Handboek Beroepspraktijkvorming (BPV) - Horizon College · 2016-08-29 · bellen, sms’en, whats app, twitteren, facebook, gamen of muziek luisteren op je mp3-speler onder werktijd

Sector gezondheidszorg niveau 3 Verzorgende IG tweede leerjaar 2015-2016

ROC Horizon College

Sector Gezondheidszorg Beroepspraktijkvorming (BPV)

Verzorgende IG

2e leerjaar

Cohort 2014 - 2016

Naam deelnemer:

OV nr:

Groep:

Mentor:

Sector gezondheidszorg niveau 3 Verzorgende IG tweede leerjaar 2015-2016 1

Inhoudsopgave

PAGINA

Hoofdstuk 1 Inleiding.

1.1. Wat wordt er van je verwacht 2

Hoofdstuk 2 Uitleg over de Beroepspraktijkvorming .

2.1. Wat is Beroepspraktijkvorming? 2

2.2. Waar loop je stage

2.3.1. BPV-model 3

2.3.2 BOL

2.4. Wat ga je doen in de BPV?

2.5. Voorbereiding op de Beroepspraktijkvorming (BPV) 4

Hoofdstuk 3 Stage lopen en dan……? 5

3.1. Uitvoering Beroepspraktijkvorming

Wat is belangrijk voor de voortgang van je opleiding?

3.2. Hoe stel je je op tijdens de BPV?

3.3. Presentieregeling 6

3.4 Beëindigen van de BPV

Hoofdstuk 4 Beroepspraktijkopdrachten 7

1 Beroepsopdracht: Levensverhaal 8

2 Beroepsopdracht: Bieden van zorg en ondersteuning 13

3 Beroepsopdracht: Medicatie 17

Bijlagen Presentielijst 28


Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor je ligt de BPV–wijzer fase II. Zoals de titel zegt, wijst deze wijzer je de weg door fase II van

de beroepspraktijkvorming tijdens de opleiding woonzorgbegeleider ( verzorgende – IG), na het

basisjaar.

De beroepspraktijkvorming heeft als doel dat je verder gaat kennismaken met het beroep.

Je leert andere zorgcategorieën en afdelingen in je instelling kennen.

Tijdens het werken/leren vergroot je jouw competenties m.b.t. de complexiteit van zorgvragen en

werk je heel gericht aan drie beroepspraktijkopdrachten.

De beroepspraktijkopdrachten worden afgetekend door een stagebegeleider ( werkbegeleider of

praktijkbegeleider) en door de mentor. Je maakt hierover zelf afspraken. In de BPV- wijzer wordt

gesproken over de begeleider in het algemeen.

1.1. Wat wordt er van je verwacht?

Jij als deelnemer

zorgt dat de praktijkovereenkomst (POK) op tijd wordt ingeleverd bij het OSB- bureau en dat je

een kopie in je portfolio bewaart

bent verantwoordelijk voor het maken van de beroepspraktijkopdrachten

zorgt zelf voor bewijzen dat je iets kunt/kent en verwerkt ze in je portfolio

bent samen met de begeleider verantwoordelijk voor de reflectie en feedback op jouw

ontwikkeling.

Hoofdstuk 2

Uitleg over de beroepspraktijkvorming.

2.1 Wat is beroepspraktijkvorming (BPV)?

Leren in de praktijk is onmisbaar voor de ontwikkeling van je beroepscompetenties. Naast het leren

op school zul je merken dat het leren in de praktijk snel veel resultaat oplevert. Zien en doen zijn

goede leerervaringen. Samen met de theorie op school krijg je zo een compleet beeld van het

beroep en de werkzaamheden. Leren op school en in de praktijk zijn onlosmakelijk met elkaar

verbonden. Samen met de instelling vinden wij het belangrijk dat je veel leerervaringen op kunt

doen. Alle instellingen waar je stage loopt of werkt zijn erkend door het landelijke kenniscentrum

voor de branche gezondheidszorg, SBB.. Dat betekent dat je niet zelf een stageplaats kunt zoeken,

maar dat wij dat doen omdat we verplicht zijn te werken met erkende zorginstellingen. Wij zijn op

de hoogte van de zorginstellingen waarvoor de erkenning geldt.

2.2. Waar werk/leer je stage?

De BPV is gericht op diverse branches in de gezondheidszorg.

Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT)

Gehandicaptenzorg (GHZ)

Kraamzorg (KZ)


2.3.1. BPV-model

BPV-model ROC Horizon College sector Gezondheidszorg 2015-2016

Beroepspraktijkvorming Stageperiode

24 aug – 24 jan

Periode

25 jan- 8 juli

Leerjaar periode 3

24 aug- 30 okt

periode 4 2 nov 24 jan

periode 3 25 jan – 10 april

periode 4 11 april- 8 juli

2e jaar Stage 20 u p/w Schoolperiode

Niveau 3 verzorgende 3e jaar Jaarstage

2.3.2. BOL

De school (BPV- bureau) zorgt voor stageplaatsen. Je wordt in een BPV- instelling geplaatst door

het BPV- bureau van de sector Gezondheidszorg.

De stageplaatsen bevinden zich in Noord-Holland. Daarnaast zijn er buiten regionale- en

buitenlandplaatsen. Informatie over een stage in het buitenland kun je krijgen je via de mentor of

het BPV bureau.

De plaatsen die we hebben, verdelen we zo goed mogelijk onder alle deelnemers. Hierbij houden

we rekening met jouw stagevoorkeur die je vooraf invult op het daarvoor bestemde en bij de

mentor ingeleverde formulier. We benutten eerst de plaatsen van instellingen waarmee wij een

overeenkomst hebben gesloten, bijvoorbeeld stageplaatsen op een leerafdeling of flexibele stages.

2.4. Wat ga je doen in de BPV

In de BPV ga je werken in de praktijk. Je ontwikkelt de competenties die je nodig hebt om een

goede beroepsbeoefenaar te worden door het combineren van de kennis en vaardigheden die je op

school leert met de dagelijkse werkzaamheden in de beroepspraktijk. Je leert veel van “gewoon’’

werken met de werkbegeleider en andere collega’s. Daarnaast leer je door de uitvoering van de

beroepspraktijkopdrachten en door het werken aan persoonlijke leerdoelen.

Vanuit de BPV- instelling krijg je begeleiding van praktijkopleiders en werkbegeleiders.

Praktijkopleiders zijn opleidingsfunctionarissen die ervoor zorgen dat de voorwaarden voor

praktijkleren in de instelling aanwezig zijn.

Werkbegeleiders geven directe begeleiding op de werkvloer. Vanuit school krijg je begeleiding van

een BPV- docent.


2.5. Voorbereiding op de Beroepspraktijkvorming (BPV)

Er zijn verschillende voorwaarden voor deelnemers voor de BPV.

1. Je hebt de belofte van geheimhouding ondertekend.

Bij de start voer je een kennismakingsgesprek en maak je afspraken over wat je wilt leren en

hoe je dit gaat aanpakken. Je maakt een BPV–plan waarin je onderstaande vragen beschrijft:

Met welke beroepspraktijkopdrachten ga ik werken?

Welke leerdoelen formuleer ik daarbij?

Wat kan ik nog meer leren binnen deze instelling (bijv. specifiek op de doelgroep gericht)?

Welke afspraken maak ik over de begeleiding en reflectie/feedback en de planning ?

Maak ook een planning voor de verpleegtechnische vaardigheden. Dit is een voorwaarde

voordat je het examen mag afleggen.

Het plan bespreek je met:

de begeleider

laat je aan de mentor zien.

De begeleider keurt het BPV- plan goed en tekent voor akkoord.


Hoofdstuk 3 Stage lopen en dan……

3.1 Uitvoering Beroepspraktijkvorming

Je werkt gedurende de BPV aan de drie beroepspraktijkopdrachten, die uit vaardigheden en

kenniselementen zijn opgebouwd en aan je attitude die met de beroepshouding te maken heeft.

Tijdens de BPV- periode ga je aan de slag met:

- De kennismaking met collega’s , zorgvragers in de BPV- instelling.

- De verdieping en oriëntatie in de instelling waar je stage loopt.

- Het (mede) opstellen van het zorgplan , het afstemmen en evalueren van de zorgverlening.

- Het geven van voorlichting, advies en instructie aan cliënten.

- Het begeleiden van cliënten.

- Het observeren van ADL- verrichtingen en het uitvoeren van persoonlijke verzorging.

- Het ondersteunen bij wonen, welzijn en huishouden.

- Het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen.

Wat is belangrijk voor de voortgang van je opleiding?

- Het uitvoeren van drie beroepspraktijkopdrachten tijdens de BPV- periode

- Voor toetsing en examinering, zie Handleiding onderwijs.

- Het bewaren van bewijzen zoals uitgewerkte en beoordeelde beroepspraktijkopdrachten,

(reflectie)verslagen, evaluatieverslag stageperiode etc.

3.2. Hoe stel je je op tijdens de BPV?

De beste indruk maak je door je goed voor te bereiden op de stage. Je kunt tenslotte maar één

keer een goede eerste indruk maken.

Succes is verzekerd wanneer je:

voor het kennismakingsgesprek de website van je stageadres bekeken hebt en eventuele vragen

hierover opgeschreven hebt

naar de afspraken informeert die met jouw instelling zijn gemaakt

jouw afspraken nakomt

respect toont

beleefd bent

interesse en waardering toont voor je BPV- en de begeleiding

mondig probeert te zijn, maar niet teveel

jouw gegevens goed doorgeeft, zoals je 06-nummer en e-mailadres.

Niet slim is:

passieve, afwachtende, onverschillige of brutale houding

te laat komen

je snel ziek melden als het even tegenzit

een stipte ’9 tot 5’-mentaliteit

bellen, sms’en, whats app, twitteren, facebook, gamen of muziek luisteren op je mp3-speler

onder werktijd.

Ook niet zonder risico’s:

een petje, zonnebril of grote sieraden dragen

opvallend haar of lange nagels hebben

een onverzorgd uiterlijk of juist heel veel make-up op hebben

een zichtbare tatoeage of piercing in hebben


hoge hakken, afgetrapte schoenen, naveltruitje, superlage heupbroek, minirokje, truitje met laag

decolleté dragen.

3.3. Presentieregeling

Het is van belang dat je aanwezig bent tijdens de BPV. Teveel afwezig zijn kan consequenties

hebben voor de voortgang van je opleiding. Het kan betekenen dat je langer over de opleiding

moet doen omdat je langer moet blijven werken in de praktijk, voordat je deel kunt nemen aan het

examen.

Als je ziek bent, meld je dat je afwezig bent voor aanvang van de werktijd volgens de richtlijnen

van de instelling. Als je ziek bent tijdens een schooldag meld je dit bij het OSB van school.

3.4. Beëindigen van de stage

Als een stage moet worden beëindigd door onvoldoende groei/resultaten dan vindt er een

afrondend gesprek in de instelling plaats tussen deelnemer, instelling, BPV-docent en mentor van

het ROC Horizon college.


Hoofdstuk 4 Beroepspraktijkopdrachten

Om te beoordelen of je het niveau van de generieke fase tweede leerjaar beheerst naast de theorie

op school, werk je tijdens de BPV- periode aan drie beroepspraktijkopdrachten .Je moet deze met

een voldoende afsluiten.

De werkprocessen in de BPV opdrachten bestaan uit de volgende punten:

1.2. Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

1.3. Voert verpleegtechnische handelingen uit

1.5. Begeleidt een zorgvrager

Er zijn 3 beroepspraktijkopdrachten die je in deze fase moet afronden:

- Beroepsopdracht: Levensverhaal

- Beroepsopdracht: Bieden van zorg en ondersteuning

- Beroepsopdracht : Medicatie

-

Voor elke beroepspraktijkopdracht krijg je een beoordeling (voldoende/niet voldoende) van de

vertegenwoordiger van de zorginstelling. Ook krijg je een beoordeling van de mentor voor die

delen die je moet inleveren op school.

De bewijsstukken moet je inleveren bij de mentor. Deze worden bewaard in je portfolio.

Voordat je een beroepspraktijkopdracht gaat uitvoeren, heb je je goed voorbereid op school.

Je verwerkt de informatie die je krijgt bij de beroepspraktijkopdrachten. Je stelt samen met je

begeleider vast wanneer en in welke praktijksituaties je de beroepspraktijkopdrachten gaat

uitvoeren.

Veel succes!


Opleiding niveau 3 Fase II/tweede jaar

Beroepspraktijkopdracht

Levensverhaal in woord en beeld

Deze opdracht voer je uit in de BPV. In deze opdracht ga je een cliënt leren kennen door je te

verdiepen in zijn levensverhaal. Je verzamelt informatie die je in staat stelt om zicht te krijgen hoe

de cliënt zijn leven vorm en zin gaf en wat belangrijk voor hem/haar was. Je kunt hierdoor de zorg

en het activiteitenaanbod beter af stemmen op de wensen, behoefte en beleving van de cliënt

zodat zij/ hij hier meer plezier en voldoening aan beleeft.

Deze BPV-opdracht betreft de onderstaande werkprocessen uit kerntaak 1 Bieden van zorg en

ondersteuning op basis van het zorgdossier.

Werkproces Competentie

Werkproces 1.2: Biedt persoonlijke verzorging en observeert

gezondheid en welbevinden

E samenwerken en overleggen

F ethisch en integer handelen

R op de behoefte en

verwachtingen van de klant

richten

Werkproces 1.5: Begeleidt de cliënt C begeleiden

D aandacht en begrip tonen

R op de behoefte en


richten

Omschrijving van de opdracht:

Je kiest in overleg met je begeleider 1 cliënt uit.

Je verdiept je in zijn/haar levensverhaal.

Maak hierbij gebruik van:

- Zorgleefplan

- Levensloop

- Beschrijving van hobby’s

- Tijdsbeeld: bijv. wat speelde er in de wereld

Ondersteunende websites zijn:

- www.vilans.nl (levensboek)

- www.metdejaren.nl

- www.geriant.nl het maken van een levensboek

Je verzamelt informatie door vragen te stellen aan de cliënt en diens naasten.

Je maakt een plan hoe je de informatie uit het ‘levensverhaal’ gaat gebruiken om belevingsgerichte

zorg te verlenen. Je presenteert dit samen met het levensverhaal aan je collega’s.

Resultaat

Het zorgen activiteitenaanbod is afgestemd op de wensen, behoeften en beleving van een cliënt.

http://www.vilans.nl/

http://www.metdejaren.nl/

http://www.geriant.nl/


Beroepsopdracht levensverhaal

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan:

- Een ‘levensverhaal in woord en beeld’. Je kunt hierbij denken aan :

o Een (digitaal) fotoboek

o Een levensboek

o Een collage

o Een tastdoos

o Een film

o ………………………………………….

- Een schriftelijk plan waarin je uitwerkt hoe je de informatie uit het ‘levensverhaal’ gaat

gebruiken voor een belevingsgerichte zorgverlening voor deze cliënt.

- Uitgewerkte reflectievragen ter voorbereiding op de gedragsbeoordeling in de BPV.

- Schriftelijk verslag volgens STARR(t) waarin je reflecteert op je leerervaring door

de verdieping in het levensverhaal van een cliënt en je beroepsmatige handelen.

- Volledig ingevulde beoordelingslijst.


Beroepsopdracht levensverhaal

Ter voorbereiding op de gedragsbeoordeling in de BPV vul je onderstaande reflectievragen in.

Invullen door deelnemer.

Voorbereiding reflectie in de BPV

1. Ik leg actief contact en overleg met de cliënt, de mantelzorgers of

naasten, collega’s en andere zorgverleners. En dat kun je zien aan

…

2. Ik behandel de cliënt met respect, aandacht en begrip. Want dat

laat ik zien door…

3. Ik ondersteun de mogelijkheden, wensen en gewoonten, normen

en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en de

levensbeschouwing van de cliënt, mantelzorgers en naasten. Want

dat laat ik zien door….

4. Ik pas mijn communicatie, gedrag en begeleiding aan de cliënt

aan. Want dat laat ik zien door….

5. Ik heb het levensverhaal en het plan gepresenteerd aan

groepsgenoten. Hoe ging dit?

6. Ik heb het gebruik van het levensverhaal met de cliënt, mantelzorgers of naasten geëvalueerd. Hoe heb je dit gedaan? …

Voldoende

0

0

0

0

0

0

Niet voldoende

0

0

0

0

0

0


Beoordeling beroepspraktijkopdracht : Levensverhaal

Naam deelnemer:

OV- nummer:

Paraaf deelnemer

Naam BPV beoordelaar:

Functie beoordelaar:

Datum:

Handtekening beoordelaar

Naam mentor:

Datum:

Handtekening mentor

Invullen door begeleider in de beroepspraktijk

Gedragscriteria in de BPV: de deelnemer

1. Legt actief contact en overlegt met de cliënt, de mantelzorgers of

naasten, collega’s en andere zorgverleners.

2. Behandelt de cliënt met respect, aandacht en begrip.

3. Ondersteunt de mogelijkheden, wensen en gewoonten, normen en

waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en de

levensbeschouwing van de cliënt, mantelzorgers en naasten.

4. Past de communicatie, gedrag en begeleiding aan de cliënt aan.

5. Evalueert het gebruik van het levensverhaal met de cliënt, mantelzorgers of naasten.

Cesuur: alle criteria moeten met een voldoende zijn behaald

Voldoende

0

0

0

0

0

Niet voldoende

0

0

0

0

0


Invullen door de mentor:

Beoordelingscriteria bewijsstukken:

- Een ‘levensverhaal in woord en beeld’.

De deelnemer

Werkt een levensverhaal van 1 cliënt uit

- een levensverhaal in woord en beeld, wat een goed uitgangspunt is voor het verlenen van belevingsgerichte zorg

- een schriftelijk uitwerking van een plan hoe je de informatie uit het levensverhaal gaat gebruiken binnen de zorgverlening. en

- presenteert het levensverhaal aan collega’s zodat de persoon achter de cliënt zichtbaar wordt en geeft aan hoe het levensverhaal een bijdrage levert aan een belevingsgerichte zorgverlening voor deze cliënt

Reflecteert op haar/zijn beroepsmatig handelen.

- Schriftelijk verslag volgens STARR (t)


Voldoende

0

0

0

0

Niet voldoende

0

0

0

0




Bieden van zorg en ondersteuning

Deze opdracht voer je uit in de BPV. In deze opdracht ga je op methodische wijze zorg verlenen

aan 3 cliënten. Je stelt je op de hoogte van de zorgvraag van de cliënt en overlegt met de cliënt

over de zorg op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied dat past binnen de indicatie en/of

zorgvraag. Je richt je naast wonen en welzijn, op stoornissen, beperkingen en

functioneringsproblemen.

Daarnaast rapporteer je over de verleende zorg en evalueer je.

Deze BPV-opdracht betreft de onderstaande werkprocessen uit kerntaak 1: Bieden van zorg en



Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en

observeert

gezondheid en welbevinden

E Samenwerken en overleggen

F ethisch en integer handelen

J formuleren en rapporteren

R op de behoefte en


richten

Werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager C Begeleiden

D Aandacht en begrip tonen

R op de behoefte en


richten


Je kiest in overleg met je begeleider 3 cliënten met verschillende zorgvragen en verschillen in

zorgcomplexiteit. Je verleent minimaal 2 dagen zorg aan 1 cliënt.

Je bespreekt met je begeleider of je de opdracht eerst bij één cliënt uitvoert en daarna bij de

tweede, of dat je aan 3 cliënten tegelijk de zorg verleent.

Je leest eerst aandachtig het zorgleefplan, waardoor je een beeld krijgt van de cliënt(en).

Je overlegt met je begeleider welke zorg je gaat verlenen. Je maakt gebruik van protocollen en

werkt vanuit de visie van de BPV-instelling. De zorg heeft als uitgangspunt dat je de autonomie

van de cliënt bevordert en dat deze belevingsgericht is.

Resultaat

Drie cliënten hebben op een methodische wijze belevingsgerichte zorg ontvangen.

Bewijsstukken


- Schriftelijk verslag van de zorgverlening aan de 3 cliënten. Hierin worden beschreven:

anatomie/fysiologie, aandoening en verschijnselen, diagnosestelling, behandelwijze ,

psychosociale gevolgen en toekomstperspectief, de gevolgen voor de persoonlijke

verzorging, de gezondheid , het welbevinden en het toekomstperspectief van de cliënten.

- Uitgewerkte reflectievragen ter voorbereiding op de gedragsbeoordeling in de BPV.

- Schriftelijk verslag volgens STARR(t) waarin je reflecteert op je beroepsmatig handelen.

- Volledig ingevulde beoordelingslijst.


Beoordeling beroepspraktijkopdracht : Bieden van zorg en ondersteuning

Ter voorbereiding op de gedragsbeoordeling in de BPV vul je onderstaande reflectievragen in.

Invullen door deelnemer

Voorbereiding reflectie in de BPV

7. Ik motiveer en adviseer de cliënt in het maken van eigen keuzes en

het behouden van de eigen regie over situaties. Want dat laat ik

zien door …

8. Ik neem geen taken over van de cliënt die de cliënt nog zelf wil en

kan uitvoeren. Dat laat ik zien door….

9. Ik sluit aan bij de communicatiestijl en energie van de cliënt. Dit

doe ik door……….

10. Ik informeer naar de behoefte en verwachtingen van de cliënt en

maak heldere afspraken ter realisatie daarvan. Want dat laat ik zien

door….

11. Ik ondersteun de cliënt(en) bij de persoonlijke verzorging, rekening

houdend met stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen

en ziektebeelden, en heb hierbij vooral aandacht voor het welzijn

van de cliënt. Want dat laat ik zien door … …Geef voorbeelden.

12. Ik formuleer duidelijk. Want dat laat ik zien door….

13. Ik leg actief contact met naastbetrokkenen, collega’s en andere

zorgverleners bij de uitvoering van de zorg. Dit kun je zien aan…….

14. Ik werk vraaggericht, efficiënt, methodisch, kostenbewust,

milieubewust, hygiënisch en ergonomisch verantwoord. Dit kun je

zien aan………

15. Ik werk vanuit de beroepscode, visie en richtlijnen van de BPV-

instelling, en gebruik protocollen. Dit kun je zien aan…..

Voldoende

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Niet voldoende

0

0

0

0

0

0

0

0

0



Naam deelnemer:

OV- nummer:

Paraaf deelnemer

Naam BPV beoordelaar:

Functie beoordelaar:

Datum:

Handtekening beoordelaar

Naam mentor:

Datum:

Handtekening mentor

Invullen door de begeleider in de BPV

Gedragscriteria in de BPV: de deelnemer

1. Motiveert en adviseert de cliënt in het maken van eigen keuzes en

het behouden van de eigen regie over situaties.

2. Neemt geen taken over van de cliënt die de cliënt nog zelf wil en

kan uitvoeren.

3. Sluit aan bij de communicatiestijl en energie van de cliënt.

4. Informeert naar de behoefte en verwachtingen van de cliënt en

maakt heldere afspraken ter realisatie daarvan.

5. Ondersteunt de cliënt(en) op methodische wijze bij de persoonlijke

verzorging, rekening houdend met stoornissen, beperkingen,

functioneringsproblemen en ziektebeelden, en heeft hierbij vooral

aandacht voor het welzijn van de cliënt.

6. Formuleert duidelijk.

7. Legt actief contact met naastbetrokkenen, collega’s en andere

zorgverleners bij de uitvoering van de zorg.

8. Werkt vraaggericht, efficiënt, methodisch, kostenbewust,

milieubewust, hygiënisch en ergonomisch verantwoord.

9. Werkt vanuit de beroepscode, visie en richtlijnen van de BPV-

instelling, en gebruikt protocollen.


Voldoende

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Niet voldoende

0

0

0

0

0

0

0

0

0



Invullen door de mentor:

Beoordelingscriteria bewijsstukken:

De deelnemer

Beschrijft de zorgverlening aan 3 cliënten.

- Schriftelijk verslag van de zorgverlening aan de 3 cliënten. Hierin

wordt beschreven: anatomie/fysiologie, aandoening en

verschijnselen, diagnosestelling, behandelwijze , psychosociale

gevolgen en toekomstperspectief, de gevolgen voor de

persoonlijke verzorging, de gezondheid , het welbevinden en het

toekomstperspectief van de cliënten.

Reflecteert op haar/ zijn beroepsmatig handelen.

- Schriftelijk verslag volgens STARR(t)


Voldoende

0

0

Niet voldoende

0

0




Medicatie

1. Je gaat je oriënteren op de medicatie die gebruikt wordt door de cliënten in de praktijk. Je

inventariseert welke medicatie gebruikt wordt. Je maakt een medicijnwerkstuk.

2. Daarna ga je je bekwamen in het checken, registreren en distribueren van medicatie. En ga

je medicatie toedienen.

Het doel is dat je zelfstandig medicatie kan geven aan cliënten.

Deze BPV-opdracht betreft het onderstaande werkproces uit kerntaak 1 Bieden van zorg en



Werkproces 1.3: Voert verpleegtechnische handelingen uit. K vakdeskundigheid toepassen

L materialen en middelen

inzetten

T instructies en procedures

opvolgen


Inventariseer bij de groep cliënten waar jij stage loopt welke medicijnen de cliënten gebruiken.

Waar deze medicijnen voor dienen, welke dosering en welke toedieningswijze. Verwerk deze

gegevens in het medicijnwerkstuk.

Oriënteer je op het checken, registreren en distribueren van medicatie bij jou in de praktijk.

Verwerk deze gegevens ook in het medicijnwerkstuk.

Kies voor het tweede deel van de opdracht 6 cliënten uit bij wie je medicatie gaat toedienen. Doe

dit in overleg met je begeleider. Zorg ervoor dat je 4 manieren van toedienen van medicatie kunt

toepassen.

Resultaat

Je kunt zelfstandig medicatie geven aan cliënten.

Bewijsstukken


- Het medicijnwerkstuk

- De afgetekende opdracht medicatie checken, registreren en distribueren

- De afgetekende opdrachten medicatie toedienen (4 toedieningswijzen)


Richtlijnen voor het medicijnwerkstuk.

Verwerk in je werkstuk de volgende vragen. Maak van elke vraag een hoofdstuk in je werkstuk.

Laat je werkstuk op waarheid goedkeuren in de praktijk. Lever je werkstuk in bij je mentor. Deze

zal je werkstuk beoordelen volgens de beoordelingscriteria.

1. Het medicatieproces verloopt als volgt:

1 voorschrijven medicatie; dit gebeurt op recept;

2 klaarmaken en afleveren medicatie door de apotheek;

3 afspraken maken met de cliënt over welke ondersteuning hij nodig heeft bij

medicijninname en –beheer;

4 uitzetten van de medicatie (medicatie delen);

5 aanreiken van de medicatie;

6 toedienen van de medicatie of inname van de medicatie door cliënt zelf;

7 registreren en aftekenen van de medicatie;

8 signaleren en rapporteren van bijwerkingen;

9 evaluatie van de behandeling;

Beschrijf voor elke stap welke discipline dit doet en wat dan precies de taak hierbij is.

2. Beschrijf hoe het medicijn distributiesysteem op jouw stage werkt. (bv baxtersysteem) Leg dit uit. Wat gebeurt er met medicatie die niet in het distributiesysteem past (insulinepen, zalven enz.)? En met zo nodig medicatie? Hoe gaat dit bij opiaten?

3. Wie is er verantwoordelijk voor het delen van de medicijnen?

Waar moet je op letten bij het aanreiken van de medicatie? (o.a. de regel van 5)

Moet je controleren op inname van de medicatie door de cliënt?

Mag je medicatie ook laten innemen met bv een lepeltje appelmoes, of pap, of een slokje

koffie?

Mag je alle medicatie fijnmalen voor toedienen?

Mag je medicatie ‘verborgen’ geven aan cliënten? (bv in de pap) Dus zonder dat de cliënt

weet dat hij het medicijn krijgt?

Hoe kun je voorkomen dat je fouten maakt bij het aanreiken van de medicatie?

Hoe moet je handelen als er toch een fout gemaakt wordt?

4. Op welke manier wordt bij jouw BPV-plek de medicatie geregistreerd en afgetekend? Wat moet je doen als je merkt dat de medicatie niet gegeven is, of niet afgetekend is?


5. Je kunt medicatie indelen in verschillende groepen medicijnen.

Beschrijf de algemene werking van elke groep medicijnen (bijvoorbeeld: analgetica zijn pijnbestrijdende middelen);

Anti-microbiele middelen Antihypertensiva Antirheumatica Anticoagulantia Anti-emetica Antacida Analgetica Anti-epileptica Antipsychotica Antidepressiva

Anxiolytica Antidiabetica Dermatologica Diuretica Hypnotica Laxantia Middelen tegen de ziekte van Parkinson Middelen Astma/COPD Suppletiepreparaten

6. Je hebt geïnventariseerd welke medicatie er op jouw stageplek wordt gebruikt. Deel deze medicijnen in bij de hierboven genoemde groepen. Zorg dat je tenminste 10 groepen hebt. Bij minder dan 10 groepen overleg je met je begeleider welke overige groepen je kiest en welke 2 voorbeeldmedicijnen je hiervan uitwerkt. Geef van deze 10 groepen medicijnen een uitwerking op de onderstaande vragen.

- Geef bij elke groep twee voorbeelden van een medicijn (gebruik de voorbeelden die je in de BPV tegen komt); (fabrieksnaam en/of generieke naam). In welke dosering en welke toedieningswijze wordt dit medicijn op jouw stageplek gebruikt?

- Geef bij ieder voorbeeld kort de werking aan en wat de meest voorkomende bijwerkingen zijn.

Checklist medicijnwerkstuk voor de deelnemer

o Ik heb beschreven welke disciplines betrokken zijn bij elke stap in het medicatieproces en welke taak zij hebben.

o Ik heb het distributiesysteem op de juiste wijze beschreven. o Ik heb alle aspecten juist beschreven bij het delen en aanreiken van de medicatie.

o Ik heb het registreren en aftekenen van medicatie juist beschreven .

o Ik heb de werking algemeen beschreven van de verschillende groepen medicatie.

o Ik heb per groep 2 medicijnen beschreven en hun dosering en toedieningswijze juist weergegeven.

o Ik heb per medicijn de werking en de meest voorkomende bijwerking beschreven.


Beoordeling medicijnwerkstuk

Naam deelnemer:

OV- nummer:

Paraaf deelnemer

Beoordeeld op waarheid

Naam BPV begeleider:

Datum:

Handtekening begeleider indien het werkstuk naar waarheid is gemaakt

Naam mentor:

Datum:

Handtekening mentor

Cijfer:

Beooordelingscriteria door de docent op school De deelnemer

6. heeft beschreven welke disciplines betrokken zijn bij elke stap in het medicatieproces en welke taak zij hebben.

7. heeft het distributiesysteem op de juiste wijze beschreven.

8. heeft alle aspecten juist beschreven bij het delen en aanreiken van de medicatie.

9. heeft het registreren en aftekenen van medicatie juist beschreven .

10. heeft de werking algemeen beschreven van de verschillende groepen medicatie.

11. heeft per groep 2 medicijnen beschreven en hun dosering en toedieningswijze juist weergegeven.

12. heeft per medicijn de werking en de meest voorkomende bijwerking

beschreven.

Onvol-doende (0p)

0

0 0

0

0 0

0

Voldoende (1p)

0

0 0

0

0 0

0

Goed (2p)

0

0 0

0

0 0

0

Cesuur:

14 punten = cijfer 10

12 + 13 punten = 9

10 + 11 punten = 8

8 + 9 punten = 7

7 punten = 6

6 punten = 5

5 punten = 4

4 punten = 3

3 punten = 2 2 + 1 punten = 1


Richtlijnen voor de medicatieopdracht deel 2

- Kies voor het tweede deel van de opdracht 6 cliënten uit bij wie je medicatie mag gaan

toedienen. Doe dit in overleg met je begeleider. Zorg ervoor dat je 4 verschillende manieren

van toedienen van medicatie kunt toepassen.

- Verdiep je in de medicatie van deze 6 cliënten. Je weet welke medicatie de cliënt krijgt.

Waarom de cliënt deze medicatie nodig heeft. Wat de dosering en de toedieningswijze is.

Zorg dat je weet hoe je de medicatie checkt, registreert, distribueert en zo nodig de inname

controleert.

- Oefen de toediening van medicatie op 4 verschillende manieren. Hierbij is de orale

toedieningswijze verplicht. Kies daarnaast nog 3 toedieningswijzen uit deze 5:

rectaal

vaginaal

via de huid

via de luchtwegen

via de slijmvliezen.

Voer 3 keer onder begeleiding alle 4 toedieningswijzen uit. Reflecteer op elke handeling

met je begeleider. Wat ging goed en wat kan nog beter? Wat moet je nog leren? Gebruik

hiervoor de formulieren.

Daarna kun je de vaardigheden laten beoordelen in de praktijk door je begeleider. Hiertoe

vult je begeleider het beoordelingsformulier in.

- Laat de behaalde vaardigheden aftekenen op de vaardighedenlijst door je begeleider in de

praktijk.

Opdracht in schema

Kies 6 cliënten zoek de gebruikte medicatie uit

Kies 4 toedieningswijzen

oraal (verplicht) 3 x oefenen 1x beoordelen aftekenen vaardighedenlijst

rectaal en reflecteren

Vaginaal 3 x oefenen 1 x beoordelen aftekenen vaardighedenlijst

via de huid 3 x oefenen 1 x beoordelen aftekenen vaardighedenlijst

via de luchtwegen 3 x oefenen 1 x beoordelen aftekenen vaardighedenlijst

via de slijmvliezen en reflecteren

Medicijnen checken, registreren en 3 x combineren 1 x beoordelen aftekenen vaardighedenlijst

distribueren combineren met oefenen

toedieningswijzen


Reflectie op je handelen. Uitwerken door de deelnemer.

- Medicijnen checken, registreren en distribueren, zo nodig controle op inname (volgens verpleegplan).

- Medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen of via de slijmvliezen.

1. Hoe heb ik laten zien dat ik professioneel gewerkt heb?

2. Ik heb goed de berekening gedaan. Ik voeg de berekening toe. (Alleen indien van toepassing.)

3. Ik heb de vaardigheid op de juiste wijze uitgevoerd. Wat ging goed en waar moet ik nog aan werken? Ik kan (middels 2 argumenten) aangeven waarom ik zo gehandeld heb.

4. Ik heb de effecten van mijn handelen geobserveerd, doordat ik…. Ik heb nagedacht of ik de effecten moest rapporteren en ik kan aangeven waarom ik wel of niet

rapporteer.

5. Ik wist welke materialen ik moest gebruiken en heb deze op de juiste manier gebruikt. Beschrijf welke materialen en wat de aandachtspunten zijn voor het juiste gebruik.

6. Ik heb de juiste protocollen opgezocht: protocollen bijvoegen.

7. Ik heb nagezocht welke voorschriften er gelden op de afdeling. Beschrijf de voorschriften.

8. Ik heb methodisch gewerkt: dit blijkt uit….

9. Ik heb rekening gehouden met de hygiëne en veiligheidsregels. Dit heb ik gedaan door….

10. Ik heb ergonomisch gewerkt. Dit blijkt uit…… Ik heb gezorgd voor mijn eigen veiligheid. Dit blijkt uit ……


Beoordelingsformulier invullen door de begeleider in de praktijk

Medicijnen checken, registreren en distribueren, zo nodig controle op inname (volgens

verpleegplan)

Opdracht: Je voert de verpleegtechnische vaardigheden uit rekening houdend met de specifieke kenmerken van de zorgvrager in de specifieke kenmerken / context van de branche en volgens de officiële protocollen/procedures van de instelling.

b. Beoordelingscriteria:

De deelnemer heeft…

Voldoende/

onvoldoende

K

Vakdeskundigheid

toepassen

1. …een professionele attitude getoond: rekening gehouden met de wensen, gewoonten, behoeften, normen en waarden, mogelijke angst en onzekerheid van de zorgvrager.

…

2. …vlotte en accurate rekenvaardigheden getoond * (alleen beoordelen indien van toepassing)

…

3. …de vaardigheid op verantwoorde en juiste wijze uitgevoerd.

…

4. …de effecten van de vaardigheid geobserveerd en zonodig gerapporteerd.

…

L

Materialen en

middelen inzetten

5. …de geschikte materialen gekozen en is er zorgvuldig mee om gegaan.

…

6. …materialen en middelen op de juiste manier (efficiënt en

effectief) ingezet bij de uitvoering van de vaardigheid.

…

T

Instructies en

procedures

opvolgen

7. …gewerkt volgens voorgeschreven protocollen en voorschriften

van de afdeling.

…

8. …methodisch gewerkt: voorbereiden uitvoeren, observeren, rapporteren en evalueren.

…

9. …gewerkt volgens hygiëne- en veiligheidsregels en –voorschriften.

…

10. …ergonomisch gewerkt t.a.v. eigen veiligheid.

…

Beoordeling: Elk beoordelingscriterium dient minimaal met voldoende beoordeeld te zijn.

* Rekenvaardigheden alleen indien van toepassing.

Naam beoordelaar in de praktijk:

Datum:

Handtekening:

Instelling en afdeling:

Mentor : Datum:

Handtekening

Eindbeoordeling:

Naam deelnemer: OV nummer:



Medicijnen toedienen: oraal.


b. Beoordelingscriteria: De deelnemer heeft…

Voldoende/ onvoldoende

K Vakdeskundigheid toepassen


…


…


…


…

L Materialen en middelen inzetten


…

6. …materialen en middelen op de juiste manier (efficiënt en effectief) ingezet bij de uitvoering van de vaardigheid.

…

T Instructies en procedures opvolgen

7. …gewerkt volgens voorgeschreven protocollen en voorschriften van de afdeling.

…

8. …methodisch gewerkt: voorbereiden uitvoeren, observeren,

rapporteren en evalueren.

…

9. …gewerkt volgens hygiëne- en veiligheidsregels en –

voorschriften.

…


…



Naam beoordelaar in de praktijk:

Datum:

Handtekening:

Instelling en afdeling:

Mentor : Datum:

Handtekening

Eindbeoordeling:




Medicijnen toedienen: rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen of via de slijmvliezen*. * omcirkel de toegepaste toedieningswijze






…


…


…


…


5. …de geschikte materialen gekozen en is er zorgvuldig mee om

gegaan.

…


…



…


…


voorschriften.

…


…



Naam beoordelaar in de praktijk: Datum: Handtekening: Instelling en afdeling:

Mentor : Datum:

Handtekening

Eindbeoordeling:




Medicijnen toedienen: rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen of via de slijmvliezen*.

* omcirkel de toegepaste toedieningswijze






…


…


…


…



…


…



…


…


voorschriften.

…


…

Beoordeling: Elk beoordelingscriterium dient minimaal met voldoende beoordeeld te zijn. * Rekenvaardigheden alleen indien van toepassing.


Mentor :

Datum: Handtekening

Eindbeoordeling:




Medicijnen toedienen: rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen of via de slijmvliezen*.

* omcirkel de toegepaste toedieningswijze






…


…


…


…



…


…



…


…


voorschriften.

…


…

Beoordeling: Elk beoordelingscriterium dient minimaal met voldoende beoordeeld te zijn. * Rekenvaardigheden alleen indien van toepassing.


Mentor :

Datum: Handtekening

Eindbeoordeling:



De presentielijst van de deelnemer

Naam deelnemer:

Naam begeleider:

Stageplaats:

Op deze presentielijst vul je de stagedagen in en je laat deze aftekenen door de praktijkbegeleider.

Gemiste dagen, bijv. als gevolg van ziekte, worden ingehaald in overleg met de praktijkbiedende

organisatie. De inhaaldata worden ingevuld op onderstaand formulier.

DATUM paraaf praktijk-

begeleider

½ dag (4 uur)

paraaf praktijk-

begeleider

1 dag (8 uur)

DATUM paraaf praktijk-

begeleider

½ dag (4 uur)

paraaf praktijk-

begeleider

1 dag (8 uur)

subtotaal: Totaal:

Periode … Handtekening deelnemer:

Invullen door mentor:

Besproken tijdens vaststelgesprek dd ……/……/…

Dit formulier wordt bewaard in je portfolio

Documents

Handboek Beroepspraktijkvorming (BPV) - Horizon College · 2016-08-29 · bellen, sms’en, whats app, twitteren, facebook, gamen of muziek luisteren op je mp3-speler onder werktijd