78
Handboek BPV Inhoudsopgave Omschrijving begrippen Visie en beleid Organisatie bpv Van bedrijf naar leerbedrijf Inhoud bpv Kwaliteitszorg Bijlagen A B C D E F G H

Handboek BPV

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Handboek BPV

Handboek BPV

Inhoudsopgave

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

A

B

C

D

E

F

G

H

Page 2: Handboek BPV

A. Omschrijving begrippen 3 1. Beroepspraktijkvorming (bpv) 3 2. Student (BOL/BBL) 3 3. Praktijkopleider 4 4. De werkbegeleider 4 5. Bpv-docent 4 6. Bpv-coördinator 4 7. Bpv-bureau 5 8. Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 5 9. Bpv-portal 6 10. Proeve van Bekwaamheid 7 11. Portfolio 7

B. Visie en beleid 8 1. Visie op bpv van ROC van Twente 8 Wat verstaat ROC van Twente onder ‘bpv’? 8 Organisatie 8 Informatie & Communicatie 9 Faciliteiten 9 Inhoud 9 Begeleiding 9 Leerwerkplan 10 Reflectie 10 Evaluatie 10 Kwaliteitszorg 10 2. Bpv-beleidsplan 11 C. Organisatie bpv 12 1. Omvang bpv in de opleiding 12 2. Het bpv-model 13 Blokstage 13 Praktijkleren 14 Bijzondere activiteiten 14 Lintstage 15 Combinatie blok- en lintstage 16 Roulerende stage 16 Estafettestage 16 3. Begeleidingsstructuur 17 Model A : bpv-docent gekoppeld aan student 17 Model B: bpv-docent gekoppeld

aan leerbedrijf 17 4. Rollen, taken en verantwoordelijkheden binnen de bpv 18 Rol management MBO College 18 Rol en taak bpv-docent 19 Rol en taak bpv-coördinator 21 Rol en taak praktijkopleider 22 Rol en taak werkbegeleider 23 Rol en taak beoordelaar 24 Rol en taak KBB / opleidingsadviseur 26 5. Communicatie en informatie 27 Bereikbaarheid 27 Voorlichting studenten 27 Voorlichting leerbedrijven 28 Bpv-gids 28 Bedrijfsbezoeken 29 Tips voor goede communicatie met leerbedrijven 29 6. Faciliteiten 30 7. Begeleidingsuren BPV 32 D. Van bedrijf naar leerbedrijf 35 1. Werving 35 2. Accreditatie 36 De keuring 36 3. Inventarisatie leermogelijkheden 37 4. Vergoedingen en verzekeringen 38 BBL 38 Afdrachtverminderingloonheffing 38 bij leerbedrijf 38 Stagevergoeding BOL student 38 Verzekering van de student 39 5. Afspraken op beleidsniveau 40 6. Praktijkovereenkomst (POK) 41 7. Overlegstructuur 42 8. Onderwijsinhoudelijke afstemming 43 9. Onderhouden van de relatie 44 10. Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB) 46

E Inhoud BPV 47 1. Planning en voorbereiding 47 Matchen 47 Voorbereiding bpv voor leerbedrijven? 47 Voorbereiding bpv voor studenten? 48 Veiligheid 48 Motivatie problemen 48 2. Begeleiding tijdens de bpv 49 Leerwerkplan 49 Coaching 49 Beschikbaarheid begeleiding op de werkplek 53 Begeleiding werkbegeleider en praktijkopleider 54 Opbouw portfolio 54 Praktijkopdrachten 55 Reflectie 56 3. Beoordeling 58 Praktijkopleider als beoordelaar 59 4. Examinering in de praktijk 60 F Kwaliteitszorg 61 1. Bereikbaarheid 61 2. Klankbordgroepen 62 Klankbordgroep leerbedrijven / c.q. werkveldcommissie 62 Studentenraad 62 Tevredenheidsmeting 63 3. Scholing medewerkers 64 Docentstage 64 Professionalisering praktijkopleider 65 Docent als coach 66 4. PDCA-cyclus 68 G Bijlagen 69 Bijlage 1: standaard praktijkovereenkomst 69 Bijlage2:voorbeeldcompetentieprofiel van de werkbegeleider 70 Bijlage 3: statuskaart beroepspraktijkvorming 78

2

Page 3: Handboek BPV

1. Beroepspraktijkvorming (bpv)Bpv is de afkorting van de Beroeps Praktijk Vorming. Vroeger werd dit stage genoemd. De term bpv is spe-cifiekvoorhetMBO,integenstellingtotdetermstage,dieo.a.inhetvoortgezetonderwijsgebruiktwordt.De bpv-periode is de nieuwe naam van de stageperiode. Het stagebureau heet tegenwoordig het bpv-bureau. De bpv is een vorm van gepland en bewust leren van een student in een geaccrediteerd leerbedrijf en in een authentieke arbeidssituatie gericht op het verwerven van beroepsrelevante competenties. Het leren in de bpv wordt, naarmate de opleiding vordert, in toenemende mate gestuurd door de student zelf maar ook het bedrijf en de school sturen via keuzemogelijkheden en gestelde eisen mee. De ultieme kwaliteitsindicator van de bpv is de mate waarin studenten competenties verwerven.

2. Student (BOL/BBL)De student is de persoon die de beroepsopleiding volgt, hetzij via de BOL leerweg hetzij via de BBL. De BOL-student volgt een voltijd opleiding waarbij de omvang van de beroepspraktijkvorming tussen de twintig en zestig procent ligt. (zie voor recente info: Wet Educatie Beroepsonderwijs, hoofdstuk 7, Artikel 7.2.2.). De BBL-student volgt een deeltijd opleiding, meestal in combinatie met een baan. Echter, in sommige gevallen is een BBL-opleiding in combinatie met onbetaald werk of uitkering ook mogelijk. De BBL- student krijgt van zijn werkgever de gelegenheid de opdrachten voor de opleiding tijdens werktijd uit te voeren.

AOmschrijving begrippen

Inhoudsopgave

3

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 4: Handboek BPV

3. PraktijkopleiderDe werknemer die in het leerbedrijf verantwoordelijk is gesteld voor begeleiding en opleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. Vaak is de praktijkopleider medebeoordelaar van de student bij de eind-beoordeling.

4. WerkbegeleiderDe werkbegeleider is de directe begeleider van de student op het werk. Dit wordt doorgaans gedaan naast het normale werk. De werkbegeleider is verantwoordelijk voor het dagelijkse leren, begeleiden en beoordelen van de student en legt verantwoording af aan de praktijkopleider. (zie ook: Rol en taak werkbegeleider)

5. Bpv-docentDe bpv-docent begeleidt de student tijdens de bpv vanuit de school. Hij onderhoudt hiertoe voortdurend con-tact met het leerbedrijf, in het bijzonder met de praktijkopleider. Hij bezoekt regelmatig het leerbedrijf en is voor de praktijkopleider het aanspreekpunt bij vragen of problemen tijdens de beroepspraktijkvorming van de student. De bpv-docent praat tijdens het bezoek zowel met de student als met de praktijkopleider. Bovendien draagt hij mede zorg voor een vlotte en correcte afhandeling van praktijkovereenkomsten en beoordelingsfor-mulieren (zie ook: Rol en taak bpv-docent).

6. Bpv-coördinator De bpv-coördinator is de spin in het web binnen de opleiding voor wat betreft de organisatie van de bpv en afstemming met het werkveld. Het bpv-bureau is de werkplek van de bpv-coördinator. (zie ook: Rol en taak bpv-coördinator)

Inhoudsopgave

4

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 5: Handboek BPV

7. Bpv-bureauHet bpv-bureau verwerkt de studentgegevens en de gegevens van de leerbedrijven in een centraal regis-tratiesysteem. Het bureau zorgt voor het plaatsen van studenten in de bpv en het regelen van de praktijk-overeenkomsten (POK). Medewerkers van het bpv-bureau zoeken en werven leerbedrijven en onderhou-den contacten met leerbedrijven. De opleiding is in alle gevallen verantwoordelijk voor het vinden van een ge-schikte bpv-plek voor studenten. Men kan studenten vragen zelf een plaats te zoeken, maar dat ontheft de opleiding niet van haar verantwoordelijkheid. Vooral bij grotere opleidingen is het handig om een bpv-bureau op te zetten. 8. Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven KBB staat voor Kenniscentra Beroepsonderwijs Be-drijfsleven. Dit zijn overkoepelende organisaties van verschillende bedrijfsbranches. Het bestuur van de KBB bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en het beroepsonderwijs. KBB regelt de accreditatie van leerbedrijven en zorgt voor een toe-reikend aantal leerbedrijven van voldoende kwaliteit. Ook regelt het kenniscentrum de totstandkoming van dekwalificatiedossiersenzorgtzijervoordathetbe-drijfleven voldoende inbreng heeft in de totstandko-ming ervan.Inhoudsopgave

5

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 6: Handboek BPV

9. Bpv-portalDe bpv-portal van het ROC van Twente is een web-based faciliteit voor de beroepspraktijkvorming (bpv). Hierbij wordt gebruik gemaakt van een beveiligde en besloten internettoegang voor het drietal betrokkenen bij de bpv (de student, de bpv-docent op school en de praktijkopleider in het leerbedrijf). De portal biedt mo-gelijkheden voor communicatie informatievoorziening kennisdeling en samenwerken begeleiding

De bpv-portal is vooral bedoeld ter bevordering van het logistieke proces van de beroepspraktijkvorming. Denk hierbij aan: het verschaffen van informatie die uniform en up-to-date is; de vastlegging van resultaten, zoals verslagen en beoordelingsformulieren; het plannen van de persoonlijke contacten; het onderhouden van mailcontact; overdracht van resultaten bij meerdere bpv-periodes of bij wisseling van docent.

Als basis voor de portal wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving(ELO). Het ROC van Twente heeft als standaard ELO: [email protected] behoeve van de bpv-portal kan N@tschool op maat gemaakt worden. De opleiding kan zelf aangeven aan welke functies men behoefte heeft en tot welke informatie (proeven, gemaakte opdrachten van student, leermiddelen, roosters etc.) de leerbedrijven toegang zouden moeten krijgen. Het ligt in de bedoeling om op termijn een bpv-portal in Plaza in te richten, maar tot op heden (december 2010) zijn daarvoor geen mensen en middelen beschikbaar gesteld.

Inhoudsopgave

6

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 7: Handboek BPV

10. Proeve van BekwaamheidEen beoordelingsvorm waarbij de student de op-dracht krijgt in een afgebakende vooraf afgesproken periode in een contextrijke situatie een set van sa-menhangende beroepsactiviteiten uit te voeren. In de contextrijke situatie doen zich de dilemma’s van het beroep voor.

11. PortfolioEen portfolio kan verschillende functies en vormen hebben. Het is niet handig om meerdere functies in een portfolio samen te brengen omdat de functies lastig te verenigen zijn. Een portfolio kan in papie-ren of digitale vorm (bijvoorbeeld binnen N@tschool) worden opgebouwd en is altijd eigendom van de stu-dent. Een portfolio kan de volgende functies hebben: Ontwikkelingsgericht portfolio welk voornemens

(plannen) en de reflectie daarop (evaluatie en ver-antwoording) bevat.

Beoordelingsportfolio waarmee de student aan-toont te beschikken over een bepaald competen-tieniveau. De student wordt op basis van de aan-geleverde stukken in het portfolio beoordeeld.

Een derde functie, die van Archief / Showcase wordt veel minder in het onderwijs gebruikt, maar wel door bijv. kunstenaars en artiesten. Hierin worden alle documenten die betrekking hebben op de competentieontwikkeling bewaard. De port-folio heeft dan een functie als archief en kan te-vens als showcase dienen.

Inhoudsopgave

7

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 8: Handboek BPV

BVisie en beleid

De bpv is bedoeld om leerervaringen in de praktijk op te doen. Het is bedoeld voor alle mbo studenten die voor hun diploma werkervaring moeten opdoen en willen leren in, en werken aan de voor de arbeidsmarkt vereiste vaardigheden.

1. Visie op bpv van het ROC van Twente

Wat verstaat het ROC van Twente onder ‘bpv’?De bpv (beroepspraktijkvorming) is een vorm van gepland en bewust leren van een student in een authentieke arbeidssituatie gericht op het verwerven van beroepsrelevante com-petenties. Het leren wordt, naarmate de opleiding vordert, in toenemende mate gestuurd door de student zelf maar ook het bedrijf en de school sturen via keuzemogelijkheden en gestelde eisen mee. Een kwalitatief hoogwaardige bpv is gericht op het leren handelen van studenten in situaties zoals die zich op de werkplek voordoen.

OrganisatieEen voorwaarde om bewust te leren op een werkplek is het verweven van opleiding en prak-tijk. De vanuit de opleiding aangestuurde inhoud moet worden verweven met de aangeboden leermogelijkheden op de werkplek. Het aan de bpv voorafgaande of begeleidende onderwijs is een factor die van invloed is op het leren in de bpv. Daarom dient het onderwijs erop gericht te zijn om de beroepspraktijkvorming zo goed mogelijk te ondersteunen. Dit geldt voor de aangeleerde kennis, houding en vaardigheden van de student, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het ROC zorgt voor afstemming van de inhoud van de bpv en houdt daarbij de wederzijdse belangen van de student en het leerbedrijf in het oog.

Inhoudsopgave

8

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 9: Handboek BPV

Informatie & CommunicatieHet succes van de bpv is afhankelijk van de communicatie en samenwerking tussen student, praktijkopleider (bedrijf) en bpv-docent (ROC). Het ROC van Twente streeft naar een intensieve com-municatie tussen deze drie pijlers.

FaciliteitenOm een succesvolle bpv te kunnen rea-liseren, dienen zowel opleiding als leer-bedrijf voldoende faciliteiten te bieden.

InhoudHet ROC van Twente ziet de beroeps-praktijkvorming als integraal onderdeel van de opleiding van elke beroepsbe-oefenaar. Binnen de opleiding is de be-roepspraktijk leidend. Het kwalificatie-dossier vormt het kader voor de inhoud van het leerproces in de beroepsprak-tijkvorming.

BegeleidingDe student heeft gedurende de gehele opleiding en daarmee ook tijdens de bpv recht op kwalitatief goede bege-leiding. De voortgang in leerprocessen van de student wordt vastgelegd door zowel praktijkopleiders (bedrijf) als bpv-docenten (ROC) zodat alle betrokken partijen hiervan op de hoogte zijn. De resultaten die de student binnen de bpv behaald, worden vastgelegd door de beoordelaars. Deze resultaten maken deel uit van de examinering.

Inhoudsopgave

9

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 10: Handboek BPV

LeerwerkplanStudenten, praktijkopleiders en bpv-docenten heb-ben ieder hun eigen verwachting van een bpv-periode. Voor een succesvolle bpv is een goede introductie en het benoemen van duidelijke leer-doelen in de bpv van groot belang. De taken in de bpv worden afgeleid van de leerdoelen en door de opleiding, in overleg met de student en het leerbe-drijf, vastgesteld.

Reflectie Reflectie op het eigen functioneren van de student is een belangrijk onderdeel van de bpv en wordt door zowel bpv-docent als praktijkopleider voortdu-rend gestimuleerd.

Evaluatie Binnen het ROC vindt evaluatie plaats op de vol-gende niveaus individuele student bpv / leerbedrijf opleiding

KwaliteitszorgEr vindt jaarlijks een terugkoppeling plaats tussen praktijk, onderwijs en student, met de intentie om meetbare verbeterpunten voor de bpv te formu-leren. De geformuleerde verbeterpunten worden opgenomen in de PDCA-cyclus van de opleiding.

Inhoudsopgave

10

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 11: Handboek BPV

2. Bpv-beleidsplan

In een bpv-beleidsplan wordt de vorm van opleiden binnen het leer-bedrijf in beeld gebracht. Hoe is het opleiden ingebed in de totale organisatie? Waaraan moet de organisatie voldoen om studenten en medewerkers op te kunnen leiden? In dit beleidsplan worden de doelen, randvoorwaarden en beschikbare middelen vastgelegd. Probeer als opleiding of in samenwerking met het leerbedrijf een bpv-beleidsplan op te stellen. Bij het vaststellen van het bpv-be-leidsplan kunt u gebruik maken van de ‘Statuskaart BPV’ om de actiepunten, die deel uitmaken van het op te stellen beleid, in kaart te brengen (zie bijlage: 3).Het beleidsplan is ook van belang met betrekking tot de erkenning en kwaliteitseisen ten aanzien van opleidingsplaatsen bij het leerbe-drijf. Deze erkenning wordt afgegeven door de het kenniscentrum. De meeste kenniscentra hebben criteria ontwikkeld waaraan het bpv-beleidsplan dient te voldoen.Aan de hand van het bpv-beleid moet voor management en me-dewerkers duidelijk worden hoe de beroepspraktijkvorming binnen de leerbedrijven georganiseerd wordt en hoe de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming wordt bevorderd en bewaakt.

Vaak zullen leerbedrijven hun eigen opleidingsbeleid al geformu-leerd hebben. Dan kan het bpv-beleid hier deel van gaan uitmaken of hierop aansluiten. Als opleiding is het streven te komen tot een gezamenlijke visie en een gezamenlijk bpv-beleid, van leerbedrijf én opleiding.

Wanneer er bij de formulering van bpv-beleid sprake is van afstem-ming op strategisch niveau zal er, zeker als het om grotere werkge-vers gaat, meer zekerheid en continuïteit gewaarborgd zijn bij het creëren van leerwerkplekken.

Door samenwerkingsverbanden tussen werkgevers te creëren, zo-als in de bouwsector veelal gebeurt, kan worden voorkomen dat er met talloze kleinere leerbedrijven moet worden overlegd. Afstem-ming met afgevaardigden van dit samenwerkingsverband is dan voldoende.

Inhoudsopgave

11

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 12: Handboek BPV

De inhoud en organisatie van de bpv wordt in samenspraak tussen school en bedrijf vorm gegeven op basis vanhetonderliggendekwalificatiedossier.DeBPV Toolbox www.bpvtoolbox.nl) bevat een groot aantal bron-nen over het onderwerp werkplekleren, die bij de organisatie van de bpv ingezet kunnen worden.

1. Omvang bpv in de opleiding

Bij het organiseren van de bpv in de opleiding moet allereerst rekening worden gehouden met de wettelijke bepalingen. Als de hogere leerjaren van niveau 3 en 4 opleidingen voornamelijk gevuld worden met bpv-uren, is het van belang daar voldoende onderwijstijd in de lagere leerjaren tegenover te zetten. Volgens de inspectie gaat het daar nogal eens verkeerd. Hoe vindt de berekening plaats van het in te zetten aantal uur bpv in de opleiding?

De bpv hoort tussen de 20% en 60% van de (gehele) BOL-opleiding uit te maken. In een BOL-opleiding dient men studenten jaarlijks minimaal 850 uur ‘begeleid werken’ (IIVIO: In Instellingstijd Verzorgd Onderwijsprogramma) aan te bieden. De bpv maakt deel uit van de uren ‘begeleid werken’. De maxi-male omvang van de bpv (over de gehele BOL-opleiding) wordt als volgt berekend: 59% van de uren begeleid werken (= minimaal 850 per jaar) x aantal jaar opleiding = maximale omvang bpv. Dit aantal uren kan naar eigen inzicht verdeeld worden over de gehele opleiding. Voorbeeld: Blok bpv - 4 jarige opleiding:

De BBL-opleiding bestaat uit minimaal 60% praktijk en kent wettelijk geen maximum. Binnen dit ROC is echter als norm vastgelegd dat de praktijk maximaal 80% van de gehele opleiding mag omvatten. De omvang van het onderwijs (incl. bpv) moet wettelijk bij de BBL minimaal 300 uur per jaar bedragen, om voor bekostiging in aanmerking te komen.

COrganisatie bpv

Leerjaar Aantal uur begeleid werken (IIVIO) per jaar BPV = Totaaljaar 1 850 10 x 32 uur = 320jaar 2 900 10 x 32 uur = 320jaar 3 1000 20 x 32 uur = 640jaar 4 1060 30 x 32 uur = 960

totaal: 3810 uur (lessen én bvp) 2240 (bpv)

59% van de bpv over de hele op-leiding

59 % van 3810 = 2247,92240 = minder dan 2247,9 dus: OK

Inhoudsopgave

12

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 13: Handboek BPV

De onderwijs inspectie controleert het aantal bpv-uren streng. Zij let er bijvoorbeeld op dat bij de berekening van het aantal uren bpv uitgegaan is van het werkelijke aantal uren per week en níet van werkweken van standaard 40 uur. De inspectie let er ook op of sommige stagiaires bijvoorbeeld een voltijd bpv-overeenkomst hebben, terwijl zij slechts in deeltijd bpv-activiteiten uitvoeren. Ook wanneer de bpv-periode in werkelijkheid korter duurt dan de periode waar de berekening vanuit gaat, kunt u problemen met de inspectie krijgen.

2. Het bpv-model

De vorm van de bpv is sterk bepalend voor de inrichting en het rooster van de gehele opleiding. Uiteraard worden de periodes waarin de bpv plaatsvindt afgestemd op de mogelijkheden en wensen van leerbedrijven en studenten. Er zijn verschillende bpv-modellen mogelijk, elk met zijn eigen voor- en nadelen. Door de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen, wordt het meest geschikte model bepaald.

Blokstage Ongeveer de helft van de BOL-opleidingen kent blokstages. Een blokstage is een aaneengesloten periode variërend van één of meer weken (doorgaans één periode) tot een jaar, waarin studenten naar een leerbedrijf gaan. Bij een blokstage is het handig om de bpv-blokken van verschillende opleidingsjaren tegen elkaar in te laten lopen. Dus het eerste jaar krijgt bpv in het tweede blok, terwijl het tweede jaar in het eerste blok bpv krijgt. Daarmee voorkomt u dat het meren- deel van het lesaanbod in hetzelfde blok valt en maakt u optimaal gebruik van de bpv plaatsen.

Het voordeel van de blokstage is dat studenten een goed beeld van de echte werk-zaamheden krijgen. De student wordt als het ware onderdeel van de organisatie. Een nadeel is dat studenten langere tijd niet op school zijn, wat roostertech-nisch lastig kan zijn en waardoor het veel lastiger is om tijdens de bpv het contact met de student goed te onderhou- den.

Inhoudsopgave

13

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 14: Handboek BPV

PraktijklerenEr bestaat een vorm van praktijkleren welke niet als formele bpv wordt uitgevoerd. Dat betekent dat het leren niet noodzakelijk gebeurt bij een erkend bpv-bedrijf en dat er geen praktijkovereenkomst (conform de WEB) aan ten grondslag ligt. Voor deze vorm van praktijkleren, is accreditatie niet noodzakelijk. Een andere naam voor deze vorm van praktijkleren is buitenschoolse beroeps oriëntatie (BBO).

Als elders in de opleiding aan de wettelijke vereisten met betrekking tot de bpv wordt voldaan (met name de minimale bpv-omvang in de opleiding), is dat formeel geen probleem. Praktijkleren moeten dan beschouwd worden als begeleide onderwijstijd van de instelling, wil ze meetellen voor de bepaling van het aantal uren daarvan. Praktijkleren vormt een bijzondere inrichting van de lessen. Belangrijk is vooral dat deze lessen worden uitgevoerd onder toezicht/regie van de onderwijsinstelling. Daar gelden dan echter wel andere voor-waardenvoordanvoordeofficiëlebpv.

Deofficiëlebpvvindtplaatsbijeengeaccrediteerdbpv-bedrijfdataanallerleieisenmoetvoldoen.Daarbijhoort dat het kan voldoen aan de opleidings- en vormingsdoelen van de opleiding en dat het in staat is ade-quate begeleiding te geven op deze terreinen. Onder die conditie kan de begeleiding van de opleiding een stuk minder zijn, want deze wordt in wezen overgenomen door het bedrijf.

Aanaldievoorwaardenwordtnietvoldaanbijpraktijklerenbuitendeofficiëlebpv.Daarbijisdekwaliteitvande begeleiding immers niet getoetst. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid voor die begeleiding volledig bij de opleiding zelf en gelden dezelfde eisen als voor andere vormen van zelfstandig leren. Begeleiding vanuit de opleiding moet herkenbaar toegewezen zijn aan de onderwijsactiviteiten en beschikbaar zijn als de deelnemer daar behoefte aan heeft. De inspectie heeft in de situatie waarin niet aan die voorwaarde werd voldaan, de praktijkuren niet als begeleide onderwijstijd meegerekend.

Bijzondere activiteiten Bijzondere activiteiten, zoals introductieweken, gastdocenten, praktijksimulaties binnen en buiten school, werkweken en excursies tellen mee voor de onderwijstijd, mits deze voldoen aan de criteria, maar niet voor de bpv.

Als met een programma inzichtelijk gemaakt wordt hoeveel uren feitelijk aan relevante activiteiten worden besteed, kunnen die uren meegenomen worden in de berekening. Als inzichtelijk maken niet mogelijk is, geldt een standaard lesweek als basis voor de berekening. Bij het ontbreken van een geschikt alternatief programma voor de achterblijvers, worden de uren niet meegeteld. Reis- en slaaptijden bij (buitenlandse) excursies/ bpv vallen buiten de berekening.

14

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

InhoudsopgaveH

A

B

C

D

E

F

G

Page 15: Handboek BPV

Lintstage Een lintstage is een vast onderdeel van het weekprogramma van de student (bijv. twee dagen per week) en betreft meestal een relatief lange periode. Lintstages zorgen voor continuïteit. Bij een lintstage kunt u uiteraard afwisselen in de dagen. Eer-stejaars krijgen bpv op maandag en dinsdag en tweedejaars op woensdag en donderdag. Ongeveer 30 procent van de BOL-opleidingen kent lintstages en 20 procent van de BOL-opleidingen kent een combinatie van lint- en blokstages.

Het argument voor een blok- of een lintstage is meestal dat het bedrijfsleven deze vorm van bpv op prijs stelt. Soms heeft men het wel eens anders geprobeerd, maar is men daar weer van terug gekomen. Advies is om bij het vormgeven van de oplei-ding vooraf bij de brancheorganisatie te informeren of er een duidelijke voorkeur binnen de branche bestaat. Uit onderzoek is reeds gebleken dat de meeste bedrijven de studenten het liefst 3 á 4 dagen in de week hebben en voor een iets langere periode van een paar maanden. Verder willen ondernemers de studenten graag het hele jaar beschikbaar hebben en niet al-leen tussen september en mei. Misschien dat een bpv in de zomer iets kan oplossen, mits goede begeleiding (zowel vanuit school als vanuit het leerbedrijf) gegarandeerd kan worden.

Een opleiding op niveau 1 of 2 is doorgaans meer gebaat bij een lintstage, omdat deze meer variatie biedt aan de studen-ten. Voor hen is een volledige week op school vaak erg lang. Daarnaast is het in een kortere opleiding handig als er niet te lang gewacht wordt met het verkrijgen van een goed beroeps-beeld. De student kan, door vroeg aan de bpv te beginnen, al snel beoordelen of hij de juiste opleiding gekozen heeft. Na-deel van een lintstage is dat het lastig te combineren is met een buitenlandse bpv.

Naast blok- en lintstages zijn er nog een paar andere vormen.

Inhoudsopgave

15

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 16: Handboek BPV

periode 1 periode 2 periode 3 periode 4 periode 5op stage groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5

lessen groep2, 3, 4 en 5

groep1, 3, 4 en 5

groep1, 2, 4 en 5

groep1, 2, 3 en 5

groep1, 2, 3 en 4

Inhoudsopgave

16

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

Combinatie blok- en lintstageDe combinatievorm van blok- en lintstage (alternerende stage) komt vooral voor in opleidingen waar de stu-denten in het hoogseizoen alle dagen en in de resterende tijd enkele dagen per week op bpv zijn.

Roulerende stage Het hele jaar kunnen studenten bij tourbeurt gebruik maken van dezelfde (bpv)adressen. Het aantal studen-ten dat in de klas aanwezig is, wordt hierdoor beperkt. Telkens is een groep studenten niet op school, maar uiteindelijk hebben alle studenten evenveel lessen genoten.

Estafettestage Een bijzondere vorm van blok- of lintstage waarbijdeenestudentdeandereaflost,zo-dat een plek bij een organisatie vrijwel perma-nent bezet is. Voorbeeld: verschillende studen-ten van dezelfde school bemensen gedurende éénjaardewekelijksefilmmiddagineenclubhuis.Verschil met roulerende stage is dat het hier slechts om een of enkele dagdelen gaat.

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 17: Handboek BPV

3. Begeleidingsstructuur

De begeleiding vanuit het ROC tijdens de bpv kan op verschillende manieren worden georganiseerd. Aan de onderwijsafdeling de keus om de bpv-docent te koppelen aan studenten óf aan leerbedrijven of voor een com-binatie hiervan te kiezen.

Model A : bpv-docent gekoppeld aan studentEen koppeling aan studenten, zoals meestal in de BOL gebeurt, heeft als voordeel dat de docent de student goedkent,enspecifiekkaninspelenopwensen,problemenenleerdoelenvandestudent.Indezestructuurgaat een grotere groep docenten op bpv-bezoek. Meestal heeft de bpv-coördinator geen begeleidende rol. Wanneer een intensieve begeleiding gewenst is, kan deze structuur voordelen hebben. Nadeel is dat de relatie tussen leerbedrijf en bpv-docent minder makkelijk tot stand komt en dat een leerbedrijf met meerdere docenten van een opleiding te maken kan krijgen.

Model B: bpv-docent gekoppeld aan leerbedrijfWanneer bpv-docenten of bpv-coördinatoren voor een langere periode gekoppeld worden aan leerbedrijven in plaats van aan studenten, heeft dat als voordeel dat de bpv-docent goed bekend is bij het leerbedrijf en de bedrijfscultuur en de leermogelijkheden kent. In deze structuur is het aantal bpv-docenten beperkt. Dit model heeft duidelijk voordelen voor het leerbedrijf. Het leerbedrijf heeft te maken met één begeleider, wat duidelijk-heid schept en goed is voor de onderlinge relatie. Hierdoor is afstemming makkelijker en is het leerbedrijf eerder bereid ook de wat moeilijker studenten op te nemen (om de bpv-docent tegemoet te komen). Wanneer er een tekort aan leerbedrijven is, of wanneer het leerbedrijf met meerdere opleidingen te maken heeft, kan dit

Model A: koppeling student aan docent

bpv-docent 1Leerbedrijf 1 - student 1Leerbedrijf 2 - student 2Leerbedrijf 3 - student 3

bpv-docent 2Leerbedrijf 4 - student 4Leerbedrijf 5 - student 5Leerbedrijf 6 - student 6

Model B: koppeling docent aan leerbedrijf

bpv-docent 1

Leerbedrijf 1 student 1 student 2 student 3

bpv-docent 2

Leerbedrijf 2 student 4 student 5 student 6

Door slimme constructies te kiezen is het vaak mogelijk om met minder middelen meer te realiseren. Zo kan een onderwijsinstelling bijvoorbeeld een docent ‘detacheren’ bij een leerbedrijf. Het voordeel hiervan is dat de laatste wordt ontlast qua begeleiding van studenten . Een aanwezigheid van één dag per vier tot zes weken blijkt in de praktijk al een behoorlijke winst op te leveren, mede doordat de docent zijn/ haar praktijkkennis up to date houdt.

Inhoudsopgave

17

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 18: Handboek BPV

4. Rollen, taken en verantwoordelijkheden binnen de bpv

Rol management MBO CollegeWanneer een bedrijf meerdere studenten wil plaatsen is het raadzaam om daar op strategisch niveau afspra-ken over te maken en een samenwerkingsverband aan te gaan. Wanneer het management niet in staat is daadwerkelijkrelatiesmetleerbedrijventeonderhouden,kaneenstaflidbenoemdworden,dieverantwoor-delijk is voor het opbouwen en onderhouden van relaties met de grootste werkgevers. Regel tegelijkertijd dat contacten met kleinere bedrijven niet blijven liggen.

Derolvanhetmanagement/hetstaflidrichtzichvooralop: het aanjagen/ stimuleren van de opleiding en daarmee van de bpv; het zorgen voor voldoende competente en toegewijde bpv-docenten voor de begeleiding van de student op bpv; het initiëren van evaluaties bpv door student, praktijkopleider en docent; hetkoppelenvanfunctioneringsgesprekkenaanfunctieprofielen(bpv)enevaluatieuitkomsten; deelname aan regionale overlegstructuren (zoals: werkveldcommissies, regionaal platform, klankbord-

groepen, brancheoverleg); het maken van afspraken met leerbedrijven op strategisch niveau; het onderhouden van relaties met leerbedrijven op managementniveau; het vaststellen van visie en beleidsdocumenten (zie ook pag. 9); het maken van afspraken omtrent de juiste randvoorwaarden waaraan een leerbedrijf zou moeten voldoen

om tot een goed leerwerktraject te komen; het verkrijgen van juiste een recente informatie om tijdig actie te kunnen ondernemen.

Een leerwerkplek inrichten betekent, dat er duidelijke afspraken gemaakt worden omtrent inzet, variëteit van werk en begeleiding. Wanneer op strategisch niveau geen afspraken worden gemaakt, zijn de juiste randvoor-waarden op de werkvloer niet gegarandeerd. Vraag daarom altijd of de gemaakte afspraken doorgespeeld worden naar de werkvloer. Bij het maken van afspraken op strategisch niveau over het plaatsen van een student, zou het belang nog eens benadrukt kunnen worden van: de feitelijke waardering van de kant van het management van het leerbedrijf voor wat de student heeft

geleerd (in de vorm van een materiële of immateriële beloning); het scheppen van een bedrijfscultuur, waarin leren als leuk wordt gezien, het stellen van vragen wordt

gestimuleerd, waar ruimte bestaat voor zelf-experimenten en waar fouten gemaakt mogen worden en be-spreekbaar zijn;

het beschikbaar stellen van een opleidingsaanbod op de werkplek; het verruimen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden van studenten (gericht op leren) op de werk-

plek; Het stimuleren van goede feedback door de bereidheid bij medewerkers te stimuleren en door de aanwe-

zigheid van ervaren collega’s en chefs als coaches en begeleiders te organiseren.

Inhoudsopgave

18

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 19: Handboek BPV

Rol en taak bpv-docent Eenvandehoofdfigurenindebegeleidingvandestudentisdebpv-docent.Welketakenpreciesonderdiensverantwoordelijkheidvallenenwatdehierbijbehorendecompetenties(profielschets)zijn,ishierbeschreven.Door de taken van de slb-docent en de bpv-docent te verenigen in een persoon, kunnen in de bpv opgedane ervaringen meegenomen worden in de slb-gesprekken.

A. Taken gericht op de student Student voorbereiden op de bpv-periode Het organiseren van en feedback geven op reflectie bewaken van de voortgang bewaken van de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het leerbedrijf Ondersteunen bij het uitvoeren van het leerwerkplan, proeven, opdrachten Begeleiden en volgen van het persoonlijk leerproces en het mogelijk verwijzen naar en informeren van

andere partijen bv. servicecentrum, docenten Voeren van begeleidingsgesprekken met de student op school en op de instelling Student ondersteunen bij het maken van de portfolio Verslagleggen, documenteren en archiveren van relevante informatie Student informeren gedurende de bpv Contacten onderhouden met reïntegratiebedrijven (BBL) Evalueren en beoordelen van de bpv

B. Taken gericht op het leerbedrijf Onderhouden van contact met de praktijkopleider/beoordelaar van de student en gezamenlijk voeren van

functionerings- en beoordelingsgesprekken Het leggen en onderhouden van contacten en het geven van relevante informatie aan de instelling Vervullen van een PR functie als representant van het ROC.

Inhoudsopgave

19

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 20: Handboek BPV

C. Taken gericht op het bpv-bureau Op de hoogte stellen van bpv-coördinator over ervaringen en nieuwe ontwikkelingen binnen bpv-instellingen Leveren van een actieve bijdrage aan beleid en ontwikkeling van de bpv. Bijwonen van overleg Op de hoogte stellen van bpv-resultaten en het aanleveren van relevante gegevens Advisering bij plaatsing van studenten

Benodigde kennis en vaardigheden van de bpv-docent Inzichthebbenindekwalificatieprofielenendedaarbijbehorendeopleidingsstructuur Behoeften van de student m.b.t. het leerproces en de daarbij behorende opleidingsstructuur kunnen

herkennen en invulling hieraan kunnen geven Student kunnen ondersteunen in het beheren van het portfolio Kennis en inzicht hebben in de proeven van bekwaamheid Kennis hebben van relevante werkvelden Communicatieve vaardigheden bezitten Probleemoplossend vermogen bezitten Diplomatiek kunnen handelen Over empathisch vermogen beschikken Over begeleidingsvaardigheden beschikken Kennis hebben van methodisch handelen Besluitvaardig en representatief zijn

Inhoudsopgave

20

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 21: Handboek BPV

Rol en taak bpv-coördinatorDe bpv-coördinator is speciaal belast met: het werven en uitzetten van bpv-plaatsen (in overleg met de opleidingen); het bijhouden van een bestand met bpv-contactpersonen en leerbedrijven; het, in nauw overleg met leerbedrijven, management en opleidingen, vormgeven van het bpv-beleid. de verantwoordelijkheid voor de voorlichting en het voorlichtingsmateriaal; de deelname aan het overleg van het bpv-bureau; de beoordeling van de bpv-aanvraag van de student; het toewijzen van studenten aan bpv-begeleiders; het onderhouden van bestaande contacten met leerbedrijven; het opbouwen van nieuwe contacten met bedrijven; het probleemoplossend optreden indien zich tussen betrokkenen problemen voordoen; het verzorgen van de administratie voortvloeiend uit de bpv-periode; het organiseren en plannen van de terugkomdagen en informeren van alle betrokkenen; het archiveren van documenten met betrekking tot gegevens van het bedrijf, de aanvraag bpv-goedkeuring

en de bpv-overeenkomst; het archiveren van bpv-verslagen en beoordelingen; het archiveren van informatie over potentiële leerbedrijven; het zorg dragen voor de praktijkovereenkomsten.

Inhoudsopgave

21

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 22: Handboek BPV

Rol en taak praktijkopleiderVan een praktijkopleider wordt verwacht dat hij/zij tijd heeft een medewerker of student te coachen en werk-zaamheden aan te bieden die bij zijn of haar opleiding passen. De praktijkopleider onderhoudt contact met de bpv-docent van het ROC over de vorderingen en prestaties. Daarnaast heeft de praktijkopleider aandacht voor de opleidingseisen en een integere omgang met de medewerker of student.Sommigekenniscentrahebbeneenkwalificatiedossierontwikkeldvoorde functievanpraktijkopleider. Het dossier van Calibris, geeft een voorbeeld hoe de functie inhoudelijk is vormgegeven.

De praktijkopleider: coördineert de beroepspraktijkvorming van de studenten (BOL) of studenten in opleiding (BBL). is verantwoordelijk voor de voortgang van de beroepspraktijkvorming van studenten. verzorgt de activiteiten die te maken hebben met de introductie, begeleiding en de beoordeling. beoordeelt en bespreekt de vorderingen die de studenten maken. schept voorwaarden voor de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming in de organisatie: introductie op de

werkplek, de begeleiding van studenten door begeleidings- en beoordelingsgesprekken, het zorgdragen voor de individuele bpv van de student en het overleg met de opleiding.

organiseert en coördineert in samenwerking met collega’s en werkbegeleiders de route van de studenten tijdens de beroepspraktijkvorming.

ontwikkelt werkplannen voor de bpv en begeleidt de uitvoering. ondersteunt, adviseert, informeert en coacht de werkbegeleiders bij de uitvoering van de beroepspraktijk-

vorming die aansluit op het opleidingsniveau van de student en de te behalen competenties van de betref-fende bpv-periode.

verzorgt mede de selectie van studenten. De opleidingscoördinator van het leerbedrijf beslist over de aan-name.

signaleert relevante ontwikkelingen en rapporteert hierover aan de opleidingscoördinator. ontwikkelt in samenwerking met de opleidingscoördinator en de werkbegeleider benaderingswijzen en

methodieken voor de bpv. levert een bijdrage aan kwaliteitsbewaking en beleidsontwikkeling van de bpv op organisatieniveau. bevordert de integratie tussen theorie en praktijk. verricht de aan de functie verbonden administratieve taken.

Inhoudsopgave

22

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 23: Handboek BPV

Rol en taak werkbegeleider Het taakgebied van de werkbegeleider omvat alle begeleidingsactiviteiten die plaatsvinden op de werkvloer. De werkgebegeleider: neemt bij problemen met de student of stagnatie van de bpv-opdracht, tijdig contact op met de praktijkop-

leider. stimuleert de student in het opstellen van persoonlijke leerdoelen en het zoeken naar oplossingen geeft instructies en controleert op vakinhoudelijke vaardigheden en werkindeling. adviseert de student op het gebied van werktempo, werkhouding, klantcontacten en sociale vaardigheden,

zonder hierbij dwingend of in een leidinggevende positie te treden. wordt in het begeleiden van de student aangestuurd, gecoacht en ondersteund door de praktijkopleider.

In bijlage 2iseenuitgebreidcompetentieprofielvandewerkbegeleideropgenomen.

Inhoudsopgave

23

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 24: Handboek BPV

Rol en taak beoordelaar De beoordelaar beoordeelt de proeve van bekwaamheid. Dit kunnen zijn: vanuit leerbedrijf: praktijkopleider / werkbegeleider vanuit het ROC: bpv-docent, vakdocent, bpv-coördinator.

Het verdient de voorkeur om de begeleiding en beoordeling door verschillende personen te laten uitvoeren. Dus liever niet de student laten beoordelen door de eigen SLB-er / coach/ mentor.

Rol Docenten kunnen als beoordelaars worden aangewezen door de Examencommissie voor het beoordelen van Proeven, zowel externe als interne. Het leerbedrijf is verantwoordelijk voor het benoemen van de eigen beoordelaar.

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden beoordelaarDe beoordelaar van het ROC is op aanwijzing van de Examencommissie verantwoordelijk voor een correcte afname en beoordeling van de examens in de beroepspraktijk. De beoordelaar heeft de proeve voor beoordelaars met goed gevolg afgesloten.

Taken beoordelaar proeven van bekwaamheid

Fase Taak

Planning en afnameBereidt de beoordeling voor.Observeert de uitvoering van het examen / de proeveopdracht.Vult het beoordelingsformulier in.

Beoordeling en uitslag Leidt de nabespreking en spreekt de beoordeling uit.Levert gegevens beoordeling aan bij de bpv-docent van de opleiding.Inhoudsopgave

24

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 25: Handboek BPV

Competenties van beoordelaars van proeven van bekwaamheid Deskundig

- Beschikt over vakinhoudelijke deskundigheid, opgebouwde ervaring in het vak. - Is in staat te beoordelen, op grond van de vakinhoudelijke kennis, met voldoende of onvoldoende.

Voorbeeldfunctie- Is een voorbeeld voor de student.- Is ontwikkelingsgericht.- Is in het werk wellevend en accuraat.- Vertoont een beroepshouding zoals men die ook van de student verwacht.

Communicatieve vaardigheden- Is sociaal en communicatief vaardig.- Is in staat goede feedback te geven.

Creatief en initiatiefrijk- Denkt mee in mogelijkheden om een proeve af te leggen.- Creëertsituatieswaarindestudentdeproevekanafleggen.- Ondersteunt bij het zoeken naar geschikte situaties.

Interveniëren- Ondersteunt de student gedurende een proeve.- Kan ondersteunen zonder de werkzaamheden over te nemen.- Kan passend onderbreken met het doel de student verder te helpen.

Betrouwbaar- Kan discreet en eerlijk omgaan met de beoordelingsresultaten.- Kan beoordelingsresultaten vertrouwelijk behandelen.

Bewust van kans op fouten - Kan fouten herkennen en erkennen.- Heefteengoedreflecterendvermogen.- Is kritisch, ook naar zichzelf toe.

Besluitvaardig- Kan met behulp van de eisen die aan de student gesteld worden, beslissingen nemen.- Is standvastig in het nemen van een besluit over de beoordeling.

Zelfvertrouwen- Kan duidelijk en standvastig de eigen standpunten en voorstellen formuleren en kan deze overdra-

gen aan anderen.- Maakt een zelfverzekerde indruk in zijn optreden.- Brengt standpunten en voorstellen met zelfvertrouwen naar voren.- Handhaaft zijn zelfverzekerde indruk ook bij weerstand tegen zijn standpunten.

In het Handboek Examinering vindt u een uitgebreide omschrijving van rollen en taken met betrekking tot het examenproces.

Inhoudsopgave

25

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 26: Handboek BPV

Rol en taak KBB / opleidingsadviseurTer ondersteuning van het ROC van Twente werft, erkent en registreert de opleidingsadviseur (ook wel consulent genoemd) van het KBB leerbedrijven voor studenten. Aan de hand van algemene criteria wordt de geschiktheid en bereidheid van bedrijven om studenten op te leiden geïnventariseerd en om-gezet in erkende leerplaatsen. Een opleidingsadviseur van het KBB is niet alleen de schakel tussen on-derwijsinstellingenenbedrijfsleven,maarondersteunthenook.Metnamebij‘specifiekedoelgroepen’,zoals moeilijk plaatsbare studenten, kan nauwe betrokkenheid van de opleidingsadviseur van een ken-niscentrum gewenst zijn. De opleidingsadviseur kan helpen bij het vinden van een geschikt leerbedrijf dat ervaring heeft met het opleiden van betreffende studenten, een veilige leeromgeving vormt en een competente praktijkopleider heeft. Het uitgangspunt is dat het kenniscentrum uitsluitend op verzoek van het leerbedrijf en/of de onderwijsinstelling betrokken is.

Inhoudsopgave

26

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 27: Handboek BPV

5. Communicatie en informatie

Om een goede communicatie te kunnen waarborgen liggen er bij leerbedrijf en opleiding schriftelijke afspraken waarin minimaal staat wie welke informatie wanneer moet hebben ten aanzien van: a) het leerwerkplanb) de studievoortgang van de student c) de beoordeling en de begeleidingd) de taken en verantwoordelijkheden van medewerkers ene) de evaluatiesDaarnaast worden er bij leerbedrijf en opleiding jaarlijks door medewerkers evaluatieformulieren inge-vuld over de kwaliteit van de communicatie en de informatievoorziening.

Bereikbaarheid Zorg ervoor dat medewerkers van de opleiding altijd goed bereikbaar zijn voor student en leerbedrijf. Stel procedures op waarmee een snelle en adequate reactie van bpv-docenten op telefoontjes of e-mail gegarandeerd wordt. Bereikbaarheid van de opleiding kan geregeld worden middels een portal, middels e-mail, (mobiele) telefoon en/of middels vaste aanspreekpunten. De onderwijsinstelling dient te zorgen voor de inrichting van een meldpunt, waar leerbedrijf of student terecht kan in geval van een klacht over de bpv. In de communicatie wordt dit meldpunt bekend gemaakt en wordt voor alle partijen aangegeven wat het meldpunt doet.

Voorlichting studenten Zorg voor goede voorlichting en voorbereiding voordat studenten op bpv gaan, of aan het begin van een BBL-opleiding. Zorg dat studenten weten wat ze te wachten staat, zodat valse verwachtingen en teleurstellingen worden voorkomen. IIn de voorlichting komen de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde: Voldoende informatie, passend bij de fase van de opleiding, om een keus te kunnen maken uit de verschillendeleerbedrijven(soortbedrijf,bedrijfscultuur,leermogelijkheden,benodigdekwalificaties,eisen aan zelfstandigheid, wensen van het bedrijf t.a.v. de student)

Rechten en plichten tijdens de bpv (tijd om aan opdrachten te werken, werktijden, overwerk, vakan-ties, stagevergoeding, verzekeringen, bij ziekte wat te doen, reistijd/-kostenvergoeding, etc.)

Wat er van de studenten verwacht wordt Hoe de dagelijkse praktijk eruit ziet; wat de student gaat doen Wat de student mag verwachten van de praktijkopleider/ docent Informatie over de bpv-opdrachten/ proeven van bekwaamheid en de beoordelingsprocedures, Hoe de begeleiding vanuit school en het contact geregeld wordt Hoe (indien relevant) de examinering in de praktijk plaats vindt.

Inhoudsopgave

27

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 28: Handboek BPV

Voorlichting leerbedrijven De bpv-coördinator is verantwoordelijk voor de voorlichting en het voorlichtingsmateriaal voor studenten én leerbedrijven. Uit onderzoek blijkt dat leerbedrijven zeer veel waardering hechten aan heldere infor-matie over de opleiding, over wat competentiegericht onderwijs inhoudt en over de vormgeving van het onderwijs. Het voorlichtingsmateriaal bedoeld voor leerbedrijven geeft daarom antwoord op vragen als: wat is competentiegericht onderwijs? wat wordt van een leerbedrijf verwacht? de beoogde samenwerking: hoe zijn de rollen en taken verdeeld? wat is de inhoud van de opleiding en de bpv? hoe ziet de methodiek van opleiden, leren in de bpv, toetsen en examineren eruit? wat is de beoogde inzet van het leerbedrijf? en wat is de inzet van de opleiding tijdens de bpv?

Het verstrekken van de juiste informatie voorkomt dat er onjuiste denkbeelden en valse verwachtingen ontstaan. Zorg altijd dat een leerbedrijf juist én tijdig wordt geïnformeerd. Tijdig wil meestal zeggen als het bedrijf benaderd wordt om als leerbedrijf te fungeren.

Bpv-gids ROC-deel Doel van de bpv-gids is om informatie over de bpv te verstrekken aan leerbedrijf en student. Deze infor-matie is bedoeld om de dagelijkse gang van zaken goed te laten verlopen. De bpv-gids bestaat uit een ROC-deel deel, waarin informatie staat die voor het gehele ROC geldt, en een opleidingsdeel, wat door de opleiding wordt ingevuld. Naast informatie kunnen ook de bpv-opdrachten worden opgenomen in de bpv-gids. In de bpv-gids ROC-deel worden de volgende onderwerpen behandeld: 1 Verplichte documenten 2 Informatiemetbetrekkingtotspecifiekedoelgroepen(asielzoekers,gehandicapten)3 Een aantal aspecten in de beroepspraktijkvorming 4 Kenniscentra5 Internationale bpvIn het algemene deel worden vragen beantwoord als: Waarom in de praktijk leren? Hoe komt de student aan een bpv-plaats? Student als student, of student als werknemer? Welke eisen stelt de school? Welke eisen stelt de praktijkbiedende organisatie? Wat zijn de rechten van de student? Aan welke regels moet de student zich houden? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Hoe kan ik de opleiding/ bpv-docent bereiken?

Inhoudsopgave

28

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 29: Handboek BPV

Bedrijfsbezoeken Een bedrijfsbezoek is een uitstekend middel om de relatie te onderhouden en om persoonlijke aandacht te geven aan de student. Een intensief contact tijdens de bpv toont betrokkenheid met student, die daardoor meergemotiveerdzalzijnvoordestudie.Daaromishetregelmatigafleggenvanbedrijfsbezoekenzekerwenselijk. Om regelmatig bij alle studenten op bedrijfsbezoek te gaan is zeer arbeids- en tijdsintensief. Maak daarom gebruik van alternatieven. Hoewel een bedrijfsbezoek zeer op prijs gesteld wordt, zijn stu-denten vooral gebaat bij regelmatig contact en aandacht. Contact kan in levende lijve worden onderhou-den, maar ook telefonisch, via e-mail, sms, msn of Hyves. Onderzoek wijst uit dat studenten ook deze laatste drie methodes zeer waarderen

Tips voor goede communicatie met leerbedrijven Werk structureel aan wederzijdse bekendheid, kennis en begrip tussen bpv-docenten en onderwijs-

instellingen enerzijds en praktijkopleiders en bedrijven anderzijds. Streef naar persoonlijke contacten, zodat knelpunten snel kunnen worden opgelost. Stimuleer ook belangstelling voor elkaars werkprocessen, zodat ze beter op elkaar kunnen worden

afgestemd. De inhoud en vorm van het onderwijs blijven zo dicht bij de ontwikkelende beroepsprak-tijk.

Verstrek regelmatig kort en bondig informatie, vermijd daarbij wollig taalgebruik. Voor kader/algemeen overleg over samenwerking verdient één aanspreekpunt de voorkeur. Zorg dat kaderafspraken bekend zijn bij praktijkopleider/ werkbegeleiders en bpv-docent / bpv-coör-

dinator zodat zij op eigen niveau hierbinnen afspraken kunnen concretiseren. Zorg dat de inhoud van communicatie en verantwoordelijkheid van de partners in overeenstemming

zijn met elkaar.

Inhoudsopgave

29

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 30: Handboek BPV

6. Faciliteiten

Een van de hete hangijzers in het organiseren van de bpv is het beschikbaar stellen van vol-doende faciliteiten voor bpv-docenten. Een veel gehoord probleem van docenten is dat de tijd ontbreekt om bedrijven regelmatig te kunnen be-zoeken. Ook ruimte om gesprekken te kunnen voeren op school is soms een probleem. Breng als organisator van de bpv vooraf in kaart wat precies nodig is aan faciliteiten om verras-singen achteraf te voorkomen. Wat aan middelen en mankracht nodig is, is sterk afhankelijk van de opleidingsvisie op de bpv, van de geografischeligging van de opleiding t.o.v. de leerbedrijven en van de branche. Het in kaart brengen gaat eenvoudiger als er een koppeling gemaakt wordt tussen formuleren, communiceren, naleven en bijstellen enerzijds, en de visie, organisatie, inhoud en evaluatie an-derzijds. Het schema op de volgende pagina kan gebruikt worden om de benodigde faciliteiten in kaart te brengen.

Inhoudsopgave

30

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 31: Handboek BPV

Inhoudsopgave

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

Schema benodigde faciliteiten(tijd, deskundigheid, mankracht, middelen/apparatuur, ondersteuning, materiaal, software, feedback vergoedingen)

Visie Organisatie Inhoud Evaluatie

Form

uler

en

formuleren visie op bpv overzicht beleidsdoelen gekoppeld

aan bpv

formulerenfunctieprofielenbpvbegeleiders

rol- en taakverdeling formuleren klachtenprocedures opstellen leidraad functioneringsgesprek

functioneringsgesprek bpv-docent a.d.h.v.functieprofielen

formuleren meetbare verbeterpunten voor de bpv op basis van evaluaties

doel en functie bpv-bureau vastleggen

bpv-opdrachten examenopdrachten bpv-gids beoordelingssystematiek begeleidingsmodel beschrijving leerdoelen bpv

(per student vastleggen) opbrengst reflectieverslagen

evaluerenfunctieprofielen evalueren rol en taakverdeling evalueren klachtenprocedures

Com

mun

icer

en

afstemmen bpv-visie van opleiding met visie leerbedrijf of

komen tot een gezamenlijke visie op de bpv met leerbedrijven

visie uitdragen aan docenten, leerbedrijven en studenten

opstellen communicatieplan: wie moet welke informatie, wanneer hebben (intern en extern)

inrichten bpv-portal: digitale ruimte om informatie (omtrent opleiding en student) te delen met student en leerbedrijf

voorlichting leerbedrijven voorlichting aan studenten opstellen leerwerkplannen POK (invullen en verwerken) contact onderhouden student bedrijfsbezoekenafleggen reageren op vragen/

opmerkingen leerbedrijven reagerenopwekelijksereflectie-

verslagen reflectieuitkomstenbespreken

evalueren communicatie met student

evalueren communicatie met leerbedrijven

evalueren communicatie intern

Nal

even

vastleggen in hoeverre docenten de visie onderschrijven

opleiding (materiaal, werkwijze, begeleidingsmodel) toetsen aan coherentie met visie

inventariseren en vastleggen van namen medewerkers die aan func-tieprofielenbpvvoldoen

afstemming met leerbedrijf over kwaliteitseisen inhoud en begelei-ding leertraject

jaarlijkse functioneringsgesprekken bpv-medewerkers

ondersteuning student bij sollicitatie / sollicitatieprocedure

voorbereiden op bpv bij start bpv inventariseren actuele

en feitelijke voorkennis en ervaring student

beoordelen opdrachten vastleggen studievoortgang examineren in de praktijk

PDCA cyclus bpv opstellen en inroosteren

evalueren leertraject met studenten evalueren naleven procedures evalueren begeleiding door student evalueren naleven visie een gezamenlijke jaarlijkse evaluatie

van de bpv door leerbedrijf en opleiding

Bijs

telle

n opleiding herzien/ aanpassen aan vastgesteld beleid en geformuleerde visie

jaarlijks bijstellen visiedocument en opleidingsmateriaal

jaarlijks bijstellen gezamenlijke visie (opleiding-leerbedrijven)

scholing medewerkers (begeleiding, examinering)

in overleg met leerbedrijf bijstellen functieprofielen

bijstellen klachtenprocedures

Aan de hand van evaluaties: bijstellen bpv-opdrachten bijstellen voorlichting bijstellen methodieken voor ni-veau

meting

ROC-spiegel enquête maken en gegevens analyseren

bijstellen evaluatieformulieren evalueren scholing docenten

Page 32: Handboek BPV

7. Begeleidingsuren BPV

Het is lastig om een eenduidig advies te geven over het aantal in te zetten docenturen voor bpv-bege-leiding. Het aantal uren is sterk afhankelijk van de inhoud van de bpv en de taken van de bpv-docent. Aan de hand van een in 2005 verricht onderzoek kan een indicatie gegeven worden voor wat redelijk is. Er is namelijk op grote schaal onderzoek gedaan naar de hoeveelheid uren die bpv-docenten en bpv-coördinatoren inzetten om studenten in de bpv te begeleiden. Gemiddeld besteedden de bpv-docenten en bpv-coördinatoren per week 4 uur (239 minuten) aan hetbegeleiden van studenten tijdens hun bpv. Alle stagebegeleiders gaven aan studenten te bezoeken op het leerbedrijf. Daarnaast had 88% telefonisch contact met de praktijkopleider, zo’n 80% had mail- en telefonisch contact, 66% had persoonlijk contact met de student op school en 49% had mailcontact met de praktijkopleider.De helft van de docenten in het onderzoek gaf aan dat men niet voldoende tijd had om goed te kunnen begeleiden. Een reële caseload zou 20 tot 25 minuten per student per week zijn. Dit is vergelijkbaar met andere begeleidingsfuncties zoals trajectbegeleiding in reïntegratiebedrijven.

Voor de bpv-coördinator zou het aantal minuten per student hoger moeten zijn aangezien deze zich niet alleen bezig zou moeten houden met het begeleiden van de studenten maar ook met het werven van bedrijven, het maken van afspraken met bedrijven een instellingen en het organiseren van bijeenkom-sten en contacten. Daarvoor zou per week vier uur extra beschikbaar moeten zijn, los van het aantal studenten.

Inhoudsopgave

32

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 33: Handboek BPV

33

Taken bpv-docent tijdens blokstage Benodigde tijd per 3 maanden/per student

Het ondersteunen van studenten bij het zoeken naar een bpv-plek 15 minuten

De procesmatige begeleiding van de student 10 minuten

Het tekenen van de praktijkovereenkomst (POK) namens de opleiding (5 minuten) tijdens bedrijfsbezoek

Het geven of uitleggen van opdrachten aan de student en/of helpen kiezen van een project 10 minuten

Het verzorgen van interne voorlichting over mogelijkheden en regelingen (klassikaal) 5 minuten

Het bewaken van de doelstellingen van de bpv (10 minuten) tijdens bedrijfsbezoek

Hetafleggenvan2bedrijfsbezoeken(midden,eind)incl.reistijd 150 minuten

Het onderhouden van contact met de student en de praktijkopleider 10 minuten

Het onderhouden van de relatie met bedrijven 10 minuten

Het optreden als intermediair bij gerezen problemen tussen student en bpv-bedrijf (gemiddeld) 5 minuten

Het toetsen van vorderingen van de student aan de individuele doelstellingen zoals geformuleerd in het leerwerkplan van de student (10 minuten) tijdens bedrijfsbezoek

Het stimuleren van reflectie/reageren op werkverslagen en opdrachten 20 minuten

Het schriftelijk bijhouden van gemaakte afspraken en van problemen die zich voordoen in de samenwerking tussen leerbedrijf, student en onderwijsorganisatie tijdens bedrijfsbezoek

Hetbeoordelenvandestudentnaafloopvandebpv(eindbeoordeling)hetoverlegdaarovermetde praktijkopleider en de terugkoppeling daarvan naar het leerbedrijf. (30 minuten) 5 minuten

Het terugkoppelen van suggesties van het bedrijfsleven voor aanpassing aan het opleidingstraject naar het management 5 minuten

Totaal 245 minuten per drie maandIs ongeveer 80 minuten per maand per student80 : 4 = ong. 20 minuten per student.

245 minuten

In het schema hieronder wordt (voorbeeldmatig) aangegeven hoe de begeleidingstijd van een bpv-docent ingezet kan worden.

Page 34: Handboek BPV

Het bovenstaande model is gebaseerd op een blokstage. Bij een lintstage zal de begeleidingstijd niet veel afwijken. De begeleidingstijd bij een lintstage kan enerzijds wat minder zijn om het contact met de student te handhaven, omdat de docent de student iedere week op school ziet. Daarentegen wordt de behoefte aan begeleidingstijd weer groter per student, doordat de docent (bij een lintstage) vaker op bedrijfsbezoek gaat per bpv-periode omdat deze doorgaans het gehele jaar bestrijkt. Het aantal benodigde minuten per student is groter als de behoefte aan begeleiding toeneemt, zoals bijvoorbeeld in opleidingen op niveau 1 of 2. De taken van de bpv-docent zijn uiteindelijk bepalend voor de toe te kennen begeleidingsuren.

Inhoudsopgave

34

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 35: Handboek BPV

1. Werving

De eisen aan een leerbedrijf zijn stevig. Er wordt verwacht dat leerbedrijven een duidelijke bijdrage leveren aan het stellen van leerdoelen, het werken aan de leerdoelen, het beoordelen van opdrachten en examens en het informeren van en onderhouden van contacten met de opleiding. Daarom is het zaak om niet zozeer op zoek te gaan naar een groot aantal leerbedrijven, dan wel naar een aantal kwalitatief goede leerbedrijven. De contacten en de persoonlijk relatie met het leerbedrijf zijn daarbij van groot belang.

Bij het werven van leerbedrijven gaat het erom de voordelen voor het leerbedrijf duidelijk op een rij te zetten. Hier worden enkele voordelen opgesomd, die ingezet kunnen worden bij het werven van een leerbedrijf. U helpt de opleiding bij het opleiden van aankomende vakkrachten. U biedt studenten de mogelijkheid een mooi beroep te leren door uw kennis en kunde beschikbaar te stel-

len. U krijgt een helpende hand erbij (gratis of tegen onkostenvergoeding) die vaak zeer bereidwillige is om van

alles en nog wat aan te pakken Leerbedrijven van BBL-studenten en van studenten met een handicap kunnen onder bepaalde voorwaar-

den belastingvoordeel verkrijgen. De leidinggevende rol van werkbegeleiders is meestal motiverend en stimulerend voor de begeleider zelf. het onderwerp ‘opleiding’ gaat leven in de organisatie en zet medewerkers aan tot verdere ontplooiing en

kennisdeling. Er waait een frisse wind in het bedrijf; studenten kunnen met nieuwe onconventionele ideeën komen. De bpv biedt de mogelijkheid om nieuw personeel te leren kennen en te selecteren. Leerbedrijf zijn bete-

kent over een effectieve en goedkope manier beschikken om aan goed personeel te komen. Een vergroting van de diversiteit van het personeel, wat positief uitpakt op de creativiteit en activiteit. Door de relatie met de opleiding en de andere leerbedrijven krijgt u toegang tot nieuwe technologische

kennis en methodieken. Een tevreden student is een lopend reclamebod onder mede studenten, vrienden en collega’s. Door leerdoelen te stellen en uw student te ondersteunen bij het bereiken van deze doelen, wordt uw bedrijf

een lerende organisatie, waarmee uw bedrijf succesvoller zal zijn in de kenniseconomie. U levert een bijdrage aan de ontwikkeling van talenten in de regio, die de gehele economie ten goede komt. Een mogelijkheid om een geweldige bijdrage aan de maatschappij te leveren.

DVan bedrijf naar leerbedrijf

Inhoudsopgave

35

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 36: Handboek BPV

2. Accreditatie

Accreditatie is het proces waardoor een praktijkorganisatie het keurmerk verwerft om opgenomen te worden in het register van erkende leerbedrijven. Dat een leerbedrijf geaccrediteerd moet worden, is een wettelijke bepaling. Uren die gemaakt worden in een niet geaccrediteerde organisatie mogen niet meetellen voor de bpv. De ac-creditatie wordt door het betreffende landelijk orgaan beroepsonderwijs verleend als de praktijkorganisatie heeft aangetoond aan kwaliteitscriteria te kunnen voldoen met betrekking tot de inhoudselementen van een (deel)kwalificatieenmetbetrekkingtotdebegeleidingvandestudent.Alleengeaccrediteerdepraktijkorga-nisaties mogen bpv-plaatsen ter beschikking stellen, die door de onderwijsinstelling kunnen worden ingezet voor de uitvoering van het bpv-programma. Niet geaccrediteerde bedrijven tellen wel mee voor de 850 uur begeleid leren op voorwaarde dat goede begeleiding gegarandeerd is. Maar deze bedrijven tellen niet mee om aan het minimum aantal bpv-uren (BOL=20%) te komen. (zie ook pag. 12: omvang bpv in de opleiding).

De keuringOm de stap naar leerbedrijf zo eenvoudig mogelijk te maken, kan de opleiding aanbieden aanbieden de aan-vraag voor accreditatie voor het leerbedrijf te regelen. De accreditatie wordt aangevraagd bij het KBB waarbij de opleiding is aangesloten. Dit is een eenvoudige ad-ministratieve handeling, die vaak via de website kan worden uitgevoerd. Zodra de eerste aanvraag is gedaan, neemt een KBB-consulent contact op met het leerbedrijf in spe en wordt alles verder geregeld.

De voorwaarden voor erkenning van een leerbedrijf bestaan uit basisvoorwaarden die vastgesteld zijn door het COLO en uit aanvullende voorwaarden die per KBB kunnen verschillen. De voorwaarden zijn vastgelegd in een zogenaamde erkenningsregeling. Hierin staat onder meer dat goede begeleiding gegarandeerd moet zijnendatinhetbedrijfeengekwalificeerdleermeesteraanwezigmoetzijn.Ookishetbelangrijkdathetbe-drijf werkzaamheden uitvoert die passen bij de opleiding van de student. En natuurlijk moet het juiste gereed-schap beschikbaar zijn.

Adviseurs van de kenniscentra voeren de accreditatie (keuring) uit en maken hierbij per opleiding gebruik van o.a. een checklist. Alle bedrijven en organisaties die aan de criteria voldoen, worden voor een periode van vier jaar opgenomen in het ‘Register van erkende leerbedrijven’. In het Register Leerbedrijven is per bedrijf aangegevenwelkekwalificatieszijkunnenuitvoeren.Jaarlijkskomteenopleidingsadviseuromvasttestellenof het bedrijf nog steeds voldoet aan alle voorwaarden.

Inhoudsopgave

36

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 37: Handboek BPV

3. Inventarisatie leermogelijkheden

Hoewel bij de accreditatie door het KBBgekekeniswelkekwalificatieseenleerbedrijfmaguitvoerenishetvoordestudentvanbelangzeerspecifiektewetenoverwelkeleermogelijkhedeneenbedrijfbeschikt.Alsbijvoorbeeldeenkapsterinopleidingmoetlerenpermanenten,kanhetzijndatKapperAallekwalificatiesmaguitvoeren, maar dat in de praktijk blijkt dat Kapper A bijna geen klanten heeft voor een permanent. Hiermee worden de oefenmogelijkheden voor de student zeer beperkt en kunnen de leerdoelen niet worden behaald.

Omdat de opleiding verantwoordelijk is voor het gehele leertraject, ook voor het deel binnen het leerbedrijf, dient de opleiding in kaart te brengen welke leermogelijkheden (onderdelen van werkprocessen) geoefend en beoordeeld kunnen worden binnen welk leerbedrijf. Op die manier kan een leerbedrijf gekozen worden wat aansluit bij de leerbehoefte van de student. Het is aan te raden de leermogelijkheden per bedrijf te inventa-riseren en de uitkomsten van de inventarisatie aan studenten ter beschikking te stellen. Met behulp van het kwalificatiedossierkaneeninventarisatiegemaaktwordenvancompetentiesenwerkprocessen.Studentenkunnen ter voorbereiding op de bpv ook zelf de leermogelijkheden (en andere wetenswaardigheden) van bedrijven in kaart brengen en bijvoorbeeld aan elkaar presenteren.

Inhoudsopgave

37

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 38: Handboek BPV

4. Vergoedingen en verzekeringen

Inkomsten studentGekoppeld aan de praktijkovereenkomst kunnen leerbedrijf en student een ar-beidsovereenkomst aangaan dan wel afspraken maken over het verstrekken van een vergoeding, maar dit is niet verplicht. De status van de student kan dus variëren. Er zijn de volgende mogelijkheden:1. Student is werknemer. Naast de praktijkovereenkomst is er sprake van een

arbeidsovereenkomst.2. Student krijgt een vergoeding van het leerbedrijf. Naast de praktijkovereen-

komst is er een vergoedingenovereenkomst.3. Student krijgt geen vergoeding van het leerbedrijf. Er is alleen sprake van een

praktijkovereenkomst. Hierbij maakt het niet uit of de student een beroepsbegeleidende (bbl) of een

beroepsopleidende leerweg (bol) in het mbo volgt. De genoemde varianten zijn in beide leerwegen mogelijk. In het algemeen heeft een bbl-student echter een arbeidsovereenkomst en een bol-student niet.

Afdrachtvermindering loonheffing bij leerbedrijfHet leerbedrijf kan met een praktijkovereenkomst een beroep doen op de Wet Vermindering Afdrachtbelasting(WVA) : een aantrekkelijke subsidiemaatregel van de overheid die scholing van medewerkers beloont. Leerbedrijven hebben rechtopafdrachtverminderingloonheffing(WAV)alszijBBL-studenteneenwerk-plek bieden of als ze BOL-studenten (alleen voor niveau een of twee) een bpv-plek bieden. Ook als de BOL-student geen loon ontvangt levert dit de werkgever voordeel op: de aftrek wordt verrekend met loonbelasting van overige werkne-mers. Meer informatie op www.belastingdienst.nl, kijk bij ‘afdrachtsvermindering loonheffing’ (http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/loonheffingen/lb22_afdracht-verminderingen/lb22_afdrachtverminderingen-09.html).

Voor de hoogte en de berekening van de afdracht: zie bpvgids of de website van de belastingdienst.

Stagevergoeding BOL student Een stagevergoeding geven is niet verplicht voor leerbedrijven, hoewel een ver-goeding wel gebruikelijk is. En als het in de CAO van het bedrijf is geregeld, moet men zich voor wat de hoogte van de vergoeding betreft, daaraan houden.De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het aantal uren dat gewerkt wordt,

Inhoudsopgave

38

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 39: Handboek BPV

de fase in de opleiding en de daadwerkelijke (reis)kosten. De ge-middelde stagevergoeding voor een MBO-er ligt doorgaans (bij 4 bpv-dagen in de week) rond de €182,- bruto per maand (2010).Als een BOL-student tegen een reële beloning, bijvoorbeeld het minimum (jeugd)loon, werkt is de student (voor de belastingdienst) in een echte dienstbetrekking. In dit geval gelden de gewone re-gelsvoordeloonheffingenendestudent isdanverzekerdvooralle werknemersverzekeringen. De werkgever moet dan premies werknemersverzekeringen berekenen en ook de ingehouden inko-mensafhankelijke bijdrage Zvw aan hen vergoeden. Als er geen echte dienstbetrekking is maar de student ontvangen weleenbeloningvoordebpv,dan isersprakevaneenfictievedienstbetrekking. Deze stagiairs zijn dan verzekerd voor de Wet Wajong en voor de ZW en de werkgever hoeft geen premies werk-nemersverzekeringen te berekenen.

Verzekering van de student Bepalingen omtrent verzekeringen van studenten tijdens de bpv staan omschreven in de bpv-gids ROC-deel.

Inhoudsopgave

39

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 40: Handboek BPV

5. Afspraken op beleidsniveau

Wanneereenhetbedrijfeenofficieelleerbedrijfisgeworden,wordenerafsprakengemaaktomdeorganisatievan de bpv te optimaliseren. Gebleken is dat het maken van deze afspraken (vooral bij grotere bedrijven) zoveel mogelijk dient te gebeuren op beleidsniveau. Overleg op dit niveau is een taak van het management of van hiervoor aangestelde stafmedewerkers van het ROC. Wanneer het management van een leerbedrijf niet wordt betrokken bij het organiseren van de bpv, kunnen de benodigde faciliteiten en voorwaarden op de werkvloer niet gecreëerd worden. Gemaakte afspraken worden vastgelegd en zonodig regelmatig bijgesteld. Er wordt naar gestreefd de volgende voorwaarden (zover mogelijk) te realiseren:

De organisatie heeft een bpv-beleidsplan geformuleerd; De structuur van de praktijkbegeleiding is geformaliseerd; De taken en verantwoordelijkheden van verschillende betrokkenen bij de praktijkopleiding zijn geformu-

leerd en bekend in de organisatie. Hierover bestaat eenduidigheid; Voor de coördinatie/ begeleiding wordt deskundig personeel (didactisch en vakinhoudelijk) ingezet; Voor de begeleiding is tijd/ formatie beschikbaar; Betrokkenen begeleiden vanuit dezelfde didactische visie; Rondom de begeleiding is een duidelijke overlegstructuur afgesproken; De communicatie tussen opleiding en werkveld is geregeld; Er bestaat een relatie tussen het aantal beschikbaar gestelde bpv-plaatsen en de behoefte aan toekomstig gekwalificeerdpersoneel;

Bij aanvang van de opleiding (BBL) wordt duidelijkheid gegeven over de functie na diplomering; De kwaliteit van de begeleiding wordt regelmatig getoetst/ geëvalueerd.

Inhoudsopgave

40

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 41: Handboek BPV

6. Praktijkovereenkomst (POK)

Met elke student wordt aan het begin van de opleiding een onderwijsovereenkomst afge-sloten. Hierin zijn naast de formele gegevens ook de rechten en plichten van de school en de student vastgelegd. Een onderdeel van deze onderwijsovereenkomst is de prak-tijkovereenkomst, ook wel POK genoemd. Deze wordt opgemaakt als de student gaat starten met het praktijkgedeelte van de opleiding, de bpv. De praktijkovereenkomst regelt in elk geval:a. de aanvangsdatum en einddatum van de beroepspraktijkvorming, alsmede het aan-

tal te volgen praktijkuren per kalenderjaar, b. de begeleiding van de deelnemer, c. de beschrijving van de competenties die in de praktijk gehaald moeten worden en de

beoordeling daarvan, en d. de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ont-

bonden.Zonder praktijkovereenkomst telt een bpv niet mee voor de opleiding. Conform het bpv-protocol dienen aan het begin van de bpv-periode concrete afspraken te worden ge-maakt over leerdoelen tijdens de bpv, het persoonlijk leerprogramma van de student, de manier en de frequentie van de begeleiding en de toetsingsmethoden. Deze afspraken behoort u vast te leggen in de praktijkovereenkomst of in de daarbij behorende bijlage.

In de BOL-opleidingen kan de bpv verdeeld worden over verschillende leerjaren. Als de student zover is dat hij/ zij kan deelnemen aan het praktijkgedeelte van de oplei-ding, wordt bekeken in welk leerbedrijf de student de bpv kan volgen. Met dit leerbedrijf wordt dan een praktijkovereenkomst gesloten. Tijdens een opleiding worden doorgaans meerdere (per leerjaar een of twee) praktijkovereenkomsten afgesloten.

In de BBL-opleiding is het uitgangspunt de werksituatie bij een werkgever. De praktijk-overeenkomst wordt bij een BBL-opleiding voor de gehele opleidingsduur afgesloten. De praktijkovereenkomst wordt getekend door de student (en eventueel ouders/verzor-gers bij minderjarigheid), de praktijkopleider, de bpv-docent en, indien er sprake is van een BBL-leerweg, ook door het kenniscentrum (zie bijlage 1: praktijkovereenkomst). Alle opleidingen van het ROC van Twente dienen gebruik te maken van het standaard-model Praktijkovereenkomst (POK) van dit ROC. Om de student in aanmerking te laten komenvoorstudiefinancieringenomaandeeisenvoordebekostigingvandeopleidingte kunnen voldoen, dient er voor elke student die op bpv gaat een getekend exemplaar van de POK te kunnen worden overlegd.

Inhoudsopgave

41

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 42: Handboek BPV

7. Overlegstructuur

Let erop dat er een duidelijke overlegstructuur wordt gecreëerd tussen opleiding en leerbedrijven. Voor een goede communicatie is overleg op meerdere niveaus noodzakelijk. Dat houdt in dat er regelmatig overleg is op uitvoerend niveau, tactisch niveau én op strategisch niveau. Wanneer er alleen op uitvoerend niveau ge-communiceerd wordt (zoals gebruikelijk tussen bpv-docent en praktijkopleider) ontstaan er problemen binnen het bedrijf omdat de praktijkopleider niet gemachtigd is de benodigde faciliteiten en de voorwaarden voor een geschikte leeromgeving te creëren. Afspraken worden op strategisch niveau gemaakt en gecommuniceerd met het uitvoerend niveau.

Wanneer er sprake is van veel kleine leerbedrijven, waar hooguit een of twee studenten geplaatst kunnen worden, is het eenvoudiger om meerdere leerbedrijven binnen een branche te organiseren, zodat met een groep leerbedrijven overlegd kan worden in plaats van met elk leerbedrijf afzonderlijk.

Inhoudsopgave

42

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 43: Handboek BPV

8. Onderwijsinhoudelijke afstemming

Goede afstemming tussen de begeleiding op school en in de beroepspraktijk versterkt de leer- en ontwikkel-processen op individueel en collectief niveau. De inhoud van opleiding moet goed aansluiten bij de praktijk van het uitgeoefende beroep, met name in de regionale situatie.Het opleidingstraject op school en in het leerbedrijf vormen als het goed is een aaneensluitend geheel. Leer-bedrijven en opleiding brengen bij de student de voorkennis en ervaring aan die verondersteld en nodig is bij het begin van een eerstvolgende periode op school dan wel in het bedrijf. Om dit te kunnen realiseren zorgt de opleiding ervoor dat er bij het leerbedrijf en bij de opleiding een gezamenlijk opgesteld overzicht van we-derzijds gevraagde voorkennis en ervaring per binnenschoolse- en per bpv-periode aanwezig is. Daarnaast moet duidelijk zijn wat het begin- en eindniveau van de student is, per periode. De opleiding zorgt daarom voor een overzicht van de actuele, feitelijke voorkennis en ervaring van de student. Dit overzicht staat ter beschikking van het leerbedrijf, de student en de opleiding.

Daarnaast wordt het leerbedrijf voorafgaand aan de bpv geïnformeerd over de motivatie van de student en over eventuele belemmerende en stimulerende factoren. Voorkom dat de werkgever de student overschat, zorg er voor dat de werkgever weet wat hij kan verwachten voorwatbetreftdeberoepskwalificatie,kennis,zelfstandigheid,verantwoordelijkheid,motivatieenhouding.Geef voorbeelden hiervan.

Een portfolio kan ook bijdragen aan de overdracht van studentgegevens. Door middel van een portfolio kan een praktijkopleider op eenvoudige manier achterhalen wat de student al geleerd heeft en wat er nog geleerd moet worden. Doel en functie van het portfolio moet wel gecommuniceerd worden. Meer over het onderwerp portfolio is te vinden in het hoofdstuk ‘Inhoud bpv’.

Inhoudsopgave

43

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 44: Handboek BPV

9. Onderhouden van de relatie

Door middel van communicatie kan de relatie en daarmee de samenwerking verbeterd worden. Als succesfactor voor een goede relatie met het bedrijfsleven staat direct, regel-matig en persoonlijk contact nummer een. In geval van gro-tere arbeidsorganisaties loont het zeker de moeite voor het management om op beleidsniveau afspraken te maken en die uiteraard goed te communiceren met de uitvoerenden. Daarnaast kan de opleidingsafdeling bijvoorbeeld de vol-gende concrete activiteiten opzetten om interactie te orga-niseren met het doel relaties met leerbedrijven in de omge-ving op te bouwen of te onderhouden: Kennismaking met leerbedrijven: op kennismakings-

bijeenkomsten voor een bepaalde sector kan de oplei-ding haar onderwijsconcept toelichten, zodat leerbedrij-ven inzicht krijgen in de opleiding en de knelpunten bij het opleiden. Daarnaast zijn zulke bijeenkomsten een goede manier om te ontdekken welke motieven voor sa-menwerking opleiding en leerbedrijven afzonderlijk heb-ben en welke motieven ze kunnen delen.

De opleiding kan met behulp van een project of een on-derzoek behulpzaam zijn bij een gewenste of lopende innovatie in het bedrijf.

Het organiseren van docentstages in de leerbedrijven in de regio is eveneens een effectief middel om de relatie met leerbedrijven op te bouwen

Ga proactief te werk. Proactief te werk gaan, wil zeg-gen dat de opleiding contact opneemt, regelmatig iets van zich laat horen, interesse toont in het bedrijf, ad-vies geeft over hoe leerwerkplekken te organiseren zijn, werkgevers vraagt om gastlessen te organiseren, vraagt om rondleiding voor docenten, vraagt om deel te nemen aan symposia, uitnodigt voor open dagen, nieuwsbrie-ven van de opleiding verstuurt, etc.

Inhoudsopgave

44

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 45: Handboek BPV

Organiseer contacten met bedrijven en instellingen niet te formeel. Arbeidsorganisaties hanteren andere nor-men voor wat betreft de wijze van communiceren. Zij zijn vaak in staat met korte communicatielijnen te werken. Even snel wat afspreken en dit direct uitvoeren – wat arbeidsorganisaties graag doen – lukt dan in de samen-werking met scholen niet.

Wanneer een bedrijf energie en tijd wil steken in de ont-wikkeling van personeel, is het eenvoudiger om daar goed georganiseerde leerwerkplekken te creëren, bpv-plekken te organiseren en contacten te leggen voor de uitwisseling van kennis. Of een bedrijf zijn personeel wil ontwikkelen, kunt u soms achterhalen door de vacatures van bedrijven in de sector goed door te lezen.

Houd een bedrijfcontactsheet bij, waarop alle acties en contacten vermeld staan, zodat er toch gereageerd kan worden als de contactpersoon niet aanwezig is. Details van contacten met locale werkgevers worden in een daarvoor bedoelde database bewaard.

Om contacten te onderhouden kan een (voormalig) ondernemer uit de sector ingeschakeld worden. Een belangrijke factor in een geslaagd experiment bleek de persoonlijke relatie met diverse “concollega’s” van de oud-ondernemer. Via uitgebreid netwerken worden bedrijven warm gemaakt voor de problematiek door ie-mand die weet waarover het in de branche gaat.

Inhoudsopgave

45

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 46: Handboek BPV

10. Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB)

Het KBB heeft een belangrijke rol in de samenwerking. Het KBB heeft tot doel het opleidingsniveau van werknemers in een bepaalde sector te optimalise-ren. Zij hebben er dus belang bij dat opleidingstrajecten binnen het leerbedrijf goed verlopen. Een KBB brengt voor elk leerbedrijf in kaart welk niveau van de opleiding binnen dit bedrijf aangeboden kan worden. Van deze kennis kan de opleiding gebruik maken bij het matchen van studenten.

De opleiding verricht een aantal activiteiten voor het KBB om de bpv te legi-timeren. 1. De opleiding verzoekt het KBB een niet erkend leerbedrijf te accrediteren

voordedesbetreffendekwalificatie(alshetleerbedrijfdatnietzelfdoet).2. De opleiding biedt praktijkovereenkomsten voor de BBL ter ondertekening

aan het KBB aan.3. Mutaties binnen de opleiding, welke betrekking hebben op de bpv, worden

aan het KBB gemeld.4. Indien nodig verzoekt de opleiding het KBB het leerbedrijf te bezoeken

i.v.m. de kwaliteitswaarborg. 5. Bij het voornemen een student te plaatsen bij een niet-geaccrediteerd be-

drijf, overlegt de bpv-coordinator met het leerbedrijf wie bij het KBB het verzoek tot accreditatie gaat indienen: de opleiding of het leerbedrijf.

Denk er eens aan om het KBB ook uit te nodigen op bijeenkomsten als: open dagen, werkveldbijeenkomsten, praktijkopleidersdagen etc. Wanneer de rela-tietussendeopleidingenhetKBBgoedis,kandeopleidingdaarprofijtvanhebben in relatie met het leerbedrijf en in de uitwisseling van informatie.

Ompraktijkopleidersefficiënt tekunnenscholenen informerenkanwordenoverwogen om praktijkopleidersbijeenkomsten van de opleiding te koppelen aan praktijkopleidersbijeenkomsten van het kenniscentrum. Het is mogelijk om, in het kader van kwaliteitsborging, in overleg met het kenniscentrum ge-zamenlijk invulling te geven aan zo’n bijeenkomst.

Inhoudsopgave

46

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 47: Handboek BPV

1. Planning en voorbereiding

Bij de planning en voorbereiding van de bpv kan de BPV Toolbox een goede bron van informatie zijn. De plan-ning en voorbereiding van de bpv bestaat voornamelijk uit: het werven van bedrijven (zie: werving) het geven van voorlichting aan studenten én leerbedrijven

(zie communicatie en informatie) het voorbereiden van de student op de bpv opstellen leerwerkplan van de student (zie leerwerkplan) het matchen van studenten met bedrijven het maken en vastleggen van afspraken hetregelenvandepraktijkovereenkomsten(POK)inverbandmetdefinanciering.

(zie: Praktijkovereenkomst)

Matchen Om uitval te voorkomen en om ervoor te zorgen dat leerbedrijven geïnteresseerd blijven, wordt getracht stu-denten en bedrijven zo goed mogelijk te matchen. Matchen is eenvoudiger als studenten en leerbedrijven beschikken over voldoende informatie. Uitgangspunt van matchen is tegemoet te komen aan de wens van het leerbedrijf en de mogelijkheden van de student, waarbij gebruik gemaakt kan worden van websites als Stageplaza.nl, Stagemarkt.nl en van de ondersteuning die het KBB biedt.

Voorbereiding bpv voor leerbedrijvenVaak vinden leerbedrijven het prettig om studenten te kunnen kiezen, bijvoorbeeld aan de hand van sollici-tatiebrieven. Laat ruim voor het begin van de bpv een sollicitatieprocedure plaats vinden waarin student en leerbedrijf duidelijk maken wat ze elkaar te bieden hebben.

Probeer als bpv-begeleider een aantal vaste bedrijven te ‘bedienen’. Neem de wensen van een bedrijf goed door en registreer deze wensen zo, dat andere medewerkers van de onderwijsinstelling deze informatie heb-ben als de vaste bpv-begeleider tijdelijk niet beschikbaar is.

Bij studenten die het eerste jaar gepasseerd zijn, kan het portfolio gebruikt worden bij de introductie van de student. Bespreek niet alleen de beroepsvaardigheden, maar maak in voorkomende gevallen ook duidelijk wanneer er problemen te verwachten zijn met de taal zoals bijv. het schrijven van een brief of het invullen van formulieren.

E Inhoud BPV

Inhoudsopgave

47

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 48: Handboek BPV

Voorbereiding bpv voor studentenBesteed in de voorbereiding op de bpv aandacht aan presentatie- en sollicitatie-vaardigheden. Zorg voor een praktijkgerichte voorbereiding, bijvoorbeeld door sector- of bedrijfsoriëntatie. Studenten kunnen informatie over leerbedrijven krijgen door bij presentaties van studenten uit hogere leerjaren te zitten, door (anonieme) bpv-verslagen te lezen, door websites te bezoeken, door vacatures te lezen en door folders en informatie van het bedrijf te verzamelen. Zorg er vooral voor dat studenten aan het werk gezet worden met de geboden informatie. Alleen het aanbieden van de voorhanden zijnde informatie is niet vol-doende om studenten te informeren. Zorg dat de bpv-begeleider of de werkgever in het gesprek met de student de verwachtingen goed duidelijk krijgt: wat hoopt student te gaan leren en wat ver-wacht men van de collega’s op de werkvloer. Ga na of de leerbehoefte van de student aansluit bij de leermogelijkheden van het leerbedrijf. Stel te hoog ge-spannen verwachtingen tijdig bij.

VeiligheidAandachtspunt in de voorbereiding is de veiligheid tijdens de bpv. Denk daar-bij niet alleen aan het werken met voertuigen, machines en chemische stoffen, maar ook aan sociale veiligheid (seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld) bij collega’s en/of cliënten.

Afstemming verwachtingenStudenten kunnen in het competentiegericht onderwijs al vroeg in de opleiding in de bpv worden geplaatst, juist om werkervaring op te doen en inzicht te krijgen in het beroep. Licht werkgevers tijdig goed in over de kennis en vaardigheden die men kan verwachten van de student. Communiceer wat de doelstelling van de bpv is; of het een beroepsopleidende of een oriënterende bpv is. Wanneer een werkgever voor de plaatsing al weet wat hij wel en niet kan verwachten, kan hij op grond van die wetenschap kiezen om wel of geen plek aan te bieden aan deze student. Teleurstelling is er dan niet bij.

Motivatie problemenDe opleiding heeft soms te maken met minder gemotiveerde studenten. Als zo’n student geplaatst wordt, is het verstandig om dit vooraf met de praktijkopleider te communiceren. Wat de reden van demotivatie ook kan zijn, ga er niet aan voor-bij. ‘Zomaar’ ongemotiveerd komt zelden voor. Maak het leerbedrijf altijd duidelijk wat het probleem is en vraag hen om medewerking. Regel extra begeleiding en zorg dat de ‘last’ voor het leerbedrijf niet te zwaar wordt. Wissel binnen een leer-bedrijf de gemotiveerde en minder gemotiveerde studenten af.

Inhoudsopgave

48

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 49: Handboek BPV

2. Begeleiding tijdens de bpv

Leerwerkplan Voordat een student op bpv gaat, moet in het leerwerkplan worden vastgelegd over welke competenties een student beschikt en welke leerdoelen er voor de bpv gesteld worden. Leerdoelen worden op basis van een sterkte-zwakte analyse van eerdere bpv en aan de hand van eerder verworven competenties vastgesteld. Uiteraard worden de leerdoelen bij de aanvang van de bpv (of bij BBL, bij aanvang van de studie) gecom-municeerd met student en leerbedrijf. Aan de hand van deze gegevens wordt duidelijk of er sprake is van voldoende ontwikkeling tijdens de bpv en kan indien nodig tussentijdse bijstelling van het traject plaatsvinden. In het leerwerkplan worden ondermeer afspraken vastgelegd over: reflectieverslagen welke leerdoelen de student wil behalen op welke plaats en op welk moment de student aan welke taken/opdrachten werkt de tijd die besteed wordt aan leren en aan werken de manier en de mate van begeleiding die hij daarbij krijgt hoe de beoordeling plaats vindt tussentijdse evaluatie bpv-docent terugkomdagen

Het leerwerkplan wordt ondertekend door student, leerbedrijf en bpv-docent.Naafloopvandebpv-periodeworden de leerwerkplannen (samen met het leerbedrijf) geëvalueerd en worden verbeterpunten geformuleerd.

Coaching De opleiding steunt op de driehoek student – school – praktijk. In voortdurend overleg binnen deze driehoek wordt bepaald welke competenties de student aantoonbaar verwerft en verdiept. De begeleidingsgesprekken in de driehoek zijn hiertoe een belangrijk voertuig. De student staat in het midden als regisseur van het eigen leerproces. Aan het begin van het opleidingstraject is sprake van ‘intensieve’ aanvullende begeleiding, gericht op het ontwikkelen van de regiefunctie van de student. De intensiteit van deze begeleiding neemt geleidelijk af en wordt vervangen door toenemende zelfsturing. Per student kan de mate van (zelf)sturing verschillend zijn, afhankelijk van diens eigen vermogen daarin.De student wordt vanuit het werkveld en vanuit school begeleid. Het uiteindelijke doel van coaching is dat de student in de bpv steeds zelfstandiger en zelfsturender zijn leerproces vorm geeft. Zelfsturing heb je echter niet zomaar, daar moet de student juist bij gecoacht worden. De coach stimuleert groei van de zelfsturing door de verantwoordelijkheid voor het leren steeds meer bij de student te leggen, naarmate de student die verant-woordelijkheid aan kan. Voor het aanbrengen van structuur in de begeleiding van de student kunt u gebruik maken van het coachingsmodel2, op de volgende pagina. (Zie ook: pag. 54: coaching)

2 Handreiking begeleiding en coaching, competentieontwikkelend leren in de Uiterlijke Verzorging, SLOA-project in opdracht van

de BTG KSV met ondersteuning van SLO

Inhoudsopgave

49

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 50: Handboek BPV

InhoudsopgaveH

A

B

C

D

E

F

G

50

Coachingsmodel: groei zelfsturend leren

Niveau Beginner Gevorderde Vergevorderde

Fasen

Sturend leren

• Voornamelijk-gestuurd vanuit begeleider

• Begeleidersrol:instrueren

Instrumenten

Gedeelde sturing

• Zowelstudent- als begeleider-

gestuurd

• Begeleidersrol:coachen in de nabijheid

Instrumenten

Zelfsturend leren

• Sturingvanuit de student

• Begeleidersrol:coachen op

afstand

Instrumenten

Voorbereiden

Doelen stellen

Oriënteren & Plannen

De student:• wachtaf• ontvangtinformatie• neemtnauwelijks

zelf initiatief• steltsamenmetde

studieloopbaanbe-ge-leider een POP/ PAP op

De begeleider:• bereidtvoor• legthetwat en hoe uit• doethetvoor• geefthetdoel en nut aan• motiveertde student• spoortinitiatieven

aan

• kwalificatiedossier• competentiemeter• POP-formulier• PAP-formulier• opleidingsgids• ontwikkelings-

portfolio• sterkte/ zwakteanalyse• leerstijlentest• STARR-methode

De student:• maaktsamenmet

de studieloop-baanbegeleider een POP/ PAP

• zoektinformatiezoveel mogelijk zelf op

• vraagthulp als dat nodig is

De begeleider:• bespreektde aanpak van

de student• legtuitals

dat nodig is• motiveert

de student

• kwalificatiedossier• competentiemeter• POP-formulier• PAP-formulier• opleidingsgids• ontwikkelings- portfolio

De student:• neemtinitiatief• steltzelfzijneigen

POP/ PAP op• bepaaltzelfofhij

hulp nodig heeft

De begeleider:• scheptvoorwaar-

den zodat de studentde taak zelfstandig kan uitvoeren

• kwalificatiedossier• competentiemeter• POP-formulier• PAP-formulier• opleidingsgids• beoordelings- portfolio

Page 51: Handboek BPV

InhoudsopgaveH

A

B

C

D

E

F

G

Coachingsmodel: groei zelfsturend leren

Niveau Beginner Gevorderde Vergevorderde

Fasen

Sturend leren

• Voornamelijk-gestuurd vanuit begeleider

• Begeleidersrol:instrueren

Instrumenten

Gedeelde sturing

• Zowelstudent- als begeleider-gestuurd

• Begeleidersrol:coachen in de nabijheid

Instrumenten

Zelfsturend leren

• Sturingvanuitdestudent

• Begeleidersrol:coachen op

afstand

Instrumenten

Uitvoeren

Doen!

De student:• voertvoorge- structureerde,

afgeronde leertaken uit

• ontvangttussen-tijds feedback op de voortgang

De begeleider:• evalueerten

geeft tussentijds feedback op de werkzaamheden van de student

• stuurtdestudentbij

• Integrale opdrachten

• formulierSTARR• feedbackdocu-

ment• PAP-formulier

De student:• plantinoverleg

de uitvoering van leertaken

• vraagtfeedbackals dat nodig is

De begeleider:• geeftfeedbackals

de student daarom vraagt

• adviseertdestudent bij het te volgen traject

• motiveertdestu-dent

• Integrale opdrachten

• formulierSTARR• feedbackdocument• PAP-formulier

De student:• reflecteertopzijn

eigen handelen aan de hand van zijn POP/ PAP

• motiveertzichzelf

De begeleider:• geeftfeedback

op de eigen begeleiding en opdereflectie van de student

• Integrale opdrachten

• formulierSTARR• feedbackdocument• PAP-formulier

51

Page 52: Handboek BPV

InhoudsopgaveH

A

B

C

D

E

F

G

Coachingsmodel: groei zelfsturend leren

Niveau Beginner Gevorderde Vergevorderde

Fasen

Sturend leren

• Voornamelijk-gestuurd vanuit begeleider

• Begeleidersrol:instrueren

Instrumenten

Gedeelde sturing

• Zowelstudent-alsbegeleider-ge-stuurd

• Begeleidersrol:coachen in de nabijheid

Instrumenten

Zelfsturend leren

• Sturingvanuitdestudent

• Begeleidersrol:coachen op

afstand

Instrumenten

Terugkoppelen

&

Evalueren

De student:• laatzijnwerk evalueren• krijgtverbeter-

punten voor zijn volgende POP/ PAP

De begeleider:• evalueertdewerk-

zaamheden van de student

• houdtdeevaluatiein eigen hand

• formuleertverbe-terpunten voor de student

• geeftstudieadviesover de studie-voortgang van de student

• reflectieformulier• evaluatiedocumen-

ten • bpv-project• integraleopdrach-

ten• competentiemeter• ontwikkelings-

portfolio• feedbackformulier

De student:• evalueertdeeigen werkzaamheden• formuleertinover-

leg met de begelei-der verbeterpunten

De begeleider:• bespreekthoehet

leren heeft plaats-gevonden

• motiveerttothetformuleren van verbeterpunten

• geeftadviesoverde studievoortgang van de student

• reflectieformulier• evaluatie-

documenten • bpv-project• integrale

opdrachten• competentiemeter• ontwikkelings-

portfolio• feedbackformulier• zelf-assessment• formulier

De student:• reflecteertopeigen

gedrag en hande-len

• evalueerteigenwerkzaamheden

• geeftaanofhijkwalificeerbaarisofniet

De begeleider:• geeftfeedbackop

de eigen controle enreflectievandestudent

• adviseert(inover-leg) of de student kwalificeerbaar

• reflectieformulier• evaluatie-

documenten • bpv-project• integrale

opdrachten competentiemeter

• ontwikkelings-portfolio

• feedbackformulier• zelf-assessment• formulier

52

Page 53: Handboek BPV

Beschikbaarheid begeleiding op de werkplekRegel de beschikbaarheid van goede begeleiding op de werkplek met duidelijke afspraken tussen student en bege-leider: Spreek af wat er aan begeleiding op de werkplek ge-

regeld wordt en wie waarvoor verantwoordelijk is: denk daarbij aan een introductiegesprek, een kennismaking, begeleiding bij werkzaamheden, voortgangsgesprekken, begeleiding bij het uitvoeren van opdrachten en versla-gen, eindgesprek, beoordeling.

Zorg dat de student minimaal één keer per week feed-back op het leren en werken krijgt door een deskundig begeleider.

Stuur bij het leerbedrijf aan op begeleiders die voldoen aan het functieprofiel, dat door opleiding en leerbedrijftezamen is opgesteld.

Probeer te voorzien in merkbare steun van de kant van de chef bij het doorlopen van leerprocessen;

Laat de werkbegeleider al in een vroeg stadium aange-ven of een student geschikt is voor een bepaalde be-roepsrichting.

Zorg voor mogelijkheden voor zelfstandig leren, zoals een plek om rustig te kunnen zitten met de aanwezigheid van documentatie, werkbeschrijvingen en dergelijke op de werkplek.

Vraag de student de begeleiding te evalueren en zorg dat het leerbedrijf het evaluatierapport ook krijgt. Gebruik bij deevaluatiedegezamenlijkopgesteldefunctieprofielen.

E-mail en sms-jes lenen zich uitstekend om structureel het persoonlijk contact tussen docent en student te on-derhouden.

Inhoudsopgave

53

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 54: Handboek BPV

Begeleiding werkbegeleider en praktijkopleiderDe dagelijkse begeleiding van de student op de werkplek wordt doorgaans verricht door de praktijkopleider of door de werkbegeleider. Wanneer een begeleider geen inzicht heeft in wat er van hem/haar wordt verwacht bij het begeleiden van studenten, kan het competentieprofiel van de werkbegeleiderofhetkwalificatiedossiervanpraktijkopleidergebruikt worden om rol en taak inhoudelijk te bespreken. (zie voor meer informatie ook ‘rol en taak werkbe-geleider/praktijkopleider’). Zorg in ieder geval voor goede afstemming van verwachtingen: communiceer wat van de praktijkopleiders verwacht wordt en wat zij van de bpv-coördinator/ bpv-docent mogen verwachten.

Opbouw portfolioIn sommige opleidingen wordt gewerkt met een portfolio. Een portfolio kan een goed middel zijn om de prak-tijkopleider snel en goed inzicht te geven in de ontwikkeling van de student en inzicht te geven in de com-petenties waarover de student beschikt. Praktijkopleiders moeten vooraf geïnformeerd worden over wat een portfolio is en hoe men hier mee kan werken.Bij het gebruik van portfolio wordt onderscheid gemaakt in het ontwikkel- of beoordelingsportfolio. In een ontwikkelportfolio worden alle producten van de student opgenomen, goede en minder goede pro-ducten. De ontwikkeling van de student wordt door middel van dit portfolio in kaart gebracht. Een ontwikkel-portfolio is zowel in een papieren versie als een digitale versie te realiseren. Voor de communicatie met een praktijkopleider is een ontwikkelportfolio het meest geschikt, omdat dit, naast de reeds behaalde competenties ook inzicht geeft in de manier waarop student zich de afgelopen periode heeft ontwikkeld.

Inhoudsopgave

54

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 55: Handboek BPV

In een beoordelingsportfolio worden alleen eindproducten bewaard. Dit portfolio laat zien over welke competenties een student op dat moment beschikt. Bij een beoorde-lingsportfolio is het van belang dat er duidelijke richtlijnen zijn waaraan de opdrachten en de registratie moeten vol-doen, maar ook, waar de beoordeling aan moet voldoen. Een portfolio mag alleen voor de summatieve beoorde-ling(examinering)meetellenalshetaandespecifiekeei-senhiervoorvoldoetzoalsgekwalificeerdebeoordelaars,datering van opdracht, verzekerde authenticiteit, en een opdracht die voldoet aan de kwaliteitsnormen van exami-nering etc.

Praktijkopdrachten De inhoud en organisatie van de bpv wordt in samen-spraak tussen school en bedrijf vorm gegeven op basis vanhetkwalificatiedossier.Hetkwalificatiedossiervormtde basis voor de praktijkopdrachten. Praktijkopdrachten kunnen op verschillende manieren tot stand komen: 1. Opdrachten die meegegeven zijn vanuit de opleiding2. Opdrachten die in overleg met de student, de praktijk-

opleider en de bpv-docent zijn opgesteld3. Opdrachten die door het leerbedrijf zijn geformuleerd

Bij het formuleren van opdrachten zijn er een paar aan-dachtspunten, waarmee een opdracht een hoger leerren-dement krijgt: Vraag de werkgever de student écht werk te laten ver-

richten en niet alleen mee te laten lopen. Zorg er voor dat het soort werk, de opdracht, past bij

de student en de beroepskeuze qua inhoud, moeilijk-heidsgraad en zwaarte.

Probeer de leersituatie aan te laten sluiten bij eerder opgedane ervaringen en interesses. Er is dan bij de student voldoende zelfvertrouwen aanwezig en hij kan zichidentificerenmethetberoep,hetvakofhetbedrijf;

Stuur aan op de uitwerking van een hele taak of op-

Inhoudsopgave

55

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 56: Handboek BPV

dracht (planning, organisatie, uitvoering en evaluatie), met daarin veel afwisseling en variatie. Dus niet elke dag dezelfde beperkte handelingen. Wanneer de stu-dent alleen kleine aspecten van een taak mag verrich-ten wordt er niet veel geleerd.

Probeer te regelen dat studenten voorzover mogelijk een zekere beslissingsbevoegdheid krijgen voor het werk dat hij/ zij uitvoert, daarbij uiteraard de veiligheid goed in het oog houdend. Beslissingsbevoegdheid houdt in dat de student goed moet nadenken en ver-antwoorden waarom hij/ zij iets doet. Dat bevordert de leeropbrengst.

Het is van belang dat er samenwerking is tussen de student en de collega’s en chefs en dat de student de ‘taal van de werkvloer’ en de verschillen tussen afdelin-gen leert kennen. Dit kan alleen maar als collega’s zich bewust zijn van hun invloed en rol in deze.

Vraag de praktijkopleider de directe collega’s te betrek-ken bij het leerproces van de student en medeverant-woordelijk te maken.

Zorg dat er ruimte geregeld wordt voor uitvoeren van opdrachten uit de bpv-map en het samenstellen van verslagen en zorg voor een stimulerende leeromgeving (zelfstandig werken, experimenteerruimte, fouten mo-gen maken, hulp en advies mogen vragen, stimulerend voorbeeld krijgen, eigen initiatiefruimte als student).

ReflectieReflectieiseenonmisbaaronderdeelvanhetleer-enont-wikkelingsproces voor studenten, en het stimuleren van reflectieisonderdeelvaneengoedebegeleiding.Geble-kenisdathetregelmatigreflecterenopleerervaringenleidttotsignificantbetereleerprestaties.Uiteerderinopdrachtvan Colo uitgevoerd onderzoek3 blijkt dat leren in de prak-tijk een grote bijdrage kan leveren aan de vakbekwaam-heid én de persoonlijke ontwikkeling van studenten. Maar

Inhoudsopgave

56

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 57: Handboek BPV

er blijkt ook dat veel bpv-plekken weliswaar goed in orde zijn wat betreft de randvoorwaarden (zoals afwisseling werk, leermogelijkheden), maar dat coaching en aandacht voor re-flectie nog verbeterd kunnen worden. Niet alleen het contact tussen praktijkopleider en student (en ook tussen docent en student), maar ook dat tussen praktijkopleider en docent blijkt veelal procedureel van aard. Er zou meer aandacht moeten zijn voor het bespreken van ervaringen van de stu-dent in het bedrijf en voor het laten ontstaan van leervragen en loopbaanwensen bij de student.Juistnustudentensteedsmeerverantwoordelijkwordenge-houden voor de ontwikkeling van de eigen competenties en deeigen loopbaan, is ruimtevoordialoogen reflectie tus-sen opleider (zowel op school als in het bedrijf) en student cruciaal.

Omdat leerbedrijven vaak weinig tijd hebben of er misschien niet de noodzaak van inzien om telkens stil te staan bij de geleverdeprestatieenhierop te reflecteren isditspecifiek een taak van het onderwijs. Het onderwijs kent de mogelijk-heid om iets langer stil te staan bij ervaringen en juist daar-omzouhetonderwijskunnenzorgenvoorstructurelereflec-tiemogelijkheden voor de student. Dat wil niet zeggen dat reflecterenopdewerkvloernietgestimuleerdmoetworden.

Ineengoedebpvreflecterenstudentenminimaal één keer per week op de leer- en werkervaringen, hetzij docent ge-stuurd, hetzij praktijkopleider gestuurd. Daarnaast is het goedomwekelijkstijdinteplannenomdereflectie-uitkom-sten te bespreken en om de uitkomst van dit proces samen te vatten en vast te leggen. Deze samenvatting kunt u ge-bruiken om de verdere ontwikkeling te sturen: hoe kan de student de verdere competentieontwikkeling vorm geven.

3 Meijers, F. & Bodegraven, P. van (2004). Wat leer je in de praktijk?

Zoetermeer: Colo.

Inhoudsopgave

57

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 58: Handboek BPV

3. Beoordeling

Aan het begin en einde van een bpv-periode wordt gemeten en vastgelegd over welke competenties een stu-dent beschikt en in welke mate. Dit wordt gedaan om aan de hand hiervan nieuwe leerdoelen op te kunnen stellen, en om achteraf de ontwikkeling van de student te kunnen aantonen. Om dit op de juiste wijze te kunnen doen zorgt de opleiding ervoor dat: ereenfunctieprofielisopgesteldvoorbeoordelaar,waarindebenodigdecompetenties van de beoordelaar

worden vastgesteld eenbeoordelaarbeschikbaaris,dievoldoetaanhetvastgesteldeprofiel er een valide en betrouwbare methode beschreven is, om de student te kunnen beoordelen faciliteiten geregeld zijn om de studenten te kunnen beoordelen faciliteiten geregeld zijn om de beoordeling te kunnen vastleggen de beoordeling wordt gecommuniceerd met student en leerbedrijf.

Inhoudsopgave

58

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 59: Handboek BPV

Praktijkopleider als beoordelaar Het streven is dat ieder leerbedrijf een eigen beoorde-laarindienstheeft,dieiederaanhetzelfdefunctieprofielvoldoen.Stelditprofieldaarominoverlegmetleerbedrij-ven op. Aangezien de beoordeling van examens in de toekomst alleen verricht mag worden door aantoonbaar gekwalificeerdeenbevoegdebeoordelaars,heeftdeop-leiding er direct belang bij om opleidingen die hiervoor kwalificerenonder deaandacht vanpraktijkopleiders te brengen. Calibris, een van de kenniscentra, heeft een kwalificatiedossiervoorpraktijkopleidersontwikkeld,aande hand waarvan een op leiding voor praktijkopleider vorm gegeven kan worden. Ook biedt het RBA4 oplei-dingen aan voor praktijkopleiders binnen de sector Zorg en Welzijn.

Deze opleiding ‘praktijkopleider’ bestaat uit vier verplichte onderdelen: Werkplan maken en tot uitvoering brengen Leervoorwaarden creëren Werkbegeleiders coachen Leerproces begeleiden en beoordelen

Het laatste onderdeel (Leerproces begeleiden en beoor-delen) wordt door sommige Kenniscentra als losse modu-le aangeboden. In de praktijk zal het realiseren van een gekwalificeerdbeoordelaarwelhaalbaar zijnbij groterebedrijven met een eigen opleidingsbeleid maar kleinere bedrijven zullen niet altijd staan te springen om zoveel extra inspanning te moeten plegen. Wellicht is het handig om (als de overheid ons hiertoe verplicht) eigen krachten in te zetten.

Inhoudsopgave

59

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 60: Handboek BPV

4. Examinering in de praktijk Competentiegericht onderwijs vraagt om beoorde-ling in authentieke beroepssituaties. Binnen het ROC van Twente wordt er daarom naar gestreefd om examinering zoveel mogelijk in de authentieke beroepspraktijk te laten plaats vinden. Dat betekent dat de beroepspraktijkvorming een belangrijke rol speelt binnen hetgeheleprocesvanbeoordelenenkwalificeren. Ook bij summatieve beoordeling in de beroepspraktijk is het ROC verantwoordelijk voor de kwaliteit van zowel proces als product. Dit wil zeggen dat het toetsbeleid van een (MBO) College en het Handboek Competentiegerichte Examinering van toepassing zijn voor respectievelijk in de beroepspraktijkvorming. Richtlijnen en procedures voor het examineren in de praktijk worden derhalve in dit voorlig-gende handboek niet verder besproken. Hiervoor kunt u het Handboek Competentiegerichte Examinering van het ROC van Twente raadplegen.

Inhoudsopgave

60

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 61: Handboek BPV

1. Bereikbaarheid

Voor een optimale samenwerking met leerbedrijven is een goede bereikbaarheid een eerste vereiste. Zorg ervoor dat de opleiding kenbaar maakt wanneer de begeleider bereikbaar is voor vragen en opmerkingen, van studenten én leerbedrijven. Regel dat er tijdig gereageerd wordt en koppel altijd tijdig terug wat er met vragen en opmerkingen is gedaan of wat er mee gedaan gaat worden. Aandachtspunt hierbij is de vermelding van namen en telefoonnummers op de website. Zorg dat deze gege-vens regelmatig worden gecontroleerd op juistheid en zonodig worden aangepast.

Geef leerbedrijven én studenten emailadressen en telefoonnummers van bpv-docenten. Zorg dat de juiste contactpersonen met naam en toenaam bekend zijn bij alle leerbedrijven. Spreek af met de docenten dat ont-vangen telefoontjes van leerbedrijven op de mail worden gezet naar de desbetreffende bpv-docent. Op deze manier raken opmerkingen en vragen niet tussen wal en schip. Maak afspraken met docenten over de termijn waarbinnen een e-mail naar student of leerbedrijf beantwoord dient te worden. Het bpv-protocol geeft aan dat ieder ROC een Meldpunt bpv dient in te richten. Een Meldpunt bpv zorgt voor goede bereikbaarheid, maar tevens voor een goede verwerking van vragen en opmerkingen. Zolang dit nog niet ROC breed georganiseerd is binnen ROC van Twente kan een MBO-college zelf een Meldpunt bpv opzetten.

F Kwaliteitszorg

Inhoudsopgave

61

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 62: Handboek BPV

2. Klankbordgroepen

Er zijn verschillende partijen met wie de opleiding, als on-derwijsontwikkelaar, vormgever en aanbieder van onderwijs aan tafel gaat om te zorgen voor voldoende input en om de kwaliteit te handhaven en zo mogelijk te verbeteren. Omdat het niet mogelijk is om met alle vertegenwoordigers van een doelgroep of samenwerkende organisaties tegelijkertijd aan tafel te gaan, kunnen klankbordgroepen opgericht worden:1. klankbordgroep leerbedrijven en 2. klankbordgroep studenten (studentenraad)

Klankbordgroep leerbedrijven / c.q. werkveld- commissieDe klankbordgroep leerbedrijven is het overlegorgaan waarin het regionale bedrijfsleven en de opleiding vertegenwoordigd is. In deze klankbordgroep wordt gewerkt aan het verbeteren van (bestaande) contacten tussen bedrijven en beroepsop-leiding. Besproken wordt onder meer hoe de bpv verloopt, waar knelpunten en verbetermogelijkheden zitten, welke hia-ten de opleiding kent, hoe de afstemming plaats kan vinden etc. Het initiatief voor het oprichten van een klankbordgroep leer-bedrijven ligt bij de opleiding.

StudentenraadDe studentenraad is de klankbordgroep van studenten. Mini-maal twee keer per jaar komt deze groep bijeen om de gang van zaken te bespreken, verbeterpunten vast te stellen en de voorgaande punten te evalueren. Probeer in de studen-tenraad een evenredige vertegenwoordiging te krijgen van studenten uit alle lagen van de opleiding.

Tevredenheidsmeting Door regelmatig na te gaan in hoeverre de opleiding voldoet

Inhoudsopgave

62

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 63: Handboek BPV

aan de wensen en verlangens van studenten, praktijkopleiders en bpv-docenten, is de inhoud en vormgeving van de bpv steeds verder te optimaliseren. Via de ROC-spiegel (www.rocspiegel.nl) kan op vrij eenvoudige wijze jaarlijks een tevredenheidsonderzoek gehouden worden. Ook is het mogelijk om tijdens bijeenkomsten voor praktijkopleiders hen te vragen een enquête in te vullen. De respons is dan veel hoger. Er zijn al veel tevredenheidsonderzoeken verricht. Vragen uit eerder uitgezette onderzoeken zijn eenvoudig aan te passen aan de eigen opleiding. Met behulp van de uitkomsten van het onderzoek kunnen vervolgens conclusies getrokken worden over hoe deze tevredenheid verbeterd kan worden om zo uiteindelijk tot betere onderwijs-resultaten te komen. Vergeet niet de uitkomst van de enquêtes te communiceren met alle betrokkenen.

Inhoudsopgave

63

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 64: Handboek BPV

3. Scholing medewerkers

DocentstageWanneereendocentnietvoldoetaanhetprofielvandebpv-docent of als een docent ervaring in het beroep wil opdoen waarvoor wordt opgeleid, is dat middels een docentstage te organiseren. Door docenten binnen een bedrijf stage te laten lopen, kan er kennisuitwisseling plaatsvinden tussen scholen en bedrijven. Op deze manier worden uw toekomstige werknemers (de huidige studenten) beter voorbereid op de praktijk.Met de toenemende invloed van het praktijkleren (leren op de werkplek), is het belangrijk dat de studenten goed worden voorbereid op hun toekomstige baan op de arbeidsmarkt. Dat kan alleen als docenten actuele kennis hebben van de prak-tijk. Ook is actuele kennis van de praktijk nodig om studenten teondersteuneninhetreflecterenopberoepssituaties.De kennis die de docent opdoet bij een bedrijf komt dus ten goede aan zijn studenten. Doordat de docent weet wat er speelt bij de toekomstige werkgevers van zijn studenten kan er een betere koppeling gemaakt worden tussen de theorie en de praktijk. Ook kunnen enthousiasmerende praktijkver-halen verteld worden. Voor de docent draagt de stage bij aan zijn of haar deskundigheidsbevordering. Voor de school en het bedrijf is het een manier om de onderlinge contacten te verstevigen. Een docentstage kan variëren van enkele dagen meelopen en meekijken tot voor een langere periode meewerken. Tij-dens de stage kan de docent haar kennis en kunde inzetten om een aantal medewerkers van het leerbedrijf bij te scholen of om studenten van het ROC te begeleiden.

Inhoudsopgave

64

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 65: Handboek BPV

Bij docentstages adviseren wij om als volgt te werk te gaan.1. Stel vast wat de mogelijkheden binnen een bedrijf zijn voor docentstages:

· Welke werkzaamheden/afdelingen binnen dat bedrijf zijn geschikt.· Inventariseer of er binnen het bedrijf medewerkers zijn, die een docent kunnen en willen begeleiden.· Overleg met het bedrijf hoeveel dagen een docent maximaal stage kan komen lopen en bekijk wat de

mogelijkheden van de docent zijn. 2. Vraag het bedrijf een informatiepakket samen te stellen, waarmee docenten zich kunnen voorbereiden.3. Regel een afspraak tussen de geïnteresseerde docent en de begeleider binnen het bedrijf om de mogelijk-

heden door te spreken. Laat vooraf vaststellen wat het doel van de stage is.4. Leg de gemaakte afspraken met de docent/het bedrijf schriftelijk vast.5. Plan een tussentijdse evaluatie en een eindevaluatie

Professionalisering praktijkopleiderVoor praktijkopleiders die hun competenties op het gebied van coachen en organiseren van de beroeps-praktijkvorming willen uitbreiden, worden door allerlei verschillende organisaties, waaronder kenniscentra en ROC’s specifieke opleidingen aangeboden.Doorgaans biedt deze opleiding kennis en vaardighedenmetbetrekking tot het bevorderen van reflectie, het effectief communiceren met studenten, vaardigheden op het gebied van coachen en begeleiden, kortom hoe men effectiever kan opleiden op de werkvloer.

De bpv-docent kan de praktijkopleider (vooral als het wat kleinere bedrijven betreft) vragen of men behoefte heeft aan wat tips of ondersteuning, bij het vormgeven van het leertraject.

zie ook: pagina 48, praktijkopleider als bevoegd beoordelaarzie ook: pag. 59, praktijkopleider als beoordelaar

Inhoudsopgave

65

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 66: Handboek BPV

Docent als coachDocenten die studenten begeleiden tijdens de bpv zijn eigenlijk niet meer zozeer docent, maar hebben eerder een functie als coach. Een goede coach kan het verschil betekenen tussen wel of niet de bpv met goed ge-volg doorlopen. Een coach stelt telkens samen met de student doelen met een tijdspad en beoordeelt of het doel gehaald is, moedigt aan, stelt tussentijds de doelen bij, zoekt naar knelpunten en bevordert de motivatie. Dat is wat anders dan het overdragen van kennis en vaardigheden. Vooral het in overleg met de student en leerbedrijf formuleren van concrete doelen (dat kunnen andere leerdoelen zijn dan de door school geformu-leerde opdrachten) en het koppelen van een tijdspad hieraan, is een kunst die niet iedereen beheerst. Behalve dat het vak van coach een ander dan dat van docent is, zijn er ook andere vaardigheden mee ge-moeid. (zie ook: pag. 43: coachingsmodel). Een goede methodiek om het coachen binnen school en in het leerbedrijf vorm te geven is het leercoachen. Leercoaching is een begeleidingsmodel om de student te activeren en te motiveren steeds zelfstandiger aan de slag te gaan, en om de begeleider structuur te bieden om de leercompetenties van de student te (leren) coachen.Destudentendecoachkijkennaardestudentvanuithetkwadrantmodel(ziefiguur1).Het kwadrantmodel is binnen leercoaching gekoppeld aan de leercyclus. De leercyclus is een verplicht on-derdeelvandenieuwecompetentiegerichtekwalificatiestructuur.(Ziebrondocumentlerenenburgerschap).Destudentheeftkennis(kunnen)nodigomdoelentekunnenstellen(figuur2).Destudentzaldemotivatie(willen) moeten hebben om daadwerkelijk te oriënteren en te plannen. Vervolgens zal de student het geplande uitvoeren (doen) en terug kunnen kijken, kunnen evalueren of de prestaties (presteren) naar wens zijn ver-lopen. Afhankelijk van de leerstijl van de student en de aard van de prestatie zal de student bij één van de aspecten beginnen. Steeds staat de vraag centraal: doet en presteert de student wat hij kan en wil?

leren gedrag

niet-zichtbaar Kunnen Willen

zichtbaar Presteren Doen

Hoofdinvalshoeken kwadrantmodel

4Hoeven,H.J.van(2005a).Leercoachinginhetberoepsonderwijs.Begeleider;Eenkapstokvoorcompe-tentiegericht leren en ontwikkelen.

Hoeven,H.J.van(2005b).Leercoachinginhetberoepsonderwijs.Deelnemer;Eenkapstokvoorcompe-tentiegerichtlerenenontwikkelen.Houten:BohnStafleuVanLoghum.

Inhoudsopgave

66

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 67: Handboek BPV

De uitdaging aan de leercoach is de student te steeds zelfstandiger te leren leren. Dit vraagt van de coach naast het vertrouwen er samen uit te komen, kwaliteiten als procesbegeleider met een aardige portie geduld (van zichzelf en van de student). Onderzoek of docenten over de juiste competenties beschikken en regel zonodig scholing, supervisie of intervisie.

Doelen stellen

Oriënteren en plannen

Terugkijken en evalueren

Uitvoeren

Student

Kunnen Willen

DoenPresteren

Het kwadrantmodel en de leercyclus

Inhoudsopgave

67

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 68: Handboek BPV

4. PDCA-cyclus

De PDCA-cyclus (plan, do, check, act) is ervoor bedoeld om met een vaste regelmaat (cyclus) te zorgen dat opleidingen, procedures, beleid en visie worden beoordeeld, herzien en bijgesteld. Zorg dat in de PDCA-cyclus van de bpv tenminste wordt opgenomen:

De samenwerking met leerbedrijven/ onderhouden van de relatie De voorlichting aan leerbedrijven en studenten De realisatie van leerwerkplannen Dekwaliteit(gekoppeldaanfunctieprofielen)vandebegeleiding(evaluatiedoorstudenten) De evaluatie van de tussentijdse beoordeling van studenten De beschikbaarheid begeleiders en beoordelaars Een gezamenlijke jaarlijkse evaluatie van de bpv door leerbedrijf en opleiding Examenprocedures Uitwerking van eerder geformuleerde verbeterpunten Functieprofielenbeoordelaarsenbegeleiders(tweejaarlijkseevaluatie)

Inhoudsopgave

68

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 69: Handboek BPV

Bijlage 1: standaard praktijkovereenkomst

G Bijlagen

Achternaam

Voorletters en roepnaam

Adres

Postcode

Woonplaats

Telefoonnummer

Geslacht Nationaliteit

Geboorteplaats

Studentnummer

Geboortedatum

2 Stichting Regionaal Opleidingen Centrum van Twente

Sector

Locatieadres

Plaats

Telefoon

Praktijkdocent

Brinnummer 27YU

3 Opleiding

Kwalificatie

Code beroepskwalificatie (CREBO)

Leerweg

BPV omvat

Ingangsdatum praktijk

Einddatum praktijk

Schooldagen*: in onderling overleg

* indien noodzakelijk

4 De ouders/voogd(en) (wettelijke vertegenwoordiger)*Naam

Adres

Postcode

Woonplaats

* indien student minderjarig en ongehuwd tevens de wettelijk vertegenwoordiger

5 De praktijkbiedende organisatie

Naam

Afdeling

Praktijkopleider/Contactpersoon

Werkadres

Postcode

Plaats

Telefoon

Correspondentieadres

Postcode

Plaats

Relatienummer*

* in te vullen door KBB

Ondergetekenden

hierna te noemen: de student

1 De student 6 Betrokken Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven

Naam Brinnummer

7 Bijzondere bepalingena. deze praktijkovereenkomst maakt deel uit van een samenstel

van regelingen en overeenkomsten die de opleiding van de stu-dent betreffen, te weten:- de onderwijsovereenkomst- de onderwijs- en examenregeling van de opleiding

b. de student is ingeschreven bij de instelling op grond van een on-derwijsovereenkomst

c. onderricht in de praktijk maakt deel uit van iedere beroepsoplei-ding conform de Wet Educatie en Beroepsonderwijs

d. de door de student in het kader van deze overeenkomst te ver-richten activiteiten hebben een onderwijsleerfunctie

8 Vergoedingen

n.v.t.

De student ontvangt van de praktijkgever gedurende de activitei-

ten in het kader van de beroepspraktijkvorming:

1. een vergoeding van bruto €

2. een reiskostenvergoeding van €

3. een pensionkostenvergoeding van €

De school ontvangt van de praktijkbiedende

organisatie een vergoeding van bruto €

De artikelen 10 tot en met 26, zijnde bepalingen met een algemene strekking, staan vermeld op pagina 13 en 14. Deze bepalingen kunnen op deze plaats als ingelast worden beschouwd, en maken integraal deel uit van deze overeenkomst.

9 Handtekeningen

Namens ROC van Twente Handtekening

Naam H. Schutte

Datum - - 20

Namens student of ouder(s)/voogd(en)* Handtekening

Naam

Datum - - 20

Namens de praktijkbiedende organisatie Handtekening

Naam

Datum - - 20

Namens de werkgever* Handtekening

Naam

Datum - - 20

Namens bestuur Kenniscentrum Handtekening

Beroepsonderwijs Bedrijfsleven

Naam

Datum - - 20

* indien de student minderjarig is

* alleen invullen als de praktijkbiedende organisatie niet de werkgever is

* alleen van toepassing voor beroepsbegeleidende leerweg

Pagina 1 van 2 Version: BO/BPVO/RvT/08/1.0Contractnummer:

Praktijkovereenkomst

Inhoudsopgave

69

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 70: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider 5

Competentie 1

Introduceren

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze de student op de werkplek te introduceren, zodat het gewenste leerproces van start kan gaan.

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1. Voert een introductiegesprek met nieuwe studenten op de werkplek

2. Voert de introductie uit volgens opgesteld plan (inwerkschema)

3. Bespreekt wederzijdse verwachtingen en gaat na wat de student wil leren (POP)

4. Ondersteunt samen met de student de collega-begeleiders op de hoogte van de doelen

5. Draagt mede zorg voor de formaliteiten rondom de student.

Resultaat Het leerproces van de student is na de introductie op de werkplek van start gegaan.

5Competentieprofielwerkbegeleider:Projectparticipanten:samenwerkingtusseneenaantalBrabantseROC’s, Hogescholen, zorgorganisaties, OVDB en TSO-Agora/Transvorm..

* = actief en bewust

Inhoudsopgave

70

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 71: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 2

Coachen

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze studenten te begeleiden, zodat deze zich optimaal kunnen ontwikkelen op de leer/werkplek

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1. Stemt de begeleiding af op de wensen en behoeften van de studenten en de eisen die aan de studenten worden gesteld rekeninghoudend / afgestemd op POP van student (resultaatgericht)

2. Coacht student tot zelfsturing in de planning en uitvoering van diens leeractiviteiten

3. Voert met een student coachende begeleidingsgesprekken (doelstellingen formuleren, activiteiten plannen, uitvoeren en doelen evalueren)

4. Begeleidt individuele studenten in hun leerproces naar grotere zelfstandigheid

5. Motiveert en stimuleert studenten tot leeractiviteiten

6. Past de begeleidingsstijl aan op leerstijl en beginsituatie van de student (persoonsgericht)

7. Werkt methodisch in de begeleiding van student

8. Houdt relevante voortgang/wijzigingen (digitaal) schriftelijk bij

9. Durft grenzen te stellen

ResultaatDe student ontvangt begeleiding op maat De student kan zich ontwikkelen binnen een leerwerk/omgeving met een optimaal leerklimaat

Inhoudsopgave

71

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 72: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 3

Aanbieden van leersituaties en leervoorwaarden realiseren.

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze studenten leersituaties aan te bieden ter ondersteuning van hun leerproces en leervoorwaarden te realiseren zodat het leerproces optimaal kan verlopen.

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1. Biedt leersituaties aan die afgestemd zijn op het leerproces van de student, en stelt dit zonodig bij.

2. Signaleert na analyse knelpunten en mogelijkheden in het leerproces van de betreffende student in relatie tot zijn POP.

3 Doet voorstellen ter verbetering van het leerproces en/of ondersteunt de student bij het komen tot eigen voorstellen.

4 Draagt bij aan het verbeteren van het leerklimaat op de werkplek.

5 Houdt rekening met verschillende belangen.

6 Gaat - voor zover binnen zijn verantwoordelijkheid – in onderhandeling om be-tere leervoorwaarden te bereiken.

ResultaatStudent krijgt opleidingsactiviteiten die afgestemd zijn op het eigen leerproces.Optimaal verlopende leerprocessen.Functionele leervoorwaarden ten behoeve van de opleidingstrajecten.

Inhoudsopgave

72

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 73: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 4

Aanbieden van leersituaties en leervoorwaarden realiseren

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze studenten leersituaties aan te bieden ter ondersteuning van hun leerproces en leervoorwaarden te realiseren zodat het leerproces optimaal kan verlopen

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1. Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie.

2. Luistert actief en toont geduld.

3. Houdt rekening met wat door de ander gezegd wordt.

4. Stimuleert de ander om vragen te stellen.

5. Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen en vraagt zonodig door.

6. Brengt een boodschap kort en duidelijk over.

7. Let op non-verbale communicatie.

8. Combineert informatie uit verschillende bronnen en brengt deze informatie kernachtig over.

9. Vat samen wat anderen zeggen en wat zij zelf heeft willen overbrengen en toont aan de boodschap begrepen te hebben.

10. Kan slecht nieuws gesprekken voeren.

11. Kan inhoudelijk goede feedback geven.

ResultaatBetrokkenen in het opleidingsproces beschikken over de relevante informatie.

Werkbegeleiders communiceren op maat.

Competentie 4: Communiceren’Hoe wordt het structureel contact tussen werkveld en opleiding vormgegeven? Hoe is dat vastgelegd? Hoe gaat men zich er aan houden?

Inhoudsopgave

73

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 74: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 5Samenwerken

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het opleidingstraject samen te werken.

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1. Maakt werkafspraken met de praktijkopleider van school, student en beoordelaar.

2. De Werkbegeleider moet de gemaakte afspraken nakomen.

3. Wijzigt werkwijze indien nodig naar aanleiding van ontvangen feedback.

4. Verstrekt relevante informatie aan relevante belanghebbenden op de wijze zoals afgesproken

5. Vraagt om hulp als hij er zelf niet uitkomt.

6. Stimuleert en helpt als de situatie daarom vraagt en het werk het toelaat

7. Geeft aan wanneer de werkdruk te hoog is en zoekt naar oplossingen

8. Neemt actief deel aan werkbesprekingen.

9. Heeft inzicht in de werkzaamheden van anderen, met name voor wat betreft de opleidingsgebonden rollen (in eigen organisatie en op betreffende opleiding).

10.Gaatflexibelommetwisselendetaken.

11. Hanteert communicatietechnieken gericht op samenwerking.

ResultaatDe samenwerking van de werkbegeleider met alle betrokkenen in het opleidingstraject is optimaal.

Inhoudsopgave

74

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 75: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 6

Zorgdragen voor kwaliteit

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor de kwaliteit van opleidingstrajecten, zodat voor alle betrokkenen de gewenste resultaten behaald kunnen worden.Eindverantwoordelijkheid ligt bij de leidinggevende van de Werkbegeleider.

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1. Presenteert zichzelf als professional en de organisatie als professioneel leerbedrijf.

2. Werkt volgens kwaliteitsvoorschriften.

3. Signaleert en constateert problemen en doet indien nodig voorstellen aan de be-treffende persoon ter verbetering van de kwaliteit van het opleiden.

4. Is alert op de beschikbare tijd, deskundigheid, middelen en ruimte t.b.v het oplei-den

Resultaat

Studenten worden opgeleid binnen een leeromgeving waarin processen kwalitatief goed verlopen

Betrokkenen in het leerproces leveren met kwalitatief hun aandeel in het opleidings-traject

Inhoudsopgave

75

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 76: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 7Competenties blijven ontwikkelen

De werkbegeleider is in staat om op adequate wijze zijn competenties te blijven ontwikkelen om goed te functioneren als werkbegeleider.

Beheersings-indicatoren gericht op het proces

1.Reflecteertopzijnhandelenalswerkbegeleiderenpastzonodighoudingenwerk-wijze aan.

2. Stelt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen d.m.v. relevante scholing c.q. bijeenkomsten.

ResultaatVoortdurende ontwikkeling van de competenties als werkbegeleider

Functioneren als werkbegeleider blijft op niveau

Inhoudsopgave

76

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 77: Handboek BPV

Bijlage 2: voorbeeld competentieprofiel van de werkbegeleider

Competentie 8Een voorbeeld zijn en betrouwbaar zijn

De werkbegeleider moet een voorbeeld zijn voor anderen; komt gemaakte afspraken na en aanvaardt de consequenties.

1. Collegiaal zijn én opkomen voor jezelf.

2. Staan voor wat je zegt; consequent handelen en afspraken nakomen

3. Verantwoordelijkheid nemen voor eigen handelen.

4. Respect tonen voor de student.

5. Opkomen voor de behoefte van de student.

ResultaatAltijd voorbeeldfunctie uitoefenen. Gemaakte afspraken nakomen en consequenties aanvaarden Bij in gebreke blijven neemt hij/zij de gevolgen voor eigen rekening en neemt nadelige gevolgen voor anderen zo goed mogelijk weg.

Inhoudsopgave

77

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G

Page 78: Handboek BPV

Bijlage 3: statuskaart beroepspraktijkvorming

ROC standaard

Verantwoor-delijkheid

opleidings-team

BPV gids voor de student

BPV handboek

begeleiders

Validatiescore zelfevaluatiemodel ROC van TwenteOnderwerpen Toelichting

1. Algemene opleidingsgegevens

1.1 Alle gegevens van de opleiding

Is er een opleidingsnaam met beschrijving van kern- en uitstroomdifferentiaties, met crebocode, leerweg, niveau en uitvoeringslocatie(s)?Is er een overzicht van de beschikbare BPV-adressen; waarbij inzicht in werving, accreditatie, vergoeding en werkprocessen?Is er inzicht in de beleidsafspraken?Is er een begrippenlijst voor de beroepspraktijkvorming?

1.2 Beroepstypering van de opleiding Is er een korte typering van de beroepengroep in het kwalificatiedossier?1.3 Kwalificatiestructuur Is er een schematisch weergave welke plaats de opleiding inneemt tussen de andere opleidingen van de branche?1.4 Competentiematrix Is de matrix uit het kwalificatiedossier voorhanden? Zijn de te behalen competenties genoemd?1.5 Verantwoordelijken BPV Is er een verantwoordelijke voor met name de BPV-component van de opleiding?1.6 Jaarplanning BPV Is er een jaarplanning van de beroepspraktijkvorming in de opleiding ?

2. Inhoud en didactische inrichting 2.1 Onderwijsvisie m.b.t. BPV Is er een beschrijving van de onderwijsvisie en met name de visie op de BPV?2.2 Didactisch concept in de BPV Is er een beschrijving van de manier waarop de student in de BPV leert en zich ontwikkelt?2.3 Opleidingsplanning voor de BPV Is er een beschrijving van het ontwikkeldeel en afsluitende examen van de BPV in het totale opleidingsplan?

2.4 BPV-inhoud, -communicatie en -organisatie

Is er een beschreven inhoud van de BPV (wat moet de student doen/leren in de BPV) in werkprocessen en leertaken?Is er een beschrijving van de inhoud en manier waarop over de BPV wordt gecommuniceerd voor alle doelgroepen (website, Plaza, gids)?Is er een beschrijving van de manier waarop wordt overlegd en de relatie wordt onderhouden met de leerbedrijven en het KBB?Is er een beschrijving van de wijze waarop de BPV georganiseerd wordt (ondersteuning, inzet ICT, loketfunctie etc.)?

2.5 Opleidingsinhoud voor de BPV Is er een beschrijving van het overleg over afstemming van verwachtingen van de BPV tussen school, student en bedrijf?

2.6 TOP-model voor de BPV Is er een beschrijving van het TOP-model van met name de BPV-component, v.w.b. zowel de urenplanning vooraf (voorcalculatie) als de verantwoording van de geleverde onderwijstijd achteraf (nacalculatie)?

3. Begeleiding en studievoortgang

3.1 (Studieloopbaan)begeleiding door BPV-docentIs er een beschrijving van de (studieloopbaan)begeleiding van de student voorafgaand en tijdens de BPV (het begeleidingsmodel met daarin de begeleidingstijd per student)?Is er een administratie voor de wettelijke documenten in het studentendossier (zoals de Praktijkovereenkomst t.b.v. de bekostiging)?

3.2 Taken/verantwoordelijkheden student-docentIs er een beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de student tijdens de BPV?Is er een beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de BPV-docent?Is er een beschrijving van de begeleidingsuren en benodigde faciliteiten van de praktijkopleider voor de BPV?

3.3 Begeleiding bij het leren door de praktijkop-leider

Is er een beschrijving van de inhoud van de begeleiding tijdens de BPV?Is er een beschrijving van de begeleidingsstructuur door de praktijkopleider?

3.4 Regels m.b.t. de studievoortgang in de BPV Is er een beschrijving van de praktijk/theorie elementen tijdens de BPV die voorwaardelijk zijn voor een overgang naar een volgende fase of leerjaar?

4. Examinering

4.1 Examenregels voor de BPV component Is er een beschrijving van de examenregels die betrekking hebben op de BPV?4.2 Examencommissie/subexamencommissie Is er een ledenlijst van de examencommissie en de gekwalificeerde examinatoren die het buitenschoolse BPV-programma beoordelen?4.3 Vrijstellingsprocedures voor BPV Is er een beschrijving van de vrijstellingsprocedure voor (delen van) de BPV component?

4.4 Examenplan (inhoud en organisatie)Is er een BPV-examenplan met alle examenonderdelen ( de examenproducten) die daarvan onderdeel uitmaken; met kerntaak-matrix waarin aangegeven is welke kerntaken/werkprocessen/competenties bij welk onderdeel wordt geëxamineerd?Is er een beschrijving van de organisatie van het buitenschoolse (BPV) examenprogramma?

4.5 Eisen diplomering Is er een beschrijving van de BPV-eisen waaraan de student moet voldoen om het diploma te behalen?

5. Kwaliteitszorg

5.1 Betrokkenheid beroepenveld Is er een beschrijving van de wijze waarop de interactie plaatsvindt met het beroepenveld en de inhoud van deze interactie?Is er een beschrijving van de wijze waarop het beroepenveld betrokken wordt bij het systematisch ontwikkelen, monitoren en evalueren van de BPV?

5.2 Betrokkenheid medewerkers Is er een beschrijving van de wijze waarop de medewerkers betrokken worden bij het systematisch ontwikkelen, monitoren en evalueren van de BPV?5.3 Betrokkenheid student Is er een beschrijving van de wijze waarop de student betrokken wordt bij het systematisch ontwikkelen, monitoren en evalueren van de BPV?5.4 Evaluatie en verantwoording over de BPV Is er een beschrijving van de wijze waarop de BPV wordt geëvalueerd en bijgesteld (zelfevaluatieparagraaf in het jaarverslag van de opleiding)?

s TAT u s K A A R T B E R O E P s P R A K T I j K V O R m I n g

slecht Onv. Vold. goed

Inhoudsopgave

78

Omschrijving begrippen

Visie en beleid

Organisatie bpv

Van bedrijf naar leerbedrijf

Inhoud bpv

Kwaliteitszorg

Bijlagen

H

A

B

C

D

E

F

G