25