Upload
others
View
17
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Hbo-PedagogiekStudiegids
Jaar 1
2020-2021
13-7-2020 z m d w d v z w VT SAM DT12 DT34 HBO Peda alle jaren## woensdag
augustus 26 27 28 29 30 31 1 312020 2 3 4 5 6 7 8 32
9 10 11 12 13 14 15 3316 17 18 19 20 21 22 34 za 22 aug her23 24 25 26 27 28 29 35 0 0 26 aug jaaropening; 1
september 30 31 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12 37 1 1 1 1 313 14 15 16 17 18 19 38 2 2 2 2 420 21 22 23 24 25 26 39 3 3 3 3 5
oktober 27 28 29 30 1 2 3 40 4 4 4 4 64 5 6 7 8 9 10 41 5 5 5 5 711 12 13 14 15 16 17 42 6 6 6 6 818 19 20 21 22 23 24 43 herfstvakantie
november 25 26 27 28 29 30 31 44 7t 7 7 7 91 2 3 4 5 6 7 45 8s 8 8 8t 4 nov dankdag; T op 3 nov
8 9 10 11 12 13 14 46 9s 9s 9s 9s 115 16 17 18 19 20 21 47 - - - - 222 23 24 25 26 27 28 48 1 10 1 1 3
december 29 30 1 2 3 4 5 49 2 11 2 2 46 7 8 9 10 11 12 50 3 12 3 3 12 dec her; 513 14 15 16 17 18 19 51 4 13 4 4 620 21 22 23 24 25 26 52 - -
januari 27 28 29 30 31 1 2 1 - -2021 3 4 5 6 7 8 9 2 5 14 5 5 7
10 11 12 13 14 15 16 3 6 15 6 6 817 18 19 20 21 22 23 4 7t 16t 7 7 924 25 26 27 28 29 30 5 8s 17 8t 8t T
februari 31 1 2 3 4 5 6 6 9s 18 9s 9s 17 8 9 10 11 12 13 7 1 1 1 1 13 feb open dag; 214 15 16 17 18 19 20 8 2 2 2 2 321 22 23 24 25 26 27 9 - - voorjaarsvakantie
maart 28 1 2 3 4 5 6 10 3 3 3 47 8 9 10 11 12 13 11 4 4 4 5
10 mrt biddag; 9 mrt colleges14 15 16 17 18 19 20 12 5 5 5 16 mrt open avond; 20 mrt her; 621 22 23 24 25 26 27 13 6 6 6 7
april 28 29 30 31 1 2 3 14 7t 7 7 84 5 6 7 8 9 10 15 8s 8t 8t 911 12 13 14 15 16 17 16 9s 9s 9s T18 19 20 21 22 23 24 17 1 1 1 1
mei 25 26 27 28 29 30 1 18 2 - 22 3 4 5 6 7 8 19 - 2 2 meivakantie9 10 11 12 13 14 15 20 3 3 3 11 mei open avond; 316 17 18 19 20 21 22 21 4 4 4 423 24 25 26 27 28 29 22 5s 5 5 5
juni 30 31 1 2 3 4 5 23 6s 6s 6s 66 7 8 9 10 11 12 24 7s 7s 7s 12 jun her; 713 14 15 16 17 18 19 25 8 8 8 820 21 22 23 24 25 26 26 9 9 9 9
juli 27 28 29 30 1 2 3 27 10t 10t 10t T4 5 6 7 8 9 10 2811 12 13 14 15 16 17 2918 19 20 21 22 23 24 30
augustus 25 26 27 28 29 30 31 311 2 3 4 5 6 7 328 9 10 11 12 13 14 3315 16 17 18 19 20 21 34 za 21 aug her22 23 24 25 26 27 28 35 0 0
september 29 30 31 1 2 3 4 36 0 05 6 7 8 9 10 11 37 1 112 13 14 15 16 17 18 38 2 2
kerstvakantie
HBO-peda 2020/2021
236 0 0
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
1
Inhoudsopgave
Voorwoord
Hoofdstuk 1 Praktische zaken
- Organisatie en docenten
- Studentzaken
- Rooster en collegetijden
- Voorlichtingsbijeenkomsten
- Toelatingseisen
- (Her)inschrijven en Studielink
- Collegegeld en overige studiekosten
- Informatievoorziening en helpdesk
- Mediatheek
- Examencommissie en College van beroep voor examens
2
3
Hoofdstuk 2 Het beroepsprofiel
- Het niveau van een bachelor
- Het beroepsprofiel van de hbo pedagoog
- De beroepstaken en de professionele identiteit
8
Hoofdstuk 3 Toetsing
- Overzicht toetsing
- Uitleg toetsvormen
- Nakijktermijn en herkansingsregeling
- Hoe we omgaan met vrijstellingen
- Geschillen
11
Hoofdstuk 4 Opleidingsaanbod en begeleiding
- De opbouw van hbo pedagogiek
- De begeleiding binnen de opleiding hbo pedagogiek
14
Hoofdstuk 5 Studielast, bindend studieadvies en diplomering
- Wat is het bindend studieadvies?
- (Extra) ondersteuning tijdens je studie
- Stoppen met je studie
- Extra uitdaging
- Diplomering
- Procedure bij klachten
- Reglementen
18
Bijlagen
- Bijlage 1: Beroepsprofiel hbo pedagogiek
21
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
2
Voorwoord
We zijn blij dat je de opleiding hbo Pedagogiek hebt gekozen! Je bent van harte welkom
op onze hogeschool en hopen dat je je snel thuis zult voelen. Bij de start van een nieuwe
opleiding komt er veel op je af. Deze studiegids heeft als doel om je wegwijs te maken in
de opleiding. We hopen dat je hem zult gebruiken als naslagwerk, als dingen onduidelijk
zijn, en dat verwijzingen naar personen of afdelingen je helpen om bij het goede adres
aan te kloppen voor informatie.
De opleiding hbo Pedagogiek start dit cursusjaar met een vernieuwde opleiding. De
beroepstaken staan daarin centraal. We willen je opleiden tot een kritische en kundige
professional. Dit doen we in de eerste plaats vanuit de Bijbel als Bron; dat is voor ons de
norm en de inspiratie voor het denken en handelen. Als tweede is vakmanschap
belangrijk. Tijdens je opleidingsperiode leer je om je handelen in de praktijk te verbinden
aan de theorie en andersom. De opzet van de opleiding helpt hierbij. Per week is er één
collegemiddag- avond, maak je opdrachten, bereid je colleges voor, lees je literatuur en
studeer je voor de Kennisvoortgangstoets (KVT). Ook oriënteer je je gedurende het
eerste jaar op het werkveld. Houd? dus rekening met flink wat extra tijd die nodig is om
de studie op een goede manier te doorlopen en af te ronden.
Deze studiegids is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken. Alle praktische informatie
vind je in hoofdstuk één. We vertellen je in hoofdstuk twee over de kennis en
vaardigheden die een goede professional nodig heeft. Het beroepsprofiel is daarvoor het
uitgangspunt. We toetsen die kennis en vaardigheden op verschillende manieren en
hoofdstuk drie geeft daar de uitleg bij. We leggen je ook uit wie je allemaal gaat
ontmoeten en je begeleiden in je ontwikkeling en hoe we je groei als professional meten.
Het opleidingsaanbod en de begeleiding staan in hoofdstuk vier. Dat een opleiding ook
uitdagend is en resultaten vraagt, spreekt voor zich zelf. Dat betekent dat je ook
voldoende studiepunten moet behalen. Daarom gaat hoofdstuk vijf over stoppen met je
studie, het bindend studieadvies en de diplomering. Daarmee hopen we dat we duidelijk
zijn. Niet om je te ontmoedigen maar juist om helderheid te geven in wat we verwachten
van nieuwe studenten. Studenten die zeer gemotiveerd zijn om deze nieuwe stap in hun
leven te zetten om daarmee van betekenis te zijn in levens van medemensen.
May God bless you all!
Namens alle docenten van het hbo pedagogiekteam wensen je heel veel succes met je
studie!
Evert de Bruin
studieleider
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
3
Hoofdstuk 1: Praktische zaken
Organisatie
De opleiding wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van stichting Driestar educatief
te Gouda. In het organogram dat je hieronder ziet, is beschreven hoe Driestar educatief
organisatorisch in elkaar zit.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
4
Namen en adressen
Adres Driestar hogeschool
Burgemeester Jamessingel 2
2803 PD Gouda
tel. (0182) 540333
Student-
zaken
Driestar hogeschool
Postbus 368
2800 AJ Gouda
tel. (0182) 540378
Voorzitter
CvB
drs. L.N. Rottier
Burgemeester Jamessingel 2
2803 PD Gouda
tel. (0182 540333
Studieleider E. de Bruin
Burgemeester Jamessingel 2
2803 PD Gouda
tel. (0182) 760335
Docenten
A.J. (Arnold) van der Bijl
Docent en decaan functiebeperking
Drs. M. (Marianne) Golombek
Docent
P.M. (Elly) van der Gouwe Msc
Docent
Dr. H. (Huib) Klink
Docent
M.A.T. (Mathilde) Plender Msc
Docent | voorzitter examencommissie
Drs. C.W. (Kees) Schimmel
Docent
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
5
M.A. (Maria) Vermeulen
Docent
Studentzaken
De medewerkers van studentzaken staan voor je klaar om je (algemene) vragen te
beantwoorden. Je kunt langskomen bij de balie van studentzaken of een e-mail sturen
naar [email protected]. Studentzaken is geopend op maandag, woensdag
en donderdag van 08.30-21.00 uur. Op dinsdag van 08.30-17.30 uur en op vrijdag van
08.30-17.00 uur.
Rooster
Het jaarrooster (rooster- en tentamenweken en vakanties) vind je aan de binnenzijde
van de kaft deze studiegids.
Collegetijden
De colleges worden gegeven op woensdag
1e uur: 16.00 - 17.00 uur
2e uur: 17.00 - 18.00 uur
pauze: 18.00 - 18.30 uur
3e uur: 18.30 - 19.30 uur
4e uur: 19.30 - 20.30 uur
pauze: 20.30 - 20.45 uur
5e uur: 20.45 - 21.45 uur
Voorlichtingsbijeenkomsten
Op D.V. dinsdag 16 maart 2021 en dinsdag 11 mei 2021 zijn er een voorlichtingsbijeen-
komsten. Deze avonden, die om 20.00 uur beginnen, worden gehouden in het gebouw
van Driestar hogeschool. Verder is er op zaterdag 13 februari 2020 een open dag. Nodig
geïnteresseerden uit om de open dag of een open avond te bezoeken. Een avond
meelopen kan ook. Aanmelding verloopt via [email protected].
Toelatingseisen
Om te kunnen starten aan de hbo Pedagogiek opleiding is het een voorwaarde dat je in
bezit bent van een MBO-4 diploma, een havo- of vwo diploma, of dat je de 21+ toets
succesvol hebt afgerond. Tijdens de opleiding ga je ook stages volgen. Wij noemen dat in
de eerste twee jaar van de studie werkveldoriëntatie. Voorwaarde is dus dat je in staat
bent om deze stages ook uit te voeren tijdens je studie.
(Her)inschrijven en Studielink
De hbo Pedagogiek opleiding kent één startmoment; in augustus van ieder kalenderjaar.
Via www.studielink.nl schrijf je je in voor de opleiding. Dit doe je door middel van je
DigiD. Nadat je aanmelding succesvol is afgerond, krijg je een uitnodiging voor een
intakegesprek. Dit gesprek vindt plaats op de hogeschool. Bij vragen neem je contact op
met studentzaken.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
6
Collegegeld en overige studiekosten
Als je studeert, betaal je daar een bijdrage voor. Hierin wordt onderscheid gemaakt
tussen twee soorten bijdragen: het wettelijk collegegeld en het instellingscollegegeld. Je
achtergrond (nationaliteit, eerdere opleidingen op hbo-niveau en woonplaats buiten
Nederland) bepalen of je het wettelijk collegegeld betaalt of het instellingscollegegeld. Op
onze site www.driestar-hogeschool.nl vind je de meest actuele gegevens. Zie voor meer
informatie ook ‘Mijn Duo’, hier kun je precies zien of je volgens de overheidssystemen al
eerder een opleiding hebt gevolgd.
Ben je een eerstejaarsstudent? Dan maak je aanspraak op de halvering van je college-
geld voor het eerste studiejaar. Zie voor meer informatie www.rijksoverheid.nl. Heb je
nog vragen over welk collegegeld voor jou van toepassing is? Neem contact op met de
financiële administratie, [email protected], zij kunnen je verder helpen.
Het wettelijk collegegeld of het instellingscollegegeld kun je in één keer betalen maar je
kunt er ook voor kiezen om het bedrag in tien termijnen van je rekening te laten
afschrijven. Hiervoor worden € 20 aan administratiekosten gerekend. Naast de kosten
van het wettelijk- of instellingscollegegeld, zijn er nog een aantal overige kosten waar je
rekening mee moet houden. Denk bijvoorbeeld aan de aanschaf van studieboeken. Per
studiejaar zal dit neerkomen op ongeveer € 500.
Als je werkgever je kosten betaalt, dan is er de mogelijkheid om de factuur rechtstreeks
te laten voldoen door je werkgever. De garantieverklaring werkgever, te vinden op de
website, moet je hiervoor opsturen naar [email protected]. Als student
blijf je altijd verantwoordelijk voor de tijdige betaling van het collegegeld.
Informatievoorziening
Studenten worden door middel van Eduweb (https://eduweb.driestar-educatief.nl) op de
hoogte gehouden van actuele zaken, wetenswaardigheden over de opleiding, het college-
en tentamenrooster etc. Communicatie vindt plaats via het emailaccount van Driestar
hogeschool. Bij de start werken we met de programma’s Trajectplanner en Onderwijs
Online. Deze programma’s zijn via Eduweb te bereiken of via de directe link:
https://driestar.trajectplanner.nl / https://driestar.onderwijsonline.nl
Wijziging voorbehouden.
Helpdesk
Voor alle vragen rond ICT kun je bij de helpdesk terecht. E-mail: helpdesk@driestar-
educatief.nl, telefoon: 0182 540 320.
Collegekaart
De collegekaart wordt eenmalig bij de start van de opleiding door de school verstrekt.
Met de collegekaart kan gebruik gemaakt worden van de faciliteiten binnen school en de
kaart geldt als identificatie voor het maken van tentamens. Als de pas defect of verloren
is, wordt tegen betaling van € 5,- een nieuwe kaart verstrekt. Opwaarderen van je
collegekaart kan via Eduweb of de computer op de begane grond.
Mediatheek
De materialen van onze mediatheek zijn verdeeld over twee ruimtes, te weten
mediatheek 0.35 (begane grond) en mediatheek 3.06 (derde verdieping). Met je college-
kaart kun je in beide mediatheken materialen lenen.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
7
In mediatheek 0.35 hebben we een uitgebreide collectie materialen die vooral gebruikt
worden daar pabostudenten voor hun lessen op de stagescholen. Deze materialen mogen
ook voor privédoeleinden geleend worden. Verder kun je gebruik maken van een
kopieer- en snijapparaat en lamineer- en inbindfaciliteiten. Video- en fotocamera’s kun je
bij de balie lenen. Tenslotte vind je in 0.35 ook een professionele studio, compleet met
camera, verlichting en greenscreen. Deze ruimte kun je reserveren. Voor het bewerken
van de video is een computer beschikbaar in het learning lab. Boven vind je
(stilte)werkplekken voor zelfstudie.
In mediatheek 3.06 vind je een collectie van ruim 25.000 boeken. Met name de collecties
godsdienst, jeugdliteratuur en pedagogiek zijn zeer uitgebreid. Ook hier zijn
computerwerkplekken met draadloos internet voor je beschikbaar. Wil je een kijkje
nemen in onze catalogus, klik dan op Eduweb de knop ‘Mediatheek’ aan (rechts op de
startpagina). Vervolgens zie je de link naar onze catalogus. Voor onderzoeken en
scripties heb je vanuit de catalogus ook toegang tot diverse databanken met
wetenschappelijke artikelen.
Examencommissie hbo pedagogiek
Met vragen, verzoeken of eventuele klachten rond tentamens, diplomering e.d. kun je
terecht bij de examencommissie. Een verzoek moet ingediend worden via het daarvoor
bestemde verzoeksformulier. Dit formulier is te vinden op Eduweb. Alleen volledig
ingevulde formulieren worden in behandeling genomen.
Contactpersonen
Mw. M.A.T. Plender, voorzitter
mevr. M.W. van Bemmel, ambtelijk secretaris
E-mail: [email protected]
College van beroep voor de examens
Als je het niet eens bent met het besluit van de examencommissie, kun je binnen 6
weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroep moet
schriftelijk of digitaal worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming van Driestar
hogeschool. Neem hiervoor contact op met mr. H.B. Verkade H.B.Verkade@driestar-
educatief.nl. In het Studentenstatuut is een schema opgenomen van de verschillende
rechtsbeschermingsmogelijkheden voor studenten.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
8
Hoofdstuk 2: Het beroepsprofiel
In dit hoofdstuk wordt het beroepsprofiel beschreven. In het beroepsprofiel wordt
uitgelegd welke kennis, vaardigheden en taken horen bij de hbo pedagoog. In dit
hoofdstuk geven we allereerst een beschrijving van het niveau wat bij een Bachelor
Degree hoort, en waarin dit niveau verschilt van andere
opleidingsniveaus. Daarna staan we stil bij het
beroepsprofiel. Ook beschrijven we iets over je mogelijke
toekomstige werkplek als je de hbo Pedagogiek opleiding
hebt afgerond.
Het niveau van een Bachelor Degree1
In de beschrijving van de hbo-student komt de drieslag
‘hoofd, hart en handen terug: de integratie tussen denken
en doen, en het verbinden van die twee is een belangrijk
onderdeel van dit niveau. Als pedagogiek student
functioneer je tegen een hbo -achtergrond(bachelor; niveau
6). Het verschil met het Associate Degree niveau vind je op
vrijwel alle onderdelen. Een hbo pedagoog is verant-
woordelijk voor meer complexe aspecten en ook een breder
pakket van beroepstaken van het vak waarbij meerdere
actoren aanwezig zijn, waarbij bij hbo Pedagogiek het
begeleiden van gezinnen centraal staat (Beroepstaak 5).
Waar de AD-er is opgeleid om de verbinding te maken
tussen praktijk en strategie, richt een hbo’er zich meer op
het overstijgende strategische niveau, denk bijvoorbeeld
aan de visie van een organisatie en de richting waarin een
organisatie zich ontwikkelt. In Figuur 2.1 worden de
verschillen tussen de AD-opleiding en het hbo verder
uitgewerkt.
Het beroepsprofiel van de hbo pedagoog
‘De hbo pedagoog ondersteunt het opgroeien en opvoeden
van kinderen en jongeren vanaf de conceptie tot aan de leeftijd van 23 jaar. Hij werkt
individueel met een kind, een jongere of met een gezin. Hij werkt ook met groepen
kinderen of jongeren op school, in de opvang en in instellingen. Zijn ondersteuning
beslaat een breed terrein. Hij ondersteunt van vraagverheldering tot advisering bij
vragen van kinderen en jongeren. Hij adviseert ouders en mede-opvoeders bij lichte
handelingsverlegenheid. Hij ondersteunt ouder(s) bij het nemen of behouden van de
regie in de opvoedsituatie, maar grijpt ook in in opvoedsituaties wanneer die als
problematisch wordt ervaren’ (bron: Vereniging van Hogescholen, Landelijk opleidings-
en competentieprofiel van de hbo-bacheloropleiding Pedagogiek, 2018).
De pedagoog treedt nu eens op als adviseur of opvoeder, dan weer treedt hij op als
regisseur in het samenspel van professionals die betrokken zijn bij interventies in
opvoedsituaties. In alle gevallen ondersteunt de pedagoog de ouders en de mede-
opvoeders bij het creëren van een pedagogisch klimaat waarin kinderen en jongeren op
een zo gunstig mogelijke manier op kunnen groeien tot volwassenen, de pedagoog stelt
het gezin centraal.
1 http://www.deassociatedegree.nl/wp-content/uploads/20181108-magazine-niveau5.pdf
Figuur 2.1
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
9
De inhoud van het beroep
De opleiding tot hbo pedagoog leidt op tot professionals die vanuit specifieke kennis en
vaardigheden, zowel op operationeel-, tactisch-, als strategisch niveau:
▪ breed inzetbaar zijn in sectoren onderwijs, kinderopvang, welzijn,
gehandicaptenzorg, opvoedingsondersteuning, jeugdhulp, zoals bijvoorbeeld in
Centrum voor Jeugd en Gezin, een wijk- of gebiedsteam, gezinshuizen, jeugdzorg
in gedwongen kader, overheid;
▪ bij kunnen dragen aan het opgroeien en opvoeden van jeugdigen, vanuit
systemisch perspectief en gericht op zelfregie en op het herstel van het normale.
▪ (preventief) samen met betrokkenen de voorwaarden scheppen voor een optimale
ontwikkeling, waarbij hij twee perspectieven in al zijn handelen hanteert: het
kindperspectief en het opvoedingsperspectief;
▪ over de grenzen van het eigen vakgebied heen kunnen kijken en (interdisciplinair)
kunnen samenwerken in (improviserende) teams vanuit het vermogen om kennis
in vakgebieden anders dan het eigen toe te passen.
▪ actief bijdragen aan de eigen professionaliteit, de verbetering van de kwaliteit van
het eigen team, de organisatie en het beroep vanuit het voortdurende besef dat
opvoeding en ondersteuning altijd normatieve aspecten heeft, verankerd in
levensbeschouwing, waardeoriëntaties en persoonlijke zingeving.
Samenvattend kun je zeggen dat het beroep van hbo pedagoog heel breed is. Alleen al
de sectoren die onder het eerste punt worden genoemd latten zien hoe divers de
uitstroom naar sectoren kan zijn. Van onderwijs tot overheid, van gezinsondersteuning
tot gedwongen kader, van preventie tot detentie. De pedagoog is een goed toegeruste
jeugd- en gezinsprofessional in het sociale domein.
SKJ registratie
De opleiding hbo Pedagogiek verhoudt zich tot het uitstroomprofiel Jeugd, zoals deze ook
wel binnen de opleiding Sociaal Werk wordt vormgegeven. Na de opleiding hbo
Pedagogiek kun je je dan ook laten registeren bij de SKJ (Stichting Kwaliteitsregister
Jeugd, zie ook https://skjeugd.nl/) als Jeugd en Gezinsprofessional. Deze registratie heb
je nodig om in de jeugdhulp te kunnen werken.
Het profiel van onze opleiding
Het profiel van de opleiding hbo Pedagogiek kent bij Driestar hogeschool een aantal
speerpunten:
• In de opleiding wordt gewerkt vanuit het perspectief dat het gezin centraal staat;
het gezinssysteem heeft meerdere lagen, meerdere perspectieven. Wat je met
een kind doet, heeft ook invloed op de ouders en andersom. We zoeken naar het
belang van zowel kind als de opvoeders, ofwel in belang van het gezin, altijd oog
hebben voor het gezin.
• Veel nadruk wordt gelegd op de ontwikkeling van een professionele identiteit en
de beroepstaken uit kunnen voeren vanuit deze professionele identiteit.
• Door onze opleiding is de pedagoog is in staat invulling aan het beroep en de
beroepstaken te geven vanuit een christelijk perspectief.
De beroepstaken en professionele identiteit
In de opleiding is veel aandacht voor de ontwikkeling van de hbo-pedagoog op basis van
het beroepsprofiel. Het beroepsprofiel bestaat uit de beroepstaken en de professionele
identiteit. Het werken aan de professionele identiteit en de beroepstaken doe je vanuit
het christelijk perspectief wat bij onze organisatie hoort. Zoals ook in het voorwoord al
kort aangestipt is de Bijbel binnen Driestar educatief de leidraad van waaruit we onze
handel en wandel willen vormgeven. We beseffen dat we in een gebroken wereld leven
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
10
en dat we afhankelijk zijn van Gods genade en Zijn kracht om ons werk te doen. Deze
visie vind je verder uitgewerkt op de website https://www.driestar-educatief.nl/over-
ons/organisatie/missie,-visie-en-strategie
De professionele identiteit vormt de kern van de hbo pedagoog. Het gaat over datgene
wat kenmerkend voor je is, waar je in gelooft. Het maakt de verbinding tussen wie je
bent, wat je doet in je werk en in welke omgeving je dat vormgeeft. Binnen de
professionele identiteit denk je bijvoorbeeld na over vragen als: Wat wil je met je
handelen bereiken voor een jeugdige? Wat zijn je normen en waarden? Wat is jouw
expertise waarmee je bijdraagt aan de ontwikkeling van de jeugdige? Het antwoord op
die vragen bepaalt de manier waarop je de beroepstaken uitvoert. Andersom hebben de
beroepstaken ook invloed op de ontwikkeling van je professionele identiteit. Ook wat
betreft de professionele identiteit zijn een aantal onderdelen te noemen, weergegeven in
het kader. Zie bijlage 2 voor een verdere uitwerking van de professionele identiteit.
De professionele identiteit komt overal in de opleiding terug. In de leergemeenschappen
en masterclasses werken we expliciet aan deze professionele identiteit. Masterclasses
zijn bijeenkomsten die worden gegeven met een bepaald thema, denk bijvoorbeeld aan
de masterclass ‘leren’ of de masterclass ‘beroep’.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
11
Hoofdstuk 3: Toetsing
In dit hoofdstuk bespreken we de verschillende vormen van toetsing. De toetsing heeft
als doel om jouw kennis en vaardigheden te meten. Allereerst geven we een overzicht
van de verschillende vormen van toetsing. Daarna bespreken we de herkansingsregeling
en leggen we uit hoe we omgaan met vrijstellingen. Tot slot beschrijven we iets over de
rol van de examencommissie. Zie voor een uitgebreidere uitleg van de onderdelen uit dit
hoofdstuk ook het Onderwijs Examen Regelement (OER).
Overzicht toetsing
De hbo Pedagogiek opleiding duurt vier jaar. Ieder studiejaar bestaat uit twee semesters.
Daarin vind ook de afronding plaats van de toetsing zodat de studiepunten kunnen
worden toegekend. De lesroosters volgen niet het semester maar worden per kwartaal
bekendgemaakt. In het onderstaande overzicht zie je alle toetsen die worden afgenomen
per semester. Daaronder staat het aantal studiepunten die je krijgt na het succesvol
afronden van een opdracht of toets (in EC). Voor één EC staat 28 uur (volgen van lessen,
oefenen, verslagen schrijven, etc.) In het onderstaande schema vind je de verplichte
studieonderdelen.
Sommige vormen van toetsing horen bij een bepaalde beroepstaak, bijvoorbeeld
beroepsopdracht 1 (BT1). Andere vormen van toetsing zijn overstijgend, bijvoorbeeld het
portfolio. In de toelichting onder deze tabel laten we zien hoe je de tabel goed leest (zie
Figuur 3.1).
Toetsing semester 1 Toetsing semester 2
Overstijgend • Portfolio inclusief beoordeling werken in de praktijk
8 EC
Overstijgend • Kennistoets
5 EC
• Kennistoets
5 EC
Beroepstaak 1 • Casustoets groep (3 EC)
• Praktijktoets interactie (3 EC)
6 EC
Beroepstaak 2 • Casustoets (1 EC) BT2
• Praktijktoets (5 EC) BT2
6 EC
Beroepstaak 3 • Praktijktoets BT3
6 EC
Beroepstaak 4 • Praktijktoets BT4
6 EC
Beroepstaak 5 • Toets 1 BT5
• Toets 2 BT5
6 EC
Professionele
identiteit
• Vormingstoets Zelfportret
3 EC
• Vormingsopdracht Leercyclus
3 EC
• Vraagstuk zelfregie
3 EC
• Vraagstuk kijk op het kind
3 EC
29 31
Figuur 3.1: Overzicht toetsing
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
12
Figuur 3.1 is verdeeld in twee kleuren. De semesters zijn daarmee goed te onderscheiden. Als we
kijken naar ‘Toetsing semester 1’, zien we verschillende vormen van toetsing. Van boven naar onder
zien we een aantal overstijgende toetsen, toetsen die horen bij een beroepstaak, of toetsen die horen
bij de professionele identiteit.
Het portfolio vraagt nog om een toelichting. Een portfolio beschrijft je professionele en je persoonlijke
ontwikkeling. Dat start direct vanaf de eerste lessen maar wordt pas beoordeeld aan het eind van het
eerste jaar. Ondertussen ontvang je natuurlijk begeleiding. De tijd en de daaraan gekoppelde
studiepunten van dit portfolio vallen voor deel ook in semester 1.
Uitleg toetsvormen
Binnen de opleiding hbo pedagogiek gebruiken we een aantal vormen van toetsing:
Kennisvoortgangstoets
Als hbo pedagoog heb je bepaalde kennis nodig. De kennisvoortgangstoets toetst of je de
kennis al voldoende beheerst. De kennisvoortgangstoets is een digitale toets over alle
stof die nodig is om de beroepstaken goed uit te kunnen voeren. Die kennis bestrijkt dus
4 leerjaren. Tijdens je opleiding maak je de kennisvoortgangstoets zeven keer. Natuurlijk
weet je in het begin van de opleiding nog niet zoveel van de theorie als je dat aan het
einde weet. Tijdens de eerste kennistoets is het aantal vragen die je goed moet
beantwoorden om een voldoende te behalen daarom een stuk lager dan bij de tweede en
de derde kennistoets. De kennistoetsen geven je inzicht in je sterke en zwakke punten:
wat weet ik al wel goed en waar moet ik nog harder voor studeren? Op deze manier kun
je je nog beter voorbereiden op de volgende kennisvoortgangstoets.
Beroepsopdrachten
De beroepsopdrachten zijn opdrachten om een (deel van een) beroepstaak uit te voeren.
Je maakt een realistisch product of levert een dienst die bij het beroep hoort. Daarbij
verantwoord je ook de gemaakte producten of de geleverde diensten. Je gebruikt je
kennis en vaardigheden om de beroepsopdracht uit te voeren en te onderbouwen. Je
oriënteert je op de opdracht en beslist wat je moet doen. Indien nodig maak je een plan
van aanpak. Vervolgens voer je de opdracht uit, en je kijkt terug op de uitvoering en
beslist of je de opdracht de volgende keer op dezelfde manier zou doen of op een andere
manier (reflectie). Bij beroepstaak 2 zul je bijvoorbeeld leer- en ontwikkelprocessen van
jeugdigen moeten begeleiden, waarbij je doelgericht en onderbouwd een concrete
activiteit opstelt, uitvoert en evalueert.
Portfolio
Tijdens de gehele opleiding werk je aan je ontwikkeling binnen het beroepsprofiel: de
professionele identiteit en de uitvoering van de beroepstaken. Het gaat daarbij om je
groei in het handelen, denken en zijn als professional. Het portfolio is hierbij een
hulpmiddel en bewijsmiddel. Door middel van het portfolio breng je je niveau met
betrekking tot het totale beroepsbeeld in beeld. In het portfolio beschrijf je wat voor
professional je wilt zijn, hoe je dat op grond van je professionele identiteit gestalte geeft
in de beroepstaken en wat anderen daarvan vinden. In ieder semester wordt een
portfoliotoets afgenomen om je voortgang bij te houden. Aan het einde van je
studieperiode volgt het portfolio-assessment. In het portfolio-assessment laat je zien
welk niveau je beheerst in het beroepsprofiel. Meer informatie over de inhoud en
opdrachten voor het portfolio kun je vinden op OnderwijsOnline.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
13
Vormingstoetsen en opdrachten
De professionele identiteit van de hbo pedagoog bestaat uit een aantal kernen (zie
hoofdstuk 4: opleidingsaanbod en Bijlage 1). Alle vormingsopdrachten gaan over (een
deel van) deze kernen. Een voorbeeld van zo’n opdracht is het zelfportret. In deze
opdracht verken en verwoord je wat op dit moment kenmerkend is voor jou als hbo
pedagoog. Hierbij geef je een kenmerkend, bondig en volledig, relevant, reëel en voor
anderen goed leesbaar beeld van jezelf in relatie tot het beroep en de opleiding.
Sommige van de vormingsopdrachten zijn gekoppeld aan een bepaald thema. Zo zijn er
vormingsopdrachten over zelfregie, diversiteit en kijk op het kind.
Tip: Er is een overzicht van de toetsing én herkansing beschikbaar op OnderwijsOnline. Bij dit
overzicht zijn ook de data weergegeven. Op die manier kun je makkelijk je eigen studievoortgang
bijhouden. Hetzelfde overzicht, maar dan zonder de toetsdata is ook beschikbaar via de
Trajectplanner
Nakijktermijn en herkansingsregeling
Nadat je de eerste- of tweede kans van je toets hebt ingeleverd, heeft een beoordelaar
een periode van drie werkweken na de uiterste inleverdatum om je opdracht of toets na
te kijken. Na deze periode worden de resultaten bekend gemaakt via Trajectplanner, (zie
https://driestar.trajectplanner.nl). In OnderwijsOnline kan je de feedback op je opdracht
en het bijbehorende beoordelingsformulier terugvinden.
Natuurlijk kan het gebeuren dat je een beroepsopdracht, portfoliotoets, vormings-
opdracht of de kennistoets niet zo goed maakt als je had gehoopt. Het kan ook zo zijn
dat je door ziekte de toets of opdracht helemaal niet hebt kunnen maken of dat je door
omstandigheden niet voldoende tijd gehad om je voor te bereiden. Binnen hbo
Pedagogiek heb je daarom altijd recht op een herkansing, een tweede mogelijkheid om je
toets te maken. Is er sprake van een uitzonderlijke situatie (denk bijvoorbeeld aan
overlijden van naaste familie), neem dan contact op met de examencommissie.
Hoe we omgaan met vrijstellingen
Binnen de hbo pedagogiek wordt de toetsing uitgevoerd op basis van het beroepsprofiel
(zie hoofdstuk 2). Om te kunnen zien hoe ver jij bent in je ontwikkeling, hebben we de
toetsing nodig. Deelname aan de diverse vormen van toetsing is daarom een vereiste om
je diploma te behalen. Dit betekent dat je alle toetsen zult moeten maken. Misschien heb
jij al eerdere ervaringen opgedaan voor een bepaalde beroepstaak, waardoor je minder
oefening nodig hebt. Dan kun je een vrijstelling aanvragen voor de betreffende colleges
waarbij je kunt laten zien dat je hebt voldaan aan de collegedoelen. In de studiegids is
een aanvraagformulier opgenomen. Op Eduweb is een digitaal formulier te downloaden.
Het formulier moet volledig ingevuld ingeleverd worden bij studentzaken. Na advies van
docent en besluit van examencommissie krijg je formulier met besluit retour. In de
praktijk betekent een vrijstelling dat je minder uren per week hoeft te studeren dan de
veertig uur per week die voor de opleiding staat.
Geschillen
Het kan voorkomen dat je, na het doornemen van de feedback op je toets, het niet eens
bent met de beoordeling. Als dit het geval is, neem je eerst contact op met de
beoordelaar om het resultaat te bespreken. Als je niet tot een overeenstemming kunt
komen over de beoordeling, dan neem je contact op met de secretaris van het College
van beroep voor examens, mevr. H.B. Verkade, [email protected]. Breng
je begeleider hiervan ook op de hoogte.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
14
Hoofdstuk 4: Opleidingsaanbod en begeleiding
In het vorige hoofdstuk heb je iets gelezen over toetsing. Via deze toetsing laat je steeds
zien dat je een voldoende niveau behaald binnen het beroepsprofiel. Dat vraagt
natuurlijk wel om een ontwikkeling in het beroepsprofiel. In dit hoofdstuk beschrijven we
wat jij kunt doen en hoe wij jou daarbij helpen. De verschillende manieren waarop we je
helpen om je te ontwikkelen in het beroepsprofiel noemen we ook wel het opleidings-
aanbod. We bespreken eerst hoe de hbo Pedagogiek opleiding in elkaar zit. Daarna
vertellen we iets over de gebieden waarop jij kunt leren. Tot slot laten we zien welke
personen jou kunnen helpen in je ontwikkeling.
De opbouw van de hbo pedagogiek opleiding
Hieronder geven we voor jaar 1 en jaar 2 een overzicht van het opleidingsaanbod, (zie
Figuur 4.1 en Figuur 4.2). Merk op dat de nummering van de semesters over de twee
jaren doorlopen. Onder de figuren bespreken we de inhoud van het opleidingsaanbod.
Jaar 1 Semester 1 Semester 2
Professionele identiteit
Werkveldorientatie
Beroepstaak 1 en 4: Leidinggeven aan een
groep jeugdigen
Beroepstaak 3: Samen ondersteunen van de
jeugdige
Beroepstaak 2: Begeleiden van leer- en
ontwikkelingsprocessen van de jeugdige
Beroepstaak 4: Werken aan kwaliteit en
beleid
Beroepstaak 5: begeleiden van gezinnen
figuur 4.1: Opleidingsaanbod jaar 1
Overkoepelende module: (Afwijkende)
ontwikkeling van jeugdigen
Overkoepelende module:
Pedagogische theorieën en
methodieken
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
15
Jaar 2 Semester 3 Semester 4
Professionele identiteit
Wereldoriëntatie
Beroepstaak 1 en 4:
Leidinggeven aan een groep jeugdigen
Werken aan kwaliteit en beleid
Beroepstaak 2 en 3:
Samen ondersteunen van de jeugdige
Begeleiden van leer- en
ontwikkelingsprocessen van de jeugdige
Beroepstaak 2: Begeleiden van leer- en
ontwikkelingsprocessen van de jeugdige
Beroepstaak 4: Werken aan kwaliteit en
beleid
Beroepstaak 5: begeleiden van gezinnen
figuur 4.2: Opleidingsaanbod jaar 2
Voorbeeld. Wanneer je kijkt naar semester 1, zie je dat je in dit semester werkt aan de lijn
professionele identiteit en aan de lijn werkplekleren. Naast deze twee lijnen werk je ook aan
beroepstaak 1 ‘leidinggeven aan een groep’, en beroepstaak 2 ‘begeleiden van leer- en
ontwikkelingsprocessen’. Naast de beide beroepstaken werk je ook aan de overkoepelende module
‘afwijkende ontwikkeling van jeugdigen’.
Zoals je ziet, komen de alle beroepstaken nogmaals aan bod in het tweede studiejaar. In
het tweede jaar worden weer nieuwe inhouden met betrekking tot deze beroepstaken
aangeboden, die verbreden en verdiepen.
De begeleiding
Binnen de hbo pedagogiek is er een aantal mensen die jou tijdens je studieperiode bij
Driestar hogeschool ondersteunen. Hieronder beschrijven we deze personen:
Studieloopbaanbegeleider
Binnen de opleiding is de studieloopbaanbegeleider (kortweg: SLB’er) je eerste
aanspreekpunt. De SLB’er is verantwoordelijk voor de individuele begeleiding. Hij of zij
ondersteunt je in je leerproces. Denk bijvoorbeeld aan het leren plannen en helpen
sturen van je studieloopbaan. Ook als je (persoonlijke) problemen hebt die je studie
kunnen beïnvloeden, kun je terecht bij je SLB’er. Als je twijfelt bij welke persoon uit
onderstaande lijst je je vraag moet stellen, kun je dat ook het beste even overleggen
met je SLB’er. De coördinator van studieloopbaanbegeleiding is Maria Vermeulen.
De begeleiders in de praktijk
Gedurende de gehele opleiding leer je ook in en van de praktijk. In jaar 3 en 4 loop je
stage als hbo pedagoog onder begeleiding van een hbo pedagoog (of een soortgelijke
professional). Deze werkplekbegeleider (stagebegeleider) op je stageplek is je eerste
aanspreekpunt voor alles op de stageplek. Hij of zij maakt, samen met jou en in overleg
met je slb’er, afspraken over de vorm en inhoud van de stage. Daarnaast bespreek je je
functioneren met de werkplekbegeleider.
Overkoepelende module:
Morele/religieuze vorming van
jeugdigen
Overkoepelende module:
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
16
In de eerste twee jaar van de opleiding doe je ervaring op in het werken je met
jeugdigen (en hun ouders), bijvoorbeeld in een vrijwilligersbaan. Hierbij is geen
stagebegeleider nodig. Je kunt natuurlijk wel feedback en advies vragen aan collega’s op
die werkplek.
Opleider modules beroepstaken en Opleider programma overkoepelende modules
Deze groep begeleiders bestaat uit docenten die je colleges geven. Zij leggen de theorie
uit en helpen je de koppeling te maken met de praktijk. Als je vragen hebt over de
literatuur, de beroepsopdrachten of over de praktische gang van zaken, dan stel je deze
tijdens de les.
Begeleider leergemeenschap lijn professionele identiteit
In de leergemeenschap lijn professionele identiteit ben je bezig met het ontwikkelen van
de professionele identiteit. De begeleider leergemeenschap lijn professionele identiteit
coacht je, en helpt je om je leerproces zo goed mogelijk vorm te geven. Daarnaast
ondersteunt hij/zij het groepsproces dat jullie binnen de leergemeenschap vorm geven.
Zie voor een overzicht van de kernen van de professionele identiteit (Bijlage 1).
Opleider masterclasses bij lijn professionele identiteit
De masterclasses worden verzorgd door een deskundige op het onderwerp wat aan de
orde is. Deze deskundigen kunnen ook docenten zijn die niet voor Driestar educatief
werkzaam zijn. Als je vragen hebt over een masterclass, stel je die aan de begeleider
‘leergemeenschap lijn professionele identiteit’, zie vorige alinea.
Decaan
Bij de decaan kun je terecht wanneer je te maken hebt met (kortdurende) ziekte
(lichamelijk en/of psychisch), een functiebeperking, handicap of chronische ziekte. We
willen er alles aan doen om ondanks deze problemen de voortgang van je studie zo goed
mogelijk te laten verlopen. Bij eventuele aanpassingen aan je studie(verloop) zullen de
jij, de decaan en eventueel je SLB’er daarover met elkaar overleggen en samenwerken.
Voor hbo pedagogiek is de decaan Arnold van der Bijl.
Studieleider
De studieleider is verantwoordelijk voor en geeft leiding aan de opleiding. Loop je tegen
dingen aan waar je SLB’er je niet bij kan helpen of mocht je opleidingsbrede vragen of
opmerkingen hebben, dan kan je terecht bij de studieleider. Daarnaast neem je contact
op met de studieleider als je overweegt om te stoppen met de studie, zie ook het
volgende hoofdstuk. Voor hbo Pedagogiek is de studieleider Evert de Bruin.
Internationalisering
Samenwerken en -leven met anderstaligen, met christenen wereldwijd, met andere
culturen, kennisuitwisseling of op de hoogte blijven van trends binnen je vakgebied;
steeds vaker worden we uitgedaagd om over grenzen heen te kijken.
Voor jou als pedagoog is internationalisering van belang, of je nu buiten Nederland op de
arbeidsmarkt werkzaam bent of hier blijft. Driestar educatief streeft naar geïnspireerde
studenten en collega’s die werken in opvoedingssituaties en of leeromgevingen. Een
internationale oriëntatie op de (christelijke) pedagogiek en de spiegelende en
inspirerende werking hiervan is een impuls voor de kwaliteit van de pedagoog. Door de
ontmoeting met die ander in internationaal perspectief, verbreden we ons blikveld ten
dienste van de ander in het pedagogisch werkveld. We streven daarom naar verbetering
van de interculturele competenties van de betrokkenen. De verschillende praktijk-
onderdelen binnen de opleiding kunnen hierom ook internationaal worden vormgegeven.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
17
Driestar hogeschool heeft vele internationale contacten. Wij stimuleren studenten om
daar gebruik van te maken. Het International Office kan je wegwijs maken in de
mogelijkheden en ondersteunt je bij de praktische voorbereiding. Ook helpen we je bij
het aanvragen van subsidies/beurzen.
Ben je geïnteresseerd in de mogelijkheden die we jou te bieden hebben? Neem dan
contact op met de coördinator internationalisering hbo pedagogiek mw. Mathilde Plender
of met mw. Lydia Bor van het International Office, kamer 3.46 of via e-mail:
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
18
Hoofdstuk 5: Studielast, bindend studieadvies en diplomering
In dit hoofdstuk leggen we je uit wat het bindend studieadvies is en wat gevolgen zijn als
je hieraan niet voldoet. Daarnaast bespreken we de mogelijkheden die er zijn op het
gebied van (extra) ondersteuning tijdens je studie. We vertellen tot slot iets over het
extra ondersteuning tijdens je studie, extra uitdaging in je studie en wat je moet doen
als je overweegt te stoppen met studeren.
Wat is het bindend afwijzend studieadvies?
Het bindend afwijzend studieadvies (kortweg BAS) houdt in dat er een minimaal aantal
studiepunten moet worden gehaald om de studie voort te zetten. Binnen hbo pedagogiek
kun je per studiejaar 60 studiepunten behalen. Als je aan het eind van het eerste
studiejaar minder studiepunten hebt behaald ontvang je een waarschuwing: een
voorlopige BAS. Je hebt dan in het tweede leerjaar de tijd om via herkansingen en het
inleveren van opdrachten deze studiepunten uit het eerste jaar alsnog te behalen. Behaal
je de 60 studiepunten voor het einde van het tweede cursusjaar dan ontvang je alsnog je
propedeuse. Behaal je ze niet dan zullen we je opleiding helaas moeten stopzetten. Als je
het niet eens bent met het besluit, dan kun je je wenden tot de examencommissie. Zie
Eduweb voor de contactgegevens.
Heb je een voorlopige BAS aan het einde van het eerste jaar dan is dat een punt om
goed te overwegen of je verder wilt studeren en meent een reële kans te hebben om de
propedeuse te behalen of dat die kans klein is en je zelf een andere keus maakt. Jouw
SLB’er helpt je in het doordenken daarvan.
(Extra) ondersteuning tijdens je studie
Eerder beschreven we al de diverse begeleidingsrollen die er binnen de opleiding hbo
Pedagogiek zijn. Het kan zijn dat je tijdens je studie merkt dat je extra begeleiding nodig
hebt. Je hebt bijvoorbeeld twijfels over je studie, je loopt aan tegen een bepaalde
functiebeperking (zie vorige hoofdstuk) of je wilt contact opnemen met een
vertrouwenspersoon. De eerste stap die je hierin kunt nemen, is om je SLB’er op de
hoogte te brengen van je situatie. Je SLB’er zal je vervolgens verwijzen naar de persoon
waar je je vraag het beste aan kunt stellen. Als je een vraag hebt die je liever niet aan je
SLB’er stelt, kun je voor praktische vragen terecht bij de studieleider. Voor vragen van
meer inhoudelijke en persoonlijke aard kun je contact opnemen met de
vertrouwenspersonen. Binnen Driestar educatief is dat Lydia van Hartingsveldt
[email protected] of (0180) 52 40 17).
De externe vertrouwenspersoon is Evelien Gardebroek [email protected] of (030) 636
95 63).
Stoppen met je studie
Als je besluit met hbo pedagogiek te stoppen, voer je eerst een gesprek met de
studieleider Evert de Bruin. In dit gesprek bespreek je je voornemen om te stoppen en
licht je toe waarom je wilt gaan stoppen. Met de studieleider bespreek je de stappen die
genomen moeten worden om je uit te schrijven voor de opleiding. Je moet altijd zelf een
verzoek via www.studielink.nl indienen om definitief uitgeschreven te worden.
Extra uitdaging
Wil je naast het reguliere studieprogramma nog meer uitdaging? Neem contact op met je
SLB’er om de mogelijkheden te bespreken.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
19
Diplomering
Als je aan alle vereisten in het programma hebt voldaan, dan heb je recht op het
diploma. Als je dit vaststelt, dan kun je via Trajectplanner je aanmelden voor de
diploma-uitreiking. In het menu ‘school’ kies je voor ‘diploma-aanvraag’ en hier vul je al
je gegevens in. Als je problemen hebt met het invullen van het formulier, neem je
contact op met studentzaken, [email protected]. De aanvraag voor het
diploma moet uiterlijk drie weken voor de diplomeringsdatum worden ingediend. De
diplomeringsdatum wordt elk jaar opnieuw vastgesteld en gecommuniceerd.
Procedure bij klachten algemeen
Voor de procedure die je bij klachten dient te volgen, verwijzen we naar artikel 8.4. van
het studentenstatuut.
Procedure bij klachten betreffende agressie en seksuele intimidatie
In bepaalde gevallen is het mogelijk om een klacht in te dienen bij de klachtencommissie
ongewenst gedrag. Je leest hierover meer in de ‘klachtenregeling ongewenst gedrag’. Je
kan een klacht indienen via de vertrouwenspersoon, maar ook rechtstreeks, zonder
tussenkomst van een ander. Het verdient echter de voorkeur om eerst een gesprek te
voeren met een vertrouwenspersoon. Ook voor de melding van de klacht bij de
(onafhankelijke) klachtencommissie kan een beroep worden gedaan op de steun van de
vertrouwenspersoon. Hij of zij kan na een gesprek advies geven over een eventueel
formeel vervolg. De formele procedure wordt beschreven in de Klachtenregeling
ongewenst gedrag. Een klacht is niet anoniem, tenzij de klachtencommissie uitdrukkelijk
bepaalt dat om gegronde redenen wel een anonieme klacht kan worden ingediend.
Een klacht kan worden ingediend via de vertrouwenspersoon, of bij de secretaris van de
commissie: mr. H.B. Verkade, [email protected], tel. 0182-540 333.
Examenregeling, studentenstatuut en reglementen
De onderwijs- en examenregeling (OER) van hbo pedagogiek, het studentenstatuut en
alle andere reglementen van de hogeschool zijn te vinden op Eduweb.
Driestar hogeschool heeft voor de opleiding Pedagogiek een onderwijs- en exa-
menreglement (OER) vastgesteld. Er wordt van elke student verwacht dat hij of zij
kennis neemt van de inhoud van dit reglement. Enkele belangrijke onderwerpen stippen
we hier aan:
▪ Het bindend afwijzend studieadvies heeft een bindend karakter indien de student
binnen twee jaar na inschrijving de propedeutische fase niet afgerond heeft. Aan het
begin van het tweede jaar van inschrijving ontvangt elke student die op dat moment
niet aan deze voorwaarde voldoet een waarschuwing.
▪ Als je te vaak afwezig bent tijdens onderdelen met een aanwezigheidsplicht, wegens
ziekte of anderszins, kan de docent vervangende opdrachten verplicht stellen.
▪ Verder wijzen we hier op het verbod op plagiaat. Zodra je in opdrachten bij modules
(werkstukken, scripties en dergelijke) bronnen gebruikt ben je verplicht de herkomst
daarvan duidelijk aan te geven. In zijn algemeenheid geldt bovendien dat je niet meer
dan één of enkele zinnen ongewijzigd mag citeren. Een belangrijk doel van opdrachten
is namelijk het zelfstandig verwerken van bronnenmateriaal. Plagiaat wordt
aangemerkt als fraude in de zin van de OER met de betreffende sancties.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
20
Studentenstatuut en overige reglementen
Als student heb je een aantal rechten en plichten. Deze worden opgesomd in het studen-
tenstatuut van de hogeschool. Dit statuut is te vinden op Eduweb. Op deze plek tref je
ook de onderstaande reglementen aan:
▪ Gebruikshandleiding computergebruik Driestar educatief;
▪ Regeling profileringsfonds;
▪ Klachtenregeling ongewenst gedrag;
▪ Reglement medezeggenschapsraad;
▪ Reglement opleidingscommissie;
▪ Protocol rouw binnen de organisatie;
▪ Onderwijs- en examenregeling Pedagogiek.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
21
Bijlage 1. Beroepsprofiel hbo Pedagogiek: Professionele identiteit
en beroepstaken
Professionele identiteit
Kern 1 Verbonden met het christelijk geloof
Het is ons ideaal
dat de
beroepsbeoefenaar
verbonden is met
het christelijk
geloof, zich laat
voeden door Gods
Woord en daaruit
leeft.
De professional …
• laat zich inspireren en voeden door de Bijbel en andere christelijke bronnen en rolmodellen.
• kan op een persoonlijke manier de eigen levensovertuiging onder woorden
brengen, waarbij hij aangeeft wie hijzelf is, hoe hij tegenover God staat en waar hij iets weerspiegelt van het beeld van Christus.
• reflecteert op het eigen handelen met behulp van christelijke waarden en normen.
• zoekt en streeft naar een eenheid tussen zijn diepste overtuigingen en zijn manier van leven, zodat er een eenheid ontstaat van geloven, denken, voelen,
willen en handelen. • is in staat om met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig,
bedachtzaam en kritisch) in dialoog met anderen vanuit christelijk perspectief betekenis te geven aan situaties, vragen/vraagstukken en ontwikkelingen die gerelateerd zijn aan het beroep.
Kern 2 Verbonden met de naaste
Het is ons ideaal
dat de
beroepsbeoefenaar
op grond van het
liefdesgebod
betrokken is op en
dienstbaar is aan
jeugdigen en hun
opvoeders.
De professional …
• is dienstbaar aan anderen, hun belang en hun ontwikkeling door in compassie af te stemmen op (de behoeften van) de ander.
• communiceert helder over eigen mening, behoeften en verlangens, verduidelijkt eigen standpunt en staat open om dit samen met anderen te onderzoeken, onderzoekt ook het denken van anderen om hun standpunten en perspectieven beter te begrijpen en gaat samen op zoek naar de beste
opties/oplossingen. • gaat met een goede balans tussen afstand en nabijheid om met anderen,
kan eigen grenzen bewaken en respecteert grenzen van de ander. • weet van de gebrokenheid van het aardse bestaan en kijkt daarom met
mildheid naar (het falen van) mensen met wie hij omgaat. • kijkt met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig,
bedachtzaam en kritisch) naar het handelen en de mogelijkheden van
anderen en geeft op grond daarvan constructieve feedback. • zet zijn rol als (moreel) identificatiepersoon bewust in door zo te leven dat
hij daarmee anderen kan oproepen het gegeven goede voorbeeld op een eigen persoonlijke manier na te volgen.
• zet zich in voor en bouwt met anderen aan gemeenschappen, overbrugt verschillen en benut ze.
Kern 3 Verbonden met zichzelf
Het is ons ideaal dat
de
beroepsbeoefenaar
een Bijbels,
realistisch zelfbeeld
heeft, fysiek,
emotioneel en
cognitief
evenwichtig is en
gericht is op eigen
ontwikkeling.
De professional …
• kan het eigen handelen onderbouwen op grond van zijn
levensbeschouwing, idealen, drijfveren, waarden, overtuigingen, vermogens en kan de dialoog over zijn gemaakte keuzes aangaan.
• zorgt ervoor, voor zover dat binnen zijn vermogen ligt, dat hij de lichamelijke, sociaal-emotionele, mentale en spirituele dimensies in zijn leven onderhoudt en aanscherpt om een goede balans te houden.
• weet wat zijn drijfveren en motivaties zijn, wat hem energie geeft en wat zijn energielekken zijn en gebruikt deze inzichten in zijn werk.
• hanteert interne en/of externe eisen en eventuele spanningen daartussen met effectief probleemgericht en/of emotiegericht gedrag (coping), zodat spanningen overwonnen, verminderd of getolereerd kunnen worden.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
22
• neemt verantwoordelijkheid voor eigen ontwikkeling, kijkt met een
onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam en kritisch) naar zijn eigen handelen en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback om een goed beeld te krijgen van zichzelf (en het eigen functioneren) en zijn functioneren te verbeteren.
• stelt op basis van persoonlijke kwaliteiten/sterke punten en beperkingen/tekortkomingen werkbare (leer)doelen die passen bij zijn ontwikkeling binnen het beroep, kiest voor activiteiten die daarbij aansluiten en maakt daarbij gebruik van persoonlijke kwaliteiten, hulpbronnen/contacten en de mogelijkheden die de organisatie/opleiding biedt.
• voert de activiteiten gericht op de eigen ontwikkeling uit, evalueert het
(leer)proces en het resultaat, maakt dit inzichtelijk voor hemzelf en voor anderen en verwerkt het geleerde in het eigen handelen.
• streeft in zijn werken aan eigen ontwikkeling naar het zo goed mogelijk inzetten van de talenten die hij ontvangen heeft, en realiseert zich tegelijkertijd dat vanwege de gebrokenheid van het bestaan niet elke ontwikkeling mogelijk is.
• staat zichzelf toe fouten te maken, omdat hij weet dat hij niet perfect kan
zijn, zonder zich achter die wetenschap te verschuilen.
Kern 4 Verbonden met wereld
Het is ons ideaal
dat de
beroepsbeoefenaar
verbonden is met
de door God
geschapen wereld
en daarin als een
goed rentmeester
verantwoordelijk
zijn plaats
inneemt.
.
De professional …
• onderzoekt in dialoog met anderen (de visie op) het beroep en geeft een persoonlijk antwoord op vragen als: Wat is belangrijk in het werk? Welke
taken horen bij het beroep? Wat moet ik doen om een goede professional te zijn? Waar wil ik van toegevoegde waarde zijn?
• zoekt naar een goede balans tussen de verschillende aspecten van zijn werk en zijn andere verantwoordelijkheden in het leven.
• maakt weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen die passen bij het doel en de kenmerken van de specifieke situatie, de collectieve kaders, de waarden van het beroep en de
organisatie, en bij zijn eigen professionele waarden. • baseert zich bij visievorming en belangrijke beslissingen op
levensbeschouwelijke, pedagogische en historische inzichten, en op relevante sociaal-maatschappelijke, beroepsmatige, wetenschappelijke en ethische inzichten.
• past relevante theoretische inzichten toe en houdt samen met anderen ervaringen steeds kritisch tegen het licht van bestaande kennis en nieuwe
inzichten en stelt waar nodig beslissingen, opvattingen of handelen bij. • kent de normen en waarden van de culturen waar hij deel van uitmaakt en
komt mede op basis daarvan tot een eigen perspectief. • beoefent goed (wereld)burgerschap vanuit een open en respectvolle
houding jegens anderen, en gebruikt daarvoor kennis van historische en culturele achtergronden van de huidige (religieuze, culturele en seksuele)
diversiteit in de samenleving. • is zich in de omgang met anderen bewust van de spanning tussen
postmoderne tolerantie die tot onverschilligheid leidt en een absolute waarheidsclaim die geen ruimte laat voor een eigen keuze van de ander, en gaat daar op een tactvolle manier mee om.
Kern 5 Verbonden met verleden, heden en toekomst
Het is ons ideaal
dat de
beroepsbeoefenaar
verbonden is met
de christelijke
traditie, gericht op
De professional …
• past kennis van de christelijke wereldbeschouwing, schepping (alles is van oorsprong goed), zondeval (alles is aangetast), verlossing en vernieuwing (er is hoop), toe op vraagstukken.
• heeft, met erkenning van de gebrokenheid van het bestaan, een hoopvolle en hoopgevende toekomstverwachting voor zijn omgeving en zichzelf, is
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
23
Gods doorbrekend
Koninkrijk leeft en
werkt en wil
bijdragen aan
herstel in een
gebroken wereld.
bereid de nodige inspanningen te leveren en laat zich daarbij niet uit het
veld slaan door tegenslag. • herkent de (morele) uitdagingen van onze tijd en weet hoe deze
samenhangen met de huidige cultuur. • maakt gebruik van wat anderen hebben ontdekt en gebruikt daarom
bronnen om eigen ideeën en nieuwe ontwikkelingen daaraan te spiegelen. • kent de invloed die zijn levensgeschiedenis en socialisatieproces heeft op
zijn denken en handelen, evalueert kritisch en met compassie voor zichzelf wat de eigen historische en culturele en psychische bagage is en neemt verantwoordelijkheid voor wat hij er mee doet.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
24
Beroepstaken hbo-pedagogiek Beroepstaak 1 Leiding geven aan jeugdigen Het leiding geven aan (een groep) jeugdigen vanuit een pedagogische relatie door te voorzien in de taakgerichte en sociaal-emotionele belangen en behoeften van een groep jeugdigen, zodat er een veilig, ondersteunend en stimulerend pedagogisch leef- en leerklimaat ontstaat.
Kern 1.1 Pedagogische relatie door aansluiten bij basisbehoeften De professional zorgt voor een goede pedagogische relatie door het tegemoetkomen aan de psychosociale basisbehoeften (relatie, competentie, autonomie) van elk individueel groepslid.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. sluit aan bij de behoefte aan relatie door met oprechte waardering en betrokkenheid tijd met elkaar door te
brengen en energie en middelen in te zetten. b. sluit aan bij de behoefte aan relatie door zich open te stellen voor de gevoelens en gedachten van de
jeugdige, beschikbaar en betrouwbaar te zijn en begripvol en adequaat te reageren op signalen van de jeugdige (sensitief en responsief).
c. sluit aan bij de behoefte aan competentie door heldere verwachtingen en vertrouwen uit te spreken en procesgericht toezicht te houden.
d. sluit aan bij de behoefte aan competentie door uitdagende taken te bieden, opbouwende feedback en passende hulp te geven en door de jeugdige te ondersteunen in het inzicht verwerven in zijn eigen sterke kanten en ontwikkelpunten.
e. sluit aan bij de behoefte aan autonomie door het voeden en ondersteunen van persoonlijke interesses en waarden, het bieden van keuze, een zinvolle uitleg over de relevantie van een bepaalde taak of opdracht en het gebruiken van verduidelijkende, uitnodigende taal.
f. sluit aan bij de behoefte aan autonomie door het perspectief, de inbreng en de gevoelens van de jeugdige
te leren kennen en te respecteren. g. sluit aan bij de behoefte aan autonomie door rekening te houden met het ontwikkelingsritme van de
jeugdige en ruimte te scheppen voor leren, inclusief het maken van vergissingen en fouten.
Kern 1.2 Situationeel leidinggeven De professional stemt vanuit de pedagogische gezagsrelatie zijn of haar (non-)verbale gedrag en pedagogische leiderschapsstijl effectief af op de jeugdigen en de situatie.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. is zich bewust van zijn eigen (non-) verbale gedrag en de invloed daarvan op jeugdigen en maakt hier actief
gebruik van (zichzelf als instrument). b. past contactprincipes als initiatief ontvangen en volgen, instemmend benoemen en beurtverdeling toe. c. verbetert de communicatie tussen de groep en zichzelf door te observeren wat de jeugdigen nodig hebben
en hier zijn communicatie op afstemmen, zowel op inhoudsniveau en procedureniveau als op interactieniveau en bestaansniveau.
d. heeft zicht op zijn eigen pedagogische leiderschapsstijl, de invloed die dit heeft op de jeugdigen en kan, rekening houdend met zijn eigen voorkeursstijl, waar nodig in stijl variëren.
e. heeft een goed beeld van de zelfstandigheid van de jeugdigen en sluit in zijn leidinggeven aan bij de (leer)bekwaamheid en (leer)bereidheid (motivatie en zelfvertrouwen) van de jeugdigen.
f. stimuleert en ondersteunt de ontwikkeling van leerbekwaamheid en leerbereidheid (motivatie en zelfvertrouwen) van de jeugdigen, zodat zij geleidelijk steeds meer zelf verantwoordelijkheid kunnen gaan dragen.
Kern 1.3 Hanteren van regels en routines De professional zorgt voor overzicht en voorspelbaarheid door in overleg met de jeugdigen en andere betrokkenen heldere afspraken, regels en routines op te stellen passend bij de meer algemeen geldende regels en deze op consequente en positieve wijze te hanteren.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. stemt met jeugdigen en andere betrokkenen regels en routines af. b. maakt verwachtingen duidelijk en ondersteunt de jeugdigen in het navolgen van de regels en het aanleren
van nieuwe routines. Hij heeft daarbij oog voor de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de jeugdigen en doet daar recht aan.
c. stelt een adequate tijdsplanning op en volgt deze, met flexibiliteit waar dat nodig is. d. hanteert regels op een consequente, proportionele en positieve wijze door gewenst gedrag te benoemen en
ongewenst gedrag te corrigeren en controleren of het gedrag verandert. e. is zich bewust van de invloed van de fysieke omgeving (bijvoorbeeld de inrichting en aankleding van het
gebouw) en zet deze invloed gericht in om overzicht en voorspelbaarheid te creëren.
Kern 1.4 Begeleiden van interacties tussen jeugdigen
De professional begeleidt de interacties tussen de jeugdigen en de groepsprocessen, waardoor een klimaat ontstaat waar veiligheid, vertrouwen en onderlinge verbondenheid ervaren kan worden.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende:
a. is een rolmodel voor de gewenste interacties. b. stimuleert de positieve omgang met verscheidenheid in de groep en tussen jeugdigen onderling, zodat
bevorderd wordt dat alle jeugdigen mee kunnen doen en erbij horen (inclusie). c. geeft jeugdigen inzicht in hun eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op anderen.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
25
d. kan een analyse van de groepsfase, de interactiesituaties en actuele samenwerkingsvaardigheden maken en hierbij instrumenten preventief en curatief inzetten.
e. kan gerichte interventies inzetten op groepsgedrag en/of op het gedrag van individuele jeugdigen gericht op een positieve groepsontwikkeling en ontwikkeling van samenwerkingsvaardigheden.
f. begeleid groepsconflicten constructief en leert jeugdigen omgaan met strijdige belangen en conflicten.
Kern 1.5 Aanpakken problematisch gedrag De professional pakt doeltreffend en op een planmatige manier problematische interacties en problematisch gedrag aan. Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende:
a. signaleert problematische gedrag/interacties en signaleert de factoren die van invloed zijn op het gedrag alsook de gevolgen van het gedrag.
b. grijpt direct in bij ordeverstoringen, geeft concrete feedback op ongewenst gedrag en de consequenties daarvan.
c. gaat passend om met (zowel fysiek als verbaal) agressief gedrag in de groep door bij frustratieagressie te kalmeren en te confronteren en te begrenzen bij doelgerichte agressie.
d. begeleidt jeugdigen bij het oplossen en veranderen van problematische interacties en problematisch gedrag en zet zichzelf bij interactieproblemen tussen zichzelf en een jeugdige bewust in als instrument voor verandering.
e. hanteert relevante protocollen bij problematisch gedrag en schakelt op tijd professionele hulp in. f. neemt passende maatregelen om de veiligheid van alle jeugdigen te waarborgen en ervoor te zorgen dat
incidenten zo min mogelijk verstorend zijn voor andere jeugdigen.
Kern 1.6 Onderzoekend vermogen in leidinggeven aan jeugdigen De professional zet zijn onderzoekend vermogen in om het praktijkproces te voeden, te onderbouwen en te verantwoorden en daarmee de kwaliteit van de uitvoering van de beroepstaak ‘leidinggeven aan jeugdigen’ en de daarbij behorende beroepsproducten te vergroten, en om te leren en als professional door te groeien.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. voert de beroepstaak uit met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam,
kritisch). De professional reflecteert op uitgevoerde beroepstaken, op geleverde beroepsproducten en eigen ontwikkeling tijdens de beroepsuitoefening.
a. past beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten (standaard vakliteratuur), onderzoeksresultaten en actuele kennis van ontwikkelingen in het beroepenveld met betrekking tot het pedagogische leidinggeven aan jeugdigen correct toe. De professional kan hiervoor een verantwoorde literatuurselectie maken en toepassen op eigen casuïstiek.
b. onderbouwt en verantwoordt keuzes met betrekking tot zijn pedagogische leidinggeven aan jeugdigen op grond van visie (over het waartoe en hoe), beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten en de specifieke situatie. Hij/zij geeft hierbij een goede weergave van relevante theorie en correcte bronvermelding.
Beroepstaak 2 Begeleiden van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n)
Het doelgericht en cyclisch begeleiden van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n) door het
voorbereiden, uitvoeren en evalueren van leer- en ontwikkelingsactiviteiten, zodat de brede ontwikkeling
bevorderd wordt.
Kern 2.1 Voorbereiden van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n)
De professional bereidt vanuit visie, en waar zinvol samen de jeugdige(n), samenhangende leer- en ontwikkelingsactiviteiten voor gericht op het leerproces van de jeugdige(n), met een duidelijke relatie tussen de doelen, het niveau en de kenmerken van de jeugdige(n), de inhouden van het leergebied en de inzet van verschillende methodieken en middelen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional, waar zinvol met de jeugdige(n) om de jeugdige(n) zoveel mogelijk eigenaar te laten zijn van het eigen leerproces, het volgende: a. kiest en formuleert uitdagende, en zoveel mogelijk SMART, leer/ontwikkeldoelen en betekenisvolle
inhouden. Hij/zij brengt daarvoor de relevante aspecten van de beginsituatie, zoals ontwikkelingsniveau, ondersteuningsbehoeften en belevingswereld, van de jeugdige(n) in kaart.
b. maakt op basis van een inhoudelijke en didactische doordenking een correcte en bruikbare vertaling van het leergebied naar de concrete leersituatie.
c. kiest leer- en werkvormen en (digitale) middelen in afstemming op de doelen, inhouden, en niveau en kenmerken van de jeugdigen.
d. kiest passende vormen van tussentijdse en eindevaluatie gericht op de doelen/leerresultaten en het leerproces.
e. plant en organiseert de activiteiten zo, dat de jeugdige(n) voldoende tijd en aandacht krijgen om te leren. f. houdt bij het bepalen van doelstellingen, leerinhouden, werkvormen, middelen en evaluatie rekening met
de didactische principes motivatieprincipe, activiteitsprincipe, aanschouwelijkheidsprincipe, differentiatieprincipe, geleidelijkheidsprincipe, integratieprincipe en herhalingsprincipe.
g. signaleert, creëert en benut kansen en mogelijkheden voor jeugdigen om zich te ontwikkelen en maakt daarbij ook gebruik van niet-geplande situaties.
h. weet gebruik te maken van methodes/bestaande programma’s en kan deze aanpassen en aanvullen om de gestelde doelen bij deze jeugdige(n) te bereiken.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
26
i. is in staat om de leerdoelen, beginsituatie en bijbehorende coherente uitwerking van de leer-en ontwikkelingsactiviteiten en begeleiding ook voor anderen inzichtelijk te beschrijven in een bij de organisatie passend format.
Kern 2.2 Uitvoeren van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n)
De professional initieert en begeleidt leer- en ontwikkelingsprocessen op zodanige wijze dat jeugdige betrokken
en gemotiveerd werkt aan gestelde doelen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. neemt samen met de jeugdige de doelen en de verwachtingen door en, waar relevant, de inhoud, de
stappen en planning van leer- en ontwikkelingsactiviteiten en zet de huidige leeractiviteiten in een bredere lijn van een ontwikkelingsproces.
b. ondersteunt het leerproces van de jeugdige door het uitvoeren en begeleiden van diverse soorten (activerende) werkvormen.
c. maakt doelmatig gebruik van beschikbare (digitale) materialen en middelen. d. bevordert eigenaarschap en autonome motivatie door tegemoet te komen aan de behoefte van de
jeugdige(n) aan autonomie, competentie en relatie (zie ook beroepstaak 1 kern 1.1). e. differentieert naar niveau en kenmerken van de jeugdige, speelt in op de mogelijkheden, wensen,
behoeften en problemen van jeugdige en stelt de activiteit zo nodig bij, zodat de jeugdige de taken met succes kan afronden.
f. is gericht op het bevorderen van de vaardigheden die nodig zijn voor het realiseren van doelgericht en aangepast gedrag (executieve functies).
g. ondersteunt de jeugdige zich bewust te worden van eigen talenten en helpt de jeugdige deze te ontwikkelen en in te zetten.
Kern 2.3 Evalueren van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n)
De professional evalueert en waardeert structureel en effectief, regelmatig ook met de jeugdige(n), het
ontwikkelingsproces en de resultaten daarvan en trekt op basis daarvan conclusies die gebruikt worden voor een
gericht vervolg van het leerproces inclusief het eigen handelen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. volgt op effectieve wijze de ontwikkeling van de jeugdige gedurende de uitvoering van de activiteiten en
sluit flexibel aan bij de ondersteuningsbehoefte van jeugdige met het oog op de doelen. b. geeft tijdens de leer- en ontwikkelingsactiviteit ontwikkelingsgerichte feedback, feedup en feedforward op
inzet, aanpak en resultaat en stimuleert de jeugdigen om dit ook bij elkaar te doen. c. bewaakt samen met de jeugdige de voortgang en zorgt dat de jeugdige de gestelde doelen kan behalen,
maar is ook in staat om doelen (tijdelijk) los te laten of bij te stellen als de situatie van de jeugdige daarom vraagt.
d. vraagt actief en doelgericht naar de mening, ervaringen, ideeën en gevoelens van de jeugdige over de activiteiten en de geboden ondersteuning en neemt de tijd om te luisteren.
e. bevordert de zelfstandigheid van de jeugdige door hen te helpen te reflecteren op de uitvoering, het proces en de doelen/resultaten van de leer- en ontwikkelingsactiviteiten, zodat de jeugdige conclusies leert trekken voor het vervolg van het leerproces.
f. analyseert en interpreteert leerresultaten, gaat mogelijke verklaringen na voor de resultaten en trekt op
basis daarvan conclusies voor eigen handelen. g. legt relevante informatie naar aanleiding van de evaluatie en beoordeling op gestructureerde manier vast,
zodat de evaluatiegegevens begrijpelijk en bruikbaar zijn voor een gericht vervolg van het leerproces.
Kern 2.4 Onderzoekend vermogen in begeleiden van leer- en ontwikkelingsprocessen van de
jeugdige(n)
De professional zet zijn onderzoekend vermogen in om het praktijkproces te voeden, te onderbouwen en te
verantwoorden en daarmee de kwaliteit van de uitvoering van de beroepstaak ‘begeleiden van leer- en
ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n)’ en de daarbij behorende beroepsproducten te vergroten, en om te
leren en als professional door te groeien.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. voert de beroepstaak uit met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam,
kritisch). De professional reflecteert op uitgevoerde beroepstaken, op geleverde beroepsproducten en eigen ontwikkeling tijdens de beroepsuitoefening.
b. past beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten (standaard vakliteratuur), onderzoeksresultaten en actuele kennis van ontwikkelingen in het beroepenveld met betrekking tot het begeleiden van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n) en de relevante leer- en ontwikkelingsgebieden correct toe. De professional kan hiervoor een verantwoorde literatuurselectie maken en toepassen op eigen casuïstiek.
c. onderbouwt en verantwoordt keuzes met betrekking tot het begeleiden van leer- en ontwikkelingsprocessen van de jeugdige(n) en de relevante leer- en ontwikkelingsgebieden op grond van visie (over het waartoe en hoe), beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten en de specifieke situatie. Hij/zij geeft hierbij een goede weergave van relevante theorie en correcte bronvermelding.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
27
Beroepstaak 3 Samen ondersteunen van de jeugdige
Het ondersteunen van de jeugdige door samen met opvoeders, de jeugdige zelf, zijn sociaal netwerk en met
collega’s en andere betrokken professionals de gewenste begeleidingswijze te bepalen, uit te voeren, te
evalueren en waar nodig bij te stellen. De professional kan zijn (pedagogisch en didactisch) handelen
afstemmen met ouders en anderen die vanuit hun professionele verantwoordelijkheid bij de jeugdigen betrokken
zijn.
Kern 3.1 Ouderbetrokkenheid De professional onderhoudt een gelijkwaardige, pedagogische samenwerkingsrelatie gericht op het in gezamenlijkheid werken aan de ontwikkeling van de jeugdige.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. spreekt respectvol met en over ouders en houdt rekening met verschillen tussen ouders. b. zorgt voor heldere en passende communicatie naar ouders over de dagelijkse praktijk. c. past diverse gesprekstechnieken toe tijdens gesprekken met ouders. d. wisselt informatie en advies uit met ouders over welbevinden, doelen, resultaten, werkwijzen, ervaringen,
verwachtingen en ideeën met betrekking tot de jeugdige en zijn ontwikkeling. e. vraagt ouders actief naar feedback, naar kennis die zij in te brengen hebben als ervaringsdeskundigen en
laat de ouders constructief meedenken over hoe de jeugdige ondersteund kan worden ten aanzien van leer-
en ontwikkelingsactiviteiten. f. kan ook in moeilijke gesprekken een boodschap duidelijk overbrengen, empathie tonen, oplossingsgericht
communiceren en eigen grenzen en die van de organisatie bewaken.
Kern 3.2 Werkwijze ontwerpen in samenspraak De professional ontwerpt planmatig en cyclisch de ondersteuningswijze van de jeugdige in samenspraak met de jeugdige, de ouders en andere betrokkenen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. signaleert jeugdigen die een speciale ondersteuningsbehoefte hebben en kan indien nodig met hulp van
collega’s oplossingen zoeken of doorverwijzen. b. verzamelt of levert systematisch een bijdrage in verzameling gericht op het vaststellen van de
ondersteuningsbehoeften en de mogelijkheden van jeugdige, via observaties, het monitoren van leerprestaties, en gesprekken met de jeugdige, zijn ouders en mogelijk andere betrokkenen.
c. stelt een plan op voor de ondersteuningswijze van de jeugdige, weet daarbij passende interventies voor te stellen, in samenspraak met jeugdige en diens ouders.
d. stimuleert het eigenaarschap (zelfregie en zelfverantwoordelijkheid) van de jeugdige en ondersteunt daarbij indien nodig de ouders.
e. sluit aan bij de ontwikkelingsmogelijkheden van de jeugdige, maakt gebruik van zijn talenten en waar mogelijk van zijn netwerk.
f. evalueert de ondersteuningswijze samen met de jeugdige, ouders en andere betrokkenen en stelt deze waar nodig bij.
Kern 3.3 Samenwerken in een integrale aanpak De professional werkt (multidisciplinair en/of interdisciplinair) samen met diverse professionals die bij de jeugdige betrokken zijn aan een integrale aanpak door een goede afstemming tussen de activiteiten van de betrokkenen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. voert op een constructieve manier overleg met betrokken professionals of instanties om samen te komen
tot een integrale aanpak, samenwerking, afstemming of overdracht van jeugdigen. b. weet wat andere disciplines en de meest voorkomende instanties kunnen bijdragen, maakt duidelijke
afspraken over wie wat doet en wanneer en houdt zich aan de gemaakte afspraken. c. kan eigen bevoegdheden en bekwaamheden en de eigen grenzen daarvan aangeven bij ouders en
professionals en neemt dit en eigen ondersteuningsbehoeften mee in het realiseren van een integrale aanpak.
d. stemt de integrale aanpak af op regelgeving binnen de (zorg)infrastructuur die van toepassing is en de samenwerkingsprocedures tussen zijn organisatie en instellingen waarmee wordt samengewerkt.
e. gaat discreet en volgens regelgeving om met de gegevens van anderen.
Kern 3.4 Onderzoekend vermogen in samen ondersteunen van de jeugdige De professional zet zijn onderzoekend vermogen in om het praktijkproces te voeden, te onderbouwen en te verantwoorden en daarmee de kwaliteit van de uitvoering van de beroepstaak ‘samen ondersteunen van de jeugdige’ en de daarbij behorende beroepsproducten te vergroten, en om te leren en als professional door te groeien.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. voert de beroepstaak uit met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam,
kritisch). De professional reflecteert op uitgevoerde beroepstaken, op geleverde beroepsproducten en eigen ontwikkeling tijdens de beroepsuitoefening.
b. past beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten (standaard vakliteratuur), onderzoeksresultaten en actuele kennis van ontwikkelingen in het beroepenveld met betrekking tot het samen ondersteunen van de jeugdige correct toe. De professional kan hiervoor een verantwoorde literatuurselectie maken en toepassen op eigen casuïstiek.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
28
c. onderbouwt en verantwoordt keuzes met betrekking tot het samen ondersteunen van de jeugdige op grond van visie (over het waartoe en hoe), beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten en de specifieke situatie. Hij/zij geeft hierbij een goede weergave van relevante theorie en correcte bronvermelding.
Beroepstaak 4 Werken aan kwaliteit en beleid Vanuit eigen deskundigheid actief bijdragen aan bereiken, verantwoorden en, verbeteren van de (didactische en pedagogische) kwaliteit op de werkvloer, door het begeleiden van (aanstaande) collega’s en/of vrijwilligers, door bij te dragen aan het beleid en de uitvoering daarvan en door praktijkonderzoek.
Kern 4.1 Samen werken aan kwaliteit
De professional levert een bijdrage aan de kwaliteit van het werkklimaat, aan de onderlinge samenwerking en
aan goede werkverhoudingen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. levert een constructieve bijdrage aan overleggen, aan de afstemming en uitvoering van de werkzaamheden. b. maakt (werk)afspraken met anderen en komt deze ook na. c. deelt informatie die voor de voortgang van het werk van belang is en maakt gebruik van de informatie van
anderen. d. heeft een goed zicht op verantwoordelijkheden en bevoegdheden van zichzelf en anderen en weet daardoor
bij wie je in de organisatie voor wat moet zijn. e. neemt initiatief voor het ontvangen en geven van feedback en stelt zich daarbij open, coöperatief en
leerbaar op. f. nodigt anderen actief uit tot het inbrengen van eigen opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen. g. stimuleert met zijn inbreng het team om met en van elkaar te leren en om individuele kwaliteiten optimaal
te benutten.
Kern 4.2 Begeleiden van (aanstaande) collega’s en/of vrijwilligers
De professional zorgt er door middel van passende begeleiding voor dat de expertise van (aanstaande) collega’s
en/of vrijwilligers optimaal wordt ingezet en wordt vergroot.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. fungeert als rolmodel en praktijkvoorbeeld voor het (pedagogisch en didactisch) handelen, het nemen van
verantwoordelijkheid en de gerichte inzet om te leren. b. instrueert helder en geeft aanwijzingen en advies en ondersteuning aan (aanstaande) collega’s en/of
vrijwilligers. c. draagt kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan (aanstaande) collega’s en/of vrijwilligers en
stimuleert de verbinding van praktijk en theorie. d. nodigt anderen uit tot dialoog en kritische reflectie over de werkpraktijk en helpt in het signaleren van
knelpunten in hun werkzaamheden, kennis en vaardigheden. e. maakt met (aanstaande) collega’s en/of vrijwilligers concrete afspraken over te behalen
(coachings/leer)doelen, resultaten en de begeleiding daarbij, waarbij de coachee eigenaar blijft van zijn of haar eigen leerproces.
Kern 4.3 Beleidsuitvoering en beleidsontwikkeling
De professional draagt doeltreffend (effectief) en doelmatig (efficiënt) bij aan de uitvoering, borging en
ontwikkeling van beleid, zodanig dat de doelstellingen van de organisatie behaald kunnen worden en daarmee
de kwaliteit van de werkzaamheden vergroot wordt.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. draagt bij aan het effectief functioneren van de organisatie door te werken volgens in de organisatie en
landelijk geldende wetten, afspraken, procedures, richtlijnen en protocollen. b. rapporteert periodiek over de voortgang en de inhoudelijke resultaten van zijn werkzaamheden. c. verbindt het eigen handelen met de (levensbeschouwelijke en pedagogische) identiteit van de organisatie
en kan daar binnen het eigen functioneren inhoud aan geven. d. draagt bij aan georganiseerde en systematische evaluaties om de kwaliteit van het primaire proces te
bewaken en, waar nodig, te verbeteren door het uitvoeren en evalueren van opgestelde actieplannen. e. signaleert en analyseert ontwikkelingen en knelpunten in de uitvoering en kwaliteit van de werkzaamheden,
overlegt hierover met betrokkenen en komt waar mogelijk met verbetervoorstellen en/of actieplannen. f. draagt eraan bij dat veranderingen in de door de organisatie gewenste richting gaan door spiegeling van
actuele ontwikkelingen, (nieuwe) kennis, -inzichten en – methodieken aan de visie en werkwijze van de eigen organisatie, waarbij hij/zij in dialoog met anderen kan bepalen of bepaalde aspecten, keuzes, aanpakken passen bij de (pedagogische, onderwijskundige en levensbeschouwelijke) visie van de organisatie.
g. zorgt er (samen met anderen) voor dat vernieuwingen/verbeteringen/innovaties een structurele plaats krijgen in het (beroepsmatig) handelen of het functioneren van de organisatie.
Kern 4.4 Onderzoek en praktijkverbetering
De professional draagt met behulp van praktijkonderzoek in interactie met de omgeving systematisch bij aan
het verkrijgen van antwoorden op vragen die ontstaan in de (eigen) beroepspraktijk, gericht op verbetering van
die praktijk.
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
29
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. signaleert een praktijkprobleem: een hiaat of tekortkomingen in het eigen handelen of de organisatie, of
verwachtingen, kansen of uitdagingen die ontstaan vanuit een behoefte om als organisatie of professional in ontwikkeling te blijven.
b. beschrijft een praktijkprobleem op basis van een verkennende probleemanalyse en laat daarbij zien hoe het zich verhoudt tot eigen inzichten, denkbeelden van diverse belanghebbenden, en de vakliteratuur om beter zicht te krijgen op het praktijkprobleem, eventuele achterliggende problemen, verklaringen en ideeën over mogelijke oplossingen.
c. formuleert het doel van het onderzoek en de onderzoeksvraag op basis van de probleemanalyse en gemaakte keuzes onderbouwd met eigen ervaringen, data uit de praktijk en inzichten uit de literatuur.
d. kiest haalbare en passende onderzoeksactiviteiten voor het verzamelen, analyseren en ontwerpen (indien van toepassing) en verzamelt data die bijdragen aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag.
e. ordent en analyseert kritisch de verzamelde data en trekt heldere conclusies op basis van de analyseresultaten, en vertaalt de opbrengsten van praktijkonderzoek naar verbetervoorstellen, beleidsadviezen en/of ontwerprichtlijnen.
f. maakt om iets nieuws uit te proberen of de bestaande praktijk te verbeteren een ontwerp op basis van ontwerprichtlijnen waarmee op een systematische wijze een oplossing voor een praktijkprobleem wordt gecreëerd en test het ontwerp doelgericht.
g. maakt de resultaten van het onderzoek voor de praktijk toegankelijk in de vorm van een doel- en doelgroepgerichte rapportage en/of een of meerdere presentatievormen.
Kern 4.5 Onderzoekend vermogen in werken aan kwaliteit en beleid De professional zet zijn onderzoekend vermogen in om het praktijkproces te voeden, te onderbouwen en te verantwoorden en daarmee de kwaliteit van de uitvoering van de beroepstaak ‘werken aan kwaliteit en beleid’ en de daarbij behorende beroepsproducten te vergroten, en om te leren en als professional door te groeien.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. voert de beroepstaak uit met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam,
kritisch). De professional reflecteert op uitgevoerde beroepstaken, op geleverde beroepsproducten en eigen ontwikkeling tijdens de beroepsuitoefening.
b. past beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten (standaard vakliteratuur), onderzoeksresultaten en actuele kennis van ontwikkelingen in het beroepenveld met betrekking tot het werken aan kwaliteit en beleid correct toe. De professional kan hiervoor een verantwoorde literatuurselectie maken en toepassen op eigen casuïstiek.
c. onderbouwt en verantwoordt keuzes met betrekking tot het werken aan kwaliteit en beleid op grond van visie (over het waartoe en hoe), beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten en de specifieke situatie. Hij/zij geeft hierbij een goede weergave van relevante theorie en correcte bronvermelding.
Beroepstaak 5 Begeleiden van gezinnen De professional begeleidt methodisch gezinnen en coördineert de zorg gericht op zoveel mogelijk herstel van de balans en zelfredzaamheid van het gezin, zowel ambulant als in gedwongen kader.
Kern 5.1 Bevordering pedagogisch thuisklimaat De professional ondersteunt ouders/opvoeders waar nodig en desgewenst in het bevorderen van een pedagogisch thuisklimaat, waarin de jeugdige in zijn ontwikkeling wordt gesteund.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. draagt waar nodig bij aan kennis van ouders/opvoeders over de opvoeding, ontwikkeling, veiligheid en
gezondheid van de jeugdige. b. verzorgt voorlichting en scholing op basis van vragen van jeugdigen, ouders, mede-opvoeders en de
samenleving en informeert hen over nieuwe kennis en inzichten betreffende opvoeding, groei, ontwikkeling en gezondheid in alle beroepscontexten van het jeugddomein.
c. begeleidt ouders/opvoeders vraaggericht bij het pedagogisch handelen vanuit de binnen de organisatie gehanteerde pedagogische visie.
Kern 5.2 Ambulante gezinshulpverlening De professional begeleidt het gezin gestructureerd en methodisch, zodat de balans tussen draagkracht en draaglast hersteld wordt (te merken aan concrete, aantoonbare en duurzame gedragsverbetering in het gezin) en het gezin de regie over het leven weer kan hervinden en hun vermogen tot zelfsturing bevorderd wordt (‘herstel van het gewone leven’).
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. biedt in samenspraak met jeugdigen, ouders en mede-opvoeders verantwoorde ondersteuning bij het
opgroeien en het opvoeden en beweegt mee in hun evoluerende behoeften. b. stemt de aanpak af op de inschatting van de aard van de samenwerkingsrelaties met elk van de
gezinsleden. c. is in zijn handelen voortdurend gericht op het versterken en terugbrengen van de eigen kracht, zelfregie en
zelfredzaamheid. d. benadert de gezinsleden en het netwerk vanuit systemisch perspectief en is daarbij meerzijdig partijdig. e. inventariseert vraaggericht de zorgpunten en sterke punten in samenwerking met de gezinsleden en
verheldert vragen en behoeften. f. formuleert de gewenste veranderingsuitkomst in samenwerking met de gezinsleden (interactionele doelen).
Studiegids hbo pedagogiek jaar 1 - 2020-2021
30
g. activeert gezinsleden om een ondersteuningsplan (gezinsplan) op te stellen, waarbij gekeken wordt naar het volledige systeem, de risico- en beschermende factoren en hulpvragen op de verschillende leefgebieden.
h. ondersteunt gezinsleden bij het opstellen van een actie-agenda op waarin de werkdoelen en middelen zijn opgenomen.
i. werkt gestructureerd, planmatig en doelgericht, zowel in kortdurende als langdurende trajecten. j. rapporteert zorgvuldig in gespreks- en observatieverslagen en houdt een compact cliëntdossier bij.
Kern 5.3 Coördinator bij meervoudige jeugd- en gezinshulp De professional ondersteunt het gezin bij het organiseren van overleg met personen uit eigen netwerk, hulpverleners en instanties en het maken van concrete afspraken met het team rond het gezin door te werken met een gezinsplan, met daarin heldere afspraken met alle betrokken professionals en instanties, zodat er structuur en overzicht ontstaat waardoor het gezin zoveel mogelijk de regie weer zelf ter hand kan nemen.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. activeert de steun uit het informele en professionele sociale netwerk en bouwt deze steun uit indien nodig. b. weegt af in hoeverre (specialistische) hulp gewenst of noodzakelijk is en vervult een brugfunctie naar deze
(specialistische) hulp. c. ziet erop toe dat alle hulp die geboden wordt met elkaar samenhangt en dat in de hulp het gezin centraal
staat (één gezin één plan). d. fungeert als vast aanspreekpunt voor de gezinsleden en andere betrokkenen en ziet er op toe dat het
gezinsplan geregeld wordt geëvalueerd en, waar nodig, wordt bijgesteld. e. voert effectief regie op casussen ten aanzien van indicatie, verwerving en inzet van middelen en andere
professionals en rapportage en schaalt waar nodig op- en af om ondersteuning op maat te houden.
Kern 5.4 Veiligheid inschatten
De professional schat de veiligheid van jeugdigen in en beoordeelt de noodzaak tot het nemen van
beschermende maatregelen, eventueel in overleg met externe deskundigen en voert beschermende maatregelen
uit.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. kan handelen volgens de stappen van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. b. intervenieert waar de emotionele, seksuele en/of fysieke veiligheid van kinderen en gezinnen in het geding
is en/of kansen op groei, ontwikkeling en opvoeding in gevaar zijn en organiseert passende hulp. c. begeleidt gezinnen waarin het kind of de kinderen onder toezicht zijn gesteld, een voogdijmaatregel (heeft)
hebben of waarin er sprake is van een jeugdreclasseringsmaatregel. d. voert de jeugdbeschermingsmaatregelen uit en geeft (integrale) hulpverlening aan onder toezicht gestelde
jeugdigen.
Kern 5.5 Gezinshulpverlening bij jeugdhulp met verblijf De professional begeleidt ouders bij jeugdhulp met verblijf.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. optimaliseert het contact van de jeugdige met zijn ouders en/of opvoeders en eventuele broers en zussen
door het contact te organiseren en te begeleiden. b. ondersteunt en bekrachtigt de ouders bij het vormgeven aan hun ouderlijke verantwoordelijkheid, door
ouders, en naarmate ze ouder worden ook de jeugdige zelf, een centrale het beslissende rol te laten spelen in de besluitvorming over te verlenen zorg en in te schakelen steun, professioneel of uit het netwerk (partnerschap).
c. zorgt voor een goede afstemming van hulpvraag en –aanbod ten opzichte van de gezinsleden en de pedagogisch medewerkers en eventueel andere bij het gezin betrokken professionals.
d. zoekt er naar de zorg, steun en oplossingen zoveel mogelijk in de levenscontext van het gezin en de jongere te implementeren.
Kern 5.6 Onderzoekend vermogen in begeleiden van gezinnen
De professional zet zijn onderzoekend vermogen in om het praktijkproces te voeden, te onderbouwen en te
verantwoorden en daarmee de kwaliteit van de uitvoering van de beroepstaak ‘begeleiden van gezinnen’ en de
daarbij behorende beroepsproducten te vergroten, en om te leren en als professional door te groeien.
Om hier goed vorm aan te geven, doet de professional het volgende: a. voert de beroepstaak uit met een onderzoekende houding (opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam,
kritisch). De professional reflecteert op uitgevoerde beroepstaken, op geleverde beroepsproducten en eigen ontwikkeling tijdens de beroepsuitoefening.
b. past beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten (standaard vakliteratuur), onderzoeksresultaten en actuele kennis van ontwikkelingen in het beroepenveld met betrekking tot het begeleiden van gezinnen correct toe. De professional kan hiervoor een verantwoorde literatuurselectie maken en toepassen op eigen casuïstiek.
c. onderbouwt en verantwoordt keuzes met betrekking tot het begeleiden van gezinnen op grond van visie (over het waartoe en hoe), beschikbare relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten en de specifieke situatie. Hij/zij geeft hierbij een goede weergave van relevante theorie en correcte bronvermelding.
Burg. Jamessingel 2 Postbus 368 2800 AJ Gouda
T 0182-540333 [email protected]
www.driestar-hogeschool.nl
Driestar hogeschool leidt - al sinds 1944 - leraren op die met hart
en ziel een bijdrage leveren aan het christelijk onderwijs.
Wij zijn een onderdeel van kenniscentrum Driestar educatief
en werken nauw samen met Driestar onderwijsadvies en
Driestar managementadvies .