Upload
de-hartvaatgroep
View
220
Download
3
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Rapport Hartrevalidatie - resultaten surveyonderzoek Löb en Hezemans
Citation preview
Hartrevalidatie: Barrières, behoeften en verwachtingen van hartpatiënten
Resultaten surveyonderzoek als onderdeel van onderzoeksstage
Nora Löb & Chloë Hezemans
Juli 2012
Onder begeleiding van Veronica Janssen, Inge van den Broek en Roderik Kraaijenhagen.
2
Executive summary
Onderwerp
Grootschalig onderzoek van de zorgverzekeraar Achmea (Van Engen-Verheul et al.,
2012) heeft aangetoond dat deelname van hartpatiënten aan hartrevalidatie laag is,
namelijk 28.5%. Dit geldt met name onder ouderen (Van Engen-Verheul et al., 2012)
en vrouwen (Jackson et al., 2005). Voorgaand onderzoek heeft eveneens aangetoond
dat allerlei barrières zoals beschikbaarheid van vervoer, tijd et cetera een rol kunnen
spelen in het wel of niet deelnemen aan hartrevalidatie. Daarnaast zijn er factoren
zoals attitudes, barrières, informatieverstrekking, rolconflict en doelen die ervoor
kunnen zorgen dat men niet deelneemt aan hartrevalidatie. Over mogelijke bestaande
barrières bestaan goede vragenlijsten, die echter nog niet waren gebruikt om
verschillen hierin tussen hartpatiënten die wel of geen hartrevalidatie hebben gevolgd,
mannen en vrouwen en jongeren en ouderen te onderzoeken.
Doel
Dit onderzoek heeft gepoogd deze mogelijke verschillen in kaart te brengen en op
grond hiervan aanbevelingen te doen voor een communicatieproduct waarmee de
deelname aan hartrevalidatie van jong en oud, man en vrouw verhoogd kan worden.
Methode
Het onderzoek bestond uit een vragenlijst die verspreid is onder hartpatiënten (n=250)
via internet en verschillende ziekenhuizen/revalidatiecentra, waarbij de responsratio
n=177 was. De vragenlijst was gebaseerd op verscheidene vragenlijsten uit eerder
onderzoek en aangevuld aan de hand van focusgroepen. (De volledige vragenlijst is te
vinden in Bijlage 1). In de methodensectie is te lezen hoe deze vragenlijst is
opgebouwd en waar de verschillende onderdelen vandaan kwamen.
Resultaten
• Uit het onderzoek bleek dat vrouwen en jongere hartpatiënten (65-) een
neutralere attitude hebben dan mannen en oudere hartpatiënten (65+).
• De top drie doelen van hartpatiënten zijn: gezond zijn en blijven,
zelfvertrouwen hebben en houden en voorkomen dat mijn hartaandoening
verslechtert.
• De behoeften die van belang zijn voor hartpatiënten, ongeacht of
man/vrouw/oud 65+ /jong 65- of wel/ geen hartrevalidatie zijn: individuele
aandacht ontvangen, eigen doelen kunnen stellen en met professionals
3
vooruitgang bespreken. Oefeningen en contact met anderen is minder van
belang voor alle groepen.
• Hartpatiënten die geen hartrevalidatie gevolgd hebben, gaven aan dat de
volgende overwegingen een rol speelden bij het niet volgen van
hartrevalidatie: ik weet niet of ik er iets aan heb en ik zorg liever voor mijn
eigen gezondheid.
• Tegen de verwachtingen in ervaren hartpatiënten ongeacht leeftijd, geslacht en
wel/geen hartrevalidatie geen barrières bij het volgen van hartrevalidatie.
• De meeste hartpatiënten (70%) willen over hartrevalidatie geïnformeerd
worden doormiddel van een persoonlijk gesprek en deze informatie krijgen ze
het liefst van de cardioloog.
Conclusie
Uit het onderzoek blijkt dat op sommige onderdelen verschillende groepen
hartpatiënten van elkaar verschillen. Over het algemeen zijn de hartpatiënten positief
over hartrevalidatie. Echter bepaalde groepen, zoals ouderen en vrouwen kunnen nog
op een betere manier worden aangesproken om deel te nemen aan hartrevalidatie om
de instroom van deze groepen te verhogen.
Aanbeveling
• Attitude: Mensen zijn meer geneigd om een bepaald gedrag uit te voeren als
zij een positieve of negatieve attitude ten opzichte van iets hebben. Om de
instroom bij hartrevalidatie te verhogen, zou hier op ingespeeld kunnen
worden door cardiologen en hulpverleners door de neutrale attitude positiever
te maken in bijvoorbeeld het intakegesprek.
• Doelen top drie:. In een communicatieproduct zouden de doelen gezond zijn
en blijven, zelfvertrouwen hebben en houden en voorkomen dat mijn
hartaandoening verslechtert verwerkt kunnen worden om mensen nog meer
aan te spreken en te verduidelijken dat deze levensdoelen met hartrevalidatie
bereikt kunnen worden.
• Behoeften: Bij het ontwikkelen van een communicatieproduct zoals
bijvoorbeeld een folder, is het aan te bevelen om de behoeften individuele
aandacht ontvangen, eigen doelen kunnen stellen en met professionals
vooruitgang bespreken te verwerken.
• Overwegingen bij deelname hartrevalidatie: Op de overtuigingen ik weet niet
of ik er iets aan heb en ik zorg liever voor mijn eigen gezondheid zou
4
ingespeeld kunnen worden met behulp van een communicatie-product. Dit kan
bijvoorbeeld met behulp van een persoonlijk verhaal van iemand die sceptisch
was over hartrevalidatie maar uiteindelijk toch tevreden was.
• Barrières: Het is niet noodzakelijk om in te spelen op barrières m.b.v. een
communicatieproduct, omdat ze niet of nauwelijks een rol speelden.
• Informatie: Een communicatieproduct zoals een draaiboek voor zorgverleners
zou moeten inspelen op de feiten dat hartpatiënten geïnformeerd willen
worden door middel van een persoonlijk gesprek en dat zij deze informatie het
liefst krijgen van de cardioloog.
Beperkingen van het onderzoek
Een kanttekening die geplaatst kan worden bij dit onderzoek is dat de respondenten
voornamelijk bestonden uit hartpatiënten die wél hartrevalidatie hadden gevolgd. In
de werkelijkheid is de verhouding tussen hartpatiënten die wel of geen hartrevalidatie
hebben gevolgd anders. Hierom moeten de resultaten van dit onderzoek wat betreft de
groep die geen hartrevalidatie had gevolgd met enige voorzichtigheid worden
geïnterpreteerd.
5
Inleiding
Hart- en vaatziekten zijn in Nederland niet langer doodsoorzaak nummer 1,
tegenwoordig is kanker doodsoorzaak nummer 1. Desondanks sterven toch 1 op de 3
Nederlanders aan hart- en vaatziekten. Onder vrouwen zijn hart- en vaatziekten echter
wel nog doodsoorzaak nummer 1, hoewel er vaak gedacht wordt dat hart- en
vaatziekten vooral voorkomen bij mannen (Vaartjes, van Dis, Visser, & Bots, 2011).
Tegelijkertijd is het aantal ziekenhuisopnames vanwege acute hartinfarcten in de
periode 2005-2010 toegenomen en neemt het aantal ingrepen, zoals
openhartoperaties, omleidingsoperaties, dotter- en stentbehandelingen en het plaatsen
van een pacemaker of ICD toe. Dit betekent dat er steeds meer mensen leven met
hart- en vaatziekten. Ter verbetering van de prognose en ter bevordering van het
herstel, is er hartrevalidatie.
In de hartrevalidatie wordt gestreefd naar een zo goed mogelijk herstel van de
hartaandoening. Dit wordt gedaan aan de hand van het werken aan de conditie,
vertrouwen krijgen in het lichaam, leren omgaan met beperkingen, leren wat een
gezonde leefstijl inhoudt en leren hoe het oude leven weer zo goed mogelijk kan
worden opgepakt. Mensen die behandeld zijn voor hart- en vaatziekten komen in
principe allemaal in aanmerking voor hartrevalidatie. Dit houdt in de praktijk in dat
na een hartinfarct, na een openhartoperatie, een omleidingsoperatie, na een dotter- of
stentbehandeling of nadat er een pacemaker of ICD is geplaatst er hartrevalidatie zal
worden aangeboden (Hartstichting, opgehaald op 2012). De officiële indicaties voor
hartrevalidatie zijn acuut coronair syndroom (ACS), waaronder een acuut
myocardinfarct (AMI) en (in)stabiele angina pectoris (IAP), patiënten die een
Percutane Coronaire Interventie (PCI) hebben ondergaan, en patiënten die een
omleidingsoperatie (Coronary Artery Bypass Grafting (CABG)) hebben gehad
(Multidisciplinaire Richtlijn Hartrevalidatie, 2011).
De effecten van hartrevalidatie zijn groot, uit verscheidene meta-analyses van
experimentele onderzoeken blijkt dat hartrevalidatie positieve gevolgen heeft voor de
gezondheid (Smiths, et al., 2011; Taylor et al., 2004; Clark, Hartling, Vandermeer &
McAlister, 2005). De kans op overlijden wordt verkleind met 20% tot 32%, de
cholesterolwaarden gaan omlaag, bloeddruk gaat omlaag en het aantal rokers
vermindert door de hartrevalidatie (Taylor et al., 2004).
6
Ondanks dat de voordelen van hartrevalidatie evident zijn, is de deelname aan
hartrevalidatie laag. Uit recent onderzoek is gebleken dat in Nederland maar 28,5%
van de mensen die een acute hartaandoening hadden, gebruik maakt van
hartrevalidatie (Van Engen-Verheulen et al., 2012).
Er zijn verschillende redenen waarom mensen geen gebruik maken van
hartrevalidatie. Mensen zien bijvoorbeeld allerlei barrières bij deelname aan
hartrevalidatie; dit kunnen persoonlijke, logistieke, werk/tijdsgerelateerde barrières of
comorbiditeit (tegelijkertijd lijden aan meerdere chronische aandoeningen) zijn
(Shanmugasegaram, et al., 2011). Een andere factor die invloed heeft op deelname
aan hartrevalidatie is de mate van angst en depressie. Mensen die depressief zijn,
nemen minder snel deel aan hartrevalidatie (Whitmarsh, Koutanji & Sidell, 2003).
Mensen met een hoge mate van angst en depressie zijn ook sneller geneigd voortijdig
te stoppen met hartrevalidatie dan mensen die hier geen last van hebben (Yohannes,
Yalfani, Doherty & Bundy, 2007). Een laatste factor die de lage deelname aan
hartrevalidatie zou kunnen verklaren is het verschil in doelen. Voorgaand onderzoek
heeft aangetoond dat ouderen in het algemeen een prevention-focus hebben. Dit
maakt dat ouderen graag willen behouden zoals het is en verlies willen voorkomen.
Het voorkomen van een verlies kan zich uiten in een avoidance-focus. Jongeren
daarentegen hebben over het algemeen een promotion-focus. Zij streven naar winst en
vooruitgang. Dit kan zich uiten in een approach-focus (Freund, 2006; Higgins et al.,
2001; Ebner, Freund & Baltes, 2006). Wanneer men echter lijdt aan een chronische
aandoening, is men erbij gebaat de klachten te accepteren, doelen te verleggen en
tevreden te zijn met wat nog wel kan (Heckhausen, Schulz & Wrosch, 2010). Dit is
voor ouderen wellicht makkelijker doordat zij door hun prevention-focus gericht zijn
op het voorkomen van erger. Terwijl jongeren erop gericht zijn meer te kunnen, meer
te krijgen, worden ze ermee geconfronteerd dat dit door de chronische aandoening
misschien niet meer kan. Dit verschil tussen jongeren en ouderen zou kunnen
verklaren waarom oudere hartpatiënten minder geneigd zijn tot deelname aan
hartrevalidatie. Ouderen zouden namelijk door de prevention-focus minder moeite
hebben met het leven met een hartaandoening.
Dit onderzoek zal ingaan op factoren die zouden kunnen verklaren waarom er
zo weinig wordt deelgenomen aan hartrevalidatie, hierbij zal er tevens worden
gekeken naar verschillen tussen geslacht, leeftijd en het wel of niet volgen van
7
hartrevalidatie. Eerst zullen algemene steekproefkarakteristieken worden besproken.
Vervolgens zal de attitude aan bod komen. Dit zal worden gevolgd door; behoeften
wat betreft hartrevalidatie, barrières bij het al dan niet volgen van hartrevalidatie,
informatiebehoefte, redenen van weinig behoefte aan informatie, rolconflict, abstracte
levensdoelen top 3, doelen die behaald kunnen worden door hartrevalidatie. Hierbij
zullen de gemiddelden gerapporteerd worden en vervolgens zal hieraan een
aanbeveling worden gekoppeld. Deze aanbeveling is te vinden op de volgende pagina.
Methode
Steekproef
Voor deze studie werden er 177 proefpersonen geworven in de maanden mei
en juni 2012. Het inclusiecriterium hield in dat de proefpersonen de afgelopen tien
jaar in aanmerking waren gekomen voor hartrevalidatie. Dit hield in dat de
proefpersonen na het jaar 2000 een hartinfarct, dotterbehandeling, klepoperatie of
bypassoperatie hebben gehad. Een exclusiecriterium was onvoldoende Nederlandse
taalvaardigheid. De verdeling van de steekproef wat betreft geslacht, leeftijd en
provincie was goed. De groepen wel of geen hartrevalidatie waren echter niet gelijk
verdeeld.
Materialen
Procedure rondom doorverwijzing naar hartrevalidatie
Hierin kwamen vragen aan bod over of men informatie heeft gehad over
hartrevalidatie, of de cardioloog de hartpatiënt heeft doorverwezen, of er contact werd
opgenomen met de hartpatiënt voor de hartrevalidatie, of de hartpatiënt zelf om
hartrevalidatie heeft gevraagd en of het daarna lang duurde voordat er contact werd
opgenomen met de hartpatiënt. Wanneer men aangaf hartrevalidatie te hebben
gevolgd, werd er gevraagd naar of men tevreden was over de hartrevalidatie en of
men het aan een ander zou aanbevelen.
Er werd tevens ingegaan op het moment van de behoefte aan informatie over
hartrevalidatie aan de hand van 7 items. Een voorbeeld van deze items is: "Ik had
behoefte aan informatie over hartrevalidatie, kort na het hartincident, tijdens de
opname en/of behandeling in het ziekenhuis.” Hierop kan geantwoord worden op een
8
5-punts Likertschaal die loopt van “1= Geen behoefte” tot “5= Veel behoefte” en
tevens kan aangegeven worden “Niet van toepassing”.
Het moment van de behoefte aan hartrevalidatie zelf kwam aan bod aan de
hand van vijf items. Een voorbeeld van een item is: "Ik had/heb behoefte aan
hartrevalidatie, kort na het hartincident, tijdens de opname en/of behandeling in het
ziekenhuis.” Hierop kan geantwoord worden op een 5-punts Likertschaal die loopt
van “1= Geen behoefte” tot “5= Veel behoefte” en tevens kan aangegeven worden
“Niet van toepassing”.
Wanneer men aangaf weinig behoefte te hebben aan (informatie over)
hartrevalidatie. Werd men doorverwezen naar de redenen van de lage behoefte. Deze
vragen zijn gebaseerd op een vragenlijst ontwikkeld door de Brandwondenstichting in
samenwerking met de Universiteit Leiden.
Barrières ten aanzien van deelname aan hartrevalidatie
De barrières werden gemeten aan de hand items van drie bestaande
vragenlijsten. De Cardiac Rehabilitation Barriers Scale (CRBS) ontwikkeld door
Shanmugasegaram en collega’s (2011) meet op vier schalen (perceived need/
healthcare factor, logistical factors work/time conflict, comorbidity/ functional status)
de barrières van hartpatiënten. De 21 items worden op een 5-punts Likertschaal
gemeten, lopend van “1= helemaal oneens” tot “5= helemaal eens”. Een voorbeeld
van een item is: Ik ervaar drempels bij het (al dan niet) deelnemen aan hartrevalidatie
als het gaat om, de (reis)afstand. Uit de CRBS zijn twee items verwijderd om
herhaling te voorkomen, deze items gingen in op; “ik doe thuis oefeningen” en
“reistijd beïnvloedt mijn beslissing”.
Uit de (10-item) subschaal ‘patient related obstacles’ van de Cardiac
Rehabilitation Enrolment Obstacles (CREO) Scale (Fernandez, Salamonson,
Juergens, Griffiths en Davidson, 2008) zijn twee items geselecteerd “de tijden zijn
onhandig” (zie vraag 40 bijlage 2) en “groepsactiviteiten niet leuk” (zie vraag 49
bijlage 2). Deze items worden op een 5-punts Likertschaal gemeten, lopend van “1=
helemaal oneens” tot “5= helemaal eens”.
De barrière items zijn aangevuld met twee items uit de vragenlijst van Grace,
Gravely-Witte, Kayanyil, Brual, Suskin en Stewart (2009). Op deze items kan op een
5-punts Likertschaal, lopend van “1= helemaal oneens” tot “5= helemaal eens”
9
geantwoord worden. Deze twee items zijn: “Mijn hartconditie is geen serieus
probleem”; “Ziekte van een familielid of andere zorgverantwoordelijkheden”.
Om een mogelijke samenstelling van de gemeten barrières in kaart te brengen
werd eerst een factoranalyse uitgevoerd. Uit deze factoranalyse kwamen drie factoren
naar voren (zie Tabel 2). De drie factoren verklaarden een variantie van 62.8% met
een eigenwaarde boven de 1. De factoren werden geroteerd aan de hand van een
oblimin rotatie waardoor er de volgende items op de in Tabel 2 weergegeven indeling
ontstond. De eerste factor is “praktische drempels” genoemd en bestond uit de items;
“reisafstand, kosten, beschikbaarheid van vervoer, dag/datum of tijden waarop HR
plaatsvind komt mijn niet uit, familieverantwoordelijkheden, weinig tijd, geen energie
en het meedoen aan groepsactiviteit”. Deze factor verklaart 40.8% van de variantie en
heeft een betrouwbaarheid van Cronbach’s α=.86.
De tweede factor bestaat uit de items; “afstand naar mijn werk en
verantwoordelijkheden op mijn werk” voor deze factor is de naam “werkdrempels”
gekozen, deze factor verklaart 13.0% van de variantie en heeft een Cronbach’s α=.82.
De derde factor kreeg de naam “persoonlijke drempels” en bestaat uit de
items; “slecht weer, bang om hartproblemen door HR te krijgen, bang om meer pijn te
krijgen, andere gezondheidsproblemen en mijn leeftijd”. Deze factor verklaart 9% van
de variantie en heeft een Cronbach’s α=.81
Tabel 2 Geroteerde factoranalyse Factor Praktische
drempels Werkdrempels Persoonlijke
drempels Reisafstand .80 Kosten .82 Beschikbaarheid van vervoer .81 Afstand vanaf mijn werk .82 Dag/datum of tijden waarop HR plaatsvind
.39 .48
Familieverantwoordelijkheden .60 .36 Slecht weer .38 .50 Verantwoordelijkheden op mijn werk
.89
Weinig tijd .39 .64 Geen energie .33 .32 .32 Hartproblemen door HR te krijgen
.61
Bang om meer pijn te krijgen .90
10
Andere gezondheidsproblemen .90 Mijn leeftijd .31 .55 Het meedoen aan groepsactiviteiten
.67
% verklaarde variantie* 40.8% 13.0% 9,0% Eigenwaarde 6.12 1.9 1,35 Factorladingen lager dan 0.3 zijn niet weergegeven, *totaal verklaarde variantie= 62.8%
Rolconflict
Het rolconflict van hartpatiënten werd gemeten aan de hand van een zelf
geconstrueerd item gebaseerd op literatuurstudie (Beckie et al. 2006). Deze vraag
luidde: hartrevalidatie is voor mij moeilijk in te passen in mijn dagelijks leven, het is
lastig te combineren met mijn rol als (meerdere antwoorden mogelijk): ouder,
echtgenoot, partner, vriend/vriendin, werknemer/werkgever/vrijwilliger, opa/oma,
anders en niet van toepassing, hartrevalidatie is voor mij goed in te passen in mijn
dagelijks leven. De onafhankelijke variabele rolconflict werd omgescoord tot een
dichotome variabele. Met de waarde 0 geen rolconflict en 1 wel rolconflict. Dit werd
gedaan omdat er gekeken moest worden of er überhaupt een rolconflict optrad. Indien
er wel een rolconflict optrad, zou er gekeken worden wat voor een rolconflict dan
speelde bij de hartpatiënten.
Levensdoelen
De levensdoelen van de hartpatiënten werden gemeten aan de hand van de Goal
Inventory (Maes, ter Doest & Gebhardt, 2002). Hierin werd er onderscheid gemaakt
in approach en avoidance doelen. Uit de 52 items van deze vragenlijst zijn 30 items
geselecteerd, die relevant waren voor patiënten met een hartaandoening (zie Tabel 4).
De respondenten werd gevraagd aan te geven welke drie doelen voor hem/haar het
meest van belang waren.
Daarnaast werd de respondenten gevraagd aan te geven in hoeverre men dacht
dat de 30 doelen bereikt konden worden met behulp van hartrevalidatie. Hierop kon
geantwoord worden op een 5-punts Likertschaal die loopt van “1=In zeer lage mate
bereiken” tot “5= In zeer hoge mate bereiken”. Een voorbeeld van een item is:
“Ontspanning ervaren, kan ik door hartrevalidatie”. De 30 doelen bestonden uit 6
schalen die betrouwbaarheden hadden variërend tussen Cronbach’s α=.77 en
Cronbach’s α=.90 (zie Tabel 4).
11
Tabel 4 Betrouwbaarheden approach en avoidance schalen Avoidance gezondheidsdoelen Cronbach’s α=.88
Voorkomen dat ik vroegtijdig kom te overlijden
Dat ik niet afhankelijk word van anderen Geen nare dingen ervaren Voorkomen dat mijn hartaandoening
verslechtert Dat ik niet in gevaarlijke situaties terechtkom Geen lichamelijk ongemak of pijn hebben Approach gezondheidsdoelen Mijn (klein)kinderen zien opgroeien Cronbach’s α=.77 Mijn leven zelf invullen Me veilig voelen Plezier ervaren of meer genieten Lichamelijk plezier hebben Gezond zijn of blijven Avoidance persoonlijke groei doelen
Niet in de stress raken
Cronbach’s α=.90 Geen financieel verlies lijden Niet op hetzelfde niveau blijven staan Niet onwetend zijn wat betreft mijn
hartaandoening Niet aan mezelf twijfelen Niet slechter zijn dan anderen Me niet vervelen Approach persoonlijke groei doelen Nieuwe dingen leren Cronbach’s α=.87 Mijn hartaandoening beter begrijpen Ontspanning ervaren Zelfvertrouwen hebben of houden Dingen beter doen dan anderen Meer geld of goederen verwerven Goede prestaties leveren Avoidance relationele doelen Voorkomen dat ik niet langer meetel Cronbach’s α=.80 Dat ik er niet langer alleen voor sta Approach relationele doelen Dat ik anderen kan steunen Cronbach’s α=.77 Steun krijgen van anderen
Beeld ten aanzien van hartrevalidatie
Het beeld van hartpatiënten over hartrevalidatie werd gemeten aan de hand
van Patients Beliefs About Cardiac Rehabilitation ontwikkeld door Cooper,
Weinman, Hankins, Jackson en Horne (2007). Deze heeft vier schalen waarvan de
perceived personal suitability schaal (α=.74) is gebruikt om het beeld over
hartrevalidatie te meten. Op deze 2 items kon op een 5-punts Likertschaal, lopend van
“1= helemaal oneens” tot “5= helemaal eens” worden geantwoord. Deze twee items
luidden; “Jongere mensen hebben meer voordelen van hartrevalidatie dan oudere
12
mensen.” en “Hartrevalidatie is meer geschikt voor mensen die daarvoor ook al fysiek
actief waren.” De samenhang tussen de items was Pearson’s r=.57, p=.00.
Attitude
De attitude van hartpatiënten ten opzichte van hartrevalidatie werd gemeten
aan de hand van woorden die tegenpolen van elkaar vormen. De elf items zijn
gebaseerd op onderzoek van Blanchard, Kerry, Courneya en Rodgers (2002) en
aangevuld met zeven woorden vanuit de focusgroep. De oorspronkelijke 7-punts
semantische differentiatieschaal werd ingekort tot een 5-punts antwoordschaal.
Hierbij gaven lage waardes een positieve attitude weer en hoge waardes een negatieve
attitude weer. Verder is een woordenpaar verwijderd (schadelijk/voordelig) omdat uit
de focusgroep bleek dat deze niet van toepassing was op hartrevalidatie. Een
voorbeeld van een item is: “Hartrevalidatie is: nuttig-onnuttig.”
Om een mogelijke samenstelling van de gemeten attitude in kaart te brengen
werd eerst een factoranalyse uitgevoerd. Hieruit kwamen twee factoren naar voren.
Deze twee factoren verklaarden een variantie van 62.1% met een eigenwaarde boven
de 1. De factoren werden geroteerd met de oblimin rotatie waardoor de in Tabel 3
weergegeven indeling ontstond. Oorspronkelijk waren er 11 attitude items. Het item
“verlichtend” werd echter niet meegenomen in de data-analyse omdat er sprake was
van teveel missing data (35.3%).
De eerste factor, die we “affectieve attitude” genoemd hebben, bestond uit de
volgende zes items; “leuk, plezierig, vrijheid, makkelijk, hip, tijdsbesparend”. De
verklaarde variantie voor deze factor was 42.3%, met een betrouwbaarheid van
Cronbach’s α=.85.
De tweede factor, die we “instrumentele attitude” genoemd hebben bestond uit
volgende 4 items; nuttig, goed, van toegevoegde waarde, vertrouwen krijgen. De
verklaarde variantie voor deze factor is 19.8%, met een betrouwbaarheid van
Cronbach’s α=.86.
Tabel 3 Geroteerde Factoranalyse voor 10 Attitude items Factor Affectieve attitude Instrumentele attitude Nuttig .87 Goed .89
13
Leuk .71 plezierig .74 Van toegevoegde waarde .79 Vrijheid .67 Makkelijk .69 Hip .86 Vertrouwen krijgen .76 Tijdbesparend .62 % verklaarde variantie* 42.3% 19.8% Eigenwaarde 4.66 2.18 Factorladingen lager dan 0.3 zijn niet weergegeven, *totaal verklaarde variantie= 62.1%
Procedure
Gedurende de maand mei en juni zijn de proefpersonen benaderd om deel te
nemen aan het onderzoek. De proefpersonen werden geworven door persoonlijke
benadering via verschillende ziekenhuizen en speciale sportfaciliteiten voor
hartpatiënten uit heel Nederland. Daarnaast werden proefpersonen via de internetsite
van De Hart&Vaatgroep geworven. De proefpersonen hadden de mogelijkheid om de
vragenlijst via het internet in te vullen of konden een papieren versie invullen.
De proefpersonen kregen eerst korte uitleg over het doel van het onderzoek.
Hierna werd een informed consent aangeboden en deze werd tevens ondertekend,
waarna de proefpersonen aan de vragenlijst konden beginnen middels de computer of
een paper-pencil versie. Aan het einde van de vragenlijst werden de proefpersonen
vriendelijk bedankt voor hun deelname en kregen ze de keuze om op de hoogte te
blijven van het onderzoek, waarna hun adresgegevens konden worden genoteerd.
Responsrate
De responsratio van dit onderzoek was hoog, van de aangeschreven 250
respondenten via internet of middels een papieren versie van de vragenlijst hebben er
177 de vragenlijst volledig ingevuld.
14
Hartrevalidatie: Barrières, behoeften en verwachtingen van hartpatiënten Resultaten
Steekproefkarakteristieken
Aan het onderzoek deden 164 proefpersonen mee, waarvan 74 vrouwen en 90
mannen. Van de 164 proefpersonen waren er 54 ouder dan 65 jaar en 106 jonger dan
65 jaar. Van alle proefpersonen hebben er 126 wel hartrevalidatie gevolgd en 38 geen
hartrevalidatie. (Schematische weergave zie Tabel 1.)
Tabel 1. Verdeling van de proefpersonen Wel HR Geen HR totaal Vrouw 52 22 73 Man 74 16 90 Ouder dan 65 jaar 47 7 54 Jonger dan 65 jaar 76 30 106
0 10 20 30 40 50 60
0- 19 20- 39 40- 59 60- 74 75- 86
Leeftijd
0 5
10 15 20 25 30 35
Opleidingsniveau
De steekproef is normaal verdeeld* wat betreft de leeftijd. Van de 164 proefpersonen waren 4.2% tussen de 75-86 jaar, 48.5% tussen de 60-74 jaar, 43.7% tussen 40-59 jaar, 3.6% tussen de 20-39 jaar. *representatieve steekproef die overeenkomt met de spreiding van de leeftijd van de Nederlandse bevolking
Het opleidingsniveau van de proefpersonen was normaal verdeeld. Van alle proefpersonen had 4.7% de Basisschool als hoogste opleiding, 35.4% het VMBO/ de MAVO, 4.1 % de HAVO, 0.6% het VWO, 29.6% het HBO en tot slot had 11.8% de Universiteit als hoogste opleiding.
15
Uit heel Nederland werden gegevens van hartpatiënten verkregen. Hieronder is een
percentuele weergave van alle proefpersonen en de provincie waarin zij wonen.
0
5
10
15
20
25
30
35
Dre
nthe
Frie
slan
d
Gro
ning
en
Noo
rd-B
raba
nt
Ove
rijse
l
Zeel
and
Flev
olan
d
Gel
derla
nd
Lim
burg
Noo
rd-H
olla
nd
Zuid
-Hol
land
Utre
cht
Provincies
0 5
10 15 20 25 30 35 40
Dot
terb
ehan
delin
g
Byp
asso
pera
tie
Har
tinfa
rct
hartk
lepo
pera
tie
plaa
tsin
g ic
d
plaa
tsin
g pa
cem
aker
Indicatie
De indicaties van de proefpersonen, weergegeven in percentages: Dotterbehandeling: 34.7% Bypass operatie: 20% Hartinfarct: 30.6% Hartklepoperatie:15.3% Plaatsing icd: 10.6% Plaatsing pacemaker: 8.2%
16
Attitude
Om de attitude van de hartpatiënten te achterhalen kregen de proefpersonen 10 vragen
die trachten de attitude te meten (attitudes zijn overtuigingen die mensen hebben ten
opzichte van een bepaald object). Een voorbeeld van een item: “Hartrevalidatie is:
nuttig (1) vs. onnuttig (5).” Op een vijf-puntschaal konden de deelnemers aangeven in
hoeverre zij dat woord van toepassing vonden met betrekking tot hartrevalidatie.
Hierbij geldt hoe lager het getal hoe meer men het woord van toepassing vindt.
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
nuttig
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
goed
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
leuk
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “nuttig” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=onnuttig tot 5=nuttig.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie hebben gevolgd hartrevalidatie nuttig vinden. Het is ook te zien dat de respondenten die geen hartrevalidatie volgden hartrevalidatie iets minder nuttig vinden dan de anderen.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “goed” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=slecht tot 5=goed.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en respondenten die wel hartrevalidatie gevolgd hebben, hartrevalidatie goed vinden. Het is ook te zien dat de proefpersonen die geen hartrevalidatie volgden hartrevalidatie iets minder goed vinden dan de anderen.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “leuk” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=saai tot 5=leuk.) Het valt op dat zowel mannen, oud 65+ en degenen wel hartrevalidatie gevolgd hebben, hartrevalidatie leuk vinden. Het is ook te zien dat de proefpersonen die geen hartrevalidatie volgden, vrouwen en jong 65- hartrevalidatie iets minder leuk vinden dan de anderen.
17
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
plezierig
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
van toegevoegde
waarde
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
vrijheid
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
makkelijk
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “plezierig” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=onplezierig tot 5=plezierig.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben, hartrevalidatie plezierig vinden. Het is te zien dat de proefpersonen die geen hartrevalidatie volgden het noch plezierig noch onplezierig vinden.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “van toegevoegde waarde” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=geen toegevoegde waarde tot 5=van toegevoegde waarde.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben, hartrevalidatie van toegevoegde waarde vinden. Het is te zien dat de proefpersonen die geen hartrevalidatie volgden hartrevalidatie iets minder van toegevoegde waarde vinden.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “vrijheid” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=opgelegd tot 5=vrijheid.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben en degenen die geen hartrevalidatie gevolgd hebben, vinden hartrevalidatie een beetje vrijheid vinden.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “makkelijk” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=moeilijk tot 5=makkelijk.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben en degenen die geen hartrevalidatie gevolgd hebben, vinden hartrevalidatie noch makkelijk noch moeilijk vinden.
18
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
hip
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
vertrouwen
krijgen
0 1 2 3 4 5
alge
mee
n
man
vrou
w
jong
oud
wel
HR
geen
HR
tijdbesparend
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “hip” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=suf tot 5=hip.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben en degenen die geen hartrevalidatie gevolgd hebben, hartrevalidatie bijna tegen het neutrale aanzitten en hartrevalidatie noch hip noch suf vinden.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “vertrouwen krijgen” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=bang worden tot 5=vertrouwen krijgen.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben en degenen die geen hartrevalidatie gevolgd hebben, vinden dat ze met hartrevalidatie vertrouwen kunnen krijgen.
(Hoe hoger het getal hoe meer men het woord “tijdsbesparend” van toepassing vindt. De schaal loopt van 1=tijdrovend tot 5=tijdsbesparend.) Het valt op dat zowel mannen, vrouwen, jong 65-, oud 65+ en degenen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben en degenen die geen hartrevalidatie gevolgd hebben, vinden hartrevalidatie noch tijdrovend noch tijdbesparend vinden.
19
Hieronder volgt een schematische weergave en de gestelde vraag van de betreffende populaties (vrouwen, mannen, jong 65-, oud 65+, wel hartrevalidatie, geen hartrevalidatie en alle samen) en hoe ze hebben geantwoord op de verschillende antwoordmogelijkheden.
53. Hartrevalidatie is:
nuttig 1
2
3
4
onnuttig 5
55. Hartrevalidatie is:
goed 1
2
3
4
slecht 5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
onnuttig
beetje onnuttig
neutraal
beetje nuttig
nuttig
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
slecht
beetje slecht
neutraal
beetje goed
goed
Het valt op dat de groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, hartrevalidatie minder nuttig vindt dan de andere groepen. Tussen de andere groepen is nauwelijks een verschil te vinden.
Bij de groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, valt op dat ze hartrevalidatie minder goed vinden dan de andere groepen (60% vs 80%). Tussen de andere groepen is nauwelijks een verschil te vinden.
20
54. Hartrevalidatie is: leuk
1
2
3
4 saai
5
56. Hartrevalidatie is: plezierig
1
2
3
4 onplezierig
5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
saai
beetje saai
neutraal
beetje leuk
leuk
0
20
40
60
80
100
onplezierig
beetje onplezierig
neutraal
beetje plezierig
plezierig
Het valt op dat de groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, hartrevalidatie minder plezierig vinden dan de groep die wel hartrevalidatie had gevolgd. Ouderen en mannen vinden hartrevalidatie plezieriger dan vrouwen en jongeren.
Het valt op dat mannen hartrevalidatie leuker vinden dan vrouwen. Ouderen vinden hartrevalidatie leuker dan jongeren. De groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, vindt hartrevalidatie veel minder leuk dan de mensen die wel hartrevalidatie gevolgd hebben.
21
57. Hartrevalidatie is: van
toegevoegde waarde
1
2
3
4
geen toegevoegde
waarde 5
58a. Hartrevalidatie is:
vrijheid 1
2
3
4
opgelegd 5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
niet van toegevoegde waarde weinig tegevoegde waarde neutraal
beetje van toegevoegde waarde van toegevoegde waarde
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
opgelegd
beetje opgelegd
neutraal
beetje vrijheid
vrijheid
Opvallend is dat de groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, hartrevalidatie minder van toegevoegde waarde vindt dan de andere groepen.
Het valt op dat mannen en ouderen hartrevalidatie met vrijheid associëren, meer dan vrouwen en jongeren. Tussen het wel en niet volgen van hartrevalidatie bestaat maar een klein verschil.
22
58b. Hartrevalidatie is: makkelijk
1
2
3
4 moeilijk
5
58c. Hartrevalidatie is:
hip 1
2
3
4
suf 5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
moeilijk
beetje moeilijk
neutraal
beetje makkelijk
makkelijk
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
suf
beetje suf
neutraal
beetje hip
hip
Het valt op dat oudere hartpatiënten en mannen hartrevalidatie makkelijker vinden dan jongere hartpatiënten en vrouwen. De groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, is er neutraal over.
Het valt op dat alle groepen het meeste aangeven dat hartrevalidatie noch suf noch hip is.
23
58d. Hartrevalidatie is: vertrouwen
krijgen 1
2
3
4
bang worden 5
58e. Hartrevalidatie is: tijdsbesparend
1
2
3
4 tijdrovend
5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
bang worden
beetje bang worden
neutraal
beetje vertrouwen krijgen vertrouwen krijgen
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
100
tijdrovend
beetje tijdrovend
neutraal
beetje tijdsbesparend
tijdsbesparend
Het valt op dat alle groepen vinden dat men met hartrevalidatie vertrouwen kan krijgen. De groep die geen hartrevalidatie had gevolgd, scoort in vergelijking met de groep die wel hartrevalidatie had gevolgd veel lager.
Het valt op dat vrouwen en jongeren hartrevalidatie minder tijdbesparend vinden dan mannen en ouderen. Verder wordt vrij neutraal gescoord op dit item.
24
Beeld
Mensen hebben vaak een bepaald beeld bij hartrevalidatie. Wij willen graag weten
hoe u over hartrevalidatie denkt, ongeacht of u ook daadwerkelijk hartrevalidatie
heeft gevolgd. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? De schaal
loopt van ‘1=helemaal mee oneens’ tot ‘5= helemaal mee een’, omcirkel het getal op
de plek op de lijn die bij u past.
51. Jongere mensen hebben meer voordelen van hartrevalidatie dan oudere mensen. helemaal mee oneens
1
2
3
4
helemaal mee eens
5 52. Hartrevalidatie is meer geschikt voor mensen die daarvoor ook al fysiek actief waren.
helemaal mee oneens
1
2
3
4
helemaal mee eens
5
Analyses hebben uitgewezen dat er geen verschillen optraden in de mate waarin men
het (on)eens was met de stellingen. Zowel man, vrouw, jong, oud, wel of geen
hartrevalidatie waren het oneens met deze twee stellingen. De gemiddelden
varieerden van 1.60 (mannen tweede stelling) tot 2.04 (oudere hartpatiënten eerste
stelling), wat inhoudt dat men het niet met de stellingen eens was.
Ideale hartrevalidatie
In de vragenlijst werd een open vraag gesteld; Hoe ziet uw ideale hartrevalidatie
eruit? In het algemeen werd geantwoord dat men wil bewegen in groepsverband. Er
worden echter ook andere antwoorden gegeven die terugslaan op de hartrevalidatie
die gevolgd was (en dat dat goed was) en dat er behoefte is aan andere zaken (zoals
psychologische ondersteuning). We hebben de antwoorden op “de ideale
hartrevalidatie” gecategoriseerd aan de hand van een aantal categorieën, te weten;
sportgerelateerd, minder nuttige antwoorden, meer omschreven “ideale
hartrevalidatie”, plek gerelateerd en anders. Voor alle gegeven antwoorden zie Bijlage
2.
25
Behoeften (Vraag 59 t/m 73)
Om de behoeften van hartpatiënten in kaart te brengen werden een aantal stellingen
geformuleerd die gaan over wat iemand prettig zou vinden binnen hartrevalidatie. De
antwoordschaal loopt van ‘1 = helemaal niet belangrijk’ tot ‘5 = heel belangrijk’. In
de onderstaande tabel zijn de gemiddelden scores per “groep” weergegeven.
4,00 t/m 5 betekent belangrijk/ heel belangrijk 3,00 t/m 3,99 betekent belangrijker dan neutraal < 3 betekent neutraal en niet belangrijk de lege vakjes betekenen helemaal niet belangrijk. Als ik deelneem aan hartrevalidatie vind ik het belangrijk om/ heb ik behoefte aan:...
Algemeen Vrouw Man Jong Oud Wel HR
Geen HR
...met professionals mijn vooruitgang te bespreken
4,23 4,31 4,17 4,22 4,23 4,26 4,07
...individuele aandacht te ontvangen
4,12 4,17 4,07 4,09 4,14 4,15 3,95
...aanmoediging van professionals te krijgen
3,98 4,08 3,89 3,94 4,02 4,03 3,8
...contact te hebben met professionals via de telefoon of internet
2,88 2,87 2,88 2,96 2,73 2,77
...in het "echt" contact te hebben met professionals
4,06 4,10 4,03 4,09 3,98 4,12 3,85
...eigen doelen te kunnen stellen 4,12 4,19 4,07 4,16 4,02 4,15 4,05
...oefeningen te leren 4,05 4,04 4,06 3,98 4,16 4,07 3,97
...niet te vermoeid raken 3,59
...geen pijn te ervaren tijdens de oefeningen
3,70 3,63
...dat de oefeningen niet te saai zijn
3,71 3,67 3,74 3,70 3,7 3,73 3,61
...oefeningen met iemand anders te doen
3,53
...contact te hebben met andere hartpatiënten
3,79 3,86 3,74 3,88 3,64 3,93
...contact te hebben met leeftijdsgenoten
...contact te hebben met meerdere personen in een groep
3,60 3,61 3,59 3,61 3,56 3,69
...te praten over het leven met een hartaandoening in een groep
3,51
samen activiteiten te ...ondernemen in een groep
2,83
Het valt op dat de items vooruitgang bespreken met professionals en eigen doelen
stellen voor elke groep belangrijk/ heel belangrijk is. De item contact hebben met
professionals via de telefoon of het internet is kennelijk niet belangrijk voor alle
26
groepen. Het valt op dat de groep geen HR minder behoefte heeft aan contact met
andere hartpatiënten en contact te hebben met meerdere personen in een groep.
Vrouwen en ouderen gaven vaker aan behoefte te hebben dan mannen en jongeren.
Drempels/Barrières
Om te achterhalen welke drempels bij hartpatiënten een rol spelen bij het wel/ niet
volgen van hartrevalidatie werden een aantal drempels genoemd die men kan ervaren
bij het wel/ niet volgen van hartrevalidatie. De antwoordschaal loopt van ‘1 = speelt
helemaal geen belangrijke rol’ tot ‘5 = speelt een hele belangrijk rol’. In de
onderstaande tabel zijn de gemiddelde scores per groep weergegeven.
0,00 t/m 1,50 speelt helemaal geen rol 1,51 t/m 2,5 speelt geen rol 2,5 t/m 3 speelt bijna geen rol/ neutrale rol Ik ervaar drempels bij het (al dan niet) deelnemen aan HR als het gaat om de:...
Algemeen Vrouw Man Jong Oud Wel HR
Geen HR
...de reisafstand 2,07 2,18 1,97 2,27 1,71 1,99 2,26
...kosten 2,17 2,28 2,09 2,40 1,78 2,06 2,55
...beschikbaarheid van vervoer
2,25 2,39 2,13 2,45 1,93 2,10 2,61
...de afstand vanaf mijn werk 1,14 1,17 1,12 1,38 ,67 1,10 1,32
...de dag/datum of de tijden waarop HR plaatsvindt kwam/komt mij niet uit
1,92 1,77 2,03 2,05 1,71 1,87 2,05
...familieverantwoordelijk-heden
1,81 1,67 1,92 1,98 1,51 1,77 1,84
...slecht weer 1,61 1,66 1,57 1,71 1,44 1,57 1,71
...verantwoordelijkheden op mijn werk
1,24 1,13 1,33 1,55 ,64 1,15 1,63
...weinig tijd 1,60 1,50 1,67 1,77 1,27 1,47 2,03
...geen energie 2,08 2,34 1,86 2,21 1,85 2,05 2,24
...hartproblemen door hartrevalidatie te krijgen
1,74 1,84 1,66 1,85 1,58 1,66 2,03
...bang om meer pijn te krijgen
1,76 1,93 1,61 1,88 1,55 1,70 1,92
...andere gezondheidsproblemen
1,92 2,07 1,79 1,98 1,84 1,85 2,24
...mijn leeftijd 1,55 1,61 1,51 1,56 1,56 1,60 1,37 …het meedoen aan groepsactiviteiten
1,93 1,91 1,96 2,01 1,84 1,91 2,00
Het valt op dat de getoetste drempels geen rol spelen of iemand wel of niet
hartrevalidatie volgt. Het is echter wel zo dat de geen hartrevalidatie groep iets hoger
zit (richting neutraal) dan de wel hartrevalidatie groep. Tussen vrouwen en mannen is
27
er op het item geen energie een verschil te vinden. Vrouwen zien het meer als
drempel dan mannen. Oudere hartpatiënten en jongere hartpatiënten verschillen op de
volgende items: reisafstand, kosten, afstand tot mijn werk, dag/ datum waarop
hartrevalidatie plaats vindt, familieverantwoordelijkheden, weinig tijd,
verantwoordelijkheden om mijn werk. Op alle genoemde items zien oudere
hartpatiënten minder drempels dan jongere hartpatiënten. Op het item weinig tijd
verschillen jongere en oudere hartpatiënten significant en op het item
familieverantwoordelijkheden zijn jongere en oudere hartpatiënten marginaal
significant verschillend.
Informatiebehoefte
De tevredenheid van de deelnemers over hartrevalidatie kan vertaald worden naar een
cijfer van 8.6. De informatieverstrekking kreeg van de deelnemers een cijfer van 8.84.
13. Hoe tevreden bent u over de hartrevalidatie die gevolgd heeft? Heel ontevreden
1
2
3
4 Heel tevreden
5
16. In hoeverre was de (mondelinge of schriftelijke) informatie die u gekregen heeft rond hartrevalidatie voldoende? Onvoldoende
1
2
3
4
Voldoende
5
Dat weet ik niet meer
O
Behoefte aan informatie na incident (Vragen 21a t/m 25a)
Om in kaart te brengen op welke momenten hartpatiënten de meeste behoefte hebben
gehad aan informatie over hartrevalidatie, werden vijf vragen gesteld. Namelijk:
Ik had behoefte aan informatie over hartrevalidatie: 21a. Kort na het hartincident, tijdens opname en/of behandeling in het ziekenhuis Geen behoefte 1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 22a. Rondom het ontslag uit het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 23a. De eerste maanden na thuiskomst Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O
28
24a. De eerste paar jaren na het hartincident Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 25a. Toen ik nieuwe hartklachten kreeg en/of opnieuw in het ziekenhuis werd opgenomen Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O
Er kon geen verschil gevonden worden tussen mannen/vrouwen en oud 65+/jong 65-.
De behoefte aan informatie over hartrevalidatie is het hoogst na ontslag (3.56) en bij
thuiskomst (3.28). Als er gekeken wordt naar verschillen tussen wel/geen
hartrevalidatie viel op dat hartpatiënten uit de “wel hartrevalidatiegroep” meer
behoefte aan informatieverstrekking hadden op het moment van kort na het incident
en rondom ontslag uit het ziekenhuis dan de “geen hartrevalidatie groep”. De “geen
hartrevalidatie groep” had juist meer behoefte aan informatieverstrekking bij nieuwe
hartklachten.
De behoefte aan hartrevalidatie zelf (Vragen 21b t/m 25b)
Om te achterhalen wanneer hartpatiënten de meeste behoefte hadden aan
hartrevalidatie zelf, werden 5 vragen gesteld. Namelijk:
Ik had/heb behoefte aan hartrevalidatie: 21b. Kort na het incident, tijdens opname en/of behandeling in het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 22b. Rondom het ontslag uit het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 23b. De eerste maanden na thuiskomst Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 24b. De eerste paar jaren na het hartincident Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O 25b. Bij nieuwe hartklachten en/of heropnames Geen behoefte
1
2
3
4
Veel behoefte
5
Niet van toepassing
O
29
De wel/geen hartrevalidatie groep verschilt van elkaar. De “wel hartrevalidatie groep”
heeft meer behoefte aan hartrevalidatie kort na het incident dan de “geen
hartrevalidatie groep”. Mannen en vrouwen verschillen in de behoefte aan
hartrevalidatie op de eerste maanden na thuiskomst. Mannen hebben minder behoefte
aan hartrevalidatie dan vrouwen. Tussen jong 65- en oud 65+ bestaat geen verschil.
Door wie wilt u het liefst geïnformeerd worden over hartrevalidatie? (Vraag 25.1)
Uit de analyse bleek dat de verschillende groepen redelijk hetzelfde dachten over deze
vraag. Hier valt echter wel op dat de personen die geen hartrevalidatie gevolgd
hebben maar 22.5% in van het ziekenhuis geïnformeerd willen worden. Opvallend is
dat alle groepen het meest (72.5%-79.8%) door de cardioloog geïnformeerd willen
worden.
Hoe wilt u het liefst geïnformeerd worden over hartrevalidatie? (Vraag 25.2)
Uit de resultaten is op te maken dat elke groep het liefst een persoonlijk gesprek wil
over hartrevalidatie (67-91%). Op de tweede plaats staat folder/brochure (22-30.4%).
0 50
100 150 200 250
anders
huisarts
verpleegkundige
cardioloog
ziekenhuis
0
50
100
150
200
persoonlijkgesprek
folder/brochure
website
brief
telefoon
30
Weinig behoefte aan informatieverstrekking (Vraag 26 t/m 34)
Als hartpatiënten bij de vraag “Ik had behoefte/ heb behoefte aan hartrevalidatie: kort
na het incident, rondom ontslag, eerste maanden na thuiskomst, eerste paar jaren na
het incident en toen ik nieuwe hartklachten kreeg minimaal één keer hadden aangeven
geen of nauwelijks behoefte te hebben gehad. Werd hen gevraagd om de vragen te
beantwoorden die in kaart brengen welke overwegingen daarbij een rol speelden.
In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde scores per overweging weergegeven voor
de verschillende groepen.
Overwegingen: Algemeen Vrouw Man Jong Oud Wel
HR Geen HR
Ik heb geen hartrevalidatie nodig
2,23 2,27 2,19 2,17 2,41 2,21 2,17
Ik kan het alleen aan 2,42 2,38 2,44 2,71 1,88 2,21 2,83 Veel mensen met hartproblemen gaan niet naar de hartrevalidatie en met hen gaat het prima
1,81 1,92 1,70 1,80 1,88 1,64 2,11
Ik zorg liever voor mijn eigen gezondheid
2,42 2,54 2,30 2,54 2,24 2,06 3,00
Mijn hartaandoening is geen serieus probleem voor mij
2,43 2,27 2,59 2,40 2,59 2,36 2,56
De begeleiding van andere professionals (verpleegkundige, cardioloog, huisarts etc.) was voldoende
2,96 2,62 3,30 3,03 2,71 3,06 2,78
Ik wil mezelf niet zo graag zien als hartpatiënt, ik heb moeite mezelf zo te accepteren
2,45 2,58 2,33 2,66 2,12 2,24 2,83
Ik wil niet geconfronteerd worden met problemen van andere hartpatiënten
2,0 2,23 1,78 2,14 1,76 1,94 2,17
Ik weet niet of ik er iets aan heb 2,42 2,38 2,44 2,77 1,76 2,12 3,00 1,50 t/m 2,50 betekent speelt geen rol
2,50 t/m 3,50 speelt een neutrale rol
Als mensen meer dan 1 keer aangaven geen of nauwelijks behoefte aan hartrevalidatie
te hebben ( 21b t/m 25b) werd hun vervolgens gevraagd aan te geven in hoeverre de
volgende overwegingen een rol spelen. Het item “veel mensen met hartproblemen
gaan niet naar de revalidatie en met hen gaat het prima”, is een overweging die in
geen van de groepen een rol speelt. Wat meer een rol blijkt te spelen is “de
begeleiding van andere professionals”. Hier moet echter wel bij opgemerkt worden
dat bij geen van de items werd aangegeven dat het een rol/ belangrijke rol speelt. De
31
enige (bijna) significante verschillen zijn te vinden bij de items “Ik zorg liever voor
mijn eigen gezondheid” (p=.059) en “Ik weet niet of ik er iets aan heb” (p=.047). In
een overredende boodschap zouden deze overtuigingen gebruikt kunnen worden om
mensen aan te spreken bijvoorbeeld met een persoonlijk verhaal van een hartpatiënt
met de quote “ik zorg liever voor mijn eigen gezondheid” of “ik wist niet of ik er iets
aan zou hebben”. Waarin vervolgens wordt ingegaan op hoe hartrevalidatie deze
hartpatiënt in staat heeft gesteld zelf voor zijn/haar gezondheid te zorgen en dat
hartrevalidatie voor iedereen wel wat te bieden heeft.
Rolconflict (Vraag 50)
Rolconflict beschrijft een probleem wat mensen kunnen ervaren als het erom gaat
verschillende rollen te combineren. Onder rollen kunnen ouderschap, partnerschap,
werk et cetera begrepen worden. Van de 164 hartpatiënten die de vragenlijst hadden
ingevuld gaven 15 personen aan een rolconflict als ouder te ervaren en 16 een
rolconflict als werknemer/ vrijwilliger, 7 als echtgenoot, 4 als partner, 1 als vriend/
vriendin, 4 als opa/oma. Verder ervaren vrouwen vaker een rolconflict dan mannen.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat er in zeer beperkte mate sprake is van
rolconflict. Hierom wordt aangeraden hier niet op in te gaan in een
communicatieproduct.
32
Doelen top drie
In de onderstaande grafiek is te zien wat respondenten aangaven als antwoord op de
vraag:
Welke drie doelen van de doelen die hieronder staan zijn voor u het meest van
belang? Geef uw top 3.
Uit deze grafiek kan afgeleid worden dat de drie meest gekozen doelen gezond zijn of
blijven, voorkomen dat mijn hartaandoening verslechtert en zelfvertrouwen hebben en
houden.
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
Geen lichamelijk ongemak of pijn hebben, Plezier ervaren of meer genieten,
Me veilig voelen, Dat ik niet afhankelijk word van anderen,
Geen nare dingen ervaren, Lichamelijk plezier hebben
Mijn (klein)kinderen zien opgroeien, Voorkomen dat mijn hartaandoening
verslechtert,
Mijn leven zelf invullen, Gezond zijn of blijven,
Dat ik niet in gevaarlijke situaties terechtkom,
Voorkomen dat ik vroegtijdig kom te overlijden,
Niet in de stress raken, Nieuwe dingen leren,
Me niet vervelen, Geen financieel verlies lijden,
Niet op hetzelfde niveau blijven staan, Mijn hartaandoening beter begrijpen,
Dat ik anderen kan steunen, Ontspanning ervaren,
Niet onwetend zijn wat betreft mijn hartaandoening,
Zelfvertrouwen hebben of houden, Dat ik er niet alleen voor sta,
Dingen beter doen dan anderen, Niet aan mezelf twijfelen,
Meer geld of goederen verwerven, Goede prestaties leveren,
Niet slechter zijn dan anderen, Voorkomen dat ik niet langer meetel,
Steun krijgen van anderen,
doel 1
doel 2
doel 3
33
Doelen (Vraag 75 t/m 104)
In hoeverre kunnen de onderstaande doelen worden bereikt met hartrevalidatie?
… kan ik door hartrevalidatie (“1= in zeer lage mate bereiken t/m 5= in zeer hoge
mate bereiken”).
… 2.5 tot 3.5 (betekent … kan ik door hartrevalidatie bereiken)
… > 3.5 tot 4.5(betekent … kan ik door hartrevalidatie hoge mate bereiken)
Algemeen Vrouw Man Jong Oud Wel
HR Geen HR
Geen lichamelijk ongemak of pijn hebben,
3,41 3,16 3,60 3,32 3,58 3,46 3,22
Plezier ervaren of meer genieten,
2,71 2,89 2,57 2,73 2,63 2,71 2,62
Me veilig voelen, 3,91 3,77 4,02 3,89 3,98 3,93 3,83 Dat ik niet afhankelijk word van anderen,
3,66 3,51 3,79 3,65 3,69 3,66 3,68
Geen nare dingen ervaren,
3,26 3,16 3,35 3,25 3,28 3,22 3,41
Lichamelijk plezier hebben,
3,79 3,71 3,86 3,77 3,85 3,85 3,59
Mijn (klein)kinderen zien opgroeien,
3,50 3,28 3,67 3,39 3,73 3,52 3,51
Voorkomen dat mijn hartaandoening verslechtert,
3,90 3,75 4,02 3,87 3,98 3,94 3,76
Mijn leven zelf invullen,
3,57 3,43 3,68 3,50 3,74 3,50 3,73
Gezond zijn of blijven, 3,77 3,55 3,96 3,72 3,91 3,77 3,78 Dat ik niet in gevaarlijke situaties terechtkom,
3,30 3,17 3,40 3,24 3,43 3,31 3,32
Voorkomen dat ik vroegtijdig kom te overlijden,
3,34 3,30 3,38 3,29 3,44 3,28 3,49
Niet in de stress raken, 3,33 3,27 3,38 3,22 3,59 3,30 3,41 Nieuwe dingen leren, 3,50 3,48 3,51 3,46 3,59 3,46 3,61 Me niet vervelen, 3,11 3,06 3,14 3,11 3,15 3,09 3,15 Geen financieel verlies lijden,
2,57 2,64 2,52 2,52 2,70 2,48 2,95
Niet op hetzelfde niveau blijven staan,
3,62 3,59 3,64 3,60 3,69 3,59 3,63
Mijn hartaandoening beter begrijpen,
3,64 3,55 3,72 3,61 3,76 3,61 3,73
Dat ik anderen kan steunen,
3,34 3,21 3,45 3,27 3,54 3,31 3,41
Ontspanning ervaren, 3,78 3,65 3,89 3,73 3,95 3,84 3,61 Niet onwetend zijn wat betreft mijn
3,61 3,49 3,71 3,57 3,71 3,64 3,59
34
hartaandoening, Zelfvertrouwen hebben of houden,
3,85 3,74 3,94 3,83 3,93 3,82 3,90
Dat ik er niet alleen voor sta,
3,54 3,42 3,64 3,51 3,65 3,51 3,68
Dingen beter doen dan anderen,
3,07 2,90 3,21 3,04 3,16 3,04 3,12
Niet aan mezelf twijfelen,
3,51 3,32 3,65 3,48 3,60 3,42 3,68
Meer geld of goederen verwerven,
2,24 2,42 2,10 2,23 2,25 2,16 2,49
Goede prestaties leveren,
3,24 3,12 3,35 3,15 3,47 3,18 3,37
Niet slechter zijn dan anderen,
2,96 2,87 3,04 2,90 3,13 2,94 2,98
Voorkomen dat ik niet langer meetel,
3,06 2,95 3,16 3,03 3,15 2,96 3,23
Steun krijgen van anderen,
3,22 3,28 3,17 3,25 3,18 3,15 3,41
Wat betreft de doelen die men aangeeft te kunnen bereiken met hartrevalidatie, valt
op dat vrouwen iets negatiever zijn over wat ze kunnen bereiken met hartrevalidatie.
Dit houdt echter niet in dat ze zijn negatief over hartrevalidatie. Het gemiddelde bij de
vrouwen zit tussen de 2.87 en 3.77 (wanneer de items over financiën buiten
beschouwing worden gelaten), hetgeen inhoudt dat de vrouwen vinden de doelen in
gemiddelde mate tot hoge mate kan bereiken met behulp van hartrevalidatie.
Hartpatiënten die geen hartrevalidatie hadden gevolgd wijken nauwelijks af van
hartpatiënten die wel hartrevalidatie hadden gevolgd. Oudere hartpatiënten lijken wel
meer dan jongere hartpatiënten aan te geven doelen te kunnen bereiken door
hartrevalidatie. Echter is geen van de verschillen in de gemiddelden significant
(man/vrouw, jong/oud, wel/geen hartrevalidatie). Hierom hoeft hier in een
communicatieproduct niet op een bepaald doel worden ingespeeld. Men is eensgezind
over wat men allemaal zou kunnen bereiken met behulp van hartrevalidatie.
35
Bijlage 1 Vragenlijst Informatie en toestemming
Amsterdam, mei 2012. Geachte mevrouw/meneer, Met deze informatiebrief willen we u graag informeren over het vragenlijstonderzoek. Dit onderzoek gaat in op de behoefte aan hartrevalidatie, de verwachtingen over hartrevalidatie* en de drempels bij deelname aan hartrevalidatie van mensen die een hartaandoening hebben of hebben gehad. Heeft u een hartaandoening of een hartaandoening gehad in de afgelopen vijf jaar? Heeft u hartrevalidatie gevolgd of niet? Dan hebben we uw mening hard nodig! Wilt u nog meer weten over dit onderzoek, zie dan de volgende pagina. U kunt ook aan het einde van de vragenlijst verdere informatie krijgen. *Hartrevalidatie is voor alle mensen die behandeld zijn voor een hartaandoening. Het doel van hartrevalidatie is om te leren omgaan met de gevolgen van de hartaandoening. Hartrevalidatie helpt u om weer fitter te worden, vertrouwen te krijgen en weer verder te gaan met uw leven. De verschillende onderdelen kunnen individueel zijn afgesproken en dusdanig van elkaar verschillen. Ik heb de informatie over het onderzoek gelezen en begrepen. Ik geef toestemming voor deelname aan het onderzoek. O Ja O Nee
36
Aanvullende informatie Aanleiding van het onderzoek De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie en De Hart&Vaatgroep willen dat meer mensen deelnemen aan hartrevalidatie. Recent onderzoek van Achmea laat zien dat slechts 28% van de mensen die voor hartrevalidatie in aanmerking komen, ook daadwerkelijk hartrevalidatie volgt. En dat terwijl bewezen is dat hartrevalidatie bijdraagt aan herstel en zelfs sterfte voorkomt. Niet alleen moet er meer worden verwezen naar hartrevalidatie. Tevens moeten drempels om aan hartrevalidatie deel te nemen, worden aangepakt. Doel van onderzoek Chloë Hezemans en Nora Löb (Master studenten Gezondheidspsychologie aan de UvA), onderzoeken in opdracht van de NVVC en De Hart&Vaatgroep, hoe het komt dat deze instroom zo laag is. Hierbij gaat de interesse voor dit onderzoek volledig uit naar u. Wellicht hebben mensen die een hartaandoening hebben (gehad), andere behoeften dan waar via de revalidatie in wordt voorzien? Misschien was u nog helemaal niet toe aan informatie over hartrevalidatie? Wellicht heeft het beeld van revalidatie ermee te maken? Aan de hand van deze vragenlijst willen wij de redenen achterhalen waarom u wel of niet deelgenomen heeft aan hartrevalidatie. Daarom zou u ons zeer kunnen helpen door de vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk zal deze informatie gebruikt worden om de communicatie rondom hartrevalidatie te verbeteren. Opzet van het onderzoek In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst die uw behoeften, beeld en barrières in kaart brengt. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 20 minuten in beslag nemen. Vrijwilligheid van deelname Uw deelname aan dit onderzoek is geheel vrijwillig. Uw beslissing om niet deel te nemen zal geen nadelige gevolgen hebben. Vertrouwelijkheid van informatie Alle informatie die in het kader van dit onderzoek wordt verzameld, wordt als strikt vertrouwelijk behandeld. Alle gegevens worden in anonieme vorm verwerkt en bewaard. Er zal voor worden gezorgd dat onbevoegden er geen inzage in krijgen en ook dat de gegevens niet tot personen zijn terug te leiden. Vragen? Heeft u nog vragen? U kunt dan contact opnemen met: Chloë Hezemans en Nora Löb, telefoon (06 42054512 en 06 41744310) of mailen naar [email protected] Wij hopen dat u aan dit vragenonderzoek wilt meedoen. Met vriendelijke groet, Roderik Kraaijenhagen namens de NVVC (Nederlandse Vereniging voor Cardiologie) Inge van den Broek namens De Hart&Vaatgroep
37
Vragenlijst Hart op Zoek 1. Wat is uw geslacht? O Man O Vrouw 2. Wat is uw geboortedatum? _____-______-___________ 3. Ik ben in het ziekenhuis opgenomen geweest voor mijn hartaandoening O Ja O Nee 3.1 Ik ben in het ziekenhuis opgenomen/behandeld voor: O dotterbehandeling O bypassoperatie O hartinfarct O hartklepoperatie O plaatsing icd O plaatsing pacemaker O andere ingreep of operatie aan mijn hart, namelijk________________________ 3.2 Wanneer was dit (maand en jaartal)? ______-___________ 4. Wat is uw huidige woonsituatie? O Ik woon alleen O Ik woon bij mijn ouders O Ik woon met mijn partner O Ik woon met mijn partner en kinderen O Ik woon met mijn kinderen O Anders, namelijk: 5. Heeft u een partner? O Ja O Nee 6. Heeft u kinderen? O Ja O Nee 7. Tot welke bevolkingsgroep rekent u zichzelf? O Nederlandse O Surinaamse O Antilliaanse O Turkse O Marokkaanse O Anders, namelijk: ………………………………… 8. Wat is uw hoogst afgeronde opleiding? O Basisschool O VMBO/MAVO O HAVO O VWO O MBO O HBO O Universiteit 10. In welke provincie woont u? O Drenthe O Noord-Brabant O Flevoland O Noord-Holland
38
O Friesland O Overijssel O Gelderland O Utrecht O Groningen O Zeeland O Limburg O Zuid-Holland 11. Ik heb hartrevalidatie gevolgd. O ja ga verder naar vraag 11a O nee ga verder naar vraag 15 O nee, ik moet nog beginnen met hartrevalidatie (wel al geplaatst) ga verder naar vraag 15 11. a) Wanneer? _____ (jaartal) meest recente hartrevalidatie 11. b) Waar? ____________________________________ 12. Ik ben voortijdig gestopt met het volgen van hartrevalidatie. O ja ga verder naar vraag 12a O nee ga verder naar vraag 13 12. a) Zo ja, waarom__________________________________________________________ De volgende vraag gaat over uw tevredenheid. De schaal loopt van ‘1 = heel
ontevreden’ tot ‘5 = heel tevreden’, omcirkel het getal op de plek op de lijn die bij u
past. Wanneer het ongeval bijvoorbeeld te lang geleden gebeurd is, kunt u voor de
optie ‘Dat weet ik niet meer’ kiezen.
13. Hoe tevreden bent u over de hartrevalidatie die gevolgd heeft? Heel ontevreden
1
2
3
4 Heel tevreden
5 14. Ik zou hartrevalidatie aan een ander aanbevelen. O ja O nee Nu komen een aantal vragen over de doorverwijzing.
De schaal loopt van ‘1 = onvoldoende’ tot ‘5 = voldoende’, omcirkel het getal op de
plek op de lijn die bij u past.
15. Ik heb van het ziekenhuis informatie gekregen over hartrevalidatie. O ja ga verder naar vraag 16 O nee ga verder naar vraag 17 16. In hoeverre was de (mondelinge of schriftelijke) informatie die u gekregen heeft rond hartrevalidatie voldoende? Onvoldoende
1
2
3
4 Voldoende
5 Dat weet ik niet meer
O 17. Ik heb van de cardioloog een doorverwijzing gekregen voor hartrevalidatie. O ja ga verder naar vraag 18 O nee ga verder naar vraag 19
39
18. Ik ben doorverwezen, maar het revalidatiecentrum/ziekenhuis heeft geen contact met mij opgenomen. O ja O nee 19. Ik heb zelf om hartrevalidatie gevraagd. O ja O nee 20. Het duurde te lang voordat ik werd doorverwezen naar een revalidatiecentrum of ziekenhuis. O ja O nee O niet van toepassing Graag willen wij weten of u behoefte heeft (gehad) aan informatie over hartrevalidatie
of over het volgen van hartrevalidatie zelf. Geeft u hieronder aan wat voor u van
toepassing is. Er zijn hierbij geen goede of foute antwoorden.
De schaal loopt van ‘1 = geen behoefte’ tot ‘5 = veel behoefte’, omcirkel het getal op
de plek op de lijn die bij u past. (Als u een moment nog niet heeft meegemaakt, kun u
'niet van toepassing' aanvinken.)
In hoeverre heeft u op de hierna genoemde momenten behoefte gehad aan informatie over hartrevalidatie? Ik had behoefte aan informatie over hartrevalidatie: 21a. Kort na het hartincident, tijdens opname en/of behandeling in het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 22a. Rondom het ontslag uit het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 23a. De eerste maanden na thuiskomst Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 24a. De eerste paar jaren na het hartincident Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 25a. Toen ik nieuwe hartklachten kreeg en/of opnieuw in het ziekenhuis werd opgenomen Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O
40
25.1. Door wie wilt u het liefst geïnformeerd worden over hartrevalidatie? U kunt meerdere antwoorden aankruisen. O Door het ziekenhuis waar ik behandeld ben O Door mijn cardioloog O Door verpleegkundige(n) O Door mijn huisarts O Anders, namelijk:_________________________ 25.2. Hoe wilt u het liefst geïnformeerd worden over hartrevalidatie? U kunt meerdere antwoorden aankruisen. O Via de telefoon O Via een email O Via een brief O Via een website O Via een folder/brochure O Via een persoonlijk gesprek met een professional/zorgverlener O Anders, namelijk:__________________________ In hoeverre heeft u op de hierna genoemde momenten behoefte gehad aan hartrevalidatie zelf? De schaal loopt van ‘1 = geen behoefte’ tot ‘5 = veel behoefte’, omcirkel het getal op
de plek op de lijn die bij u past. (Als u een moment nog niet heeft meegemaakt, kun u
'niet van toepassing' aanvinken.)
Ik had/heb behoefte aan hartrevalidatie: 21b. Kort na het incident, tijdens opname en/of behandeling in het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 22b. Rondom het ontslag uit het ziekenhuis Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 23b. De eerste maanden na thuiskomst Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 24b. De eerste paar jaren na het hartincident Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O 25b. Bij nieuwe hartklachten en/of heropnames Geen behoefte
1
2
3
4 Veel behoefte
5 Niet van toepassing
O Heeft u bij vraag 21 t/m24 minimaal één keer 1 of 2 ingevuld? Ga dan door naar vraag 26. Heeft u bij vraag 21 t/m 24 geen één keer 1 of 2 ingevuld? Ga dan door naar vraag 36.
41
Als u aangeeft dat u weinig behoefte heeft gehad aan (informatie over)
hartrevalidatie, in welke mate speelden de volgende overwegingen daarbij een rol? De
schaal loopt van ‘1 = speelt helemaal geen belangrijke rol’ tot ‘5 = speelt een heel
belangrijke rol’, omcirkel het getal op de plek op de lijn die bij u past.
26. Ik heb geen hartrevalidatie nodig. Speelt helemaal geen
rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 27. Ik kan het alleen aan.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5
28. Veel mensen met hartproblemen gaan niet naar de hartrevalidatie en met hen gaat het prima.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 29. Ik zorg liever zelf voor mijn gezondheid
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 30. Mijn hartaandoening is geen serieus probleem voor mij
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 31. De begeleiding van andere professionals (verpleegkundigen, cardioloog, huisarts, etc.) was voldoende.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 32. Ik wil mezelf niet zo graag zien als hartpatiënt, ik heb moeite mezelf zo te accepteren.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 33. Ik wil niet geconfronteerd worden met problemen van andere hartpatiënten.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 34. Ik weet niet of ik er iets aan heb.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5
42
35. Anders, namelijk:__________________________________________________________ In welke mate spelen de volgende drempels voor u een rol bij het (al dan niet)
deelnemen aan hartrevalidatie? De schaal loopt van ‘1 = speelt helemaal geen
belangrijke rol’ tot ‘5 = speelt een hele belangrijk rol’, omcirkel het getal op de plek
op de lijn die bij u past.
Ik ervaar drempels bij het (al dan niet) deelnemen aan hartrevalidatie als het gaat om: 36. de (reis)afstand.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 37. kosten.
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 38. beschikbaarheid van vervoer
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 39. de afstand vanaf mijn werk Speelt helemaal
geen rol. 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol.
5
Niet van toepassing
0 40. de dag/datum of de tijden waarop hartrevalidatie plaatsvindt kwam/komt mij niet uit
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 41. familieverantwoordelijkheden
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 42. slecht weer
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 43. verantwoordelijkheden op mijn werk Speelt helemaal
geen rol. 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol.
5
Niet van toepassing
0
43
44. weinig tijd Speelt helemaal geen
rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 45. geen energie
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 45. hartproblemen door hartrevalidatie te krijgen
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 46. bang om meer pijn te krijgen door hartrevalidatie
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 47. andere gezondheidsproblemen
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 48. mijn leeftijd
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 49. het meedoen aan groepsactiviteiten
Speelt helemaal geen rol 1
2
3
4
Speelt een heel belangrijke rol
5 50. Hartrevalidatie is voor mij moeilijk in te passen in mijn dagelijks leven, het is lastig te combineren met mijn rol als (meerdere antwoorden mogelijk): O ouder O echtgenoot O partner O vriend/vriendin O werknemer/ werkgever/vrijwilliger O opa/oma (wanneer van toepassing) O anders, namelijk_______________________________ O niet van toepassing, hartrevalidatie is voor mij goed in te passen in mijn dagelijks leven
44
Mensen hebben vaak een bepaald beeld bij hartrevalidatie. Wij willen graag weten
hoe u over hartrevalidatie denkt, ongeacht of u ook daadwerkelijk hartrevalidatie
heeft gevolgd. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? De schaal
loopt van ‘1 = helemaal mee oneens’ tot ‘5 = helemaal mee eens’, omcirkel het getal
op de plek op de lijn die bij u past.
51. Jongere mensen hebben meer voordelen van hartrevalidatie dan oudere mensen. helemaal mee oneens
1
2
3
4
helemaal mee eens
5 52. Hartrevalidatie is meer geschikt voor mensen die daarvoor ook al fysiek actief waren.
helemaal mee oneens
1
2
3
4
helemaal mee eens
5 Volgende woorden gaan ook in op uw beeld van hartrevalidatie. We willen graag
weten welk woord u van toepassing vindt. U kunt een woord van meer of mindere
mate van toepassing vinden. Plaats een kruis bij het getal dat volgens u het meest bij
hartrevalidatie past. Hoe dichter het kruis bij het woord staat, hoe beter het woord past
bij hartrevalidatie.
53. Hartrevalidatie is:
nuttig 1
2
3
4
onnuttig 5
54. Hartrevalidatie is:
saai 1
2
3
4
leuk 5
55. Hartrevalidatie is:
goed 1
2
3
4
slecht 5
56. Hartrevalidatie is:
plezierig 1
2
3
4
onplezierig 5
57. Hartrevalidatie is:
van toegevoegde waarde
1
2
3
4
geen toegevoegde
waarde 5
45
58a. Hartrevalidatie is: vrijheid
1
2
3
4 opgelegd
5 58b. Hartrevalidatie is:
makkelijk 1
2
3
4
moeilijk 5
58c. Hartrevalidatie is:
hip 1
2
3
4
suf 5
58d. Hartrevalidatie is:
vertrouwen krijgen
1
2
3
4
bang worden 5
58e. Hartrevalidatie is:
tijdsbesparend 1
2
3
4
tijdrovend 5
58f. Hartrevalidatie is:
verlichtend 1
2
3
4
belastend 5
De volgende stellingen gaan over wat u prettig zou vinden binnen hartrevalidatie.
Wilt u aangeven wat voor u van belang is? De schaal loopt van ‘1 = helemaal niet
belangrijk’ tot ‘5 = heel belangrijk’, omcirkel het getal op de plek op de lijn die bij u
past.
Als ik deelneem aan hartrevalidatie vind ik het belangrijk om/ heb ik behoefte aan 59. met professionals (fysiotherapeuten, artsen) mijn vooruitgang te bespreken
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
60. individuele aandacht te ontvangen
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
61. aanmoediging van professionals te krijgen
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
46
62. contact te hebben met professionals via de telefoon of het internet Helemaal niet belangrijk
1
2
3
4 Heel erg belangrijk
5 63. in het ‘echt’ contact te hebben met professionals
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel erg belangrijk 5
64. eigen doelen te kunnen stellen
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
65. oefeningen te leren
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
66. niet te vermoeid te raken
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
67. geen pijn te ervaren tijdens de oefeningen
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
68. dat de oefeningen niet te saai zijn
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
69. oefeningen met iemand anders te doen
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
70. contact te hebben met andere hartpatiënten
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel belangrijk 5
71a. contact te hebben met leeftijdsgenoten
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel erg belangrijk 5
71b. contact te hebben met meerdere personen in een groep
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel erg belangrijk 5
72. te praten over het leven met een hartaandoening in een groep
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel erg belangrijk 5
73. samen activiteiten te ondernemen in een groep
Helemaal niet belangrijk 1
2
3
4
Heel erg belangrijk 5
47
74. Hoe ziet uw ideale hartrevalidatieprogramma eruit?
_____________________________________________________________________
_____________________________________________________________________
_____________________________________________________________________
_____________________________________________________________________
_____________________________________________________________________
______________________________
In hoeverre kunt u door hartrevalidatie onderstaande doelen bereiken? De volgende doelen gaan over uw gezondheid: 75. Geen lichamelijk ongemak of pijn hebben, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
76. Plezier ervaren of meer genieten, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
77. Me veilig voelen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
78. Dat ik niet afhankelijk word van anderen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
79. Geen nare dingen ervaren, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
80. Lichamelijk plezier hebben, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
81. Mijn (klein)kinderen zien opgroeien, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
82. Voorkomen dat mijn hartaandoening verslechtert, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
48
83. Mijn leven zelf invullen, kan ik door hartrevalidatie… In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
84. Gezond zijn of blijven, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
85. Dat ik niet in gevaarlijke situaties terechtkom, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
86. Voorkomen dat ik vroegtijdig kom te overlijden, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
De volgende doelen gaan over uzelf 87. Niet in de stress raken, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
88. Nieuwe dingen leren, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
89. Me niet vervelen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
90. Geen financieel verlies lijden, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
91. Niet op hetzelfde niveau blijven staan, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
92. Mijn hartaandoening beter begrijpen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
93. Dat ik anderen kan steunen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
49
94. Ontspanning ervaren, kan ik door hartrevalidatie… In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
95. Niet onwetend zijn wat betreft mijn hartaandoening, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
96. Zelfvertrouwen hebben of houden, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
97. Dat ik er niet alleen voor sta, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
98. Dingen beter doen dan anderen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
99. Niet aan mezelf twijfelen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
100. Meer geld of goederen verwerven, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
101. Goede prestaties leveren, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
102. Niet slechter zijn dan anderen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
103. Voorkomen dat ik niet langer meetel, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
104. Steun krijgen van anderen, kan ik door hartrevalidatie…
In zeer lage mate bereiken 1
2
3
4
In zeer hoge mate bereiken 5
50
105. Welke drie doelen van de doelen die hieronder staan, zijn voor u het meest van belang? o Geen lichamelijk ongemak of pijn hebben o Dat ik niet afhankelijk word van anderen o Dat ik niet in gevaarlijke situaties terechtkom o Geen nare dingen ervaren o Voorkomen dat mijn hartaandoening verslechtert o Voorkomen dat ik vroegtijdig kom te overlijden o Lichamelijk plezier hebben o Mijn leven zelf invullen o Veilig zijn o Plezier ervaren of meer genieten o Gezond zijn of blijven o Mijn (klein)kinderen zien opgroeien o Niet onwetend zijn wat betreft mijn hartaandoening o Niet in de stress raken o Niet aan mezelf twijfelen o Niet slechter zijn dan anderen o Me niet vervelen o Geen financieel verlies lijden o Niet op hetzelfde niveau blijven staan o Mijn hartaandoening beter begrijpen o Ontspanning ervaren o Zelfvertrouwen hebben of houden o Dingen beter doen dan anderen o Nieuwe dingen leren o Meer geld of goederen verwerven o Goede prestaties leveren o Dat ik niet langer meetel o Dat ik er niet alleen voor sta o Steun krijgen van anderen o Dat ik anderen kan steunen
Wilt u op de hoogte gehouden worden van de resultaten van dit onderzoek? Of wilt u meer informatie ontvangen? Vult u dan hier uw adresgegevens/mailadres in: Naam: _____________________________________________________________________ Adres: _____________________________________________________________________ Postcode en plaats: ___________________________________________________________ Emailadres: _________________________________________________________________
Bedankt voor uw deelname!
106. Geef hieronder uw top drie:
Doel 1:................
Doel 2:................
Doel 3:................
51
Bijlage 2
Ideale hartrevalidatie
In de vragenlijst werd een open vraag gesteld; Hoe ziet uw ideale hartrevalidatie
eruit? In het algemeen werd geantwoord dat men wil bewegen in groepsverband. Er
worden echter ook andere antwoorden gegeven die terugslaan op de hartrevalidatie
die gevolgd was (en dat dat goed was) en dat er behoefte is aan andere zaken (zoals
psychologische ondersteuning). We hebben de antwoorden op “de ideale
hartrevalidatie” gecategoriseerd aan de hand van een aantal categorieën, te weten;
sportgerelateerd, minder nuttige antwoorden, meer omschreven “ideale
hartrevalidatie”, plek gerelateerd en anders.
Sportgerelateerd: o grote variatie aan oefeningen o Weer fit worden en je lichaam o dagelijks bewegen, (lopen/ fysio) o plezier in sport en de geest even ontlasten o zoals hij me is aangeboden vertrouwen krijgen en conditie opbouwen o tempowisselingen bij fitwandelen/racefietsen o solo op hoog sport niveau zonde o Zoals in de stellingen aangegeven, door een professional en in groepsverband o trainen onder begeleiding, samen met anderen oefeningen doen, in een groep
trainen o combinatie van conditie, kracht o afwisseling van oefeningen en veel persoonlijk contact met deskundigen zodat je
daar met je vragen terecht kunt o aangepast aan mijn conditie o iedere dag minstens een uur bewegen, lopen, sporten o indivdueel onder proffesionele begeleiding o onder goede begeleiding oefeningen doen, waardoor je meer energy en
uithoudingsvermogen krijgt. leren hoe ver kan ik gaan o veel bewegen oa wandelen dat doe ik veel ik heb drie honden dus beweging
genoeg oefeningen en gesprekken. o Dat er tussentijds wordt gekeken of er vooruitgang is geboekt o zwem groep o Lichamelijke - èn "geestlijke"oefeningen ( laatste door een psycholoog) o veel kracht training en duurtraining, sport en spel, ook buiten joggen? o een uitgewerkt programma volgen- geen idee hoe! o mijn algehele conditie omhoog Minder nuttige antwoorden o Wat ik nu doe vind ik prettig. o Goed o zeer goed o Zoals nu o bestaat er een ideaal programma?
52
o zie vragenlijst o Er is voor mij geen ideale har o heb ik eigenlijk niet o Therapie o Zeer goed o alleen gericht op de persoon o zeer nuttig o ? o weet ik niet o geen idee, ik kan mij er niets o geen idee, ik moet nog beginnen o geen behoefte ivm ritmestoornis Meer omschreven “ideale HR” o revalidatie in de breedte, dus niet alleen fysiek maar ook geestelijk. o motiverend, animerend en opbouwend met op de persoon toegespitst advies o gewoon oefenen/ conditie, verbeteren/vragen kunnen stellen aan professionals (nl.
veel twijfels hebben) daarna koffie drinken met lotgenoten. o regelmatig upates/infp en vordering elke keer bespreken met begeleiding;
veel,veel afwisseling meer persoonlijk gericht/ persoonlijjk nivea ook bij team/ groeps sessies
o Ik vond het vrij licht, dus van mij mag het wat zwaarder.Ik was 46 toen ik HR had en de rest van de groep was ouder, wandaar een licht programma. van mij mogen er grenzen opgezocht worden!
o intake gesprek, doel revalidatie uitspreken en haalbaarheid, oefeningen toegespitst op individu, slottest met aanbevelingen na een jaar nog een toetsing
o fietsen, gewicht drukken, lopen op de band, gewicht heeffen niet te zwaar, anders door fysiotherapeut te bepalen
o gezellig- spelendewijs, lekker bezig zijn- actief zijn, je lekker voelen o Momenteel zwem ik minimaal 1x per week 1 uur, fiets ik ±25km per keer
(toertocht) en mogelijk 2x per week. Doet huishoudelijk werk, stofzuigen, bed verschonen, tuinonderhoud.
o In te vullen door professionals, gericht op verbetering lichamelijke conditie, en waar nodig ook de psychische. Ontmoeten van een bijzonder sympathiek persoon in groep is "mooi meegenomen" maar niet noodzakelijk (genoeg vrienden). Je komt niet gauw tot "samen dingen doen" en dat vind ik ook niet erg
o Alles kunnen doen wat ik voor mijn hartaanval deed. Zo mogelijjk meer. Langer wandelen bijv.
o Twee ? drie keer per week onder toezicht voorzichtig sporten en na die periode advies krijgen over welke sportschool geschikt is voor het voortzetten van de revalidatie want ik belandde in een vacuum.
o Een programma wat er voor zorgt dat je naar behoefte begeleiding krijgt totdat je weer volledig of acceptabel in de running bent zowel thuis als op je werk.
o 2x per week 1,5 uur, elke week zwembad, 1x per week, 1,5 uur i.v.m. spierenpijn ->door medicatie
Plek gerelateerd: o zoals ik het nu zelf ervaar in het RRC, goede mix van individuele en
groepsactiviteiten o zoals ik het nu ervaar bij het
53
o Wat ik nu doe vind ik prettig. o Goed o Niet in het ziekenhuis o zoals het programma er nu uitziet, vind ik prima, al zou het wel iets langer moeten
duren (tijd) o Ik ben tevreden met programma bij RRC Leiden o Zoals Rotterdam SFG o HoogrendementHartrevalidatie H o Zoals het in Haren was, met mogelijkheden om te sporten o zoals bij Capri o ik vond de opbouw van het Capri programma prima; oefeningen met de groep,
individueel schema hardlopen Anders: o Klein groepje van mensen die willen en durven onder leiding van enthousiaste
profesionnals. o rustgevendgesprek met professionel o zelf bepalen en activiteiten ondernemen o eigen initiatief o dat je je grensen leert kennen o lekker grensverlengend bezig o informatie/dieet/individueel o Om inzicht te krijgen hoe je dieet o veel samen doen en elkaar steunen o Individueel afgestemd o met "lotgenoten in een groep. o eigen doelen bepalen met professionals o individueel of in klein groepje o Weer je zeker voelen van hoeveel je kan o op maat met persoonlijke begeleiding o aandacht niet alleen voor het lichamelijke maar ook mentale gevoelens o het helpen van andere en geholpen o 2x jaarlijks checken, ecg en echo o de Vrijheid om te kiezen o persoonlijke begeleiding en niet in groepsverband o plezier en vertrouwen in je zelf terug krijgen